GRAMMATICA

62
GRAMMATICA WERKWOORDELIJK GEZEGDE 2012 Bert Spitters NAAMWOORDELIJK GEZEGDE STAPPENPLAN ONTLEDEN ZIN OEFENSITES WERKWOORDELIJK GEZEGDE OEFENSITES NAAMWOORDELIJK GEZEGDE VOLLEDIGE UITLEG UITLEG PER ONDERDEEL UITLEG PER ONDERDEEL VOLLEDIGE UITLEG

description

GRAMMATICA. NAAMWOORDELIJK GEZEGDE. VOLLEDIGE UITLEG. UITLEG PER ONDERDEEL. VOLLEDIGE UITLEG. UITLEG PER ONDERDEEL. WERKWOORDELIJK GEZEGDE. OEFENSITES NAAMWOORDELIJK GEZEGDE. OEFENSITES WERKWOORDELIJK GEZEGDE. STAPPENPLAN ONTLEDEN ZIN. 2012 Bert Spitters. - PowerPoint PPT Presentation

Transcript of GRAMMATICA

Page 1: GRAMMATICA

GRAMMATICA

WERKWOORDELIJK GEZEGDE

2012 Bert Spitters

NAAMWOORDELIJK GEZEGDE

STAPPENPLAN ONTLEDEN ZIN

OEFENSITESWERKWOORDELIJK

GEZEGDE

OEFENSITESNAAMWOORDELIJK

GEZEGDE

VOLLEDIGEUITLEG

UITLEG PERONDERDEEL

UITLEG PERONDERDEEL

VOLLEDIGEUITLEG

Page 2: GRAMMATICA

HET NAAMWOORDELIJK GEZEGDE

2012 Bert Spitters

Uitlegtotaal

Andere uitleg

oefenen

koppelwerkwoorden

werkwoordelijk deel

naamwoordelijk deel

voorbeelden

stappenplan

Page 3: GRAMMATICA

HET NAAMWOORDELIJK GEZEGDE

zijn worden blijvenblijken lijken schijnenheten dunken voorkomen

2012 Bert Spitters

Zelfstandig naamwoordOf

Bijvoeglijk naamwoord+

Werkwoordelijk deel Naamwoordelijk deel

Page 4: GRAMMATICA

Wat zijn de eigenschappen van het naamwoordelijk gezegde?

Het naamwoordelijk gezegde is het zinsdeel dat altijd uit 2 delen bestaat:

De nieuwe James Bondfilm is nu al een groot kassucces.

De nieuwe James Bondfilm is nu al een groot kassucces.

het werkwoordelijk deel

het naamwoordelijk deel

Page 5: GRAMMATICA

naamwoordelijk gezegde

Het werkwoordelijk deel bevat een of meerdere werkwoorden.

Het belangrijkste werkwoord is ALTIJD een KOPPELWERKWOORD (KWW)

Wat zijn de kenmerken van het werkwoordelijk deel?

Page 6: GRAMMATICA

Mijn broer blijft de beste van zijn team.

Mijn broer = de beste van zijn team.

Naamwoordelijk gezegde:blijft de beste van zijn team.

Wat zijn koppelwerkwoorden?

Koppelwerkwoorden zijn werkwoorden die zelf geen betekenis hebben. Samen met een bijvoeglijk naamwoord of een zelfstandig naamwoord geven ze aan wat het onderwerp is(=).

naamwoordelijk gezegde

Page 7: GRAMMATICA

Welke koppelwerkwoorden zijn er?

de koppelwerkwoorden

zijn worden blijven

blijken

lijkenschijnenhetendunken

voorkomen

naamwoordelijk gezegde

Page 8: GRAMMATICA

Welke koppelwerkwoorden zijn er?

ZIJN blijken heten

WORDEN lijken dunken

BLIJVEN schijnen voorkomen

Overzichtelijk in volgorde van belangrijkheid bij elkaar:

Nog een keer:

naamwoordelijk gezegde

Page 9: GRAMMATICA

2 De popster wordt zijn grote voorbeeld.

1 In het zonlicht zijn de beelden prachtig.

3 Tegenover de klant blijft de verkoper aardig.

4 Nu blijkt de renner ook een talentvolle bokser.

5 De websites lijken prima zo.

6 De nieuwe foto’s schijnen onduidelijk.

7 Deze aanbiedingen heten voordeling!

9 Het verhaal komt me bekend voor.

8 Zij dunkt mij een vriendelijk meisje.

Voorbeelden:

naamwoordelijk gezegde

Page 10: GRAMMATICA

Wat zijn de kenmerken van het naamwoordelijk deel?

1 Het is een woord of woordgroep

2 Het belangrijkste woord is een BN of ZN

vb. Hij wordt onze nieuwe premier.

vb. Mijn vader is boos op zijn viervoeter.

ZN

BN

naamwoordelijk gezegde

Page 11: GRAMMATICA

Welk zinsdeel staat nooit in een zin met een naamwoordelijk gezegde?

Het LIJDEN VOORWERP staat NOOIT in een zin met een naamwoordelijk gezegde.

naamwoordelijk gezegde

Page 12: GRAMMATICA

Met welk werkwoord kan het koppelwerkwoord wel en met welk NOOIT samen een gezegde vormen?

NAAR BEGIN

NAAR STAPPENPLAN

Het koppelwerkwoord (kww) kan wel een gezegde vormen met een hulpwerkwoord (hww), maar nooit met een zelfstandig werkwoord (zww)

naamwoordelijk gezegde

Page 13: GRAMMATICA

STAPPENPLAN

volgende

Zet de persoonsvorm tussen haakjes.

?WIE

WAT

Aan/voorWIE

VZ….

WAAR

WANNEER

WAAROM

HOE

NAAR BEGIN

NAAR STAPPENPLAN

Page 14: GRAMMATICA

STAPPENPLAN

ZWW KWW

Zoek alle werkwoorden in de zin.Het belangrijkste werkwoord in de zin is een

?WIE

WAT

Aan/voorWIE

VZ….

WAAR

WANNEER

WAAROM

HOE

NAAR BEGIN

NAAR STAPPENPLAN

Page 15: GRAMMATICA

STAPPENPLAN

De zin heeft een

WERKWOORDELIJK GEZEGDE

volgende

?WIE

WAT

Aan/voorWIE

VZ….

WAAR

WANNEER

WAAROM

HOE

NAAR BEGIN

NAAR STAPPENPLAN

Page 16: GRAMMATICA

STAPPENPLAN

De zin heeft een

NAAMWOORDELIJK GEZEGDE

volgende

?WIE

WAT

Aan/voorWIE

VZ….

WAAR

WANNEER

WAAROM

HOE

NAAR BEGIN

NAAR STAPPENPLAN

Page 17: GRAMMATICA

STAPPENPLAN

Zoek het

WERKWOORDELIJK deel

volgende

?WIE

WAT

Aan/voorWIE

VZ….

WAAR

WANNEER

WAAROM

HOE

NAAR BEGIN

NAAR STAPPENPLAN

Page 18: GRAMMATICA

STAPPENPLAN

Zoek het

ONDERWERP

volgende

?WIE

WAT

Aan/voorWIE

VZ….

WAAR

WANNEER

WAAROM

HOE

NAAR BEGIN

NAAR STAPPENPLAN

Page 19: GRAMMATICA

STAPPENPLAN

Zoek het

NAAMWOORDELIJK deel

volgende

?WIE

WAT

Aan/voorWIE

VZ….

WAAR

WANNEER

WAAROM

HOE

NAAR BEGIN

NAAR STAPPENPLAN

Page 20: GRAMMATICA

STAPPENPLAN?

WIE

WAT

Aan/voorWIE

VZ….

WAAR

WANNEER

WAAROM

HOE

Zoek het

ONDERWERP.

volgende

NAAR BEGIN

NAAR STAPPENPLAN

Page 21: GRAMMATICA

STAPPENPLAN?

WIE

WAT

Aan/voorWIE

VZ….

WAAR

WANNEER

WAAROM

HOE

Zoek het

LIJDEND VOORWERP.

volgende

NAAR BEGIN

NAAR STAPPENPLAN

Page 22: GRAMMATICA

STAPPENPLAN?

WIE

WAT

Aan/voor

WIE

VZ….

WAAR

WANNEER

WAAROM

HOE

Zoek het

MEEWERKEND VOORWERP.

volgende

NAAR BEGIN

NAAR STAPPENPLAN

Page 23: GRAMMATICA

STAPPENPLAN?

WIE

WAT

Aan/voorWIE

VZ….

WAAR

WANNEER

WAAROM

HOE

Zoek het

VOORZETSELVOORWERP.

volgende

NAAR BEGIN

NAAR STAPPENPLAN

Page 24: GRAMMATICA

STAPPENPLAN?

WIE

WAT

Aan/voorWIE

VZ….

WAAR

WANNEER

WAAROM

HOE

Zoek de

BIJWOORDELIJKE BEPALINGVAN PLAATS.

volgende

NAAR BEGIN

NAAR STAPPENPLAN

Page 25: GRAMMATICA

STAPPENPLAN?

WIE

WAT

Aan/voorWIE

VZ….

WAAR

WANNEER

WAAROM

HOE

Zoek de BIJWOORDELIJKE BEPALING

VAN TIJD.

volgende

NAAR BEGIN

NAAR STAPPENPLAN

Page 26: GRAMMATICA

STAPPENPLAN?

WIE

WAT

Aan/voorWIE

VZ….

WAAR

WANNEER

WAAROM

HOE

Zoek de BIJWOORDELIJKE BEPALING

VAN REDEN.

volgende

NAAR BEGIN

NAAR STAPPENPLAN

Page 27: GRAMMATICA

STAPPENPLAN?

WIE

WAT

Aan/voorWIE

VZ….

WAAR

WANNEER

WAAROM

HOE

Zoek de BIJWOORDELIJKE BEPALING

VAN HOEDANIGHEID.

Naar begin

Page 29: GRAMMATICA

HET NAAMWOORDELIJK GEZEGDE

zijn worden blijvenblijken lijken schijnenheten dunken voorkomen

2012 Bert Spitters

Zelfstandig naamwoordOf

Bijvoeglijk naamwoord+

Werkwoordelijk deel Naamwoordelijk deel

NAAR BEGIN

NAAR STAPPENPLAN

Page 30: GRAMMATICA

Wat zijn de eigenschappen van het naamwoordelijk gezegde?

Het naamwoordelijk gezegde is het zinsdeel dat altijd uit 2 delen bestaat:

De nieuwe James Bondfilm is nu al een groot kassucces.

De nieuwe James Bondfilm is nu al een groot kassucces.

het werkwoordelijk deel

het naamwoordelijk deel

NAAR BEGIN

NAAR STAPPENPLAN

Page 31: GRAMMATICA

Het werkwoordelijk deel bevat een of meerdere werkwoorden.

Het belangrijkste werkwoord is ALTIJD een KOPPELWERKWOORD (KWW)

Wat zijn de kenmerken van het werkwoordelijk deel?

NAAR BEGIN

NAAR STAPPENPLAN

naamwoordelijk gezegde

Page 32: GRAMMATICA

Mijn broer blijft de beste van zijn team.

Mijn broer = de beste van zijn team.

Naamwoordelijk gezegde:blijft de beste van zijn team.

Wat zijn koppelwerkwoorden?

Koppelwerkwoorden zijn werkwoorden die zelf geen betekenis hebben. Samen met een bijvoeglijk naamwoord of een zelfstandig naamwoord geven ze aan wat het onderwerp is(=).

NAAR BEGIN

NAAR STAPPENPLAN

naamwoordelijk gezegde

Page 33: GRAMMATICA

Welke koppelwerkwoorden zijn er?

de koppelwerkwoorden

zijn worden blijven

blijken

lijkenschijnenhetendunken

voorkomen

NAAR BEGIN

NAAR STAPPENPLAN

naamwoordelijk gezegde

Page 34: GRAMMATICA

Welke koppelwerkwoorden zijn er?

ZIJN blijken heten

WORDEN lijken dunken

BLIJVEN schijnen voorkomen

Overzichtelijk in volgorde van belangrijkheid bij elkaar:

Nog een keer:

NAAR BEGIN

NAAR STAPPENPLAN

naamwoordelijk gezegde

Page 35: GRAMMATICA

2 De popster wordt zijn grote voorbeeld.

1 In het zonlicht zijn de beelden prachtig.

3 Tegenover de klant blijft de verkoper aardig.

4 Nu blijkt de renner ook een talentvolle bokser.

5 De websites lijken prima zo.

6 De nieuwe foto’s schijnen onduidelijk.

7 Deze aanbiedingen heten voordeling!

9 Het verhaal komt me bekend voor.

8 Zij dunkt mij een vriendelijk meisje.

Voorbeelden:

NAAR BEGIN

NAAR STAPPENPLAN

naamwoordelijk gezegde

Page 36: GRAMMATICA

Wat zijn de kenmerken van het naamwoordelijk deel?

1 Het is een woord of woordgroep

2 Het belangrijkste woord is een BN of ZN

vb. Hij wordt onze nieuwe premier.

vb. Mijn vader is boos op zijn viervoeter.

ZN

BN

NAAR BEGIN

NAAR STAPPENPLAN

naamwoordelijk gezegde

Page 37: GRAMMATICA

Welk zinsdeel staat nooit in een zin met een naamwoordelijk gezegde?

Het LIJDEN VOORWERP staat NOOIT in een zin met een naamwoordelijk gezegde.

NAAR BEGIN

NAAR STAPPENPLAN

naamwoordelijk gezegde

volgende

Page 38: GRAMMATICA

Met welk werkwoord kan het koppelwerkwoord wel en met welk NOOIT samen een gezegde vormen?

NAAR BEGIN

NAAR STAPPENPLAN

naamwoordelijk gezegde

Het koppelwerkwoord (kww) kan in een enkelvoudige zin samen staan met een hulpwerkwoord (hww), maar nooit met een zelfstandig werkwoord (zww)

Page 39: GRAMMATICA

Klik op SRMT om de presentatie te beginnen

2012 Bert Spitters

Werkwoordelijk gezegde

NAAR BEGIN

NAAR STAPPENPLAN

Page 40: GRAMMATICA

HET WERKWOORDELIJK GEZEGDE

2012 Bert Spitters

Alle werkwoorden in de zin.

ZWWHWWWerkwoordelijk

gezegde

Page 41: GRAMMATICA

Het werkwoordelijk gezegde is het zinsdeel dat aangeeft wat het onderwerp doet.

Deze zin lees ik hier nu.

Deze zin lees ik hier nu.

1

Werkwoordelijk gezegde

Wat zijn de kenmerken van het werkwoordelijk gezegde?

Page 42: GRAMMATICA

Het belangrijkste werkwoord is altijd een zelfstandig werkwoord (ZWW).

Werkwoordelijk gezegde

2

Wat zijn de kenmerken van het werkwoordelijk gezegde?

Page 43: GRAMMATICA

De televisie toont mooie schaatsbeelden.

De televisie toont.

Werkwoordelijk gezegde:toont

Wat is een zelfstandig werkwoord?

Een zelfstandige werkwoord is een werkwoord dat aangeeft wat het onderwerp doet. Het is de kern van het werkwoordelijk gezegde.

Werkwoordelijk gezegde

Page 44: GRAMMATICA

James Bond is ongezien het pand binnengekomen.

hww zww

De Waalwijkse uitvinder zou dat bedacht kunnen hebben.

hww zww hwwhww

Werkwoordelijk gezegde

Met welk werkwoord kan het zelfstandig werkwoord samen het gezegde vormen?

Met een of meer hulpwerkwoorden.

Page 45: GRAMMATICA

Werkwoordelijk gezegde

Werkwoorden met zich of een vorm ervan noemen we wederkerende werkwoorden.

Zich* wassen zich vergissen

zich bedenken zich overtuigen

zich afvragen zich oppeppen

“zich’’ noemen we het wederkerend voornaamwoord (wd.vnw)

Het werkwoordelijk gezegde met zich of een vorm ervan.

Page 46: GRAMMATICA

Werkwoordelijk gezegde

Het werkwoordelijk gezegde met zich of een vorm ervan.

1. Ik was me elke ochtend.

2.Jij/u wast je/zich elke ochtend.

3. Hij, zijn, men wast zich elke ochtend.

1.Wij wassen ons elke ochtend.

2. Jullie wassen je elke ochtend.

3. Zij/ze wassen zich elke ochtend.

Page 47: GRAMMATICA

2 In de tram worden de passagiers gecontroleerd.

1 Het computerbedrijf heeft zich bij de koop vergist.

Voorbeelden:

Werkwoordelijk gezegde

hww zww

zww

hww

Wd.vnw

3. Hij heeft dat gewoon te doen.

hww

zwwvz

Page 48: GRAMMATICA

Scheidbare werkwoorden:

Werkwoordelijk gezegde

Scheidbare werkwoorden zijn zelfstandige werkwoorden met een voorvoegsel (vv) of pro partikel (pp).In de tegenwoordige en verleden tijd splitst het werkwoord zich.

aandoen Ze doet haar jas aan.

schoonmaken Hij maakt de kamer schoon.

paardrijden Ankie rijdt al jaren paard.zww pp

Page 49: GRAMMATICA

Vragen:

Werkwoordelijk gezegde

Kunnen in een werkwoordelijk gezegde twee zelfstandige werkwoorden staan?

In een werkwoordelijk gezegde kan maar één zelfstandig werkwoord staan.

Kan in een werkwoordelijk gezegde een koppelwerkwoord staan?

In een werkwoordelijk gezegde kan geen koppelwerkwoord staan.

Welke twee zinsdelen vormen de kern van een zin?

De kern van de zin bestaat uit het onderwerp en het gezegde.

Page 51: GRAMMATICA

HET WERKWOORDELIJK GEZEGDE

2012 Bert Spitters

Uitlegtotaal

Andere uitleg

oefenen

Wat is het ww gez?

Zww?

Hww

voorbeelden

stappenplan

vragen

terug

Scheidbaar ww?

Wederkerend ww?

Zww?

Page 52: GRAMMATICA

HET WERKWOORDELIJK GEZEGDE

2012 Bert Spitters

Alle werkwoorden in de zin.

ZWWHWWWerkwoordelijk

gezegde

Page 53: GRAMMATICA

Het werkwoordelijk gezegde is het zinsdeel dat aangeeft wat het onderwerp doet.

Deze zin lees ik hier nu.

Deze zin lees ik hier nu.

1

Werkwoordelijk gezegde

Wat zijn de kenmerken van het werkwoordelijk gezegde?

Page 54: GRAMMATICA

Het belangrijkste werkwoord is altijd een zelfstandig werkwoord (ZWW).

Werkwoordelijk gezegde

2

Wat zijn de kenmerken van het werkwoordelijk gezegde?

Per onderdeel Begin

Page 55: GRAMMATICA

De televisie toont mooie schaatsbeelden.

De televisie toont.

Werkwoordelijk gezegde:toont

Wat is een zelfstandig werkwoord?

Een zelfstandige werkwoord is een werkwoord dat aangeeft wat het onderwerp doet. Het is de kern van het werkwoordelijk gezegde.

Werkwoordelijk gezegde

Per onderdeel Begin

Page 56: GRAMMATICA

James Bond is ongezien het pand binnengekomen.

hww zww

De Waalwijkse uitvinder zou dat bedacht kunnen hebben.

hww zww hwwhww

Werkwoordelijk gezegde

Met welk werkwoord kan het zelfstandig werkwoord samen het gezegde vormen?

Met een of meer hulpwerkwoorden.

Per onderdeel Begin

Page 57: GRAMMATICA

Werkwoordelijk gezegde

Werkwoorden met zich of een vorm ervan noemen we wederkerende werkwoorden.

Zich* wassen zich vergissen

zich bedenken zich overtuigen

zich afvragen zich oppeppen

“zich’’ noemen we het wederkerend voornaamwoord (wd.vnw)

Het werkwoordelijk gezegde met zich of een vorm ervan.

Page 58: GRAMMATICA

Werkwoordelijk gezegde

Het werkwoordelijk gezegde met zich of een vorm ervan.

1. Ik was me elke ochtend.

2.Jij/u wast je/zich elke ochtend.

3. Hij, zijn, men wast zich elke ochtend.

1.Wij wassen ons elke ochtend.

2. Jullie wassen je elke ochtend.

3. Zij/ze wassen zich elke ochtend.Per

onderdeel Begin

Page 59: GRAMMATICA

2 In de tram worden de passagiers gecontroleerd.

1 Het computerbedrijf heeft zich bij de koop vergist.

Voorbeelden:

Werkwoordelijk gezegde

hww zww

zww

hww

Wd.vnw

3. Hij heeft dat gewoon te doen.

hww

zwwvz

Per onderdeel Begin

Page 60: GRAMMATICA

Scheidbare werkwoorden:

Werkwoordelijk gezegde

Scheidbare werkwoorden zijn zelfstandige werkwoorden met een voorvoegsel (vv) of pro partikel (pp).In de tegenwoordige en verleden tijd splitst het werkwoord zich.

aandoen Ze doet haar jas aan.

schoonmaken Hij maakt de kamer schoon.

paardrijden Ankie rijdt al jaren paard.zww pp

Per onderdeel Begin

Page 61: GRAMMATICA

Vragen:

Werkwoordelijk gezegde

Kunnen in een werkwoordelijk gezegde twee zelfstandige werkwoorden staan?

In een werkwoordelijk gezegde kan maar één zelfstandig werkwoord staan.

Kan in een werkwoordelijk gezegde een koppelwerkwoord staan?

In een werkwoordelijk gezegde kan geen koppelwerkwoord staan.

Welke twee zinsdelen vormen de kern van een zin?

De kern van de zin bestaat uit het onderwerp en het gezegde. Per

onderdeel Begin