lezing - Opvoedingsproject  · Web viewPASTORAAL ALS ‘KATHOLIEKE-DIALOOGSCHOOL-IN-DE-PRAKTIJK’...

24
1 PASTORAAL ALS ‘KATHOLIEKE-DIALOOGSCHOOL-IN-DE-PRAKTIJK’ Jürgen Mettepenningen Inleiding Dank voor de uitnodiging om hier vandaag bij u te zijn, tot u te spreken en met elkaar in gesprek te gaan over pastoraal. Het zou alvast eens interessant zijn om na te gaan wat ieder van ons zoal denkt bij het woord ‘pastoraal’. Vaak gaat dat in de richting van vier woorden: pastoraal team, vieringen, advent en veertigdagentijd. Of aanverwante termen. Vandaag heb ik me tot doel gesteld om ons te prikkelen omtrent een nieuwe idee van wat pastoraal kan zijn. Ik zie deze voormiddag dan ook als een aftoetsen van die idee, waarbij elkaars inbreng van groot belang zal zijn om die idee te bekritiseren, te verrijken, te verwerpen of te bevruchten. Daarmee is gezegd dat ik mezelf kwetsbaar opstel en ook u uitnodig tot kwetsbaarheid. Als dat over een thema als pastoraal al niet kan, weet ik het eerlijk gezegd niet meer… Sta me toe om u wat te kriebelen, soms door zaken wat puntiger of scherper te zeggen dan misschien nodig is. I. Vaststellingen omtrent pastoraal vandaag: Pastoraal 1.0 1 Laat me eerst beginnen met enkele vaststellingen. Want met een nieuwe idee is het zoals met een kind: het wordt niet geboren uit het niets, maar steeds binnen een context, met een voorgeschiedenis en een eigen verhaal. 1 We presenteren hier een licht gewijzigde versie van de ‘ronde van de scholengemeenschappen’ die ik tijdens het eerste semester van schooljaar 2014-2015 heb gedaan op het niveau van de directies. Dankbaar maak ik ook gebruik van ervaringen omtrent pastorale werking op school, zoals die gedeeld worden binnen de diocesane ‘Stuurgroep Pastoraal op School – BaO’ en ‘Stuurgroep Pastoraal op School – SO’ en de interdiocesane stuurgroepen ‘Com-pas’, ‘ICS’ en het ‘Netwerk DBS’.

Transcript of lezing - Opvoedingsproject  · Web viewPASTORAAL ALS ‘KATHOLIEKE-DIALOOGSCHOOL-IN-DE-PRAKTIJK’...

Page 1: lezing - Opvoedingsproject  · Web viewPASTORAAL ALS ‘KATHOLIEKE-DIALOOGSCHOOL-IN-DE-PRAKTIJK’ Jürgen Mettepenningen. I. nleiding. Dank voor de uitnodiging om hier vandaag bij

1

PASTORAAL ALS ‘KATHOLIEKE-DIALOOGSCHOOL-IN-DE-PRAKTIJK’

Jürgen Mettepenningen

Inleiding

Dank voor de uitnodiging om hier vandaag bij u te zijn, tot u te spreken en met elkaar in gesprek

te gaan over pastoraal. Het zou alvast eens interessant zijn om na te gaan wat ieder van ons zoal

denkt bij het woord ‘pastoraal’. Vaak gaat dat in de richting van vier woorden: pastoraal team,

vieringen, advent en veertigdagentijd. Of aanverwante termen. Vandaag heb ik me tot doel

gesteld om ons te prikkelen omtrent een nieuwe idee van wat pastoraal kan zijn. Ik zie deze

voormiddag dan ook als een aftoetsen van die idee, waarbij elkaars inbreng van groot belang zal

zijn om die idee te bekritiseren, te verrijken, te verwerpen of te bevruchten. Daarmee is gezegd

dat ik mezelf kwetsbaar opstel en ook u uitnodig tot kwetsbaarheid. Als dat over een thema als

pastoraal al niet kan, weet ik het eerlijk gezegd niet meer… Sta me toe om u wat te kriebelen,

soms door zaken wat puntiger of scherper te zeggen dan misschien nodig is.

I. Vaststellingen omtrent pastoraal vandaag: Pastoraal 1.0 1

Laat me eerst beginnen met enkele vaststellingen. Want met een nieuwe idee is het zoals met

een kind: het wordt niet geboren uit het niets, maar steeds binnen een context, met een

voorgeschiedenis en een eigen verhaal.

1. Er gebeurt veel goeds in onze scholen, ook op het vlak van pastorale werking. Ik sta

er steeds aangenaam verrast over dat in deze tijd nog op elke school mensen zijn die

niet alleen in hun persoonlijk leven christelijk zijn, maar die dat geloof ook

uitdrukkelijk willen uitdragen binnen de school, en zich daartoe ook verenigen in een

pastoraal team. Is het geen tegendraads en positief teken, dat in zekere zin niet te

verklaren is, precies omdat God in het spel is? Meer en meer moet ik daarbij denken

aan de Bijbel, waar in het Oude Testament God een klein volk uitverkiest om een

groot volk te worden. Inderdaad, de vergelijking mag gemaakt worden: hoeveel

christenen zijn er in onze scholen? En ik bedoel dan niet alleen gedoopten, wat in

onze steden vaak reeds een minderheid is. Ik doel op gedoopten die uitkomen voor

hun geloof in woord en daad, zonder daarbij dan spectaculaire zaken te doen? Als dat

al gemiddeld 5% bedraagt, dan zal het veel zijn. Over een klein volk gesproken… En

dus ook over de aangename verwondering dat in onze scholen, midden een context

1 We presenteren hier een licht gewijzigde versie van de ‘ronde van de scholengemeenschappen’ die ik tijdens het eerste semester van schooljaar 2014-2015 heb gedaan op het niveau van de directies. Dankbaar maak ik ook gebruik van ervaringen omtrent pastorale werking op school, zoals die gedeeld worden binnen de diocesane ‘Stuurgroep Pastoraal op School – BaO’ en ‘Stuurgroep Pastoraal op School – SO’ en de interdiocesane stuurgroepen ‘Com-pas’, ‘ICS’ en het ‘Netwerk DBS’.

Page 2: lezing - Opvoedingsproject  · Web viewPASTORAAL ALS ‘KATHOLIEKE-DIALOOGSCHOOL-IN-DE-PRAKTIJK’ Jürgen Mettepenningen. I. nleiding. Dank voor de uitnodiging om hier vandaag bij

2

waarin het overgrote deel van de schoolpopulatie niet uitgesproken christelijk is, er

een pastoraal team is en een pastorale werking!

2. In veel scholen is het pastoraal team een werkgroep, en ik bedoel dan een werkgroep

zoals alle andere werkgroepen, op dezelfde hoogte geplaatst als alle andere

werkgroepen. Is dat terecht? Kun je stellen dat de werkgroep preventie of de

werkgroep milieu op hetzelfde niveau staan als de ‘werkgroep’ pastoraal? Is dat niet

appelen met citroenen vergelijken? Zeggen dat het een werkgroep is, doet ook

denken aan de taxering van de werking van het pastoraal team. Wordt het pastoraal

team niet afgerekend op resultaten, op wat ze doen? Anders gesteld: vinden we het

pastoraal team niet louter waardevol op grond van de activiteiten die ze

organiseren? Of nog anders gezegd: is er geen vorm van activisme, alsof een

pastoraal team niet meer is dan organisator van activiteiten? Tot slot van deze

tweede vaststelling: waar gewerkt wordt, raken mensen ook wel eens overwerkt. Het

is me afgelopen anderhalf jaar opgevallen hoeveel mensen in pastorale teams te

kampen hebben met verschijnselen van uitgeblust te zijn, zonder dat te willen

veralgemenen uiteraard! Toch is het een feit dat mensen die gevoelig zijn voor het

diepmenselijk mooie, zelf ook gevoelig zijn voor het diepmenselijk pijnlijke. Er is

nood aan bevestiging en bemoediging van onze mensen op school, niet het minst

degenen die betrokken zijn op het welzijn van elkaar.

3. Derde vaststelling: ik zie in onze pastorale teams veel verlangen naar verdieping en

ontmoeting. Op het vlak van verdieping betekent dit dat er nood is om zichzelf te

laven aan de bron van het evangelie en de traditie van het geloof. In een school in

Aarschot heeft men precies daarom het initiatief genomen om de helft van de

samenkomsten van het pastoraal team tijd te besteden aan het organiseren van

activiteiten schoolbreed, en de andere helft van de tijd aan gezamenlijke persoonlijke

verdieping, in groep, vaak aan de hand van een inspirerende tekst, waarna een

gesprek volgt over een bepaald facet van geloven. Wie vanuit de relatie met God iets

organiseert op school, dient de relatie met God inderdaad te onderhouden, en die

relatie als pastoraal teammet God ook wat te organiseren. Anders droogt de bron en

kern van de pastorale werking op school uit, en dan geraken de teamleden vaak ook

gauw buiten adem… Daarmee is ook al iets gezegd over het aspect van ontmoeting.

De pastorale werking draait rond delen van geloof, ervaringen, inzichten. Vandaar

het belang om al die zaken ook met elkaar te delen binnen het pastoraal team, maar

ook met andere pastorale teams. Op 4 maart organiseer ik in Mechelen een

vormings-, gespreks- en ontmoetingsvoormiddag voor directies en leerkrachten die

pastoraal geïnteresseerd en geëngageerd zijn, precies om aan dat verlangen naar

‘delen’ tegemoet te komen. In de pastorale werking is het immers goed om over het

eigen muurtje te kijken, zaken van elkaar te leren en zo elkaar te bemoedigen en

extra aan te vuren.

Page 3: lezing - Opvoedingsproject  · Web viewPASTORAAL ALS ‘KATHOLIEKE-DIALOOGSCHOOL-IN-DE-PRAKTIJK’ Jürgen Mettepenningen. I. nleiding. Dank voor de uitnodiging om hier vandaag bij

3

Ik rond dit punt van vaststellingen af met een beeld dat ik ontleen aan Bellinda Staelens, om

maar te zeggen dat men ook op het niveau van een vicariaat of bisdom over het eigen muurtje

moet durven kijken. Bellinda vergeleek enkele maanden geleden tijdens een vergadering de

pastorale werking op school met een boerderij. Op die boerderij is een koe aanwezig – zonder

koe immers geen boerderij, nietwaar? Die koe is de christelijke identiteit van de school, waarbij

Bellinda stelde: we vinden de koe allemaal belangrijk op onze boerderij, maar we vergeten ze te

eten te geven. Sta me toe het beeld nog even verder uit te werken. Wat hebben we immers met

de koe gedaan? We hebben ze opgesloten in een kot, daar netjes wat verzorgers over aangesteld

(het pastoraal team) en de aanwezigheid van deze ‘cel’ gezien als belangrijk argument om te

zeggen dat we een katholieke school zijn. Het is weliswaar een sterk en straf beeld, en de

vergelijking loopt wat mank, maar een goed verstaander weet waarop gedoeld wordt. Het is de

vaststelling van een manier van ‘aan pastoraal doen’ die ik bestempel als steriel en fout (welke

goede vruchten ze ook nog afwerpt) maar die we meer dan we zouden verwachten nog

aantreffen in het concrete onderwijsveld in Vlaanderen. Pastoraal 1.0 dus. Die manier van

omgaan met pastoraal beantwoordt immers aan de ‘ladekast-mentaliteit’, waar velen toch zo van

houden: alles netjes geordend, per lade of per schuif, waarbij we alles netjes van elkaar

gescheiden hebben om het geheel overzichtelijk en werkbaar te houden. Maar doet men met

dergelijke ‘apartheid’ dan recht aan wat pastoraal is of zou moeten zijn? En past dat in de visie

die men vandaag ophangt aan de term ‘katholieke dialoogschool’, een term waarvan de nieuwe

directeur-generaal van het VSKO, Lieven Boeve, een sterk merk wil maken en waar ik volledig

achter sta.

Wat bedoelen we nu met katholieke dialoogschool? Aan de term kleeft immers enige

onduidelijkheid: het wordt overal verschillend uitgelegd, vaak afhankelijk van wie de term

uitlegt. Op het niveau van het VSKO werkt men aan een tekst die aan de vlag van de katholieke

dialoogschool’ een lading wil geven die voor overal in ons katholiek onderwijs zou moeten

gelden. Dat neemt vandaag evenwel de vraag niet weg: wat bedoelen we daar nu mee? Ik wil

daar nu even op ingaan, niet alleen om het concept te verduidelijken, maar ook om het punt te

willen maken dat ik in de titel van dit referaat verwoord heb: pastoraal als katholieke

dialoogschool-in-de-praktijk. Kortom, nadat ik zonet drie vaststellingen heb gedaan omtrent de

werking van pastorale teams vandaag, ga ik nu in op de katholieke dialoogschool, om daarna de

stelling te poneren dat pastoraal die katholieke dialoogschool-in-praktijk is, om deze lezing te

eindigen met enkele praktijkvoorbeelden.

II. Katholieke dialoogschool 2

2We geven hier een licht gewijzigde versie van Lieven Boeves concepttekst 2.04 van de oefening om het wezen en de missie van de katholieke dialoogschool op een A4’tje weer te geven. We vullen Boeves concepttekst aan met enkele beschouwingen omtrent Jezus, waarbij we onder andere geïnspireerd werden door een nota van Fons Uytterhoeven en door wat we zelf schreven in het boek Toegepaste Blijde Boodschap (Tielt: Lannoo, 2012). Voor de duidelijkheid: de onderstreepte zaken zijn niet van Boeve maar van mezelf. Voor verdere inspiratie en aanvulling bij de thematiek van de katholieke dialoogschool, verwijs ik naar het werk van Didier Pollefeyt en zijn onderzoeksgroep aan de theologische faculteit van de KU Leuven. Tot slot verwijzen we naar een website die in Leuven opgesteld is en er steeds verder uitgebouwd wordt: www.dialoogschool.be.

Page 4: lezing - Opvoedingsproject  · Web viewPASTORAAL ALS ‘KATHOLIEKE-DIALOOGSCHOOL-IN-DE-PRAKTIJK’ Jürgen Mettepenningen. I. nleiding. Dank voor de uitnodiging om hier vandaag bij

4

Wanneer we spreken over de katholieke dialoogschool, valt bij Lieven Boeve vooreerst de term

gastvrijheid. Gastvrij en met aandacht voor de gehele mens verwelkomt de katholieke

dialoogschool iedereen, van welke levensbeschouwelijke of religieuze achtergrond ook. Zonder

uitzondering nodigt ze leerlingen (internen, cursisten, studenten), ouders, personeelsleden en

bestuurders uit aan haar onderwijsproject mee te werken. Vanuit haar christelijke inspiratie wil

ze ieder hiertoe uitdagen, motiveren en kracht geven:

Als school is ze ervan overtuigd dat kwaliteitsvol onderwijs meer is dan louter opleiding.

Onderwijs vormt mensen tot vrije, competente en solidaire personen die betekenis vinden in

leven en samenleven. Leren leren, leren werken, en leren (samen)leven gaan er hand in

hand. Vorming rust kinderen, jongeren en volwassenen toe voor de steeds complexere

wereld van vandaag en morgen. Ze leren deze wereld ontdekken, en bekwamen zich om met

kritische zin, creativiteit en engagement erin aan de slag te gaan. Deze school is een

inclusieve school: zorg voor de uniciteit van elke leerling is het uitgangspunt, met bijzondere

aandacht voor wie het moeilijk heeft.

Als katholiekeschool werkt ze vanuit de grondervaring dat mens en wereld tegelijk gave en

opgave zijn. Gevat in een netwerk van relaties met medemensen, de samenleving en de

wereld, is menselijke vrijheid een gekregen vrijheid, die oproept tot verantwoordelijkheid.

In het vertrouwen dat het diepste mysterie van de werkelijkheid de liefde is, neemt de

school deze liefde – zoals Jezus die voorleeft – als maatstaf voor leven en samenleven. Die

Jezus staat in een traditie van mensen die hem reeds tweeduizend jaar beschouwen als

Messias: de Christus. Hij is de hoeksteen van de kerk die, ondanks haar vele falen, veel goeds

heeft gebracht, niet het minst in het onderwijs, door de eeuwen heen. In de kerk staat de

navolging van Jezus centraal, waarbij iedere mens gezien wordt als uniek en verbonden,

waarbij mensen meer zijn dan wat je er van ziet, waar de wereld een plaats is waar meer

rechtvaardigheid en barmhartigheid bijdragen aan de opbouw van het rijk Gods.

Vanuit dit mens- en wereldbeeld nodigt de katholiekedialoogschool in deze tijd van

levensbeschouwelijk-religieuze veelheid iedereen uit om in dialoog met elkaar op zoek te

gaan naar het volle mens- en medemens-zijn. Hiertoe brengt ze christenen, moslims, joden

en ongebonden zinzoekers samen met alle anderen die betekenis willen vinden in leven en

samenleven. In gesprek met elkaar leren ze allen hun eigen identiteit vorm te geven, door

deze te ontdekken, erover na te denken en deze te verdiepen. Vanuit haar opdracht brengt

de school zelf hiertoe in woord en daad op eigentijds-tegendraadse wijze de christelijke stem

in dit gesprek binnen. Hierbij heeft ze in het bijzonder oog voor wie niet aan het woord komt

of dreigt te komen.

Op deze wijze school maken vergt een blijvende inzet van allen, terwijl er tegelijk veel ruimte is

voor groei en verscheidenheid. Doorheen de dialoog verrijkt de katholieke dialoogschool ook

zichzelf, en vernieuwt ze haar christelijke inspiratie in de context van vandaag. Vanuit de traditie

waarin de school staat en in dialoog met haar omgeving, wil de katholieke dialoogschool een

oefenplaats zijn voor een (samen)leven in een wereld die ten voeten uit gekenmerkt is door

Page 5: lezing - Opvoedingsproject  · Web viewPASTORAAL ALS ‘KATHOLIEKE-DIALOOGSCHOOL-IN-DE-PRAKTIJK’ Jürgen Mettepenningen. I. nleiding. Dank voor de uitnodiging om hier vandaag bij

5

veelheid, diversiteit en verschil. Precies de competentie om kritisch-creatief om te gaan met wat

eigen en wat anders is, zal mensen in staat stellen bij te dragen aan een open, zinvolle,

verdraagzame en duurzame samenleving, waar een plaats is voor iedereen – een wereld zoals

ook God zich die droomt.

III. Pastoraal als ‘katholieke dialoogschool-in-de-praktijk’: Pastoraal 2.0

Na deze uitweiding over de katholieke dialoogschool kom ik tot de vraag hoe pastoraal er uit kan

zien in die katholieke dialoogschool. In mijn antwoord op die vraag behandel ik vrij uitgebreid

vier punten, die voor mij de vier pijlers vormen van Pastoraal 2.0:

1.De actoren – Pastoraal staat of valt met mensen. Meer dan een punt op een agenda is pastoraal

een dagelijks project, vrucht van mensenhanden. Daarmee is meteen gezegd dat het veeleer een

weg is, een proces is, dan dat het een aaneenrijging is van resultaten. Aan dat proces bouwen

mensen: de mensen die de school uitmaken. En dan kom ik terug op het beeld van de boerderij

en de koe van daarstraks: wie zijn de ‘klassieke’ verzorgers van de koe? Dat zijn de leden van het

pastoraal team, die meestal voor een groot deel of soms zelfs uitsluitend bestaan uit

vakleerkrachten godsdienst. Ondanks de vele zaken die men gemeenschappelijk heeft, zijn het

vak godsdienst en de werking van het pastoraal team twee eigenstandige en verschillende

zaken. Het eerste is een vak in de klas, het andere een dynamiek in de school. Bij het vak is het de

godsdienstleerkracht die verantwoordelijkheid draagt, bij de pastoraal het pastoraal team. En

waar het vak gecontroleerd wordt door inspecteurs-begeleiders, is in de pastorale werking de

directeur aan zet om te stimuleren, te controleren, hopelijk zichzelf ook wat te engageren en

misschien vooral vertrouwen en ruimte te geven aan het pastoraal team. Vandaar dat in mijn

opvatting van pastoraal de directeur de spilfiguur is/blijft. De directeur mandateert als het ware

het pastoraal team om de verantwoordelijkheid van de directeur aangaande pastoraal in

concreto op zich te nemen. Daarmee kan de directeur zich niet ontdoen van zijn

verantwoordelijkheid, maar neemt de directeur die verantwoordelijkheid op door aan een groep

mensen het mandaat te geven om hem in die verantwoordelijkheid bij te staan en hem als het

ware te vertegenwoordigen in de uitoefening van zijn taak. Op geen enkele wijze kan de

directeur zichzelf dus ontslaan van zijn taak als spilfiguur. Uiteindelijk behoort het nu eenmaal

tot de kerntaken van een directeur van een katholieke school om het levensbeschouwelijk

profiel te actualiseren en concreet gestalte te geven op een eigentijdse manier. Dat de directeur

daarin niet alleen kan en mag staan, spreekt voor zich. Er liggen immers nog vele andere taken

op de werktafel. Bovendien zou het de eigenheid van het christelijk geloof tegenspreken om

alleen het heft in handen te nemen: aan geloof gestalte geven is gemeenschapswerk. Vandaar, in

de ideale wereld, de nauwe band tussen directie en pastoraal team.

Om verder te gaan in het denken over de ideale wereld, zou de tandem van directie en

pastoraal team de centrale as moeten zijn van de vertolking van de christelijke traditie op

school. ‘Centrale as’ en dus niet de enige actoren want de andere leden van het personeelskorps

kunnen zich niet onttrekken aan hun eigen verantwoordelijkheid. Ook zij zijn actor op het veld

van de schoolpastoraal, precies omdat ze actor zijn binnen de katholieke school. Dat is een

Page 6: lezing - Opvoedingsproject  · Web viewPASTORAAL ALS ‘KATHOLIEKE-DIALOOGSCHOOL-IN-DE-PRAKTIJK’ Jürgen Mettepenningen. I. nleiding. Dank voor de uitnodiging om hier vandaag bij

6

element dat vaak ondergesneeuwd geraakt en even vaak niet meer luidop gezegd mag worden.

Het klinkt ook zo tegendraads, en soms zelfs accaparerend (zonder respect voor mensen die

kritiek hebben, twijfels en aarzelingen). Pastoraal is echter geen zaak van een club apart. Aan het

christelijk opvoedingsproject van ons onderwijs kleeft ontegensprekelijk het appel om zich

bewust te zijn van de katholieke identiteit van de school. Met andere woorden, tot de elementen

die de identiteit uitmaken van de school behoort de katholieke traditie. Net zoals men zich niet

kan losmaken van de andere elementen van identiteit, zoals de lokale verankering in de streek,

de evoluerende populatie van personeel en leerlingen, de geschiedenis van de school, enzovoort,

zo kan men zich niet losmaken van de katholieke traditie, waarin de school onmiskenbaar staat.

Die traditie is net zoals verschillende andere zaken van de schoolidentiteit voorgegeven, geen

keuze van directie of schoolbestuur. In die zin is het zaak om het positieve te zien van elk van de

facetten die de identiteit van de school uitmaken – het uitdagende, verrijkende en intrigerende

ervan. Ook op het vlak van de katholieke traditie. Vorming is daarbij van groot belang, zoals we

ook hier samenzijn deze voormiddag.

Omtrent de actoren ook een woord over het schoolbestuur. Zij lijken buitenspel te staan

inzake pastoraal, wat uiteraard – u raadt het al – niet waar kan zijn. Uiteindelijk heeft het

schoolbestuur bijvoorbeeld een grote vinger in de pap om in het aanwervingsbeleid van directie

en leerkrachten te wijzen op de katholieke eigenheid van de school. Het is inderdaad aan het

schoolbestuur om in het aanwerven van nieuwe personeelsleden er, naast alle competenties, op

toe te zien dat er voldoende bereidheid is tot actieve loyauteit ten opzichte van het katholieke

opvoedingsproject. En het is tevens aan het schoolbestuur om schouder aan schouder met de

directie ruimte te geven voor een gedegen pastorale kernwerking op school.

En wat dan met de niet-christenen op onze school? Ach, de tijd is voorbij dat we in ons

schoolzijn en dus ook in onze pastoraal uitsluitend of op de eerste plaats rekening hielden met

de christenen op school. Vandaag is er niet alleen een veelheid aan levensbeschouwingen

aanwezig in de klas, maar in de meeste gevallen, ook als men een bepaalde levensbeschouwing

aanhangt, gaat het vooral over zoekende mensen: zinzoekers. Naarmate men buiten onze steden

gaat, betreft het meer zinzoekers die zich niet gebonden of verbonden weten aan een religie of

levensbeschouwing. In de steden zie je meer leerlingen die zich gebonden weten aan de traditie

van een religie of levensbeschouwing, zoals moslims, joden en vrijzinnigen. De paradox in

eender welke context is dat zowel de diep overtuigde gelovigen als de ongebonden zinzoekers

(en alle varianten ervan en ertussen) fundamenteel kunnen bijdragen aan de pastorale werking

op school. Pastoraal wil immers niet zeggen dat mensen die de christelijke waarheid gevonden

hebben, nu eens zoveel mogelijk anderen gaan overtuigen daarvan. Neen, in mijn ogen is

pastoraal niet gericht op vinden maar op zoeken, niet op waarheid maar op wijsheid, niet op

accapareren of recupereren maar op respecteren en genereren. In de katholieke dialoogschool

neemt de christelijke manier van zinzoeken een centrale plaats in, maar niet de enige plaats. Wil

pastoraal immers levensbetrokken zijn en niet wereldvreemd, dan kan ze niet anders dan open zijn

in plaats van gesloten. Ze heeft immers het welzijn van alle actoren op het oog, maar daarover

straks meer.

Wat is dan nog het pastoraal team? Ik denk dat we op dat vlak een switch moeten maken.

Hoe gek het misschien op het eerste gezicht kan klinken, alle schoolbetrokkenen vormen het

Page 7: lezing - Opvoedingsproject  · Web viewPASTORAAL ALS ‘KATHOLIEKE-DIALOOGSCHOOL-IN-DE-PRAKTIJK’ Jürgen Mettepenningen. I. nleiding. Dank voor de uitnodiging om hier vandaag bij

7

pastoraal team, waarbij er de reeds vermelde centrale as is tussen directie en (wat ik noem) het

pastorale kernteam.

Tot slot van dit punt over de actoren: zoals pastoraal niemand mag uitsluiten, mag

niemand zich op onze scholen afsluiten van pastoraal. Maar dat vereist een andere visie op

pastoraal: geen koe in een hok, maar de hele boerderij! Het volstaat op die katholieke boerderij

niet om de boerenstiel te kennen die vereist is voor wat men specifiek doet op de boerderij

(school-zijn), maar ook dat men allemaal akkoord gaat met de ‘spirit’ die de boerderij kenmerkt

(christelijke inspiratie). Meer dan ‘akkoord gaan’ zelfs: er op een manier toe bijdragen die

aansluit bij die spirit, zonder zichzelf te verloochenen of te moeten forceren, met respect voor

elkaars eigenheid en inspanning, maar niettemin loyaal tegenover de boerderij, haar eigenheid

en traditie. Met de woorden ‘eigenheid en traditie’ raak ik de tweede pijler aan:

2.De bronnen – De eigenheid van pastoraal ligt in de christelijke inspiratie, de bronkracht.

Daarmee is gezegd dat de bronnen van de pastoraal ons gegeven zijn, niet maakbaar en dus geen

kwestie van hebben, maar van krijgen. Of zoals Connie Palmen het schreef over de vriendschap:

“De mooiste dingen die kun je niet hebben of niet hebben, maar die krijg je en geef je”. Zo ook

met de christelijke inspiratie, die het centrale punt is in de katholieke traditie en in het katholiek

onderwijs waarbinnen de school zich situeert.

Dat een school katholiek is, hangt niet af van de directie of van het schoolbestuur. De

katholieke eigenheid van een school is voorgegeven, is ons toevertrouwd, is geen vrucht dus van een

beslissing van onszelf. Ze is gave en precies als die gave de niet-onderhandelbare kern van het

opvoedingsproject en de totaalvisie op de school. Daarmee is gezegd dat het katholiek karakter

van de school untouchable is, precies omdat het de oorsprong, de traditie en ieder element van

het schoolleven raakt. Untouchable by touching everything and everybody.

De gave van de katholieke eigenheid van de school is evenwel toe aan verfrissing. De

term ‘katholiek’ heeft doorheen het verleden van het katholiek onderwijs immers ook een

ballast opgebouwd, waardoor de termen ‘pastoraal’ en ‘katholiek’ voor velen binnen onze

schoolmuren overkomen als ouderwets, irrelevant, negatief en zelfs overbodig. Het is goed om

het gezicht van het katholiek onderwijs met een fris washandje te wassen, ons

verontschuldigend voor alle vuile vlekken van het verleden, maar vooral ons gereed makend

voor anewCatholic touch van ons onderwijs. Die noodzakelijke verfrissing, actualisering en

positieve profilering staat niet los van de bronnen van weleer: de bronnen van het katholiek

karakter van de school, blijven immers de figuur van Jezus en de geloofsbeweging en traditie die

zich in navolging van hem heeft gevormd, tot op de dag van vandaag. Daarmee raken we aan de

centrale figuur van de christelijke inspiratie: Jezus. Mag zijn naam vandaag nog klinken? Of

hebben we het alleen over zogeheten ‘christelijke waarden’, die – hoewel rijk aan inhoud,

uiteraard – vandaag al lang geen christelijke waarden meer zijn, maar behoren tot de geest van

de universele rechten van de mens (denken we aan verdraagzaamheid, solidariteit, respect,

behulpzaamheid, enzovoort)? Solidariteit is echter in wezen nog geen barmhartigheid,

behulpzaamheid nog geen zorgzaamheid, respect nog geen betrokkenheid,… Wil het dat wel

worden, dan verwijzen christenen naar Jezus, die meer is dan de sociaal bewogen enigmatische

leidsman die niet kon tegen onrechtvaardigheid en die mensen voortdurend kansen gaf, ook al

Page 8: lezing - Opvoedingsproject  · Web viewPASTORAAL ALS ‘KATHOLIEKE-DIALOOGSCHOOL-IN-DE-PRAKTIJK’ Jürgen Mettepenningen. I. nleiding. Dank voor de uitnodiging om hier vandaag bij

8

hadden ze zwaar misdaan. Jezus mag dan wel een voorbeeld zijn voor mensen – in de ogen van

christenen het grootste voorbeeld – maar hij was ook toonbeeld van God. Precies door dat

laatste te beklemtonen wordt Jezus ook Christus en nodigt die belijdenis uit tot een leven waarin

de bewogenheid van Jezus zichtbaar mag worden in ons concrete leven, ook op school. Dat is

natuurlijk een hele mond vol.3 We zouden er voorwaar toe geneigd zijn dit reeds academisch of

theologisch te noemen. En toch houdt het verband met de radicaliteit van het christendom.

Anders gesteld: zeggen dat op school gedacht, geleefd en bestuurd wordt vanuit een christelijke

inspiratie, is verre van een softe zaak, precies omdat die inspiratie verband houdt met Jezus als

voorbeeld voor mensen en toonbeeld van God. Alle andere aandacht voor andere

levensbeschouwingen komt op de tweede plaats en is resultaat van een keuze die we zelf maken,

niet van een voorgegeven beslissing waarvoor we niet kunnen kiezen. Dat kan scherp klinken,

maar ik zeg het zo scherp omdat dit de radicaliteit van de katholieke traditie inhoudt.

Draait het in de school dan rond de christelijke inspiratie? Neen! Het draait in de school

rond het vormen en kneden van kinderen en jongeren tot zelfstandige, zelfbewuste, kritische,

geëngageerde en geïnspireerde jongvolwassenen. Is de christelijke inspiratie en alles wat we

erover stelden tot nu toe, dan maar overboord te gooien? Even ferm: neen! Maar het geeft alles

wel de plaats die het toekomt. Waar vroeger in onze schoolwerking het katholiek systeem moest

gediend worden, ook via onze scholen, is het nu zo dat de christelijke inspiratie de

schoolwerking moet dienen. Op een frisse en verfrissende manier dus! Op die manier of

manieren kom ik straks terug.

Eerst nog een woord over het verschil tussen christelijk en katholiek. Ik gebruik immers

graag het woord christelijk omdat het reeds taalkundig meer de band legt met Christus en dus

met de persoon van Jezus. Maar die optie voor christelijk is geen motie van wantrouwen tegen

de term ‘katholiek’. Uiteindelijk kunnen beide termen niet zonder elkaar. De christelijke

inspiratie had immers omwille van al haar succes en vertolkingen zodanig nood aan organisatie,

coördinatie en structuur, dat de kerk de ruimte is geworden waarbinnen die christelijke

inspiratie beschermd werd en in al haar gestalten verdere kansen kreeg tot groei en bloei. Is

onze pastoraal op school dan christelijk of katholiek? Precies door de onlosmakelijke band

tussen christelijk en katholiek is de vraag eigenlijk van geen tel. Met beide termen wordt immers

verwezen naar Jezus en de kerk als Jezusbeweging en dus naar de bronnen van de christelijke

inspiratie, zoals die te vinden zijn in de Bijbel en de kerktraditie sindsdien… al houd ik stiekem

dus toch meer van de term ‘christelijk’ (wat misschien wat mag verwonderen om het van een

kerkhistoricus te horen) omdat het meer verwijst naar de spiritualiteit.

3.De wijze van pastoraal / Pastoraal van de wijsheid – Wat is dan pastoraal in godsnaam?

Zoals het tot nu overkwam, lijkt het wel alles te zijn, en dus is het risico dat het feitelijk niets is.

Pastoraal is inderdaad meer dan een gezonde schoolwerking met een religieus sausje erover.

Als iederéén geroepen is om zijn steentje ertoe bij te dragen, is de vraag legitiem om te

weten wat dat steentje is en tot wat dat dan bijdraagt. Pastoraal laat zich dan ook in deze nieuwe

visie misschien het best omschrijven als het drieluik van (1) ruimte om zichzelf en anderen te

3 Ik heb dat elders pogen uiteen te zetten, zowel qua fundamenten als qua praktijk, met name in mijn boek Toegepaste Blijde Boodschap, Tielt: Lannoo, 2012.

Page 9: lezing - Opvoedingsproject  · Web viewPASTORAAL ALS ‘KATHOLIEKE-DIALOOGSCHOOL-IN-DE-PRAKTIJK’ Jürgen Mettepenningen. I. nleiding. Dank voor de uitnodiging om hier vandaag bij

9

verrijken in wijsheid, (2) de inspanningen om het welzijn van elkaar te dienen en (3) door die

wijsheid en inspanningen te groeien in de ontmoeting met God en/of in de omgang met de

zinvragen. Daarmee is meteen de driehoek aangegeven van ‘ik – anderen – God’. Bovendien

staan de woorden ‘wijsheid – dienen – ontmoeting’ werkelijk centraal in de pastoraal, waarbij de

driehoek van ‘ik – anderen – God’ verwijst naar degenen tot wie men zich richt en van wie een

appel uitgaat. Dat klinkt misschien allemaal vrij abstract en theoretisch/theologisch, maar

daarmee is gezegd dat we ons als school engageren om onze kinderen en jongeren te helpen

groeien in hun relatie tot elkaar en tot God. En door die relaties groeien in persoonlijke

levenswijsheid. Die wijsheid kan gekoppeld zijn aan een levensbeschouwing, maar dat hoeft niet.

In ieder geval begeleidt de school haar kinderen en jongeren vanuit een welbepaalde

levensbeschouwing, de christelijke, zonder deze op te dringen, maar er wel de relevantie van

aangeeft, als het ware als een schooleigen argument om mee te nemen in de persoonlijke

zoektocht, ter ontdekking, bevraging en verdieping van de eigen levenswijsheid en eventuele

levensbeschouwing.

Pastoraal is geen vorm van activisme maar van vorming. Het is een manier van zien en

dus van aandacht, maar die niet afstandelijk is, dan wel betrokken! Vandaar dat het een vorming

in wijsheid en engagement is: het omhelst de hele persoon van iedere actor op school en het

omhelst iedere activiteit binnen de school. Wijsheid en engagement laten zich inderdaad niet

opsluiten in een kot, zoals het beeld van de koe liet zien. Pastoraal is geen koe, maar het klimaat op

de boerderij. Dat klimaat laat toe dat in het denken over de organisatie van de boerderij de

christelijke inspiratie een plaats heeft, dat in de concrete werking van alles op de boerderij die

inspiratie haar kracht mag doen gelden, dat iedere persoon op de boerderij zich geraakt en

uitgedaagd weet door die inspiratie om zichzelf en anderen op een positieve manier te benaderen.

Dat betekent dat wijsheid en engagement geprikkeld worden door de inspiratie die eigen is aan

de traditie van de school. Wat op haar beurt weer betekent dat we die inspiratie opnieuw dienen

te ontdekken, waarderen en toelaten op onze school. Op alle facetten van de school, of anders

gezegd: wanneer we spreken over de christelijke inspiratie op school, dan moet die toegelaten

worden in het nadenken over en beleven van alle schooleigen zaken. Hoe verloopt een

oudercontact en hoe zou dat warmer en sterker kunnen worden? Hoe vanuit diezelfde optiek

gestalte geven aan de speelplaatswerking, de nabewaking, de refter, huiswerk, personeelsraden,

bestuursvergaderingen, conflictbemiddeling, strafbepaling, enzovoort? Hoe kunnen we al die

momenten warmer en sterker maken? Dat is de vraag, dat is de bekommernis, met het welzijn van

allen op school voor ogen, in de eerste plaats van degene die zijn mond niet durft open te doen,

degenen die bang zijn voor wat anderen over hen denken en zeggen, voor degenen die arm zijn op

materieel of psychologisch vlak. Hoe kunnen we door na te denken over al deze facetten, die zo

eigen zijn aan de schoolwerking, de school een menselijker gelaat geven, beseffend dat meer

menselijkheid de toegangspoort bij uitstek is om God de ruimte te geven te werken zoals Hij wil

werken in en via mensen, ook binnen onze school. Precies hier raken de spiritualiteit van Kerstmis

en Pasen elkaar: het menszijn van elkaar bevorderen opdat Jezus Christus in eenieder geboren

en herkend kan worden. Je hoeft als leerkracht en leerling niet in die God en deze spiritualiteit te

geloven, om mee te werken aan meer menszijn op school. Of je nu gelooft of niet, wat of wie je

gelooft of niet, ieder heeft er baat bij dat de school warmer en sterker wordt in alles wat ze

Page 10: lezing - Opvoedingsproject  · Web viewPASTORAAL ALS ‘KATHOLIEKE-DIALOOGSCHOOL-IN-DE-PRAKTIJK’ Jürgen Mettepenningen. I. nleiding. Dank voor de uitnodiging om hier vandaag bij

10

inhoudt, opdat de school als leer- en leefgemeenschap positiever kan bijdragen tot de groei en

ontwikkeling van onze kinderen en jongeren, als mensen, niet louter als leerlingen. Laten we als

katholiek onderwijs daarbij onze overtuiging niet onder de mat verstoppen dat die inspanning

voor een steeds warmere en sterkere leer- en leefomgeving, ook een spirituele grondslag en een

spiritueel geïnspireerd appel in zich draagt.

Ik gaf vorig jaar een lezing in Houffalize voor alle directies van het secundair onderwijs

van het aartsbisdom. Ik had het daar over de identiteit van het katholiek onderwijs. Na die lezing

komt een directeur naar mij en zegt: “Kijk, Jürgen, vorige weekeinde was er bij ons op school

vandalisme gepleegd. Blijkt dat het over enkele oud-leerlingen en leerlingen gaat. De politie is bij

elk van hen thuis geweest en ze zullen opdraaien voor de kosten, maar hoewel ik het recht heb

om hen van de school weg te sturen, maak ik van dat recht geen gebruik. Die gasten moeten hier

immers van leren en dat kan nooit beter lukken dan dat dit op onze school gebeurt. Dat is

christelijke identiteit in de praktijk”. Een mooi en pakkend getuigenis, vond ik dat. Want theorie

en visie is één zaak, de praktijk met al haar uitdagingen en problemen een andere. Maar hoezeer

de praktijk het belangrijkste is van de twee, de visie mag niet verzwegen worden. Anders

gezegd: af en toe, op geregelde tijdstippen, dient de christelijke inspiratie expliciet benoemd te

worden. En zijn er dus ook vormingsmomenten nodig om te benoemen en te helpen benoemen,

zowel op inhoudelijk vlak als op het vlak van de taal. Enkele maanden geleden, op mijn ronde bij

directies omtrent het aanbod pastoraal vanuit het vicariaat en het VSKO, kreeg ik van een

directeur te horen dat die in zeventien jaar directeurschap nog nooit op een pedagogische

studiedag aandacht heeft besteed aan de christelijke inspiratie. Tja, dan sta je als katholieke

school arm natuurlijk. Wanneer ik daarstraks zei dat pastoraal in wezen ‘werken is aan de spirit

op school – het klimaat van school’, dan zou er op vele scholen wel eens best een klimaattop

plaatsvinden…

Vraag: gaat pastoraal op school gepaard met het vieren van sacramenten? Volgens mij

niet. Dat stadium is volgens mij al een tijdje voorbij, waardoor de vraag volgens mij door

sommigen nog altijd benaderd en beantwoord wordt als een soort van achterhoedegevecht.

Waarom zouden we nog samen eucharistie vieren wanneer dat sacrament ‘hoogtepunt en bron’

is voor een geloofsgemeenschap, terwijl we die christelijke geloofsgemeenschap op school niet

meer aantreffen, noch als verzamelde minderheid noch als diffuse meerderheid? Ik heb mensen

ontmoet die er nog steeds voor pleiten omdat het altijd al zo is geweest. Sinds wanneer is

gewoonte een argument dat boven de aanwezigheid van een geloofsgemeenschap als argument

staat? Ik heb mensen andere ontmoet die stellen dat de katholieke school toch de plaats moet

zijn waar ze zo’n eucharistie toch nog eens moeten meemaken. Sinds wanneer behoort de

eucharistie tot het pedagogisch kader: ‘ze moeten het toch eens meegemaakt hebben?’ Neen, laat

ons wel wezen, zo er geen geloofsgemeenschap is en in een landschap waar sowieso op

parochiaal niveau een stevige rationalisering van het aantal eucharistievieringen plaatsvindt, is

het gewoonweg niet houdbaar, wenselijk en nodig om als school of binnen klasverband een

eucharistieviering te organiseren. Ik vind dit de logische conclusie van de fase van secularisering

waarin we zijn beland. Wat dan met de eerste communie en het vormsel, toch twee sacramenten

die – zeker het eerste – nog op vrij veel plaatsen (mee) wordt voorbereid in klasverband? Ook

hier denk ik dat de school de school is en de parochie de parochie, elk met hun eigen ‘publiek’ en

Page 11: lezing - Opvoedingsproject  · Web viewPASTORAAL ALS ‘KATHOLIEKE-DIALOOGSCHOOL-IN-DE-PRAKTIJK’ Jürgen Mettepenningen. I. nleiding. Dank voor de uitnodiging om hier vandaag bij

11

rol, wat wil zeggen dat de eerste communie en het vormsel twee gebeurtenissen zijn die op

parochiaal niveau dienen te worden voorbereid en gevierd, niet op school te worden voorbereid

en in de parochie gevierd, nog minder op school te worden voorbereid en op school te worden

gevierd. Komaan, laat ons een kat een kat noemen en dus afstappen van de soms kwalijke

traditie waar een parochiepriester op onrechtmatige wijze alle voorbereiding in handen geeft

van de school, of waar een school op even onrechtmatige wijze die voorbereiding claimt. Mijn

standpunt daarin is: waar er een goede relatie van partnerschap bestaat, laat die verder bestaan,

maar het moet in elk geval een gezond partnerschap zijn, waarbij geen enkele partij druk of

dwang ervaart, en waarbij sacramenten principieel en zo mogelijk ook in de praktijk buiten de

school worden gehouden. We kunnen niet met het ene been in de 21ste eeuw staan, en met het

andere been in de 20ste. Bovendien wordt de grens tussen pastoraal en godsdienstonderricht

hier ver overschreden…

Is dergelijke omgang met sacramenten, zo tegengesteld aan hoe het vroeger was, een

capitulatie aan de andere levensbeschouwingen? Neen. Ik denk dat de sacramenten hiermee op

hun plaats worden gezet en dus dat deze visie een correctie is op een misverstand dat al te lang

heeft geheerst op grond van het feit dat het christendom maatschappelijk sterk verankerd was.

En wat dan met het derde element: na wijsheid en engagement, heb ik het dan over de

groei in de ontmoeting met God en de omgang met zinvragen? Toen ik vorig jaar aantrad als

directeur van de dienst Identiteit, ging ik op gesprek bij aartsbisschop Léonard. Hij bemoedigde

mij in de taak die mij werd toevertrouwd en vertolkte zijn hoop daarbij op een treffende manier.

Hij stelde met name dat hij graag zou zien in het katholiek onderwijs dat men jongeren zou

aanmoedigen en uitdagen om Jezus te ontmoeten, en via Jezus God. Ik meen dat hij daar een

belangrijk punt maakte. Of zoals ik elders reeds zei: Jezus heeft een boodschap voor alle mensen

van goede wil, niet enkel voor de raszuivere katholieken. Ook voor de Syrofenicische vrouw, die

in het evangelie Jezus’ aandachtsveld opentrok naar alle mensen, niet alleen het eigen volk. Geen

‘eigen volk eerst’… Zo kunnen bijvoorbeeld ook moslims door de ontmoeting met Jezus

uitgedaagd worden om hun eigen identiteit te verkennen en te verdiepen. Jezus is een profeet in

hun geloof. En ook voor de ongebonden zinzoekers, die veelal de meerderheid vormen op onze

scholen, kan de ontmoeting met Jezus inspirerend werken. Zo wordt iedereen op school

uitgedaagd en hopelijk ook versterkt.

4.Een cultuur van empowerment – Pastoraal op onze scholen richt zich tot allen in de school!

Dat wil zeggen dat het geen beweging is in de school ‘voor en door christenen’. Het is geen

werking van een sekte binnen de school, of geen werking van een harde kern. Pastoraal wil

bijdragen tot de wijsheid en het engagement van allen, ook tot een overwogen voortgang in de

omgang met de zinvragen, waarbinnen een ontmoeting met God mogelijk is.

Pastoraal wil allen versterken en wil, over de vakken en facetten van de structuur van de

school heen, gestalte geven aan het klimaat van de school, aan de spirit die er mag heersen.

Vandaar dat pastoraal een belangrijk constitutief element is van de cultuur van de school, van de

mentaliteit die via de pastorale werking handen en voeten krijgt. Daarmee is duidelijk gemaakt

dat pastoraal niet voorbehouden is aan een ‘werkgroep’, waarbij alle niet-leden zich enkel

geroepen weten zich in te zetten op de activiteiten die door die werkgroep worden

Page 12: lezing - Opvoedingsproject  · Web viewPASTORAAL ALS ‘KATHOLIEKE-DIALOOGSCHOOL-IN-DE-PRAKTIJK’ Jürgen Mettepenningen. I. nleiding. Dank voor de uitnodiging om hier vandaag bij

12

georganiseerd. Neen, pastorale bewogenheid is in deze visie een opdracht die aan eenieder

binnen de school is toevertrouwd, op de plaats waarop men staat, met de talenten die men heeft,

in de eigen context waarbinnen men zich bevindt, ter versterking van allen.

Om die cultuur van empowerment uit te bouwen is het van belang te zien en te

bevestigen wat er vandaag al gebeurt. Zoals ik zei aan het begin van de lezing: er gebeurt reeds

veel goeds op onze scholen! En vaak gebeurt dat goede zonder er onmiddellijk de christelijke

inspiratie aan te koppelen. Als kinderen van onze tijd, zijn velen ervoor beducht dat hun goede

inzet geaccapareerd zou worden door een katholiek interpretatiesysteem. Vergeten we

inderdaad niet dat de meesten binnen onze scholen, zowel leerkrachten als leerlingen, staan op

hun vrijheid om ongebonden zinzoeker te zijn. Dat is hun recht, mits ze achter het

opvoedingsproject van de school staan natuurlijk, waartoe de katholieke traditie haar plaats

terecht opeist en haar invloed vrijmoedig wil laten gelden. Het is dan ook van belang om wat er

aan goeds gebeurt, ook te laten duiden als pastorale werking, zonder dat het misschien louter

pastorale werking is. In de betekenisgeving van wat we op school doen, mag de christelijke

inspiratie een stem hebben, net zoals ze het recht heeft zich te manifesteren als een van de

drijfveren om binnen de school bepaalde zaken te doen. In die zin sta ik achter de methodiek van

de lege stoel, die op een treffende manier aangeeft wat ik bedoel. Wat is die methodiek van de

lege stoel?

IV. Pastoraal in de praktijk: vier voorbeelden/suggesties

Methodiek van de lege stoel4 – Tijdens vergaderingen kan het wel eens gebeuren dat een gesprek

stilvalt doordat louter het horizontale niveau aan bod komt: hoe de zaken aanpakken, waarbij

we enkel naar elkaar kijken of de argumenten soms louter zakelijk, beredeneerd en

resultaatgericht geformuleerd worden. Er ontbreekt vaak spirit, een perspectief dat de zaken

eens van een andere kant bekijkt, een dimensie die het gesprek verrijkt en ons doet verder

kijken dan het eigenbelang van de school of het resultaat dat zo snel mogelijk bereikt moet

worden. De methodiek van de lege stoel wil aan die verfrissende dimensie gestalte geven. Door

uitdrukkelijk en goed zichtbaar een extra stoel rond de tafel te plaatsen, bij voorkeur met het

evangelie op de tafel bij die stoel, wordt aan de tafel ruimte gecreëerd: de cirkel van mensen

wordt onderbroken door een schakel die de cirkel volledig rond kan maken. Die schakel is de

stem van de christelijke inspiratie. Het mag vrij idioot overkomen misschien, maar door die

eenvoudige setting worden de aanwezigen rond de tafel haast permanent herinnerd aan de stem

van de christelijke inspiratie. Niet dat de lege stoel het gesprek en de vergadering dient te

domineren, verre van, maar ze appelleert wel de hele vergadering om de dimensie van Jezus

mee te verdisconteren, er rekening mee te houden. Ik denk hier bijvoorbeeld aan de deliberaties,

waar bij een moeilijk geval de lege stoel de leden van de vergadering kan bevragen of hier geen

sprake is van een dorre vijgenboom. Gaan we de boom wegkappen – de leerling wegsturen – of

gaan we hem extra water en zorg geven voor een tijdje? Of ik denk aan vergaderingen van

4We lieten ons o.a. inspireren door een nota van Luc Van Overloop, waarin hij het heeft over het kringgesprek (wat nog iets anders is dan wat hier gepresenteerd wordt), en door inzichten vanuit de praktijkervaring eromtrent van An Mollemans.

Page 13: lezing - Opvoedingsproject  · Web viewPASTORAAL ALS ‘KATHOLIEKE-DIALOOGSCHOOL-IN-DE-PRAKTIJK’ Jürgen Mettepenningen. I. nleiding. Dank voor de uitnodiging om hier vandaag bij

13

directies of bestuurders, waar in een context van heel wat thema’s en beslissingen van

praktische aard, de lege stoel kan inspireren, zelfs een rustpunt bieden, alvast een andere – niet-

zakelijke – dimensie binnenbrengen.

Schooleigen momenten laten inspireren – Zoals ik reeds aangaf sluit pastoraal niets of niemand

uit. Het betreft een pastoraal op maat van de school, aangepast aan de context van de school en

gebeurt op de wijze van de school. Daarom wil in deze nieuwe visie op pastoraal ieder

schooleigen moment wat gekleurd worden door de voorkeursoptie voor het christelijk verhaal.

Niet omwille van dat verhaal, maar omwille van het welzijn van onze kinderen en jongeren. En

van de school zelf ook, laat ons dat ook maar zeggen. Op dit punt gekomen wil ik wijzen naar een

initiatief van de groep ‘Com-pas’, die bestaat uit vertegenwoordigers van de pastorale werking in

alle bisdommen en congregaties voor wat het basisonderwijs aangaat. Sinds het lopende

schooljaar worden onze scholen aangemoedigd of gesuggereerd om zogeheten ‘pastorale

steekkaarten’ te gebruiken. Op dit ogenblik zijn er elf en er zijn een tiental nieuwe in de maak.

Op elk van die steekkaarten wordt een schooleigen facet belicht: eerst wordt daaromtrent een

casus of een andere instap in de thematiek gepresenteerd, vervolgens de link met het OKB – de

opdrachtsverklaring van het katholiek basisonderwijs – en tot slot, vooral, een rist van tips,

aandachtspunten en suggesties om onder meer maar zeker niet zonderde christelijke inspiratie

dat specifiek facet op school te kunnen versterken. Uiteraard dient dat alles op de school in

kwestie gelegd te worden. Maar op die manier heb ik bijvoorbeeld zelf al vier werkwinkels

gegeven rond oudercontact, waarbij ik samen met de deelnemers van die werkwinkel heel het

gebeuren van het oudercontact als het ware fileer, van visie daaromtrent en uitnodiging over het

oudercontact zelf tot de nazorg naar ouders, leerling en leerkracht toe. Bijvoorbeeld: hoe

discreet ben je ten aanzien van collega’s over ouders die je iets delicaat hebben verteld omtrent

hun zoon of omtrent zichzelf? Zet je de stoelen in de gang op een manier die gesprek tussen de

wachtenden bevordert? Begint het oudercontact met een positief woord of meteen met aandacht

voor de minpunten? En als het expliciet christelijk mag worden: wordt er iets meegegeven aan

de ouders, zoals bijvoorbeeld een bezinnende tekst – zien de ouders als ze op de school komen

dat het een katholieke school is? Enzovoort, enzovoort. Eerlijk gezegd vind ik de werkwijze van

de pastorale steekkaarten een ideale manier om bijvoorbeeld een pedagogische studiedag zinvol

te vullen. Uiteindelijk is iedere directie en leerkracht met een gezonde motivatie er mee gebaat

om samen na te denken over hoe elk van de schooleigen facetten sterker en warmer kunnen

worden. En in die gezamenlijke reflectie kan er per gesprekstafel een lege stoel zijn, met het

evangelie op tafel erbij…

Gebeds/Bezinningscultuur – In katholieke middens zou het vanzelfsprekend moeten klinken dat

er ook gebeden wordt. Geen christendom zonder gebedscultuur, inderdaad. En toch, samen met

de moeite die we soms hebben met kerk en katholicisme, hebben we soms ook moeite met

bidden, zeker op school. Dat heeft niet alleen te maken met het respect dat we hebben voor niet-

christenen, maar ook omwille van het feit dat we het niet meer kunnen, zonder dat ik dat wil

veralgemenen uiteraard. Maar we zijn kinderen van onze tijd. Dat betekent voor velen dat

bidden in de klas of met de klas een opgave is waar men wel eens tegen opziet. Ik versta dat,

Page 14: lezing - Opvoedingsproject  · Web viewPASTORAAL ALS ‘KATHOLIEKE-DIALOOGSCHOOL-IN-DE-PRAKTIJK’ Jürgen Mettepenningen. I. nleiding. Dank voor de uitnodiging om hier vandaag bij

14

maar zie het niet als geldige reden om dan niet meer te bidden. Laat het me anders stellen: ‘Zeg

me hoe je je dag begint en ik zeg je wie je bent’. Zeggen we ‘goedendag’ of haasten we ons naar

ons eigen lokaal of bureau? Zijn we rustig of net rusteloos? Wanneer we dat doortrekken naar de

klas, dan is de vraag van belang hoe we daar een dag beginnen in het katholiek onderwijs. Hoe

trekken we de deur open van de dag, van iedere dag? Het zegt veel over wie we willen zijn als

school.

Laten we echter de heikele punten niet uit de weg gaan. Zo is er de vraag of we kiezen

voor een gebed of voor een bezinning. Kortom: is in deze tijd van veel aandacht voor andere

levensbeschouwingen en het grote respect dat we voor andersgelovigen, amper-gelovigen en

niet-gelovigen hebben, het niet ongepast om voor een christelijk geïnspireerd gebed te kiezen?

Ik vind de bekommernis voor het respect van groot belang. Ze zegt iets over onze gastvrijheid

ten aanzien van andersgelovigen, amper-gelovigen en niet-gelovigen. Een goede gastheer

probeert immers inderdaad zoveel mogelijk rekening te houden met zijn gasten. Abraham liet

voor zijn onverwachte gasten een eetmaal bereiden door Sarah. En Sint Benedictus schreef in

zijn Regel voor Monniken dat iedere gast moest worden ontvangen als was het Christus zelf die

te gast was. Maar net zoals bij de benedictijnen niet alle gasten die aankloppen aan de deur

katholiek zijn, is dat ook zo in onze scholen. In sommige scholen zijn er zelfs meer moslims dan

katholieken. En toch blijft de school een katholieke school… En is de gastvrijheid op de manier

die katholieken eigen is. Dat weet de gast ook, anders moest hij maar elders aankloppen. Het is

dus niet de bedoeling dat de eerste vijf minuten van de dag uitdrukking zijn van uitsluiting of

gebrek aan respect of gebrek aan gastvrijheid, maar wel uitdrukking van de geest die op de

school leeft omdat het een katholieke school is. Katholieke scholen zijn niet alleen

‘respectscholen’, waarbij de ander anders mag zijn, maar zijn ook dialoogscholen, waarbij

christenen christelijk mogen zijn. Een dialoogschool vertrekt inderdaad niet alleen van respect,

maar ook van de eigen inspiratie – anders heb je geen eigen positie in de dialoog! Kortom: als u

het mij vraagt – maar u vraagt het me niet ;-) – dan moeten we niet iedere ochtend starten met

een gebed, maar wel met zinvolle teksten die naar de diepte gaan, waarbij een gebed tot de

mogelijkheden behoort en hoegenaamd niet geheel afwezig mag zijn. In het evangelie staat: “Als

je bidt, trek dan de deur achter je toe en bid tot de Vader die in het verborgene is”. Er staat niet

“Verberg je gebed” of “Vlucht voor het gebed”…

(Inter-)Levensbeschouwelijke gesprekscultuur – In gesprek gaan, over de grenzen van de

levensbeschouwingen heen, vertrekkend vanuit de verbinding van mensen met

levensbeschouwingen, met de christelijke inspiratie als voorkeursoptie doordat die per definitie

altijd wordt binnengebracht in dergelijk gesprek, ongeacht het (soms minimieme) aantal

christenen in de klas/school. Die gesprekscultuur overstijgt de lessen in het vak godsdienst. De

speelplaats is minstens even belangrijk. En toevallige ontmoetingen. Laatst had ik een

ontmoeting in een taverne met twee moslims. Ik had niet met hen afgesproken, ze waren aan het

discussiëren naar aanleiding van de aanslagen in Parijs. Ik geraakte betrokken in de discussie,

die zeer interessant was. Na een uur hebben we e-mailgegevens uitgewisseld en we zijn via mail

nog steeds in debat. Waarom zeg ik dat? Niet om te verantwoorden aan mijn echtgenote waarom

ik een uur later thuiskwam, maar om te zeggen dat het debat niet uitsluitend (zelfs niet vooral)

Page 15: lezing - Opvoedingsproject  · Web viewPASTORAAL ALS ‘KATHOLIEKE-DIALOOGSCHOOL-IN-DE-PRAKTIJK’ Jürgen Mettepenningen. I. nleiding. Dank voor de uitnodiging om hier vandaag bij

15

gevoerd wordt in aula’s, televisiestudio’s en klaslokalen, maar op de ruimte er tussenin, waar we

spreken over wat ons raakt, verontwaardigd heeft, verrast heeft, getroffen heeft (kijk maar naar

Facebook bijvoorbeeld). Precies die zaken komen spontaan ter sprake, zonder dat dat

‘hermeneutische knooppunten’ moet heten: het zijn de zaken die ons raken die het

interlevensbeschouwelijk gesprek op gang trekken. Zelden zijn interlevensbeschouwelijke

gesprekken over de levensbeschouwingen zelf interessant: het moet gaan om datgene dat ons

raakt van de werkelijkheid, precies omdat het in levensbeschouwingen gaat over de

werkelijkheid, over het leven.

V. Slotbeschouwingen: ‘katholieke dialoogschool-in-praktijk’?

1. De spanning tussen ideaal en realiteit aandurven en aankunnen aan de hand van een ‘ethiek

van het haalbare’, binnen de concrete context waarin we school vormen, met de mensen die er

zijn (er zijn geen andere).

2. Pastoraal heeft nood aan bagage en ‘eigen-wijsheid’ van de bestuurders, directies en

leerkrachten. Vorming en nascholing zijn op dat punt onontbeerlijk.

3. De nieuwe visie omtrent pastoraal, op grond van het project van de katholieke dialoogschool,

draait niet rond zichzelf, maar rond dienstverlening aan de groei en ontwikkeling van onze

leerlingen, maar ook dienstverlening aan het welzijn en de wijsheid van de leerkrachten,

directies en bestuurders.

4. Geen geforceerde pastoraal, maar een forse pastoraal. Met deze pastoraal staat of valt de

katholieke dialoogschool.

Uw feedback omtrent deze tekst is heel welkom:

Jürgen Mettepenningen, F. de Merodestraat 18, 2800 Mechelen

[email protected]

0473/74.36.57