Nieuwe Tijd - september 2011

24
nieuwe tijd magazine voor openbare diensten Veiligheid bij defensie en brandweer Start van een boeiend academiejaar maandblad van ACV Openbare Diensten - september 2011 v.u.: L. Hamelinck, Helihavenlaan 21, 1000 Brussel

description

Het ledenblad van ACV-Openbare Diensten

Transcript of Nieuwe Tijd - september 2011

Page 1: Nieuwe Tijd - september 2011

nieuwetijdmagazine voor openbare diensten

Veiligheidbij defensie en brandweer

Start van een boeiend academiejaar

maandblad van ACV Openbare Diensten - september 2011v.u.: L. Hamelinck, Helihavenlaan 21, 1000 Brussel

Page 2: Nieuwe Tijd - september 2011

In dit nummer

2

COLOFON

14

17

18

19

03

04

08

09

10

11

06

191104

bijzondere korpsenfederale overheid

Bijzondere korpsenVrijwillige opschorting van de prestaties van bepaalde militairen – opengestelde plaatsen 2012

Site ACV Politie

Veiligheid

Federale overheid Bestuursovereenkomsten, vooral bekend bij de openbare instellingen van sociale zekerheid maar elders nog veraf

Wijziging statuut wetenschappelijk personeel

EditoMoeilijke herfst

FocusPrivatisering is geen besparing!

Vlaamse overheidStart van een boeiend academiejaar

Lokale & regionale besturenWat we zelf doen, doen we beter?

Jongerenwerking ‘Lokale Regionale Besturen’ Gent-Eeklo neemt vliegende start!

Besparen op maaltijdcheques in OCMW en stad Zottegem’

redactie Luc Hamelinck | Amélie Janssens | Chris Herreman | Joris Lermytte | Thomas Vael | Ilse Heylen | Marc Saenen | Frédéric De Gelisseneindredactie Amélie Janssens vormgeving Gevaert Graphics druk Corelio Printing | www.corelio.be

focus

Page 3: Nieuwe Tijd - september 2011

edito 323

20

22

20

vervoer

Een nieuwe federale regering is er nog niet. Ondertussen moet wel een begroting 2012 worden opgesteld. Dat wordt geen gemakkelijke klus. Besparingen komen eraan.

Voor het groot verlof was er hoop op een voorzichtig herstel van de economie. Dat had alleen maar voordelen. Want als het economisch goed gaat, dan verminderen de financiële problemen voor de overheid. Die hoop was van korte duur. Sinds augustus zijn de economische problemen opnieuw toegenomen. De economische groei is zo goed als stilgevallen, ook in Duitsland of de Ver-enigde Staten. Het geloof in de economie van de Verenigde Staten kreeg een flinke deuk. Men vreest dat gezinnen minder zullen consumeren wat zich achteraf laat voelen op de economie. Er zijn ook berichten over nieuwe problemen met de banken. Economen zijn het lang niet eens over het beleid dat moet worden gevoerd. In 2008 hebben regeringen grote tussenkomsten gedaan om de banken van de ondergang te redden. Dat was toen de juiste optie. Vandaag worden de landen zelf bekritiseerd omdat hun tekort is opgelopen door die tussenkomen. ‘Werk die overheidstekorten meteen weg’, roept de ene. ‘Pas op, want dat doet de kans op economische achteruitgang alleen toenemen’, poneert de ander terecht. Binnen Europa zit men politiek ook niet op dezelfde lijn. Duitsland, Nederland en Finland zeggen niet meer te willen ‘opdraaien’ voor de problemen in andere landen. Binnen Europa is het weer meer ieder voor zich. Maar de economische problemen zijn daarmee uiteraard niet weg. In die moeilijke omstandigheden moet de staatsbegroting voor 2012 worden uitgewerkt. De zaak uitstellen, zoals men doet met de communautaire problemen, kan hier niet. Want alle landen van de Europese Unie moeten hun begroting bekendmaken. Wie niet tijdig een geloofwaardige begroting klaar heeft, wordt wellicht genadeloos afgestraft op de internati-onale financiële markten. Dat zou de problemen alleen maar doen toenemen. De besparingen zullen waarschijnlijk meer dan vroeger de openbare sector treffen. Dat zou gevolgen kunnen hebben op de tewerkstelling, de arbeidsvoorwaarden, de mogelijkheden op deeltijds werken, de kansen op conventies, de pensioenen,… Als vakbond moeten we onze prioriteiten dus toch wel duidelijk blijven stellen. Waar nodig zullen we op de bres staan. Een klein kransje superrijken zegt ondertussen openlijk dat ze best wel wat meer belastin-gen kunnen en willen betalen. Dat is ook begrijpelijk. Want de groep rijken die een vermo-gen hebben van meer dan 1 miljoen $ (bedrag dan nog zonder rekening te houden met de woning, verzamelingen, wagens,…) werd in 2010 nog 10% rijker. Mochten die Europese rijken jaarlijks een belasting betalen van slechts 5%, dan zouden in Europa de overheidsde-ficits meteen weggewerkt zijn tot 3 van het bbp (cijfers universiteit van Greenwich). Meer fiscale rechtvaardigheid en minder fraude is dus echt nodig.

Luc Hamelinck, Voorzitter

Moeilijke herfst

VervoerOpenbaar vervoer: naar één ticket voor openbaar vervoer!

Nieuwe CAO-afspraken voor de sector ‘Autobus-Autocar’n

Persbericht 16 septembern

PensioenenDe pensioenleeftijd: wie biedt meer?

Als vakbond moeten we onze prioriteiten dus toch wel duidelijk

blijven stellen.

Page 4: Nieuwe Tijd - september 2011

focus

4

de schuldencrisisDe privatisering van openbare bedrijven en

diensten heeft in de vorige eeuw een aantal

opflakkeringen gekend. In de jaren tachtig

lagen ondermeer ideologische redenen aan

de basis. Men was van mening dat een onder-

neming niet efficiënt geleid kon worden door

de Staat. In de jaren negentig werden staats-

bedrijven verkocht om met de opbrengst er-

van de nationale begroting op te fleuren. Met

de huidige schuldencrisis zijn we in een heel

nieuwe situatie terecht gekomen. Getrof-

fen landen worden gedwongen te verkopen

wat ze kunnen om tenminste een deel van

hun bodemloze financiële put te dempen.

Griekenland spant de kroon. De Griekse rege-

ring wil tegen 2015 minstens 50 miljard euro

halen uit de verkoop van alles wat enigszins

verkoopbaar is: lucht- en zeehavens, de post,

autosnelwegen en spoorwegen, enz. Voor

een investeerder zijn nu leuke momenten

aangebroken. Griekenland heeft immers heel

dringend geld nodig en kan het zich niet ver-

oorloven om lang te treuzelen of te marchan-

deren. Alles moet weg. Op de internationale

koopjesmarkt staan trouwens nog veel an-

dere aanbiedingen: de luchtvaartmaatschap-

pij Aer Lingus van Ierland, het water- en elec-

triciteitsbedrijf van Portugal, gevangenissen

in Groot-Brittannië… Als je echt indruk wil

maken op je vrienden kan je in Engeland zelfs

een compleet vliegdekschip kopen, de HMS

Ark Royal. Solden. Alles aan weggeefprijzen.

kleinschalige privatiseringenOok België moet nu bezuinigen en nieuwe in-

komsten vinden om de begroting uit de rode

cijfers te halen. Voor zover we weten liggen er

echter geen grootschalige privatiseringsplan-

nen op tafel. Er valt trouwens niet veel meer te

verkopen. We merken wel in de praktijk dat er

een kleinschalige privatisering van openbare

diensten aan de gang is. We kennen de ver-

zelfstandiging bij de lokale besturen waarbij

diensten wel nog hun publiek karakter be-

houden. Soms wordt verder gegaan en wordt

geen beSpAring!privatisering is

Marc De Keyser

privatiseren is een beproefd recept voor het saneren van de overheidsfinan-ciën. de privatiseringen uit het verleden zijn echter nefast geweest voor het personeel zonder dat er een duidelijke winst is geweest voor de dienstverle-ning aan de bevolking.

Met de huidige schuldencrisis zijn we in een heel nieuwe

situatie terecht gekomen.

Page 5: Nieuwe Tijd - september 2011

focus 5

een privaatrechtelijk statuut aangenomen,

met alle gevolgen van dien voor het perso-

neel. Ook overdracht of uitbesteding van een

dienst aan de privé-sector komen voor: de

poetsdienst, de grootkeuken,... In die gevallen

geeft de overheid ook het initiatief uit handen

en is er sprake van een volledige privatisering.

Gevolgen voor het personeelHet vastbenoemd personeel wordt bij pri-

vatisering soms ter beschikking gesteld van

de nieuwe werkgever. Op dat moment heeft

men eigenlijk twee werkgevers, namelijk

een feitelijke werkgever (de overnemer) en

een juridische werkgever (het bestuur). De

overnemer oefent een beperkt gezag uit en

kan onder meer de uurroosters en de veilig-

heidsvoorschriften vastleggen. Ondermeer

het loon, de functieomschrijving, het aantal

vakantiedagen, de sociale voordelen blijven

volledig het oude statuut volgen. De beste

oplossing blijft het bewaren van het open-

baar karakter van de diensten.

het personeel betaalt de rekeningBij het Europese PIQUE-project werden de

gevolgen onderzocht van de vorige priva-

tiseringsgolf op het vlak van productiviteit,

kwaliteit en werkgelegenheid. De conclusies

van het rapport zijn ontluisterend. “Liberali-

sering en privatisering hebben geleid tot een

concurrentiemodel dat hoofdzakelijk steunt

op het terugdringen van de loonkosten, niet

op meer kwaliteit en innovatie” en “Het pro-

ject heeft aangetoond dat liberalisering en

privatisering van publieke diensten enerzijds

overwegend negatieve effecten hebben op

werkgelegenheid en werkomstandigheden

en anderzijds variable effecten op producti-

viteit en kwaliteit”. Met andere woorden: de

vroegere openbare bedrijven maken nu meer

of weer winst, maar bijna volledig op de kap

van de werknemers. Vele personeelsleden

zijn – al dan niet gedwongen – afgevloeid.

De overblijvers moeten hetzelfde werk doen,

maar met minder volk. Nieuwelingen of

werknemers van de nieuwe dochterbedrijven

moeten het stellen met een veel lager loon

(soms maar de helft). Overuren, deeltijds werk

en een doorgedreven flexibiliteit zijn schering

en inslag.

niet privatiseren maar moderniserenPrivatisering blijkt dan ook enkel succesvol te

zijn geweest in het omvormen van publieke

naar private activiteiten. Daarbij is er slechts

één winnaar: de nieuwe private eigenaar. Die

gaat ten koste van het personeel lopen met

de winst. De slotsom is echter dat privatise-

ring er niet is in geslaagd haar verwachtingen

in te lossen. Laten we het daarom op de eer-

ste plaats over een andere boeg gooien en

inzetten op een verdere modernisering van

openbare diensten. Daarbij dienen de belan-

gen van gebruikers, overheden en personeel

te worden samengebracht zodat allen er op

kunnen vooruitgaan.

Meer informatie: www.pique.at

Page 6: Nieuwe Tijd - september 2011

vlaamse overheid

6

Ook wordt de missie en de opdracht van de

associaties geactualiseerd en geoptimali-

seerd in functie van de gewijzigde context.

De mogelijkheid om de bevoegdheid inzake

het organiseren van opleidingen en het ver-

lenen van de overeenstemmende graden van

bachelor en master over te dragen naar de

associaties zal vanaf het academiejaar 2013-

2014 worden geschrapt.

integratie academische hogeschoolopleidingen in de universiteitenDe integratie wordt gerealiseerd door een

wijziging van de onderwijsbevoegdheden

van zowel hogescholen als de universiteiten.

Het toekomstig decreet zal de hierna vermel-

de studiegebieden toevoegen aan de univer-

siteiten.

• Industriële wetenschappen

en technologie

• Architectuur

• Biotechniek

• Productontwikkeling

• Handelswetenschappen

en Bedrijfskunde

• Toegepaste taalkunde

Na integratie zullen er bij de universiteiten 27

studiegebieden bestaan, waarvan de huidige

benamingen blijven bestaan.

overdracht personeelHet eerste uitgangspunt is dat de betrokken

personeelsleden de opleidingen volgen en

ook in de toekomst (een deel van) hun op-

dracht blijven vervullen in het kader van deze

opleidingen, die evenwel vanaf het acade-

miejaar 2013-2014 uitsluitend worden aange-

boden door de universiteiten.

De integratie impliceert dat vanaf het acade-

miejaar 2013-2014 de universiteiten de volle-

dige verantwoordelijkheid krijgen over deze

opleidingen, inclusief de werkzaamheden

van het personeel verbonden aan de acade-

mische opleidingen.

Dit betekent dat de betrokken personeelsle-

den ofwel worden ingeschaald in het univer-

sitair kader voor zover zij aan alle voorwaar-

den voldoen, ofwel worden opgenomen in

een integratiekader, waarvoor de universitei-

ten de feitelijke en de hogescholen de juridi-

sche werkgever worden.

Omwille van de overdraagbaarheid van pen-

sioenrechten is er momenteel een specifieke

regeling noodzakelijk van een gesplitst werk-

geverschap, nl. juridische en feitelijke werkge-

ver. Om deze tijdelijke overgangsregeling zo

vlug als mogelijk op te heffen, zullen de no-

dige stappen bij de federale overheid worden

gezet om de pensioenregeling aan te passen,

zodat op middellange termijn de opsplitsing

uitgangspunten hervorming hoger onderwijsIn afwachting van de principiële goedkeuring

van een voorontwerp van decreet, heeft de

Vlaamse regering op 15 juli ll. akte genomen

van een ontwerp van memorie van toelich-

ting betreffende de organisatie van het hoger

onderwijs.

De bedoeling is om de uitgangspunten m.b.t.

de integratie vanaf het academiejaar 2013-

2014, de oprichting van de Schools of Arts

en de aanpassing van de taken van de asso-

ciaties, verder in decretale teksten te gieten

tegen eind september.

De integratie geldt voor alle academische

hogeschoolopleidingen, met uitzondering

van de opleidingen van de Hogere Zeevaart-

school en de hogere kunstopleidingen.

Chris Herremanbij de start van het komende academiejaar zijn er de traditionele uitwisse-lingen van standpunten over een aantal cruciale thema’s binnen het hoger onderwijs o.a. het aantal inschrijvingen van eerstejaarsstudenten bij de hogescholen en universiteiten, de relevantie van de aangeboden opleidin-gen m.b.t. de huidige arbeidsmarkt, de hoogte van het inschrijvingsgeld, de noodzaak tot meer investeringen in wetenschappelijk onderzoek, e.a.. de integratie van de academische opleidingen van de hogescholen in de uni-versiteiten zal vanaf nu ook een permanent aandachtspunt zijn.

Startvan een boeiend academiejaar

De integratie van de academische opleidingen

van de hogescholen in de universiteiten zal vanaf nu ook een permanent

aandachtspunt zijn.

Page 7: Nieuwe Tijd - september 2011

7vlaamse overheid

tussen juridische en feitelijke werkgever niet

langer nodig zal zijn.

Er dienen evenwel nog tal van zaken te wor-

den besproken en geconcretiseerd vooraleer

de overdracht vanaf het academiejaar 2013-

2014 effectief zal plaats vinden.

loopbaan onderzoekersIn het kader van de uitvoering van CAO III

hoger onderwijs zal een werkgroep tegen 31

maart 2012 concreet voorstellen uitwerken

m.b.t. de uitbouw van onderzoeksloopbanen

voor het geheel van de Vlaamse kennisinstel-

lingen met bijzondere aandacht voor de in-

ternationale en intersectorale mobiliteit. Als

uitgangspunten voor de besprekingen zal

de werkgroep het Europees Handvest voor

de onderzoekers, de gedragscode voor de

aanwerving van onderzoekers en het Vlaams

actieplan voor onderzoekers hanteren.

cao 2012-2014Momenteel bespreken wij met onze afgevaar-

digden van de verschillende universiteiten de

voorstellen voor de volgende CAO IV binnen

het hoger onderwijs. Wij hopen deze tegen

het einde van dit jaar klaar te hebben.

er dienen evenwel nog tal van zaken

te worden besproken en geconcretiseerd…

Page 8: Nieuwe Tijd - september 2011

lokale & regionale besturen

8

vloed te groot zijn en ontbreekt daarenboven

de democratische legitimiteit. De invloed zou

met name aanwezig zijn geweest bij de op-

maak van de rechtspositieregelingen in de

gemeenten. Ze zorgt voor een inperking van

de autonomie van de lokale besturen, die de

ontwikkeling van het personeelsbeleid in de

weg staat.

Wat we zelf doen, doen we beter?Meer autonomie zou dan ook beter (perso-

neels-)beleid tot gevolg hebben: 308 keer

beter als het ware. Dat voor organisaties die

allen hetzelfde doen?

Dat laatste is flessentrekkerij uiteraard, want

de diversiteit onder de 308 Vlaamse gemeen-

ten is erg groot. Men kan er echter niet om

heen dat er zoiets bestaat als ‘succesvolle

praktijken’. In de HRM-literatuur komen die

terug onder de noemer van zgn. ‘High Per-

formance Work Systems’: een geheel van

beproefde methodes die prestaties van or-

ganisaties verbeteren. Al bestaat er ook con-

sensus dat deze methodes moeten worden

afgestemd op de eigenheid van een organi-

satie. Een zekere autonomie is daarom steeds

noodzakelijk, maar centrale sturing en coa-

ching zijn dat ook.

Onderzoekers van het Steunpunt Bestuurlijke

Organisatie Vlaanderen (SBOV) stelden een

dubbele houding vast tegenover autonomie

en toezicht bij de opmaak van de rechtspo-

sitieregelingen. Gemeenten in Vlaanderen

– in het bijzonder de grote - willen enerzijds

voldoende vrijheid om hun rechtspositiere-

geling op te stellen in functie van de lokale

behoeften. Anderzijds zijn ze ook vragende

partij voor voldoende begeleiding en on-

derschrijven ze ook een basisidee achter de

rechtspositieregeling, namelijk dat alle per-

soneelsleden, ongeacht hun werkplaats, de-

zelfde basisrechten dienen te hebben.

Deze resultaten nopen bijgevolg tot een ge-

doseerde inzet van autonomie en een prag-

matische houding tegenover toezicht. Die

moet een dubbele rol blijven vervullen: een

coachende, begeleidende rol én daadwer-

kelijk toezicht. Een louter coachende hogere

overheid zou immers voor een uitholling

zorgen van ondermeer de besluiten op de

rechtspositieregeling, aangezien een ge-

meenschappelijke sokkel niet meer zou zijn

gewaarborgd.

capaciteitBinnen het huidige kader voor personeelsbe-

leid wordt een enorme diversiteit vastgesteld

in de ontwikkeling van het personeelsbeleid.

Slechts één derde van de besturen beschikken

daarbij reeds over een volwaardig personeels-

beleid. Dat derde slaagt er dus wel in om een

goed personeelsbeleid te ontwikkelen. Noch

het regelgevend kader, noch de toezichthou-

dende overheid staan de ontwikkeling van

het personeelsbeleid dus in de weg. De sleutel

tot een beter personeelsbeleid ligt dus niet bij

meer autonomie voor de lokale besturen.

Meer autonomieHet heet dat besturen een beleid op hun

maat moeten ontwikkelen en daarbij niet te

veel gehinderd mogen worden door overkoe-

pelende regelgeving of de toezichthoudende

overheid. De verzuchtingen vinden weer-

klank bij het kabinet Bourgeois, dat ze tot

een leidraad maakt van het witboek interne

staatshervorming: het feitelijk beleidspro-

gramma binnenlands bestuur. Het witboek

interne staatshervorming gaat uit van de the-

se dat de gemeenten gebukt gaan onder te

veel detailsturing, controle en toezicht. Oor-

zaken hiervan zijn te hoge planlasten ener-

zijds en te veel centrale sturing anderzijds.

Deze zouden ingegeven zijn uit ‘bestuurlijk

wantrouwen’ vanwege de hogere overheden.

Om het vertrouwen te herstellen moet dan

ook worden ingezet op meer autonomie voor

de lokale besturen.

Voor wat het personeel betreft concretiseert

het autonomiestreven in het witboek zich in

een aantal voornemens: een terughoudende

houding voor de toezichthoudende overheid;

het principe dat alles wat niet verboden is,

toegelaten moet worden; regelingen voor de

terbeschikkingstelling en overdracht van per-

soneel en het afschaffen van het hervormings-

recht van de beroepscommissie tuchtzaken.

Minder toezichtDe rol van de toezichthoudende overheid

wordt in het bijzonder in vraag gesteld. Vol-

gens een werkgeversorganisatie zou de in-

Joris Lermyttede lokale besturen zetten in op meer autonomie, ondermeer op vlak van personeelsbeleid. in het bijzonder wordt de rol van de toezichthoudende overheid in vraag gesteld. autonomie zou de sleutel zijn tot beter beleid. de wetenschappelijke onderbouw voor het autonomiestreven is genuanceerd. een zekere autonomie is wel een noodzakelijke basis voor kwalitatief beleid. kwalitatief beleid ontstaat echter pas wanneer een bestuur over de nodige capaciteiten kan beschikken om een kwalitatief beleid vorm te geven.

doen we beter?Wat we zelf doen,

Page 9: Nieuwe Tijd - september 2011

9lokale & regionale besturen

De rol van de toezichthoudende overheid

wordt in het bijzonder in vraag gesteld.

Onderzoek toont aan dat dé barrière voor

de ontwikkeling van het personeelbeleid de

aanwezige capaciteit is. Voldoende perso-

neelscapaciteit, expertise en middelen zijn dé

noodzakelijke voorwaarden. Daar moet op de

eerste plaats op ingezet worden.

Daarbij dienen een degelijke kaderwetgeving

en de toezichthoudende overheid verder ten

volle hun rol te spelen. De kaderwetgeving als

een basissokkel met ondermeer een aanbod

van actuele succesvolle praktijken voor de

lokale besturen. Uiteraard met de nodige be-

leidsruimte voor een toepassing op maat van

een bestuur. De hogere overheid in het ter

beschikking stellen van expertise, als coach

en zo nodig als behoeder van de kaderwet-

geving en de daarin verweven beleidsdoel-

stellingen. Want er kan geen sprake zijn van

autonomie zonder dat besturen aantonen

dat ze hun verantwoordelijkheid nemen. Dat

laatste is de werkelijke basis voor bestuurlijk

vertrouwen.

Wat we zelf doen, Jongerenwerking ‘Lokale regionale besturen’ gent-eeklo neemt vliegende start!Peter Wiemeeén van de grootste uitdagingen in onze huidige congresperiode is de vernieuwing en verjonging van onze syndicale werking binnen de ‘lo-kale en regionale besturen’ van het gewest Gent-eeklo.

Samen werken aan toekomst Tijdens diverse gewestelijke sectorcomité’s, groepscomité’s,… staat vernieuwing en verjonging steeds centraal. Door hierover met alle militanten in alle openheid het debat aan te gaan, stellen we vast dat onze bestaande mili-tanten ervan overtuigd zijn dat we samen moeten werken aan de toekomst van onze syndicale werking.Vandaar dat we actief op zoek gaan naar nieuwe jonge militanten, het leuke is dat onze huidige militanten ook zelf jongeren aanbrengen.Bij de opmaak van ons jaarprogramma 2011-2012, hebben we geopteerd om bij het begin van ons werkjaar een eerste keer samen te komen met onze -35ers. Op dit moment hebben we een 9-tal jongere militanten uit de diverse besturen binnen het gewest (Gemeentebestuur Lovendegem, Digipolis, Dienst Kinderopvang en Dienst Cultuur Stad Gent, Brandweer HC100 Gent, IVAGO, TMVW).

Op 5 september 2011 was het zover, met een 8-tal aanwezige militanten namen we een vliegende start, tijdens deze eerste bijeenkomst was het vooral een kennismakingsmoment, het feit dat we uit de diverse besturen jongeren militanten samen hebben gebracht, bracht een heel sterke dynamiek op gang.Zo hebben we afgesproken om tweemaandelijks samen te komen en de vergadering te starten met een info-thema en in de vergadering van de maand november 2011 gaan we alvast het thema ‘loopbaanonderbreking’ naderbij bekijken.

Want één van de belangrijkste zaken voor nieuwe militanten is het feit dat men voldoende gewapend moet zijn om op het terrein de leden te kunnen informeren. Het thema ‘Loopbaanonderbreking’ is iets wat heel sterkt leeft en het belangrijkste ervan is dat we alle personeelsgroepen met dit thema aanspreken en we het thema dan ook opentrek-ken naar alle militanten via de diverse groepscomité’s, gewestelijke sectorcomité’s,…We hebben duidelijk afgesproken dat de ‘jongerenwerking’ een onderdeel is van onze globale syndicale werking en we geen personeelsgroepen willen uitsluiten binnen onze syndicale werking.Onze jongeren staan er ten stelligste op dat we binnen onze syndicale werking moeten samenwerken, om zo onze rol als vertegenwoordiger van alle personeelsleden goed te kunnen opnemen m.a.w. ‘Samen Sterk’ en onze jongeren-werking is geen modewoord, maar een werkwoord!Ook werd aangehaald dat communicatie met de werkvloer heel belangrijk is. Als ACV-Openbare Diensten doen we heel veel, maar we moeten dit ook communiceren naar de werkvloer. Betrokkenheid en inspraak van de basis in het besluitvormingsproces werd ook heel sterk benadrukt. Hiervoor werd reeds onze interne structuur stevig uitgebouwd.

Verder gaan we onze communicatiestrategie samen verder uitwerken, het gebruiksvriendelijker en toegankelijker maken van onze website www.acv-lrb-gent.be, de opstart van onze ‘periodieken’ staat onder andere hierin centraal. Alsook gaan we maximaal gebruik maken van de nieuwe media zoals facebook, twitter, blogspot,… en niet te ver-geten onze aanwezigheid op terrein is alsook heel belangrijk. Tijdens onze week van het personeel (week van 26 sep-tember 2011) gaan we dit concreet gestalte geven, de lancering van onze ‘Gentse periodiek’ zal hierin centraal staan.Heb je interesse om samen onze syndicale werking verder uit te bouwen, contacteer ons gerust via onze diverse kanalen of stuur een mailtje naar [email protected].

De gedrevenheid en het engagement van onze jongeren militanten en de steun van onze huidige militanten geeft ons echt ‘vleugels’ om er… samen voor te gaan!

Page 10: Nieuwe Tijd - september 2011

lokale & regionale besturen

10

De vakbonden zijn de spreekbuis van

het personeel.

1,91 euro bedraagt. Vanaf 2012 zou deze laat-

ste opgetrokken worden naar 2,91 euro.

vakbonden niet akkoordUiteraard konden de vakbonden hiermee

niet akkoord gaan. We dienden klacht in bij

de gouverneur. Voor de contractuelen be-

tekent dit een essentieel bestanddeel van

de arbeidsovereenkomst dat niet zomaar

eenzijdig kan gewijzigd worden, tenzij dit in

het voordeel van het personeelslid is. Toch

wenste de gouverneur geen ongelijkheid tus-

sen contractuelen en statutairen. Daarom ver-

zoekt de gouverneur dat het bestuur aan elke

contractueel personeelslid in dienst vraagt

schriftelijk en individueel akkoord te gaan

met de gewijzigde regeling.

Een onaanvaardbaar voorstel, vond ACV-

Openbare Diensten. Het syndicaal statuut re-

gelt de manier van onderhandelen over col-

lectieve arbeidsvoorwaarden. De vakbonden

zijn de spreekbuis van het personeel.

Geen wederzijds engagementOndanks het protocolakkoord op federaal

niveau over de wederzijdse engagementen

van de overheid en vakbonden in de publieke

sector betreffende de versterking van de so-

ciale dialoog en de conflictbeheersing, vond

het bestuur het niet nodig om samen te ko-

men met de vakbonden. Zelfs de gouverneur

kreeg geen toestemming van het bestuur om

als bemiddelaar op te treden.

Op 17 augustus, de dag van de staking, heeft

de burgemeester De Loor ons kort ontvangen

met de belofte dit federaal protocolakkoord

te zullen onderzoeken en kijken of dit wel

van toepassing is op de lokale en regionale

besturen!

Uiteindelijk zouden we op 24 augustus ont-

vangen worden door het bestuur. Na dit over-

leg met stad, OCMW en vakbonden moesten

we merken dat alle constructieve voorstellen

van de vakorganisaties niet aanvaard werden.

De enige garantie die we meekregen was

een nieuwe afspraak op 15 oktober met als

agendapunt: “de uitgaven van 2011”. Een on-

voldoende antwoord om terug naar de ach-

terban te gaan!

Personeelsvergaderingen in gemeenschap-

pelijk vakbondsfront volgen elkaar op en daar

zal beslist worden welke acties er naar de toe-

komst nog zullen gevoerd worden.

Op 25 februari 2011 stond het punt van de

maaltijdcheques op de agenda van het bij-

zonder onderhandelingscomité en dit zonder

toegevoegde documenten. Niets ermoedend

gingen de vakbonden naar de vergadering

maar toch met het idee dat de waarde van

de maaltijdcheques zou opgetrokken worden

naar 7 euro. Waarom staat anders dit punt op

de agenda? Niets was minder waar!

verkeerde beslissing herroepenDe vakbonden kregen echter te horen dat

de Vlaamse overheid de uitvoering van het

gemeenteraadsbesluit van 21 juni 2010 voor

wat betreft de maaltijdcheques geschorst

had.

Het voltijds presterende personeelslid had tot

voor de uitwerking van de huidige rechtspo-

sitieregeling recht op 118 maaltijdcheques

op jaarbasis met een waarde van 6 euro. Na-

tuurlijk was dit geschorst omdat het perso-

neelslid recht heeft op een maaltijdcheque

per gewerkte dag.

Dus kreeg het personeel iedere gewerkte dag

een maaltijdcheque van 6 euro voor het jaar

2010. Pas in februari 2011 is het bestuur tot de

conclusie gekomen dat dit voor het bestuur

blijkbaar onbetaalbaar was. De ”verkeerde”

beslissing zou herroepen worden maar dit ten

koste van het personeel!

Het personeel zou vanaf 1 mei 2011 tot en met

31 december 2011 een waarde van 3 euro per

dag krijgen waarvan de werkgeversbijdrage

Benigne Pietersop 17 augustus 2011 staakte het personeel van stad en ocMW-zottegem. het personeel schrikte er niet voor terug om tijdens de zomermaand augus-tus hun ongenoegen te uiten over de verminderde waarde van hun maaltijd-cheques. een moeilijk dossier dat al maanden aansleept.

besparen op maaltijdcheques in OCMW en stad Zottegem

Page 11: Nieuwe Tijd - september 2011

federale overheid 11

vooral bekend bij de openbare instellingen van sociale zekerheid maar elders nog veraf

bestuursovereenkomsten

Geert Dewulf en Johan Lippensin het regeerakkoord van 2008 en in de beleidsnota’s van de ministers ver-votte en vanackere was één van de doelstellingen dat er meer bestuursover-eenkomsten moesten worden afgesloten.

• de Rijksdienst voor Kinderbijslag voor

Werknemers (RKW).

Onder impuls van het College van openbare

instellingen van sociale zekerheid wil het

management bijzondere aandacht besteden

aan de kwaliteit. Onder druk van de socio-

economische en demografische ontwikke-

lingen werden de traditionele hiërarchische

verslagen tussen de federale overheid en de

openbare instellingen van sociale zekerheid

herzien met als doel een efficiënt en modern

beheer. De bestuursovereenkomst kwam er als

antwoord op de crisisjaren en de socio-econo-

mische veranderingen en de demografische

evolutie die de hoekstenen van het sociale ze-

kerheidsstelsel bedreigden. Een van de taken

van het College is waken over de onderlinge

coördinatie en consistentie van de ontwerpen

van bestuursovereenkomst van de verschil-

lende openbare instellingen van sociale zeker-

heid, en van de ontwerpen tot wijziging ervan.

Wettelijke basisArtikel 47 van de wet van 26 juli 1996 tot mo-

dernisering van de sociale zekerheid en tot

vrijwaring van de leefbaarheid van de wet-

telijke pensioenstelsels vormt de wettelijke

basis van de bestuursovereenkomsten. Het

koninklijk besluit van 3 april 1997 houdende

maatregelen met het oog op de responsabi-

lisering van de openbare instellingen van so-

ciale zekerheid, met toepassing van artikel 47

van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering

van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van

de leefbaarheid van de wettelijke pensioen-

stelsels heeft dit concreet gestalte gegeven.

Met dit besluit worden de voorwaarden en

modaliteiten inzake het afsluiten van een

bestuursovereenkomst bepaald en werd het

Enkel de FOD Personeel & Organisatie heeft

bij wijze van pilootproject een dergelijke

overeenkomst afgesloten. Bij de openbare

instellingen van sociale zekerheid (OISZ) kent

men reeds het figuur van de bestuursover-

eenkomsten. Het responsabiliseringsbesluit

heeft in 1997 de bestuursovereenkomst inge-

voerd en de OISZ zijn nu volop bezig om de

vierde overeenkomst op te stellen.

de oisz zijn beste leerlingenOp 17 december 2009 keurde de ministerraad

de derde bestuursovereenkomst van de 14 so-

ciale parastatalen en de eerste bestuursover-

eenkomst van het platform e-Health goed.

Het gaat om de volgende instellingen:

• het Fonds voor Beroepsziekten (FBZ);

• de Hulpkas voor Werkloosheidsuitkerin-

gen (HVW);

• het Fonds voor Arbeidsongevallen (FAO);

• de Hulpkas voor ziekte- en invaliditeits-

verzekering (HZIV);

• de Rijksdienst voor sociale zekerheid van

de provinciale en plaatselijke overheids-

diensten (RSZPPO);

• het Rijksinstituut voor de sociale verzeke-

ringen der zelfstandigen (RSVZ);

• de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening

(RVA);

• de Hulp- en Voorzorgskas voor Zeevaren-

den (HVKZ);

• de Rijksdienst voor Pensioenen (RVP);

• de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid

(RSZ);

• het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invalidi-

teitsverzekering (RIZIV);

• de Rijksdienst voor Jaarlijkse Vakantie

(RJV);

• de Kruispuntbank van de sociale zeker-

heid (KSZ);

College van de openbare instellingen van so-

ciael zekerheid een officieel orgaan.

de bestuursovereenkomst concreetDe bestuursovereenkomst is geen akte of re-

glement die voor een annulatieberoep bij de

Raad van State in aanmerking komt. Alle clau-

sules in de bestuursovereenkomst worden

geacht contractueel te zijn.

De bestuursovereenkomst regelt de volgen-

de aangelegenheden:

- de definitie van de taken die de instelling op

zich neemt voor de vervulling van de op-

drachten die haar zijn toevertrouwd;

• de gekwantificeerde doelstellingen inza-

ke efficiëntie en kwaliteit met betrekking

tot deze taken;

• in de mate dat de instellingen rechtstreeks

contact hebben met het publiek, de ge-

dragsregels ten aanzien van het publiek;

• de methodes voor de evaluatie van de

naleving van de doelstellingen en van de

gedragsregels door de OISZ;

• de berekeningswijze en de vaststelling

van de beheerskredieten die voor de uit-

voering van deze taken ter beschikking

worden gesteld;

• de berekeningswijze en de vaststelling

van het maximaal bedrag aan personeels-

kredieten dat betrekking heeft op statu-

taire ambtenaren;

Alle clausules in de bestuursovereenkomst

worden geacht contractueel te zijn.

Page 12: Nieuwe Tijd - september 2011

federale overheid

12

derhandelingen. In werkelijkheid blijkt deze

bepaling eerder fictie dan realiteit te zijn. In

werkelijkheid ziet de administratie het overleg

als een formaliteit en krijgen de vakbonden

op het overleg een bijna afgewerkt product

te zien waarvan de onderhandelingen met

de Staat reeds zeer ver gevorderd zijn. Echter

zou het syndicaal overleg een zeer belangrijk

onderdeel van de totstandkoming van de be-

stuursovereenkomst moeten zijn. Naast de

doelstellingen, die uietraared een weerslag

hebben op de werkdruk van het personeel,

worden ook de te bespteden personeelsen-

veloppes vastgelegd, en wordt er een verde-

ling contractueel – statutair bepaald. Deze

elementen vormen uietraard de basis van de

syndicaal overleg bij de overheid, maar wor-

den in deze situaties aan de kant geschoven…

De bestuursovereenkomst treedt slechts in

werking na goedkeuring door de Koning, bij in

Ministerraad overlegd besluit, vanaf de datum

vastgesteld bij dat besluit. De Ministerraad

waakt erover dat de bestuursovereenkomst

in overeenstemming is met het economisch,

sociaal en financieel beleid van de Staat.

TermijnenDe bestuursovereenkomst wordt gesloten

voor een duur van ten minste drie jaar en ten

hoogste vijf jaar.

Uiterlijk zes maanden voor het verstrijken

van een bestuursovereenkomst legt de open-

bare instelling van sociale zekerheid aan de

voogdijminister een ontwerp van nieuwe be-

stuursovereenkomst voor.

Indien bij het verstrijken van een bestuurs-

overeenkomst geen nieuwe bestuursover-

eenkomst in werking is getreden, wordt ze

van rechtswege verlengd, tot op het ogenblik

dat een nieuwe bestuursovereenkomst in

werking is getreden.

Indien geen nieuwe bestuursovereenkomst

in werking is getreden binnen een termijn van

één jaar na de in het voorgaande lid bedoelde

verlenging, kan de Koning, bij in Ministerraad

overlegd besluit, voorlopige regels vaststel-

len inzake de voornoemde aangelegenheden

die door de bestuursovereenkomst moeten

worden geregeld. Deze voorlopige regels zul-

len als nieuwe bestuursovereenkomst gelden

tot op het ogenblik dat een nieuwe bestuurs-

overeenkomst in werking treedt.

jaarlijkse toetsingDe bestuursovereenkomst wordt jaarlijks

getoetst op basis van een verslag en, in voor-

komend geval, aangepast aan de gewijzigde

omstandigheden met toepassing van in de

bestuursovereenkomst vastgelegde objec-

tieve parameters.

De openbare instelling wordt bij de toetsing

vertegenwoordigd door stemgerechtigde be-

heerders aangeduid door het beheersorgaan,

de persoon belast met het dagelijks bestuur

en zijn adjunct.

De jaarlijkse toetsing gebeurt op basis van een

overleg tussen de regeringscommissarissen,

het beheersorgaan van de OISZ en de persoon

belast met het dagelijks bestuur van de open-

bare instelling van sociale zekerheid.

Dit overleg heeft betrekking op de uitvoering

van de bestuursovereenkomst door de open-

bare instelling van sociale zekerheid en de Staat.

Over de resultaten van dit overleg wordt door

de deelnemers een tegensprekelijk en gemo-

tiveerd verslag opgesteld, dat met betrekking

tot de aangelegenheden waarover geen over-

eenstemming wordt bereikt, de onderschei-

den standpunten weergeeft.

bestuursplan en boordtabellenNaast de bestuursovereenkomst wordt door

elke OISZ een bestuursplan opgesteld. Dit be-

stuursplan geeft aan hoe de toevertrouwde

taken zullen worden uitgevoerd met het oog

op het bereiken van de doelstellingen vervat

in de bestuursovereenkomst.

Het bestuursplan wordt voor overleg voor-

gelegd aan het tussenoverlegcomité of, bij

gebreke daaraan, aan het basisoverlegcomité

ingesteld bij de openbare instelling van sociale

zekerheid.

De mate waarin de doelstellingen worden

bereikt, wordt gemeten aan de hand van in-

dicatoren die periodiek worden berekend en

opgenomen in boordtabellen.

Bij koninklijk besluit, in de Ministerraad

overlegd en na advies van het College en

na onderhandeling met de representatieve

vakorganisaties, kunnen de materies worden

bepalen waaromtrent eenvormige indicato-

ren in de boordtabellen van alle openbare

instellingen van sociale zekerheid moeten

worden opgenomen.

• de positieve sancties voor de instelling

die de verbintenissen naleeft;

• de ontbindende maatregelen of de sanc-

ties bij niet-naleving van de verbintenissen.

Te vermelden waard is, dat:

• elke uitdrukkelijk ontbindende voorwaar-

de in de bestuursovereenkomst wordt

voor niet geschreven gehouden;

• de partij voor wie een verbintenis in de

bestuursovereenkomst niet is uitgevoerd,

kan slechts de uitvoering van de verbin-

tenis vorderen, onverminderd de toepas-

sing van eventuele bijzondere sancties

bepaald in de bestuursovereenkomst.

onderhandelingen en overlegDe bestuursovereenkomst is een overeen-

komst tussen de federale overheid (de Staat)

en de OISZ.

Bij de onderhandeling en het sluiten van de

bestuursovereenkomst wordt de Staat verte-

genwoordigd door de voogdijminister, bijge-

staan door:

• de minister tot wiens bevoegdheid de be-

groting behoort, voor de bepalingen met

budgettaire of financiële draagwijdte;

• de minister tot wiens bevoegdheden de

ambtenarenzaken behoren, voor de bepa-

lingen die betrekking hebben op de mate-

ries die, wat betreft de openbare instellin-

gen van sociale zekerheid, onverminderd

andersluidende wets- of reglementsbepa-

lingen, tot zijn bevoegdheid behoren.

De OISZ wordt bij de onderhandeling van de

bestuursovereenkomst vertegenwoordigd

door stemgerechtigde beheerders aange-

duid door het beheersorgaan, de persoon be-

last met het dagelijks bestuur en zijn adjunct.

De bestuursovereenkomst wordt ter goed-

keuring voorgelegd aan het beheersorgaan.

Het ontwerp van bestuursovereenkomst of

van wijziging van de bestuursovereenkomst

wordt voor overleg voorgelegd aan het tus-

senoverlegcomité of, bij gebreke daaraan,

aan het basisoverlegcomité ingesteld bij de

openbare instelling van sociale zekerheid.

De theorie zegt dat het overlegcomité op

geregelde tijdstippen door zijn voorzitter bij-

eengeroepen om zijn gemotiveerd advies te

verlenen betreffende het verloop van de on-

Page 13: Nieuwe Tijd - september 2011

13federale overheid

andere administraties

De bestuursovereenkomsten worden als een

belangrijk instrument gezien voor een goede

samenwerking tussen de beleidsmakers en

de administratie. Bij de FOD’s en POD’s is er

geen sprake van bestuursovereenkomsten.

Behalve bij FOD Personeel & Organisatie,

waar de bestuursovereenkomst op 4 decem-

ber 2009, zonder substantiële verruiming van

de autonomie van het management, als een

pilootproject werd opgemaakt.

Drie andere FOD’s hebben sinds eind 2009

ondersteuning aan de FOD P&O gevraagd,

waarop dan ook telkens is ingegaan. Naar

verluidt hebben deze kandidaten afgehaakt

omdat er echter nog geen regelgevend kader

met alle actoren is uitgewerkt dat ook garan-

ties biedt inzake autonomie-uitbreiding.

Binnen de POD Wetenschapsbeleid is intus-

sen een debat opgestart over de eventuele

mogelijkheid om bestuursovereenkomsten

op te stellen voor de afzonderlijke weten-

schappelijke instellingen.

Sommigen zien dit als een risico omdat de

inderdaad bestuursovereenkomst poorten

opent naar meer autonomie of zelfs volledige

onafhankelijkheid. Eigenlijk is het een papier

zetten van een aantal verbintenissen die het

mogelijk maken om de opdrachten, de ver-

wachtingen en de doelstellingen opgelegd

aan elke wetenschappelijke instelling uit te

klaren en heldere afspraken te maken.

Hoe dan ook, met een regering van lopende

zaken of niet, de minister van Ambtenarenza-

ken kan de andere collega’s (voogdijministers)

niet verplichten om een bestuursovereen-

komst met de voorzitter of administrateur-

generaal van hun administratieve overheids-

diensten of instellingen af te sluiten.

Het lijkt erop dat de politieke wil om te streven

naar een modus vivendi tussen autonomie en

responsabilisering van de administratie nog

steeds ontbreekt of hebben de bestaande

bestuursovereenkomsten hun doel gemist en

blijven zij dode letter?

De bestuursovereen-komst wordt gesloten voor een duur van ten

minste drie jaar en ten hoogste vijf jaar.

Eurcharistievieringvoor het personeel van de openbare sector

13 oktober | 12ust-Michiels- en st-Goedele kathedraal brusselNa de viering is er gelegenheid tot ont-

moeting in de lokalen van ACV-Trans-

com, Galerij Agora, Grasmarkt 105 bus

40, 1000 Brussel

Page 14: Nieuwe Tijd - september 2011

federale overheid

14

Wijziging statuut wetenschappelijk personeelGeert Dewulf

ling van de operationeel directeurs en de

directeurs ondersteunende diensten;

• het beter preciseren van het begrip statu-

tair wetenschappelijk personeelslid;

• het goedkeuren van de nomenclatuur

van de titels van het personeel, aange-

zien er bij de huidige nomenclatuur pro-

blemen gerezen zijn in de relaties van de

personeelsleden met buitenlandse instel-

lingen. In het verlengde daarvan dienen

overeenkomstig de bijlagen bij het sta-

tuut aangepast te worden;

• het tegemoetkomen aan een specifieke

behoefte van de museuminstellingen, na-

melijk het in het leven roepen van de titel

van “conservator van collecties”, dit om te

voldoen aan de noden van een voor hen

specifieke functie;

• het herbekijken van het bevorderings-

systeem, zonder te raken aan de initieel

vastgelegde principes. Voor zover we-

tenschappelijke personeelsleden een

gewaarborgde loopbaan genieten, werd

de tekst aangevuld. Bedoeling is dat de

algemeen directeur van een instelling pas

een bevorderingsprocedure kan opstar-

ten wanneer de bevorderingsbetrekking

werd opgenomen. Dit om budgettaire

ontsporingen te voorkomen.

Naar verluidt gaan die verbeteringen uit van

twee door de regering aangegane verbinte-

nissen ten opzichte van:

• de vakorganisaties: er werd afgesproken

dat bij de uitvoering van de nieuwe statu-

ten van het wetenschappelijk personeel

zou geëvalueerd worden of sommige

bepalingen betreffende de loopbaan uit-

voerbaar zijn;

• de algemeen directeurs van de instel-

lingen: om de loopbaan van het weten-

schappelijk personeel te verrijken werd

beslist tot tussenliggende functies, ter

compensatie van de schrapping van de

statutaire functies van departements-

hoofd en afdelingshoofd.

In beide gevallen worden concrete oplossin-

gen aangereikt voor heel wat tot nu toe voor-

gekomen situaties.

i. draagwijdte van het eerste ontwerp-kb:1 In het hoofdstuk over het organieke statuut

van de FWI’s, moet worden gepreciseerd:

• dat de sinds 2004 aan de Minister van We-

tenschapsbeleid toegekende bevoegd-

heid inzake beheer van het wetenschap-

pelijk personeel, zowel betrekking heeft

op het statutaire als op het contractuele

personeel;

• dat aan de verschillende instellingen de

mogelijkheid gegeven wordt één ge-

meenschappelijke directeur ondersteu-

nende diensten aan te stellen zoals bij de

horizontale federale overheidsdiensten;

• de creatie van specifieke wetenschappe-

lijke functies zoals “hoofd van een weten-

schappelijke dienst” en “hoofd van een

wetenschappelijk programma”;

• de regeling van de samenstelling van de

directieraad van elke instelling.

2 In het hoofdstuk over het statuut van het

wetenschappelijk personeel gaat het om:

• het regelen van de overgangsperiode

voor de werking van de wetenschappe-

lijke raden, in afwachting van de aanstel-

valse start van de rode lantaarndrager van de copernicushervormingHet nieuwe statuut van het wetenschappelijk

personeel dat de werk- en loonvoorwaarden

regelt van 380 statutaire wetenschappers is

voor een groot deel in de startblokken blijven

steken. Dit statuut, dat er kwam in de nasleep

van de Copernicushervorming bij de federale

overheid die van start ging in februari 2000,

was sowieso een laatkomer. Daarbij komt dat

de personeelsleden op hun honger blijven

zitten. Bevorderingen zijn (nog) niet mogelijk,

operationeel directeurs raken niet benoemd,

jury’s kunnen niet rechtsgeldig bevorderen.

De Minister van Wetenschapsbeleid, Sabine

Laruelle, kon haar handtekening immers nog

niet plaatsen onder de evaluatiematrix, het

sluitstuk van de bevorderingen. Er kan gerust

gesteld worden dat het nieuwe statuut zijn

start volledig heeft gemist.

Twee ontwerpen van k.b. om diverse corrigerende wijzigingen aan te brengenOp 16 juni 2011 werden twee ontwerpen van

koninklijk besluit aan de Ministerraad voorge-

legd:

1 ontwerp van koninklijk besluit houdende

diverse wijzigingen betreffende de sta-

tuten van de federale wetenschappelijke

instellingen;

2 ontwerp van koninklijk besluit tot wij-

ziging van het koninklijk besluit van 13

april 2008 betreffende de aanduiding en

de uitoefening van de management-, staf-

en leidinggevende functies in de federale

wetenschappelijke instellingen (FWI).

De twee ontwerpen van koninklijk besluit

hebben tot doel diverse corrigerende wijzi-

gingen aan te brengen in de statuten van de

FWI’s, die grondig werden herzien door de

koninklijke besluiten van 25 februari 2008 en

13 april 2008.

Page 15: Nieuwe Tijd - september 2011

federale overheid 15

door het koninklijk besluit van 19 novem-

ber 2008 naar het wetenschappelijk per-

soneel;

• een regeling voor sommige anciënnitei-

ten die verschillend worden geïnterpre-

teerd;

De tekst met betrekking tot het geldelijk regi-

me van toepassing op de operationele direc-

teurs werd opgeheven: deze bepaling wordt

hernomen in het tweede ontwerp-KB.

ii. draagwijdte van het tweede ontwerp-kb:• Het wegwerken van een anomalie in de

tekst gezien de algemeen directeurs van

de FWI’s niet betrokken waren bij de aan-

wijzing van de leden van de Selectiecom-

missie die belast zijn met de werving van

de directeurs ondersteunende diensten.

• Ten gevolge van een recente geschil-

lenprocedure in één van de instellingen

wordt in artikel 3 van het tweede ont-

werp vermeld dat de jury, wanneer zij

gevraagd wordt zich uit te spreken over

de selectie van een titularis van een ma-

nagementfunctie, minstens één lid moet

hebben dat de voldoende kennis van

beide landstalen bewezen heeft. Indien

niet, wordt de jury bijgestaan door een

persoon die de voldoende kennis bewe-

zen heeft.

• In het licht van diezelfde budgettaire en

geldelijke orthodoxie, wordt de wedde

van de operationeel directeur herzien.

Enerzijds is gebleken dat de thans vast-

gelegde wedde te hoog was om een

voldoende geldelijk verschil tussen zijn

wedde en die van de algemeen direc-

teur te behouden en anderzijds waren de

andere geldelijke aspecten en het soci-

ale zekerheidsstelsel van de operationele

directeurs niet afdoende geregeld. De

voorgestelde tekst moet een oplossing

bieden voor deze problemen.

• Het regelen van de administratieve en

geldelijke toestand van de wetenschap-

pelijke personeelsleden die voorheen in-

stellingshoofd waren en die niet werden

aangesteld als algemeen directeurs.

vragen en bedenkingenDe ontwerpen van K.B. zullen in de loop van

de maand september worden voorgelegd

aan het Sectorcomité I.

ACV-Openbare diensten stelt alvast een aan-

• het toevoegen van een nieuwe afdeling

om het rechtsstelsel te bepalen van de bo-

vengenoemde gespecialiseerde functies;

• het regelen van de samenstelling van de

Kamer van Beroep;

• de problematiek van de weddenschalen

van het wetenschappelijk personeel dat

onder de vroegere loopbaanregeling in

dienst is getreden maar nog niet beves-

tigd was bij de inwerkingtreding van het

nieuwe statuut;

• het wijzigen van de manier waarop de

vroegere graden van departements- en

afdelingshoofd naar de nieuwe regeling

worden overgeheveld;

• het onder beperkte voorwaarden toe-

kennen van hogere functies op de oude

graden totdat de operationeel directeurs

zijn aangewezen, en dit om het gebrek

aan ambtenaren in het personeelskader

in sommige FWI’s op te vangen.

3 In het hoofdstuk over het geldelijke sta-

tuut van het wetenschappelijk personeel

wordt het volgende voorzien:

• de regeling van het geldelijke statuut van

de nieuwe gespecialiseerde functies;

• de uitbreiding van de financiële vooruit-

gang die het rijkspersoneel heeft geboekt

tal kritische vragen bij die bijsturing.

Een van de verbeteringen die de Minister van

Wetenschapsbeleid voor ogen heeft, heeft

betrekking op de functie van ‘operationeel di-

recteur’. De ‘operationeel directeur’ staat aan

het hoofd van een departement van de instel-

ling, het kloppend hart van het instelling. De

operationele directeur maakt deel uit van het

directiecomité van de instelling. De operati-

onele directeur is een hooggekwalificeerde

wetenschapper met doctoraat en heeft een

verantwoordelijkheid voor een aantal we-

tenschappers, voor een onderzoeksbudget

en vooral voor de uitvoering van het opera-

tionele plan van het departement. In de tien

wetenschappelijke instellingen van Weten-

schapsbeleid is er nog geen enkele operati-

onele directeur benoemd sinds de invoering

van het nieuwe statuut en er zijn 38 functies

vacant. De functie van ‘operationeel directeur’

wordt nu volgens het voorstel van de minis-

ter overgeheveld van het wetenschappelijk

statuut naar een ‘managementfunctie’. De

minister wil daarmee besparen én de pen-

sioenrechten van de managementfunctie

veilig stellen. De pensioenrechten van de

‘operationele directeurs’ zijn in het statuut

van 2008 barslecht geregeld: de wedde van

operationele directeur geeft geen uitzicht

op pensioenrechten als ambtenaar; de func-

tie van ‘operationeel directeur’ is immers een

mandaat, een tijdelijke functie. Die fout trekt

de minister terecht recht.

Het andere argument voor de bijsturing is

een besparing. De minister wenst de huidige

wedde van ‘operationeel directeur’ te ver-

minderen. Die wedde is volgens het huidige

statuut gelijk aan de maximumwedde van de

graad A53, met name 66.780,00 € bruto per

jaar (aan 100%). Gelet op het aantal potenti-

ele vacante betrekkingen in alle wetenschap-

pelijke instellingen samen is dat natuurlijk

onbetaalbaar en de verdeling spoort niet met

de opbouw van een wetenschappelijke struc-

tuur. Maar de remedie van de minister zal

minstens even duur uitvallen en gaat in tegen

het normale loopbaanpad van de statutaire

wetenschappers. De minister stelt voor om

aan een functie van ‘operationeel directeur’

de loonband 3 van manager toe te kennen in

plaats van de maximumwedde van de graad

A53. ‘Band 3’ komt ongeveer overeen met de

eindwedde van een statutair wetenschapper

in de hoogste weddentrap SW4 (onderzoeks-

leider), zijnde 60.780,00 € bruto per jaar (aan

er kan gerust gesteld worden dat het nieuwe

statuut zijn start volledig heeft gemist.

Page 16: Nieuwe Tijd - september 2011

federale overheid

16

er moet dus bespaard

worden.

onbereikbaar worden. De graad van tijdelijk

‘operationeel directeur’ spoort niet met de

opbouw van de wetenschappelijke loopbaan.

ACV-Openbare Diensten stelt daarom voor

om de functie van ‘operationeel directeur’

binnen het statuut van het wetenschappelijk

personeel te houden, daarvoor eventueel de

SW4 klasse te reserveren en binnen het sta-

tuut te zoeken naar verloning van buitenge-

wone wetenschappelijke prestaties.

ACV-Openbare Diensten heeft lof voor de

rechtzetting van een omissie uit het verleden,

nl. voor stagiairs met een doctoraat, die net in

de kanteling naar het nieuwe statuut (1 mei

2008) terechtkwamen en daardoor niet au-

tomatisch SW2 werden. Er zijn circa veertien

personeelsleden in dat geval.

ACV-Openbare Diensten merkt op dat het be-

vorderingsbeleid staat of valt met het cruci-

ale element van de aangekondigde modellen

van matrix (in hoge mate) en van het unifor-

me CV-model (in mindere mate). De beoorde-

ling van dit ontwerp is opnieuw moeilijk zon-

der helder zicht op de matrix.

ACV-Openbare Diensten merkt op dat het

aanwijzen van bevestigde wetenschappelijke

personeelsleden als hoofd van een weten-

schappelijke dienst of als hoofd van een we-

tenschappelijk programma de bestaande or-

ganigrammen zal doorkruisen en aanleiding

geeft voor hiërarchisch conflict.

ACV-Openbare Diensten vindt het ook zeer

vreemd dat de beroepsmogelijkheid tegen

een beslissing van de directieraad inzake de

selectie voor de functie van hoofd van een

wetenschappelijke dienst of hoofd van een

wetenschappelijk programma wordt uitge-

sloten.

100%). De statutaire wetenschapper volgt

normaal een individueel loopbaanpad van

SW1 naar SW4 volgens ervaring en weten-

schappelijke prestaties. Doch in principe zul-

len slechts zéér weinigen doorstromen tot

SW4, omdat hiervoor onder meer internatio-

nale erkenning en werkelijk uitzonderlijke we-

tenschappelijke prestaties vereist zijn. In dat

opzicht zou de functie van operationeel direc-

teur voor sommigen een shortcut kunnen zijn

naar SW4 (of band 3). Maar als er daarnaast

nog ruimte (lees budget) moet worden vrijge-

houden voor de nieuwe functies van “hoofd

van een wetenschappelijke dienst” of “hoofd

van een wetenschappelijk programma”, dan

wordt het budgettaire plaatje wel erg moeilijk

in te vullen. Deze beide nieuwe functies zijn

weliswaar facultatief en aan voorwaarden ge-

bonden en tijdelijk (met mandaten van maxi-

maal zes jaar. Maar voor een wetenschapper

lijkt het misschien aantrekkelijker om hoofd

te worden, met premie van 5000 (of 8000 €)

per jaar, dan om een operationeel directeur-

schap te ambiëren. Hoe groot zal het enthou-

siasme van ervaren onderzoekers zijn om hun

statutaire functie in te ruilen voor een ‘tijdelijk

operationeel directeur’?

Vermoedelijk zal men buiten de FWI’s op zoek

(moeten) gaan naar operationele directeurs,

en dat is uiteraard geen besparing.

Operationeel directeurs, onderzoeksleiders

en mogelijk daarbovenop nog hoofden

van wetenschappelijke diensten en/of pro-

gramma’s, het klinkt mooi, op voorwaarde

dat er voldoende geld is. En daar knelt het

schoentje: momenteel is er geen begrotings-

ruimte, zo heeft de minister al laten verstaan.

Er moet dus bespaard worden. De functie

van ‘onderzoeksleider’ (SW4) zonder meer

schrappen zou het nieuwe statuut van het

wetenschappelijk personeel meteen onder-

graven. Maar waar in het oude statuut de

graad van geaggregeerd werkleider absoluut

niet onhaalbaar was, zal de carrière voortaan

voor velen eindigen in SW2 (maar niet meer

automatisch), voor enkelen in SW3 (met naar

verhouding veel meer inspanning dankzij de

matrix), en zal SW4 feitelijk voor de meesten

Johan Talpe° 22/09/1953 – † 30/08/2011

Dinsdag 30 augustus is Johan Talpe on-

verwacht overleden.

Ondanks zijn ziekte had Johan nog plan-

nen om in september zijn werkzaamhe-

den te hervatten. Dat typeerde Johan.

Als vrijgestelde voor ACV-Openbare

Diensten maakte hij van zijn werk een

erezaak. Hij dwong respect af door zijn

werklust en doorzettingsvermogen

waarbij hij steeds oog had voor de mens

achter elke vraag of probleem.

Als eerste vrijgestelde militant van Fi-

nanciën vond hij als het ware zijn eigen

functie uit. Hij nam dan ook heel wat

initiatieven ondermeer op het vlak van

het informeren van leden en militanten.

Daarnaast was hij ook actief op vlak van

de federale overheid en in het gewest.

Daar was hij een deskundig voorzitter of

een uiterst acurate verslaggever.

Maar we verliezen met Johan vooral een

goede en loyale vriend, een compagnon

de route die ook kon genieten van het

leven. Hij was niet alleen een gepassio-

neerde liefhebber van klassieke muziek,

kunst en cultuur maar ook van een goed

glas wijn.

Johan, bedankt voor al je inzet, vriend-

schap en warmte. We zullen je missen.

Namens ACV-Openbare Diensten Finan-

ciën bieden wij zijn echtgenote en kin-

deren onze oprechte deelneming aan.

Marc Nijs

Secretaris

Page 17: Nieuwe Tijd - september 2011

bijzondere korpsen 17

Vrijwillige opschorting van de prestaties van bepaalde militairen OpengeSteLDe pLAAtSen 2012 Walter Van den Broeckop 25 juli 2011 werd het aantal opengestelde plaatsen voor de vrijwillige opschorting van de prestaties van bepaalde militairen voor het jaar 2012 ge-publiceerd in het belgisch staatsblad.

koninklijk besluit tot wijziging van artikel 36, eerste lid, 11°, van de wet van 22 december 2008 houdende diverse bepalingen.

Militairen die niet tot de doelgroep behoren! nieuwe lijst van functies waarvoor een specifiek en zeldzaam competentieniveau is vereist:

vrijwillige opschorting van de prestatiesopengestelde plaatsen voor het kalenderjaar 20121 In toepassing van artikel 37, §1, van de

wet van 22 december 2008 houdende di-

verse bepalingen, wordt voor het kalen-

derjaar 2012 het aantal militairen vastge-

legd dat een vrijwillige opschorting van

de prestaties kan verkrijgen.

2 Indienen van de aanvragen

De indiening van de aanvragen is moge-

lijk vanaf de publicatie van dit bericht.

3 Opengestelde plaatsenOp 11 juli 2011 werd een koninklijk besluit gepubliceerd die de doelgroep die van bovenstaan-

de maatregel kan genieten beperkt.

Personeelscategorie PersoneelsondercategorieOpengestelde plaatsen voor het kalenderjaar 2012

OfficierenOpper- en hoofdofficieren 22

Lagere officieren 8

Onderofficieren 300

Vrijwilligers 420

a Officier geneesheer

b officier Apotheker;

c officier Tandarts;

d officier Air Traffic Control;

e officier Air Defense Control;

f officier Piloot;

g technisch officier van de Marinecomponent;

h

officier Preventieadviseur die, op de datum waarop zijn vrijwillige opschorting van de pres-taties ingaat, zich in een rendementsperiode bevindt overeenkomstig artikel 3 van de wet van 16 maart 2000 betreffende het ontslag van bepaalde militairen en de verbreking van de dienstneming of wederdienstneming van bepaalde kandidaat militairen, de vaststelling van de rendementsperiode en het terugvorderen door de Staat van een deel van de door de Staat gedragen kosten voor de vorming en van een gedeelte van de tijdens de vorming genoten wedden;

iofficier Milieuadviseur die, op de datum waarop zijn vrijwillige opschorting van de prestaties ingaat, zich in een rendementsperiode bevindt overeenkomstig artikel 3 van voormelde wet van 16 maart 2000;

jonderofficier Preventieadviseur die, op de datum waarop zijn vrijwillige opschorting van de prestaties ingaat, zich in een rendementsperiode bevindt overeenkomstig artikel 3 van voormelde wet van 16 maart 2000;

konderofficier Milieuadviseur die, op de datum waarop zijn vrijwillige opschorting van de prestaties ingaat, zich in een rendementsperiode bevindt overeenkomstig artikel 3 van voormelde wet van 16 maart 2000;

l onderofficier Meteo;

m onderofficier Air Defense;

n onderofficier Air Traffic Control;

o onderofficier Flight Engineer;

p onderofficier Loadmaster Steward;

q onderofficier Sensor operator - Joint Sp Heli - NATO Fregat Helicopter;

r onderofficier Flight Simulator;

s onderofficier Air Mission Support;

t onderofficier Fire Rescue Team;

u onderofficier Avionics;

v onderofficier Bewapening - Combat Avn;

w onderofficier BREVNAV;

x onderofficier Technische dienst - Voortstuwing en platformsystemen MCMV/BSL;

y onderofficier Technische dienst - Voortstuwing en platformsystemen FF;

z onderofficier Technische dienst – Energiesystemen MCMV/BSL;

aa onderofficier Technische dienst – Energiesystemen FF;

ab onderofficier Wapentechnische dienst - Weapons 1;

ac onderofficier Wapentechnische dienst - Weapons 2;

ad onderofficier Wapentechnische dienst - KSS/EOV FF;

ae onderofficier Wapentechnische dienst - WDS MCMV/BSL;

Page 18: Nieuwe Tijd - september 2011

bijzondere korpsen

18

as) onderofficier Tech ElekMec - ElekMec Vtg;

at) onderofficier Tech ElekMec - ElekMec Sp Sys;

au) onderofficier Tech Weaponsystems – Optronics/Electronics

av) onderofficier Tech Weaponsystems - Weapons & Optics;

aw) onderofficier Tech Mat – Lasser;

ax) onderofficier Tech Mat - Tech metaalbewerker;

ay) onderofficier Tech Mat – Plaatslager;

az) onderofficier Tech Mat – Schilder;

ba) onderofficier Kok;

bb) onderofficier Tech CIS - Application builder;

bc) onderofficier Tech CIS - Service Provider;

bd) onderofficier Tech Mission CIS;”.

af) onderofficier Wapentechnische dienst - OB/NAU & COMM FF;

ag) onderofficier Wapentechnische dienst - COMM FF;

ah) onderofficier Wapentechnische dienst - Radar FF;

ai) onderofficier Ziekenhuisverpleegkundige;

aj) onderofficier Medisch laboratorium technoloog;

ak) onderofficier Expert in biomedische technieken;

al) onderofficier Expert in medische beeldvorming;

am) onderofficier Explosive Ordnance Disposal;

an) onderofficier Munitievernieuwer;

ao) onderofficier Genie - Meestergast ElecMec Infra;

ap) onderofficier Infra - Meestergast ElecMec Infra;

aq) onderofficier Genie - Meestergast gebouwen;

ar) onderofficier Infra - Meestergast gebouwen; ACV Openbare diensten heeft zich verzet tegen deze aanpassing.

uittreksel uit het protocol van het onderhandelingscomitébetreffende bovenstaande uitbreiding:

ACV Openbare Diensten gaat niet akkoord

met het ontwerp van koninklijk besluit tot

wijziging van artikel 36, eerste lid, 11°, van

de wet van 22 december 2008 houdende

diverse bepalingen. (Conego N-314)

De nieuwe lijst met specifieke en zeldzame

competentieprofielen die de overheid wil

implementeren in de wet zijn functies waar-

voor momenteel volgens de info verkregen

van de overheid al een tekort aan personeel

bestaat of waar in de toekomst een tekort

wordt verwacht.

In de lijst die de overheid ons overmaakte

met het potentieel aan mogelijke VOP-

kandidaten staan heel wat personeelsleden

vermeld die in 2012 de leeftijd van 54, 55 en

56 jaar zullen bereiken. Door de lijst met kri-

tische functies uit te breiden wordt beleids-

halve het probleem van vervanging voor

zich uitgeschoven. Namelijk, deze militairen

zullen hoe dan ook binnen 1,2,3, … jaren het

departement verlaten. Kennis hebbende van

de huidige situatie moet de overheid voor-

zien in een snelle opleiding en vervanging

van betrokken personeelsleden in plaats van

betrokken categorieën te beteugelen.

belangrijke mededeling voor de militairen die nieT tot de doelgroep behorenDe militair die een functie vervult die voor-

komt in bovenvermelde lijst kan evenwel aan

de directeur-generaal Human Resources de

toelating vragen om deel uit te maken van de

doelgroep. Elke weigering kan het voorwerp

uitmaken van een beroep bij de Minister van

Landsverdediging.

(Ref: Wet van 22 december 2008 – Titel 7. –

Landsverdediging – Hoofdstuk 4 – Bepalin-

gen betreffende de vrijwillige opschorting

van de prestaties van bepaalde militairen –

Art.36. (de alinea na het punt 12°))

de acvpolitie-website kun je per e-mail sturen

naar [email protected].

Momenteel bevat de site buiten algemene

info een nieuwspagina en een blog. De pa-

gina met links heeft als doel bestaande info

meer kenbaar te maken. Wat reeds bestaat

hoeven we immers niet opnieuw uit te vin-

den.

Op de contactpagina van de site kan je je in-

schrijven op de nieuwsbrief.

Het nieuw werkjaar start ACV Politie met een

nieuwe website www.acvpolitie.be. De site is

aanvullend op deze van ACV en ACV-Open-

bare Diensten. Het is gestart als een ‘groen

project’ van en voor ACV Openbare Diensten

ten behoeve van militanten en leden Politie

en is gebaseerd op open innovatie. Wakker

worden is de boodschap...

Het project start kleinschalig en wordt stelsel-

matig ontwikkeld waarbij we ons open stel-

len voor ideeën en suggesties van militanten

en leden. We kijken tevens over het muurtje

naar diverse contacten en partners in de bui-

tenwereld. Hun suggesties zullen worden ver-

werkt door een redactieraad die garant moet

staan voor de kwaliteit en de usability.

Opmerkingen en ideeën over de inhoud van

Site ACV politie Jan Adam

Page 19: Nieuwe Tijd - september 2011

bijzondere korpsen 19

Veiligheid Ilse Heylen

kerntaak van de overheid, en nog minder oog voor de militairen die al tientallen jaren loyaal ondergaan.Het is dan op zijn minst verontrustend wan-neer we lezen dat bij uitstek de arbeidsinspec-tie melding maakt van stijgende cijfers van het aantal zelfdodingen in defensie. Wat dit nog meer bijzonder maakt is dat psychosociale as-pecten, zowel in het kader van buitenlandse zendingen als in het ‘day to day life’ alsnog ma-terie zijn van het welzijnsoverleg. Blijk van gebrek aan daadkracht? Alleszins ook vanuit diezelfde arbeidsinspectie. Immers in dit welzijnsoverleg mochten wij de arbeidsin-spectie nog niet horen over dit thema, noch hebben wij enige kennis van een of andere audit, want dat is wat zij doen, die aanmaant tot aandacht voor deze problematiek. Al jaren is de echte erkenning van de arbeidsinspectie van defensie een pleidooi van ACV Openbare diensten. We blijven op de zere plek duwen. Tijd dat ze echt een plaats in het rijtje krijgen, zodat naast de audits ook verantwoordelijk-heid kan worden opgenomen. Naast dat, zal ACV-Openbare Diensten nog maar eens aan-dringen op de psychosociale aspecten, met aandacht voor de verontrustende cijfers

brandweerKlaarblijkelijk amper 2% van de bevolking heeft aandacht voor brandpreventie in huis en dat is te weinig zegt de overheid. Een terechte bezorgdheid na een blik op de echte toestand van onze hulpdiensten… .Uiteraard zien we steeds de onvoorwaardelijke hulpvaardigheid van onze brandweerdiensten wanneer er iets gebeurt. Denk maar aan de treinramp van Buizingen, de explosie in Luik, de inzet op Pukkelpop en nog vele andere ge-beurtenissenSteeds weer krijgen we meer dan 100% inzet van deze mensen en worden ze, uiteraard, ge-loofd voor hun diensten. Meer dan verdiend, Hoedje af.

Maar achter deze inzet zit een andere werke-lijkheid, een van geluk? Of een van vroeg of laat… ? Steeds meer brandweerkorpsen krijgen im-mers te maken met de gevolgen van het ge-brek aan vooruitgang in de hervorming. En welke hervorming dan? Immers amper vier jaar geleden, in 2007 bestond het ambitieuze plan nog om het geheel federaal aan te stu-ren, wat later wegens budgetaire reden via een mislukt stappenplan verviel tot prezonale indeling met wat willekeur ingevulde overeen-komsten beloond met nog wat overgebleven federaal geld. Vier jaar later kondigen nota’s van preformateurs, bemiddelaars en forma-teurs alweer een regionalisering aan.De praktijk van de werkvloer wordt zowaar kunst en vliegwerk om de schijn van goede dienstverlening kost wat kost hoog te houden. Zo kampen tal van korpsen met een gebrek aan personeel waardoor overuren systema-tisch worden opgebouwd. Het wordt ook steeds moeilijker om vrijwilli-gers ter beschikking te hebben,Er zijn zelfs ge-vallen waar niet meer kan worden voldaan aan de snelste adequate hulp al dan niet tijdens bepaalde uren. Er zijn ook korpsen waar er steeds onvol-doende bemanning is bij een eerste uitruk en waar steeds onmiddellijk een bijkomend korps moet worden bijgevraagd. Sommige gevallen haalden door deze schrij-nende situaties zelfs het nieuws, zoals Heren-tals in het late voorjaar, waar men niet kon uitrukken voor een brand wegens te weinig manschappen en waarbij ze hebben moeten rekenen op Grobbendonk om de klus te klaren en ook Lennik moest in maart forfait geven wegens geen bemanning voor ziekenwagens en moest hiervoor rekenen op Halle.Aandacht voor brandpreventie is meer dan terecht, zelfs een noodzaak. Maar evenzo de aandacht voor de veiligheidsdienst die naast het voorkomen ook ‘geneest’, want deze veilig-heidsdiensten zijn bij uitstek kerntaak van de overheid. Geen enkele burger die verwacht dat bij brand de brandweer verstek laat, toch?Slechts 2% van de bevolking heeft aandacht voor brandpreventie in huis, en dit is, met bo-venstaand gegeven, huiveringwekkend wei-nig… .

in defensieEen buitenlandse zending is alles behalve evi-dent. Het is een leven dat vaak op adrenaline draait, een heel ander ritme met weinig rust, in een andere vaak ronduit gevaarlijke en veel minder comfortabele omgeving en lang weg van familie en vrienden. Ook voor deze laats-ten verandert er heel wat tijdens de zending. Ze moeten het een tijdje zien te rooien zonder jou.Niet te onderschatten wanneer bijvoorbeeld je vrouw zwanger is, of wanneer je kind net in die periode zijn eerste schooldag zal meemaken. Als ACV Openbare Diensten hebben we dan steeds gehamerd op een goede omkadering met preventieve zorg, aandacht tijdens de mis-sie en de juiste nazorg. We doen dit trouwens nog steeds. We lezen thans in de komkommertijd dat een onderzoek in Nederland uitwijst dat een herstelperiode van een jaar op het thuisfront absoluut nodig is om de opgedane indrukken (lees: stress) te kunnen verwerken. Onze aandacht is dus zeer terecht en we zullen er op blijven hameren. Maar ook tijdens day to day life zoals men dat in defensie poogt te noemen in de welzijnske-ten, of gewoon, in het dagdagelijkse werk als militair, wordt het minder en minder evident en brengt het werk de nodige belasting met zich mee, zoals bij trouwens elke werknemer. Wellicht daarom dat men spreekt over de psy-chosociale belasting op het werk in het zeven-de domein van de welzijnswetgeving. Ook daar willen wij als ACV Openbare Dien-sten aandachtig voor zijn bij defensie. Immers tientallen jaren is defensie quasi non stop in hervorming, herstructureringen met als rode draad rationalisatie, lees besparing. Dit eist natuurlijk zijn tol: langere afstanden in woon-werk verkeer wegens het sluiten van ka-zernes, multifunctionaliteit wordt vereist om-dat het werk met steeds minder mensen moet gebeuren en door het feit dat ervaring ver-dwijnt en specialisatie niet meer kan worden ingevuld, en ook, de vereiste creativiteit omdat steeds minder materiaal beschikbaar blijkt. Zelfs mensen met hoge functies, zoals de ver-antwoordelijke Human Resources en de CHOD pleiten voor de hoognodige stabiliteit, die defensie helaas wellicht niet gegund wordt. Defensie blijkt eens te meer de makkelijke be-sparingspost, zonder ook maar enig oog voor die belangrijke dienstverlening van een veilige omgeving voor de welvaartstaat, toch wel een

Onze aandacht is dus zeer terecht en

we zullen er op blijven hameren.

Page 20: Nieuwe Tijd - september 2011

vervoer

20

Het is Vlaams Minister van Mobiliteit Hilde

Crevits die voor wat de Vlaamse vervoermaat-

schappij betreft de doorbraak forceert en

resoluut inzet – met bijkomende financiële

middelen - op het ReTiBo-project, mede inge-

geven door het feit dat het huidige prodata

systeem verouderd is, niet meer aangepast

aan de noden van vandaag en ook handenvol

geld kost.

De Minister wil dat De Lijn over bijkomende

en meer accurate gegevens beschikt over

aantallen reizigers – ligt ook zeer gevoelig in

het Vlaams Parlement -, over het reizigerspro-

fiel en, -gedrag en over de vervoerstromen.

Deze kennis moet De Lijn in staat stellen om

beter in te spelen op de behoeften van de

reiziger (informatie bv.), op de noden van de

exploitatie (beheer voertuigenpark bv.) en

dergelijke. Ook de chauffeur wordt hierdoor

in zekere zin ontlast ( o.a. de controle van de

reiziger). Hij kan zich in de toekomst vooral

concentreren op zijn kerntaak: het snel en vei-

lig vervoeren van de reiziger en het onthaal

van de reiziger.

Tot op vandaag is dit project voor de reiziger

en de personeelsleden van De Lijn nog veel

bla bla en weinig boem boem. Toch wordt er

achter en voor de schermen hard gewerkt aan

het uitrollen van het project. Het is inderdaad

zo dat door de toewijzing van het contract

aan de tijdelijke vereniging van ‘Prodata’ en

‘Fabricom’ er nu echt geen weg meer terug

is. Tegen eind volgend jaar start het proef-

project in de entiteit Vlaams-Brabant. Ook

de privé-exploitanten doen mee! Tegen 2013

moeten àlle trams en bussen uitgerust zijn

Na de overheveling van de bevoegdheden

inzake Openbaar vervoer ( wet op de hervor-

ming van de instellingen van 1988) komen de

toenmalige Ministers van Mobiliteit ( de Fede-

rale en de drie Gewestelijke Ministers) in 2006

(!) tot de vaststelling dat de klanten, de reizi-

gers van het Openbaar vervoer nood hebben

aan een eenvoudig en op elkaar afgestemd

vervoersbewijs en dito tarieven.

Reizigers houden nu eenmaal geen rekening

met institutionele grenzen, maar wensen zich

op de meest snelle en comfortabele manier

te verplaatsen zonder te veel administratieve

belemmeringen en andere poespas.

De bevoegde Ministers spreken af om op

termijn te evolueren naar één ticket voor alle

openbaar vervoersbedrijven in België. Het

vervoersbewijs moet de vorm aannemen van

chip- of MOBIB-kaart. Het hoofddoel is de

drempel tot het Openbaar vervoer te verla-

gen. Met andere woorden: de invoering van

het interoperabel ticket ( de fameuze MOBIB-

kaart) moet het mogelijk maken dat reizigers

met eenzelfde vervoerbewijs op de verschil-

lende netten kunnen reizen.

Het elektronisch ticket biedt de openbaar ver-

voersmaatschappijen ook de mogelijkheid

om aanvullende mobiliteitsdiensten aan de

reiziger te verlenen of desgevallend andere

diensten aan te bieden.

De Brusselse vervoermaatschappij startte in

2008 als eerste met de studie en later met de

effectieve invoering van de MOBIB-kaart. Zo-

wel de Spoorwegen als de andere OV-maat-

schappijen volgen wat later.

naar één ticket voor openbaar vervoer! Jan Coolbrandt

Openbaar vervoer:

Het registratie, ticketing en bOordcoputer - project ( retibo) krijgt stilaan vorm.

Deze kennis moet De Lijn in staat stellen

om beter in te spelen op de behoeften van

de reiziger…

Page 21: Nieuwe Tijd - september 2011

vervoer 21

andere manier te maken krijgen met dit pro-

ject. Het zal onze manier van denken ( analyse

van gegevens) en van werken (lijnvoering,

netmanagement, onderhoud wagenpark, in-

formatie naar de reiziger en de chauffeur, e.d.)

grondig veranderen! Met andere woorden

het is heel ingrijpend en allesomvattend. Het

is dus een heel ambitieus kostelijk project dat

best niet mislukt.

Wij kunnen alleen maar hopen dat met derge-

lijke investering de reiziger, de gebruiker van

het Openbaar vervoer echt de 21ste eeuw in-

stapt en dat De Lijn als bedrijf, als organisatie

hiervan ook de vruchten kan plukken.

Wij hopen dat de financiële middelen die er

tegen aan gegooid worden op termijn ook

nuttig blijken te zijn geïnvesteerd en dat er

voldoende middelen ter beschikking zijn ge-

steld (opmaak begroting) en nog zullen wor-

den gesteld door de Vlaamse overheid.

Wij willen dit project dus alle krediet geven!

Wij zullen het beoordelen op zijn resultaten!

met kaartlezers en boordcomputers en tegen

2014 is het nieuwe systeem volledig operati-

oneel. Eind augustus werd het project aan de

pers en dus de publieke opinie voorgesteld.

Wij beseffen dat bij een dergelijk project alle

departementen van het bedrijf betroken zijn.

Alle geledingen worden geappelleerd. De

meerderheid van het personeel zal op een of

Ook de privé-exploitanten

doen mee!

Page 22: Nieuwe Tijd - september 2011

afspraken die gelden voor het bij-zonder geregeld vervoer

Op 6 juli jl. werd een protocolakkoord afge-

sloten met de werkgevers die het bijzonder

vervoer verzekeren. Het betreft de verhoging

met 0,3% van de uurlonen op 1 januari 2012.

Ook deze afspraken werden op 15 september

in een CAO ‘gegoten’.

afspraken die gelden voor de auto-cardienstenTijdens de vakantieperiode werd een proto-

colakkoord afgesloten met de werkgevers

over de verhoging van de gewaarborgde

dagbezoldiging (in functie van de diensttijd)

met 0,3% en dit vanaf 1 januari 2012. Op 15

september werd dit bij CAO in het paritair co-

mité bekrachtigd.

Meteen zijn voor de drie sectoren de defini-

tieve afspraken gemaakt!

vervoer

22

afspraken die gelden voor de vlaamse openbare autobusdienstenInzake de koopkracht wordt de CAO 2011-

2012 van De Lijn integraal en op hetzelfde

tijdstip toegepast op de werknemers van de

Vlaamse exploitanten. Concreet betreft het:

a De toepassing van de loonsverhoging

van 0,3% op 1 januari 2012;

b De aanpassing van de modaliteiten ‘fiets-

vergoeding’ vanaf 1 juli 2011,

c De verhoging van de zaterdagpremie

van 15% naar 25% in twee stappen. Op

1.1.2012 zal de zaterdagpremie 22,5% be-

dragen. Vanaf 1 juli 2012 bedraagt deze

premie 25%.

d De aanpassing van de vergoeding ‘ge-

splitste diensten’ op 1 januari 2012. De

vergoeding wordt van 1,83 euro opge-

trokken naar 2,71 euro.

In het paritair comité van 15.09 werden deze

afspraken via CAO bekrachtigd.

Tijdens de vakantieperiode werden nog een

aantal afspraken gemaakt.

Daarom zetten we alles nog eens op een rijtje

afspraken die gelden voor gansde sector (de vroegere 140.01,02 en 03)• Behoud van het brugpensioen (verlen-

ging van de CAO)

• Bijkomende werkgeversbijdrage ‘pensi-

oenplan’

• Afspraken rond de werkzekerheid binnen

de sector

Deze afspraken worden in september gefor-

maliseerd. Hierover worden in september

CAO’s over afgesloten.

nieuwe CAO-afspraken voor de sector ‘Autobus-Autocar’

absolute noodzaak om personenmobiliteit

in de toekomst te verzekeren. Het succes van

bus, tram en metro hangt voor een groot stuk

af van de snelheid en de stiptheid. Het is dus

zeer belangrijk dat er gewerkt wordt aan een

betere doorstroming van dit collectief ver-

voer.

ACV Openbare Diensten verwacht bovendien

goede loon- en arbeidsvoorwaarden voor het

personeel in de sector. Dit komt door bespa-

ringen steeds meer onder druk.

Vandaag worden trajecten bijvoorbeeld al

te vaak te krap berekend, zonder rekening

te houden met oponthoud in het verkeer.

Chauffeurs krijgen het steeds moeilijker de rij-

tijden te respecteren waardoor de rusttijden

onder druk komen of zelfs helemaal verdwij-

nen. Dit is een gevaarlijke evolutie.

Intelligente mobiliteitsingrepen en voldoen-

de personeel en middelen in alle afdelingen

zijn dus een voorwaarde om de kwaliteit en

de lange termijntoekomst van onze openbare

vervoersmaatschappijen, zowel als de alge-

mene mobiliteit veilig te stellen. Nog meer

efficiëntiewinsten halen bij het huidige per-

soneel, is een illusie.

Bezoek www.acvdelijn.be en

www.acvbuscar.be voor meer informatie.

ACV Openbare Diensten bedankt op 16 sep-

tember het personeel in het openbaar ver-

voer. Dit net als vorig jaar tijdens de Europese

mobiliteitsweek.

Wij bezorgen de personeelsleden (zowel

chauffeurs, werknemers in de technische

diensten als de bedienden) die dag een heer-

lijke praline. De grote groep werknemers bij

de privé-exploitanten wordt uiteraard niet

over het hoofd gezien.

Sensibiliserende acties worden gehouden op

openbare vervoersknooppunten in Vlaande-

ren en Brussel.

Wij pleiten hierbij voor kwaliteitsvol open-

baar vervoer (met tevreden personeel) als

bedankt!

Page 23: Nieuwe Tijd - september 2011

23

pensioenleeftijd mag niet

verhoogd worden

heid bestaat tussen sociale groepen voor wat

betreft gezondheid en levensverwachting. De

FOD Volksgezondheid stelde vorig jaar onder-

meer vast dat iemand zonder diploma gemid-

deld 7,5 jaar vroeger sterft dan iemand met een

diploma en dat de levensverwachting van de

eerste groep stagneert of zelfs daalt. Als men

consequent is moet men dan dus ook een kop-

peling van de wettelijke pensioenleeftijd met

die realiteit voorzien.

Daarenboven kan men nog een stap verder

gaan. De vraag kan gesteld worden of niet meer

rekening gehouden moet worden met indivi-

duele verschillen in gezondheid en levensver-

wachting. Zo’n antwoord wordt gedeeltelijk

geboden door het overheidpensioen wegens li-

chamelijke ongeschiktheid. Het stelsel vertoont

vele hiaten, maar minstens de idee dat wie door

ziekte of ongeval nooit meer zal kunnen wer-

ken, een gunst verdient in het pensioenstelsel

dient misschien ruimere ingang te vinden.

Werken tot 70?Een ander ‘populair’ pleidooi is om de pensi-

oenleeftijd te verhogen tot 67 jaar. Inspiratie

voor dit voorstel is te vinden bij onze buurlan-

den. Denktank Itinera lanceerde het voorstel

om het voltijds pensioen pas te laten ingaan

vanaf 70 jaar. Itinera meent hiermee de vergrij-

zingskost grotendeels weg te kunnen werken.

Mensen zouden langer bijdragen en er zouden

minder pensioenen moeten betaald worden.

Gelukkig lopen maar weinig mensen warm

voor het idee om te werken tot 70. Het is ook

helemaal niet nodig om de wettelijke pensi-

oenleeftijd te verhogen, zegt ook de Studie-

commissie voor de vergrijzing.

Bovendien blijkt dat de gemiddelde reële pen-

sioenleeftijd in de overheidssector nu al ligt

rond 61 jaar. Het aandeel personeelsleden dat

na 60 blijft werken wordt groter, en van de per-

sonen die voor 60 uittreden is dat voor de helft

omwille van medische redenen.

Voor ACV-Openbare Diensten is het duidelijk:

men moet afblijven van de wettelijke pen-

sioenleeftijd en werken aan noodzakelijke

kwalitatieve maatregelen: het creëren van jobs

die uitnodigen tot langer werken, een motive-

rend arbeidsklimaat voor oudere werknemers,

investeringen in ouderen, herintegratie van

oudere werknemers, enzovoort. In plaats van

een debat over cijfers en leeftijd zou het de-

bat beter wat meer gaan over die kwalitatieve

maatregelen.

de argumentenDe mantra over het langer werken kent intus-

sen vele varianten. De logica achter alle voor-

stellen is meestal vrij simpel: langer werken

betekent meer bijdragen uit arbeid en minder

uitgaven voor pensioenen. Daarbij gaat men er

gemakshalve van uit dat oudere werknemers

aan de slag kunnen blijven. Helaas kunnen

we er vandaag niet van uit gaan dat dit auto-

matisch het geval zal zijn. Tal van flankerende

maatregelen zijn dan ook nodig en voorwaar-

den moeten vervuld zijn om te vermijden dat

langer werken resulteert in een stijgend aantal

oudere werklozen of langdurig zieken.

Vandaag staan tegenover één gepensioneerde

vier actieven. In 2030 zal die verhouding wij-

zigen naar een gepensioneerde tegenover

minder dan drie actieven. De studiecommissie

voor de vergrijzing becijferde dat de jaarlijkse

uitgaven in de sociale zekerheid zullen stijgen

met zo’n 15% tegen 2030. Daarbij houdt de

commissie er reeds rekening mee dat we tegen

dan met z’n allen gemiddeld één jaar later op

pensioen zouden gaan. Indien we er in zouden

slagen om daar nog een jaar bij te doen zou de

jaarlijkse ‘meerkost’ van de vergrijzing voor de

sociale zekerheid reeds met 1/3 verminderen

en dus blijven steken op goed 10% tegen 2030.

koppelen aan de levensverwachting?De pensioenleeftijd bepaalt het tijdstip waarop

iedereen, ongeacht de duur van de loopbaan,

met pensioen kan. Vanuit Europese hoek werd

herhaaldelijk voorgesteld om de pensioenleef-

tijd te koppelen aan de levensverwachting.

Naar verwachting zal die tot 2060 elk decen-

nium met 1 jaar toenemen. Het probleem daar-

bij is dat er een grote en stijgende ongelijk-

Joris Lermyttelanger werken wordt naar voor geschoven als het recept voor de sanering van de openbare financiën en het in de hand houden van de kosten van de vergrijzing. de voorstellen die gelanceerd worden variëren van het verho-gen van de activiteitsgraad tijdens het laatste decennium voor de wettelijke pensioenleeftijd tot het verhogen van de pensioenleeftijd tot maar liefst 70 jaar: wie biedt meer?

De pensioenleeftijd

wie biedt meer?

pensioenen

Page 24: Nieuwe Tijd - september 2011

WORD JIJ HET NIEUWE

GEZICHT VAN DE OPENBARE

DIENSTEN?

Plaats je foto op acvgraaggedaan.be enWIN EEN WEEKENDJE VOOR TWEEDe werknemers in de openbare diensten realiseren heel wat. En omdat niet iedereen dat beseft, voert het ACV al een tijd campagne voor die duizenden mensen. Wil jij meedoen en ook een gezicht van de nieuwe campagne worden? Plaats je foto dan op acvgraaggedaan.be, en begin stemmen te ronselen. De winnaars verdienen eeuwige roem – en een weekend voor 2.

advertentie_ACVnajaar2011_A4_DEF.indd 1 9/09/11 16:35