Het talentontwikkelend model binnen de atletiek Berghmans, Bil, Delecluse, Ponnet, Pottie, Van...
-
Upload
marleen-adam -
Category
Documents
-
view
217 -
download
0
Transcript of Het talentontwikkelend model binnen de atletiek Berghmans, Bil, Delecluse, Ponnet, Pottie, Van...
Het talentontwikkelend model binnen de atletiek
Berghmans, Bil, Delecluse, Ponnet, Pottie, Van Driessche
Deel 4: Spelend aanleren van werpvaardigheden
Deel 1: Gelijkenissen tussen de werpdisciplines
Deel 2: Variatiemogelijkheden en opbouw v.d. variatie-as
Deel 3: Variatie van een spelvorm
Deel 4: Relatie tussen techniekas en variatie-as
Deel 5: Methodologische tussenstappen in de opbouw v.d. werpdisciplines
Deel 6: Gelijkenissen tussen de volwassen techniek en de jongerentechniek
Deel 7: Organisatie en veiligheid
1.1 Dynamische standworp
1.2 Opbouw van de techniekas
1.1.A Dynamische standworp
1.1.B Belangrijke prestatiebepalende factoren
* Dynamisch aspect
* Eigenlijke worp
* Afwerpsnelheid
* Afwerphoek
* Afwerphoogte
1.1.C Basiskenmerken van de techniek* Basishouding
* Bewegingspatroon
•Dynamisch aspect
• Bewegingssnelheid opvoeren aan het einde van de beweging
• Dynamisch aspect zorgt voor de snelheidstoename voorafgaand aan de worp
• Vormen van aanlopen, aanglijden, rotaties of onderdelen van deze bewegingen
•Eigenlijke worp
• Eigenlijke worp begint wanneer beide voeten gelijktijdig contact hebben met de grond (tweebenige steun)
• Volledige lichaamsstrekking (overdracht van snelheid van lichaam naar tuig)
Omwille van de complexiteit van de globale worp is de aanloop bij de jeugd tot een minimum beperkt en wordt de standworp als uitgangspunt genomen.
Belangrijkste prestatiebepalende factoren
V= Afwerpsnelheid = Afwerphoek H= Afwerphoogte
Belangrijkste prestatiebepalende factoren
Afwerpsnelheid* snelheid van het toestel op moment dat het toestel de hand verlaat* hoge afwerpsnelheid bereiken door een optimaal lange begeleidingsbaan die optimaal snel moet door lopen worden
Belangrijkste prestatiebepalende factoren
Afwerphoek
De luchtweerstand beïnvloedt de grootte van de hoek (afhankelijk van toestelvorm, windsterkte en windrichting)
Belangrijkste prestatiebepalende factoren
Afwerphoogte
* Hoogte waarop het toestel los komt* Afhankelijk van gestalte en lichaamsstrekking
Basiskenmerken van de techniek Basishouding
werpas
L.-voet
R.-voet
Zwaartepunt van gebogen rechter been naar gestrekt linkerbeen
= van rechts naar links, van onder naar boven
Bewegingspatroon
Spiergroepen van groot naar klein Spiergroepen van traag naar snel Spiergroepen van onder naar boven Resultaat = totaallichaamsstrekking Verwringing boogspanning
1.2.A De techniekas
1.2.B Opbouw van de techniekas
* Technische bouwstenen
* Inleidende bewegingen: beginsnelheid creëren (afhankelijk van reglement en het zoeken naar een lange begeleidingsbaan)
* Powerfase: overdracht van snelheid van lichaam naar toestel
* Afwerking: greep en werpactie afhankelijk van vorm, gewicht en reglementen
Technische bouwstenen werpenDynamische standworp
Elementaire technische vereisten
Tweebenigesteun
Draai-drukRechter
beenBlok
RompactieArm-
bewegingenGreep Werpactie HerstelDynamisch
aspect
Inleidendebewegingen
Powerfase Afwerking
Totaallichaamsstrekking
Dynamischaspect
> voorbereidende beweging> doel = dynamiek brengen in de worp door snelheidstoename van lichaam en toestel> staan in functie van snelheid, de lange begeleidingsbaan en aard van het toestel> aangepast aan de jeugd
Tweebenigesteun
Dynamischaspect
> Met beide voeten is er grondcontact.> Het zwaartepunt van het geheel ‘toestel-atleet’ bevindt zich boven het gebogen rechterbeen. > Het lichaam bevindt zich tussen toestel en landingsplaats.
Tweebenigesteun
Draai-drukRechter
been
Dynamischaspect
> pivoteren + strekken (+ blok) = indraaien rechterheup
> pivoteren + strekken = verplaatsen van zwaartepunt van R L
= deel van totaallichaamsstrekking = van laag naar hoog
Tweebenigesteun
Draai-drukRechter
beenBlokDynamisch
aspect
opspannen linkerbeen + fixatie van de linkerheup + fixatie van de linkerschouder
= afremmen van links geeft een versnellen van rechts (katapult)
= as waar rechter-lichaamshelft rond draait (hefboom) = overdracht van snelheid van lichaam op toestel = heffunctie van laag naar hoog
Tweebenigesteun
Draai-drukRechter
beenBlok
RompactieArm-
bewegingen
Dynamischaspect
bewaren van een gesloten lichaamshoudingactie van de linkerarmrompactieactie van de werparm
Tweebenigesteun
Draai-drukRechter
beenBlok
RompactieArm-
bewegingenGreep
Dynamischaspect
Afhankelijk van werptuig en werppatroon
Tweebenigesteun
Draai-drukRechter
beenBlok Greep Werpactie
Dynamischaspect
RompactieArm-
bewegingen
Eindfase waarin opgebouwde snelheid volledig op het werptuig wordt overgedragen
Eindrealisatie van andere prestatiebepalende factoren
Diverse werppatronen afhankelijk van toestelen reglementering
Tweebenigesteun
Draai-drukRechter
beenBlok Greep Werpactie HerstelDynamisch
aspect
RompactieArm-
bewegingen
opvangen van evenwichtsverlies
geen doel op zichzelf
Technische bouwstenen werpenDynamische standworp
Tweebenigesteun
Draai-drukRechter
beenBlok Greep Werpactie HerstelDynamisch
aspect
Inleidendebewegingen
Powerfase Afwerking
Totaallichaamsstrekking
Fundamentele technische bouwstenen
RompactieArm-
bewegingen
2.2.A Variaties in uitvoering
2.2.B Variaties in conditionele belasting
Variatiemogelijkheden bij het werpen
Uitgangshouding&
Ritme
Werprichting enintentie
Kracht, snelheid,uithouding
Variaties in uitvoering
Variaties in conditionele aspecten
Werptuigen
Beginpositie bij het uitvoeren van een worpBelangrijke elementen*de voetenstand*de oriëntatie*de lichaamspositie*de evolutie van statisch naar dynamisch
Ritme: binnen de aanloop of geheel van aanloop en worp
Uitgangshouding&
Ritme
Uitgangshouding&
Ritme
Werprichting enintentie
Belangrijkste dimensies* voor-achter* horizontaal-verticaal-schuin
Intentie* zo ver mogelijk* zo precies mogelijk* zo hoog mogelijk* ...
Uitgangshouding&
Ritme
Werprichting enintentie
Werptuigen
Een diversiteit aan werptuigen wordt benut.
Afdwingen van een bepaald greep, werppatroon,uitgangshouding,….
Uitgangshouding&
Ritme
Werprichting enintentie
Kracht, snelheid,uithouding
Werptuigen
kracht: * in combinatie met snelheid * verhouding kracht/toestelgewicht * correcte technische uitvoering
Snelheid: * bewegingssnelheid * versnellingsmogelijkheid * in combinatie met krachtUithouding:een bepaalde prestatie, met behoud vaneffectiviteit, over een langere duurvolhouden.
3.1 Variatie in uitgangshouding en ritme
3.2 Variatie in werprichting en werpintentie
3.3 Variatie in werptuigen
3.4 Variëren met kracht - snelheid en uithouding
Aanleren van technische vaardigheden van het werpen via speelse oefenvormen en spelvormen
Door gebruik te maken van een aantal variatiemogelijkheden wordt vanuit een basisspel een aantal verschillende spelen opgebouwd waarin onderdelen van de werptechnieken worden geoefend.
De technische bouwstenen: draaidrukbeweging, blok en rompinzet & ondersteunende armbewegingen, zijn zeer sterk gerelateerd aan elkaar.
Ze zijn samen verantwoordelijk voor de totaallichaamsstrekking en zullen als een geheel geoefend worden.
krachtnetbal
Krachtnetbal is een werpspel, gebaseerd op netbal, waarbijde uitvoering wordt gemanipuleerd door te variëren met uitgangshouding, ritme, werprichting, werpintentie, kracht, snelheid en uithouding.
3.1 Variatie in uitgangshouding en ritme
De voetenstand en de oriëntatie van het lichaam beïnvloeden deTechniek van een worp. Een verplichte voetenstand als spelregelopnemen, stuurt het spel zodat de meest ideale positie voor een worpwordt ingenomen.
Bij elke worp of inleidende beweging is een bepaald ritme terug te vinden. Door het speelveld groter te maken of een ‘dode’ zone in te voegen wordt automatisch overgeschakeld naar een meer dynamischehouding. De spelregels dienen te worden aangepast zodat er met de bal kan worden gelopen.
3.2 Variatie in werprichting en werpintentie
De werprichting zal een invloed hebben op de uitgangshouding.
De werprichting zal een invloed hebben op het gebruikte werppatroon.
De grootte van het spelveld zal een invloed hebben op de werprichtingmaar ook op de werpintentie .
De hoogte van snoer of net zal een invloed hebben op de werprichting.
Het creëren van doelzones op het speelveld beïnvloeden de nauwkeurigheid van een worp.
3.3 Variatie in werptuigen
De trainer maakt gebruik van verschillende werptuigen om een bepaald werppatroon af te dwingen.
Door het speelveld aan te passen ( grootte van het veld of net vervangen door twee evenwijdige touwen) kan de spelleider nog dwingender optreden.
3.4 Variëren met kracht - snelheid en uithouding
Door met zwaardere ballen t e werpen wordt spontaan kracht geoefend.
Lichtere ballen stimuleren de werpsnelheid.
Minder spelers per ploeg opstellen verhoogt de verplaatsingsnelheid.
Uithouding kan geoefend worden door het spel lang genoeg te spelenmet middelzware ballen op een groot speelveld of met een gering aantal spelers
* Referentiekader
* Verdeling trainingsdoelstellingen werpen
* Spelvoorbeelden bij het referentiekader
UitgangshoudingRitme
Werprichting enintentie
Kracht, snelheid,uithouding
Werptuigen
Tweebenigesteun Totaallichaamsstrekking Greep Werpactie HerstelDynamisch
aspect
1 2 3 4 5 6A
BCD
Tweebenigesteun
Draai-drukRechter
beenBlok Greep Werpactie HerstelDynamisch
aspect
RompactieArm-
bewegingen
Referentiekader werpen
A1 A2 A3 A4 A5 A6
B1 B2 B3 B4 B5 B6
C1 C2 C3 C4 C5 C6
D1 D2 D3 D4 D5 D6
Optimale verdeling v.d. technische bouwstenen
Dynamischaspect
Dynamischaspect
Tweebenigesteun
Tweebenigesteun
Tweebenigesteun
Totaallichaams-strekking
Totaallichaams-strekking
Totaallichaams-strekking
Totaallichaams-strekking
Totaallichaams-strekking
Totaallichaams-strekking
GreepGreep
WerpactieWerpactie Werpactie
Herstel
Aandachtspunten
In dit hoofdstuk worden een aantal spelen weergegeven die nadien aangepast werden tot een speelse oefenvorm of spelvorm. Door deze spelen worden bepaalde technische kenmerken aangeleerd. Als initiator en trainer moet je dus voldoende verschillende spelvarianten en ook voldoende verschillende spelen aanbieden om alle technische vereisten te oefenen.
Verder is het zo dat één spel nooit één afzonderlijk aspect van de techniek zal oefenen, maar wel meerdere aspecten tegelijk. Bij oefenvormen kan wel geïsoleerd één technisch kenmerk aangeleerd worden.
In dit hoofdstuk wordt dus aangetoond dat men zonder gebruik te maken van oefenvormen al spelend alle technische vereisten kan inoefenen op een onbewuste manier.
5.1 Gewenning en greep5.2 Vrij werpen5.3 Werpen met specifieke werppatronen5.4 Werpen met specifieke werppatronen enuitgangshouding5.5 Voorwaartse standworp5.6 Zijwaartse standworp5.7 Zijwaartse standworp met uitvalspas op linkerbeen5.8 Rugwaartse standworp5.9 Rugwaartse standworp met uitvalspas op linkerbeen5.10 Standworpen voorafgegaan door een dynamisch aspect
Greep
kogel
Greep
discus
Greep
speer
Gewenning kogel
Achterwaarts werpen met de kogel
1/2
Voorwaarts uitstoten met twee handen
2/2
Gewenning discus
Rollen van de discus
Gewenning speer
1/2
Wennen aan de lengte v.d. speer en lenigheid v.h. schoudergewricht.
Gewenning speer
Wennen aan de lengte v.d. speer en lenigheid v.d. romp.
2/2
De voorwaartse standworp
Uitvalspas op linkerbeen
Met behulp van de technische componenten wordt een beschrijving van de verschillende technieken gegeven. Het is vanzelfsprekend dat sommige van deze componenten slechts in één welbepaalde fase van de beweging terug te vinden zijn. Andere componenten omvatten meerdere fasen. Ook kunnen in één fase meer componenten samen voorkomen.
* De inleidende beweging, de uitgangshouding en het aanglijden
* De afwerpfase
* De omsprong
12u
3u 9u
Aandachtspunten voor de jeugd bij het kogelstoten
* Tweebenige steun
> Het lichaam bevindt zich in de werphouding tussen toestel en landingsplaats
> Het zwaartepunt van het geheel toestel-atleet bevindt zich boven het gebogen R.-been.
* Draai-drukbeweging van het rechterbeen met inzet van de rechterheup in de werprichting als gevolg
* Het blok
> totaallichaamsstrekking
> linkervoet heeft volledig contact met de bodem
> gefixeerde linkerheup
> hoge linkerarm en schouder
* Rompactie en ondersteunende armbewegingen
> gesloten houding
* De worp
> de stoot wordt frontaal uitgevoerd
> de stoothand bevindt zich achter het toestel
> de elleboog wordt zijdelings geheven
> de werphand geeft een polsslag
* De inleidende beweging, de aanvangshouding en de draaisprong
* De afwerpfase
* De omsprong
Aandachtspunten voor de jeugd bij het discuswerpen
* Tweebenige steun
> Het lichaam bevindt zich in de werphouding tussen toestel en landingsplaats
> Het zwaartepunt van het geheel toestel-atleet bevindt zich boven het gebogen R.-been.
* Draai-drukbeweging van het rechterbeen met inzet van de rechterheup in de werprichting als gevolg
* Het blok
> totaallichaamsstrekking
> linkervoet heeft volledig contact met de bodem
> gefixeerde linkerheup
> hoge linkerarm en schouder
* Rompactie en ondersteunende armbewegingen
> gesloten houding
* De worp
> is een slingerworp
> de werparm wordt tijdens de been-rompaktie iets lager dan schouderhoogte
> de discus verlaat de hand via de wijsvinger
* De draagwijze, de aanloop, het schouderen en de impulspas
* De afwerpfase
* De omsprong
Aandachtspunten voor de jeugd bij het speerwerpen
* Tweebenige steun
> Het lichaam bevindt zich in de werphouding tussen toestel en landingsplaats
> Het zwaartepunt van het geheel toestel-atleet bevindt zich boven het gebogen R.-been.
* Draai-drukbeweging van het rechterbeen met inzet van de rechterheup in de werprichting als gevolg
> de romp wordt naar voor gebracht, terwijl de rechterarm lang achter blijft
* Het blok
> totaallichaamsstrekking
> linkervoet heeft volledig contact met de bodem
> hoge linkerschouder blijft hoog
* Rompactie en ondersteunende armbewegingen
> gesloten houding
* De worp
> is een slagworp
> de werparm voert een strekbeweging uit met een hoge elleboog
> zweepslag met de hand
• Disciplinaire afspraken
• Organisatorische maatregelen
Opstelling in lijnformatie
Rechte lijnformatie
Schuine lijnformatie
V-formatie
Opstelling in een cirkel
Opstelling in een vierkant
Enkele situaties uit de praktijk