iCare 3de uitgave 2014-2015.
-
Upload
nguyencong -
Category
Documents
-
view
222 -
download
0
Transcript of iCare 3de uitgave 2014-2015.
Informatieve nieuwsbrief voor onderwijsprofessionals | Scholengroep 14
iCare | juni 2015 1
INHOUD
Inhoud ..................................................................................................................................................... 1
Voorwoord .............................................................................................................................................. 2
1 Gezondheidsbeleid Op School (GOS). ............................................................................................. 3
1.1 Ditjes en datjes. ....................................................................................................................... 4
2 Orthotheek ...................................................................................................................................... 5
2.1 Nieuwe materialen orthotheek GOS-thema. ........................................................................... 6
3 Besparingen onderwijs beperken leerkansen van kansarme leerlingen ........................................ 6
4 Executieve functies – zelfsturing: het luchtverkeerscentrum van de hersenen. .......................... 11
5 GO! Klimaatschool Bree ................................................................................................................ 16
5.1 Natuurlijk leren ...................................................................................................................... 16
5.2 Wereldburgerschap ............................................................................................................... 17
6 Redactie ......................................................................................................................................... 20
Na elk hoofditem, vind je “terug naar inhoud”. Wijs “inhoud” aan en klik. Zo spring je terug naar de
inhoudsopgave.
Informatieve nieuwsbrief voor onderwijsprofessionals | Scholengroep 14
Een uitgave van GO! CLB Genk-Maasland en Scholengroep 14
Weg naar As 199a | 3600 Genk
Halmstraat 12 | 3600 Genk
Informatieve nieuwsbrief voor onderwijsprofessionals | Scholengroep 14
iCare | juni 2015 2
VOORWOORD
De zomervakantie nadert en stilaan durven we dromen over mooi weer, quality-time doorbrengen
met het gezin / familie / vrienden, vrije tijd,… Anderzijds staan we nu ook even stil bij hetgeen we
weer allemaal bereikt hebben gedurende een schooljaar.
We hebben veel kinderen en jongeren op weg geholpen in hun studiekeuze, we hebben individuele
trajecten met hen afgelegd.
We zijn op weg gegaan met scholen om het zorgcontinuüm te implementeren.
Binnen de scholengroep, maar ook binnen het CLB hebben we nagedacht over onze visie en onze
missie. Op dit moment kunnen we zeggen dat het ABC-model als kader binnen onze scholengroep zal
gebruikt worden.
Binnen het CLB hebben we gezwoegd om zicht te krijgen op het M-decreet en het decreet in het
kader van de integrale jeugdhulp.
En wat betreft deze laatsten beginnen we nog maar net! Ook voor de scholen en natuurlijk onze
kinderen en ouders zal het nog heel wat tijd en energie vergen om deze decreten te implementeren.
Onderweg zullen heel wat vragen rijzen en zullen we misschien heel wat hindernissen moeten
overwinnen. Maar door de krachten te bundelen zullen we ook in deze uitdaging slagen en zullen we
op het einde van 2015-2016 kunnen terugblikken op een spannend schooljaar!
Ondanks het feit dat we als sector onderwijs in de besparingsmolen terecht zijn gekomen, blijven wij
alvast hoopvol en zetten we ons waardevolle werk in 2015-2016 samen met jullie verder.
Joke Hendrickx
Terug naar inhoud
De zon kom op
Ik rek me uit.
Warme zonnestralen tintelend op mijn huid.
Geurende bloemen
Frisse ochtendlucht.
Ik slaak een diepe
zucht…
Informatieve nieuwsbrief voor onderwijsprofessionals | Scholengroep 14
iCare | juni 2015 3
1 GEZONDHEIDSBELEID OP SCHOOL (GOS).
Coördinatie Anne Franken
Belangrijk: volgend schooljaar start weer een nieuwe GOS-cyclus: 2015-2016 en 2016-2017. Dit betekent dat jullie opnieuw 2 doelstellingen kiezen om aan te werken tijdens deze periode. Belangrijk bij deze keuze is dat alle actoren (team, leerlingen, ouders) enige vorm van inspraak hebben zodat de kans op slagen verhoogt. Een bevraging of enquête kan hierbij een hulpmiddel zijn. Ook de checklist “succesfactoren” (toelichting: zie verder) helpt om zicht te krijgen op de draagkracht en de mogelijkheden van jouw school. Een doelstelling van een vorige cyclus mag niet opnieuw gekozen worden. Houd bij je keuze rekening met de noden en, zeker zo belangrijk, de haalbaarheid. Hangen leerlingen maar wat rond op de speelplaats en wordt er niet meer actief gespeeld? Heb je het gevoel dat leerlingen te weinig bewegen? Dan kan een doelstelling binnen het thema bewegen een logische keuze zijn. Alle thema’s en doelstellingen vind je op www.g-o.be/gezondheid. Via deze site geef je in het begin van volgend schooljaar je keuze door zodat de convenant met GO! Centraal afgesloten wordt. Deze wordt jullie nadien digitaal bezorgd. Maak je keuze dit trimester al dan kan je in september goed starten. Om deze doelstellingen en de eraan verbonden acties te verankeren in jullie schoolwerking, is het uitwerken van een matrix aangeraden. Door op 4 niveaus (leerling, klas, school en omgeving) en aan 4 strategieën (educatie, facilitatie, regulatie en zorg) te werken, wordt jullie GOS-werking een echt GOS-beleid. Heb je vragen of nood aan ondersteuning, aarzel niet mij te contacteren [email protected]
Checklist succesfactoren
Om van een gezondheidsbeleid een succesverhaal te maken, spelen een aantal randvoorwaarden
een rol, zowel bij de voorbereiding als de verankering en integratie in het schoolbeleid. Deze 4
randvoorwaarden zijn opgenomen in een afvinklijst. Je kan deze lijst bijv. invullen met de werkgroep
GOS. De resultaten kan je plaatsen in een spinnenwebmodel. Dit model toont op een visuele manier
hoe sterk de draagkracht en hoe groot de mogelijkheden zijn van de school.
Informatieve nieuwsbrief voor onderwijsprofessionals | Scholengroep 14
iCare | juni 2015 4
Welke zijn deze 4 randvoorwaarden:
Evidence based werken Gegevensverzameling en analyse Procesbewaking, monitoring en
evaluatie
Deskundigheid Deskundigheidsbevordering Samenwerking met partners
Beleidsmatige aanpak Prioriteiten en doelstellingen Verankering en integratie
Betrokkenheid Betrokkenheid van het team Betrokkenheid van leerlingen en ouders
Op de site www.gezondeschool.be kan je de afvinklijst downloaden. Je vindt er tevens meer uitleg
over elke randvoorwaarde.
1.1 Ditjes en datjes.
www.skillville.be is een online multimediatool voor BaO en SO ontwikkeld door UC Leuven-Limburg.
De tool is opgebouwd rond verschillende thema’s: financiële educatie, actua-politiek, alcohol-, tabak-
en drugpreventie, Moodcity (game tegen partnergeweld) en techniek. De tool is vooral bedoeld om
kinderen en jongeren levensvaardigheden aan te leren zodat ze op de juiste manier correcte
informatie kunnen raadplegen. Hiervoor wordt o.a. verwezen naar sites van de overheid. Op die
manier leren ze als actieve burgers deel te nemen aan onze maatschappij. De site bevat tevens
uitgebreide achtergrondinformatie per thema alsook een handleiding voor leerling en leerkracht.
Heb je als school interesse dan kan tevens opleiding in jouw school aangevraagd worden. Neem
zeker een kijkje op de site.
Basisonderwijs
De grote verkeerstoets voor leerlingen van het 5de leerjaar van VSV vindt plaats in mei. De leerlingen
die hieraan deelnemen krijgen vanaf dit schooljaar gratis toegang tot de gloednieuwe online
verkeerstoets.
De Waterpas is een nieuw project van Vigez, Logo en
Gezonde School en wil kinderen stimuleren om regelmatig
water te drinken. De kinderen kunnen gedurende een week
op de pas noteren wanneer ze wat gedronken hebben. Als
beloning krijgen de kinderen een diploma. Het materiaal
kan je downloaden via www.gezondeschool.be
gezondheidsthema’s. Bij Logo Limburg kan je terecht bij [email protected] voor gratis
materiaal (mooi in kleur en op dikker papier) zolang de voorraad strekt of bij [email protected].
Informatieve nieuwsbrief voor onderwijsprofessionals | Scholengroep 14
iCare | juni 2015 5
Secundair onderwijs
Wil je aan de slag met jouw school om een rookbeleid uit te werken? Neem dan kijkje in dè
handleiding “360° rookvrij”. Online te downloaden via www.gezondeschool.be/acties/actielijst/360-
rookvrij.
Frisdrank verbieden op school? Lees er alles over op www.gezondeschool.be/nieuws/moet-je-
frisdranken-verbieden-op-school. Concrete tips vind je in het online dossier van Klasse
www.klasse.be/leraren/59906/van-cola-naar-water-in-zeven-stappen.
Terug naar inhoud
Wist je dat… “moeten” jezelf en jouw leerlingen moe maakt? We hebben allemaal een beperkte hoeveelheid energie. We vullen deze energiereserves dankzij een goede nachtrust opnieuw aan, maar gedurende de dag loopt onze energietank geleidelijk leeg. Op dagen dat we het gevoel hebben ons te moeten inspannen en alles als een klus of zelfs last ervaren, dan loopt onze energietank veel sneller leeg en voelen we ons op het einde van de dag op. We hebben geen fut meer. Dit geldt ook voor leerlingen. Als ze de opgedragen opdrachten niet boeiend vinden, maar eerder als een verplicht karwei ervaren, dan verloopt het leerproces veel moeizamer. Ze gaan sneller in het verweer of zelfs in verzet en voelen zich ’s avonds uitgeput.
2 ORTHOTHEEK
Coördinatie Anne Franken
Je kan de lijst met materialen van de orthotheek raadplegen via onze site (www.clb-genk-
maasland.be) maar ook via Smartschool van SGR14. Op Smartschool vind je het document terug in de
map intradesk bibliotheek. In dezelfde map werd tevens een handleiding geplaatst waarin het
lenen en het opzoeken van materialen verduidelijkt wordt.
Tevens is de lijst met nieuwe aanwinsten te raadplegen via de startpagina van de CLB site (www.clb-
genk-maasland.be).
Informatieve nieuwsbrief voor onderwijsprofessionals | Scholengroep 14
iCare | juni 2015 6
2.1 Nieuwe materialen orthotheek GOS-thema.
Terug naar inhoud
3 BESPARINGEN ONDERWIJS BEPERKEN LEERKANSEN VAN
KANSARME LEERLINGEN
De kloof tussen de sterkste en de zwakste leerlingen is dramatisch groot in Vlaanderen. De niet-
gekwalificeerde uitstroom in het secundair onderwijs is 11,7%. In sommige regio’s is de niet-
gekwalificeerde uitstroom zorgwekkend. In Genk gaat het over 19,4 %!
Desondanks wil de minister van Onderwijs, Hilde Crevits (CD&V), geen extra werkingsmiddelen meer
geven aan de kansarme scholen. Deze werkingsmiddelen zijn echter broodnodig .
IDnummer Auteur Titel Soort Trefwoord
09.01.00/088 Trimbos instituut
Trip. Een reis door de wereld van drank en drugs.
spel Drugs, alcohol, middelengebruik, SO, BUSO
08.03.00/046 VPRO en Trimbos instituut.
Roes. Dramaserie over ervaringen van jongeren onder invloed van drank en drugs. (handleiding 06.04.04/252)
DVD psychisch en sociaal functioneren, drugs, alcohol, middelengebruik, SO vanaf 2de graad
01.05.00/208 Provincie Antwerpen
Laat jouw beeldscherm sporen na?
bundel ICT, veiligheid, beeldscherm, gezondheid, houding, eindtermen, gezondheidsbeleid, 3de gr BaO
01.05.00/209 Provincie Antwerpen
Laat jouw beeldscherm sporen na?
bundel ICT, veiligheid, beeldscherm, gezondheid, houding, eindtermen, gezondheidsbeleid, 1ste gr SO
06.04.04/253 VAD Crush. Werken met jongeren rond relaties, alcohol en cannabis.
bundel drugs, alcohol, cannabis, relaties, methodiek, 3de gr. SO, grenzen
Informatieve nieuwsbrief voor onderwijsprofessionals | Scholengroep 14
iCare | juni 2015 7
Kansarme kinderen stimuleren in hun ontwikkeling vraagt inspanningen van scholen op twee sporen:
specifieke initiatieven om de ontwikkeling te stimuleren en financiële steun wanneer het echt nodig
is.
Kinderen zonder winterschoenen, jas, eten, geld voor de bus, …: een school met veel kansarmen
komt dat allemaal tegen. Sommige problemen kunnen worden opgelost zonder al te zware kosten:
kinderkleren inzamelen, ouders mobiliseren voor vervoer, soep voorzien op school. Andere
problemen zijn kostelijk, zoals onbetaalde rekeningen van ouders ten aanzien van de school.
De belangrijkste uitgaven zijn evenwel verbonden met specifieke initiatieven om de ontwikkeling van
kansarme kinderen te stimuleren. Ter illustratie een aantal voorbeelden uit de praktijk van 2
basisscholen in Genk en omstreken. De eerste school telt 85 procent ‘indicatorleerlingen’, de tweede
77,5 procent (indicatorleerlingen zijn leerlingen uit gezinnen met een laag inkomen, die wonen in
een buurt met hoge leerachterstand en met een moeder met lage scholingsgraad).
Veel kindjes starten in de eerste kleuterklas met een motorische achterstand. Zij kunnen
bijvoorbeeld nog niet zelfstandig eten, zelfstandig jassen aan- en uitdoen, puzzelen… Ook op
cognitief vlak is de ontwikkeling vaak vertraagd.
Beide scholen nemen verschillende initiatieven om de achterstand weg te werken. Zij werken aan de
kennis van de wereld, aan de taal en‘denktaal’, aan de capaciteit om zich te concentreren, aan een
positiever zelfbeeld en aan de begeleiding van de ouders.
Kennis van de wereld
De ontplooiingskansen van de leerlingen worden beperkt omdat zij te weinig genieten van het
vrijetijdsaanbod. Één van beide scholen heeft daarom een samenwerking met de vzw MIK (Muziek
voor Ieder Kind) opgezet. Wekelijks krijgen de leerlingen
muziekles van 8 leerkrachten die verbonden zijn aan de
Academie. Alle leerlingen leren een instrument bespelen. De
kinderen zijn gemotiveerd, hun welbevinden is verbeterd en er
is nu een vlottere doorstroom naar de muziekacademie
naschools. Om dit te realiseren financiert de school een deel
van de lesuren.
De school organiseert zeer veel didactische uitstappen met de leerlingen. Er wordt vaker naar toneel
gegaan omdat deze leerlingen dit met hun ouders niet doen. Ook sportdagen worden meerdere
keren per jaar gepland omdat vele kansarme kinderen, en zeker de meisjes, geen sport beoefenen en
weinig bewegen in hun vrije tijd. Uiteraard kan dit allemaal niet betaald worden met de
maximumfactuur van €75. De school betaalt steeds het busvervoer en draagt een deel kosten van al
deze uitstappen.
Een ander voorbeeld is het verlagen van drempels. Als school kan je de weg naar de jeugdbeweging,
de kinderwerking, de sportvereniging vergemakkelijken door in te staan voor het vervoer. Één van de
Informatieve nieuwsbrief voor onderwijsprofessionals | Scholengroep 14
iCare | juni 2015 8
2 scholen zorgt dagelijks dat leerlingen naschools door de schoolbus worden afgezet bij de
kinderwerking of de sportclub. Dit wordt niet aangerekend aan de ouders, maar de kosten worden
nogmaals gedragen door de school.
Taal en denktaal
Van de jongeren uit een gezin waar de meerderheid thuis een andere taal dan het Nederlands
hanteert, verlaat 25 procent de school zonder kwalificatie. Uit Nederlandssprekende gezinnen is dat
maar 8 procent.
In beide basisscholen lijden de leerlingen onder taalarmoede. Zij kennen weinig woorden, zowel in
hun moedertaal als in het Nederlands. Maar vooral de begrippen die belangrijk zijn in het leerproces
zijn hen onbekend. In wiskunde bijvoorbeeld kan je niet vooruit als je niet exact weet wat het
betekent ‘meer dan, minder dan, hoger, lager, voor, achter, op, onder...’. Kinderen vatten deze
begrippen door ze te ervaren en tegelijkertijd te benoemen in vele situaties. ‘Ik kruip op de tafel,
onder de tafel, voor de stoel, achter de stoel...’ Zelf ervaringen opdoen en terwijl de dingen
benoemen die je doet. Die begripsvulling is cruciaal in de ontwikkeling van de denktaal. Het
taalbeleid staat daarom centraal in heel de schoolwerking. Hoe versterk je constant de taal en
denktaal bij je leerlingen ? Dit vergt een doordacht taalbeleid van in de 1ste kleuterklas tot het 6de
leerjaar. Zonder specifieke bijscholing naar heel het schoolteam lukt dit niet. Maar het prijskaartje
van dergelijke professionalisering overstijgt ruimschoots het navormingsbudget van de school.
Concentratie
Kinderen in armoede leven in een beperkte wereld. Vaak zijn ze klein gehuisvest en hebben ze
binnen weinig speelruimte. Buiten spelen ze op straat maar zonder leiding en zonder doelgerichte
opdrachten. In een jeugdbeweging, een sportclub, een tekenacademie leer je te werken aan een
opdracht, samen te zoeken naar oplossingen, een plan op te stellen en te realiseren. Stuk voor stuk
erg belangrijke vaardigheden om succesvol je schoolopdrachten te maken. Hoe leer je deze
vaardigheden aan bij je leerlingen?
Het uitbouwen van een schaakproject is hier een mooi
voorbeeld. Iemand van de schaakacademie leert de
leerlingen van het 2de, 3de en 4de leerjaar klassikaal
schaken met behulp van grote schaakborden, boekjes en
software. De leerkrachten volgen de lessen mee om ze
nadien zelf te kunnen geven. Schaken is een spel en dat
boeit kinderen. Al spelend leren ze gericht observeren,
vooruit denken, een strategie bepalen. Stuk voor stuk
cruciale vaardigheden om een succesvolle
schoolloopbaan uit te bouwen. En de leerlingen die het
schaken goed onder de knie hebben vertegenwoordigen de school in het schaaktornooi . Dit is een
fantastische gebeurtenis. Maar de leerkracht van de schaakacademie moet natuurlijk vergoed
worden.
Informatieve nieuwsbrief voor onderwijsprofessionals | Scholengroep 14
iCare | juni 2015 9
Positief zelfbeeld
Kansarme leerlingen verwerven door hun context minder succes op school. Taalarmoede en gebrek
aan concentratie spelen hen hier parten. En als het niet goed lukt op school –je kan niet volgen in de
les, je verstaat de opdrachten niet, je faalt – dan word je onzeker. Je begint te twijfelen aan je eigen
capaciteiten. In beide scholen focust men daarom op de talenten van de leerlingen. ‘Wat kan je wel
goed?’ is een constante vraag voor heel het schoolteam. Wat goed lukt wordt benoemd in de
agenda, op het rapport, in de klaswerking. Iedere maand
staat één talent in de kijker, bijvoorbeeld ‘natuurknap’ en
verkennen de leerlingen dit talent.
Een prachtige werking waardoor kinderen zelfzeker
worden. Maar de aanschaf van specifieke agenda’s voor de
leerlingen en het bijhorende materiaal kost weer geld. Rond
het thema natuurtalent richt één van beide scholen nu de
speelplaats in als een natuurpark. Kinderen kunnen spelen
met zand en water. Ze kunnen tuinieren en knutselen aan
vogelhuisjes en insectenhotels. Het schoolteam nam deze
beslissing omdat ze zien hoeveel van hun leerlingen erg lijden onder stress. Dit is een specifiek gevolg
van leven in armoede. Deze kinderen leven onder voortdurende stress om te voldoen op school en te
overleven met het gezin. Negatieve ervaringen leiden tot stress en de natuur brengt rust. Maar zo
een natuurpark kost natuurlijk ook weer veel geld. En scholen met kansarme ouders kunnen veel
minder terugvallen op goedwerkende vriendenkringen of zelfstandige ouders die sponsoren.
Ouders
Beide scholen betrekken de ouders zeer nauw bij de begeleiding van hun kind op school. En dit is
terecht. Want uit onderzoek weten we dat leerlingen naar sterke of minder sterke richtingen in het
secundair onderwijs georiënteerd worden op basis van 2 criteria: goede leerprestaties en een
positieve studiehouding. En ouders spelen hierin een cruciale rol bij hun kind.
De ene school organiseert ‘doorbreekmomenten’ met de ouders. ‘Hoe leer ik mijn kind begeleiden in
zijn schoolloopbaan?’ is het uitgangspunt. In ieder leerjaar wordt dit thema anders ingevuld,
aansluitend bij de specifieke leeropdrachten zoals leren lezen en tellen, de tafels van
vermenigvuldiging leren, de klok leren lezen, Frans leren...Het is voor kansarme ouders een opdracht
om deze sessies te volgen omdat schoolse leerstof en begeleidingsvaardigheden hen vreemd zijn.
Toch is 95% van de ouders aanwezig op deze vormingen omdat de school dit zeer gezinsvriendelijk
aanpakt. De interculturele CLB-medewerker is aanwezig om te tolken, er is een kinderverzorgster om
de baby’s en peuters op te vangen en de ouders krijgen een ontbijt. Dat ontbijt en die
kinderverzorgster moeten natuurlijk ook weer betaald worden.
De andere school organiseert in samenwerking met schoolopbouwwerk een cursus ‘spel en
speelgoed’ voor de ouders. De school zorgt iedere sessie voor opvang van de kleine kindjes, want
anders lukt het niet voor de ouders. En hier hangt weer een prijskaartje aan.
Informatieve nieuwsbrief voor onderwijsprofessionals | Scholengroep 14
iCare | juni 2015 10
Recht op onderwijs
In het M-decreet (decreet van maart 2014, dat meer inclusie in het onderwijs vooropstelt, ‘M’ staat
voor maatregelen voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften) staat “Als een kind niet
meekan op school dan is de belangrijkste vraag : wat heeft dit kind nodig om te leren? Met die vraag
gaan lerarenteams aan de slag. Dat is het uitgangspunt van het M-decreet. Het onderwijs mag zich
niet blindstaren op de vraag : wat is er mis met dit kind? Het antwoord op de noden van de leerling
ligt in de eerste plaats in het gewoon onderwijs. Elke gewone school moet een doorgedreven
zorgbeleid uitbouwen en zoeken naar redelijke aanpassingen. Als dat niet genoeg helpt, dan kan het
kind naar het buitengewoon onderwijs... Het CLB zal eerst bekijken of alle mogelijke maatregelen
werden genomen in de gewone school alvorens te verwijzen naar het buitengewoon onderwijs.
Doorverwijzen naar een buitengewone school louter op basis van de sociale achtergrond van een kind
(kansarm, anderstalig gezin) kan niet.”
Beide basisscholen passen het M-decreet zeer expliciet toe. Maar dan moet je hen ook de
werkingsmiddelen blijven geven die ze broodnodig hebben. Enerzijds het
M-decreet uitschrijven zoals hierboven en anderzijds snoeien in de
werkingsmiddelen van kansarme scholen is geen eerlijk beleid. Je neemt
de kansarme kinderen in de maling. Deze kinderen horen niet thuis in het
buitengewoon onderwijs. Maar ze hebben wel bijzondere noden om tot
ontwikkeling te kunnen komen.
Ieder kind wil leren. Maar het kiest niet in welk gezin het geboren wordt.
De vraag is of de Vlaamse overheid ook de extra ondersteuning geeft
opdat elk kind kan leren. Met de afschaffing van de extra
werkingsmiddelen blijven deze kinderen verstoken van hun recht op
aangepast onderwijs. Van de jongeren die het secundair onderwijs zonder diploma verlaten, heeft
één op drie zelfs geen getuigschrift van het basisonderwijs behaald. Dat betekent dat jaarlijks zo'n
2.500 jongeren, onder wie vooral kansarme kinderen van vreemde origine, zonder enige kwalificatie
op de arbeidsmarkt terechtkomen (onderzoek van het Steunpunt Studie- en Schoolloopbanen).
Marijke Luykx
Terug naar inhoud
Informatieve nieuwsbrief voor onderwijsprofessionals | Scholengroep 14
iCare | juni 2015 11
4 EXECUTIEVE FUNCTIES – ZELFSTURING: HET
LUCHTVERKEERSCENTRUM VAN DE HERSENEN.
Coördinatie Ann Biliris
Wat?
Net zoals de controletoren in het luchtverkeer rekening moet houden met verschillende vliegtuigen,
op verschillende start- en landingsbanen, met een zeer strikte timing enzovoort, zo moet een kind
kunnen omgaan met het verwerken van veel informatie en afleidingen.
Jonge kinderen maken een spectaculaire ontwikkeling door en aan de basis van alles wat ze leren,
alles wat ze doen, staan de executieve functies oftewel zelfsturing. Zelfsturing gaat over doelgericht
en sociaal gedrag. Je ziet op dit vlak enorm grote verschillen tussen jonge kinderen.
De laatste jaren is het inzicht gegroeid dat naast het aanleren van academische vaardigheden (taal
leren, tellen, voorbereidend rekenen, …) het heel belangrijk is aandacht te besteden aan de
zogenaamde “leergerelateerde vaardigheden”. Het gaat dan over het goed in staat zijn om je
aandacht ergens bij te houden (werkgeheugen), je impulsen te kunnen beheersen (inhibitie en
impulscontrole), het goed kunnen wisselen
tussen verschillende taken als dat gevraagd
wordt (cognitieve flexibiliteit).
Met andere woorden, als kinderen -maar ook
volwassenen- vaardigheden aanleren, wordt
dit proces als het ware bestuurd door een
aantal functies zoals het vermogen om dingen
te onthouden, het vermogen om bepaald
gedrag niet te vertonen of het vermogen om
van strategie te veranderen en flexibel te zijn. Deze drie vaardigheden (werkgeheugen, inhibitie en
flexibiliteit) zijn eigenlijk de belangrijkste executieve functies.
Enkele voorbeelden ter verduidelijking:
- In een klas- of schoolsituatie moet je kunnen wisselen tussen verschillende contexten of
taken (cognitieve flexibiliteit), denk bijvoorbeeld bij rekenen aan een werkblad met plus en
min oefeningen, kinderen die moeite hebben met die cognitieve flexibiliteit maken dan
foutjes omdat ze moeite hebben met het schakelen van de ene regel naar de andere.
- Denk ook aan de overgang van speel- naar klastijd. Op de speelplaats is het gepast dat je
lawaai maakt, rondrent en dergelijke, eens terug in de klas echter, wordt dat gedrag niet
meer aanvaard en als storend beschouwd.
- Ook kan het belangrijk zijn om bij het uitvoeren van een taak, bepaald gedrag niet te
vertonen (inhibitie), bijvoorbeeld: een kleuter ziet iets interessants in de poppenhoek terwijl
Informatieve nieuwsbrief voor onderwijsprofessionals | Scholengroep 14
iCare | juni 2015 12
hij aan de tafel een werkje aan het maken is. Het is dan essentieel dat hij zich voldoende kan
afsluiten van deze externe prikkels om zich te concentreren op zijn taak.
Belang?
Van kinderen die deze vaardigheden beheersen en dus een goede zelfsturing hebben, kan je
verwachten dat ze het ook beter doen op school. Als kinderen zichzelf goed kunnen sturen, heeft dit
een positieve invloed op zowel het cognitief, als het sociaal-emotioneel functioneren.
Als de executieve functies van leerlingen goed ontwikkeld zijn, kunnen ze beter ‘bij de les blijven’,
laten ze zich minder afleiden door allerlei prikkels en zijn ze in staat hun werk beter te plannen.
Hoe kan je eraan werken?
Belangrijk: executieve functies (EF) kan je trainen. Hoe meer je dit traint, hoe beter zelfsturing zich
kan ontwikkelen. Door te trainen worden de verbindingen in je hersenen steeds sterker.
Zelfsturing ontwikkelen is niet hetzelfde als disciplineren of drillen. Het gaat niet om discipline,
structurering en het bijbrengen van gehoorzaamheid. Het gaat om aansturing door het kind zelf en
inzicht in eigen handelen, zodat het kind eigenaar wordt van zijn gedrag als een kleine kapitein die
zelf het roer in handen neemt en richting geeft aan zijn handelen. De leerkracht stuurt met als doel
de kinderen zichzelf te leren sturen.
In het dagdagelijkse aanbod voor kleuters zitten veel aanknopingspunten om te werken aan
zelfsturing/EF, het is belangrijk dat kleuterleid(st)ers zich daar bewust van zijn en er ook doelgericht
aan werken.
Enkele concrete voorbeelden:
In elke kleuterklas wordt dagelijks gedanst of bewogen. Als we
hiernaar kijken met onze zelfsturingsbril dan kunnen we die activiteit
zo opbouwen dat we de executieve functies trainen:
We spreken af (planning) dat we dansen op muziek, dat we even een
plaat tonen van een bepaalde lichaamshouding (geheugen) en dat
de kleuters die houding moeten aannemen als de muziek stopt
(geheugen, inhibitie), als de muziek verder gaat wordt er weer
gedanst (cognitieve flexibiliteit).
Zo biedt ook rollenspel veel mogelijkheden om daar rond aan de slag
te gaan. Nog te vaak gaan de hoeken in de klas open, zonder dat er
nagedacht wordt over spelscenario’s en rolverdeling.
Als we op voorhand met de kleuters gaan bespreken wat we gaan
Informatieve nieuwsbrief voor onderwijsprofessionals | Scholengroep 14
iCare | juni 2015 13
doen/plannen, dit kort op papier tekenen, de rollen verdelen en bespreken wat elke rol inhoudt en
daarnaast ook af en toe eens afchecken of de kinderen zich aan hun plan en rolverdeling houden,
dan zijn we heel erg aan het werken rond die executieve functies.
Niet alle kinderen staan even ver op het gebied van zelfsturing en we kunnen daar als leerkracht ook
stap voor stap aan werken door ondersteuning aan te bieden en die steuntjes één voor één af te
bouwen over een aanzienlijke periode (verwacht geen te snelle resultaten, geef de hulpmiddelen een
kans).
Bvb: Mike kan niet stilzitten in de praatronde op de
bank. Er wordt nagedacht of we geen steunmiddelen
kunnen installeren. Mike krijgt een vaste plaats (in zijn
lievelingskleur), hij krijgt 2 vaste buurkinderen die hem
hierbij helpen, eventueel zijn handjes vasthouden en hij
mag zijn lievelingsknuffel op zijn schoot houden. Met
al die hulpmiddelen lijkt er na een week verbetering in
te komen. Na 2 weken beslissen we om de handjes los
te laten. Na 3 weken heeft hij geen vaste buren meer.
Na 4 weken doen we het zonder knuffel op de schoot.
Dit blijkt echter moeilijk en er wordt besloten om dit
terug te draaien. Na 5 weken mag hij af en toe op een
andere plaats zitten. Uiteindelijk lukt het om rustig in de praatronde mee te luisteren en de juf
merkt dat hij na verloop van tijd zijn knuffel vergeet mee te nemen in de praatronde.
Meer weten?
Website “Meer zin in onderwijs” via de website van het CLB. Je hebt een inlogcode nodig.
Contacteer hiervoor je zorgcoördinator, je leerlingenbegeleider of Ann Biliris (ann.biliris@clb-genk-
maasland.be)
Prezi executieve funties: http://prezi.com/1tqpxlmkxnjc/kleine-kapitein/
Youtube, onder andere:
o Executieve functies – filmpje Harvard: www.youtube.com/watch?v=efCq_vHUMqs
o Kleine Kapitein: https://www.youtube.com/watch?v=fNu48TM-170
Boek: Executieve functies versterken op school (Joyce Cooper-Kahn, Margaret Foster). Aanwezig in
de CLB-orthotheek IDnr: 02.00.00/008
Lees zeker ook het volgende waargebeurde verhaal neergeschreven door een kleuterjuf.
Noot: Hoewel zelfsturing en executieve functies niet volledig hetzelfde zijn, worden de begrippen hier door elkaar gebruikt.
Terug naar inhoud
Informatieve nieuwsbrief voor onderwijsprofessionals | Scholengroep 14
iCare | juni 2015 14
Naar aanleiding van het memorandum voor Jonge Kind (Nederland) verscheen onderstaand verhaal
op de website http://wegwijs.in/kleuteronderwijs/
Natuurlijk is de situatie in het Vlaams onderwijs geen copy-paste van de onderwijssituatie in
Nederland. Ik denk echter dat dit voor velen onder ons ook herkenbaar is...
Veel leesplezier...
Mag ik even jullie aandacht voor een waargebeurd verhaal?
Op een zonnige ochtend zijn mijn kleuters lekker aan het
buitenspelen.
Twee jongetjes liggen op hun rug in het gras en spelen met
lieveheersbeestjes.
Ze laten de beestjes onder hun shirt door over hun armen
lopen, er worden stippen en pootjes geteld en af en toe delen
zij hun ervaringen ook met mij. Ik mag voelen hoe de pootjes
kriebelen als ze over mijn huid lopen.
Het fascineert me dat zij zich, binnen die wirwar van rennende,
fietsende en schreeuwende kinderen, in hun eigen cocon
bevinden en daar volledig opgaan in hun bezigheden. Ze
genieten en een half uur wordt gevuld met intensief onderzoek.
Als het tijd wordt om naar binnen te gaan om fruit te eten, geef ik hen een teken. Ik vertel hen dat ze
de beestjes terug moeten gaan zetten in het beukenhaagje, omdat ze misschien wel honger hebben
gekregen en dat de mama misschien ook wel een beetje ongerust is geworden omdat ze zo lang
samen gespeeld hebben. Het tweetal zet de beestjes heel behoedzaam terug en ik hoor één van de
twee vervolgens een beetje verontschuldigend roepen: “Ze zijn er weer hoor!”. Mijn hart maakt een
sprongetje van blijdschap aangezien die opmerking blijk geeft van inlevingsvermogen. Later in de rij
meldt datzelfde jongetje mij ook nog even dat hij iets tegen die mama heeft gezegd en ik vertel hem
dat hij dat goed gedaan heeft en dat ik heel trots op hem ben.
Met een meelopende stagiaire deel ik mijn enthousiasme door haar te wijzen op de projectie van het
eigen leven van het ventje op dat van de lieveheersbeestjes en dat ik dat zo’n fijn onderdeel van mijn
vak vind.
Zij reageert met: “Ja, maar op de Pabo leren we eigenlijk dat buitenspelen vooral is bedoeld om de
grove motoriek te ontwikkelen”
Ik vertel haar -een beetje vinnig, helaas- dat ze op de Pabo niet meer leren om naar kinderen te
kijken en dat dat wel blijkt uit het feit dat zij voornamelijk heeft zitten letten op wat er níét
gebeurde.
Daardoor blijkt ze zich niet echt bewust te zijn van wat er wél gebeurt.
Heeft ze enig idee wat er vandaag allemaal bij dat duo is ontwikkeld?
Ik vertel haar over de natuurbeleving, de fijne motoriek, de tastzin (voorzichtigheid is geboden,
anders knijp je zo’n diertje dood), het tellen, de ontwikkeling van de waarneming, de sociale
interactie via het luisteren naar elkaar, het respect van de kinderen voor wat leeft en dat ik van zo’n
Informatieve nieuwsbrief voor onderwijsprofessionals | Scholengroep 14
iCare | juni 2015 15
proces heel blij wordt omdat deze kinderen vanuit hun verwondering niet snel iets kapot zullen
maken in de natuur.
“Wow, dank je wel”, zegt ze.
Ik leg haar uit dat ik vind dat dit precies illustreert wat er mis is in het huidige kleuteronderwijs. We
zijn te veel bezig met kijken naar wat een kind nog niet kan en trachten dat zo snel mogelijk aan te
leren. Door die ontwikkelingshaast wordt voorbijgegaan aan de talloze mogelijkheden die door het
kind en zijn omgeving
worden aangereikt (dat
aanreiken zou in deze
context met een lange ij
moeten worden
gespeld). Daardoor mis je
een hoop kansen en
geven we afgeroomd
onderwijs. Het
kleuteronderwijs vormt
het fundament van de ontwikkeling van het bewustzijn die begint bij de peuter en die na een lange
school-leer-loopbaan waardige volwassenen aflevert. Door dat fundament te versmallen tot platte
letters en cijfers ontneem je de kinderen de mogelijkheid uit te groeien tot uitgebalanceerde
volwassenen.
Niemand kan precies bepalen hoe het toekomstige onderwijs eruit moet zien, en welke kennis nog
van belang zal blijken te zijn, nu de ontwikkelingen zo razendsnel gaan.
Want wie had een aantal jaren geleden kunnen verwachten dat het internet zulke vormen aan zou
nemen of dat er zelfrijdende auto’s zouden worden ontwikkeld?
Het moge echter duidelijk zijn dat expressie, creativiteit, oplossingsgericht denken, sociale
vaardigheden als samenwerking en respect, van alle tijden zijn en moeten blijven.
We hebben niks aan een competitieve ik-maatschappij, want we hebben elkaar hard nodig om onze
samenleving menswaardig en leefbaar te houden.
Om die reden ben ik ontzettend blij met dit memorandum dat een pleidooi is voor het ontwikkelen
van de totale mens in plaats van het behalen van cognitieve leerdoelen die over een aantal jaren
misschien hun betekenis verloren hebben.
De mens die in zijn totale wezen is ontwikkeld, blijkt over de veerkracht te kunnen beschikken om
veranderingen in het maatschappelijk leven te aanvaarden, in te bouwen en op waarde te schatten.
Door de kennis van het oude kleuteronderwijs te combineren met de mogelijkheden van nu moeten
we dit samen kunnen realiseren.
Moge dit memorandum daartoe de aanzet zijn.
Erica Ritzema, 9 februari 2015.
Terug naar inhoud
Informatieve nieuwsbrief voor onderwijsprofessionals | Scholengroep 14
iCare | juni 2015 16
5 GO! KLIMAATSCHOOL BREE
Binnen het onderwijs geraken we als leerkracht en
directie vaak vastgeroest in de eigen visie en missie van
de school. Toch is het interessant om met het oog op bevestiging en vernieuwing even de
mogelijkheid te hebben om eens bij de buren te kijken. Die kans willen we bieden door in deze iCare
ruimte te voorzien om je eigen school even voor te stellen. De spits wordt afgebeten door de
Klimaatschool.
De werking van de klimaatschool berust op 2 grote pijlers. ‘Natuurlijk leren’ en ‘wereldburgerschap’.
Hoe we dit realiseren wordt verduidelijkt in onderstaande tekst.
5.1 Natuurlijk leren
De school creëert omstandigheden waarin veel interacties mogelijk zijn (het sociale aspect van leren).
Het kind moet zich goed voelen om tot zelfexpressie te komen.
Er is nood aan sociale aanvaarding om het welbevinden op peil te houden, anders wordt leren
moeilijk.
Sociale omgang op een respectvolle manier is een voorwaarde om tot leren te komen.
Wist je dat… je veel van jouw leerlingen kan leren? De beste bron van informatie over jouw manier van lesgeven zijn jouw leerlingen zelf. Zij kunnen jou een schat aan zinvolle tips bieden om jouw aanpak bij te schaven. Jouw leerlingen moeten hiertoe wel aan het woord kunnen komen en vrijuit kunnen spreken over hoe ze jouw lessen ervaren. Dit kan bijvoorbeeld aan de hand van een semestriële, gestructureerde en anonieme bevraging. Probeer het eens! Door hun mening ter harte te nemen, voelen jouw leerlingen zich serieus genomen en sleutel je verder aan jouw ontwikkeling als leerkracht! Wil je het eens uitproberen? Via Ann Biliris (smartschool of [email protected]) kan je de bevraging voor het secundair onderwijs bekomen.
Informatieve nieuwsbrief voor onderwijsprofessionals | Scholengroep 14
iCare | juni 2015 17
Leersituaties die zo écht mogelijk zijn (leren in de context).
a. Aanleg van onze tuin
Om leren binnen een natuurlijke omgeving mogelijk te maken werd er gekozen voor de aanleg van
een klimaattuin. Een combinatie van ervaringsgericht leren en ontspanningsmogelijkheden. De
aanleg en het onderhoud van deze tuin zijn het werk van het hele team op vrijwillige basis en een
werkgroep in het bijzonder die de coördinatie op zich neemt.
b. Samenwerken met partners
Om leren actueel te houden is het nodig beroep te doen op externen. Er wordt zoveel mogelijk
ingeschreven op bezoeken en workshops die kosteloos of aan betaalbare prijzen ingericht worden.
c. Werkvormen
De werkvormen die door de leerkrachten toegepast worden vragen zelfstandigheid van de leerlingen
omdat er in graden gewerkt wordt. Zelfstandigheid die eerder niet van hen gevraagd werd. Ook
werkvormen waarin onderling overleg nodig is om sociale vaardigheden te trainen. Ook werkvormen
die aansluiten bij het leren van kinderen. Zoals experimenteren en exploreren.
Leersituaties waarin leerlingen kunnen beschikken over de ‘kennisrijkdom’ die in de huidige maatschappij aanwezig is.
d. Innovatief leren
Omgaan met nieuwe media oefent vaardigheden die belangrijk zijn om je weg in een veranderende
wereld te vinden. Leerlingen leren omgaan met de waarde van oude en nieuwe informatiebronnen
en hun juistheid. Mediawijsheid is een belangrijk onderdeel.
5.2 Wereldburgerschap
a. Projectmatig werken
Dit vraagt inzet van de leerkrachten om zelf thema’s uit te werken die jaarlijks terugkomen maar die
wel actueel blijven. Deze thema’s staan in het teken van wereldburgerschap en zijn verbonden aan
een werelddag die valt in de periode dat het project uitgevoerd wordt. Bij elke themadag benoem ik
telkens de link met onze klimaatschool.
Wereldvoedseldag: 16 oktober
Voedselverspilling aanpakken kan de CO2 uitstoot met
10% verminderen.*
Vlees en melkproducten zijn de grootste verborgen
bronnen van broeikasgassen. De veehouderij is
verantwoordelijk voor 18 procent van alle
broeikasgasuitstoot.
* voedselproductie zorgt voor 30% van de CO2 uitstoot wereldwijd
Informatieve nieuwsbrief voor onderwijsprofessionals | Scholengroep 14
iCare | juni 2015 18
Zero afval: 25 november
Het ongereguleerd verbranden van afval is veel vervuilender dan de officiële cijfers doen vermoeden.
Amerikaans onderzoek schat dat wereldwijd meer dan 40 procent van het afval wordt verbrand.
Daarbij komen stoffen vrij die bijzonder schadelijk zijn voor de volksgezondheid en het klimaat.
Dikke truien dag: 13 februari
Eerst het goede nieuws: we kunnen iets doen aan de opwarming
van de aarde. Als iedereen samenwerkt – regeringen, industrie,
mensen over de hele wereld – kunnen we de temperatuurstijging
onder de 2 graden krijgen. Het slechte nieuws is dat als we
doorgaan zoals nu, de gemiddelde temperatuur op aarde deze
eeuw wel zo’n 5 graden kan stijgen.
Wereldwaterdag: 20 maart
1,5 miljard mensen moeten meer dan een kilometer stappen naar de dichtstbijzijnde waterbron. 2,6
miljard mensen hebben geen toegang tot basissanitatie. Zo sterven jaarlijks 5 miljoen mensen door
besmet water. Solidair zijn met het Zuiden voor water, is belangrijk omwille van verschillende
redenen:
nadenken over solidariteit, gemeenschappelijk goed en respect;
geen water verspillen en zo de druk op ondergrondse watervoorraden verlichten;
de eventuele lekken op school opsporen en zo de waterfactuur verlagen.
Dag van de aarde: 29 april
Naast meer natuur, is het ook belangrijk dat kinderen en
jongeren meer de natuur opzoeken. Daarom moeten we
een evenwicht vinden tussen enerzijds de natuur haar gang
laten gaan en anderzijds kinderen de ruimte bieden om de
natuur in te trekken. Intensieve natuurervaringen in de
kinderenjaren zorgen er voor dat mensen ook later meer in
harmonie met de natuur leven. Dit zorgt voor een positief
effect op het klimaat en de klimaatverandering. Met ons
aanbod rond natuur en biodiversiteit willen we hieraan werken.
Informatieve nieuwsbrief voor onderwijsprofessionals | Scholengroep 14
iCare | juni 2015 19
b. Pluimpjesdagen
We vragen van leerlingen respect voor elkaar en de wereld, om zich tot goede wereldburgers te
ontwikkelen. Dit willen we op een positieve manier bekrachtigen en daardoor ook ouders meenemen
in dit verhaal. We sluiten 3 periodes per jaar (voor de kerstvakantie, paasvakantie en grote vakantie)
af met een samenkomst waarbij de leerlingen die zich aan de regels gehouden hebben beloond
worden met een pluimpje en een kaartje met daarop: “jij verdient een pluim”. Op deze manier
stimuleren we en vestigen de aandacht op respectvol gedrag wat leefbaarheid binnen een groep
bevordert.
Waarschijnlijk zijn heel veel dingen herkenbaar voor de meesten . Willen jullie ook laten weten hoe
jullie onderwijs in jullie school realiseren? Laat het ons dan weten via [email protected].
Carine Schepers
Terug naar inhoud
Wist je dat… zwijgen als leerkracht goud is? Een rapportbespreking is een uitstekende kans om jouw band met leerlingen te versterken. Op zo’n ogenblik krijgen leerlingen individuele aandacht: je bent er voor hen alleen. Leerlingen kunnen aan het woord komen en hun gevoelens delen, hun mening geven. Maar daartoe is het wel nodig dat je zwijgt. Maar ook: dat je de ouders van leerlingen vraagt om even te zwijgen en hun beurt af te wachten. Laat leerlingen zelf vertellen hoe ze zich voelen op school, wat ze van hun cijfers vinden, of ze iets willen doen aan de zaken die stroef lopen. Je zult zien dat je veel van hen leert! Als je zelf al te snel jouw mening geeft, dan dreig je naast elkaar te praten. Een gemiste kans.
Informatieve nieuwsbrief voor onderwijsprofessionals | Scholengroep 14
iCare | juni 2015 20
6 REDACTIE
Terug naar inhoud
Ann Biliris is CLB-coördinator van de maatschappelijke discipline en van de werking doorstroming en breed evalueren.
089/36 57 90 @ [email protected]
Pieter Bevers is CLB-coördinator van het forum leerlingenbegeleiders secundair onderwijs en van het ADHD-netwerk Genk. Anne Franken is CLB-coördinator van het gezondheidsbeleid op school (GOS), van de orthotheek en het strategisch plan van de medische discipline.
089/36 57 97 @ [email protected] 089/36 57 91 @ [email protected]
Joke Hendrickx is directeur van CLB GO! Genk-Maasland en lid van de adviescommissie PedaGO!gie.
089/36 57 90 @ [email protected]
Carine Schepers is directeur van BS Klimaatschool te Bree en lid van de adviescommissie PeDaGO!gie.
089/47 13 86 @ [email protected]