Bron: www.pjr-media.net/.../A%2005%20rope%20skipping%20tricks.doc1.doc 65
5 ROPE SKIPPING ‘TRICKS’ VOOR EEN INITIATIELES
5.1 INLEIDING
In dit hoofdstuk worden de belangrijkste ,tr icks’ voor een
init iatieles omschreven. Voor elke ‘trick’ werd er een foutenanalyse
en een differentiat ie vermeld.
5.2 ROPE SKIPPING ‘TRICKS’ VOOR BEGINNERS
5 . 2 . 1 ‘ B A S I C T R I C K S S I N G L E R O P E ’ ( B R E V E T 1 ) 1 ) ‘ S i d e s w i n g ’
De springer vertrekt vanuit de uitgangshouding, zwaait
het touw over het hoofd en brengt zi jn twee armen
samen. Hij zwaait het touw naast zich. Wanneer het
touw terug bovenaan is opent hij z i jn armen en springt
over het touw.
F o u t e n a n a l y s e
Het touw zwaait schuin naar achter (naast een l i jn op
de vloer gaan staan. Het touw moet vooraan de l i jn raken en over
de l i jn naar achter gezwaaid worden).
D i f f e r e n t i a t i e
• Oefening al springend uitvoeren d.w.z. ook springen wanneer het
touw naast het l ichaam zwaait.
• Met een ‘speedstep’: ‘side swing’ als de ene voet op de grond
komt, armen openen en over het touw springen met de andere
voet.
Bron: www.pjr-media.net/.../A%2005%20rope%20skipping%20tricks.doc1.doc 66
• Met een dubbelsprong: afstoten op het moment dat het touw de
grond raakt bij de ‘side swing’. In de lucht de armen opnieuw
openen en landen over het touw.
2 ) ‘ S i d e s t r a d d l e ’
Springen tot zi jwaartse spreidstand en de voeten terug
aansluiten.
Foutenanalyse
• Te vroeg de benen spreiden.
• Minder goede coördinatie van armen en benen.
Differentiat ie
• De benen voorbij elkaar kruisen en weer openen,
zoals een X.
3 ) ‘ F o r w a r d s t a d d l e ’ :
Springen tot voorwaartse spreidstand en de voeten
terug aansluiten.
Foutenanalyse
• Te vroeg de benen spreiden.
• Minder goede coördinatie van armen en
benen.
Differentiat ie
• Springen met tussensprongen: de springer springt 2 keer en
draait het touw ondertussen 1 keer rond.
Bron: www.pjr-media.net/.../A%2005%20rope%20skipping%20tricks.doc1.doc 67
4 ) ‘ S k i ë r ’
Zijwaarts springen met beide voeten
aangesloten van rechts naar l inks.
Foutenanalyse
• Te veel vanuit de armen.
draaien i.p.v. uit de polsen.
• Verkeerde timing armen en
benen.
Differentiat ie
• I .p.v. de voeten te samen te houden, zi jwaarts van de ene op de
andere voet springen.
5 ) ‘ B e l l ’
Springen met beide voeten aangesloten van voor naar
achter springen.
Foutenanalyse
• Idem ‘Skiër’ .
Differentiat ie
• Met dubbelsprong: de springer draait bij elke
sprong het touw twee maal rond.
6 ) ‘ C r i s s c r o s s ’
De springer zwaait het touw vanuit de uitgangsposit ie over
zi jn hoofd en kruist zi jn armen terwij l ze naar beneden
komen. Dan springt hij over het touw met zi jn armen
gekruist . Wanneer het touw voorbij je hoofd is open je
terug de armen om verder te springen.
Bron: www.pjr-media.net/.../A%2005%20rope%20skipping%20tricks.doc1.doc 68
F o u t e n a n a l y s e
• De armen worden gekruist boven het hoofd maar opnieuw
geopend alvorens te springen (regressie: eerst armbeweging
uitvoeren zonder te springen over het touw en het touw proberen
te vangen met de voeten).
• De armen worden niet ver genoeg gekruist zodat de opening niet
groot genoeg is om er door te springen. Deze fout kan verbeterd
worden op verschi l lende manieren:
Ellebogen op elkaar en schouders naar elkaar
toebrengen.
Met je handen naar je rug reiken.
Het touw met gekruiste armen voor de voeten
brengen en een zo groot mogeli jke opening maken
door de armen ver opzij te brengen. Het touw dan
met de polsbeweging naar voor zwaaien en als het
terugkomt erover springen.
Achter de springer staan en de armen mee
begeleiden.
• De springer slaagt erin over het touw te springen maar kri jgt het
niet terug over zi jn hoofd gedraaid. (Meer met de polsen
draaien wanneer de armen gekruist zi jn.)
D i f f e r e n t i a t i e
• Verschil lende ‘criss crosses’ achter elkaar uitvoeren zonder de
armen te openen.
• De beweging uitvoeren met een ‘speedstep'.
• De beweging uitvoeren met een dubbelsprong.
Bron: www.pjr-media.net/.../A%2005%20rope%20skipping%20tricks.doc1.doc 69
7 ) ‘ R e g u l a r 3 6 0 ’
Deze ‘trick’ bestaat uit 2 halve
draaien. De springer start met het
touw achter zi jn voeten. Hij zwaait
het touw over zi jn hoofd en brengt
zi jn handen samen voor een ‘side
swing’ naar rechts. Zodra het touw
de grond raakt draait hij zich om (hi j volgt dus het touw). Zijn armen
draaien het touw verder rugwaarts en hij springt rugwaarts over het
touw. Na de rugwaartse sprong draait hij onmiddell i jk door naar rechts
zodat hij , wanneer het touw terug beneden is, voorwaarts over het touw
kan springen.
F o u t e n a n a l y s e
• Eerste ½ draai:
Het touw zwaait zi jdelings i .p.v. voor naar achter
(naast een l i jn gaan staan en het touw over de l i jn
naar achter brengen).
De springer draait zich te vlug om (het touw moet
eerst de grond raken vooraan vooraleer hij zich mag
omdraaien: een merkteken op de grond plaatsen).
• Tweede ½ draai:
De armen draaien verder door boven het hoofd naar
achter (armen uitstrekken na de rugwaarste sprong.
Naar de handen bli jven kijken. Touw vertragen
ti jdens de draai. )
De springer draait te laat opnieuw naar voor. (Na de
rugwaartse sprong landen met de voeten in de
richting van de tweede draai. )
Bron: www.pjr-media.net/.../A%2005%20rope%20skipping%20tricks.doc1.doc 70
D i f f e r e n t i a t i e
• Na de eerste halve draai de armen kruisen en een ‘cr iss cross’
rugwaarts doen, armen na de sprong opnieuw openen ti jdens de
tweede halve draai en voorwaarts over het touw springen.
• Beginnen met ‘criss cross’ voorwaarts. Als de rechterarm bij de
‘criss cross’ bovenaan is, omdraaien naar l inks en rugwaarste
‘criss cross’ doen met de l inkerarm boven de rechter, verder
doordraaien naar voor en eindigen met een voorwaartse ‘criss
cross’ met de rechterarm terug bovenaan.
• ‘Mad dog’: deze ‘tr ick’ is bijna hetzelfde als de ‘360°’. Het
eerste deel is identiek maar in plaats van verder door te draaien
naar rechts, draait de springer terug voorwaarts naar l inks (dus
vanwaar hij kwam).
8 ) ‘ C a n - c a n ’
De ‘Can-can’ l i jkt simpel maar is voor velen
een moeil i jke tr ick. De beweging bestaat uit
vier sprongen: de eerste sprong op de
l inkervoet met de rechterknie geheven, de
tweede sprong met voeten de te samen, de
derde sprong op de l inkervoet met het
rechterbeen gestrekt geheven
en de vierde sprong opnieuw met de voeten te samen. Het touw draait
dus vier keer rond.
F o u t e n a n a l y s e
• Het touw draait maar twee keer rond. (De ‘trick’ heel traag
uitvoeren en bij elke beweging het touw onder de voeten
trekken.)
• Het been dat omhoog gaat komt te vlug terug naar beneden.
(Meetellen om in een geli jk ritme te bli jven. De “trick” zonder
touw inoefenen).
Bron: www.pjr-media.net/.../A%2005%20rope%20skipping%20tricks.doc1.doc 71
D i f f e r e n t i a t i e
• Het touw achterwaarts laten draaien
9 ) ‘ S i d e s w i n g c r i s s c r o s s ’
Dit is een combinatie van de ‘side swing’ en de ’criss
cross’. Na een ‘side swing’ rechts kruist de springer zi jn
rechterarm over zi jn l inker en springt dan over het touw.
Hij opent zi jn armen terwij l het touw naar boven zwaait
en brengt de handen terug samen voor de ‘side swing’
naar l inks. Na de ‘side swing’ l inks kruist de springer
zi jn l inkerarm over de rechter terwij l het touw terug naar
beneden komt.
F o u t e n a n a l y s e
• De armen worden al gekruist t i jdens de ‘side swing’ (handen
naast elkaar houden ti jdens de ‘side swing’ en armen pas
kruisen als het touw naar beneden komt).
D i f f e r e n t i a t i e
• Ook springen ti jdens de ‘side swing’.
• Beweging utvoeren met ‘speedstep’.
• Beweging uitvoeren met dubbelsprong (afstoten op het moment
dat het touw de grond raakt bij de ‘side swing’ en in de lucht de
armen kruisen. Landen over het touw met gekruiste armen.
Bron: www.pjr-media.net/.../A%2005%20rope%20skipping%20tricks.doc1.doc 72
1 0 ) ‘ D o u b l e u n d e r ’
Bij een ‘double under’ maakt de
springer een dubbele omwentel ing
met het touw in 1 sprong.
Foutenanalyse
• Te traag draaien (meer
vanuit de pols draaien).
D i f f e r e n t i a t i e
• ‘Double under’ achterwaarts: de springer maakt een dubbele
achterwaartse omwenteling met het touw in 1 sprong.
• ‘360°’ uitvoeren met 2 ‘double’ sprongen: afstoten wanneer het
touw vooraan de grond raakt voor de ‘side swing’, in de lucht
een halve draai maken en landen wanneer het touw rugwaarts
onder de voeten doorgezwaaid is. Bij de volgende halve draai
het touw tweemaal voorwaarts rond draaien vooraleer te landen.
Bron: www.pjr-media.net/.../A%2005%20rope%20skipping%20tricks.doc1.doc 73
5 . 2 . 2 ‘ D O U B L E D U T C H T R I C K S ’ V O O R B E G I N N E R S ( B R E V E T 1 )
1 ) D r a a i t e c h n i e k
De draaier staat rechtop, voeten op
schouderbreedte armen l ichtjes weg van het
l ichaam, onderarmen gebogen in een hoek van 90°.
De armen maken afwisselend een cirkelvormige
beweging binnenwaarts (l inkerarm draait in
wijzerzin, rechterarm in tegenwijzerzin) zodat het
ene touw boven is als het andere de grond raakt.
De handen mogen hierbij de middell i jn van het l ichaam niet
overschrijden.
Om te starten, staan beide draaiers ver uit elkaar, zodat de touwen
de grond niet raken. De touwen worden aan de handvatjes
vastgehouden met de duimen opwaarts. De touwen worden
binnenwaarts gedraaid terwij l er met de duimen afwisselend links
en rechts langs de wangen gestreken wordt waarbij er kleine
cirkelvormige bewegingen worden gemaakt. Langzaam stappen de
draaiers naar elkaar toe totdat de touwen de grond raken in het
midden. Belangrijk is dat de touwen in hetzelfde ritme
rondgedraaid worden.
F o u t e n a n a l y s e
• De draaiers trekken de touwen naar achter bij de neerwaartse
beweging (je inbeelden dat de handvatjes kri jt jes zi jn waarmee
een cirkel getekend moet worden op een bord: de hand moeten
dus in hetzelfde vlak bewegen)
• Er wordt met de pols gedraaid (duimen omhoog houden t i jdens
het draaien)
• Het ene touw komt sneller dan het andere (goed luisteren naar
het t ikken van de touwen op de grond en meetel len)
Bron: www.pjr-media.net/.../A%2005%20rope%20skipping%20tricks.doc1.doc 74
• De armen ‘kruisen’ elkaar waardoor de touwen elkaar raken
(el lebogen verder van het l ichaam houden, de cirkels die je op
het denkbeeldige bord tekent mogen elkaar niet overlappen),
helper achter de draaier zetten die de armen moet blokkeren ter
hoogte van de el lebogen
2 ) i n - e n u i t s p r i n g e n
Inspringen
De draaiers draaien de touwen in een
ritmische, constante beweging met de
hand het dichtst bij de inkomende
springer. Wanneer het touw op zijn
hoogst is, stapt de springer naar voor
en springt over het touw dat naar hem
toekomt, ervoor zorgend dat hi j juist in het midden tussen de 2 draaiers
staat. De draaiers kunnen verbaal ondersteunen: zi j tel len telkens een
touw de grond raakt en beginnen te tellen op het dichtste touw: ‘1, 2, 3,
STAP, SPRING’. De springer zet dus na 3 tellen een stap naar voor en
springt over het touw dat naar hem toe komt. In de touwen zelf moet je
telkens over een touw springen (dus geen tussensprongen).
Uitspringen
Het uitspringen wordt het best gecombineerd met het inspringen.
Wanneer de springer op een correcte manier ingesprongen is over het
dichtste touw, springt hij voorwaarts over het andere touw en springt
dan uit aan de tegenovergestelde kant (de beweging verloopt dus
diagonaal).
Er wordt dus 3 maal gesprongen: 1 = inspringen, 2 = voorwaarts
springen, 3 = uitgaan. Let op, het in -en uitspringen gebeurt over
hetzelfde touw. Het voordeel van deze werkwijze is dat de springer niet
moet nadenken over welk touw hij moet springen en dat het in- en
Bron: www.pjr-media.net/.../A%2005%20rope%20skipping%20tricks.doc1.doc 75
uitspringen vlot kan worden ingeoefend zonder al te lange wachtti jden
voor de andere springers.
F o u t e n a n a l y s e
• De springer springt niet ver genoeg naar het midden bij het
inspringen (merkteken op de grond maken).
• De springer springt niet in het ritme van de touwen (naast de
touwen springen en meetel len, samen springen met iemand die
wel het juiste ritme heeft: eventueel handen geven).
• Bij het uitspringen springt de springer ter plaatse en loopt dan
uit (ver naar voor over het touw springen: je moet landen uit de
touwen naast de draaier).
• Bij het uitspringen wordt de springer geraakt door het touw
(kegel plaatsen op 1 meter afstand van de draaier aan de kant
waar uitgesprongen wordt; de springer moet tussen de kegel en
de draaier uitspringen.
Om uit te springen na een onbepaald aantal sprongen begint de springer
te tellen wanneer het touw langs de kant waar hij wil uitgaan de grond
raakt. Wanneer hi j l inks wil uitgaan telt hij “ready” als hij over het
l inkertouw springt, ‘set als hij over het rechtertouw springt. En na dat
hij op “go” over het l inkertouw terug gesprongen heeft , springt hij over
het volgende (=rechter) touw langs l inks uit .
D i f f e r e n t i a t i e
• Zo vlug mogeli jk na elkaar inspringen.
• In één sprong in –en uit (ver over het dichtste touw springen).
Spelvormen
• Zo vlug mogeli jk 100 rotat ies maken.
• Zo vlug mogeli jk al draaiend gaan zitten en terug rechtstaan
zonder dat de touwen elkaar raken.
Bron: www.pjr-media.net/.../A%2005%20rope%20skipping%20tricks.doc1.doc 76
• Dwars op de touwen inspringen (met 1 of meerdere springers
tegeli jk).
• Dwars inspringen en vertrekken van de twee kanten (springers
springen afwisselend over l inker –en rechtertouw en wisselen
van kant).
• ‘kat en muis’ : leerl ing 1 probeert leerling 2 te t ikken terwij l ze in
–uitspringen in een 8
3 ) ‘ t r i c k s ’
Alle basissprongen met voetwerk (‘Side’ en ‘forward straddle’, ‘Skiër’,
‘Bell ’ ,…) van in ‘single rope’ kunnen in de touwen uitgevoerd worden.
Voorbeeld oefening:
1. inspringen
2. tweemaal 360° draaien in 8 sprongen naar rechts
3. tweemaal 360° draaien in 8 sprongen naar l inks
4. tweemaal ‘side straddle’
5. tweemaal ‘forward straddle’ (1x l inkervoet voor, 1x
rechtervoet voor)
6. acht ‘can-cans’
7. uitspringen langs de tegenovergestelde kant
4 ) ‘ R o p e i n s i d e ’
Dit is een ‘basistr ick’ die bij
beginnende springers erg in trek is.
De springer houdt een touw (‘single
rope’) vast, achter de rug, bi j het
inspringen. Eenmaal het juiste ritme
gevonden is, begint hij het touw te
draaien in het ritme van de ‘double
dutch’ touwen.
Bron: www.pjr-media.net/.../A%2005%20rope%20skipping%20tricks.doc1.doc 77
D i f f e r e n t i a t i e
• Alle ‘single rope tr icks’ zi jn mogeli jk zolang de springer maar in
het r itme van de ‘double dutch’ touwen bli jft springen.
5 ) ‘ s p e e d s k i p p i n g ’
De ‘speedstep’ is een loopbeweging. Bij elke draaibeweging van het
touw wordt er afwisselend met rechter –en linkervoet gesprongen. Als
de springer l inks staat van de draaier bij het inspringen moet hij landen
op de rechtervoet. De loopsnelheid wordt traag en regelmatig
opgevoerd zodat de draaiers de t i jd hebben om zich aan te passen aan
het loopritme.
Bron: www.pjr-media.net/.../A%2005%20rope%20skipping%20tricks.doc1.doc 78
5.3 ROPE SKIPPING ‘TRICKS’ VOOR GEVORDERDEN
5 . 3 . 1 ‘ S I N G L E R O P E T R I C K S ’ V O O R G E V O R D E R D E N
( B R E V E T 2 )
1 ) ‘ C r o u g a r ’
De springer zwaait het touw over zi jn
hoofd en brengt zi jn rechterarm langs
binnen onder het rechterbeen dat
geheven is. Hij springt dan op zijn
l inkerbeen over het touw. Wanneer het
touw weer over zi jn hoofd komt, brengt
hij zi jn rechterhand van onder zi jn been
bij zi jn l inkerhand en doet een ‘side swing’ l inks. Hij springt dus maar
één keer over zi jn touw.
F o u t e n a n a l y s e
• De arm zit niet ver genoeg onder het been ( je moet je hand
kunnen wuiven naar iemand die voor je staat).
• Het been zakt te vlug (been hoog houden tot je het touw opnieuw
ziet).
• De romp buigt voorwaarts (naar voor bl i jven kijken).
D i f f e r e n t i a t i e
• De ‘tr ick’ onder het andere been uitvoeren
• Armen kruisen op het einde in plaats van ‘side swing’
Bron: www.pjr-media.net/.../A%2005%20rope%20skipping%20tricks.doc1.doc 79
2 ) ‘ T o a d ’
De springer springt op zijn l inkerbeen terwi j l hij zi jn
rechterbeen terwij l hij z i jn rechterbeen zo hoog mogeli jk
heft (knie gebogen). Ti jdens deze sprong doet hij een
‘criss cross’ met de armen en brengt zi jn l inkerarm onder
het geheven been. Zodra het touw over zi jn hoofd komt,
opent hij z i jn armen en springt op zijn rechterbeen over
het touw.
F o u t e n a n a l y s e
• Het touw komt na de eerste sprong niet terug over het hoofd van
de springer (been hoog houden, romp rechtop, arm ver onder
been, polsen draaien; een paar keer achter elkaar met gekruiste
armen en op 1 been over het touw springen)Armen worden te
vroeg te vroeg opnieuw geopend na de ‘criss cross’ (wachten tot
het over het hoofd is en je het touw ziet).
• Armen worden te laat geopend (touw heel traag draaien).
• Been zakt te snel (het geheven been hoog houden tot het over
het hoofd is; vooral kleine kinderen hebben hier soms een
gebrek aan kracht in de dijspieren; dit kan geoefend worden
door veel op 1 been te springen met het ander been geheven of
door ‘can-cans’ te doen).
• Linkerbeen bli j ft in het touw hangen wanneer hij op zi jn
rechterbeen landt ( l inkerbeen niet te ver naar achter brengen of
trachten op twee voeten te samen te landen.
D i f f e r e n t i a t i e
• De ‘tr ick’ uitvoeren langs de andere kant.
• De ‘tr ick’ combineren met een ‘side swing’ voor de ‘toad’ (zoals
‘side swing criss cross’) .
Bron: www.pjr-media.net/.../A%2005%20rope%20skipping%20tricks.doc1.doc 80
3 ) ‘ C a b o o s e ’
De springer vertrekt met het touw
achter de voeten en benen
gespreid op schouderbreedte.
Terwij l hi j het touw over zi jn hoofd
zwaait , buigt hij zi jn romp
voorover en brengt hij zi jn armen
gekruist tussen en achter zi jn benen. Het touw draait vervolgens
verder rond en landt voor zi jn voeten. De springer springt dan over
het touw en brengt zi jn armen terug opwaarts waarbij hij het touw
van tussen benen naar voor trekt. Hij draait ten slotte zi jn armen
door naar achter en springt achterwaarts over het touw.
F o u t e n a n a l y s e
• De armen worden niet ver genoeg gekruist achter de knieën
(diep hurken: romp op de dijen).
• Het touw draait niet over de romp tot voor de voeten (goed met
de polsen draaien; de armen zitten volledig geblokkeerd)
• Het touw botst over de voeten vooraan en de springer kan niet er
niet meer over (het touw ‘neerleggen’ op de grond en vlugger
springen).
D i f f e r e n t i a t i e
• Dezelfde beweging maar de armen niet kruisen achter de knieën
(rechterarm achter rechterknie en l inkerarm achter l inkerknie).
• De rugwaartse sprong op het einde met een rugwaartse ‘criss
cross’.
Bron: www.pjr-media.net/.../A%2005%20rope%20skipping%20tricks.doc1.doc 81
4 ) ‘ E B ’
De springer zwaait het touw over zi jn hoofd en brengt
zi jn handen samen voor een ‘side swing’ naar l inks.
Zodra zi jn l inkerarm naast zi jn l ichaam is, plooit hij die
achter zi jn rug. Het touw draait verder over zi jn hoofd
en hij springt erover als het touw voor zi jn voeten komt.
Als het touw dan terug over zi jn hoofd komt, opent hij
zi jn rechterarm terwij l de l inkerarm op de rug bli j ft . Het touw
zwaait nu langs de rechterkant van de springer. Op het moment dat
het touw de grond raakt, opent hij ook de l inkerarm zodat hij weer
over het touw kan springen als het vooraan komt.
Foutenanalyse
• Het touw wordt zi jdelings gezwaaid i.p.v. van voor naar achter
(naast een l i jn staan en het touw over de l i jn naar achter
zwaaien bij de ‘side swing’).
• De arm op de rug wordt te hoog gehouden waardoor het touw
niet recht voor de voeten komt vooraan (de hand naar de heup
brengen).
• Het touw komt niet terug over het hoofd (meer met de polsen
draaien).
Differentiatie
• De beweging langs de andere kant proberen.
• De ‘tr ick’ uitvoeren met een dubbelsprong.
Bron: www.pjr-media.net/.../A%2005%20rope%20skipping%20tricks.doc1.doc 82
5 . 3 . 2 ‘ D O U B L E D U T C H T R I C K S ’ V O O R G E V O R D E R D E N ( B R E V E T 2 )
1 ) ‘ P u s h u p ’
De springer buigt zi jn benen op
‘go’. Hij raakt zi jn enkels met de
handen en houdt zi jn schouders
naar voor. Vanuit gehurkte
houding springt hij tot voorlingse handen- en voetensteun. Zijn
handen komen hierbij samen op de grond en terug tot hurkstand.
Foutenanalyse
• De springer landt eerst op zi jn handen (langer wachten om de
handen te plaatsen: armen wat intrekken bij het opspringen).
• De springer ‘duikt’ naar voor ( ‘push up’ oefenen buiten de
touwen: springen tot hurkstand op een l i jn; tot voorl ingse
handen- en voetensteun springen waarbij een l i jn tussen handen
en voeten bli jft ).
• De touwen raken zijn handen wanneer hi j terug rechtspringt
(harder afduwen met de handen en armen intrekken: niet
zi jwaarts zwaaien).
• De springer landt op de touwen bij het rechtspringen (bekken
hoger heffen en goed afduwen op de voeten).
Differentiatie
• Verschil lende ‘push ups’ na elkaar
• Afwisselend op l inker –en rechterhand steunen
Bron: www.pjr-media.net/.../A%2005%20rope%20skipping%20tricks.doc1.doc 83
2 ) ‘ D o u b l e s ’
De springer springt hoog op en de draaiers draaien beide touwen
onder zi jn voeten door vooraleer hij landt.
Deze ‘trick’ moet eerst ingeoefend worden zonder
springer. Op signaal draaien de springers beide
touwen sneller rond en vertragen ze daarna weer
tot het oorspronkeli jke ri tme. Belangrijk is op
voorhand af te spreken over welk touw begonnen
wordt.
Foutenanalyse
• De springer of draaiers gaan uit het ritme (verbaal
ondersteunen: 1,2… 1,2…).
Differentiatie
• Verschil lende ‘doubles’ achter elkaar utvoeren.
• De benen naar achter brengen of spreiden in de lucht.
Bron: www.pjr-media.net/.../A%2005%20rope%20skipping%20tricks.doc1.doc 84
3 ) ‘ S p i d e r ’
De springer buigt zi jn benen op ‘go’. Hi j
kruist hierbij zi jn armen tussen zijn
benen en neemt zi jn enkels vast. In
deze houding springt hij een paar keer.
Foutenanalyse
• Niet diep genoeg door de benen buigen (je moet je enkels
vasthouden).
Differentiatie
• In ‘spider’ enkele keren rond draaien (halve of hele draai).
Bron: www.pjr-media.net/.../A%2005%20rope%20skipping%20tricks.doc1.doc 85
5.4 ROPE SKIPPING ‘TRICKS’ VOOR ‘2 PEOPLE AND ONE ROPE’
De springers staan dicht bij elkaar. De ene heeft een handvatje in
zi jn l inkerhand, de andere in zi jn rechterhand. Vanuit die positie
kunnen zij een groot aantal ‘tricks’ doen.
Differentiatie
• Alle ‘basic tricks’ met de voeten.
• Samen binnenwaarts draaien (de touwen
maakt een swing tussen de 2 springers
terwij l ze 360° draaien)
• Samen buitenwaarts draaien (beide
springers draaien zich buitenwaarts
terwij l het touw over hun hoofd komt en nemen het handvatje over
in hun andere hand; na de draai zwaait het touw verder door en
draaien de springers nu rugwaarts. Om terug voorwaarts te komen
draaien de springers verder door en wisselen ze opnieuw het
handvatje van hand.
Bron: www.pjr-media.net/.../A%2005%20rope%20skipping%20tricks.doc1.doc 86
5.5 ROPE SKIPPING ‘TRICKS’ VOOR ‘WHEELS’
5 . 5 . 1 ‘ 2 - W H E E L ’
Twee springers staan naast elkaar met twee
touwen. De springers hebben 1 handvat vast
van elk touw. Beide springers draaien de
armen afwisselend rond en springen om de
beurten over het touw. Ze beginnen te
draaien met het bovenste (of achterste touw).
De springers moeten steeds op twee voeten
samen springen en met een tussensprong.
Om het juiste ritme aan te houden moet de tussensprong even hoog zijn
als de sprong over het touw.
5 . 5 . 2 ‘ 3 - W H E E L '
3 springers staan naast elkaar. De
buitenste springers hebben elk een
handvat van hun eigen touw en een
touw van de middelste springer vast.
De middelste springer heeft in elke
hand een handvat vast van het touw
van de buitenste springer en draait , in
tegenstel l ing tot de buitenste springers, met zi jn armen samen.
Het eigenaardige aan deze techniek is dat hij over het touw springt
als zi jn handen bovenaan zijn. De buitenste springers doen
hetzelfde als bi j ‘2-wheel’.
Bron: www.pjr-media.net/.../A%2005%20rope%20skipping%20tricks.doc1.doc 87
5 . 5 . 3 ‘ 4 - W H E E L ’
Bij een ‘wheel’ met vier springers
draaien de 2 middenste springers
met hun armen te samen. De twee
buitenste springers draaien als een
gewoon ‘wheel’.
De opstel l ing is zoals bi j een ‘3-wheel’ waar nog een springer wordt aan
toegevoegd.
Bron: www.pjr-media.net/.../A%2005%20rope%20skipping%20tricks.doc1.doc 88
5.6 ROPE SKIPPING ‘TRICKS’ VOOR ‘LONG ROPE’
5 . 6 . 1 ‘ S I N G L E L O N G R O P E ’
Single Long Rope (9m) is ideaal om
een init iat ieles te beëindigen. Als
het touw bovenaan is loopt de
springer er onderdoor zodat hi j in
het midden is als de touw de grond
raakt.
Spelletjes:
• Met zoveel mogeli jk te samen in het touw springen.
• Met je groep zoveel mogeli jk sprongen na elkaar maken.
• Wie tegen het touw springt valt uit.
5 . 6 . 2 ‘ M U L T I P L E L O N G R O P E S ’
In een init iatieles is ‘kruis’ steeds
populair bij de leerl ingen. Het ziet
er spectaculair uit en is bovendien
vri j eenvoudig. Voor ‘kruis’ worden
2 lange touwen te samen
rondgedraaid. De draaiers draaien
de touwen naar de inkomende
springer(s) toe.
Bron: www.pjr-media.net/.../A%2005%20rope%20skipping%20tricks.doc1.doc 89
5.7 BESLUIT
Deze ‘tr icks’ vormen de basis om goede Rope Skipping® init iatieles
te kunnen opbouwen. Deze ‘tricks’ zi jn echter maar een klein deel
van het aantal mogeli jkheden dat Rope Skipping® te bieden heeft .
Op basis van deze ‘tricks’ werden de brevetten in het praktisch
gedeelte uitgewerkt.
Top Related