Go!Mobility Magazine #3 2015

32
GO! MOBILITY # 3 Magazine RAI Vereniging JAARGANG 5 – JUNI 2015 – NR 3 THEMA: SLIMME MOBILITEIT DE SLIMME BINNENSTAD CONNECTED CARS SMART BIKE JONGEREN EN MOBILITEIT SIMS AUTOHART RUTTE

description

Go!Mobility Magazine #3 2015

Transcript of Go!Mobility Magazine #3 2015

Page 1: Go!Mobility Magazine #3 2015

GO!MOBILITY #3Magazine RAI Vereniging

JAARGANG 5 – JUNI 2015 – NR 3

THEMA: SLIMME MOBILITEIT

DE SLIMME BINNENSTAD • CONNECTEDCARS • SMART BIKE • JONGEREN ENMOBILITEIT • SIMS • AUTOHART RUTTE

Page 2: Go!Mobility Magazine #3 2015

GO!GO!

Dit magazine is gedrukt op duurzaam papier.

GO!Mobility een uitgave van RAI Vereniging, postbus 74800, 1070 DM Amsterdam, telefoon (020) 504 49 49,www.raivereniging.nl.

GO!Mobility verschijnt 5 keer per jaar en is o.a. bestemd voor politici, overheidsinstanties, de media en ledenvan RAI Vereniging. Verspreiding vindt plaats op basis vancontrolled circulation.

GO!Mobility is ook als digitaal magazinete lezen op www.raivereniging.nl

ProductieMarkant Media

RedactieMenno Timmer, hoofdredacteur

RedactieraadHarald Bresser, Cees Boutens, Jeroen van de Braak, Ilse Bartels, Mark van Dansik, Isabel Cloudt

RedactieadresMarkant MediaGoudenregenstraat 151402 ET BussumE-mail: [email protected]. 06-551 35 559Tel. 035-69 19 061

COLOFON

TOMTOM BRENGT ‘CONNECTED CAR’ DICHTERBIJTomTom staat vooral bekend om de navigatiesystemen waarvan er jaarlijks

zo’n 4,5 miljoen wereldwijd worden verkocht. Wat bij velen minder op het

netvlies staat, is dat het bedrijf slimme software levert om auto’s zuiniger te

laten rijden en programma’s aanbiedt om (beroeps)vervoer efficiënter te

maken. En de navigatiesystemen zelf worden steeds meer ‘connected’, zegt

Harold Goddijn, CEO van TomTom. In nauwe samenwerking met de

auto-industrie werkt TomTom aan de ontwikkeling van supernauwkeurige

kaarten die het mogelijk maken om auto’s autonoom van A naar B te leiden.

FIETS WORDT SMART BIKEIntelligente Transport Systemen (ITS), smart mobility en coöperatieve

veiligheidssystemen; in de autowereld zijn deze begrippen inmiddels

volledig ingeburgerd. Maar hoe zit het met de fiets? TNO heeft tijdens de

afgelopen Automotive Week in Helmond een prototype van een

communicerende slimme fiets gedemonstreerd. Deze fiets is voorzien van

een computer en tal van sensoren die er voor zorgen dat de berijder een

waarschuwing krijgt zodra, op onoverzichtelijke kruispunten, een

gevaarlijke situatie dreigt te ontstaan.

RAI SOCIETYPremier Mark Rutte arriveerde op

16 april in een oude politie Porsche

om de 59e editie van AutoRAI

2015 te openen.PAGINA 18

MARKTANALYSEIn Nederland wordt het meeste

gefietst in de wereld. Toch telt ons

land het minste aantal fiets -

slachtoffers, aldus de OESO.PAGINA 25

GO!FACTORArie Sterk zijn Mercedes Benz

350 SL cabrio uit 1972.

PAGINA 27

ECO-TRENDSMet de introductie van een data-

base met gecertificeerde voertui-

gen maakt stille stadsdistributie

PIEK een forse stap voorwaarts.PAGINA 20

11

13

MedewerkersSjoerd van der Linden, Ben ImmersOntwerp: PWAD AmsterdamVormgeving: MB voorheen VMTBFotografie: Ton van Til, Johan Peter vander Stouwe, Van der Vaart fotografieIllustraties: Onno KortlandDruk: W.C. den OudenISSN: 2212-8182

© 2015 RAI Vereniging – alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enige andere wijze, in elke vorm, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

--------------------

THEMA:

SLIMME MOBILITEIT

--------------------

UITGESPROKENFanny Verhauwaert, directeur van

Thermo King Transportkoeling,

geeft haar mobiliteitsvisie.

PAGINA 23

2INhoud

Page 3: Go!Mobility Magazine #3 2015

De brom-en snorfietssector heeft enkele jaren geleden de

verantwoordelijkheid genomen om afgedankte voertuigen op

een verantwoorde manier te demonteren. Om dit tot een

succes te maken, en daarmee flinke milieuwinst te boeken,

zouden de mogelijkheden tot sloop in eigen beheer verboden

of in ieder geval beperkt moeten worden. Ondanks herhaald

verzoek van RAI Vereniging richting overheid en politiek om

hier paal en perk aan te stellen, blijft dit ongewenste fenomeen

nog altijd voortbestaan. Alle negatieve gevolgen voor het

milieu ten spijt. Van de overheid mag worden verwacht dat

ze een dergelijk constructief sectorinitiatief maximaal

ondersteunt en niet laat stranden door besluiteloosheid en

stroperige beleidsprocessen.

Hoe zat het ook al weer? In 2012 is, op initiatief van RAI

Vereniging en BOVAG, Scooter Recycling Nederland (SRN)

opgericht. SRN is in het leven geroepen om ervoor te zorgen

dat milieubelastende onderdelen en stoffen van een brom- of

snorfiets op een veilige en voor het milieu verantwoorde wijze

worden gedemonteerd en gescheiden worden afgevoerd nadat

het voertuig uit het kentekenregister is geschreven. Hiertoe is

een netwerk van gekwalificeerde demontage -

bedrijven opgezet. Financiering van het systeem

geschiedt middels een ‘recycling bijdrage’ die

wordt voldaan door de consument bij de aan-

schaf van een nieuwe brom- of snorfiets.

Ondanks dit sectorinitiatief vindt een verant -

woorde recycling van brom- en snorfietsen

echter verre van optimaal plaats. Dit komt

doordat brom- en snorfietsen in 80 procent van

de gevallen in eigen beheer worden gesloopt. Hierbij is geen

zicht op wat er met het voertuig en de milieubelastende

stoffen gebeurt.

Er is bovendien geen enkele controle op handhaving van de

milieueisen, optimale recycling of zelfs illegale activiteiten. Op

die manier wordt het bijvoorbeeld eigenaren van onverzekerd

geregistreerde brom- of snorfietsen wel erg gemakkelijk

gemaakt om een boete te omzeilen. Zij zullen hun niet

gebruikte voertuig namelijk eerder afmelden en er vervolgens

afscheid van nemen. Vaak gebeurt dat helaas niet via de

gereguleerde weg, maar door het voertuig domweg in een

kanaal te rijden of zelf te slopen, de onderdelen in de afvalbak

te gooien en de vloeistoffen in de afvoer te gieten. Met grote

gevolgen voor het milieu als het leeuwendeel van de

materialen niet via het reguliere kanaal worden gedemonteerd.

Om u een idee te geven: in een periode van drie jaar komen

ruim twee miljoen kilo afvalstoffen vrij door het buiten gebruik

stellen van brom- snorfietsen. Als dus niet 80 procent in eigen

beheer wordt gesloopt, maar 100 procent door officiële

demontagebedrijven, zou dat een enorme milieuwinst

opleveren. Daarom moet er wat mij betreft op korte termijn

een verbod komen op sloop in eigen beheer,

of op zijn minst een significante beperking

van de mogelijk heden hiertoe. Het zou een

maatregel zijn die uitsluitend winnaars kent!

Dr. Steven van Eijck,

algemeen voorzitter RAI Vereniging

DR. STEVEN VAN EIJCK

Pak sloopin eigen beheer aan

3

Page 4: Go!Mobility Magazine #3 2015

4

GO!

BRANCHE NIEUWS

Automerken zeggen te verwachten dat

zij over 10 tot 20 jaar een volledig

zelfrijdende auto kunnen gaan verko-

pen. Niet zozeer de techniek vormt een

drempel, maar met name aan wetgeving

en infrastructuur dient veel te worden

aan gepast om auto’s ‘ongevallenvrij’

zelfstandig te laten rijden.

Uit het onderzoek komt verder naar

voren dat ruim één op de vijf automobi-

listen (20%) er vanuit gaat binnen drie

jaar in een elektrische of hybride auto te

rijden. Dat percentage ligt nu nog op 5.

Met name de huidige bezitters van een

e-car of hybride voertuig willen niet

anders. Acht van de tien (81%) geeft aan

dat de volgende auto opnieuw voorzien

als zijn van een elektrische/hybride

aandrijving. Van de automobilisten die

nog op benzine, diesel of lpg rijden,

zegt 18 procent te verwachten binnen

drie jaar over te stappen. Waterstof als

alternatieve brandstof is voor velen nog

een brug te ver. Slechts 3 procent denkt

binnen drie jaar een auto te bezitten

waar alleen waterdamp uit de uitlaat

komt.

Als het aan minister Schultz ligt is het tijdperk van de

zelfstandig rijdende auto aangebroken.

Hoe realistisch is de komst van autonoom rijdende auto’s? Uit onderzoek dat aande vooravond van de AutoRAI 2015 heeft plaatsgevonden, blijkt dat de introductievan zelfrijdende auto’s sommige automobilisten niet snel genoeg kan gaan. Zo’n 6procent verwacht al binnen 5 jaar een dergelijke auto te hebben, terwijl 50 procentdenkt dat dit binnen nu en 15 jaar het geval is.

Helft automobilisten rijdt in 2030 autonoom

ACEM, de Europese koepelorganisatie van motorfiets - fabrikanten, heeft onlangs tijdens de International Motor-cycle Conference in Keulen onder de naam ‘de veilige ritnaar de toekomst’ een nieuwe strategie gepresenteerd terverbetering van de verkeersveiligheid van motorrijders.

Daarbij spelen zaken als de ‘connected’

motorfiets, Intelligente Transport

Systemen (ITS) en slimme mobiliteit een

cruciale rol. In het kader van deze nieuwe

koers heeft ACEM een Memorandum of

Under standing getekend met betrekking

tot de toepassing van coöperatieve

Intelligente Transport Systemen (ITS).

ACEM-leden hebben afgesproken dat zij

in 2020 tenminste één van hun modellen

op de markt zullen hebben dat is uitgerust

met zo’n coöperatieve ITS-functie. Daar-

naast zal de branche onderzoek doen naar

de invoering van een eCall-systeem voor

motorfietsen, waarbij na een ongeval of

botsing automatisch een noodoproep wordt gedaan. De ‘veilige rit naar

de toekomst’ borduurt voort op eerdere veiligheids initiatieven van

ACEM, zoals het vrijwillig uitrusten van nieuwe motoren met automati-

sche koplampverlichting, de ondertekening van het Europese Road

handvest en de beslissing om driekwart van alle motoren in 2015 te voor-

zien van een geavanceerd remsysteem – als optie of standaard uitrusting

– vooruitlopend op toekomstige wetgeving. Binnen Nederland is de

Stichting SIMS (Standaardisatie-

en Infor matiebeleid voor de Mobiliteits-

sector) verantwoordelijk voor de integra-

tie van de verschillende Intelligente

Transport Systemen (ITS) die slimme

mobiliteit mogelijk moeten maken.

SIMS, onderdeel van RAI Vereniging, is

met name actief op het gebied van data en

infor matie met betrekking tot ITS. SIMS

ziet, bij monde van directeur Leo Bingen,

goede mogelijk heden voor coöperatieve

ITS-functies bij gemo toriseerde

tweewielers. “ITS gaat interessante

nieuwe mogelijkheden bieden voor

gemotoriseerde twee wielers. Dit zal

gepaard gaan met veel (nieuwe) data en

informatie. Het is van belang dat de sector zich tijdig beraadt op deze

mogelijkheden en hoe men met de data en informatie om wil gaan.”

Motorbranche kiest voor ‘veilige rit naar de toekomst’

Motorfietsen krijgen straks slimme coöperatieve veiligheidssystemen.

Page 5: Go!Mobility Magazine #3 2015

5

Met name 2013 was een topjaar

voor hybride auto’s. Dankzij het

gunstige fiscale regime voor zui-

nige auto’s (0-procent bijtelling,

geen wegenbelasting en een BPM-

vrijstelling) steeg de verkoop van

deze voertuigcategorie met liefst

76 procent tot 47.000 exemplaren.

Aankopen werden naar voren

gehaald om nog van de aantrek ke-

lijke regelingen te profiteren, het-

geen leidde tot een verkooppiek in

december 2013. In die maand was

één op de drie nieuw verkochte

auto’s een hybride. Na aanscher-

ping van de fiscale regelgeving

daalde de aanschaf van hybrides

vorig jaar met 34 procent.

Een brede maatschappelijke coalitievan ANWB, BOVAG, Natuur &Milieu, RAI Vereniging en Verenigingvan Nederlandse Autoleasemaat-schappijen heeft onlangs een samen-hangend plan aan het kabinet en deTweede Kamer gepresenteerd om deautobelastingen 2017 tot en met2020 minder marktverstorend telaten zijn en doelen uit het Energie -akkoord te realiseren.

Dit zou moeten leiden tot een eenvoudiger

belastingsystematiek. Met een betere balans

tussen de particuliere en zakelijke markt, met

meer stimulering op maat van elektrische

auto’s, met meer kans dat gestimuleerde auto’s

in Nederland blijven en met minder uit -

voeringslast bij de Belastingdienst.

Het maatregelenpakket voor de Autobrief 2,

die voor de zomer wordt verwacht, omvat de

volgende componenten:

– Eén bijtellingstarief van 20-21% voor auto’s

van de zaak in de periode van Autobrief 2;

– De coalitie deelt de ambitie van de staats -

secretaris van Financiën om de BPM uit -

eindelijk af te schaffen onder de voorwaarden

dat compensatie buiten de MRB en/of bijtel-

ling en/of accijnzen gevonden wordt én dat

er sprake is van een in aanvang langzame

afbouw;

– Instellen van een Innovatie EV fonds met een

omvang van 250 miljoen euro per jaar om de

aanschaf van (semi-) elektrische auto’s –

zowel nieuw als gebruikt – te stimuleren voor

bedrijven én particulieren (De coalitie geeft

in de brief aan hoe dit fonds kan worden

gefinancierd );

– Bijtellingstarief van 7% voor volledig

elektrische auto’s;

– Vrijstelling van MRB voor elektrische auto’s

en half tarief MRB voor semi-elektrische

auto’s;

– Geleidelijke afbouw van stimulering semi-

elektrische auto’s naar beëindiging in 2020;

– Partijen committeren zich aan de doelstelling

van 200.000 elektrische auto’s in 2020 en het

maximaliseren van het aandeel elektrisch

gereden kilometers.

Volgens Steven van Eijck, algemeen voorzitter

RAI Vereniging, pakt dit Mobiliteitsakkoord de

marktverstoring in de autobranche eindelijk

goed aan. “Fiscaal gestoord gedrag komt daar-

mee ten einde en door middel van gerichte

fiscale sturing komen we tot minder marktver-

storing, stabiele belastingheffing en eenvoud in

de uitvoering. Wat begon bij de opening van

AutoRAI 2015 toen minister-president Rutte

ons voorstel omarmde om vanuit een brede

coalitie een voorstel te doen voor de auto -

belastingen heeft nu geresulteerd in dit

gemeenschappelijke voorstel.

Hybride auto’s vooral populair bij zakelijke rijders.

“Dit plan zorgt voor gerichte fiscale sturing, minder markt -

verstoring en eenvoud in de uitvoering.”

Het aantal hybride auto’s in ons land is de afgelopen vijfjaar verviervoudigd van ruim 39.000 in 2009 tot bijna156.000 eenheden vorig jaar. Volgens het CBS werden erin 2014 meer dan 30.000 nieuwe hybrides aan het Nederlandse wagenpark toegevoegd, waarvan driekwartwerd aangeschaft door een bedrijf.

Aantal hybride auto’s verviervoudigd

Slimmer stimuleren en eenvoudiger belasten

Page 6: Go!Mobility Magazine #3 2015

GO!

6

Leo Bingen: ‘Informatievoorziening stopt niet bij de grens’.

Page 7: Go!Mobility Magazine #3 2015

7

SIMS:

‘Het ontwikkelen van uniforme nor-

men voor die zogeheten ‘big data’ is

enorm belangrijk’, zegt SIMS-direc-

teur Leo Bingen. ‘Informatievoorzie-

ning stopt immers niet bij de grens.’

Connected voertuigen zijn volgens

Bingen booming business. Niet voor

niets hebben zowel de EU als Neder-

land zwaar ingezet op ITS. Hij wijst in

dit verband op twee programma’s van

I&M: Beter Benutten en Connecting

Mobility. Het is een ontwikkeling die

Bingen zelf al in een vroeg stadium

heeft zien aankomen en die eind 2009

aanleiding was om de kansen van al

die nieuwe mobiliteitsdiensten voor

de branche in kaart te brengen en in

het verlengde hiervan te zorgen voor

een optimale integratie van de ver-

schillende systemen. Zelf omschrijft

Bingen de mogelijkheden van ITS met

een heldere metafoor: ‘de verdien -

capaciteit van de handel in ijzer en

rubber evenals het onderhoud, nemen

gestaag af. De kansen liggen op het

gebied van connected mobility en alle

daaraan te koppelen diensten. Data en

info zijn het bloed van nieuwe mobili-

teitsdiensten.’

De belangrijkste speerpunten waarop

het beleid van SIMS zich richt zijn:

hoe om te gaan met privacy gevoelige

informatie?, het ontwikkelen van

standaarden, de relatie tussen de

markt en de overheid, het ontwikke-

len en introduceren van een zogehe-

ten sector-ID en slimme mobiliteit.

Elektronisch paspoortZo heeft SIMS met het RDC, onder de

naam Mobi-ID, een ‘elektronisch pas-

poort’ geïntroduceerd dat personen

die werkzaam zijn in bedrijven in de

mobiliteitssector met één sleutel toe-

gang verschaft tot alle online diensten

waartoe de gebruiker is geautoriseerd.

Dit ID geeft medewerkers dus

bepaalde rechten of beperkt die juist.

Te denken valt aan het bestellen van

onderdelen, voertuigen of het

afmelden van garantieclaims.

Veel energie steekt SIMS in het ont-

wikkelen van standaarden. Bingen:

‘zonder de komst van de standaard

‘bedrijven en personen’ zou Mobi-ID

waarschijnlijk niet van de grond zijn

gekomen.’ Van zeer recente datum is

Ruim 5 jaar geleden is SIMS (Standaardisatie- en Informatiebeleid voor de Mobiliteitssector) op initiatief van RAI Vereniging en BOVAG opgericht om tekomen tot een gestandaardiseerd data- en informatiebeleid voor de mobiliteits -sector. De integratie, toepassing en invoering van coöperatieve Intelligente Transport Systemen (ITS) en alles wat te maken heeft met slimme mobiliteit sluiten hier naadloos op aan. In het hele traject dat moet leiden tot (inter)nationaleITS-standaarden, vertegenwoordigt SIMS de hele sector.

‘DATA EN INFO ZIJN HET BLOED VAN NIEUWEMOBILITEITSDIENSTEN’

‘Connectedvoertuigen

zijn booming’

Page 8: Go!Mobility Magazine #3 2015

8

GO!

de standaard ‘commercieel voertuigprofiel’.

‘Die is’, vervolgt Bingen, ‘bijvoorbeeld nodig

bij het doorplaatsen van een auto op een occa-

sion portal, nadat deze is ingeruild. De gebrui-

kers van deze standaard zijn onder meer leve-

ranciers van dealermanagementsystemen en

dataleveranciers die dit in hun systemen zou-

den moeten gaan inbouwen.’

StandaardisatietafelBingen hamert erop dat juist in de wereld van

ITS standaarden een absolute must zijn, aan-

gezien informatievoorziening nu eenmaal niet

bij de grens ophoudt. ‘Stel dat een automerk

een bepaalde app voor verkeersinformatie

voor de klanten ontwikkelt voor heel Europa.

Dan moet die bij het passeren van de grens

uiteraard wel blijven werken’. Een ander goed

voorbeeld noemt hij de EU-pilot van de

coöperatieve ITS-corridor, die loopt van

Rotterdam via Duitsland (Frankfurt) naar

Oostenrijk (Wenen). Door het ‘connecten’ van

voertuigen met infrastructuur wordt binnen

dit ‘road signing’ project gewerkt aan intelli-

gente mobiliteit. ‘Voor al dit soort zaken zijn

Europese standaarden vereist, waarbij SIMS

optreedt als vertegenwoordiger van de sector.’

Hetzelfde geldt voor de ‘standaardisatietafel’,

waaraan SIMS is aangeschoven en die in het

leven is geroepen om met de verschillende

partijen in Nederland, die actief zijn met

standaarden op het gebied van mobiliteit, tot

een afstemming te komen.

OliemannetjeInmiddels heeft SIMS een indrukwekkend

netwerk opgebouwd in de wereld van ITS,

waaronder veel nieuwe toetreders. Zoals de

leveranciers van black boxes, de markt van

verkeersinformatie- en managementinfor -

matiesystemen (Rijkswaterstaat, de Verkeers-

informatiedienst (VID), etc.) en leveranciers

van zogenaamde ‘open data’, zoals overheden.

Dit maakt het mogelijk om in bestaande voer-

tuigen, met behulp van door de aftermarket

geleverde black boxes en smart devices, al op

korte termijn allerlei diensten te ontsluiten.

‘SIMS kan’, zo benadrukt Bingen, “als een

spreekwoordelijk ‘oliemannetje’ als die

nieuwe toetreders in contact brengen met

leden van RAI Vereniging.”

ZelfreguleringHij erkent dat er bij veel leden van RAI

Vereniging nog veel vragen zijn als het gaat om

de mogelijkheden van ITS. “Dat heeft deels

met ‘awareness’ te maken en deels met de rol

die een lid van RAI Vereniging in dit kader kán

en mág vervullen van zijn fabrikant. SIMS

tracht hier meer duidelijkheid in te scheppen

door het verschaffen van informatie, het aan-

reiken van een netwerk en de sector maximaal

te vertegenwoordigen.”

Tot besluit brengt Bingen het aspect privacy in

relatie tot ITS ter sprake. Tijdens de afgelopen

Automotive Week in Helmond bleek volgens

hem namelijk opnieuw dat het belang van pri-

vacy rondom deze nieuwe mobiliteitsdienst-

verlening overal, zowel nationaal als inter -

nationaal, hoog op de agenda staat. “Wanneer

de privacy-gevolgen hiervan niet voldoende

serieus worden genomen, dreigt ongewenste

wet- en regelgeving. SIMS

werkt er hard aan om dit te

voorkomen, o.a. door via zelf -

regulering een goede privacy-

bescherming te realiseren.”

‘De kansen liggen op het gebied van connected mobility en alle daaraan te koppelen diensten’.

Page 9: Go!Mobility Magazine #3 2015

9

De slimme binnenstad

De rol van de fiets is nu gemarginaliseerd en het fietspad lijkt vooral een

vergaarbak voor alle verkeer dat niet onder de categorie auto valt. Voor de

ANWB reden om een grootschalig onderzoek te starten naar een slimmere

indeling van binnensteden dat moet leiden tot een betere balans tussen

verkeer en openbare ruimte en recht doet aan de positie van de fiets in de

stad. Op het fietspad dringen allerlei soorten fietsers op een strook asfalt

van vaak niet meer dan 1,5 meter breed om voorrang, stelt Hendriks vast.

“Jongeren, ouderen, kinderen, al dan niet gebruikmakend van racefiet-

sen, mountainbikes, e-fietsen, speed pedelecs, tandems, snorfietsen en

ga zo maar door, moeten zich in die overvolle stadsjungle maar zien te

redden. En dan heb ik het nog niet over – al dan niet elektrische – bak -

fietsen, de segways, skeeleraars en scootmobielen die zich op het fietspad

wagen. Wat ons betreft moet het roer nu om en is het tijd voor een

structurele heroriëntatie op binnenstedelijk verkeer.”

Drie pilot-stedenDe ANWB heeft daarom een aantal gerenommeerde adviesbureaus

(Mobycon, Ben Immers Advies, Bart Egeter Advies en Awareness)

opdracht gegeven onderzoek te doen naar zogeheten ‘robuuste stedelijke

routestructuren’. Die moeten zorgen voor een slimmere, en betere

bereikbaarheid van binnensteden, voor al het stadsverkeer. De steden

worden daarmee veiliger, schoner en, leefbaarder. Bij het onderzoek zijn

drie grotere pilot steden betrokken die ieder kampen met hun eigen spe-

cifieke fietsgerelateerde problemen: Utrecht, Rotterdam en Helmond.

Het aantal verplaatsingen per fiets in de stad is tweemaal zo groot als met de auto. Toch moetentweewielers het in de binnenstad doen met een smalle rijstrook die vaak ook nog in twee richtingenwordt bereden. “Aan die onrechtvaardigheid moet een eind komen”, zegt Ton Hendriks, verkeers -kundige van de ANWB.

Nieuw stadsconcept moet succes tweewielers vervolg geven

Ton Hendriks: ‘Er zijn fundamentele keuzes en afwegingen nodig’.

Page 10: Go!Mobility Magazine #3 2015

GO!

10

Een andere belangrijke pijler voor het onderzoek vormen drie partijen –

een expertgroep, stakeholders en ANWB-leden - die op basis van hun

deskundigheid hun (praktijk)ervaringen delen, ideeën aanleveren en

mogelijke oplossingen aanreiken. De

expertgroep bestaat uit o.a. steden-

bouwkundigen, mensen vanuit de pilot-

steden en vertegenwoordigers van de

Fietsersbond. Tot de stakeholders

behoren organisaties als Fietsberaad,

RAI Vereniging en BOVAG, en verschil-

lende gemeenten. En tenslotte worden de ANWB-leden uitgebreid

geraadpleegd via interviews, bijeenkomsten, online media en enquêtes.

Fundamentele keuzesVolgens Hendriks is het volledig anders inrichten van de totale openbare

ruimte in de binnenstad waarschijnlijk de enige oplossing. “Met lapmid-

delen kom je er niet. Het is daarom nodig om fundamentele keuzes en

afwegingen te maken. Wellicht betekent dit het weren van auto’s op

bepaalde wegen. Andere aspecten die daarbij aan de orde komen zijn: ga

je bepaalde vervoermiddelen mengen of juist scheiden? Moet de echte

binnenstad een voetgangersgebied zijn en/of blijven of moeten fietsers

daar eveneens toegang toe krijgen? In hoeverre is het nodig de hele

openbare ruimte anders in te richten of alleen de verkeersruimte?”

Hij zegt het niet vreemd te vinden dat met de komst van het toenemend

aantal autoluwe steden de rol van gemoto-

riseerd verkeer in stadskernen wordt her-

overwogen. “Kijk wat er gebeurt in

Utrecht. Op de Maliebaan was het mid-

dengedeelte bestemd voor autoverkeer en

de parallelle rijstroken voor gemengd ver-

keer. De gemeente wil dat nu omdraaien

en tweewielers een dominante positie geven.”

Woonerven exportproductDe vraag die Hendriks regelmatig wordt gesteld luidt: is dit allemaal wel

realistisch? Hij erkent dat het beslist een ambitieus plan is, maar dat het

wel degelijk mogelijk is. Zelf ziet hij parallellen met de woonwijken die

zich zo’n 40 jaar geleden slecht verhielden tot de gewenste verblijfs -

functie. De maatschappelijke en politieke discussie die dit teweeg bracht,

leidde er toe dat in de jaren zeventig overal woonerven uit de grond

werden gestampt. “Dat ging ook niet zonder slag of stoot, het concept is

geëvolueerd maar we zijn de woonwijken daarna wel fundamenteel

anders gaan in richten. Het is een concept dat destijds enorm veel

creativiteit bij ontwerpers heeft losgemaakt. Die woonerven zijn zelfs

een exportproduct geworden. Zelfs Amerikanen en Japanners zijn dat

typisch Nederlandse concept gaan overnemen. Wat toen kon, moet nu

ook kunnen. Al zal het een traject van vele jaren zijn.”

Nieuwe stedelijke ontwerpmethodiekHendriks wil nog wel benadrukken dat de fiets ‘slechts’ de aanleiding

vormde om dit onderzoek te laten uitvoeren. “De fiets maakte het

p robleem in de binnenstad manifest. Uiteindelijk moet de studie een

nieuwe stedelijke ontwerpmethodiek opleveren die recht doet aan alle

vervoerswijzen. Dus ook voor de motorfiets, de auto en het vrachtver-

keer. Een concept dat het tevens mogelijk maakt nieuwe transportmid-

delen en transportsystemen een eigen plek te geven. Denk daarbij aan

nieuwe elektrische voertuigen, autonome/zelfrijdende auto eventueel

gekoppeld aan smartphones.”

De verkeerskundige van de ANWB verwacht dat het onderzoek eind dit

jaar zal zijn afgerond. RAI Vereniging is als één van de stakeholders ook

bij het project betrokken. “Hun ideeën en aanbevelingen zullen wij uiter-

aard graag in onze plannen verwerken. Het is de bedoeling dat het onder-

zoek straks beschikbaar komt voor iedereen die er zijn of haar voordeel

mee wil doen, zoals gemeenten, overheden, de politiek, ontwerpers….”

En de fietsers zelf? “Die moeten er vooral op blijven hameren dat er iets

moet veranderen”, besluit Hendriks.

Hendriks: ‘Het is het tijd voor een structurele heroriëntatie op binnenstedelijk verkeer’.

‘De rol van de !ets isnu gemarginaliseerd’

Page 11: Go!Mobility Magazine #3 2015

11

“Als wereldmarktleider op het

gebied van verkeersinfo zijn wij

in staat verkeersstromen dyna-

misch te sturen.” In nauwe

samenwerking met de auto-

industrie werkt TomTom aan de

ontwikkeling van supernauw-

keurige kaarten die het mogelijk

maken om auto’s autonoom van

A naar B te leiden.

In een periode van ruim tien jaar

is TomTom uitgegroeid tot een

global player die voor verschil-

lende markten gemeenschappe-

lijke hightech technologieën

ontwikkelt. Illustratief voor het

succes is dat de Nederlandse

onderneming inmiddels 4.500

werknemers telt, jaarlijks onge-

veer één miljard euro omzet en

tot nu toe zo’n 80 miljoen navi-

gatiesystemen heeft verkocht,

waarvan de bulk in Europa en

Noord-Amerika.

Naast de verkoop van navigatie-

systemen voor de consumenten-

markt, levert TomTom software,

digitale kaartdata e.d. aan bij-

voorbeeld Apple, Samsung en

Blackberry. Verder is het bedrijf

actief in telematica, onder andere

via het ontwikkelen van techno-

logie voor fleetowners waarmee

zij grip kunnen houden op de

efficiency van hun wagenpark.

Volgens Goddijn is dat een zeer

snel groeiend segment. Goed

voor een jaarlijkse omzetplus van

30 procent. “Een half miljoen

auto’s in de EU maken al gebruik

van ons systeem. Daarmee is

TomTom leading in Europa.”

Communicatie met netwerkenGoddijn zegt een enorme ver-

snelling in de internetconnectivi-

teit van auto’s te zien. Maar ook

de navigatiesystemen zelf zijn in

staat de automobilist van allerlei

informatie te voorzien waarmee

deze zuiniger en veiliger kan

rijden en eerder op zijn eindbe-

stemming is. “De grootste reken-

kracht zit vooral in de communi-

catie met netwerken om mensen

op een slimme manier op hun

bestemming te krijgen. Met

TomTom brengt ‘connected car’ dichterbij

‘Over vijf jaar rijden auto’s automatisch via de Autoroutenaar Zuid-Frankrijk’TomTom staat vooral bekend om de navigatiesystemen waarvan er jaarlijks zo’n 4,5 miljoen wereld-wijd worden verkocht. Wat bij velen minder op het netvlies staat, is dat het bedrijf slimme softwarelevert om auto’s zuiniger te laten rijden en programma’s aanbiedt om (beroeps)vervoer efficiënter temaken. En de navigatiesystemen zelf worden steeds meer ‘connected’, zegt Harold Goddijn, CEO vanTomTom.

Harold Goddijn: ‘Binnen afzienbare tijd zal 10 procent van alle Europese auto’s onze

verkeersinformatie krijgen’.

Page 12: Go!Mobility Magazine #3 2015

GO!

12

andere woorden: navigatie wordt steeds meer connected.” Hij wijst er

in dit verband op dat acht van de tien Europese auto’s die met een

‘service based’ verkeersinformatiesysteem zijn uitgerust deze gegevens

van TomTom ontvangen. “Al die voertuigen zullen in de nabije toe-

komst worden voorzien van een SIM kaart. Die krijgen vervolgens de

verkeersinformatie binnen. Als dat gebeurt kan TomTom, op basis van

geanonimiseerde data en met behulp van geavanceerde software,

razendsnel berekenen hoe de verkeersstromen lopen, bepalen waar het

druk is, waar knelpunten optreden en of er alternatieve routes zijn om

mensen langs te leiden.”

Slimmer verkeer In de praktijk leidt dit volgens hem tot een betere

benutting van de wegcapaciteit en heeft dit direct

effect op de verkeersdrukte, het brandstofverbruik,

de CO2-uitstoot en de efficiëntie.

“Ik verwacht dat binnen afzienbare tijd ongeveer 10

procent van alle Europese auto’s onze verkeers -

informatie zal krijgen. Dit betekent dat er dan een

enorme mogelijkheid ontstaat om allerlei data te

gaan verspreiden en het verkeer slimmer te regelen.”

Hoewel de vraag naar losse navigatiesystemen nog

altijd aanzienlijk is, erkent Goddijn dat de auto-

industrie een steeds belangrijker segment wordt.

“Wij leveren aan de industrie niet zozeer kant en

klare oplossingen, als wel ‘core-technologieën’,

dat wil zeggen: losse componenten die nodig

zijn voor het inbouwen van navigatie-, veilig-

heids- en andere intelligente systemen. In 2014

werd in deze markt een record van 220 miljoen

euro gecontracteerd. En die trend zet zich

door.”

OptiDriveTomTom is daarnaast in de zakelijke markt

zeer actief met het ontwikkelen van systemen

die een bijdrage kunnen leveren aan transport-

logistiek en de voertuigefficiëntie. Zo kunnen

transporteurs gebruik maken van TomTom

software die de versnellingsbak aanstuurt en

die er op basis van verzamelde data voor zorgt

dat tijdig wordt geanticipeerd op naderende

verkeerslichten, kruisingen of hellingen. En

onder de naam OptiDrive biedt TomTom voor

de vrachtwagen- en leasemarkt een ‘driver

coach’ programma aan dat de chauffeur onder-

weg direct aanwijzingen geeft om te komen tot

een zuiniger en veiliger rijstijl.

Bij dit soort innovatieve software, in combinatie met geavanceerde

digitale kaarten, lijkt de stap naar zelfsturende auto’s niet ver weg.

Goddijn denkt dat er juridisch nog wel een paar flinke hobbels zijn te

nemen, maar dat het technisch een kwestie van nog enkele jaren is

voordat de bestuurder zelf passagier wordt. Met zeer nauwkeurige

apparatuur, camera’s, radar en sensoren is TomTom op dit moment

bezig kaarten te vervaardigen met een dusdanige mate van precisie die

het mogelijk maakt om auto’s automatisch van A naar B te sturen. “Dat

doen we samen met de auto-industrie, onder andere in een partnership

met VW. Daar liggen grote

uitdagingen, want een 99

procent goede kaart is in dit

geval niet genoeg. Mijn

inschatting is dat rond 2020

de eerste auto’s te koop

zullen zijn die langere tijd

op een snelweg zullen

kunnen rijden zonder

menselijke tussenkomst.

Waarschijnlijk kunnen

auto’s over vijf jaar auto -

matisch hun weg vinden

over de Autoroute naar

Zuid-Frankrijk.”

‘Wij zijn in staat verkeersstromen dynamisch te sturen’.

De TomTom OptiDrive zorgt voor een zuiniger en veiliger rijstijl.

Page 13: Go!Mobility Magazine #3 2015

13

Onderlinge communicatie tussen fiets, auto en

de weg moet zo ongevallen vermijden.

TNO heeft hoge verwachtingen van de com-

municerende intelligente fiets. Aan het project,

dat deel uit maakt van het Europese partner-

ship VRUITS (ITS applications for Vulnerable

Road Users), is ruim een jaar gewerkt, vertelt

Esra van Dam, Scientist Innovator bij TNO

Helmond. In de proefopstelling bleek het

concept volgens haar prima te functioneren.

Hoe groot de effecten zijn op de verkeersvei-

ligheid zal pas in een later stadium van het

project duidelijk worden. Dat het kan leiden

tot een substantiële daling van het aantal fiets-

ongelukken lijkt evident.

Kwetsbare verkeersdeelnemers“Doel van het Europese VRUITS project is”,

zegt Van Dam, “om Intelligente Transport

Systemen te ontwikkelen voor kwetsbare

verkeersdeelnemers. Nederland neemt daarbij

de veiligheid van fietsers voor zijn rekening.

Er bestaat inmiddels wel allerlei detectieappa-

ratuur, maar die kan lang niet altijd voorkomen

dat automobilisten fietsers in onoverzichtelijke

situaties op tijd waarnemen. TNO heeft

daarom onderzocht welke oplossingen er zijn

Auto’s gaan met fietsen communiceren en vice versa

Intelligente Transport Systemen (ITS), smart mobility en coöperatieve veiligheidssystemen etc. In deautowereld zijn deze begrippen inmiddels volledig ingeburgerd. Maar hoe zit het met de fiets? TNOheeft tijdens de afgelopen Automotive Week in Helmond een prototype van een communicerendeslimme fiets gedemonstreerd. Deze fiets is voorzien van een computer en tal van sensoren die er voorzorgen dat de berijder een waar-schuwing krijgt zodra, oponoverzichtelijke kruispunten,een gevaarlijke situatie dreigt teontstaan. Ook de automobilistkrijgt bij een naderende fietsereen signaal. Indien nodig remtde auto vanzelf.

Fiets wordt smart bike

Esra van Dam: ‘Zodra het systeem ‘dedicated’ is, kan het waarschijnlijk onzichtbaar in de accu van de fiets worden verwerkt.’

Page 14: Go!Mobility Magazine #3 2015

GO!

14

om zowel de fietser als de automobilist tijdig te waarschuwen nog voor-

dat de fietser überhaupt zichtbaar is.”

Trillende handvattenBelangrijk onderdeel van het systeem is een zogeheten

Road Side Unit, een communicatiekastje met een radar en

een computer dat ergens op een kruispunt is opgesteld. De radar

detecteert de fietser en stuurt auto’s die zijn uitgerust met een commu-

nicatiesetje zodra ze in de buurt komen een signaal dat er een fietser

nadert met een bepaalde snelheid. Op dat moment berekent de auto

direct of er mogelijk een gevaarlijke situatie gaat ontstaan. Is dat het

geval dan stuurt de auto een waarschuwingsbericht naar de fietser. Die

ziet dat op het display op het stuur en voelt dat aan het trillen van de

handvatten. Van Dam: “beide partijen kunnen vervolgens tot actie

overgaan. En negeert de

automobilist het waar-

schuwingssignaal, dan

remt de auto automatisch.”

Integratie in accuDe fiets zelf is in deze

pilotfase nog uitgerust met

een aantal sensoren en een

computerkastje achterop

de bagagedrager dat communiceert met naderende

auto’s. “Alles ziet er nog vrij robuust en relatief groot

uit”, erkent Van Dam. “Dat heeft ook te maken met het

feit dat in dit experimenteerstadium nog niet exact is

uitgekristalliseerd wat de systemen precies wel en niet

moeten kunnen. Op dit moment moeten ze nog alles

kunnen. Het is straks een kwestie van het geheel te

verfijnen en het maken van de juiste keuzes. Zodra het

systeem ‘dedicated’ is, dan kan het waarschijnlijk

moeiteloos en onzichtbaar in de accu van de fiets

worden verwerkt.”

Maatschappelijke acceptatieDe komst van de smart bike lijkt dus een kwestie van

tijd. De technische implementatie zal geen problemen

opleveren. De kosten zullen, er van uitgaande dat

primair e-bikes er mee zullen worden uitgerust, waar-

schijnlijk erg meevallen. Voorlopige schattingen gaan

uit van 100 tot 200 euro per fiets. Rest de vraag of de

consument zit te wachten op deze nieuwe ontwikke-

ling. Van Dam: “TNO Human Factor in Soesterberg is

bezig de functionaliteit en de maatschappelijke

acceptatie van de slimme fiets in kaart te brengen en te

inventariseren hoeveel mensen er gebruik van willen

maken, wat de veiligheidswinst is etc. Die evaluatie

moet eind dit jaar bekend zijn.”

Voor het inbouwen van de noodzakelijke apparatuur in

auto’s ziet zij in ieder geval weinig belemmeringen.

“Die maken voor de communicatie gebruik van de

Europese ITS G5 standaard. Er is dus voor autofabrikanten weinig

beletsel om dit Nederlandse concept in de toekomst in te bouwen.

Sterker nog, er liggen wat dat betreft interessante kansen om het op

Europese schaal toe te passen. Fietsveiligheid houdt immers niet op

bij de grens.”

‘Als de automobilist het waarschuwingssignaal negeert, dan remt de auto automatisch.”

‘Fietsveiligheidhoudt niet op bij

de grens’

Page 15: Go!Mobility Magazine #3 2015

15

Ook de (gewone) fiets en – onder een kleine groep - de scooter zijn

onder jongeren redelijk populair, in tegenstelling tot de e-bike.

Opmerkelijk is verder dat veel jongeren sceptisch zijn over autodelen

en zelfrijdende auto’s.

Ruim een jaar geleden besloot Goudappel Coffeng, adviesbureau op het

gebied van mobiliteit, samen met het op jongeren gespecialiseerde

adviesbureau Youngworks in kaart te brengen of de waardepatronen

van jongeren, zoals uit eerder Amerikaans onderzoek naar voren

kwam, aan het veranderen zijn en of zij minder waarde hechten aan

autobezit en aan de status die juist veel ouderen hieraan ontlenen. Na

het opstellen van een trend en expertanalyse en uitvoerige interviews

met zestig jongeren in zogeheten focusgroepen is vervolgens een

representatieve steekproef onder 1.500 jongeren in de leeftijd tussen de

15 en 25 jaar gehouden. Daarbij werden de respondenten ingedeeld in

een vijftal segmenten: de statusgerichte levensgenieter (28%); de

behoedzame soloreiziger (26%); de pragmatische beweger (21%); de

onbevangen verkeersdeelnemers (14%) en de onafhankelijke idealist

(11%). Het onderzoek is gefinancierd door de provincies Utrecht,

Noord-Brabant, Limburg, Overijssel, Gelderland, Zuid-Holland, de

gemeenten Amersfoort, Enschede en Brabant Stad (de vijf grote steden

in Brabant), de vier grote steden en de Stadsregio Amsterdam.

Statusgerichte levensgenieterVolgens Thomas Straatemeier, adviseur bij Goudappel Coffeng, blijkt

uit dit nieuwe onderzoek niet dat de emotionele voorkeur van jonge

Onderzoek jongeren en mobiliteit:

Autobezit onder jongeren zou minder vanzelf-sprekend zijn. Zij zouden meer geïnteresseerd zijn in 4G dan in vier wielen. Nieuw onderzoek,dat Goudappel Coffeng in samenwerking metYoungworks heeft uitgevoerd, weerspreekt dezeontwikkeling. Eén van de hoofdconclusies uit ditbinnenkort te verschijnen rapport luidt dat meerdan de helft van de jongeren het bezit van eenauto nog steeds als statusverhogend ziet. Driekwart van hen zegt zelfs op z’n dertigstezeker een auto te bezitten.

Auto en scooter statusverhogend;e-bike lui imago

Thomas Straatemeier: ‘Driekwart van de jongeren zegt op z’n dertigste zeker een auto te bezitten.

Page 16: Go!Mobility Magazine #3 2015

GO!

16

generaties verschuift naar autodelen en het OV en dat het hen weinig

uitmaakt hoe zij van A naar B komen. “Binnen het segment ‘de status-

gerichte levensgenieter’ wordt de auto nog altijd als een statussymbool

beschouwt. Jongeren in de categorie de ‘behoedzame soloreiziger’ zien

de auto vooral als een gebruiksmiddel en hechten bovendien veel

waarde aan de veiligheid van een auto en aan verkeersveiligheid.”

Meer dan 80 procent van alle ondervraagden, vervolgt Straatemeier,

heeft een positief beeld over de auto én de fiets. “Ongeveer 40 tot 50

procent geeft aan de auto vaker dan eenmaal per week te gebruiken als

bestuurder of passagier en 80 procent pakt de fiets meer dan een keer

per week.”

Opvallend zijn de positieve reacties op de stellingen die aan jongeren

werden voorgelegd met betrekking tot hun voorkeur voor de auto.

‘Een eigen auto bezitten staat voor vrijheid’, oordeelt 74 procent.

Driekwart (75%) verwacht op dertigjarige leeftijd beslist een auto te

bezitten. ‘In de auto kun je je eigen muziek draaien en je eigen ding

doen’, oordeelt 55 procent en 39 procent zegt ‘het liefst de auto te

pakken om ergens naar toe te gaan.’

Verder is ruim vier op de tien jongeren (43%) het eens met de stelling

dat ‘het uiterlijk van een auto veel zegt over iemands smaak en gevoel

voor stijl’.

Page 17: Go!Mobility Magazine #3 2015

17

HackersEveneens opmerkelijk is de scepsis en afwachtende houding van

jongeren als het gaat om zelfrijdende auto’s en autodelen. Straatemeier:

“Het leverde tijdens de interviewsessies veelzeggende reacties op als:

‘Er gaan veel ongelukken gebeuren met zelfrijdende auto’s. Hackers

gaan inbreken op die auto en dan wordt het heel gevaarlijk.’ Of: ‘Als er

een ongeluk gebeurt tussen twee zelfrijdende auto’s, wie is er dan

schuldig?’ Sommigen waren overigens wel positiever en reageerden

met: ‘Ik zou dan onderweg naar het werk de krant gaan lezen. En op de

terugweg naar huis slapen in de auto. Super relaxed.’

Dat de auto blijkbaar ook voor jongeren nog steeds een verlengstuk van

het eigen ego is, viel af te leiden uit opmerkingen als: ‘Ik geloof niet in

SnappCar. Mensen zijn bang dat hun shit kapot gaat’ en ‘Ik zou mijn

auto wel willen delen met vrienden, maar niet zomaar met vreemden.

Je weet nooit wie er in rijdt en wat hij met je auto doet.’

Imago e-bikeJongeren zijn zeer te spreken over de (gewone) fiets als vervoermiddel.

Een meerderheid (52%) vindt het heerlijk om op de fiets te zitten. Bijna

de helft (49%) geeft aan door onderweg te bewegen aan zijn of haar

gewicht te werken. Zij zijn echter kritisch over de elektrische fiets. Die

is in hun ogen pas een optie voor wie langer moet reizen, voor wie

gezondheidsproblemen heeft, maar vooral voor wie ouder is. De groot-

ste bezwaren van de e-bike zijn volgens jongeren de hoge kosten en het

oubollige luie imago.

De scooter is onder een relatief kleine groep jongeren daarentegen weer

redelijk populair, constateert Straatemeier. “Met de scooter kunnen zij

grote afstanden prima overbruggen in een korte reistijd. Ook is het een

vervoermiddel waar jongeren trots op zeggen te zijn. Nadelen zijn wel

de hoge aankoop en onderhoudskosten, het nood zakelijke brommer-

certificaat, de diefstalgevoeligheid, de onveiligheid en het feit dat een

brommer vaak snel kapot gaat. Een veelgehoorde opmerking is

‘waarom niet gelijk sparen voor een autorijbewijs?’”

GedragsbeïnvloedingMet dit onderzoek, besluit Straatemeier, krijgen de provincies en

gemeenten een hulpmiddel in handen om een gerichte gedragsbeïn-

vloeding in hun mobiliteitsbeleid te bewerkstelligen. “Zij kunnen,

afhankelijk van de in hun gebied aanwezige groepen jongeren,

trachtten hen te prikkelen tot het maken van andere mobiliteits -

keuzen. Of niet, want sommige groepen zijn, afhankelijk van wat je

wilt, veel makkelijker of veel moeilijker te beïnvloeden. Die kun je dan

op een bepaalde manier proberen te faciliteren. Een statusgerichte

levensgenieter krijg je immers niet zo snel in het OV. Maar die kun je

wel verleiden richting een elektrische auto. Terwijl iemand uit de

andere segmenten wellicht sneller is te bewegen om de fiets te pakken.

Dit rapport biedt beleidsmakers hiervoor handvatten.”

‘Jongeren zijn sceptisch over de zelfrijdende auto en autodelen’.

‘Ruim 80 procent heefteen positief beeld over

auto én !ets’

Page 18: Go!Mobility Magazine #3 2015

RAI SOCIETY18

GO!

Tot en met 12 juli kunnen motorliefhebbers op de

ANWB Drivers Academy in Lelystad tijdens het evene-

ment ‘Ridestyle Kies je Fiets’ onbeperkt proefritten maken

op een motorfiets naar keuze. Dit initiatief van ANWB

Motor en Promotor, in samenwerking met afdeling

Gemotoriseerde Tweewielers van RAI Vereniging, heeft

primair tot doel om potentiële motorrijders die wel in het

bezit zijn van het rijbewijs A, maar nog geen motor heb-

ben, een duwtje in de rug te geven. Geïnteresseerden

kunnen de hele dag een nieuwe motorfiets uitproberen,

of zij nu beginners, heropstappers of zeer ervaren rijders

zijn. Ridestyle Kies je Fiets maakt geen onderscheid.

Tientallen motoren staan in Lelystad gereed voor een

lange proefrit of heropstaptraining. Volgens Gemma

Warmerdam, secretaris afdeling Gemotoriseerde

Tweewielers van RAI Vereniging, blijft de animo voor de actie, die nu het

vierde jaar in gaat, onverminderd groot. “Alleen al in de maanden april en mei

werden zo’n 400 proefritten gemaakt. Voor beginners een ideale mogelijkheid

om te ervaren wat voor hun de ideale machine is en voor heropstappers een

mooie manier op eventueel een opfriscursus te doen en zo veilig aan het

nieuwe motorseizoen te beginnen.”

Rutte: wel autohart, geen petrolheadNiemand minder dan premier Mark Rutte arri-

veerde op 16 april met loeiende sirene in een

oude politie Porsche 911 Targa om de 59e editie

van AutoRAI 2015 te openen. Hij bekende welis-

waar geen petrolhead te zijn die nauwgezet de

laatste modellen volgt, maar dat

hij de auto-industrie beslist een

warm hart toe draagt. Met veel

gevoel voor zelfspot zei de

minister-president privé te rij-

den ‘in een zeer recent model

Saab uit 2007 met 100.000

kilometer op de teller.’ “Die

wagen wordt”, voegde hij er

aan toe, “onderhouden door

Wim Kok. “Een betrouwbare

man en een uitstekende garage.

Maar er schijnen er meer te zijn

met die naam in Nederland.”

Hoe groot de affiniteit van

mensen is met auto’s onder-

streepte Rutte met de verwij-

zing naar een recent onderzoek van de ANWB.

Daar kwam uit naar voren dat een kwart van de

Nederlanders tegen de auto praat of de wagen

een schouderklopje geeft. Een op de zes geeft de

auto zelfs een koosnaam. De meest populaire zijn

koekblik of gebakje. Daarnaast wees hij op het

grote belang van de autosector voor de econo-

mie. De premier rekende voor dat er alleen al bij

autodealers 55.000 mensen werken. Verder zijn er

300 Nederlandse bedrijven wereldwijd actief met

het leveren van onderdelen,

waarmee nog eens 45.000

banen zijn gemoeid. Hij zei

dan ook het voorstel van

Steven van Eijck, voorzit-

ter RAI Vereniging, om als

mobiliteitsbranche en over-

heid meer samen te werken

en elkaar te versterken, met

beide handen aan te nemen.

Rutte sprak tenslotte de

hoop uit dat AutoRAI in de

toekomst met dezelfde fre-

quentie kan blijven plaatsvin-

den en dat ‘deze schitterende

industrie, wat hem betreft

mag bloeien als ooit tevoren.

Ongelimiteerd motorrijden

Page 19: Go!Mobility Magazine #3 2015

19

Petrouschka Werther (r), waar-

nemend directeur Klimaat, Lucht en

Geluid van het ministerie van I&M,

heeft tijdens AutoRAI 2015 het start-

schotgegeven voor de campagne

‘Kies de Beste band’ (www.kiesdebe-

steband.nl). Betere banden kunnen

volgens haar het autorijden goedko-

per, veiliger, stiller en schoner maken.

Wanneer automobilisten de ko -

mende jaren kiezen voor betere ban-

den, kan dat jaarlijks zorgen voor

tientallen minder verkeersdoden,

minder geluidshinder en een forse

CO2-reductie. “Betere banden bieden de automobilist het voordeel dat die

minder hoeft af te rekenen bij de pomp. Ook het milieu profiteert, omdat

auto’s dan zuiniger rijden en minder uitlaatgassen uitstoten”, aldus Werther.

Voor de meeste Nederlanders zijn banden echter nog een low interest pro-

duct. Doel van de campagne is om

Nederland bewuster te maken van

het belang van autobanden; de

bekendheid met het Europese ban-

denlabel en bandentesten van o.a. de

ANWB te vergroten en het belang

van een juiste bandenspanning en het

regelmatig controleren van banden

te verbeteren. Uit onderzoek is

namelijk gebleken dat meer dan zes-

tig procent van de automobilisten in

ons land met te zachte banden rijdt

en zeven procent zelfs met lekke

banden. De campagne ‘Kies de Beste

Band’ is een voorbeeld van modern milieubeleid waarbij

met vele partijen wordt samengewerkt, onder andere

met ANWB, BOVAG, RAI Vereniging, RecyBEM, NSG,

VACO, VNA, VNR en Band op Spanning.

Aftrap campagne ‘Kies de Beste band’

Groter kon het contrast bijna niet zijn. De vertegenwoordigers van de

Nederlandse hightech automotive maakindustrie kwamen tijdens de ‘Made

in Holland Tech-Day’ eind april op uitnodiging van Jaguar Landrover bijeen in

het stijlvolle en klassieke Motor Heritage Museum. Hét mekka voor liefheb-

bers van classic cars dat met bijna 300 voertuigen de erfenis van de indruk-

wekkende Britse auto-indus-

trie vertegenwoordigt. Doel

van deze Tech-Day’s, die

afdeling Autovak van RAI

Vereniging, verschillende

malen per jaar voor de

leden van het RAI Industry

Platform organiseert, is om

de Nederlandse expertise

van de automotive toeleve-

ranciers op het gebied van

voertuigtechnologie en

innovatief vermogen zo

breed mogelijk op het net-

vlies van OEM’s te krijgen.

Niet minder dan 24 gere-

nommeerde Nederlandse toeleveranciers waren in het Heritage museum

aanwezig om uitleg te geven en te demonstreren op welke manier zij een

bijdrage denken te leveren aan gewichtsbesparing, eco-efficiëntie, CO2-

reductie, het gebruik van nieuwe materialen en het toepassen van slimme

productiemethoden en technieken. Tot de keynote spekers behoorden

onder andere TomTom topman Harold Goddijn, Maurice Geraets van

NXP en hoogleraar Maarten Steinbuch van de TU Eindhoven. Zij gingen

uitgebreid in op wat

Nederland als hightech

automotive land allemaal te

bieden heeft. De Tech-Day

werd in stijl afgesloten met

een diner in het Heritage

Museum samen met het

management van Jaguar

Landrover én de plaatsver-

vangende Nederlandse

Ambassadeur en Handels-

attaché. Hierbij was tevens

Steven van Eijck (op de

foto rechts), algemeen

voorzitter van RAI Vereni-

ging aanwezig. Uiterst links

op de foto Dean Beard (Jaguar Landrover), geflankeerd door zijn collega

Ralf Speth en Eddy van der Vorst (voorzitter RAI Industry Platform).

Hightech in Heritage Museum

Page 20: Go!Mobility Magazine #3 2015

20

GO!

eco-trends

Volvo Trucks claimt de eerste truck-fabrikant ter wereld te zijn die auto-matische voorwielaandrijving op allewielen aanbiedt voor bouwtrucks. Defunctie Automatic Traction Controlactiveert de aandrijving op de vooras

wanneer de tractie van de achter -wielen afneemt op een gladde ofzachte ondergrond.

“Veel chauffeurs schakelen de voorwielaan-

drijving of het sperdifferentieel al in, ruim

voordat ze op een moeilijk stuk terrein

komen om te voorkomen dat ze vast komen

te zitten. Volvo Automatic Traction Control

activeert de voorwielaandrijving tijdens het

rijden en slechts voor de korte tijd dat dit

echt nodig is”, zegt Jonas Odermalm, mana-

ger bij Volvo Trucks voor het bouwsegment.

Het resultaat is een betere wendbaarheid,

brandstofbesparing en minder slijtage aan de

truck.

“Automatic Traction Control volgens Ricard

Fritz, Vice President, Volvo Trucks Brand

opnieuw een voorbeeld van hoe innovatieve

technologie het werk eenvoudiger en

slimmer maakt. Zoals de Volvo I-Shift een

revolutie betekende voor de versnellingsbak,

vertrouwen we erop dat deze nieuwe

ontwikkeling hetzelfde zal doen voor de

aangedreven vooras.”

Volvo Automatic Traction Control is

beschikbaar op de Volvo FMX 4x4, 6x6 en

8x6-uitvoering.

Cleango en Swingo, zo luiden de

toepasselijke namen van de

superschone veegmachines

waarmee Aebi Schmidt de

diverse klanten, waaronder de

drie grootste gemeenten in

Nederland, bedient.

Uniek aan deze compacte veeg-

machines is dat ze al sinds 2014

worden uitgerust met Euro-6

motoren. Daarmee is opnieuw

een enorme stap gemaakt in het

voorkomen van schadelijke

emissies. Dat de lucht uit de uit-

laat zo schoon mogelijk is, is voor

gemeenten zeer belangrijk, aan-

gezien veegmachines vaak moe-

ten werken in gebieden waar veel

mensen op straat zijn. De plaat-

sing van de Euro-6 motor, met

het complexere uitlaatsysteem

met roetfilter en SCR-katalysator

(die stikstofverbindingen neutra-

liseert), was een grote uitdaging

voor de ontwikkelaars.

Aebi Schmidt is er in geslaagd

om de Euro-6 motor te integre-

ren in de bestaande machine,

zonder concessies te hoeven

doen aan de functionaliteiten,

volumes en afmetingen van de

veegmachines. Vuilcontainer,

watertank etc. zijn even groot als

die van de voorgaande uitvoerin-

gen en hetzelfde geldt voor de

buitenafmetingen.

Swingend schoon vegen

Brandstofbesparende Automatic Traction Control Volvo Trucks

Cleango 500 Euro-6.

Volvo bouwtruck met Automatic Traction Control.

Page 21: Go!Mobility Magazine #3 2015

21

Stille stadsdistributie met vrachtwagens voorzien van eenPIEK keur is zo langzamerhand een begrip in de logistiekewereld. Inmiddels is er een volgende professionaliserings-slag gemaakt met de introductie van een database metgecertificeerde voertuigen en een elektronische maniervan certificeren: www.piek-keur.nl

In 1999 startte de overheid met het programma PIEK voor dag rand-

distributie met stille voertuigen. Binnen strikte voorwaarden werd

het mogelijk om in de dagranden met stille voertuigen (minder dan

60dB(A); het geluid van een gesprek) winkels te bevoorraden. Al snel

pakte het bedrijfsleven dit initiatief op en kwam met een PIEK-keur

om de stille voertuigen en componenten te certificeren en herkenbaar

te maken. Nog later werd ook een certificaat voor zogenaamde

Quiettrucks toegevoegd, waarbij een scherpe

norm van 72dB(A) werd neergezet. PIEK-keur en

de initiatiefnemers CarrosserieNL, BMWT en

RAI Vereniging vonden de tijd rijp voor een vol-

gende stap: een elektronische en daardoor meer

betrouwbare wijze van certificeren in combinatie

met een openbaar toegankelijke database van voertuigen. Vanaf 1 mei

zijn daarin gecertificeerde voertuigen terug te vinden voor gebruikers,

handhavers en consumenten. Dit zal de transparantie en daarmee de

toegevoegde waarde van het keurmerk vergroten, en

dus ook de prikkel om de dagranddistributie beter te

benutten. Deze vorm van distributie kent bewezen

voordelen als veiliger (minder kwetsbare verkeersdeel-

nemers in de dagrand) en CO2-efficient (minder file).

Thermo King, fabrikant van temperatuurbeheersings systemenvoor diverse toepassingen, biedt detransportsector sinds kort de mogelijk-heid om koelsystemen van opleggersuit te rusten met het R-452A koude-middel van de volgende generatie.

Volgens de onderneming is de overstap naar de

zogeheten SLXe-units baanbrekend omdat deze

units dezelfde hoge prestaties leveren bij een

laag geluidsniveau, maar zijn ze beter voor het

milieu vanwege het lage aardopwarmingspo-

tentieel van het nieuwe koudemiddel.

De nieuwe SLXe-koelunits doen niet onder voor

het huidige programma en bieden hetzelfde

koelvermogen, dezelfde snelle verlaging van de

temperatuur en hetzelfde zuinige brandstof -

verbruik. Ook voldoen ze al aan de wetgeving

inzake F-gassen die in 2020 van kracht wordt.

Dankzij de condensors met microkanalen

kan bovendien worden volstaan met

een kleinere koudemiddelvulling en is

de kans op lekkage kleiner, waardoor de

koel units voor opleggers van Thermo

King nog minder impact op het milieu

hebben.

“Thermo King is de eerste fabrikant die

een product op de markt brengt waarmee

klanten zelf kunnen kiezen hoe en

wanneer zij de uitstoot van broeikasgassen

beperken,” stelt Dwight Gibson, adjunct-

directeur van Thermo King Europa, het

Midden-Oosten en Afrika. “Nu het

nieuwe koudemiddel R-452A verkrijgbaar

is in producten van Thermo King, bieden

wij onze klanten voor koeling in vracht-

wagens en opleggers de veiligste en meest

milieuvriendelijke oplossing die technisch

en commercieel gezien haalbaar is.”

Stille stadsdistributie PIEK maakt forse stap voorwaarts

SLXe-koelunit.

Koelunits Thermo King ‘koeler’ voor het milieu

PIEK gecertificeerde voertuigen nu zichtbaar in elektronische database.

Page 22: Go!Mobility Magazine #3 2015

22

GO!

RAI vintage

Postzegels RAI VerenigingDe hier afgedrukte postzegels zijn een kleine greep uit het overstelpende aanbod van zegels uit de gehele wereld die een relatie

hebben met mobiliteit. Twee ervan (rechts) zijn speciaal uitgegeven door de toenmalige PTT Post ter gelegenheid van het honderd -

jarig bestaan van RAI Vereniging in 1993. Ze zijn met de hand ingeplakt en gestempeld in de jubileumuitgave ‘Voertuigen van de

verbeelding.’ De waarden zijn 70 en 80 cent en de officiële datum van uitgifte 5 januari 1993. De ontwerpen zijn van de hand van

Anthon Beeke. De zegel van 70 cent toont het typisch Nederlandse fietsgebruik. Op de zegel van 80 cent is vooral beweging uitge-

drukt, waarbij gebruik is gemaakt van de in 1912 gemaakte foto van de beroemd geworden amateurfotograaf Jacques-Henri Lartique.

Page 23: Go!Mobility Magazine #3 2015

23

In deze rubriek laten we personen aan het woord diebetrokken zijn bij of werkzaam in de mobiliteitswereld.Dit keer Fanny Verhauwaert, directeur van Thermo KingTransportkoeling.

uitgesproken

Wat is uw favoriete vervoermiddel?

Zakelijk en privé rijd ik in een Audi A5; een fijne en degelijke auto. Voor

mijn werk ben ik vaak in het buitenland te vinden, hiervoor is vliegen

heel geschikt.

Wat vindt u van het mobiliteitsbeleid in Nederland?

Ik ben optimistisch over het huidige beleid. Het kabinet heeft in de

Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte een beleid opgesteld dat

gebaseerd is op drie pijlers: de concurrentiekracht vergroten, de bereik-

baarheid verbeteren en zorgen voor een leefbare en veilige omge-

ving. De economische positie van Nederland en de infrastructuur

nemen een prominente plaats in beslag, terwijl dit moet passen in een

duurzame en verantwoorde leefomgeving. Duurzaamheid is de kern

van het Nederlandse mobiliteitsbeleid.

Wat zou u als eerste veranderen als u het voor het zeggen had?

Een verplicht PIEK-keurmerk voor beroepschauffeurs in het gecon -

ditioneerde transport-segment invoeren. Onze PIEK-gecertificeerde

koelmachines voldoen aan de strengste geluidsnormen en zijn de stilste

in hun segment. De chauffeur vervult echter ook een belangrijke rol.

Een verplicht PIEK-keurmerk voor beroepschauffeurs moet er op toe

zien dat chauffeurs weten hoe ze het product optimaal kunnen gebrui-

ken waardoor het product/voertuig stil blijft.

Vindt u dat het kabinet voldoende aandacht schenkt aan vervoers -

alternatieven, zoals de bus, de fiets of gemotoriseerde tweewielers?

De laatste jaren heeft het kabinet flink geïnvesteerd in de toe -

gankelijkheid van het openbaar vervoer en de fietsveiligheid. Mede

hierdoor behoort Nederland tot de Europese top, als het gaat om

mobiliteit en infrastructuur. Een opportuniteit voor Nederland is om

meer te investeren op het gebied van alternatieve brandstoffen. De

overheid zou zich bijvoorbeeld meer moeten inzetten voor lng of

cryogene koudemiddelen bij koelmachines.

Zou u zelf bereid zijn tenminste 1 keer per week de auto voor het

werk te laten staan?

Ja, met plezier, mits een goede planning en flexibele alternatieven dit

mogelijk maken.

Met welke politicus zou u wel eens van gedachten willen wisselen?

Ik kom oorspronkelijk uit Gent in België, een stad die sinds vele jaren

goed werk levert rond mobiliteit in de stad. Een uitwisseling van ideeën

met de huidige burgemeester, Daniël Termont, omtrent zijn visie en

het concretiseren van het huidige mobiliteitsplan lijkt mij zeer boeiend.

Hoe ziet het Nederlandse verkeersbeeld er over tien jaar uit?

Hoe wij ons verplaatsen zal onder invloed van onder andere techno -

logische, demografische, economische, culturele en klimatologische

ontwikkelingen, steeds veranderen. Eén van de trends die vandaag al

actueel is, is dat het autobezit zal afnemen en men meer gebruik van

een auto zal maken wanneer men die nodig heeft. Daarnaast is de

technologie voor een zelfrijdende auto in volle ontwikkeling. De vraag

en research naar alternatieve brandstoffen is zeer actueel. Momenteel

zijn er veel verschillende denkrichtingen en is de toekomst nog niet

duidelijk, maar dat het Nederlandse verkeersbeeld er binnen 10 jaar

anders uitziet, is een feit.

Fanny Verhauwaerter zou een verplicht PIEK-keurmerkvoor beroepschau!eurs moeten komen

Page 24: Go!Mobility Magazine #3 2015

24

GO!

MARKTANALYsE

De provincies verwachten dit jaar ruim 1,4 miljard euro uit te geven aan de

aanleg en onderhoud van wegen. Dat is bijna 10 procent meer dan in 2014

en zelfs 65 procent meer dan in 2011, zo meldt het CBS. De uitgaven voor

wegen lopen per provincie sterk uit-

een. Zo verwacht Gelderland in 2015

bijna 600 miljoen euro aan wegbe-

heer te besteden. De begrote

uitgaven voor wegen in

Drenthe komen daarentegen

met 11 miljoen fors lager uit.

De hogere uitgaven van

Gelderland zijn onder meer

bestemd voor groot onder-

houd van het eigen wegennet

(A15, A1 en knooppunt Hoe-

velaken) en voor de ontsluiting

van landelijke gebieden. De

uitgaven aan wegen zijn sterk

afhankelijk van de maatregelen

die provincies nemen om de

verkeersveiligheid te verbeteren, maar ook van het soort weg (enkel-

of meerbaansweg), de soort ondergrond (stevige zandgrond of slappe

veengrond) en het aantal kilometers weg per provincie.

Provincies geven meer uit aan wegen

De productie van personenauto’s in de wereld is vorig jaar, mede dankzij

de aanhoudend goed presterende Chinese en Amerikaanse automark-

ten met 3,6 procent toegenomen tot 77,3 miljoen eenheden. Terwijl

Europa met een matige plus van 3,6 procent wat achterbleef

kwamen Noord-Amerika

en China en respectieve-

lijk groeicijfers van 5,2 en

13,2 procent goed op

stoom. Vooral de sterke

binnenlandse Chinese

vraag naar auto’s - van de

18,6 miljoen geprodu-

ceerde voertuigen wer-

den er 17,8 miljoen in

eigen land verkocht -

vormde de motor achter

het herstel van de mondiale autoproductie. Tegelijkertijd onderstre-

pen de Chinese cijfers dat het land, anders dan bijvoorbeeld Zuid-

Korea en Japan, een verwaarloosbare rol speelt als het gaat om de export

van auto’s. Het is echter niet zo zeer de vraag of de Volksrepubliek op dit

gebied een cruciale rol gaat spelen, maar wanneer.

China grootste autoproducent

Mondiale autoproductie (in mln stuks)

2014 2013Totaal 77,255 74,557w.v.West- Europa 11,901 11,488Oost- Europa 5,216 5,211Noord- Amerika 16,937 16,097Azië 37,382 35,262w.o. China 18,620 16,447Zuid- Amerika 3,570 4,249

Provinciale uitgaven aanwegen (in mln euro)

Totaal 1.430

w.v.

Gelderland 589,3

Noord Brabant 184,5

Utrecht 124,2

Zuid-Holland 114,9

Zeeland 96,8

Limburg 67,1

Overijsse 65,4

Noord-Holland 63,0

Friesland 48,3

Flevoland 44,2

Groningen 21,9

Drenthe 10,8

Bron

: A.I.A

.

Bron

: CBS

Page 25: Go!Mobility Magazine #3 2015

25

Europese verko-pen dieselauto’s

2014Totaal 6.456.400w.v. in %Ierland 73,5Portugal 70,7Spanje 66,1Frankrijk 63,9Griekenland 63,8Belg/Lux 62,8Zweden 59,3Oostenrijk 56,8Italië 55,7Ver. Koninkrijk 50,1Noorwegen 48,8Nederland 27,1

Hoe meer er in een land wordt gefietst, des te

groter het aantal dodelijke fietsslachtoffers, zou-

den we denken. Toch lijkt dat causale verband er

niet te zijn, want uit cijfers van de Organisatie

voor Economische Samenwerking en Ontwikke-

ling (OESO) blijkt dat in Nederland per miljard

gereden fietskilometers jaarlijks het minste aantal

fietsdoden is te betreuren. Terwijl ons land met

884 fietskilometers per inwoner geldt als dé fiets-

kampioen in Europa. In bijvoorbeeld de V.S, waar

per inwoner slechts

47 kilometer per jaar

wordt gefietst, is het

aantal dodelijke

slachtoffers onder

fietsers bijna vier

maal zo hoog als in

Nederland.

Uitzonderingen zijn

er volgens de OESO

ook, want in een

land als Zuid-Korea

is het aantal fiets -

doden veel hoger

dan op basis van het

relatief grote aantal

fietskilometers ver-

wacht zou worden.

Een mogelijke ver -

klaring hiervoor is

dat de verschillende

verkeersdeelnemers

en transportmodali-

teiten in dat land

onvoldoende tijd hebben gehad om te kunnen

anticiperen op de snelle groei van het aantal fiet-

sers. Dat landen als Nederland en Denemarken

qua fietsmortaliteit in verhouding tot het aantal

fietskilometers bovengemiddeld gunstig scoren

heeft, zo stelt de OESO, eveneens te maken met

een goede (fiets)infrastructuur in combinatie met

een serieus en evenwichtig fietsbeleid.

Automobilist blijft diesel trouw

Fietskilometers per inwoner versus fietsdoden

Fietskm fietsdoden perper inw mrd fietskm

Nederland 884 10,7Denemarken 513 14,6Duitsland 368 15,2Zwitserland 261 18,4Finland 267 20,0Frankrijk 88 27,0Ver. Koninkrijk 75 28,1Korea 196 32,5Ver. Staten 47 44,0

Ondanks de sterk

gedaalde brandstofprijzen,

die de aanschaf van diesel-

auto’s versus de benzine

aangedreven variant in

theorie onaantrekkelijker

maakt, is de verkoop van zelfont-

branders in Europa in 2014 opnieuw met 4,5

procent gestegen tot ruim 6,4 miljoen exemplaren. Met een

nagenoeg onveranderd marktaandeel van 53,3 procent kiest

meer dan de helft van alle Europese autokopers dus voor diesel.

Blijkbaar zijn consumenten nog niet vergeten dat, in tijden van astrono-

misch hoge brandstofprijzen, zuinige diesels een belangrijke ‘firewall’ vormen tegen oplo-

pende autokosten. In veel EU-landen, zoals Spanje, Frankrijk, België/Luxemburg en Grieken-

land, ligt het dieselaandeel in de verkopen inmiddels ver boven de 60 procent. Tot de absolute

koplopers behoren Ierland en Portugal waar meer dan twee derde van de autokopers de

voorkeur geeft aan een dieselmotor. Nederland eindigde ook het afgelopen jaar als rode

lantaarndrager als laatste in het eindklassement met een dieselaandeel van 27 procent.

Nederland: meeste fietskilometers, minste fietsslachtoffers

Bron

: A.I.D

.Bron

: OESO

Page 26: Go!Mobility Magazine #3 2015

26

GO!

DE Stelling

Ook het goederenvervoermoet voor meer dan dehelft uit de lucht en van deweg. Al die investeringenmoeten leiden tot minderCO2-vervuiling, leefbaresteden en minder files.

Belinda Parmer, consultant

Wat is de overeenkomst tussen een tiener

op een schoolfeest en de maker van snelle

auto’s? Ze hebben allebei geen idee hoe ze

vrouwen moeten aanspreken.

Bron: FD

Hans Bakker, alg. dir. Amsterdam RAI

Een jaar of tien geleden hebben we de

focus verlegd naar internationale evene-

menten. Dat werpt nu zijn vruchten af.

Tien jaar geleden bestond een kwart van

onze agenda uit internationale evenemen-

ten, nu 70 procent. Onze afhankelijkheid

van de kleine Nederlandse markt is daar-

door afgenomen. Ook de komende jaren

lopen we al aardig vol. Tot 2019, 2020 ziet

het er veelbelovend uit.

Bron: Het Parool

Adrian van Hooydonk, senior vice-president BMW Group

Van BMW wordt als premiummerk steeds meer verwacht dat wij de

negatieve aspecten van de individuele mobiliteit oplossen. En daar

zijn we al een tijd mee bezig. Dat betekent dat er grote veranderingen

op komst zijn in de manier van aandrijving, in uitstoot, het gewicht

van de auto en ook de manier waarop auto’s geproduceerd worden.

Bron: FD

Melanie Schultz van Haegen, minister I&M

De samenleving zal straks volop profiteren van zelfrijdende auto’s en

voertuigen die in contact staan met elkaar, of met de weg. Zo kun je

vlotter doorrijden wanneer auto’s met elkaar kunnen communice-

ren. Ook kunnen ze de optimale snelheid en onderlinge afstand

afstemmen, zodat de wegcapaciteit beter wordt benut.

Bron: Automening

Wim van der Leegte, topman VDL Groep

We hebben al een aantal kwartalen een heel goede omzet en dat lijkt

zich dit jaar gewoon voort te zetten. We zijn van 1.600 mensen uitgebreid

tot 10.303 mensen. De helft komt voor rekening van Nedcar en de andere

helft was bij onze overige divisies. Vooral onze bedrijven die leveren aan

de semiconductor industrie, zoals ASML, hebben het erg druk. Wel is er

nog steeds een grote druk op de prijzen. Grote afnemers eisen kortin-

gen. Maar het maakt mij niet minder optimistisch. Ze zeggen wel eens

dat één zwaluw nog geen zomer maakt, maar bij ons is het al zomer.

Bron: Eindhovens Dagblad

Wim van de Camp,

Europarlementariër CDA

De provincie Noord-Brabant overweegt al

een experiment met buizenpost tussen

Tilburg en Eindhoven, dat zou zomaar het

eerste traject kunnen worden. De ontwik-

kelingen gaan snel. Utrecht is al hard op

weg een autovrije stad te worden,

de nieuwe burgemeester van Parijs wil

geen auto’s ouder dan 10 jaar in de stad.

Ontwikkelingen als 3D-printen maken

goederentransport helemaal overbodig,

omdat je niet langer producten van x naar

y moet brengen. Straks druk je in Rotter-

dam op een knop en rolt het product in

Milaan uit de printer.

Bron: AD/Rotterdams Dagblad

Page 27: Go!Mobility Magazine #3 2015

27GO!factorARIE STERKBehoedzaam stuurt Arie Sterk zijn Mercedes Benz 350 SL cabrio de garage uit. Onmiskenbaar klinkt onder de motorkap het roffelende geluid van

een achtcilinder. “Dat klopt”, vertelt Sterk die als eigenaar van Sterk Technisch Adviesbureau, zoals hij zelf zegt, “kostenbesparende apparatuur levert

voor bedrijfswagens en de industrie”.

“Deze 350 SL uit 1972 is namelijk de eerste serie uit dat bouwjaar met een achtpitter. In feite is het gewoon een 450 SL, maar omdat Mercedes nog

geen typeaanduiding had voor de achtcilinder uitvoering bleven ze in 1972 gemakshalve nog even vasthouden aan 350 SL om hem na dat jaar om te

dopen in 450 SL.” De belangrijkste aanleiding om tien jaar geleden tot de aanschaf van deze kloeke Duitser over te gaan vormde volgens hem het

onaantrekkelijke fiscale bijtellingsregime. “Ik wilde met mijn bedrijfsauto uitsluitend nog zakelijke kilometers rijden en deze privé gaan gebruiken.

Uiteindelijk ben ik mijn zakelijke auto toch nog steeds voor privédoeleinden blijven gebruiken, dus financieel voordeel heeft de hele exercitie niet

opgeleverd. Met uitzondering van de achteruitrijdbeveiliging en de later ingebouwde tripmaster is de wagen nog volledig origineel. O ja, en hij rijdt op

gas, om te voorkomen dat het optrekken gelijke tred houdt met het leegtrekken van je portemonnee. Qua innovatieve techniek en design is deze 350

SL nog behoorlijk up-to-date. Hij oogt, na bijna een halve eeuw, totaal niet oud of gedateerd. Als klassieker is de wagen eigenlijk te modern. Alleen het

openen en sluiten van het (nog) handbediende linnen kapje is veel gedoe. Voor je het weet ben je drijfnat.”

Page 28: Go!Mobility Magazine #3 2015

Slim voertuig vereist slimme weg

ben immers

Bijna iedereen heeft een smartphone en het aantal appswaarover men kan beschikken is nu al niet meer te over-zien. Deze ontwikkelingen in de informatie- en commu-nicatie technologie vinden ook hun weg naar de transport-sector waarbij de reiziger en vervoermiddelen (auto, fiets,etc.) worden volgestopt met elektronica waardoor we onsveiliger, schoner en efficiënter kunnen verplaatsen. Groteveranderingen tekenen zich af op de volgende gebieden:

• Inwinning van gegevens. Reizigers en voertuigen gevenaan waar ze zich (in tijd en ruimte) bevinden. Dezeinformatie verschaft (mogelijk gecombineerd met gege-vens uit andere bronnen) een nauwkeurig en gedetail-leerd inzicht in het verplaatsingspatroon van de reizigeren kan worden gebruikt voor een verbetering van deverkeersafwikkeling, maar ook voor verbetering van deverkeersveiligheid en de leefbaarheid.

• Geïnstrumenteerde voertuigen. In toenemende matezullen elektronische systemen de rijtaak ondersteunenen op termijn zullen systemen op de markt komen diede rijtaak volledig kunnen overnemen (automatisch rij-den). De invoering van automatisch rijden kan, gelet opde te behalen resultaten op het vlak van verkeersveilig-heid en beperking van emissies, niet vroeg genoeg wor-den ingevoerd. Maar er zijn nog veel hobbels te over-winnen bijv. toepassing in steden met veel gemengdverkeer, wat als het systeem wordt gehackt en wie isverantwoordelijk als er toch een ongeval plaatsvindt?

• Onderling communicerende voertuigen. Voertuigen enandere systeemcomponenten maken gebruik van Intel-ligente Transport Systemen (ITS) om onderling te com-municeren en informatie uit te wisselen. Deze commu-nicatie vindt plaats tussen voertuigen onderling (V2V),maar ook tussen voertuigen en infrastructuur (V2I), entussen allerlei andere componenten van het transport-systeem. Intensieve communicatie tussen voertuigenonderling en tussen voertuigen en de infrastructuur isessentieel voor de invoering van automatisch rijden.

28

Dankzij de uitgebreide informatie-inwinning en communi-catie wordt het ook mogelijk producten en diensten aan tebieden die zijn toegesneden op de vraag van de individuelereiziger. Een voorbeeld van zo’n dienst is dat iemand tijdens,maar ook voorafgaand aan de verplaatsing, adviezen krijgt dieafgestemd zijn op de individuele wensen. Een voorbeeld vanzo’n product is dat iemand niet meer zelf over een vervoer-middel hoeft te beschikken maar dat de benodigde vervoer-middelen (auto, fiets, ..) wordt gedeeld met anderen. Debehoefte aan parkeerruimte wordt daardoor drastischbeperkt.

We hebben het alleen nog maar over vervoermiddelen gehad,maar hoe zit het met de infrastructuur? Het is verleidelijk tedenken dat ‘slimme voertuigen’ een ‘slimme weg’ overbodigmaken. Maar die vlieger gaat niet op. De weg van de toekomstzal in staat moeten zijn om mee te denken met de gebruikerservan. Dat betekent o.a. dat de wegcapaciteit flexibel toege-wezen kan worden in functie van de kenmerken van het verplaatsingspatroon (een ochtendspits, een evenement, eenincident met omleiding, etc.). Maar de weggebruiker zal ookgewaarschuwd moeten worden als de weg glad is of (nogbeter) de weg treft proactief maatregelen om gladheid tevoorkomen.

Ik wil nog een kanttekening plaatsen. In het geschetste toekomstbeeld nemen technologische ontwikkelingen eenprominente plaats in, maar de praktijk wijst uit dat geslaagdeinnovaties een bredere insteek vragen. Het wordt pas een succes als de samenleving bereid is ook op organisatorisch,juridisch, economisch, en psychologisch/gedragsmatig vlakte veranderen. De nieuwe systemen kunnen ons echt helpen,maar dan zullen we wel bereid moeten zijn de samenlevingen daarmee ons gedrag een beetje aan te passen.

Prof. Ben Immers - TrafficQuest

Page 29: Go!Mobility Magazine #3 2015

29

‘De oude industrie’, ‘remmende partij’, achterblijvers’ en‘zij die niets willen’. Een kleine bloemlezing van waarde-oordelen die RAI Vereniging met regelmaat ten deel valt.Vaak gebeurt dit rond trajecten waarbij men door aan hetspreekwoordelijke gras te trekken hoopt dat dit daardoorsneller gaat groeien.

De benamingen worden dan doorgaans uitgesproken door partijen die

óf geen industrie verantwoordelijkheid hebben, óf zichzelf in een niche

begeven waarbinnen op beperkte schaal snel veranderingen kunnen

worden ingezet, maar waarvan de capaciteit nog onvoldoende is om

totale omslag te bewerkstelligen en faciliteren.

Recent heeft RAI Vereniging hiervan weer een

aantal voorbeelden mogen ervaren. “Onze leden

merken dat er in de wereld van OV-bussen in som-

mige gevallen op irreële eisen, irrelevante wensen

en gebrekkige technologische kennis wordt inge-

kocht”, zegt Cees Boutens. “Verbruik en uitstoot van schadelijke stoffen

door voertuigen wordt nog immer verward, waardoor er soms onnodig

complex wordt aanbesteed. Hierdoor vallen interessante aanbieders met

goede producten van de tafel.” Voor RAI Vereniging reden om nuance in

de discussie te bepleiten, onder meer via een brief aan Provinciale Staten.

“Hierin legden we uit wat wel en niet kan, en welke investering nodig is

voor welk doel en welke kosten niet per se gemaakt hoeven te worden.

Wanneer een decentrale overheid inzet op lucht-

k waliteit, hoeft zij bijvoorbeeld geen technologische eisen te stellen

omdat iedere nieuwe bus met de komst van Euro VI schoon is gewor-

den”, vult Quirijn Teunissen aan. De reacties waren niet van de lucht.

“Dit terwijl we niet vóór of tegen welke technologie dan ook pleiten.

Het enige dat wij bepleiten is realisme in beleidsambities en inzetten op

maatregelen en eisen die daadwerkelijk bijdragen aan je beleidsdoe-

len.”Boutens noemt een ander voorbeeld: het traject rond de brandstof-

visie. “Op een gegeven moment zag je dat in de verschillende concept-

actieplannen aantallen voertuigen met specifieke nieuwe technologieën

als beleidsdoel werden genoemd, die zelfs op mondiale schaal niet in die

mate voor handen zijn. Wij pleiten dus voor realisme,

omdat we anders straks het verwijt krijgen dat de indu -

strie achterblijft. Helaas werkt realisme verwarrend.”

De mobiliteitsindustrie is onderdeel van de oplossing en

niet deel van het probleem. Iedereen kan dat elke dag

met eigen ogen zien: elektrisch rijden, rijden op water-

stof of groen gas, de brandschone Euro 6 en VI-technologie – allemaal

ontwikkelingen die op de tekentafels van de mobiliteitsindustrie zijn

geboren. Stuk voor stuk nodig, om de energiedoelstelling die we met z’n

allen hebben afgesproken te behalen. “We moeten alleen wel realistisch

blijven. Dat heeft niets met conservatisme te maken, maar juist met

fundamenteel bouwen aan een schone, zuinige, stille en veilige toekomst

van onze mobiliteit”, besluit Boutens.

Haagse wandelgangEN

‘Het enige dat wijbepleiten is realismein beleidsambities’

Page 30: Go!Mobility Magazine #3 2015

30

GO!

COMTRANS

8 t/m 12 september

Tentoonstelling voor trucks, bussen

en speciale voertuigen

Crocus-Expo, Moskou

Collectieve stand RAI Industrie

Platform op IAA

15 t/m 18 september

Frankfurt, Duitsland

IAA

15 t/m 27 september

Internationale autotentoonstelling

Frankfurt, Duitsland

EQUIP AUTO

13 t/m 17 oktober

Internationale vakbeurs voor de

aftermarket

Parijs, Frankrijk

BedrijfsautoRAI

20 t/m 23 oktober

Amsterdam RAI

Solutrans

19 t/m 23 november

Beurs voor carrosserieën, trailers,

bestelwagens en componenten

Eurexpo Lyon, Frankrijk

Mobiliteitskalender 2015/2016

Naast voertuigen, voertuiginrichting- en uit-

rusting, onderdelen en accessoires zal op de

beursvloer ook aandacht zijn voor de proces-

kant van (weg)transport en logistieke dienst-

verlening. Dit als opmaat voor de 2017-editie,

waarbij dit een nog grotere rol zal spelen. Zo

worden er diverse producten, diensten en

projecten in het kader van efficiency, kosten-

besparing, veiligheid en duurzaamheid aan

het bestaande aanbod toegevoegd. Denk hier-

bij aan alternatieve brandstoffen, boordcom-

puters, telematica, transportmanagement

systemen en rijtaakondersteuning, maar ook

praktische toepassingen van logistieke dienst-

verlening zoals intern transport, verpakking,

opslag, tracking & tracing en dossieradmini-

stratie.

De beursvloer van BedrijfsautoRAI 2015

wordt zodanig ingericht dat de bezoeker een

compleet overzicht krijgt van marktontwik-

kelingen in de sector. De truckmerken staan

verdeeld over de beursvloer, wat zorgt voor

een goede doorstroming van het publiek door

alle hallen en langs alle stands. De andere

segmenten staan ook verdeeld over de beurs,

zodat iedere deelnemer goed tot zijn recht

komt op BedrijfsautoRAI 2015.

Om de innovatiekracht en laatste ontwikke-

lingen binnen de sector een goed podium te

geven, is er op de beursvloer een speciaal

InnovationLAB gecreëerd. Ook RAI

Vereniging, Dinalog, BOVAG en Connekt

zijn hier nauw bij betrokken, evenals bij de

interactieve sessies in het bijbehorende

theater. Daarnaast kunnen bezoekers talrijke

live demonstraties bijwo-

nen, zowel op de beurs-

vloer als op het buiten -

terrein, of zelf achter het

stuur stappen.

EYE CATCHER

Tal van innovaties, bijvoorbeeld op gebied van efficiëntie en kostenbesparing, zijn te zien tijdens BedrijfsautoRAI 2015.

Het enthousiasme voor BedrijfsautoRAI 2015 (20 t/m 24 oktober) groeit met de week. Meer dan 80 belangrijke spelers hebben hun deelname aan hét nationale platform voor wegtransport en logistieke dienstverlening reedsbevestigd. Om de ontwikkelingen van de sector te onderstrepen, presenteertde vakbeurs een vernieuwde beurs- en segmentindeling, een betere routingvoor de bezoekers en is er volop aandacht voor innovaties en demonstraties.

BedrijfsautoRAI breidt uit

Page 31: Go!Mobility Magazine #3 2015

31

2016

Collectieve stand BAUMA

11 t/m 17 april

Collectieve stand op Bauma voor

leden Speciale Voertuigen en

Autovak RAI Vereniging

München, Duitsland

2 junislimmer stimuleren en eenvoudiger belasten, voorstel aan kabinet brede coalitie voor de toekomst

19 meiNationaal Fietscongres 2015 nadert. Collega @QuirijnRAI spreekt er over kansen fiets voor binnen-stedelijk vervoer

19 meiCO2-reductie bestelwagens loopt nu al voor op EU-doelstelling voor 2017

11 meiNiet bij ambities alleen, want overheid geeft beleid zelfrijdende auto’s nu ook handen en voeten

30 aprilRAI Vereniging waarschuwt voor onnodig hogekosten OV-busvervoer

30 aprilEU bereidt overgang naar geavanceerde (2e generatie) biobrandstof voor

14 aprilMotorfietsen en scooters dit weekend in de schijn-werpers bij ANWB Lentedagen

14 aprilOverheidsbeleid stedelijke bereikbaarheid inefficiënten inconsequent

9 aprilMinister Schultz voorziet kentekenplicht tractoren en landbouwvoertuigen per februari 2017

Tweets RAI Vereniging

@raivereniging

Page 32: Go!Mobility Magazine #3 2015

GO!ROUND

Op zaterdag 30 mei ging de traditionele

RAI Klassieker Rit weer van start. Zo’n

60 equipes,

bestaande uit relaties van RAI Verenigin

g,

verzamelden zich bij Kasteel Ophemert in

Ophemert voor een onvergetelijke rit langs de

mooiste plekjes van Nederland. Winnaars in het

algemeen klassement werden Ron Nieuwenhuizen

en Arnold Hoogenhout in een MG B Ro

adster

uit 1970.