Les 1 Van eeuwenband naar tijdsband Naam: Klas...5e leerjaar focusthema 1 1 focusthema 1 | Kinderen...
Transcript of Les 1 Van eeuwenband naar tijdsband Naam: Klas...5e leerjaar focusthema 1 1 focusthema 1 | Kinderen...
5e leerjaar
focusthema 11
focusthema 1 | Kinderen van alle tijden
Werkkatern 1 Kinderen van alle tijden
Les 1 Van eeuwenband naar tijdsband
1 Deeeuwenband:nogevenherhalen vul aan.
- in welke eeuw leven we nu? ________________________________________________________________
- in welke eeuw is het jaar 304? ______________________________________________________________
- Wat is het eerste jaar van de vijf de eeuw? ____________________________________________________
- Wat is het eerste en het laatste jaar van de dertiende eeuw? _____________________________________
- hoe schrijf je 300 jaar voor christus verkort? _________________________________________________
in welke eeuw valt dat jaar? ________________________________________________________________
- Kleur op de eeuwenband alle eeuwen die in deze oefening zijn vermeld.
2 Detijdsband,eenopwarmertje
Kleef hier de tijdsband van je klas.
Zet de nummers van deze afbeeldingen bij de juiste periode onder de tijdsband.
Naam: Klas:
1e eeuw
1
4
2
5
3
6
2005
12e eeuw
19e eeuw
rond 10 000 v. c.
16e eeuw
C.
1e1e2e3e4e5e6e7e8e 2e 3e 4e 5e 6e 7e 8e 9e 10e 11e 12e 13e 14e 15e 16e 17e 18e 19e 20e 21e
21e eeuw
4e eeuw
401
1201 1300
300 v. c.
3e eeuw v. c.
1 42 53 6
3800
de Oudheid de Middeleeuwen de Nieuwe Tijden Onze Tijdde Prehistorie
C. 500 1500 1945
voor osvG en Go!
VERSIE LE
RAARSKAMER
5e leerjaar
focusthema 12
focusthema 1 | Kinderen van alle tijden
Werkkatern 1 Kinderen van alle tijden
Les 2 Het leven van Sterke Beer en Lenige Hinde
1 HetverhaalvanSterkeBeer Wat vertelt hij zoal? vul de woordspin aan met korte, krachtige zinnen of woordgroepen.
2 Hetvuur,eenbelangrijkeontdekking Geef drie voordelen.
• _______________________________________________________________________________________
_______________________________________________________________________________________
_______________________________________________________________________________________
• _______________________________________________________________________________________
_______________________________________________________________________________________
_______________________________________________________________________________________
• _______________________________________________________________________________________
_______________________________________________________________________________________
_______________________________________________________________________________________
mannen gaan op jacht
Kleef hier de tijdsband van je klas.
Wanneer komen de jagers terug?
wonen samen met stam
in grot naast bos aan een
beekje
Bv.
voedsel zoeken =
belangrijkste bezigheid
is gevaarlijk
goed afspreken
gevangen dier
➔ niets gaat verloren
of jagertje spelen met
namaakspeer
vlees roosteren en planten koken
lekker warm bij het vuur
vuur houdt wilde dieren op een
afstand
3800
de Oudheid de Middeleeuwen de Nieuwe Tijden Onze Tijdde Prehistorie
C. 500 1500 1945
VERSIE LE
RAARSKAMER
5e leerjaar
3
focusthema 1 | Kinderen van alle tijden
3 Wiedoetwat? Kleef de prenten van het stickervel in de juiste kolom.
mannen vrouwen kinderen
4 Zwerverswordenlandbouwers vul het schema aan. Gebruik je eigen woorden of kies uit: verblijven lange tijd op een plaats - kweken
planten en dieren als voedsel - dieren leven in het wild - schuilen in grotten of tenten.
eerste mensen eerste landbouwers
gaan op zoek naar voedsel ____________________________________________________
____________________________________________________
____________________________________________________
____________________________________________________
bouwen eigen hutten met simpele materialen
zwerven van de ene plaats naar de andere____________________________________________________
____________________________________________________
____________________________________________________
____________________________________________________
- dieren worden tam gemaakt- dieren blijven bijeen door omheining - dieren helpen de mens
>
>
>
>
• Zou je in deze tijd geleefd willen hebben? ❏ ja. ❏ neen. ❏ ja, maar … leg straks uit waarom.• Ken jij dingen die verwijzen naar deze periode? vertel er meer over in de klas.
Wat denk je?
kweken planten en dieren als voedsel
schuilen in grotten of tenten
verblijven lange tijd op een plaats
dieren leven in het wildVERSIE LE
RAARSKAMER
5e leerjaar
focusthema 14
focusthema 1 | Kinderen van alle tijden
Werkkatern 1 Kinderen van alle tijden
1 HetrijkvandeGriekenenvandeRomeinen We situeren. vul aan.
de oudheid is vooral de tijd van twee volkeren. eerst had je de _______________________________________ en daarna
de _______________________________________ . de Grieken bleven rond de _____________________________________________
_________________________ . het rijk van de romeinen was veel groter, tot in onze streken.
duid aan op de kaart met een letter:
- de belangrijkste stad van de Grieken, athene (a)- de belangrijkste stad van de romeinen, rome (r)- de middellandse Zee (mZ)- onze streek (o)
2 GriekseenLatijnsewoorden verbind met de juiste betekenis.
toga • • platte schijf, wordt mee gegooid als sport
tunica • • marktplein, centrale plaats in de stad
discus • • eenvoudig kleed
villa • • gebouw voor sportbeoefening
forum • • grote lap stof over de schouder gedragen als kledingstuk
gymnasium • • groot romeins huis
Extra! oudgrieks en latijn, de belangrijkste talen van de oudheid, spreken mensen nu niet meer. het zijn dode
talen. en toch kun je die straks nog altijd leren op de middelbare school. Waarom is dat zo, denk je?
________________________________________________________________________________________________________________________
________________________________________________________________________________________________________________________
________________________________________________________________________________________________________________________
________________________________________________________________________________________________________________________
Les 3 Het leven van Cornelius en Aurelia
Kleef hier de tijdsband van je klas.
Grieken
middellandse Zeeromeinen
- je leert zo hun ideeën en teksten kennen.
- latijn is de voorloper van moderne talen. Wie latijn kent, begrijpt die ook beter.
Wij gebruiken nog veel woorden van latijnse oorsprong.
- sommigen beweren dat je zo beter leert nadenken.
Bv.
o
r
amZ
3800
de Oudheid de Middeleeuwen de Nieuwe Tijden Onze Tijdde Prehistorie
C. 500 1500 1945
VERSIE LE
RAARSKAMER
5e leerjaar
focusthema 15
focusthema 1 | Kinderen van alle tijden
3 Rijkenarm schrijf bij elk kind een belangrijke bezigheid uit zijn of haar dagelijkse leven.
Cornelius (rijk) Aurelia (arm)
4 DeGriekenenhungoden lees de tekst en markeer. Kijk naar het voorbeeld. Geef daarna de afgebeelde goden hun juiste naam.
de Grieken vereerden niet één god, maar verschillende goden tegelijk. al die goden samen vormden één grote familie. de godenfamilie woonde op olympos, de godenberg. de goden waren precies als mensen, met elk hun eigen karakter. Zo waren er goede en slechte goden. sommige goden waren zelfs getrouwd en hadden kinde-ren. Zeus was de oppergod, de bliksemslingeraar en de koning van de goden. hij had twee broers Poseidon, de god van de zee met zijn drietand, en hades, de god van de onderwereld met zijn driekoppige hond. hera, zijn vrouw, was de koningin van de goden. en verder was er nog apollo, de god van de zon, dichters en musici, en aphrodite, de godin van de liefde.
5 DeRomeinen:deveroveraars! markeer de sleutelwoorden. Kijk naar het voorbeeld.
de romeinen zijn vooral gekend als grote veroveraars. het romeinse leger was goed georganiseerd. in hun grote leger had je twee delen: de legioenen en de hulptroepen. iedereen had er zijn eigen taak. Zo had het leger ook bakkers en dokters in dienst. de hulptroepen bestonden vooral uit ruiters en boogschutters. het romeinse leger kon zich snel verplaatsen dankzij de heerbanen die ze hadden aangelegd. dat waren de eerste wegen die in steen werden gelegd. ook de handelaars maakten dankbaar gebruik van die ‘snelwegen’. het leger was lang niet altijd onderweg. op belangrijke plaatsen sloegen zij hun kamp op. dat groeide soms uit tot een heus fort of een stad!
• Zou je in deze tijd geleefd willen hebben? ❏ ja. ❏ neen. ❏ ja, maar … leg straks uit waarom.• Ken jij dingen die verwijzen naar deze periode? vertel er meer over in de klas.
Wat denk je?
pilum (speer)
maliënkolder
ovaal schild
kort zwaard
leren sandalen met schoenspijkers
bronzen helmmet pluim van paardenhaar
Bv. krijgt les van zijn privéleraar
sporten in het gymnasium
moet mama helpen
spelen met vriendinnen
apollo Zeus hades aphrodite Poseidon
VERSIE LE
RAARSKAMER
5e leerjaar
focusthema 16
focusthema 1 | Kinderen van alle tijden
Werkkatern 1 Kinderen van alle tijden
1 Kindvandeburchtofvandehoeve,eengrootverschil Wat hoort bij wat? Kleur het bolletje aan de juiste kant.
ik moet elke dag hard werken
op het land.
mijn vrienden en ik spelen
op het kasteel.
ik gun de mensen beneden
mijn stand geen blik.
We hebben vaak honger.
mijn broertje van zes wordt
opgeleid tot page.
2 Rijkenarm juist of fout? Kruis aan.
juist fout
1 iedereen had een gemakkelijk, comfortabel leventje in de middeleeuwen.
2 in het kasteel konden de kinderen vrij rondlopen.
3 meisjes werden rond hun veertiende uitgehuwelijkt. daar keken ze echt naar uit.
4 in de middeleeuwen stierven er vaak kinderen door de honger of door één of andere besmettelijke ziekte.
5 de boeren mochten steeds de volledige oogst houden om te kunnen verkopen.
6 in het kasteel was het altijd lekker warm.
7 de kasteelheer had respect voor de mensen die voor hem werkten.
8 je werd eerst page, dan schildknaap en dan pas ridder.
Les 4 Het leven van Arnaud en Margaretha
Kleef hier de tijdsband van je klas.
margaretha in het kasteel arnaud op de hoeve
✗
✗
✗
✗
✗
✗
✗
✗
3800
de Oudheid de Middeleeuwen de Nieuwe Tijden Onze Tijdde Prehistorie
C. 500 1500 1945
VERSIE LE
RAARSKAMER
5e leerjaar
focusthema 17
focusthema 1 | Kinderen van alle tijden
3 LaterindeMiddeleeuwen:hetlevenindestad lees de tekst en markeer de sleutelwoorden. Bekijk de tekening. Beantwoord daarna de vragen.
hoi, ik ben conrad. mijn vriend arnaud ken je vast al. hij woont samen met zijn familie op het platteland. Wij woonden er vroeger ook, maar mijn papa vond het veiliger om in de stad te gaan wonen. hij is nu smid en maakt spijkers, messen, bijlen … allerlei ijzeren voorwerpen. hij mag wel geen wapens maken. dat is verboden. het is hier wel niet echt netjes. de straten zijn echte modderpoelen. iedereen gooit zijn afval gewoon op straat. een stinkend boeltje! eigenlijk hebben we best veel geluk dat papa werk vond. er zijn hier immers ook veel werklozen, zieken en bejaarden. Zij kunnen enkel overleven door te bedelen op straat.
1 Wat doen de mensen met hun afval?
____________________________________________________________________________________________________________________
2 hoe zien de straten eruit?
____________________________________________________________________________________________________________________
3 Waarvan zijn de huizen gemaakt?
____________________________________________________________________________________________________________________
4 Zou jij er graag wonen? Waarom wel/niet?
____________________________________________________________________________________________________________________
____________________________________________________________________________________________________________________
Ze gooien dat gewoon op straat.
het zijn echte modderspelen.
de huizen zijn gemaakt van hout, stro en leem.
VERSIE LE
RAARSKAMER
5e leerjaar
focusthema 18
focusthema 1 | Kinderen van alle tijden
4 Destandenmaatschappij lees en markeer de sleutelwoorden.
de samenleving in de middeleeuwen was er eigenlijk een met grote ongelijkheid. We noemen het een standenmaatschappij. er waren drie belangrijke standen of groepen: de geestelijken, de adel en de boeren/stedelingen. eigenlijk bestond er nog een andere stand, namelijk die van de horigen en de lijfeigenen. die hadden letterlijk enkel hun eigen lijf in bezit. Zij hadden niets te zeggen en hoorden gewoonweg bij een stuk land. Ze konden ook weggegeven of verkocht worden.
Bij welke groep hoorden ze? vul aan: hertog, boer, priester, koning, monnik, graaf, smid.
de eerste stand > _____________________________________________________________________________
de geestelijken
de tweede stand > _____________________________________________________________________________
de adel
de derde stand > _____________________________________________________________________________
de gewone burgers
5 Kruiswoordraadsel Zoek de antwoorden in je bronnenboek of in je werkkatern.
1 Boeren krijgen een stuk land en een plek om te wonen. in ruil staan ze een deel af van hun …. .2 in het … of de burcht lopen niet enkel de heer en zijn familie rond, maar ook bedienden, keukenpersoneel
en stalknechten.3 als er gevaar dreigde, bood de heer aan de boeren … .
Ze mochten in zijn burcht schuilen.4 er bestonden drie belangrijke standen: de …,
de geestelijken en de boeren/stedelingen.5 als kleine jongen werd je als … opgeleid
tot schildknaap en later tot ridder.6 … en lijfeigenen bezaten niets, enkel
hun eigen 'lijf'. het waren slaven die bij een stuk grond hoorden.
7 later in de middeleeuwen ontstonden de eerste … .
• Zou je in deze tijd geleefd willen hebben? ❏ ja. ❏ neen. ❏ ja, maar … leg straks uit waarom.• Ken jij dingen die verwijzen naar deze periode? vertel er meer over in de klas.
Wat denk je?
7
1
2
3 b
4
5
6
priester, monnik
hertog, koning
boer, smid
o o G s t
K a s t e e l
e s c h e r m i n G
a d e l
P a G e
h o r i G e nVERSIE LE
RAARSKAMER
5e leerjaar
focusthema 19
focusthema 1 | Kinderen van alle tijden
Werkkatern 1 Kinderen van alle tijden
1 Degroteontdekkingen lees de tekst en markeer de sleutelwoorden. Beantwoord daarna de vragen.
Willem vertoeft veel in de antwerpse haven. daar leggen de grote schepen aan en vertrekken ze. met de uitvinding van het kompas is het veiliger varen op zee. een karveel, een nieuw soort zeilschip met drie of vier masten, vaart sneller en kan een grotere lading vervoeren. met het karveel kunnen de ontdekkingsreizigers op zoek gaan naar nieuwe landen. daar vinden ze allerlei nieuwe vruchten, groenten, kruiden, stoffen … Zo komen al die producten uit de nieuwe Wereld bij ons terecht. Willem doet niets liever dan die nieuwe producten te bekijken, te voelen, te proeven, te ruiken … helaas kan zijn papa die dingen niet betalen. daarom loopt hij stiekem in de haven rond. Wanneer de rijke koopmannen komen om hun koopwaar te bekijken, zien Willem en Grietje hun mooie kleren en hun fonkelende goudstukken! heel spannend allemaal!
- Welke grote verandering is er in vergelijking met de middeleeuwen?
_____________________________________________________________________________________________________________________
_____________________________________________________________________________________________________________________
_____________________________________________________________________________________________________________________
- Geef twee voordelen van het karveel.
_____________________________________________________________________________________________________________________
_____________________________________________________________________________________________________________________
_____________________________________________________________________________________________________________________
- Welke werelddelen noemen ze in deze periode ‘de nieuwe Wereld’? Kruis aan.
❏ noord- en Zuid-amerika ❏ azië ❏ afrika
- uit welke streek brachten de ontdekkingsreizigers deze producten mee? Zoek in je bronnenboek.
peper laken cacao • • •
• • • de nieuwe Wereld het oosten engeland
Les 5 Het leven van Willem en Grietje
Kleef hier de tijdsband van je klas.
✗
met het kompas en karvelen ontdekken
ontdekkingsreizigers nieuwe landen en producten.
• vaart sneller
• grotere lading
3800
de Oudheid de Middeleeuwen de Nieuwe Tijden Onze Tijdde Prehistorie
C. 500 1500 1945
VERSIE LE
RAARSKAMER
5e leerjaar
focusthema 110
focusthema 1 | Kinderen van alle tijden
2 Nieuweontdekkingen,nieuwewoorden leg uit met je eigen woorden. Kijk in de tekst van oefening 1 of gebruik je woordenboek.
specerij: _____________________________________________________________________________________________________________
________________________________________________________________________________________________________________________
ontdekkingsreiziger: ________________________________________________________________________________________________
________________________________________________________________________________________________________________________
karveel: ______________________________________________________________________________________________________________
kompas: ______________________________________________________________________________________________________________
3 Naarschool van tekst naar schema. vul aan.
Willem helpt met zijn papa in de ______________________________________________________________ .
1x per week naar de ____________________________________________________________________________
daar leert hij: ________________________________________________
________________________________________________
________________________________________________
heel veel kinderen samen in een klas geen zit- of schrijfplaats
oplossing van Willem: _______________________________________________________ (door zijn oom gemaakt)
Willem zou graag ____________________________________________________________________________________________________
maar: ouders ___________________________________________________________________________________________
dus: Willem zal later een ______________________________________________________ worden
(net als zijn vader)
• Zou je in deze tijd geleefd willen hebben? ❏ ja. ❏ neen. ❏ ja, maar … leg straks uit waarom.• Ken jij dingen die verwijzen naar deze periode? vertel er meer over in de klas.
Wat denk je?
>
>
>
>
kruid, gedroogd deel van een plant dat een smaak geeft
een avonturier die landen of streken verkent waar voorheen nooit
iemand was geweest.
een snel zeilschip met drie tot vier masten
toestel waarin een naald het noorden aanwijst
weverij
zondagschool
lezen
schrijven
rekenen
knielessenaar
nog langer leren
hebben daarvoor geen geld
wever
Bv.
VERSIE LE
RAARSKAMER
5e leerjaar
focusthema 111
focusthema 1 | Kinderen van alle tijden
Werkkatern 1 Kinderen van alle tijden
1 HetlevenvanCelina vul de woordvelden aan. Gebruik de woorden uit je bronnenboek. je mag ook pijlen bij zetten.
2 Arbeidersenpatroons verklaar met je eigen woorden. Gebruik je bronnenboek of woordenboek.
patroon: ______________________________________________________________________________________________________________
beluik: ________________________________________________________________________________________________________________
spinnerij: _____________________________________________________________________________________________________________
kinderarbeid: ________________________________________________________________________________________________________
Les 6 Het leven van Celina en Clement
Kleef hier de tijdsband van je klas.
Celina woont
Celina werkt
Celina droomt
kleine huisjes, beluik
veel mensen in een huis
maar zes toiletten
vuil water loopt door goot…
spinnerij, lange dagen, voor weinig loon, gevaarlijk, strenge patroon …
van een beter leven, van spelen, van naar school gaan, een mooi huis
baas van de fabriek
een straat met enkel kleine arbeidershuisjes
fabriek waar draden worden gesponnen
kinderen moeten werken
Bv.
Bv.
Bv.
3800
de Oudheid de Middeleeuwen de Nieuwe Tijden Onze Tijdde Prehistorie
C. 500 1500 1945
VERSIE LE
RAARSKAMER
5e leerjaar
focusthema 112
focusthema 1 | Kinderen van alle tijden
3 Prijzenslag vergelijk beide rekeningen. reken uit wat er overblijft. Gebruik je zakrekenmachine.
1841 2010
INKOMSTEN • loon vader: 6,60 frank per week• loon moeder: 3,30 frank per week• loon één kind: 1,70 frank per week
TOTAAL: 46,4 frank (per maand = 4 weken)
• loon vader: 1850 euro per maand• loon moeder: 1420 euro per maand
TOTAAL: 3270 euro (per maand)
MAANDELIJKSE UITGAVEN
• Woning (huur): 6,80 frank per maand
• Kleding: 2 frank per maand
• voedsel per week: - 4 broden: 2,2 frank - aardappelen (35 kg): 1,55 frank - boter of vet: 1,65 frank - karnemelk: 0,35 frank - koffie: 0,50 frank - zout, peper, azijn: 0,30 frank - spek (zondag): 0,50 frank - meel: 0,30 frank voedsel per maand: 7,35 x 4 = 29,40
• verwarming/verlichting/was: 8,6 frank per maand
TOTAAL: 46,8 frank
(per maand)
• Woning (lening): 790 euro per maand
• Kleding: 270 euro per maand
• voedsel per week: gemiddeld 160 euro voedsel per maand: 160 x 4 = 640 euro
• ontspanning: - restaurant: 65 euro - cinema: 30 euro - zakgeld: 40 euro - reizen: 3000 euro per jaar of 250 euro per
maand - sportclub/hobby: 100 euro
• energie per maand: 185 euro
• 2 auto’s per maand benzine: 350 euro
• andere (verzekeringen, internet, school …) 300 euro per maand
TOTAAL: 3020 euro
(per maand)
OVERSCHOT inkomsten - uitgaven = ?
________________ - ________________ = ________________ frank ❏ over
❏ te kort1 euro = 40 frank
________________ - ________________ = ________________ euro ❏ over
❏ te kort
Wat stel je vast? noteer naast elke uitspraak het passende jaartal.
• het gezin kan iets sparen.
• Zonder het inkomen van de kinderen komt het gezin niet rond.
• er is geld over voor ontspanning.
• voedsel vraagt het grootste deel van het gezinsbudget.
• het voedsel is heel eentonig.
• er is geen budget voor transport.
• Zou je in deze tijd geleefd willen hebben? ❏ ja. ❏ neen. ❏ ja, maar … leg straks uit waarom.• Ken jij dingen die verwijzen naar deze periode? vertel er meer over in de klas.
Wat denk je?
1841
2010
0,4 25046,4 327046,8 3020
201018412010184118411841
✗✗
VERSIE LE
RAARSKAMER
5e leerjaar
focusthema 113
focusthema 1 | Kinderen van alle tijden
Werkkatern 1 Kinderen van alle tijden
1 DagschemavanLotte vul aan.
maandag dinsdag woensdag donderdag vrijdag zaterdag zondag
school school school school school
school school school school
vergelijk het weekschema van lotte met een dag uit het leven van celina in de vorige periode.
schrijf een duidelijk verschilpunt op.
________________________________________________________________________________________________________________________
________________________________________________________________________________________________________________________
2 Decommunicatiemaatschappij stel: de toren van Pisa stort plots in. Waar kun je daarover snel informatie vinden?
3 Woordenuitonzetijd markeer de juiste verklaring.
chatten = online een gesprek voeren / een e-mail verzenden / de computer aanzetten
gadgets = kleine garages / de nieuwste snufjes / minicomputers
technologisch = wat de mens weet om te zetten in iets praktisch / wat te maken heeft met wiskunde /
wat door de mens wordt uitgevonden
gsm = een computerprogramma / een satellietsysteem / een mobiele telefoon
Les 7 en 8 Het leven van Lotte en Sander
Kleef hier de tijdsband van je klas.
Bv.
Bv.
televisiejournaal
radiojournaal
internet
teletext
zwemmen djembéles zwemwedstrijden
scoutsdag
overdag moet lotte naar school, maar ze heeft nog ruim de tijd voor al haar hobby's.
3800
de Oudheid de Middeleeuwen de Nieuwe Tijden Onze Tijdde Prehistorie
C. 500 1500 1945
VERSIE LE
RAARSKAMER
5e leerjaar
focusthema 114
focusthema 1 | Kinderen van alle tijden
4 Kenjeeigentijd! los dit kruiswoordraadsel op. Gebruik je bronnenboek en woordenboek.
1 als je op het internet zit, ben je o… .2 enkele belangrijke wereldtalen vandaag zijn spaans, frans en e… .3 het a… is een belangrijk monument in Brussel. het is gemaakt voor de wereldtentoonstelling expo 58.
het bestaat uit negen aluminium bollen.4 met de … kun je in de meeste europese landen betalen. die munteenheid is in 2002 ingevoerd.5 in de wereld zijn er heel wat arme landen. ons landje België hoort echter bij de groep van de … landen
ter wereld.6 ondanks alle nieuwe uitvindingen en technieken heeft onze wereld sterk te kampen met v… .
de mens tast het milieu ernstig aan. Zowel de bodem, de lucht als het water hebben het hard te verduren.
7 door het enorme aantal auto’s op de weg ontstaan er elke ochtend en avond in de spitsuren lange … .8 in de wereld waarin wij leven is c… heel belangrijk. de telefoon, de computer, de gsm …
allemaal manieren om met elkaar in contact te komen.9 het … is een computernetwerk. het is een enorm web waarop miljoenen mensen dagelijks surfen.
• Zou je in deze tijd willen leven? ❏ ja. ❏ neen. ❏ ja, maar … leg straks uit waarom.• Ken jij dingen die typisch zijn voor deze periode? vertel er meer over in de klas.
Wat denk je?
9
1
2
3
4
5
6
7
8
o n l i n e
e n G e l s
a t o m i u m
e u r o
r ij K s t e
v e r v u i l i n G
f i l e s
c o m m u n i c a t i e
VERSIE LE
RAARSKAMER
5e leerjaar
focusthema 115
focusthema 1 | Kinderen van alle tijden
Werkkatern 1 Kinderen van alle tijden
1 de eeuwenband vul aan.
1807 valt in de ________________________________ eeuw.
1301 is het begin van de ________________________________ eeuw.
1700 is het einde van de ________________________________ eeuw.
de zevende eeuw begint in het jaar ______________________ en loopt tot en met het jaar ______________________ .
2 noteer de namen van de perioden van je tijdsband in de juiste volgorde achter elkaar.
________________________________________________________________________________________________________________________
________________________________________________________________________________________________________________________
________________________________________________________________________________________________________________________
3 schrijf de naam van de passende periode onder elk hokje. Gebruik je bronnenboek.
4 Wat is je favoriete periode in dit thema?
________________________________________________________________________________________________________________________
Herhaling
Hoi, ik ben Marcus Catalinus. Straks ga ik
sporten. Maar nu moet ik eerst nog een Grieks vers
overschrijven op mijn wastafeltje.
Ik ben Valerie. Ik ben 12 jaar en werk samen met mijn ma in de wasserij. Het is er vuil en gevaarlijk. Ik
ben doodmoe.
Morgen zijn er spelen op het kasteel. Dan
komen er ridders van overal naar hier. Spannend!
19e
14e
17e
601 700
oudheid
nieuwe tijden
middeleeuwen
nieuwe tijden
onze tijd
onze tijd
Prehistorie
middeleeuwen
de Prehistorie, de oudheid, de middeleeuwen, de nieuwe tijden, onze tijd
VERSIE LE
RAARSKAMER
5e leerjaar
focusthema 116Werkkatern 1 Kinderen van alle tijden
Lees,markeerenkruisaan. OKDit ken ik.
Dit begrijp ik.
1 ik ken en begrijp deze woorden en namen. villa, slaaf, tunica, toga, forum, huurkazerne, Grieken, romeinen, heerbaan, kasteelheer, burcht,
hongersnood, page, schildknaap, standenmaatschappij, nieuwe Wereld, zondagsschool, kompas, karveel, specerij, ontdekkingsreiziger, dagloner, beluik, patroon, chatten, spelconsole, laptop, communicatie, gadget, technologisch
tip: Zoek waar de woorden staan in het werkkatern of bronnenboek. Zorg dat je weet wat het woord betekent en bij welke periode het hoort. Zeg het op of schrijf het op.
❏
2 ik kan de periodes van de tijdsband in de juiste volgorde opschrijven.
tip: Zet de namen op kaartjes en oefen.
❏
3 ik kan op de eeuwenband zeggen: - in welke eeuw een jaartal valt; - wanneer een eeuw begint of eindigt.
tip: oefen met verschillende eeuwen en jaartallen die je vraagt aan iemand of jezelf opgeeft. (Zie bronnenboek pagina 3, zie werkkatern pagina 1.) Zeg het op of schrijf het op.
❏
4 ik kan zaken van vroeger en nu (mensen, voorwerpen, tekstjes …) - in de juiste periode plaatsen; - op volgorde zetten van vroeger naar nu.
tip: Bij deze vragen mag je straks je boeken gebruiken. Zorg dat je alles in het werkkatern en bronnenboek goed begrijpt.
❏
5 ik kan van zaken van vroeger en nu (mensen, voorwerpen, tekstjes …) zeggen wat er eerst was en waarin het veranderde. (evolutie)
- hoe veranderde het leven van de eerste mensen, toen ze niet meer rondzwierven maar langer op een plaats bleven wonen?
- hoe kwam het dat men in het begin van de 16e eeuw verre ontdekkingsreizen durfde te ondernemen?
- hoe zou je leven er anders uitzien als arbeiderskind in de 19e eeuw?
tip: Bij deze vragen mag je straks je boeken gebruiken. Zorg dat je alles in het werkkatern en bronnenboek goed begrijpt.
❏
6 ik kan uitleggen waarom iets vroeger gebeurde. of ik kan beoordelen of de uitleg die ik krijg, klopt of niet.
- Welke plek kozen de eerste mensen voor hun nederzetting? - Waarom heeft cornelius een Griekse leraar? - Waarom legden de romeinen heerbanen aan? - Waarom woonden mensen in de middeleeuwen graag dicht bij een burcht? - tot welke stand zouden jij en je gezin hebben behoord in de middeleeuwen? - Waarom zegt men dat wij nu leven in een communicatiemaatschappij?
tip: Bij deze vraag mag je straks je boeken gebruiken. Zorg dat je alles in het werkkatern en bronnenboek goed begrijpt.
❏
Wat ik moet kennen, moet ik eerst begrijpen en dan enkele keren opzeggen, opschrijven, tekenen … tot ik het uit mijn hoofd ken. dat wil zeggen: ik kan het opschrijven of zeggen zonder hulp. dat is zo voor 1 en 2.Wat ik moet kunnen, moet ik vooral begrijpen. dat wil zeggen: stel dat juf of meester iets vraagt dat daarop lijkt, dan kan ik dat oplossen. dat is zo voor 3, 4, 5 en 6.ik noteer wat ik nog niet begrijp en vraag het straks in de klas.
Studiewijzer
Herdruk 2012/63ISBN 978 90 4860 684 9 - K.B. D/2010/0147/203 - Bestelnummer 60 1010 401 - NUR 193Verantwoordelijke uitgever die Keure, Kleine Pathoekeweg 3, 8000 Brugge - H.R. Brugge 12.225© Copyright die Keure, Brugge 9 7 8 9 0 4 8 6 0 6 8 4 9
VERSIE LE
RAARSKAMER