Nieuwe Tijd - januari 2014

24
nieuwe tijd magazine voor openbare diensten maandblad van ACV-Openbare Diensten – januari 2014 v.u.: L. Hamelinck, Helihavenlaan 21, 1000 Brussel Statuut brandweer: bijna, maar nog niet helemaal Staking bij Rechterlijke Orde

description

Het ledenblad van ACV-Openbare Diensten

Transcript of Nieuwe Tijd - januari 2014

Page 1: Nieuwe Tijd - januari 2014

nieuwetijdmagazine voor openbare diensten

maandblad van ACV-Openbare Diensten – januar i 2014v.u.: L. Hamelinck, Helihavenlaan 21, 1000 Brussel

Statuut brandweer: bijna, maar nog niet helemaal

Staking bij Rechterlijke Orde

Page 2: Nieuwe Tijd - januari 2014

In dit nummer

2

COLOFON Redactie Luc Hamelinck | Amélie Janssens | Chris Herreman | Joris Lermytte | Thomas Vael | Ilse Heylen | Marc Saenen | Frédéric De Gelissen | Jan MortierEindredactie Amélie Janssens | Luc HamelinckVormgeving Gevaert Graphics Druk Corelio Printing | www.corelio.be

20

21

21

22

22

22

03

04

19

16

1407

09

10

11

12

13

140904

FEDERalE oVERhEiDVlaaMSE oVERhEiD

VervoerSector vervoer staat stil bij toekomstige uitdagingen

MIVB: op de valreep een sociaal akkoord!

De Lijn staat nog maar eens voor een heel cruciaal jaar!

Sancties tegen onze chauffeurs: ook de werkgevers moeten de spelregels volgen!

Uitbetaling vakbondspremie MIVB 2013

Uitbetaling vakbondspremie De Lijn 2013

Autonoom gemeentebedrijf dienstenbedrijf Ninove terug naar de stad

Minder personeel, minder betaald, grotere flexibiliteit en werkdruk !?

FederaalVrijdag 13 december: een zwarte dag voor het gerechtspersoneel

Een klokkenluidersregelingvoor de personeelsleden van de federale overheid

Bijzondere korpsenBrandweer: bijna, maar nog niet helemaal

edito Gelukkig nieuwjaar!

focus Marc Morris Van Secretaris-Generaal tot eerste schepen

zorg Zorgkundigen versus verzorgenden in openbare woonzorgcentra ?

Vlaamse overheid Plantentuin Meise na 10 jaar uiteindelijk een Vlaams agentschap

CAO IV Hoger onderwijs

Lokale en Regionale besturen Vakbondswerk in tijden van besparingen

FocuS

Page 3: Nieuwe Tijd - januari 2014

edito 3

Gelukkig nieuwjaar!

Januari is nieuwjaarsmaand. Gelukkig nieuwjaar wensen we elkaar dan toe. Een goede gezondheid en voorspoed op persoonlijk vlak, voor uw familie en op het werk. En dat is ook gemeend.

Dit jaar kreeg ik een kaartje (met een afbeelding van een kunstwerk van Paul Delvaux) van een lid dat me goede moed toewenste, want, zo voegde hij eraan toe, ‘de overheidsdiensten zitten in de hoek waar de klappen vallen’. Dit is uiteraard juist gezien. De afgelopen maanden hadden we voortdurend te maken met beslissingen tot vermindering van personeel, met besparingen, afstoting van activiteiten,… kortom weinig opbeurend nieuws. We hopen dat de komende maanden die negatieve berichtenstroom wat afneemt. De meeste besturen hebben nu hun begrotingen uitgewerkt en zouden normaal dus minder nieuwe besparin-gen moeten beslissen. Wat economische groei kan daarbij helpen.

De openbare sector zit wellicht nog wel een flinke poos in die hoek waar de klappen val-len. Het volstaat gewoon aandachtig te volgen welke posities politieke partijen innemen. Meestal komt het erop neer dat de overheid moet worden ‘ontvet’ ten voordele van de ‘echte’ economie. Alsof de openbare sector een blok aan ons economisch been zou zijn. Men lijkt vergeten dat precies de overheid is moeten tussenkomen als engelbewaarder om de eco-nomie van meer onheil te behoeden.

De komende maanden zal ACV-Openbare Dien-sten behoorlijk wat inspanningen leveren om het negatieve beeld dat men gemakkelijk ophangt tegenover openbare diensten, om te keren. Ge-makkelijk wordt dit niet. Maar we verwachten van politici voor de verkiezingen wel klare taal over de op-ties die ze willen nemen tegenover de openbare sector, te-genover het overheidspersoneel, de vrijwaring van het statuut, de manier van omgaan met contractuelen, hoe ze evoluties rond arbeid en gezin zien, de aanpak tegenover de pensioenen,… noem maar op. De mensen mogen vooraf weten wie waarvoor concreet staat.

In afwachting willen we onder de huidige regering nog een aantal belangrijke kwesties re-gelen. Denk bijvoorbeeld maar aan de opstart van aanvullende pensioenen voor contrac-tueel overheidspersoneel (kaderwet) en het feit dat de kwestie van de motivering van het ontslag voor contractueel overheidspersoneel bij wet moet worden geregeld.

Met het nieuwe jaar ligt er een pak syndicaal werk op tafel. De ganse equipe van ACV-Open-bare Diensten neemt het graag op … in uw belang!

Vriendelijke groeten

Luc Hamelinck, Voorzitter

Met het nieuwe jaar ligt er een pak syndicaal

werk op tafel.

Volg ons op twitter.com/acvopenbaar

Like ons op facebook.com/acv-openbarediensten

www. acv-openbarediensten.be

23

23

19

BijzonDERE koRpSEn

PensioenenAanneembaarheid contractuele overheidsdiensten wettelijk verankerd

Schrapping begrafenisvergoeding definitief van de baan

Page 4: Nieuwe Tijd - januari 2014

focus

4

Marc Morris Van Secretaris-Generaal tot eerste schepen

Amélie JanssensMarc Morris ging op 1 november 2013 met pensioen als Secretaris- Gene-raal van het departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin. hij was be-trokken bij heel wat belangrijke hervormingen binnen de Vlaamse overheid maar richt nu zijn aandacht op de gemeentepolitiek in zijn thuisgemeente Bertem. We keken met Mijnheer Morris terug op zijn periode bij de Vlaamse overheid en blikken vooruit naar de toekomst van de zorgsector.

Marc Morris was als piepjong ambte-naar al betrokken bij het vormgeven van de Vlaamse overheid.“Tijdens de eerste periode van hervormingen

begin jaren ‘80 werkte ik bij ‘Nederlandse cul-

tuur’. Dat was eigenlijk al een Vlaamse admi-

nistratie ‘avant la lettre’ aangezien we geen an-

derstalige collega’s hadden. Ik heb die eerste

hervorming dus beleefd als een vrij normaal

proces want wij voelden binnen onze dien-

sten niet echt grote schokken. Voor mensen

uit andere diensten was dat natuurlijk wel

anders. Want het was natuurlijk een immense

operatie. En een moeilijke pioniersperiode

omdat je van nul moest beginnen om een or-

ganisatie vorm te geven. Om een voorbeeld

te geven: voor de hervormingen zaten onge-

veer 4000 personeelsleden verspreid over 30

gebouwen in Brussel. Het was dus vooral een

rationaliseringsoefening. Ik heb hieraan mijn

bescheiden bijdrage geleverd via mijn werk

bij de juridische dienst. De staatshervorming

van 1988 is een heel grote doorbraak geweest

en heb ik veel intenser beleefd. De hervor-

ming in 1980 was historisch belangrijk, maar

die van 1988 was in volume veel groter want

bijvoorbeeld onderwijs, openbare werken en

leefmilieu kwamen over. Ik was toen een van

de leden van de interkabinetten werkgroep

die alles in goede banen probeerde te leiden.”

“Het jammere bij zo’n hervormingen is dat je

als organisatie noodgedwongen heel erg met

jezelf moet bezig zijn. Je eerste opdracht is in

dienst staan van de bevolking, maar dat kan

tijdens zo’n proces niet altijd. Je moet veel tijd

en energie steken in het opbouwen van een

organisatie.”

En toch zijn die inspanningen vol-gens mijnheer Morris belangrijk.“Dat is geen verloren energie, want een goed

geoliede administratie heb je nodig om een

goede dienstverlening te kunnen bieden. Als

je terugkijkt naar de voorbije 30 jaar dan kan

je enkel vaststellen dat een aantal stappen

noodzakelijk waren om te kunnen komen tot

een meer performant overheidsapparaat. Als

je er bijvoorbeeld kunt voor zorgen dat de

personeelsleden in een kwalitatief goeie infra-

structuur kunnen werken, dan komt dat ook

de dienstverlening ten goede.”

“Ook de informatisering heeft voor veel

vooruitgang gezorgd. Ik geef een voorbeeld

uit een beleidsdomein waar ik niet zelf heb

meegewerkt: de uitbetaling van de lonen

van het onderwijspersoneel. Meer dan hon-

derdduizend leerkrachten worden via Vlaan-

deren betaald. In de jaren ’70 en begin jaren

’80 moesten die mensen soms nog maanden

wachten op hun loon toen ze in dienst kwa-

men. Dat probleem is weggewerkt. Begrijp

me niet verkeerd, ook federaal zijn die zaken

nu in orde, ik heb bvb. mijn eerste pensioen

een absoluut neutraal beleid

bestaat niet

Page 5: Nieuwe Tijd - januari 2014

focus 5

zeer stipt ontvangen, maar in het onderwijs

slaagt Vlaanderen daar al meer dan 15 jaar in.

En dat is ook maar normaal. Als je werkt, heb je

recht op je loon. Daar zijn geen compromissen

over mogelijk.”

Marc Morris heeft een uitgesproken mening over het soort beleid dat Vlaanderen moet voeren op vlak van zorg en welzijn. als Secretaris-Generaal van het departement Wel-zijn, Volksgezondheid en Gezin ging hij er ook al van uit dat een overheid aan de kant van de zwakkeren moet staan.“Laat ik hiermee beginnen: een absoluut

neutraal beleid bestaat niet. Een beleid voe-

ren is nooit waardenvrij. Als ambtenaar moet

je het besliste beleid objectief uitvoeren,

maar een beleid wil steeds bepaalde maat-

schappelijke effecten bereiken. De vraag is:

welke effecten? Mijn overtuiging is dan dat

een overheid – en ook de ambtenarij als in-

strument van de overheid – zich vooral moet

inspannen om mensen vooruit te helpen

die dit op eigen kracht niet kunnen. Neem

bijvoorbeeld het beleid rond kinderopvang.

Dat is een belangrijke voorziening gewor-

den. In de eerste plaats natuurlijk voor het

kind. Maar het moet ook mensen in staat

stellen een beroepsactiviteit uit te oefenen.

Je kan je dan de vraag stellen wie je daarbij

het meest moet beschermen: de hardwer-

kende tweeverdieners of de alleenstaande

moeder met kinderen die zonder kinderop-

vangfaciliteiten zelfs niet actief kan zijn op de

arbeidsmarkt? Als je een beleid uittekent dat

alleen de kant van de sterkste kiest, dan cre-

eer je een Mattheüs effect: aan wie heeft, zal

gegeven worden. We moeten dus constant

kijken naar de mogelijk perfide effecten die

bepaalde beleidsmaatregelen hebben, en

vooral naar wat rechtvaardig is. Zeker in een

welzijnsbeleid gaat het er toch om iedereen

in Vlaanderen zich goed te laten voelen. Om

niet alleen welvaart maar ook welzijn voor ie-

dereen te creëren.”

“In Vlaanderen is dit aardig gelukt. Maar an-

derzijds voel ik dat dit steeds meer onder druk

komt te staan. Ik wil dan ook de beleidsmakers

waarschuwen: laat dit niet verloren gaan. Ver-

geet de zwaksten niet, probeer die te helpen.”

Dat de welzijnssector voor uitdagingen staat,

is geen geheim. We vroegen aan mijnheer

Morris naar zijn visie. Maar een kant-en-klare

oplossing bestaat volgens hem niet.

“Maak je geen illusie, ik heb geen recepten-

boekje in mijn achterzak zitten. De manier

waarop je problemen aanpakt moet groeien

en dat vraagt een dialoog tussen alle spe-

lers: werkgevers, werknemers, beleidsmakers,

gebruikers. Maar de noden gaan zeer zwaar

stijgen, en de financiële mogelijkheden zul-

len niet even sterk stijgen. Dat komt dus neer

op ‘meer doen met minder’. We zullen de aan-

pak uit het verleden moeten bijsturen en ons

anders organiseren. We moeten tijdrovende,

repetitieve taken proberen nog meer automa-

tiseren om capaciteit vrij te houden voor de

menselijke contacten: de hulp en de zorg. De

arbeidsorganisatie zal anders moeten, zonder

aan kwaliteit in te boeten. Wat mij betreft kan

er niet genoeg gewerkt worden rond zorgin-

novatie.”

“Dat vraagt natuurlijk een bereidheid om op

een andere manier te werken. Ik denk dat er

zeker genoeg jobs zullen blijven in de zorg- en

welzijnssector. Alleen zal de invulling anders

zijn. Ik weet uit ervaring als leidend ambte-

naar dat verandering vaak een zware opgave

is voor de personeelsleden, maar het zal moe-

ten. Belangrijk daarbij is te luisteren naar de

ideeën van de werkvloer, want veranderingen

moeten niet enkel van bovenaf beslist wor-

den.”

We willen natuurlijk ook graag we-ten welk soort leidinggevende Marc Morris was. hij verwijst daarbij naar de commentaren die hij van zijn col-lega’s kreeg bij zijn pensioen.“Ik denk dat ik altijd gestaan heb voor een

Page 6: Nieuwe Tijd - januari 2014

focus

6

Wilt u de nieuwe Tijd enkel nog elektronisch ontvangen?We bieden al ruime tijd een elektronische nieuwsbrief aan met ons

maandblad. We willen u nu ook de mogelijkheid bieden ervoor te kiezen

geen gedrukte versie meer opgestuurd te krijgen. Dit kan via mail naar

[email protected]. Vermeldt in het onderwerp ‘nieuwe tijd via

mail’ en vermeldt in het bericht uw naam, adres en geboortedatum, en

het e-mailadres waarop u de digitale versie wil ontvangen. Wij brengen

dit dan zo snel mogelijk in orde.

echte dialoog. Ik heb getracht de signalen

van het personeel, niet alleen tijdens officiële

overlegmomenten maar ook uit personeels-

bevragingen op te pikken. Ik heb personeels-

vergaderingen georganiseerd en heel veel

instrumenten ingezet om de polsslag te voe-

len. Veel collega’s zeiden dat ik bereikbaar was

en goed kon luisteren. Dat verbaasde me wel

een beetje, want ik had soms het gevoel dat ik

door mijn drukke agenda niet altijd even veel

tijd kon vrijmaken voor iemand. Maar die in-

druk was dus verkeerd.”

“Ook met de vakbonden heb ik heel construc-

tief kunnen samenwerken. Al heb ik me af en

toe toch geërgerd aan sommige demarches

van de vakbonden waarbij zaken verdedigd

werden die voor mij heel duidelijk niet door

de beugel konden. Dat heeft me soms toch

gefrustreerd. Ook het verzet tegen de varia-

bele verloning begreep ik niet. Ik vind dat je

als management verschillende instrumenten

nodig hebt om een personeelsbeleid te voe-

ren en het beste uit je mensen te halen. Een

correcte vorm van prestatiebeloning kan zo’n

instrument zijn. Maar algemeen gesproken

heeft iedereen altijd zijn rol gespeeld. Ik blijf

ook overtuigd van het feit dat mensen op de

werkvloer volop de kans moeten krijgen om

hun mening te laten horen via hun werkne-

mersorganisaties.”

“Mijn boodschap naar de vakbonden is om

zelf ook toekomstgericht te werken. Blijf zeker

niet ten koste van alles vooral de verworven

rechten verdedigen, maar denk samen met

de overheid kritisch na: welke zaken moeten

we inderdaad proberen te behouden, en op

welke vlakken is een nieuwe frisse aanpak no-

dig?“

Marc Morris heeft graag dat de zaken vooruit gaan, maar in zijn functie als leidend ambtenaar botste hij ook wel eens tegen de grenzen van de politiek.“Niet alles is mogelijk. Er is een limiet op men-

sen en middelen die je ter beschikking hebt.

Je moet de lat wel hoog genoeg leggen,

maar je moet toch de kunst van het haalbare

bedrijven. Af en toe bots je natuurlijk op je

grenzen en soms moet je dat ook tegen de

minister zeggen. Bovendien moet je ermee

kunnen omgaan dat niet iedereen je ideeën

even briljant vindt. Een van de kwaliteiten als

ambtenaar is dat je hiermee kan omgaan en

dat je gewapend bent tegen ontgoocheling.

Dat is af en toe frustrerend, maar ik ben nooit

rancuneus geweest. Ook niet ten opzichte van

collega’s of werknemers. Als er al eens een

meningsverschil was, werd het uitgepraat en

werd het afgesloten.”

De voormalig leidend ambtenaar heeft nu gekozen om voluit te gaan voor de gemeentepolitiek. in zijn functie als eerste schepen is hij be-voegd voor openbare werken, ruim-telijke ordening en stedenbouw, wo-nen, landbouw, toerisme en erfgoed. heel andere domeinen dan waar hij als ambtenaar mee bezig was.“Ik heb heel bewust gekozen voor andere

domeinen. De uitdaging is nu dubbel. Ik heb

de afgelopen jaren kunnen werken in een

comfortabele omgeving. Ik had een bijzon-

der goeie secretaresse, ik werd goed onder-

steund, de helpdesk van IT stond voor mij

meteen klaar. Nu doe ik heel veel dingen op-

nieuw zelf. Ik lees decreten na, stel nota’s op

voor het schepencollege, enzovoort. Dat het

andere domeinen zijn heeft het voordeel dat

ik niet verdacht kan worden van belangenver-

menging.”

“Gemeentepolitiek is heel concreet, en dat

trekt me aan. Ik ben erin opgegroeid. Mijn

vader zat ook al in de gemeenteraad en toen

werd er nog echt aan dienstbetoon gedaan.

Bij ons thuis kwamen vaak mensen die mijn

vader kon helpen. Ik heb in 1976 de fakkel van

hem overgenomen. In de gemeentepolitiek

zie je hoeveel mensen vertrouwen in je heb-

ben en beroep op je doen. De manier waarop

is veel veranderd. Het is nu allemaal heel kort

op de bal met e-mail, sms en noem maar op.

Maar mensen blijven verwachten dat er een

antwoord komt op hun vragen of een oplos-

sing voor hun problemen. En daar kruipt ook

veel tijd en energie in. Vandaar dat ik de keuze

heb gemaakt om voluit hiervoor te gaan. Ik

had het misschien wel kunnen combineren

met mijn functie als leidend ambtenaar, maar

dan zou ik beide functie niet meer goed heb-

ben kunnen doen. En ik ben er nog altijd van

overtuigd dat ik de juiste keuze heb gemaakt.”

Gemeentepolitiek is heel concreet,

en dat trekt me aan.

Page 7: Nieuwe Tijd - januari 2014

Zorgkundigen versus verzorgenden in openbare woonzorgcentra ?

7zorg

uit tal van vragen die we van onze leden krijgen, kunnen we niet anders dan besluiten dat er nog heel wat onduidelijkheid heerst rond de functie, de registratie en de verloning van zorgkundigen in de woon- en zorgcentra. hoewel de problematiek vrij complex is, trachten wij in deze beknopte bij-drage een aantal knelpunten weer te geven samen met een stand van zaken. Wij beperken ons hier tot de situatie van zorgkundigen in de residentiële ouderenzorg. Voor specifieke vragen omtrent uw individuele situatie kan u steeds terecht bij de secretarissen van acV-openbare Diensten in onze ge-westelijke secretariaten.

het onderscheid tussen verzorgende en zorgkundigeDe verzorgende kan worden omschreven als

een belangrijke polyvalente basiswerker die

deel uitmaakt van een gestructureerd team

die hulp- en dienstverlening verstrekt aan

zorgvragers. Deze zorg bestaat o.a. uit per-

soonsverzorging, huishoudelijke dienstverle-

ning, psychologische ondersteuning…

De functie van zorgkundige werd in 2006 in

het leven geroepen bij Koninklijk Besluit van

12 januari 2006. Een zorgkundige is iemand

die naast de uitvoering van verzorgende ta-

ken is opgeleid om ook specifieke verpleeg-

kundige ondersteunende taken uit te voeren

(18 in totaal). Eén of meerdere van deze taken

worden door een verpleegkundige aan de

zorgkundige gedelegeerd. Om als zorgkun-

dige te mogen werken, is er steeds een regis-

tratie nodig door de FOD Volksgezondheid.

De registratieACV-Openbare Diensten heeft er altijd voor

gepleit dat personeelsleden die in de sec-

tor van de residentiële ouderenzorg waren

tewerkgesteld en al over voldoende ken-

nis en ervaring beschikten zonder al te

veel formaliteiten en bijkomende scholing

moesten kunnen worden geregistreerd als

zorgkundige. Vandaar dat een aantal over-

gangsmaatregelen werden uitgewerkt voor

personen die vóór 31 december 2008 waren

tewerkgesteld in een door het RIZIV erkend

RVT, ROB, CDV (centrum voor dagverzorging)

of CKV (centrum voor kortverblijf ). Onder be-

paalde voorwaarden konden zij een (automa-

tische) voorlopige registratie bekomen. Het

verzorgend personeel uit deze instellingen

kan thans geen gebruik meer maken van deze

overgangsmaatregelen omdat deze werden

afgesloten op 30 juni 2012.

Wie wenst te werken als zorgkundige en niet

over de nodige diploma’s of getuigschriften

beschikt, zal een individuele aanvraag moe-

ten indienen en dus eerst een verkort traject

moeten volgen vooraleer de definitieve regis-

tratie wordt bekomen. Welk verkort traject er

juist moet worden gevolgd met het oog op de

registratie, is afhankelijk van het diploma of

getuigschrift waarover het verzorgend perso-

neelslid beschikt en zal geval per geval moe-

ten worden bekeken.

Wie ‘voorlopig geregistreerd’ is,

schrijft zich best snel in voor een bijkomende

opleiding.

Personen die reeds over een voorlopige

registratie beschikken, hebben nog tot 31

december 2015 de tijd om een bijkomende

opleiding van 120 uur te volgen. Al lijkt dit -

zeker bij het begin van een nieuw jaar - nog

een eeuwigheid, wij geven het advies aan de

“voorlopig geregistreerde”, voor zover dit nog

niet is gebeurd, om zich eerstdaags voor der-

gelijke opleiding in te schrijven.

Geen financiering meer door het Ri-ziV voor het verzorgend personeelHet RIZIV zal in de toekomst aan de organi-

serende besturen geen financiering meer via

het dagforfait voorzien voor het verzorgend

personeel. Thans staat het RIZIV nog toe dat

maximaal 5 % van het verzorgend personeel

niet geregistreerd is. Op 1 juli 2015 vervalt

ook deze “5 % regel” zodat dan enkel nog

geregistreerde zorgkundigen worden gefi-

nancierd.

ACV-Openbare Diensten vreest dat het perso-

neel, vooral het tijdelijk verzorgingspersoneel,

hier andermaal wel eens het gelag zou kun-

nen betalen.

Page 8: Nieuwe Tijd - januari 2014

8

zorg

hulp van het bestuur?Zonder te willen veralgemenen, moet ACV-

Openbare Diensten met verbijstering vaststel-

len dat bepaalde besturen hun personeel

allesbehalve hebben geïnformeerd omtrent

de overgangsmaatregelen. Nog erger is dat

bepaalde besturen zelfs weigeren om vrijstel-

ling van prestaties toe te kennen voor het

volgen van de opleiding of het verkort traject.

In andere gevallen wordt dan weer het ins-

chrijvingsgeld voor de opleiding niet betaald.

Onbegrijpelijk, want het is in het belang van

het bestuur dat de RIZIV-financiering wordt

gemaximaliseerd door zoveel mogelijk ve-

rzorgend personeel bij te scholen tot zorgkun-

digen. Het bestuur zou juist het personeel hie-

rin moeten ondersteunen en motiveren. Maar

er zijn ook andere besturen die een duidelijke

visie hebben op ouderenbeleid en dus wel het

nodige doen opdat het verzorgend personeel

opgeleid kan worden tot zorgkundigen.

Wij roepen alle besturen op die een residen-

tiële oudereninstelling beheren om alle mo-

gelijke inspanningen te doen om aan ieder

verzorgend personeelslid de mogelijkheid

te bieden de bijkomende opleiding of het

verkort traject te volgen.

De verloningEen ander heikel punt was de verloning van

de zorgkundige.

Na lang aandringen kon in het federaal zor-

gakkoord van 2013 worden bekomen dat een

supplementaire enveloppe van 10.000.000

euro, waarvan 31,77 % voor de openbare ROB/

RVT’s werd voorzien voor de toekenning van

het zogenaamde barema 1.35 aan de zorg-

kundigen (private sector) en een gelijkaardig

barema voor de openbare sector (C1-C2). Hoe

ver staan we?

Recent werd vooruitgang geboekt en werd

er een wijzigingsclausule aan de nationale

overeenkomst van 2 december 2011 tussen

de rustoorden en de verzekeringsinstellingen

goedgekeurd. Voor de verankering

vanaf 2014 en de volledige

uitvoering van het engage-

ment moet het RIZIV-fi-

nancieringsbesluit nog

worden aangepast

en zal de kost van

de harmonisering

geïntegreerd worden in een nieuw onderdeel

van het forfait.

De openbare inrichtingen zullen vanaf 1

januari 2013 op uniforme wijze het barema

C1-C2 moeten toekennen aan alle leden van

het verzorgingspersoneel die beschikken over

een definitieve (of voorlopige erkenning).

Voor het jaar 2013 ontvangen de besturen

volgende bedragen per erkend bed: 13,26 EUR

(ROB), 40,91 EUR (RVT) en 27,33 EUR (CDV).

Deze tegemoetkoming dekt de kost van de

harmonisering voor al het verzorgingsperso-

neel dat beschikt over een definitieve of voor-

lopige registratie als zorgkundige.

Uiteraard zal één en ander door onze secre-

tarissen en onderhandelaars op het lokale

niveau in de bijzondere comités verder

moeten worden besproken. ACV-Openbare

Diensten zal hierbij in eerste instantie nagaan

welke besturen voor definitief of voorlopig

geregistreerde zorgkundigen nog steeds de

weddeschaal C1-C2 niet toekennen. Aange-

zien hiervoor nu effectief middelen door

het RIZIV worden gestort, kunnen

de besturen niet verder blijven

talmen.

Voor ACV-Openbare Diens-

ten zijn zorgkundigen en

verzorgenden een onmisbare

schakel in een kwaliteitsvolle

residentiële ouderenzorg en

verdienen zij maximale on-

dersteuning en waardering.

Page 9: Nieuwe Tijd - januari 2014

9vlaamse overheid

Door de verdeling van het personeel over de

gemeenschappen wordt het aantal statuten nog

eens verdubbeld.Na 10 jaar is de knoop doorgehakt en wordt

er uiteindelijk uitvoering gegeven aan de be-

slissing van de Plantentuin een Vlaams agent-

schap te maken. Alles ok dus? Dat zou wat

snel zijn. Er was namelijk maar 10 jaar tijd om

alles rond te krijgen…

VerloningOp dit moment heerst er nog grote ondui-

delijkheid wat verloning betreft. Op 26 de-

cember verscheen het besluit waarbij de

overgang van het personeel naar de Vlaamse

overheid wordt geregeld. Hierin wordt gesteld

dat elk personeelslid de hoedanigheid, graad

of klasse en geldelijke anciënniteit alsook de

toelagen behoudt waarop ze op dag van de

overgang recht hebben… voor zover de voor-

waarden voor toekenning blijven bestaan in

de Gemeenschap. En daar zit de onduidelijk-

heid. Op dit moment is iedereen voorlopig in-

geschaald en zou zeker niemand verliezen op

het basisloon, maar officieel is hierover nog

geen akkoord. Welke toelagen en het bedrag

hiervan de personeelsleden zullen ontvangen

is ook nog niet duidelijk. Wanneer hierover

duidelijkheid komt, blijft voorlopig een vraag.

Dit is een situatie die onaanvaardbaar is, maar

jammer genoeg geen primeur voor de Vlaam-

se overheid.

nog onduidelijkhedenDe verloning is niet het enige dat nog ge-

regeld moet worden. De overlegorganen

moeten worden opgestart, er moet een per-

soneelsplan worden opgesteld, net als een

arbeidsreglement. Met ingang van 1 januari

zijn er 2 groepen personeelsleden: de Neder-

landstaligen (131) en de Franstaligen (33), met

verschillende reglementering en verschil-

Plantentuin Meise na 10 jaar

uiteindelijk een Vlaams agentschaplse Remyhet heeft even op zich laten wachten, maar sinds 1 januari kan de planten-tuin van Meise zich een Vlaams agentschap noemen. 131 personeelsleden die tot de nederlandse taalrol behoren mogen zich vanaf 1 januari perso-neelsleden van de Vlaamse overheid noemen.

lende onderhandelingscomités. Vanuit ACV-

Openbare Diensten vinden we het belangrijk

de verschillen tussen beide groepen zo klein

mogelijk te houden. Bij de besprekingen van

het arbeidsreglement zal dit dan ook een be-

langrijk aspect zijn. Verschillen tussen colle-

ga’s voor het aantal dagen jaarlijkse vakantie,

omstandigheidsverlof en prikklokreglement

moeten maximaal worden vermeden.

De eerste contacten hierover verliepen al po-

sitief. We hopen de gesprekken dan ook op

deze manier verder te zetten.

Door de verdeling van het personeel over de

gemeenschappen wordt het aantal statuten

– dat bij de Plantentuin al divers was – nog

eens verdubbeld. Een hele uitdaging om des-

ondanks de verschillen onderling te beper-

ken.

infosessieVoor de personeelsleden is deze overgang

naar de Vlaamse overheid geen te minima-

liseren verandering. Enerzijds worden ze ge-

confronteerd met nog heel wat onzekerhe-

den, anderzijds komen ze ook terecht in een

nieuw personeelsstatuut. Dit laatste geeft

wijzigingen naar verloven, evaluatiesysteem,

verloning en toelagen,… Om op al deze vra-

gen een antwoord te kunnen geven en om

de federale loopbanen te kaderen waarmee

rekening wordt gehouden bij de inschaling

bij de Vlaamse overheid, zal zo snel mogelijk

een infosessie worden georganiseerd vanuit

ACV-Openbare Diensten.

Er is nog heel wat werk aan de winkel dat we

samen met de militanten gaan aanpakken.

Een ding is zeker: Naar tewerkstelling binnen

de overheid wordt de Plantentuin een van de

enige in zijn soort.

Page 10: Nieuwe Tijd - januari 2014

10

vlaamse overheid

ben. Het charter wordt onderschreven door

het hoofd van de onderzoekseenheid, de

promotor(en) en de doctorandus.

De overheid zal nagaan of er effectief een stij-

ging van de publicatiedruk is. De resultaten

van dit onderzoek zullen besproken worden

met de sociale partners waarbij onder andere

bekeken zal worden of er sprake is van een

problematiek.

Mobiliteit: overname van personeel tussen hogescholen en universitei-tenDe overheid zal onderzoeken of het mogelijk

is een regeling uit te werken voor de invulling

van een vacature van een hogeschool door

een personeelslid van een universiteit of van

een universiteit door een personeelslid van

een hogeschool, zonder openbare vacature.

Momenteel is alleen een overname mogelijk

tussen Vlaamse universiteiten onderling of

tussen hogescholen.

Verloning zapUit de “Vergelijkende studie van de verloning

van het zelfstandig academisch personeel

aan de universiteiten in Vlaanderen” van de

Vlaamse Interuniversitaire Raad in 2009 is

gebleken dat de huidige salarisschalen in het

zelfstandig academisch personeel (ZAP) vol-

staan voor een correcte verloning van de de-

gelijk functionerende ZAP-leden. Ze voldoen

echter niet voor absolute topprofielen.

Om de universiteiten meer mogelijkheden

te bieden voor het aanwerven en behouden

van topprofielen wordt bij onderwijsdecreet

XXIV de beperking dat een premie alleen

maar voor een jaar en na een evaluatie van

het personeelslid kan toegekend worden, op-

geheven, zodat de premie ook kan gebruikt

worden in de context van een aanwervings-

of retentiebeleid.

De universiteiten zullen drie jaar na de inwer-

kingtreding in het VOC rapporteren over het

effect van dit engagement.

Voor de sector hoger onderwijs omvat dit ak-

koord van sectorale programmatie zowel al-

gemene als specifieke personeelsgebonden

thema’s.

Verhoging koopkrachtVoor de personeelsleden van de universitei-

ten wordt vanaf dit jaar een verhoging van de

koopkracht gerealiseerd via de toekenning

van een ecocheque van 9 euro per maand.

Het gaat hier om een uitzonderlijke situatie

aangezien de politieke overheid niet bereid

was om voldoende middelen te voorzien voor

een gelijkaardige verhoging van de einde-

jaarstoelage voor alle personeelsleden bij de

Vlaams universiteiten, ongeacht hun financie-

ringsbron. De middelen waren enkel voorzien

voor het personeel op de werkingsmiddelen.

Omdat wij hiermee niet konden akkoord

gaan, hebben de sociale partners met de

overheid afgesproken dat zij samen, in het

licht van toekomstige afspraken, de proble-

matiek zullen onderzoeken. Zij zullen een

aanpak uitwerken in verband met de finan-

ciering op verschillende geldstromen aan de

universiteiten.

Statuut onderzoekersDe overheid stelt zich tot doel dat onder-

zoekers, met inbegrip van bursalen die met

Vlaamse onderzoeksmiddelen gefinancierd

worden en die zich in dezelfde loopbaanfase

bevinden, ongeacht hun statuut, van gelijk-

waardige voordelen kunnen genieten onder

meer op het vlak van verloning of beursbe-

drag, verlenging van een mandaat en verlo-

ven.

De Vlaamse overheid zal wat het statuut van

bursalen aan de universiteiten betreft, de vol-

Chris Herremanop vrijdag 13 december 2013 werden de verschillende cao’s voor het on-derwijs van de Vlaamse Gemeenschap ondertekend op het kabinet van de minister –president.

CAO IVHoger onderwijs

gende door de vakbonden aangehaalde knel-

punten onderzoeken:

• het verschil tussen het nettobedrag voor

een bursaal en het nettobedrag voor een

assistent;

• het recht op ouderschapsverlof voor alle

bursalen;

• het verschil inzake het verlengen van de

beurstermijn bij zwangerschap en een

langdurige ziekte bij bursalen;

• het afschaffen van het uitbetalen van het

vakantiegeld en de eindejaarstoelage op

het einde van het mandaat als een docto-

raatspremie;

• het voortijdig stopzetten van een beurs

door de instelling;

• het opbouwen van verlofdagen bij het ein-

de van een beurs.

De overheid zal de resultaten van dit onder-

zoek bespreken met de sociale partners.

De overheid, vakbonden en universiteiten vin-

den het belangrijk dat beginnende onderzoe-

kers met inbegrip van bursalen op de hoogte

zijn van hun loopbaanperspectieven en de

arbeidsrechtelijke en inhoudelijke aspecten

van hun statuut. De overheid en de universi-

teiten zetten hun acties rond het onthaal, het

informeren, de vorming en de responsabilise-

ring van doctorandi en het sensibiliseren van

promotoren voort.

Naar analogie met het Europese Handvest

voor Onderzoekers werken de universiteiten

tegen eind 2014 een algemeen charter van de

doctorandus uit. Dit charter is specifiek toege-

spitst op de predoctorale situatie. Het bevat

de algemene verwachtingen die doctorandi,

hoofden van een onderzoekseenheid en pro-

motoren ten aanzien van elkaar kunnen heb-

Page 11: Nieuwe Tijd - januari 2014

Het personeel van gemeenten en OCMW’s

werkt in principe in een 38-urenweek. Daar-

naast bestaat in een aantal gemeenten en

OCMW’s zonder rusthuis een regeling van bij-

komende dienstvrijstelling. Hierdoor ontstaat

er een iets kortere werkweek. Bij besparingen

wordt die dienstvrijstelling vaak geschrapt.

Dat zorgt niet enkel voor een langere werk-

week, maar brengt ook vaak andere prakti-

sche problemen met zich mee.

Zo bestond bij de gemeente Lede een

36-urenweek. Vanaf 1 januari werd de dienst-

vrijstelling van 2 uur afgeschaft. Vooral de

invulling van het nieuwe uurrooster ligt

moeilijk. De dienstverlening naar de burger is

vooral gefocust op donderdagavond in plaats

van vrijdagavond en het bestuur wil dat ie-

dere dienst open is. Dit is voor iedereen een

grote aanpassing aangezien de vrije namid-

dag nu op vrijdag vastgelegd is. Vroeger kon

men zelf beslissen om een vrije namiddag te

nemen of gewoon iedere voormiddag en/

of namiddag te komen werken. Ook al zijn er

glijdende uren, de donderdag blijft een lange

dag met de avonddienst (een dag van 3 blok-

ken). De uren per week moeten gepresteerd

worden in 10 blokken (1 blok is een halve dag)

terwijl er 11 blokken gevraagd zijn, dus een

extra namiddag om je uren te kunnen preste-

Vakbondswerk in tijden van besparingen

ren. Nu is iedereen verplicht om de vrijdagna-

middag thuis te blijven. Ook voor mensen die

deeltijds werken of om gezondheidsredenen

hun uren minder kunnen verspreiden, ligt het

heel gevoelig. Toch wil het bestuur de laatste

aangepaste versie aanhouden. De vakbonden

hebben dan ook gevraagd de nieuwe uur-

roosters na 6 maand te evalueren.

De gemeente en OCMW Haaltert, en ook ge-

meente en OCMW Sint-Lievens-Houtem, zijn

overgegaan van 36u naar de 38-urenweek.

Voor administratief personeel dat reeds met

glijdende uren werken, betekent dit 2 uur

extra te verdelen over de week. Men kan wel

zelf bepalen wanneer men de extra uren pres-

teert. De uren bij de technische dienst daar-

entegen zijn niet glijdend. Door overleg zijn

we tot een oplossing gekomen. Voor de vrij-

dagnamiddag wordt een wisselende regeling

voorzien. Tijdens de winter wordt op vrijdag

gewerkt van 8u tot 14u30. Tijdens de zomer

wordt er per dag een half uur langer gewerkt,

waardoor de vrijdagnamiddag vrij blijft.

De stad Ninove zal de 38-urenweek invoeren

vanaf 1 juli 2014. Door de verscheidenheid

in diensten, zomer- en winteruren, kondigen

zich moeilijke onderhandelingen aan over

de nieuwe uurroosters. Ook hierbij zullen we

wegen op de uitvoering van de maatregelen.

11

We willen wegen op de uitvoering van

de maatregelen.

Benigne Pietersheel wat lokale besturen uit het gewest aalst-oudenaarde stappen uit be-sparingsmotieven over naar de 38-urenweek. Vaak levert ons protest tegen die maatregelen maar weinig op. ook de manier waarop een 38-urenweek wordt ingevoerd is voor ons belangrijk: daar kunnen we vaak wel wegen op de beslissingen.

lokale & regionale besturen

Page 12: Nieuwe Tijd - januari 2014

lokale & regionale besturen

12

Het personeel komt over met al zijn

bestaande rechten dat het opgebouwd heeft binnen

het AGBDN.

Autonoom gemeentebedrijf dienstenbedrijf Ninove terug naar de stad

Benigne PietersVerzelfstandiging was lang de modetrend in de lokale besturen. in ninove komt men daar uit besparingsoverwegingen op terug. het autonoom Ge-meentebedrijf wordt er opnieuw deel van de stadsdiensten.

Het Autonoom Gemeentebedrijf Dienstenbe-drijf Ninove (AGBDN-Ninove) werd opgericht in 2008. Het AGB staat in voor het onderhoud van wegen, groenvoorzieningen en het patri-monium in eigen beheer of met derden. Het onderhoud van de wegen bevat ook het aan-brengen van signalisatie en het verwijderen van zwerfvuil. Het onderhoud van het patri-monium bevat eveneens de poetstaken ver-vuld door poetsdiensten. Daarnaast voorziet het dienstenbedrijf een uitleenservice van materialen aan het verenigingsleven. Het per-soneel dat toen aan de stad werkte voor deze diensten, werden overgeheveld naar dit AGB.

Het AGBDN, een extern verzelfstandig agent-schap, werd in de vorige legislatuur opgericht om een reeks beleidsuitvoerende taken van de stad te verzelfstandigen. In de eerste le-vensjaren kende men nogal wat “groeipijnen”. Die zorgden voor ongenoegen bij de nieuwe politieke bewindvoerders. Niettemin heeft

AGBDN ook belangrijke successen geboekt: de vlotte operationele planning van werken, een transparante aanvraagprocedure voor iedere burger en het succes van de winter-strooiplannen.

Tijdens de voorbije jaren functioneerde het gemeentebedrijf autonoom, met een mana-ger aan het hoofd. Het bestuur besliste nu het roer om te gooien. De AGBDN werd op 31 december 2013 ontbonden en het perso-neel van AGBDN, zowel statutair als contrac-tueel, werd op 1 januari 2014 door de stad overgenomen. Men keert ook terug naar een rechtstreekse aansturing en budgettaire be-heersing door het stadsbestuur. De functie van manager wordt niet meer ingevuld. Zo kunnen ook de ondersteunende diensten op-nieuw worden samengebracht.

Het personeel komt over met al zijn bestaan-de rechten dat het opgebouwd heeft binnen het AGBDN. ACV-Openbare Diensten zal er over waken dat deze rechten niet zomaar af-genomen worden. Rechten die men de voor-bije jaren verworven heeft door onderhan-delingen kunnen niet zomaar op de helling gezet worden! Door de synergie zullen admi-nistratieve functies misschien anders moeten ingevuld worden, waardoor taakinhouden gewijzigd worden. ACV-Openbare Diensten zal ook dat verder opvolgen!

Page 13: Nieuwe Tijd - januari 2014

13lokale & regionale besturen

de kruik gaat zolang te water tot ze breekt...

Minder personeel, minder betaald, grotere flexibiliteit en werkdruk !?Skender Baleci

Snoeien in verworvenhedenAls dan de medewerkers beter betaald zou-den worden (“met minder maar beter be-taald” luidde het enkele jaren geleden), maar nee, er wordt ook ingegrepen op vakantieda-gen, maaltijdcheques en andere vergoedin-gen.

Nog flexibeler werkenBovendien wordt van de personeelsleden een grotere inzetbaarheid en flexibiliteit gevraagd: openingsuren in het weekend, ’s avonds, … .Soms lijkt het erop alsof een be-stuur maar “goed bezig” is als het medewer-kers ontslaat of verworvenheden schrapt. Sommige bestuurders brengen dergelijke in-grepen als “zegebulletins” naar buiten. Vooral de snelheid waarmee men dergelijke maatre-gelen treft, zonder veel inspraak, overleg of respect voor de sociale gesprekspartners is zorgwekkend.

Maar, de kruik gaat zolang te water tot ze breekt... Daarom onze oproep: Laten we, vak-bonden en bestuurders samen, opkomen voor sterke lokale besturen met gemotiveer-de medewerkers die dagelijks zorgen voor een kwalitatieve dienstverlening aan de burgers. Zo is de burger tevreden en zal hij als kiezer dan ook zijn tevreden-heid tonen.

Slechte financiële economische toe-standAls we schrijven dat de lokale besturen (gemeenten, OCMW’s, steden, provincies, intergemeentelijke samenwerkingsverban-den) zich in moeilijke financiële papieren bevinden, trappen we een open deur in. De redenen zijn ook alom bekend : de economi-sche crisis zorgt voor minder inkomsten en meer uitgaven, er is een onderfinanciering en besparingen door andere overheden, het BBC-keurslijf, de vergrijzingskosten stijgen, en zo verder. Logischerwijze zijn de meeste besturen aan de klaagmuur gaan staan en vragen zij geld aan de federale en/of Vlaamse “voogdij-overheden”. Maar, en hier knelt het schoentje, ook zij bevinden zich in een moei-lijke financiële toestand. Vlaams minister Bourgeois verklaart dat de lokale besturen voldoende krijgen en ook de komende jaren niet meer zullen krijgen.

Wat doet zich nu voor op het terrein?Privatiseringen, uitbestedingen, …Bestuurders, veelal nieuwe, zoeken naarstig naar geld: via afstoten van diensten, samen-werkingsverbanden met privé (zorg), … . Tegelijk stellen zij dat de belastingen niet verhoogd worden. Maar, indirect doen ze dat dan wel: de gemeentebelastingen blijven wel op hetzelfde peil, maar je krijgt er minder dienstverlening voor in de plaats. En wat de burger zelf moet betalen, zal duurder worden (bvb. Vuilniszakken).

Snoeien in personeelEen andere vaak gekozen piste is het vermin-deren van het personeelsbestand, soms ge-paard met naakte ontslagen. Met als gevolg dat de werkdruk, die de laatste jaren al sterk was toegenomen, nog stijgt. Immers, dezelf-de dienstverlening moet geboden worden met minder personeel.

Page 14: Nieuwe Tijd - januari 2014

federale overheid

14

Als daarnaast blijkt dat onderhoudscontrac-

ten niet worden afgesloten of verlengd om-

dat er geen geld is, als blijkt dat ‘welzijn op

de werkvloer’ alleen maar op papier staat en

niets mag kosten, als blijkt dat de schimmels

op de muren groeien en mensen ziek worden

dan kan men niet zeggen dat we tevreden

mogen zijn.

Bovendien zijn de hervormingen met een

enorme snelheid in elkaar gestoken waar-

door er nu al ongerijmdheden in de verschil-

lende teksten te vinden zijn. Als mevrouw

Turtelboom dan leukweg verkondigt dat

deze basisteksten inzake hervormingen sneu-

velteksten zijn en ze achteraf sowieso zullen

moeten worden gecorrigeerd, dan moet men

hier toch vraagtekens durven zetten.

De schaalvergroting, de mobiliteit en het be-

heer zijn zware hervormingen die moeten ge-

realiseerd worden en niet op een drafje kun-

nen worden opgesteld voor de mooie ogen

van de man in de straat.

Dus, neen, dit is geen mooi verhaal.

Op de eerste plaats hekelen wij het totale ge-

brek aan communicatie. De enige communi-

catielijn die mevrouw Turtelboom gebruikt is

de media. Elke dag opnieuw moeten wij het

goede nieuws lezen of horen dat mevrouw

Turtelboom graag de wereld instuurt. Zelfs

op de dag van de staking zijn actievoerders

niet welkom. De deur wordt letterlijk voor hun

neus dichtgegooid.

Zij vindt zichzelf nochtans een goede minister

en vindt van zichzelf dat ze goed scoort. Spij-

tig genoeg kunnen wij dat niet bevestigen.

Vervolgens zijn er besparingen. We beseffen

zeer goed dat iedereen moet besparen en

dus ook binnen de rechterlijke orde. Maar als

korpsoversten niet weten op welke manier

deze besparingen worden opgelegd, als men

vaststelt dat meer en meer mensen niet wor-

den vervangen, als men moet vaststellen dat

er selecties op niveau van leidinggevenden

zijn gebeurd maar er geen plaatsen op dit

niveau zullen open gesteld worden omdat de

minister justitie wil hervormen met een mini-

mum aan leidinggevend personeel, dan kun-

nen wij dit niet begrijpen.

Vrijdag 13 december: een zwarte dag voor het gerechtspersoneel

Marijke KoningsEr is geschiedenis geschreven: het gerechtspersoneel heeft gestaakt op vrijdag 13 december 2013. al maanden laten wij horen dat we niet akkoord gaan met het beleid dat de minister van justitie voert.

Elke dag opnieuw moeten wij het goede nieuws lezen of horen

dat mevrouw Turtelboom graag de wereld

instuurt.

Page 15: Nieuwe Tijd - januari 2014

15lokale & regionale besturen

Dan blijkt nog dat er om budgettaire redenen

geen nieuwe loopbanen kunnen geïmple-

menteerd omdat het gerechtspersoneel nooit

een prioriteit is geweest.

Dit was de spreekwoordelijke druppel. We

moesten de nodige druk te zetten. Een staking

was op dat moment het enige middel om te

tonen aan de minister dat ze te ver is gegaan.

We hebben een duidelijk signaal willen geven

dat het gerechtspersoneel ook een stem heeft

en dat zij gerespecteerd moeten worden.

Over heel het Vlaamse land zijn er op zeer

korte tijd personeelsvergaderingen gehou-

den om aan het gerechtspersoneel duidelijk

te maken wat de minister van plan was, of be-

ter, niet van plan was: geen loopbaan voor het

personeel van de rechterlijke orde.

Vrijdag 13 december was een zwarte dag voor

heel justitie, ook voor het gerechtspersoneel.

Voor bijna alle gerechtsgebouwen uitte het

gerechtspersoneel haar ongenoegen over het

beleid van mevrouw Turtelboom. Het was een

sterk signaal en een vraag om respect.

En gelukkig werd er groen licht gegeven door

de ministerraad dat een nieuwe loopbaan ook

binnen RO kan geïmplementeerd worden.

Maar we moeten behoedzaam

blijven. Het gaat immers niet

alleen over de loopbanen.

Klaarheid over het ge-

voerde besparingsbeleid

krijgen we absoluut niet.

Integendeel, men gaat nog verder met be-

sparen. Men wil afwijken van de bestaande ka-

ders. Men wil afwijken van goedgekeurde wet-

teksten die stellen dat de werklastmeting zal

dienen om de personeelskaders aan te passen.

Er wordt op geen enkel manier een engage-

ment aangeboden door de minister om enige

opening te creëren en gerechtspersoneel rui-

mer te betrekken in het nieuwe gerechtelijke

landschap op vlak van beheer.

En dan als laatste punt: de overheid engageert

zich om meer proactief te communiceren. Dat

is wel schromelijk te laat. Wij vragen al vanaf

april 2013 duidelijkheid, transparantie en

communicatie op vlak van besparingen, op

vlak van de hertekening van het gerechtelijk

landschap…

Dus, de strijd is nog niet gestreden.

15federale overheid

Page 16: Nieuwe Tijd - januari 2014

16

federale overheid

Geert DewulfBelang van integriteitDe integriteit van overheidsmanagers en hun

medewerkers bij de (federale) overheidsdien-

sten wint meer en meer aan belang.

Mede door de aandacht van de media voor

laakbare handelingen in (federale) overheids-

diensten is het herstel van het vertrouwen

een uitgangspunt van de huidige moderni-

sering van de betrokken overheidsdiensten.

Voor de federale overheidsdiensten liggen

het integriteitsbeleid en de uitvoering ervan

in het verlengde van de eis naar publieke

verantwoording.

De overheidsorganisaties krijgen immers

meer inzicht op de invloeden die worden

uitgeoefend op het beleid omdat ze in toe-

nemende mate contact onderhouden met

hun belanghebbenden en stakeholders in het

streven naar meer openbaarheid. Deze nage-

streefde openbaarheid, mede door de invloed

van de media, beïnvloedt de activiteit en de

alertheid van de maatschappij voor moreel

afwijkend gedrag in het overheidsgebeuren.

integriteitbewustwordingBelangrijk is daarbij dat de federale over-

heidsdiensten hun medewerkers preventief

kunnen beschermen bij de uitvoering van

hun kwetsbare taken. Een van de preventieve

maatregelen is de bewustwording van deze

kwetsbare functie opdat de medewerkers

zich realiseren welke risico’s zij lopen bij de

uitvoering van de dagelijkse werkzaamheden.

In feite zouden de federale overheidsdiensten

de risico’s zoveel mogelijk aan de bron moet

bestrijden met bijvoorbeeld duidelijke regel-

geving en procedures.

De bewustwording van de individuele mede-

werker over de potentiële risico’s kan een

grotere bescherming bieden tegen integri-

teitrisico’s. Vaak is het niet duidelijk wat kan

en niet meer kan. Zo ontstaat een grijze zone.

Het bewustwordingsproces houdt in dat over

de grijze zone met collega’s van gedachten

kan worden gewisseld.

Een organisatiecultuur met openheid (trans-

parantie) zou in de federale overheidsdien-

sten de basis van een integere federale

overheidsorganisatie moeten worden. Maar

vandaag zijn weinig medewerkers in de fede-

rale overheidsdiensten bereid om op een

open wijze met elkaar te discussiëren over de

risico’s van hun functie en de daarbij gehan-

teerde normen en waarden.

Schendingen van de interne integri-teitBij interne integriteitschendingen zijn uitslui-

tend de eigen medewerkers van de federale

overheidsdienst rechtstreeks betrokken. Het

zou bijvoorbeeld kunnen gaan om een mana-

ger die zijn positie misbruikt of roekeloos met

de dienstwagen omgaat,...

Er zijn dus twee vormen van laakbaar gedrag

te onderscheiden :

• gedrag met betrekking tot de eigendom-

men van de organisatie;

• gedrag met betrekking tot de medewer-

kers van de organisatie.

Bij de eerste vorm is er sprake van ongeoor-

loofde zelfverrijking en in het tweede geval

van directe benadeling van de collega’s.

Onder het benadelen van de federale over-

heidsorganisatie vallen bijvoorbeeld onjuist

gebruik van de tijd van de federale overheids-

dienst, te laat komen, onterechte ziekmelding,

roekeloos gebruik van de middelen van de

federale overheidsdienst, privé gebruik van

de middelen van de federale overheidsdienst,

Een klokkenluidersregelingvoor de personeelsleden van de federale overheid

Een transparante organisatiestructuur zou de basis moeten

vormen.

Page 17: Nieuwe Tijd - januari 2014

17federale overheid

fraude, diefstal van middelen van de federale

overheidsdienst, en dies meer.

Het benadelen van collega’s in de federale

overheidsdienst kan worden vertaald naar

allerlei vormen van grensoverschrijdend

gedrag, zoals : pesten, osgw, machtsmisbruik

op grond van positie, discriminatie, racistisch

gedrag, agressie, dreiging met en gebruiken

van fysiek geweld.

Schendingen van de externe integri-teitBij externe integriteit zijn de externe klanten,

met name de burgers, de ondernemingen en

andere belanghebbenden van de federale

overheidsdienst betrokken.

Ook bij externe integriteitschendingen kan

een opsplitsing worden gemaakt tussen inte-

griteitschendingen die de federale overheids-

dienst rechtstreeks benadelen en de inte-

griteitschendingen die de externe klanten,

gebruiker en belanghebbenden rechtstreeks

benadelen.

Machtsafwending, machtsmisbruik, discri-

minatie, intimidatie, agressie, dreiging met

en gebruik van fysiek geweld, illustreren het

benadelen van de externe klanten als gebrui-

kers van de federale overheidsdienst in kwes-

tie.

klokkenluiderswet voor federale ambtenarenIn navolging van andere voorbeelden volgde

uiteindelijk de wet van 15 september 2013

betreffende de melding van een veronder-

stelde integriteitsschending in de federale

administratieve overheden door haar perso-

neelsleden. De wet verscheen in het Belgisch

Staatsblad van 4 oktober 2013 en zorgde voor

het invoeren van een klokkenluidersregeling

voor de federale overheidsdiensten. Daardoor

krijgen nu ook federale ambtenaren die in de

administraties misbruiken aan het licht bren-

gen een degelijke bescherming.

Net zoals op Vlaams niveau er een bescher-

mingsregeling bestaat is er nu ook op federaal

niveau gekozen om ambtenaren die mistoe-

standen aankaarten onder de bescherming

van de ombudsman te plaatsen. Federale

ambtenaren die een melding willen maken,

kunnen hiervoor terecht bij het ‘Centraal

Meldpunt voor Veronderstelde Integriteits-

schendingen’ dat werkt onder de bevoegd-

heid van de federale ombudsman. Een dui-

delijk omschreven procedure zorgt ervoor

dat meldingen altijd snel en grondig zullen

onderzocht worden.

Tot nu toe waren de federale ambtenaren die

onregelmatigheden wilden melden meestal

bang voor represailles (tuchtmaatregelen,

negatieve evaluaties, missen van promoties,

ontslag, enz.).

Een ‘veronderstelde integriteits-schending’Bij de federale ombudsmannen wordt het

‘Centraal Meldpunt voor Veronderstelde Inte-

griteitsschendingen’ opgericht.

Een ‘veronderstelde integriteitsschending’ is:

een handeling (of het nalaten van een hande-

ling) door een personeelslid die:

• een inbreuk is op de wetten, de besluiten,

de omzendbrieven, de interne regels en de

interne procedures die van toepassing zijn

op de federale administratieve overheden

en hun personeelsleden;

• een onaanvaardbaar risico inhoudt voor het

leven, de gezondheid of de veiligheid van

personen of voor het milieu;

• manifest getuigt van een ernstige tekortko-

ming in de professionele verplichtingen of

in het beheer van een federale administra-

tieve overheid;

• het welbewust bevelen of adviseren door

een personeelslid om een integriteitsschen-

ding te begaan zoals bedoeld in de voor-

noemde punten.

Pesterijen en discriminatie op basis van leef-

tijd, seksuele geaardheid, burgerlijke staat,

geboorte, vermogen, geloof of levensbe-

schouwing, politieke of syndicale overtui-

ging, taal, gezondheidstoestand, handicap,

een fysieke of genetische eigenschap, sociale

afkomst, geslacht, zwangerschap, bevalling of

moederschap, nationaliteit (zgn. ras, huids-

kleur, afkomst of nationale etnische afstam-

ming) worden niet beschouwd als een ‘veron-

derstelde integriteitsschending’.

Het zijn de federale ombudsmannen die het

‘Centraal Meldpunt voor Veronderstelde Inte-

griteitsschendingen’ leiden en beheren.

Een federale ambtenaar die overweegt om

een veronderstelde integriteitsschending te

melden, kan zich laten informeren en advise-

ren over de inhoud en de toepassing van de

wet van 15 september 2013 bij :

• een vertrouwenspersoon integriteit (die in

zijn administratie instaat voor het ontvan-

gen van dergelijke meldingen);

• het Centraal Meldpunt voor Veronderstelde

Integriteitsschendingen;

• de federale administratieve overheid waar-

voor de minister die instaat voor de bewa-

king van de integriteit in de federale admi-

nistratieve overheden bevoegd is.

De federale ambtenaar meldt een veronder-

stelde integriteitsschending die zich in de

afgelopen vijf kalenderjaren heeft voorge-

daan, zich voordoet of op het punt staat zich

voor te doen in een federale administratieve

overheidsdienst en dit op basis van een rede-

lijk vermoeden.

Voorafgaand adviesOm onterechte meldingen of een overdreven

aantal overbodige meldingen te voorkomen

Page 18: Nieuwe Tijd - januari 2014

18

federale overheid

is een filtermechanisme ingebouwd, dit in de

vorm van een voorafgaand advies.

De federale ambtenaar die een ‘veronder-

stelde integriteitsschending’ wil melden, moet

eerst schriftelijk een voorafgaand advies aan

een vertrouwenspersoon integriteit of aan

het Centraal Meldpunt vragen. Hij moet de

vraag om voorafgaand advies staven met

elementen die wijzen op een eerlijk en redelijk

vermoeden dat de integriteitsschending zich

in de afgelopen vijf kalenderjaren heeft voor-

gedaan, zich voordoet of op het punt staat

zich voor te doen in een federale administra-

tieve overheid. De wet van 15 september 2013

somt de elementen op die de vraag om voor-

afgaand advies moet bevatten en omschrijft

de procedure.

Melding en onderzoekEen ambtenaar kan zijn functionele of een

hiërarchische meerdere in kennis stellen van

een ‘veronderstelde integriteitsschending’ in

de federale administratieve overheid waar

hij is tewerkgesteld. Die meerdere gaat ver-

trouwelijk om met de identiteit en de rechts-

toestand van de federale ambtenaar en moet

ervoor zorgen dat hij geen nadelige gevolgen

ondervindt. Een federale ambtenaar die zijn

meerdere niet in kennis wil stellen, kan de

veronderstelde integriteitsschending melden

aan de vertrouwenspersoon integriteit.

Hij kan daarbij kiezen voor een open of voor

een vertrouwelijke melding. Bij een open mel-

ding krijgt de federale ombudsman de toela-

ting om de identiteit van de melder bekend

te maken. De vertrouwelijke melding houdt in

dat de federale ombudsman de identiteit van

de melder niet bekend maakt.

Uiteindelijk kan de federale ambtenaar de

‘veronderstelde integriteitsschending’ ook

rechtstreeks melden aan het ‘Centraal Meld-

punt voor Veronderstelde Integriteitsschen-

dingen’.

De federale ombudsmannen en de deskundi-

gen die hen bijstaan, kunnen eender welk per-

soneelslid bij het onderzoek betrekken als ze

menen dat dit personeelslid een bijdrage tot

het onderzoek kan leveren. Het bij het onder-

zoek betrokken personeelslid heeft het recht

zich door een raadsman te laten bijstaan.

De personeelsleden die betrokken worden

bij het onderzoek krijgen van de federale

ombudsmannen een schriftelijk verslag van

het onderzoek. Uiterlijk twee weken na de

afronding van het onderzoek vullen de fede-

rale ombudsmannen dit verslag aan met hun

inhoudelijke standpunten, hun beoordeling

en de maatregelen die zij aanbevelen.

De overheid moet bewijzen dat geen nade-

lige maatregelen werden genomen, dan wel

dat niet met dergelijke maatregelen werd

gedreigd.

Indien er wordt vastgesteld dat er geen

integriteitsschending is geweest, wordt het

onderzoek afgesloten. Indien er wel een inte-

griteitsschending wordt vastgesteld, maar er

onvoldoende elementen beschikbaar zijn om

te besluiten dat het om een misdaad of een

wanbedrijf gaat, wordt het schriftelijk verslag

bezorgd aan de hoogste hiërarchische lei-

dinggevende van de federale administratie

waar de veronderstelde integriteitsschending

zich heeft voorgedaan. Is die betrokken partij,

dan wordt het schriftelijk verslag bezorgd aan

de verantwoordelijke minister.

BeschermingsmechanismeDe wet van 15 september 2013 voorziet een

(tijdelijk) beschermingsmechanisme voor de

federale ambtenaren die de meldingsproce-

dure volgen, om te voorkomen dat ze een

nadelig gevolg voor de arbeidsvoorwaar-

den of de arbeidsomstandigheden zouden

ondervinden. Tot de beschermde personen

behoren uiteraard de klokkenluider zelf, maar

ook de personeelsleden die bij het onder-

zoek betrokken worden en het personeelslid-

raadsman die het personeelslid dat wordt

betrokken bij het onderzoek adviseert.

De klokkenluider (dit is de melder) wordt

beschermd vanaf de aanvraag van het voor-

afgaand advies. Voor het personeelslid dat

betrokken wordt bij het onderzoek en voor

het adviserende personeelslid-raadsman

loopt de beschermingsperiode vanaf het

moment dat ze worden betrokken.

De bescherming geldt van rechtswege. Er

moeten dus geen bijzondere stappen onder-

nomen worden om de bescherming aan te

vragen.

Indien onterecht een nadelige maatregel

wordt getroffen, kan aan de nemer van de

maatregel een tuchtsanctie worden opgelegd.

Als het beschermde personeelslid misbruik

maakt van zijn bescherming kan ook tegen

hem een tuchtmaatregel genomen worden.

De Koning bepaalt de duur van de bescher-

mingsperiode. Deze bedraagt minstens twee

jaar na het afronden van het onderzoek van

kracht.

SanctiesIn geval van misbruik kan de bescherming

voortijdig opgeheven worden. Het kan zijn

dat :

1° het personeelslid bewust oneerlijk en niet

waarheidsgetrouw de veronderstelde integri-

teitsschending heeft gemeld;

2° het personeelslid dat werd betrokken bij

het onderzoek bewust oneerlijk, niet-waar-

heidsgetrouw of onvolledige informatie ter

beschikking van de federale ombudsmannen

en de deskundigen die hen bijstaan bij de

uitvoering van het onderzoek heeft gesteld;

3° het personeelslid bewust heeft gehandeld

of beslissingen heeft genomen met als enige

oogmerk het onderzoek te verhinderen, te

bemoeilijken en/of te beëindigen of een per-

soon hiertoe aan te zetten.

inwerkingtredingDe wet van 15 september 2013 treedt in

werking op 4 april 2014, dat is zes maanden

na haar bekendmaking in het Belgisch Staats-

blad. Het is dus nog even wachten alsook

op een eerste uitvoeringsbesluit. Hoe dan

ook ACV-Openbare Diensten is voorbereid

opdat de potentiële klokkenluiders niet een-

zelfde lot als Edward Snowden of Paul Van

Buitenen (gewezen E.U.-ambtenaar) moeten

ondergaan.

Page 19: Nieuwe Tijd - januari 2014

19bijzondere korpsen

bijna, maar nog niet helemaalBrandweer:

Ilse HeylenDat de onderhandelingen omtrent het statuut brandweer niet van een leien dakje lopen is meer dan een understatement. ze hebben al veel volharding, leed, geduld , flexibiliteit en energie gevergd van vele mensen. En het werk is nog niet af.

Na onze actie op dertien december van vorig

jaar werden de gesprekken opnieuw opges-

tart. Want ACV-Openbare Diensten wil nog

steeds werk maken van een degelijk sta-

tuut, hoe moeilijk ook.

Het succes van de actie en de grote opkomst

toont de bezorgdheid van de mensen op het

terrein.

We betreuren wel dat de actie wat is onts-

poord en er zelfs mensen gekwetst raakten.

Er waren nochtans afspraken gemaakt om

de actie respectvol en kalm te laten verlopen

maar die werden duidelijk niet door iedereen

gerespecteerd. We vinden het zeer jammer

dat enkelen op die manier een negatief beeld

creëren van brandweer.

We zijn er echter van overtuigd dat de grote

meerderheid van de mensen met de juiste

houding aanwezig was op de actie, waarvoor

dank.

De minister van Binnenlandse zaken Milquet

gaf naar aanleiding van de actie aan dat ze de

ongerustheid van het personeel over rechten

zoals verloven, maaltijdcheques en hospitali-

satieverzekering goed begrijpt. Ze heeft zich

dan ook geëngageerd om duidelijkheid te

brengen over ingeschreven maatregelen en

aanvullende overgangsmaatregelen, zowel

in het administratieve als in het geldelijke

statuut. Ze heeft aangegeven dat het zeker

niet de bedoeling is te raken aan verworven

rechten.

Half januari zullen de gesprekken ook na het

onderhandelingscomité nog verder worden

gezet, conform met wat werd afgesproken op

de ministerraad.

Als ACV-Openbare Diensten willen we al

de mogelijkheden te volle benutten om te

komen tot een degelijk statuut.

Het werk is dus niet af.

Voor onze leden hebben we een brochure

uitgewerkt met nuttige informatie over het

nieuwe statuut. Let wel, deze brochure kan

om evidente reden nog onderhevig zijn aan

wijzigingen, in functie van het verdere verloop

en het spreekt uiteraard voor zich dat vragen

en suggesties tot verbetering meer dan wel-

kom zijn.

Je vindt onze brochure op onze website: www.

acv-openbarediensten.be

Half januari zullen de gesprekken

ook na het onderhandelingscomité

nog verder wordengezet.

Page 20: Nieuwe Tijd - januari 2014

20

vervoer

De Heer Flausch, voorzitter van UITP, gaf mee

waar volgens hem de grootste bedreigingen

en kansen voor het stad- en streekvervoer lig-

gen. (Verdere) liberalisering en privatisering

zijn hierbij pistes die in enkele politieke mobi-

liteitsprogramma’s zeker zullen opduiken. De

syndicale verantwoordelijken van de drie ge-

westelijke vervoersmaatschappijen schetsten

daarop de financiële vooruitzichten op korte

en middellange termijn. Een weinig rooskleu-

rig beeld in een context waarin er net meer

investeringen noodzakelijk zijn.

In de namiddag nam de Heer Guy Van Gyes

(HIVA-KULeuven) het woord. Volgens hem zal

de staking als drukkingsmiddel in de open-

bare netwerk-dienstverlening steeds meer

onder druk van de publieke opinie komen

te staan. Gebruikers gedragen zich immers

steeds meer als kritische en mondige consu-

menten. Vakbonden en reizigers moeten strij-

den voor hetzelfde doel: een kwaliteitsvolle

mobiliteit in al haar aspecten. De belangen la-

ten samenlopen is een zeer belangrijke uitda-

ging. Theoretische denkpistes werden in het

licht gehouden van de huidige sociale relaties

en problemen binnen de maatschappijen en

hun onderaannemers.

De aanwezige militanten werden door de pre-

sentaties duidelijk aangezet tot mee-denken

en formuleerden interessante standpunten

als aanvulling. Een geslaagde studiedag!

Sector vervoer staat stil bij toekomstige uitdagingenThomas Vaelop 9 december 2013 organiseerden we een studiedag rond uitdagingen die in 2014 zeker mee onze syndicale agenda zullen bepalen.

De belangen laten samenlopen is een zeer belangrijke

uitdaging.

Page 21: Nieuwe Tijd - januari 2014

21vervoer

De Lijn staat nog maar eens voor een heel cruciaal jaar!Jan CoolbrandtTer gelegenheid van de overgang van het oude naar het nieuwe jaar worden meestal wensen uitgesproken of worden goede voornemens gemaakt. het gaat dan meestal over een ‘goede’ gezondheid en een ‘goed ‘ jaar. Wensen en voornemens zijn bij uitstek een teken van hoop op een betere toekomst.

Uiteraard willen wij ook De Lijn en vooral haar

medewerkers een gezond en goed 2014 wen-

sen. Maar onze zin voor de realiteit van de dag

maakt ons toch ook wat ongerust over onze

toekomst. Wordt het wel een goed jaar voor De

Lijn?

Alhoewel politici bij hoog en bij laag beweren

dat ze nog niet aan de verkiezingen denken,

wordt het stilaan duidelijk dat het de komende

maanden over niets anders zal gaan. Partijen

warmen zich op. Ze maken hun verkiezingspro-

gramma. Heel wat ‘Vlaamse’ overheidsbedrij-

ven en ook de middenveldorganisaties maken

volop plannen voor de toekomst. Ze stellen

memoranda op en maken op deze manier hun

standpunten bekend bij de politieke partijen.

Meteen hopen zij ook te kunnen wegen op de

standpunten van diezelfde politieke partijen.

Men gaat er dus van uit dat met hun standpun-

ten zal rekening worden gehouden.

Ijdele hoop? Wij hopen van niet, want ook wij

zullen binnenkort ons memorandum bekend

maken. Wij zullen de programma’s van de po-

litieke partijen toetsten aan onze standpunten.

Wij ‘hopen’ dat men rekening zal houden met

wat wij te zeggen hebben. In elk geval, wij wil-

len wegen op het publieke debat dat, ter ge-

legenheid van deze verkiezingen, zal gevoerd

worden rond ‘de toekomst van het openbaar

vervoer’. Wij willen ons laten horen! Laat dat

duidelijk zijn.

Wij komen hier in februari zeker op terug.

Ook intern staan wij , nog maar eens, voor een

belangrijk jaar. De onderhandelingen over de

reorganisaties – niet alleen bij ict, financiën,

marketing en personeel , maar ook bij Techniek

- zijn (bij het ter perse gaan) nog niet afgerond.

Hoe dan ook zal het een krachttoer worden

om dat allemaal in goede banen te leiden en

succesvol te implementeren. Kan men de me-

dewerkers overtuigen van de zin van deze re-

organisaties?

Laat ons bovendien niet vergeten dat wij on-

dertussen nog een aantal andere heikele pun-

ten te bespreken hebben. Wij verwijzen hier

naar de afspraken die werden gemaakt binnen

het kader van de cao-besprekingen ‘2013-2014’.

Met betrekking tot de toekenning van onze

bonus (140 euro) zal het belangrijk zijn dat wij

onze doelstelling – de daling van het aantal ar-

beidsongevallen – ook halen!

Wij zijn er ook zeker van dat De Lijn nauwge-

zet zal toezien op de uitvoering van de cao-

afspraken van juni 2013 en dat ze dus nog een

aantal punten ter bespreking zal voorleggen.

Het gaat over de annualisering van de arbeids-

duur, het leeftijdsbewust personeelsbeleid, de

opleiding van het personeel en de ‘regelset’

(de harmonisering – gelijkschakeling - van de

loon- en arbeidsvoorwaarden bij De Lijn, de zo-

genaamde STHR).

Het wordt dus ongetwijfeld ook binnen De Lijn

een spannend 2014.

En er zal dus dit jaar, nog maar eens, heel veel

gevraagd worden van het personeel…

MIVB: op de valreep een sociaal akkoord!Jan CoolbrandtDe onderhandelingen hebben zich een hele tijd voortgesleept maar uitein-delijk werd toch nog voor het einde van het jaar een ‘sociale programmatie’ afgesloten.

Uiteraard heeft de door de regering opge-

legde loonstop zwaar gewogen op deze ge-

sprekken. Toch durven wij stellen dat gezien

de omstandigheden het een aanvaardbaar

compromis is geworden. Er is, op een of ande-

re manier, ook geprobeerd om de koopkracht

van de MIVB-medewerker te verbeteren.

Zo wordt vanaf 2013 elk jaar een ecocheque

uitgekeerd aan de medewerkers. In 2013 voor

een bedrag van 110 euro per medewerker en

vanaf 2014 een bedrag van 160 euro per me-

dewerker. Voor de duidelijkheid, dit bedrag

komt bovenop het reeds toegekende bedrag

van 35 euro.

Ook is de vergoeding voor het onderhoud van

onze uniformen gevoelig opgetrokken. Het is

nu 1 euro per werkdag. Ook aan de regeling

‘kledijfonds’ zijn heel wat verbeteringen aan-

gebracht.

Nog opmerkelijk: het behoud van de eenper-

soonskamer voor onze medewerkers – dit

zonder franchise voor de medewerkers- (hos-

pitalisatieverzekering). Wanneer wij dit verge-

lijken met andere polissen in andere bedrijven

zijn wij hier eerder de uitzondering dan de

regel.

Toch zijn er nog heel wat hangende proble-

men, waar dringend knopen moeten worden

doorgehakt.

Het gaat onder meer over de specifieke brug-

pensioenregeling voor de medewerkers ge-

boren in 1957, de specifieke brugpensioenre-

geling voor medewerkers/chauffeurs ‘zwaar

beroep’, de toepassing van de regeling ‘tijds-

krediet…

Wij hopen op deze terreinen op bedrijfsak-

koorden. Wat ons betreft liefst zo snel moge-

lijk.

Page 22: Nieuwe Tijd - januari 2014

22

vervoer

Sancties tegen onze chauffeurs: ook de werkgevers moeten de spelregels volgen!Jan Coolbrandthet najaar 2013 was voor onze chauffeurs – zowel bij De lijn als bij de pri-vé-exploitanten – niet altijd aangenaam. naar aanleiding van een aantal punctuele incidenten werd ‘de’ chauffeur door de publieke opinie - mis-schien was het eerder de pers ? - aan de schandpaal genageld. De werkge-vers voelden zich verplicht om hierop een krachtdadig antwoord te geven door ‘hard’ op te treden tegen de chauffeurs-overtreders!

Wij hebben als vakbond de kans gekregen

om hierover publiek onze mening te geven.

Wij hebben dat dan ook gedaan.

Wij willen hier vandaag eventjes de klemtoon

leggen op de rechten van onze chauffeurs. Er

ook nog eens aan herinneren dat zowel bij

De Lijn als bij de privé-exploitanten arbeids-

reglementen zijn goedgekeurd waarin ook

sancties zijn opgenomen. Er is een procedure

vastgelegd voor het opleggen van sancties.

Er is in beide gevallen ook sprake van een be-

roepsprocedure.

Wij willen hier ook wijzen op een aantal an-

dere rechtsprincipes, zoals de rechten van de

verdediging, de wet op de privacy, het pro-

portionaliteitsprincipe.

Wat wij dus niet kunnen aanvaarden is dat

chauffeurs al publiek worden veroordeeld,

nog voor de feiten zijn nagetrokken of ter

beoordeling worden voorgelegd aan de

betrokkene zelf. Op deze manier worden de

rechten van de verdediging zwaar geschaad.

Wij kunnen ook niet aanvaarden dat naar

aanleiding van een overtreding, de feiten, de

naam en de historiek van de werknemer zo-

maar op straat wordt gegooid.

Wij vinden bovendien dat de straf in verhou-

ding moet staan tot de ‘gepleegde’ overtreding.

Wij zullen hierover in discussie gaan met

zowel De Lijn als de werkgevers-privé-ex-

ploitanten en eisen dat zij zich houden aan

deze principes. Ook al hebben wij soms de

publieke opinie tegen!

Uitbetaling vakbondspremie De Lijn 2013Bedrag: 130,00 Euro

De premie kan ook pro rata – in twaalfden –

worden uitbetaald.

1 maand 10,83€ 7 maand 75,83€2 maand 21,66€ 8 maand 86,66€3 maand 32,50€ 9 maand 97,50€4 maand 43,33€ 10 maand 108,33€5 maand 54,16€ 11 maand 119,16€6 maand 65,00€ 12 maand 130,00€

Voorwaarden: Een voltijds lidmaatschapsbij-

drage betaald hebben.

Procedure: Legitimatiekaarten bezorgen

aan uw gewestelijke secretariaat

ACV- Openbare diensten.

Uitbetaling: vanaf dinsdag 28/01/2014

Uitbetaling vakbondspremie MIVB 2013Bedrag: 130,00 Euro

De premie kan ook pro rata – in twaalfden –

worden uitbetaald.

1 maand 10,83€ 7 maand 75,83€

2 maand 21,66€ 8 maand 86,66€

3 maand 32,50€ 9 maand 97,50€

4 maand 43,33€ 10 maand 108,33€

5 maand 54,16€ 11 maand 119,16€

6 maand 65,00€ 12 maand 130,00€

Bedrag: 124,00 Euro (met afhouding €

6,00 voor boetefonds chauffeurs)

De premie kan ook pro rata – in twaalfden –

worden uitbetaald.

1 maand 4,83€ 7 maand 69,83€

2 maand 15,66€ 8 maand 80,66€

3 maand 26,50€ 9 maand 91,50€

4 maand 37,33€ 10 maand 102,33€

5 maand 48,16€ 11 maand 113,16€

6 maand 59,00€ 12 maand 124,00€

Voorwaarden: Aangesloten zijn en voltijds

lidmaatschapsbijdrage beta-

len.

Procedure: Legitimatiekaart bezorgen

aan uw militant ACV- Open-

bare diensten.

Uitbetaling: vanaf dinsdag 28/01/2014

Page 23: Nieuwe Tijd - januari 2014

pensioenen 23

Joris LermytteEr is nieuwe wetgeving op komst die voor een reeks technische verbeterin-gen van het overheidspensioenstelsel moet zorgen. Er komt onder meer een wettelijke basis voor het meetellen van contractuele diensten na een benoe-ming.

Aanneembaarheid contractuele overheidsdiensten wettelijk verankerd

Omdat statuten evolueren en na verloop

van tijd een aantal tekortkomingen van de

pensioenwetgeving duidelijk worden, moet

de pensioenwetgeving na verloop van tijd

aangepast worden. Het huidige wetsontwerp

biedt daarenboven nog een aantal verder-

gaande verbeteringen.

Een overzicht van de belangrijkste bepalin-

gen:

• Voor het federaal overheidspersoneel was

het nodig rekening te houden met de nieu-

we loopbanen. Trapverhogingen en schaal-

bonificaties maken deel uit van de referen-

tiewedde voor de pensioenberekening.

• Het behoud van de preferentiële pensioen-

voorwaarden van gewezen militairen die te-

werkgesteld zijn in het administratief en lo-

gistiek kader (Calog) van de geïntegreerde

politie. De preferentiële pensioenvoorwaar-

den van militairen die hun overplaatsing

hadden aangevraagd naar de FOD Justitie

om daar de functie van veiligheidsbeambte

Schrapping begrafenisvergoeding definitief van de baanJoris LermytteDe regering had zich begin 2013 voorgenomen de be-grafenisvergoeding in het overheidspensioenstelsel te schrappen. De begrafenisvergoeding is gelijk aan het laatste bruto maandbedrag van het rustpensioen, be-perkt tot 2 557,95 euro. Ze wordt gefinancierd door een bijdrage van 0,5% op de pensioenen. Via onder meer een begrafenisstoet naar het kabinet pensioenen heb-

ben de ACV-centrales voor de openbare sector zich te-gen de schrapping verzet. De schrapping zou immers zorgen voor een vertrouwensbreuk omdat de bijdrage wel behouden zou blijven. De acties zorgden ervoor dat de regering op haar beslissing terug kwam. Op 22 december besliste de regering haar voornemen tot schrapping definitief naar de prullenbak te verwijzen.

uit te oefenen, worden verduidelijkt.

• Het in aanmerking nemen van diensten als

bediende van een hypotheekbewaarder.

• De diplomabonificatie wordt voortaan ge-

situeerd in de tijd waardoor een eventueel

dubbel pensioenvoordeel wordt verme-

den.

• Stagiairs bij de lokale besturen worden on-

derworpen aan de pensioenregeling van

de openbare sector.

• De wettelijke basis voor de elektronische

pensioenaanvraag en het elektronisch

pensioendossier worden voorzien.

• De Pensioendienst voor de overheidssec-

tor (PDOS) zal de inning van bijdragen kun-

nen delegeren aan bijvoorbeeld de RSZ of

de RSZPPO.

• Het tijdstip waarop een echtscheiding uit-

werking krijgt inzake overlevingspensioe-

nen wordt verduidelijkt.

• De perequatiewetgeving wordt geactuali-

seerd.

Daarnaast wordt een wettelijk fundament

voorzien voor het meetellen van contractuele

en tijdelijke overheidsdiensten die aan een

benoeming voorafgaan. Het principe werd

voortdurend bevestigd in de rechtspraak,

maar was niet expliciet voorzien in de pen-

sioenwetgeving. Nu wordt dit uitdrukkelijk

ingeschreven in de wetgeving. Dat biedt be-

langrijke bijkomende rechtszekerheid aan

heel wat ambtenaren.

Het huidige wetsontwerp biedt een

aantal verdergaande verbeteringen.

Page 24: Nieuwe Tijd - januari 2014

Mini-overheidwie wordt daar nu beter van?

V.U

.: D

omin

ique

Ley

on,

Haa

chts

este

enw

eg 5

79,

1030

Bru

ssel

De mini-mode is helemaal terug. Mini-jobs, mini-koopkracht, mini-overleg, mini-overheid, mini-zorg. Alleen voor flexibiliteit, bonussen, afscheidspremies en toplonen mag het nog maxi zijn.

van

solidariteit

word je

beter

www.miniisback.be