Post on 06-Jun-2020
Kaat De Muynck
Katholieke universiteit Leuven
2017-2018
Samenvatting Sociale demografie
Samenvatting Sociale Demografie KUL 2017-2018
1
Inhoud1 Demografie: inleiding, geschiedenis en definitie..............................................................................
1.1 Inleiding....................................................................................................................................
1.2 Ontstaan er aard van demografie.............................................................................................
1.2.1 Geschiedenis en definitie..................................................................................................
1.2.2 Graunt, Malthus en Quetelet............................................................................................
1.3 Wat is demografie?...................................................................................................................
1.4 Bomen in het demografische bos..............................................................................................
1.5 Demografie en Sociologie.........................................................................................................
2 Bevolkingsomvang en evolutie..........................................................................................................
2.1 Concepten en methoden..........................................................................................................
2.1.1 Bevolking Algemene definitie = verzameling van eenheden die aan een bepaald criterium voldoen................................................................................................................
2.1.2 De Fundamentele demografische vergelijking..................................................................
2.1.3 Staat en loop van de bevolking.........................................................................................
2.1.4 Basisstructuur van demografisch cijferwerk......................................................................
2.1.5 Persoonsjaren en risicobevolking......................................................................................
2.1.6 Demografische basiscijfers..............................................................................................
2.1.7 Schatting van het aantal persoonsjaren..........................................................................
2.1.8 Het instant en gemiddelde groeicijfer + de verdubbeltijd...............................................
2.2 De Evolutie van de wereldbevolking.......................................................................................
2.2.1 bevolkingsexplosie..........................................................................................................
2.2.2 Oorzaak van bevolkingsgroei: demografische transities.................................................
2.2.3 De gevolgen van bevolkingsgroei voor economie en leefmilieu......................................
3 Bevolkingsstructuur........................................................................................................................
3.1 De bevolkingspiramide en afgeleide.......................................................................................
3.1.1 Spiegel van verleden en toekomst..................................................................................
3.1.2 De geslachtsverhouding..................................................................................................
3.1.3 De ouderdom van de bevolking......................................................................................
3.2 De vergrijzing..........................................................................................................................
4 Nataliteit, vruchtbaarheid en reproductie......................................................................................
4.1 Begrippen................................................................................................................................
4.1.1 Vruchtbaarheid fertiliteit en steriliteit............................................................................
4.1.2 Geboortecategorieën......................................................................................................
4.2 Vruchtbaarheid meten............................................................................................................
4.2.1 Transversale vruchtbaarheidscijfers................................................................................
4.3 Directe determinanten van nataliteit en vruchtbaarheid........................................................
4.3.1 Nataliteit = bevolking x vruchtbaarheid..........................................................................
4.3.2 Directe determinanten van vruchtbaarheid....................................................................
4.3.3 De vruchtbaarheidstransitie............................................................................................
5 Mortaliteit.......................................................................................................................................
5.1 Begrippen en maten................................................................................................................
5.1.1 Leeftijdsspecifieke sterftecijfers......................................................................................
5.1.2 Zuigelingen- en kindersterfte..........................................................................................
Samenvatting Sociale Demografie KUL 2017-2018
1 Demografie: inleiding, geschiedenis en definitie
1.1 InleidingGaat over relatie tussen demografische en maatschappelijke fenomenen
- Soms demografie maatschappij- Soms maatschappij demografie- Vaak wisselwerking
Relatie tussen maatschappelijke en demografische fenomenen
1.2 Ontstaan er aard van demografie1.2.1 Geschiedenis en definitie
ACHILLE GUILLARD 1855
“Elements de statistique humaine, ou démographie comparée”
= Eerste vermelding van het woord demografie stelt demografie gelijk aan statistiek over mensen
Definitie Guillard’s expliciete definitie : “natuurlijke en sociale geschiedenis van de menselijke soort”
- Bij demografie spelen altijd sociale én biologische processen een rol
- Dominant kwantitatief1.2.2 Graunt, Malthus en Quetelet = de drie voorvaders
John Graunt formele demografieThomas R. Malthus theorie, politiekAdolphe Quetelet dataverzameling, statistiek
GRAUNT 1662
= Handelaar uit Londen, demografie (avant-la-lettre) als hobbyIn titel van zijn werk = de biologische en de maatschappelijke dimensies vertegenwoordigd
Natural and Political Observations Made upon the Bills of Mortality, 1662 “Natuurlijke en politieke waarnemingen vermeld in de volgende index en opgesteld over de sterftetafels, met verwijzing naar de regering, godsdienst, handel, groei, lucht, ziekten en verschillende veranderingen in deze stad”
Boek verleende Graunt (als niet-wetenschapper) toegang tot The Royal SocietyAdv wekelijkse overzichten van de overledenen => sterftetafels opgemaakt
vergelijking tussen geboorte en sterfte onderzoeken geslachtsverhouding
Cijfers waren niet correct maar de manier van redeneren + werkwijze werd methodologische belangrijk voor de demografie
2
Samenvatting Sociale Demografie KUL 2017-2018
Thomas R Malthus 1766-1834
Sombere economische toestand waar grote bevolkingsgroei als gevolg dalend sterftecijfer & stijgend geboortecijfer aanwezig was
Engeland werd import- ipv exportland met verslechterde voedsel situatieBeschreef onderlinge afhankelijkheid tussen demografische parameters en trekt daaruit conclusies: Aantal geboorten + sterftetafels aantal vrouwen op vruchtbare leeftijd
1798, “Essay on the Principle of Population”
- Reactie tegen het vooruitgangsoptimisme van de 18de-eeuwse verlichting (Godwin, Condorcet)
- Confronteert dat optimisme met sombere economie in Engeland eind 18de eeuw
- Vanuit invalshoek van sterke bevolkingsgroei en de Poor Laws
Tijd
Hoeveelheid
Bevolking
Voedsel
Malthus: bestaansmiddelen en bevolkingsgroei houden GEEN gelijke trendBevolkingsomvang = meetkundige regelsBestaansmiddelen = rekenkundige regels
Zorgt voor verschil tussen beide waaruit voedseltekort volgt Beperking van bevolkingsgroei is noodzakelijk
Dit kan op 2 manieren: 1. Toename sterfte = “positive checks on population growth”2. Beperking geboorte = “preventive checks on population growth”
Al te snelle bevolkingsgroei en dus sterfte door hongersnood en oorlog vermijden door MORAL RESTRAINT
3
Samenvatting Sociale Demografie KUL 2017-2018= Morele zelfbeheersing, tegen Poor Laws omdat ze deze niet bevattenBevolkingsgroei van Londen:
- In stad: meer sterfgevallen dan geboorten- Op platteland: meer geboorten dan sterfgevallen
“Londen groeit door immigratie”In de bevolking ongeveer evenveel mannen als vrouwen
“Christelijk verbod op polygamie is in overeenstemming met de natuurwet”
Vader van de FORMELE, ANALYTISCHE DEMOGRAFIE
GRAUNT VS MALTHUS
G = belang technische methodologisch vlakVooral statistische kanten + analyse onderlinge samenhangen zuiver demo
componenten
M = demografische theorievorming begint Politieke en economische dimensies in demografische analyses
Adolphe Quetelet 1796 – 1874
= Belg, astronoom, wiskundige; uitvinder van de BMIVader van
- Wetenschappelijke en gestandaardiseerde dataverzameling In België (de beste volkstellingen aller tijden werden door hem georganiseerd)Internationaal (oprichter International Statistical Institute)
- Statistiek toegepast op mensen (“physique sociale”)- Normale verdeling- “De gemiddelde mens”: zijn grootste vergissing
1.3 Wat is demografie? = de wetenschap die zich bezig houdt met de analyse van
Omvang, samenstelling en ruimtelijke spreiding van menselijke bevolkingenOorzaken en gevolgen van veranderingen in
• Vruchtbaarheid en geboorten• Sterfte (= “mortaliteit”)• Huwelijk en scheiding (=“nuptialiteit” en “divorcialiteit”)• Migratie
4
Samenvatting Sociale Demografie KUL 2017-2018Populaties = verzamelingen van mensen
- Tijd (transversaal, longitudinaal)- Ruimte
1.4 Bomen in het demografische bosDemografie = dé interdisciplinaire wetenschap (van antropologie tot biomedische wetenschappen)
- Zuivere, analytische, formele demografie= belang mathematische modellen + puurheid onderlinge samenhang demografische processen en bewegingenGEEN maatschappelijke context
- Ecologische demografie (biologen)- Sociale demografie (sociologen, economen, sociaal-geografen)
= Focus op maatschappelijke fenomenen - Historische demografie- Antropologische demografieHistorische en antropologische demografie = beide belang beschrijving demografische processen van uiteenlopende maatschappelijke contexten Variatie zowel in tijd als in ruimte bestuderen, grote overlapping
3 Belangrijke onderzoeksprojecten in demografische geschiedenis1. Fleury & Henry
= ontwikkeling standaardmethode om kerngezinnen te reconstrueren 2. Coale
= grootschalig onderzoek naar de daling vd vruchtbaarheid in Europa3. Laslett
= onderzoek naar omvang en structuur van huishoudens in de vroegmoderne periode
Antropologen en demografen => steeds meer in elkaars vaarwater D = wetenschappelijke vooruitgang adv kennis uit onderzoek
-> stilaan overtuigd belang cultuur , factoren zoals etniciteit/godsdienst/.. -> Traditioneel analyseren van populatieprocessen, adv gestandaardiseerde
data MAAR: vaak bevestigde conclusies wat al geweten was => dieper ondezoeken A = afstand van deze kennis wetenschapsopvatting
-> Interesse transformatie sociale systemen doorheen tijd, verhouding individueel gedrag en culturele evolutie
-> Belang demografisch homeostatische mechanisme + relatie tussen ecologische bestaansmiddelen en bevolkingsgroei
Ondanks invloeden in elkaars vaarwater blijft kloof nog groot!
5
Samenvatting Sociale Demografie KUL 2017-20181.5 Demografie en SociologieDemo = bestuderen populatiesSocio = bestuderen sociale systemen
Structurele koppeling tussen sociale systemen en populatiesLuhmann: volgen hun eigen logica en reproduceren zichzelf maar kunnen niet zonder elkaar bestaan Invloeden moeten/ kunnen in twee richtingen worden bekeken.
2 Bevolkingsomvang en evolutie
2.1 Concepten en methoden
2.1.1 Bevolking Algemene definitie = verzameling van eenheden die aan een bepaald criterium voldoen
Geografisch en historisch criterium, referentie naar bepaald tijdstip/ periode binnen bepaalde ruimtelijke afbakening
In praktijk een zeer ingewikkeld concept 1. Wettelijke bevolking = population de droit2. Feitelijke bevolking = population de fait
2.1.2 De Fundamentele demografische vergelijking Als bevolking : op 2 manieren binnen (geboren of immigratie) op 2 manieren buiten ( overlijden of emigratie)Migratie = sociale mobiliteit binnen sociale ruimte
FUNDAMENTELE DEMOGRAFISCHE VERGELIJKING:
N(T)= het aantal personen in leven in de populatie op tijdstip TN(0)= het aantal personen in leven in de populatie op begintijdstip 0B[0,T]= het aantal geboorten in de populatie tussen de tijdstippen 0 en TD[0,T] = het aantal overlijdens in de populatie tussen de tijdstippen 0 en TI[0,T] = het aantal immigraties tussen de tijdstippen 0 en TO[0,T] = het aantal emigraties tussen de tijdstippen 0 en T
Beschrijving van de bevolkingsomvang oiv 4 stromen tussen de tijdstippen T en O
Loop vd bevolking = omvat de natuurlijke en de migratoire component Natuurlijk saldo/ natuurlijke aangroei = verschil tussen geboorte en sterfteMigratiesaldo = verschil tussen emi- en immigraties
6
Samenvatting Sociale Demografie KUL 2017-2018! bijna altijd meetfouten aanwezig
Alle fouten zijn mogelijk Meer sterfte dan geboorte = negatief natuurlijke saldo/aangroei of natuurlijke krimpMeer geboorte dan sterfte = positief natuurlijk saldo/aangroei
2.1.3 Staat en loop van de bevolking De wereld van de demografie =
Omvang en samenstelling, beschrijving eigenschappen bestanden= STOCKBestanden zijn verzamelingen van individuen op bepaald
moment in de tijd aan bepaalde criteria voldoen Vier stromen = LOOP
telling van het aantal gebeurtenissen binnen bepaald tijdsinterval dat aan bepaalde criteria voldoet
Vandaar:- Stockstatistiek = schattingen van N(0) en N(T)- Lopende statistiek (cf. “de loop van de bevolking”)
Door deze 2: mogelijk om op elk moment de staat van de bevolking in kwestie op te maken Strak verband tussen beide => kenmerken van bestanden evolueren als gevolg van gebeurtenissen
De staat van de bevolking is dus het resultaat vd loop van die bevolking sinds de voorgaande staatLoop beïnvloed de staat en de staat beïnvloed de loopRelatie tussen stock en loop, cohorten en periodes: het Lexisdiagram:
7
Samenvatting Sociale Demografie KUL 2017-2018
2.1.4 Basisstructuur van demografisch cijferwerk Belang neutralisatie van demografische gebeurtenissen zodat populaties met elkaar kunnen worden vergeleken Basistechniek hiervoor = rates ( Des taux)
Met geboorte, sterfte, migratie of groeicijfer bedoelen demografen de respectievelijke rate
Noemer demografisch cijfer houdt rekening met twee factoren van de hoeveelheid blootstelling
1. Omvang vd bevolking2. Duur van blootstelling aan het risico op een gebeurtenis
Risico = neutrale kans op niet als gevaar op
2.1.5 Persoonsjaren en risicobevolking Binnen hoeveelheid blootstelling zijn er twee concepten
1. Persoonsjaren = aantal eenheden on een bevolking vermenigvuldigd met de duur in jaren waarmee ze aan een bepaald risico worden blootgesteld
2. Risicobevolking
8
Samenvatting Sociale Demografie KUL 2017-2018= ofwel het geheel van alle eenheden die op een bepaald moment aan een bepaald risico worden blootgesteld = ofwel geheel van alle persoonsjaren geobserveerd gedurende een bepaalde tijdspanne
Vb blootstelling risico emigratie 1 pers gedurende 2 jaar = hoeveelheid blootstelling v/e populatie van 2 personen gedurende 1 jaar
In beide gevallen is het aantal persoonsjaren 2 ! Reële populaties worden niet continu in het oog gehouden
2.1.6 Demografische basiscijfers Demografisch cijfer R:
- Teller = aantal gebeurtenissen E in bepaalde tijdspannen- Noemer = aantal persoonsjaren PY dat de populatie in die periode
aan de kans op die gebeurtenis werd blootgesteld
Kan op funda demo vergl worden toegepast= bekomen van 4 demografische basiscijfers (rates)
1. Bruto geboortecijfer CBR
2. Bruto sterftecijfer CDR
9
Samenvatting Sociale Demografie KUL 2017-2018
3. Bruto immigratiecijfer CRIM
= drukt niveau immigratie uit op doelbevolking in verhouding tot bestaande omvang van de bevolking Maw: geeft aan in welke mate de groei van de doelbevolking te wijten is aan immigratie
4. Bruto emigratiecijfer CROM
Concrete risicobevolking = iedereen die NIET tot onderzochte populatie behoort
Terwijl in noemer staan mensen die er WEL al toe behoren
Bruto groeicijfer:
- CGR v/e bevolking in bepaalde periode wordt bepaald door CBR,CDR,CRIM en CROM
- Uitgedrukt in procent/ promilleBRUTO NATUURLIJKE GROEICIJFER = CBR-CDRBRUTO MIGRATIEBALANS = CRIM - CROM Opmerkingen:
1. Belangrijk onderscheid maken tussen tijdseenheid waarin cijfers zijn uitgedrukt en tijdspanne waarop ze betrekking hebben
Deze twee hoeven niet dezelfde te zijn
10
Samenvatting Sociale Demografie KUL 2017-2018Democijfers meestal uitgedrukt op schaal van (persoons)jaren ook al hebben ze betrekking op een decennium
= rate per jaar, schaal is dus een jaar maar referentieperiode is een decennium 2. Constant demografisch groeicijfer stelt dat bevolking sneller en sneller gaat
groeien, maw exponentieel snel groeit Tegenstrijdigheid te zien bij besef demobasiscijfers relatief gedefinieerd zijn
Gerelateerd aan het aantal geleefde persoonsjaren en dus aan bestaande bevolkingsomvang
Belangrijk demografisch inzicht : Wanneer alle mensen zich in bepaalde populatie zich demografisch op zelfde manier blijven gedragen, dan zal die bevolking steeds sneller groeien/krimpen
Fundamenteel demografisch inzicht uit de theorie over "stable populations" = stabiel demografisch gedrag en stabiele demografische cijfers (bv. vruchbaarheid en sterfte) leidt potentieel tot explosieve demografische groei (cf. Malthus)2.1.7 Schatting van het aantal persoonsjaren Schatting in noemers veel moeilijker omdat we daarvoor exacte bevolkingsomvang op elk moment tussen T en O moeten kennen
2 methodes1. Methode van jaarmiddenbevolking
Wanneer referentie periode niet te lang is = T keer de bevolkingsomvang in het midden van de tijdspanne
2. Methode van gemiddelde bevolkingRekenkundig het gemiddelde berekenen van de bevolkingsomvang in het begin en einde van de referentie periode maal het gemiddelde met T
11
Samenvatting Sociale Demografie KUL 2017-2018
!! Bruto sterftecijfers,.. houden GEEN rekening met de bevolkingsstructuur wel met de bevolkingsomvang
leeftijd, geslacht en burgerlijke staat = belangrijk kenmerk voor demografische studie
2.1.8 Het instant en gemiddelde groeicijfer + de verdubbeltijd
Hoe lang duurt het eer een bevolkingsomvang dubbel (of half) zo groot zal zijn, gegeven een bepaald groeicijfer?
Niet bepaalbaar met CGRWel via het instant groeicijfer:
Onder bepaalde assumpties is het gemiddelde jaarlijkse groeicijfer gelijk aan het instant groeicijfer:
De verdubbelingstijd:
Als een bevolking op T jaar tijd verdubbelt, dan is N(T) / N(0) = 2 en dus:
Dit cijfer kan worden toegepast op de formules van constant groeicijfer of gemiddeld groeicijfer om T te berekenen:
verdubbelingstijd T = 0.693 / rOp analoge wijze kan, bijvoorbeeld, de verdriedubbelingstijd (T = 1.099 / r of de vertienvoudigingstijd berekend worden (T = 2.303 / r).
12
Samenvatting Sociale Demografie KUL 2017-2018Vb Gemiddelde groei wereldbevolkingStel: N(0) (ontstaan mensheid) = 2
Groeivoet wereldbevolking 2000-05: 0.0117Verdubbelingstijd = 0.693/r = 0.693/ 0.0117 = 59 jaarN(10 000)=1.E+53 = 108,124,222,464,339,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000,000
Groeivoet West-Europa 2000-05: 0.0026Verdubbeltijd = 0.693/0.0026 = 270 jaarN(10 000)= 1.E+13 = 14,164,885,749,776 = 14164 miljard (en 10 000 nog maar een tiende van 100 000)
Andersom gerekend: N(200000) = 7 miljard; N(0)=2 Dus gemiddelde groeivoet: 0.11 promille verdubbelingstijd: 0.693/0.00011: 6300 jaarImplicatie van constante groeivoet va, 0.00011:
DUS: Om duurzaam te (kunnen) zijn, kan bevolkingsgroei op termijn nooit veel van 0 afwijken
• Thomas R. Malthus kwam eind 18de eeuw ook al tot dat inzicht, in zijn Essay on the Principle of Population (1798): op termijn moet en zal bevolkingsgroei afgeremd worden Ofwel door toename van sterftecijfer Ofwel door afname van geboortecijfer Lokaal: migratie Niet toevallig eind 18de eeuw in Engeland…
2.2 De Evolutie van de wereldbevolking2.2.1 bevolkingsexplosie
Sinds mid 18e eeuw = spectaculair snelle bevolkingsgroei Demo geschiedenis van de mensheid kan in twee worden gesplitst:
1. Lange periode met trage bevolkingsgroei2. Zeer korte periode met snelle groei
13
Samenvatting Sociale Demografie KUL 2017-2018
Aziatische bevolking = de grootste, 2000 -> 60% vd wereldbevolking, zonder Aziatische republieken van de Sovjet UnieGroei verliep niet gelijkmatig
1750-1950: Europa + Amerika + Oceanië - relatief traag en langdurig- relatief beperkte intensiteit- Veel intenser, veel grootschaliger
1950-nu: Azië + Afrika + Latijns-Amerika - Veel intenser, veel grootschaliger
= populatie bombSnelle bevolkingsgroei gaat gepaard met grote ecologische en sociale problemenMaar na periode van groei of inkrimping zijn er twee mogelijkheden:
1. Demografische nulgroei Gelijke geboorte en sterfte cijfers
2. Demografische uitsterving Aanhoudend hogere mortaliteit dan vruchtbaarheid leidt tot
uitsterving
2.2.2 Oorzaak van bevolkingsgroei: demografische transities
Grondig en langdurig onevenwicht tussen geboorte- en sterftecijfers dat leidt tot een duurzaam grotere of kleinere bevolking
Demografische transitie is altijd tijdelijk want als het onevenwicht aanhoudt, dan zal de groei exponentieel versterken
Duurzame groei van de bevolking is enkel mogelijk dankzij verhogingen van de productiecapaciteit
14
Samenvatting Sociale Demografie KUL 2017-2018- door extensifiëring- door intensifiëring
Malthusiaanse visie:
A. De neolithische landbouwrevolutie Evolutie jacht- verzameleconomie naar directe productie van voedsel door landbouw en veeteelt
Agrarische revolutie maakte veranderingen mogelijk die neolithische demografische transitie wordt genoemd
jagers-verzamelaars landbouwers- Reproductieve cultuur jagers-verzamelaars: spacing- Rreproductieve cultuur landbouwers
betere voeding = verhoogde fertiliteit arbeidsintensieve economie = hoog kindertal wenselijk geen mobiliteitsprobleem
Landbouw was zeer intensief = meewerkende kinderen verhoogde productiviteit, bij veel kinderen kon men nieuwe gronden ontginnen
Onvermijdelijk = hoger sterfte cijfer (stijging verspreidingskansen ziekte in dichtbevolkte gebieden, kwetsbaarheid vd oogsten,..)
CRISISSTERFTE
B. Europese groei en krimp tijdens de middeleeuwen 7de-14de eeuw: geleidelijke bevolkingsgroei mogelijk dankzij hogere landbouwproductie door
- Expansie nieuwe landbouwgronden
15
Samenvatting Sociale Demografie KUL 2017-2018- Productiviteitsverhoging adv technologische vernieuwingen
Ijzeren ploeg Vooral drieslagstelsel
Na de sterke groeiperiode: algemene sterftecrisis in 14de eeuw; Zwarte Dood 1347-1351
Malthusiaanse crisis door overbevolking, voedselproductie kon geen stand houden Te sterke versnippering van landbouwgronden om in leven te kunnen blijven, Opbrengst nieuwe landbouwgronden daalde doordat er minder vruchtbare gronden waren ectMarxiaanse kritiek op Malthusiaanse visie: feodaliteit fnuikte maatschappelijke en technologische innovatie
C. De moderne demografische transitie Europa midden 18de eeuw
- crisis-sterfte minder frequent en minder intens- gemiddelde sterfteniveau daalt- het geboortecijfer daalt nog niet
Gevolg: steeds snellere bevolkingsgroeiVanaf einde 19de eeuw
- Verdere daling van sterfte- getrouwde koppels beginnen steeds sterker aan
geboortebeperking te doen; opkomst van het burgerlijke 2-kindgezin
Gevolg: evolutie richting nulgroei
Tijd
Bru
toci
jfers
Geboortecijfer
Sterftecijfer
?
Demografische transitie eerder schematisch modelOveral in EU en NAM = evolutie geboorte en sterfte cijfers van hoog naar laag2e helft 20e E: Afrika, Lat Am en Azië = zorgde voor nog veel snellere en massalere bevolkingsgroeiUitzonderlijke snelle groei in ontwikkelingslanden:
16
Samenvatting Sociale Demografie KUL 2017-2018Snellere daling van de sterfte
- in Europa: trage daling door groei van (1) inzichten in belang hygiëne (2) later medische innovaties
- Na WOII: hygiënische inzichten en medicatie geïmporteerd in ontwikkelingslanden
Tragere daling van het geboortecijfer- Bovendien hoger pre-transitie geboortecijfer- Economische motivatie: “sociale zekerheid”- Kinderrijkdom als cultureel statussymbool
Cruciaal = toekomstige evolutie van het geboortecijfer! Afhankelijk van:
1. Vruchtbaarheid Lokale culturen waarderen een hoger vruchtbaarheidscijfer zeer sterk
Maar ook in ontwikkelingslanden is een daling van de vruchtbaarheid ingezet
Deze zal bevolkingsgroei op termijn niet doen stoppen
Wat maakt dat vruchtbaarheid daalt?A. Scholing (van mannen maar vooral) van kinderen en vrouwen
- bevordert motivatie tot geboortebeperking- bevordert planmatige levenshouding- bevordert capaciteiten om effectief aan geboortebeperking te
doenB. Stijging overlevingskansen van het kind<-> Hangen samen: betere scholing = hogere kans op overleven
Scholing is belangrijk als humanitair doel op zichDaarnaast heeft scholing een meervoudig gunstig effect op demografie:
- Scholing = geboortebeperking- Scholing = hogere overlevingskansen- Hogere overlevingskansen =geboortebeperking- Geboortebeperking = hogere overlevingskansen
2. Bevolkingsmomentum<-> zelfs daling van sterfte is op korte termijn onvoldoende om Groeicijfers zijn inherent; neiging om geleidelijk aan te evolueren, niet abrupt
Doordat in verleden meer zijn bijgekomen zullen er in de toekomstnormaal gezien nog meer bijkomen, zelfs als de nieuwe generatieminder kinderen zouden bijbrengen
DEMOGRAFISCHE INERTIE
17
Samenvatting Sociale Demografie KUL 2017-2018
D. Demografische inertie Bevolkingsgroei is een rijdende trein, demografische evoluties ontstaan geleidelijk Zekere stuwkracht uit bevolkingsgroei, neiging om zichzelf nog een tijdje voort te zetten = altijd een bepaald groeipotentieel
“population momentum” (groeipotentieel) = afhankelijk van de leeftijdsstructuur vd bevolking (volgend Hoofdstuk)
Veronderstel: vruchtbaarheid plots gelijk aan het vervangingsniveau (cf. les over vruchtbaarheid)
Gevolg op lange duur: stationaire bevolking; bevolking die noch groeit/krimpt “lange duur” afhankelijk van # vrouwen op vruchtbare leeftijd (en nog zullen komen)
Krimpt oude bevolking eerst vooraleer ze stationair wordt
Schatting van populatiemomentum = verwachtte omvang van stationaire bevolking / omvang van de huidige bevolking
2.2.3 De gevolgen van bevolkingsgroei voor economie en leefmilieu
Sinds jaren 1960 bezorgdheid over1. Armoede: kloof arm en rijk2. Vervuiling + uitputting van natuurlijke bronnen3. Migratie: van arme Zuiden naar rijke Noorden
“het wereldbevolkingsvraagstuk”Mijlpalen v/h vraagstuk
- 1968: Paul Ehrlich The Population Bomb - 1972: Rapport vd Club van Rome The Limits to Growth- 1974: UN Year of Population, - 1974: eerste UN Population Conference, World Population Plan of Action
= liggen in de lijn van de eind 18e eeuwse beschreven spanningen van Matlhus nl spanning tussen de exponentiële bevolkingsgroei, de beperkte natuurlijke hulpbronnen en bekommernis van het rijke Weste over de populatie explosie van arme landen
18
Samenvatting Sociale Demografie KUL 2017-2018
19
Samenvatting Sociale Demografie KUL 2017-2018
Gemeenschappelijke noemer= Malthusiaanse bezorgdheid :Bevolkingsgroei Armoede
Kritiek op de klassieke Malthusiaanse analyse (voornamelijk door Marxistische critici)
Bevolkingsgroei Armoede
Malthusiaanse visie:“Te snelle bevolkingsgroei armoede, onderontwikkeling”Marxiaanse visie:
“Armoede, onderontwikkeling snelle bevolkingsgroei” pleidooien voor nieuwe internationale economische orde; cf. voorlopers
van huidige anders-globalistenZou de ontwikkelingskloof tussen Z en W moeten dichten
Latere VN-bevolkingsconferenties: 1984 Mexico city; 1994 Caïro: “kampen” bleven bestaan, met verschillende beleidsopties:
- “family planning programs”- “ontwikkeling is beste contraceptivum”
“meer vrije markt” (neoliberalen, economen)- “vrije markt is oorzaak van armoede” (anders-globalisten)
Ene groep is van oordeel dat groei wereldbevolking onvermijdelijk voor inherente problemen zorgt
Pleiten voor programma’s die geboorte beperking aanmoedigen Andere groep benadrukt belang ontwikkelingsplanningen
Minder pessimistische visies in bevolkingsexplosiedebat dan de Malthusiaanse;Door eco ontwikkeling = geboortecijfer wel vanzelf dalen + middelen om eten en drinken te voorzien zijn minder inelastisch
Bevolkingsgroei zou zelf de nodige innovatie prikkels geven inzake de omgang van natuurlijke hulpbronnen
20
Samenvatting Sociale Demografie KUL 2017-2018
MALTHUSIANEN
= niet van overtuigd dat een stijging van de welvaart de bevolkingsgroei stimuleert
Wanneer eco aantrekt -> bevolking ook groeien omdat sterfte daalt en vruchtbaarheid groeit of migratiebalans stijgtKnelpunt: groeiende bevolking heeft inherente neiging om te groeien
Door hogere bevolkingsdichtheid = genoodzaakt om inferieure gronden te ontginnen maar marginale opbrengst is onvoldoende om extra bijgekomen mensen te onderhouden
De aanvankelijke welvaart wordt op die manier opnieuw teniet gedaanOverbevolking leidt zo tot misery and vice volgens Malthus
Om dit alles te voorkomen : bevolkingsgroei af remmen- Voorkomen hoog geboorte cijfer = preventive checks on populations growth- Verhoging van sterfte cijfer door hongersnood, ziekte, oorlog en schaarse
levensmiddelen = positive checj on population growth Cruciaal = draagkracht van moeder aarde stelt natuurlijke limieten aan de bevolkingsgroei
Concept ‘draagkracht’ = maximaal aantal individuen van dieren- of plantensoort dat een bepaalde
habitat voor onbegrensde tijd kan onderhouden Overbevolking = wanneer er in een regio meer mensen wonen dan de draagkracht toelaat
Aantal mensen op bepaalde termijn is onhoudbaar omdat ecologische middelen uitgeput raken
Malthus: ofwel zorg je voor preventive checks, ofwel volgen er positive checks
Vooral neomalthusianen = belang van technologie in het bevolkingsexplosievraagstuk
Bevolkingsexplosie niet alleen rechtstreekste maar ook onrechtstreekse effecten op ecologische systeem via technologie
Door technologische vooruitgang: productiviteit van ontgonnen gronden opdrijven, in zo ver dat de groei wereldbevolking gepaard gaat met groei van consumptie/ criteria
Hoge consumptie en productie vormen op termijn een bedreiging voor mondiale systeem
21
Samenvatting Sociale Demografie KUL 2017-2018
Kernvraag = hoe hoog en elastisch is de draagkracht van de aarde? Verschillende modellen ontwikkeld om toekomstige evolutie te stimuleren
en berekenen 1. POET 2. IPAT
POET- model
= wil relaties tussen demografische, sociale en ecologische factoren weergeven met biologische subdisciplines inbegrepen
Bevolking en leefmilieu zijn twee basisvariabelen die elkaar wederzijds beïnvloeden
Effect populatie op leefmilieu is afhankelijk van de sociale organisatie + gebruikte technologieOrganisatie = sociale structuren en cultuur + sociaal geografische factoren zoals mate van urbanisatie
Organisation Population Environment Technology
Aandacht voor intermediaire belang van technologie en maatschappelijke structuren:
- milieu-impact van nieuwe technologie: kan + of - zijn- productiviteitsverhoging landbouw: idem
IPAT- model Impact = Population x Affluence x Technology
Belasting of impact van een bevolking op het ecologische systeem = ecological footprint
= product van de populatie omvang, consumptie niveau en schade die de technologie aan het milieu toebrengt via consumptiegoederen Adv dit model kan de milieu belasting van landen worden vergeleken
= indicatoren zoals bruto nationaal product, vleesconsumptie,..
22
Samenvatting Sociale Demografie KUL 2017-2018worden gebruikt om A te meten
Gebruik van niet hernieuwbare energie bronnen, uitstoot schadelijke stoffen om T te meten
Nadeel: Haast altijd tot twee conclusies:
1. Relatief klein deel van de wereldbevolking zorgt voor hoge belasting2. Belangrijkste factor in stijging van milieu belasting = bevolkingsexplosie
Als we deze niet snel onder controle krijgen ontstaan er zware “positive checks”
Technologische optimisten
Tegenovergestelde van Malthusianen = technologische optimistenIdee = genie van de mens is in staat om de aarde te transformeren tot een
hoor der overvloedsHoge bevolkingsintensiteit zorgt voor een hoge dichtheid aan menselijk intellect die een oplossingen kunnen zoeken voor snel groeiende vraag naar productie- en consumptie goederen
Ultimate resource = menselijke verbeeldingskracht en inventiviteit Hoe meer mensen, hoe meer inventiviteit
Volgens technologie optimisten geeft het IPAT model niet aan dat bevolkingsgroei noodzakelijk leidt tot meer milieu schade, nieuwe en schonere technologie kan de T en dus ook de I doen dalen
Vaak verwijzingen naar E. Boserup = GEEN extreem cornucopiaan,
maar vecht wel de eenzijdige Malthusiaanse visie aan Toonde aan dat:
- Bevolkingsgroei en dichtheid niet “alleen maar” negatieve gevolgen heeft, ook niet op lange termijn
- Hongersnood in de loop vd geschiedenis vaak minder te maken had met overbevolking, eerder met maatschappelijke instituties, politiek en economie
Boserup’s kritiek: Neomalthusianen onderschatten de correlatie tussen de drie factoren rechts van I
Bevolkingsgroei, technologie, welvaart en armoede hangen véél complexer samen
1. Volgens geschiedenis = groeiende welvaart en techno vooruitgang zorgt ervoor dat er ook bevolkingsinkrimping kan plaatsvinden
23
Samenvatting Sociale Demografie KUL 2017-20182. Stijging bevolkingsdichtheid kent ook positieve schaalvoordelen
Vb urbanisatie kan tot efficiënter gebruik van energiebronnen leiden
3. Malthusianen houden geen rekening met stimulerende effecten van bevolkingsgroei op technologische innovatie
Malthusiaanse visie Boserupiaanse visieWelvaart en techno innovatie zorgen voor bevolkingsgroei
Bevolkingsgroei zorgt voor economische groei en techno innovatieOp korte termijn kan bevolkingsgroei voor eco crisisses en milieuproblemen zorgen ! Deze zetten MY net aan om naar oplossingen te zoeken
Hoe dichter bevolkt, hoe intenser het gecultiveerd kan worden
Cultivatie in verschillende fases: 1. Intensifiëring
productiviteit van land stijgt, die van arbeid daalt
2. Mogelijkheid om meer te investeren + ontstaan van schaalvoordelen
Vb Hedendaagse hongersnood Afrika Boserup
Zoekt oorzaken veeleer in regionale economische politiek Vaak eerder te lage in plaats van te hoge bevolkingsdichtheid
Waarom?na WOII: vrees voor massale hongersnood + vrees dat Afrikaanse gronden niet vruchtbaar genoeg zouden zijn
24
Samenvatting Sociale Demografie KUL 2017-2018gevolg voor na-oorlogs landbouwbeleid:
• niet: meer investeren in de ontwikkeling van landbouw-technieken en rurale infrastructuur ter plaatse,
• wel massale import van voedsel uit geïndustrialiseerde landen (met gesubsidieerde productie-overschotten!) “win-win”
• socio-demografisch gevolg: totale bevolking groeide veel sneller dan de bevolking tewerkgesteld in de landbouw ( meer voedselimport)
Steeds minder investeren in agrarische ontwikkeling; post-koloniale overheden investeerden enkel nog in de steden (onderwijs, transport, communicatie)
Platteland steeds verder geïsoleerdbv. wegennetwerk in Congo: eikeblad ipv netwerk hoge transportkosten landbouw niet rendabel migratie naar de steden …
Conclusie: voedselonzekerheid op het platteland in Afrika is geen gevolg van “overbevolking”
Tijd
Emig
ratie
-inte
nsite
it
Weinig economische ontwikkeling
Meer economische ontwikkeling
Binnen Boserupiaanse paradigma: Economische onderontwikkeling en voedselonzekerheid = eerder gevolg van lage
ipv hoge bevolkingsdichtheid => in meeste gebieden extensivering ipv intensifiëring van de landbouw
Bevolking raakte dus verspreid over uitgestrekte continent Vanaf ’60 werd deze situatie onhoudbaar, bevolking groeide sneller terwijl
ontgonnen gebieden niet geschikt waren voor cultivatieOm bevolkingsgroei op de vangen: had Afrika moeten overschakelen naar intensifiëring
25
Samenvatting Sociale Demografie KUL 2017-2018Dit is niet gelukt, werd bemoeilijkt door te lage
bevolkingsdichtheid (Platteau)= transportkosten lagen zeer hoog! <-> Azië waar de
structuur wel lagStructuur Afrika was gericht op kolonisatie; dwz transport naar
andere landen ipv eigen land, wegen waren slecht of niet onderhouden Hoge transport kosten leidde automatisch tot grote kloof prijs die zou betaald moeten worden en de prijs die landbouwer in productiegebied zou krijgen, moeilijk om producten rendabel te maken
Prijzen worden instabiel en verschillen sterk met voedselonzekerheid als gevolg
Conclusie: Te lage bevolkingsdichtheid en een te grote bevolkingsspreiding hinderen
de economische ontwikkeling van Sub- Saharische Afrika met een voedselonzekerheid als gevolg
Boserupiaanse theorie zegt niets over de milieu impact van de bevolkingsgroei en dichtheid!
Hier ligt de definitieve splitsing Technologie optimisten geloven NIET in de natuurlijke draagkracht + idee dat er natuurlijke grenzen zijn aan de groei
L. Simon = de trend is tot nu toe positief geweest en er zijn geen redenen om aan te nemen dat dit zou veranderen in de toekomst! Dat wil niet zeggen dat er geen korte termijn crisissen zijn geweest/zullen komen
Maar deze vormen net de incentive om een oplossing te zoekenGroei v/h consumptie volume leidt tot een prijsstijging
-> zorgt ervoor dat er naar vervangproducten wordt gezocht/ ontwikkeld
Meeste mislukken maar op einde van de rit is de mens er wel op vooruit gegaan dankzij zijn ULTIMATE RESOURCE, zijn creativiteit
Veel kritiek op deze visieVanuit biologische en ecologische hoek:
26
Samenvatting Sociale Demografie KUL 2017-2018De menselijke soort is voor het overleven afhankelijk van beestjes,
bacteriën,.. daar is GEEN substitutie voor mogelijk Mondiale ecologische systeem levert diensten;
ENVIRONMENTAL SERVICES Deze zijn levensnoodzakelijk maar door menselijke energiebronnen
bedreigd
27
Samenvatting Sociale Demografie KUL 2017-2018
3 Bevolkingsstructuur
“Structuur”Sociologie: geheel van posities met de daaraan verbonden rollenDemografie: geeft voor een aantal posities een eerste, kwantitatieve indicatie
- Bv. aantal jongeren, aantal oudere vrouwen- Bv. aantal ongehuwden, aantal echtgescheidenen
Demografische structuur = infrastructuur van de sociale structuurHoofdrolspelers in demografische structuur:
- Geslacht- Leeftijd- Geslacht + leeftijd: bevolkingspiramide
3.1 De bevolkingspiramide en afgeleide Bevolkingspiramide = grafische voorstelling van de bevolking naar ten minste de kenmerken leeftijd en geslacht
Verticale as = leeftijdsintervallen Horizontale staafdiagrammen = aantal mannen/ vrouwen
Kan dus in procenten en in absolute aantallen!Vergelijken omvang = percentages gebruiken (worden voor hele bevolking
berekend)
28
Samenvatting Sociale Demografie KUL 2017-20183.1.1 Spiegel van verleden en toekomst
= Goede manier om demografische situatie te onderzoeken
Piramide evolueert als gevolg van de vier stromingen Elk jaar = nieuwe stroming bij Bij veel geboorten; brede basis
Staven worden steeds korter als gevolg van emigratie en sterfte Sterkte van de erosie = afhankelijk van het leeftijdsspecifiek
sterfte- en emigratie cijfer Enkel immigratie kan weerwerk bieden
Bevolkingspiramide illustreert het fenomeen van demografische traagheid Duurt lang voordat evoluties volledig uit de piramide zijn gegroeid, aan
andere kant blijft bevolkingsstructuur nog lang de demografische evoluties van de toekomst beïnvloeden
Verleden: evolutie van naoorlogse periode nog steeds veel invloed!Toekomst: alle demo basiscijfers worden beïnvloed door verdeling leeftijd en geslacht
komt omdat vruchtbaarheid, sterfte en migratie leeftijd & geslachtsgebonden
zijnVruchtbaarheid = afhankelijk van fertiele levensfase Migratie = hangt samen met leeftijd
Bevolkingspiramide is een drager van het populatiemoment = bij prognose is de huidige leeftijdsstructuur het startpunt
Demografische transitie is fundamentele oorzaak van huidige bevolkingsomvang EN van de leeftijdsstructuur Conclusie: leeftijdsstructuur
Wordt bepaald door en is medebepalend voor de 4 stromen van de demografische vergelijking- Nataliteit
o Bepaalt basis van de piramideo Wordt bepaald door midden van de piramide
- Sterfte (mortaliteit)o Bepaalt het afkalven van de piramideo Wordt bepaald door leeftijdsstructuur
- Immigratie/emigratieo Migratie is geslacht- en leeftijdgebonden
29
Samenvatting Sociale Demografie KUL 2017-2018
3.1.2 De geslachtsverhouding
Geslachtsverhouding/ seksratio= het aantal mannen gedeeld door het aantal vrouwen
vrouwen
mannen
NN
SR
Ratio = scheef wanneer het sterk van 1 afwijkt Kenmerk van de staat van de bevolking op bepaald moment, op bepaald
tijdstip Meestal in % uitgedruktWereldschaal: ongv in evenwicht
! Hoe ouder de bevolking, hoe meer vrouwenoverschot er aanwezig isIn Be:
9573.052674375042288
2001/1/1,lg iëBeSR
Mannen in teller, vrouwen in noemer => seksratio wordt masculiniteitsgraad genoemd
(Omgekeerde = feminiteitsgraad)In Be, meer vrouwen dan mannen maar geldt niet voor elke leeftijdsgroep!
Meer jongens dan meisjes geborenMannen hebben bij geboorte een lagere levensverwachting = seksratio kent een negatief curvi lineair verloop
dwz: jongere mannen zijn nog lichtjes in de meerderheid door overgewicht boorlingen, die kleine meerderheid verandert naar grote minderheid
Deze ratio GEEN betrekking op de staat van de bevolking maar op de loop!
30
Samenvatting Sociale Demografie KUL 2017-2018
0
20
40
60
80
100
120
0- 4 5- 9 10-14 15-19 20-24 25-29 30-34 35-39 40-44 45-49 50-54 55-59 60-64 65-69 70-74 75-79 80-84 85+
Leeftijd
Seks
erat
io (p
er 1
00)
3.1.3 De ouderdom van de bevolking
= Gemiddelde of mediane leeftijdAandeel jongeren, aandeel ouderen, …Afhankelijkheidsindex = dependentiecoëfficiënt
= Geeft verhouding weer van zogenaamde nog-niet-actieven
65,15
6515
NNN
DR jaar
Indiceert demografische drukIs som van = “Pensioenlast”& “Kinderlast”
Seniliteitsindex = (N>=65 / N<15 )Is een soort van vervangingsindex, verhouding van oudere tov jongere bevolking
De leeftijdsgrenzen zijn flexibel te kiezen in functie van onderzoeksvragen en onderzoeksregio
3.2 De vergrijzing
Met het doorlopen van de demografische transitie = bevolking diepgaand verouderd Door de babyboom na WOII zal de vergrijzing in meeste West EU landen sterk worden gevoeld Vanaf 2010 zullen de boorlingen van toen de pensioenleeftijd bereiken, dwz aantal zorgbehoevende bejaarden zal stijgen
31
Samenvatting Sociale Demografie KUL 2017-2018Belangrijkste oorzaak van vergrijzing was de daling van de vruchtbaarheid (= aantal kinderen dat vrouwen gemiddeld krijgen) = ontgroening
Bevolking waar weinig vrouwen kinderen krijgen zal verouderen
- Was zo tussen 1870 en 1970 in het Noorden- Is vandaag zo in het Zuiden
+ mensen leven gemiddeld langer!Effect van sterfte op leeftijdsverdeling is kleiner dan effect van vruchtbaarheid EN meestal in de omgekeerde richting!
Daling van de sterfte/ stijging overlevingskansen zorgde aanvankelijk voor een verjonging van de bevolkingLeidt tot een hogere gemiddelde leeftijd op moment van overlijden ! Gem leeftijd van de bevolking wordt bepaald door leeftijdsverdeling LEVENDE mensen, niet door leeftijd op moment van overlijden
Daling sterfte zorgt voor meer mensen op gevorderdere en op jongen leeftijd
Sterftedaling kwam vooral door daling kindersterfte = meer borelingen overleefdenIn praktijk was de daling van de sterfte kansen ongelijkmatig verdeeld over de leeftijden
Verbetering levensomstandigheden kwam vooral de eerste zuigelingen ten goede, pas in latere fasen de mensen op gevorderdere leeftijd
Dit effect kan niet eeuwig blijven duren, door stijgende overlevingskansen = heeft verdere daling zuigelingen en kindersterfte amper nog effect op de leeftijdsstructuur
+ verdere daling van sterfte heeft geen merkbaar verjongend effect maar vooral betrekking op mensen van volwassen/oudere leeftijd
Stijging van overlevingskansen heeft dus een verouderend effect op de bevolkingsstructuur
Sinds de late 20ste eeuw in Noorden: sterftedaling (door vruchtbaarheidsdaling) = belangrijkste motor van verdere vergrijzing
Vruchtbaarheidsdaling zorgt voor lagere geboortecijfers en versmalling van de basis van de bevolkingspiramide
- stijging van de levensverwachting op gevorderde leeftijd: vergrijzing binnen de vergrijzing, dubbele vergrijzing
- Vruchtbaarheid nog weinig ruimte om verder te dalenVeroudering = vooral het gevolg van de ontgroening
Deze ontgroening is ontstaan door de forse daling van de bevolking in ’70-‘80
32
Samenvatting Sociale Demografie KUL 2017-2018In komende decennia zal de vergrijzing niet meer zozeer worden aangedreven door verdere ontgroening maar door:
De grote babyboomgeneratie van na WOII die de pensioen gerichte leeftijd halen langer zullen leven
Treuren over de vergrijzing?
Een jonge bevolking is altijd een groeiende bevolking (tenzij men een hoge sterfte oplegt)Men kan niet tegelijkertijd twee dingen aanklagen:
• “Vlaanderen krijgt te weinig kinderen en is daardoor te oud aan het worden”
• “Vlaanderen is vol; we hebben geen plaats om nog meer migranten toe te laten.”
Meer dan 2,1 kinderen nog “voller”Fundamentele oorzaken van veroudering van de bevolking:
- Eerst: daling van vruchtbaarheid- Later: stijging levensverwachting volwassenen
Turbo-motor van vergrijzingsproces momenteel: babyboom is “pig in the snake”
zie bevolking naar leeftijd 1991 – 2051 (Eurostat baseline projecties vanaf 2011)
1991 2051
0
20000
40000
60000
80000
100000
120000
140000
160000
180000
0 5 10 15 20 25 30 35 40 45 50 55 60 65 70 75 80 85 90 95 100
Leeftijd
N
0
20000
40000
60000
80000
100000
120000
140000
160000
180000
0 5 10 15 20 25 30 35 40 45 50 55 60 65 70 75 80 85 90 95 100
Leeftijd
N
Vergrijzing en replacement migration
Kan migratie de vergrijzing doen keren?Elementen in een antwoord
33
Samenvatting Sociale Demografie KUL 2017-2018• Leeftijd bij immigratie: meestal volwassenen• Vruchtbaarheid van immigranten, en de evolutie van die
vruchtbaarheid: daalt meestal snel• Welk debiet moet de kraan hebben om een merkbaar effect
te hebben: veel groter dan in het verleden, en altijd toenemend
Zie Van Imhoff & van Nimwegen (2000) in Demos & UN Population Division, 2000, Replacement Migration: Is It A Solution to Declining and Ageing Populations?, New York, UN, Department of Economic and Social Affairs.
Antwoord: Neen
Primaire wereld
Kloof in levensverwachting tussen mannen en vrouwenGroot aantal alleenstaande oudere vrouwen
EenzaamheidMeer oudere weduwen & echtscheiding;
Echter: - Het leeftijdsbereik van de huwelijks- en partnermarkt
rekt uit- LAT-relaties: komen vooral bij ouderen voor
Veranderende samenstelling van de oudere populatie:- Verhouding aantallen jongere ouderen / oudere ouderen- Afhankelijkheidsverhoudingen binnen de oudere populatie- Nieuwe huishoudvormen? Mantelzorg?
Jongbejaarden die samenwonen met zorgbehoevende hoogbejaarden
- “de sandwichgeneratie”Wonen
Op oudere leeftijd: relatief groot huis omruilen voor kleiner appartement DS 1/3/2016: “De Vlaming is uitverkaveld”
Zal dit op termijn tot een relatieve daling van de prijzen van gezinswoningen leiden? = zou een verlichting van de economische druk op de komende generaties werkenden betekenen
Sociale zekerheid
1. Bijdragers/ontvangers- Demografische afhankelijkheidsratio’s zijn niet de reële
afhankelijkheidsratio’s- Reële afhankelijkheidsratio’s afhankelijk van
o Duur van schoollopen (is verlengd)
34
Samenvatting Sociale Demografie KUL 2017-2018o Feitelijke pensioenleeftijd (was aan het verlagen)
= Compressie van de arbeidsloopbaanFeitelijke arbeidsmarktparticipatie van de beroepsbevolking: toenemende arbeidsmarktparticipatie van vrouwen
!Belang van daling vruchtbaarheid!
Conclusie: - Enerzijds compressie, anderzijds toenemende participatie- Intergenerationele solidariteit (repartitiestelsel!) onder druk
2. PensioenenRepartitie- of omslag-stelstel versus kapitalisatie-stelsel
Bij uitbouw van Sociale Zekerheid na WOII- Hoge economische groei- Hoge inflatie
Omslagstelsel meest economische keuzeDe voorbije jaren:
- Lagere economische groei- Lage inflatie
Kapitalisatiestelsel meer aangewezen (echter: financiële crisis 2008 > schade aan pensioenfondsen!)
Probleem: transitie van repartitie naar kapitalisatie “uitbouw van de tweede pijler”
Pensioenen: - Repartitie- (of omslag-) versus kapitalisatie-stelsel- Toenemende levensverwachting op 60 of 65 jaar meer jaren
pensioentrekkend
- Perequatie van overheidspensioenen = hogere pensioenen voor groeiende groep ex-ambtenaren
- Toegenomen arbeidsmarktparticipatie van vrouwen = hogere pensioenen
35
Samenvatting Sociale Demografie KUL 2017-2018- Maturatie van de uitkeringen: van lage forfaitaire bedragen naar
hogere, loonsgebonden uitkeringenPensioenshervorming? Circulerende ideeën
Minimum duur van tewerkstelling in plaats van minimum pensioenleeftijd bv. Nederland sinds 1/1/2006: VUT (Vervroegde Uittrede) vervangen door levensloopregelingPensioenleeftijd optrekken (cf. OESO-rapport)lineair bv. Duitsland / in functie van stijging van levensverwachting?
Gezondheidszorg
Van acuut naar chronisch ziektebeeld langdurige zorgafhankelijkheid
Chronisch zieken en bedlegerigen naar leeftijd en regio, promille in de bevolkingVlaanderen versus Wallonië: chronisch ziek en permanent of soms bedlegerig
0,00
50,00
100,00
150,00
200,00
250,00
300,00
350,00
5 8 11 14 17 20 23 26 29 32 35 38 41 44 47 50 53 56 59 62 65 68 71 74 77 80 83 86 89 92 95 98
leeftijd
aant
al p
erso
nen
op 1
000
VlaanderenWallonië
Minder goede gezondheid en de “pig in the snake”
0
10000
20000
30000
40000
50000
60000
70000
80000
90000
zeer slecht
slecht
matig
goed
zeer goed
- Ontwikkeling van medische technologie = toename van levensverwachting van zieken
- Toename van de levensverwachting op oudere leeftijd = langdurige zorgafhankelijkheid op hoge leeftijd?
• de laatste levensmaanden zijn het duurst
36
Samenvatting Sociale Demografie KUL 2017-2018- Gezinsverdunning = lagere beschikbaarheid van mantelzorg? Pas
vanaf 2030
Algemeen: neiging bestaat om wél de kosten van medische innovaties in rekening te brengen maar niet de baten
Nochtans bv. hart- en heupoperaties: zonder zulke operaties langdurige zorgafhankelijkheid
baten vele malen groter dan de kosten Algemeen
– Druk op de sociale zekerheid niet zozeer gevolg van stijging van aantal ouderen op zich
– Het draait vooral om de institutionele regelingen van loopbanen en sociale zekerheid
De demografische veroudering is onomkoombaar en voorspelbaar, de institutionele regelingen zijn echter voor verandering vatbaar en onvoorspelbaar instituties moeten aangepast aan nieuwe demografische infrastructuur
!!!Dit geldt niet alleen voor de sociale zekerheid
37
Samenvatting Sociale Demografie KUL 2017-2018Arbeidsmarkt
Drie niveaus van effecten- Interne kenmerken van de arbeidsmarkt (samenstelling naar
leeftijd en geslacht)- Externe druk vanuit de sociale zekerheid (zie supra), die
gefinancierd wordt via toegevoegde waarde die gegenereerd wordt op de arbeidsmarkt (los van de vraag of RSZ nu via belasting op arbeid of via algemene fiscaliteit gefinancierd wordt)
- Externe, sociologische kenmerken van de beroepsbevolking:• Partnervorming en –ontbinding• Vruchtbaarheid en beschikbaarheid van kinderopvang• Scholing, opleiding, permanente vorming, …
Veroudering van de beroepsbevolkingVolgens de huidige loonschema’s: hoge anciënniteit = hoge loonkost
= slecht voor onze concurrentiepositie?Tegenwerping: onze loonkost is niet van doorslaggevend belang. Concurrentiepositie vooral afhankelijk van innovatie en productiviteit. Innovatie is een van de belangrijkste motoren van productiviteitsgroei!
Echter:Versmallende instroom van jongeren
= Verminderd potentieel voor innovatie? - wetenschappelijke literatuur hierover geen uitsluitsel; is veeleer
een onbewezen veronderstelling- volgens psychologisch onderzoek: leeftijd beperkte invloed op
creativiteit; veel hangt af van persoonlijkheidskenmerken en sociale omgeving
We weten het niet; we hebben er geen ervaring mee.
Krimp van de bevolking op arbeidsleeftijd?- Afhankelijk van migratiesaldi- Vaak gezien vanuit onaantrekkelijke perspectief van fiscale en
parafiscale druk om pensioenen en gezondheidszorgen te betalen- Alternatieve perspectief: arbeidskracht wordt schaarser
werkenden “de spekkopers van de vergrijzing”?- Robots?
38
Samenvatting Sociale Demografie KUL 2017-2018
4 Nataliteit, vruchtbaarheid en reproductie4.1 Begrippen
NataliteitProces waarbij mensen aan bepaalde bevolking worden toegevoegd door geboorte
= vaak verwijzing naar (absolute/relatieve) geboortefrequentieVruchtbaarheidProces waarbij leden van een bevolking daadwerkelijk voor nieuwe geboorten zorgen
= meestal focus op vrouwen, op vruchtbare leeftijdReproductieProces waarbij leden die bevolking verlaten, vervangen worden door nieuwe leden
= ook sterfte van belang
4.1.1 Vruchtbaarheid fertiliteit en steriliteit Vruchtbaarheid per def. man én vrouw nodig
Demografie: Focus op vruchtbaarheid bij vrouwen en hun kenmerken, vaak omwille van empirische beperkingen
Als wel 2 ouders in rekening dan meestal in de studie van huwelijksvruchtbaarheid Mannelijke vruchtbaarheidscijfers: zelden
Vruchtbaarheid <-> fertiliteitVruchtbaarheid (demografisch) gaat om feitelijk gerealiseerde voortplantingFertiliteit is de biologische capaciteit om zich voort te planten
Iemand kan fertiel zijn maar onvruchtbaar maar niet vruchtbaar en infertiel!Verwarrend maar goed uit elkaar houden:
Vruchtbaarheid (NL) = fecondité (FR) = fertility (ENG)Fertiliteit (NL) = fertilité (FR) = fecundity (ENG)
Infertiliteit kan tijdelijk of permanent zijnPermanente infertiliteit = steriliteit
Primaire steriliteit: nooit fysiologische capaciteit gehad om voort te planten Secundaire steriliteit: capaciteit was er wel maar is in de fertiele levensfase verloren gegaan
39
Samenvatting Sociale Demografie KUL 2017-2018Empirisch moeilijk te onderscheiden => als steriel voor eerste kind dan primair, als steriel na minstens één kind dan secundair
Secundaire steriliteit ook wel partiële steriliteit genoemd
Zeer moeilijk om empirisch onderscheid te maken tussen steriliteit en extreem lage fertiliteit/subfertiliteit
Dat vrouw die geen contraceptie toepast geen kind krijgt wil NIET zeggen dat het fysiologisch helemaal onmogelijk was!
Demografen erkennen dat hun waarnemingsmethode de steriliteit wat overschat ten gevolgen van subfertiliteit
Andere belangrijke determinant naast vruchtbaarheid en fertiliteit = leeftijd van de vrouw!
Kunnen alleen maar zwanger worden tussen de menarche en menopauze Deze twee demografische transities zijn zeer leeftijdsgebonden!
Markeren de fertiele levensfase van de vrouwTussen gemiddelde leeftijd bij menarche en menopauze evolueert de fertiliteit bij niet steriele vrouwen eveneens in samenhang met de leeftijd
Leeftijd altijd belangrijke rol in vruchtbaarheidsanalyses
40
Samenvatting Sociale Demografie KUL 2017-2018
4.1.2 Geboortecategorieën
Zwangerschap leidt niet per definitie tot geboorte levend kind: naar schatting +/- 30% van bevruchtingen
Sommige zwangerschappen eindigen met overlijden van ongeboren kindje in de baarmoeder
Demografische term = intra-uteriene sterfte of baarmoedersterfte
Miskraam <-> DoodgeboorteMiskraam: overlijden niet levensvatbare embryo/foetus (conceptus)Doodgeboorte/ mortinataliteit: overlijden ongeboren baby die in principe levensvatbaar is
Mogelijkheid om prematuur geboren baby te redden = enorm toegenomenGrens levensvatbaar en niet levensvatbaar?
Grens tussen miskraam en doodgeboorte verschuift omwille van medische ontwikkelingen:USA: van 28 weken -> 20 wekenBelgië, Frankrijk: 180 dagen (=+/-26 weken of 6 maanden)WHO: criterium = geboortegewicht (<500 gr), België ook sinds 1999
Doodgeboren <-> levend geboren maar postnataal onmiddellijk gestorvenIn praktijk soms moeilijk onderscheidAmbtelijk én psychologisch belang:
Geen geboorteakte als doodgeboren Tot 1999: Voornaam enkel als levend aangegeven maar sinds 1999 hebben ouders de keuze
Effectieve nataliteit/vruchtbaarheid = enkel levend geboren kinderen worden in beschouwing genomen Totale nataliteit/vruchtbaarheid = ook doodgeboren kinderen meetellen
Meestal geen adjectief => men bedoelt effectieve nataliteit, ZONDER de doodgeboren
41
Samenvatting Sociale Demografie KUL 2017-2018
Prevalentie doodgeboorteR = mortinataliteitsratio
= n doodgeboren kinderen/ n levend geboren kinderenA = mortinataliteitsaandeel
= n doodgeboren kinderen/ n levend + doodgeboren kinderenEenvoudig worden aangetoond dat:
R = A/(1-A)A = R/(1+R)
Mortinataliteit laag = verschil tussen aandeel en ratio verwaarloosbaar klein! cijfers verschillenden landen niet altijd vergelijkbaar; andere criteria toegepast!
Stijging mortaliteit wil NIET altijd een verslechterende prenatale gezondheid van moeder en/of kind zeggen
Bv. Eurostat: “Late foetal mortality rate represents the ratio of the number of still births during the year to the number of total births (live births + still births) in that year. The value is expressed per 1000 births.”België 2008: 1000 X 574 / (128049+574) = 4.5
Totale nataliteit <-> algemene nataliteitTotale = levend + dood geboren kinderenAlgemene = binnenechtelijke + buitenechtelijke
42
Samenvatting Sociale Demografie KUL 2017-2018
4.2 Vruchtbaarheid meten
Vruchtbaarheid = proces waarbij leden van een bevolking daadwerkelijk voor nieuwe geboorte zorgen
Vruchtbaarheidscijfer in de betekenis van een rate = het aantal geboorten in verhouding tot de risicobevolking
4.2.1 Transversale vruchtbaarheidscijfers
Bruto geboortecijfer = ruwe aanzet tot vruchtbaarheidscijferBGC=
aantal geboorten gedurende een bepaalde periode schatting van het aantal persoonsjaren dat in die periode geleefd werd
Funda probleem = benadert de rate slechts van verIn noemer : omvang van de gehele bevolking, in feite
alleen vrouwen op fertiele leeftijd baren kinderen KAN DUS NIET WORDEN BESCHOUWD ALS EEN VRUCHTBAARHEIDSCIJFER! WEL als een nataliteitscijfer
Vruchtbaarheid meten: Transversale vs longitudinale vruchtbaarheidscijfers
Transversale analyses nemen een dwarsdoorsnede van de bevolking op één tijdstip terwijl longitudinale analyses dezelfde bevolking een tijdlang volgen.Uiteraard hangen beide samen en dit kan je zien in een lexisdiagramEen lexisdiagram maakt visueel inzichtelijk op welke manier ‘tijd’ in vruchtbaarheidsanalyses en –maten en meer in het algemeen in zowat alle demografische analyses een rol speelt.
TIJD: Duur sinds een bepaalde gebeurtenis, Merk op: leeftijd = duur sinds geboorte Kalendertijd
Onderscheid exacte leeftijd (in principe tot op de milliseconde) versus voltooide leeftijd (afgerond naar volle jaren)
Belang: ondubbelzinnig afbakenen leeftijdsintervallenVolle leeftijd: bv. 0-4 jaar Exacte leeftijd 0-5 jaar = [0-5[ 5-9 jaar 5-10 jaar =[5-10[
43
Samenvatting Sociale Demografie KUL 2017-2018 10-14 jaar 10-15 jaar = [10-15[
In demografie zijn we niet geïnteresseerd in levenslijn van 1 individu, wel in een verzameling van levenslijnen, van een bepaalde groep of (sub)populatie
We kunnen dit visueel voorstellen door uit een lexisdiagram vierhoeken uit te snijdenDiagonale uitsnijding (parallellogram) = (geboorte)cohorte = longitudinale benaderingHorizontale/verticale uitsnijding (rechthoek) = populatie tijdens een bepaalde periode = transversale benadering
A = diagonale uitsnijding = generatie 1981 (1 januari 1981-31 december 1981). Wordt gedurende verschillende kalenderjaren gevolgd.B = verticale uitsnijding = alle 1 t.e.m. 5-jarigen in het kalenderjaar 1986Let op: kinderen geboren in 1985 treden pas in de loop van 1986 toe tot de onderzoeksgroep (bv groene levenslijn)Kinderen geboren in 1980 aan de andere kant verlaten in de loop van 1986 de onderzoeksgroep (bv rode levenslijn) Groep 1 tem 5-jarigen in 1986 bestaat uit 6 (en niet 5 zoals in de cursus p.98) verschillende geboortecohorten: 1980-1981-1982-1983-1984-1985C = verticale uitsnijding zoals B, nadruk ligt hier op vaste leeftijdsgroep (ref.periode=breder)
44
Samenvatting Sociale Demografie KUL 2017-2018
Herinner: voor de berekening van demografische rates hebben we (1) de omvang van de risicopopulatie nodig en
(2) het aantal gebeurtenissenOmvang populatie in lexisdiagram:
- Aantal segmenten dat binnen de vierhoek valt wordt genoteerdOpgelet: aantal kan veranderen binnen een bepaalde periode (zie bv groene en rode levenslijn) => aantal wordt altijd geteld op een bepaald moment, meestal op 1 januari of 31 december of midden van het jaar. Op basis van deze aantallen wordt de risicopopulatie geschat.Bv in figuur 208 mensen tussen 1 en 6 jaar op 1 januari 1983, 219 1- tot 6-jarigen op 31 december 1983 => geschatte populatie: (208+219)/2 =213.5
- Aantal gebeurtenissen dat binnen de referentieperiode wordt geobserveerd
Bv in figuur observeren we 5 sterfgevallen van kinderen tss de 1 en 6 jaar in 1983 => Transversale schatting van leeftijdsspecifiek sterftecijfer van 1 tot 6 jarigen zou hier gelijk zijn aan 5/213,5 = 0.0234
45
Samenvatting Sociale Demografie KUL 2017-2018
Kijken we naar cohorte van 1981: We zien dat op een welbepaald tijdstip (bv. groene lijn tussen 1982 en 1983) bepaalde mensen de volle leeftijd van 1 jaar al wel behaald hebben (zie bv. blauwe levenslijn) terwijl anderen die volle leeftijd nog niet behaald hebben (zie bv. roze levenslijn)GEVOLG:
1) als we het aantal gebeurtenissen op bepaalde volle leeftijd willen bepalen => informatie nodig uit 2 kalenderjaren vb. aantal gebeurtenissen op volle leeftijd van 1 jaar voor cohorte 1981 => gebeurtenissen uit grijze en geruite driehoek zijn van belang = 1982 én 1983
2) Als we observaties doen over bepaalde cohorte binnen 1 kalenderjaar => mensen van verschillende leeftijden. Vb. kalenderjaar 1982 => zowel 0 (gestreepte driehoek) als 1-jarigen grijze driehoek
Transversaal
Noemer van bruto geboortecijfer beperken tot vrouwen op fertiele leeftijd; enkel tussen 15-45 jaar
Aantal geboortengeschatte aantal persoonsjaren geleefd door vrouwen tussen 15-45/50jr
CBR [0 , T ]=B[ 0 ,T ]
PY [0 , T ] B= aantal geboorten in periode [0,T]WY= aantal vrouwenjaren tussen α en β in
periode [0,T] (meestal α=15 en β=45 of 50 jaar)
46
Samenvatting Sociale Demografie KUL 2017-2018
Opmerkingen:- Zeer ruw- In feite geen echte ‘rate’ want in de noemer omvang gehele bevolking (ook
diegenen die niet ‘at risk’ zijn)- Relatieve maat voor nataliteit i.p.v. vruchtbaarheid
Interpretatie CBR en GFR: CBR van bv. 0.030 voor periode 1990-1995:
Per 1000 in de bevolking kwamen er jaarlijks 30 borelingen bij in de periode 1990-1995
GFR van bv 0.058 voor jaar 1990:Per 1000 vrouwen tussen de 15 en 50 jaar werden er in 1990 ongeveer 58 kinderen geboren
Opmerking:- Totale aandeel vrouwen tussen 15 en 50 jaar = redelijk populatie-invariant, maar niet leeftijdsstructuur binnen 15 en 50 jaar- Jonge bevolking: groot aandeel 15-30 jarigen; terwijl oude bevolking: groot aandeel 30-50 jarigen. Omdat fertiliteit samenhangt met leeftijd => CBR en GFR reflecteren niet enkel vruchtbaarheid maar ook de leeftijdsstructuur!
= Oplossing: effect van leeftijdsstructuur neutraliseren door; 1) vruchtbaarheid in elke leeftijdscategorie apart bekijken (LVC) 2) de som maken van vruchtbaarheid per leeftijdscategorie (TVC) geeft elke reproductieve leeftijd evenveel gewicht (3) LVC = Leeftijdsspecifiek Vruchtbaarheidscijfer
Zelfde structuur als GFR, maar dan zowel teller als noemer voor een kleiner leeftijdsintervaln= grootte van interval (x tot x+n jaar) Kan zo breed of zo smal zijn als je wil, meestal 1 of 5 jaarx= leeftijd Vb B=aantal geboorten bij vrouwen tussen 15 en 20 jaar (exacte leeftijd) WY=aantal persoonsjaren van vrouwen tussen 15 en 20 jaar (exacte leeftijd) In literatuur kom je ook vaak LVC als symbool tegen
47
Samenvatting Sociale Demografie KUL 2017-2018
Interpretatie:Het gemiddeld aantal kinderen dat vrouwen op een bepaalde leeftijd tijdens de referentieperiode jaarlijks kregen.
Bv. In 1995 bedroeg het vruchtbaarheidscijfer 0.1194 voor vrouwen van 30 jaar in het Vlaams gewest, dwz: Tussen 1 januari 1995 en 1 januari 1996 werden er in Vlaanderen dus per 1000 vrouwen van 30 jaar oud ongeveer 119 kinderen geboren.
!! transversaal want tijdens de referentieperiode!!jaarlijks want je deelt door het aantal persoonsjaren
Verloop naar leeftijd en historische evolutie van LVC’s = zeggen veel over de veranderingen in de TIMING van het krijgen van kinderenTVCP = Totaal Vruchtbaarheidscijfer (periode)
– LVC geeft gemiddeld aantal kinderen dat tijdens referentieperiode geboren werd per jaar en per vrouw uit een bepaald leeftijdsinterval
– Synthetische maat voor vruchtbaarheid die leeftijdsstructuur neutraliseert = TVC = index voor het gemiddeld aantal kinderen per vrouw uit het gehele fertiele leeftijdsinterval tss 15 en 50 jaar
– TVC = TFR (Engels = Total Fertility Rate)
– n x ! (als LVC geldt voor een leeftijdsinterval van 5 jaar => moet ook 5 keer meetellen om het uiteindelijk TVC te bekomen!)
48
],0[],0[ TFnTTFR xn
Samenvatting Sociale Demografie KUL 2017-2018– Grafisch TVC = oppervlakte onder de curve van de LVC’s (zie vorige
figuur, lengte X breedte)
Interpretatie:Het aantal kinderen dat een vrouw zou hebben als ze de volledige reproductieve levensfase zou overleven + als voor haar op elke leeftijd de leeftijdsspecifieke vruchtbaarheidscijfers uit de referentieperiode [0,T] zouden gelden.DUS aantal kinderen voor een HYPOTHETHISCHE generatie vrouwen!
Internationaal meest gebruikte vruchtbaarheidsmaat = goeie prijs/kwaliteitverhouding
Kwaliteit: neutraliseert leeftijdsstructuur dus kan gebruikt worden om populaties met heel verschillende bevolkingspiramides met elkaar te vergelijkenPrijs: Info nodig over de verdeling van de geboorten naar de leeftijd van de moeder
Kritiek op TVC: Bekijken we het TVC doorheen de tijd, dan zien we dat het TVC nogal
schommelt. Dit komt omdat het TVC heel erg gevoelig is voor veranderingen in timing van het krijgen van kinderen van verschillende generaties vrouwen
VOORDEEL: snelle detectie van veranderingen inzake vruchtbaarheidskalenderNADEEL: gemiddeld aantal kinderen van de hypothetische generatie’ kan ver afstaan van uiteindelijk gemiddeld aantal kinderen van een welbepaalde reële generatie
Gevoeligheid voor timing = gevolg van transversale karakter van TVCP
Stel 3 generaties vrouwen die allemaal 2 kinderen hebbenG1: K1 op 20 jaar, K2 op 23 jaarG2: K1 op 25 jaar, K2 op 28 jaarG3: K1 op 20 jaar, K2 op 23 jaar
LVC van 20-25 jaar daalt sterk nadat eerste generatie kinderen heeft gekregen want G2 wacht en G3 nog geen 20 jaar= Tijdelijke daling TVCDan LVC van 20-25 jaar stijgt terug want G3 bereikt leeftijd van 20 jaar, ook LVC van 25-30 jaar is hoger want G2 begint nu aan kinderen= TVC stijgt flink, tot boven oorspronkelijk niveau
Nochtans: AANTAL kinderen (quantum of volume) blijft gelijk, enkel TIMING (of tempo) is veranderd
49
Samenvatting Sociale Demografie KUL 2017-2018Indien veranderingen in timing => TVCP is geen goede indicator voor ‘gemiddeld aantal kinderen’Toch maatschappelijk belang van veranderingen in timing!
Longitudinaal
TVCP = transversale maat = som van LVC’s van 35 verschillende generaties vrouwen in een bepaalde referentieperiode => verschillende generaties op één hoop gegooid
Finale Descendentie (FD) of uiteindelijke afstamming = longitudinale of generatiemaat
= Completed Fertility Rate (Engels)Vruchtbaarheid per generatie => na 45/50 jaar na de geboorte kan men precies schatten hoeveel kinderen een vrouw van generatie G gemiddeld heeft gekregen.
Ondanks mogelijke verschillen in timing van vruchtbaarheid tussen de generaties kan men het uiteindelijke gerealiseerde kindertal dan wel vergelijken. Bereikte afstamming kan men ook ‘niet-finaal’ bekijken, bv, descendentie op 35-jarige leeftijd Bereikte afstamming wordt ook ‘pariteit’ genoemd (bv pariteit twee)
TVCc = Totaal cohortenvruchtbaarheidscijfer= Vergelijkbaar met transversale TVC
ipv alle LVC’s van een bepaalde referentieperiode op te tellen, nu de LVC’s optellen over een bepaalde generatie
Opmerking: Totaal cohortenvruchtbaarheidscijfer is OOK een HYPOTHETISCH cijfer
Interpretatie: gemiddeld aantal kinderen per vrouw in een fictieve geboortecohorte waarin (1) alle vrouwen het einde van de fertiele levensfase zouden halen én (2) waarin alle vrouwen gemiddeld dezelfde leeftijdsspecifieke vruchtbaarheid zouden hebben als vrouwen die in realiteit inderdaad overleven tot op het einde van de fertiele levensfase
Als er geen verband is tussen sterftekans en leeftijdsspecifieke vruchtbaarheid => FD = TVCc
In de praktijk: TVCc wordt vaak finale descendentie of finale pariteit genoemd
50
Samenvatting Sociale Demografie KUL 2017-2018Voordeel TVCC tov TVCP:Niet beïnvloed door tempo van vruchtbaarheidNadeel TVCC tov TVCP:Kan pas 45 of 50 jaar na geboorte generatie berekend worden
51
Samenvatting Sociale Demografie KUL 2017-2018Geboorterang en pariteitsprogressie:
Ipv verfijning vruchtbaarheidsanalyses door leeftijd van de vrouw in rekening te brengen…
ook verfijning mogelijk door bv. te kijken in functie van huwelijksduur of naar geboorten van bepaalde rang of pariteit
Pariteitsspecifiek vruchtbaarheidscijfer bekijkt de geboorten van een bepaalde rang of pariteit
Basismethode voor pariteitsspecifieke analyses = PPR = PariteitsProgressieRatio
= aandeel vrouwen (of mannen) met minstens een bepaalde pariteit dat doorgaat naar de volgende pariteit
Maw: PPR geeft aan welk deel van een groep met al minstens i geboorten, nog minstens één kind extra krijgt:
Vb. PPR(1,2)=0.95 => 95% van de vrouwen uit de betreffende populatie die al minstens één kind hadden, krijgt ook minstens een tweede kind.
Totale vruchtbaarheid van een cohorte = functie van LVC’s maar ook van
PPR’s
Reproductie en vervangingsniveau
Tot nu toe focus op vruchtbaarheid = focus op aantal geboortenReproductie:= Focus op aantal overlevende kinderen dat zelf vruchtbare leeftijd bereikt
= netto vruchtbaarheid of reproductieBrutopariteit <-> nettopariteit
Vervangingsniveau:= Vruchtbaarheid die netto voldoende is om beide biologische ouders te vervangen
Als vruchtbaarheid = vervangingsniveau => op termijn stationaire bevolking (geen migratie)
52
i
iii P
PPPR 1)1,(
...
...
......
)3,2()2,1()1,0()2,1()1,0()1,0(
2
32
1
211
321321
PPRPPRPPRPPRPPRPPRPP
CP
PP
CP
CP
CP
CP
CP
CPPPTVCC
Samenvatting Sociale Demografie KUL 2017-2018Vruchtbaarheid onder vervangingsniveau ≠negatieve bevolkingsgroei:
omwille van demografische inertie!
Reproductiematen (in welke mate is voorzien in de vervanging van generaties)Idee: Gemiddelde vruchtbaarheid moet hoger zijn dan één geboorte per ouder en dus twee geboorten per koppel/vrouw
Waarom méér dan twee? Er worden meer jongens dan meisjes geboren => aantal vrouwen in reproductieve bevolking zou gaan slinken indien exact twee.
=> Bruto reproductiecijfer = GRR (Gross Reproduction Rate) = brutocijfer van Kuczynski telt enkel de geboorten van de meisjes mee
Ervan uitgaande dat geslachtverhouding bij geboorte (SBR: sex ratio at birth) onafhankelijk is van leeftijd van de moeder:
0.488 = 1000/2048 (1000 meisjes geboren per 2048 geboorten)Tekortkoming GRR: = houdt geen rekening met sterfte: niet alle kinderen overleven tot (en met) de fertiele periode
NRR (Netto Reproduction Rate) doet dit welDoor kansen in rekening te brengen dat een geboren meisje de verschillende reproductieve leeftijden zal bereiken
Kansen afgeleid uit sterftetafel
Stel n LxF : totale aantal persoonsjaren dat vrouwelijk geboortecohorte
met omvang onder de geldende sterftecondities verwacht te leven tussen leeftijd x en x+n jaar
een vrouw uit deze geboortecohorte leeft gemiddeld jaren in leeftijdsinterval x tot x+n
NRR [0 , T ]=∑α
β
n FxF [ 0 , T ]×n Lx
F
l0 = Transversaal LVC van leeftijdsinterval x tot x+n met ENKEL de geboorten van de meisjes in de tellerAls aandeel meisjes bij de geboorte niet afhankelijk is van leeftijd moeder
Als alle vrouwelijke borelingen overleven tot aan menopauze => GRR = NRR
53
],0[488.0],0[ TTFRTGRR
0l
0lLF
xn
0
],0[488.0],0[lLTFTNRR
Fxn
xn
Samenvatting Sociale Demografie KUL 2017-2018Dus interpretatie:
Het Netto Reproductiecijfer is te begrijpen als de som over alle fertiele leeftijden van de leeftijdsspecifieke, vrouwelijke vruchtbaarheid vermenigvuldigd met de levenskansen van vrouwen op elk van die fertiele leeftijden
Dus NRR=1 leidt op termijn tot stationaire bevolking, abstractie gemaakt van migratie
In termen van TVC? Stel geen sterfte onder leeftijd van 50 jr
NRR=1=GRR=0.488 x TVC => TVC=1/0.488=2.049Wel sterfte: in West-Europa haalt ongeveer 99% de gemiddelde
moederschapsleeftijd = TVC=2.049/0.99 =2.07 ≈2.10
4.3 Directe determinanten van nataliteit en vruchtbaarheid
4.3.1 Nataliteit = bevolking x vruchtbaarheid
Nataliteit = aantal borelingen dat een land jaarlijks telt = afhankelijk van drie factoren:
1. Omvang van de bevolking 2. Leeftijdsstructuur van de vrouwelijke bevolking3. Daadwerkelijk voortplantingsgedrag = vruchtbaarheid
Vooral vrouwelijk aandeel in de bevolking is belangrijk, in twee bevolkingen met zelfde omvang en aantal kinderen per vrouw = zullen meer kinderen geboren worden in de bevolking met het grootste aandeel vrouwen op reproductieve leeftijd.
Conceptuele onderscheid nataliteit en vruchtbaarheid is belangrijk!! Mogelijk: stijging vruchtbaarheid en daling nataliteit en
vice versaMeest ruwe maat nataliteit = totale, absolute geboortecijfer.
De moderne vruchtbaarheidstransitie = daling van de vruchtbaarheid van gematigd hoog niveau -> naar laag niveau
4.3.2 Directe determinanten van vruchtbaarheid
Sociale fenomenen kunnen de vruchtbaarheid beïnvloeden = belang van deze causaal in kaart te brengen om kans op fysiologische conceptie te verduidelijken
54
Samenvatting Sociale Demografie KUL 2017-20183 stappen om kinderen tot stand te brengen
1. Geslachtsgemeenschap2. Deze moet tot conceptie leiden3. Zwangerschap moet voldragen worden Alle omstandigheden die het al dan niet van deze stappen zetten mechanisch beïnvloeden = directe determinanten van de vruchtbaarheid = kunnen worden beschouwd als de band tussen sociale systemen en het biologisch voortplantingssysteem
Binnen fertiele levensfase is de vruchtbaarheid omgekeerd evenredig met de gemiddelde lengte van het geboorte interval Afwezigheid van baarmoedersterfte bevat elk geboorte interval 3 componenten: 1. De infertiele periode na de bevalling
Elke vrouw kan gedurende bepaalde periode na de zwangerschap niet zwanger raken, lengte is afh van de borstvoedingspraktijk
2. Wachttijd tot conceptie3. Voldragen zwangerschap
Vruchtbaarheid wordt bepaald door 7 directe determinanten 1. Start van de vruchtbaarheid2. Einde van de vruchtbare levensfase3. Wachttijd tot conceptie4. Infertiliteit na de bevalling/ postpartum amenorroe5. Spontane baarmoedersterfte 6. Abortus provocatus7. Aan/afwezigheid + effectiviteit van contraceptiva Eerste twee bepalen lengte van de fertiele levensfase, andere 5 de lengte van het geboorte interval; te samen= determinanten van de natuurlijke vruchtbaarheid
Vruchtbaarheid is afh van de start, spreiding + stoppen van deze determinanten
Determinanten vormen exhaustieve lijst; vruchtbaarheid kan enkel via 1 of meerdere van hun worden beïnvloed en omgekeerd:Verschillen in vruchtbaarheid kunnen altijd worden verklaard door verschillen mbt min 1 factor uit de lijst
De start; menarche en huwelijksleeftijd
= Grote invloed van maatschappelijke normen + gewoonteDoorgaans is het voortbrengen van kinderen gelegitimeerd binnen een relatief stabiel seksueel partnerschap
Culturele normen beïnvloeden de gemiddelde start van de vruchtbare levensfase
55
Samenvatting Sociale Demografie KUL 2017-2018Geheel van waarde en normen hierrond = instituut huwelijk (volgens sociologen + antropologen)Merkwaardige verschillen obv sociale status;
Meisjes uit hoge sociale rangen = vroeger geslachtsrijp ! In Westen een negatief beeld tov teenage pregnancy
56
Samenvatting Sociale Demografie KUL 2017-2018
Het einde; steriliteit en onvruchtbaarheid
Bij vrouwen = menopauze het absolute eindpunt van de fertiele/ vruchtbare levensfase
Vaak treedt steriliteit op voor de eigenlijke menopauze, laatste menstruele cycli kunnen anovulair zijn
Menopauze treedt gem op bij vrouwen rond de 47-50 jaar! gem leeftijd waarop vrouw steriel wordt = lager, nl 41 jaar
Ook mannen worden steriel Niet alleen de biologie van koppels bepalen de steriele periode, ook
de culturele en maatschappelijke opvattingen spelen een belangrijke rol in het proces
De wachttijd tot conceptie; fecondabiliteit en coïtale frequentie
Fecondabiliteit (f) = de maandelijkse kans op conceptie voor de fertiele niet contraceptieve vrouwen
Op 100 potentieel bevruchtbare vrouwen raken er ongv 20/ maand zwanger =verschilt van vrouw tot vrouw & rechtstreeks afhankelijk van hoe vaan vrouwen ‘het doen’
Coïtale frequentie = aantal keer geslachtsgemeenschap per maandDaalt met leeftijd van man en vrouw
Piekt op begin van de relatie, daalt daarna
Bongaars & Potter onderscheiden 4 stochastische factoren die kans op herkenbare conceptie bepalen
1. Menstruatiecyclus moet eisprong bevatten (p1)2. Inseminatie moet plaatsvinden in fertiele periode (p2)3. Deze moet tot bevruchting leiden (p3)4. Bevruchting moet tot herkenbare conceptie leiden (p4)
f = p1,p2,p3,p4
Kans dat menstruatiecyclus geen succesvolle eisprong omvat = 5% Fertiele periode = ongeveer 2 dagen Slechts de helft van de bevruchtingen leidt tot waarneembare conceptie
In andere gevallen; nestelt de bevruchte eicel zich niet in baarmoeder/ sprake van spontane abortus voor de volgende verwachte menstruatie (1- p4)
57
Samenvatting Sociale Demografie KUL 2017-2018
Infertiliteit na de bevalling; borstvoeding en de postpartum amenorroe
Postpartum amenorroe = het uitblijven van de maandstonden Zonder borstvoeding duurt het infertiele interval ongv 2 maanden na de
bevallingHoe langer moeders borstvoeding geven, hoe langer dit interval is
Amenorroe periode duurt meestal minder lang dan de lactatieperiodeBij meeste vrouwen herneemt de ovulatie na een bevalling sneller dan ze
hun zuigeling de borst geven = Iets wat later gebeurt (spenen) kan een vroeger fenomeen
(eisprong) niet verklaren Sprake van indirecte samenhang!
Intensiteit hangt positief samen met de totale duur van de borstvoedingsperiode
Borstvoedingsperiode beïnvloed de duur van de amenorroe (lezen p 113-114 cursus)
Baarmoedersterfte
Risico neemt af naarmate de zwangerschap vordert Meeste sterfte = in vroege maanden
In eerste maanden heeft te sterfte voornamelijk te maken met genetische factoren
Later eerder met sociale en ecologische factoren Bijzonder moeilijk om aantal zwangerschappen die NIET tot geboorte leiden
te bepalen+ moeilijk cijfer te plakken op foetale sterfte
4.3.3 De vruchtbaarheidstransitie
Hoe de historische evolutie van vruchtbaarheid meten?1. Bruto geboortecijfer? 2. Algemeen vruchtbaarheidscijfer? Probleem: geen standaardisatie naar leeftijd
3. Totaal vruchtbaarheidscijfer (TVC = ΣLVC)?Probleem: Geboorten naar leeftijd van de moeder nodigDeze cijfers zijn niet courant voor alle landen beschikbaar voor 19de eeuw
Oplossing: indirecte standaardisatie
58
Samenvatting Sociale Demografie KUL 2017-2018
59
Samenvatting Sociale Demografie KUL 2017-2018
Probleem bij indirecte standaardisatie = geen tabellen met geboorten naar leeftijd van de moeder beschikbaar TVC kan niet berekend worden Directe standaardisatie niet mogelijk
Wel beschikbaar:Aantal geboortenLeeftijdsstructuur van de vrouwelijke bevolking (volkstellingen)
Indirecte standaardisatie basisidee:“Hoe verhoudt het feitelijk geobserveerde aantal geboorten zichttot het aantal dat zou hebben plaatsgevonden als de LVC’s van een standaardbevolking zouden hebben gegolden?”
Benodigdheden voor berekening:- Aantal geboorten BA in bevolking A- Leeftijdsstructuur van de vrouwelijke bevolking van A- LVC’s van een standaardbevolking S
Indirecte standaardisatie:Pas de LVC’s van S toe op de leeftijdsstructuur van A. Dit levert een aantal geboorten BS op.BA is het werkelijk geobserveerde aantalDe verhouding BA/BS is een indirect gestandaardiseerde, relatieve vruchtbaarheidsmaat: leeftijdsstructuur wordt constant gehouden
In praktijk wordt de LVC’s van de Hutterieten als standaard gebruikt Is een kleine Christelijke (anabaptistische) gemeenschap die in Noord-Centraal USA en Zuid-Canada woont (vgl. de Amish)
Zijn radicaal tegen elke vorm van geboortebeperkingHuwelijkscohorte uit de jaren 1920 had record-LVC’s TMFR = 12.44
De Coale-measure If :
aaa
A
S
Af Wh
BBBI
BA het geobserveerde aantal geboorten in bevolking Aha de leeftijdsspecifieke vruchtbaarheidscijfers van de
HutterietenWa het aantal vrouwen van leeftijd a in bevolking A
60
Samenvatting Sociale Demografie KUL 2017-2018
Vruchtbaarheidstransitie in Europa
Moderne demo transitie startte met daling van sterfte, pas later gevolgd met daling van vruchtbaarheid
Zeer grote verschillen in vruchtbaarheid vóór en tijdens de transitie: geen uniform patroon
Verschillen worden over het algemeen kleiner naarmate de transitie vordertVruchtbaarheidsniveau is niet echt “hoog” : steevast onder de 40% van de
standaard transitie in Europa van gematigd (hoge) naar lage vruchtbaarheid
Menselijke vruchtbaarheid = altijd beperkt:Fysiologische voortplantingscapaciteit groter dan feitelijke vruchtbaarheidSociale normen en gebruiken die biologische reproductiemogelijkheden verhinderde
Twee soorten van normen en gebruiken:m.b.t. toegang tot sociaal gelegitimeerde seksuele betrekkingen en vruchtbaarheid = “het huwelijk” in antropologische betekenism.b.t. seksualiteit en voortplanting binnen het huwelijk
61
Samenvatting Sociale Demografie KUL 2017-2018
VOOR de transitie:
In de meeste culturen, historischVrouwen huwen relatief kort na menarche leeftijd en bijna alle vrouwen trouwen vroeg of laat
Enkel vroegmodern West-Europa 1500-1800 uitzonderlijk:Vrouwen trouwen relatief laat nadat ze fertiel zijn geworden (vanaf 23jr)10 à 20% van de vrouwelijke bevolking huwde nooit
Het Malthusiaanse huwelijkspatroon
In de meeste culturen, historischVrouwen huwen relatief kort na menarche leeftijd en bijna alle vrouwen trouwen vroeg of laat
Enkel vroegmodern West-Europa 1500-1800 uitzonderlijk:Vrouwen trouwen relatief laat nadat ze fertiel zijn geworden (vanaf 23jr)10 à 20% van de vrouwelijke bevolking huwde nooit
Werd beschreven als “Preventive check on population growth”= Voorkwam dat bevolking te snel zou groeien
Dit adv groot deel van de fertiele vrouwen van reproductie uit te sluiten + zo vruchtbaarheid te beperken
Coale berekende het effect van huwelijkspatroon op vruchtbaarheid:
in Europa: meer dan 50%Azië en Afrika: 10 tot 15%
Vruchtbaarheidsbeperkend effect van restrictief huwelijkpatroon: Ansley Coale’s Im – “index of nuptiality”
a
aa
a
Maa
getrouwdalle
getrouwdem Wh
Wh
BB
I
Wa = alle vrouwen van leeftijd aWa
M = enkel de getrouwde vrouwen van leeftijd aha = vruchtbaarheid van de hutterieten op leeftijd a
62
Samenvatting Sociale Demografie KUL 2017-2018
Lage nuptialiteit beperkte het vruchtbaarheidsniveau inderdaad tot minder dan de helft v/h potentiële niveau
(= het niveau dat zou bereikt moeten wanneer alle vrouwen tussen 15 en 50jr gehuwd zouden zijn)
“Nuptial valve” (huwelijk als demografisch ventiel)Crisis nuptialiteit daalt Groei remtNa crisis nuptialiteit stijgt groei gestimuleerd
Vanaf 2e heft 19e eeuw begon overal in Europa het Malthusiaanse “preventieve” gedrag te verbrokkelen + begon de vruchtbaarheid te dalen
Men ging vroeger trouwen + groter percentage van de mensen trouwden
Daling van de vruchtbaarheid is NIET te verklaren door een intensifiëring van het Malthusiaanse huwelijksgedrag MAAR:
Koppels beperkte de vruchtbaarheid BINNEN het huwelijk
Geboortebeperking binnen het huwelijk
Meer en meer echtparen deden aan geboortebeperking binnen hun huwelijk en/of de echtparen deden dat in steeds verdergaande mate
Coale-index of marital fertility Ig:
BL = alle wettige geboorten (“Legitimate”)Wa
M = de getrouwde vrouwen van leeftijd a
ha = vruchtbaarheid van de hutterieten op leeftijd a
Twee vormen van geboortebeperking:1. Pariteitsafhankelijke beperking: stoppen eens een bepaald aantal
kinderen geboren is = STOPPING2. Pariteitsonafhankelijke beperking: verminderen onafhankelijk van het
aantal reeds geboren kinderen = SPACING
Pariteit = het aantal kinderen dat reeds geboren is binnen een bepaald huwelijk of bij een bepaalde vrouw
63
a
Maa
L
huttL
Lg Wh
BB
BI.,
Samenvatting Sociale Demografie KUL 2017-2018
Vóór de transitie: beperking was pariteitsonafhankelijkGezondheidsproblemenTaboes op geslachtsgemeenschap in bepaalde omstandigheden, Periodieke scheiding van huwelijkspartners (bv. seizoensarbeiders, vissers, ...)Borstvoedingsgewoonten amenorree
Gewoonten en gebruiken beperkten latent de huwelijksvruchtbaarheid als die vruchtbaarheidsbeperking onbedoeld en onbewust is
“Natuurlijke vruchtbaarheid” = vruchtbaarheid die niet doelbewust beïnvloed wordt (≠ “biologische vruchtbaarheid”, fertiliteit!)
Stelling JVB: “natuurlijke vruchtbaarheid” is louter virtueelMainstream (was): transitie = van natuurlijk gecontroleerd
Vruchtbaarheidstransitie (Coale): = Stijging van nuptialiteit + daling van huwelijksvruchtbaarheid:
Van niet pariteitsspecifiek beperkte (“natuurlijke”) huwelijksvruchtbaarheidNaar wél pariteitsspecifiek beperkte, (“gecontroleerde”) huwelijksvruchtbaarheid
Echtparen begonnen vruchtbaarheid manifest te beperken eens een vooropgesteld kindertal geboren wasHet concept kinderwens doet zijn intredeStreven naar realiseren van ideale gezinsgrootte
! Vruchtbaarheidscontrole was geen VOLLEDIG nieuw concept, was iets dat al bestond = vruchtbaarheidscontrole in zijn pariteitsafhankelijke vorm was wel nieuw
64
Samenvatting Sociale Demografie KUL 2017-2018Gevolgen
a. Verandering in het standaardpatroon van de vruchtbaarheidstransitie
Bolvormig dalende vorm; resultaat met leeftijd afnemende fertiliteit
-> voortplanting stopte pas wanneer de vrouw fysiologisch niet meer in staat was om kinderen te krijgen
Verandering naar holle vorm; voortplanting werd gestopt voor het intreden van fysiologische steriliteit
Gedrag wordt pariteitsafhankelijk afstel genoemd Meer echtparen stoppen vroegtijdig met voortplanting
b. Verandering in de levensloop van vrouwen= Minder groot deel van leven zwangerschap + zorg kleine kinderen
Meer ruimte voor alternatieve activiteitenEssentieel element in emancipatie vrouwen
c. Concentratie voortplanting in beperkt aantal jaren invloed voor kind zelf- Minder siblings- Leeftijdsverschillen verkleinen
Minder vaak veel jongere en veel oudere broers en zussenConsequenties voor gezagsverhoudingen en zorgtaken+ overgang kwantiteits- naar kwaliteitskinderen
d. Ontkoppeling van seksualiteit en voortplantingNaarmate meer aan contraceptie gedaan wordt
65
Samenvatting Sociale Demografie KUL 2017-2018
Verklaringen
Ansley J. Coale: drie basisvoorwaarden voor vruchtbaarheidsbeperking1. Able
= Effectieve contraceptieve of abortieve technieken moeten voorhanden, toegankelijk en bekend zijn
de technologie van geboortebeperking
2. Ready= Beperkte vruchtbaarheid moet als voordelig beschouwd worden
de economie van geboortebeperking3. Willing
= Vruchtbaarheid moet beschouwd worden als iets waarover men controle kan en mag uitoefenen (“within the calculus of conscious choice”) de cultuur van geboortebeperking
De technologie van geboortebeperking
Vele beschikbare technieken waren oud met lage effectiviteit - Magie, kruidendrankjes- Sponzen en andere IUD- Postcoïtale ijskoude baden, ...
Het condoom bestond al maar; Weinig verspreid en gebruikt
Weinig gebruiksvriendelijk (varkensblazen, ...)Associatie met geslachtsziekten en
prostitutie Maw; het condoom heeft amper een rol gespeeld in de
vruchtbaarheidstransitie Meeste demografen overtuigd dat methoden van Onan van belang waren (=Onanisme)= idee dat hij gestraft werd door God; “hij die het zaad op de grond verloren liet gaan”Gebeurt tijdens coitus interruptus & masturbatie
Rol val abortus provocatus & seksuele onthoudingen die invloed uitoefendeVanaf ’60 = anticonceptierevolutie + begin hormonale contraceptie
Naast vruchtbaarheidstransitie ook een contraceptieve transitie! = Verspreiding van moderne hoog efficiënte contraceptie
zorgde voor toestand waar vruchtbaarheid voor langere periode onder het vervangingsniveau ligt
66
Samenvatting Sociale Demografie KUL 2017-2018Wordt tweede demografische transitie genoemd
[Lesthaege & Kaa] Beginfase voornamelijk de pil, later spiraaltje (laatste tijd minder populair)
Economisch-structurele verklaringen = klassieke theorie van de transitie
Daling sterfte Bevolkingsgroei (vruchtbaarheidsniveau daalde niet onmiddellijk mee)
Agrarische en industriële revolutie mogelijk door stijging in het bevolkingsaantal
UrbeanisatieKwam een nieuwe economische context waar
- Familiepatrimonium en familiebanden minder van belang waren
- Scholing steeds belangrijker wordt (“ascription””achievement”)
Een hoog kindertal wordt een economische last ipv lustVerminderde economische bijdrage, meer scholing Klein maar respectabel, proper gewassen gezin wordt symbool van opwaartse sociale mobiliteit;
Dus: Klassieke theorie ziet nauwe band tussen economische modernisering en vruchtbaarheidstransitie
Kinderwens daalde terwijl de levensverwachtingen toenamen = ontstaan van doelbewuste gezinsplanning
Eco en cult moderniseringen stimuleerde tot geboortebeperkingen Vanaf 19e eeuw daling vruchtbaarheid EU, vanaf 20e eeuw een nieuw
evenwicht tussen geboorte- en sterftecijfer
Problemen de klassieke theorieEconomische modernisering bleek vaak niet of niet consistent te correleren met vruchtbaarheidsdaling
• bv. Frankrijk veel vroeger dan Engeland• bv. Hongarije ongeveer samen met Engeland, ondanks enorme
verschil in scolarisatie, industrialisatieNa controle voor economische ontwikkeling bleek vruchtbaarheidstransitie duidelijk samen te hangen met cultuurgebonden elementen (taal, godsdienst, etniciteit)
67
Samenvatting Sociale Demografie KUL 2017-2018• bv. Spanje: 90% van de variantie toegeschreven aan culturele
regio’s• bv. België: onderzoek Lesthaeghe langs taalgrens
Ook in onderzoek met individuele data bleek verband tussen beroepspositie en vruchtbaarheidscontrole inconsistent tot afwezig (wel: bourgeoisie vs. de rest)
Meer aandacht voor culturele verklaringen was noodzakelijk (R. Lesthaeghe!)
De rol van cultuur
Consistente vaststelling: na controle voor economische ontwikkeling, sterfteniveau en urbanisatie blijven duidelijk onderscheidbare culturele regio’s zichtbaar
[Culturele regio’s in termen van taal, godsdienst, etniciteit]Belang van de culturele interpretatie:
Niet aanpassing aan economische omstandighedenWel
Diffusie van nieuwe ideeën Secularisatie “calculus of conscious choice”
= belang van communicatie netwerken voor verspreiding van geboortebeperking
! Bestudeerd in Zuiderse landen, amper in EUstudies
Participatie van de vrouw?
Vaak gestelde vraag = Is de gestegen participatie van vrouwen aan de arbeidsmarkt ook één van de oorzaken?
0
5
10
15
20
25
30
35
40
45
1840 1860 1880 1900 1920 1940 1960 1980
Jaar
Parti
cipa
tie in
%
0.00
0.50
1.00
1.50
2.00
2.50
3.00
3.50
4.00
4.50
5.00
TVC
Participatie
Vruchtbaarheid
Tweede demografische transitie?
= Ron Lesthaeghe en Dick van de Kaa benoemden het geheel van veranderingen op het vlak van gezinsvorming en –ontbinding sinds de jaren 1960 in de noord-westerse, geïndustrialiseerde landen met de term “tweede demografische transitie
68
Samenvatting Sociale Demografie KUL 2017-2018Daling vruchtbaarheid 1850-2000;
Fase 1; - Vroeger beginnen- Kortere spreiding- Vroeger stoppen (leeftijd én pariteit)
Fase 2;- later beginnen (uitstel eerste kind)
Standard sequence of changes in family formation1. Marriage → Cohabitation2. King-child with parents → King-pair with child3. Preventive contraception → Self-fulfilling conception4. Uniform families → Pluralistic families and households
Verschilpunten- Nuptiality- Fertility pattern- Family culture & motivation: Ariès’s “two successive motivations”
Bezwaren- Discontinuiteit?- Wel sprake van echte “transitie”?
69
Samenvatting Sociale Demografie KUL 2017-2018
5 Mortaliteit
5.1 Begrippen en maten
a) Bruto sterftecijfer= geeft aan in welke mate de groei van de bevolking beperkt wordt door de mortaliteit Geen rekening met de leeftijdsstructuur van de bevolking (idem vruchtbaarheid)
Bruto sterftecijfer (CDR of BSC)
sterftegevallen tijdens een interval midjaar populatie van dit interval
Teller: aantal gebeurtenissen (events)noemer: raming van het aantal geleefde persoonsjaren
Interval veelal een jaar, veelal uitgedrukt per duizend
Nadelen houdt geen rekening met de leeftijdsstructuur en is dus niet
vergelijkbaar. Het bruto sterftecijfer van ontwikkelde landen is bijvoorbeeld vaak hoger dan in ontwikkelingslanden, louter en alleen door de oudere
leeftijdsstructuur België 1990-95: 10,9 ‰Mexico 1990-95: 5,2‰ Bangladesh 1990-95: 11,0 ‰
Voordelen gemakkelijk te berekenen vaak de enige indicator die berekend kan worden in landen
zonder degelijke statistische registratie (of voor historische studies in Westerse landen)
b) Leeftijdsspecifieke sterftecijfers Voor een periode Voor een generatie
c) Zuigelingen- en kindersterfted) Sterftetafels en levensverwachtinge) De sterfte- en gezondheidstransitie
70
Samenvatting Sociale Demografie KUL 2017-2018
5.1.1 Leeftijdsspecifieke sterftecijfers
n M x=n Dx
n PY x In teller; aantal sterfgevallen in bepaald leeftijdsintervalIn noemer; aantal persoonsjaren dat er in dat leeftijdsinterval geleefd werd
Voor - Een generatie, bv. geboortecohorte 1990- Een periode [0,T], bv. het jaar 1994
LeeftijdExacte leeftijd = xVolle leeftijd = leeftijdsinterval [x, x+n[
Leeftijdsspecifieke sterftecijfers (ASMR of ASDR)
De relatie tussen de leeftijdsspecifieke sterftecijfers en het bruto sterftecijfer:
Het bruto sterftecijfer bestaat uit een gewogen som van de leeftijdsspecifieke sterftecijfers
BSC = (nMx * (nPx/P))Het bruto sterftecijfer is dus bepaald door de leeftijdsspecifieke sterftecijfers (nMx ) en door de leeftijdsverdeling (nPx/P) Levensloop = soort van j-curve
Kort na geboorte zijn sterftecijfers relatief hoogDaalt
Daarna exponentieel versnellend; vanaf 60 jaar is de stijging goed zichtbaarCijfers verschillen voor mannen en vrouwen
Mannen = hoger dan het cijfer van vrouwenNiet altijd zo geweest, vroeger omgekeerd = te wijten aan
kraambedsterfte
71
Samenvatting Sociale Demografie KUL 2017-2018
5.1.2 Zuigelingen- en kindersterfte
Postnatale periode : cruciale fase voor overlevingskansen van de mens Wanneer kinderen 5e verjaardag hebben gevierd is
kans op NIET behalen van reproductieve leeftijd miniemZuigelingensterfte = Enkel sterfte voor de eerste verjaardag
- Vroeg-neonatale sterfte Sterfte van levend geboren kind tijdens de eerste 7 levensdagen
- Neonatale sterfte Sterfte tijdens de eerste 28 levens dagen, kinderen die minder dan 28
volle levensdagen hebben geleefd
- Post-neonatale sterfte Minstens 28, minder dan 1 jaar hebben geleefd
Kindersterfte = Overlijden van een levend geboren kind voor vijfde verjaardag
CONCEPTIE GEBOORTE180 dagen
7 dagen 28 dagen 1 jaar100 dagen
intra-uteriene sterfte
miskraam mortinataliteit
eerste week sterfte
neonatale sterfte postneonatale sterfte
zuigelingensterfte
perinatale sterfte
Perinatale sterfte = de verhouding doodgeboren kinderen + aantal in de 1e over levensweek overleden boorlingen tot het totale aantal dood of levend geboren kinderenKijkend naar zuigelingensterfte tellen in de noemer ENKEL de levendgeborenen mee!
!Lezen p133-136 in HB!
72
Samenvatting Sociale Demografie KUL 2017-2018
Bestaan twee categorieën van zuigelingensterfte1. Endogene sterfte
= Sterfte ten gevolge van- Erfelijke aandoeningen - Congenitale (d.w.z. aangeboren) afwijkingen - Trauma’s opgelopen tijdens complicaties bij de bevalling
2. Exogene sterfte= Het overlijden ten gevolge van externe oorzaken, waaronder
- Infecties van de luchtwegen of spijsverteringsorganen,- Wiegendood (SIDS of “Sudden Infant Death Syndrome”, vooral
tijdens maanden 2 - 6)- Ongevallen en mishandelingRisico op exogene sterfte = +/- gelijkmatig verspreid over de eerste 12 maanden
Aantal gevallen van wiegendood in Vlaanderen: • 1993: >120• 2000: <50
Bij gebruik statistieken kan samenhang tussen aard en timing worden gebruikt om belang van exogene en endogene sterfte af te wegen
In meeste welvaartstaten = zuigelingensterfte zeer laag dankzij indammen van exogene sterfte (Deze is makkelijk vermijdbaar geworden, dmv oa verbeterde medische kennis)
Endogene sterfte daalt dmv verbeterde prenatale diagnostiek
5.1.3 Directe en indirecte standaardisatie
Waarom standaardiseren?CDR’s zijn afhankelijk van de leeftijdsstructuur en bijgevolg moeilijk vergelijkbaar
We kunnen leeftijdsspecifieke sterftecijfers (ASMR’s) vergelijken, maar dit is niet praktisch
Zoeken naar een enkelvoudige indicator, ‘gezuiverd’ voor het effect van leeftijd Wanneer we standaardiseren voor leeftijd = elimineren we het effect van leeftijdsverschillen tussen bevolkingen
73
Samenvatting Sociale Demografie KUL 2017-2018
Directe standaardisatie
Kies een standaard leeftijdsstructuur van een bepaald land, regio, etc. Pas deze toe op de geobserveerde ASMR’s van de landen die je wil vergelijken Bereken het verwacht aantal sterftegevallen voor elk land:
Vermenigvuldig de set van geobserveerde ASMR’s met het aantal personen in elke leeftijdsgroep uit de standaardpopulatie Bereken het “direct gestandaardiseerd sterftecijfer” voor elke bevolkingsgroep deel de som van het verwacht aantal sterftegevallen door het totaal aantal personen in de standaardpopulatie
Op deze manier kunnen we de cijfers direct met elkaar vergelijkenIndirecte standaardisatie
Neem een set van leeftijdsspecifieke sterftecijfers als standaard + pas deze toe op de geobserveerde
leeftijdsstructuur van de populaties/landen die je wenst te vergelijken
Bereken het aantal verwachtte sterftegevallen voor elke populatie: vermenigvuldig het aantal geobserveerde mensen in elke
leeftijdsgroep met de standaard ASMR’s Bereken de “gestandaardiseerde sterfteratio” (SMR) voor elke bevolking: Deel het totaal aantal geobserveerde sterfgevallen door het totaal aantal verwachtte sterfgevallen
Bereken het “indirect gestandaardiseerd sterftecijfer” voor elke bevolking: vermenigvuldig de SMR met het bruto sterftecijfer van de
standaardpopulatieBelangrijkste voordeel:
- Geen informatie nodig over de ASMR’s van de landen die we vergelijken- Heel nuttig om kleine groepen te vergelijken
74
Samenvatting Sociale Demografie KUL 2017-2018
5.1.4 Sterftetafels en de gemiddelde levensverwachting
Sterfte tafel (“life tables” in het Engels ) = gemiddelde levensverwachting Berekening van dat cijfer steunt op de sterfte tafel,
dat op zijn beurt op de leeftijdsspecifieke sterftecijfers steunt Beschrijven in essentie hoe met het verstrijken van de tijd leden van een bepaalde cohorte uit de risicobevolking wegvallen, de beschrijving van de duur tot een bepaalde gebeurtenis
Rekenkunde van de sterfte tafel = kan op zowat alle gebeurtenissen worden toegepast, intuïtief toegankelijker dan (in)direct gestandaardiseerde cijfers
- Toepassing op sterfte- Op andere gebeurtenissen, bv. werkloosheid vinden van een
job, …
(I) Exacte leeftijd x(II) Aantal overlevers op de exacte leeftijd x lx(III) Aantal sterfgevallen tussen de exacte leeftijden x en
x+nndx
(IV) Sterftekans tussen de exacte leeftijden x en x+n nqx
(V) Overlevingskans tussen de exacte leeftijden x en x+n npx = 1 - nqx
(VI) Het totale aantal persoonsjaren geleefd tussen de exacte leeftijden x en x+n
nLx = n∙lx+n + nax∙ndx
(VII) Het gemiddelde aantal persoonsjaren geleefd tussen x en x+n per persoon die in dat leeftijdsinterval stierf
nax
(VIII) Het totale aantal persoonsjaren dat de overlevers lx nog te leven hebben vanaf leeftijd x
Tx =
(IX) De gemiddelde levensverwachting op leeftijd x ex = Tx / lx(X) Cohorte- en leeftijdsspecifiek sterftecijfer tussen x en
x+nnmx
Belang onderscheid: - Lopende statistieken (betrekking op leeftijdsINTERVAL)- Stockstatistiek (betrekking op EXACTE leeftijd)
NIET: formules (4) en (5) om sterftekans af te leiden uit sterftecijfer
75
Samenvatting Sociale Demografie KUL 2017-2018WEL: Parameters uit sterftetafel correct kunnen interpreteren + samenhang tussen de parameters begrijpen
Dit impliceert dat je de formules zelf kan reconstruerenBv. op examen: een cijfertje uit een sterftetafel weggelaten. Vraag: hoe bereken je het ontbrekende cijfer? (Geen rekenmachine nodig)
Voorbeeld: (I) (II) (III) (IV) (V) (VI) (VII) (VIII
)(IX) (X)
x lx ndx nqx npx nLx nax Tx ex nmx0 10 1 1/10 =
0.109/10 = 0.90 9+0.2 = 9.2 0.2 457.
345.7
0.11
1 9 1 1/9 = 0.11
8/9 = 0.89 8∙4+0.3 = 32.3
0.3 448.1
49.8
0.03
5 8 0 0/8 = 0.00
8/8 = 1.00 8∙5+0.0 = 40.0
0.0 415.8
52.0
0.00
10 8 1 1/8 = 0.13
7/8 = 0.88 7∙10+6.5 = 76.5
6.5 375.8
47.0
0.01
20 7 1 1/7 = 0.14
6/7 = 0.86 6∙10+3.1 = 63.1
3.1 299.3
42.8
0.02
30 6 0 0/6 = 0.00
6/6 = 1.00 6∙10+0.0 = 60.0
0.0 236.2
39.4
0.00
40 6 0 0/6 = 0.00
6/6 = 1.00 6∙10+0.0 = 60.0
0.0 176.2
29.4
0.00
50 6 1 1/6 = 0.17
5/6 = 0.83 5∙10+9.6 = 59.6
9.6 116.2
19.4
0.02
60 5 2 2/5 = 0.40
3/5 = 0.60 3∙10+11.4 = 41.4
(2.2+9.2)/2 = 11.4/2 = 5.7
56.6 11.3
0.05
70 3 3 3/3 = 1.00
0/3 = 0.00 0∙10+15.2 = 15.2
(5.8+1.1+8.3)/3 = 15.2/3 = 5.1
15.2 5.1 0.20
80 0 0 / / 0.0 0.0 0.0
76
Samenvatting Sociale Demografie KUL 2017-2018
5.2 De sterftetransitie in Europa
Vóór de transitie: gemiddeld hoog sterfteniveau doorCrisissterfte: infectieziekten (tyfus, pokken, cholera e.a.); pieken in BSC tot 75 promilleVoortdurend hoge zuigelingen- en kindersterfte:
Kans op overlijden vóór 5de verjaardag in Europa 35 à 50%, afhankelijk van de regio
Transitie gebeurde in drie fasen1. tweede helft 18de eeuw, loop van 19de eeuw:
Crisissterfte wordt afgevlaktSterfte gestabiliseerd bevolkingsgroeiOorzaken
- betere organisatie overheid (bv. rioleringen)- betere hygiëne en volksgezondheid- betere voedingskwaliteit meer weerstand tegen infecties
= Toename levensverwachting bleef al bij al beperkt2. laatste drie decennia 19de eeuw
Eerst daling van de kindersterfte (1-5 jaar)Later daling van zuigelingensterfte
Vooravond Eerste Wereldoorlog: kans om voor 5de verjaardag te sterven 10 à 25% in Europa In het noorden van Europa lage cijfers, in het zuiden hoge cijfers; wellicht ook klimatologische oorzaken
Oorzaken; vooral terugdringen diarree en tuberculose3. 20ste eeuw, vooral na WOII:
Naast verdere daling zuigelingen- en kindersterfteSterftedaling bij volwassenen en bejaarden
Oorzaak: vooral evolutie van medische wetenschapGeneesmiddelen voor bestrijding infecties van
uitwendige wonden (sulfa-poeder op wonden)Antibiotica voor bestrijding interne infectieziekten
77
Samenvatting Sociale Demografie KUL 2017-2018
De gezondheidstransitie
Spoorde samen met de sterftetransitieWas een overgang van
Mensen vooral getroffen door acute ziekten (infecties) naarMensen vooral getroffen door chronische ziekten
(bv. hart- en vaatziekten, kanker)Terugdringen van sterfte ten gevolgen van acute ziekten in twee fasen:
Eerst verbeteren van de hygiëne in leefomstandigheden en voeding (cf. fase 1 sterftetransitie)
Na WOII bestrijden van infectieziekten met effectieve geneesmiddelen (antibiotica)
Verklaring sterfte daling:
- Hygiëne in de leefomstandigheden (rioleringen, zuiver drinkwater)- Betere voeding
kwaliteit gewassen introductie aardappel in de 18de eeuw betere transportinfrastructuur vanaf 1864: pasteurisatie van voeding
- Medische wetenschap bijdrage van medische professie aan volksgezondheid medische technologie
Maatschappelijke gevolgen
- Voorspelbaarheid en planbaarheid rationalisering van de leefwereld secularisatie en laïcisering
- “Kinderen” en “ouderen” Grotere emotionele investering in het jonge kind Sterfte is iets voor op oude leeftijd
- Differentiatie van een medisch subsysteem professionalisering van de medische professie medicalisering: wordt versterkt door overgang van acuut naar
chronisch ziektebeeld- Vergrijzing
+ READER!!!!Christensen, Kaare, Gabriele Doblhammer, Rolan Rau, and James W. Vaupel. 2009. Ageing populations: the challenges ahead, The Lancet 374(9696): 1196-1208.Elo, Irma T. 2009. Social class differentials in health and mortality: patterns and explanations in comparative perspective, Annual Review of Sociology 35: 553-572
78
Samenvatting Sociale Demografie KUL 2017-2018
6 Migratie
6.1 Concepten en maten
= uiteenlopende definities inzake migratie, sterk politiek geladen Gemeenschappelijk is dat het gaat om geografische mobiliteit + verandering van gewone verblijfplaats (geen pendel/toerisme)
6.1.1 Afbakening in tijd en ruimte
Interne migratie = veranderen van woonplaats binnen grenzen van bepaalde
administratieve of politieke ruimte Externe migratie
= uitwijken van de ene administratieve naar andere administratieve ruimte
Vaak gebruikte ruimtelijke afbakening is die van de nationale staat
Lokale migratie= verhuisbewegingen binnen de grenzen van een gemeente
Internationale/ buitenlandsemigratie = verhuizen naar ander land
Circulaire mobiliteit = geografische mobiliteit die per definitie tijdelijk is
Valt maw NIET binnen gebruikelijke definitie van migratie, geen verandering van gewone woonplaats
Economisch wel belangrijke rol
79
Samenvatting Sociale Demografie KUL 2017-2018
Tijd Ruimte Circulatie Migratie
Dagelijks, wekelijks…
Seizoensgebonden Langere termijn
Afstand Intern
Extern Sociaal bv.: plattelandstad
Tijd
meestal “verandering van woonplaats”Administratief (registratie als bewoner)
• bv. ADSEI (Statistics Belgium), Internationaal: minimumperiode (bv. 1 jaar)
• bv. Demographic Yearbook V.N.minder restrictief ruimere vormen van geografische mobiliteit, bv. circulaire migratie
Ruimte
Meting ruimtelijke dimensie:Kilometers? geografische afstandEconomische kostprijs? economische afstandAdministratief (intern–extern)? politieke afstand
Interne versus externe migratiebv. nationale versus internationale migratie
bv. lokale migratieGeografische vs. sociale afstand
bv. platteland – stad: mondiale urbanisatie!
6.1.2 Migraties en migranten
Aantal migranten NIET gelijk aan aantal migraties!
80
Samenvatting Sociale Demografie KUL 2017-2018Belang lopende statistiek (= telt aantal gebeurtenissen zoals vb
inwijkelingen/uitwijkelingen die zich in een referentieperiode voordoen) te onderscheiden van stochastiek ( = telt hoeveel personen met een bepaald kenmerk vb
vreemde nationaliteit er in de bevolking op bepaaldeperiode aanwezig is)
Wel belangrijke relatie tussen beide!
Iemand die in het buitenland is geboren = impliceert altijd migratieIemand met buitenlandse nationaliteit = niet noodzakelijk migratie
81
Samenvatting Sociale Demografie KUL 2017-2018In demografie:
- Migranten = mensen die migreren of gemigreerd hebben (in politiek veel losser)
- Immigrant = iemand die niet altijd in huidige referentiegebied gewoond heeft, is noodzakelijkerwijs gemigreerd
- Vreemdeling/buitenlander= persoon die niet de nationaliteit heeft van het land hij/zij woont
- Allochtoon = iemand die niet bij de geboorte de nationaliteit van een land had waar hij/zij woonde maar kan deze ondertussen wel al hebben verworven (=niet noodzakelijk)
- Vreemdeling= subgroep van de allochtoon, allochtonen die zich nog niet genaturaliseerd hebben
- Vluchteling= een persoon die uit gegronde vrees voor vervolging wegens zijn ras, godsdienst, nationaliteit, het behoren tot een bepaalde sociale groep of politieke opvatting
- Asielzoeker= elke persoon die asielaanvraag heeft ingediend en waarvan het dossier nog in behandeling is
- IDP : Internally Displaced PersonGeen landsgrenzen overschredenzelfde criteria als vluchtelingen
= vluchteling in eigen land- Illegalen
= mensen zonder verblijfsvergunning
82
Samenvatting Sociale Demografie KUL 2017-2018
6.1.3 Tellen en meten
Migratiebewegingen
Internationaal moeilijk vergelijkbaarMeeste landen: < grenscontroleVooral Europese landen: bevolkingsregister
(binnen EU: vrij verkeer van personen, Schengen-akkoorden)
Ook binnen Europa verschillende definitiesAsielzoekers al dan niet in migratiestatistieken?
Wel in D, niet in B (wachtregister; pas na erkenning als vluchteling in vreemdelingenregister)
Al dan niet registratie:FR: enkel immigratie van niet-Fransen, geen emigratie noch immigratie van Fransen, B: wel
THESIM-project: Towards Harmonised European Statistics on International MigrationNaar België
Interbellum: Polen vormden grootste groep van immigrerende vreemdelingen Na Tweede Wereldoorlog:
Actieve immigratiepolitiekBelgië richtte
wervingskantoren op in- Italië (Milaan 1946)- Griekenland (Athene 1955)- Spanje (Madrid 1956)- Marokko (Casablanca 1962)- Turkije (Ankara 1963)
Na 1974: migratiebeperkingen (“de migratiestop”) gezinshereniging
Trends sinds 2001- Toename migratievolume en -saldo- Vervrouwelijking (meer vrouwen)- Veroudering
“Superdiversiteit”
83
Samenvatting Sociale Demografie KUL 2017-2018
Theorieën over migratie
1. Economische motieven/theorieën overheersen2. Het duw- en trekmodel (“push-pull”)
Eenvoudige model:Duwfactoren in land van vertrek, bv.
- economische crisis- oorlog- politieke omstandigheden- demografische druk
trekfactoren in land van bestemming, bv. - werkgelegenheid, - taal, - sociale netwerken- …
Uitbreiding: Er zijn omstandigheden die vertrek uit het herkomstland en inwijking in land van bestemming, en de reis tussen die twee, bemoeilijken of vergemakkelijken
Politiek-administratieve belemmeringen,- bv. verbod om het land te verlaten (bv. voormalige
USSR, uitreisvisum in huidige Albanië)- immigratiestop in Europa sinds 1974- Nederlandse “Wet Inburgering in het Buitenland” van
maart 2006 (zie De Standaard van 15/5/2008)Geografie, bv.
- afstand, gebergten, etc.- Rio Grande, Middellandse zee
Transportmogelijkheden en -kosten
84
Samenvatting Sociale Demografie KUL 2017-2018
Duwfactoren
a. armoede, vaak gevolg van overige factorenBevolkingsgroei in de ontwikkelingslanden
zeer sterke aangroei arbeidspotentieelgecombineerd met lage economische groei geeft snel groeiend arbeidsoverschot in ontwikkelingslanden
werkloosheid = armoede “New economics of migration”: migratie als “verzekering” tegen instabiliteit op lokale markten
- crop failure, futures markets, capital markets- Unemployment
b. Oorlog, politieke vervolging, bv. Syrië sinds 2011c. Klimaat, extreme weersomstandigheden
Reismodaliteiten
Transporttechnologie reizen op langere afstanden vergemakkelijktZowel commerciële (“mensensmokkelaars”, “coyotes”) als humanitaire organisaties faciliteren anderzijds
“Aantrekkelijke” bestemmingslanden voeren erg restrictieve immigratiepolitiek, bv. Rio Grande Migreren kost geld, vraagt om “investments”
paradox van de omgekeerde J-curve:Meer economische ontwikkeling in herkomstlanden meer migratie op korte termijn?
Trekfactoren
“Neoklassieke economische theorie”: Hogere lonen en inkomens (arbeidsmigratie)“Dual labor market theory”: vraag naar
- goedkope arbeid - voor onaantrekkelijk werk (“McJobs”)- cf. Portugezen in Luxemburg: latinos in California; poetsdiensten
bij ons“World systems theory”: globalisering brengt kapitaalstromen op gang die op hun beurt migratiesystemen tot stand brengenSociale netwerken kettingmigratie = “cumulative causation”
- “declining costs”- “declining risks”
85
Samenvatting Sociale Demografie KUL 2017-2018Rol van de massamedia bij vorming opvattingen over situatie in welvarende landen
International migration systems
Als gevolg van– institutionele invloeden, bv. koloniaal verleden– cumulatieve migratie-effecten, kettingmigratie
Ontstaan migratiestromen met een zekere stabiliteit– min of meer stabiele herkomst en bestemmingslanden/-regio’s
86