Nieuwe Tijd - januari 2014
-
Upload
acv-openbare-diensten -
Category
Documents
-
view
218 -
download
3
description
Transcript of Nieuwe Tijd - januari 2014
nieuwetijdmagazine voor openbare diensten
maandblad van ACV-Openbare Diensten – januar i 2014v.u.: L. Hamelinck, Helihavenlaan 21, 1000 Brussel
Statuut brandweer: bijna, maar nog niet helemaal
Staking bij Rechterlijke Orde
In dit nummer
2
COLOFON Redactie Luc Hamelinck | Amélie Janssens | Chris Herreman | Joris Lermytte | Thomas Vael | Ilse Heylen | Marc Saenen | Frédéric De Gelissen | Jan MortierEindredactie Amélie Janssens | Luc HamelinckVormgeving Gevaert Graphics Druk Corelio Printing | www.corelio.be
20
21
21
22
22
22
03
04
19
16
1407
09
10
11
12
13
140904
FEDERalE oVERhEiDVlaaMSE oVERhEiD
VervoerSector vervoer staat stil bij toekomstige uitdagingen
MIVB: op de valreep een sociaal akkoord!
De Lijn staat nog maar eens voor een heel cruciaal jaar!
Sancties tegen onze chauffeurs: ook de werkgevers moeten de spelregels volgen!
Uitbetaling vakbondspremie MIVB 2013
Uitbetaling vakbondspremie De Lijn 2013
Autonoom gemeentebedrijf dienstenbedrijf Ninove terug naar de stad
Minder personeel, minder betaald, grotere flexibiliteit en werkdruk !?
FederaalVrijdag 13 december: een zwarte dag voor het gerechtspersoneel
Een klokkenluidersregelingvoor de personeelsleden van de federale overheid
Bijzondere korpsenBrandweer: bijna, maar nog niet helemaal
edito Gelukkig nieuwjaar!
focus Marc Morris Van Secretaris-Generaal tot eerste schepen
zorg Zorgkundigen versus verzorgenden in openbare woonzorgcentra ?
Vlaamse overheid Plantentuin Meise na 10 jaar uiteindelijk een Vlaams agentschap
CAO IV Hoger onderwijs
Lokale en Regionale besturen Vakbondswerk in tijden van besparingen
FocuS
edito 3
Gelukkig nieuwjaar!
Januari is nieuwjaarsmaand. Gelukkig nieuwjaar wensen we elkaar dan toe. Een goede gezondheid en voorspoed op persoonlijk vlak, voor uw familie en op het werk. En dat is ook gemeend.
Dit jaar kreeg ik een kaartje (met een afbeelding van een kunstwerk van Paul Delvaux) van een lid dat me goede moed toewenste, want, zo voegde hij eraan toe, ‘de overheidsdiensten zitten in de hoek waar de klappen vallen’. Dit is uiteraard juist gezien. De afgelopen maanden hadden we voortdurend te maken met beslissingen tot vermindering van personeel, met besparingen, afstoting van activiteiten,… kortom weinig opbeurend nieuws. We hopen dat de komende maanden die negatieve berichtenstroom wat afneemt. De meeste besturen hebben nu hun begrotingen uitgewerkt en zouden normaal dus minder nieuwe besparin-gen moeten beslissen. Wat economische groei kan daarbij helpen.
De openbare sector zit wellicht nog wel een flinke poos in die hoek waar de klappen val-len. Het volstaat gewoon aandachtig te volgen welke posities politieke partijen innemen. Meestal komt het erop neer dat de overheid moet worden ‘ontvet’ ten voordele van de ‘echte’ economie. Alsof de openbare sector een blok aan ons economisch been zou zijn. Men lijkt vergeten dat precies de overheid is moeten tussenkomen als engelbewaarder om de eco-nomie van meer onheil te behoeden.
De komende maanden zal ACV-Openbare Dien-sten behoorlijk wat inspanningen leveren om het negatieve beeld dat men gemakkelijk ophangt tegenover openbare diensten, om te keren. Ge-makkelijk wordt dit niet. Maar we verwachten van politici voor de verkiezingen wel klare taal over de op-ties die ze willen nemen tegenover de openbare sector, te-genover het overheidspersoneel, de vrijwaring van het statuut, de manier van omgaan met contractuelen, hoe ze evoluties rond arbeid en gezin zien, de aanpak tegenover de pensioenen,… noem maar op. De mensen mogen vooraf weten wie waarvoor concreet staat.
In afwachting willen we onder de huidige regering nog een aantal belangrijke kwesties re-gelen. Denk bijvoorbeeld maar aan de opstart van aanvullende pensioenen voor contrac-tueel overheidspersoneel (kaderwet) en het feit dat de kwestie van de motivering van het ontslag voor contractueel overheidspersoneel bij wet moet worden geregeld.
Met het nieuwe jaar ligt er een pak syndicaal werk op tafel. De ganse equipe van ACV-Open-bare Diensten neemt het graag op … in uw belang!
Vriendelijke groeten
Luc Hamelinck, Voorzitter
Met het nieuwe jaar ligt er een pak syndicaal
werk op tafel.
Volg ons op twitter.com/acvopenbaar
Like ons op facebook.com/acv-openbarediensten
www. acv-openbarediensten.be
23
23
19
BijzonDERE koRpSEn
PensioenenAanneembaarheid contractuele overheidsdiensten wettelijk verankerd
Schrapping begrafenisvergoeding definitief van de baan
focus
4
Marc Morris Van Secretaris-Generaal tot eerste schepen
Amélie JanssensMarc Morris ging op 1 november 2013 met pensioen als Secretaris- Gene-raal van het departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin. hij was be-trokken bij heel wat belangrijke hervormingen binnen de Vlaamse overheid maar richt nu zijn aandacht op de gemeentepolitiek in zijn thuisgemeente Bertem. We keken met Mijnheer Morris terug op zijn periode bij de Vlaamse overheid en blikken vooruit naar de toekomst van de zorgsector.
Marc Morris was als piepjong ambte-naar al betrokken bij het vormgeven van de Vlaamse overheid.“Tijdens de eerste periode van hervormingen
begin jaren ‘80 werkte ik bij ‘Nederlandse cul-
tuur’. Dat was eigenlijk al een Vlaamse admi-
nistratie ‘avant la lettre’ aangezien we geen an-
derstalige collega’s hadden. Ik heb die eerste
hervorming dus beleefd als een vrij normaal
proces want wij voelden binnen onze dien-
sten niet echt grote schokken. Voor mensen
uit andere diensten was dat natuurlijk wel
anders. Want het was natuurlijk een immense
operatie. En een moeilijke pioniersperiode
omdat je van nul moest beginnen om een or-
ganisatie vorm te geven. Om een voorbeeld
te geven: voor de hervormingen zaten onge-
veer 4000 personeelsleden verspreid over 30
gebouwen in Brussel. Het was dus vooral een
rationaliseringsoefening. Ik heb hieraan mijn
bescheiden bijdrage geleverd via mijn werk
bij de juridische dienst. De staatshervorming
van 1988 is een heel grote doorbraak geweest
en heb ik veel intenser beleefd. De hervor-
ming in 1980 was historisch belangrijk, maar
die van 1988 was in volume veel groter want
bijvoorbeeld onderwijs, openbare werken en
leefmilieu kwamen over. Ik was toen een van
de leden van de interkabinetten werkgroep
die alles in goede banen probeerde te leiden.”
“Het jammere bij zo’n hervormingen is dat je
als organisatie noodgedwongen heel erg met
jezelf moet bezig zijn. Je eerste opdracht is in
dienst staan van de bevolking, maar dat kan
tijdens zo’n proces niet altijd. Je moet veel tijd
en energie steken in het opbouwen van een
organisatie.”
En toch zijn die inspanningen vol-gens mijnheer Morris belangrijk.“Dat is geen verloren energie, want een goed
geoliede administratie heb je nodig om een
goede dienstverlening te kunnen bieden. Als
je terugkijkt naar de voorbije 30 jaar dan kan
je enkel vaststellen dat een aantal stappen
noodzakelijk waren om te kunnen komen tot
een meer performant overheidsapparaat. Als
je er bijvoorbeeld kunt voor zorgen dat de
personeelsleden in een kwalitatief goeie infra-
structuur kunnen werken, dan komt dat ook
de dienstverlening ten goede.”
“Ook de informatisering heeft voor veel
vooruitgang gezorgd. Ik geef een voorbeeld
uit een beleidsdomein waar ik niet zelf heb
meegewerkt: de uitbetaling van de lonen
van het onderwijspersoneel. Meer dan hon-
derdduizend leerkrachten worden via Vlaan-
deren betaald. In de jaren ’70 en begin jaren
’80 moesten die mensen soms nog maanden
wachten op hun loon toen ze in dienst kwa-
men. Dat probleem is weggewerkt. Begrijp
me niet verkeerd, ook federaal zijn die zaken
nu in orde, ik heb bvb. mijn eerste pensioen
een absoluut neutraal beleid
bestaat niet
focus 5
zeer stipt ontvangen, maar in het onderwijs
slaagt Vlaanderen daar al meer dan 15 jaar in.
En dat is ook maar normaal. Als je werkt, heb je
recht op je loon. Daar zijn geen compromissen
over mogelijk.”
Marc Morris heeft een uitgesproken mening over het soort beleid dat Vlaanderen moet voeren op vlak van zorg en welzijn. als Secretaris-Generaal van het departement Wel-zijn, Volksgezondheid en Gezin ging hij er ook al van uit dat een overheid aan de kant van de zwakkeren moet staan.“Laat ik hiermee beginnen: een absoluut
neutraal beleid bestaat niet. Een beleid voe-
ren is nooit waardenvrij. Als ambtenaar moet
je het besliste beleid objectief uitvoeren,
maar een beleid wil steeds bepaalde maat-
schappelijke effecten bereiken. De vraag is:
welke effecten? Mijn overtuiging is dan dat
een overheid – en ook de ambtenarij als in-
strument van de overheid – zich vooral moet
inspannen om mensen vooruit te helpen
die dit op eigen kracht niet kunnen. Neem
bijvoorbeeld het beleid rond kinderopvang.
Dat is een belangrijke voorziening gewor-
den. In de eerste plaats natuurlijk voor het
kind. Maar het moet ook mensen in staat
stellen een beroepsactiviteit uit te oefenen.
Je kan je dan de vraag stellen wie je daarbij
het meest moet beschermen: de hardwer-
kende tweeverdieners of de alleenstaande
moeder met kinderen die zonder kinderop-
vangfaciliteiten zelfs niet actief kan zijn op de
arbeidsmarkt? Als je een beleid uittekent dat
alleen de kant van de sterkste kiest, dan cre-
eer je een Mattheüs effect: aan wie heeft, zal
gegeven worden. We moeten dus constant
kijken naar de mogelijk perfide effecten die
bepaalde beleidsmaatregelen hebben, en
vooral naar wat rechtvaardig is. Zeker in een
welzijnsbeleid gaat het er toch om iedereen
in Vlaanderen zich goed te laten voelen. Om
niet alleen welvaart maar ook welzijn voor ie-
dereen te creëren.”
“In Vlaanderen is dit aardig gelukt. Maar an-
derzijds voel ik dat dit steeds meer onder druk
komt te staan. Ik wil dan ook de beleidsmakers
waarschuwen: laat dit niet verloren gaan. Ver-
geet de zwaksten niet, probeer die te helpen.”
Dat de welzijnssector voor uitdagingen staat,
is geen geheim. We vroegen aan mijnheer
Morris naar zijn visie. Maar een kant-en-klare
oplossing bestaat volgens hem niet.
“Maak je geen illusie, ik heb geen recepten-
boekje in mijn achterzak zitten. De manier
waarop je problemen aanpakt moet groeien
en dat vraagt een dialoog tussen alle spe-
lers: werkgevers, werknemers, beleidsmakers,
gebruikers. Maar de noden gaan zeer zwaar
stijgen, en de financiële mogelijkheden zul-
len niet even sterk stijgen. Dat komt dus neer
op ‘meer doen met minder’. We zullen de aan-
pak uit het verleden moeten bijsturen en ons
anders organiseren. We moeten tijdrovende,
repetitieve taken proberen nog meer automa-
tiseren om capaciteit vrij te houden voor de
menselijke contacten: de hulp en de zorg. De
arbeidsorganisatie zal anders moeten, zonder
aan kwaliteit in te boeten. Wat mij betreft kan
er niet genoeg gewerkt worden rond zorgin-
novatie.”
“Dat vraagt natuurlijk een bereidheid om op
een andere manier te werken. Ik denk dat er
zeker genoeg jobs zullen blijven in de zorg- en
welzijnssector. Alleen zal de invulling anders
zijn. Ik weet uit ervaring als leidend ambte-
naar dat verandering vaak een zware opgave
is voor de personeelsleden, maar het zal moe-
ten. Belangrijk daarbij is te luisteren naar de
ideeën van de werkvloer, want veranderingen
moeten niet enkel van bovenaf beslist wor-
den.”
We willen natuurlijk ook graag we-ten welk soort leidinggevende Marc Morris was. hij verwijst daarbij naar de commentaren die hij van zijn col-lega’s kreeg bij zijn pensioen.“Ik denk dat ik altijd gestaan heb voor een
focus
6
Wilt u de nieuwe Tijd enkel nog elektronisch ontvangen?We bieden al ruime tijd een elektronische nieuwsbrief aan met ons
maandblad. We willen u nu ook de mogelijkheid bieden ervoor te kiezen
geen gedrukte versie meer opgestuurd te krijgen. Dit kan via mail naar
[email protected]. Vermeldt in het onderwerp ‘nieuwe tijd via
mail’ en vermeldt in het bericht uw naam, adres en geboortedatum, en
het e-mailadres waarop u de digitale versie wil ontvangen. Wij brengen
dit dan zo snel mogelijk in orde.
echte dialoog. Ik heb getracht de signalen
van het personeel, niet alleen tijdens officiële
overlegmomenten maar ook uit personeels-
bevragingen op te pikken. Ik heb personeels-
vergaderingen georganiseerd en heel veel
instrumenten ingezet om de polsslag te voe-
len. Veel collega’s zeiden dat ik bereikbaar was
en goed kon luisteren. Dat verbaasde me wel
een beetje, want ik had soms het gevoel dat ik
door mijn drukke agenda niet altijd even veel
tijd kon vrijmaken voor iemand. Maar die in-
druk was dus verkeerd.”
“Ook met de vakbonden heb ik heel construc-
tief kunnen samenwerken. Al heb ik me af en
toe toch geërgerd aan sommige demarches
van de vakbonden waarbij zaken verdedigd
werden die voor mij heel duidelijk niet door
de beugel konden. Dat heeft me soms toch
gefrustreerd. Ook het verzet tegen de varia-
bele verloning begreep ik niet. Ik vind dat je
als management verschillende instrumenten
nodig hebt om een personeelsbeleid te voe-
ren en het beste uit je mensen te halen. Een
correcte vorm van prestatiebeloning kan zo’n
instrument zijn. Maar algemeen gesproken
heeft iedereen altijd zijn rol gespeeld. Ik blijf
ook overtuigd van het feit dat mensen op de
werkvloer volop de kans moeten krijgen om
hun mening te laten horen via hun werkne-
mersorganisaties.”
“Mijn boodschap naar de vakbonden is om
zelf ook toekomstgericht te werken. Blijf zeker
niet ten koste van alles vooral de verworven
rechten verdedigen, maar denk samen met
de overheid kritisch na: welke zaken moeten
we inderdaad proberen te behouden, en op
welke vlakken is een nieuwe frisse aanpak no-
dig?“
Marc Morris heeft graag dat de zaken vooruit gaan, maar in zijn functie als leidend ambtenaar botste hij ook wel eens tegen de grenzen van de politiek.“Niet alles is mogelijk. Er is een limiet op men-
sen en middelen die je ter beschikking hebt.
Je moet de lat wel hoog genoeg leggen,
maar je moet toch de kunst van het haalbare
bedrijven. Af en toe bots je natuurlijk op je
grenzen en soms moet je dat ook tegen de
minister zeggen. Bovendien moet je ermee
kunnen omgaan dat niet iedereen je ideeën
even briljant vindt. Een van de kwaliteiten als
ambtenaar is dat je hiermee kan omgaan en
dat je gewapend bent tegen ontgoocheling.
Dat is af en toe frustrerend, maar ik ben nooit
rancuneus geweest. Ook niet ten opzichte van
collega’s of werknemers. Als er al eens een
meningsverschil was, werd het uitgepraat en
werd het afgesloten.”
De voormalig leidend ambtenaar heeft nu gekozen om voluit te gaan voor de gemeentepolitiek. in zijn functie als eerste schepen is hij be-voegd voor openbare werken, ruim-telijke ordening en stedenbouw, wo-nen, landbouw, toerisme en erfgoed. heel andere domeinen dan waar hij als ambtenaar mee bezig was.“Ik heb heel bewust gekozen voor andere
domeinen. De uitdaging is nu dubbel. Ik heb
de afgelopen jaren kunnen werken in een
comfortabele omgeving. Ik had een bijzon-
der goeie secretaresse, ik werd goed onder-
steund, de helpdesk van IT stond voor mij
meteen klaar. Nu doe ik heel veel dingen op-
nieuw zelf. Ik lees decreten na, stel nota’s op
voor het schepencollege, enzovoort. Dat het
andere domeinen zijn heeft het voordeel dat
ik niet verdacht kan worden van belangenver-
menging.”
“Gemeentepolitiek is heel concreet, en dat
trekt me aan. Ik ben erin opgegroeid. Mijn
vader zat ook al in de gemeenteraad en toen
werd er nog echt aan dienstbetoon gedaan.
Bij ons thuis kwamen vaak mensen die mijn
vader kon helpen. Ik heb in 1976 de fakkel van
hem overgenomen. In de gemeentepolitiek
zie je hoeveel mensen vertrouwen in je heb-
ben en beroep op je doen. De manier waarop
is veel veranderd. Het is nu allemaal heel kort
op de bal met e-mail, sms en noem maar op.
Maar mensen blijven verwachten dat er een
antwoord komt op hun vragen of een oplos-
sing voor hun problemen. En daar kruipt ook
veel tijd en energie in. Vandaar dat ik de keuze
heb gemaakt om voluit hiervoor te gaan. Ik
had het misschien wel kunnen combineren
met mijn functie als leidend ambtenaar, maar
dan zou ik beide functie niet meer goed heb-
ben kunnen doen. En ik ben er nog altijd van
overtuigd dat ik de juiste keuze heb gemaakt.”
Gemeentepolitiek is heel concreet,
en dat trekt me aan.
Zorgkundigen versus verzorgenden in openbare woonzorgcentra ?
7zorg
uit tal van vragen die we van onze leden krijgen, kunnen we niet anders dan besluiten dat er nog heel wat onduidelijkheid heerst rond de functie, de registratie en de verloning van zorgkundigen in de woon- en zorgcentra. hoewel de problematiek vrij complex is, trachten wij in deze beknopte bij-drage een aantal knelpunten weer te geven samen met een stand van zaken. Wij beperken ons hier tot de situatie van zorgkundigen in de residentiële ouderenzorg. Voor specifieke vragen omtrent uw individuele situatie kan u steeds terecht bij de secretarissen van acV-openbare Diensten in onze ge-westelijke secretariaten.
het onderscheid tussen verzorgende en zorgkundigeDe verzorgende kan worden omschreven als
een belangrijke polyvalente basiswerker die
deel uitmaakt van een gestructureerd team
die hulp- en dienstverlening verstrekt aan
zorgvragers. Deze zorg bestaat o.a. uit per-
soonsverzorging, huishoudelijke dienstverle-
ning, psychologische ondersteuning…
De functie van zorgkundige werd in 2006 in
het leven geroepen bij Koninklijk Besluit van
12 januari 2006. Een zorgkundige is iemand
die naast de uitvoering van verzorgende ta-
ken is opgeleid om ook specifieke verpleeg-
kundige ondersteunende taken uit te voeren
(18 in totaal). Eén of meerdere van deze taken
worden door een verpleegkundige aan de
zorgkundige gedelegeerd. Om als zorgkun-
dige te mogen werken, is er steeds een regis-
tratie nodig door de FOD Volksgezondheid.
De registratieACV-Openbare Diensten heeft er altijd voor
gepleit dat personeelsleden die in de sec-
tor van de residentiële ouderenzorg waren
tewerkgesteld en al over voldoende ken-
nis en ervaring beschikten zonder al te
veel formaliteiten en bijkomende scholing
moesten kunnen worden geregistreerd als
zorgkundige. Vandaar dat een aantal over-
gangsmaatregelen werden uitgewerkt voor
personen die vóór 31 december 2008 waren
tewerkgesteld in een door het RIZIV erkend
RVT, ROB, CDV (centrum voor dagverzorging)
of CKV (centrum voor kortverblijf ). Onder be-
paalde voorwaarden konden zij een (automa-
tische) voorlopige registratie bekomen. Het
verzorgend personeel uit deze instellingen
kan thans geen gebruik meer maken van deze
overgangsmaatregelen omdat deze werden
afgesloten op 30 juni 2012.
Wie wenst te werken als zorgkundige en niet
over de nodige diploma’s of getuigschriften
beschikt, zal een individuele aanvraag moe-
ten indienen en dus eerst een verkort traject
moeten volgen vooraleer de definitieve regis-
tratie wordt bekomen. Welk verkort traject er
juist moet worden gevolgd met het oog op de
registratie, is afhankelijk van het diploma of
getuigschrift waarover het verzorgend perso-
neelslid beschikt en zal geval per geval moe-
ten worden bekeken.
Wie ‘voorlopig geregistreerd’ is,
schrijft zich best snel in voor een bijkomende
opleiding.
Personen die reeds over een voorlopige
registratie beschikken, hebben nog tot 31
december 2015 de tijd om een bijkomende
opleiding van 120 uur te volgen. Al lijkt dit -
zeker bij het begin van een nieuw jaar - nog
een eeuwigheid, wij geven het advies aan de
“voorlopig geregistreerde”, voor zover dit nog
niet is gebeurd, om zich eerstdaags voor der-
gelijke opleiding in te schrijven.
Geen financiering meer door het Ri-ziV voor het verzorgend personeelHet RIZIV zal in de toekomst aan de organi-
serende besturen geen financiering meer via
het dagforfait voorzien voor het verzorgend
personeel. Thans staat het RIZIV nog toe dat
maximaal 5 % van het verzorgend personeel
niet geregistreerd is. Op 1 juli 2015 vervalt
ook deze “5 % regel” zodat dan enkel nog
geregistreerde zorgkundigen worden gefi-
nancierd.
ACV-Openbare Diensten vreest dat het perso-
neel, vooral het tijdelijk verzorgingspersoneel,
hier andermaal wel eens het gelag zou kun-
nen betalen.
8
zorg
hulp van het bestuur?Zonder te willen veralgemenen, moet ACV-
Openbare Diensten met verbijstering vaststel-
len dat bepaalde besturen hun personeel
allesbehalve hebben geïnformeerd omtrent
de overgangsmaatregelen. Nog erger is dat
bepaalde besturen zelfs weigeren om vrijstel-
ling van prestaties toe te kennen voor het
volgen van de opleiding of het verkort traject.
In andere gevallen wordt dan weer het ins-
chrijvingsgeld voor de opleiding niet betaald.
Onbegrijpelijk, want het is in het belang van
het bestuur dat de RIZIV-financiering wordt
gemaximaliseerd door zoveel mogelijk ve-
rzorgend personeel bij te scholen tot zorgkun-
digen. Het bestuur zou juist het personeel hie-
rin moeten ondersteunen en motiveren. Maar
er zijn ook andere besturen die een duidelijke
visie hebben op ouderenbeleid en dus wel het
nodige doen opdat het verzorgend personeel
opgeleid kan worden tot zorgkundigen.
Wij roepen alle besturen op die een residen-
tiële oudereninstelling beheren om alle mo-
gelijke inspanningen te doen om aan ieder
verzorgend personeelslid de mogelijkheid
te bieden de bijkomende opleiding of het
verkort traject te volgen.
De verloningEen ander heikel punt was de verloning van
de zorgkundige.
Na lang aandringen kon in het federaal zor-
gakkoord van 2013 worden bekomen dat een
supplementaire enveloppe van 10.000.000
euro, waarvan 31,77 % voor de openbare ROB/
RVT’s werd voorzien voor de toekenning van
het zogenaamde barema 1.35 aan de zorg-
kundigen (private sector) en een gelijkaardig
barema voor de openbare sector (C1-C2). Hoe
ver staan we?
Recent werd vooruitgang geboekt en werd
er een wijzigingsclausule aan de nationale
overeenkomst van 2 december 2011 tussen
de rustoorden en de verzekeringsinstellingen
goedgekeurd. Voor de verankering
vanaf 2014 en de volledige
uitvoering van het engage-
ment moet het RIZIV-fi-
nancieringsbesluit nog
worden aangepast
en zal de kost van
de harmonisering
geïntegreerd worden in een nieuw onderdeel
van het forfait.
De openbare inrichtingen zullen vanaf 1
januari 2013 op uniforme wijze het barema
C1-C2 moeten toekennen aan alle leden van
het verzorgingspersoneel die beschikken over
een definitieve (of voorlopige erkenning).
Voor het jaar 2013 ontvangen de besturen
volgende bedragen per erkend bed: 13,26 EUR
(ROB), 40,91 EUR (RVT) en 27,33 EUR (CDV).
Deze tegemoetkoming dekt de kost van de
harmonisering voor al het verzorgingsperso-
neel dat beschikt over een definitieve of voor-
lopige registratie als zorgkundige.
Uiteraard zal één en ander door onze secre-
tarissen en onderhandelaars op het lokale
niveau in de bijzondere comités verder
moeten worden besproken. ACV-Openbare
Diensten zal hierbij in eerste instantie nagaan
welke besturen voor definitief of voorlopig
geregistreerde zorgkundigen nog steeds de
weddeschaal C1-C2 niet toekennen. Aange-
zien hiervoor nu effectief middelen door
het RIZIV worden gestort, kunnen
de besturen niet verder blijven
talmen.
Voor ACV-Openbare Diens-
ten zijn zorgkundigen en
verzorgenden een onmisbare
schakel in een kwaliteitsvolle
residentiële ouderenzorg en
verdienen zij maximale on-
dersteuning en waardering.
9vlaamse overheid
Door de verdeling van het personeel over de
gemeenschappen wordt het aantal statuten nog
eens verdubbeld.Na 10 jaar is de knoop doorgehakt en wordt
er uiteindelijk uitvoering gegeven aan de be-
slissing van de Plantentuin een Vlaams agent-
schap te maken. Alles ok dus? Dat zou wat
snel zijn. Er was namelijk maar 10 jaar tijd om
alles rond te krijgen…
VerloningOp dit moment heerst er nog grote ondui-
delijkheid wat verloning betreft. Op 26 de-
cember verscheen het besluit waarbij de
overgang van het personeel naar de Vlaamse
overheid wordt geregeld. Hierin wordt gesteld
dat elk personeelslid de hoedanigheid, graad
of klasse en geldelijke anciënniteit alsook de
toelagen behoudt waarop ze op dag van de
overgang recht hebben… voor zover de voor-
waarden voor toekenning blijven bestaan in
de Gemeenschap. En daar zit de onduidelijk-
heid. Op dit moment is iedereen voorlopig in-
geschaald en zou zeker niemand verliezen op
het basisloon, maar officieel is hierover nog
geen akkoord. Welke toelagen en het bedrag
hiervan de personeelsleden zullen ontvangen
is ook nog niet duidelijk. Wanneer hierover
duidelijkheid komt, blijft voorlopig een vraag.
Dit is een situatie die onaanvaardbaar is, maar
jammer genoeg geen primeur voor de Vlaam-
se overheid.
nog onduidelijkhedenDe verloning is niet het enige dat nog ge-
regeld moet worden. De overlegorganen
moeten worden opgestart, er moet een per-
soneelsplan worden opgesteld, net als een
arbeidsreglement. Met ingang van 1 januari
zijn er 2 groepen personeelsleden: de Neder-
landstaligen (131) en de Franstaligen (33), met
verschillende reglementering en verschil-
Plantentuin Meise na 10 jaar
uiteindelijk een Vlaams agentschaplse Remyhet heeft even op zich laten wachten, maar sinds 1 januari kan de planten-tuin van Meise zich een Vlaams agentschap noemen. 131 personeelsleden die tot de nederlandse taalrol behoren mogen zich vanaf 1 januari perso-neelsleden van de Vlaamse overheid noemen.
lende onderhandelingscomités. Vanuit ACV-
Openbare Diensten vinden we het belangrijk
de verschillen tussen beide groepen zo klein
mogelijk te houden. Bij de besprekingen van
het arbeidsreglement zal dit dan ook een be-
langrijk aspect zijn. Verschillen tussen colle-
ga’s voor het aantal dagen jaarlijkse vakantie,
omstandigheidsverlof en prikklokreglement
moeten maximaal worden vermeden.
De eerste contacten hierover verliepen al po-
sitief. We hopen de gesprekken dan ook op
deze manier verder te zetten.
Door de verdeling van het personeel over de
gemeenschappen wordt het aantal statuten
– dat bij de Plantentuin al divers was – nog
eens verdubbeld. Een hele uitdaging om des-
ondanks de verschillen onderling te beper-
ken.
infosessieVoor de personeelsleden is deze overgang
naar de Vlaamse overheid geen te minima-
liseren verandering. Enerzijds worden ze ge-
confronteerd met nog heel wat onzekerhe-
den, anderzijds komen ze ook terecht in een
nieuw personeelsstatuut. Dit laatste geeft
wijzigingen naar verloven, evaluatiesysteem,
verloning en toelagen,… Om op al deze vra-
gen een antwoord te kunnen geven en om
de federale loopbanen te kaderen waarmee
rekening wordt gehouden bij de inschaling
bij de Vlaamse overheid, zal zo snel mogelijk
een infosessie worden georganiseerd vanuit
ACV-Openbare Diensten.
Er is nog heel wat werk aan de winkel dat we
samen met de militanten gaan aanpakken.
Een ding is zeker: Naar tewerkstelling binnen
de overheid wordt de Plantentuin een van de
enige in zijn soort.
10
vlaamse overheid
ben. Het charter wordt onderschreven door
het hoofd van de onderzoekseenheid, de
promotor(en) en de doctorandus.
De overheid zal nagaan of er effectief een stij-
ging van de publicatiedruk is. De resultaten
van dit onderzoek zullen besproken worden
met de sociale partners waarbij onder andere
bekeken zal worden of er sprake is van een
problematiek.
Mobiliteit: overname van personeel tussen hogescholen en universitei-tenDe overheid zal onderzoeken of het mogelijk
is een regeling uit te werken voor de invulling
van een vacature van een hogeschool door
een personeelslid van een universiteit of van
een universiteit door een personeelslid van
een hogeschool, zonder openbare vacature.
Momenteel is alleen een overname mogelijk
tussen Vlaamse universiteiten onderling of
tussen hogescholen.
Verloning zapUit de “Vergelijkende studie van de verloning
van het zelfstandig academisch personeel
aan de universiteiten in Vlaanderen” van de
Vlaamse Interuniversitaire Raad in 2009 is
gebleken dat de huidige salarisschalen in het
zelfstandig academisch personeel (ZAP) vol-
staan voor een correcte verloning van de de-
gelijk functionerende ZAP-leden. Ze voldoen
echter niet voor absolute topprofielen.
Om de universiteiten meer mogelijkheden
te bieden voor het aanwerven en behouden
van topprofielen wordt bij onderwijsdecreet
XXIV de beperking dat een premie alleen
maar voor een jaar en na een evaluatie van
het personeelslid kan toegekend worden, op-
geheven, zodat de premie ook kan gebruikt
worden in de context van een aanwervings-
of retentiebeleid.
De universiteiten zullen drie jaar na de inwer-
kingtreding in het VOC rapporteren over het
effect van dit engagement.
Voor de sector hoger onderwijs omvat dit ak-
koord van sectorale programmatie zowel al-
gemene als specifieke personeelsgebonden
thema’s.
Verhoging koopkrachtVoor de personeelsleden van de universitei-
ten wordt vanaf dit jaar een verhoging van de
koopkracht gerealiseerd via de toekenning
van een ecocheque van 9 euro per maand.
Het gaat hier om een uitzonderlijke situatie
aangezien de politieke overheid niet bereid
was om voldoende middelen te voorzien voor
een gelijkaardige verhoging van de einde-
jaarstoelage voor alle personeelsleden bij de
Vlaams universiteiten, ongeacht hun financie-
ringsbron. De middelen waren enkel voorzien
voor het personeel op de werkingsmiddelen.
Omdat wij hiermee niet konden akkoord
gaan, hebben de sociale partners met de
overheid afgesproken dat zij samen, in het
licht van toekomstige afspraken, de proble-
matiek zullen onderzoeken. Zij zullen een
aanpak uitwerken in verband met de finan-
ciering op verschillende geldstromen aan de
universiteiten.
Statuut onderzoekersDe overheid stelt zich tot doel dat onder-
zoekers, met inbegrip van bursalen die met
Vlaamse onderzoeksmiddelen gefinancierd
worden en die zich in dezelfde loopbaanfase
bevinden, ongeacht hun statuut, van gelijk-
waardige voordelen kunnen genieten onder
meer op het vlak van verloning of beursbe-
drag, verlenging van een mandaat en verlo-
ven.
De Vlaamse overheid zal wat het statuut van
bursalen aan de universiteiten betreft, de vol-
Chris Herremanop vrijdag 13 december 2013 werden de verschillende cao’s voor het on-derwijs van de Vlaamse Gemeenschap ondertekend op het kabinet van de minister –president.
CAO IVHoger onderwijs
gende door de vakbonden aangehaalde knel-
punten onderzoeken:
• het verschil tussen het nettobedrag voor
een bursaal en het nettobedrag voor een
assistent;
• het recht op ouderschapsverlof voor alle
bursalen;
• het verschil inzake het verlengen van de
beurstermijn bij zwangerschap en een
langdurige ziekte bij bursalen;
• het afschaffen van het uitbetalen van het
vakantiegeld en de eindejaarstoelage op
het einde van het mandaat als een docto-
raatspremie;
• het voortijdig stopzetten van een beurs
door de instelling;
• het opbouwen van verlofdagen bij het ein-
de van een beurs.
De overheid zal de resultaten van dit onder-
zoek bespreken met de sociale partners.
De overheid, vakbonden en universiteiten vin-
den het belangrijk dat beginnende onderzoe-
kers met inbegrip van bursalen op de hoogte
zijn van hun loopbaanperspectieven en de
arbeidsrechtelijke en inhoudelijke aspecten
van hun statuut. De overheid en de universi-
teiten zetten hun acties rond het onthaal, het
informeren, de vorming en de responsabilise-
ring van doctorandi en het sensibiliseren van
promotoren voort.
Naar analogie met het Europese Handvest
voor Onderzoekers werken de universiteiten
tegen eind 2014 een algemeen charter van de
doctorandus uit. Dit charter is specifiek toege-
spitst op de predoctorale situatie. Het bevat
de algemene verwachtingen die doctorandi,
hoofden van een onderzoekseenheid en pro-
motoren ten aanzien van elkaar kunnen heb-
Het personeel van gemeenten en OCMW’s
werkt in principe in een 38-urenweek. Daar-
naast bestaat in een aantal gemeenten en
OCMW’s zonder rusthuis een regeling van bij-
komende dienstvrijstelling. Hierdoor ontstaat
er een iets kortere werkweek. Bij besparingen
wordt die dienstvrijstelling vaak geschrapt.
Dat zorgt niet enkel voor een langere werk-
week, maar brengt ook vaak andere prakti-
sche problemen met zich mee.
Zo bestond bij de gemeente Lede een
36-urenweek. Vanaf 1 januari werd de dienst-
vrijstelling van 2 uur afgeschaft. Vooral de
invulling van het nieuwe uurrooster ligt
moeilijk. De dienstverlening naar de burger is
vooral gefocust op donderdagavond in plaats
van vrijdagavond en het bestuur wil dat ie-
dere dienst open is. Dit is voor iedereen een
grote aanpassing aangezien de vrije namid-
dag nu op vrijdag vastgelegd is. Vroeger kon
men zelf beslissen om een vrije namiddag te
nemen of gewoon iedere voormiddag en/
of namiddag te komen werken. Ook al zijn er
glijdende uren, de donderdag blijft een lange
dag met de avonddienst (een dag van 3 blok-
ken). De uren per week moeten gepresteerd
worden in 10 blokken (1 blok is een halve dag)
terwijl er 11 blokken gevraagd zijn, dus een
extra namiddag om je uren te kunnen preste-
Vakbondswerk in tijden van besparingen
ren. Nu is iedereen verplicht om de vrijdagna-
middag thuis te blijven. Ook voor mensen die
deeltijds werken of om gezondheidsredenen
hun uren minder kunnen verspreiden, ligt het
heel gevoelig. Toch wil het bestuur de laatste
aangepaste versie aanhouden. De vakbonden
hebben dan ook gevraagd de nieuwe uur-
roosters na 6 maand te evalueren.
De gemeente en OCMW Haaltert, en ook ge-
meente en OCMW Sint-Lievens-Houtem, zijn
overgegaan van 36u naar de 38-urenweek.
Voor administratief personeel dat reeds met
glijdende uren werken, betekent dit 2 uur
extra te verdelen over de week. Men kan wel
zelf bepalen wanneer men de extra uren pres-
teert. De uren bij de technische dienst daar-
entegen zijn niet glijdend. Door overleg zijn
we tot een oplossing gekomen. Voor de vrij-
dagnamiddag wordt een wisselende regeling
voorzien. Tijdens de winter wordt op vrijdag
gewerkt van 8u tot 14u30. Tijdens de zomer
wordt er per dag een half uur langer gewerkt,
waardoor de vrijdagnamiddag vrij blijft.
De stad Ninove zal de 38-urenweek invoeren
vanaf 1 juli 2014. Door de verscheidenheid
in diensten, zomer- en winteruren, kondigen
zich moeilijke onderhandelingen aan over
de nieuwe uurroosters. Ook hierbij zullen we
wegen op de uitvoering van de maatregelen.
11
We willen wegen op de uitvoering van
de maatregelen.
Benigne Pietersheel wat lokale besturen uit het gewest aalst-oudenaarde stappen uit be-sparingsmotieven over naar de 38-urenweek. Vaak levert ons protest tegen die maatregelen maar weinig op. ook de manier waarop een 38-urenweek wordt ingevoerd is voor ons belangrijk: daar kunnen we vaak wel wegen op de beslissingen.
lokale & regionale besturen
lokale & regionale besturen
12
Het personeel komt over met al zijn
bestaande rechten dat het opgebouwd heeft binnen
het AGBDN.
Autonoom gemeentebedrijf dienstenbedrijf Ninove terug naar de stad
Benigne PietersVerzelfstandiging was lang de modetrend in de lokale besturen. in ninove komt men daar uit besparingsoverwegingen op terug. het autonoom Ge-meentebedrijf wordt er opnieuw deel van de stadsdiensten.
Het Autonoom Gemeentebedrijf Dienstenbe-drijf Ninove (AGBDN-Ninove) werd opgericht in 2008. Het AGB staat in voor het onderhoud van wegen, groenvoorzieningen en het patri-monium in eigen beheer of met derden. Het onderhoud van de wegen bevat ook het aan-brengen van signalisatie en het verwijderen van zwerfvuil. Het onderhoud van het patri-monium bevat eveneens de poetstaken ver-vuld door poetsdiensten. Daarnaast voorziet het dienstenbedrijf een uitleenservice van materialen aan het verenigingsleven. Het per-soneel dat toen aan de stad werkte voor deze diensten, werden overgeheveld naar dit AGB.
Het AGBDN, een extern verzelfstandig agent-schap, werd in de vorige legislatuur opgericht om een reeks beleidsuitvoerende taken van de stad te verzelfstandigen. In de eerste le-vensjaren kende men nogal wat “groeipijnen”. Die zorgden voor ongenoegen bij de nieuwe politieke bewindvoerders. Niettemin heeft
AGBDN ook belangrijke successen geboekt: de vlotte operationele planning van werken, een transparante aanvraagprocedure voor iedere burger en het succes van de winter-strooiplannen.
Tijdens de voorbije jaren functioneerde het gemeentebedrijf autonoom, met een mana-ger aan het hoofd. Het bestuur besliste nu het roer om te gooien. De AGBDN werd op 31 december 2013 ontbonden en het perso-neel van AGBDN, zowel statutair als contrac-tueel, werd op 1 januari 2014 door de stad overgenomen. Men keert ook terug naar een rechtstreekse aansturing en budgettaire be-heersing door het stadsbestuur. De functie van manager wordt niet meer ingevuld. Zo kunnen ook de ondersteunende diensten op-nieuw worden samengebracht.
Het personeel komt over met al zijn bestaan-de rechten dat het opgebouwd heeft binnen het AGBDN. ACV-Openbare Diensten zal er over waken dat deze rechten niet zomaar af-genomen worden. Rechten die men de voor-bije jaren verworven heeft door onderhan-delingen kunnen niet zomaar op de helling gezet worden! Door de synergie zullen admi-nistratieve functies misschien anders moeten ingevuld worden, waardoor taakinhouden gewijzigd worden. ACV-Openbare Diensten zal ook dat verder opvolgen!
13lokale & regionale besturen
de kruik gaat zolang te water tot ze breekt...
Minder personeel, minder betaald, grotere flexibiliteit en werkdruk !?Skender Baleci
Snoeien in verworvenhedenAls dan de medewerkers beter betaald zou-den worden (“met minder maar beter be-taald” luidde het enkele jaren geleden), maar nee, er wordt ook ingegrepen op vakantieda-gen, maaltijdcheques en andere vergoedin-gen.
Nog flexibeler werkenBovendien wordt van de personeelsleden een grotere inzetbaarheid en flexibiliteit gevraagd: openingsuren in het weekend, ’s avonds, … .Soms lijkt het erop alsof een be-stuur maar “goed bezig” is als het medewer-kers ontslaat of verworvenheden schrapt. Sommige bestuurders brengen dergelijke in-grepen als “zegebulletins” naar buiten. Vooral de snelheid waarmee men dergelijke maatre-gelen treft, zonder veel inspraak, overleg of respect voor de sociale gesprekspartners is zorgwekkend.
Maar, de kruik gaat zolang te water tot ze breekt... Daarom onze oproep: Laten we, vak-bonden en bestuurders samen, opkomen voor sterke lokale besturen met gemotiveer-de medewerkers die dagelijks zorgen voor een kwalitatieve dienstverlening aan de burgers. Zo is de burger tevreden en zal hij als kiezer dan ook zijn tevreden-heid tonen.
Slechte financiële economische toe-standAls we schrijven dat de lokale besturen (gemeenten, OCMW’s, steden, provincies, intergemeentelijke samenwerkingsverban-den) zich in moeilijke financiële papieren bevinden, trappen we een open deur in. De redenen zijn ook alom bekend : de economi-sche crisis zorgt voor minder inkomsten en meer uitgaven, er is een onderfinanciering en besparingen door andere overheden, het BBC-keurslijf, de vergrijzingskosten stijgen, en zo verder. Logischerwijze zijn de meeste besturen aan de klaagmuur gaan staan en vragen zij geld aan de federale en/of Vlaamse “voogdij-overheden”. Maar, en hier knelt het schoentje, ook zij bevinden zich in een moei-lijke financiële toestand. Vlaams minister Bourgeois verklaart dat de lokale besturen voldoende krijgen en ook de komende jaren niet meer zullen krijgen.
Wat doet zich nu voor op het terrein?Privatiseringen, uitbestedingen, …Bestuurders, veelal nieuwe, zoeken naarstig naar geld: via afstoten van diensten, samen-werkingsverbanden met privé (zorg), … . Tegelijk stellen zij dat de belastingen niet verhoogd worden. Maar, indirect doen ze dat dan wel: de gemeentebelastingen blijven wel op hetzelfde peil, maar je krijgt er minder dienstverlening voor in de plaats. En wat de burger zelf moet betalen, zal duurder worden (bvb. Vuilniszakken).
Snoeien in personeelEen andere vaak gekozen piste is het vermin-deren van het personeelsbestand, soms ge-paard met naakte ontslagen. Met als gevolg dat de werkdruk, die de laatste jaren al sterk was toegenomen, nog stijgt. Immers, dezelf-de dienstverlening moet geboden worden met minder personeel.
federale overheid
14
Als daarnaast blijkt dat onderhoudscontrac-
ten niet worden afgesloten of verlengd om-
dat er geen geld is, als blijkt dat ‘welzijn op
de werkvloer’ alleen maar op papier staat en
niets mag kosten, als blijkt dat de schimmels
op de muren groeien en mensen ziek worden
dan kan men niet zeggen dat we tevreden
mogen zijn.
Bovendien zijn de hervormingen met een
enorme snelheid in elkaar gestoken waar-
door er nu al ongerijmdheden in de verschil-
lende teksten te vinden zijn. Als mevrouw
Turtelboom dan leukweg verkondigt dat
deze basisteksten inzake hervormingen sneu-
velteksten zijn en ze achteraf sowieso zullen
moeten worden gecorrigeerd, dan moet men
hier toch vraagtekens durven zetten.
De schaalvergroting, de mobiliteit en het be-
heer zijn zware hervormingen die moeten ge-
realiseerd worden en niet op een drafje kun-
nen worden opgesteld voor de mooie ogen
van de man in de straat.
Dus, neen, dit is geen mooi verhaal.
Op de eerste plaats hekelen wij het totale ge-
brek aan communicatie. De enige communi-
catielijn die mevrouw Turtelboom gebruikt is
de media. Elke dag opnieuw moeten wij het
goede nieuws lezen of horen dat mevrouw
Turtelboom graag de wereld instuurt. Zelfs
op de dag van de staking zijn actievoerders
niet welkom. De deur wordt letterlijk voor hun
neus dichtgegooid.
Zij vindt zichzelf nochtans een goede minister
en vindt van zichzelf dat ze goed scoort. Spij-
tig genoeg kunnen wij dat niet bevestigen.
Vervolgens zijn er besparingen. We beseffen
zeer goed dat iedereen moet besparen en
dus ook binnen de rechterlijke orde. Maar als
korpsoversten niet weten op welke manier
deze besparingen worden opgelegd, als men
vaststelt dat meer en meer mensen niet wor-
den vervangen, als men moet vaststellen dat
er selecties op niveau van leidinggevenden
zijn gebeurd maar er geen plaatsen op dit
niveau zullen open gesteld worden omdat de
minister justitie wil hervormen met een mini-
mum aan leidinggevend personeel, dan kun-
nen wij dit niet begrijpen.
Vrijdag 13 december: een zwarte dag voor het gerechtspersoneel
Marijke KoningsEr is geschiedenis geschreven: het gerechtspersoneel heeft gestaakt op vrijdag 13 december 2013. al maanden laten wij horen dat we niet akkoord gaan met het beleid dat de minister van justitie voert.
Elke dag opnieuw moeten wij het goede nieuws lezen of horen
dat mevrouw Turtelboom graag de wereld
instuurt.
15lokale & regionale besturen
Dan blijkt nog dat er om budgettaire redenen
geen nieuwe loopbanen kunnen geïmple-
menteerd omdat het gerechtspersoneel nooit
een prioriteit is geweest.
Dit was de spreekwoordelijke druppel. We
moesten de nodige druk te zetten. Een staking
was op dat moment het enige middel om te
tonen aan de minister dat ze te ver is gegaan.
We hebben een duidelijk signaal willen geven
dat het gerechtspersoneel ook een stem heeft
en dat zij gerespecteerd moeten worden.
Over heel het Vlaamse land zijn er op zeer
korte tijd personeelsvergaderingen gehou-
den om aan het gerechtspersoneel duidelijk
te maken wat de minister van plan was, of be-
ter, niet van plan was: geen loopbaan voor het
personeel van de rechterlijke orde.
Vrijdag 13 december was een zwarte dag voor
heel justitie, ook voor het gerechtspersoneel.
Voor bijna alle gerechtsgebouwen uitte het
gerechtspersoneel haar ongenoegen over het
beleid van mevrouw Turtelboom. Het was een
sterk signaal en een vraag om respect.
En gelukkig werd er groen licht gegeven door
de ministerraad dat een nieuwe loopbaan ook
binnen RO kan geïmplementeerd worden.
Maar we moeten behoedzaam
blijven. Het gaat immers niet
alleen over de loopbanen.
Klaarheid over het ge-
voerde besparingsbeleid
krijgen we absoluut niet.
Integendeel, men gaat nog verder met be-
sparen. Men wil afwijken van de bestaande ka-
ders. Men wil afwijken van goedgekeurde wet-
teksten die stellen dat de werklastmeting zal
dienen om de personeelskaders aan te passen.
Er wordt op geen enkel manier een engage-
ment aangeboden door de minister om enige
opening te creëren en gerechtspersoneel rui-
mer te betrekken in het nieuwe gerechtelijke
landschap op vlak van beheer.
En dan als laatste punt: de overheid engageert
zich om meer proactief te communiceren. Dat
is wel schromelijk te laat. Wij vragen al vanaf
april 2013 duidelijkheid, transparantie en
communicatie op vlak van besparingen, op
vlak van de hertekening van het gerechtelijk
landschap…
Dus, de strijd is nog niet gestreden.
15federale overheid
16
federale overheid
Geert DewulfBelang van integriteitDe integriteit van overheidsmanagers en hun
medewerkers bij de (federale) overheidsdien-
sten wint meer en meer aan belang.
Mede door de aandacht van de media voor
laakbare handelingen in (federale) overheids-
diensten is het herstel van het vertrouwen
een uitgangspunt van de huidige moderni-
sering van de betrokken overheidsdiensten.
Voor de federale overheidsdiensten liggen
het integriteitsbeleid en de uitvoering ervan
in het verlengde van de eis naar publieke
verantwoording.
De overheidsorganisaties krijgen immers
meer inzicht op de invloeden die worden
uitgeoefend op het beleid omdat ze in toe-
nemende mate contact onderhouden met
hun belanghebbenden en stakeholders in het
streven naar meer openbaarheid. Deze nage-
streefde openbaarheid, mede door de invloed
van de media, beïnvloedt de activiteit en de
alertheid van de maatschappij voor moreel
afwijkend gedrag in het overheidsgebeuren.
integriteitbewustwordingBelangrijk is daarbij dat de federale over-
heidsdiensten hun medewerkers preventief
kunnen beschermen bij de uitvoering van
hun kwetsbare taken. Een van de preventieve
maatregelen is de bewustwording van deze
kwetsbare functie opdat de medewerkers
zich realiseren welke risico’s zij lopen bij de
uitvoering van de dagelijkse werkzaamheden.
In feite zouden de federale overheidsdiensten
de risico’s zoveel mogelijk aan de bron moet
bestrijden met bijvoorbeeld duidelijke regel-
geving en procedures.
De bewustwording van de individuele mede-
werker over de potentiële risico’s kan een
grotere bescherming bieden tegen integri-
teitrisico’s. Vaak is het niet duidelijk wat kan
en niet meer kan. Zo ontstaat een grijze zone.
Het bewustwordingsproces houdt in dat over
de grijze zone met collega’s van gedachten
kan worden gewisseld.
Een organisatiecultuur met openheid (trans-
parantie) zou in de federale overheidsdien-
sten de basis van een integere federale
overheidsorganisatie moeten worden. Maar
vandaag zijn weinig medewerkers in de fede-
rale overheidsdiensten bereid om op een
open wijze met elkaar te discussiëren over de
risico’s van hun functie en de daarbij gehan-
teerde normen en waarden.
Schendingen van de interne integri-teitBij interne integriteitschendingen zijn uitslui-
tend de eigen medewerkers van de federale
overheidsdienst rechtstreeks betrokken. Het
zou bijvoorbeeld kunnen gaan om een mana-
ger die zijn positie misbruikt of roekeloos met
de dienstwagen omgaat,...
Er zijn dus twee vormen van laakbaar gedrag
te onderscheiden :
• gedrag met betrekking tot de eigendom-
men van de organisatie;
• gedrag met betrekking tot de medewer-
kers van de organisatie.
Bij de eerste vorm is er sprake van ongeoor-
loofde zelfverrijking en in het tweede geval
van directe benadeling van de collega’s.
Onder het benadelen van de federale over-
heidsorganisatie vallen bijvoorbeeld onjuist
gebruik van de tijd van de federale overheids-
dienst, te laat komen, onterechte ziekmelding,
roekeloos gebruik van de middelen van de
federale overheidsdienst, privé gebruik van
de middelen van de federale overheidsdienst,
Een klokkenluidersregelingvoor de personeelsleden van de federale overheid
Een transparante organisatiestructuur zou de basis moeten
vormen.
17federale overheid
fraude, diefstal van middelen van de federale
overheidsdienst, en dies meer.
Het benadelen van collega’s in de federale
overheidsdienst kan worden vertaald naar
allerlei vormen van grensoverschrijdend
gedrag, zoals : pesten, osgw, machtsmisbruik
op grond van positie, discriminatie, racistisch
gedrag, agressie, dreiging met en gebruiken
van fysiek geweld.
Schendingen van de externe integri-teitBij externe integriteit zijn de externe klanten,
met name de burgers, de ondernemingen en
andere belanghebbenden van de federale
overheidsdienst betrokken.
Ook bij externe integriteitschendingen kan
een opsplitsing worden gemaakt tussen inte-
griteitschendingen die de federale overheids-
dienst rechtstreeks benadelen en de inte-
griteitschendingen die de externe klanten,
gebruiker en belanghebbenden rechtstreeks
benadelen.
Machtsafwending, machtsmisbruik, discri-
minatie, intimidatie, agressie, dreiging met
en gebruik van fysiek geweld, illustreren het
benadelen van de externe klanten als gebrui-
kers van de federale overheidsdienst in kwes-
tie.
klokkenluiderswet voor federale ambtenarenIn navolging van andere voorbeelden volgde
uiteindelijk de wet van 15 september 2013
betreffende de melding van een veronder-
stelde integriteitsschending in de federale
administratieve overheden door haar perso-
neelsleden. De wet verscheen in het Belgisch
Staatsblad van 4 oktober 2013 en zorgde voor
het invoeren van een klokkenluidersregeling
voor de federale overheidsdiensten. Daardoor
krijgen nu ook federale ambtenaren die in de
administraties misbruiken aan het licht bren-
gen een degelijke bescherming.
Net zoals op Vlaams niveau er een bescher-
mingsregeling bestaat is er nu ook op federaal
niveau gekozen om ambtenaren die mistoe-
standen aankaarten onder de bescherming
van de ombudsman te plaatsen. Federale
ambtenaren die een melding willen maken,
kunnen hiervoor terecht bij het ‘Centraal
Meldpunt voor Veronderstelde Integriteits-
schendingen’ dat werkt onder de bevoegd-
heid van de federale ombudsman. Een dui-
delijk omschreven procedure zorgt ervoor
dat meldingen altijd snel en grondig zullen
onderzocht worden.
Tot nu toe waren de federale ambtenaren die
onregelmatigheden wilden melden meestal
bang voor represailles (tuchtmaatregelen,
negatieve evaluaties, missen van promoties,
ontslag, enz.).
Een ‘veronderstelde integriteits-schending’Bij de federale ombudsmannen wordt het
‘Centraal Meldpunt voor Veronderstelde Inte-
griteitsschendingen’ opgericht.
Een ‘veronderstelde integriteitsschending’ is:
een handeling (of het nalaten van een hande-
ling) door een personeelslid die:
• een inbreuk is op de wetten, de besluiten,
de omzendbrieven, de interne regels en de
interne procedures die van toepassing zijn
op de federale administratieve overheden
en hun personeelsleden;
• een onaanvaardbaar risico inhoudt voor het
leven, de gezondheid of de veiligheid van
personen of voor het milieu;
• manifest getuigt van een ernstige tekortko-
ming in de professionele verplichtingen of
in het beheer van een federale administra-
tieve overheid;
• het welbewust bevelen of adviseren door
een personeelslid om een integriteitsschen-
ding te begaan zoals bedoeld in de voor-
noemde punten.
Pesterijen en discriminatie op basis van leef-
tijd, seksuele geaardheid, burgerlijke staat,
geboorte, vermogen, geloof of levensbe-
schouwing, politieke of syndicale overtui-
ging, taal, gezondheidstoestand, handicap,
een fysieke of genetische eigenschap, sociale
afkomst, geslacht, zwangerschap, bevalling of
moederschap, nationaliteit (zgn. ras, huids-
kleur, afkomst of nationale etnische afstam-
ming) worden niet beschouwd als een ‘veron-
derstelde integriteitsschending’.
Het zijn de federale ombudsmannen die het
‘Centraal Meldpunt voor Veronderstelde Inte-
griteitsschendingen’ leiden en beheren.
Een federale ambtenaar die overweegt om
een veronderstelde integriteitsschending te
melden, kan zich laten informeren en advise-
ren over de inhoud en de toepassing van de
wet van 15 september 2013 bij :
• een vertrouwenspersoon integriteit (die in
zijn administratie instaat voor het ontvan-
gen van dergelijke meldingen);
• het Centraal Meldpunt voor Veronderstelde
Integriteitsschendingen;
• de federale administratieve overheid waar-
voor de minister die instaat voor de bewa-
king van de integriteit in de federale admi-
nistratieve overheden bevoegd is.
De federale ambtenaar meldt een veronder-
stelde integriteitsschending die zich in de
afgelopen vijf kalenderjaren heeft voorge-
daan, zich voordoet of op het punt staat zich
voor te doen in een federale administratieve
overheidsdienst en dit op basis van een rede-
lijk vermoeden.
Voorafgaand adviesOm onterechte meldingen of een overdreven
aantal overbodige meldingen te voorkomen
18
federale overheid
is een filtermechanisme ingebouwd, dit in de
vorm van een voorafgaand advies.
De federale ambtenaar die een ‘veronder-
stelde integriteitsschending’ wil melden, moet
eerst schriftelijk een voorafgaand advies aan
een vertrouwenspersoon integriteit of aan
het Centraal Meldpunt vragen. Hij moet de
vraag om voorafgaand advies staven met
elementen die wijzen op een eerlijk en redelijk
vermoeden dat de integriteitsschending zich
in de afgelopen vijf kalenderjaren heeft voor-
gedaan, zich voordoet of op het punt staat
zich voor te doen in een federale administra-
tieve overheid. De wet van 15 september 2013
somt de elementen op die de vraag om voor-
afgaand advies moet bevatten en omschrijft
de procedure.
Melding en onderzoekEen ambtenaar kan zijn functionele of een
hiërarchische meerdere in kennis stellen van
een ‘veronderstelde integriteitsschending’ in
de federale administratieve overheid waar
hij is tewerkgesteld. Die meerdere gaat ver-
trouwelijk om met de identiteit en de rechts-
toestand van de federale ambtenaar en moet
ervoor zorgen dat hij geen nadelige gevolgen
ondervindt. Een federale ambtenaar die zijn
meerdere niet in kennis wil stellen, kan de
veronderstelde integriteitsschending melden
aan de vertrouwenspersoon integriteit.
Hij kan daarbij kiezen voor een open of voor
een vertrouwelijke melding. Bij een open mel-
ding krijgt de federale ombudsman de toela-
ting om de identiteit van de melder bekend
te maken. De vertrouwelijke melding houdt in
dat de federale ombudsman de identiteit van
de melder niet bekend maakt.
Uiteindelijk kan de federale ambtenaar de
‘veronderstelde integriteitsschending’ ook
rechtstreeks melden aan het ‘Centraal Meld-
punt voor Veronderstelde Integriteitsschen-
dingen’.
De federale ombudsmannen en de deskundi-
gen die hen bijstaan, kunnen eender welk per-
soneelslid bij het onderzoek betrekken als ze
menen dat dit personeelslid een bijdrage tot
het onderzoek kan leveren. Het bij het onder-
zoek betrokken personeelslid heeft het recht
zich door een raadsman te laten bijstaan.
De personeelsleden die betrokken worden
bij het onderzoek krijgen van de federale
ombudsmannen een schriftelijk verslag van
het onderzoek. Uiterlijk twee weken na de
afronding van het onderzoek vullen de fede-
rale ombudsmannen dit verslag aan met hun
inhoudelijke standpunten, hun beoordeling
en de maatregelen die zij aanbevelen.
De overheid moet bewijzen dat geen nade-
lige maatregelen werden genomen, dan wel
dat niet met dergelijke maatregelen werd
gedreigd.
Indien er wordt vastgesteld dat er geen
integriteitsschending is geweest, wordt het
onderzoek afgesloten. Indien er wel een inte-
griteitsschending wordt vastgesteld, maar er
onvoldoende elementen beschikbaar zijn om
te besluiten dat het om een misdaad of een
wanbedrijf gaat, wordt het schriftelijk verslag
bezorgd aan de hoogste hiërarchische lei-
dinggevende van de federale administratie
waar de veronderstelde integriteitsschending
zich heeft voorgedaan. Is die betrokken partij,
dan wordt het schriftelijk verslag bezorgd aan
de verantwoordelijke minister.
BeschermingsmechanismeDe wet van 15 september 2013 voorziet een
(tijdelijk) beschermingsmechanisme voor de
federale ambtenaren die de meldingsproce-
dure volgen, om te voorkomen dat ze een
nadelig gevolg voor de arbeidsvoorwaar-
den of de arbeidsomstandigheden zouden
ondervinden. Tot de beschermde personen
behoren uiteraard de klokkenluider zelf, maar
ook de personeelsleden die bij het onder-
zoek betrokken worden en het personeelslid-
raadsman die het personeelslid dat wordt
betrokken bij het onderzoek adviseert.
De klokkenluider (dit is de melder) wordt
beschermd vanaf de aanvraag van het voor-
afgaand advies. Voor het personeelslid dat
betrokken wordt bij het onderzoek en voor
het adviserende personeelslid-raadsman
loopt de beschermingsperiode vanaf het
moment dat ze worden betrokken.
De bescherming geldt van rechtswege. Er
moeten dus geen bijzondere stappen onder-
nomen worden om de bescherming aan te
vragen.
Indien onterecht een nadelige maatregel
wordt getroffen, kan aan de nemer van de
maatregel een tuchtsanctie worden opgelegd.
Als het beschermde personeelslid misbruik
maakt van zijn bescherming kan ook tegen
hem een tuchtmaatregel genomen worden.
De Koning bepaalt de duur van de bescher-
mingsperiode. Deze bedraagt minstens twee
jaar na het afronden van het onderzoek van
kracht.
SanctiesIn geval van misbruik kan de bescherming
voortijdig opgeheven worden. Het kan zijn
dat :
1° het personeelslid bewust oneerlijk en niet
waarheidsgetrouw de veronderstelde integri-
teitsschending heeft gemeld;
2° het personeelslid dat werd betrokken bij
het onderzoek bewust oneerlijk, niet-waar-
heidsgetrouw of onvolledige informatie ter
beschikking van de federale ombudsmannen
en de deskundigen die hen bijstaan bij de
uitvoering van het onderzoek heeft gesteld;
3° het personeelslid bewust heeft gehandeld
of beslissingen heeft genomen met als enige
oogmerk het onderzoek te verhinderen, te
bemoeilijken en/of te beëindigen of een per-
soon hiertoe aan te zetten.
inwerkingtredingDe wet van 15 september 2013 treedt in
werking op 4 april 2014, dat is zes maanden
na haar bekendmaking in het Belgisch Staats-
blad. Het is dus nog even wachten alsook
op een eerste uitvoeringsbesluit. Hoe dan
ook ACV-Openbare Diensten is voorbereid
opdat de potentiële klokkenluiders niet een-
zelfde lot als Edward Snowden of Paul Van
Buitenen (gewezen E.U.-ambtenaar) moeten
ondergaan.
19bijzondere korpsen
bijna, maar nog niet helemaalBrandweer:
Ilse HeylenDat de onderhandelingen omtrent het statuut brandweer niet van een leien dakje lopen is meer dan een understatement. ze hebben al veel volharding, leed, geduld , flexibiliteit en energie gevergd van vele mensen. En het werk is nog niet af.
Na onze actie op dertien december van vorig
jaar werden de gesprekken opnieuw opges-
tart. Want ACV-Openbare Diensten wil nog
steeds werk maken van een degelijk sta-
tuut, hoe moeilijk ook.
Het succes van de actie en de grote opkomst
toont de bezorgdheid van de mensen op het
terrein.
We betreuren wel dat de actie wat is onts-
poord en er zelfs mensen gekwetst raakten.
Er waren nochtans afspraken gemaakt om
de actie respectvol en kalm te laten verlopen
maar die werden duidelijk niet door iedereen
gerespecteerd. We vinden het zeer jammer
dat enkelen op die manier een negatief beeld
creëren van brandweer.
We zijn er echter van overtuigd dat de grote
meerderheid van de mensen met de juiste
houding aanwezig was op de actie, waarvoor
dank.
De minister van Binnenlandse zaken Milquet
gaf naar aanleiding van de actie aan dat ze de
ongerustheid van het personeel over rechten
zoals verloven, maaltijdcheques en hospitali-
satieverzekering goed begrijpt. Ze heeft zich
dan ook geëngageerd om duidelijkheid te
brengen over ingeschreven maatregelen en
aanvullende overgangsmaatregelen, zowel
in het administratieve als in het geldelijke
statuut. Ze heeft aangegeven dat het zeker
niet de bedoeling is te raken aan verworven
rechten.
Half januari zullen de gesprekken ook na het
onderhandelingscomité nog verder worden
gezet, conform met wat werd afgesproken op
de ministerraad.
Als ACV-Openbare Diensten willen we al
de mogelijkheden te volle benutten om te
komen tot een degelijk statuut.
Het werk is dus niet af.
Voor onze leden hebben we een brochure
uitgewerkt met nuttige informatie over het
nieuwe statuut. Let wel, deze brochure kan
om evidente reden nog onderhevig zijn aan
wijzigingen, in functie van het verdere verloop
en het spreekt uiteraard voor zich dat vragen
en suggesties tot verbetering meer dan wel-
kom zijn.
Je vindt onze brochure op onze website: www.
acv-openbarediensten.be
Half januari zullen de gesprekken
ook na het onderhandelingscomité
nog verder wordengezet.
20
vervoer
De Heer Flausch, voorzitter van UITP, gaf mee
waar volgens hem de grootste bedreigingen
en kansen voor het stad- en streekvervoer lig-
gen. (Verdere) liberalisering en privatisering
zijn hierbij pistes die in enkele politieke mobi-
liteitsprogramma’s zeker zullen opduiken. De
syndicale verantwoordelijken van de drie ge-
westelijke vervoersmaatschappijen schetsten
daarop de financiële vooruitzichten op korte
en middellange termijn. Een weinig rooskleu-
rig beeld in een context waarin er net meer
investeringen noodzakelijk zijn.
In de namiddag nam de Heer Guy Van Gyes
(HIVA-KULeuven) het woord. Volgens hem zal
de staking als drukkingsmiddel in de open-
bare netwerk-dienstverlening steeds meer
onder druk van de publieke opinie komen
te staan. Gebruikers gedragen zich immers
steeds meer als kritische en mondige consu-
menten. Vakbonden en reizigers moeten strij-
den voor hetzelfde doel: een kwaliteitsvolle
mobiliteit in al haar aspecten. De belangen la-
ten samenlopen is een zeer belangrijke uitda-
ging. Theoretische denkpistes werden in het
licht gehouden van de huidige sociale relaties
en problemen binnen de maatschappijen en
hun onderaannemers.
De aanwezige militanten werden door de pre-
sentaties duidelijk aangezet tot mee-denken
en formuleerden interessante standpunten
als aanvulling. Een geslaagde studiedag!
Sector vervoer staat stil bij toekomstige uitdagingenThomas Vaelop 9 december 2013 organiseerden we een studiedag rond uitdagingen die in 2014 zeker mee onze syndicale agenda zullen bepalen.
De belangen laten samenlopen is een zeer belangrijke
uitdaging.
21vervoer
De Lijn staat nog maar eens voor een heel cruciaal jaar!Jan CoolbrandtTer gelegenheid van de overgang van het oude naar het nieuwe jaar worden meestal wensen uitgesproken of worden goede voornemens gemaakt. het gaat dan meestal over een ‘goede’ gezondheid en een ‘goed ‘ jaar. Wensen en voornemens zijn bij uitstek een teken van hoop op een betere toekomst.
Uiteraard willen wij ook De Lijn en vooral haar
medewerkers een gezond en goed 2014 wen-
sen. Maar onze zin voor de realiteit van de dag
maakt ons toch ook wat ongerust over onze
toekomst. Wordt het wel een goed jaar voor De
Lijn?
Alhoewel politici bij hoog en bij laag beweren
dat ze nog niet aan de verkiezingen denken,
wordt het stilaan duidelijk dat het de komende
maanden over niets anders zal gaan. Partijen
warmen zich op. Ze maken hun verkiezingspro-
gramma. Heel wat ‘Vlaamse’ overheidsbedrij-
ven en ook de middenveldorganisaties maken
volop plannen voor de toekomst. Ze stellen
memoranda op en maken op deze manier hun
standpunten bekend bij de politieke partijen.
Meteen hopen zij ook te kunnen wegen op de
standpunten van diezelfde politieke partijen.
Men gaat er dus van uit dat met hun standpun-
ten zal rekening worden gehouden.
Ijdele hoop? Wij hopen van niet, want ook wij
zullen binnenkort ons memorandum bekend
maken. Wij zullen de programma’s van de po-
litieke partijen toetsten aan onze standpunten.
Wij ‘hopen’ dat men rekening zal houden met
wat wij te zeggen hebben. In elk geval, wij wil-
len wegen op het publieke debat dat, ter ge-
legenheid van deze verkiezingen, zal gevoerd
worden rond ‘de toekomst van het openbaar
vervoer’. Wij willen ons laten horen! Laat dat
duidelijk zijn.
Wij komen hier in februari zeker op terug.
Ook intern staan wij , nog maar eens, voor een
belangrijk jaar. De onderhandelingen over de
reorganisaties – niet alleen bij ict, financiën,
marketing en personeel , maar ook bij Techniek
- zijn (bij het ter perse gaan) nog niet afgerond.
Hoe dan ook zal het een krachttoer worden
om dat allemaal in goede banen te leiden en
succesvol te implementeren. Kan men de me-
dewerkers overtuigen van de zin van deze re-
organisaties?
Laat ons bovendien niet vergeten dat wij on-
dertussen nog een aantal andere heikele pun-
ten te bespreken hebben. Wij verwijzen hier
naar de afspraken die werden gemaakt binnen
het kader van de cao-besprekingen ‘2013-2014’.
Met betrekking tot de toekenning van onze
bonus (140 euro) zal het belangrijk zijn dat wij
onze doelstelling – de daling van het aantal ar-
beidsongevallen – ook halen!
Wij zijn er ook zeker van dat De Lijn nauwge-
zet zal toezien op de uitvoering van de cao-
afspraken van juni 2013 en dat ze dus nog een
aantal punten ter bespreking zal voorleggen.
Het gaat over de annualisering van de arbeids-
duur, het leeftijdsbewust personeelsbeleid, de
opleiding van het personeel en de ‘regelset’
(de harmonisering – gelijkschakeling - van de
loon- en arbeidsvoorwaarden bij De Lijn, de zo-
genaamde STHR).
Het wordt dus ongetwijfeld ook binnen De Lijn
een spannend 2014.
En er zal dus dit jaar, nog maar eens, heel veel
gevraagd worden van het personeel…
MIVB: op de valreep een sociaal akkoord!Jan CoolbrandtDe onderhandelingen hebben zich een hele tijd voortgesleept maar uitein-delijk werd toch nog voor het einde van het jaar een ‘sociale programmatie’ afgesloten.
Uiteraard heeft de door de regering opge-
legde loonstop zwaar gewogen op deze ge-
sprekken. Toch durven wij stellen dat gezien
de omstandigheden het een aanvaardbaar
compromis is geworden. Er is, op een of ande-
re manier, ook geprobeerd om de koopkracht
van de MIVB-medewerker te verbeteren.
Zo wordt vanaf 2013 elk jaar een ecocheque
uitgekeerd aan de medewerkers. In 2013 voor
een bedrag van 110 euro per medewerker en
vanaf 2014 een bedrag van 160 euro per me-
dewerker. Voor de duidelijkheid, dit bedrag
komt bovenop het reeds toegekende bedrag
van 35 euro.
Ook is de vergoeding voor het onderhoud van
onze uniformen gevoelig opgetrokken. Het is
nu 1 euro per werkdag. Ook aan de regeling
‘kledijfonds’ zijn heel wat verbeteringen aan-
gebracht.
Nog opmerkelijk: het behoud van de eenper-
soonskamer voor onze medewerkers – dit
zonder franchise voor de medewerkers- (hos-
pitalisatieverzekering). Wanneer wij dit verge-
lijken met andere polissen in andere bedrijven
zijn wij hier eerder de uitzondering dan de
regel.
Toch zijn er nog heel wat hangende proble-
men, waar dringend knopen moeten worden
doorgehakt.
Het gaat onder meer over de specifieke brug-
pensioenregeling voor de medewerkers ge-
boren in 1957, de specifieke brugpensioenre-
geling voor medewerkers/chauffeurs ‘zwaar
beroep’, de toepassing van de regeling ‘tijds-
krediet…
Wij hopen op deze terreinen op bedrijfsak-
koorden. Wat ons betreft liefst zo snel moge-
lijk.
22
vervoer
Sancties tegen onze chauffeurs: ook de werkgevers moeten de spelregels volgen!Jan Coolbrandthet najaar 2013 was voor onze chauffeurs – zowel bij De lijn als bij de pri-vé-exploitanten – niet altijd aangenaam. naar aanleiding van een aantal punctuele incidenten werd ‘de’ chauffeur door de publieke opinie - mis-schien was het eerder de pers ? - aan de schandpaal genageld. De werkge-vers voelden zich verplicht om hierop een krachtdadig antwoord te geven door ‘hard’ op te treden tegen de chauffeurs-overtreders!
Wij hebben als vakbond de kans gekregen
om hierover publiek onze mening te geven.
Wij hebben dat dan ook gedaan.
Wij willen hier vandaag eventjes de klemtoon
leggen op de rechten van onze chauffeurs. Er
ook nog eens aan herinneren dat zowel bij
De Lijn als bij de privé-exploitanten arbeids-
reglementen zijn goedgekeurd waarin ook
sancties zijn opgenomen. Er is een procedure
vastgelegd voor het opleggen van sancties.
Er is in beide gevallen ook sprake van een be-
roepsprocedure.
Wij willen hier ook wijzen op een aantal an-
dere rechtsprincipes, zoals de rechten van de
verdediging, de wet op de privacy, het pro-
portionaliteitsprincipe.
Wat wij dus niet kunnen aanvaarden is dat
chauffeurs al publiek worden veroordeeld,
nog voor de feiten zijn nagetrokken of ter
beoordeling worden voorgelegd aan de
betrokkene zelf. Op deze manier worden de
rechten van de verdediging zwaar geschaad.
Wij kunnen ook niet aanvaarden dat naar
aanleiding van een overtreding, de feiten, de
naam en de historiek van de werknemer zo-
maar op straat wordt gegooid.
Wij vinden bovendien dat de straf in verhou-
ding moet staan tot de ‘gepleegde’ overtreding.
Wij zullen hierover in discussie gaan met
zowel De Lijn als de werkgevers-privé-ex-
ploitanten en eisen dat zij zich houden aan
deze principes. Ook al hebben wij soms de
publieke opinie tegen!
Uitbetaling vakbondspremie De Lijn 2013Bedrag: 130,00 Euro
De premie kan ook pro rata – in twaalfden –
worden uitbetaald.
1 maand 10,83€ 7 maand 75,83€2 maand 21,66€ 8 maand 86,66€3 maand 32,50€ 9 maand 97,50€4 maand 43,33€ 10 maand 108,33€5 maand 54,16€ 11 maand 119,16€6 maand 65,00€ 12 maand 130,00€
Voorwaarden: Een voltijds lidmaatschapsbij-
drage betaald hebben.
Procedure: Legitimatiekaarten bezorgen
aan uw gewestelijke secretariaat
ACV- Openbare diensten.
Uitbetaling: vanaf dinsdag 28/01/2014
Uitbetaling vakbondspremie MIVB 2013Bedrag: 130,00 Euro
De premie kan ook pro rata – in twaalfden –
worden uitbetaald.
1 maand 10,83€ 7 maand 75,83€
2 maand 21,66€ 8 maand 86,66€
3 maand 32,50€ 9 maand 97,50€
4 maand 43,33€ 10 maand 108,33€
5 maand 54,16€ 11 maand 119,16€
6 maand 65,00€ 12 maand 130,00€
Bedrag: 124,00 Euro (met afhouding €
6,00 voor boetefonds chauffeurs)
De premie kan ook pro rata – in twaalfden –
worden uitbetaald.
1 maand 4,83€ 7 maand 69,83€
2 maand 15,66€ 8 maand 80,66€
3 maand 26,50€ 9 maand 91,50€
4 maand 37,33€ 10 maand 102,33€
5 maand 48,16€ 11 maand 113,16€
6 maand 59,00€ 12 maand 124,00€
Voorwaarden: Aangesloten zijn en voltijds
lidmaatschapsbijdrage beta-
len.
Procedure: Legitimatiekaart bezorgen
aan uw militant ACV- Open-
bare diensten.
Uitbetaling: vanaf dinsdag 28/01/2014
pensioenen 23
Joris LermytteEr is nieuwe wetgeving op komst die voor een reeks technische verbeterin-gen van het overheidspensioenstelsel moet zorgen. Er komt onder meer een wettelijke basis voor het meetellen van contractuele diensten na een benoe-ming.
Aanneembaarheid contractuele overheidsdiensten wettelijk verankerd
Omdat statuten evolueren en na verloop
van tijd een aantal tekortkomingen van de
pensioenwetgeving duidelijk worden, moet
de pensioenwetgeving na verloop van tijd
aangepast worden. Het huidige wetsontwerp
biedt daarenboven nog een aantal verder-
gaande verbeteringen.
Een overzicht van de belangrijkste bepalin-
gen:
• Voor het federaal overheidspersoneel was
het nodig rekening te houden met de nieu-
we loopbanen. Trapverhogingen en schaal-
bonificaties maken deel uit van de referen-
tiewedde voor de pensioenberekening.
• Het behoud van de preferentiële pensioen-
voorwaarden van gewezen militairen die te-
werkgesteld zijn in het administratief en lo-
gistiek kader (Calog) van de geïntegreerde
politie. De preferentiële pensioenvoorwaar-
den van militairen die hun overplaatsing
hadden aangevraagd naar de FOD Justitie
om daar de functie van veiligheidsbeambte
Schrapping begrafenisvergoeding definitief van de baanJoris LermytteDe regering had zich begin 2013 voorgenomen de be-grafenisvergoeding in het overheidspensioenstelsel te schrappen. De begrafenisvergoeding is gelijk aan het laatste bruto maandbedrag van het rustpensioen, be-perkt tot 2 557,95 euro. Ze wordt gefinancierd door een bijdrage van 0,5% op de pensioenen. Via onder meer een begrafenisstoet naar het kabinet pensioenen heb-
ben de ACV-centrales voor de openbare sector zich te-gen de schrapping verzet. De schrapping zou immers zorgen voor een vertrouwensbreuk omdat de bijdrage wel behouden zou blijven. De acties zorgden ervoor dat de regering op haar beslissing terug kwam. Op 22 december besliste de regering haar voornemen tot schrapping definitief naar de prullenbak te verwijzen.
uit te oefenen, worden verduidelijkt.
• Het in aanmerking nemen van diensten als
bediende van een hypotheekbewaarder.
• De diplomabonificatie wordt voortaan ge-
situeerd in de tijd waardoor een eventueel
dubbel pensioenvoordeel wordt verme-
den.
• Stagiairs bij de lokale besturen worden on-
derworpen aan de pensioenregeling van
de openbare sector.
• De wettelijke basis voor de elektronische
pensioenaanvraag en het elektronisch
pensioendossier worden voorzien.
• De Pensioendienst voor de overheidssec-
tor (PDOS) zal de inning van bijdragen kun-
nen delegeren aan bijvoorbeeld de RSZ of
de RSZPPO.
• Het tijdstip waarop een echtscheiding uit-
werking krijgt inzake overlevingspensioe-
nen wordt verduidelijkt.
• De perequatiewetgeving wordt geactuali-
seerd.
Daarnaast wordt een wettelijk fundament
voorzien voor het meetellen van contractuele
en tijdelijke overheidsdiensten die aan een
benoeming voorafgaan. Het principe werd
voortdurend bevestigd in de rechtspraak,
maar was niet expliciet voorzien in de pen-
sioenwetgeving. Nu wordt dit uitdrukkelijk
ingeschreven in de wetgeving. Dat biedt be-
langrijke bijkomende rechtszekerheid aan
heel wat ambtenaren.
Het huidige wetsontwerp biedt een
aantal verdergaande verbeteringen.
Mini-overheidwie wordt daar nu beter van?
V.U
.: D
omin
ique
Ley
on,
Haa
chts
este
enw
eg 5
79,
1030
Bru
ssel
De mini-mode is helemaal terug. Mini-jobs, mini-koopkracht, mini-overleg, mini-overheid, mini-zorg. Alleen voor flexibiliteit, bonussen, afscheidspremies en toplonen mag het nog maxi zijn.
van
solidariteit
word je
beter
www.miniisback.be