imec InterConnect 14 (september 2003)

16
>> Embedded systemen: chips in je oor Het toepassingsdomein van embedded systemen is zeer breed: van grote lithogra- fiemachines tot geminiaturiseerde systemen die het gehoor herstellen. lees meer op pagina 3 >> Al ooit ‘intelligent’ gewinkeld? . lees meer op pagina 6 >> MINT verenigt Vlaamse bedrijven rond micro- en nanotechnologie lees meer op pagina 8 >> Paul Mijlemans (Umicore) over nieuwe materialen in de micro-elektronica: “We richten onze hoop vooral op germanium” lees meer op pagina 10 >> Slimme stappen naar een slimme wereld, maar welke stappen zijn slim? lees meer op pagina 12 >> JobsAT lees meer op pagina 16 INTERCONNECT N° 14 - viermaandelijks / september 2003

description

'InterConnect' is de communicatielink tussen imec en Vlaamse bedrijven. Het viermaandelijkse (gratis) magazine laat bedrijven en imec-onderzoekers aan het woord.

Transcript of imec InterConnect 14 (september 2003)

Page 1: imec InterConnect 14 (september 2003)

1.

>> Embedded systemen: chips in je oorHet toepassingsdomein van embedded systemen is zeer breed: van grote lithogra-fiemachines tot geminiaturiseerde systemen die het gehoor herstellen.

lees meer op pagina 3

>> Al ooit ‘intelligent’ gewinkeld?.

lees meer op pagina 6

>> MINT verenigt Vlaamse bedrijven rondmicro- en nanotechnologie

lees meer op pagina 8

>> Paul Mijlemans (Umicore) over nieuwematerialen in de micro-elektronica: “Werichten onze hoop vooral op germanium”

lees meer op pagina 10

>> Slimme stappen naar een slimme wereld,maar welke stappen zijn slim?

lees meer op pagina 12

>> JobsATlees meer op pagina 16

INTERCONNECTN° 14 - viermaandelijks / september 2003

Page 2: imec InterConnect 14 (september 2003)

2.

Bij het schrijven van de technologieartikels voor dit nummer, hadden we regel-matig déjà-vus. Alles waar we de laatste maanden over geschreven hadden(Human++, embedded systemen, mechatronica, RFID-labels, elektronica opwielen), kwam altijd weer uit bij hetzelfde: DE SLIMME OMGEVING. In dewetenschappelijke wereld is men er ondertussen wel zeker van dat alles in dezerichting zal evolueren.

En voor ons kan dat niet snel genoeg gaan. Liefst al vandaag hadden we eenslimme koelkast, een slimme auto en een slimme winkel in de buurt. Sommigevan onze collega’s zijn iets kritischer op dit vlak: “hebben we dit wel allemaalnodig?”. Toch zijn we er van overtuigd dat het de moeite zal zijn. Tussen die‘slimme’ dingen zullen misschien wel gadgets zitten, maar er zullen ook ontwik-kelingen bij zijn die de wereld beter kunnen maken. De tekst over gehoor-implantaten die doven terug kunnen laten horen, op pagina 3 of over deRoadwatch voor de opsporing van vermiste kinderen, vermeld op pagina 12, zijndaar mooie voorbeelden van. En de RFID-technologie (pagina 6) behoortzeker ook tot deze categorie. De toepassing ervan in RFID-labels kan delogistieke keten in grote mate verbeteren en automatiseren. Logisch dan ookdat een fabrikant van een bekend kledingmerk in de V.S. met enige trots aan-kondigde dat hij deze technologie wou gaan toepassen. Maar even later werddit bericht met aandrang ontkend. Men ging het herbekijken. Want de wildstegeruchten werden de wereld in gestuurd over deze ‘slimme’ labels: ze zoudenhet mogelijk maken de klanten te bespioneren, de overheid zou in staat zijnhen overal op te sporen, kortom Big Brother in een kleine chip. En ook toeneen fabrikant van scheermesjes zijn plannen bekend maakte rond het gebruikvan RFID-labels, werd hij geboycot door Amerikaanse privacybewegingen.Zelfs de wetenschappelijke weerlegging van de spionagecapaciteiten van deRFID-labels (eens je uit de winkel stapt, zijn ze niet meer actief), kon het tijniet doen keren. Een o zo nuttige technologie werd op de lange baan gescho-ven, uitgesteld tot het publiek er klaar voor zou zijn. Maar wanneer zal dit zijn?Misschien wel als ze vaak genoeg lezen over de slimme omgeving waardoor zede technologieën juist kunnen inschatten en zien dat ze het een kans moetengeven.

Veel leesplezier!

Els Parton en Mieke Van Bavel, Wetenschappelijk redacteurs.

Woord voorafColofon

Verantwoordelijke uitgever:Prof. Gilbert Declerck

Redactie: Els PartonMieke Van Bavel

Werkten mee aan dit nummer:Petra ByttebierJo Decuyper Bart De Mey Benny Graindourze Johan Haspeslagh Katrien Marent Paul Mijlemans Elke Piessens Steven Redant Stéphanie Teughels Filiep Vincent Jan Wauters

Voor meer informatie:Katrien MarentCorporate CommunicationsIMEC vzwKapeldreef 75B-3001 LeuvenTel: 016/28 18 80Fax: 016/28 16 37

www.imec.be

© Electrolux © ACUNIA

Page 3: imec InterConnect 14 (september 2003)

3.

In ons vorig nummer was het visiedocument van Martin Rem de inspiratiebron voor een inleidend arti-

kel rond embedded systemen. Deze keer zochten we onze vertelstof in huis: met welke embedded systemen heeft

IMEC zoal te maken?

Voor groot en kleinEmbedded systemen maken onze leefwereld intelligent. Hunaanwezigheid in grote machines maakt dat deze machines‘op een intelligente manier’ hun taak uitvoeren, bv.onmiddellijk anticiperen op bepaalde omgevingsparameters,zelf iets opzoeken in een databank of digitale bewerkingenuitvoeren op ontvangen signalen. Een mooie illustratie vanzeer complexe mechatronische systemen zijn wafersteppers(lithografische apparatuur voor de productie van chips).Met nanometerprecisie ‘printen’ zij het patroon van het cir-cuit op de siliciumschijven. Dit gebeurt door belichting vande siliciumschijf doorheen een masker en een lenzen-systeem. Zeer geavanceerde embedded controlesoft-ware stuurt op uiterst nauwkeurige wijze en in realtime depositionering van deze onderdelen boven de siliciumschijf.

Door de heterogeniteit en toenemende complexiteit vandergelijke grote embedded systemen worden machinebouw-ers geconfronteerd met lange ontwerp- en testtijden, enmet groeiende ontwerpteams (Dunn’s Law, naar debestuursvoorzitter van ASML: “In embedded systems a soft-ware team doubles every four years to keep up with Moore’sLaw”). Software-ingenieurs worden geconfronteerd met destrenge eisen die worden gesteld aan de embedded softwareop het vlak van snelheid, energieverbruik en betrouwbaar-heid. Het verhaal over ICOS in Interconnect N°11 (‘ATOMIUM, geheugensteun voor uw bedrijf’, te downloa-den op www.imec.be/wwwinter/mediacenter/nl/IC11.pdf)illustreert hoe ook IMEC’s onderzoekers gedreven zijn omdeze immense uitdaging aan te gaan.

De embedded technologie zit ook verscholen in kleineretoepassingen, namelijk sterk geminiaturiseerde, autonomesystemen die zeer weinig vermogen verbruiken en onzicht-baar in onze leefomgeving worden ingeplant. Hiervan kreegu reeds een voorsmaakje in Interconnect N°12 (‘De mensvan de toekomst’). Dit soort systemen wordt vandaag algebruikt in de medische sector. En ook daar heeft IMECzijn steentje bijgedragen: het mini-gehoorimplantaat vanCochlear illustreert dit in klare taal (zie verder).

Autonoom en zuinigEen grote uitdaging bij de realisatie van de kleine draagbare

embedded systemen is hun energievoorziening en energie-zuinigheid. De energievoorziening is meestal gebaseerd opbatterijen, maar dit is niet voldoende. Wereldwijd is menop zoek naar manieren om deze batterijen aan te vullenmet energie die lokaal wordt opgewekt, bv. met zonnecel-len. Voor geïmplanteerde systemen is dit natuurlijk geenoptie en denkt men aan energy scavenging, waarbij de lokaleomgeving wordt ‘afgestroopt’ op zoek naar energie, bv. opbasis van lichaamswarmte of de stroming van de bloedsom-loop.Maar je moet het probleem natuurlijk ook bij de bron aan-pakken en ervoor zorgen dat de systemen superzuinig wer-ken. En hier begint het verhaal van IMEC en Cochlear.

CochlearHet Australische bedrijf Cochlear, met o.a. een vestiging inMechelen, is wereldleider op het vlak van gehoorimplanta-ten. Anders dan een klassiek hoortoestel dat geluid ver-sterkt, zijn Cochlear implantaten in staat om ernstiggehoorgestoorden en doven (opnieuw) geluiden en spraakte laten waarnemen. Deze gesofisticeerde technologie isopgebouwd uit enerzijds een inwendig gedeelte dat bestaatuit een stimulator die operatief wordt aangebracht in hetrotsbeen achter het oor en een fijne elektrodebundel die inhet slakkenhuis wordt geschoven, en anderzijds een uitwen-dig gedeelte dat bestaat uit een microfoon en spraakproces-sor. Om de werking ervan te begrijpen, moeten we eerstte rade gaan bij een gezond oor.

Wanneer geluidsgolven worden opgevangen door het uit-wendig oor, bewegen ze door de gehoorgang naar hettrommelvlies. Hier gaan ze over in mechanische trillingendie via de gehoorbeentjesketen overgebracht worden naarhet binnenoor, meer bepaald naar het slakkenhuis of cochlea, dat volledig gevuld is met vloeistof. Het zijn nudrukgolven die de trilharen van de meer dan 16.000 haar-cellen in beweging brengen. Als reactie op het ombuigenvan deze haartjes wordt een elektrochemische substantievrijgegeven waardoor er een signaal gaat naar de gehoorze-nuw. Afhankelijk van de geluidsfrequentie worden de cellenaan de ingang van het slakkenhuis (hoge frequentie) of ophet uiteinde ervan (lage frequentie) gestimuleerd. Het sig-naal bereikt uiteindelijk de hersenen waar het gedecodeerd

T E C H N O L O G I E F O C U S 2 0 0 3

chips in je oor

Embedded systemen

Page 4: imec InterConnect 14 (september 2003)

4.

wordt in de informatie die we horen.Bij zwaar gehoorverlies en doofheid zijn het meestal debovengenoemde haarcellen die niet meer (allemaal) functio-neren. Het Cochlear implantaat kan in deze gevallen defunctie van het gehoor tot aan de gehoorzenuw overne-men. Het begint met een klein microfoontje dat het geluidopvangt, omzet in een elektrisch signaal en doorstuurt naarde spraakprocessor. Hier wordt het gefilterd, geanalyseerden gecodeerd met behulp van een welbepaald spraakalgorit-me. De gecodeerde signalen worden via radiogolven ver-stuurd naar een antenne onder de huid. Een decoder/stimu-lator decodeert daar vervolgens het signaal en deelt het opin verschillende frequenties, elk met een eigen amplitude.Deze deelsignalen worden elk naar hun specifieke elektrodegestuurd (vooraan de elektrodebundel voor hoge frequen-ties, achteraan voor lage frequenties). Dankzij deze elektro-dereeks, aangebracht in het slakkenhuis, kan de gehoorze-nuw rechtstreeks en frequentiespecifiek gestimuleerd wor-den.

De uitdaging van de onzichtbare spraakprocessorIn de eerste modellen werd het uitwendig deel van hetCochlearsysteem aan een gordel op het lichaam gedragen.De grootte werd bepaald door het vermogenverbruik vande spraakprocessor en de benodigde batterij-inhoud omhet systeem een volledige dag autonoom te laten werken.Technologische ontwikkelingen hebben een vergaande mini-aturisatie mogelijk gemaakt waardoor nu zowel de micro-foon, de batterij als de spraakprocessor geïntegreerd zijntot een geheel dat perfect achter het oor past.

In dit verband werkte IMEC mee, in een team van ontwer-pers van Philips en Barco Silex, aan de ontwikkeling vanuiterst zuinige chips voor de spraakprocessor. De meestdirecte manier om het energieverbruik van de spraakpro-cessor te minimaliseren, is de voedingsspanning te verlagen.

Het nadeel is echter wel dat de systeemperformantie danook afneemt. Om dit te compenseren werden het systeemen de architectuur onder de loep genomen.

De architectuur werd aangepast tot een meervoudigeDigital Signal Processing (DSP)-processorarchitectuur. Doorde verlaagde voedingsspanning was het immers niet moge-lijk één enkele DSP-chip te ontwerpen met voldoende ver-mogen en flexibiliteit om het volledige spraakalgoritme uitte voeren. Het gebruikte algoritme (waveform algorithm)bezit een inherent parallellisme waardoor het realistisch isom de signaalverwerking te verdelen over de parallellearchitectuur met een minimum aan communicatie tussen deverschillende DSP-eenheden.

Een belangrijk deel van het vermogen dat digitale circuitsverbruiken, wordt ‘verkwist’ door het kloknetwerk.Vandaar dat het nuttig kan zijn om, waar en wanneer moge-lijk, de klok te deactiveren. Dit is het basisidee van localclock gating. Toegepast op de DSP betekent dit dat wanneerde DSP zijn programma niet uitvoert evenals tijdens wacht-tijden, de DSP klok, en dus het grootste deel van de DSP,wordt uitgeschakeld. Dit conditioneel voorzien van de klokzorgt er inderdaad voor dat de chip minder vermogen ver-bruikt, maar resulteert ook in een toename van het aantalklokdomeinen. Dit verhoogt dan weer het risico op tijds-overtredingen, wat opgevangen wordt door een uitgebalan-ceerde ontwerpstijl. Door deze en andere zuinige benaderingen toe te passen,

werd een chip ontwikkeld met een grootte van 48 mm2 dieslechts 6 mWatt verbruikt voor het uitvoeren van eentypisch waveform algoritme, bij de lage voedingsspanning van0,85 Volt.

Cochlear spraakprocessor.

Doorsnede van een oor.

Cochlear implantaat.

Uitwendig oor Middenoor Binnenoor Cochlea

Page 5: imec InterConnect 14 (september 2003)

5.

Waferstepper van ASML.

InnovatiestudiesHet voorgaande illustreert hoe breed het toepassingsge-bied van embedded systemen kan zijn: van grote lithografie-machines tot geminiaturiseerde systemen die het gehoorkunnen herstellen. De grote verscheidenheid aan embeddedsystemen maakt het moeilijk om juist in te schatten watdeze technologie voor uw product kan betekenen. IMECkan u helpen om dit te evalueren door middel van eenIWT(Instituut voor de aanmoediging van Innovatie door

Wetenschap en Technologie in Vlaanderen)-innovatiestu-die. Dit kadert in het KMO-programma van het IWT datdoor middel van financiële steun vanwege de Vlaamse overheid de innovatieactiviteiten binnen Vlaamse KMO’swil ondersteunen en stimuleren. Lees meer over de ver-schillende projectvormen op www.iwt.be/kmo of contac-teer één van onze adviseurs door een mailtje te sturennaar [email protected].

sensoren

digitale intelligentie

multifunctioneel

herprogrammeerbaar

herconfigureerbaar

heterogeen

communicatie

Bron: • “Development of a dedicated parallel DSP-core system for hearing implant applications.” Te downloaden op

www.esdlpd.dimes.tudelft.nl/Deliverables/ Public/COLOPODS/Champ-LP.pdf• www.cochlear.com

Page 6: imec InterConnect 14 (september 2003)

6.

In Duitsland doen ze het. Op basis van RFID-labels werd de winkel van de toekomst uitgewerkt: slim-

me rekken, diefstalpreventie, geautomatiseerd voorraadbeheer en automatische prijsberekening van de bood-

schappen. En deze technologie heeft nog veel meer in petto.

Al ooit ‘intelligent’gewinkeld?

Meer dan barcode alleen RFID staat voor radio frequency identification. Voorwerpen wor-den van speciale labels voorzien die opgemerkt en afgelezenworden door het uitzenden van radiofrequentiegolven. Andersdan bv. barcodes, kunnen RFID-labels van op een afstand uit-gelezen worden, zonder problemen van obstructie of verkeer-de oriëntatie. Zo kan je met je winkelkarretje langs een scan-ner passeren en wordt automatisch je rekening gemaakt. Ookde geplette druiven die helemaal onderaan in je karretje liggenen de snoepjes die je kinderen in je handtas hebben gestopt,worden vlekkeloos aangerekend.

Maar RFID-labels zijn veel meer dan efficiëntere barcodes.

Hoogtechnologische versies bevatten minuscule chipswaardoor (een grote hoeveelheid) digitale informatie kanopgeslagen en geraadpleegd worden. Hierdoor kunnen de din-gen communiceren met elkaar, bv. je nieuwe jeansbroek laataan de wasmachine weten dat het de eerste keer is dat hijgewassen wordt en dus best alleen in de wastrommel zou zit-ten.

Geautomatiseerd productbeheerRFID-labels kunnen een revolutie teweegbrengen in delogistieke sector. Doorheen de volledige keten van productie,distributie tot verkoop en zelfs recyclage, kunnen productenopgespoord worden. Zo kan het er in de toekomst aan toegaan: • In het pakhuis worden de individuele producten voorzien

van een ‘intelligent’ label. Ze worden verpakt in dozen met een ‘intelligent’ label, en op paletten gezet, ook voorzien van een ‘intelligent’ label. Bij het verlaten van de depotpoort worden de labels geactiveerd en krijgen palet, doos en indivi-dueel product een eigen identiteit. Bij elke stap in de pro-ductketen kunnen ze nu opgespoord worden.

• In het verdeelcentrum kunnen eenheden op een snelle, geautomatiseerde manier geïdentificeerd, geteld en opge-spoord worden. Het openen van verpakkingen is niet meer nodig. Alles kan snel naar de juiste vrachtwagen gebracht worden.

• In de winkel worden de geleverde goederen geteld en geï-dentificeerd, de inventaris wordt automatisch geactualiseerd. RFID-lezers op de winkelrekken dragen eveneens bij tot deze realtime inventaris door aan te geven wanneer een product van het rek genomen wordt. Het verwittigt ook tij-dig wanneer een rek moet aangevuld worden. Interessant voor de consument is de ‘slimme’ kassa waar de rekening automatisch wordt gemaakt door met het winkelkarretje voorbij de RFID-lezer te rijden. Wil je een product omruilen of terugbrengen? Je hoeft niet meer op zoek te gaan naar je aankoopbewijs, want het product kan zelf ‘vertellen’ in welke winkel het gekocht werd, op welke datum en tegen welke prijs.

In Rheinberg (Duitsland) kregen de klanten alvast een voor-smaakje van dit toekomstbeeld. De Duitse kleinhandelsgroep

T E C H N O L O G I E I N D E K I J K E R

© Metro Group

Winkelen in de Duitse ‘winkel van de toekomst’.

Page 7: imec InterConnect 14 (september 2003)

7.

Metro zette een project op waarbij de mogelijkheden van deRFID-technologie in realiteit werden omgezet: slimme rekken,diefstalpreventie, geautomatiseerd voorraadbeheer en auto-matische prijsberekening van de karinhoud. Lees meer opwww.future-store.org.

Ook in Vlaanderen is men zich bewust van het innovatiepo-tentieel van de RFID-technologie. Het Vlaamse Instituut voorde Logistiek (VIL), dat recent werd opgericht, bekijkt metIMEC als technologiepartner welke technologieën belangrijkkunnen zijn voor een doorbraak van RFID-labels in delogistieke sector.

Algemeen toepasbaar? Een kwestie van kostprijs enstandaardisatieDe winkel van de toekomst zal pas tot het heden behorenwanneer alle producten van RFID-labels voorzien worden. Derelatief hoge kostprijs van het label (t.o.v. barcodes) staat ditnog in de weg. Enkel voor dure producten is de toepassingvan RFID economisch verantwoord, aangezien het dan kangecombineerd worden met diefstalpreventie. De huidige kost-prijs van 20 eurocent moet dalen tot 2 à 3 eurocent. Expertsgeloven dat de ontwikkeling van eenvoudigere chips (minderin- en uitgangspoorten en geheugen), kleinere chips en goed-kopere antennes, de optimalisatie van het productieproces en

het gebruik van alternatieve materialen (bv. polymeren i.p.v.silicium) hier soelaas kunnen brengen.

Er is ook nog een tweede obstakel: daar waar nu al specifieketoepassingen op de markt zijn, zal de RFID-technologie pasalgemeen kunnen toegepast worden indien er een standaardi-satieproces komt. Dit garandeert dat RFID-labels van verschil-lende leveranciers kunnen gelezen worden door RFID-lezersvan verschillende leveranciers.

Met dit in het achterhoofd verwacht men dat deze slimmelabels op korte termijn (2004-2005) zullen worden toegepastop paletten en containers. Later (2006-2008) zullen ook dureproducten voorzien worden van RFID-labels en vanaf 2012 zalde technologie algemeen toegepast worden.

Onlangs werd duidelijk dat we dit misschien toch moetennuanceren tot ‘vanaf 2012 zal het technologisch mogelijk zijnom RFID-labels algemeen toe te passen’. Toen namelijk werdaangekondigd dat RFID-labels door een bekend kledingmerkzouden toegepast worden (om hun ketenbeheer te automati-seren), kwam er groot protest. Consumenten vreesden dathet gebruik van identificatielabels in de kleding hun privacyzou schenden.

Portaalscanner in de ‘winkel van de toekomst’.

© Metro Group

contactpersoon: [email protected]

RFID-labels, het heden:• Volkswagen: RFID-labels op de ramen van afgewerkte voertuigen om de verdeling ervan te regelen.• Kledinglabels op Goldwin sportkledij (China).• ‘ScripTalk’, farmaceutisch label voor blinden.• Gillette: Mach3-mesjes zijn voorzien van RFID-labels voor diefstalpreventie.• Ford Motors: RFID-labels op onderdelen van motor; geven werksequentie aan zodat elk bandstation weet welke

taken nog moeten volbracht worden.• RFID-labels op openbaar vervoer in sommige Europese steden: om voorrang te verlenen bij verkeerslichten.• RFID-labels op ambulances in Denemarken: verwittigen van het ziekenhuis om snelle toegang te verzekeren.• Merloni huishoudapparaten (Italië): RFID-gebaseerde koelkast, oven en wasmachine.

[bron: Gartner Research, IDTechEX, www.merloni.com]

RFID-labels, de toekomst:• In overschrijvingen en vouchers om snelle sortering en controle van rechtsgeldig-

heid mogelijk te maken.• Identificatie van verloren/gestolen voorwerpen.• Winkel van de toekomst (zie tekst).• Automatische tolbetaling.• Geautomatiseerd ketenbeheer van productie, verdeling, verkoop tot recyclage.• ...

Smart tag huishoudtoestellen van Merloni.

parton
also add here copyright Metro Group, like in the picture next to this.
Page 8: imec InterConnect 14 (september 2003)

8.

MINT (MIcrosystems and NanoTechnology network), het Vlaamse netwerk rond microsystemen en nanotechnologie, staat in de

startblokken. Door het samenbrengen van onderzoeksinstellingen en bedrijven wil MINT de drijfveer zijn voor de verdere ontwikkeling,

innovatie en commercialisering van microsystemen en nanotechnologie in Vlaanderen. Geïnteresseerden zijn nog steeds van harte welkom.

MINT verenigt Vlaamsebedrijven rond micro- en nanotechnologie

Kennis en ervaringen uitwisselenMicrosystemen veroveren wereldwijd de markt in een bredewaaier van toepassingen: RF-componenten voor draadlozecommunicatie, sensoren in de automobielsector, visiesenso-ren, biosensoren, beeldschermen, inktjetprinters enz.Nanotechnologie, dat zich nog in het onderzoeksstadiumbevindt, gaat nog een stapje kleiner. Iedereen is ervan over-tuigd dat deze wetenschap in zeer uiteenlopende sectoren zijntoepassing zal vinden, op manieren die we ons nu amper kun-nen voorstellen.

Om het maximum te halen uit deze technologieën is hetbelangrijk dat alle spelers, zowel onderzoeksinstellingen alsbedrijven, samen rond de tafel kunnen zitten om kennis enervaringen uit te wisselen, marktopportuniteiten te bekijken,en zo innovatie en commercialisatie in de sector te stimule-ren.

Vlaams netwerkVanuit deze visie startten IMEC, Agoria (multisectorfederatievan de technologische industrie) en WTCM (centrum voorwetenschappelijke en technische ondersteuning, opgerichtdoor Agoria) het initiatief MINT, het Vlaamse netwerk voormicrosystemen en nanotechnologie. Tot de belangrijkste doel-stellingen behoren: proactieve innovatiestimulering, informa-tieverspreiding, netwerking tussen bedrijven onderling en met

onderzoeksinstellingen, vergroting van internationale uitstra-ling, adviesverlening en de uitwerking van gezamenlijke projec-ten.

In een eerste fase werden bedrijven samengebracht die actiefzijn op het vlak van micro- en nanotechnologie (producten enprocessen) om na te gaan wat de specifieke noden zijn. Uit degesprekken werd duidelijk dat het project ThematischeInnovatieStimulering (TIS), een initiatief van het IWT (Instituutvoor de aanmoediging van Innovatie door Wetenschap enTechnologie in Vlaanderen) perfect is afgestemd op dezenoden. Vandaar dat werd gekozen om, in het kader vanMINT, een TIS-dossier in te dienen.

De stevige basis waarover het netwerk nu beschikt, is eenideaal uitgangspunt om nieuwe partners aan te trekken:bedrijven die de mogelijkheden van micro- en nanotechnolo-gie voor hun specifiek toepassingsdomein willen explorerenevenals onderzoeksinstellingen die willen bijdragen tot de ver-nauwing van de kloof tussen onderzoek en commercialisatie.Misschien is uw bedrijf wel de volgende in rij die we tot onsnetwerk mogen rekenen.

Voor meer informatie: [email protected] Voor verslagen van de vergaderingen, en een lijst van huidigepartners: www.imec.be/mint

N E T W E R K E N I N V L A A N D E R E N

Biosensoren.

Page 9: imec InterConnect 14 (september 2003)

9.

Embedded software vind je in een uitgebreide waaier van toestellen: printers

en digitale fototoestellen in de consumentenelektronica, tot Magnetic

Resonance Imaging (MRI)-scanners en robots in de professionele markten.

TIS-project stimuleert embedded software-ontwikkeling in VlaanderenDSP Valley, een technologische netwerkorganisatie in Leuven, startte begin dit jaar met een project om embed-ded software (eSW)-ontwikkeling te promoten. Dit project rond Thematische InnovatieStimulering (TIS) wordtondersteund door het IWT Vlaanderen.

In dit project zal er een technologiewacht worden opgebouwd. Daarnaast zal DSP Valley (technische) semina-ries en andere activiteiten organiseren, waarbij bedrijven en kennisinstellingen de kans krijgen om met elkaarkennis uit te wisselen.

Door de steeds vager wordende grens tussen hardware- of software-implementatie van een bepaalde functiona-liteit, kijkt dit innovatieproject ook naar programmeerbare hardware en de verschillende aspecten verbondenmet systeemontwikkeling.

De doelgroep voor dit project bestaat in de eerste plaats uit alle Vlaamse bedrijven die eSW (zouden willen)ontwikkelen of het gebruiken als onderdeel in hun producten.In het najaar zullen in de verschillende provincies informatiesessies over het project worden georganiseerd.

Voor meer informatie:Filiep Vincenttel. 016/28 18 93e-mail: [email protected]

Page 10: imec InterConnect 14 (september 2003)

10.

De micro-elektronica is één van de snelst evoluerende sectoren. Toch wordt die sector al meer dan 40 jaar gedomineerd

door eenzelfde standvastig substraatmateriaal: silicium (Si). Maar er waait een nieuwe wind. Bedrijven, onderzoeksinstellingen

en universiteiten zijn naarstig op zoek naar nieuwe materialen. Wat is er aan de hand? Wordt Si weldra onttroond? We vroe-

gen het Paul Mijlemans die binnen Umicore verantwoordelijk is voor de businesslijn van substraten, waaronder germaniumsub-

straten. Want germanium (Ge) is een van die opkomende materialen.

Paul Mijlemans (Umicore)over nieuwe materialen inde micro-elektronica:

Umicore, het vroegere Union Minière, is bij demeeste mensen vooral bekend als metaalbedrijf enniet zozeer als leverancier van halfgeleidersubstra-ten. Kan u dat even situeren?“Inderdaad, Umicore is niet direct een bedrijf dat zichmet de meerderheid van haar activiteiten in de halfgelei-dersector bevindt. Umicore is in de eerste plaats een non-ferrobedrijf. Maar recent stellen we toch vast dat de groepAdvanced Materials binnen Umicore belangrijker wordt.Binnen deze groep worden onder andere substraten ont-wikkeld die gebruikt worden in de micro- en opto-elektro-nica. Hier is meer dan 90% van onze verkoop toegespitstop Ge, en dan voornamelijk voor ruimtevaarttoepassingen,meer bepaald de zonnepanelen van satellieten. Maar wezouden graag het toepassingsgebied uitbreiden naar andereopto-elektronische componenten. En in die evolutie is devolgende stap, laat ons zeggen de nog veel grotere stap,trachten aan te tonen dat Ge ook voor transistortoepas-singen kan gebruikt worden.”

De micro-elektronica-industrie wordt al decennialang gedomineerd door Si als substraatmateriaal.Meer en meer komen echter nieuwe materialen,waaronder Ge, in de kijker. Wat is er aan de hand?Waarom doet Si het niet meer?“Wel, eerst en vooral, het is ooit anders geweest. Demicro-elektronica begon zijn geschiedenis met Ge. Ookwij hadden begin jaren ’60 hier in onze vestiging te Oleneen hele reeks van kleine kristalgroei-ovens waarin de 1-inch germaniumsubstraten gemaakt werden die toen het

basismateriaal vormden voor de eerste transistoren. Gekonden we extraheren uit koperertsen, die we nodig had-den voor onze andere activiteiten. Maar midden jaren ’60is Si in de plaats gekomen, om twee hoofdredenen. Teneerste was Si veel breder beschikbaar en dus goedkoper.En ten tweede vormt Si een stabiel oxide waar goed meekon gewerkt worden. Dit was bij Ge niet het geval. Waarom Si het dan in de toekomst niet meer lijkt tedoen? Wel, als gevolg van de voortdurende verkleining vande transistorafmetingen, valt het niet uit te sluiten dat Sitegen de grenzen van zijn mogelijkheden aanloopt. Als dekritische afmetingen slechts 45 nanometer of kleiner wor-den, rijzen er namelijk serieuze vragen bij de mogelijkhe-den van Si. Een van de problemen heeft betrekking op hetpoortoxide van de transistor. Hiervoor werd gedurendejaren siliciumoxide gebruikt, maar voor kleinere transistor-afmetingen moet men overgaan naar zogenaamde hoge-kdiëlektrica, diëlektrische materialen met een hoge permit-tiviteit, zoals hafniumoxide of zirconiumoxide. Als men dieop Si aanbrengt, dan gaat Si, omwille van zijn sterke neigingom zijn eigen oxide te propageren, daar telkens intermedi-aire lagen tussen leggen. Hierdoor kan men niet de ver-eiste, goed gedefinieerde structuur op Si maken. Ge heeftdie neiging om een intermediair eigen oxide te vormendan weer helemaal niet, de reden waarom het materiaalook verlaten werd in de jaren ’60. Dus nu is de cirkelrond. En onderzoek wees reeds uit dat het inderdaadmogelijk is om hoge-k diëlektrica op Ge te deponeren metde gepaste scherpe overgangen en diktes. Dat was de eer-ste aanzet. Daarbij komt dat de mobiliteit van de ladings-

“We richten onze hoop vooral op germanium.”

B L I K O P D E T O E K O M S T

Page 11: imec InterConnect 14 (september 2003)

11.

dragers in Ge ook hoger is, dat diffusie van doperingsato-men kan gebeuren bij lagere temperaturen enz. Allemaalkenmerken die in het voordeel van het gebruik van Gespreken voor verdere verkleining van transistoren. Maarvooral de compatibiliteit met de hoge-k diëlektrica heeftde doorslag gegeven.Maar er blijven nog veel vraagtekens. Zo moet men nogbewijzen dat het proces om heel kleine transistoren temaken voor 95% moet kunnen aansluiten bij een standaardCMOS-proces. Om economische redenen moet men ookdie transistoren immers in de huidige fabs kunnen maken.Dit alles gebeurt in nauwe samenwerking met IMEC: deaanwezigheid in Vlaanderen van een dergelijk kenniscen-trum van wereldniveau is zonder meer cruciaal voor hetwelslagen van dit project.”

Maar daarmee blijft Ge nog relatief weinig beschik-baar en dus duur. Hoe gaat men dat oplossen?“Weinig beschikbaar is niet helemaal juist: er is veel Geaanwezig op aarde, maar het is meestal maar in zeer lageconcentraties aanwezig. Een germaniummijn bestaat niet.Ge is altijd een bijproduct, bijvoorbeeld van zink. Om degrondstof in installaties zoals de onze te kunnen gebruikenop economisch verantwoorde wijze, moet er ongeveer0.5% Ge in zitten. Van daaruit moet het dan geraffineerdworden, wat een heel aantal tussenstappen en dus een pakkosten met zich meebrengt. Vanuit onze kennis van debevoorradingssituatie weten we dat er voor een mogelijketoepassing in de micro-elektronica meerdere tientallentonnen per jaar kunnen vrijgemaakt worden. Dat staatnatuurlijk niet in vergelijking met Si. We hebben ons danook gerealiseerd dat er geen toekomst is voor bulkgerma-nium, tenzij dan in specifieke niches, zoals zonnecellenvoor de ruimtevaart, waar er zo goed als geen alternatie-ven zijn. We moeten ons daarom richten op dunne lagenvan Ge aangebracht op een dragermateriaal, bijvoorbeeldop Si.”

Zal Ge ooit Si als substraat kunnen vervangen, ofzal het voorbehouden blijven voor slechts welbe-paalde toepassingen? En wat zal de impact zijn opde micro-elektronica-industrie?“Dat is nog wat voorbarig. Onze klanten uit de micro-elektronicasector die interesse vertonen in Ge zien moge-lijkheden in de high-endmarkten, de nieuwste processorendie de hoogste snelheden moeten halen. Daar bieden diekleine transistorafmetingen en hoge mobiliteiten extramogelijkheden. Wij zien ook wel interesse in een combina-tie van elektrische en optische toepassingen. Zo kan Gegebruikt worden als detector van bepaalde golflengten

voor de transmissie van gegevens. Ook dat opent perspec-tieven. Maar als Ge al in de standaardprocessen zal kunnengeraken, dan zal het toch zijn via de high-endtoepassingen.Als dit lukt zal de vooruitgang op het gebied van transisto-ren nog een eindje kunnen worden voortgezet. Hoe ditallemaal exact zal verlopen is nog onvoldoende gedefini-eerd: we spreken hier immers over zaken die toch pas tenvroegste in 2008, en dan waarschijnlijk eerder in 2010voelbaar zullen zijn in een industriële omgeving.”

Zijn er nog andere nieuwe materialen die we onderde loep kunnen nemen?“Binnen Umicore houden wij ons bezig met twee samen-gestelde halfgeleidersubstraten: indiumphosphide (InP) ensiliciumcarbide (SiC). InP is qua toepassingen heel sterkgekoppeld aan de nieuwste generatie van glasvezeloptica,van optische telecommunicatie. Maar, hoewel InP techno-logisch een heel interessant materiaal is, is de markt voorInP-producten bijna volledig tot stilstand gekomen. Meeren meer wordt die markt nu ingenomen door Si-gerela-teerde technologieën, zoals SiGe. Voorlopig houden wedat dan ook op een pilootlijnniveau.SiC, een zogenaamd materiaal met brede bandgap, is nogerg toekomstgericht en gaat meer in de richting van hogespanningen en hoge stroomdichtheden. Hier zal Si dus nietmeteen een alternatief zijn. SiC, in combinatie met gallium-nitride (GaN) als toplaag, vindt interessante toepassingenin de ruimtevaart, maar ook blauwe en witte LED’s(LichtEmitterende Diodes), of toepassingen waar hogestromen of hoge temperaturen een rol spelen, behorentot de mogelijkheden. Ook hier werken we op het niveauvan een pilootlijn die is gevestigd in het WetenschapsparkLimburg in Diepenbeek.Maar we richten onze hoop en onze inspanningen tochvooral op de verbetering van onze germaniumproducten.Door de overstap binnen de halfgeleiderindustrie naar Si,is Umicore de voeling met de halfgeleiderwereld eenbeetje kwijtgespeeld. De germaniumkristalgroeitechnologiewerd wel in stand gehouden voor andere toepassingen.Vooral dan dankzij de zonnecellen voor ruimtevaarttoe-passingen hebben we in de jaren ’90 terug aansluitinggevonden bij de substraattechnologie en hebben we, metde steun van de Federale Diensten voorWetenschappelijke, Technische en Culturele aangelegenhe-den (DWTC)/European Space Agency (ESA) en het Instituutvoor de aanmoediging van Innovatie door Wetenschap enTechnologie in Vlaanderen (IWT), de nodige ervaringopgebouwd om substraten te maken voor de micro-elektronica. Dat blijft onze basis die ons toelaat verder tegaan in deze boeiende industrie.”

Paul Mijlemans, Umicore. Germaniumsubstraten voor micro- en opto-elektronische toepassingen.

Page 12: imec InterConnect 14 (september 2003)

12.

Slimme stappen naareen slimme wereld,maar welke stappenzijn slim?Enkele weken geleden kondigde Wal-Mart, de grootstesupermarktketen van de Verenigde Staten, aan dat ze,voor het ‘Roadwatch: missing children alert'-systeem, nauwgaat samenwerken met Qualcomm, één van de belangrijk-ste spelers op het vlak van draadloze communicatie. Ditsysteem zal berichten afkomstig van het Amerikaanse ‘cen-trum voor vermiste en misbruikte kinderen’ doorsturennaar Wal-Mart’s vrachtwagenbestuurders die continu hetland doorkruisen. De technologie wordt geleverd door Qualcomm’sOmniTrac® mobiel communicatiesysteem. De bestuur-ders, ‘waakhonden van de Amerikaanse snelwegen’ zoalsze ook wel genoemd worden, kunnen op die manier hel-pen om verdachte voertuigen en individuen te signaleren.Snelle up-to-date informatie via draadloze verbindingen ishierbij cruciaal. Een mooi voorbeeld van technologie tendienste van de maatschappij, en een prachtig voorbeeldvan samenwerking tussen de distributiesector en de high-techindustrie.

Ten dienste van de maatschappij. Dat zal waarschijnlijk éénvan de belangrijkste, zo niet de belangrijkste drijfveer wor-den voor de realisatie van een succesvolle, slimme omge-ving. Slimme gadgets en leuke snufjes zijn één ding, maat-schappelijk waardevol is nog iets anders. Eerst dient de consument overtuigd te worden om tebetalen voor de nieuw aangeboden toegevoegde waarde,en/of om het oude toestel te vervangen. Zoals bv. degsm’s met WAP-technologie voor internettoegang, waarde doorbraak niet echt gekomen is, in tegenstelling tot dedigitale camera, die sinds een jaar een echte rage gewor-den is.

Daarenboven moet die technologie ten dienste staan vande verbetering van de levenskwaliteit en/of het comfort.Europa heeft hier trouwens opportuniteiten zat. Europa istraditioneel sterk in life sciences, heeft een verouderendebevolking, en besteedt in vergelijking met de VerenigdeStaten meer geld aan gezondheidszorg. De steeds verdervoortschrijdende toenadering tussen micro-elektronica (infeite nano-elektronica), communicatietechnologie en bio-technologie kan hier de sleutel tot het succes worden. Nu

al rijzen bedrijfjes, actief in de interfaces tussen deze tech-nologiedomeinen, als paddestoelen uit de grond. Body areanetworks zijn binnen afzienbare tijd een realiteit. De marktvoor biochips zal volgens marktanalysten verviervoudigenin de komende vier jaar. De slimme omgeving start dus bijons en met ons, mensen.

Wal-Mart heeft nog meer grootse plannen om de wereldslimmer te maken. Ieder product of pallet zal een elektro-nisch naamplaatje mee krijgen, een zogenaamde RFID-tag(zie ook pagina 6 in dit nummer). Via deze RFID-tag kanhet product of pallet getraceerd worden bij passage langsleestoestellen. Op termijn hoopt men deze RFID-tags uitte rusten met een minuscuul zendertje inclusief batterij:smart dust of ‘slim stof’ wordt realiteit. RFID is een voorbode van een micro-elektronica omgevingwaarin de dingen overal om ons heen zullen communice-ren met elkaar, èn met ons. In elk geval, als Wal-Mart haarplannen uitvoert, explodeert de markt voor RFID-tagsnaar miljarden eenheden. Of hoe een ‘traditionele’ distri-buteur als eerste de slimste stappen zet…

Jan Wauters, Marketing Communicatie Manager.

I N D U S T R I E D O O R G E L I C H T

Page 13: imec InterConnect 14 (september 2003)

13.

Agenda

IMEC’s Micro-elektronica TrainingsCentrum, MTC, heeft een ruim aanbod van cursussen over zowat alle aspecten van demicro-elektronica voor een breed doelpubliek. De cursussen variëren van geïntegreerd systeemontwerp tot proces- enverpakkingstechnologie. Wij maakten voor u volgende selectie voor de komende maanden:

A G E N D A

Ontwerp en synthese van VHDLDoelgroep: Ontwerpers van FPGA en ASIC.Datum: 29 september – 3 oktober 2003Inhoud: Op basis van voorbeelden en oefeningen wordt ingegaan op de VHDL-syntax, met speciale aandacht vooreen goede codestijl en de link met hardware.

Overkoepelend ontwerp van heterogene HW/SW-syste-men op basis van C++Doelgroep: Hardware- en systeemontwerpers.Datum: 7-10 oktober 2003Inhoud: De cursus introduceert een ontwerpparadigma dat volgende elementen integreert: overkoepelendesysteemmodelering voor hardware- en softwarecomponenten, een systematische strategie voor verfijning en eenweg naar efficiënte implementatie. Het paradigma steunt op objectgeöriënteerde C++-technologie.

Multimediaproducties van de volgende generatieDoelgroep: Toepassings- en ontwikkelingsingenieurs die betrokken zijn bij het proces van rich media-productie of -integratie. Datum: 17 en 24 oktober en 7 november 2003Inhoud: Deze driedaagse cursus geeft een inleiding tot coderingsstandaarden en behandelt nieuwe multimedia-coderingsstandaarden die recent werden gestandardiseerd door ISO en W3C: MPEG-4, JPEG2000, SynchronizedMultimedia Integration Language (SMIL) en Scalable Vector Graphics (SVG).

Cursus over de integratie van embedded systemenDoelgroep: Voor engineering management, productmanagers, strategic managers en professionele adviseurs inKMO’s en grote bedrijven die overwegen om embedded systemen te integreren in hun producten of processen, endie inzicht willen verwerven in de businessmodellen die ermee gepaard gaan.Datum: 20 oktober 2003Inhoud: De cursus geeft antwoord op: wat zijn embedded systemen en waarom worden ze steeds belangrijker?Wat zijn de uitdagingen en strategieën om ze te ontwikkelen? Welke integratiemogelijkheden en technologieën zijner? Welke factoren spelen mee en welke componenten zijn er nodig? Wat zijn de ontwerpflows en businessmodel-len?

>

>

>

>

MTC-trainingsprogramma

Page 14: imec InterConnect 14 (september 2003)

14.

Annual Research Review MeetingARRM2003 – IMEC’s internationaal netwerking evenement

Seminaries

Doelgroep: Ontwerpers van systemen, algoritmen en architecturen.Datum: 20-21 oktober 2003Inhoud: IMEC’s Data Transfer and Storage Exploration (DTSE)-methodologie optimaliseert de volgorde waarin datatrans-fers worden uitgevoerd en zorgt voor een optimale geheugenarchitectuur voor de opslag van data. Als ondersteuningvoor DTSE ontwikkelde IMEC een ATOMIUM Computer-Aided Design (CAD)-omgeving die het mogelijk maakt data- engeheugenverbruik te analyseren en te optimaliseren. De output van de verschillende ATOMIUM-componenten is een aan-gepaste C-code die leidt tot veel kleinere geheugens en geringer vermogenverbruik. Deze tweedaagse workshop behan-delt IMEC’s DTSE-methodologie en zijn verschillende ATOMIUM-tools.

IMEC organiseert wekelijks, op maandag (11u.) en op vrijdag (14u.), seminaries over nieuwe ontwikkelingen in pro-cestechnologieën en ontwerpmethodologieën. Deze seminaries gaan door in IMEC, duren ongeveer één uur en worden inhet Engels gegeven. In enkele gevallen worden de seminaries gegeven voor een gespecialiseerd publiek.Toegang tot de seminaries is gratis.Voor het najaar worden onder andere volgende seminaries aangekondigd:10 oktober 2003 In-situ high-resolution look at interfaces20 oktober 2003 Perspectives for Imaging and Sensing in the millimetre and sub-millimetre wave range

Voor meer informatie over het volledige MTC-trainingsprogramma: www.imec.be/mtc

Voor alle informatie en registratie: www.arrm.be

15-16 oktober 2003, Brabanthal, Haasrode (Leuven)IMEC’s ARRM is uitgegroeid tot een dynamisch, internationaal ontmoetingsforum. Tijdens de editie van 2002 verwelkom-de IMEC meer dan 200 topmanagers van over de hele wereld. Tijdens ARRM worden de deelnemers geïnformeerd overIMEC’s laatste ontwikkelingen in micro-elektronica en aanverwante domeinen en over IMEC’s visie op de nieuwste tech-nologische evoluties. Naast een ruim aanbod aan presentaties vinden de deelnemers er boeiende demonstraties en kun-nen ze een bezoek brengen aan de informatiestand van IMEC’s spin-offs. ARRM2003 is opgevat als een internationaal net-werking evenement, waar deelnemers de gelegenheid krijgen om informele contacten te leggen met IMEC’s medewerkersen met andere deelnemers uit de industrie.

Inleiding tot de ATOMIUM-ontwerpomgeving voor geheu-gengecentreerde code-optimalisatie

Voor meer informatie: www.imec.be/mtc. Raadpleeg de website voor eventuele programmawijzigingen.

IMEC’s Annual Research Review Meeting 2002.

>

Page 15: imec InterConnect 14 (september 2003)

15.

Cyclus Visionaire SeminariesDe Cyclus Visionaire Seminaries, een organisatie van IMEC in samenwerking met Leuven.Inc, wenst een zo breed mogelijkpubliek te sensibiliseren over nieuwe technologieën die onze leefwereld de komende jaren meer en meer zullen bepalen.Eminente sprekers uit de industrie en de academische wereld geven hun visie op de toekomst, ontwikkelingen, opportu-niteiten en bedreigingen.Vorige seminaries werden elk door een 100-tal mensen bijgewoond, uit bedrijven, organisaties, universiteiten, overheid,financiële instellingen en media. Op dit soort van netwerkavond kunnen op informele wijze gedachten uitgewisseld wor-den.U bent van harte welkom op het volgende visionair seminarie:

4 december 2003 – Heeft Europa nog een toekomst?De afgelopen decennia zagen steeds meer Europese bedrijven zich genoodzaakt om hun arbeidsintensieve activiteiten teverplaatsen naar lageloonlanden. Ondanks een verregaande automatisering van de productie, kon Europa niet op tegen desterke competitie van de Aziatische landen. Bijgevolg werd in Europa de nadruk gelegd op het genereren van toegevoegdewaarde via het ontwikkelen van kennis en de uitbouw van O&O en innovatie. De opkomst van het internet deed de gren-zen echter vervagen: software kon in één nacht worden uitbesteed, codes konden ogenblikkelijk worden geleverd waarook ter wereld…Recent kwam Europa tot de vaststelling dat ook O&O-activiteiten door grote multinationals worden gekanaliseerd naarlanden waar gelijkaardige kennisniveaus, toegang tot deze kennis, aanwezigheid van talent, in combinatie met lagere loon-kost en langere werktijden, beschikbaar zijn. Deze ontwikkeling stelt zowel de academische als de industriële Europesegemeenschap voor de grote uitdaging: heeft Europa nog een toekomst?

Tijdens het visionair seminarie belichten sprekers de socio-economische en techno-economische aspecten van deze evo-lutie vanuit diverse invalshoeken. Het programma wordt afgesloten met een panelgesprek.

Bezoek onze website of de website van Leuven.inc voor meer inlichtingen: www.imec.be/ovinter/static_general/visionair.shtmlwww.leuveninc.com

IMEC Vlaamse Bedrijvendag IVB200319 november 2003, IMEC, Heverlee (Leuven)

Dit jaar organiseert IMEC voor de zevende maal haar Vlaamse Bedrijvendag, een unieke gelegenheid om zijn technologievan dichtbij te bekijken, een inzicht te krijgen in de nieuwste trends en ontwikkelingen, en op informele wijze met IMEC-onderzoekers en -management te discussiëren.IVB2003 staat in het teken van embedded systemen. Naast een overzicht van de belangrijkste trends in embedded syste-men krijgt de deelnemer een inzicht in de voornaamste technologische ontwikkelingen die het succes van embedded syste-men mogelijk maken. Daarnaast komen de toepassingsdomeinen ruim aan bod. In het discussieforum staat de pertinentevraag “Embedded systemen: ook voor uw bedrijf?” centraal. Panelleden zijn vertegenwoordigers uit industrie, universitei-ten en onderzoeksinstellingen. Er is ook gelegenheid om via demo’s en prototypes de ontwikkeling en integratie vanembedded systemen in producten en processen van naderbij te bekijken.Deelnemers aan de IVB2003 kunnen ook deelnemen aan de tutorial ‘Inleiding tot Embedded en Real-Time Operating Systems’die in de voormiddag doorgaat. Spreker is Peter Vandenabeele, CEO Mind NV.

Meer informatie over de IVB vindt u op www.imec.be/ivb. Zie ook bijgevoegd formulier voor registratie.

Page 16: imec InterConnect 14 (september 2003)

16.

P R O J E C T

JobsAT

JobsAT is het acroniem voor ‘Jonge ondernemers bouwenshowcases advanced technology’. Dit project werd opgestartmet de steun van de Vlaamse overheid. Stichting R. VanOverstraeten, IMEC en enkele Vlaamse onderwijsinstellingenwillen met het project jongeren op een unieke manier incontact brengen met de wereld van ICT en ondernemer-schap. Twee vliegen in één klap.

Als onderwijzer is het vandaag de dag een hele uitdaging omleerlingen de allernieuwste technologische ontwikkelingen bijte brengen, bovendien op een boeiende manier liefst door-spekt met illustratiemateriaal en praktijkoefeningen. Om hunkans op de arbeidsmarkt extra te vergroten, is het ookbelangrijk leerlingen ondernemerszin bij te brengen evenalsalertheid om opportuniteiten te kunnen inschatten en crea-tief organisatietalent om er op in te spelen. Vaak gaat mendan bij de ‘echte’ bedrijfswereld aankloppen, maar meestalgaat het contact niet verder dan een bedrijfsbezoek.

JobsAT gaat wel verder. Via onderwijspartners in het basis-,middelbaar en hoger onderwijs worden leerlingen gevraagdeen demonstratiemodel uit te werken dat een bepaaldetechnologie van IMEC op eenvoudige manier uitlegt, begrij-pelijk voor leeftijdsgenoten. Deze opdracht impliceert aller-eerst dat de jongeren zich verdiepen in een bepaalde ICT-ontwikkeling. Bovendien kunnen ze hiervoor te rade gaan bijde onderzoekers zelf. Voor IMEC, dat volop bezig is met deuitbouw van een bezoekerscentrum, is deze inbreng zeer

waardevol. Jongeren hebben immers hun eigen kijk op tech-nologie en die kan sterk verschillen van wat een weten-schapper of ingenieur eronder verstaat. Deze nieuwe vormvan kennisoverdracht, van jongeren naar jongeren, kan eenbezoekerscentrum net dat ietsje meer geven.

En JobsAT gaat nog verder. Het wil ook de jonge onderne-mers in een klas aanspreken door de jongeren een ‘echt’aanbestedingsdossier voor te leggen voor het demonstratie-model. Zoals in de echte wereld, moeten de kandidaat-ondernemers het dossier onderzoeken en een creatieve enrealistische oplossing voorstellen. Als ze geselecteerd wor-den, krijgen ze een contract en een budget. Op deze maniercombineert het project kennisoverdracht van geavanceerdetechnologie met stimulatie van de ondernemerszin.

In het project wordt ook samengewerkt met twee hoge-scholen met een departement lerarenopleiding (Groep T enKatholieke Hogeschool Kempen). De bedoeling is hier omde leraren in opleiding een bruikbare basiskennis en con-creet lesmateriaal aan te bieden over de nieuwste technolo-gische trends in de ICT-sector. Zo kunnen zij hun lessentechnologische opvoeding voldoende actualiseren. JobsAT isvoor leraren in opleiding een gedroomde kans om hun crea-tiviteit te stimuleren op het vlak van geavanceerde technolo-gie, evenals hun ondernemersvaardigheden die hen moetentoelaten om later zelf innoverend te zijn in hun onderwijs-carrière

Neen, dit is geen nieuwe rekruteringsrubriek. Of misschien toch wel, van op de schoolbanken:

onderzoekers en ondernemers gezocht.