Schoolgids Stanislascollege Praktijkonderwijs
Transcript of Schoolgids Stanislascollege Praktijkonderwijs
Praktijkonderwijs
Schoolgids17 18
<< terug naar inhoudsopgave
2
Praktijkonderwijs
Bezoek-/postadres
P.C. Boutenslaan 2012283 EZ Rijswijk
Contact
telefoon 070 394 05 65e-mail [email protected]
Contact met een medewerker
U kunt alle medewerkers van het Stanislascollege per e-mail bereiken door de vierletterige afkorting te gebruiken met daarachter @stanislascollege.nl. Een alfabetische lijst met medewerkers en bijbehorende afkortingen is opgenomen op pagina 42.
Ziekmelden Tussen 8:15 en 9:00 uur op telefoonnummer 070 394 05 65
<< terug naar inhoudsopgave
3
VoorwoordStanislascollege Praktijkonderwijs is een kleinschalige school met veel aandacht voor elke leerling. Elke dag zetten wij ons in om onze leerlingen voor te bereiden op hun toekomstige rol in de maatschappij mét oog voor de medemens.
In deze schoolgids staat praktische informatie over onze school en het huidige schooljaar. Daarnaast voldoet deze gids aan eisen voor de wettelijk vastgestelde inhoud die de overheid aan schoolgidsen verbindt.Onze onderwijsambities voor de langere termijn staan beschreven in het schoolplan.
Namens de directie en alle medewerkers wens ik onze leerlingen een succesvol schooljaar toe.
Veel leesplezier,
Han van Beek
Directeur
42
31Profiel van de school
1.1 Stanislascollege Praktijkonderwijs: Talent ben jij zelf 7
1.2 Missie en visie 71.3 Identiteit en de Ignatiaanse pedagogiek 81.4 Onderwijsdoelen 91.5 Onderwijsaanbod 9
Inrichting onderwijs3.1 Lestijden 153.2 Lesuitval 153.3 Lessentabel 163.4 Stage 173.5 Vakken 173.6 Arbeidstrainingcentrum (ATC) 183.7 Uitstroom en nazorg 18
Organisatie2.1 Organisatiestructuur 112.3 Medezeggenschapsraad 122.4 Werkgroepen en beraden 122.5 De scholengemeenschap Stanislascollege en Lucas onderwijs 13
Begeleiding van leerlingen4.1 Passend onderwijs 204.2 Studiebegeleiding 20
4.2.1 Coachingsgesprekken 204.2.2 IOP-gesprekken en OOP-gesprek 204.2.3 Mentorlessen 204.2.4 Individueel Ontwikkelings Plan (IOP) 214.2.5 Remedial teaching 21
4.3 Extra begeleiding in de school 224.3.1 Leerlingen met problemen
op het gebied van sociale vaardigheid 224.3.2 Faalangstreductietraining 224.3.3 Extra ondersteuning 224.3.4 Leerlingen met klachten over seksuele
intimidatie en discriminatie op school 224.3.5 Leerlingen met persoonlijke problemen:
intern zorgteam 224.4 Externe zorginstanties 23
4.4.1 Jeugdgezondheidszorg Zuid-Holland West 234.4.2 Bovenschoolse voorziening 244.4.3 Leerplicht / Bureau HALT 25
4.5 Veilig thuis: meldcode kindermishandeling 25
5
9 87
6Communicatie5.1 Leerlingvolgsysteem Magister 5.2 Contacten met ouders 27
5.2.1 De mentor: de eerste contactpersoon 275.2.2 IOP-gesprekken met ouders/verzorgers 27
5.3 Informatieverstrekking gescheiden ouders 285.4 Wijziging van gegevens 285.5 Website en social media 28
Afspraken7.1 Algemene schoolregels 327.2 Verzuim, te laat, verlof en
verwijdering uit de les 337.3 Ziekte 337.4 Veiligheid en gedragscode 347.5 Verlies en beschadiging van
eigendommen 347.6 Ontruiming van het gebouw 347.7 Klachten en geschillen 35
Bijlagen9.1 Vakanties schooljaar 2016-2017 409.2 Calendarium 2016-2017 409.3 Contact 419.4 Lijst met medewerkers 429.5 Publicaties 43
Kwaliteit 6.1 Kwaliteitsbeleid 30 6.2 Opbrengsten 30
Financiën8.1 Schoolbijdrage 378.2 Incidentele kosten 378.3 Annulering 378.4 Schade 378.5 Verzekeringen 378.6 Tegemoetkoming studiekosten 38
<< terug naar inhoudsopgave
6
1Stanislascollege Praktijkonderwijs is een kleine school waar iedereen elkaar kent. De klassen zijn klein. Zo kan de docent elke leerling genoeg aandacht geven. De school is gelegen in een gezellige woonwijk in Rijswijk en op loopafstand van het station. De school beschikt over prachtige praktijk-ruimtes waar allerlei werksituaties goed kunnen worden gesimuleerd.
Profiel van de school
<< terug naar inhoudsopgave
7
1.1 Stanislascollege Praktijkonderwijs: Talent ben jij zelf
Vanuit de gedachte dat elke leerling talent heeft, stimuleren wij onze leerlingen om hun eigen mogelijkheden en kansen zo goed mogelijk te benutten. Wij bieden onderwijs op maat. Elke leerling krijgt leerdoelen die passen bij zijn/haar mogelijkheden en kansen. Dit gebeurt in een veilige, vertrouwde, uitdagende en sterke leeromgeving, waar de leerling zich prettig voelt. Wij werken met ervarend en gepersonaliseerd leren, dat betekent leren door doen en leren op de manier en het niveau dat de leerling aankan. Dit zorgt ervoor dat leerlingen betrokken zijn bij de leerstof en het leerproces.
1.2 Missie en visie
Missie
Wij willen leerlingen niet alleen een uitstekende
opleiding geven, maar hen ook helpen om uit te
groeien tot verantwoordelijke volwassenen die
hun talenten willen ontplooien en oog hebben voor
anderen.
De kernwaarden van het Stanislascollege zijn:
Heel de mens
Niet alleen kennisontwikkeling maar ook de vorming en ontplooiing van talenten en waarden staan centraal. Nieuwe ervaringen gaan deel uitmaken van de belevingswereld van de leerlingen; we stimuleren hen hierop te reflecteren.
Oog voor de ander
Medewerkers en leerlingen werken en leren in een sfeer van samenwerking en collegialiteit. Er is respect voor menselijke verhoudingen en culturen.
Hoge doelen nastreven
Iedereen wordt gestimuleerd het beste uit zichzelf te halen en talenten te ontwikkelen.
Visie
Wij willen onze leerlingen een goede opleiding geven,
waarbinnen ze uitgroeien tot verantwoordelijke
volwassenen die hun talenten willen ontwikkelen
en oog hebben voor anderen. Wij zien
vorming en opvoeding als een gezamenlijke
verantwoordelijkheid van ouders en school, met de
school als onderwijsprofessional en de ouders als
ervaringsdeskundigen.
profiel van de school
<< terug naar inhoudsopgave
8
profiel van de school
1.3 Identiteit en de Ignatiaanse Pedagogiek
Het Stanislascollege is het enige Jezuïetencollege in Nederland, maar één van de ruim 2000 in de wereld. Jezuïetenscholen hanteren de Ignatiaanse Pedagogiek. In de Ignatiaanse Pedagogiek: is het onderwijs gericht op uitgroei en rijping van ‘heel
de mens’, dus niet alleen op kennisverwerving, maar ook op de ontplooiing van de affectieve, motorische, creatieve, intuïtieve, sociale en religieuze vermogens;
wordt aan leerlingen een veilige leeromgeving geboden waarin zij zich geborgen weten en waarin zij zorg en persoonlijke aandacht krijgen. De principes van ’positive behaviour support’ zijn hierbij behulpzaam;
streven we naar ervarend en gepersonaliseerd leren, zodat leerlingen persoonlijk betrokken zijn bij de leerstof en het leerproces, en hierover reflecteren.
Klik voor de brochure ‘Ignatiaanse
Pedagogiek op het Stanislascollege’
Praktijkonderwijs en identiteitOp onze school zitten leerlingen vanuit verschillende culturele en levensbeschouwelijke groepen. De leraren staan voor de taak abstracte begrippen praktisch en begrijpelijk te vertalen. Daarbij gaat het om de volgende aspecten: het omgaan met elkaar; het pedagogisch handelen; het onderwijs; het omgaan met levensbeschouwingen.
De komende jaren willen we nadrukkelijk in het onderwijs opnemen dat de leerlingen kennis nemen van de diverse levensbeschouwelijke richtingen en worden geholpen bij het ontwikkelen van een eigen levensvisie. We zien het als onze taak om aan de leerlingen mee te geven: dat denken en praten over je innerlijke drijfveren heel
prettig is; dat je als mens meer kunt betekenen voor de wereld; dat geloof, hoop en liefde nooit aan kracht kunnen
inboeten.
We leren kinderen respectvol om te gaan met elkaars verschillen en overeenkomsten. Daarbij gaan wij uit van wat ons bindt in plaats van wat ons scheidt.
<< terug naar inhoudsopgave
9
profiel van de school
1.4 Onderwijsdoelen
De hoofddoelstelling en tevens maatschappelijke opdracht van het praktijkonderwijs is om leerlingen voor te bereiden op zelfstandig functioneren en participeren in de maatschappij. Hierbij staan vier domeinen centraal: wonen, werken, vrije tijd en burgerschap.
Sociale redzaamheidNa het doorlopen van het praktijkonderwijs kunnen leerlingen zelfstandig en volwaardig participeren in de maatschappij. Ze zijn in staat zelfstandig te werken, te wonen, hun vrije tijd zinvol te besteden en burger te zijn.
Werknemerschap en arbeidsgeschiktheidLeerlingen ontwikkelen een aantal algemene competenties en daarnaast een aantal specifieke, gerelateerd aan het beroep dat bij hen past. Het praktijkonderwijs gaat daarbij uit van de individuele mogelijkheden en talenten van leerlingen. De leerling is in staat om via onderwijs- en stagetrajecten arbeid te verwerven, te verrichten en te behouden in een bedrijf of instelling.
Doorstroming naar vervolgonderwijsOm leerlingen die daartoe in staat zijn, door te kunnen laten stromen naar de entree-opleiding, is er een convenant met ROC Mondriaan.
Klik om het schoolplan te openen
1.5 Onderwijsaanbod
Praktijkonderwijs is voortgezet onderwijs. Leerlingen krijgen een groot aantal praktische vakken. Daarnaast krijgen zij aangepaste basisvorming met o.a. de vakken Nederlandse taal, rekenen, praktische arbeids- en loopbaanoriëntatie, maatschappelijke en culturele oriëntatie, informatiekunde en lichamelijke opvoeding. Veel van onze leerlingen gaan na de opleiding praktijkonderwijs aan het werk. Ze worden daarom zo goed mogelijk voorbereid op het uitoefenen van werkzaamheden op de arbeidsmarkt en krijgen de mogelijkheid om tijdens stages in de praktijk te leren. In het vierde en vijfde leerjaar kunnen leerlingen diverse branchegerichte opleidingen volgen.
<< terug naar inhoudsopgave
10
2Stanislascollege Praktijkonderwijs is een kleine en sfeervolle school waar docenten de leerlingen bij naam kennen. De school vormt samen met vijf andere scholen de scholengemeenschap Stanislascollege. Stanislascollege maakt deel uit van de Stichting Lucas Onderwijs.
Organisatie
<< terug naar inhoudsopgave
11
organisatie
2.1 Organisatiestructuur
De dagelijkse leiding van het Stanislascollege Praktijkonderwijs is in handen van het managementteam. Dit team wordt gevormd door de directeur en een teamleider. De directeur is eindverantwoordelijk voor de portefeuilles personeel, organisatie, onderwijs en financiën. De teamleider is integraal verantwoordelijk voor de school. De mentoren vallen onder verantwoordelijkheid van de teamleider. Elke klas heeft een eigen mentor en in het eerste leerjaar daarnaast ook een vast klaslokaal. De school kent per vakgebied een vakdocent voor de praktijkvakken.
2.2 Directie
Managementteam
dhr. J. van Beek directeur
mw. W. Kemper - Koorn teamleider
2.3 (Deel)Medezeggenschapsraad
De deelmedezeggenschapsraad (DMR) heeft inzake formele besluiten van de school advies- of instemmingsrecht, volgens de regels die zijn vastgesteld in een daartoe strekkend reglement. Zij stelt zich ten doel de belangen van de medewerkers, leerlingen en ouders
te behartigen. In de praktijk komt dat er op neer, dat de belangen van de school bevorderd worden. De raad doet dit door de inzet van haar advies- en instemmingsbevoegdheden en door algemene advisering van directie en belangenbehartiging. Afgevaardigden van de DMR’s van de zes scholen van het Stanislascollege vormen de medezeggenschapsraad (DMR) voor zaken die op bovenschools niveau worden besloten. Hierin praten ouders en medewerkers aan de school formeel mee over het beleid van de scholengemeenschap. Een overzicht van de leden van de DMR en MR staan genoemd op de website.
Stanislascollege Praktijkonderwijs
DMR
directeur
teamleider
regiodirecteur
regiomanager
MR
Lucas Onderwijs
Stanislascollege
5 overige scholen
GMR
Raad van Toezicht
regio Delft - VO
managementteam
OOPmentoren/vakdocenten
overige regio’s
<< terug naar inhoudsopgave
12
organisatie
2.4 Werkgroepen en beraden
Werkgroep levensbeschouwelijke vormingOp het Stanislascollege Praktijkonderwijs is een werkgroep bezig met het onderwerp identiteit. De werkgroep denkt mee over alle aspecten van identiteit en levensbeschou-wing in het onderwijs en helpt mee met de organisatie van de vieringen, zoals het kerstfeest en de goede doelen- acties.
Brede werkgroepen en beradenNaast het bovengenoemde zijn er enkele werkgroepen en beraden die overkoepelend over de scholengemeenschap opereren: Werkgroep website en social media
onder voorzitterschap van M.A. van Adrichem Identiteitsraad
onder voorzitterschap van drs. A.P.M. Loogman
<< terug naar inhoudsopgave
13
organisatie
2.5 De scholengemeenschap Stanislascollege en Lucas onderwijs
Het Stanislascollege omvat zes scholen, waarvan drie gehuisvest zijn in Delft, één in Pijnacker en twee in Rijswijk. De scholen in Delft zijn geworteld in de katholieke traditie, terwijl de scholen in Pijnacker en Rijswijk een interconfessionele (RK/PC) identiteit hebben. De scholen van het Stanislascollege delen een gemeenschappelijke visie en pedagogische benadering: de Ignatiaanse Pedagogiek.
Het Stanislascollege maakt deel uit van Stichting Lucas Onderwijs. Onder dit bestuur vallen scholen voor confessioneel en algemeen beschouwend basis- en voortgezet onderwijs in de regio Haaglanden. Stichting Lucas Onderwijs telt circa 4.000 personeelsleden die de zorg hebben voor ruim 33.000 leerlingen.
Binnen Stichting Lucas Onderwijs vormen de zes scholen van het Stanislascollege samen de regio Delft. Aan het hoofd van deze regio staat een regiodirecteur. Hij wordt ondersteund door de regiomanager bedrijfsvoering.Stichting Lucas Onderwijs biedt de scholen ondersteuning vanuit organisatorische kerngebieden als onderwijs, kwaliteit & innovatie, hrm, financiën & administratie, facilitaire zaken en informatiebeheer. De regiodirecteur is verantwoordelijk voor de kwaliteit van onderwijs in de regio. De regiomanager organiseert de ondersteuning. Elke Stanislas-school geeft zelf invulling aan het (onderwijs)beleid van de school.
Directie Regio Delft VO
dhr. drs. A.P.M. Loogman directeur
dhr. drs. N.J. Olsthoorn manager bedrijfsvoering
College van Bestuur Lucas Onderwijs
dhr. E. H van Vliet
mw. dr. mr. I.M. de Bonth-Weekhout
<< terug naar inhoudsopgave
14
3Praktijkonderwijs is voortgezet onderwijs. Leerlingen krijgen veel praktische vakken. Daarnaast krijgen ze AVO-vakken zoals: Nederlands, rekenen, praktische arbeid- en loopbaanoriëntatie, maatschappelijke en culturele oriëntatie, informatiekunde en lichamelijke opvoeding.In het vierde en vijfde leerjaar kunnen leerlingen diverse branchegerichte opleidingen volgen.
Inrichting onderwijs
<< terug naar inhoudsopgave
15
inrichting onderwijs
3.1 Lestijden
lesuur regulier rooster verkort rooster
1 8:30 - 9:20 8:30 - 9:10
2 9:20 - 10:10 9:10 - 9:50
pauze
3 10:25 - 11:15 10:00 - 10:40
4 11:15 - 12:05 10:40 - 11:20
pauze
5 12:35 - 13:25 11:40 - 12:20
6 13:25 - 14:15 12:20 - 13:00
pauze
7 14:30 - 15:20
3.2 Lesuitval
Wij streven ernaar om lesuitval zo veel mogelijk te vermijden. Bij ziekte van een docent wordt een vervangende docent ingezet. Mocht het toch voorkomen dat er lesuitval plaatsvindt, dan wordt aan de leerlingen een brief meegegeven.
<< terug naar inhoudsopgave
16
inrichting onderwijs
3.3 Lessentabel
vaklessen
per week
Leerjaar 1AVOLO ICTwoonhuisBV / techniekCKV mentorles / coaching / Kanjertrainingvoorlichting / burgerschaplevensbeschouwingkokendier en groenmuziek
1032221411221
Leerjaar 2
dier en groen handel en administratietechniek koken zorg AVO levensbeschouwingLO2 / CKV1woonhuismentorles / coaching / Kanjertraining ATCICT
112218132442
Leerjaar 3 met stage
AVOLOICTmentorlesarbeidstraining stage
6222416
vaklessen
per week
Leerjaar 3 zonder stage
AVO incl. sch. TVLOICTmentorles / coaching / Kanjertrainingarbeidstraining / interne stage woonhuislevensbeschouwing
73241221
Leerjaar 4AVOLOICTmentorlesberoepstraining arbeidstrainingstage
41111224
Leerjaar 5AVOICTmentorlesLOstage
4 1 2 124
Leerjaar 5voorbereiding entreeopleiding
AVOICTmentorlesLOarbeidstrainingstage
6 1 1 1 224
<< terug naar inhoudsopgave
17
inrichting onderwijs
3.4 Stage
Leerlingen zoeken zelf of met de hulp van het stagebureau een passende stageplek.Voordat de stage begint is er een kennismaking/sollicitatiegesprek samen met het stagebureau. Tijdens dit gesprek worden werkafspraken gemaakt, die worden verwerkt in een stagecontract. Na ondertekening van het contract door de leerling, de school en de ouders kan gestart worden met het stagelopen. Tijdens de stage komt de stagebegeleider regelmatig langs om te kijken, te horen en te bespreken hoe het gaat. Ouders worden door de mentor en/of stagebegeleider op de hoogte gehouden over het verloop van de stage. De stage wordt afgesloten met een eindgesprek. Indien de stage met een voldoende volbracht is, ontvangt de leerling een stagecertificaat. Dit certificaat wordt toegevoegd aan het persoonlijke portfolio van de leerling. De stages zijn een verplicht onderdeel van ons onderwijs, samen met de leerling wordt er een stage gezocht/geregeld. Indien een leerling niet in staat is om stage te lopen zullen we in gezamenlijkheid kijken naar de mogelijkheden van een leerling, indien gewenst zullen we via de schoolmaatschappelijk werkster een aanvraag indienen voor een begeleide stage.
3.5 Vakken
Op het Stanislascollege Praktijkonderwijs worden de volgende vakken gegeven:
AVO-vakken
AVO is de afkorting van algemeen vormend onderwijs. Hieronder vallen algemene vakken zoals: Nederlands, rekenen, Engels, burgerschap, geschiedenis en aardrijkskunde. AVO-vakken worden in elke klas gegeven.
Praktijkvakken
Op onze school worden diverse praktijkvakken gegeven, zoals: koken, beeldende vorming & techniek, dier & groen, ICT, handel & administratie en woonhuis. Veel praktijkvakken worden in het arbeidstrainingcentrum gegeven.
Overige vakken
Naast de vakken die hierboven genoemd worden krijgen de leerlingen gym, muziek en cultureel kunstzinnige vorming (CKV). Onderdeel van de lessen CKV is onder andere toneel, videobewerking en graffiti.Een overzicht van de vakken die leerlingen per schooljaar volgen, is te zien in de lessentabel, hoofdstuk 3.3.
3.5.1 Branchgerichte opleidingenIn het vierde en vijfde leerjaar kunnen leerlingen diverse branchegerichte opleidingen volgen, zoals: schoonmaak in de groothuishouding, heftruck certificaat, horeca, winkel, techniek, groen en EHBOIn samenwerking met ‘Centrum 16/22’ bieden wij aan alle leerlingen een sollicitatie- en sociale vaardigheidstraining aan.
<< terug naar inhoudsopgave
18
inrichting onderwijs
3.6 Arbeidstrainingcentrum (ATC)
Vanaf de tweede klas krijgen leerlingen lessen in het ATC. Leerlingen maken kennis met verschillende vakgebieden zoals: autopoets, techniek, schilderen, horeca, zorg & welzijn en winkel/handel & administratie. Door te werken in het ATC ontdekken de leerlingen wat hen aanspreekt en waar ze goed in zijn. Dit helpt hen bij het kiezen van een richting waar ze zich in de toekomst verder in willen ontwikkelen.
3.7 Examinering
Binnen het praktijkonderwijs kunnen leerlingen het praktijkonderwijsdiploma halen. De leerling moet dan aan de volgende eisen voldoen: De leerling moet gedurende zijn/haar schoolcarrière
een aanwezigheid hebben van minimaal 80%. Het portfolio moet in orde zijn en aan de eisen voldoen
die gesteld worden volgens de examenregels. Er moeten voldoende afgeronde stages zijn die met
een voldoende zijn afgesloten. De leerling moet tijdens een mondeling examen
kunnen uitleggen wat de leerling allemaal heeft geleerd en wat zij/hij heeft gedaan om dit te bereiken.
3.8 Uitstroom en nazorg
Na het behalen van het diploma stromen leerlingen onder andere uit naar: beschermde werkplekken (sociale werkvoorziening); UWV; vrij bedrijf, al dan niet met een jobcoach; mbo; duaal traject: werken en leren.
Nazorg
Werken en/of werken en leren is geen gemakkelijke zaak. De praktijk leert dat na onze opleiding veel nieuwe zaken op onze leerlingen afkomen. Ondersteuning en begeleiding vanuit school is een onderdeel van de nazorg. De school blijft leerlingen twee jaar volgen en indien nodig ondersteunen nadat zij de school verlaten hebben.
<< terug naar inhoudsopgave
19
4Begeleiding van
leerlingen
Binnen onze school wordt veel aandacht besteed aan de begeleiding van leerlingen. Hierbij zijn alle medewerkers van de school betrokken: van onderwijsondersteunend personeel tot directie. De begeleiding is er in de eerste plaats op gericht dat leerlingen zich binnen onze school zo goed mogelijk kunnen ontwikkelen.
<< terug naar inhoudsopgave
20
begeleiding van leerlingen
4.1 Passend onderwijs
Elke school heeft een zorgplicht. Dat betekent dat scholen voor alle kinderen die extra onderwijsondersteuning nodig hebben, moeten zorgen voor een zo passend mogelijke onderwijsplek. Dit kan een plek zijn op de eigen school, maar ook op een andere school die de leerling beter kan ondersteunen. Het is belangrijk dat de school en de ouders in de uitvoering van de zorgplicht samenwerken. Bundeling van kennis en ervaring van ouders en school komt de ondersteuning van een kind ten goede. Een volledige beschrijving van het ondersteuningsaanbod van onze school is vastgelegd in ons schoolondersteunings-profiel (SOP).
Schoolondersteuningsprofiel
4.2 Studiebegeleiding
4.2.1 Mentorlessen Tijdens de mentorlessen en gesprekken tussen de mentor en leerling helpt de mentor om leerlingen bewust te worden van hun eigen leerstijl en om deze stijl verder te ontwikkelen. Ook voor de begeleiding in pedagogisch-sociale zin is de mentor de eerst aangewezen persoon. Hij/zij signaleert wanneer een leerling extra aandacht nodig heeft. Bij moeilijkheden op school of in de privésfeer zijn mentoren en de teamleider altijd bereid om met leerlingen en/of ouders/verzorgers naar een oplossing te zoeken. De mentorgroepen omvatten meestal 16 leerlingen. Tijdens de mentorlessen in de onderbouw krijgen alle leerlingen de Kanjertraining aangeboden. Deze training is gericht op de sociaal-emotionele ontwikkeling.
<< terug naar inhoudsopgave
21
begeleiding van leerlingen
4.2.2 Coachingsgesprekken en IOP/OPP-gesprekken Drie keer per jaar hebben leerlingen een coachingsgesprek met hun mentor. Daarnaast praat de mentor veel vaker met ’zijn/haar’ leerlingen over alledaagse schoolzaken, zoals wekelijks tijdens de mentorles en ook buiten de les als het nodig is. In het eerste leerjaar heeft de leerling drie IOP-gesprekken met de mentor en zijn/haar ouders/verzorgers. IOP staat voor individueel ontwikkelingsplan. Vanaf leerjaar 2 vinden deze gesprekken tweemaal per jaar plaats. Tijdens het eerste IOP-gesprek wordt ook het ontwikkelingsperspectiefplan (OPP) met de leerling en de ouders/verzorgers besproken en ondertekend. Aan het einde van het schooljaar wordt het OPP opnieuw vastgesteld en besproken met de ouders.
Individueel Ontwikkelings Plan (IOP)
Een individueel ontwikkelingsplan (IOP) is een
plan waarin de leerling zelf aangeeft waar hij/zij
de komende periode aan gaat werken. Dit kunnen
vakinhoudelijke zaken zijn, maar ook sociale
vaardigheden of praktische vaardigheden die tijdens
de stage nodig zijn. Het IOP wordt samen met de
mentor en ouders/verzorgers besproken.
Met het IOP wil de school de wensen en mogelijkheden
van de leerling in kaart brengen.
Tot het IOP behoren:
het verwerven competenties (algemeen, specifiek
en individueel);
het behalen van certificaten of kwalificaties;
persoonlijke leer- en ontwikkelingswegen;
arbeidsmogelijkheden en -perspectieven.
4.2.3 Remedial teaching Leerlingen die bij op school komen, doen een test om hun vaardigheden in taal en rekenen te bepalen. Op basis van de resultaten bekijkt de remedial teacher of een leerling extra ondersteuning nodig heeft. De remedial teacher verzorgt voor deze leerlingen probleemgerichte bijlessen.
<< terug naar inhoudsopgave
22
begeleiding van leerlingen
4.3 Extra begeleiding in de school
4.3.1 Leerlingen met problemen op het gebied van sociale vaardigheid Er zijn leerlingen die niet altijd weten hoe ze ‘handig’ met mensen om kunnen gaan. Dit kan komen door teruggetrokken gedrag, maar ook door juist te uitbundig gedrag. Voor deze leerlingen kan een sociale vaardigheidstraining helpen om inzicht te krijgen in het eigen gedrag en dat van anderen. Deze training is een belangrijk onderdeel van ons lesprogramma.
4.3.2 Extra ondersteuningIndien een leerling extra ondersteuning nodig heeft die door de school niet geboden kan worden, dan wordt in samenspraak met de ouders/verzorgers extra begeleiding aangevraagd bij het Samenwerkingsverband Zuid-Holland West. Deze extra zorg wordt afgesproken tussen ouders, leerlingen en school, afhankelijk van de aard van de problematiek. De afspraken worden vastgelegd in het ontwikkelingsperspectiefplan (OPP). Hierbij kan een ambulant begeleider van buiten school betrokken worden.
4.3.3 Leerlingen met klachten over seksuele intimidatie en discriminatie op school Deze leerlingen kunnen terecht bij de mentor. De mentor kan de leerling doorverwijzen naar de teamleider of zorgcoördinator. Deze zal in gesprek gaan met de leerling en/of de ouders om de klacht die te maken heeft met ongewenste situaties op school zo goed mogelijk aan te pakken. Hierbij gaat het vooral om het aangeven van de juiste routes en het doorlopen van procedures.
4.3.4 Leerlingen met persoonlijke problemen: intern zorgteam Jongeren van 12 tot ongeveer 18 jaar bevinden zich in een fase van hun leven waarin heel veel zaken veranderen. Leerlingen roepen daardoor bij zichzelf allerlei vragen op, worden kritisch, kunnen voor moeilijke keuzes komen te staan of kunnen worstelen met uiteenlopende, soms zware problemen. Hoewel de school vooral begeleidt bij de studie, beroepskeuze en algemene ontwikkeling, kunnen jonge mensen soms behoefte hebben aan gesprekken over meer persoonlijke zaken. In veel gevallen is de mentor hiervoor de aangewezen persoon. Toch kan het voor een leerling prettiger zijn om binnen de school juist met iemand anders contact op te nemen en van gedachte te wisselen over allerlei problemen. In het zorgteam zitten een schoolmaatschappelijk werker, orthopedagoog, leerplichtambtenaar, en iemand van jeugdgezondheidzorg. De zorgcoördinator is voorzitter van het team.
Zorgcoördinator
mw. M. Hadioui [email protected]
<< terug naar inhoudsopgave
23
begeleiding van leerlingen
4.4 Externe zorginstanties
4.4.1 Jeugdgezondheidszorg Zuid-Holland WestDe Jeugdgezondheidszorg Zuid-Holland West (JGZ) is er voor ouders en jongeren tot 19 jaar.
Gezondheidsonderzoek onderbouw
In klas 1 of 2 heeft de jeugdverpleegkundige met elke leerling een persoonlijk gesprek op school. Allerlei onderwerpen komen aan bod die van belang zijn voor de ontwikkeling. Hoe gaat het op school, met vrienden, thuis en met de gezondheid? Ook worden de tieners gemeten en gewogen. Als blijkt dat er mogelijk problemen zijn, dan bespreken de jeugdverpleegkundige en leerling met elkaar wat nodig is om tot een oplossing te komen.
Jongerencontactmoment
Jongeren van 15 en 16 jaar worden door middel van een persoonlijke vragenlijst aangespoord om na te denken over hoe zij in hun vel zitten. In een persoonlijk gesprek kan de jeugdverpleegkundige advies geven en, in zorgelijke situaties, doorverwijzen. De jongeren worden door middel van (groeps)voorlichting gestimuleerd om gezonde keuzes te maken.
Persoonlijke begeleiding
Iedere leerling kan op school een afspraak maken met de JGZ jeugdarts of –verpleegkundige om te praten over onderwerpen waarover hij of zij zich zorgen maakt. Zoals ruzie, gepest worden of eenzaamheid. Ook met vragen over menstruatie, veilig vrijen, alcohol of drugs kunnen zij bij ons terecht. JGZ-medewerkers hebben een beroepsgeheim. Persoonlijke informatie wordt alleen met toestemming van de leerling met anderen besproken.
Jeugdgezondheidszorg Zuid-Holland West
telefoon (088) 054 9999 (ma t/m vr 8.30-17.00 uur)
e-mail [email protected]
website www.jgzzhw.nl
4.4.2 Bovenschoolse voorzieningSommige leerlingen kunnen om uiteenlopende redenen tijdelijk niet het onderwijs op de eigen school volgen. Zij hebben een onderwijs- en opvoedbehoefte die niet binnen het reguliere onderwijs kan worden aangeboden. In dat geval komt de leerling in aanmerking voor een bovenschoolse voorziening. Dat kan zijn het FLEX-college of de Rebound. Het FLEX-college is bedoeld voor leerlingen die niet meer terug kunnen naar de eigen school, vanwege ernstige gedragsproblemen. Deze leerlingen krijgen een aanbod bestaat uit een combinatie van onderwijs en begeleiding vanuit de jeugdhulp. Doel is uitstroom naar een kansrijk regulier onderwijstraject, of doorplaatsing naar VSO. De leerling blijft ingeschreven op onze school. De school en Flexcollege maken samen, in overleg met ouders, een ontwikkelingsperspectief en een handelingsplan. Leerlingen kunnen maximaal 2 jaar op het Flexcollege blijven. Een leerling komt in aanmerking voor een plaats op de Rebound-voorziening indien sprake is van een licht gedragsprobleem dat niet in de school opgelost kan worden. Het betreft een preventieve aanpak.
<< terug naar inhoudsopgave
24
Leerlingen kunnen maximaal dertien weken op een rebound blijven. Het doel is terugkeer naar de eigen school. Vanwege de korte verblijfsduur hoeft geen ontwikkelingsperspectief worden opgesteld. Wel wordt in overleg met ouders een handelingsplan opgesteld.
FlexCollege Rebound
De Gouwestraat 13 Rijswijk
2515 SM Den Haag Kerklaan 59
t 070 362 65 48 2283 CE Rijswijk
e [email protected] t 070 303 01 97
4.4.3 Leerplicht / Bureau HALTJongeren die spijbelen of vaak te laat komen lopen een groter risico het onderwijs zonder diploma te verlaten. Om dit te voorkomen neemt de school, op basis van wettelijke regels, al in een vroeg stadium maatregelen.Via een traject bij de leerplichtambtenaar, dat kan leiden tot een proces verbaal en tot een rechtelijke uitspraak, komen deze jongeren terecht bij het Bureau HALT. Meer informatie vindt u op de website: www.halt.nl Binnen onze school houdt leerplicht Den Haag een preventief spreekuur. Leerlingen die geregeld te laat of absent zij kunnen dan worden opgeroepen door de leerplicht ambtenaar. Deze gaat samen met de leerling kijken hoe het verzuim verminderd kan worden. Ouders worden hier altijd van op de hoogte gesteld en mogen indien wenselijk ook bij het gesprek aanwezig zijn.
4.5 Veilig thuis: meldcode kindermishandeling
Ter versterking van de aanpak van kindermishandeling geldt voor de school de Wet Meldcode. Het doel van de meldcode is dat sneller en adequater wordt ingegrepen. De meldcode geeft via een stappenplan aan hoe te handelen wanneer er signalen zijn die kunnen duiden op huiselijk geweld of kindermishandeling. Door het consequent toepassen van de meldcode zal kindermishandeling sneller worden gesignaleerd en zo worden minder kinderen geconfronteerd met geweld en mishandeling.De meldcode staat op onze website.
Klik hier om de meldcode te openen
<< terug naar inhoudsopgave
25
5Communi-catie
Wij hopen dat ouders betrokken zijn bij de studie van hun zoon/dochter. Indien zich omstandigheden voordoen die van invloed zouden kunnen zijn op het functioneren van hun zoon/dochter, is het belangrijk dat ouders ons benaderen. De mentor is de eerste contactpersoon.Behalve diverse vaste contactmomenten tussen ouders en de school gedurende het schooljaar, beschikt de school over diverse communicatiemiddelen zoals Magister, e-mail en de website.
<< terug naar inhoudsopgave
26
communicatie
5.1 Leerlingvolgsysteem Magister
Stanislascollege maakt gebruik van het online leerlingvolgsysteem Magister. In Magister worden de roosterwijzigingen, absenties en de schoolprestaties van elke leerling bijgehouden. Met een persoonlijke toegangscode hebben ouders zicht op de absentie van hun kind. Momenteel wordt gewerkt aan het verder invoeren van Magister op onze school. In de toekomst kunnen ouders en leeringen meer gegevens inzien.
5.2 Contacten met ouders
Wij betrekken de ouders/verzorgers bij de studievoortgang van hun kind, onze leerling. Dat doen we omdat we het belangrijk vinden dat men thuis weet hoe het gaat op school en waar we naartoe werken. Zo kan ook thuis een betere en gerichtere ondersteuning worden geboden. De mening van de ouders stellen wij zeer op prijs daarom vragen we ouders elk jaar om een oudertevredenheidsmeting in te vullen.
5.2.1 De mentor: de eerste contactpersoon De mentor is de belangrijkste persoon voor de leerling en ouders. Op onze school krijgt elke klas verschillende vakken met verschillende docenten. Daarnaast heeft elke klas een mentor. De mentor geeft naast zijn/haar vakles ook mentorlessen aan de klas. De mentor is ook het eerste aanspreekpunt voor andere docenten die lessen geven aan ‘zijn’ klas. De leerlingen en hun ouders/verzorgers kunnen altijd bij de mentor terecht voor vragen of als zij iets willen vertellen.
Een overzicht van de mentoren is
opgenomen in deze gids.
Klik hier om naar het overzicht te gaan.
5.2.2 IOP-gesprekken met ouders/verzorgersWij nodigen de leerling en zijn/haar ouders/verzorgers in het eerste leerjaar drie keer per jaar uit voor een IOP-gesprek met de mentor. Vanaf de tweede klas worden leerlingen en hun ouders/verzorgers twee keer per jaar uitgenodigd. Tijdens dit gesprek wordt besproken hoe het gaat op school, waar de leerling goed in is en wat de leerling moeilijk vindt. Ook wordt besproken hoe we de leerling het beste kunnen ondersteunen richting de toekomst. Ook het individueel ontwikkelingsplan (IOP), ontwikkelingsperspectief (OPP) en het rapport worden besproken. De ouders worden nauw betrokken bij de studie van hun kind. Dat doen we omdat we weten dat onze leerling de steun van ouders/verzorgers hierbij nodig heeft. Indien gewenst is de zorgcoördinator bij een gesprek aanwezig.
<< terug naar inhoudsopgave
27
communicatie
5.3 Informatieverstrekking gescheiden ouders
Het Stanislascollege volgt de wettelijke regels met betrekking tot de informatieplicht jegens gescheiden ouders. Het bestuur heeft deze regels verwerkt in het protocol informatieverstrekking gescheiden ouders.
5.4 Wijziging van gegevens
In Magister kunnen ouders zelf hun telefoonnummer en e-mailadres aanpassen. Overige aanpassingen kunnen ouders doorgeven aan de administratie.
5.5 Website en social media
Een belangrijke bron van informatie is de website van het Stanislascollege. Deze houden we onze zo actueel mogelijk. De website bevat zeer uitgebreide informatie over onze school, diverse publicaties, het laatste nieuws en een agenda.
Op de algemene website van Stanislascollege kan snel gekozen worden voor Stanislascollege Praktijkonderwijs, waarna de homepage van onze school verschijnt.Op de homepage staan plugins naar diverse social media-platforms waar we gebruik van maken.
www.stanislascollege.nl
www.stanislascollege.nl/praktijkonderwijs
Facebook Stanislascollege Praktijkonderwijs
YouTube kanaal Stanislascollege Praktijkonderwijs
<< terug naar inhoudsopgave
28
6Kwaliteit
De kwaliteit van het onderwijs, onze belangrijkste doelstelling, wordt op verschillende manieren bevorderd. De schoolleiding stimuleert een onderzoekende houding bij de leerkrachten, die met grote regelmaat de kwaliteit van hun activiteiten analyseren. Daarnaast gaat de school regelmatig in gesprek met leerlingen, ouders en de omgeving. De school betrekt hen bij het verbeteren van de kwaliteit van het onderwijs.
<< terug naar inhoudsopgave
29
kwaliteit
6.1 Kwaliteitsbeleid
De kwaliteit wordt gezien als een cruciaal onderdeel van elk proces binnen onze school dat valt of staat met de successen in de klas. Dit vraagt om een integrale, proactieve cyclische aanpak binnen de school. Aan de basis van het kwaliteitsbeleid staat de PDCA-cyclus (Plan, Do, Check, Act). Deze cyclus is een bewezen hulpmiddel om continu verbeteringen door te voeren en daarvan te leren.In het schoolplan 2016-2019 staat beschreven hoe wij inhoud geven aan ons kwaliteitsbeleid en deze controleren en handhaven. Het schoolplan is te bekijken op onze website.
Klik om het schoolplan te openen
6.2 Opbrengsten
Op deze website www.scholenopdekaart.nl worden gegevens van scholen in Nederland met elkaar vergeleken. Naast de ‘harde’ gegevens, zijn op deze website tevens andere effecten en resultaten zichtbaar, zoals de mate waarin de leerlingen zich veilig voelen op school.
<< terug naar inhoudsopgave
30
7Afspraken
De school is een plaats waar een groot aantal mensen samenkomt. Het spreekt vanzelf dat afspraken noodzakelijk zijn voor een goede gang van zaken. Het zou prettig zijn, als we allemaal konden nalaten wat anderen hindert of wat vervelend voor hen is. Ook de omgeving waarin we leven en de spullen van school zijn aan onze zorg toevertrouwd. We dragen daarvoor samen verantwoordelijkheid.
<< terug naar inhoudsopgave
31
afspraken
7.1 Algemene schoolregels
Alle algemeen geldende regels van het Stanislascollege zijn vastgelegd in het Algemeen Schoolreglement. Daar is ons leerlingenstatuut in opgenomen.
Algemeen Schoolreglement/Leerlingenstatuut
Dagelijkse organisatie
Roosterwijzigingen krijgen de leerlingen te horen op het moment van binnenkomst op school. Wij kennen geen tussenuren. Bij uitval wordt gezorgd voor een aangepast rooster. In het klassenboek worden het huiswerk en de proefwerken vermeld, evenals leerlingen die afwezig zijn of uit de les zijn verwijderd. Leerlingen brengen de pauzes door in de aula of op het schoolterrein.
Roken
Wij zijn een rookvrije school waarin het voor leerlingen/ouders en collega’s roken in school en op het schoolterrein verboden is.
Drugs
Het gebruik van en in bezit hebben van drugs is voor de leerlingen op school en in de directe omgeving ervan verboden.
Kauwgom
Het gebruik van kauwgom is tijdens de lessen verboden.
Vuurwerk
Het in bezit hebben van vuurwerk is in en rond de school verboden.
Fietsen en scooters
Fietsen en scooters worden uitsluitend op de aangewezen plekken geplaatst.
Schoolfeesten
Als er een schoolfeest georganiseerd is ontvangen ouders een brief waarin de begin- en eindtijd aangegeven staat. Er worden geen alcoholische dranken geschonken.Leerlingen die zich tijdens een schoolfeest hebben misdragen, bijvoorbeeld door vooraf drinken of agressief gedrag te vertonen, wordt de toegang tot volgende schoolfeesten ontzegd.
Ziekenhuis
Als een leerling naar het ziekenhuis moet, worden zijn/haar ouders/verzorgers door de schoolleiding telefonisch op de hoogte gesteld. De ouders/verzorgers kunnen dan met de leerling naar het ziekenhuis. Mocht het zo zijn dat ouders/verzorgers niet te bereiken zijn, is het aan de directie van de school om te beslissen wat de beste oplossing is. De school informeert de ouders/verzorgers.
<< terug naar inhoudsopgave
32
afspraken
Telefoons en filmen
Het is bij ons op school verboden om ongevraagd filmopnamen en foto’s te maken van leerlingen en/of docenten.Indien blijkt dat een leerling dit ongevraagd heeft gedaan zal de leerling geschorst worden. Naar de schorsing zullen ouders samen met de leerling op school worden uitgenodigd voor een gesprek met de teamleider.
Om een ieder die bij Stanislascollege betrokken is of zich daarbij betrokken voelt daarvoor richtlijnen te geven voor het gebruik van social media is een protocol opgesteld. Dit protocol (link) biedt bovendien hulp aan degenen die slachtoffer zijn van misbruik van social media.
Social media protocol
7.2 Verzuim, te laat, verlof en verwijdering uit de les
Iedere leerling is verplicht alle lessen van zijn/haar klas of rooster te volgen.
De leerlingen moeten om voor aanvang van de les in het lokaal aanwezig zijn. Wie te laat is, dient zich te melden bij de administratie. Leerlingen die uit de les verwijderd worden, melden zich direct bij de teamleider.
Bij verhindering voor één of enkele lesuren zijn de ouders verplicht dit telefonisch door te geven aan de administratie. Toestemming om één of meer dagen afwezig te mogen zijn moet tijdig, met opgaaf van redenen, schriftelijk aangevraagd worden. Betreft het familie- of gezondheidsomstandigheden, dan dient het verlof aangevraagd te worden bij de teamleider. Alle andere aanvragen voor verlof moeten ingediend worden bij de directeur.
Landelijk doet zich het verschijnsel voor dat in toenemende mate gezinnen vakanties plannen die eerder beginnen en of later eindigen dan de schoolvakanties. Ook op onze school valt die ontwikkeling te bespeuren. De inspectie acht die trend ontoelaatbaar en ziet er dan ook op toe dat scholen zich wat dat betreft strikt aan de gestelde regels houden. Dat betekent dat de directeur leerlingen geen toestemming kan geven hun vakantie eerder aan te vangen of later te beëindigen dan de schoolvakanties. De school meldt voorkomende gevallen aan de dienst leerplichtzaken van de betreffende gemeente. dan de schoolvakanties. De school meldt voorkomende gevallen aan de dienst leerplichtzaken van de betreffende gemeente.
<< terug naar inhoudsopgave
33
afspraken
7.3 Ziekte
Als een leerling ziek is, moet dat de eerste dag
gemeld worden tussen 8:15 en 9:00 uur per telefoon:
(070) 394 05 65.
Als de leerling weer op school komt, meldt de leerling zich bij de administratie. Indien een leerling tijdens de schooldag ziek naar huis gaat, meldt hij zich af bij de teamleider. De teamleider neemt telefonisch contact op met de ouders/verzorgers van de leerling. Zodra de zieke leerling thuiskomt, dienen de ouders/verzorgers dit te melden bij de school.
7.4 Veiligheid en gedragscode
Het Stanislascollege Praktijkonderwijs streeft naar een prettige sfeer waarin leerlingen en medewerkers zich veilig en geaccepteerd voelen. Dit betekent dat pesten, discriminatie, seksuele intimidatie en geweld in onze school onaanvaardbaar zijn. Er geldt dan ook een pestprotocol welke te bekijken is op de website.
Pestprotocol
7.5 Ontruiming van het gebouw
Een van laag naar hoog oplopende doordringende toon die voortdurend herhaald wordt (een z.g. slow-woop signaal) duidt op brand of een andere gevaarlijke situatie. De brandweer wordt automatisch gewaarschuwd.
Leerlingen nemen niets mee, ook niet iets van de kapstok of uit de kluisjes.
Iedereen verlaat rustig en ordelijk de lokalen en de school.
De docent blijft bij zijn leerlingen en begeleidt hen naar de verzamelplaats, via de voorkeursvluchtroute, welke is aangegeven door middel van verlichte, groene pictogrammen.
De verzamelplaats is een aangewezen plek op de H. Roland Holstlaan.
De medewerker zorgt voor: uitschakeling van elektrische apparatuur en
(eventueel) afsluiting van het gas; sluiten van ramen en deuren (niet op slot!).
Het opzettelijk misbruiken van de brandmelders wordt bestraft. Alle kosten die samenhangen met uitrukken van brandweer en politie worden verhaald op de ouders/verzorgers van de leerling.
<< terug naar inhoudsopgave
34
afspraken
7.6 Verlies en beschadiging van eigendommen
Inlichtingen omtrent gevonden voorwerpen verschaft de conciërge. Leerlingen wordt aangeraden geen geld of kostbare voorwerpen in hun jassen achter te laten. Afsluitbare garderobekastjes zijn via de administratie te huur. Voor de garderobekastjes wordt een borg van € 10 gerekend. Bij het inleveren van de sleutel krijgt de leerling de borg terug. De schoolleiding behoudt zich het recht om, als daar aanleiding toe is, al of niet in aanwezigheid van de leerling - de kluisjes te openen en te controleren. Aan het einde van het schooljaar moeten de kastjes leeg worden opgeleverd.
7.7 Internet, e-mail en social media
Er wordt steeds vaker gebruik gemaakt van digitale leermiddelen, internet en social media. Dat is logisch aangezien goede digitale vaardigheden belangrijk zijn voor een succesvolle toekomst. Bovendien kunnen zij een goede bijdrage leveren aan de professionaliteit van onderwijspersoneel en de kwaliteit van het onderwijs. Het Stanislascollege vertrouwt erop dat zijn medewerkers en leerlingen verantwoord omgaan met internet, e-mail en sociale media. Om een ieder die bij Stanislascollege betrokken is of zich daarbij betrokken voelt daarvoor richtlijnen te geven voor het gebruik van social media, is een protocol opgesteld. Dit protoco biedt bovendien hulp aan degenen die slachtoffer zijn van misbruik van social media.
Social media protocol
7.8 Klachten en geschillen
Wanneer een leerling of ouder een klacht heeft, gaat hij daarmee bij voorkeur eerst naar de mentor. Als de klacht niet naar tevredenheid wordt opgelost, gaat de leerling of ouder naar de teamleider. Mocht ook hierna nog verschil van inzicht blijven bestaan, dan legt de leerling of ouder de klacht voor aan de directie. Als dat geen bevredigend resultaat oplevert, wendt de leerling zich tot de regiodirecteur en in laatste instantie tot Stichting Lucas Onderwijs.
Externe klachtencommissie
Voor klachten die intern en door Lucas Onderwijs niet bevredigend (kunnen) worden opgelost, kunnen ouders en leerlingen terecht bij Stichting Geschillen Commissies Bijzonder Onderwijs (GCBO).
St. Geschillen Commissies Bijzonder Onderwijs
Postbus 82324 | 2508 EH Den Haag
telefoon 070-3861697 (van 9.00 tot 16.30 uur)
e-mail [email protected]
website www.gcbo.nl
<< terug naar inhoudsopgave
35
De overheid draagt zorg voor het grootste gedeelte van de financiering van het onderwijs. Toch kunnen ouders een enkele maal per jaar worden aangesproken voor kosten van leermiddelen, de schoolbijdrage of activiteiten.Op basis van het inkomen kunnen ouders in aanmerking komen voor een tegemoetkoming in de studiekosten.
8Financiën
<< terug naar inhoudsopgave
36
financiën
8.1 Schoolbijdrage
De overheid draagt zorg voor een sobere financiering van het onderwijs. Tegelijkertijd willen wij vanuit onze visie op onderwijs en op de ontwikkeling van onze leerlingen meer bieden dan wat op basis van deze financiering (lumpsum) daadwerkelijk mogelijk is. Om dat mogelijk te maken vragen wij aan de ouders van onze leerlingen een vrijwillige ouderbijdrage van € 118 per schooljaar.Met de Deelmedezeggenschapsraad bespreken en evalueren wij op jaarlijkse basis voor welke doeleinden deze vrijwillige ouderbijdrage wordt ingezet. Ouders ontvangen een brief waarin te zien is hoe deze bijdrage wordt besteed. Het is mogelijk om de schoolbijdrage in termijnen te voldoen. Ouders/verzorgers kunnen daarvoor contact opnemen met de administratie.
Toelichting vrijwillige schoolbijdrage
8.2 Incidentele kosten
Naast de kosten van leermiddelen en de schoolbijdrage kunnen de ouders worden aangesproken voor de kosten van excursies en de kampweek. Daarnaast kunnen leerlingen soms op basis van vrijwilligheid meedoen aan door de school georganiseerde vakantieactiviteiten. Alle activiteiten worden tijdig aangekondigd kostenopgave.
8.3 Annulering
Als leerlingen zich opgeven voor een activiteit waar kosten aan verbonden zijn, gaan de organisatoren financiële verplichtingen aan. Daarom is vastgesteld dat bij terugtrekking 25% van het deelnamebedrag verschuldigd blijft. Als de organisatoren meer kosten gemaakt hebben dan deze 25%, wordt het reële bedrag in rekening gebracht.
8.4 Schade
Wanneer en leerling schade toebrengt aan schooleigendommen wordt dit verhaald op de verantwoordelijke persoon of personen. Dat zijn meestal de ouders of de verzorgers. Wanneer de leerling onder schooltijd schade toebrengt aan het eigendom van anderen of aan andere personen, kan de school optreden als bemiddelaar.De volledige schaderegeling is omschreven in het Algemeen Schoolreglement.
8.5 Verzekeringen
Het Stanislascollege heeft voor alle leerlingen een schoolongevallenverzekering afgesloten bij Verus. Naast deze verzekering biedt Verus een eigendommenverzekering aan voor leerlingen die ouders/verzorgers zelf kunnen afsluiten. Met deze verzekering is schade aan kleding, fietsen of de mobiele telefoon (deels) gedekt. Voor alle leerlingen die op een schoolreis naar het buitenland gaan, heeft de school een reisverzekering afgesloten.
Meer informatie over verzekeringen
<< terug naar inhoudsopgave
37
financiën
8.6 Tegemoetkoming studiekosten
Via de afdeling toeslagen van de belastingdienst kan een kindgebonden budget worden toegekend. Dit is een bijdrage in de kosten voor uw kinderen tot 18 jaar. Ouders ontvangen deze toeslag naast de kinderbijslag. Hoe hoog de toeslag is, hangt af van het inkomen, het aantal kinderen en hun leeftijd. Op de website van de belastingdienst kunnen ouders een proefberekening maken en de toeslag aanvragen.
Leerlingen die woonachtig zijn in Den Haag en waarvan de ouders een laag inkomen hebben, kunnen in aanmerking komen voor een Ooievaarspas. Met een Ooievaarspas kan een leerling een tegemoetkoming krijgen in de schoolbijdrage. Daarnaast ontvangt de leerling een schoolspullenpas. Hiermee kunnen tegen een gereduceerd tarief of zelfs gratis schoolspullen, zoals een etui en pennen, worden aangeschaft.Indien een leerling in het bezit is van een Ooievaarspas, vragen we de leerling om deze aan het begin van het schooljaar te laten zien/registeren bij de receptie van de school.Dit kan de leerling al doen voordat ouders een factuur van school hebben ontvangen. Meer informatie over de Ooievaarspas is verkrijgbaar via de website van de gemeente Den Haag.
Belastingdienst kindgebonden budget
Gemeente Den Haag Ooievaarspas
<< terug naar inhoudsopgave
38
9.1 Schoolvakanties 2017-2018
9.2 Calendarium 2017-2018
9.3 Contact
9.4 Lijst met medewerkers
9.5 Publicaties
9.6 Relevante adressen en links
Bijlagen9
<< terug naar inhoudsopgave
39
bijlagen
9.1 Vakanties schooljaar 2017-2018
herfstvakantie 16 - 20 oktoberkerstvakantie 25 december - 5 januarivoorjaarsvakantie 26 februari - 2 maartGoede Vrijdag 30 maartTweede Paasdag 2 aprilmeivakantie 27 april - 11 meiTweede Pinksterdag 21 meiZomervakantie 16 juli - 24 augustusonder voorbehoud van wijzigingen
9.2 Calendarium 2017-2018
februari 2018jw 5 6 7 8 9
sw 21 22 23 24 -
ma
di
wo
do
vr
1
2
5
6
7
8
9
11
13
14
15
16
19
20
21
22
23
26
27
28
za
zo
3
4
10
11
17
18
24
25
april 2018jw 13 14 15 16 17 18
sw 28 29 30 31 32 -
ma
di
wo
do
vr
2
3
4
5
6
9
10
11
12
13
16
17
18
19
20
23
24
25
26
27
30
za
zo 1
7
8
14
15
21
22
28
29
mei 2018jw 18 19 20 21 22
sw - - 33 34 35
ma
di
wo
do
vr
1
2
3
4
7
8
9
10
11
14
15
16
17
18
21
22
23
24
25
28
29
30
31
za
zo
5
6
12
13
19
20
26
27
december 2017jw 48 49 50 51 52
sw 14 15 16 17 -
ma
di
wo
do
vr 1
4
5
6
7
8
11
12
13
14
15
18
19
20
21
22
25
26
27
28
29
za
zo
2
3
9
10
16
17
23
24
30
31
januari 2018jw 1 2 3 4 5
sw - 18 19 20 21
ma
di
wo
do
vr
1
2
3
4
5
8
9
10
11
12
15
16
17
18
19
22
23
24
25
26
29
30
31
za
zo
6
7
13
14
20
21
27
28
september 2017jw 35 36 37 38 39
sw 2 3 4 5 6
ma
di
wo
do
vr 1
4
5
6
7
8
11
12
13
14
15
18
19
20
21
22
25
26
27
28
29
za
zo
2
3
9
10
16
17
23
24
30
november 2017jw 44 45 46 47 48
sw 10 11 12 13 14
ma
di
wo
do
vr
1
2
3
6
7
8
9
10
13
14
15
16
17
20
21
22
23
24
27
28
29
30
za
zo
4
5
11
12
18
19
25
26
oktober 2017jw 39 40 41 42 43 44
sw 6 7 8 - 9 10
ma
di
wo
do
vr
2
3
4
5
6
9
10
11
12
13
16
17
18
19
20
23
24
25
26
27
30
31
za
zo 1
7
8
14
15
21
22
28
29
maart 2018jw 9 10 11 12 13
sw - 25 26 27 28
ma
di
wo
do
vr
1
2
5
6
7
8
9
12
13
14
15
16
19
20
21
22
23
26
27
28
29
30
za
zo
3
4
10
11
17
18
24
25
31
juni 2018jw 22 23 24 25 26
sw 35 36 37 38 39
ma
di
wo
do
vr 1
4
5
6
7
8
11
12
13
14
15
18
19
20
21
22
25
26
27
28
29
za
zo
2
3
9
10
16
17
23
24
30
juli 2018jw 26 27 28 29 30 31
sw 39 40 41 - - -
ma
di
wo
do
vr
2
3
4
5
6
9
10
11
12
13
16
17
18
19
20
23
24
25
26
27
30
31
za
zo 1
7
8
14
15
21
22
28
29
augustus 2018jw 31 32 33 34 35
sw - - - 0 1
ma
di
wo
do
vr
1
2
3
6
7
8
9
10
13
14
15
16
17
20
21
22
23
24
28
29
30
31
za
zo
4
5
11
12
18
19
25
26
juli 2017jw 26 27 28 29 30 31
sw 39 40 - - - -
ma
di
wo
do
vr
3
4
5
6
7
10
11
12
13
14
17
18
19
20
21
24
25
26
27
28
31
za
zo
1
2
8
9
15
16
22
23
29
30
augustus 2017jw 31 32 33 34 35
sw - - 0 1 2
ma
di
wo
do
vr
1
2
3
4
7
8
9
10
11
14
15
16
17
18
21
22
23
24
25
28
29
30
31
za
zo
5
6
12
13
19
20
26
27
schooldag
schoolvrije dag
verplicht schoolvrije dag
jaarweek
schoolweek
x
x
x
jw
sw
<< terug naar inhoudsopgave
40
bijlagen
9.3 Contact
Stanislascollege PraktijkonderwijsP.C. Boutenslaan 2012283 EZ Rijswijktelefoon 070 394 05 65e-mail [email protected] www.stanislascollege.nl/praktijkonderwijs
Contact met medewerkers
U kunt de medewerkers van het Stanislascollege het beste per e-mail bereiken.Een overzicht van de lijst met medewerkers is opgenomen op de volgende pagina.
Regio Delft VO / StanislascollegeWestplantsoen 712613 GK Delfttelefoon 015 750 60 50e-mail [email protected] www.stanislascollege.nl
Lucas Onderwijsbezoekadres postadres
Saffierhorst 105 Postbus 932312592 GK Den Haag 2509 AE Den Haagtelefoon 070 300 11 00e-mail [email protected] www.lucasonderwijs.nl
<< terug naar inhoudsopgave
41
bijlagen
9.4 Lijst met medewerkers
managementteam
BEEHKEMW
dhr. J. van Beek mw. W. Kemper- Koorn
directeurteamleider
mentoren
klas 1Aklas 1Bklas 1Cklas 2Aklas 2B
klas 2Cklas 3Aklas 3Bklas 3Cklas 4Aklas 4Bklas 4Cklas 5Aklas 5B
mw. I. Rosdhr. V. Goudzwaarddhr. A. de Kleijnmw. A. van Bohemen dhr. E. Celikogludhr. H. Hamer / dhr. Y. van ‘t Leven mw. A. Kemperdhr. A. Gloudemansmw. M. Kiekens dhr. K. van der Hoeven dhr. M. Richardson dhr. M. van der Kraanmw. C. van Driel mw. J. van Vliet
[email protected]@[email protected] [email protected]@[email protected] / [email protected] [email protected] [email protected]@[email protected] [email protected] [email protected]@stanislascollege.nl [email protected]
zorgcoördinator
mw. M. Hadioui [email protected]
orthopedagoog
mw. G. Pothoven [email protected]
stagebureau
dhr. M. van der Kraan
dhr. M. van der Kraan mw. M. van der Meer dhr. T.M. van Schiemw. J. van Vliet
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
mw. I Bakker dhr. R. Broekmanmw. R. Dihalmevr. A. Eijgermans mw. S. Habyby dhr R. Hofstede
dhr. R. Jamaldhr. D. Jialal dhr. R. Martina mw. M. van der Meer dhr. M. Richardson mw. V. Sueromw. Y de Zwaan
[email protected] [email protected]@[email protected]@stanislascollege.nl [email protected]@[email protected]@stanislascollege.nl [email protected] [email protected] [email protected]@stanislascollege.nl
onderwijsondersteunend personeel
<< terug naar inhoudsopgave
42
bijlagen
9.5 Publicaties
Op onze website zijn diverse publicaties beschikbaar. Schoolondersteuningsprofiel (SOP) Schoolplan 2016-2019 Algemeen Schoolreglement/Leerlingenstatuut Pestprotocol Klachtenregeling Lucas Onderwijs
Social Media Protocol Regeling vrijwillige schoolbijdrage Privacyreglement Protocol Medisch Handelen Protocol informatieverstrekking gescheiden ouders Meldcode kindermishandeling
<< terug naar inhoudsopgave
43
9.6 Relevante adressen en links
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen Bezoekadres Postadres
Rijnstraat 50 Postbus 25000 2515 XP Den Haag 2700 LZ Zoetermeer telefoon 079 323 24 44e-mail [email protected] website www.minocw.nl
VO-raadAidadreef 43561 GE Utrechte-mail [email protected] 030 232 48 00 (op werkdagen van 8.30 tot 17.00 uur)
Scholen op de kaartwww.scholenopdekaart.nl
Samenwerkingverband Zuid Holland WestRegulusweg 11 2516 AC Den Haagtelefoon 070 315 63 55e-mail [email protected] website www.swvzhw.nl
FlexCollegeDe Gouwestraat 132515 SM Den Haagtelefoon 070 362 65 48e-mail [email protected]
Rebound Rijswijk Den Haag
Kerklaan 59 Schalk Burgerstraat 4932283 CE Rijswijk 2572 TD Den Haagtelefoon 070 303 01 97 telefoon 070 336 01 77
Rijswijk
P.C. Boutenslaan 2012283 EZ Rijswijktelefoon 070 394 05 65e-mail [email protected] www.stanislascollege.nl/praktijkonderwijs