I Maintain 02 2013

4
HANDEN INEEN VOOR MAINTENANCE IN PROCESINDUSTRIE TIENDE JAARGANG – LOSSE VERKOOPPRIJS 16,- 02 13 iMaintain Nr. 02 - 2013 www.i-maintain.nl

Transcript of I Maintain 02 2013

Page 1: I Maintain 02 2013

handen ineen voor Maintenance in procesindustrie

tieNde JAARGANG – LOSSe VeRKOOPPRiJS € 16,-

0213

iMaintain Nr. 02 - 2013

www.i-maintain.nl

Page 2: I Maintain 02 2013

48 MaintNL 02 – 2013

50 jaar NVDO

De NVDO bestaat vijftig jaar. Een mooie gelegenheid om terug te blikken met een aantal maintenance-experts van het eerste uur. Zij vertellen onder meer hoe onderhoud zich heeft ontwikkeld. ‘Er is veel bereikt de afgelopen jaren, maar er is ook nog veel te doen’, reageren oud-voorzitter en erelid van de NVDO Em. prof. ir. Klaas Smit en Ing. Jos Boode, voormalig maintenance manager bij Shell Moerdijk. Ingrid Rompa

Volgens Smit hebben onze productiemid-delen een aanzienlijk hogere technische beschikbaarheid en bedrijfszekerheid gekregen. ‘En veel lagere onderhoudskos-ten per eenheid product. Het is spectacu-lair hoe deze bij bepaalde industrietakken zijn gedaald, met name in de elektriciteits-opwekking en de chemische procesindus-trie.’ Niet alleen de ontwikkeling van de techniek en de ervaringsopbouw met het onderhoudsgedrag van de machines zijn hiervoor verantwoordelijk. ‘De professiona-lisering van de onderhoudsfunctie speelt zeker een belangrijke rol.’

Goedkoop blijkt duurkoopSmit noemt hierbij de luchtvaartindustrie, waar hij zelf jarenlang werkzaam was. Hij was onder meer technisch officier bij de Koninklijke Luchtmacht. Van 1985-2006 was Smit hoogleraar onderhoudsmanagement aan de TU Delft en daarnaast raadgevend ingenieur. Sinds 1970 is hij lid van de NVDO. ‘Het eerste jaarcongres dat ik meemaakte, ging over onderhoudsbewust ontwerpen. Professor Van der Mooren pleitte daar toen al voor. Wanneer je tijdens het ontwerp vol-doende aandacht besteedt aan het toekom-stig onderhoud, zullen de meerkosten daar-van zich in veelvoud terugverdienen in lagere exploitatiekosten gedurende de levensduur. We belijden het over de jaren heen met de mond, maar we doen het niet.’ Een actueel voorbeeld is de Fyra. ‘Het strate-gisch management wordt daarin niet

gesteund door de Europese aanbestedings-regels. Deze stimuleren de keuze voor de aanbieding met de laagste aanschafprijs. Goedkoop blijkt echter al gauw duurkoop.’

Onderhoudskosten reducerenDe technische beschikbaarheid en bedrijfs-zekerheid kunnen in bepaalde branches aanzienlijk worden verbeterd, stelt Smit. ‘En daarmee kunnen de onderhoudskosten verder worden gereduceerd. We moeten daartoe beter gebruik maken van de onder-houdsgegevens in het onderhoudbestu-ringssysteem (OBS, red.).’ Smit vindt bovendien dat de ervaringskennis van de eigen vaklieden beter moet worden benut bij oorzaakanalyse en het vaststellen van het vereiste en noodzakelijke preventieve onderhoud. ‘Een deel van de maintenance en reliability engineers kennen de praktijk onvoldoende en maken veel te weinig gebruik van de kennis van technici en ope-rators.’Volgens Smit heeft gemiddeld twee derde van de vermeende technische storingen geen technische oorzaak. ‘Ze zijn een gevolg van foutieve procesinstellingen, bedieningsfouten of onjuiste specificaties. Juist daarom moeten we bij oorzaak- en risicoanalyses een beroep doen op opera-tors en procestechnologen in de bedrijven die beschikken over de kennis van de pro-ducten en processen. Want onder hun ver-antwoording vinden we veel oorzaken van technische storingen terug.’

Er is bij de bedrijfs- en ondernemingslei-ding te weinig inzicht in de relatie tussen vereiste technische systeemprestaties en de hiervoor noodzakelijke onderhoudskos-ten, meent Smit. ‘Omdat die inzichten ont-breken, zien we dingen gebeuren die niet goed zijn voor onderhoud, bijvoorbeeld het te veel uitbesteden van de uitvoerende en de indirecte taken onder vaak te simpele contractvormen.’ Een ander punt waar hij zich druk om maakt, is het verknippen van de onderhoudsverantwoordelijkheden van de TD-manager. ‘Deze wordt in sommige bedrijven gedegradeerd tot een interne uitvoerder.’

‘Wanneer je tijdens het ontwerp voldoende aandacht besteedt aan het toekomstig onderhoud, zullen de meerkosten daarvan zich in veelvoud terugverdienen. We belijden het over de jaren heen met de mond, maar we doen het niet.’

AmbachtsschoolSmit maakt zich grote zorgen over de ver-grijzing, de afname van beschikbare vaklie-den en het vakmanschap. ‘En wat nóg erger is, is het feit dat vaklieden die van het vmbo en mbo komen over te weinig techni-sche kennis en basisvakvaardigheden beschikken.’ Volgens Smit moeten we terug naar de ambachtsschool. ‘Het niveau van het technisch onderwijs is onvoldoende. De overheid heeft gefaald.’ Bedrijven heb-ben daar ook een eigen verantwoordelijk-heid in, meent Smit. ‘Er moet een nog betere samenwerking plaatsvinden tussen

‘Minder onderhoud, meer geld in je zak’

048_49_51_ML_NVDO-artikel.indd 48 19-02-13 14:45

Page 3: I Maintain 02 2013

MaintNL 02 – 2013 49

interne bedrijfsopleidingen, bedrijfsscho-len en basisopleidingen zoals de ROC’s, maar het is een taak van de overheid men-sen in voldoende mate op te leiden en dat gebeurt niet.’Als positief punt noemt Smit de aandacht voor onderwijs op hbo- en TU-niveau. ‘Dat is echt heel hard nodig, want we zien bij som-mige overheidsorganisaties dat men nieuw-bouw en onderhoud in hoge mate heeft uitbesteed en dat de verantwoordelijkhe-den bij procesmanagers zonder technische achtergrond zijn neergelegd. En daar wor-den we nu mee geconfronteerd. Dat is geen goede ontwikkeling.’Smit is tevens van mening dat men vol-doende moet investeren in veiligheid. ‘Er zijn recente voorbeelden van calamiteiten bij industrieën die te weinig zorg besteed-den aan de technische integriteit van hun productiemiddelen. Investeren in onder-houd voor borging van technische integri-teit verdient zich ook terug in de operatio-nele - en kostensfeer. Er ontstaan minder productiedervingen en uiteindelijk lagere

onderhoudskosten.’ Het heeft volgens Smit allemaal te maken met bewustwording, bedrijfscultuur, werkdiscipline en werken volgens werkprocessen. Niet alleen uit het oogpunt van veiligheid, maar ook vanuit het oogpunt van operationele effectiviteit en doelmatigheid.

AandachtOnderhoud is cruciaal voor het behoud van de industriële bedrijvigheid in Nederland, meent Jos Boode, voormalig maintenance manager bij Shell Moerdijk. Ook hij maakt zich zorgen over de vaktech-nische kennis in de komende jaren van-wege de vergrijzing en de beperkte instroom. ‘Goed onderhoud kun je alleen plegen met goede mensen en daarvoor heb je goed onderwijs nodig.’Hij wijst onder meer op het feit dat veel bedrijven in de jaren 90 hun bedrijfsscho-len hebben gesloten. ‘En de onderwijsin-stellingen zijn niet meegegroeid om dat gat te vullen. Gelukkig zijn er de laatste jaren veel initiatieven geweest die onder meer

hebben geleid tot veel meer positieve aan-dacht voor maintenance als vakgebied.’ De bedrijven moeten zélf echter ook actiever worden, meent Boode. ‘Toen ik nog bij Shell werkte, organiseerde ik onder meer mainte-nancestages voor mbo-docenten. Dat is belangrijk, want dan kunnen ze beter ken-nismaken met het toekomstige werkveld van hun studenten.’ Bedrijven zouden wat hem betreft meer moeten samenwerken met onderwijsinstellingen. ‘Dat komt uit-eindelijk de vakopleidingen ten goede.’Boode heeft nog meer wensen voor de toe-komst. ‘Meer focus op life cycle costing is iets waar nog heel veel winst te behalen is. Maintainability and operability moeten, net als veiligheid en kwaliteit, onderdeel zijn van het ontwerp van een installatie. Bij de huidige engineeringbedrijven werken nau-welijks mensen met operationele - of onderhoudservaring. Daar zou dus samen-werking gewenst zijn. Onderhoudsaspecten moéten worden meegenomen in het ont-werp. We hebben niets aan ‘salontechneu-ten’.’

Meer life cycle costing, integratie van onderhoud en operatie en meer technici om tekorten op te vullen: er valt nog veel te verbeteren in de maintenancewereld, zeggen Klaas Smit en Jos Boode. Gelukkig is de conditiemonitoring verbeterd en speelt veiligheid een steeds grotere rol.

De kansen door versobering worden op een positieve en constructieve manier behandeld tijdens iMaintain INFRA op 1 november in Rotterdam. Dit congres wordt door iMaintain en de Sectie Infra van de NVDO georga-niseerd voor beslissers en beïnvloeders in de Nederlandse infrasector.De inhoud van het congresprogramma wordt samengesteld met medewer-king van aanbieders van werk en diensten. Zowel opdrachtgevers als aan-nemers komen bijeen om open aan te geven waar knelpunten zitten en gaan komen. Aan de hand van de knelpuntanalyse wordt het programma voor het congres op 1 november bepaald. Zie ook www.i-maintain.nl/infra

048_49_51_ML_NVDO-artikel.indd 49 19-02-13 14:45

Page 4: I Maintain 02 2013

MaintNL 02 – 2013 51

VerbeteringenIn de loop der jaren zijn al veel verbeterin-gen doorgevoerd op het gebied van onder-houd, vindt Boode. ‘Het grappige is wel dat het veelal gaat om dezelfde installaties als veertig á vijftig jaar geleden. Dat betekent dat je nog steeds dezelfde installaties onderhoudt, maar wel op een andere manier. Natuurlijk wist men vroeger ook dat alles zonder onderhoud uiteindelijk stil komt te staan, maar toen werd onderhoud aangestuurd als ‘de partij die het maar in orde moest maken’. De technische afdelin-gen en de operationele afdeling leefden destijds in separate werelden. Nu wordt alles veel meer geïntegreerd.’Dat men zich meer bewust is van het feit dat onderhoud en de operatie van een fabriek een gezamenlijke job is, heeft volgens Boode grote invloed op de onderhoudsin-tensiteit van de installaties. ‘In de drie jaar dat ik als maintenance manager heb gewerkt in Moerdijk zijn de onderhoudskos-ten met zo’n 25 procent gedaald, voorna-melijk door efficiënter te werken en betere kwaliteit te leveren.’De laatste jaren is er steeds meer aandacht gekomen voor bad actors in de installaties, weet Boode. ‘Je verdient meer wanneer je onderhoud kunt voorkomen, dan wanneer je onderhoud efficiënt uitvoert. Door veel meer gegevens vast te leggen en condition moni-toring te doen, kom je het onderhoud eerder op het spoor en wordt het voorspelbaarder en planbaarder.’ Het is daarom belangrijk

dat je het gedrag van je apparatuur kent. ‘Ik deed vroeger bijvoorbeeld aan handopleg-ging’, lacht hij. ‘Door even je hand op het lagerhuis van een pomp te leggen, wist je al meer over de conditie van het lager. Wanneer je regelmatig een condition monitoring-rondje loopt en de data goed vastlegt, zie je wat de ontwikkeling is betreffende de degra-datie van je apparatuur. Op die manier kun je het onderhoud veel beter voorspellen.’ Hij herinnert zich de tijd nog goed dat een werk-order op een briefje werd geschreven. ‘Maar wanneer je tegenwoordig een werkorder in het systeem zet, dan koppel je dat meteen aan de naam van het equipement en de onderliggende data en historie.’

‘Goed onderhoud kun je alleen plegen met goede mensen en daarvoor heb je goed onderwijs nodig.’

Ook de integratie met de operatie is fors verbeterd, meent Boode. ‘Het is belangrijk om dicht bij je collega’s van operatie te staan. Ik vind dat onderhoudsmensen op de plant moeten zijn en dáár hun belang-rijkste voorzieningen moeten hebben. Men moet het werk goed voorbereiden en goed communiceren met de klant. Als wij de olie- en de chemische industrie willen behouden voor Nederland, moeten we gebruikmaken van alle goede dingen die we hier hebben,

zoals infrastructuur en kennis. Maar je zult ook efficiënt en effectief moeten zijn in het onderhoud, want anders raak je tóch je marktaandeel kwijt aan de landen waar nu nieuwe fabrieken worden gebouwd, zoals in het Midden-Oosten.’ Veiligheid Wat veiligheid betreft is er ook ontzettend veel veranderd, aldus Boode. ‘Er was natuurlijk altijd al veel aandacht voor veilig-heid, maar vroeger werd er meer geaccep-teerd. ‘Waar gehakt wordt, vallen spaan-ders.’ Tegenwoordig heb je meer en betere veiligheidsprocedures. En de stelregel is nu: je werkt hier veilig of je werkt hier niet. Men is zich veel bewuster geworden van de risico’s en het feit dat alle ongevallen in principe kunnen worden voorkomen. Het is onderdeel van het denken geworden.’Er is ook meer aandacht gekomen voor de integriteit van de installatie. ‘Er wordt gelukkig ook meer aandacht besteed aan MOC (management of change, red.). Dat betekent dat mensen die in het onderhoud werken zich vooraf moeten realiseren - en dat is dat bewustwordingsproces - wat de potentiële consequenties kunnen zijn wan-neer zij wijzigingen toepassen. Dat geldt ook voor ogenschijnlijk kleine wijzigingen in de fabriek, en daardoor wordt er minder gefaald. En als je minder faalt, heb je min-der onderhoud, en als je minder onderhoud hebt is je installatie betrouwbaarder en houd je je geld in de zak.’ n

048_49_51_ML_NVDO-artikel.indd 51 19-02-13 14:45