Tien recepten en verhalen van Utrechtse veteranen

33
Rats, kuch en bonen Tien recepten en verhalen van Utrechtse veteranen

Transcript of Tien recepten en verhalen van Utrechtse veteranen

Rats, kuch en bonenTien recepten en verhalen van Utrechtse veteranen

2 3

De titel van dit magazine is gebaseerd op het gelijk-namige liedje van Lou Bandy. Hij bezong er in november 1939 het soldatenleven in de mobilisatie-tijd mee. Het beschrijft onder andere het dagelijkse soldatenmenu. Rats is een soort hutspot, kuch is hard brood van een paar dagen oud en bonen waren de dagelijkse toevoeging aan het menu. Het werd een soldatenlied en deze versie stond in juni 1939 op de eerste plaats in de Amerikaanse hitparade.

Napoleon zei het al: een leger marcheert op zijn maag. Eten is niet alleen belangrijk voor de moraal, het kan bij veteranen ook later nog allerlei herinne- ringen oproepen aan hun missie. Neem bijvoor-beeld Jean Limbourg. Hij werkt nu bij de gemeente Utrecht als marktmeester, maar werd in de jaren 90 uitgezonden naar Cambodja, Kroatië en Bosnië. In dit magazine deelt hij – naast zijn recept – de herinnering dat ze op een gegeven moment in een gebied kwamen waarvan ze achteraf hoorden dat er veel mijnen lagen. Die avond bestelden ze een lekkere maaltijd om even stoom af te blazen. “Tijdens mijn missies waren de momenten om samen te eten spaarzaam, maar dat waren wel momenten van ontspanning en dankbaarheid”, zo omschrijft Jean dit moment.

Volgens mij is zijn verhaal heel typerend voor hoe veel veteranen hun missie ervaren hebben. Militairen

voeren hun werk vaak onder moeilijke omstandigheden uit, maar het feit dat je bijdraagt aan vrede en veiligheid en de unieke kameraadschap tijdens zo’n missie, maken dat een uitzending voor de meeste veteranen een ver- rijkende levenservaring is. Uiteraard besef ik goed dat de ingrijpende gebeurtenissen bij sommige veteranen ook zichtbare of geestelijke littekens achterlaten. De bekroon-de interviews van Coen Verbraak met Nederlands-Indië- en Srebrenicaveteranen spreken wat dat betreft voor zich.

Het zijn verhalen die voor ons als ‘gewone burgers’ soms moeilijk te begrijpen zijn. Maar als veteranen elkaar ont-moeten, dan is een woord of een blik vaak al genoeg om elkaar te begrijpen. Ik vind het geweldig dat de Utrechtse veteraan Gijs van Eijsden daarom het initiatief genomen heeft om iedere maand in Sociëteit De Vereeniging een bijeenkomst voor Utrechtse veteranen te organiseren. Daarnaast hoop ik van harte dat we volgend jaar weer een Utrechtse Veteranendag kunnen organiseren.

Ik ben er trots op dat in Utrecht meer dan 800 veteranen wonen die namens Nederland op missie zijn geweest. Vaak heel verschillende uitzendingen, op de meest uiteenlopende en afgelegen plekken en onder diverse omstandigheden. Eén ding hebben deze veteranen gemeen: zij hebben zich ingezet voor vrijheid, vrede en veiligheid. Daar kunnen we wat mij betreft niet dankbaar genoeg voor zijn.

Sharon Dijksma, burgemeester van Utrecht

Sharon Dijksma

Foto

graa

f: Fe

mke

van

den

Heu

vel

Soldatendiner

“ Rats, kuch en bonen, is ’t soldatendiner Rats, kuch en bonen, doe daar je maaltje maar mee Steeds is ons streven, vrijheid van grenzen tot strand Hollandse soldatenleven, voor ’t vaderland”

Colofon

Juli 2021

Dit magazine is een uitgave van de gemeente Utrecht en verschijnt in een oplage van 900 exemplaren.

Coördinatie en tekstenJohan Kroes (Tekstbureau Kroes)

VormgevingHerman Dijenborgh (Beyond Illusions)

FotografieAnna van Kooij (Anna fotografeert)Missiefoto’s: eigen collectie geïnterviewden

Vragen en reacties kunt u mailen naar [email protected]

4 5

Inhoudsopgave

Nederlands-Indië Rudolf Feldmanpagina 6

Soedan Peter Wesselspagina 38

Libanon Jan van Halenpagina 12

Cambodja Peter Bercxpagina 18

Joegoslavië Jean Limbourgpagina 26

Kosovo Arie de Boerpagina 32

Afghanistan Lkol Sjoerdpagina 44

Irak Gijs van Eijsdenpagina 50

Mali Melvin Reijm en majoor Evipagina 56

pagina 8

pagina 12

pagina 18

pagina 26

pagina 50

pagina 56

pagina 44

pagina 32

pagina 38

Sinds 1940 heeft Nederland ruim 675.000 militairen ingezet tijdens drie oorlogen en ruim honderd vredesmissies.

In dit magazine komen twintig missies aan bod, maar een uitgebreid overzicht is hier te vinden: https://www.nlveteraneninstituut.nl/veteranen-hun-missies/missies/ pagina

6

Scan ook de QR-codes in het magazine voor informatie over de betreffende missie.

6 7

Rudolf Feldman woont sinds de jaren ’50 in Utrecht, de laatste jaren in verzorgingshuis Rosendael aan de Indusdreef in Overvecht. Hoewel zijn gezondheid achteruitgaat, staan de drie jaar die hij in voormalig Nederlands-Indië verbleef nog helder op zijn net-vlies. In tegenstelling tot veel andere Indiëveteranen, heeft hij er weinig moeite mee om zijn verhaal te delen. Een verhaal dat begint in 1946, toen meneer Feldman werd ingedeeld bij de 7 December Divisie en daarvan de 3e sectie van de 5e compagnie van het 8ste Regiment Infanterie. “Door de oorlog had ik eigenlijk geen jeugd gehad”, vertelt meneer Feldman. “Om aan de arbeitseinsatz te ontkomen zat ik jarenlang ondergedoken en niet lang na de oorlog werd ik opgeroepen om mijn dienstplicht te vervullen. Tijdens de opleiding kreeg ik een mitrail-leur in handen gedrukt. Ik was namelijk een stevige en sterke kerel en bleek bovendien heel vaardig als ‘brenschutter’.”

“Ik was continu bezig met de vraag hoe ik weer heelhuids thuis kon komen”

Tijdens de Tweede Wereldoorlog was Nederland zijn koloniale gezag over Nederlands-Indië tijdelijk kwijtgeraakt. Twee dagen na de Japanse capitulatie werd de on-afhankelijke Republiek Indonesië uitgeroepen. Nederland besloot te proberen zijn gezag met militaire middelen te herstellen. De 96-jarige Utrechtse veteraan Rudolf Feldman zat bij de allereerste groep dienst-plichtigen die hiervoor in 1946 werd uitgezonden.

BakkersknechtIn juli 1946 vertrok meneer Feldman met het schip ‘De Sloterdijk’ richting Nederlands-Indië. “Die over-tocht was goed te doen, want als bakkersknecht mocht ik meehelpen in de kombuis. Het voordeel was dat ik daardoor met zoet water mocht douchen in plaats van met zout water.” In november 1946 kwam meneer Feldman aan in Batavia. Na nog een korte opleiding van militairen van het Koninklijke Nederlands-Indisch Leger (KNIL) moest zijn bataljon de oorlogsvrijwilligers aflossen. Zijn werk bestond voornamelijk uit patrouilles lopen. “Soms wel 40 kilometer lang en dan ook nog met het loodzware machinegeweer op mijn schouders, terwijl de hitte op zich al uitputtend was. Soms gingen deze patrouilles door de sawahs, soms door het bos. Ik was altijd op mijn hoede. Bang voor een aanval die van elke kant kon komen, zelfs vanuit de toppen van

Rudolf FeldmanGeboortejaar: 1925Eindrang: Soldaat-1

Missie: Nederlands-Indië

Koninklijke Landmacht, 1946-1949

6

de bomen. Mijn vinger hield ik continu aan de trek-ker. Bovendien liep ik als brenschutter altijd voorop. Wat er voor mijn ‘bren’ kwam, ging er ook aan.”

Altijd vooraanVeel moeite met het neerschieten van de vijand had meneer Feldman in eerste instantie niet. De tegenstander schoot immers net zo gemakkelijk Nederlandse militairen neer en beging soms on- beschrijfelijke wreedheden. Leden van de TNI. Maar ook rampokkers, ploppers of extremisten. “Het was een onoverzichtelijke en vuile strijd. Behalve de kameraadschap heb ik maar weinig goede her- inneringen aan die tijd. Ik was continu bezig met de vraag hoe ik weer heelhuids thuis kon komen.” Vanwege zijn dappere optreden werd meneer Feldman op een gegeven moment voorgedragen voor een ‘combat-team’. Dit team werd overal inge-

zet waar het moeilijk was. “Wij stonden altijd vooraan, met gevaar voor eigen leven.”

OmmekeerOp paasmorgen 1948 beleefde meneer Feldman vervolgens een bijzonder moment, volgens hem een ommekeer in zijn leven. “Ik stond op wacht toen opeens de gedachte binnenkwam dat ik die mensen net zo makkelijk neerschoot als beesten. Ik nam mij toen voor om – eenmaal thuis – mij te gaan inzetten voor de samenleving, voor de kerk.” Eenmaal terug in Nederland maakte meneer Feldman die belofte waar, want hij zette zich meer dan 50 jaar in voor de Utrechtse samenleving. Uit handen van burgemeester Annie Brouwer-Korf ontving meneer Feldman hiervoor nog een Koninklijke Onderscheiding. Daarnaast bouwde hij een prachtige loopbaan op bij het bedrijf Detailhandel & Ambachten (DETAM) aan de Nijenoord.

Nederlands-Indië | 1945-19491.593 dagen

200.000 ingezette dienstplichtigen en oorlogsvrijwilligers6.000 omgekomen militairen (bij benadering)

Op het Indiëmonument op de Rooms Katholieke begraafplaats St. Barbara staan de namen van 52 Utrechters,

die in de periode 1945-1962 zijn omgekomen in voormalig Nederlands-Indië of Nieuw-Guinea.

INDONESIË

JAVA

“ Ik was altijd op mijn hoede. Bang voor een aanval die van elke kant kon komen.”

8 9

Bereidingswijze

1 rode puntpaprika1 rode lombok (spaanse peper)5 cm gember10 cm laos (galangawortel)4 blaadjes djeruk purut (citroenblad)3 stengels sereh (citroengras)10 kemirinoten1 el ketumbar (gemalen koriander)1 el kunjit (gemalen geelwortel)1 tl djinten (gemalen komijn)1 tl kardemom1 tl zout

1. Begin met de bumbu. Snijd de puntpaprika en de lombok in grove stukken. Schil de gember-wortel. Hak de gember, laos, 2 blaadjes djeruk purut en 1 stengel sereh grof. Doe samen met de kemirinoten, ketumbar, kunjit, djinten, kardemom, het zout en de peper in een blender of keukenmachine en maal tot een fijne pasta.

2. Snipper de uien en hak de knoflook fijn.3. Verhit 100 ml olie in de pan en fruit de ui en

knoflook aan. Voeg de sambal en de bumbu toe en bak 2 min. mee.

4. Hak 2 stengels sereh in grove stukken en doe samen met de kaneelstukjes, salam, 2 blaadjes djeruk purut en het vlees in de pan. Schenk de kippenbouillon erbij en breng aan de kook. Doe een deksel op de pan en zet het vuur laag. Haal na 1,5 uur het deksel eraf en laat nog 1,5 uur stoven, zodat de saus iets inkookt. Roer af en toe even door en voeg een beetje water toe als het te droog wordt.

5. Draai als het vlees zacht en mals is het vuur uit en voeg de santen en gemalen kokos toe. Roer goed door totdat de santen helemaal gesmolten is.

Indonesië / Daging Rendang (Pittig runderstoofvlees met kokos)Ingrediënten (4 personen)

1 tl peper2 uien2 knoflookteentjes1 kg runderriblappen150 ml plantaardige olie2 el sambal ulek2 kaneelstokjes2 blaadjes salam (Indonesische laurier)400 ml kippenbouillon50 g santen (kokoscrème)25 g gemalen kokos

Dit recept is afkomstig uit kookboek ‘Blauw’ van het gelijknamige Utrechtse restaurant. In dit boek delen de chefs alle geheimen en technieken die zo typisch zijn voor de Indonesische keuken. Restaurant Blauw verzorgde kosteloos de maaltijd voor Rudolf Feldman.

1 0 1 1

1 2 1 3

Jan is geboren en getogen in de wijk Zuilen en was 20 jaar oud toen hij de oproep kreeg om zijn dienst-plicht te vervullen. Daarmee was hij relatief oud, maar eerst moest Jan zijn MTS-opleiding afmaken. In maart 1980 meldde hij zich bij de poorten van de kazerne in Ede om aan de slag te gaan bij de luchtdoelartillerie, maar was daar ook alweer snel vertrokken. “Ik vond het daar niks aan”, vertelt Jan lachend. “Al snel bleek dat ze vrijwilligers zochten om op uitzending te gaan naar Libanon, dus heb ik mijzelf daarvoor aangemeld. Uiteindelijk heb ik maar twee weken in Ede gezeten.”

VoorbereidingJan werd in Assen geplaatst bij het 43e Pantser- infanteriebataljon om daar opgeleid te worden voor zijn uitzending. “Ik kwam in een leuke club terecht met allemaal gemotiveerde vrijwilligers. In mijn peloton zaten vijf andere Utrechters, waar ik nog altijd contact mee heb. De opleiding stelde niet zo veel voor. Je leerde het gewone infanteriewerk, maar op de omgeving in Libanon waren we niet voorbereid. Je had daar heuvels en bergen, een paar hoofdwegen en verder onverharde geiten- paden. Daarnaast kregen we veel oude troep mee. Voertuigen uit 1955 of ouder bijvoorbeeld. Soms maakten we een nieuw voertuig van twee oude wagens. Overigens waren we in Libanon wel het

Tussen twee vuren

In Libanon zat Jan van Halen letterlijk en figuurlijk tussen twee vuren met de Palestijnen aan de ene kant en Israël aan de andere kant. Dat zorgde soms voor spannende situaties, waaronder een gijzeling.

zwaarst bewapende bataljon, met onder andere mortieren en antitankraketten.”

IJzeren driehoekEenmaal in Libanon werd Jan als plaatsvervangend groepscommandant in het dorpje Kafra geplaatst, midden in PLO-gebied. De opdracht was dan ook om Palestijnen tegen te houden die Israël wilden in-filtreren om daar aanslagen te plegen. Dat deden de Nederlanders door regelmatig op patrouille te gaan en door twee waarnemingspunten op hooggelegen heuvels in te richten. “Vanaf die punten keek je zo in de ‘ijzeren driehoek’. Dat waren drie dorpen met Palestijnen, waar zich bijvoorbeeld opleidingskampen bevonden voor de strijders. In feite moesten ze langs ons om hun infiltraties te kunnen uitvoeren. Ze liepen dan door de wadi’s, waar wij traangas in schoten om ze tegen te houden. Daar waren ze uiteraard niet blij mee, dus werden we regelmatig beschoten. Onze ‘rules of engagements’ bepaalden alleen dat we niet terug mochten schieten.”

GijzelingDie vijandigheden kwamen ook tot uiting in gijzelin-gen. “Zelf ben ik een korte tijd gegijzeld toen we op een nacht patrouille liepen. We hadden een luister- post ingericht en hoorden iets achter ons, maar voor ik het wist had ik de loop van een pistool op mijn

Jan van HalenGeboortejaar: 1960Eindrang: Sergeant-1

Missie: Libanon (1980)

Koninklijke Landmacht, 1980-1992

LIBANON

SYRIË

JORDANIË

ISRAËL

EGYPTE

1 4 1 5

hoofd gericht. We werden meegenomen, maar ik wist ze als commandant van deze patrouille te overtuigen om ons weer vrij te laten. We moesten wel onze geweren en geld achterlaten, waar de marechaussee achteraf heel moeilijk over deed. Die vond dat een soort doodzonde. Maar wat moest ik anders doen?”

AvontuurlijkToch kijkt Jan nog altijd met veel voldoening terug op zijn uitzending. Na zijn uitzending tekende hij als beroepsmilitair en werkte nog tot 1992 bij Defen-sie. Nu staat hij alweer jaren met een viskraam op verschillende markten in Utrecht. Eén keer per jaar ziet hij zijn kameraden uit Libanon nog. “We hebben daar iets bijzonders gedeeld. Voor mij was het een mooie tijd. Tot dan toe was ik niet verder gekomen dan een vakantie in België en dan sta je opeens als

jonge vent in het Midden-Oosten, waar je allerlei avontuurlijke dingen meemaakt. Je komt dan wel vrij volwassen terug. Je ziet dingen die de meeste mensen nooit zullen zien. Wat veel indruk op mij maakte, was dat de mensen daar zo weinig hadden en daar toch tevreden mee waren. Dan denk ik nog wel eens: waar maken we ons in Nederland allemaal toch druk om?!”

Libanon | 1979-19859.831 ingezette

Nederlandse blauwhelmen9 omgekomen

Nederlandse militairen

“ Je leerde het gewone infanteriewerk, maar op de omgeving in Libanon waren we niet voorbereid”

1 6 1 7

Libanon / Broodje ei

Bereidingswijze

Plat Libanees brood 2 eieren 1 ui mayonaise of ketchup zout en peper

Brood opwarmen in de oven.Eieren klutsen en bakken. Vervolgens het ei op het brood leggen en peper en zout naar smaak toevoegen.Uien erop leggen, mayonaise of ketchup erop en dan het broodje oprollen.

Jan: “Dit lokale broodje aten wij vaak in de winkeltjes die ze daar in Libanon hadden.”

Ingrediënten

1 8 1 9

Peter Bercx

18 1 9

“Destijds kon je al met een leeftijd van 16 jaar bij de Marine terecht. Ik schoor me nog niet, had nog nooit een meisje gezoend, maar wilde al wel in dienst”, vertelt Peter lachend. “Mijn ouders moesten tekenen omdat ik nog minderjarig was.” Omdat er op dat moment geen ruimte bij het Korps Mariniers is, komt hij na zijn opleiding bij de vloot terecht en vaart op de Hr.Ms. De Ruyter en Hr.Ms. De Poolster. Al snel wordt Peter uitgezonden naar Egypte, om deel te gaan nemen aan de internationale troepenmacht Multinational Force and Observers, die in de Sinaï moet toezien op het vredesverdrag tussen Israël en Egypte. Als ‘verbindelaar’ is Peter verantwoordelijk voor de communicatielijnen tussen de verschillende kampementen en observatiepun-ten. “Ik was toen nog erg jong en dan is zoiets een mooie ervaring. We vielen onder een Amerikaans infanteriebataljon en dat vond ik bijzonder interes-sant, omdat ik nog altijd heel graag bij de mariniers wilde.” Na zijn uitzending kan Peter dan eindelijk beginnen aan zijn opleiding tot marinier, die hij afrondt als de beste kandidaat van zijn lichting. Vervolgens komt hij met het Korps terecht in Aruba en Curaçao. “Je leeft dan een jongensdroom en je krijgt er nog voor betaald ook!”

Gewone jongens die ongewone dingen doen

Als jongetje van acht heeft Peter Bercx maar één doel: hij wil marinier worden. Die jongensdroom wordt werkelijkheid en als goed getrainde en geharde marinier ziet hij alle uithoeken van de wereld. Zo gaat hij op missie naar de Sinaïwoestijn, Cambodja en Bosnië.

CambodjaNa de val van het IJzeren Gordijn valt de dreiging vanuit de toenmalige Sovjetunie weg. Er breekt een periode aan dat de Nederlandse krijgsmacht op aller-lei plekken in de wereld expeditionair wordt ingezet om de vrede te handhaven. Zo start in 1992 in Cambodja de missie ‘United Nations Transitional Authority for Cambodia (UNTAC)’ met als doelstelling om toezicht te houden op de terugkeer van vluchte- lingen, de strijdgroepen te ontwapenen en vrije verkiezingen te organiseren. Eén van de grootste VN-missies ooit, met een aanzienlijke bijdrage van Nederland. Als bekend wordt dat de mariniers de hoofdmoot van de Nederlandse bijdrage gaan vormen, zit Peter zich in Rotterdam te verbijten. “Ik was geplaatst in het verbindingscentrum, maar je bent strak en sterk en dan wil je dat niet. Mijn werk betekende alles voor mij en ik wilde maar één ding: dienen. Mijzelf inzetten voor de maatschappij. In actie komen. De eenheid die werd uitgezonden was al gevuld, alleen lukte het mij toch nog om een plek te bemachtigen.” Er blijkt alleen nog plek te zijn bij het dienstvak Verbindingen en wel als facteur, degene die de post rond moet brengen. “Dat is natuurlijk niet stoer, maar beter dan achterblijven in Rotterdam.

2 0 2 1

Peter BercxGeboortejaar: 1964Eindrang: Sergeant

Missies: MFO (Sinaïwoestijn, 1982) UNTAC (Cambodja, 1992 en 1993) IFOR (Bosnië, 1995)

Koninklijke Marine, 1981 – 2003

20

Uiteindelijk heb ik als facteur misschien meer meegemaakt dan menig infanterist.” Communicatie met het thuisfront is maar zeer sporadisch mogelijk en naar de post wordt reikhalzend uitgekeken. “Ik heb zelfs twee keer meegemaakt dat een collega een doorgeladen wapen op mijn hoofde drukte omdat hij geen post had gekregen. Daarna was de charme van zo’n missie wel even verdwenen. Buiten de poort had ik al te maken met de dreiging om beschoten te worden, maar nu voelde ik mij ook binnen het kamp niet veilig meer.” Peter maakt er het beste van en met de enorme motivatie die hem kenmerkt, neemt hij allerlei neventaken op zich. Dat leidt ertoe dat hij een maand lang wordt ingezet om mijnen te ruimen en hij komt zes weken in de hoofdstand van Cambodja terecht om het postsys-teem op te zetten voor de allereerste verkiezingen in het land. “Dat was een intens mooie periode. Ik maakte werkdagen van 16-20 uur en was daar echt

iemand. Je maakt op zo’n moment onderdeel uit van een serieus stukje geschiedenis.”

BermbomIn december ’92 komt Peter thuis van zijn missie, maar in juli vertrekt hij voor een tweede keer naar Cambodja. Dit keer is hij binnen de bataljonsstaf verantwoordelijk voor de verbindingen tussen de eenheden. “Je merkte toen al dat de bevolking meer bravoure had, dat er van alles was opgebouwd en dat het land weer in bloei begon te komen. Prachtig dat je daar dan aan hebt bijgedragen.” Toch maakt Peter in deze periode ook een paar ingrijpende gebeurtenissen mee. Het kamp wordt regelmatig met mortieren beschoten, een jonge collega komt om het leven door eigen vuur en een landrover rijdt op een bermbom. “Ik mocht op dat moment vanuit de commandopost de verbindingen onderhouden met de jongens ter plaatse en het team dat ze moest

evacueren. Als je dit soort ingrijpende gebeurtenissen deelt met je collega’s, gewone jongens die ongewone dingen doen, dan geeft dat een kameraad-schap die je in de maatschappij niet terugvindt. Hoewel ik later psychische problemen kreeg, heb ik alleen maar mooie herinneringen aan mijn missies. Ik kijk er met trots op terug en ze hebben ook echt resultaat gehad.”

Creatief met rantsoenenIn Cambodja ligt de nadruk op het handhaven van de vrede, maar als Peter in 1995 naar Sarajevo wordt uitgezonden gaat het er een stuk hardhandiger aan toe. Als lid van een ‘Forward Observer Team’ geeft hij de informatie door waar de mortiergroep de Servische militairen moet beschie-ten. Op deze manier worden de Serven op de knieën gekregen en komen de Dayton-akkoorden tot stand. In die periode heeft Peter een bijzondere neventaak, want hij is degene die voor zijn team de maaltijden klaarmaakt. “We hadden afgesproken om in ieder geval ’s avonds samen te eten. We moesten het doen met rantsoenen, maar probeerde daar met wat uitjes of pepertjes altijd wat creatiefs van te maken. Op een gegeven moment kwam er een generaal op bezoek. Die heb ik een paar gevulde eieren kunnen voorschotelen die ik gejat had van de Fransen.”

Cambodja2.661 uitgezonden

Nederlandse militairen1 bronzen kruis2 omgekomen

Nederlandse militairen

MYANMAR

LAOS

CAMBODJA

VIETNAM

THAILAND

CHINA

2 2 2 3

“ We moesten het doen met rantsoenen, maar probeerde daar met wat uitjes of peper-tjes altijd wat creatiefs van te maken”

Cambodja / Kuy teav(Noedelsoep)Ingrediënten (4 personen)

Bereidingswijze

2 4 2 5

2 liter kippenbouillon300 g gepocheerde kipfilets in reepjes200 g gedroogde rijstvermicelli-noedels1 grote wortel in plakjes gesneden100 g taugé8 stuks Aziatische greens of sla2 kopjes verse geurige kruiden: koriander, basilicum, munt etc.4 chilipepers in vogelvlucht fijngesneden2 limoenen in vieren gedeeld2 stuks lente-uitjes fijngesneden

Doe 2 liter kippenbouillon – of 1 liter bouillon en 1 liter water – in een grote soeppan op het fornuis. Breng de bouillon aan de kook en zet daarna laag om te laten sudderen. Breng eventueel op smaak met extra zout en eventueel wat peper.

Terwijl de bouillon kookt, pocheer je de kipfilets in een aparte kleinere pan in voldoende bouillon om het vlees te bedekken tot het net gaar is. Je wilt dat het vlees wit en zacht is. Niet bruin en hard. Voeg, terwijl de kip aan het pocheren is, de dikke plakjes wortel toe. Verwijder vet en schuim met een schuimspaan. Als het klaar is, giet je de bouillon af en laat je de kip een beetje afkoelen voordat je hem in hapklare stukjes versnippert, gewoon door hem met je handen uit elkaar te scheuren.

Blancheer de taugé en Aziatische bladgroente of sla en zet beide apart.

Kook de gedroogde rijstvermicellinoedels volgens de instruc-ties op de verpakking. Als ze klaar zijn, laat ze uitlekken, spoel ze af zodat ze stevig blijven en zet ze apart.

Terwijl de noedels koken, snijd je je chilipepers, hak je limoe-nen in vieren, was je verse geurige kruiden en dep je ze droog, en leg je ze in gerechten op tafel zodat je gasten kunnen garneren zoals ze willen. Ik geef ook graag extra taugé en chilipepers.

Verdeel de noedels over de kommen – ofwel twee grote kommen voor twee personen of vier kleinere kommen voor vier personen – en plaats de Aziatische groenten/sla op de noedels, dan de wortels en de kip. Giet voorzichtig de bouillon erover, vul elke kom, voeg de taugé toe en strooi er wat fijngesneden lente-uitjes over.

Stel je gasten voor dat ze een kwart limoen in hun soep per-sen, hun noedels garneren met meer verse geurige kruiden, misschien wat fijngesneden pepers strooien en sauzen naar wens uitknijpen. Zorg voor peper, suiker, vissaus, sojasaus, chilisaus, chilivlokken, extra verse chilipepers en chiliolie.

Peter: “Met deze populaire schotel beginnen de meeste Cambodjanen hun dag. Kuy teav - of noedelsoep - is gemaakt van varkens- of rundvlees en rijstvermicelli, maar zelf gebruik ik meestal kip. De smakelijke bouillon wordt gegarneerd met gefruite sjalotten en knoflook, taugé, groene ui en aromatische kruiden. In de hoofdstad Phnom Penh at ik Kuy teav bij de straatkraampjes of op de markt voor mijn hotel (International 1992).”

2 6 2 7

“In 1982 moest ik mijn dienstplicht vervullen en dat beviel zo goed dat ik daarna beroepsmilitair ben geworden. Ik wilde graag buiten bezig zijn en het al-ternatief was een kantoorbaan. Later heb ik ontdekt dat die keuze ook gebaseerd was op het feit dat ik mij graag voor anderen wil inzetten. Dienstbaar wil zijn aan de maatschappij. Ik kreeg verschillende logistieke functies en met die ervaring wilden ze mij graag als logistiek coördinator in Cambodja hebben. Eind ’92 werd ik in Phnom Penh op het hoofdkwar-tier van de VN-missie UNTAC geplaatst en moest als logistiek coördinator onder meer de eerste verkiezingen in 23 jaar tijd organiseren. Een project waarbij de hele wereld meekeek. We moesten 1500 stembureaus voorzien van alle nodige materialen, van auto’s, water en stempotloden, waarvoor mijn team en ik verantwoordelijk waren. Op die manier ben je een klein radartje in operatie waarmee we wereldgeschiedenis hebben geschreven. In Neder-land is hier nog maar weinig bekendheid over, maar ik ben er enorm trots op. De dingen die ik daar

“De verbijstering was enorm, maar als militair ga je dan toch door”

In Utrecht kennen ze Jean Limbourg als de vriendelijke en georganiseerde marktmeester van de gemeente. Minder bekend is dat hij zijn logis-tieke vaardigheden heeft opgedaan bij de Koninklijke Landmacht en drie keer is uitgezonden. Zo was hij één van de leden van VN-commissie Kalshoven die verschillende massa-graven in Kroatië heeft blootgelegd. Jean blikt terug.

zag en meemaakte hebben veel indruk gemaakt. De enorme vervuiling, de verminkingen als gevolg van de vele landmijnen en de onveiligheid, zorgen er voor dat je op een andere manier gaat kijken. Hier in Nederland praten we over onze pensioenplannen, maar daar ging de planning niet verder dan de dag van morgen. Die houding heb ik overgenomen en dat geeft een bepaalde ontspanning.”

Massagraven“Vrij snel na deze missie werd ik uitgezonden naar Kroatië, om met de ‘Commissie Kalshoven’ in ver-schillende voormalige Servische enclaves onderzoek te doen naar de schending van het oorlogsrecht. De Verenigde Naties hadden dit onderzoek ingesteld en Nederland stuurde een detachement, gebouwd rondom kapitein Harry de Jong, een specialist van de toenmalige gravendienst en ook wel ‘De Neus’ genoemd. Ik had een bijzondere rol tijdens deze mis-sie. De Serven stonden het toe om te zoeken naar massagraven, maar wel op voorwaarde dat er ook

Jean LimbourgGeboortejaar: 1960Eindrang: Kapitein

Missies: Cambodja (1992), Kroatië (1993), Voormalig Joegoslavië (1995-1996)

Koninklijke Landmacht, 1982-2000

OOSTENRIJKHONGARIJË

GRIEKENLAND

JOEGOSLAVIË

ITALIË

ROEMENIË

ALBA

NIË

2 8 2 9

onderzoek gedaan zou worden naar illegaal gedumpt nucleair afval. Ik had in die tijd een functie om militairen op te leiden op het gebeid van nucle-aire, chemische en biologische oorlogvoering en werd dus aangewezen om dit onderzoek samen met een collega uit te voeren. We werden op allerlei manieren tegengewerkt door de lokale autoriteiten, waardoor de missie niet twee weken, maar zowat twee maanden duurde. Uiteindelijk hebben we niets gemeten en waren we in feite onderdeel van een di-plomatiek schaakspel, waarbij maar weinig rekening werd gehouden met onze veiligheid. Zo kwamen we op een gegeven moment in een gebied, waarvan we achteraf hoorden dat er veel mijnen lagen. Die avond hebben we met het team een biertje gepakt en lamskoteletten besteld om even stoom af te bla-zen. Dat je op zo’n moment iets kunt vastpakken, ruiken en proeven is dan een heerlijk moment.

Tijdens mijn missies waren de momenten om samen te eten vaak spaarzaam, maar dat waren wel momenten van ontspanning en dankbaarheid. We hebben dus geen nucleair afval gevonden, maar ons team heeft wel een aantal massagraven blootgelegd. Ik heb zelf ook in die graven gestaan en zag onder meer het skelet van een vrouw en haar kind. Beide hadden ze een kogelgat in het hoofd. De verbijstering is dan enorm, maar als militair ga je dan toch door, ook al voelt het niet goed. In eerste instantie kregen we ook een verbod om over deze missie te spreken en vanuit Defensie was er maar weinig nazorg. Zo’n beeld vergeet je alleen nooit meer en ik heb daar later problemen mee gekregen. Ik heb dit een plek kunnen geven met behulp van EMDR-therapie en eigenlijk ben ik verbaasd dat ik er weer over kan praten. Als je zoiets meemaakt, dan geeft dat enorm veel verwar-ring. Hoe kan het dat mensen elkaar zoiets aandoen?

30.000 kilometer“Eind 1995 vertrok ik naar Bosnië voor mijn derde – en laatste – missie. Het Verdrag van Dayton had een einde maakte aan de Bosnische oorlog, de VN-troepen vertrokken en NAVO-troepen kwamen het land in om de vrede te bewaken. Ik werd als ‘Stafofficier Movements’ geplaatst bij HQ ARRC (Ace Rapid Reaction Corps) en moest (naast bijzondere projecten) routes gaan verkennen voordat die troepen het land in konden. In die periode heb ik zo’n kleine 30.000 kilometer afgelegd, wat niet zonder gevaar was. We gokten erop dat de vijandelijkheden waren gestaakt, maar ik heb voldoende restanten van de strijd gezien en we werden regelmatig beschoten of geconfronteerd met mijnen. De eerste keer als je zoiets meemaakt dan schrik je, maar als het vaker gebeurt dan doet het je niet zoveel meer. Dat merkte ik toen na vier maanden een Duitse collega voor het eerst mee op pad ging. Die zat rillend van angst in de auto en toen hij zag dat ik volkomen rustig bleef zei hij: ‘Jij bent hier al te lang.’ Ik noem dat nu ‘militaire misvorming’. Door wat je meemaakt, kom je in een nieuw normaal, wat voor andere moeilijk te begrijpen is. Het heeft uiteindelijk wel gemaakt dat ik van de kleinste dingen kan genieten. Een kop koffie, een maaltijd waar je samen in alle rust van kunt genieten. Dat gun ik eigenlijk iedereen!”

Voormalig Joegoslavië 8.248 dagen

± 50.000 uitgezonden Nederlandse militairen

18 omgekomen Nederlandse militairen

“ Hier in Nederland praten we over onze pensioenplannen, maar daar ging de planning niet verder dan de dag van morgen”

3 0 3 1

Joegoslavië / Lamskotelettenvan de grillIngrediënten (4 personen)

Bereidingswijze

Lamskoteletten (2 à 3 per persoon)

Kruiden: rozemarijn, tijmpeper en zoutolijfolie met knoflooksnippers

Garnituur:gepofte aardappelen (1-2 per persoon)yoghurtsaus met munt

Doe de koteletten in een schaal en bedruip deze met olie.

Bestrooi de koteletten met peper en zout, alleen pas vlak voor het grillen.Als de koteletten op de grill liggen, dan af en toe bestrijken met de knoflookolie.Rustig omkeren en laten bruinen.

Tip: vetrand laten uitbakken en krokant houden; even verschuiven op de grill voor ‘de mooie grill-ruitjes’.

Opdienen op warme schaal, de gepofte aardappelen in stukken ernaast.Serveer de saus er apart bij.

Jean: “Na een heftige dag in Kroatië hebben we met het team een biertje gepakt en lamskoteletten besteld om even stoom af te blazen. Dat je op zo’n moment iets kunt vastpakken, ruiken en proeven is dan een heerlijk moment. Tijdens mijn missies waren de momenten om samen te eten vaak spaarzaam, maar dat waren wel momenten van ontspanning en dankbaarheid.”

3 2 3 3

Waarom bent u geestelijk verzorger geworden?“Begin jaren ’80 werd ik hiervoor gevraagd en ik voelde daar gelijk voor. Vanwege de dienstplicht en in het bijzonder bij de landmacht ontmoette je, meer dan in de kerk, een dwarsdoorsnee van de Nederlandse jongeren. Ongeveer 18 jaar oud, de puberteit net voorbij of er nog volop in. Ik volgde een militaire training van een maand, waarin ik kennis mocht maken met vele aspecten van het militaire leven inclusief het graven van een schut-tersputje en schieten op de Harskamp. Op het Vormingscentrum Beukbergen kreeg ik een trai-ning in militair cursus- en vormingswerk. Na dat alles ging ik als GV-er aan de slag bij de stoottroe-pen in Ermelo. Ik had weinig moeite om verbinding met de jongens te maken en ze wisten mij ook wel snel te vinden. Naast vele persoonlijke problemen waren er ook veel frustraties met betrekking tot de militaire organisatie, zo anders dan men gewend was in de burgersamenleving. Ze werden bepaald niet zachtzinnig behandeld en daar konden velen niet goed mee omgaan.”

“Veel militairen wisten niet waarom ze op missie waren”

Als geestelijk verzorger ging Arie de Boer op missie naar Bosnië en Kosovo. Van ‘s ochtend vroeg tot ‘s avonds laat voerde hij gesprekken met militairen. Over een verkering die uitging, over confronterende gebeurtenissen in het missiegebied, maar ook over de politieke achtergronden van de uitzending.

In 1996 ging u op missie naar Bosnië. Met welke kwesties kwamen ze toen bij u?“Met veel frustraties vanwege het feit dat men ver van huis was, terwijl er thuis van alles aan de hand was en misging. Verkeringen gingen uit! Vriendinnen en vrienden gingen vreemd en dát mocht men dan weer via anderen horen. Op ons kamp in Busovaca stond destijds een hele rij telefooncellen die wij als sociaal- maatschappelijk team zoveel mogelijk in de gaten probeerden te houden. We zagen daar regelmatig militairen overstuur en gestrest uit komen. Dan sprak je ze even aan of je maakte al pratend een wandeling over de basis. Vrijwel dagelijks vonden er zingevings-gesprekken plaats, over vragen als ‘waar ben ik hier eigenlijk mee bezig?’ en ‘wat is de zin daarvan?’ Veel militairen gingen gewoon omdat ze moesten én omdat het lekker verdiende, maar wisten niet waarom ze op missie waren. Zeer veel gespreken hadden te maken met het mandaat en de voorgeschiedenis van het conflict in dat land. Eindeloos was ik in gesprek, van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat. Na drie maanden was ik oververmoeid. Na terugkomst in Nederland bleek dat ik een longaandoening had.”

Arie de BoerGeboortejaar: 1946Eindrang: Luitenant-kolonel (gelijkgesteld)

Missies: Bosnië (1996), Kosovo (1999)

Koninklijke Landmacht, 1982 – 2001

32

Arie, midden

Wat is u bijgebleven van die missie?“Mijn allereerste indruk: het konvooi van Split naar Busovaca. Dan ga je letterlijk door een heel duister land, kapot door de oorlog. Ik vond dat heel luguber en deprimerend. Altijd en overal de rood-witte linten vanwege het gevaar van mijnen. Je behoefte moest je dan ook doen tussen de voertuigen van het konvooi en vooral niet in de berm. Ik ging eens als bijrijder mee in een 10-tonner toen we van de weg gedrukt werden, zo een mijnenveld in. Eindeloos opnieuw werden we op dat risico gewezen! Dan staat je adem wel even stil. Het duurde uren voordat we er weer uit waren. Op een dag liep een EOD-er, terwijl hij aan het ruimen was, zelf op een mijn en verloor twee benen. Zijn leven is gered door een hospik die zonder aarzelen dat mijnenveld is ingelopen en eerste hulp heeft verricht. Ook in sociaal opzicht heeft dit ongeluk veel te weeg gebracht. De mythe van onschendbaarheid van de EOD was door-broken.”

In 1999 ging u naar Kosovo. Wat was het verschil met uw eerdere missie?“Ik ben daar maar kort geweest als invaller voor een collega die eerder terug moest naar Nederland. De sfeer in Kosovo vond ik grimmig en mistroostiger. Er werden nog steeds mensen vermoord in het conflict tussen de Serven en de Albanezen. Er heerste veel angst onder de bevolking en men was heel bang voor het moment dat onze troepen zouden vertrekken. Tegen mij zeiden ze dat ik eigenlijk niet weg mocht gaan, omdat ze zo bang waren. Overigens kregen de militairen in die tijd voor het eerst een eigen mobiele telefoon, formaat ‘koelkast’. De telefooncel was toen verleden tijd.”

Bent u nu nog betrokken bij veteranen?“Ja, bij het Nederlands Veteraneninstituut maak ik deel uit van een groepje collega’s die opgeroepen kunnen worden als er sprake is van een vraag op ons terrein. Soms is er een theatervoorstelling over een missie en dan is één van ons aanwezig om zo nodig een aanwezige veteraan bij te staan die acuut overstuur raakt. In Utrecht ben ik overigens betrokken bij een heel andere categorie: ex-gedetineerden. Ik woon boven de Silo-kerk die zich voor deze groep inzet en mag sommigen van deze ex-gedetineerden begeleiden.”

Kosovo | 1998-2000 en 2005-heden3.985 dagen

6.130 uitgezondenNederlandse militairen

1 omgekomen Nederlandse militair

“ Op een keer was ik als bijrijder mee en werden we de weg af-gedrukt, zo een mijnenveld in”

MONTENEGRO

SERVIË

ALBANIË

KOSOVO

GRIEKENLAND

NOORD-MACEDONIË

3 4 3 5

Bereidingswijze

Kosovo / Overschotel met prei en paprikaIngrediënten (4 personen)

500 gram rundergehakt3 stengels prei, schoongemaakt in stukjes van plm. 3 cm2 eetlepels olijfolie1 ui, gesnipperd3 eetlepels tomatenpuree1 rode en 1 groene paprika, schoongemaakt in smalle reepjes2 teentjes knoflook, gehakt1 eetlepel bloem300 ml runderbouillonzout, peper

Oven voorverwarmen op 180 graden boven- en onder-warmte.Bak de prei in de olie beetgaar en doe ze in een ovenschaal. Bak in het overgebleven vet de ui en knoflook glazig.Bak het gehakt mee tot het droog is (overgebleven vet afgieten).Bak het tomatenpuree even mee.Paprikareepjes toevoegen. Alles door elkaar roeren. Bloem erover strooien en even al omscheppend meebakken. Runderbouillon erdoor roeren. Gehaktmassa over de prei verdelen.Op smaak maken met peper en zout.

Schaal in de oven zetten en plm. 45 minuten bakken (het vocht moet verdwenen zijn). Na ongeveer 25 minuten de geraspte kaas erover strooien.

ServeertipLekker met aardappelpuree, rijst of pasta en een salade.

3 6 3 7

3 8 3 9

De laatste twee missies van Peter Wessels vonden plaats in Afrika. In 2008 ging hij met een verken-ningseenheid van 60 mariniers naar Tsjaad, met als doel om de veiligheidssituatie in kaart te brengen en de vluchtelingen uit Darfoer en VN-hulpverleners te beschermen. Samen met een collega vormde Peter de militaire politie. In opdracht van het Openbaar Ministerie hielden ze toezicht op de militairen en het verloop van de missies, om waar nodig onregelma-tigheden te rapporteren. “Dit was een vrij rustige missie”, vertelt Peter. “Als er geen werk voor ons als ‘mp’s’ is, dan is dat een goed teken. Ik onder-steunde daar waar mogelijk, bijvoorbeeld door kinderen op afstand te houden bij het uitladen van vrachtvliegtuigen. Daarnaast ging ik zoveel mogelijk

Overleven op noodrantsoenen

Peter Wessels ging in Utrecht naar de LTS en de MTS, maar koos daarna voor een loopbaan bij de Koninklijke Marechaussee. 36 jaar later zit zijn uniform vol met medailles, want hij ging maar liefst zes keer op missie.

mee met patrouilles. Op die manier kun je jezelf beter inleven mocht er iets gebeuren. Als militaire politie ben je één van hen en toch ook weer niet. Ik heb altijd een goede band gehad met eenheden als de mariniers of de luchtmobiele brigade. Ik vind het mooi om onder de mensen in het veld mijn werk te kunnen doen.”

BlubberOmdat er geen verharde wegen naar het kamp liepen en de regentijd volop bezig was, verliep de aanvoer van levensmiddelen, over blubberpaden en door de lucht, moeizaam. De Ierse kampcomman-dant had daarom besloten dat de militairen twee dagen per week hun noodrantsoenen moesten

Peter WesselsGeboortejaar: 1964Rang/ functie: Stafadjudant

Missies: UNPROFOR (Bosnië , 1994-1995), UNMIBH (Bosnië, 1998-1999), SFIR-1 (Irak, 2003), TFU-1 (Afghanistan, 2006), EUFOR (Tsjaad 1, 2008), UNMISS (Zuid-Soedan, 2014)

Koninklijke Marechaussee, 1985-heden

Peter, rechts

Oost-Afrika | 2004-heden4.685 dagen

7.500 uitgezonden Nederlandse militairen

1 omgekomen Nederlandse militair

“In feite was ik daar een soort wijkagent zonder bevoegdheden”

EGYPTE

XXSAOUDI-ARABIË

SOEDAN

ETHIOPIË

JEMEN

TSJA

AD

4 0 4 1

eten. Bovendien verbood hij de Ierse militairen om alcohol te nuttigen, uit solidariteit met de Nederlan-ders, wat in eerste instantie niet in goede aarde viel. “We hebben toen met z’n allen een heerlijke Indische rijsttafel gemaakt voor de Ieren. Dat vonden ze fantastisch. Dan merk je dat je met zo’n maaltijd echt verbinding kunt maken.”

Wijkagent In 2014 ging Peter nogmaals naar Afrika, dit keer naar Zuid-Soedan, onder de vlag van UNMISS. Deze missie had als doel om, na de onafhankelijk-heid in 2011, het land te helpen bij het versterken van de interne veiligheid. Peter ging er dan ook heen met de verwachting om de politie in het land op te leiden en te begeleiden, maar uiteindelijk kreeg zijn missie een heel andere invulling. “Ver-schillende stammen binnen Zuid-Soedan kwamen

in oorlog met elkaar. Als Verenigde Naties moeten we onpartijdig zijn en dat ben je niet meer als je de politie van één van deze partijen gaat trainen. We zijn toen ingezet om ongewapend toezicht uit te voeren in verschillende vluchtelingenkampen. In feite was ik daar een soort wijkagent zonder bevoegd-heden. Het leven in zo’n kamp gaat gewoon door en er gebeurde van alles. Vechtpartijen, diefstallen, burenruzies, en in sommige gevallen gingen de mensen voor eigen rechter spelen, bijvoorbeeld door stokslagen uit te delen. Ik heb ook veel moeten onderhandelen tussen verschillende mensen die een conflict met elkaar hadden. Het is pappen en nathouden in zo’n kamp, maar onze bijdrage heeft er in ieder geval aan bijgedragen dat de situatie niet uit de hand liep.”

Soedan / Linzensoep (Addas)Ingrediënten (4 personen)

Bereidingswijze

300 gr rode linzen2 uien3 tl geconcentreerde tomatenpuree2 teentjes knoflook1 tl olijfolie1 tl roomboter 1/3 bosje peterselie1/3 bosje gemalen korianderzaadpeper en zout1 tl komijn1 glas water

Spoel de rode linzen een aantal keren. Kook de rode linzen in water gedurende 10 minuten op hoog vuur.

Bak de uiten glazig aan in de roomboter. Voeg vervolgens de geraspte knoflook en olijfolie toe.Voeg de tomatenpuree en kruiden toe en meng alles goed door elkaar. Voeg het glas water toe en meng de tomaten-saus goed door elkaar.

Proef de saus en kruid eventueel bij. Voeg nu de tomaten-saus toe aan de gekookte linzen en laat dit geheel samen nog even doorkoken (ongeveer 5 minuten).

Jarenlang wist Peter niets van de inzet van zijn vader Nico Wessels die in 1952-1953 als infanterist bij het regiment Van Heutsz was uitgezonden naar Korea. De gevechten vonden in die tijd vooral rondom de 38ste breedtegraad plaats, de huidige grens tussen Noord- en Zuid-Korea. Peter: “Mijn vader heeft maar weinig over die periode verteld. Dat begrijp ik ook wel, want het was een vieze oorlog. Ze werden regelmatig door de artillerie van de vijand beschoten en moesten (gevecht)patrouilles lopen. Later heb ik een aantal brieven gevonden die hij aan zijn buurman schreef. Daaruit bleek hoeveel ontberingen ze moesten ondergaan, bijvoorbeeld door de kou, en hij had het over een voorval waarbij hij een gewonde kameraad van een heuvel moest dragen waarbij de darmen van deze militair zijn buik uitkwamen.” Na terug-komst ging Nico aan de slag bij een bedrijf in Utrecht en zweeg over deze ingrijpende gebeurtenissen. Pas veel later kwam hij onder behandeling bij de BNMO voor zijn oorlogstrauma’s en ging hij, met zijn zoon, voor een ‘re-visit’ naar Zuid-Korea. “Hij was onder de indruk van wat Zuid-Korea had bereikt, toen al 48 jaar naar de wapenstilstand. Ook het respect van de Koreaanse bevolking voor de Nederlandse Koreaveteranen maakte op hem diepe indruk. In 2015 is hij overleden en we hebben in 2016 zijn urn mogen bijzetten op de Internationale Begraafplaats van de VN in Pusan.” Op deze VN-begraafplaats is Nico Wessels de vierde oud-Koreastrijder en de eerste Nederlander die op een speciaal daarvoor ingericht gedeelte is bijgezet.

Zoon van een Koreaveteraan

4 2 4 3

4 4 4 5

Sjoerd: “Na mijn opleiding als officier bij de genie werd ik al vrij snel als jonge luitenant uitgezonden naar Macedonië. Ik was toen pelotonscommandant van een bouwmachinepeloton bij 102 Constructie-compagnie en we hadden de taak om een kamp te bouwen voor een zogenaamde ‘extraction force’. De bedoeling was namelijk dat waarnemers van de OVSE onderzoek in Kosovo gingen doen naar de schending van mensenrechten, maar als ze in de problemen zouden komen, dan moesten ze vanuit dit kamp gered worden. Mijn peloton was verant-woordelijk voor de aanleg van de infrastructuur: wegen, riolering en dergelijke. We noemden het ‘kamp Beverwijk’, naar de mascotte van onze compagnie. Toen we weggingen, wisten we nog niet voor hoe lang, maar op een gegeven moment konden we een datum aan het thuisfront doorge-ven wanneer we weer thuis zouden komen. Alleen begonnen toen de bombardementen van de NAVO op Servië en kwamen er immense vluchtelingen-stromen op gang. Wij moesten toen plotseling nog ruim een maand blijven om vluchtelingenkampen te bouwen in zowel Macedonië als Albanië.”

“Wij zaten plotseling middenin het nieuws”

Al meer dan dertig jaar blaast Sjoerd in Utrecht de ‘last post’ tijdens de Dodenherdenking op 4 mei. Als eerbetoon aan iedereen die het leven liet tijdens de Tweede Wereldoorlog, maar ook voor zijn collega’s die sneuvelden bij hun inzet voor vrijheid, vrede en veilig-heid. Zelf heeft deze luitenant- kolonel drie missies op zijn naam staan.

In het nieuws“Dat nieuws mochten we zelf doorgeven aan ons thuisfront. Dat was voor hen een moeilijke bood-schap, maar wij waren er al snel overheen. Op dat moment ben je namelijk met een heel relevante bijdrage bezig, namelijk de opvang van mensen die alles achter zich hebben gelaten en op de vlucht zijn voor het oorlogsgeweld. Ik vond het een vreemde ge-waarwording dat de beelden daarvan de wereld over gingen en dat ik er op dat moment middenin zat, dat ik daar ‘in het nieuws’ zat. De aard van ons werk veranderde ook. We moesten nu tenten en bedden opzetten, dixi’s plaatsen en dekens uitdelen. Van de bouwmaterialen die over waren, hebben we nog een speeltuin gebouwd. De kinderen van de vluchtelin-gen hadden verder niets en hebben hier enorm veel plezier van gehad.”

Dreiging“De dreiging werd in die periode wel groter. Een deel van de bevolking in Macedonië was op de hand van de Serven en begonnen zich af te reageren op de NAVO-troepen. Op een keer moest ik met een aantal

SjoerdGeboortejaar: 1974Rang: luitenant-kolonel

Missies: EFOR-1 (Macedonië, 1998-1999), KFOR-1 (Kosovo, 1999), Resolute Support (Afghanistan, 2015-2016)

Koninklijke Landmacht, 1994-heden

44

Sjoerd, links

militairen op pad om op een berg een geschikte plek te vinden om een observatiepost te bouwen. Op de heenweg moesten we door een aantal ‘vijandige’ dorpjes waar we al de nodige smerige blikken en verwensingen kregen toegeslingerd. Toen we terug wilden gaan, werden we in één van die dorpjes langzaam ingesloten door auto’s. Ik was toen nog jong en vond dat we gewoon door moesten rijden, maar onze commandant nam het besluit om terug de berg op te gaan. Uiteindelijk konden we ons bij een Frans konvooi aansluiten en zijn we veilig uit dat gebied gekomen.”

Kunduz gevallen“In 2015 ben ik voor zes maanden uitgezonden naar Mazar-e-sharif in Afghanistan. Dit keer was ik ver-antwoordelijk voor de planning van de brigade en ik sprong daar niet op een rijdende trein, maar op een raket. Ik was namelijk nog geen week binnen toen

de plaats Kunduz werd ingenomen door de Taliban. Dan heb je niet veel tijd voor een rustige overdracht, maar ben je er gelijk van. Later heeft het Afghaanse leger met hulp van de Amerikanen Kunduz weer heroverd, maar daarbij hebben ze per ongeluk het hospitaal van Artsen zonder Grenzen kapot- geschoten. Ik heb toen veel moeten regelen rondom de schadeloosstellingen die betaald werden aan ver-schillende Afghaanse families. Het ging om best veel geld en je wilde niet dat dit bekend werd. Daarom selecteerden we een geheime locatie voor de over-dracht en ik moest dan onder meer de beveiliging regelen, de vluchten waarmee de mensen werden ingevlogen en de back-up, de Quick Reaction Force, voor als er iets mis zou gaan.”

Eten brengt samen“Ik kijk nog altijd met veel voldoening terug op mijn missies. Het zijn verrijkende ervaringen in de zin van

dat je een ander beeld van de wereld krijgt, dat je op elkaar bent aange-wezen en uiteraard dat je het werk kunt doen waar je voor bent opgeleid. Tijdens die missies heb ik ook wel ervaren dat eten samenbrengt. Mijn Duitse chef regelde dan bijvoorbeeld een biefstuk, we kochten sla op de markt en mijn Belgische collega maakte frieten. De Zweden hadden een gezellige huiskamer ingericht en daar gingen we dan naartoe om het eten klaar te maken en te nuttigen. Op zo’n moment geeft dat zo’n huiselijk gevoel. Je stapt even een paar uur uit je werkomgeving. Dat zijn bijzondere momenten tijdens zo’n missie.”

Afghanistan | 2002-20214.504 dagen

± 29.000 uitgezonden Nederlandse militairen

25 omgekomen Nederlandse militairen

“ Van de bouwmaterialen die over waren, hebben we nog een speeltuin gebouwd”

TURKMENISTAN

CHIN

A

INDIA

AFGHANISTAN

IRAN PAKISTAN

4 6 4 7

Bereidingswijze

TomatensausLaat de dumplingvellen in de verpakking ontdooien. Dit duurt ongeveer 2 uur. Begin met de tomatensaus. Halveer de ui, verwijder de schil en doe de ui in een staafmixer-molentje. Hak totdat de ui heel fijn is. Verhit de olijfolie in een koekenpan op laag vuur. Bak hierin de ui totdat deze glazig is. Voeg dan de tomatenpuree toe en bak deze ook nog een paar minuten mee. Doe hier de tomatenpulp (bewaar drie eetlepels van de tomatenpulp om door het gehakt te mengen) en de spliterwten bij. Voeg hier nog 400 milliliter water aan toe en laat het op laag vuur met de deksel op de pan voor ongeveer 40 minuten sudderen. Roer wel regelmatig even door de saus heen. Wanneer de spliterwten gaar zijn kan je de deksel van de pan halen om de saus eventueel nog wat verder in te laten koken. Ondertussen kan je aan de slag met de yoghurtsaus en mantu.

YoghurtsausMeng de yoghurt met de gedroogde munt en een snufje zout. Pers hier de knoflook bovenuit en roer het goed door.

MantuHalveer de uien, verwijder de schil en doe de uien in een staafmixermolentje. Hak totdat de ui heel fijn is.Verhit de olijfolie in een koekenpan op middelhoog vuur en doe hier de uien in. Bak ook deze weer totdat ze glazig zijn. Voeg dan het gehakt en de kruiden toe. Bak dit even mee en doe vervolgens de tomatenpulp, geperste knof-look en sriracha erbij. Roer het goed door en breng op smaak met wat zout. Laat het gehaktmengsel afkoelen en snijd de platte peterselie fijn. Wanneer het gehaktmeng-sel afgekoeld is kun je de platte peterselie erdoorheen mengen. Nu kan het vouwen gaan beginnen. Dat is bij deze mantu eigenlijk heel makkelijk want dat hoeft niet zo netjes. Leg een dumplingvel op je handpalm. Smeer met je vinger de randen in met wat water. Leg 1 eetlepel van het gehaktmengsel in het midden van het vel. Haal de punten naar elkaar en knijp de randen dicht. Leg je gevouwen dumplings op een stuk bakpapier en ga verder

met de rest. Nu is het tijd om de dumplings te stomen. Als je een stomer hebt met drie verdiepingen kan je ze allemaal in een keer stomen. Heb je dit niet dan zul je het in meerdere batches moeten doen aangezien de manturolletjes niet tegen elkaar aan mogen liggen. Knip een stuk bakpapier op maat van het stoommand-je. Knip hier kleine gaatjes in zodat de stoom erdoor-heen kan. Leg hier nu 1/3e van de dumlings op en herhaal dit voor de drie mandjes. Zet je stomer nu voor ongeveer 17 minuten aan.

Verdeel de mantu over vier borden. Schep op elke mantu een theelepel van de tomatensaus. Doe de yoghurtsaus in een spuitzak en knip het puntje eraf en spuit de saus over de mantu. Maak het af met nog wat gedroogde munt!

Afghanistan /(Vegetarische) MantuIngrediënten (4 personen)

Tomatensaus2 eetlepels olijfolie1 ui2 eetlepels tomatenpuree1 blik tomatenpulp met knoflook Bewaar hiervan 3 eetlepels om door het gehakt te doen1 handje gedroogde gele spliterwten

Yoghurtsaus200 gram Turkse yoghurt1 eetlepel gedroogde muntzout naar smaak

Mantu1 pak dumplingvellen1 eetlepel olijfolie200 gram (vegetarisch) gehakt15 gram platte peterselie2 grote uien1/2 theelepel komijn1 theelepel kurkuma1 teen knoflook2 eetlepels sriracha3 eetlepels tomatenpulpsnufje zout

4 8 4 9

Rece

pt e

n fo

to’s

afko

mst

ig v

an w

ww.

dalis

kitch

en.n

l/afg

haan

se-v

eget

arisc

he-m

antu

5 0 5 1

Hij noemt zichzelf graag ‘kletsmajoor & praatsoldaat: ter land, ter zee, in de lucht en door cyberspace’. Na eerdere banen in de verslavingszorg, de reclas-sering en als geestelijk verzorger in het Universitair Medisch Centrum en Wilhelmina Kinderziekenhuis in Utrecht, kwam Gijs in 2015 bij Defensie terecht. Eerst bij de Luchtmobiele Brigade en op dit moment bij het Bevoorradings- & Transportcommando in Stroe. In 2017 vertrok hij voor vijf maanden naar het noorden van Irak om daar op te trekken met een detachement militairen van de Luchtmobiele Briga-de en het Korps Mariniers die daar trainingen gaven aan Koerdische strijders. Zelf was hij geplaatst bij de staf in Erbil, maar reisde het liefste zo veel mo-gelijk naar de kampen waar de trainingen werden gegeven. “Ik was de enige sociaal hulpverlener in het uitzendgebied en het werkt het beste om de jongens en meiden te spreken op de plek waar zij werken. Ondanks dat het reizen best gevaarlijk was, deed ik dit graag.”

Moeilijke gesprekkenAls geestelijk verzorger is Gijs er voor zaken die variëren van ‘welk cadeau geven we de jarige?’ tot

“Er gingen verborgen deuren voor mij open”

Geestelijk verzorger Gijs van Eijsden is betrokken bij de hoogte- en dieptepunten van militairen, ook in het uitzendgebied. Tijdens zijn missie in het noorden van Irak zorgde Gijs er op allerlei creatieve manieren voor dat de uitgezonden militairen oog bleven houden voor zichzelf. Uiteindelijk bleek deze periode ook voor hemzelf heel vormend.

en met moeilijke gespreken over het al dan niet repa-triëren van een collega. “Ik heb het meegemaakt dat een sergeant-majoor mentaal zo instabiel was gewor-den dat we zelfs zijn wapens moesten innemen. Ik ging dan mee voor de zachte kant, een stuk troost en een arm om zijn schouder. Ook hadden we een jonge fitte gast die naar huis moest vanwege een plotselin-ge fysieke blessure. Het zijn vaak jonge mensen die voor het eerst op uitzending zijn en dan komt zoiets hard aan. Daar probeer je hem of haar bij te helpen.”

Daarnaast ziet Gijs het als een belangrijk opdracht om de militairen oog te laten houden voor ‘het menselijke’. Bijvoorbeeld door het verzorgen van een wekelijkse bezinningsdienst, waar de militairen door middel van muziek, een verhaal en de mogelijkheid om een kaarsje aan te steken even in een andere wereld zijn en los kunnen komen van de missie. “Deze diensten werden goed gezocht en ontzettend gewaardeerd. Ik probeer op dit soort momenten het eigene van de militair op een altaar zetten. Geduren-de het werk kan er namelijk weinig ruimte zijn voor de persoon achter de militair zelf. Iedere GV’er doet dat op een andere manier en ik vind het zelf leuk om

Gijs van EijsdenGeboortejaar: 1980Rang: Krijgsmachtraadsman (in rang gelijkgesteld met majoor)

Missie: CBMI-9 (Irak, 2017-2018)

Koninklijke Landmacht, 2015-heden

50

TURKIJE

SYRIË

SAOUDI-ARABIË

IRAKIRAN

5 2 5 3

creatief bezig te zijn. Zo maakte ik bijvoorbeeld gebruik van de ‘juke-box Irak’ waarmee het thuisfront berichten en muziek kon insturen en organiseerde ik de actie ‘drop-je-drop-in-de-dropbox’. Dat was een succes, want vanuit Nederland werden er kilo’s drop opgestuurd, waarvan zelfs onze opvolgers nog van hebben geprofiteerd.”

KnettergekHoewel hij het naar zijn zin had, merkte Gijs dat de laatste maand van zijn uitzending een stuk moeizamer verliep. “Ik liet typisch ‘ein-de-rotatie-gedrag’ zien. Dat je de boel de boel laat. Bijvoorbeeld dat je het niet zo nauw meer neemt met de tenuevoorschriften of dat je te laat komt op vergaderingen. Ik had het militaire wel een beetje gehad. Het leven op zo’n basis is heel eenduidig, je weet precies waar je aan toe bent. Daar ben ik niet de mens naar en ik werd er knettergek van.” Ook droomde hij in die periode veel over de zee. ”Daar verlangde ik op dat moment kennelijk naar. Logisch, dacht ik achteraf, want de zee is waar het zand van Irak ophoudt. Nu heb ik een seizoensplek op een camping in het Kennemerduingebied.”

Hoewel de missie ook zijn mindere kanten kende, is Gijs er als mens door gegroeid. “Ik kan de militairen nu beter begeleiden. Er gingen daar verborgen deuren voor mij open. Dat herken je nu bij anderen en zij zien het bij mij. Ik vind het lastig om uit te leggen waar dat precies om gaat. Het zijn dingen waar weinig woorden voor zijn en waar herkenning voldoende is. Ook zie ik nu scherper de waarde van onze vrijheid in Nederland. Dat je kunt zijn wie je wilt zijn, dat je in vrijheid kunt dansen en zingen. Vooral dat je onbezorgd kan opgroeien als kind. Dat is een ontzet-tend groot goed.”

IrakNederland draagt bij in de internationale strijd tegen terreurorganisatie ISIS. Naast politieke en humanitaire steun, gebeurt dat ook militair. Zo

ondersteunden Nederlandse militairen tot april 2020 op de grond Iraakse strijdkrachten met training en advies. Ook neemt Nederland deel aan

een NAVO-capaciteitsopbouwmissie in Irak. Sinds begin 2021 beveiligen Nederlandse militairen Erbil International Airport.

Dat doen ze samen met collega’s uit de Verenigde Staten.

“ Ik zie nu scherper de waarde van onze vrijheid in Nederland. Dat je kunt zijn wie je wilt zijn, dat je in vrij-heid kunt dansen en zingen.” Gijs, links op de foto

Nieuw: maandelijkse ontmoeting met Utrechtse veteranen

Als lid van Sociëteit De Vereeniging heeft Gijs het initiatief genomen om iedere maand op donderdagavond een bijeenkomst voor Utrechtse veteranen te organiseren. Het doel is tweeledig: aan de ene kant gaat het om de onderlinge ontmoeting van veteranen en aan de andere kant om de verbinding met niet-militairen. Gijs: “Het is niet de bedoeling dat we ons in onze eigen veteranen- wereld opsluiten. Ik zou graag zien dat veteranen, zowel jong als oud, elkaar ontmoeten en hun trotse en vitale kant laten zien.”

5 4 5 5

Irak / KiemehIngrediënten (4 personen)

500 gram geweekte kikkererwten500 gram runderlapjes of biefstuk, klein gesneden2 fijn gesnipperde uien2 klein gesneden aardappelen200 gram dikke Turkse tomatenpuree (of 400 gram “gewone”)witte peper, zwarte peper, kerry, kardemom, kaneel, gedroogde gemalen limoen en zout, dat alles naar smaak.

Bereidingswijze

Breng de kikkererwten, aardappelen, uien en het vlees aan de kook en laat dan ongeveer 2 uur stoven totdat alles zacht is.

Stamp het dan tot moes en voeg de kruiden toe. Op het laatst de tomatenpuree toevoegen en goed doorwarmen.

Het gerecht is lekker met Basmatirijst en een tomatensalade.

5 6 5 756

Melvin Reijm & majoor Evi

Jonge Utrechters in de woestijn

De Verenigde Naties (VN) proberen de veiligheid en stabiliteit in Mali te herstellen. Dit gebeurt met de Multidimensional Integrated Stabilisation Mission in Mali (Minusma). Nederland leverde van april 2014 tot 1 mei 2019 een belangrijke bijdrage aan deze missie. Nederlandse militairen voerden in die periode gezamenlijk meer dan 1.200 eendaagse en 120 meerdaagse patrouilles uit. Die waren om informatie te verzamelen voor het hoofdkwartier in Bamako. De Utrechtse veteranen Melvin Reijm en majoor Evi delen hun uitzendervaringen.

57

MAURITANIË

ALGERIE

MALI

SENEGAL

5 8 5 9

ook te weinig gedronken en dan merk je direct wat dit met je lichaam doet. Je kunt in zo’n woestijn niet de perfecte zorg leveren. Dat is voor een beginnend arts weleens lastig, maar iedereen begrijpt dit.” Daarnaast heeft Evi in de groep ook een belangrijke sociale functie als arts. “Ieder-een heeft op uitzending wel een moeilijk moment. Een missie die niet lekker loopt, het thuisfront wat wordt gemist, dat soort zaken. Dan is het belangrijk om als dokter een luisterend oor te bieden.”

Verrijkende ervaringAls de patrouille op de terugweg is, gebeurt er iets bijzonders. Dezelfde man die ze op de heenweg aantroffen, komt blij aangerend met de mededeling dat zijn kind nog in leven is. “Ik voelde mij op dat moment erg opgelucht. Het zijn dit

soort gebeurtenissen die zo’n missie tot een verrijkende ervaring maken. Het zet alles in perspectief. Het levert misschien niet zoveel klinische ervaring op, maar des te meer levenservaring. Het maakt je een beter mens.” Na haar uitzending komt Evi nog in actie nadat de orkaan Dorian een spoor van verwoesting achterlaat op de Bahama’s en inmiddels werkt ze als opleidingsarts in Hilversum. Aan de ervaringen in Mali denkt ze nog regelmatig terug. “Mijn schoenen zijn nog steeds oranje van al het zand. Ik voel me niet direct een veteraan, maar ik ben er wel trots op!”

Mali | 2014-heden+/- 4.000 uitgezonden

militairen1 Dapperheids-

onderscheidingen5 omgekomen

militairen

“ Zijn wonden stonken al, maar toch bleek het kind nog te leven. Wat moet je dan doen?”

Het is eind augustus als Evi voor het eerst buiten de poorten van kamp Castor, nabij de Malinese stad Gao, komt. Ze gaat samen met de goedgetrainde ‘rode baretten’ van de Luchtmobiele Brigade op patrouille om inlichtingen voor de Verenigde Naties te verzamelen. Haar rol is essentieel. De Navo-richt-lijnen schrijven immers voor dat militairen bij een verwonding altijd binnen een uur door een arts geholpen moeten worden. Een arts met een heli-kopter invliegen is dan een optie, maar dat beperkt de spanwijdte van de patrouille. Door een arts in de groep op te nemen, zijn ze in staat om in een groter gebied te opereren. Evi heeft met zorg haar tas met medische hulpmiddelen ingepakt, want ze heeft maar beperkte ruimte in het pantservoertuig waarin ze zich verplaatst. “Je moet nog goed nadenken hoe zo’n patrouille militair gezien gaat verlopen”, legt Evi uit. “Met die informatie probeer je als arts te bedenken met welke klachten de militairen mogelijk te maken krijgen en beslis je wat je wel en wat niet meeneemt. In principe moet je met die middelen een leven kunnen redden. Ik vond die patrouilles ge-weldig! Ik hou ervan om met weinig middelen, onder primitieve omstandigheden, mijn werk te doen.”

BrandwondenMet een flinke tas vol gaat Evi op pad. De pa-trouille gaat door een dor en droog landschap en de temperatuur stijgt tot 50 graden. De militairen

Werken onder primitieve omstandigheden

In augustus 2018 vertrekt majoor Evi naar Mali om als arts deel te nemen aan de Nederlandse missie. Ze gaat op pad met de verkenners van de Luchtmobiele Brigade en geniet van de primitieve omstandig-heden waarin ze moet optreden.

zweten zich kapot en Evi moet moeite doen om het zand uit het voertuig te houden. Als de patrouille een paar uur op weg is, hoort Evi over de radio dat er een man met een ogenschijnlijk dood kind op hen af loopt en ze krijgt de vraag of ze hier iets mee moet doen. Ze besluit te gaan kijken. “Dit kindje was drie dagen daarvoor in het vuur gevallen en over een groot deel van zijn lichaam verbrand. Zijn wonden stonken al, maar toch bleek het nog te leven. Wat moet je daar dan mee doen? In Nederland zou zo’n kindje zo snel mogelijk per traumahelikopter naar het brandwonden-centrum vervoerd worden, maar ik kon alleen maar een zalfje op de wonden smeren en pijnstillers geven. Ik dacht dat dit kindje het niet zou overleven.”

OogklachtenDe patrouille vertrekt weer en Evi richt zich op de zorg voor ‘haar’ mannen. Door de hitte en het gebrek aan een douche, ontstaan er makkelijk huid- en oogklachten. Daarnaast vinden er soms kleine onge-lukken plaats waarbij iemand een hand of een voet bezeert. “Wat je als huisarts doet, doe je ook in zo’n omgeving, alleen onder heel andere omstandighe-den”, lacht Evi. “Als iemand oogklachten heeft, dan is het best lastig om een goed onderzoek uit te voeren terwijl het zand om je oren vliegt. Het scheelt dat je onder dezelfde omstandigheden moet werken als de militairen, daardoor kun je jezelf veel beter verplaat-sen in de ander. Op een gegeven moment had ik zelf

Evi Geboortejaar: 1987Functie: ArtsRang: Majoor

Missies: MINUSMA (Mali, 2018), noodhulp Bahama’s (2019)

Koninklijke Landmacht, 2015 - heden

6 0 6 1

Waarom heb je jezelf aangemeld bij de Landmacht?“Na de Havo wist ik nog niet zo goed welke vervolgopleiding ik wilde gaan doen, maar na de kennismakingsdagen van de Luchtmobiele Brigade was ik verkocht. De opleiding die je daarna moet volgen, hoort bij de zwaarste van Nederland. Ik ben alleen erg fanatiek, dus als er jongens afvallen dan versterkt dat alleen maar mijn motivatie om het te halen. Ik vond het ook een mooie tijd, waarin je een goede band opbouwt met de jongens. Daarna ben ik op de kazerne in Assen bij de Deltacompagnie geplaatst van het Regiment Stoottroepen Prins Bernhard. Al snel werd ik met zes andere jongens geselecteerd om op missie te gaan naar Mali. We kregen nog snel de kneepjes van het infanteriewerk mee en daarna begon het opwerktraject richting de uitzending.”

In Mali waren jullie de ‘ogen en oren’ van de VN-missie. Hoe zag dat er concreet uit?“We hadden geoefend om lange afstandsverkennin-gen vanuit het grote kamp bij Gao te gaan uitvoe-ren, maar ik werd uiteindelijk op een klein kamp bij de stad Kidal geplaatst. Van hieruit ging ik drie keer per week op patrouille in de stad om informatie te verzamelen. Meestal ga je dan met een stuk of acht

quads op pad en bezoek je een bepaalde wijk om daar in gesprek te gaan met de bevolking. Vaak had onze tolk al een afspraak gemaakt, bijvoorbeeld met het hoofd van die wijk. Eenmaal aangekomen gingen twee van ons naar binnen om het gesprek te voeren en de rest bleef buiten om de quads en de ingang te beveiligen. Soms gingen we met een voetpatrouille de stad in. Dan komt het wel op je fitheid aan, want de temperatuur is daar zo hoog dat het is alsof je in een voorverwarmde oven rondloopt.”

Hoe was dat om te doen?“Onze groepscommandant voerde meestal het ge-sprek en ik mocht dan mee om de notulen te maken. We probeerden er bijvoorbeeld achter te komen of er terroristische groeperingen in de stad actief waren. Op het kamp werkte ik het gesprek dan uit tot een rapport en na controle ging dit naar Gao, om uitein-delijk bij de VN terecht te komen. Dat was een taak op ‘sergeantsniveau’, terwijl ik als rang ‘soldaat’ had. Door dit soort taken gewoon op te pakken, word je snel volwassen. Weer terug in Nederland heb ik hiervoor nog een functioneringsgratificatie gekregen. Ik vond het mooi om te doen, want je komt op de meest bijzondere plekken. De armoede die je tegen-komt in die huizen vond ik overweldigend. Dan vroeg iemand in zo’n gesprek of we misschien karton voor

zijn geit hadden. Als je dat dan regelt, dan zijn ze daar zo blij mee. Daarnaast was ik verantwoordelijk voor het bedienen van de Raven, een onbemand vliegtuigje die je op afstand met z’n tweeën be-stuurt. Daarmee konden we van bovenaf een indruk van de situatie in de stad krijgen.”

In wat voor omstandigheden verbleven jullie?“Ons kamp was klein en primitief. Je doet alles samen en hebt nul privacy. Je zou denken dat dit in zo’n groep met alfamannetjes de nodige irritatie geeft, maar dat was helemaal niet zo. Niemand viel ook buiten de groep. In zo’n kamp ben je op elkaar aangewezen, moet je elkaar vertrouwen en samen de boel draaiende zien te houden. Zo moesten we zelf het kamp opruimen, reparaties uitvoeren en koken. Mijn moeder is kok en ik ben wat dat betreft altijd erg verwend, dus het heeft mij wel goed gedaan om nu ook zelf te gaan koken. Meestal iets met pasta of rijst. Ook ging er om de zoveel tijd een alarm af, om te waarschuwen voor een aanval met mortieren. Meestal bleek dit vals alarm, veroorzaakt door helikopters, maar daar kwam je dan pas in de bunker achter. Eén keer bleek het geen vals alarm te zijn en werden we daadwerkelijk aangevallen.”

Wat heb je meegenomen van die missie?“Ik denk nog regelmatig aan die periode terug en zou zo weer willen gaan. Wel merk ik dat het voor buitenstaanders lastig is om te begrijpen wat je daar hebt meegemaakt. Daarom is de band met mijn kameraden ook zo mooi. Die hebben aan een half woord genoeg. Ik zou eigenlijk in 2020 weer uitge-zonden worden, dit keer naar Irak, maar door de coronacrisis ging dit niet door. Toen heb ik de keuze gemaakt om een HBO-studie in Utrecht te gaan doen en Defensie te verlaten. Ik mis de jongens en het werk wel en sluit ook niet uit dat ik weer terug-kom. In mijn studie heb ik veel aan de ervaring die ik bij Defensie – en tijdens de missie – heb opgedaan. Je weet wat het is om samen te werken, je kunt je mond opentrekken en hebt geleerd om flexibel te zijn. Ik raad het iedereen aan om eerst bij het leger te gaan.”

Op patrouille in een voorverwarmde oven

Melvin Reijm was 20 jaar toen hij met de Luchtmobiele Brigade op missie ging naar Mali. In korte tijd werd hij daar een stuk volwassener. Vijf vragen aan de jongste veteraan van Utrecht.

Melvin ReijmGeboortejaar: 1997Eindrang: Soldaat-1

Missie: MINSUMA (Mali, 2018)

Koninklijke Landmacht, 2016-2020

“ Ons kamp was klein en primitief. Je doet alles samen en hebt nul privacy”

6 2 6 3

Mali / Tigadeguena (of Mafe) Ingrediënten (4 personen)

Bereidingswijze

500 gram kipfilet, in stukjes gesneden300 gram sperziebonen, in stukjes van ca 2-3 cm lang (vers of uit de diepvries) 200 gram wortel, in plakjes van 0,5 cm, gehalveerd1 rode paprika en 1 gele paprika, in blokjes1 ui, gesnipperd1 sjalot, fijngesnipperd 2 teentjes knoflook, geperst 25 gram gember, geraspt 750 ml kippenbouillon 3 eetlepels pindakaas (naturel dus zonder toegevoegde suikers anders wordt het gerecht te zoet) 100 ml kokosmelk 2 eetlepels olijfolie 1 theelepel tijm gedroogdZout en peper naar smaakOptioneel: 1 chilipeper rood, zonder zaadjes, fijngesnedenOptioneel: garneer met wat fijngesneden koriander/peterselie

Meng de kippenstukjes met de sjalot en 1 eetlepel olie en kruid met peper en zout naar smaak. Laat dit 10 minuten marineren. Bak alles in een hapjes-pan aan totdat de kip bruin is. Haal de kip uit de pan en zet opzij. Voeg de resterende eetlepel olie indien nodig toe aan de pan en voeg nu de ui, paprika, wortel, gember, knoflook en tijm toe en laat op zacht vuur smoren, ongeveer 5 à 10 minuten. Wil je wat pit in je eten, voeg dan ook de fijngesneden chilipeper toe.

Voeg de bouillon toe en laat alles, zonder deksel, 20 minuten stoven. Roer dan de kokosmelk en pindakaas goed door de bouillon totdat een mooie saus ontstaat. De kip kan nu terug de saus in, laat het geheel ongeveer 20-25 minuten pruttelen. De saus dikt vanzelf in. Mocht de saus wat te dik worden, voeg dan wat extra water of bouillon toe.Na 20 minuten kunnen de sperziebonen worden toegevoegd. Als deze gaar zijn, na ongeveer 5-8 minuten, is je saus klaar! Proef en breng eventueel op smaak met wat zout of peper. Serveer met rijst of couscous. Garneer met wat extra kokosmelk en eventueel wat verse kruiden zoals koriander of peterselie.

6 4