SYLLABUS RIJBEWIJZEN - Segment · 2017. 3. 30. · RDW, CBR en NVVB dat burgerzaken geen informatie...

SYLLABUS

RIJBEWIJZEN

© Segment Opleidingen 1 Rijbewijzen

INHOUDSOPGAVE

1.1 Wegenverkeerswet 1.2 Centraal rijbewijzenregister (CRR)

1.2.1 Het Register 1.2.2 Rijbewijscategorieën 1.2.3 Verklaring van geschiktheid

1.3 De aanvraag 1.3.1 Stappen in de aanvraag

1.3.2 Procedure aanvraag 1.4 Soorten aanvraag 1.4.1 Het Nederlandse rijbewijs 1.4.2 Het buitenlandse rijbewijs 1.4.3 Het militair rijbewijs 1.5 Rijbewijsmodule 1.5.1 Ontvangst zending 1.5.2 Uitreiking 1.5.3 Opslag en controle 1.6 Bijzondere maatregelen 1.6.1 2toDrive 1.6.2 Beginnersrijbewijs 1.6.3 Puntenrijbewijs 1.6.4 Onverantwoord verkeersgedrag 1.7 Weigering afgifte rijbewijs 1.8 Het ongeldige rijbewijs

1.8.1 Van rechtswege ongeldig 1.8.2 Ongeldig verklaard

1.9 Beveiligingsvoorschriften 1.10 Rijbewijs, het document 1.10.1 Gegevens op het rijbewijs 1.10.2 Echtheidskenmerken 1.11 Relevante adressen


Europese richtlijn Pictogrammen BSN Na vestiging in Nederland Kunststof kaart Beveiliging Bewijs rijvaardigheid

Al aan het begin van deze eeuw heeft de overheid het als haar taak gezien om eisen te stellen ten aanzien van het gebruik van voertuigen op de weg. Men zag al snel in dat de auto bij ondeskundig gebruik een gevaar voor het overige verkeer zou vormen. Het rijbewijs is behalve een document waarmee de rijvaardigheid wordt aangetoond, ook een in de Wet op de Identificatieplicht (WID) aangewezen document waarmee iemands identiteit bepaald kan worden.

1.1 Wegenverkeerswet Met de invoering van de nieuwe Wegenverkeerswet en het daarbij behorende besluit ‘Reglement rijbewijzen’ per 1 juni 1996 wordt uitvoering gegeven aan de Europese Richtlijn betreffende rijbewijzen (van 29 juli 1991). Er zijn belangrijke wijzigingen doorgevoerd zoals het vermelden van de categorieën in pictogrammen en het vermelden van het burgerservice-nummer (BSN) op het rijbewijs. Als gevolg van de Europese richtlijn is in de wetgeving rekening gehouden met de eis dat de lidstaten elkaars nationale rijbewijzen erkennen. Voor Nederland houdt dit in dat de houder van een door een andere Lidstaat van de Europese Unie (EU), Europese Economische Ruimte (EER) of Zwitserland na vestiging in Nederland van dat rijbewijs gebruik mag blijven maken mits voldaan is aan de Nederlandse wetgeving. Op 1 oktober 2006 is een nieuw rijbewijsdocument ingevoerd. Het papieren rijbewijsdocument is vervangen door een nieuwe, fraudebestendige kunststof kaart. Het nieuwe document is beter beveiligd, heeft een handzaam bankpasformaat en is slijtvast. Op 19 januari 2013 is de 3e richtlijn voor rijbewijzen ingegaan. Daarmee zijn de rijbewijzen en de categorieën binnen Europa nog meer geharmoniseerd. Belangrijkste reden om het nieuwe rijbewijsdocument in te voeren is de betere beveiliging tegen fraude en vervalsing. Dat is nodig, omdat het rijbewijs sinds de invoering van de Wet op de identificatieplicht formeel is aangewezen als identificatiedocument. Het beveiligingsniveau van het nieuwe rijbewijs is gelijk aan die van het Nederlandse paspoort en de identiteitskaart. Bovendien loopt Neder-land met het nieuwe rijbewijs in de pas met bijna alle EU-lidstaten.

Geldigheidsduur rijbewijs De geldigheidsduur van een rijbewijs is tweeledig. Het rijbewijs is als bewijs van rijvaardigheid geldig tot de dag dat men 75 jaar wordt. Dit wordt niet (meer) op het rijbewijs vermeld. Het besturen van een motorvoertuig wordt echter beperkt door de geldigheidsduur welke op het rijbewijs vermeldt staat (maximaal 10 jaar).


Herinneringsbrief Nieuwe code Rijbewijzen-register

In het geval dat de geldigheidsduur van het bewijs van rijvaardigheid is verlopen, moet bij een aanvraag om vernieuwing van een rijbewijs een verklaring van geschiktheid zijn geregistreerd bij de RDW. Samenvattend wordt de geldigheidsduur bij de afgifte van het rijbewijs:

normaal 10 jaar;

de aanvrager is tussen 65-70 jaar: tot de dag dat hij 75 jaar wordt;

de aanvrager is 70 jaar of ouder: 5 jaar;

de aanvrager die om medische redenen een beperking van de geldigheidsduur heeft: korter dan 10 jaar (variabel).

Om te voorkomen dat mensen vergeten het rijbewijs te verlengen, stuurt de RDW alle bezitters tijdig een herinneringsbrief. In deze brief is een paar regels ruimte beschikbaar voor gemeente specifieke informatie.

Vakbekwaamheid Op grond van de Europese richtlijn ‘Vakbekwaamheid’ moeten beroepschauffeurs voor de categorieën C, CE en D, DE verplicht nascholingscursussen gaan volgen. Voor de categorieën D, DE (buschauffeurs) is deze maatregel ingegaan op 10 september 2008. Voor categorieën de C, CE (vrachtwagenchauffeurs) is deze maatregel ingegaan op 10 september 2009. Voor burgerzaken is van belang te weten dat er rijbewijzen worden afgegeven waarop een nieuwe code 95 (vakbekwaamheid) kan voorkomen. Normaal houden de codes een beperking in, maar in dit geval betreft het juist een uitbreiding van bevoegdheden. Het komt er op neer dat de chauffeur aan de benodigde scholingseisen heeft voldaan. Er zijn diverse uitzonderingsituaties waarvoor de code 95 niet nodig is. Bij de invoering van de code vakbekwaamheid is afgesproken met de RDW, CBR en NVVB dat burgerzaken geen informatie daarover geeft, maar doorverwijst naar het CBR. (Zie ook website http://www.cbr.nl/10474.pp). Het geregistreerde in het centraal rijbewijzenregister bepaalt of er een code vakbekwaamheid op het rijbewijs wordt vermeld en met welke einddatum. Op het aanvraagformulier zal een code 95 bij de beperkingen/-vermeldingen staan als er op het nieuw aan te vragen rijbewijs code vakbekwaamheid komt.


Afgifte Ondersteunende rol Instanties

1.2 Centraal rijbewijzenregister (CRR)

In het Centraal Rijbewijzenregister wordt de afgifte van uitgegeven rijbewijzen van het hele land bijgehouden. Alle gemeenten in Nederland hebben een digitale verbinding met het CRR. Diverse instanties muteren hun gegevens met betrekking tot de rijvaardigheidvan een persoon in dit register.

1.2.1 Het register In het Centraal Rijbewijzenregister wordt de afgifte van uitgegeven rijbewijzen (en tot 1 oktober 2006 van de bromfietscertificaten) van het hele land bijgehouden en daartoe hebben o.a. alle gemeenten een lijnverbinding met de computer die de gegevens van onder meer alle rijbewijshouders registreert. Het CRR vervult een ondersteunende rol bij de controle, opsporing en vervolging van strafbare feiten ingevolge de Wegenverkeerswetgeving. Het CRR wordt beheerd door de directeur van de Rijksdienst van het Wegverkeer (RDW). De RDW voert de wetgeving op het gebied van de Wegenverkeerswet en het Reglement rijbewijzen uit. De geldigheid van bromfietscertificaten is 1 oktober 2009 vervallen.

Inzage in het CRR Om goed hun taak te kunnen uitoefenen hebben momenteel tal van instanties inzage in het CRR, zoals:

de burgemeester; voor het verstrekken en ongeldig verklaren van rijbewijzen;

de politie (vooral de regiokorpsen) voor het invoeren van gegevens betreffende de invordering van een rijbewijs;

het CBR voor het registreren van verklaringen van geschiktheid en rijvaardigheid.

Gegevens in het CRR In het CRR is o.a. de volgende informatie opgeslagen:

aan wie een rijbewijs is afgegeven;

voor wie een medische indicatie geldt;

wanneer het rijbewijs van iemand is ingehouden;

aan wie de rijbevoegdheid is ontzegd;

wiens rijbewijs ongeldig is verklaard; de overgifte van diens rijbewijs is gevorderd;

het rijbewijs feitelijk is ingevorderd;

het rijbewijs feitelijk is ingenomen krachtens de Wet administratiefrechtelijke handhaving Verkeersvoorschriften.

1.2.1 Het Register 1.2.2 Rijbewijscategorieën 1.2.3 Verklaring van geschiktheid


Categorie AM

Categorie A1

Categorie A2

Categorie A

1.2.2 Rijbewijscategorieën De huidige rijbewijscategorieënindeling is gebaseerd op afspraken gemaakt binnen de Europese Unie (EU). Als gevolg van de erkenning moest gestreefd worden naar uniformiteit. Nieuwe regels voor het rijbewijs na implementatie van de derde Europese rijbewijsrichtlijn. De laatste nieuwe regels zijn ingegaan op 19 januari 2013 en verder aangepast op 31 december 2013. Voor bijna alle soorten rijbewijzen is er wel iets veranderd. De categorieën zijn ook aangepast/uitgebreid. De verschillende categorieën hebben te maken met:

soort motorvoertuig (motor/auto);

gewicht van het voertuig (personen/vrachtwagen);

vervoer aantal personen (personenauto/autobus);

aanhanger/oplegger achter voertuig. Categorie AM Voertuig: bromfiets, snorfiets (AM2) of vierwielige brommobiel met een toegestane maximum massa van ten hoogste 350 kg, exclusief de massa van de accu’s in elektrische voertuigen (AM4). Snelheid: maximaal 45 km per uur en snorfiets tot maximaal 25 km per uur. Leeftijd: vanaf 16 jaar. Rijbewijs: 10 jaar geldig. Examen: theorie- en praktijkexamen. Opmerking: categorie AM wordt automatisch verkregen bij het halen van een rijbewijs voor een andere categorie. Categorie A1 Voertuig: motorrijwiel, maximaal 125 cc, maximaal 11 kW en minder dan 0,1 kW per kg of motorrijwiel met volledig elektrische aandrijving, maximaal 11 kW en minder dan 0,1 kW per kg of gemotoriseerde driewieler met maximaal 15 kW. Leeftijd: vanaf 17 jaar les, vanaf 18 jaar examen. Rijbewijs: 10 jaar geldig. Examen: theorie- en praktijkexamen. Categorie A2 Voertuig: motorrijwiel, maximaal 35 kW, minder dan 0,2 kW per kg en niet afgeleid van een voertuig met meer dan het dubbele vermogen Leeftijd: vanaf 20 jaar les, vanaf 19 jaar als doorstromer. Rijbewijs: 10 jaar geldig. Examen: theorie- en praktijkexamen (beginner, 2 examens: AVB = voertuigbeheersing en AVD = verkeersdeelneming), combi-examen (doorstromer = bestuurder die minimaal 2 jaar in bezit is van rijbewijs A1 of A2, alleen AVB). Categorie A Voertuig: motorrijwiel onbeperkt vermogen of gemotoriseerde driewieler meer dan 15 kW. Leeftijd: vanaf 22 jaar wanneer 2 jaar in bezit van rijbewijs A2 en vanaf 24 jaar bij rechtstreekse verkrijging. Rijbewijs: 10 jaar geldig.


Categorie B

Categorie B + code 96

Categorie BE

Examen: zonder in bezit te zijn van rijbewijs A2 moet je het theorieexamen en tweedelig praktijkexamen doen (vanaf 24 jaar) of als je wel in bezit bent van categorie A2 doe je alleen het praktijkexamen Opmerking: Na 2 jaar rijbewijscategorie A2 in bezit te hebben, verkrijgt de bestuurder niet automatisch categorie A. De bestuurder moet een praktijkexamen afleggen voor rijbewijscategorie A. Ook een bestuurder die minder dan 2 jaar in het bezit is van rijbewijscategorie A2 of alleen in het bezit is van rijbewijs-categorie A1, kan vanaf zijn 24ste examen doen voor rijbewijscategorie A.

Categorie B Trekkend voertuig: vierwielige motorvoertuigen met toegestane maximum massa van ten hoogste 3500 kg, maximaal 8 personen, exclusief bestuurder. Leeftijd: vanaf 18 jaar (vanaf 17 jaar in kader van ‘2toDrive’). Rijbewijs: 10 jaar geldig. Examen: theorie- en praktijkexamen. Aanhangwagen of oplegger: (1) toegestane maximum massa van ten hoogste 750 kg of (2) toegestane maximum massa van meer dan 750 kg, maar totale combinatie met toegestane maximum massa van ten hoogste 3500 kg. Opmerking: De gemotoriseerde driewieler valt niet meer onder categorie B, maar onder categorie A. Categorie B + code 96 Trekkend voertuig: vierwielige motorvoertuigen met toegestane maximum massa van ten hoogste 3500 kg, maximaal 8 personen, exclusief bestuurder. Combinatie met aanhangwagen of oplegger mag dan een toegestane maximum massa van ten hoogste 4250 kg hebben. Leeftijd: vanaf 18 jaar. Rijbewijs: 10 jaar geldig. Examen: praktijkexamen (gelijk aan BE-examen en in bezit van rijbewijs B). Aanhangwagen of oplegger: toegestane maximum massa meer dan 750 kg én totale combinatie met toegestane maximum massa tussen 3500 kg en 4250 kg. Categorie BE Trekkend voertuig: categorie B. Leeftijd: vanaf 18 jaar. Rijbewijs: 10 jaar geldig. Examen: praktijkexamen (en in bezit van rijbewijs B). Aanhangwagen of oplegger: (1) toegestane maximum massa van aanhangwagen of oplegger mag ten hoogste 3500 kg bedragen of (2) toegestane maximum massa van de oplegger of middenasaanhang-wagen mag meer bedragen dan 3500 kg mits: de toegestane maximumlast onder de koppeling van de oplegger of middenas-aanhangwagen niet meer bedraagt dan het verschil tussen de toegestane maximum massa van het trekkend voertuig en de massa in rijklare toestand van het trekkend voertuig en de toegestane maximum aslast dan wel de som van de toegestane maximum aslasten van de oplegger of middenasaanhangwagen niet meer bedraagt dan 3500 kg Bij een overschrijding is rijbewijs categorie C1E nodig.


Categorie C1

Categorie C

Categorie C1E

Categorie CE

Categorie D1

Categorie C1 Trekkend voertuig: niet behorend tot categorie D1 of D, toegestane maximum massa tussen 3500 kg en 7500 kg, maximaal 8 personen, exclusief bestuurder. Leeftijd: vanaf 18 jaar (vanaf 17 jaar les indien degene aan wie rijles wordt gegeven een opleiding volgt in het kader van de Wet educatie en beroepsonderwijs tot beroepschauffeur in het goederenvervoer over de weg). Rijbewijs: 5 jaar geldig (incl. medische keuring). Examen: theorie- en praktijkexamen (en in bezit van rijbewijs B). Aanhangwagen of oplegger: toegestane maximum massa ten hoogste 750 kg. Categorie C Trekkend voertuig: niet behorend tot categorie D1 of D, toegestane maximum massa meer dan 3500 kg, maximaal 8 personen, exclusief bestuurder. Leeftijd: vanaf 21 jaar (vanaf 18 jaar mits vakbekwaamheid en vanaf 17 jaar les indien degene aan wie rijles wordt gegeven een opleiding volgt in het kader van de Wet educatie en beroepsonderwijs tot beroepschauffeur in het goederenvervoer over de weg). Rijbewijs: 5 jaar (incl. medische keuring). Examen: theorie- en praktijkexamen (en in bezit van rijbewijs B). Aanhangwagen of oplegger: toegestane maximum massa ten hoogste 750 kg. Categorie C1E Trekkend voertuig: categorie C1 of B. Leeftijd: vanaf 18 jaar. Rijbewijs: 5 jaar geldig (incl. medische keuring). Examen: praktijkexamen (en in bezit van rijbewijs C1). Aanhangwagen of oplegger: bij trekkend voertuig van categorie C1: toegestane maximum massa meer dan 750 kg én combinatie met een toegestane maximum massa ten hoogste 12.000 kg, bij trekkend voertuig van categorie B: toegestane maximum massa meer dan 3500 kg én combinatie met een toegestane maximum massa ten hoogste 12.000 kg. Categorie CE Trekkend voertuig: categorie C. Leeftijd: vanaf 21 jaar (vanaf 18 jaar mits vakbekwaamheid). Rijbewijs: 5 jaar geldig (incl. medische keuring). Examen: praktijkexamen (en in bezit van rijbewijs C). Aanhangwagen of oplegger: toegestane maximum massa meer dan 750 kg. Categorie D1 Trekkend voertuig: maximaal 16 personen, exclusief bestuurder, maximaal 8 meter lang. Leeftijd: vanaf 21 jaar (vanaf 18 jaar mits vakbekwaamheid). Rijbewijs: 5 jaar geldig (incl. medische keuring). Examen: theorie- en praktijkexamen (en in bezit van rijbewijs B). Aanhangwagen: toegestane maximum massa ten hoogste 750 kg.


Categorie D

Categorie D1E

Categorie DE

Categorie T (per 1 juli 2015)

Categorie D Trekkend voertuig: meer dan 8 personen, exclusief bestuurder. Leeftijd: vanaf 24 jaar (vanaf 21 jaar mits vakbekwaamheid) (in het kader van een experiment, van 1-1-2011 tot eind 2016, vanaf 18 jaar, voorwaarde deelname experiment en vakbekwaamheid). Rijbewijs: 5 jaar (incl. medische keuring). Examen: theorie- en praktijkexamen (en in bezit van rijbewijs B). Aanhangwagen: toegestane maximum massa ten hoogste 750 kg. Categorie D1E Trekkend voertuig: categorie D1. Leeftijd: vanaf 21 jaar (vanaf 18 jaar mits vakbekwaamheid). Rijbewijs: 5 jaar geldig (incl. medische keuring). Examen: praktijkexamen (en in bezit van rijbewijs D1). Aanhangwagen: toegestane maximum massa meer dan 750 kg. Categorie DE Trekkend voertuig: categorie D. Leeftijd: vanaf 24 jaar (vanaf 21 jaar mits vakbekwaamheid). Rijbewijs: 5 jaar geldig (incl. medische keuring). Examen: praktijkexamen (en in bezit van rijbewijs D). Aanhangwagen: toegestane maximum massa meer dan 750 kg. Categorie T Trekkend voertuig: categorie T. Leeftijd: vanaf 16 jaar. Rijbewijs: 10 jaar geldig. Examen: theorie-examen (vanaf 15,5 jaar) en praktijkexamen (vanaf 16 jaar). Aanhangwagen: toegestane maximum massa meer dan 750 kg. Wat houdt de categorie T in? Met de categorie T op het rijbewijs mag u (vanaf 16 jaar) een LBT en een MMBS met aanhangwagen besturen op de openbare weg. De categorie T is niet verplicht voor een LBT of een MMBS die niet breder is dan 130 cm en één van de volgende functionaliteiten heeft: maaien, onkruid bestrijden, vegen, sneeuwruimen, gladheid bestrijden of hondenpoep verzamelen. Overgangsrecht

Personen die voor het tijdstip van inwerkingtreding in het bezit zijn van het trekkercertificaat kunnen dit tot één jaar na invoering van het wetsvoorstel tegen betaling omwisselen voor een T-rijbewijs.

Personen die op de datum van invoering in het bezit zijn van het B-rijbewijs krijgen tot tien jaar na inwerkingtreding bij verlenging van hun B-rijbewijs de categorie T automatisch bijgeschreven.

Tot de verlenging is het rijbewijs B dat men al had op datum van invoering geldig voor het besturen van een LBT en MMBS.

Personen die geen trekkercertificaat en ook geen B-rijbewijs hebben, zullen straks wel een T-rijbewijs moeten hebben.

Het is mogelijk om de bijschrijving van het T-rijbewijs eerder dan de verlenging van het B-rijbewijs te krijgen, bijvoorbeeld als gebruikers dit bewijs nodig hebben voor het besturen van een LBT of MMBS in het buitenland. De extra administratieve kosten zijn voor rekening van de gebruikers


Geschiktheid Eigenverklaring Zonder geneeskundig verslag

Behaal je na de invoeringsdatum:

De categorie B, wordt de categorie T niet automatisch bijgeschreven maar moet je hiervoor examen doen.

De categorie C, wordt de categorie T wel automatisch bijgeschreven.

1.2.3 Verklaring van geschiktheid Bij de aanvraag voor een rijbewijs moet in een aantal gevallen een verklaring van geschiktheid aangevraagd worden. Volgens artikel 97, eerste lid van het Reglement rijbewijzen (Rr) wordt door het CBR een verklaring van geschiktheid geregistreerd in het rijbewijzenregister ‘ten behoeve van eenieder die voldoet aan de bij ministeriële regeling vastgestelde eisen met betrekking tot de lichamelijke en geestelijke geschiktheid tot het besturen van motorrijtuigen’. Het CBR doet van deze registratie mededeling aan de aanvrager. Een verklaring van geschiktheid wordt bij het CBR aangevraagd door middel van de zogenaamde eigen verklaring. Er zijn drie modellen eigen verklaringen:

een model zonder geneeskundig verslag

de dubbele verklaring met geneeskundig verslag

en het model voor beroepschauffeurs de eigen verklaring CDE. Deze laatste verklaring met geneeskundig verslag zit in een groene envelop. Meestal zal de aanvrager kunnen volstaan met het invullen en inzenden van de eigen verklaring zonder geneeskundig verslag, namelijk voor:

1) de eerste afgifte van een rijbewijs van de categorie A (A1, A2) of B of E bij B of T aan een aanvrager die de leeftijd van 75 jaren nog niet heeft bereikt;

2) de afgifte van een rijbewijs aan een aanvrager die in het bezit is van een rijbewijs met een beperkte geldigheidsduur welke verstrijkt voor de dag waarop de aanvrager de leeftijd van 75 jaren bereikt;

3) vrijwillig tussentijds onderzoek naar de geschiktheid van een aanvrager die de leeftijd van 75 jaren nog niet heeft bereikt;

4) de afgifte van een rijbewijs in de overige gevallen waarin ter verkrijging van een geneeskundige verklaring uitsluitend een eigen verklaring is vereist.

Een eigen verklaring met geneeskundig verslag is nodig in de volgende situaties:

1) de afgifte van een rijbewijs aan een aanvrager die de leeftijd van 75 jaren heeft bereikt;

2) de afgifte van een rijbewijs aan een aanvrager die de leeftijd van 70 jaren heeft bereikt en in het bezit is van een rijbewijs, waarvan de geldigheidsduur en de vernieuwingstermijn verstrijken na de dag waarop de aanvrager de leeftijd van 75 jaren bereikt;


Met geneeskundig verslag Vertrouwens-relatie Model VvG Beperkingen Eén jaar geldig

3) de eerste afgifte en vernieuwing van een rijbewijs voor de categorie C, C1, CE, C1E, D, D1, DE, D1E;

4) vrijwillig tussentijds onderzoek naar de geschiktheid van een aanvrager die de leeftijd van 75 jaren heeft bereikt.

Voor het betreffende geneeskundig verslag moet een medische keuring plaatsvinden door een geneeskundige. In de meeste gevallen zal de eigen huisarts dit niet doen vanwege de vertrouwensrelatie tussen arts en patiënt. Binnen een huisartsenpraktijk kan een andere arts dit natuurlijk wel doen. Het geneeskundig verslag op de eigen verklaring CDE wordt ingevuld door een Arbo-arts of een gecertificeerde bedrijfsarts Sinds 1 oktober 2006 is voor de aanvraag van een verklaring van geschiktheid het overleggen van een afschrift uit de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens niet meer nodig.

Eigenverklaring beoordeeld door CBR Naar aanleiding van de ingezonden eigen verklaring wordt bij het CBR de aanvraag om de afgifte van een verklaring van geschiktheid beoordeeld. Afhankelijk van deze beoordeling wordt een verklaring van geschiktheid afgegeven, geweigerd of kan een nader onderzoek worden verlangd. Het model van de verklaring van geschiktheid is eveneens voorgeschreven. De verklaring van geschiktheid is geldig voor de in de registratie vermelde categorieën. De verklaring van geschiktheid kan zonder beperkingen worden afgegeven. Het komt echter voor dat deze beperkingen bevat. Op het rijbewijs worden de beperkingen van de verklaring van geschiktheid conform overgenomen. Voorbeelden van beperkingen zijn ‘moet bril of contactlenzen dragen’ code 01.06 en ‘Alleen voertuigen met automatische schakeling’ code 78. Deze beperkingen worden in vastgestelde codes aangegeven. Ook bestaat de mogelijkheid om de geldigheid van het rijbewijs te beperken tot het gebruik in een bepaalde regio. Hiermee mag een chauffeur alleen binnen een bepaalde straal rond zijn woonplaats rijden. Vanwege de beperkte ruimte op het rijbewijs worden enkel nog de hoofdcodes vermeld tenzij de vermelding van de subcodes verplicht is, dus 01.06 wordt 01. Een geregistreerde verklaring van geschiktheid is één jaar geldig.


Burger Rijbewijsmodule Aanvraag-formulier Backoffice verwerken RDW Afgiftelocatie

1.3 De aanvraag

Om fraude en vervalsing te voorkomen, wordt het rijbewijsdocument - net als reisdocumenten en de Nederlandse identiteitskaart - centraal geproduceerd.

1.3.1 Stappen in de aanvraag

1) De burger meldt zich aan de balie om het rijbewijs aan te vragen als hij dat moet vernieuwen of als hij examen heeft gedaan. Het CBR heeft de gegevens van dat examen dan al elektronisch doorgestuurd naar het rijbewijzenregister (CRR bij RDW).

2) In het frontoffice worden de persoonsgegevens gecontroleerd. Dan wordt via de rijbewijsmodule verbinding gemaakt met het CRR en wordt de informatie, die op het rijbewijs moet komen te staan, opgehaald. Dat zijn de categorieën die iemand al heeft en/of de nieuwe, bijgehaalde categorie. Zo wordt de informatie, die op het rijbewijs moet komen te staan, in eerste instantie aangeleverd aan de gemeentelijke frontoffice (de persoonsgegevens uit de BRP en de rijvaardigheidsgegevens door het CRR). Daar worden ze geverifieerd en wordt gekeken of de informatie van BRP en CRR ‘matchen’ (dit gebeurt ook via het Burgerservicenummer).

3) Vervolgens worden al die gegevens geprint op een aanvraagformulier. Op dat speciaal voor dit doel ontworpen formulier wordt ook een uniek aanvraagnummer geprint (dat gebeurt automatisch via CRR).

4) Dan gaat dat formulier naar de backoffice. De aanvraagge-gevens gaan niet elektronisch naar de backoffice. Men kan kiezen om alle aanvragen van een ochtend en/of middag aan het eind van een dag(deel) te verzamelen en in de backoffice te verwerken. Alleen spoedaanvragen moeten voor 15.00 uur ’s middags bij de RDW binnen zijn. De belangrijkste doelstelling van de backoffice is om de informatie betreffende een aanvraag door te spelen naar de registratie bij de RDW, die vervolgens het rijbewijs personaliseert. Dit is sinds 1 november 2014, daarvoor ging de aanvraag van de RWD naar Morpho waar het rijbewijs werd aangemaakt.

Samenvattend De RDW personaliseert het rijbewijs nadat de aanvraag bij de woongemeente ingediend is. De RDW zendt de rijbewijzen vervolgens rechtstreeks naar de afgiftelocatie van de gemeente waar de aanvraag is ingediend. De zending wordt daar door een geautoriseerde medewerker in ontvangst

1.3.1 Stappen in de aanvraag 1.3.2 Procedure aanvraag


Scannen Bekrachtiging Hoofdfunctio-naliteit

genomen die de rijbewijzen in de backoffice inklaart en op volledigheid controleert.

Uitwerking backoffice werkzaamheden

De ambtenaar van de backoffice scant het aanvraagformulier. Bij dat scannen worden slechts vier zaken vastgelegd: de pasfoto, de handtekening, de paraaf en vooral ook het aanvraagnummer. Op basis van die vier gegevens wordt de communicatie met de RDW weer tot stand gebracht. Dankzij het aanvraagnummer worden alle andere gegevens van die aanvraag die de RDW al beschikbaar heeft, retour gegeven aan de backoffice bij de gemeente. De backoffice ambtenaar krijgt die gegevens ook op zijn scherm te zien, zodat hij die met het eerder aan de balie geprinte aanvraagformulier kan vergelijken. Omdat slechts vier onderdelen worden gescand, levert dat een flinke versnelling van het scanproces op (streven is om beneden de 10 seconden per aanvraagformulier te blijven). Het is ook mogelijk om een stapeltje van 10 formulieren als batch te scannen! Ook het controle-scherm laat dan tien pasfoto’s e.d. tegelijk zien. Dat verhoogt de efficiency. Na het scannen en na de verificatie door de ambtenaar, volgt een bekrachtiging waarna de ambtenaar de aanvraag formeel verstuurt naar de RDW. Daarvoor is een digitale handtekening van de backoffice ambtenaar nodig met behulp van een smartcard. Iedere ambtenaar die zich met de formele aanvraag in de backoffice gaat bezighoudt, moet een dergelijke smartcard hebben. Hoeveel smartcards er per gemeente nodig zijn, is afhankelijk van de omvang, de organisatie van het aantal afgiftepunten en het aantal te verwachten aanvragen per jaar. Door deze beveiligingsmaatregelen door middel van een elektronische handtekening is er maximale zekerheid en is onweerlegbaar wie de aanvraag heeft ingediend. Deze formele indiening van de aanvraag is de hoofdfunctionaliteit van het backoffice station. Daarnaast kunnen hiermee ook de binnenkomende documenten van de personalisator worden ingeklaard. Die worden in de ochtend door een distributeur aangeleverd.

1.3.2 Procedure aanvraag In het kort volgen hieronder de belangrijkste regels bij het aanvragen van een rijbewijs:

Rijbewijzen worden in beginsel aangevraagd en uitgereikt door de burgemeester van de woonplaats.

Omwisseling van een buitenlands rijbewijs vindt plaats door de directeur van de Rijksdienst voor het Wegverkeer (RDW).

In de volgende situaties wordt de aanvraag rijbewijs ingediend bij de burgemeester, maar wordt over de afgifte beslist door de RDW:

1) vernieuwing oud linnen model rijbewijs; 2) aanvraag rijbewijs voor personen zonder vaste woon- of

verblijfplaats; 3) aanvraag rijbewijs door buitenlandse studenten die niet

opgenomen zijn in de BRP.


Buitenland Adreshistorie Model 3E 0394a Model 3E 0395a-h

Houders van een Nederlands rijbewijs, die in het buitenland (EU/EER-landen en Zwitserland) wonen, kunnen hun rijbewijs per 1 maart 2002 niet meer vernieuwen. Zij zullen hun rijbewijs moeten omwisselen bij de autoriteiten in het land waar ze gevestigd zijn. Dit betekent dat zij hun Nederlandse rijbewijs moeten omwisselen tegen een rijbewijs van het land waarin ze woonachtig zijn. 1. Uitbreiding voorwaarde 185 dagen eis bij eerste aanvraag rijbewijs De burger die voor het eerst een rijbewijs aanvraagt of een categorie uitbreiding wil, dient op het moment van de aanvraag als ingezetene te zijn ingeschreven in de BRP. Dit is de 185 dagen eis zoals die is vastgelegd in artikel 32 van het Reglement Rijbewijzen. Per 1 maart 2010 is er een wijziging opgenomen in dit wetsartikel. De voorwaarde dat je 185 dagen in het jaar voorafgaand aan de aanvraag in Nederland woonachtig moet zijn, blijft bestaan. Als de aanvrager, bij de aanvraag, 4 jaar of korter geen ingezetene is geweest en men heeft daarvoor meer dan 10 jaar aaneengesloten in Nederland gewoond, dan mag er ook een rijbewijs worden afgegeven. De gemeente kijkt dus naar de adreshistorie van betrokkene en kan dan een uitzondering op de 185 dagen regel maken. De wetgever vond deze wijziging van belang voor die situaties dat iemand tijdelijk voor zijn werk of studie naar het buitenland gaat met zijn gezin en na terugkomst 185 dagen moet wachten voordat er een rijbewijs mag worden afgegeven. Aangezien het om personen gaat die daarvoor altijd in Nederland woonachtig waren is er geen sprake van rijbewijstoerisme.

2. Aanvraagformulieren Voor de aanvraag moet eerst een schriftelijk verzoek worden ingediend. De aanvrager moet het formulier volledig invullen en ondertekenen. De gemeentelijke rijbewijsmodule zorgt dat automatisch het juiste model op het blanco aanvraagformulier wordt geprint. De afwijkende modellen hier genoemd. Model 3E 0394a dat gebruikt wordt voor de aanvraag rijbewijs door een persoon zonder vaste woon- of verblijfplaats en door buitenlandse studenten die in Nederland wonen maar niet zijn ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens. Model 3E 0395a-h wordt gebruikt voor de aanvraag rijbewijs door een persoon die woonachtig is buiten de EU/EER, door een Nederlandse militair die gestationeerd is in het buitenland, door een persoon die in het bezit is van een pasje voor geprivilegieerden en door een persoon die na het rijexamen verhuisd is uit Nederland. Dit formulier is alleen te verkrijgen bij de RDW. De burger kan hiervoor bellen naar de RDW: 0900-0739.


Model 3E 0397a-h Identiteitsbewijs Verblijfscode Registratie Verklaring van geschiktheid

Model 3E 0397a-h (deze wordt door de gemeentelijke rijbewijsmodule aangemaakt) wordt gebruikt voor de omwisseling van een buitenlands rijbewijs en voor de vernieuwing van een oud linnen rijbewijs.

3. Identiteitsvaststelling De wet schrijft voor dat de identiteit wordt vastgesteld aan de hand van een aangewezen identiteitsbewijs genoemd in artikel 1, eerste lid onder 1, 2 en 3 van de Wet op de Identificatieplicht. Identiteitsbewijzen die op basis van dat artikel gebruikt mogen worden zijn: een geldig Nederlands reisdocument of Identiteitskaart, een vreemdelingendocument of paspoort (ook diplomatiek of dienstpaspoort) uit een EU/EER-lidstaat. Daarnaast kan de aanvrager zich ook identificeren met een eerder afgegeven rijbewijs mits dat rijbewijs nog geldig is of zijn geldigheid heeft verloren door het verstrijken van de geldigheidsduur of met een geldig rijbewijs uit een EU/EVA-lidstaat (EVA is EER + Zwitserland) voorzien van een pasfoto van de houder. Omdat de datum aanvraag rijbewijs en de datum uitreiking rijbewijs niet aan elkaar gelijk zijn, schrijft artikel 111, 2e lid Wegenverkeerswet voor, dat men zich zowel bij indiening van de aanvraag als bij uitreiking van het nieuwe rijbewijsdocument, moet legitimeren. De aanvrager moet in persoon verschijnen. Een nieuw document kan pas worden uitgereikt nadat de identiteit deugdelijk is vastgesteld en zo nodig, bij twijfel, vergelijking met de oude gegevens (uit het CRR) heeft plaatsgevonden. Vreemdelingen, geen EU/EVA-nationaliteit, bij wie geen (geldige) verblijfscode is opgenomen in de BRP en vreemdelingen die een BRP-verblijfscode 30, 31, 32, 33, 34 of 98 hebben, komen niet in aanmerking voor afgifte of vernieuwing van een rijbewijs. Het betreft hier vreemdelingen waarvan nog uitgesproken moet worden of men in Nederland ‘bestendig’ mag verblijven. Artikel 111, derde lid Wegenverkeerswet bepaalt dat aan degene die vreemdeling is in de zin van de Vreemdelingenwet en geen onderdaan van een lidstaat van de EU, EVA is, slechts een rijbewijs mag worden afgegeven indien hij met instemming van het bevoegd gezag ‘bestendig in Nederland verblijft’. Dat laatste zal uit categorie 10 van de persoonslijst moeten blijken. Heeft betrokkene slechts een Identiteitsbewijs W dan verblijft hij niet bestendig in Nederland. 4. Rijvaardigheid Heeft men bij het CBR met succes een rijexamen afgelegd, dan wordt de verklaring van rijvaardigheid geregistreerd in het rijbewijsregister bij de RDW. De registratie is 3 jaar geldig. Als rijvaardigheidsbewijs kan ook een militair rijvaardigheidsbewijs van toepassing zijn. 5. Geschiktheid Bij de aanvraag voor een rijbewijs moet in een aantal gevallen een


Fotomatrix Rijksdeel Spoed Tijdstip Verklaring van vermissing Twijfel

verklaring van geschiktheid in het CRR staan vermeld. Zie verder het onderdeel ‘Verklaring van geschiktheid’. Een geregistreerde verklaring van geschiktheid is één jaar geldig. 6. Eén pasfoto Bij de aanvraag dient één foto te worden overgelegd (artikel 33, eerste lid onder d RR). De foto moet een kleurenfoto zijn. De foto moet voldoen aan de eisen die ook gelden bij het aanvragen van een reisdocument (gebruik Fotomatrix). De foto wordt op het aanvraagformulier bevestigd voordat het naar de backoffice gaat om gescand te worden. 7. Leges

De gemeenteraad heeft in de legesverordening bepaald wat de leges bedragen voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een rijbewijs. De gemeente betaalt overigens een bepaald bedrag (het rijksdeel) per aangevraagd rijbewijs aan de Rijksdienst voor het Wegverkeer (RDW). In de legesverordening zal in de meeste gemeenten ook een bedrag opgenomen zijn voor de kosten die gemaakt worden bij vermissing van het rijbewijs en voor het in behandeling nemen van een spoedaan-vraag. Er bestaat landelijk een maximumbedrag voor de leges.

8. Spoedaanvraag Kan de aanvrager, bijvoorbeeld in verband met een aanstaande reis naar het buitenland, niet zo lang wachten met het afhalen van het nieuwe document, dan is het mogelijk een spoedprocedure aan te vragen. In dat geval kan het nieuwe document al na één werkdag worden afgehaald. Spoedaanvragen dienen uiterlijk om 15.00 uur bij de RDW ontvangen te zijn. Het tijdstip waarop de backoffice applicatie bevestigt dat de aanvraag goed is ontvangen, is maatgevend. Het uiterlijke tijdstip voor verwerking aan het frontoffice en het scannen van de aanvraag ligt dus eerder. Voor spoedaanvragen gelden extra leges.

9. Vermissing oude rijbewijs Het komt regelmatig voor dat een burger bij u aan de balie komt met de mededeling dat hij niet in staat is het oude rijbewijs in te leveren. Mocht de aanvrager het rijbewijs kwijt zijn, dan zal de aanvrager eerst een “Verklaring van vermissing” op laten maken bij de gemeente waar de aanvrager woont. Door de verklaring van vermissing verliest het rijbewijs van rechtswege de geldigheid. Wanneer het te vernieuwen rijbewijs niet kan worden ingeleverd of als het rijbewijs beschadigd is, dan moeten bij twijfel de gegevens vergeleken worden met het originele aanvraagformulier, zoals foto,


Legitimatiebewijs

handschrift, handtekening en dergelijke. Bij twijfel over de identiteit van de aanvrager dient een onderzoek te worden ingesteld in samenwerking met de plaatselijke politie. Wanneer het originele aanvraagformulier bij een andere gemeente wordt bewaard, dan dient bij voorkeur het originele aanvraagformulier digitaal bij hen te worden opgevraagd. Het overleggen van een geldig legitimatiebewijs is overigens verplicht (art.33 eerste lid onder b, Rr).


Ongeldig-verklaring Vernieuwen geldigheidsduur

1.4 Soorten aanvraag

We onderscheiden verschillende procedures voor het aanvragen van een rijbewijs.

1.4.1 Het Nederlandse rijbewijs

1. Eerste afgifte

Bij eerste afgifte moet er aan de algemene vereisten zijn voldaan. Het kan voorkomen dat betrokkene net geslaagd is, maar de geschiktheid en rijvaardigheid nog niet is geregistreerd in het CRR. Meestal is dat binnen 12 uur wel gebeurd. Let op! Ook bij een eerste afgifte is het mogelijk dat al een ongeldigverklaring is geregistreerd in het CRR. Beginnersrijbewijs Indien het eerste rijbewijs wordt afgegeven aan een persoon die jonger is dan 18 jaar (met categorie AM of T) dan wordt de houder gedurende 7 jaar na datum van afgifte van het eerste rijbewijs aangemerkt als beginnende bestuurder. Voor personen vanaf 18 jaar is dit 5 jaar. 2. Vernieuwing van een rijbewijs Zoals we al eerder hebben geconstateerd is een rijbewijs maximaal 10 jaar geldig. In het algemeen gelden voor het vernieuwen van de geldigheidsduur de volgende voorwaarden:

het nummer van het overgelegde (opgegeven) rijbewijs is het laatst aan de aanvrager afgegeven rijbewijs volgens het CRR;

het nummer van het opgegeven rijbewijs dat verloren/gestolen is, moet in het CRR geregistreerd staan met categorieën, waarvan de geldigheidsduur is verstreken;

het nummer van het rijbewijs is niet geregistreerd als zijnde ingehouden of ingenomen;

de categorieën van het rijbewijs zijn niet geschorst of ongeldig verklaard;

het nummer van het rijbewijs betreft niet een rijbewijs waarvan de inlevering wordt gevorderd;

de rijbevoegdheid van de houder van het rijbewijs is niet ontzegd;

1.4.1 Het Nederlandse rijbewijs 1.4.2 Het buitenlandse rijbewijs 1.4.3 Het militair rijbewijs


Burgemeester van de woonplaats Van rechtswege ongeldig Extra categorie

het rijbewijs heeft zijn geldigheid niet verloren door omwisseling in het buitenland;

geldige verblijfstitel voor niet-Nederlanders (met uitzondering van EU/EER-onderdanen en aanvragers met de Zwitserse nationaliteit).

Als de aanvrager aan de hierboven genoemde voorwaarden voldoet, dan kan door overlegging van het oude rijbewijs, pasfoto en legeskosten het rijbewijs schriftelijk worden aangevraagd op het vastgestelde formulier (model 5A). De aanvraag moet worden ingediend bij de burgemeester van de woonplaats. Daadwerkelijke inlevering van het oude rijbewijs vindt plaats bij de uitreiking van het nieuwe rijbewijs. Hiervoor hebben we gezien dat in een aantal gevallen ook een verklaring van geschiktheid moet worden aangevraagd. Het aanvragen van een verklaring van geschiktheid geldt bij vernieuwing ingeval:

1) aanvrager ouder is dan 75 jaar; 2) de geldigheidsduur van het overgelegde rijbewijs eindigt na de

dag dat de aanvrager 75 jaar wordt; 3) het overgelegde rijbewijs in verband met een medische indicatie

een beperkte geldigheidsduur heeft; 4) het overgelegde rijbewijs geldig is voor de categorie C, C1, D,

D1, CE, C1E, DE en/of D1E.

3. Vernieuwing rijbewijs om andere redenen Met ingang van 1 oktober 2006 moet bij wijziging in de naam, geboorte of geslachtsgegevens een nieuw rijbewijs worden aangevraagd. Door de wijziging is het rijbewijs dan van rechtswege ongeldig geworden. Betreft het een rijbewijs met een beperkte geldigheidsduur, met een bijzondere aantekening of is er sprake van een medische indicatie volgens het CRR dan gelden hiervoor weer dezelfde regels als bij een ‘normale’ vernieuwingsprocedure. 4. Categorie uitbreiding Als de aanvrager al in het bezit is van een rijbewijs bestaat de mogelijkheid dat het rijvaardigheidsbewijs moet worden uitgebreid met een categorie die nog niet op het rijbewijs staat vermeld. De procedure voor het aanvragen van het rijbewijs met een extra categorie is in grote lijnen dezelfde als bij de eerste aanvraag, namelijk:

een ondertekend aanvraagformulier;

het oude rijbewijs;

er moet een verklaring van geschiktheid geregistreerd zijn in het CRR (niet ouder dan 1 jaar);

een verklaring van rijvaardigheid geregistreerd zijn in het CRR (3 jaar geldig);

één pasfoto;

leges. Bij het uitreiken van het nieuwe rijbewijs dient het oude rijbewijs te worden overgelegd en ingenomen.


Niet meer rechten Normale geldigheidsduur Rijexamen

5. Vervangend rijbewijs Een duplicaat, vervangend rijbewijs kan worden afgegeven in de volgende gevallen:

als vervanging van een rijbewijs dat is verloren geraakt of teniet gegaan;

als vervanging van een rijbewijs dat versleten dan wel onleesbaar is.

Aan het nieuwe rijbewijs kunnen niet meer rechten worden ontleend dan aan het rijbewijs dat wordt vervangen. Het nieuwe rijbewijs vervangt het eerder afgegeven rijbewijs en is slechts geldig voor de resterende geldigheidsduur voor het eerder afgegeven rijbewijs. Is het rijbewijs versleten dan wel onleesbaar geworden, dan moet dit worden overgelegd bij de aanvraag (art.38 Rr). Bij vermissing geldt dezelfde procedure van identiteitsonderzoek als bij het vernieuwen van het rijbewijs, waarbij het oude document niet kan worden overgelegd. Bij een aanvraag om een duplicaat rijbewijs hoeft in geen enkel geval een verklaring van geschiktheid te worden overgelegd. Vanaf 1 oktober 2006 kan in plaats van een duplicaat in geval van vermissing, diefstal, versleten, onleesbaar ook een nieuw rijbewijs worden afgegeven met een normale geldigheidsduur. Zijn er geschiktheidseisen, bijvoorbeeld het vermiste rijbewijs was geldig voor categorie C, dan moet eerst een verklaring van geschiktheid worden aangevraagd bij het CBR. Was het vermiste rijbewijs nog geruime tijd geldig en wenst de aanvrager nu geen keuring te doen, dan kan een vervangend rijbewijs worden aangevraagd. Ook in het geval dat de aanvrager vreemdeling is (geen EU/EVA-nationaliteit) en op de persoonslijst geen juiste verblijfstitel voor het vernieuwen van een rijbewijs voor komt, moet een duplicaat, vervangend rijbewijs worden afgegeven.

1.4.2 Het buitenlandse rijbewijs Houders van rijbewijzen uit niet genoemde landen kunnen hun rijbewijs niet omwisselen, tenzij de 30% regeling van toepassing is. Zij zullen bij het CBR, rijexamen moeten doen (theorie en praktijk) om na het eerste half jaar in Nederland te kunnen blijven rijden. Deze buitenlandse rijbewijzen zijn geldig als ze niet zijn verlopen en zo lang er nog geen 185 dagen zijn verstreken na de dag van laatste vestiging in Nederland (artikel 108, lid 1g Wvw). Het Nederlandse rijbewijs kan pas worden verstrekt als de houder een half jaar in de BRP staat ingeschreven en (indien van toepassing) over de juiste verblijfstitel beschikt. Uitzondering hierop is een aanvrager die korter dan 4 jaar niet-ingezetene is en daarvoor in een aaneengesloten periode van 10 jaar in Nederland gewoond heeft. Dit blijkt uit de adreshistorie van de aanvrager. In deze gevallen is de 185 dagen regeling niet van toepassing.


Inspecteur Directe Belastingen Geprivilegieerden Na vestiging

1. 30% regeling Er is een voorziening geschapen voor buitenlandse werknemers die slechts tijdelijk hier in Nederland werkzaam zijn. Om redenen van algemeen belang, kunnen bepaalde groepen personen ook hun buitenlands rijbewijs omwisselen, dat niet is afgegeven door een van de lidstaten van de EU, EVA of Caribische landen. Dit zijn werknemers op grond van zijn specifieke deskundigheid die op de Nederlandse arbeidsmarkt niet of schaars aanwezig zijn. Dit geldt dan voor hen en hun gezinsleden. Om vast te stellen wie aan deze omschrijving voldoen, is bepaald dat deze voorziening uitsluitend geldt voor diegenen die, naar het oordeel van de Inspecteur der Directe Belastingen te Heerlen, vallen onder speciale regelingen, die zijn vastgesteld door de Staatssecretaris van Financiën (de zogenaamde 30% regeling). Behalve de standaard werkwijze voor omwisseling buitenlandse rijbewijs, geldt dat er ook nog de verklaring van de Inspecteur overlegd moet worden. 2. Rijden met een buitenlands rijbewijs door niet-ingeschreven personen Personen die buiten Nederland woonachtig zijn mogen een motorrijtuig besturen als zij (artikel 108, lid 1f Wvw):

- zich bevinden in het internationaal verkeer (toeristen, vrachtvervoer etc.)

- mits het rijbewijs geldig is voor het besturen van een motorrijtuig als waarmee wordt gereden evenals

- in het bezit van een internationaal rijbewijs dat geldig is voor het motorrijtuig waar in wordt gereden (Nederlands die naar het buitenland gaan kunnen een Internationaal rijbewijs bij de ANWB aanvragen).

Geprivilegieerden en NAVO militairen zijn ook bevoegd om met hun buitenlands rijbewijs in Nederland te rijden. 3. Rijbewijs EU-lidstaat, EVA-lidstaat, derde landen De Europese Richtlijn bepaalt dat Lidstaten van de EU of EVA bij vestiging van een houder van een door één van die staten afgegeven rijbewijs in een andere Lidstaat, dat rijbewijs zullen erkennen. Voor Nederland houdt dat in dat de houder van een door een andere Lidstaat van de Europese Unie of EVA afgegeven rijbewijs, na vestiging in Nederland, van dat rijbewijs nog gedurende een bepaalde tijd gebruik mag blijven maken. Uitgangspunt hierbij is de datum waarop het betrokken EU/EVA- rijbewijs in het land van herkomst van de rijbewijshouder is afgegeven. Is er op de datum van vestiging in Nederland nog geen tien jaar verstreken sinds de datum van afgifte van het rijbewijs, dan is het


betrokken rijbewijs in Nederland geldig vanaf de datum van vestiging tot de datum waarop sinds de afgifte van het rijbewijs tien jaar is verstreken. Als de aldus berekende geldigheidsduur in Nederland korter uitvalt dan twee jaar, dan heeft het rijbewijs een resterende geldigheidsduur van twee jaar. Heeft het rijbewijs een onbeperkte geldigheidsduur en is de periode van tien jaar na de afgiftedatum al verstreken op het moment van vestiging, dan geldt ook een resterende geldigheidsduur van één jaar. Bij het verstrijken van de genoemde geldigheidsperiodes moet het betrokken rijbewijs worden omgewisseld tegen een Nederlands rijbewijs. Voorbeelden: Rijbewijs, afgegeven in een ander EU-land op 20-03-2006. De houder mag in Nederland blijven rijden met het rijbewijs tot 20-03-2016 (10 jaar na de afgiftedatum) tenzij de geldigheidsduur van het rijbewijs eerder verloopt. Duits rijbewijs afgegeven op 10-06-2004. De houder vestigt zich op 12-05-2015 in Nederland. Duitse rijbewijzen zijn in Duitsland onbeperkt geldig. Het rijbewijs is langer dan tien jaar geleden afgegeven. De houder mag daarom tot 12-05-2017 met het Duitse rijbewijs in Nederland rijden (twee jaar na de datum van vestiging). Voor die datum moet het rijbewijs omgewisseld worden voor een Nederlands rijbewijs.

4. Aanvraagprocedure omwisseling

De aanvraag wordt ingediend bij de burgemeester van de woonplaats. De omwisseling van een buitenlands rijbewijs in een Nederlands rijbewijs vindt echter plaats door de directeur van de RDW. Een verklaring van geschiktheid moet bij de omwisseling van een EU-rijbewijs aangevraagd worden in de volgende gevallen:

Als het rijbewijs een kortere dan normale geldigheidsduur heeft. In het geval dat het rijbewijs andere beperkingen vermeldt (technische voorzieningen in de auto of medische indicatie).

Als de aanvrager de leeftijd van 70 jaren heeft bereikt en de geldigheidsduur en de vernieuwingstermijn van het EU-rijbewijs verstrijken na de dag waarop de aanvrager de leeftijd van 75 jaren bereikt.

Als de aanvrager de leeftijd van 75 jaren heeft bereikt. Als het EU-rijbewijs geldig is voor de categorie C, C1, D, D1, CE, C1E, DE en/of D1E. Een buitenlands rijbewijs kan worden omgewisseld als het een rijbewijs betreft dat is afgegeven door een land van de Europese Unie (EU-land):


Landen Verklaring van geen bezwaar Vermist of gestolen Andere landen

België; Bulgarije Bondsrepubliek Duitsland; Cyprus; Denemarken; Estland; Finland; Frankrijk; Griekenland;

Hongarije; Ierland; Italië; Kroatië Letland; Litouwen; Luxemburg; Malta; Oostenrijk; Polen; Portugal;

Roemenië; Slovenië; Slowakije; Spanje; Tsjechië; Verenigd Koninkrijk; Zweden.

Omwisseling is ook mogelijk van rijbewijzen uit EVA-landen:

Zwitserland;

IJsland (EER);

Noorwegen (EER);

Liechtenstein (EER). Is de datum van het rijbewijs zelf verlopen, dan moet ook een verklaring van geen bezwaar|(een door het gezag dat het rijbewijs heeft afgegeven, gewaarmerkte verklaring waaruit van de afgifte en de geldigheid blijkt en waaruit tevens blijkt dat door dat gezag tegen de aanvrager geen maatregelen van bestuursrechtelijke of strafrechtelijke aard betreffende de beperking, schorsing, intrekking of nietigverklaring van de rijbevoegdheid zijn getroffen en dat bij dat gezag ook overigens geen bezwaar tegen afgifte van een rijbewijs bestaat.) van de betref-fende autoriteit worden overgelegd. Dit tenzij het rijbewijs al is geregistreerd in het CRR of er al eerder een Nederlands rijbewijs aan betrokkene is afgegeven (verklaring van geen bezwaar afgevende autoriteit). Is het document vermist of gestolen dan moet een verklaring van geen bezwaar van de betreffende autoriteit worden overgelegd, tenzij het rijbewijs al is geregistreerd in het CRR of er al eerder een Nederlands rijbewijs aan betrokkene is afgegeven. Ook is een in Nederland opgemaakt proces-verbaal of verklaring van vermissing, opgemaakt door de gemeente (daar waar deze mogelijkheid bestaat), van de vermissing of diefstal vereist (artikel 45, lid 3 Rr). Deze regeling geldt ook voor rijbewijzen afgegeven door autoriteiten op Caribisch Nederland. Houders van rijbewijzen van andere landen dan een EU- of EVA-land mogen nog een half jaar na de datum van vestiging in Nederland rijden met hun buitenlandse rijbewijs.


Soms beperkt aantal categorieën In het buitenland woonachtig Aanvrager Frontoffice-medewerker

Houders van rijbewijzen uit:

Andorra, Israël, Japan, Jersey, Eiland Man, Monaco, Caribisch Nederland, Quebec (Canada), Singapore, Taiwan en Zuid-Korea

kunnen hun rijbewijs (soms voor een beperkt aantal categorieën) laten omwisselen voor een Nederlands model. Als voorwaarde voor omwisseling van een buitenlands rijbewijs geldt, dat het rijbewijs moet zijn afgegeven binnen een periode van een jaar waarin de houder minstens 185 dagen in het desbetreffende land heeft gewoond. Als de aanvrager onafgebroken in de BRP als ingezetene ingeschreven staat, is de omwisseling mogelijk als hij aannemelijk kan maken dat hij zijn rijbewijs heeft verkregen binnen een periode van een jaar waarbinnen de houder tenminste 185 dagen in het land van afgifte heeft gewoond. Deze voorwaarde is voor wat betreft de EU/EVA-landen met ingang van 1 oktober 2006 vervallen. Of de aanvrager voldoet aan de wooneis in het buitenland hoeft met ingang van deze datum voor EU/EER en Zwitserse rijbewijzen niet meer gecontroleerd te worden. Controleer voor rijbewijzen afgegeven door andere landen ook nog of aan de wooneis is voldaan. Een persoon met een Nederlands rijbewijs die woont in het buitenland, maar niet in een lidstaat van de EU,/EVA, kan zijn rijbewijs in Nederland vernieuwen. De aanvraag wordt rechtstreeks ingediend bij de RDW (art.113 Wvw + art.31 Rr).

Samenvatting

De aanvraag wordt in persoon bij de Burgemeester van de woonplaats ingediend. De RDW is de autoriteit van afgifte. De aanvrager moet overleggen:

1) een pasfoto die voldoet aan de eisen; en 2) een geldig identiteitsbewijs als betrokkene niet een EU, EER of

Zwitsers rijbewijs overlegd; en 3) het buitenlandse rijbewijs; en 4) indien nodig verklaring van geen bezwaar afgevende autoriteit

en 5) leges.

De frontoffice medewerker burgerzaken: 1) Controleert de identiteit, nationaliteit en verblijfsrecht 2) Verwerkt de aanvraag in de rijbewijsmodule en print het

aanvraagformulier. 3) Controleert het aanvraagformulier en de plakt de pasfoto op de

daarvoor bestemde plek. De aanvrager zet zijn handtekening. 4) Medewerker zet zijn paraaf en brengt de aanvraag naar

backoffice. 5) De backoffice medewerker scant de aanvraag en handelt deze

af.


6) Maakt kopieën van de aanwezige stukken voor de eigen

administratie. 7) De originele aanvraag, het originele rijbewijs indien nodig

verklaring van geen bezwaar afgevende autoriteit worden aangetekend naar de RDW gestuurd.

8) De aanvrager krijgt binnen maximaal zes weken bericht van de RDW dat het rijbewijs klaar is en bij de gemeente in persoon kan worden afgehaald.

Over het algemeen genomen kan het buitenlandse rijbewijs niet teruggegeven worden. Het rijbewijs wordt door de RDW teruggezonden naar de autoriteit van het land van herkomst.

1.4.3 Het militair rijbewijs De omwisseling van een militair rijbewijs naar een burgerrijbewijs gaat vanaf 2 december 2014 niet meer via de RDW afgehandeld. Een (ex)militair kan via het reguliere afgifteproces van de gemeente een rijbewijs aanvragen. De procedure is gelijk aan die van een aanvraag nadat iemand geslaagd is voor een examen afgenomen door het CBR.


Afgiftelocatie Ontvangst-bevoegde Controle

1.5. Rijbewijsmodule

In de backoffice wordt het aanvraagformulier met de pasfoto en de handtekening gescand en in een elektronische aanvraag omgezet. De aanvraag wordt gecontroleerd door de backoffice ambtenaar en versleuteld en met een digitale handtekening van de gemeenteambtenaar aan de RDW gezonden. De RDW registreert de pasfoto, de handtekening en de aanvraagge-gevens in het rijbewijzenregister en zendt vervolgens een opdracht aan de leverancier (Morpho) om een rijbewijs met de persoons- en rijbewijs-gegevens aan te maken. Eventuele bijzondere aanvragen, dit zijn de aanvragen die bij de gemeente zijn ingediend maar waarop de RDW moet beslissen, worden per post verzonden aan de RDW.

1.5.1 Ontvangst zending De leverancier zendt de gepersonaliseerde rijbewijzen rechtstreeks naar de afgiftelocatie van de gemeente waar de aanvraag is ingediend. Ditzelfde geldt voor de rijbewijzen die bij de gemeente zijn aangevraagd maar waarop door de RDW wordt beslist. Bij het opstarten van het NRD-backoffice station ontvangt men bericht van het aantal op die dag te ontvangen nieuwe rijbewijsdocumenten. Bij ontvangst legitimeert de ontvangstbevoegde zich met een verstrekte (post)machtiging en een identiteitsbewijs. De besteller moet zich, op verzoek van de ontvangstbevoegde, kunnen legitimeren met een aan hem door de distributeur verstrekte legitimatie. De omstandigheden moeten zodanig zijn dat er een veilige overdracht van documenten kan plaatsvinden. Indien twijfel bestaat over identiteit/ontvangstbevoegdheid of sprake is van een mogelijke onveilige situatie, vindt geen overdracht plaats. De ontvangstbevoegde controleert of de zending voor hem bestemd is, het nummer op het pakket overeenstemt met de transportbon en het pakket beschadigd is of wellicht geopend is geweest. Bij geconstateerde gebreken/fouten wordt het pakket doorgezonden aan de RDW. De ontvangstbevoegde tekent op de door de besteller overgelegde transportbon voor ontvangst.

Controleren zending De inhoud van het pakket moet worden gecontroleerd of:

De nummers van alle documenten overeenstemmen met het eerder ontvangen elektronisch bericht.

Documenten aan de zending ontbreken.

Alle documenten bestemd zijn voor de desbetreffende locatie.

De documenten juist zijn verpakt (de zending bevat geen of

1.5.1 Ontvangst zending 1.5.2 Uitreiking 1.5.3 Opslag en controle


Resultaten Functiescheiding Kluis Termijn

onjuiste verzendbrief).

De doorslag van de papieren transportbon moet worden bewaard tot de inhoud van de zending is gecontroleerd en akkoord bevonden. Vermissing van documenten wordt door de gemeente geregistreerd en direct gemeld aan de RDW. Als een eerder als vermist opgegeven document toch nog binnenkomt en er is al een heraanvraag verzonden, dan dient dit document te worden vermeld op een proces-verbaal. Dit document evenals het proces-verbaal moet aangetekend aan de RDW worden verzonden.

De resultaten van de controle of de mutaties daarop worden via een digitaal ondertekend bericht gezonden aan de RDW. Ook de documenten met productiefouten en beschadigingen worden vermeld op het proces-verbaal en aangetekend gezonden aan de RDW.

1.5.2 Uitreiking In het frontoffice wordt ten slotte, na hernieuwde identificatie, door een andere medewerker dan degene die de aanvraag in ontvangst heeft genomen, het rijbewijs uitgereikt. We spreken hier van functie-scheiding. Bij de aanvraag en de uitreiking wordt via een user ID en een password geregistreerd welke medewerker deze taak heeft uitgevoerd. Zo kan later altijd nagekeken worden, wie de aanvraag en uitreiking heeft afgehandeld.

1.5.3 Opslag en controle De ontvangen documenten worden opgeslagen in de kluis en zodanig gerangschikt dat deze snel toegankelijk zijn voor uitreiking. Aan de hand van een van de RDW te ontvangen opgave wordt de voorraad maandelijks gecontroleerd. Na de maandelijkse controle dient de gemeente de RDW te berichten, dat de voorraad overeenkomt met de opgave van de RDW. Eventuele verschillen moeten direct worden gecorrigeerd. Bij blijvende verschillen moet proces-verbaal worden opgemaakt en mogelijk aangifte worden gedaan bij de politie. De opgave van de RDW bevat eveneens de rijbewijzen die langer dan één maand in de voorraad staan en dus nog niet zijn afgehaald door de desbetreffende houder. De houder van een dergelijk rijbewijs dient te worden gemaand het rijbewijs af te halen. Een document dat de termijn van 3 maanden nadat het als afgegeven is geregistreerd niet is afgehaald is van rechtswege ongeldig. Het document moet worden onttrokken aan de voorraad en met een proces-verbaal worden gezonden aan de RDW.


Vanaf 16 jaar Vanaf 17 jaar Begeleiderspas Voor alle rijbewijzen

1.6 Bijzondere maatregelen

Sinds 1 november 2011 kunnen jongeren vóór hun 18e verjaardag al aan de slag voor het halen van hun rijbewijs. Iedere Nederlander die voor het eerst een rijbewijs haalt, valt in de categorie 'beginnende bestuurder'. Voor hem of haar strenge gelden een periode strenge gedragsregels. Alcohol en verkeer matcht niet. Evenals onverantwoord verkeersgedrag en veiligheid. Het CBR heeft verschillende cursussen die de automobilist hierop wijzen.

1.6.1 2toDrive Vanaf 1 november 2011 kunnen jongeren vanaf 16 jaar hun theorie-examen voor rijbewijs B doen. Vanaf 16,5 jaar kunnen ze starten met praktijklessen. Vanaf hun 17e verjaardag kan men praktijkexamen voor het rijbewijs afleggen. Slaagt men, dan kan de 17-jarige totdat hij 18 is onder begeleiding van een coach (of meerdere coaches) rijervaring opdoen. De gemeente geeft het rijbewijs af als de jongere een begeleiderspas heeft gekregen. Op deze pas staan de namen van maximaal vijf personen die de bestuurder als zijn coaches heeft aangewezen. Een van deze personen moet bij het rijden in de auto zitten.

Bij het rijden met een coach moeten jongeren zowel het behaalde rijbewijs als de begeleiderspas bij zich hebben.

2toDrive loopt als een experiment met een looptijd van maximaal 6 jaar. In 2015 zal de Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid een tussentijdse evaluatie doen. Als het experiment positief uitpakt, kan 2toDrive definitief worden ingevoerd.

1.6.2 Beginnersrijbewijs Het beginnersrijbewijs is een regeling voor alle beginnende bestuurders en geldt sinds 30 maart 2002. Het beginnersrijbewijs geldt voor alle rijbewijzen. De maatregel beginnende bestuurders geldt voor iedereen die op of na 30 maart 2002 voor het eerst een rijbewijs heeft gehaald, het maakt niet uit voor welke categorie. Voor wie meerdere rijbewijzen heeft (bijvoorbeeld voor de auto en voor de motor) geldt de datum van afgifte van het eerste rijbewijs. Ook voor weggebruikers die hun buitenlandse rijbewijs naar een Nederlands rijbewijs hebben laten omzetten, geldt de afgiftedatum van het eerste (=buitenlandse) rijbewijs.

1.6.1 2toDrive 1.6.2 Beginnersrijbewijs 1.6.3 Puntenrijbewijs 1.6.4 Onverantwoord verkeersgedrag 1.6.5 Nog meer veiligheid


Rijproef en Theorieproef Alcoholdelicten

Wie binnen 5 jaar tijd 2 aantekeningen krijgt, wordt geconfronteerd met een schorsing van het rijbewijs. Een aantekening wordt behaald als de bestuurder een bepaalde zware verkeersovertreding begaat. Wanneer het rijbewijs geschorst is, moet de beginnend bestuurder een rijproef en een theorieproef bij het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR) afleggen. Als hij of zij het onderzoek weigert of voor een proef zakt, wordt het rijbewijs ongeldig verklaard en moet het rijexamen opnieuw afgelegd worden. Het beginnersrijbewijs is er voor de verkeersveiligheid. De regeling moet tot vermindering leiden van het grote aantal ongevallen waarbij beginnend bestuurders zijn betrokken. De categorie 18 tot 24-jarigen vormt in absolute aantallen ongeveer 8% van de totale bevolking. Hun aandeel in de ongevalstatistieken is echter bijna twee keer zo groot. Ruim 16% van de verkeersdoden valt in deze leeftijdscategorie en bijna 14% van de ziekenhuisgewonden. Relatief lopen jongeren dus een groot risico om in het verkeer bij een ongeluk betrokken te raken. In deze leeftijdscategorie zijn in totaal jaarlijks 180 dodelijke slachtoffers en 2.450 ziekenhuisgewonden te betreuren. Dit heeft veel te maken met de gevaarlijke combinatie van jeugdige overmoed en onervarenheid. Een groot aantal jongeren (vooral jongens) voelt zich in het verkeer onaantastbaar. Helaas wijzen de ongevalstatistieken anders uit... Voor jonge mensen is het verkeer zelfs doodsoorzaak nummer 1. (Bron: AVV).

Rijvaardigheidsonderzoek Het rijvaardigheidsonderzoek bestaat uit een theorie- en een praktijkgedeelte. Naast educatie staat de kwaliteit van het rijgedrag tijdens het onderzoek voorop. Als de rijvaardigheid en theoriekennis onvoldoende zijn, moet de kandidaat opnieuw een volledig examen doen. De kosten voor het onderzoek komen voor rekening van de overheid.

1.6.3 Puntenrijbewijs Het puntenstelsel voor rijbewijzen (puntenrijbewijs) is een regeling voor alle bestuurders (per 1-6-2011). Het puntenstelsel heeft uitsluitend betrekking op alcoholdelicten, terwijl de regeling beginnende bestuurder juist geen alcoholdelicten omvat. De regeling beginnende bestuurder heeft betrekking op de strafbare feiten gevaarlijk rijgedrag, veroorzaken van een ernstig verkeersongeval, kleven en snelheidsovertredingen. Deze gedragingen zijn opgenomen in bijlage 1, bij de Regeling maatregelen rijvaardigheid en geschiktheid, onderdeel IV. Er vallen geen alcoholovertredingen onder. Wie in de fout gaat, raakt een punt kwijt. Bij het verlies van drie punten wordt het rijbewijs geschorst. Ook moet de bestuurder dan een rijvaar-digheidsonderzoek doen, dat bestaat uit een theorie- en een praktijk-gedeelte. Blijkt daaruit dat de beginnende bestuurder niet rijvaardig is, dan wordt het puntenrijbewijs ongeldig verklaard.


Alcoholslot-programma Op eigen kosten Onderzoek Rijbewijs ongeldig

1.6.4 Onverantwoord verkeersgedrag Op 1 december 2011 is het Alcoholslotprogramma (ASP) ingevoerd. Per 21 september 2016 is het ASP stopgezet. Het is niet zeker of en wanneer het ASP weer terugkomt. Dit is nu onderwerp van politieke discussie. Het doel van dit programma was om het alcoholgebruik in het verkeer terug te dringen. Ongeveer een kwart van de verkeersdoden is namelijk het gevolg van alcoholgebruik. Het alcoholslotprogramma is onderdeel van een pakket aan maatregelen waarmee het kabinet het alcoholgebruik in het verkeer wil aanpakken, hieronder valt ook de recidiveregeling. Het alcoholslotprogramma wordt opgelegd door het CBR aan automobilisten die worden betrapt met een promillage van 1,3 of hoger, of vanaf 0,8 als het niet de eerste keer is. Beginnende bestuurders krijgen het alcoholslot al vanaf 1,0 promille. Het alcoholslotprogramma bestaat uit een alcoholslot in de auto en een verplicht begeleidingsprogramma. Het alcoholslot is een alcoholtester gekoppeld aan een startonderbreker in het voertuig. De bestuurder moet eerst blazen, het alcoholslot meet of de bestuurder alcohol heeft gedronken. Als het alcoholpromillage onder de limiet blijft, kan het voertuig starten. Komt iemand vanwege een te hoge promillage in aanmerking voor het slot, wordt het rijbewijs ongeldig verklaard, Via het proces “herafgifte na ongeldigverklaring” kan een nieuw rijbewijs worden afgeven. Dit rijbewijs is voorzien van code 103 (alcoholslotprogramma). Het geldt niet voor categorie AM. Educatieve maatregel alcohol Op basis van de toegezonden mededelingen kan de divisie Vorderingen besluiten geen onderzoek te laten instellen maar de rijbewijshouder verplichten om op eigen kosten een educatieve maatregel te volgen ter bevordering van de geschiktheid en rijvaardigheid. Als men na het volgen van de educatieve maatregel weer wordt aangehouden onder invloed van alcohol, dan volgt vrijwel altijd een onderzoek. Weigert men mee te doen aan de EMA cursus, of betaalt men niet, dan wordt het rijbewijs door het CBR ongeldig verklaard. Dit heeft o.a. tot gevolg dat gedurende ten hoogste drie jaar geen verklaring van geschiktheid wordt afgegeven door het CBR, zolang niet aan de verplichting is voldaan. Naast de EMA cursus kent het CBR ook de LEMA, de lichte educatieve maatregel alcohol. Deze kortere cursus is uitsluitend bedoeld voor beginnende bestuurders. Aan bestuurders die de verkeersregels herhaaldelijk in ernstige mate overtreden, kan de educatieve maatregel gedrag en verkeer (EMG) worden opgelegd. Bumper kleven, snijden en over de vluchtstrook rijden zijn voorbeelden van risicovol verkeersgedrag.


Mondelinge mededeling Verkorte aanvraag

1.7 Weigering afgifte rijbewijs

De regelgeving geeft in diverse situaties de mogelijkheid om een rijbewijs te weigeren. Het is goed om in het kort een opsomming van deze gevallen hier weer te geven. Een rijbewijs moet worden geweigerd indien:

geen geldige verklaring van rijvaardigheid is geregistreerd;

geen geldige verklaring van geschiktheid is geregistreerd;

het rijbewijs is ingehouden;

de rijbevoegdheid is ontzegd;

het rijbewijs ongeldig is verklaard;

de overgifte van het rijbewijs is gevorderd;

het rijbewijs feitelijk is ingevorderd;

het rijbewijs feitelijk is ingenomen krachtens de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften;

de geldigheid van een rijbewijs is geschorst;

aanvrager geen geldige verblijfsvergunning heeft (geldt niet voor aanvragers met de Nederlandse, EU/EER of Zwitserse nationaliteit).

In al deze gevallen mag geen rijbewijs worden afgegeven! Indien bij de aanvraag blijkt dat een van de hiervoor genoemde gevallen zich voordoet, dan dient hiervan direct aan de burger mondeling mededeling te worden gedaan. Wenst de burger toch een aanvraag te doen, dan kan via de procedure ‘verkorte aanvraag’ een aanvraagformulier worden geprint en ondertekend. Vervolgens is het noodzakelijk dat de burger zo spoedig mogelijk een schriftelijk besluit wordt toegezonden waaruit blijkt dat het rijbewijs niet kan worden afgegeven wegens het zich voordoen van een van de hiervoor genoemde redenen. Ook moet betrokkene gewezen worden op de mogelijkheid om ingevolge de Algemene wet bestuursrecht (Awb) tegen een dergelijke beslissing bezwaar te kunnen maken.

De afgifte van een rijbewijs mag worden geweigerd.


Schriftelijke verklaring Beginners-rijbewijs

1.8 Het ongeldige rijbewijs

Bij overtreding van een verkeersvoorschrift kan als bijkomende straf een ontzegging van de rijbevoegdheid worden uitgesproken door de rechter. Het ingehouden rijbewijs wordt als regel door de politie naar de burgemeester van de woongemeente gestuurd. Het rijbewijs dient vervolgens in de rijbewijsadministratie te worden bewaard totdat de termijn van ontzegging is verstreken. Belangrijk voor de mensen van burgerzaken/publiekszaken is daarbij dat in het CRR wordt gecontroleerd of de ontzegging is geregistreerd. 1.8.1 Van rechtswege ongeldig Een rijbewijs verliest zijn geldigheid van rechtswege in de volgende gevallen:

als de geldigheidsduur is verlopen;

als de geldigheid is geschorst;

door afgifte van een nieuw rijbewijs dan wel een vervangend rijbewijs;

door omwisseling van een Nederlands rijbewijs in een buitenlands rijbewijs;

door het onbevoegd aanbrengen van wijzigingen;

door het overlijden van de houder;

door wijziging van de geslachts-, naam- of geboortegegevens van de houder;

door aangifte van vermissing van het rijbewijs;

als het rijbewijs drie maanden na de afgiftedatum nog niet is uitgereikt.

1.8.2 Ongeldig verklaard Een rijbewijs kan door de burgemeester ongeldig worden verklaard wanneer de houder een schriftelijke verklaring overlegt, waarin hij vrijwillig afstand doet van de bevoegdheid tot het besturen van een of meer categorieën van motorrijtuigen waarvoor het rijbewijs is afgegeven. Tevens kan een rijbewijs ongeldig worden verklaard als sprake is van een abusievelijke afgifte, op grond van een onjuist verstrekte opgave bij het aanvragen of vernieuwen van een rijbewijs of als het een gevonden rijbewijs betreft dat niet kan worden uitgereikt aan de houder. Een beginnersrijbewijs kan ook ongeldig worden verklaard. Wanneer het rijbewijs geschorst is, moet de beginnend bestuurder een rijproef en een theorieproef bij het Centraal Bureau Rijvaardigheids-bewijzen (CBR) afleggen. Als hij of zij het onderzoek weigert of voor een proef zakt, wordt het rijbewijs ongeldig verklaard en moet het rijexamen opnieuw afgelegd worden.

1.8.1 Van rechtswege ongeldig 1.8.2 Ongeldig verklaard


Deze registratie is ook van belang om te voorkomen dat betrokkene een duplicaat- of een vernieuwd rijbewijs ontvangt. Als het rijbewijs teruggeven wordt dien dient betrokkene een verklaring te ondertekenen waaruit blijkt dat hem het rijbewijs is overhandigd.


1.9 Beveiligingsvoorschriften reglement Rijbewijzen

Controle levering Niet uitgereikt Factuur Afdracht Vernietigen Beveiligen

Het reglement rijbewijzen heeft een apart hoofdstuk over ‘beveiliging’. Artikel 122

1) De met de afgifte belaste autoriteiten registreren de ontvangst van de afgeleverde rijbewijzen in het rijbewijzenregister en controleren de levering op juistheid en volledigheid. Onjuist vervaardigde dan wel onjuist afgeleverde rijbewijzen worden volgens een bij ministeriële regeling vastgestelde procedure naar de Dienst Wegverkeer gezonden, waar ze worden vernietigd.

2) De met de afgifte belaste autoriteiten controleren maandelijks aan de hand van de in het rijbewijzenregister opgeslagen gegevens welke rijbewijzen niet binnen drie maanden na de datum waarop het besluit tot afgifte is genomen, zijn uitgereikt. Deze rijbewijzen worden volgens een bij ministeriële regeling vastgestelde procedure naar de Dienst Wegverkeer gezonden, waar ze worden vernietigd.

Artikel 123

1) De Dienst Wegverkeer zendt in de eerste helft van elke kalendermaand aan de gemeenten een factuur voor en een opgave van de in de aan die maand voorafgaande maand door de burgemeesters van die gemeenten bestelde rijbewijzen en de bij die burgemeesters ingediende, tot de Dienst Wegverkeer gerichte aanvragen.

2) De afdracht van het op grond van de in het eerste lid bedoelde factuur verschuldigde bedrag vindt plaats door middel van automatische verrekening bij de NV Bank Nederlandse Gemeenten op de eerste werkdag van de derde kalendermaand volgende op die waarin de betrokken factuur is verzonden.

Artikel 123a De met de afgifte van rijbewijzen belaste autoriteiten vernietigen de in het kader van de aanvraag overgelegde en door de uitreiking van een nieuw dan wel vervangend rijbewijs ongeldig geworden rijbewijzen. Artikel 124

1) De met de afgifte van rijbewijzen belaste autoriteiten treffen maatregelen om de onder hen berustende rijbewijzen en de met de afgifte van rijbewijzen verband houdende materialen en apparatuur te beveiligen tegen ontvreemding dan wel vernietiging ten gevolge van inbraak, diefstal, verduistering, overvallen, brand of anderszins.

2) De met de afgifte van rijbewijzen belaste autoriteiten dragen er zorg voor dat toegangspassen en gebruikerscodes tot de met de afgifte van rijbewijzen verband houdende apparatuur alleen worden gebruikt door de onder hen ressorterende, met de

Hoofdstuk 5, paragraaf 3, artikel 122 tot en met artikel 130


Medewerkers Beveiligde ruimte Inbraakalarme-ringssysteem Opslag Beveiligings-procedure Functiescheiding

afgifte van rijbewijzen belaste medewerkers aan wie de desbetreffende toegangspassen en gebruikerscodes zijn toegekend.

Artikel 125 De met de afgifte van rijbewijzen belaste autoriteiten dragen er zorg voor dat de voorraad rijbewijzen en de met de afgifte van rijbewijzen verband houdende materialen worden opgeslagen in een inbraakvertragende en brandwerende voorziening met een bij ministeriële regeling vast te stellen waardebergingsindicatie, welke voorziening dient te zijn geplaatst in een af te sluiten ruimte. De met de afgifte van rijbewijzen verband houdende apparatuur wordt geplaatst in een beveiligde ruimte. Artikel 126 De met de afgifte van rijbewijzen belaste autoriteiten dragen er zorg voor dat de plaatsen waar rijbewijzen en met de afgifte van rijbewijzen verband houdende materialen en apparatuur zijn opgeslagen, zijn uitgerust met een elektronisch inbraakalarme- ringssysteem dat voorziet in een permanente vaste-lijn-verbinding met een door de rijksoverheid toegelaten alarmcentrale. Artikel 127 De met de afgifte van rijbewijzen belaste autoriteiten dragen er zorg voor dat de werkvoorraad rijbewijzen en de werkvoorraad met de afgifte van rijbewijzen verband houdende materialen en apparatuur zich tijdens de werkuren onder voortdurend toezicht bevinden, op een voor het publiek onzichtbare en voor onbevoegden onbereikbare plaats. Buiten de werkuren dienen de werkvoorraden evenals de onjuist vervaardigde dan wel onjuist afgeleverde documenten te worden opgeslagen in de in artikel 125 bedoelde voorziening. Artikel 128

1) De met de afgifte van rijbewijzen belaste autoriteiten dragen zorg voor een op schrift gestelde beveiligingsprocedure, die in ieder geval voorschriften bevat met betrekking tot:

a) de toegang van personen tot en het beheer van rijbewijzen, de met de afgifte van rijbewijzen verband houdende materialen, apparatuur, toegangspassen en gebruikerscodes tot de apparatuur;

b) de verantwoordelijkheden van de beveiligingsfunctionaris, bedoeld in het zesde lid;

c) de functiescheiding tussen de bij de aanvraag en de uitreiking van rijbewijzen betrokken functionarissen.

2) Indien het als gevolg van de omvang van het ambtelijk apparaat van een met de afgifte van rijbewijzen belaste autoriteit niet mogelijk is om te allen tijde te voldoen aan de in het eerste lid, onder c, gestelde eis van functiescheiding, kan daarvan met inachtneming van het derde en vierde lid worden afgeweken.

3) In de situatie, bedoeld in het tweede lid, wordt schriftelijk vastgelegd:

a) de reden waarom tijdelijk niet aan de eis van functiescheiding kan worden voldaan;

b) de periode waarin niet aan de eis van functiescheiding


Beveiligings- functionaris Accountscontrole Instructie Controle afgifte Ontvreemding

wordt voldaan; c) de namen van de functionarissen die in de onder b

bedoelde periode zijn belast met de aanvraag en de uitreiking van rijbewijzen.

4) Na afloop van de periode, bedoeld in het derde lid, controleert de beveiligingsfunctionaris, bedoeld in het zesde lid, of de aanvraag en de uitreiking van rijbewijzen op de voorgeschreven wijze hebben plaatsgevonden. Indien de aanvraag en de uitreiking van rijbewijzen niet op de voorgeschreven wijze hebben plaatsgevonden, wordt gehandeld overeenkomstig artikel 130, tweede lid.

5) In de situatie, bedoeld in het tweede lid, wordt een eerder aan de aanvrager afgegeven rijbewijs niet vernietigd dan nadat de in het vierde lid bedoelde controle heeft plaatsgevonden.

6) De met de afgifte van rijbewijzen belaste autoriteiten wijzen een beveiligingsfunctionaris aan, die is belast met het beheer van en het toezicht op de naleving van de beveiligingsprocedure.

7) De in het eerste lid bedoelde maatregelen maken deel uit van de reguliere accountantscontrole.

8) De met de afgifte van rijbewijzen belaste autoriteiten dragen er zorg voor dat de beveiligingsprocedure, bedoeld in het eerste lid, telkenjare wordt geëvalueerd en zo nodig wordt aangepast.

Artikel 129 De met de afgifte van rijbewijzen belaste autoriteiten dragen er zorg voor dat de onder hen ressorterende, met de afgifte van rijbewijzen belaste medewerkers regelmatig worden geïnformeerd over ontvreemdings- en frauderisico’s en ten minste eenmaal per jaar worden geïnstrueerd met betrekking tot risicobeperkende afspraken en maatregelen ter zake. Artikel 130

1) De met de afgifte belaste autoriteiten controleren maandelijks de voorraad rijbewijzen aan de hand van de in het rijbewijzen-register opgeslagen gegevens.

2) De met de afgifte van rijbewijzen belaste autoriteiten dienen meteen na constatering van ontvreemding dan wel vermissing of vernietiging van rijbewijzen en met de afgifte van rijbewijzen verband houdende materialen en apparatuur ten gevolge van inbraak, diefstal, verduistering, overvallen, brand of anderszins, aangifte te doen bij de plaatselijke politie en, voor zover het de afgifte van rijbewijzen door de burgemeester betreft, de Dienst Wegverkeer in kennis te stellen.

3) Een kennisgeving als bedoeld in het eerste lid bevat de navolgende gegevens:

a) het tijdstip en de exacte toedracht van de ontvreemding of vernietiging;

b) het nummer evenals de persoonsgegevens van ieder ontvreemd, vermist of vernietigd rijbewijs;

c) de overige ontvreemde, vermiste of vernietigde materialen.

4) Zodra het door de plaatselijke politie opgemaakte proces-verbaal beschikbaar is, wordt daarvan een afschrift gezonden aan de Dienst Wegverkeer.


1.10 Rijbewijs, het document

Ondanks het feit dat de echtheidskenmerken van het rijbewijs steeds moeilijker na te maken zijn, is er sprake van een toename van het aantal valse en vervalste rijbewijzen. De RDW, die als taak heeft om buitenlandse rijbewijzen om te wisselen, heeft in 2012 70 valse en vervalste rijbewijzen onderschept. Voor 2013 komt dit aantal naar verwachting tussen de 80 en 120 uit. De valse en vervalste documenten zijn vooral afkomstig uit Italië, Polen, Bulgarije en China. In dit hoofdstuk maakt u kennis met de echtheidskenmerken van de Nederlandse rijbewijzen.

1.10.1 Gegevens op rijbewijs Door invoering van het creditcardmodel per 1 oktober 2006 voldoet Nederland aan de Europese richtlijn voor rijbewijzen.

Voorzijde van het rijbewijs Het onderscheidingsteken van de lidstaat (NL) in een cirkel, gevormd door het embleem van de Europese Gemeenschap. Het woord ‘rijbewijs’ wordt vermeld in het Engels, Frans en Duits. Daaronder wordt het woord ‘rijbewijs’ in kapitale roodgekleurde letters. Verder bevat de voorzijde van het rijbewijs:

in de rubrieken 1 t/m 3 de persoonsgegevens van de houder;

in de rubrieken 4a t/m 4c de datum afgifte, de datum geldig tot en de autoriteit van afgifte;

in rubriek 5 het rijbewijsnummer;

in rubriek 7 de handtekening van de houder van het rijbewijs;

in rubriek 8 de woonplaats van de houder bij afgifte van het rijbewijs;

in rubriek 9 de hoofdcategorieën waarvoor het rijbewijs is afgegeven.

Achterzijde van het rijbewijs Aan de linkerzijde respectievelijk het BSN-nummer, de legenda van de diverse rubrieken, het logo van de RDW en een streepjescode waarin de gegevens van het rijbewijs zijn opgenomen. In het midden de pictogrammen van de diverse categorieën in het rood, gevolgd door de omschrijving van de desbetreffende categorie in blauwe letters. Verder bevat de achterzijde van het rijbewijs:

Rubriek 10: de historische datum.

Rubriek 11: de datum tot waarop het rijbewijs geldig is.

1.10.1 Gegevens op het rijbewijs 1.10.2 Echtheidskenmerken


Rubriek 12: de ruimte waarin eventuele beperkingen/vermeldingen (codes) kunnen worden opgenomen. De ruimte in deze rubriek is beperkt. Gekozen is om op het rijbewijs alleen de hoofdcodes te vermelden en subcodes indien verplicht, conform Europese regelgeving. In het rijbewijsregister en op de aanvraagformulieren komen de volledige codes. Voorbeeld: 01.06 wordt op het rijbewijs afgekort als 01.

Rubriek 13: is Europees vastgesteld en bedoeld om autoriteiten een mogelijkheid te geven om een aantekening op het rijbewijs te maken.

1.10.2 Echtheidskernmerken De echtheidskenmerken benoemen van model 1 okt. 2006. (K)

Imageperf

Voelbaar reliëf

Transparant kinegram

Optische variabele inkt

Geboortejaar in foto

Fluorescerende bedrukking

Microtekst De echtheidskenmerken benoemen van model 19 januari 2013. (K)

Imageperf

Voelbaar reliëf

Transparant kinegram

Optische variabele inkt (OVI)

Ultraviolet (UV) fluorescerende bedrukking

Microtekst

Model 15 november 2014 Nieuwe echtheidskenmerken Het nieuwe rijbewijs heeft meerdere moderne echtheidskenmerken.

op bepaalde plekken is bijvoorbeeld reliëf te voelen

is er een opvallend doorzichtig rond venster (clear window) in het rijbewijs aangebracht

en zit er een hologram op het rijbewijs die van kleur verandert als je het rijbewijs kantelt.

QR-code Het rijbewijs heeft ook een Quick Response (QR)-code. Dit is een tweedimensionaal grafisch patroon. Hierin staat de MRZ-code. Met de QR-code kunnen opsporingsautoriteiten in de toekomst bij controle de chip van het rijbewijs sneller en foutloos uitlezen.

Chip in het rijbewijs

In het nieuwe rijbewijs zit een chip. Deze zit on het blauwe vlak linksboven en is vanaf de buitenkant niet te zien. Op de chip staan dezelfde gegevens als ook op het rijbewijs te lezen zijn. De chip is


beveiligd tegen het op afstand uitlezen. Uitlezen lukt alleen met behulp van de zogenaamde Machine Readable Zone (MRZ), een eenregelige cijfer- en/of letterreeks die op de voorkant van het rijbewijs staat.

Oude rijbewijs blijft geldig

Oude rijbewijzen blijven geldig tot de datum die op het rijbewijs staat. Het aanvraagproces en de kosten van een rijbewijs blijven hetzelfde. Processen blijven gelijk De introductie van het nieuwe rijbewijs verandert niets aan de processen van aanvragen, vernieuwen en ophalen van het rijbewijs. Ook aan de prijs en de geldigheid van het rijbewijs verandert niets door de komst van het nieuwe model.


1.11 relevante adressen + overzicht regelgeving Regelgeving, links en contacten Voor het werkproces Rijbewijzen is de volgende weten regelgeving van belang. Wegenverkeerswet 1994; Wet op de identificatieplicht; Algemene wet bestuursrecht; Vreemdelingenwet 2000; Reglement Rijbewijzen; Regeling omwisseling niet-Nederlandse rijbewijzen; Regeling coderingen beperkingen rijbevoegdheid; Regeling eisen pasfoto´s; Regeling gegevensverstrekking rijbewijzenregister; Regeling vaststelling modellen rijbewijzen en daarmee verband houdende formulieren; Regeling taken Dienst Wegverkeer; Regeling vakbekwaamheid beroepspersonenvervoer; Links Alle relevante weten regelgeving kan op internet geraadpleegd worden. Bijvoorbeeld op www.overheid.nl bij Wet- en regelgeving. Cursus NRD: www.nvvbkennisloods.nl Nederlandse Vereniging voor Burgerzaken: www.nvvb.nl Informatie over o.a. de fotomatrix: www.RvIGbzk.nl Rijksdienst voor het wegverkeer: www.rdw.nl Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen: www.cbr.nl Informatie over rijbewijzen: www.rijbewijs.nl Informatie over Arbodiensten: www.arbo.nl/systems/organisations/#arbodiensten Europese regelgeving m.b.t. rijbewijzen: http://europa.eu/scadplus/leg/nl/lvb/l24141.htm Ministerie van Verkeer en Waterstaat: www.verkeerenwatersta

SYLLABUS RIJBEWIJZEN - Segment · 2017. 3. 30. · RDW, CBR en NVVB dat burgerzaken geen informatie...

Documents

Transcript of SYLLABUS RIJBEWIJZEN - Segment · 2017. 3. 30. · RDW, CBR en NVVB dat burgerzaken geen informatie...