Post on 12-May-2015
Den Haag, 10 september 2009
BETROKKEN BURGERS, BEWOGEN BESTUUR
RETROSPECTIEF ONDERZOEK EPARTICIPATIE
MINISTERIE VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Deze uitgave is beschikbaar onder de licentie Creative Commons Naamsvermelding/Gelijk delen. Het werk
mag gekopieerd, verspreid, doorgeven of geremixt worden onder de voorwaarden van naamsvermelding
(ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) en gelijk delen.
COLOFON
Projectnummer: 26174
Auteurs: Maarten Sinnema
Hein van Duivenboden
M.m.v.: Inge Besten
Joanne van den Eijnden
Dick Hanemaayer
Albert Meijer (USBO, UU)
Marco Pastors
B&A Centrum voor Beleidsevaluatie
Prinses Margrietplantsoen 87
Postbus 829
2501 CV Den Haag
t 070 - 3029500
f 070 - 3029501
e-mail: info@bagroep.nl
http: www.bagroep.nl
3
SAMENVATTING
Het ministerie van BZK heeft B&A gevraagd een retrospectief onderzoek uit te voeren
naar het beleid inzake eParticipatie. Het wil zo komen tot een waardering van de
sturingsfilosofie zoals tot op heden gehanteerd en tot het achterhalen van succes- en
faalfactoren van verschillende experimenten, concepten en ideeën. Op deze wijze
wordt input gegenereerd voor nieuw beleid (sturingsfilosofie) met het oog op een
verdere doorontwikkeling en opschaling van eParticipatie-initiatieven en gerichte
verbreding van de toepassing van eParticipatie in Nederland.
Binnen het onderzoek staan vijf vragen centaal:
1. Wat was de sturingsfilosofie van BZK en (hoe) heeft deze gewerkt?
2. Welk resultaat hebben de experimenten geboekt?
3. Wat waren de belangrijkste succes- en faalfactoren voor de ontwikkeling en
opschaling van bestaande eParticipatie experimenten? En wat is nodig om
doorontwikkeling en opschaling daarvan te bevorderen?
4. Welke vijf tot tien eParticipatie concepten en ideeën die niet werden gerealiseerd
lijken nog steeds geschikt en van belang om te realiseren en wat zijn hierbij succes
en faalfactoren? En op welke manier zou deze realisatie het beste gestalte kunnen
krijgen?
5. Hoe kan de komende twee jaar het thema eParticipatie verder worden
geagendeerd en het eParticipatiebeleid worden geïmplementeerd?
Bovenstaande deelvragen zijn in dit rapport in vier hoofdstukken behandeld:
Retrospectie BZK-beleid (hoofdstuk 2), Balans initiatieven (hoofdstuk 3), Blik op de
toekomst (hoofdstuk 4) en Conclusies en aanbevelingen (hoofdstuk 5).
Conclusies Het ministerie van BZK heeft de afgelopen jaren een betekenisvolle aanzet gedaan tot
het ontwikkelen van beleid op het terrein van eParticipatie. Op basis van dit onderzoek
kan worden gesteld dat inmiddels de fase is aangebroken waarbij betrokkenen
behoefte hebben aan een meer expliciete visie, strategie en doelstelling dan de tot op
heden gehanteerde, meer losse stijl – die overigens ontegenzeggelijk meerwaarde
heeft gehad in deze explorerende en vaak experimentele beginfase. BZK kan gevolg
geven aan de breed gevoelde behoefte tot een duidelijke rolopvatting door
explicitering van keuzes ten aanzien van de bijdrage van BZK aan de verdere
ontwikkeling en ondersteuning van eParticipatie-activiteiten.
Op basis van het onderzoek zien wij op hoofdlijnen twee verschillende sporen die BZK
op het gebied van eParticipatie de komende jaren kan volgen. Sporen die elkaar niet
uitsluiten; die beide kunnen bestaan, maar die door het verschillende karakter (andere
partners, andere behoeften/opgaven, grotendeels verschillende middelen) ons inziens
een apart traject behoeven. Het zijn sporen overigens, die in grote mate een lijn
doortrekken die de afgelopen jaren reeds is ingezet. Maar wel met een duidelijker focus
(gerichtheid) dan tot nu toe: 1) focus op initiatieven en initiatiefnemers en 2) focus op
de overheidsorganisatie.
B&A CENTRUM VOOR BELEIDSEVALUATIE BETROKKEN BURGERS, BEWOGEN BESTUUR
4
Focus op initiatieven en initiatiefnemers
In het onderzoek zijn vele mogelijkheden naar voren gekomen waarop BZK opnieuw
initiatieven zou kunnen ondersteunen. Dit zou vorm kunnen krijgen binnen de huidige
organisatievormen van Digitale Pioniers en/of Burgerlink. Tot nu toe was bij de
experimenten vooral de uitdaging gelegen in het overwinnen van institutionele
barrières, op het ontwikkelen van een idee tot werkend initiatief. Minder nadruk lag op
het overwinnen van gebruiks- en effectbarrières. In de vervolgfase zou de
ondersteuning van initiatieven meer moeten uitdagen tot het bevorderen van gebruik,
een duurzaam beheer en/ of verbetering van de effectiviteit van het initiatief. Hiertoe
behoort bijvoorbeeld ook het ten behoeve van een brede bekendheid centraal ‘etaleren’
van initiatieven. Bijvoorbeeld door de site eParticipatie.nl verder door te ontwikkelen
of, zoals nu al plaatsvindt, door te gaan met de organisatie van de eParticipatie Awards.
Aan de orde is gekomen dat bij de ondersteuning van initiatieven een verdere
thematische afbakening een interessante optie is. Initiatieven rondom een specifiek
beleidsthema kunnen als ‘showcase’ dienen voor andere thema’s. Hierbij is ‘veiligheid’
genoemd. Dit valt binnen de beleidsverantwoordelijkheid van BZK en is voor burgers
een aansprekend thema.
Focus op de overheidsorganisatie
Naast de ondersteuning van initiatieven is in het onderzoek duidelijk de behoefte aan
een nadruk op de mogelijkheden en uitdagingen van eParticipatie voor de
overheidsorganisatie naar voren gekomen. De wens is uitgesproken om meer
nadrukkelijk bezig te zijn met het bevorderen van enthousiasme, kennis en
vaardigheden van ambtenaren en bestuurders ten aanzien van eParticipatie. Het
beoogd effect hiervan is om eParticipatie, met haar vele (extra) mogelijkheden tot
participatie van de burger, een plaats te geven in de reguliere werkwijze van de
overheid.
Naar voren is gekomen dat BZK, naast het stapsgewijs ‘mainstreamen’ van
eParticipatie binnen de overheid, ook meer visionair enkele piketpalen zou moeten
slaan op dit onderwerp. eParticipatie is, zoals duidelijk is geworden, namelijk geen
onbedreigend, machtsvrij instrument voor ambtenaren, bestuurders en politici. Het
helpt voor de ontwikkeling van eParticipatie binnen de overheid om scenario’s uit te
denken en de richting die wordt opgegaan, uit te dragen. In de denktank is in dit kader
zelfs gesproken van een ‘transformatie’.
Aanbevelingen Mede aan de hand van voorliggend onderzoek zal BZK de komende periode zijn nieuwe
beleid ten aanzien van eParticipatie formuleren. Voortbouwend op de conclusie dat het
ook de komende jaren een zinvolle bijdrage kan leveren aan eParticipatie en dat daarbij
explicitering van de keuzes en gerichtheid van de activiteiten gewenst is, doen wij
daartoe de volgende aanbevelingen.
B&A CENTRUM VOOR BELEIDSEVALUATIE BETROKKEN BURGERS, BEWOGEN BESTUUR
5
Visie en strategie
Betrokkenen vragen van BZK voor de vervolgfase een meer expliciete strategie ten
aanzien van eParticipatie. Te overwegen valt om hierbij alsnog een kort maar krachtig
actieprogramma op te stellen, zodat voor iedereen helder is welke rol BZK voor zichzelf
en voor anderen ziet weggelegd bij de verdere ontwikkeling van eParticipatie tot
reguliere vorm van participatie in de relatie tussen overheid en samenleving.
Aanbeveling 1 (visie en strategie)
Communiceer richting betrokkenen expliciet de visie en strategie met betrekking tot
eParticipatie. Stel hiertoe zo nodig een gericht, compact Actieprogramma eParticipatie
op.
Inhoudelijke focus
Met betrekking tot het bepalen van de richting waarin BZK zijn visie en strategie wil
ontwikkelen, is in principe een brede waaier van invalshoeken, overwegingen en
uitgangspunten voorhanden. Op basis van deze waaier heeft BZK de mogelijkheid
keuzes te maken voor het type eParticipatie waar het de nadruk op wil leggen (politieke
participatie of beleidsparticipatie), de functie van eParticipatie in relatie tot de
betrokkenen in de samenleving (informeren, raadplegen, adviseren, coproduceren en/
of meebeslissen), de beleidsfase (agendering tot en met evaluatie, maar denk vooral in
termen van keuzes voor accenten op hetzij beleidsagendering en -vorming versus
beleidsuitvoering – inclusief dienstverlening, handhaving, toezicht) en de keuze voor
het al dan niet centraal stellen van bepaalde beleidsthema’s die als aanjager voor
bewustwording en verdere ontwikkeling kunnen fungeren. Met andere woorden, BZK
dient – voor de komende twee jaar – expliciete keuzes te maken voor het type en de
functie van eParticipatie waar het zich op wil focussen en voor de beleidsfase en
breedte waarin het ondersteuning wil geven.
Aanbeveling 2 (focus in de beleidsfase)
Maak een keuze voor een focus op hetzij beleidsparticipatie (gericht op
beleidsuitvoering) hetzij politieke participatie (gericht op politiek-bestuurlijke
besluitvorming) om als vliegwiel te dienen voor de verdere ontwikkeling van
eParticipatie.
Gezien de mogelijkheden die beleidsparticipatie − vooral op het terrein van de publieke
dienstverlening − biedt aan zowel ambtenaren als burgers om over voor hen (vaak
persoonlijk) belangrijke thema’s intensiever te kunnen communiceren en daarmee
eParticipatie tot normaal instrumentarium in hun onderlinge relatie te maken, ligt de
keuze voor ondersteuning op dit terrein voor de hand.
B&A CENTRUM VOOR BELEIDSEVALUATIE BETROKKEN BURGERS, BEWOGEN BESTUUR
6
Aanbeveling 3 (focus op doorontwikkeling)
eParticipatiebeleid dient zich in essentie te richten op de hogere treden van de
participatieladder (raadplegen, adviseren, coproduceren, meebeslissen): dan is pas
werkelijk sprake van participatie. Wel is een goede inrichting van de informatiefunctie
een conditio sine qua non voor het kunnen bereiken van deze fasen. Deze eerste trede
van de ladder, die betrekking heeft op het informeren van burgers, is echter in veel
gevallen nog van onvoldoende kwaliteit. Daarom bevelen wij aan meer aandacht te
besteden aan een goede transparante en toegankelijke informatievoorziening en de
ondersteuning van open data, waardoor de basis wordt gelegd voor meer
geavanceerde participatiefasen. Richt het beleid hierbij wel altijd op het realiseren van
doorontwikkeling naar een hogere participatiefase, zodat burgers niet blijven steken op
het niveau van ‘toehoorder’ of louter informatieontvanger.
Aanbeveling 4 (focus op beleidsthema)
Kies met het oog op versnelde doorontwikkeling en bewustwording voor één of twee
beleidsthema’s binnen het eigen departement – zoals veiligheid – om als
voorbeeldfunctie te dienen.
Aandacht voor veranderingsprocessen
De opkomst en verdere ontwikkeling van eParticipatie zal, zeker wanneer zij breed
wordt toegepast in de relatie tussen burgers en overheden, niet zonder weerstand van
politici en ambtenaren verlopen. Het is te verwachten dat ambtenaren en politici in een
aantal gevallen vinden dat ze ‘teveel op de vingers gekeken worden’ of dat ze zelf
onvoldoende weinig grip hebben op de besluitvorming en (aanpassingen in) de
dienstverlening en beleidsuitvoering. In de strategie en het actieprogramma van BZK
voor eParticipatie dient deze verwachting meegenomen te worden, om ervoor te
zorgen dat op een goede manier kan worden omgegaan met het natuurlijke
verschijnsel van weerstand dat zich (altijd) bij nieuwe, andere manieren van werken en
communiceren voordoet. Hierbij kan worden gedacht aan allerlei instrumenten die bij
veranderingsprocessen kunnen worden ingezet, zoals workshops en trainingen,
verschillende kennisuitwisselingsinstrumenten en het verhogen van het bewustzijn en
de stroomlijning van begripsopvattingen (over wat eParticipatie behelst) door het
aanstellen van een ‘boegbeeld’ op hoogambtelijk of politiek-bestuurlijk niveau.
Aanbeveling 5 (omgang met weerstand)
Besteed in de uitwerking van de nieuwe strategie expliciet aandacht aan de wijze
waarop met (natuurlijk) weerstand bij politici en ambtenaren kan en zal worden
omgegaan. Ontwikkel hiervoor een instrumentarium dat kan worden ingezet bij de
uitvoering van het nieuwe actieprogramma.
Aanbeveling 6 (borging commitment op niveau)
Stel een hoogambtelijk of politiek-bestuurlijk kopstuk aan als ambassadeur ofwel
boegbeeld van de verdere ontwikkeling van eParticipatie.
B&A CENTRUM VOOR BELEIDSEVALUATIE BETROKKEN BURGERS, BEWOGEN BESTUUR
7
Focus op maatschappelijk rendement:
het overwinnen van gebruiks- en effectbarrières
Tot dusver heeft binnen de experimenten de meeste nadruk gelegen op het
ontwikkelen van een idee tot werkend initiatief, op het overwinnen van de
institutionele barrières. Om het maatschappelijk rendement van eParticipatie
initiatieven te verhogen en opschaling te vergemakkelijken, is het van belang om (ook)
de gebruiks- en effectbarrières te beslechten. Eerder in dit rapport genoemde
activiteiten die dit kunnen bewerkstellingen zijn: communicatie aan burgers,
verduurzaming van het beheer, institutionalisering van het initiatief en het
ondersteunen van de ontvangende overheidspartij bij het opvolgen van acties
voortkomend uit het initiatief. BZK dient hier met materiële ondersteuning op in te
spelen (bijvoorbeeld een stichting eParticipatie of een moderator die een halve dag in
de week ingezet kan worden), danwel hier op te sturen binnen de financiële
ondersteuning.
Aanbeveling 7 (doorbreken van gebruiks- en effectbarrières)
Richt de ondersteuning van initiatieven en overheidsorganisaties met name op het
verhogen en verduurzamen van het gebruik van instrumenten (gebruiksbarrière) en op
het verbeteren van de doorwerking en invloed van de participatie van burgers op
overheidsorganisaties en de beleidsvoering (effectbarrière).
In het tot dusver gevoerde eParticipatiebeleid van BZK wordt de elektronische
component van eParticipatie (uiteraard) sterk benadrukt. Ook in dit rapport wordt bij
de analyses van de intradepartementale en interdepartementale positie van
eParticipatie de aandacht (tevens uiteraard) sterk gericht op (andere) elektronische
initiatieven. Tegelijkertijd wordt uit de interviews, de denktanksessie en de
bijeenkomsten met de begeleidingscommissie, en in de nadere analyse met
betrokkenheid van de ‘reguliere’ vormen van politieke, beleids- en sociale participatie
duidelijk dat het niet zozeer gaat om een door de nieuwe media gecreëerd instrument
dat volledig los staat of zou kunnen staan van participatie via andere media. De
verbinding met het uiteindelijke maatschappelijk rendement dient net als bij reguliere
vormen van participatie(bevordering) een belangrijk thema te zijn bij de keuzes die in
het nieuwe eParticipatiebeleid worden gemaakt. Deze verbinding is noodzakelijk om de
verdere inbedding van eParticipatie in de relatie tussen overheid en samenleving goed
te kunnen volgen, mede te kunnen ondersteunen en richting te kunnen geven. In de
formulering van de nieuwe strategie en visie en in de uitwerking daarvan in een
eventueel actieprogramma dient derhalve aandacht besteed te worden aan de
koppeling van eParticipatie met reguliere vormen en functies van participatie, zodat
ook daarmee het gebruik en de maatschappelijke effecten sterker worden.
Aanbeveling 8 (koppeling aan regulier (niet-elektronische) participatiebeleid)
Maak bij het inrichten van het eParticipatiebeleid steeds een goede koppeling tussen
de functie en de maatschappelijke betekenis van de inzet van elektronische middelen
enerzijds en de fysieke, meer traditionele middelen anderzijds.
B&A CENTRUM VOOR BELEIDSEVALUATIE BETROKKEN BURGERS, BEWOGEN BESTUUR
8
Om eParticipatie een stap verder te brengen is het verder van belang (meer) aandacht
te schenken aan de logica van gebruikers (om zo gebruiksbarrières te beslechten).
Om te voorkomen dat een middel tot doel wordt en te zorgen voor een goede
koppeling van de functie en betekenis van eParticipatie aan de wensen, behoeften en
het gedrag van burgers, wordt aangeraden nadrukkelijk aandacht te schenken aan de
betekenis die er is voor individuele burgers, groepen burgers (bijvoorbeeld
buurtbewoners, belangengroepen of een groep patiënten) of in bredere zin het
publieke domein (denk aan verbeterde veiligheid of duurzaamheid op milieuterrein).
Eén van de manieren om de (vraag)logica van burgers en bedrijven beter te betrekken
bij de ontwikkeling van eParticipatie is het verrichten van gebruikersonderzoek; een
andere is om te werken met specifieke voorbeeldcases uit de dagelijkse praktijk met
betrokkenheid van alle belanghebbenden – dus ook de doelgroep zelf – om hieruit
lering te trekken voor de verdere inrichting van het beleid op middellange en langere
termijn.
Aanbeveling 9 (betrokkenheid van de burger)
Zorg dat er in het eParticipatiebeleid ruimte is voor een op de betrokken burgers (en
eventuele andere gebruikers) gerichte evaluatie van de te ondersteunen initiatieven en
programma’s. Start deze evaluatie bij voorkeur zo vroeg mogelijk in het proces, zodat
er gedurende de uitvoering en verdere ontwikkeling van kan worden geleerd en dat het
beleid en de initiatieven zo nodig kunnen worden bijgesteld.
Samenhang in eParticipatiebeleid
Tot slot is in dit rapport naar voren gekomen dat het eParticipatiebeleid van BZK niet
op zichzelf staat. Er spelen tal van intra- en interdepartementale
afstemmingsvraagstukken, die voor een deel al door de bovenstaande aanbevelingen
bestreken worden (zoals het aanstellen van een ‘boegbeeld’ met het oog op verdere
bewustwording en stroomlijning binnen BZK en de overige overheden). Daarnaast zijn
er veel initiatieven waarbij decentrale overheden betrokken zijn. Wel is het aan te
raden om daar waar mogelijk op hoofdlijnen een goede intra- en interdepartementale
afstemming te borgen en vanwege zijn verantwoordelijkheid als ministerie voor het
binnenlands bestuur (en ‘als hoeder van de democratie’) ook de kennisuitwisseling
tussen lokaal, regionaal en nationaal niveau te bevorderen. Hiermee wordt niet alleen
voorkomen dat op meerdere plekken hetzelfde wiel wordt uitgevonden, maar wordt
ook gewerkt aan verbetering van de leermogelijkheden tussen overheden onderling. De
precieze rol van BZK is afhankelijk van de gekozen visie en strategie en de activiteiten
van andere overheden. In die lijn formuleren we onze laatste aanbeveling:
Aanbeveling 10 (samenhang in beleid)
Sluit het eParticipatiebeleid van BZK op hoofdlijnen aan op beleid, programma’s en
projecten op het terrein van eParticipatie die binnen het eigen departement en collega-
departementen worden gehanteerd en stimuleer de kennisdeling tussen decentraal en
centraal overheidsniveau. Breng hierin vanuit de gekozen visie en strategie accenten
aan.
B&A CENTRUM VOOR BELEIDSEVALUATIE BETROKKEN BURGERS, BEWOGEN BESTUUR
9
De aanbevelingen op een rij
Samenvattend zijn de volgende aanbevelingen voor de bepaling van het toekomstige
BZK-beleid eParticipatie benoemd:
1. Communiceer expliciet de visie en strategie en stel hiertoe (alsnog) een compact
Actieprogramma eParticipatie op;
2. Kies hierbij voor een focus op hetzij beleidsparticipatie, hetzij politieke participatie;
3. Richt het beleid in essentie op het realiseren van doorontwikkeling naar hogere
treden van de participatieladder (raadplegen, adviseren, coproduceren en
meebeslissen); zorg hierbij voor een adequate inrichting van de informatiefunctie
als springplank naar de hogere treden;
4. Laat een of twee concrete beleidsthema’s als voorbeeld dienen, bijvoorbeeld
‘veiligheid’;
5. Ontwikkel een instrumentarium voor omgang met weerstand tegen de nieuwe
werkwijze;
6. Stel een ambtelijk of politiek-bestuurlijk kopstuk aan als eParticipatie-boegbeeld;
7. Zet gericht in op het overwinnen van bestaande barrières voor het gebruik en het
effect (de daadwerkelijke doorwerking) van eParticipatie-initiatieven;
8. Koppel het eParticipatiebeleid aan regulier beleid en uitvoering inzake
participatiebevordering;
9. Intensiveer in de betrokkenheid van de gebruikersgroep van burgers en bedrijven;
10. Breng binnen BZK en rijksbreed samenhang aan in eParticipatiebeleid en -
initiatieven.
11
INHOUDSOPGAVE
Samenvatting 3
Inhoudsopgave 11
1 Inleiding 15 1.1 Inleiding 15 1.1.1 Naar actief burgerschap… 15 1.1.2 …en gericht overheidsbeleid 16 1.2 Onderzoeksvragen 16 1.3 eParticipatie 17 1.4 Theoretisch kader 17 1.4.1 Rendementsmeting 18 1.4.2 Evaluatie van eParticipatie projecten 19 1.4.3 Participatieladder 19 1.4.4 Beleidscyclus 21 1.4.5 Barrièremodel 22 1.4.6 De theoretische bouwstenen in overzicht 23 1.5 Onderzoeksopzet 23 1.5.1 Fase 1: Voorbereiding 24 1.5.2 Fase 2: Retrospectie 24 1.5.3 Fase 3: Tussenbalans 24 1.5.4 Fase 4: Blik op de toekomst 24 1.5.5 Fase 5: Eindbalans 24 1.6 Leeswijzer 24
2 Retrospectie BZK-beleid 27 2.1 Inleiding 27 2.2 Reconstructie beleidsactiviteiten 27 2.3 Gepercipieerde sturingsfilosofie 31 2.3.1 Oordeel vanuit het netwerk 33 2.4 Netwerkanalyse 34 2.4.1 Het eigen beleidsnetwerk in kaart 34 2.4.2 Intradepartementale positie 36 2.4.3 Interdepartementale positie 37 2.4.4 Interbestuurlijke positie 38 2.5 Quickscan lopende initiatieven 39 2.6 Deelconclusies en reflectie 41 2.6.1 Retrospectie 41 2.6.2 Stand van zaken 42 2.6.3 Reflectie 42
B&A CENTRUM VOOR BELEIDSEVALUATIE BETROKKEN BURGERS, BEWOGEN BESTUUR
12
3 Balans experimenten 43 3.1 Inleiding 43 3.2 Doelen en Doelbereik 43 3.2.1 Doelstelling eparticipatie 44 3.2.2 Bekendheid met initiatieven 44 3.2.3 Belangrijke criteria voor gebruik 45 3.2.4 Best uitgewerkte initiatieven 45 3.2.5 Spreiding van de experimenten 46 3.2.6 Doelbereik 48 3.3 Succes- en faalfactoren 49 3.3.1 Succesfactoren 49 3.3.2 Faalfactoren en risico’s 51 3.3.3 Reflectie vanuit het barrièremodel 52 3.4 Opschaling en doorontwikkeling van initatieven 53 3.4.1 Opschaling en doorontwikkeling vanuit het gebruikersperspectief 53 3.4.2 Kansen volgens initiatiefnemers 54 3.4.3 Bedreigingen volgens initiatiefnemers 55 3.4.4 Voorbeelden van kansrijke huidige initiatieven 56 3.4.5 Voorbeelden van kansrijke nieuwe initiatieven 57 3.5 Deelconclusies en reflectie 59 3.5.1 Doelen en doelbereik 59 3.5.2 Succes- en faalfactoren 60 3.5.3 Kansen en bedreigingen 60 3.5.4 Reflectie 62
4 Blik op de toekomst 63 4.1 Inleiding 63 4.2 eParticipatie 63 4.2.1 Trends 63 4.2.2 Kansen en bedreigingen 64 4.3 Uitgangspunten en overwegingen voor rolinvulling BZK 65 4.3.1 Uitgangspunten 65 4.3.2 Overwegingen 66 4.4 Mogelijke invalshoeken 68 4.4.1 Awareness & mainstreaming binnen de overheid 68 4.4.2 Generieke ondersteuning van initiatiefnemers 69 4.4.3 Specifieke ondersteuning van initiatiefnemers 70 4.4.4 Focus op een specifiek beleidsthema 71 4.4.5 Bevorderen open data 72 4.4.6 Transformatie 73 4.5 Deelconclusies en reflectie 74 4.5.1 eParticipatie 74 4.5.2 Uitgangspunten en overwegingen voor BZK 75 4.5.3 Mogelijke invalshoeken 75 4.5.4 Reflectie 76
B&A CENTRUM VOOR BELEIDSEVALUATIE BETROKKEN BURGERS, BEWOGEN BESTUUR
13
5 Conclusies & aanbevelingen 77 5.1 Inleiding 77 5.2 Rendementsmeting 77 5.2.1 Waarneming 78 5.2.2 Doelen 78 5.2.3 Uitvoering 78 5.2.4 Resultaat en rendement 78 5.3 Conclusies 79 5.3.1 Focus op initiatieven en initiatiefnemers 79 5.3.2 Focus op de overheidsorganisatie 80 5.4 Aanbevelingen 80 5.4.1 Visie en strategie 80 5.4.2 Inhoudelijke focus 81 5.4.3 Aandacht voor veranderingsprocessen 82 5.4.4 Focus op maatschappelijk rendement:
het overwinnen van gebruiks- en effectbarrières 82 5.4.5 Samenhang in eParticipatiebeleid 84 5.4.6 De aanbevelingen op een rij 84
Bijlage 1: Achtergrond experimenten 87
Bijlage 2: Andere programma’s vanuit BZK 91
Bijlage 3: Programma’s vanuit andere departementen 93
Bijlage 4: Quickscan initiatieven 97
Bijlage 5: Barrièremodel Thaens en Meijer (2009) 109
Bijlage 6: Literatuurlijst 111
Bijlage 7: Deelnemers aan het onderzoek 113
Bijlage 8: Vragenlijst online survey 115
15
1 INLEIDING
1.1 INLEIDING
Afgelopen januari meldde de Volkskrant dat een ‘minder vuurwerk petitie’ op
petities.nl in acht dagen tijd 40.000 handtekeningen opleverde – de drempel voor een
burgerinitiatief.1 Zonder gebruik van nieuwe media zou het ophalen van zoveel
handtekeningen veel meer tijd en een veel grotere inspanning hebben gekost.
Digitalisering verlaagt drempels voor participatie. Met de steeds verdergaande
digitalisering van onze wereld wordt participatie steeds meer eParticipatie.2 ICT-
toepassingen worden ingezet om samenwerking tussen overheid en burgers mogelijk
te maken en te vergemakkelijken.
Bij participatie kan de overheid een faciliterende of initiërende rol spelen, maar
uiteraard kunnen de initiatieven evenzo goed door burgers, bedrijven of
maatschappelijke belangenorganisaties zelf worden genomen. Het internet biedt
hiertoe alle gelegenheid: ‘...het geeft elke gebruiker een platform om zijn mening
kenbaar te maken. En daar wordt grif gebruik van gemaakt. Van diepgravende
beschouwingen en uitgewerkte plannen tot aan de onderbuikgevoelens en
scheldpartijen in reactiefora.’3 Enerzijds noodzaakt dit overheden tot een heel andere
en vaak veel bredere manier van verantwoorden; simpel gezegd kan je stellen dat
directe publieke verantwoording belangrijker is geworden en daarmee het afleggen
van politieke verantwoording wellicht minder dominant.4 Anderzijds biedt de moderne
informatiemaatschappij vele en gevarieerde mogelijkheden om met behulp van
moderne ICT (zoals web 2.0 toepassingen) burgers en belangengroepen intensiever te
betrekken bij de voorbereiding, vaststelling, uitvoering en vooral ook evaluatie van
beleid. Steeds vaker is de rol van burgers daarmee niet meer beperkt tot die van de
traditionele kiezer (‘op afstand’); in toenemende mate worden zij online geraadpleegd
over tal van onderwerpen, of worden zij gevraagd om advies of zelfs om directe
participatie in het democratische besluitvormingsproces.
1.1.1 Naar actief burgerschap…
De tendens tot meer samenwerking met burgers en belanghebbenden speelt niet
alleen online, op steeds meer plekken duiken termen als 'slimmer (samen)werken’,
‘coproductie’ of 'sociale innovatie’ op. De on- en offline wereld lopen steeds meer in
elkaar over: overal worden krachten gebundeld. James Surowiecki spreekt in deze
1 Volkskrant van 29 januari 2009. 2 cf. Van de Donk en Edwards, 2005, p. 533. 3 Van Berlo, 2008, p. 30. 4 cf. Van Duivenboden en Lips, 2003.
B&A CENTRUM VOOR BELEIDSEVALUATIE BETROKKEN BURGERS, BEWOGEN BESTUUR
16
context van de Wisdom of Crowds5: het gezamenlijke reservoir aan kennis en kunde van
een willekeurige groep mensen. Tapscott en Wiliams verklaren online samenwerking in
termen van Wikinomics, naar analogie van de in veler ogen favoriete samenwerking
online: wikipedia.6 Kortom: de tijd dat 'de burger' bediend werd door de overheid,
zonder verdere bemoeienis vooraf van diezelfde burger, lijkt voorbij. Zo’n passieve rol
past ook niet in het beeld van een actief, mediawijs burgerschap zoals het kabinet dat
herkent en erkent.
Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is dan ook – als
coördinerend ministerie voor informatiebeleid en binnenlands bestuur – een actieve
speler als het gaat om eParticipatie. Zijn doelstelling is de dynamiek van allerlei
groepen burgers op internet te benutten, vernieuwing van onderop mogelijk te maken
en de kloof tussen overheid en burgers te overbruggen. Het doet dit door meer
interactie en betrokkenheid te organiseren, ook – en misschien wel vooral – langs
digitale weg. Centraal staat de rol van de burger als citoyen, als staatsburger: een
medebeslisser, medetoezichthouder en mede-initiatiefnemer.7 eParticipatie wordt zo
ingezet om de kwaliteit van de dienstverlening en de democratie te verbeteren.8
1.1.2 …en gericht overheidsbeleid
Om eParticipatie te versterken, zijn diverse beleidsprogramma’s, projecten en ideeën
uitgevoerd, die gepaard zijn gegaan met vele verkenningen, bijeenkomsten, concepten
van netwerkvorming en andere creatieve initiatieven. Gedacht kan worden aan
activiteiten op het vlak van burgerpanels, petities, communityvorming, e-democracy,
toezicht, zelforganisatie van burgers en wijkinitiatieven. De recente, mede door BZK
mogelijk gemaakte, ronde van Digitale Pioniers leverde bijvoorbeeld eMocracy (thans:
Democratiespel) op: het politieke proces in Nederland als online multiplayer
roleplaying game. Een ander voorbeeld is ikregeer.nl, waarop officiële publicaties van
de overheid op een gebruiksvriendelijke en open manier worden ontsloten. Via het
programma Burgerlink wordt de doorontwikkeling van vier concrete eParticipatie
instrumenten gestimuleerd: watstemtmijnraad.nl, petities.nl, wijwaarderen.nl en
Webantenne. De lijst van eParticipatie initiatieven – vaak gesteund door de overheid,
maar niet altijd – groeit gestaag.
1.2 ONDERZOEKSVRAGEN
Het ministerie van BZK heeft B&A gevraagd een retrospectief onderzoek uit te voeren
naar zijn beleid inzake eParticipatie. Het wil zo komen tot een waardering van de
sturingsfilosofie zoals tot op heden gehanteerd en tot het achterhalen van succes- en
faalfactoren van verschillende experimenten, concepten en ideeën. Op deze wijze
wordt input gegenereerd voor nieuw beleid (sturingsfilosofie) met het oog op een
verdere doorontwikkeling en opschaling van eParticipatie-initiatieven en een gerichte
verbreding van de toepassing van eParticipatie in Nederland.
5 Surowiecki, 2004. 6 Tapscott & Williams, 2008. 7 Naast de rol van staatsburger zijn bijvoorbeeld de hoedanigheden van de burger als klant of kiezer en de
klassieke rol van onderdaan te onderkennen (cf. Ringeling, 2001; Van Duivenboden en Lips, 2003). 8 Raad voor Cultuur, 2006.
B&A CENTRUM VOOR BELEIDSEVALUATIE BETROKKEN BURGERS, BEWOGEN BESTUUR
17
Binnen het onderzoek staan vijf vragen centaal:
1. Wat was de sturingsfilosofie van BZK en (hoe) heeft deze gewerkt?
2. Welk resultaat hebben de experimenten geboekt?
3. Wat waren de belangrijkste succes- en faalfactoren voor de ontwikkeling en
opschaling van bestaande eParticipatie experimenten? En wat is nodig om
doorontwikkeling en opschaling daarvan te bevorderen?
4. Welke vijf tot tien eParticipatie concepten en ideeën die niet werden gerealiseerd
lijken nog steeds geschikt en van belang om te realiseren en wat zijn hierbij succes
en faalfactoren? En op welke manier zou deze realisatie het beste gestalte kunnen
krijgen?
5. Hoe kan de komende twee jaar het thema eParticipatie verder worden
geagendeerd en het eParticipatiebeleid worden geïmplementeerd?
1.3 EPARTICIPATIE
Er bestaan diverse definities van het begrip eParticipatie. Wij gebruiken binnen dit
onderzoek een (samen met de begeleidingscommissie van dit onderzoek)
aangescherpte versie van de definitie, zoals destijds door burger@overheid opgesteld:
‘Het toepassen van ICT-middelen door overheid en burgers om samen te werken aan oplossingen voor, of in ieder geval in gesprek te komen over, maatschappelijke vraagstukken.’
De kernelementen van deze definitie zijn: samenwerking, ICT als middel en
maatschappelijke vraagstukken. Het hoeft daarbij niet per se te gaan over
samenwerking tussen overheid en burgers; ook in relaties tussen burgers onderling kan
sprake zijn van eParticipatie. BZK zelf hanteert een indeling in drie verschillende typen
relaties:
• Burger - bestuur (politieke participatie);
• Burger - dienstverlening (beleidsparticipatie);
• Burger - burger (sociale participatie).
1.4 THEORETISCH KADER
In deze paragraaf worden de theoretische bouwstenen behandeld die we voor dit
onderzoek hanteren. Dit zijn achtereenvolgens:
1. Het B&A-protocol voor het meten van beleidsrendement;
2. Het raamwerk van Aichholzer en Westholm voor de evaluatie van
eParticipatieprojecten;
3. De theorie van Edelenbos et al. over de treden in de participatieladder;
4. De theorie inzake de klassieke beleidscyclus ingedeeld in beleidsfasen (zoals onder
meer gehanteerd door Hoogerwerf;
B&A CENTRUM VOOR BELEIDSEVALUATIE BETROKKEN BURGERS, BEWOGEN BESTUUR
18
5. De theorie van Meijer en Thaens over de barrières tussen de mogelijkheden van
internet en de toename van de invloed van burgers.
Aan het eind van deze paragraaf wordt schematisch weergegeven hoe we deze
theoretische bouwstenen gebruiken binnen het onderzoek.
1.4.1 Rendementsmeting
Voorafgaand aan beleid of aan gehanteerde bestuursstijlen ligt een waarneming van
de overheid. Overheidssturing komt voort uit het waarnemen van veranderingen in de
wereld en de wens om daar op in te spelen. Het beleid wordt (doorgaans) op papier
geformuleerd, maar wordt pas werkelijkheid in de uitvoering. Beleid is bovendien geen
eenzijdige interne zaak van ambtenaren en hun ministers meer. Bij beleidsvorming en
uitvoering zijn altijd verschillende partijen betrokken; zo ook bij eParticipatie, waar
diverse publieke en private partijen samenwerken (of elkaar tenminste confronteren
met elkaars zienswijzen). Uitvoering is, zeker in dat geval, beleid in actie. En op actie
volgt, zoals we weten, reactie – en als het goed gaat een positief resultaat.
Waarneming, beleid, uitvoering en resultaat zijn de vier elementen die dienen als
onderzoekskader, in een door B&A ontwikkeld protocol voor beleidsevaluatie:
Figuur 1.1 Protocol voor analyse van beleidsrendement
Het succes meten we uiteindelijk af aan het behaalde rendement: we kijken terug naar
de wens en leggen het behaalde resultaat naast deze wens: wat is het behaalde
rendement, wat is de opbrengst?
We kunnen op deze manier iets zeggen over de effectiviteit van de sturingsfilosofie van
het ministerie van BZK als het gaat om eParticipatie. We gebruiken dit protocol in de
conclusies om terug te kijken op het gevoerde beleid. Hiertoe wordt ondermeer in
hoofdstuk 2 een retrospectie uitgevoerd en wordt de gehanteerde sturingsfilosofie in
kaart gebracht.
Waarneming Wens
Doelen Strategie Beleid
Resultaat
Uitvoering
Rendement
B&A CENTRUM VOOR BELEIDSEVALUATIE BETROKKEN BURGERS, BEWOGEN BESTUUR
19
1.4.2 Evaluatie van eParticipatie projecten
Voor de uitvoering van het onderzoek is daarnaast gebruik gemaakt van een recente
publicatie van Aichholzer en Westholm: Evaluating eParticipation Projects: Practical
Examples and Outline of an evaluation framework.9 Dit artikel is met name nuttig als
het gaat om de vraag in welke mate eParticipatieprojecten helpen de democratie te
versterken en wanneer en hoe gesproken kan worden van effectiviteit.
Terwijl eParticipatie praktijken meer en meer de status van experiment en pilot
verlaten, zijn er weinig bestaande methoden voor diepgaande evaluaties – zo stellen
Aichholzer en Westholm. Sommige onderzoekers verwijzen naar evaluaties van
algemene (niet-elektronische) participatietrajecten10, maar evaluaties van eParticipatie
zijn zeldzaam.11 Alles omvattende frameworks staan nog in de kinderschoenen.12
Sommige bijdragen op het vlak van transparantie en ‘accountability’, zoals de
benchmarks van de VN in 2005 en in 2008, missen een diepgaande kwaliteitsanalyse,
zo stellen Aichholzer en Westholm. Aan de hand van casestudies proberen zij te komen
tot een framework voor evaluatie. Hun methode is voornamelijk gebaseerd op ‘third-
party exploration’ van activiteiten, bijeenkomsten en verslagen. Daarnaast zijn expert
interviews afgenomen en focusgroepen ingezet. Naast het lezen van rapporten, het
bezoeken van offline bijeenkomsten en het afnemen van interviews, zijn websites en
tools aan onderzoek onderworpen.
In het onderhavige onderzoek is de aanpak van Aichholzer en Westholm mede basis
geweest voor de opzet en uitvoering. Naast document- en literatuurstudie en een
online survey, is een groot aantal betrokkenen en experts bij de evaluatie betrokken –
zowel in de reconstructie en de terugblik als in het denkproces met betrekking tot
(nieuwe) perspectieven voor het beleid en de rol van BZK hierin. In plaats van te werken
met focusgroepen is een bijeenkomst van bij eParticipatie betrokken personen
georganiseerd in de vorm van een denktanksessie en is het onderzoeksteam
ondersteund door een begeleidingscommissie bestaande uit eParticipatie-experts.
Hierdoor is een actieve bijdrage van ervaringsdeskundigen gerealiseerd, die past bij de
aard van het onderzoek.
1.4.3 Participatieladder
Er zijn verschillende vormen van participatie te onderscheiden, waarbij de mate van
participatie en de rol van burgers verschilt. In de onderstaande figuur hebben we deze
samengevat in de bij velen inmiddels bekende ‘participatieladder’. Hoe hoger op de
ladder, hoe meer de burger betrokken wordt bij het besluitvormingsproces.13 Burgers
kunnen de volgende rollen en stijlen van participatie vervullen: informeren,
raadplegen, adviseren, coproduceren en meebeslissen (zie figuur 1.2).
9 Aichholzer & Westholm, 2009. 10 Zoals Rowe & Frewer, 2000; 2004; Warburton et al., 2007. 11 Vgl. Henderson et al., 2005; Janssen & Kies, 2005. 12 Bijvoorbeeld Macintosh & Whyte, 2008; Aichholzer & Westholm, 2009. 13 Edelenbos et al., 2006, gebaseerd op Arnstein, 1969.
B&A CENTRUM VOOR BELEIDSEVALUATIE BETROKKEN BURGERS, BEWOGEN BESTUUR
20
Figuur 1.2 De participatieladder van Edelenbos14
In onderstaande tabel is de inhoud van elke trede kort uitgewerkt:
Tabel 1.1 Inhoud per trede van de participatieladder
Trede Inhoud Informeren Politiek en bestuur bepalen zelf de agenda voor besluitvorming en
houden betrokkenen hiervan op de hoogte. Zij maken geen gebruik
van de mogelijkheid om betrokkenen een inbreng te laten geven in
de beleidsontwikkeling. Rol participant: toehoorder.
Raadplegen Politiek en bestuur bepalen in hoge mate zelf de agenda, maar zien
betrokkenen als gesprekspartners bij de ontwikkeling van beleid.
De politiek verbindt zich echter niet aan de resultaten die uit de
gesprekken voortkomen. Rol participant: geconsulteerde.
Adviseren Politiek en bestuur stellen in beginsel de agenda samen, maar
geven betrokkenen gelegenheid om problemen aan te dragen en
oplossingen te formuleren, waarbij deze ideeën een volwaardige
rol spelen in de ontwikkeling van beleid. De politiek verbindt zich in
principe aan de resultaten, maar kan bij de uiteindelijke
besluitvorming hiervan (beargumenteerd) afwijken. Rol
participant: adviseur.
14 Bron: Edelenbos et. al, 2006. Schema op basis van Edelenbos en Munnikhof, 1998.
B&A CENTRUM VOOR BELEIDSEVALUATIE BETROKKEN BURGERS, BEWOGEN BESTUUR
21
Trede Inhoud
Co-produceren Politiek, bestuur en betrokkenen komen gezamenlijk een agenda
overeen, waarna samen naar oplossingen gezocht wordt. De
politiek verbindt zich aan deze oplossingen in de uiteindelijke
besluitvorming. Rol participant: samenwerkingspartner.
Meebeslissen Politiek en bestuur laten de ontwikkeling van beleid en de
besluitvorming over aan de betrokkenen, waarbij het ambtelijk
apparaat een adviserende rol vervult. De politiek neemt de
resultaten over, na toetsing aan vooraf gestelde randvoorwaarden.
Rol participant: medebeslisser.
De participatieladder wordt in hoofdstuk 3 gebruikt om de experimenten te
positioneren. Vervolgens wordt bepaald waar ‘witte vlekken’ bestaan.
1.4.4 Beleidscyclus
Participatie kan plaatsvinden op verschillende momenten in het
beleidsvormingsproces. De meest bekende indeling van het beleidsproces is de
beleidscyclus van Hoogerwerf15 met zeven deelprocessen: agendavorming,
beleidsvoorbereiding, beleidsbepaling, beleidsuitvoering, beleidsevaluatie,
terugkoppeling en beleidsbeëindiging. We zullen in dit onderzoek een iets compactere
vorm hanteren, vrij naar Hoogerwerf en met toevoeging van de bij eParticipatie veel
gehanteerde fase ‘Toezicht en handhaving’:
Tabel 1.2 Fasen in de beleidsvorming
Fase Inhoud Agendavorming Het proces waarin maatschappelijke problemen de aandacht
van het publiek en de politiek al dan niet krijgen.
Beleidsvoorbereiding Het verzamelen en analyseren van informatie en het
formuleren van adviezen.
Besluitvorming Het nemen van beslissingen over de inhoud van het beleid.
Uitvoering/
dienstverlening
Het toepassen van de inhoud, het proces en de effecten van
beleid.
Toezicht/
handhaving
Het toezien op en handhaven van de naleving van vastgesteld
beleid.
De fasen van de beleidscyclus worden, evenals de treden van de participatieladder, in
hoofdstuk 3 gebruikt om de experimenten te positioneren. Vervolgens wordt bepaald
waar ‘witte vlekken’ bestaan.
15 Zie bijvoorbeeld Hoogerwerf en Herweijer, 2003.
B&A CENTRUM VOOR BELEIDSEVALUATIE BETROKKEN BURGERS, BEWOGEN BESTUUR
22
1.4.5 Barrièremodel
Met het ‘barrièremodel’ geven Meijer en Thaens16 weer dat de mogelijkheden van
internet voor participatie (eParticipatie) niet automatisch leiden tot invloed op de
overheid. Dit komt door drie verschillende barrières: institutionele, gebruiks- en
effectbarrières:
Figuur 1.3 Het barrièremodel
Institutionele barrières17 Door institutionele barrières maakt de overheid geen gebruik van alle mogelijkheden
van internet. Barrières kunnen gelegen zijn in:
• Financiën (te duur);
• Juridische aspecten (hoge juridische restricties of voorwaarden);
• Politiek (support vanuit de politieke mist);
• Beleid (huidige beleidslijn belemmert nieuwe vormen);
• Organisatie (oppositie vanuit de eigen organisatie);
• Technologie (de techniek is toch nog niet geavanceerd genoeg om een idee te
verwezenlijken).
Gebruiksbarrières Gebruiksbarrières zorgen ervoor dat de geboden mogelijkheden niet of weinig worden
gebruikt door burgers. Barrières kunnen gelegen zijn in:
• Administratie (onzorgvuldig beheer van de applicatie ondermijnt het succes);
• Routine (burgers moeten er nog aan wennen);
• Belang (ondermijning vanwege belangentegenstelling);
• Motivatie (burgers zijn niet gemotiveerd te participeren);
• Vertrouwen (burgers hebben niet het gevoel dat hun inbreng iets verandert).
16 Meijer en Thaens, 2009 (nog te verschijnen). 17 Zie voor een uitgebreide beschrijving bijlage 5.
Internet
mogelijkheden
Overheid
gebruikt internet
voor e-
participatie
Burgers
participeren
Institutionele
barrières
Gebruiks-
barrières
Participatie
heeft invloed op
overheid.
Effect-
barrières
B&A CENTRUM VOOR BELEIDSEVALUATIE BETROKKEN BURGERS, BEWOGEN BESTUUR
23
Effectbarrières Bij effectbarrières gelden dezelfde punten als bij de institutionele barrières (financiën,
juridische aspecten, politiek, beleid, organisatie en technologie). Daarnaast zijn
relevant:
• Haalbaarheid (de ideeën van burgers zijn niet haalbaar);
• Representativiteit (door gebrek aan representativiteit kan de inbreng niet
worden gebruikt).
De driedeling van het model in institutionele, gebruiks- en effectbarrières en de
bijbehorende aandachtspunten worden gebruikt om de bij de experimenten ervaren
succes- en faalfactoren te plaatsen.
1.4.6 De theoretische bouwstenen in overzicht
De bovengenoemde theoretische modellen gelden elk als belangrijke bouwsteen
binnen dit onderzoek. Ze helpen bij de beantwoording van de onderzoeksvragen en
krijgen als volgt hun weerslag in het onderzoek:
Tabel 1.3 Weerslag van theoretische bouwstenen in het onderzoek
Bouwsteen Onderzoeksvraag18 Weerslag in onderzoek
Rendementsmeting 1: Wat was de sturingsfilosofie van
BZK en (hoe) heeft deze gewerkt?
Reconstructie, reflecties en
conclusies
Evaluatieraamwerk - Algehele onderzoeksopzet
Participatieladder 2: Welk resultaat hebben de
experimenten geboekt?
Analyse van de spreiding van de
experimenten
Beleidscyclus 2: Welk resultaat hebben de
experimenten geboekt?
Analyse van de spreiding van de
experimenten
Barrièremodel 3: Wat waren de belangrijkste
succes- en faalfactoren voor de
ontwikkeling en opschaling van
bestaande eParticipatie
experimenten? En wat is nodig om
doorontwikkeling en opschaling
daarvan te bevorderen?
Indelen van succes- en
faalfactoren, reflectie op succes-
en faalfactoren en kansen en
bedreigingen
1.5 ONDERZOEKSOPZET
Op basis van de theoretische elementen als beschreven in de voorgaande subparagraaf
is een concrete onderzoeksopzet gemaakt waarbinnen vijf fasen zijn doorlopen: de
voorbereiding, retrospectie, de tussenbalans, een blik op de toekomst en de eindbalans.
We geven hieronder kort weer wat per fase aan activiteiten is ondernomen.
18 Voor de overige twee onderzoeksvragen zijn geen theoretische modellen gehanteerd.
B&A CENTRUM VOOR BELEIDSEVALUATIE BETROKKEN BURGERS, BEWOGEN BESTUUR
24
1.5.1 Fase 1: Voorbereiding
In de voorbereiding zijn alle benodigde stappen gezet om het daadwerkelijke
onderzoek te kunnen starten: een aangescherpt plan van aanpak, formats voor de
diverse instrumenten en planning van de diverse gesprekken en bijeenkomsten.
1.5.2 Fase 2: Retrospectie
Het doel van deze fase was het terugblikken op en bepalen van het succes van het
gevoerde beleid en de door BZK ondersteunde experimenten. Ook zijn de eerste ideeën
verzameld voor toekomstig beleid. In deze fase zijn documenten en verslagen
bestudeerd (beleidsanalyse en quickscan), interviews gehouden met initiatiefnemers
en gebruikers en betrokkenen bevraagd middels een online survey.
1.5.3 Fase 3: Tussenbalans
In deze derde fase hebben het onderzoeksteam en de begeleidingscommissie samen de
tussenbalans opgemaakt. De uitkomsten van de documentenstudie, interviews en
online survey zijn besproken en verder doordacht. Hierbij is uiteraard ook een blik op
het vervolgtraject van het onderzoek geworpen.
1.5.4 Fase 4: Blik op de toekomst
Tot zover het verleden. In de vierde fase is de blik op de toekomst gericht: welke rol zou
BZK de komende twee jaar kunnen spelen? Deze vraag heeft centraal gestaan tijdens
de zogenaamde denktanksessie, die is bezocht door 25 eParticipatie-experts.
1.5.5 Fase 5: Eindbalans
Op basis van de retrospectie en de blik op de toekomst is de eindbalans opgemaakt:
hoe staat eParticipatie er op dit moment voor en wat zijn mogelijkheden voor het door
BZK te voeren beleid? Een voorlopige beantwoording van deze vragen is besproken met
de begeleidingscommissie.
In de bijlagen (bijlage 7) is een overzicht opgenomen van alle gesprekspartners c.q.
deelnemers.
1.6 LEESWIJZER
In de volgende hoofdstukken worden de resultaten van het onderzoek weergegeven. In
hoofdstuk 2 wordt het gevoerde BZK-beleid beschreven (‘Retrospectie’). In hoofdstuk 3
wordt een balans opgemaakt van de huidige eParticipatie-initiatieven die in meer of
mindere mate door BZK ondersteund zijn. Hoofdstuk 4 staat in het teken van een blik
op de toekomst: welke rollen zou BZK de komende twee jaar kunnen spelen met
betrekking tot eParticipatie? In hoofdstuk 5 ten slotte, wordt de rendementsmeting
uitgevoerd, worden de belangrijkste conclusies weergegeven en worden aanbevelingen
gedaan. De hoofdstukken verhouden zich als volgt tot de onderzoeksvragen:
B&A CENTRUM VOOR BELEIDSEVALUATIE BETROKKEN BURGERS, BEWOGEN BESTUUR
25
Tabel 1.4 Hoofdstukken in relatie tot de onderzoeksvragen
Hoofdstuk Onderzoeksvraag
2. Retrospectie BZK-beleid 1a. Wat was de sturingsfilosofie van BZK?
3. Balans initiatieven 2. Welk resultaat hebben de experimenten geboekt?
3. Wat waren de belangrijkste succes- en faalfactoren
voor de ontwikkeling en opschaling van bestaande
eParticipatie experimenten? En wat is nodig om
doorontwikkeling en opschaling daarvan te
bevorderen?
4. Welke vijf tot tien eParticipatie concepten en ideeën
die niet werden gerealiseerd lijken nog steeds geschikt
en van belang om te realiseren en wat zijn hierbij
succes en faalfactoren? En op welke manier zou deze
realisatie het beste gestalte kunnen krijgen?
4. Blik op de toekomst 5. Hoe kan de komende twee jaar het thema
eParticipatie verder worden geagendeerd en het
eParticipatiebeleid worden geïmplementeerd?
H5. Conclusies &
aanbevelingen
1b. (Hoe) heeft de sturingsfilosofie gewerkt?
5. Hoe kan de komende twee jaar het thema
eParticipatie verder worden geagendeerd en het
eParticipatiebeleid worden geïmplementeerd?
27
2 RETROSPECTIE BZK-BELEID
2.1 INLEIDING
In dit hoofdstuk wordt teruggeblikt op het door BZK gevoerde beleid ten aanzien van
eParticipatie. Aan bod komen een reconstructie van het beleid (2.2), de door partners
en betrokken ambtenaren gepercipieerde sturingsfilosofie van BZK (2.3), de analyse van
het netwerk (2.4), een quickscan van lopende eParticipatie-initiatieven (2.5) en,
afsluitend, een korte reflectie (2.6).
2.2 RECONSTRUCTIE BELEIDSACTIVITEITEN
2006: Het begin Binnen onder meer de programma’s XPIN (innovatieve beleidsvorming), InAxis
(innovatie openbaar bestuur) en Burger@overheid (stimuleren digitale overheid vanuit
het burgerperspectief) is bij BZK aandacht ontstaan voor eParticipatie: het via digitale
weg betrekken van de burger bij verschillende facetten van het openbaar bestuur.19 In
2006 wordt de beleidsmatige aandacht vanuit BZK voor het onderwerp eParticipatie
concreet binnen ‘een verkennend traject eParticipatie’ vanuit DIIOS (Directie Innovatie-
en Informatiebeleid Openbare Sector). In de zomer van dat jaar krijgen vier bureaus de
opdracht om een aantal vragen met betrekking tot eParticipatie uit te werken. In de
aanloop hier naartoe zijn al twee ambtenaren (Jornt van Zuylen en Arnout Ponsioen)
bezig geweest met het in kaart brengen van eParticipatie-initiatieven en het opbouwen
van een eerste netwerk.
De verkenningen worden uitgevoerd door TNO-ICT, Dialogic, Nederland Kennisland en
het Instituut voor Publiek en Politiek en zijn vooral bedoeld om de dynamiek rondom e-
participatie op gang te brengen. De bureaus werken aan vijf opgaven: een overzicht
van initiatieven e-participatie van lokale overheden; een overzicht van initiatieven door
burgers; de mogelijkheden van web2.0 (co-creation) binnen het publieke domein, van
e-participatie op het vlak van e-toezicht en van ICT in politieke processen.
Naast de verkenningen wordt in het najaar van 2006 een sessie georganiseerd met het
ontstane netwerk rondom eParticipatie. In die sessie zijn kansrijke ideeën
geïdentificeerd, op basis van diverse quickscans en eerdere bijeenkomsten. Uit de
sessie volgen 49 ideeën. Deze worden in een vervolgsessie in klein comité voorzien van
de statussen ‘rijp’ en ‘groen’. Er blijven zes kansrijke ideeën over, die in aanmerking
komen voor de status van door BZK te ondersteunen experiment.
19 Zie paragraaf 1.2 voor de in dit onderzoek gehanteerde definitie van eParticipatie.
B&A CENTRUM VOOR BELEIDSEVALUATIE BETROKKEN BURGERS, BEWOGEN BESTUUR
28
2007: ‘Voorbereidende fase’ wordt gestart Op basis van de verkenningen en de uitkomst van de 49-ideeënsessie besluit de DIIOS-
staf van BZK in januari 2007 aan de activiteiten rondom het thema eParticipatie
vervolg te geven in een ‘voorbereidende fase eParticipatie’. eParticipatie wordt daarbij
voorgesteld als participatie van de burger binnen drie relaties: burger-bestuur
(politieke participatie), burger-dienstverlening (beleidsparticipatie) en burger-burger
(sociale participatie). Het traject is vooral bedoeld om ervaringen op te doen en het
onderwerp binnen de overheid (Rijksoverheid en gemeenten) geagendeerd te krijgen.
Er wordt gekozen voor een bottom-up sturingsstrategie, door een aantal experimenten
te gaan ondersteunen vanuit een zogenaamd ‘klussenbureau’ (zie 2007a). Daarnaast
wordt gekozen om een conferentie te organiseren (zie 2007b). Voor de activiteiten in
2007 wordt 400.000 euro gereserveerd. Intern wordt benoemd dat de activiteiten
(uiteindelijk) gericht zijn op verdere inrichting van een eventueel actieprogramma
eParticipatie. Men denkt binnen dat actieprogramma aan onderdelen als:
• Het stimuleren van de ontwikkeling van e-tools;
• Het stimuleren van het gebruik van e-tools;
• Het evalueren van het gebruik van e-tools;
• Het delen van gebruikerservaringen;
• Communicatie.
2007a: Experimenten Er wordt in maart een “redactieraad” samengesteld met Arnout Ponsioen (BZK), Joeri
van den Steenhoven (Kennisland), Christiaan Holland (Dialogic) en Steven Lenos (IPP).
Naast het inhoudelijk voorbereiden van de conferentie (zie 2007b) gaat de redactieraad
samen met de initiatiefnemers aan slag met de uitwerking van de zeven20 ideeën tot
experimenten. Afgesproken wordt dat de redactieleden elk één of twee initiatieven
onder hun hoede nemen. De experimenten, de initiatiefnemers en de doelstellingen
zijn kort weergegeven in onderstaand schema:21
Tabel 2.1 De eerste zeven door BZK ondersteunde experimenten
Experiment Initiatiefnemer Inhoud
Watstemtmijnraad.nl Vier gemeenten Burgers kunnen hier het
stemgedrag van hun gemeenteraad
bekijken.
Petities.nl 2.0 Stichting Petities.nl Het doel is om het voor
Nederlanders gemakkelijk te maken
een petitie te ondertekenen of te
starten.
Wijwaarderen.nl Gemeente
Eindhoven
Geeft burgers de mogelijkheid om
publieke dienstverlening te
waarderen, beoordelen en
vergelijken.
20 Op verzoek van Staatssecretaris Bijleveld om nauwere samenwerking te zoeken met Inspraakpunt van
V&W, wordt een zevende idee, ikgaverder.nl, toegevoegd aan de al geselecteerde zes kansrijke ideeën. 21 Zie ook Bijlage 1 .
B&A CENTRUM VOOR BELEIDSEVALUATIE BETROKKEN BURGERS, BEWOGEN BESTUUR
29
Experiment Initiatiefnemer Inhoud
Issuefeed.net/
Webantenne
Richard Rogers Digitale zoekmachine; te gebruiken
om te zoeken naar discussiesites,
weblogs en dergelijke.
Digitale Diender Politie Utrecht Mogelijkheid voor bewoners om
online te communiceren met de
wijkagent.
Krachtwijkenindex.nl Nieuw Rotterdams
Tij
Instrument om de samenwerking
tussen bewoners in de
‘krachtwijken’ onderling op
wijkniveau te ondersteunen en om
deze bewoners om input te vragen.
Ikgaverder.nl Inspraakpunt V&W
(thans Expertise-
centrum Publieks-
participatie)
Inwoners kunnen hier hun
oplossingen voor
bereikbaarheidsproblemen rondom
Utrecht achterlaten.
2007b: Creatieve sessies en eParticipatietop Naast de start van de zeven experimenten organiseert BZK verschillende
bijeenkomsten. Enerzijds zijn dat twee creatieve sessies over eParticipatie. Deze sessies
(‘Burgers en Bestuur 2.0’ en ‘Burgers en Burgers en Beleid 2.0’) hebben tot doel
kansrijke concepten en ideeën voor eParticipatie te inventariseren en de dynamiek op
gang te brengen. Uit de sessies komen vele creatieve, niet verder gerealiseerde ideeën:
‘stoeptegeldemocratie’, ‘ikwoonhier.nl’, ‘oplossingenmotor.nl’ en ‘wetstrijd’.
Ook wordt door Steven de Jong, een actieve speler in het netwerk, in opdracht van BZK
de site eParticipatie.nl opgezet, een platform dat een overzicht geeft van eParticipatie
projecten in het hele land.
Anderzijds vindt in het najaar van 2007 een ‘eParticipatietop’ plaats. Op de top worden
de mogelijkheden van eParticipatie met een breed publiek besproken. Ook wordt
nagegaan wat nodig is om de kansen te verzilveren. Op de top geven Jacques Wallage
en Tom Steinberg keynote speeches. Ook is er een videobijdrage van staatssecretaris
Bijleveld. De eParticipatietop wordt door velen gezien als belangrijk moment waar
gezamenlijk naar toegewerkt is.
2008a: Burgerlink De ondersteuning en begeleiding van de uitvoering van vier van de zeven
experimenten wordt ondergebracht bij Burgerlink, een nieuw stimuleringsprogramma
vanuit BZK bij ICTU ter verbetering van de dienstverlening van de overheid en het
functioneren van de democratie door de inschakeling van burgers.22 Deze vier
experimenten zijn: watstemtmijnraad.nl, petities.nl, wijwaarderen.nl en webantenne
(issuefed.net). Voor de vier experimenten wordt een ‘Community of ePractice’
opgestart. In het geval van watstemtmijnraad.nl verzamelt Burgerlink binnen het
22 Burgerlink is de opvolger van het in 2007 gestopte programma Burger@Overheid, een onafhankelijk
forum dat de digitale overheid stimuleerde vanuit het burgerperspectief. ICTU verwijst naar de Stichting ICTU, de ICT Uitvoeringsorganisatie van de overheid (zie www.ictu.nl). Naast eParticipatie heeft Burgerlink nog 2 kerntaken: activiteiten rondom (de introductie en het gebruik van) de BurgerServicecode en het meten van de burgertevredenheid.
B&A CENTRUM VOOR BELEIDSEVALUATIE BETROKKEN BURGERS, BEWOGEN BESTUUR
30
netwerk verbeteringen voor het experiment. De trekker van Petities.nl wordt vanuit
Burgerlink gecoacht. De ondersteuning van de twee overige experimenten (Issuefeed
en wijwaarderen.nl) kon door Burgerlink vanwege capaciteitsproblemen niet gelijk
worden opgepakt. Op het moment van schrijven wordt de ontwikkeling van
wijwaarderen.nl een stap verder gebracht; met Issuefeed wordt dit najaar begonnen.
Daarnaast organiseert Burgerlink in het kader van eParticipatie praktijkbijeenkomsten
voor ambtenaren en richt het zich als kenniscentrum op het aanreiken van kennis op
het gebied van eParticipatie.
2008b: Digitale Pioniers In het voorjaar van 2008 stelt TNO in haar rapport ‘Naar een User Generated State’
(onder meer) vast dat Web 2.0 steeds meer aanwezig is in het publieke domein. Wat de
onderzoekers echter opvalt, is dat de overheid erg ‘1.0’ aan instrumenten werkt; de
overheid laat kansen liggen in het benutten van online sociale netwerken en het geven
van meer verantwoordelijkheid aan burgers. In een reactie hierop geeft staatssecretaris
Bijleveld in een beleidsbrief aan de Tweede Kamer aan, dat ze de ontwikkeling van een
overheid 2.0 actief gaat stimuleren. Eén van de acties is het in eerste instantie eenmalig
aansluiten bij een stimuleringsregeling van het ministerie van OCW, uitgevoerd door
Stichting Kennisland. Deze ‘Digitale Pioniers’-regeling is bedoeld om eenmalig
financiële en organisatorische ondersteuning te geven aan innovatieve internet
initiatieven. Kort gezegd: aanvragers kunnen door middel van de ondersteuning hun
idee omzetten in een ‘proof of concept’, om hier vervolgens eventueel zelfstandig een
business model voor op te zetten. In een samenwerking tussen BZK en Digitale Pioniers
wordt in het najaar van 2008 een ronde geopend met als thema eParticipatie. Meer
dan veertig ideeën worden ingediend. Uiteindelijk rollen er zeven experimenten uit de
bus die vanuit Digitale Pioniers ondersteund gaan worden (zie tabel 2.2):
Tabel 2.2 Ondersteunde experimenten vanuit de Digitale Pioniers ronde eParticipatie
Experiment Initiatiefnemer Inhoud
eMocracy (thans:
Democratiespel)
Stichting Petities.nl/ Reinder
Rustema
Het politieke proces in
Nederland als online
multiplayer roleplaying
game.
HNS.dev Stichting Het Nieuwe
Stemmen
De ‘development
environment’ richt zich op
de ontwikkeling van een
standaard database en
ontwikkelt API voor E-
participatie projecten in
Nederland.
Ikregeer.nl Stichting Scartabello Ikregeer.nl stelt zijn data
open zodat andere
websites of internet
toepassingen ze kunnen
gebruiken.
B&A CENTRUM VOOR BELEIDSEVALUATIE BETROKKEN BURGERS, BEWOGEN BESTUUR
31
Experiment Initiatiefnemer Inhoud
OCO Sterren versie 2 Onderwijs Consumenten
Organisatie
De OCO beantwoordt
vragen van ouders en
leerlingen over onderwijs
in Amsterdam.
Open Kamer Political Mashup Open Kamer streamt
videobeelden van debatten
uit de Tweede Kamer.
PoliDocs Political Mashup, Tim
Gielissen en Maarten Marx
Polidocs is een
zoekmachine voor politieke
documenten.
Verbeterdebuurt.nl Creative Crowds Verbeterdebuurt.nl betrekt
burgers bij het verbeteren
van de buurt.
2008c: eParticipatie Awards In 2008 zijn voor het eerst twee eParticipatie Awards uitgereikt. Staatssecretaris
Bijleveld reikte de Awards uit tijdens de werkconferentie Overheid 2.0. De Awards zijn
bedoeld om ‘goede initiatieven meer in het zonnetje te zetten, erkenning te geven voor
getoonde inzet en meer aandacht te geven aan de goede voorbeelden die er zijn’. Eén
Award werd uitgereikt aan RotterdamIdee, voor het beste initiatief vanuit een
overheid. De ander werd uitgereikt aan Buurtlink, als beste eParticipatie-initiatief
vanuit de samenleving. In 2009 zullen de Awards opnieuw worden uitgereikt.
2009: Moment van retrospectie en blik vooruit In 2008 loopt de ‘voorbereidende fase’ stilletjes ten einde. Inmiddels is DIIOS na een
reorganisatie (als programma Dienstverlening, Regeldruk en Informatiebeleid)
ondergebracht bij het DG Bestuur en Koninkrijksrelaties. Het onderwerp eParticipatie
valt vanaf nu onder ‘Dienstverlening van de overheid’ binnen het programma
Dienstverlening, Regeldruk en Informatiebeleid. Voor een deel van de scope van
eParticipatie – de relatie burger - bestuur – wordt verwacht dat deze door de afdeling
‘Democratie en Burgerschap’ van de Directie Openbaar Bestuur en Democratie wordt
ingevuld. In het voorjaar van 2009 wordt door de afdeling Dienstverlening van de
overheid besloten om terug te kijken op de voorbije jaren van eParticipatie en vooruit
te blikken op de komende twee jaar. Hiervoor wordt de opdracht tot het onderhavige
onderzoek uitgezet.
2.3 GEPERCIPIEERDE STURINGSFILOSOFIE
Zoals uit de reconstructie naar voren komt, is DIIOS in 2007 een ‘verkennende fase
eParticipatie’ gestart. Bij de start is in een notitie en een aanvullend plan van aanpak
benoemd wat de aanleiding is om met eParticipatie aan de slag te gaan, wat wordt
verstaan onder eParticipatie en welk traject wordt uitgevoerd. Bij de activiteiten wordt
aangegeven dat het gaat om ‘het verder verkennen van het onderwerp’, ‘een start te
maken met actieve communityvorming’ (met de werkconferentie), ‘het verzilveren van
kansen’ en ‘het hands-on ervaring opdoen’ (met de experimenten). Waartoe één en
B&A CENTRUM VOOR BELEIDSEVALUATIE BETROKKEN BURGERS, BEWOGEN BESTUUR
32
ander dient te leiden (wat moet worden bereikt), anders dan ‘eventueel een
Actieprogramma eParticipatie’, wordt niet expliciet benoemd. Wel wordt in de
planning voor de periode oktober-december 2008 voorzien in de activiteit ‘uitwerken
instrumenten actieprogramma eParticipatie’.
Zodoende kan worden gesteld dat vooraf de sturingsfilosofie niet geëxpliciteerd is:
welke doelstellingen worden beoogd over twee jaar te zijn bereikt en op welke wijze
worden instrumenten ingezet om dat te bereiken? Op basis van de gesprekken met
ambtenaren en netwerkpartners kunnen wel elementen worden benoemd die samen
de bouwstenen vormen van de in de praktijk gehanteerde sturingsfilosofie van BZK.
1. Geloof in een kans In eParticipatie ziet BZK een belangrijke ontwikkeling, die mooie kansen biedt voor de
verbetering van de democratie en het openbaar bestuur. BZK wil graag op enigerlei
wijze deze ontwikkeling een handje helpen.
2. Interessant netwerk Daarnaast ziet men rondom het thema eParticipatie een interessant netwerk ontstaan,
met interessante partners en ideeën waar BZK graag mee in contact wil komen.
3. Niet zelf doen Uitgangspunt is vanaf de start dat BZK ‘het niet zelf zou doen’; BZK zou niet zelf gaan
experimenteren. Externe partners zouden financieel en organisatorisch ondersteund
worden om de ideeën uit te werken tot initiatieven.
4. Bottom-up strategie Vanaf het begin wordt een bottom-up strategie gevoerd. Besloten wordt niet gelijk
doelstellingen ‘van hogerhand’ te verbinden aan het beleid, omdat dit mogelijk
belemmerend zou werken voor de ontwikkeling van initiatieven. Er wordt gekozen voor
een strategie waarbij van onderop – en grotendeels van buiten het domein van de
publieke sector zelf – eParticipatie als onderwerp op de agenda van
overheidsorganisaties wordt gezet. De activiteiten zouden fungeren als vliegwiel; als
eenmaal zou zijn aangetoond wat de mogelijkheden zijn, zouden management,
bestuurders en politici enthousiast worden en ermee aan de slag willen.
5. Ruimte voor het experiment Binnen de activiteiten is er nadrukkelijk ruimte voor het experiment. De ondersteunde
initiatieven zijn bedoeld om te werken aan een ‘proof of concept’, om te onderzoeken
of een idee in de praktijk werkt. Een experiment zou in theorie ook mogen mislukken,
als het idee maar getest is.
6. Agendering van het thema Naast het ondersteunen van experimenten geeft BZK aandacht aan gerichte
agendering van het thema eParticipatie binnen de overheidsorganisatie, door middel
van het organiseren van enkele workshops, sessies en de eParticipatietop.
B&A CENTRUM VOOR BELEIDSEVALUATIE BETROKKEN BURGERS, BEWOGEN BESTUUR
33
7. Persoonlijke benadering
Er is uitgegaan van een persoonlijke benadering. Vanuit het persoonlijke contact met
initiatiefnemers en betrokkenen bij eParticipatie zijn gezamenlijk stappen gezet. Alle
betrokkenen acteren overwegend vanuit een persoonlijke interesse. Er is sprake van
een ‘bondgenotensfeer’. Ook hebben ze meer dan eens op persoonlijke titel een rol,
bijvoorbeeld binnen de redactieraad of als deelnemer aan bijeenkomsten.
8. Ervaringen vanuit het buitenland opgehaald In de afgelopen experimentele fase is bewust de blik ook op het buitenland gericht,
zowel door partners uit het veld als door ambtenaren. Zo is Tom Steinberg
(MySociety.org) betrokken bij de ontwikkelingen in Nederland. Dit heeft onder meer
geleid tot een Nederlandse variant van Fixmystreet.com van het Britse MySociety.org:
verbeterdebuurt.nl. Zelfs is even getracht om een Nederlandse variant van
MySociety.org op te richten. Op dit moment wordt door velen gewezen op het
Amerikaanse data.gov als best practice.
9. Ook geëxperimenteerd met medeoverheden Binnen de experimenten is ook samenwerking gezocht met een aantal
medeoverheden, om tevens op dat vlak te experimenteren. Binnen twee experimenten
is samengewerkt met gemeenten: watstemtmijnraad.nl en wijwaarderen.nl. Eén
experiment is samen met het politiekorps Utrecht opgezet: Digitale Diender. Binnen
één experiment is het Inspraakpunt V&W (met ikgaverder.nl) inhoudelijk en financieel
ondersteund door BZK.
2.3.1 Oordeel vanuit het netwerk
Vanuit het netwerk wordt waardering uitgesproken over de inspanningen die BZK en
partners geleverd hebben op het terrein van eParticipatie. Daarmee hebben ze concreet
bijgedragen aan de ontwikkeling van eParticipatie in Nederland. Men is met name
positief over de enthousiasmerende houding en positiefkritische feedback van
individuele ambtenaren (de persoonlijke benadering). Ook zijn de partners te spreken
over het feit dat BZK het niet zelf wilde doen en ‘ruimte liet aan het experiment’.
Wel worden hier en daar kanttekeningen geplaatst bij de motieven van BZK: wil men
niet gewoon de kunst afkijken bij slimme initiatiefnemers? En loopt het niet te veel
achter een beweging aan, zonder zelf agendazettend te zijn? Daarnaast is men
ontevreden over de communicatie over het selectieproces van de eerste zeven
experimenten (de experimenten die zijn ondersteund door de redactieraad): voor
buitenstaanders was niet duidelijk hoe men is gekomen tot deze zeven.
Ook vragen diverse betrokkenen zich af of het eParticipatiebeleid op sommige
momenten door BZK en Burgerlink niet groter is gemaakt dan het was; het betrof
‘maar’ het ondersteunen van een aantal experimenten.
Dat men heeft gewerkt vanuit een bottom-up strategie, met ruimte voor het
experiment, is zoals gezegd als prettig ervaren. Maar: tot op dit moment, zo lijkt de
boodschap. De tijd van zaaien en enthousiasmeren lijkt voorbij: het is nu tijd om te
gaan oogsten. En daarvoor is een duidelijke strategie nodig die helder wordt
B&A CENTRUM VOOR BELEIDSEVALUATIE BETROKKEN BURGERS, BEWOGEN BESTUUR
34
gecommuniceerd. BZK heeft misschien iets te lang gewacht met het formuleren en
uitdragen van een dergelijke nieuwe strategie; inmiddels wordt vanwege de
onduidelijkheid vanuit het ministerie (al) door meerdere partners een negatief beeld
gegeven over de rol van BZK. Zij verwachten vanuit BZK duidelijkheid over het beleid
dat het voert, de doelen die het beoogt en de rol die het wil spelen. Door de nu
gevoerde ‘losse’ sturingsfilosofie weet men niet zo goed ‘wat BZK wil’. Te laat voor een
nieuwe strategie is het zeker nog niet. Maar om te spreken met de woorden van de
betrokken ambtenaren: ‘het speelkwartier is over’. Er is behoefte aan helderheid over
wat BZK wil bereiken met zijn eParticipatiebeleid, welke instrumenten er hierbij
voorhanden zijn en wat hierbij de rol van het ministerie zelf is.
2.4 NETWERKANALYSE
In deze paragraaf wordt in drie stappen het eParticipatienetwerk gereconstrueerd en
geanalyseerd. Allereerst wordt het eigen beleidsnetwerk van BZK in kaart gebracht.
Vervolgens worden de intradepartementale positie (eParticipatie binnen het eigen
departement en indirect via het eigen departement – zoals via ICTU c.q. Burgerlink) en
de interdepartementale positie (eParticipatie van BZK binnen de Rijksoverheid)
inzichtelijk gemaakt. Ten slotte wordt de interbestuurlijke positie (BZK-eParticipatie
binnen het openbaar bestuur) bepaald. Telkens worden opvallendheden benoemd en
genoemde oordelen weergegeven.
2.4.1 Het eigen beleidsnetwerk in kaart
In de voorgaande paragraaf is reeds de ontwikkeling van het eParticipatiebeleid,
gevoerd door BZK, weergegeven. Op dit moment ziet het beleidsnetwerk er
schematisch als volgt uit:
B&A CENTRUM VOOR BELEIDSEVALUATIE BETROKKEN BURGERS, BEWOGEN BESTUUR
35
Figuur 2.1 Het huidige eigen beleidsnetwerk in kaart
eParticipatie Ronde
BZK‘eParticipatie’
KennislandICTU
• eMocracy.nl• Verbeterdebuurt.nl• PoliDocs• Open Kamer• OCO Sterren versie 2• Ikregeer.nl• HNS.dev
• watstemtmijnraad.nl• petities.nl• wijwaarderen.nl• webantenne (Issuefeed.net)
eParticipatie Awards
Digitale Pioniers regeling
Digitale Diender
Kenniscentrum
Ikgaverder.nl
Krachtwijkenindex
Ondersteuning afgerond
Bijeenkomsten
eParticipatie.nl
eParticipatie
Community of ePractice
Burgerlink
BZKWeb2.0
Onder de paraplu van eParticipatie worden diverse activiteiten/deelprojecten
uitgevoerd. Deze zijn in grote mate verweven met het web2.0-beleid van BZK. In het
kader van eParticipatie organiseert BZK zo nu en dan bijeenkomsten en er worden op
eParticipatie.nl nieuwsberichten gepost over nieuwe initiatieven en overige relevante
informatie.
Daarnaast ondersteunt BZK op dit moment (in juli 2009) via Burgerlink (nog) vier
initiatieven uit de eerste ronde van 2007: watstemtmijnraad.nl, petities.nl,
wijwaarderen.nl en de zogenaamde webantenne (de digitale zoekmachine; om te
zoeken naar discussiesites, weblogs en dergelijke). Watstemtmijnraad.nl wordt onder
leiding van Burgerlink uitgerold in andere gemeenten dan de eerste vier (Almere,
Groningen, Enschede en Woerden); inmiddels zijn er bijna 20 gemeenten die via
watstemtmijnraad.nl het stemgedrag van raadsleden inzichtelijk maken. Binnen
Petities.nl worden met steun van Burgerlink verbeteringen doorgevoerd.
Wijwaarderen.nl en webantenne moeten de komende tijd nog worden uitgewerkt.
De ondersteuning van drie initiatieven is reeds afgerond. Het discussiegedeelte van
Ikgaverder.nl heeft met succes gefunctioneerd en is nu gesloten. Met dank aan Digitale
Diender (een initiatief van de politie Utrecht) zijn nu verschillende wijkagenten via
Buurtlink door burgers te benaderen. De realisatie van de Krachtwijkenindex.nl (een
aandelenspel waarbij spelers kunnen handelen in aandelen van Krachtwijken) is echter
niet gelukt.
B&A CENTRUM VOOR BELEIDSEVALUATIE BETROKKEN BURGERS, BEWOGEN BESTUUR
36
Daarnaast laat BZK op dit moment onder de vlag van Digitale Pioniers (een regeling van
OCW, uitgevoerd door Kennisland) de financiële en organisatorische ondersteuning
van zeven verschillende initiatieven uitvoeren: eMocracy, Verbeterdebuurt.nl, PoliDocs,
Open Kamer, OCO Sterren versie 2, Ikregeer.nl en HNS.dev.
Wat valt op? • Er is binnen het eigen netwerk een aantal gedreven personen en/ of collectieven
actief, die op verschillende terreinen bezig zijn met eParticipatie, veelal vanuit een
daartoe opgerichte stichting: HNS.dev vanuit Stichting Het Nieuwe Stemmen,
PoliDocs en Open Kamer vanuit Political Mashup, ikregeer vanuit Scartabello,
Verbeterdebuurt vanuit Creative Crowds, petities.nl en eMocracy en Digitale
Diender. Het zijn met name de ‘believers’ in eParticipatie, die bij de door BZK
ondersteunde experimenten betrokken zijn (geweest).
• Uitzondering is echter Inspraakpunt van V&W, dat met Ikgaverder.nl, met
ondersteuning van BZK, heeft geëxperimenteerd met eParticipatie binnen een
specifiek project. Evenals de Onderwijs Consumenten Organisatie (OCO), die met
hulp van de DP-regeling een waarderingssysteem heeft opgebouwd.
• Tevens zijn bij twee door BZK ondersteunde experimenten enthousiaste gemeenteambtenaren betrokken: watstemtmijnraad.nl (Almere, Groningen,
Enschede en Woerden) en Wijwaarderen.nl (gemeente Eindhoven). Daarnaast
wordt nu voor aansluiting bij het initiatief Petities.nl gericht actie ondernomen
richting gemeenten.
• Twee experimenten uit de eerste ronde zijn nog steeds niet goed van de grond
gekomen (wijwaarderen.nl en webantenne).
• Naar het idee van de gesprekspartners is vernieuwing ofwel ‘vers bloed’ binnen het netwerk nodig, want ‘men begint elkaar na te praten’. Bij de Digitale Pioniers-
ronde voor eParticipatie zijn volgens de partners maar weinig nieuwe partijen
betrokken geraakt.
• Doelgroepen als politieke partijen en bestuurders zijn nu niet betrokken bij het
netwerk. Ook niet-‘believers’ onder de ambtenaren en griffiers worden moeilijk
bereikt.
• Er ontstaan nieuwe netwerken buiten het eParticipatie-netwerk (zie ook volgende
subparagrafen), zonder verknopingen.
• Het netwerk is met name gericht op elektronische participatie en niet op
participatie via andere media.
• Er worden vraagtekens gezet bij de Community of ePractice en de
Kenniscentrumfunctie van Burgerlink.
• Tot slot blijkt dat de redactieraad die ooit richting eParticipatietop functioneerde,
niet meer bijeenkomt.
2.4.2 Intradepartementale positie
Hierboven is het BZK eParticipatie-beleidsnetwerk in beeld gebracht. Naast
eParticipatie zijn er ook andere programma’s, projecten en activiteiten binnen BZK die
linken aan het onderwerp; zie bijlage 2 voor een (niet uitputtend) overzicht hiervan.
B&A CENTRUM VOOR BELEIDSEVALUATIE BETROKKEN BURGERS, BEWOGEN BESTUUR
37
Wat valt op?
• In vergelijking met andere BZK-projecten heeft eParticipatie een erg brede focus.
• Andere BZK-projecten zijn op hoger niveau verankerd en hebben daardoor een
hogere status.
• Andere projecten in het departement hebben meer bekendheid gekregen dan
eParticipatie.
• eParticipatie valt beleidsmatig onder de afdeling Dienstverlening, maar is – zoals
eerder gesteld – meer dan burger-dienstverlening.
• Vanuit BZK lopen meer projecten rondom burger-dienstverlening (eOverheid, het
Nationaal Urgentie Programma – NUP).
• Bij veel BZK-programma’s zijn ook andere departementen betrokken.
• Op het terrein van burger-bestuur (besluitvorming) is een duidelijke link aanwezig
tussen eParticipatie en Democratie en Burgerschap.
• Daarnaast lopen projecten op het terrein van ontsluiting van overheidsdata
(datzouhandigzijn.nl en Open Overheid).
• Ook is men bezig met de uitdagingen en kansen die de digitalisering biedt voor de
Rijksoverheid (Ambtenaar van de toekomst).
Er kan worden geconcludeerd dat er vanuit verschillende invalshoeken op eParticipatie
sprake is van diverse links met andere BZK-programma’s. eParticipatie is onderdeel van het brede eOverheidsportfolio. Hierbij wordt wel de vraag opgeworpen, of sprake is
van voldoende afstemming met en inbedding bij deze programma’s.
2.4.3 Interdepartementale positie
Naast BZK zijn (uiteraard) ook andere departementen en Rijksdiensten actief op het
gebied van eParticipatie en breder web2.0. In bijlage 3 is een aantal programma’s
vanuit andere departementen op dit onderwerp weergegeven.
Wat valt op? • Ook binnen andere departementen is men bezig met vormen van eParticipatie,
zoals het bieden van digitale vormen van inspraak (VROM, het kabinet en Justitie).
BZK vervult hierin geen (actieve) rol.
• Het Expertisecentrum (voor V&W, LNV, EZ en VROM) ziet eParticipatie als ‘een
handige tool’ binnen een breed scala aan mogelijkheden voor publieksparticipatie.
BZK is nu daarbij geen automatische partner. Dit zouden ze wel kunnen zijn: het
Expertisecentrum zou graag contact op willen nemen als een project met een vorm
van eParticipatie van start gaat, om te zien welke kennis al bij BZK beschikbaar is.
• Vanuit LNV is men bezig met de kansen en uitdagingen die de digitalisering biedt
voor de Rijksoverheid (ambtenaar 2.0). BZK-ambtenaren participeren in dit
netwerk.
• OCW ondersteunt innovatieve internetinitiatieven, waaronder eParticipatie. BZK
heeft zich, zoals eerder gesteld, bij deze regeling (Digitale Pioniers) aangesloten.
B&A CENTRUM VOOR BELEIDSEVALUATIE BETROKKEN BURGERS, BEWOGEN BESTUUR
38
• De Tweede Kamer is bezig met het verbeteren van de transparantie. Het vinden
van een rol hierbij voor BZK is volgens de Directie Informatiseringsbeleid lastig.
Verregaande samenwerking tussen Tweede Kamer en BZK zou “staatkundig
wringen”. Waar de Directie Informatiseringsbeleid van de griffie voor de Tweede
Kamer werkt, werkt BZK voor de minister. Dit kan voor problemen zorgen wanneer
men bijvoorbeeld gezamenlijk een workflow zou gaan bijhouden waarin alle
toezeggingen van bewindslieden aan de Kamer worden geregistreerd.
Daarentegen lijkt een dergelijk probleem oplosbaar door gezamenlijke
opdrachtformulering aan een uitvoerende derde partij.
• Tot slot, een meermalen gehoord gevoel bij partners binnen het
eParticipatienetwerk betreft de vraag in hoeverre veel van deze projecten ‘2.0’ zijn,
zoals de 100 dagencampagne en de Internetconsultatie. Bij de 100
dagencampagne van het Kabinet kon men reageren op het voorgenomen
Kabinetsbeleid, maar is in het verdere verloop niet duidelijk gemaakt wat met de
reacties is gedaan. Bij de Internetconsultatie, waar conceptwetgeving aan de
burger wordt voorgelegd, is er onder andere het probleem dat maar één keer
gereageerd kan worden, waardoor er geen discussie kan worden gevoerd over de
wenselijkheid/ verbeterpunten van de conceptwet.
Er kan worden geconcludeerd dat BZK, uitzonderingen daargelaten, niet of niet altijd
zichtbaar en actief betrokken is bij de eParticipatieprojecten van de verschillende
andere departementen.
2.4.4 Interbestuurlijke positie
Tot slot zijn vele gemeenten en ook bijvoorbeeld politiekorpsen actief bezig met
elektronische participatievormen (zie paragraaf 2.5). Enkele gemeenten zijn betrokken
bij een aantal eParticipatie-experimenten van BZK (bij watstemtmijnraad.nl,
wijwaarderen.nl en petities.nl). De politie Utrecht was betrokken bij de ontwikkeling
van Digitale Diender. Daarnaast is binnen het Actieprogramma Lokaal Bestuur sprake
van een ‘proeftuin’ eParticipatie, waarin gemeenten actief worden ondersteund in het
opzetten van eParticipatie-initiatieven.
Wat valt op?
• De belangrijkste observatie is dat BZK ten aanzien van lokale en regionale initiatieven, buiten de eigen experimenten, geen actief beleid voert.
• Men acht het over het algemeen van belang dat wordt erkend dat er
belangwekkende lokale verschillen zijn (in apparaat, in college en in
samenleving), waardoor ook de eParticipatie-oplossingen zullen verschillen.
• Initiatieven van andere departementen zijn gefocust op het eigen beleidsterrein
en lijken daarom meer rendement te bieden dan de brede focus die BZK heeft.
B&A CENTRUM VOOR BELEIDSEVALUATIE BETROKKEN BURGERS, BEWOGEN BESTUUR
39
• De vraag is of de echte beslissers (ambtelijke top van een departement,
bestuurders en volksvertegenwoordigers) wel bereid zijn om medebewind/
coproductie van bedrijven en burgers te accepteren. Meer invloed van anderen
betekent weliswaar meer draagvlak, maar ook minder invloed van degenen die
het nu voor het zeggen hebben. Als beslissers vooraf niet aangeven bereid te
zijn de consequenties te aanvaarden, is de kans groot dat er in de uitwerking
onvoldoende commitment is om innovaties ook werkelijk en met impact toe te
passen.
2.5 QUICKSCAN LOPENDE INITIATIEVEN
Uit de quickscan van lopende initiatieven in het brede veld van eParticipatie (zie bijlage
4) blijkt dat, naast BZK, veel partijen op een of andere wijze bezig zijn met eParticipatie.
Er bestaat een veelheid aan initiatieven en voorbeelden die zich op verschillende
niveaus afspelen en waarbij diverse partijen betrokken zijn. Ook vertonen zij zowel een
diversiteit in focus (op de eerder benoemde relaties burger-bestuur, burger-
dienstverlening, burger-burger), als in de mate van participatie (‘trede op de ladder’).
Burger-bestuur (politieke participatie) Er zijn verschillende initiatieven op dit gebied ontwikkeld. Te denken valt aan
initiatieven die gericht zijn op het sneller en gemakkelijker vindbaar en toegankelijk
maken van overheidsdocumentatie als Kamer- en Raadsstukken (zoals polidocs.nl,
ikregeer.nl en het RIS in Steenwijkerland). Daarnaast zijn er voorbeelden van
experimenten die gericht zijn op het stimuleren van de betrokkenheid van burgers bij
de politiek en politieke besluitvorming. Een voorbeeld hiervan is maildepolitiek.nl,
waarbij getracht wordt om het voor burgers gemakkelijker te maken om in contact te
treden met politici door het aanbieden van een online zoekmachine waarmee burgers
snel zowel nationale als lokale volksvertegenwoordigers in Nederland kunnen vinden.
Ook ingestelde digipanels (zoals onder meer opgezet in Eindhoven) zijn gericht op het
verkrijgen van input van burgers voor politieke beleids- en besluitvorming.
Burger-dienstverlening (beleidsparticipatie) Ook op het gebied van de relatie met burgers op het terrein van de
publieksdienstverlening zijn verschillende initiatieven ontwikkeld. Een duidelijk
voorbeeld zijn de vele digitale loketten zoals diverse gemeenten deze hebben
ontwikkeld (zie bijvoorbeeld de ‘GemGids’ van de gemeente Voorst). De idee hierbij is
dat de burger zo veel mogelijk gemeentelijke diensten online kan afnemen aan het
digitale loket. Steeds meer informatie wordt online aangeboden en daarnaast wordt
steeds vaker door gemeenten de mogelijkheid geboden om online bijvoorbeeld een
paspoort aan te vragen of een klacht in te dienen. In toenemende mate worden daarbij
ook mogelijkheden geboden om over (de kwaliteit van) deze dienstverlening online
reacties te geven, klachten te uiten of ideeën in te brengen. Bovendien wordt burgers
steeds vaker via overheidssites actief gevraagd om hun mening over diensten of om
medewerking aan bijvoorbeeld opsporing (denk aan politieonderzoeken.nl). In dat
geval kan gesproken worden over nieuwe vormen van eParticipatie op het terrein van
beleid en beleidsuitvoering (beleidsparticipatie).
B&A CENTRUM VOOR BELEIDSEVALUATIE BETROKKEN BURGERS, BEWOGEN BESTUUR
40
Burger-burger (sociale participatie) Verscheidene initiatieven worden op poten gezet, onder andere gericht op het
versterken van onderlinge contacten in en betrokkenheid bij de eigen buurt. Een
sprekend voorbeeld hiervan is Buurtlink. Buurtlink is bedoeld om ‘het buurtgevoel in
Nederland te versterken’. Dit doet ze door, op basis van de postcode, op de buurt
toegesneden communities te vormen. Een tweede voorbeeld is de BuurtBuzz.
Buurtbewoners kunnen hun betrokkenheid bij de buurt op interactieve wijze uiten en
door middel van een gesloten emailsysteem van de BuurtBuzz kunnen buurtbewoners
gemakkelijk met elkaar in contact komen. Een ander voorbeeld is Eigenwijzebuurten.nl
van de WijkAlliantie. Hiermee worden buurtteams ondersteund die de leefbaarheid in
hun buurt willen verbeteren. Een laatste hier te noemen voorbeeld van eParticipatie
gericht op de relatie burger-burger is Talkingheadz. Dit online interactieve forum biedt
jongeren de mogelijkheid om met elkaar te discussiëren over controversiële
onderwerpen.
Verschillende treden beklommen Uit de quickscan blijkt dat er initiatieven ontplooid zijn die te plaatsen zijn op
verschillende ‘treden’ van de eerder genoemde participatieladder.
Zo zijn er initiatieven die duidelijk tot doel hebben om de burger te informeren over
allerhande zaken. Er wordt daarbij ingezet op het digitaal beschikbaar stellen en
transparant maken van (overheids)data. Te denken valt aan initiatieven als politix.nl,
waarbij burgers een overzicht wordt geboden van het stemgedrag van politici in de
Tweede Kamer, of aan hoeveiligismijnwijk.nl, dat informatie biedt over de veiligheid
van wijken en buurten.
Daarnaast zijn er initiatieven die gericht zijn op het raadplegen van dan wel het vragen
van advies aan burgers. Voorbeelden hiervan zijn 21minuten.nl, reuring.nl,
beterveilig,nl en Randstad 2040 (zie voor een beschrijving van de initiatieven bijlage 1).
Verder zijn er eParticipatiemogelijkheden gericht op het meedoen van burgers, oftewel
gericht op coproductie. Een sprekend voorbeeld hiervan zijn initiatieven waarbij
burgers gevraagd wordt de politie te helpen bij het oplossen van misdrijven en het
opsporen van verdachten en dergelijke (zie bijvoorbeeld politieonderzoeken.nl en
‘overvallers gezocht’).
Wat valt op?
Vanuit de quickscan vallen de volgende zaken op:
• Veel overheidsorganisaties (onder andere gemeenten, politiekorpsen,
provincies), maatschappelijke organisaties (onder andere musea, omroepen,
corporaties, welzijnsinstellingen) en particulieren (stichtingen en individuele
initiatiefnemers) hebben inmiddels de mogelijkheden van internet benut om
burgers dichter bij de overheid en/ of elkaar te krijgen.
• Met name rondom burger-dienstverlening bestaat veel aanbod. Veel
organisaties stellen burgers in staat online hun zaken te doen met de (lokale)
overheid, zoals het aanvragen van persoonlijke documenten of het indienen
van klachten, en voegen hier mogelijkheden tot elektronische participatie aan
B&A CENTRUM VOOR BELEIDSEVALUATIE BETROKKEN BURGERS, BEWOGEN BESTUUR
41
toe (ruimte voor klachten, ideeën, opmerkingen, deelname aan discussies of
meningspeilingen, helpen in handhaving en opsporing et cetera).
• Voorbeelden doen zich voor op alle treden van de participatieladder, waarbij
vooral de trede ‘informeren’ veel initiatieven kent.
• Het totaalaanbod van initiatieven is zeer breed. Voorgesteld kan worden, dat
voor vrijwel elk idee al wel een best practice gevonden kan worden.
Overzichtelijke ontsluiting van deze best practices ontbreekt echter, evenals
een ‘etalage’ die burgers overzicht geeft van de mogelijkheden tot
eParticipatie.
2.6 DEELCONCLUSIES EN REFLECTIE
In dit hoofdstuk is in retrospectie gekeken naar het door BZK gevoerde beleid op het
gebied van eParticipatie. Onderzoeksvraag 1: ‘Wat was de sturingsfilosofie?’ stond
hierbij centraal.
2.6.1 Retrospectie
In paragraaf 2.2 zijn de beleidsactiviteiten van BZK gereconstrueerd. De afgelopen jaren
is BZK een actieve speler geworden op het terrein van eParticipatie. Met een
‘verkennend traject’ (2006) en een ‘voorbereidende fase’ (2007-2008) heeft het
enerzijds ervaring willen opdoen met het onderwerp en anderzijds willen bijdragen aan
de ontwikkeling van eParticipatie in Nederland. Belangrijkste activiteiten waren het in
twee rondes financieel en organisatorisch ondersteunen van in totaal veertien
experimenten en het organiseren van diverse bijeenkomsten, met als hoogtepunt de
eParticipatietop in 2007.
Zoals besproken in paragraaf 2.3, heeft BZK geen expliciete doelstellingen voor het
eParticipatiebeleid geformuleerd, maar is wel gewerkt met een aantal uitgangspunten
en is zicht geboden op een ‘eventueel Actieprogramma eParticipatie’, volgend uit de
voorbereidende fase. Aan de hand van interviews is in dit onderzoek de
(gepercipieerde) sturingsfilosofie gereconstrueerd. Deze bevat negen elementen:
• Geloof in een kans
• Interessant netwerk
• Niet zelf doen
• Bottom-up strategie
• Ruimte voor het experiment
• Agendering van het thema
• Persoonlijke benadering
• Ervaringen vanuit het buitenland opgehaald
• Ook geëxperimenteerd met medeoverheden.
Partners spreken hun waardering uit over de bijdrage die BZK wilde leveren aan de
ontwikkeling en de wijze waarop (persoonlijk, bottom-up) dit gedaan is. Wel wordt het
belang benadrukt van een heldere strategie van BZK vanaf nu: ‘het speelkwartier is
over’.
B&A CENTRUM VOOR BELEIDSEVALUATIE BETROKKEN BURGERS, BEWOGEN BESTUUR
42
2.6.2 Stand van zaken
Op basis van de netwerkanalyse (paragraaf 2.4) en de quick-scan (paragraaf 2.5) zijn de
volgende opvallende zaken te benoemen:
• De doelgroepen die nu met eParticipatie worden bediend, zijn wat beperkt:
vooral particuliere ‘believers’ en enthousiaste ambtenaren.
• Het netwerk is sterk gericht op elektronische participatie en niet zozeer op
participatie via andere media.
• Vanuit de verschillende invalshoeken van eParticipatie (burger-bestuur,
burger-dienstverlening en burger-burger) is sprake van diverse links met
programma’s van BZK en andere departementen. eParticipatie is onderdeel van
het brede eOverheidportfolio.
• Andere projecten (zowel van BZK zelf als van andere departementen) zijn op
hoger niveau verankerd (met daardoor een hogere status) en hebben ook meer
bekendheid gekregen.
• BZK voert ten aanzien van lokale en regionale eParticipatie-initiatieven, buiten
de eigen experimenten en proeftuinen, geen actief beleid.
• In vergelijking met andere eOverheid-projecten heeft eParticipatie een erg
brede focus. Initiatieven van andere departementen zijn gefocust op het eigen
beleidsterrein.
• Met name initiatieven op het snijvlak burger-dienstverlening zijn sterk in
ontwikkeling. Ook richten veel initiatieven zich op de eerste trede van de
participatieladder: ‘informeren’.
• Het totaalaanbod van initiatieven is zeer breed. Overzichtelijke ontsluiting van
best practices voor initiatiefnemers of een ‘etalage’ voor burgers, ontbreekt
echter.
2.6.3 Reflectie
Door de sturingsfilosofie niet expliciet te formuleren, is BZK (deels bewust, zeker in de
aanvang) veelal doelzoekend bezig geweest. Opvallend is verder dat veel activiteiten
afhankelijk zijn van het enthousiasme van een kleine groep ambtenaren en
‘frontrunners’ uit het veld. Hierbij is belangrijk om te constateren dat de open,
persoonlijke en bottom-up werkwijze van de betrokken ambtenaren door partners
gewaardeerd wordt en dat daardoor ook het nodige tot stand is gekomen.
Opmerkelijk is dat na de eParticipatietop geen nieuwe ‘stip aan de horizon’ gekozen is;
geen nieuw ijkpunt om naar toe te werken. Hieraan is op dit moment een sterke
behoefte bij veel van de betrokkenen. Ook komt vanuit het veld de dringende vraag om
duidelijk te zijn over wat volgens BZK onder eParticipatie valt en wat niet, welke rol het
voor zichzelf ziet weggelegd en welke doelen het met (eventueel nieuw) beleid beoogt.
Temeer omdat er de afgelopen jaren rondom Overheid 2.0 vele netwerken en
programma’s (o.a. ambtenaar 2.0, Burgerlink, Nederland Open in Verbinding en
Vernieuwing Rijksdienst) zijn opgebloeid. Een (nog intensievere) verbinding met deze
netwerken dient te worden benadrukt om de doelen met betrekking tot eParticipatie te
verwezenlijken.
43
3 BALANS EXPERIMENTEN
3.1 INLEIDING
Nu we het gevoerde beleid hebben gereconstrueerd en het huidige netwerk en lopende
experimenten inzichtelijk hebben gemaakt, evenals de positie ten opzichte van
medeoverheden, wordt in dit hoofdstuk de balans opgemaakt van de specifieke
experimenten die BZK heeft ondersteund.
Hiertoe worden eerst zover als mogelijk de doelen en het doelbereik bepaald (3.2).
Vervolgens worden de succes- en faalfactoren in beeld gebracht (3.3) en worden de
huidige kansen en bedreigingen voor opschaling en doorontwikkeling benoemd (3.4).
Afgesloten wordt met reflectie en conclusies (3.5).
3.2 DOELEN EN DOELBEREIK
Om de doelen en het doelbereik van de door BZK ondersteunde experimenten zo goed
als mogelijk in kaart te brengen, is een online survey uitgezet en zijn de experimenten
geanalyseerd aan de hand van de participatieladder (spreiding over de tredes/functies)
en de fasen in de klassieke beleidscyclus (spreiding over de beleidsfasen). Daarnaast is
kort en separaat aandacht besteed aan de doelstellingen en het doelbereik van een
aantal initiatieven, om op hoofdlijnen zicht te krijgen op de resultaten van deze
eParticipatie-experimenten.
Binnen de voor dit onderzoek uitgezette online survey is aan gebruikers van initiatieven
een aantal vragen voorgelegd met betrekking tot doelen en doelbereik. Hieronder
worden de resultaten besproken. De overige vragen uit de survey komen bij de
relevante paragrafen aan de orde. We beperken ons, gezien de relatief lage respons
(N=18), tot een min of meer kwalitatieve bespreking.23 Telkens worden de antwoorden
weergegeven, die door meer dan de helft van de respondenten zijn gegeven,
gerangschikt naar aantal keer genoemd. De vragen uit de survey zijn opgenomen als
bijlage 8.
23 Hoewel het aantal respondenten van de survey niet erg hoog is, is er via allerlei digitale platforms waar
eParticipatie-betrokkenen actief zijn, aandacht voor gevraagd (zoals interest groups van LinkedIn en de verschillende eParticipatieportals zelf). De relatief korte doorlooptijd van het onderzoek en de relatief beperkte omvang van de groep actieve eParticipatie-geïnteresseerden gelden hierbij als verklaring. Omdat de survey aanvullend is op de overige onderzoeksinstrumenten (interviews, denktanksessie, begeleidingscommissie, literatuur- en documentenstudie) en omdat degenen die wel mee hebben gedaan aan survey vermoedelijk veel expertise op het terrein van eParticipatie hebben, vonden de onderzoekers het verantwoord en zinvol om de resultaten van de survey te benutten en de hoofdlijnen mee te nemen in het onderzoek.
B&A CENTRUM VOOR BELEIDSEVALUATIE BETROKKEN BURGERS, BEWOGEN BESTUUR
44
Daarnaast zijn twee eigen analyses uitgevoerd: één naar de spreiding op de
participatieladder en in de beleidscyclus en één naar het doelbereik.
3.2.1 Doelstelling eparticipatie
‘Waar gaat het volgens jou om bij eParticipatie?’ Aantal keer genoemd (17 respondenten24)
1. Toegankelijkheid informatie 14
2. Transparante overheid 13
3. Maatschappelijke betrokkenheid 12
4. Democratisch proces verbeteren 10
5. Politieke participatie 9
Bij de vraag waar het bij eParticipatie om gaat, kruisen de respondenten meestal
‘toegankelijkheid van informatie’ aan, gevolgd door ‘transparante overheid’. Ook dient
eParticipatie volgens de respondenten de maatschappelijke betrokkenheid en de
politieke participatie van burgers te vergroten. Tot slot dient een en ander te leiden tot
verbetering van het democratisch proces.
Drie doelstellingen die werden voorgelegd, werden door minder dan 50% van de
respondenten aangekruist: ‘Verlagen drempel tot complexe onderwerpen’,
‘verantwoording’ en ‘innovatie’. Deze worden kennelijk als minder belangrijk gezien bij
eParticipatie.
3.2.2 Bekendheid met initiatieven
‘Welke eParticipatie initiatieven ken je?’ Aantal keer genoemd (17 respondenten)
1. Buurtlink.nl 12
2. Petities.nl 11
3. Ikregeer.nl 9
4. Verbeterdebuurt.nl 9
5. Watstemtmijnraad.nl 9
De respondenten werd een lange lijst met initiatieven voorgelegd. Een groot deel was
niet of maar in beperkte mate bekend bij de respondenten. Slechts de vijf
bovenstaande initiatieven werden door meer dan 50% van de respondenten
aangekruist. Buurtlink en petities waren het meest bekend, gevolgd door ikregeer.nl,
verbeterdebuurt.nl en watstemtmijnraad.nl.
24 Eén respondent heeft niet alle vragen ingevuld.
B&A CENTRUM VOOR BELEIDSEVALUATIE BETROKKEN BURGERS, BEWOGEN BESTUUR
45
3.2.3 Belangrijke criteria voor gebruik
‘Kun je aangeven welke criteria je belangrijk vindt voor het gebruik van initiatieven?’
Heel belangrijk/ redelijk belangrijk
1. Duidelijkheid 17
2. Gebruiksvriendelijkheid 16
3. Interactiviteit 16
4. Relevantie 15
5. Effectiviteit 10
Vijf criteria werden heel belangrijk of redelijk belangrijk gevonden door meer dan de
helft van de respondenten als het gaat om het gebruik van eParticipatie initiatieven: de
applicatie dient duidelijk, gebruiksvriendelijk en interactief te zijn. Ook belangrijk is dat
het initiatief relevant is. Tot slot wordt de effectiviteit van het instrument van belang
gevonden.
Minder belangrijk gevonden criteria voor gebruik (neutraal of niet belangrijk) zijn:
veiligheid en bereikbaarheid van de beheerder.
3.2.4 Best uitgewerkte initiatieven
‘Kun je aangeven welke criteria je het best uitgewerkt vindt in de initiatieven die je kent?’
Initiatieven waar criterium het best is uitgewerkt (meer dan eens genoemd)
Relevantie eMocracy, Buurtlink, Geluidsnet,
OpenKamer, Petities, PoliDocs,
verbeterdebuurt.nl, ikregeer.nl
Duidelijkheid Buurtlink, Ikregeer.nl,
verbeterdebuurt.nl, petities,
watstemtmijnraad.nl
Effectiviteit Geluidsnet
Gebruiksvriendelijkheid Buurtlink, petities, verbeterdebuurt.nl
Veiligheid -
Interactiviteit Buurtlink, eMocracy, verbeterdebuurt.nl
Bereikbaarheid (beheerder) -
Bij meerdere initiatieven is aangeven dat ze relevant zijn: eMocracy, Buurtlink,
Geluidsnet, OpenKamer, Petities, PoliDocs, verbeterdebuurt.nl, ikregeer.nl. Ook zijn
meerdere initiatieven duidelijk volgens de respondenten: Buurtlink.nl, ikregeer.nl,
verbeterdebuurt.nl, petities, watstemtmijnraad.nl. Slechts één initiatief is een
voorbeeld van effectiviteit, namelijk Geluidsnet. Drie initiatieven zijn een voorbeeld van
gebruiksvriendelijkheid, te weten Buurtlink, Petities en verbeterdebuurt.nl. Bij
buurtlink, eMocracy en verbeterdebuurt.nl is de interactiviteit goed uitgewerkt.
Bij geen van de initiatieven werd aangegeven dat ‘veiligheid’ of ‘bereikbaarheid
(beheerder)’ het best is uitgewerkt. Dit zijn dezelfde criteria als bij de vorige vraag over
het belang van criteria.
B&A CENTRUM VOOR BELEIDSEVALUATIE BETROKKEN BURGERS, BEWOGEN BESTUUR
46
3.2.5 Spreiding van de experimenten
Naast het online survey is op hoofdlijnen geanalyseerd hoe de experimenten verspreid
zijn over de verschillende treden van de participatieladder (zie 1.4.1) en de fasen van de
beleidscyclus (zie 1.4.2). We hebben hierbij gekozen voor de trede of fase die ons
inziens het meest dominant is – wat niet wil zeggen dat een experiment of initiatief
geheel afwezig is op de andere treden van de ladder.
Tabel 3.1 Spreiding van de experimenten
Experiment Inhoud Trede participatieladder25
Fase beleidscyclus26
Watstemtmijnraad.nl Burgers kunnen hier het stemgedrag van hun gemeenteraad bekijken.
Informeren Besluitvorming
Petities.nl 2.0 Het doel is om het voor Nederlanders gemakkelijk te maken een petitie te ondertekenen of te starten.
Raadplegen Agendavorming
Wijwaarderen.nl Geeft burgers de mogelijkheid om publieke dienstverlening te waarderen, beoordelen en vergelijken.
Adviseren Uitvoering/ dienstverlening
Issuefeed.net/ Webantenne
Digitale zoekmachine; te gebruiken om te zoeken naar discussiesites, weblogs en dergelijke.
N.v.t. N.v.t.
Digitale Diender Mogelijkheid voor bewoners om online te communiceren met de wijkagent.
Coproduceren Uitvoering/ dienstverlening en toezicht/ handhaving
Krachtwijkenindex.nl Instrument om de samenwerking tussen bewoners in de ‘krachtwijken’ onderling op wijkniveau te ondersteunen en om deze bewoners om input te vragen.
Raadplegen Agendavorming
Ikgaverder.nl Inwoners kunnen hier hun oplossingen voor bereikbaarheidsproblemen rondom Utrecht achterlaten.
Raadplegen Beleidsvoor-bereiding
eMocracy (thans: Democratiespel)
Het politieke proces in Nederland als online multiplayer roleplaying game.
N.v.t. N.v.t.
25 Informeren – raadplegen – adviseren – coproduceren – meebeslissen (zie paragraaf 1.4.1). 26 Agendavorming – beleidsvoorbereiding – besluitvorming – uitvoering/dienstverlening –
toezicht/handhaving (zie paragraaf 1.4.2).
B&A CENTRUM VOOR BELEIDSEVALUATIE BETROKKEN BURGERS, BEWOGEN BESTUUR
47
Experiment Inhoud Trede participatieladder25
Fase beleidscyclus26
HNS.dev De development environment richt zich op de ontwikkeling van een standaard database en ontwikkelt API voor E-participatie projecten in Nederland.
N.v.t. N.v.t.
Ikregeer.nl Ikregeer.nl stelt zijn data open zodat andere websites of internet toepassingen ze kunnen gebruiken.
Informeren Beleids-voorbereiding en besluitvorming
OCO Sterren versie 2 De OCO beantwoordt vragen van ouders en leerlingen over onderwijs in Amsterdam.
Coproduceren Uitvoering/ dienstverlening
Open Kamer Open Kamer streamt videobeelden van debatten uit de Tweede Kamer.
Informeren Beleids-voorbereiding en besluitvorming
PoliDocs Polidocs is een zoekmachine voor politieke documenten.
Informeren Beleids- voorbereiding en besluitvorming
Verbeterdebuurt.nl Verbeterdebuurt.nl betrekt burgers bij het verbeteren van de buurt.
Coproduceren Uitvoering/ dienstverlening en toezicht/ handhaving
Wat valt op?
• Meerdere experimenten zitten op de onderste trede van de participatieladder:
informeren. Deze zijn gericht op het openstellen van informatie of het
inzichtelijk presenteren van de informatie.
• Daarnaast zijn meerdere experimenten gestoeld op de tweede trede: het
raadplegen. Burgers mogen meepraten over het beleid, maar de overheid
behoudt ruimschoots de ruimte om de adviezen, ideeën en oplossingen van
burgers niet over te nemen.
• Enkele experimenten zijn gericht op de bovenste treden van de ladder, waarbij
gezamenlijk naar oplossingen wordt gezocht en de overheid zich ook in
behoorlijke mate verbindt aan de aangereikte oplossingen.
• De experimenten zijn behoorlijk verdeeld over de verschillende fasen van de
beleidscyclus. Binnen elke fase manifesteren zich minimaal twee
experimenten.
Concluderend, met betrekking tot de spreiding: met de huidige experimenten ligt de
nadruk op de onderste treden van de participatieladder; de beleidsfasen zijn nagenoeg
evenredig vertegenwoordigd.
B&A CENTRUM VOOR BELEIDSEVALUATIE BETROKKEN BURGERS, BEWOGEN BESTUUR
48
3.2.6 Doelbereik
Daarnaast is nagegaan welke (formele) doelen geformuleerd zijn bij een aantal van de
experimenten. Wat opvalt is dat doelstellingen meestal opgesteld zijn op het niveau
van het proces (middel): doel is het ontwikkelen van applicatie x, doel is het ontsluiten
van informatie y, doel is het opzetten van instrument z. Inhoudelijke doelen
(verbeterde besluitvorming, verhoogde deelname) zijn weinig aan de orde, evenals het
uiteindelijke gebruik van de applicaties.
Op basis van de dit soort procesdoelen is desondanks een zeker doelbereik vast te
stellen:
Tabel 3.2 Doelen en doelbereik van een aantal initiatieven
Initiatief Doel Doelbereik
Watstemtmijnraad.nl Stemgedrag wordt
inzichtelijk gemaakt
De transparantie is verhoogd
Ikregeer Kamerstukken ontsluiten De toegankelijkheid is
verbeterd
Petities.nl Burgers kunnen digitaal
petities indienen en
ondertekenen
De drempel is verlaagd om
petitie in te dienen of te
ondertekenen
Digitale Diender Burgers kunnen digitaal
een wijkagent benaderen
De drempel is verlaagd om een
wijkagent te benaderen
Ikgaverder.nl Burgers kunnen digitaal
hun oplossingen voor
bereikbaarheidsproblemen
doorgeven
De drempel is verlaagd om
oplossingen door te geven +
de transparantie is verhoogd
Open Kamer Streaming van beelden uit
de TK ontsluiten
De toegankelijkheid is
verbeterd
PoliDocs Kamerstukken ontsluiten De toegankelijkheid is
verbeterd
Verbeterdebuurt.nl Burgers kunnen digitaal
overlast doorgeven
De drempel is verlaagd om
overlast door te geven
Uit bovenstaand schema komen drie bereikte doelen naar voren. Het betreffen doelen
die worden bereikt door het bestaan van het initiatief zelf en gericht zijn op het
overwinnen van de institutionele barrière:
• De transparantie van de overheid is verhoogd (watstemtmijnraad.nl en
ikgaverder.nl)
• De toegankelijkheid van informatie vanuit de overheid is verbeterd (ikregeer.nl,
PoliDocs en Open Kamer)
• De drempel om gebruik te maken van participatiemogelijkheden is verlaagd
(petities.nl, Digitale Diender, Ikgaverder.nl en verbeterdebuurt.nl).
B&A CENTRUM VOOR BELEIDSEVALUATIE BETROKKEN BURGERS, BEWOGEN BESTUUR
49
Indirecte doelstelling Daarnaast wordt veelal een indirect doel nagestreefd: ‘het rijp maken van de geesten’;
binnen de overheid voor meer eParticipatie en eOverheid. Of, meer agressief
geformuleerd, het ‘dwingen tot actie’. Zo is een aantal experimenten gericht op het
verbeteren van de informatievoorziening vanuit de Tweede Kamer (‘als zij het niet
doen, dan doen wij het wel’): ikregeer.nl, PoliDocs, Open Kamer en (eerder) Politix.nl.
Andere initiatieven richten de pijlen meer op de (ontransparante) lokale overheid:
watstemtmijnraad.nl en verbeterdebuurt.nl. HNS.dev (de ‘development environment’
van Het Nieuwe Stemmen) voorziet in een database die de overheid volgens de makers
eigenlijk zelf zou moeten opzetten. Over het algemeen is de ervaring dat de
experimenten ‘de druk er wel meer op gezet hebben’.
3.3 SUCCES- EN FAALFACTOREN
De initiatiefnemers en betrokkenen is in de interviews gevraagd naar succes- en
faalfactoren. Onder succesfactoren worden de omstandigheden verstaan die van
substantieel belang zijn geweest voor het succes c.q. in de nabije toekomst in
belangrijke mate bepalend zullen zijn voor succes. Bij faalfactoren en risico’s worden de
omstandigheden genoemd die succes in gevaar brachten c.q. in de nabije toekomst
zouden kunnen brengen. In deze paragraaf brengen we de belangrijkste succes- en
faalfactoren in beeld en gebruiken we het barrièremodel om meer zicht te krijgen op
het niveau van de belangrijkste belemmerende of bevorderende factoren
(institutioneel, gebruiks- of effectniveau).
3.3.1 Succesfactoren
Op basis van de gesprekken met initiatiefnemers en betrokkenen en de bijeenkomsten
met de begeleidingscommissie worden de volgende succesfactoren benoemd.
Daarnaast wordt telkens aangegeven op welke barrière (zie 1.3) de succesfactor
betrekking heeft.
1. Enthousiaste trekker (institutionele barrière) De belangrijkste factor voor succes is een enthousiaste trekker. Zonder persoonlijke
commitment van de initiatiefnemer zal een experiment niet van de grond komen. Dit is
een belangrijke observatie met betrekking tot mogelijke opschaling: indien een
initiatief wordt opgeschaald naar andere plaatsen, zal dit enkel lukken indien zich
daarvoor een enthousiaste trekker heeft aangemeld. Deze factor geldt voor alle
experimenten die tot nu toe zijn uitgevoerd. Die enthousiaste mensen zijn in grote
mate bepalend geweest voor het succes van het initiatief.
2. Financiële ondersteuning (institutionele barrière) Een tweede belangrijke factor voor succes van een initiatief is het vinden van financiën
voor de realisatie. Het idee moet worden omgezet in een plan van aanpak, de
technische aspecten moeten worden uitgewerkt en de website moet worden gebouwd.
Een financiële stimuleringsmaatregel zorgt ervoor dat een enthousiaste trekker een
dergelijk traject kan doorlopen. Initiatieven als ikgaverder.nl, HNS.dev, petities.nl waren
zonder financiële ondersteuning niet op de huidige wijze van de grond gekomen.
B&A CENTRUM VOOR BELEIDSEVALUATIE BETROKKEN BURGERS, BEWOGEN BESTUUR
50
3. Ruimte voor creativiteit (institutionele barrière) Als belangrijk aspect binnen de financiële ondersteuning is meermalen genoemd
(bijvoorbeeld bij eMocracy en HNS.dev), dat er ruimte voor creativiteit was (is): de
initiatiefnemer werd in staat gesteld om zijn idee op creatieve wijze uit te werken. Dit
is een proces van vallen en opstaan. Er werd duidelijk uitgegaan van een experiment,
het uitwerken van een ‘proof of concept’. Hierdoor zijn interessante technische
oplossingen (hele nieuwe scripts) ontwikkeld voor het ontsluiten van informatie.
4. Een goed en simpel idee (institutionele barrière) Een factor die het succes van een experiment mede kan bepalen, is dat het idee niet te
moeilijk is om tot uitvoer te brengen. Het idee kan redelijk snel en gemakkelijk, zonder
het ontwikkelen van ingewikkelde databases, scripts of interfaces, worden omgezet in
een initiatief. Dit kan bijvoorbeeld door aan te sluiten bij een bestaande applicatie
(Googlemaps, raadsinformatiesysteem) of community (Buurtlink). Voorbeelden zijn:
verbeterdebuurt, watstemtmijnraad en Digitale Diender.
5. Positieve feedback van derden (institutionele barrière) Naast financiële ondersteuning kregen/ krijgen de initiatieven in meer of mindere
mate inhoudelijke ondersteuning vanuit BZK (faciliterend). Dit wordt als positief
gewaardeerd. Het wordt als belangrijke hulp gezien bij het van de grond krijgen van
het idee, het werkend krijgen van het experiment en het gebruiksvriendelijk maken van
de applicatie. Vooral de persoonlijke sparringpartner wordt erg gewaardeerd. Dit geldt
ook voor het aangereikt krijgen van geldende inhoudelijke voorwaarden vanuit de
overheid (bijvoorbeeld drempelweg). Het zorgt ervoor dat de ondersteuning meer is
dan ‘een potje geld’ en controle op de uitvoering. De positieve waardering komt onder
meer naar voren op basis van ervaringen met petities.nl, ikgaverder, OCO sterren en
eParticipatie.nl.
6. Initiatief laten bij de initiatiefnemer (institutionele barrière) Het initiatief laten waar het vandaan komt, is tevens een factor voor succes. Van
belang wordt gevonden dat de initiatiefnemer de leidende partij blijft. Dit ten behoeve
van het meeste behoud van enthousiasme. Naar het idee van betrokkenen is soms een
‘BZK-stempel’ op activiteiten gezet.
7. Sluiten van allianties (gebruiksbarrière) Tevens wordt als niet onbelangrijke factor voor succes genoemd het vermogen tot het
aangaan van allianties met interessante partners. Het is enkele initiatieven (zoals
ikregeer, Digitale Diender en eMocracy) gelukt om een samenwerking op te zetten met
communities, mediapartijen of overheden als Hyves, Buurtlink, NOS en de Tweede
Kamer. Voordelen van de samenwerking voor het eParticipatie initiatief (kunnen) zijn:
exposure (en daarmee bevorderen van het gebruik), een slag in de professionalisering
en een duurzaam beheer van de applicatie (zie faalfactoren).
8. Toewerken naar een event of mijlpaal (institutionele en gebruiksbarrière) Tot slot is het toewerken naar een lanceringsmoment, presentatiemoment of andere
mijlpaal een belangrijke succesfactor. In dat geval kunnen betrokken partijen met
gedeelde focus toewerken naar dat moment. Echter, na deze mijlpaal is de (verdere)
B&A CENTRUM VOOR BELEIDSEVALUATIE BETROKKEN BURGERS, BEWOGEN BESTUUR
51
ontwikkeling van een aantal initiatieven stilgevallen. Voorbeelden zijn ikgaverder,
Digitale Diender en verbeterdebuurt. Eenzelfde situatie lijkt zich momenteel met het
eParticipatiebeleid voor te doen: er wordt na de eParticipatietop in 2007 niet meer naar
een mijlpaal toegewerkt.
3.3.2 Faalfactoren en risico’s
Op basis van de gesprekken met initiatiefnemers en betrokkenen en de bijeenkomsten
met de begeleidingscommissie kunnen de volgende faalfactoren en risico’s27 worden
benoemd.
1. Weinig werkende business modellen (institutionele barrière)
In de huidige experimenten zijn maar weinig werkende business modellen voor
handen. Het lukt niet om inkomsten te (gaan) genereren uit de applicatie of website.
Verreweg de meeste initiatieven blijven gestoeld op enthousiasme van vrijwilligers. Bij
ikregeer, petities, verbeterdebuurt en een Nederlandse MySociety (waaraan een tijdje
gewerkt is door Christiaan Holland en Wibo Koole) is het niet gelukt een business case
te ontwikkelen. Dat dit niet lukt, waardoor het initiatief afhankelijk blijft van
vrijwilligers, is met het oog op continuïteit een belangrijk aandachtspunt.
2. Beheer van de applicatie (gebruiksbarrière) De experimenten zijn vooral gericht op de ontwikkeling van een applicatie. Geld en
energie zijn aanwezig tot aan de introductie en soms een korte periode daarna. Het
beheer op de langere termijn is vaak een probleem: de ontwikkelende partij gaat met
een nieuwe applicatie bezig en een beherende partij is niet aanwezig of staat lang niet
altijd op. Dit terwijl in het beheer vaak nieuwe uitdagingen optreden: het modereren
van een forum en actueel houden van de website (inhoudelijk beheer) enerzijds en het
verhelpen van bugs en verbeteren van de gebruiksvriendelijkheid (technisch beheer)
anderzijds. Deze risico’s spelen ondermeer bij eParticipatie.nl en petities. Bij ikregeer.nl
heeft het geleid tot het stopzetten van een discussiegedeelte. Met duurzaam beheer
kan de applicatie ook na de ‘proof of concept’ van nut blijven.
3. Communicatie is een vak apart (gebruiksbarrière) Het ontwikkelen van een applicatie en het onder de aandacht krijgen van de applicatie
bij burgers, zijn overduidelijk twee aparte competenties. Het valt op dat het merendeel
van de experimenten op z’n minst met moeite onder de aandacht is gebracht bij
burgers. Dit terwijl vaak hele nuttige applicaties zijn ontstaan. Op marketing/ externe
communicatie is echter weinig gestuurd. Aan de andere kant past dit wellicht ook
minder bij het idee van een experiment. Voorbeelden waar (eerder) meer had kunnen
worden gedaan aan communicatie zijn: wijwaarderen.nl, PoliDocs en
watstemtmijnraad.nl. Bij de laatste is dit inmiddels opgepakt binnen de ondersteuning
van Burgerlink. Een experiment waar wel veel is ingezet op de communicatie, is
ikgaverder.nl.
27 De succes- en faalfactoren richten zich, door toedoen van de doelstelling van de experimenten, met
name op het overwinnen van de institutionele barrières.
B&A CENTRUM VOOR BELEIDSEVALUATIE BETROKKEN BURGERS, BEWOGEN BESTUUR
52
4. Enthousiaste ambtenaar loopt vast in eigen organisatie/ steun van de top (institutionele barrière)
Een factor waarop initiatieven binnen ambtelijke organisaties, of initiatieven die
medewerking behoeven van een ambtelijke organisatie, nogal eens vastlopen, is de
dempende werking op de innovatie vanuit de eigen organisatie. Collega’s,
leidinggevenden of beleid kunnen de enthousiastelingen niet volgen en een initiatief
komt niet van de grond. De benodigde steun van de top om dit te overwinnen, mist
meer dan eens. Daarmee worden kansen die het voor de gemeente
(watstemtmijnraad.nl, een lokale petities.nl, een eigen module binnen Burgerlink), het
politiekorps (Digitale Diender, Burgerlink) of de regio (ikgaverder.nl) biedt, gemist.
Hierbij speelt ook dat formaliteiten bijvoorbeeld verbonden aan
aanbestedingsprocedures (terwijl passende contractpartners niet voor handen zijn),
een hoge drempel opwerpen voor ondersteuning vanuit BZK/ Burgerlink.
5. Gesloten overheidsdata (institutionele barrière) Het gegeven dat overheidsdata in Nederland nog veelal gesloten zijn, wordt door
particuliere initiatiefnemers als belangrijke belemmering gezien voor de
doorontwikkeling van eParticipatie. Pas bij open overheidsdata komen echt nuttige
instrumenten in ontwikkeling, aangezien veel innovatiekracht nu opgaat aan het in
goede formats beschikbaar krijgen van de benodigde data: HNS.dev, ikregeer.nl en
PoliDocs. Daarnaast werkt het auteursrecht dat op sommige overheidsstukken rust,
belemmerend voor de ontwikkeling van allerhande nuttig gebruik van data
(zogenaamde mash up’s).
6. Boven het hoofd groeien (gebruiksbarrière) In enkele gevallen bestaat bij initiatiefnemers van een experiment de zorg dat het
experiment ze boven de pet gaat groeien; dat de applicatie dusdanig veel gebruikt gaat
worden, dat het onbeheersbaar wordt. Dit speelt in ieder geval bij petities.nl en
HNS.dev. In het verworden tot ‘instituut’ en de daarbij passende uitdagingen voorziet
de huidige opzet van experimenten niet.
3.3.3 Reflectie vanuit het barrièremodel
Bovengenoemde succes- en faalfactoren en risico’s zijn naar voren gekomen in de
interviews met betrokkenen. Wanneer hierop gereflecteerd wordt vanuit de driedeling
van het barrièremodel (zoals steeds tussen haakjes aangegeven), valt gelijk op dat de
meeste factoren zich voordoen rondom de institutionele barrières: het financiële
plaatje, organisatorische randvoorwaarden die belangrijk zijn, de politieke support die
mist en de eigen organisatie die niet meewerkt of die er niet klaar voor is. Daarnaast
zijn er enkele factoren met betrekking tot de gebruiksbarrières benoemd: problemen in
het administratieve beheer, het onbeheersbaar worden van het initiatief en het onder
de aandacht brengen bij gebruikers. Factoren die effectbarrières kunnen overwinnen,
zijn niet genoemd.
Dat de factoren zich beperken tot de institutionele en gebruiksbarrières en zich daarbij
met name richten op de eerste barrière, heeft te maken met de fase van ontwikkeling
van de initiatieven en de experimentele doelstelling daarbij. De opdracht richtte zich
met name op het ontwikkelen van een ‘proof of concept’ (ontwikkeling van
B&A CENTRUM VOOR BELEIDSEVALUATIE BETROKKEN BURGERS, BEWOGEN BESTUUR
53
mogelijkheden van gebruik), en minder op het bevorderen van gebruik of (zelfs) het
vergroten van de impact.
Bovendien is de respondenten gevraagd naar succes- en faalfactoren in het kader van
dit onderzoek naar het eParticipatiebeleid van BZK; de haalbaarheid van ideeën van
burgers en/of het eventuele probleem van de representativiteit van de inbreng van
burgers – zoals deze via eParticipatiesites naar voren zijn gekomen – zijn eigenlijk
nauwelijks onderwerp van gesprek of aandacht. Hier lijkt dan ook een belangrijk
aandachtspunt voor BZK in de toekomst te liggen: de rol en perceptie van burgers
evenals de mate waarin zij gebruik maken van eParticipatie-voorzieningen.
3.4 OPSCHALING EN DOORONTWIKKELING VAN INITATIEVEN
Mogelijk zijn enkele experimenten geschikt voor opschaling en doorontwikkeling, zo is
de verwachting. Opschaling is één van de tien speerpunten van het innovatiebeleid van
de staatssecretaris. Ook zijn er mogelijke ideeën voor nieuwe initiatieven. Dit alles
komt in deze paragraaf aan de orde.
3.4.1 Opschaling en doorontwikkeling vanuit het gebruikersperspectief
Bij de survey is met de vraag ‘Zijn er volgens jou verbeteringen mogelijk aan de
bestaande initiatieven, en zo ja welke?’ stilgestaan bij wat binnen de doorontwikkeling
en opschaling van huidige initiatieven dient te gebeuren. De respondenten deden de
volgende suggesties voor verbetering:
• “Bij bijna alle sites is sprake van onbekendheid bij het grote publiek. Er moet
sowieso meer en beter over gecommuniceerd worden en misschien iets van
prijsvragen uitschrijven om een grotere betrokkenheid bij een breder publiek
te realiseren.”
• “Sommige zijn lastig te vinden op internet; gevonden worden is wel belangrijk.
Er moet bekendheid komen over sommige initiatieven. Of misschien is er niet
veel behoefte aan als ze onbekend zijn en niet goed gebruikt worden.“
• “Meer bekendheid over initiatieven waarvan je denkt dat ze nuttig zijn.”
• “Meer behaalde resultaten publiceren.”
• “In ieder geval goed laten merken/ terugkoppelen wat je met de opmerkingen
doet van degenen die de moeite nemen om te reageren.”
• “De websites die ik ken, hebben vooral een voorlichtende functie en zijn in die
zin enkel eenrichtingsverkeer; wat mij betreft geen goede voorbeelden van
eParticipatie, omdat het daarbij volgens mij juist zou moeten gaan om
interactiviteit tussen burger en bestuur.”
• “Ze moeten allemaal data met elkaar uitwisselen.”
• “Snellere verwerkingsservers om de interactiviteit te vergroten. Sites zijn soms
erg langzaam.”
• “Duidelijkheid over wie modereert/ bereikbaarheid van de beheerder.”
• “Duidelijkheid over wat er met de informatie op de sites gebeurt.”
• “Er zijn nog steeds heel veel mensen die of geen voldoende pc-kennis of geen
voldoende internetkennis bezitten; zo'n site zou daarom ook een combinatie
B&A CENTRUM VOOR BELEIDSEVALUATIE BETROKKEN BURGERS, BEWOGEN BESTUUR
54
moeten zijn van digitaal en direct contact, anders valt een aantal mensen
buiten de boot.“
• “Vaak is wat uitleg over de achtergrond van de werking van bepaalde
ambtelijke en bestuurlijke processen handig om zaken goed te kunnen
begrijpen en gebruiken.”
• “Usability.”
• “Meer in combinatie inzetten met andere participatie (en communicatie)
instrumenten.”
• “Meer focus op de samenhang tussen doel, doelgroep en
gebruiksmogelijkheden.”
Wat blijkt is dat veel van de opmerkingen en voorgestelde verbeteringen spelen
rondom de gebruiksbarrière (zie paragraaf 1.4.5), en wel op drie terreinen:
• Administratief (duidelijkheid over wie modereert, aandacht voor de ‘usability’,
en voldoende snelheid van de website);
• Routine (bekendheid van het initiatief; uitleg over de processen erachter);
• Motivatie/vertrouwen (behoefte; behaalde resultaten publiceren door terug te
koppelen wat met de opmerkingen gebeurt).
Het zijn verbeteringen die ervoor kunnen zorgen dat gebruiksbarrières worden
overwonnen, ofwel dat er meer of gemakkelijker gebruik wordt gemaakt van het
betreffende initiatief. De volgende stap is dat er voor wordt gezorgd dat het gebruik
van het instrument ook daadwerkelijk effect sorteert – het overwinnen van de
effectbarrière. Voor de opschaling en doorontwikkeling van initiatieven blijkt het dus
van belang om (sterker) in te zetten op het doorbreken en beslechten van zowel de
gebruiks- als de effectbarrières.
3.4.2 Kansen volgens initiatiefnemers
In de vorige subparagraaf is gesproken over de belangrijkste te overwinnen barrières
en over enkele suggesties voor verbetering – specifiek wat betreft opschaling en
doorontwikkeling – die vanuit het gebruikersperspectief naar voren komen. Ook vanuit
het perspectief van initiatiefnemers van eParticipatie zijn enkele dergelijke kansen
(voor verbetering) en bedreigingen (barrières) genoemd. Uit de interviews met
initiatiefnemers is aan de orde gekomen welke kansen en bedreigingen er liggen voor
de opschaling en doorontwikkeling van hun initiatieven. De volgende kansen zijn
genoemd:
1. Nieuwe doelgroep initiatiefnemers Kansen lijken in belangrijke mate te liggen bij nieuwe doelgroepen initiatiefnemers,
naast de beleidsambtenaren: bestuurders, politici, griffies en afdelingen communicatie.
B&A CENTRUM VOOR BELEIDSEVALUATIE BETROKKEN BURGERS, BEWOGEN BESTUUR
55
2. Een breder publiek In het doorvertalen van de ontwikkelde applicatie naar een breder publiek (veel
initiatieven zijn nu slechts bekend bij een kleine gebruikersgroep) liggen ook
interessante kansen.
3. Behoefte aan open data Bijna alle initiatieven van nu zouden beter en sneller gerealiseerd zijn als ze gebruik
hadden kunnen maken van open informatiestromen (open data). Ook daar ligt dus een
belangrijke kans.
4. Behoefte aan intervisie Binnen de groep van initiatiefnemers bestaat een grote behoefte aan het concreet
versterken van elkaar. Het gaat dan om het op praktisch niveau doorontwikkelen van
een initiatief: gebruiksvriendelijkheid verbeteren, aanvullende diensten opzetten, het
aanscherpen van de business case (verdienmodel) en nieuwe doelgroepen ontsluiten.
5. Behoefte aan praktische tips Bij veel initiatiefnemers bestaat daarnaast interesse in praktische tips over ‘hoe doe
je…’. Dit kunnen zijn: checklists met (mogelijke) acties, aandachtspuntenlijstjes en
bijvoorbeeld een overzicht met voorwaarden voor gebruiksvriendelijkheid.
3.4.3 Bedreigingen volgens initiatiefnemers
Als bedreigingen voor doorontwikkeling en opschaling gelden, zo blijkt uit de
interviews:
1. Ambitie om uit te venten? De vraag is of particuliere trekkers van een lokaal initiatief de taak (en ambitie) hebben
om hun initiatief buiten de gemeentegrenzen uit te venten. Bij gemeenteambtenaren
zal de ambitie om initiatieven elders tot een succes te laten maken, naar verwachting
groter zijn dan bij privépersonen. Ambtenaren zijn over het algemeen meer bereid om
vanuit hun functie, binnen intervisiegroepen (zoals de proeftuinen van het
Actieprogramma Lokaal bestuur en de leerkringen binnen InAxis) met collega-
ambtenaren aan de slag te gaan met initiatieven.
2. Ambitie om uit te rollen? Afgevraagd kan worden of alle particuliere trekkers méér ambiëren dan het
ontwikkelen van een ‘proof of concept’, namelijk het veelvuldig gebruik ervan (het
verworden tot ‘een instituut’). Vermoedelijk zijn sommigen meer geïnteresseerd in de
haalbaarheid dan in het (verder) uitrollen van het initiatief.
3. Subsidieafhankelijkheid Een bedreiging die kan opspelen als een huidig experiment opnieuw financieel wordt
ondersteund, is dat er subsidieafhankelijkheid ontstaat: het initiatief kan enkel
overleven op basis van de subsidie en niet (na verloop van tijd) op eigen benen staan.
Vanuit de observatie dat weinig experimenten een verdienmodel hebben ontwikkeld, is
dit een belangrijke bedreiging om rekening mee te houden.
B&A CENTRUM VOOR BELEIDSEVALUATIE BETROKKEN BURGERS, BEWOGEN BESTUUR
56
4. Blijven voldoen aan de verwachting Een uitdaging is of je als initiatiefnemer met je initiatief kan blijven voldoen aan de
verwachting van de burger, of je niet uiteindelijk vastloopt in de bureaucratische
systemen. Voorbeeld: de elektronische landelijke petities moeten alsnog op
ouderwetse wijze aan de Tweede Kamer worden aangeboden.
5. Doodgeknuffeld Vanuit het veld wordt het gerede gevaar benoemd dat initiatieven door de
subsidieverstrekker (zoals BZK) worden ‘doodgeknuffeld’: de initiatiefnemers (die veelal
parttime of in de avonduren bezig zijn met hun initiatief) worden zo vaak gevraagd om
voortgang te tonen of om een bijdrage te leveren aan een bijeenkomst, dat men met
moeite toekomt aan het van de grond krijgen van het initiatief.
6. Doorontwikkelen is pas de echte uitdaging Tot nu toe is eParticipatie vooral experimenteel en ‘leuk’ geweest: het ontwikkelen van
applicaties die de participatie kunnen bevorderen. Daardoor hebben met name
onbedreigende initiatieven een kans gekregen. Echt spannend wordt het pas wanneer
ook ‘gevaarlijker’ initiatieven worden (door)ontwikkeld en de gevestigde belangen
worden geraakt: ambtenaren voelen zich op de vingers gekeken, politici voelen de
macht door hun vingers glippen. Voor succes moet deze weerstand worden
overwonnen. Ook het beheer wordt bij doorontwikkeling (pas) echt een serieuze zaak.
3.4.4 Voorbeelden van kansrijke huidige initiatieven
Op basis van de genoemde succes- en faalfactoren, kansen en bedreigingen en vanuit
de observatie dat door gebruikers vooral verbeteringen worden gezien met betrekking
tot de gebruiksbarrière en op basis van de genoemde succes- en faalfactoren kunnen
de kansen worden bepaald voor opschaling en doorontwikkeling van huidige
initiatieven28. Hierbij valt te denken aan:
• Het ‘uitventen’ van initiatieven onder gemeenten. Zo bezitten
watstemtmijnraad.nl en petities.nl de potentie om door meer gemeenten omarmd
te worden. In een recente inventarisatie heeft zo’n zestig procent van de
gemeenten (vooral kleinere gemeenten) positief gereageerd op een lokale variant
van watstemtmijnraad.nl. Hiermee kan het gebruik van een instrument aanzienlijk
worden verhoogd.
• Het ondersteunen van initiatiefnemers bij het verduurzamen van hun initiatief. Dit
om een zinvol instrument voor de toekomst veilig te stellen. Dit speelt ondermeer
bij petities.nl en HNS.dev.
• Het ondersteunen van (semi-)professionele organisaties bij het doorontwikkelen
van het initiatief, met name gericht op het verhogen van gebruik en effect. In dat
geval hoeft de ondersteuning niet of minder gericht te zijn op de proof of concept
of het continue beheer. Een voorbeeld is buurtlink.nl.
28 In hoofdstuk 4 wordt, vanuit verschillende toekomstige invalshoeken, nadrukkelijk stilgestaan bij
nieuwe initiatieven. Hier worden enkel de huidige experimenten behandeld.
B&A CENTRUM VOOR BELEIDSEVALUATIE BETROKKEN BURGERS, BEWOGEN BESTUUR
57
• Tot slot zou met eParticipatie op infrastructurele vraagstukken, zoals ikgaverder.nl,
verder geëxperimenteerd kunnen worden: het is een thema in de top of mind van
burgers en er gebeurt veel op het gebied van inspraak, maar nog weinig op een 2.0-
niveau.
3.4.5 Voorbeelden van kansrijke nieuwe initiatieven
Naast het opschalen en doorontwikkelen zouden ook nieuwe ideeën uitgewerkt
kunnen worden tot initiatief. Hiervoor kan gekeken worden naar de (nog niet
gerealiseerde) ideeën uit de 49-ideeënsessie. Ook zijn respondenten in interviews en
survey gevraagd naar interessante nieuwe initiatieven.
49-ideeënsessie Vanuit de 49-ideeënsessie (zie paragraaf 2.2) zijn inmiddels zeven experimenten
uitgevoerd. Mogelijk is een aantal van deze ideeën nog steeds (of: inmiddels) geschikt
voor ontwikkeling. Hierbij kan worden gedacht aan:
• Het (op termijn) ontwikkelen van één algemeen Meldpunt Overheid. Er
bestaan op het moment diverse meldpunten waar de burger over
verschillende, uiteenlopende onderwerpen meldingen door kan geven, denk
bijvoorbeeld aan het meldpunt voor kindermishandeling, voor intimidatie, voor
kinderporno, voor last van de overheid, voor vermisten, maar ook aan
meldpunten van gemeentelijke diensten en (het eParticipatie experiment)
verbeterdebuurt.nl. Nu moeten burgers zelf uitzoeken waar ze een melding
over een specifiek onderwerp kunnen maken. Door het ontwikkelen van één
centraal punt (bijvoorbeeld meldpunt.overheid.nl), waarop meldpunten zich
kunnen aansluiten, wordt het voor burgers gemakkelijker gemaakt om
opvallendheden en/of klachten en dergelijke te melden. Dit is tevens een
signaal naar burgers dat zij serieus worden genomen als het gaat om hun inzet
voor het creëren en behoud van een leefbare samenleving. Belangrijk hierbij is
dan wel dat van te voren uitgedacht wordt hoe het beheer van de applicatie
(gebruiksbarrière) eruit zal zien (wie neemt dit, ook na de eerste ontwikkelfase,
op zich?) en dat er veel aandacht wordt geschonken aan de bekendheid van
het nieuwe meldpunt (gebruiksbarrière). De communicatie hierover is erg
belangrijk. Burgers moeten het meldpunt gemakkelijk weten te vinden.
• eParticipatie marktplaats. Naar het idee van de welbekende website
marktplaats.nl, kan een marktplaats opgericht worden gericht op eParticipatie.
Daarbij wordt eParticipatie tussen burgers onderling gestimuleerd door het
matchen van vraag en aanbod. Tevens kunnen overheidsinstellingen zich op de
‘digitale markt’ begeven en zaken aanbieden dan wel informatie opdoen over
wat er aan vraag leeft onder de bevolking. Door het aanbieden van
bijvoorbeeld informatie, kan dit initiatief bijdragen aan de stimulering van
meer open data. Bovendien kan met een dergelijk initiatief een breder publiek
bereikt worden. Dit idee kan mogelijk als verbreding van overheid 2.0 (met
werkruimtes voor specifiek ambtenaren) worden uitgewerkt.
B&A CENTRUM VOOR BELEIDSEVALUATIE BETROKKEN BURGERS, BEWOGEN BESTUUR
58
• Kennisbank Overheidsinformatie. Door het instellen van een kennisbank
overheidsinformatie kan het ontsluiten van overheidsdata gestimuleerd
worden. Het blijkt lastig steeds in te schatten aan welke informatie burgers
behoefte hebben. Door burgers aan te laten geven door middel van de
kennisbank of zij de gezochte informatie al dan niet gevonden hebben, kan de
informatie- en participatiebehoefte van burgers meer inzichtelijk worden
gemaakt. Bovendien kan een dergelijke kennisbank ingezet worden in het
ontsluiten van open data.
Ideeën uit interviews en survey In de interviews en de survey zijn door de respondenten verschillende mogelijke
nieuwe initiatieven naar voren gebracht, welke BZK zou kunnen ontwikkelen of
waarvan de ontwikkeling door BZK kan worden ondersteund:
• Een Nederlandse stimiluswatch.org (een Amerikaans burgerinitiatief dat in de
gaten houdt wat er gebeurt met de miljardeninvesteringen van de regering).
• Een Nederlandse data.gov (zoals in Amerika nu verplicht is om alle
overheidsinformatie die gepubliceerd wordt, ook in open format beschikbaar
te stellen), met bijvoorbeeld alle documenten die onder de WOB vallen. Zie ook
het idee Kennisbank Overheidsinformatie.
• Een Nederlandse theyworkforyou (waarmee, zoals in Engeland, inzicht wordt
gegeven in het werk van de volksvertegenwoordigers).
• Een systematische webapplicatie die weergeeft of in overheidsstukken
genoemde wetgeving nog geldend is.
• Op elk ministerie een groot scherm bij de ingang met een tag cloud met issues
die hot zijn bij internetcommunities (zoals Google in van zijn kantoren doet
met zoekresultaten).
• Een eigen ePetitieloket van de Tweede Kamer.
• Publicatie van overheidsbegrotingen (gemeenten) op interactieve wijze. Eén
stichting die de (door)ontwikkeling en het technisch en organisatorisch beheer
duurzaam voor haar rekening neemt, zoals MySociety en Connecting
Canadians.
• Een aanspreekpunt van overheidsorganisaties (gemeenten, ministeries) binnen
Hyves, Buurtlink en andere internetcommunities.
Richtingen voor ideeën uit de survey Daarnaast moet volgens de respondenten van de survey binnen initiatieven gewerkt
worden in de volgende richtingen:
• “Daadwerkelijke input van burgers tijdens de fase van beleidsvoorbereiding/
meewerken aan voorstellen van Kamerleden, gemeenteraadsleden, dingen in
de buurt en dergelijke.”
• “Een manier om interactieve besluitvorming mogelijk te maken.”
• “De meeste initiatieven zijn 1) eenzijdig gericht op vooraf al geformuleerde
keuzes (dus uitsluitend stemmen) of 2) dienen uitsluitend als vergaarbak van
ideeën, waarbij op voorhand niet duidelijk is wat er mee gedaan wordt,
wanneer en door wie. Ieder initiatief dat deze valkuilen omzeilt of er goed mee
B&A CENTRUM VOOR BELEIDSEVALUATIE BETROKKEN BURGERS, BEWOGEN BESTUUR
59
omgaat, en/ of ieder initiatief dat meer op meningsopbouw, uitwisselen van
argumenten (met eventueel stemmen of consensus of iets dergelijks als
sluitstuk) is gericht, is toe te juichen.”
• “Meer in mijn eigen woonplaats.”
• “Interfaces door anderen laten maken, op breed beschikbare
overheidsinformatie.”
• “Door geld en overheidsinformatie beschikbaar te stellen genereer je hopelijk
meer initiatieven vanuit de samenleving.”
Meer mogelijke activiteiten komen aan de orde in hoofdstuk 4, wanneer de mogelijke
toekomstige invalshoeken voor BZK-beleid besproken worden.
3.5 DEELCONCLUSIES EN REFLECTIE
In dit hoofdstuk is de balans opgemaakt van de initiatieven die BZK de afgelopen twee
jaar heeft ondersteund. Deze balans diende ter beantwoording van de deelvragen 2, 3
en 4: ‘welk resultaat hebben de experimenten geboekt?’ (2), ‘wat waren de
belangrijkste succes- en faalfactoren voor de ontwikkeling en opschaling van
bestaande eParticipatie experimenten?’ en: ‘wat is nodig om doorontwikkeling en
opschaling daarvan te bevorderen?’ (3), en ‘welke vijf tot tien eParticipatie concepten
en ideeën die niet werden gerealiseerd lijken nog steeds geschikt en van belang om te
realiseren en wat zijn hierbij succes en faalfactoren? (4, eerste deelvraag). Het tweede
deel van deelvraag 4 – en op welke manier zou deze realisatie het beste gestalte
kunnen krijgen?’ wordt in hoofdstuk 4 beantwoord.
3.5.1 Doelen en doelbereik
Op basis van de survey en een eigen analyse van de onderzoekers is in paragraaf 3.2
stilgestaan bij de doelen en het bereik ervan. Hieruit kwamen de volgende punten naar
voren:
• De belangrijkste doelen bij eParticipatie zijn: het toegankelijk maken van
informatie, een transparante overheid, het vergroten van maatschappelijke
betrokkenheid en politieke participatie en het verbeteren van het
democratisch proces.
• Om gebruikt te worden, dienen initiatieven met name duidelijk,
gebruiksvriendelijk, interactief, relevant en effectief te zijn.
• Een aanzienlijk deel van de experimenten manifesteert zich op de eerste
treden van de participatieladder (informeren en raadplegen).
• De experimenten zijn verdeeld over de verschillende fasen van de
beleidscyclus. Binnen elke fase manifesteren zich minimaal twee
experimenten.
• Door het bestaan van het initiatief worden al zekere doelen bereikt (ten
aanzien van het overwinnen van de institutionele barrière): verhoogde
transparantie van de overheid, verbeterde toegankelijkheid van informatie en
het verleggen van de drempel van participatiemogelijkheden.
B&A CENTRUM VOOR BELEIDSEVALUATIE BETROKKEN BURGERS, BEWOGEN BESTUUR
60
3.5.2 Succes- en faalfactoren
In paragraaf 3.3 zijn de succes- en faalfactoren (en risico’s) bepaald: factoren die bij de
initiatieven van substantieel belang zijn geweest voor het succes c.q. (mogelijk) falen.
Het zijn factoren die spelen rondom het overwinnen van institutionele barrières (de
mogelijkheden van internet omzetten in initiatieven) en gebruiksbarrières (burgers
laten participeren door middel van de initiatieven). Factoren met betrekking tot het
overwinnen van effectbarrières zijn slechts in beperkte mate uit de praktijk op te halen,
gezien het karakter van de experimenten. De succesfactoren en de faalfactoren en
risico’s zijn:
Tabel 3.3 Succes- en faalfactoren per barrière
Succesfactoren Institutionele barrières
• Enthousiaste trekker
• Financiële ondersteuning
• Ruimte voor creativiteit
• Een goed en simpel idee
• Positieve feedback van derden
• Initiatief laten bij de initiatiefnemer
• Toewerken naar een event of mijlpaal
Gebruiksbarrières
• Positieve feedback van derden
• Sluiten van allianties
• Toewerken naar een event of mijlpaal
Effectbarrières
• Investeer in de ontvangende partij
Faalfactoren en risico’s
Institutionele barrières
• Weinig werkende business modellen
• Enthousiaste ambtenaar loopt vast in de eigen
organisatie/ reen steun van de top
• Gesloten overheidsdata
Gebruiksbarrières
• Beheer van de applicatie
• Communicatie is een vak apart
• Boven het hoofd groeien
3.5.3 Kansen en bedreigingen
Mogelijk is een aantal experimenten/ initiatieven geschikt voor opschaling en
(door)ontwikkeling. Op basis van het onderzoek zijn in paragraaf 3.4 de volgende
kansen en bedreigingen bepaald als het gaat om opschaling en doorontwikkeling:
B&A CENTRUM VOOR BELEIDSEVALUATIE BETROKKEN BURGERS, BEWOGEN BESTUUR
61
Tabel 3.4 Kansen en bedreigingen
Kansen • Nieuwe doelgroep initiatiefnemers
• Een breder publiek
• Behoefte aan open data
• Behoefte aan intervisie
• Behoefte aan praktische tips
Bedreigingen • Ambitie om uit te venten?
• Ambitie om uit te rollen?
• Subsidieafhankelijkheid
• Blijven voldoen aan de verwachting
• Doodgeknuffeld
• Doorontwikkelen is pas de echte uitdaging
De volgende typen initiatieven zijn benoemd als mogelijk geschikt voor
doorontwikkeling en opschaling:
• Het ‘uitventen’ van initiatieven onder gemeenten. Zo bezitten
watstemtmijnraad.nl en petities.nl de potentie om door meer gemeenten omarmd
te worden. In een recente inventarisatie heeft zo’n zestig procent van de
gemeenten (vooral kleinere gemeenten) positief gereageerd op een lokale variant
van watstemtmijnraad.nl. Hiermee kan het gebruik van een instrument danig
verhoogd worden.
• Het ondersteunen van initiatiefnemers bij het verduurzamen van hun initiatief. Dit
om een zinvol instrument voor de toekomst veilig te stellen. Dit speelt ondermeer
bij petities.nl en HNS.dev.
• Het ondersteunen van (semi-)professionele organisaties bij het doorontwikkelen
van het initiatief, met name gericht op het verhogen van gebruik en effect. In dat
geval hoeft de ondersteuning niet/minder gericht te zijn op de proof of concept of
continue beheer. Een voorbeeld is buurtlink.
• Tot slot zou met eParticipatie op infrastructurele vraagstukken, zoals ikgaverder.nl,
verder geëxperimenteerd kunnen worden: het is een thema in de top of mind van
burgers en er gebeurt veel op het gebied van inspraak, maar nog weinig 2.0.
Daarnaast zijn mogelijke nieuwe initiatieven aan het licht gekomen. Genoemd zijn het
(op termijn) ontwikkelen van een centraal Meldpunt Overheid, een eParticipatie
marktplaats (voor het matchen van vraag en aanbod) en een kennisbank
Overheidsinformatie (een Nederlandse data.gov). Ook andere initiatieven naar
buitenlands voorbeeld zijn benoemd, zoals een Nederlandse variant op
stimiluswatch.org of theyworkforyou. Deze initiatieven zouden de rol van de burger als
medetoezichthouder stimuleren respectievelijk vanuit de samenleving de
transparantie van het parlement bevorderen. Tevens zijn genoemd: een systematische
webapplicatie die weergeeft of in overheidsstukken genoemde wetgeving nog geldend
is, een eigen ePetitieloket van de Tweede Kamer, interactieve publicatie van
overheidsbegrotingen en het op elke ministerie bij de ingang ophangen van een groot
scherm met een tag cloud met issues die hot zijn bij internetcommunities. Ook is naar
voren gekomen dat moet worden bevorderd dat er aanspreekpunten van
B&A CENTRUM VOOR BELEIDSEVALUATIE BETROKKEN BURGERS, BEWOGEN BESTUUR
62
overheidsorganisaties (gemeenten, ministeries) zijn binnen Hyves, Buurtlink en andere
internetcommunities. Tot slot is de wens uitgesproken voor één stichting die de
(door)ontwikkeling en het technisch en organisatorisch beheer duurzaam voor haar
rekening neemt, zoals MySociety.org en Connecting Canadians.
3.5.4 Reflectie
In de afgelopen twee jaar heeft BZK in twee rondes in totaal veertien experimenten
financieel en inhoudelijk ondersteund. Een deel van deze experimenten is met succes
uitgewerkt; de uitwerking van een deel laat daarentegen nog op zich wachten.
Opvallend is dat het woord ‘experiment’ vrij letterlijk is uitgelegd: het uitwerken van
een idee en vinden van technologische oplossingen. Daarmee lag de nadruk op het
overwinnen van institutionele barrières. Er had meer geëxperimenteerd kunnen
worden met het overwinnen van gebruiks- of effectbarrières: succesvolle middelen om
initiatieven onder de aandacht van burgers te krijgen, het ontwikkelen van duurzame
beheermodellen of het zorgen voor een representatieve uitkomst bij het gebruik van
een initiatief. Nu is, zoals een geïnterviewde het stelde, vooral gewerkt vanuit de
‘dotcom-hype’. Het experimenteren met het overwinnen van gebruiks- en
effectbarrières kan richting de toekomst een belangrijk aanknopingspunt zijn.
63
4 BLIK OP DE TOEKOMST
4.1 INLEIDING
De voorgaande hoofdstukken gingen over eParticipatie en het BZK-beleid tot nu toe,
met specifieke aandacht voor de door BZK ondersteunde experimenten en de factoren
die hierbij een rol spelen in het succes of falen van deze experimenten in het bijzonder
en het eParticipatiebeleid in meer algemene zin. In dit hoofdstuk wordt de blik vooruit
geworpen: wat zijn de ontwikkelingen op het gebied van eParticipatie (4.2), voor welke
overwegingen ziet BZK zich gesteld (4.3) en wat zijn de mogelijke invalshoeken voor
een toekomstige rol van BZK (4.4)?
4.2 EPARTICIPATIE
4.2.1 Trends
Om zicht te krijgen op de toekomstige mogelijkheden, is gekeken naar drie belangrijke
‘elementen’ van eParticipatie: technologie, bestuur en burgers. We benoemen per
element de belangrijkste patronen.29
Technologie: mobiele en geïndividualiseerde participatie Participatie via digitale media wordt nog steeds eenvoudiger. Het gebruik van internet
wordt gewoon en technische barrières (identificatie, gegevenskoppelingen, et cetera)
verdwijnen. Belangrijker wordt de mobiele participatie: burgers krijgen de mogelijkheid
om altijd en overal te participeren. Burgernet vormt hiervan een voorloper. Ook krijgt
participatie steeds sterker een geïndividualiseerd karakter: op basis van profielen
worden burgers gevraagd om deel te nemen aan die vormen van participatie waarvan
verwacht kan worden dat zij hierin zijn geïnteresseerd.
Burgers: meer participatie maar ook een groeiende kloof De bereidheid om gebruik te maken van digitale instrumenten neemt toe en er
ontstaat een generatie die het gebruik van internet ‘gewoon’ vindt. Het risico bestaat
dat de kloof tussen actieve en passieve burgers toeneemt: hoe meer mogelijkheden er
zijn hoe groter het verschil wordt tussen degenen die wel en die niet deelnemen.30 Het
risico bestaat dat eParticipatie zo de meritocratie versterkt.31
29 Deze paragraaf is grotendeels geschreven door Albert Meijer, docent en onderzoeker aan de Utrechtse
School voor Bestuurs- en Organisatiewetenschap. 30 Cf. Tichenor, Van Deursen en Van Dijk, 2008. 31 Bovens en Wille, 2009.
B&A CENTRUM VOOR BELEIDSEVALUATIE BETROKKEN BURGERS, BEWOGEN BESTUUR
64
Bestuur: terugtredend bestuur of dominante staat? Wij zien momenteel twee tegengestelde trends in de ontwikkeling van overheden:
enerzijds krijgt de staat weer een centralere positie (‘bringing the state back in’).
Anderzijds trekken sommige overheden zich nog steeds verder terug en worden
verantwoordelijkheden gelegd bij de samenleving en bij burgers. De eerste trend
kenmerkt zich door een afnemende aandacht voor participatie. Stroperigheid wordt als
belemmerend ervaren en er ligt nadruk op krachtdadige besluitvorming. De tweede
trend neemt juist co-creatie als uitgangspunt. De nadruk ligt op een minimale staat en
burgers worden in de gelegenheid gesteld om zelf zaken te regelen.
4.2.2 Kansen en bedreigingen
Op basis van deze trends kunnen kansen en bedreigingen voor eParticipatie worden
onderkend, waaronder:
Kans 1: Niemand kan om eParticipatie heen Nu wordt eParticipatie nog beschouwd als een ‘nieuwigheid’ die relatief los staat van
‘gewone’ participatie. In de nabije toekomst verandert dit: eParticipatie wordt de
standaard. Een inspraakavond in een buurt wordt voortgezet in een digitale omgeving.
Communicatie tussen burgers en ambtenaren verloopt afwisselend off- en online.
Hoogstwaarschijnlijk wordt er over vijf jaar niet meer gesproken over elektronische
participatie. Het adjectief ‘elektronisch’ is dan een overbodige toevoeging geworden.
Kans 2: Overheden kunnen aansluiten op initiatieven van burgers Burgers organiseren zich in toenemende mate zelf in gemeenschappen. Het voordeel
hiervan voor overheden is dat burgers daardoor gemakkelijker kunnen worden bereikt.
Overheden kunnen naar digitale ontmoetingsplaatsen van burgers toegaan en daar
startpunten vinden voor participatie.
Kans 3: Participatie 3.0 Nieuwe vormen van participatie kenmerken zich door mobiliteit en personalisatie.
Overheden kunnen burgers altijd en overal bereiken en vooral voor de
beleidsparticipatie biedt dit grote mogelijkheden. Burgers kunnen, net als via Twitter,
direct doorgeven of in een restaurant wordt gerookt. Of ze maken een filmpje van een
plek die nodig moet worden opgeknapt. Overheden kunnen burgers, wanneer deze
hiervoor toestemming geven, individueel en op maat benaderen. De mogelijkheden tot
participatie sluiten zo veel beter aan op de behoeften.
Bedreiging 1: Elitaire participatie eParticipatie kan de kloof tussen actieve en passieve burgers versterken. De passieve
burgers voelen zich daardoor nog sterker uitgesloten. Overheden zullen zich extra in
moeten spannen om ook deze groepen te benaderen. Mobiele media bieden hiervoor
mogelijkheden. Beleidsparticipatie lijkt ook kansrijker dan politieke participatie.
B&A CENTRUM VOOR BELEIDSEVALUATIE BETROKKEN BURGERS, BEWOGEN BESTUUR
65
4.3 UITGANGSPUNTEN EN OVERWEGINGEN VOOR ROLINVULLING BZK
Tijdens de interviews en de denktanksessie is de toekomstige rol van BZK op het terrein
van eParticipatie aan de orde gekomen. Een duidelijke boodschap die vanuit het veld
naar voren werd gebracht, is dat BZK voor de komende periode een heldere strategie
dient te formuleren: wat wordt beoogd met het eParticipatiebeleid en wie draagt daar
wat aan bij? Bij de ontwikkeling van een gerichte strategie gaat het om de volgende
uitgangspunten en overwegingen. Bij de aanbevelingen (paragraaf 5.6) wordt hier nog
wat meer richting aan gegeven.
4.3.1 Uitgangspunten
Alleen bij meerwaarde Binnen het veld van eParticipatie, digitale dienstverlening en overheid 2.0 zijn vele
publieke en private organisaties actief. Uitgangspunt dient hierbij te zijn: ‘als je wat
wilt bijdragen, moet je echt iets toe te voegen hebben’. Mogelijke meerwaardes komen
bij de later in dit rapport te behandelden invalshoeken nog verder aan de orde.
Benoem doel en strategie Tot nu toe heeft BZK op het terrein van eParticipatie geen specifieke doelen gesteld en
een niet of nauwelijks geëxpliciteerde strategie gevolgd. Dit paste ook bij de eerste fase
waarin men destijds verkeerde. Nu het veld, de instrumenten en mogelijkheden voor
eParticipatie langzamerhand steeds volwassener worden en meerdere programma’s,
met name op het gebied van burger-dienstverlening prominente plaatsen innemen,
wordt het tijd om doelen rondom eParticipatie te communiceren en een bewuste
strategie op deze doelen te formuleren. Medeoverheden en (mogelijke) partners
kunnen in dat geval bewust anticiperen op de BZK-strategie.
Benoem je doelgroep Binnen het veld van eParticipatie heeft men te maken met veel verschillende
doelgroepen:
• Nationaal - decentraal (gemeenten, provincies, waterschappen);
• Particulier - overheid;
• ‘Believers’ - ‘mainstream’ initiatiefnemers;
• Ambtenaren - bestuurders - politici/ politieke partijen.
Maak een duidelijke strategische keuze voor de doelgroepen waarop de nadruk wordt
gelegd. Bij de verschillende doelgroepen passen namelijk verschillende invalshoeken en
rollen (zie volgende paragraaf).
Maak het ‘mainstream’ Tot nu toe heeft de focus vooral gelegen op de ‘frontrunners’, op de ‘believers’ in
eParticipatie. Deze zijn geënthousiasmeerd, bijeengebracht en ondersteund. De (nog)
‘non-believers’ onder de ambtenaren worden door deze frontrunners als ‘ouderwets’
getypeerd en zij zouden ‘eigenlijk allemaal op een cursus web 2.0 moeten’. Dit is
waarschijnlijk wat teveel van het goede, maar een (gedeeltelijke) verschuiving van
B&A CENTRUM VOOR BELEIDSEVALUATIE BETROKKEN BURGERS, BEWOGEN BESTUUR
66
aandacht naar deze ‘ouderwetse’ groep is zo langzaamaan raadzaam: hier valt veel
winst te behalen. Zij moeten eigenlijk, op niet al te ‘bedreigende’ wijze, geconfronteerd
worden met de 2.0-mogelijkheden en ermee aan de slag gaan.
Geen dikke pakken papier Bij dit veld van snelle ontwikkelingen en creatieve innovaties passen geen activiteiten
met vele dikke pakken papier (denk bijvoorbeeld aan nota’s, handreikingen en
richtlijnen voor eParticipatie). Wil BZK wat bijdragen, dan past het beste de
persoonlijke benadering. Wat dat betreft geldt hier continuering van de tot nu toe in de
praktijk gevoerde sturingsfilosofie, waarin veel ruimte is voor bottom-up initiatieven
en activiteiten.
Noodzaak van gebruikersonderzoek Tot nu toe wordt de noodzaak van onderzoek onder gebruikers van de initiatieven niet
benadrukt: er wordt door BZK niet gestuurd op gebruikersonderzoek. Dergelijk
onderzoek is echter van groot belang om enerzijds het initiatief te kunnen blijven
verbeteren en anderzijds − en vooral − om te kunnen bepalen welk maatschappelijk
rendement met het initiatief bereikt wordt. Dit rendement is tot nu toe meestal lastig
vast te stellen. Hierbij dient gedacht te worden aan antwoorden op vragen als: wat is
de betekenis van specifieke eParticipatie projecten voor burgers, bedrijven en
maatschappelijke organisaties? Waarom maken zij er (geen) gebruik van en welke
meerwaarde ligt er (al of niet) in verscholen? Onder welke condities zouden zij (meer)
gebruik maken van de geboden eParticipatie-instrumenten?
4.3.2 Overwegingen
Begripsafbakening (1) Het lijkt wenselijk om een duidelijke keuze te maken ten aanzien van de rol die BZK wil
spelen bij eParticipatie. Dit heeft betrekking op de afbakening van het begrip
eParticipatie. eParticipatie kan zich richten op de relatie burger-bestuur, de relatie
burger-dienstverlening én/ of de relatie burger-burger. Daarmee kan het begrip van
alles betekenen, zoveel dat het niet altijd uit te leggen valt. Overwogen dient te worden
om een keuze te maken voor een focus op één van deze drie onderdelen, bijvoorbeeld
op burger-bestuur (het politiek-bestuurlijk proces). Doel van eParticipatie is dan om
participatie binnen politieke besluitvormingsprocessen (aan de voor- en achterkant) te
bevorderen middels elektronische mogelijkheden.
De keuze kan ook zijn om met eParticipatie te focussen op burger-dienstverlening: veel
interessante initiatieven zijn ontstaan rondom participatie in de uitvoering van beleid.
Wel dient in dat geval prominent op het netvlies te staan dat het met name indirect
(zorgen voor een basisinfrastructuur) bevorderen van elektronische beleidsparticipatie
al binnen diverse programma’s aan de orde komt (NUP, Overheid2.0 bèta, eOverheid).
Deze richten zich echter niet expliciet op het (door)ontwikkelen en opschalen van
kansrijke eParticipatie-initiatieven.
Burger-burger tot slot, lijkt een onderdeel waar BZK zich moeilijk een rol kan toe-
eigenen. Er zijn de laatste tijd goed functionerende communities ontstaan, waar BZK-
ambtenaren zich hooguit als actieve deelnemer bij aan zouden kunnen sluiten.
B&A CENTRUM VOOR BELEIDSEVALUATIE BETROKKEN BURGERS, BEWOGEN BESTUUR
67
Begripsafbakening (2) eParticipatiebeleid dient zich in essentie te richten op de hogere treden van de
participatieladder (adviseren, coproduceren, meebeslissen): dan is pas werkelijk sprake
van participatie. Het ‘informeren’ (het bevorderen van transparantie, het beschikbaar
stellen van data, het bereiken van burgers en het traceerbaar maken/ geven van
openheid over beleidsprocessen) is voor deze treden een noodzakelijke, maar thans nog
niet voldoende gewaarborgde voorwaarde. Het is dus van belang om óók de
informatiefunctie van eParticipatiebeleid (en daarmee de invulling van de eerste ‘trede’
van de participatieladder) adequaat in te richten. De trede kan vervolgens gebruikt
worden als opstapje of beter: springplank naar de hogere participatietreden, waarop
eParticipatie tot volle wasdom kan komen. Tot slot dient (voorlopig) te worden
gefocust op één bepaalde beleidsfase. Vooral in de fase van de beleidsuitvoering lijken
de grote kansen te zitten. Daarin zijn de burgers echt geïnteresseerd en zijn ook veel
interessante initiatieven ontstaan (zoals al gesteld bij de overweging ten aanzien van
burger-dienstverlening). Bovendien biedt deze fase ruim de gelegenheid om de in te
zetten elektronische middelen (de eParticipatie-instrumenten) ‘vast te klikken’ op zich
lokaal manifesterende (als direct voelbaar of zichtbaar ervaren) maatschappelijke
vraagstukken en problemen van burgers, bedrijven en maatschappelijke organisaties.
Verzilver de kansen Tot nu toe is de strategie vooral geweest om op de golf van frontrunners mee te varen
en hen financieel en inhoudelijk te ondersteunen. Inmiddels zijn meerdere nuttige
eParticipatie-instrumenten ontstaan, die een zekere maatschappelijke impact hebben.
Vele kunnen echter flink wat hulp gebruiken, om de impact te vergroten of gewoon om
de toekomst veilig te stellen. Voorbeelden zijn petities.nl, verbeter de buurt en
verschillende initiatieven van Het Nieuwe Stemmen. Hier liggen (nog steeds) kansen
die BZK, vanuit de gekozen rolopvatting, zou kunnen (of moeten) verzilveren.
Keuze voor een beleidsthema als showcase Eigenlijk moet eParticipatie zo langzamerhand in de beleidskokers terecht komen. Door
één beleidsthema te kiezen, zou BZK kunnen laten zien ‘wat allemaal mogelijk is op het
gebied van eParticipatie’, om daarmee andere overheidspartijen te ‘verleiden’ om er
ook mee aan de slag te gaan. Een BZK-eigen beleidsterrein als veiligheid (politie,
veiligheidsregio’s, crisisbeheersing) ligt daarbij voor de hand. Een eigen beleidsterrein
levert in de uitvoering op sommige punten minder problemen op dan die van een
ander departement. Wat verder voor ‘veiligheid’ als ‘showcase’ pleit, is het belang en
de belangstelling dat het thema heeft binnen de samenleving.
Boegbeeld Op het terrein van eParticipatie zijn veel partijen in meer of mindere mate actief. Ook
binnen het ministerie van BZK is er op dit punt sprake van fragmentatie. Het zou
helpen als iemand binnen het management (liefst de beleids-DG) of een
bewindspersoon zich als boegbeeld aan het vervolgtraject verbindt. Dit zou ook kunnen
door middel van een extern politiek-bestuurlijk kopstuk. De aanstelling van een
dergelijk boegbeeld kan de activiteiten op het terrein van eParticipatie een impuls
geven en de doorzetting naar de fase van volwassenheid (lees: verworden tot
onderdeel van het reguliere participatiebeleid) bespoedigen.
B&A CENTRUM VOOR BELEIDSEVALUATIE BETROKKEN BURGERS, BEWOGEN BESTUUR
68
4.4 MOGELIJKE INVALSHOEKEN
Vanuit de bovengenoemde uitgangspunten en overwegingen zou BZK een gerichte
strategie kunnen formuleren. Ter overweging geven we daarvoor ook een aantal
mogelijke invalshoeken mee. Deze zijn tot stand gekomen op basis van de interviews,
de denktanksessie en de bijeenkomsten met de begeleidingscommissie. De zes
invalshoeken zijn hoofdrichtingen, waarop BZK zou kunnen bijdragen aan de
ontwikkeling van eParticipatie. Het gaat hierbij om:
1. Awareness & mainstreaming binnen de overheid
2. Generieke ondersteuning van initiatiefnemers
3. Specifieke ondersteuning van initiatiefnemers
4. Focus op een specifiek beleidsthema
5. Bevorderen open data
6. Transformatie
Deze invalshoeken zijn deels complementair aan elkaar, maar bieden wel de
mogelijkheid een duidelijke focus aan te brengen in de bijdrage die BZK levert aan de
verdere ontwikkeling van eParticipatie.
4.4.1 Awareness & mainstreaming binnen de overheid
Vanuit deze eerste invalshoek stelt BZK zich ten doel om de (verdere) awareness binnen
de overheid (nationaal en lokaal) te bevorderen en eParticipatie uiteindelijk te
‘mainstreamen’. Oftewel, BZK richt zich op het versterken van de bewustwording van
het ambtelijk apparaat ten aanzien van de mogelijkheden van eParticipatie. Met als
beoogd effect eParticipatie een plaats te geven in de reguliere werkwijze van de
overheid.
Rollen Rollen binnen deze invalshoek kunnen zijn:
• Promoten en voorlichten: het onder de aanbracht brengen van de mogelijkheden
van eParticipatie en het enthousiasmeren van ‘ouderwetse’ ambtenaren/ politici,
door middel van sessies/ workshops/ campagne et cetera.
• Adviseren en expertise bieden: het actief en passief aanbieden van kennis en
(praktische) informatie ten behoeve van eParticipatieve ambtenaren/ politici, door
middel van cursussen/ ondersteuning/ tips&tricks/ kennisbank et cetera.
• Verbinden: het verbinden van enthousiast geworden ambtenaren/ politici, door
middel van communities/ sessies/ intervisiegroepen et cetera.
Doelgroepen Doelgroepen binnen deze invalshoek (kunnen) zijn:
• Ambtenaren, bestuurders en/ of politici;
• Rijksoverheid en/ of decentraal;
• Focus op de nog ‘ouderwets’ opererende personen.
B&A CENTRUM VOOR BELEIDSEVALUATIE BETROKKEN BURGERS, BEWOGEN BESTUUR
69
Belangrijk lijkt om deze doelgroepen, vanwege de verschillende behoeften, afzonderlijk
te benaderen. Aansluiting kan dan ook worden gevonden bij bestaande aanpakken als
Vernieuwing Rijksdienst, ambtenaar 2.0 en het Actieprogramma Lokaal Bestuur.
Mogelijke instrumenten Instrumenten die bij deze invalshoek passen, zijn (afhankelijk van de doelgroep):
• Laagdrempelige workshops/ trainingen met aandacht voor de werking van
bijvoorbeeld slidesharing, LinkedIn, websitebeheer of het modereren van een
forum.
• Een nieuwe eParticipatietop, om het onderwerp op de agenda te houden en de
aandacht ervoor te revitaliseren (maar niet zelf te claimen).
• Een ronde langs gemeenten voor top40-ambtenaren met een workshop Web 2.0.
• Kennis uitwisselen tussen vakdepartementen en kennisallianties aangaan of
versterken met eOverheidsprogramma’s (binnen ICTU en met departementen)
• Een platform met VNG en/ of IPO, Unie van Waterschappen et cetera, waarop
specifieke initiatieven die succesvol waren in een gemeente, worden uitgerold
binnen andere gemeenten.
• Een vrijgemaakte ambtenaar die eParticipatie binnen de Rijksoverheid bevordert (à
la het model van de ambtenaar 2.0 bij LNV).
• Een kennisbank van lijstjes waaraan je moet denken bij het ontwikkelen van een
eParticipatie-instrument: een processchema, checklist met (mogelijke) acties, een
aandachtspuntenlijstje en een overzicht met voorwaarden voor
gebruiksvriendelijkheid.
• Een inventarisatie van best practices: nationaal en internationaal.
• Beoordelingsmodellen voor ambtenaren: hoe beoordeel je digitale inspraak van
een x-aantal burgers of reacties op een forum (opkomst en stemverhouding).
.
4.4.2 Generieke ondersteuning van initiatiefnemers
Binnen deze tweede invalshoek neemt BZK zich voor een gunstig klimaat voor
innovatie en doorontwikkeling van eParticipatie-initiatieven te creëren. Dit doet het
door generieke ondersteuning van de initiatiefnemers.
Denktank - tafel 1: Awareness & Mainstreaming
De idee van promoten is te lief en voorlichting is te vrijblijvend. De wil om
kennis te delen mist. Daarom bereiken we vanuit deze invalshoek alleen iets als
uitgegaan wordt van de idee dat awareness & opschaling ‘pijn’ doet. Er moet
‘angst’ en frustratie gezaaid worden. Dit alles moet gebeuren door middel van
een Fear Roadshow waarbij ‘participatie-helden’ gezocht worden en een
FRUSTshow waarin mensen gefrustreerd worden. Ook moet er een guerilla
eParticipatie van start. Dit alles leidend tot een allstars team van helden, een
#eparticipatie op Hyves, Wobbies en een zwarte lijst van risicomijdende
bestuurders.
B&A CENTRUM VOOR BELEIDSEVALUATIE BETROKKEN BURGERS, BEWOGEN BESTUUR
70
Rollen Rollen binnen deze invalshoek kunnen zijn:
• Innoveren: een voor iedere mogelijke initiatiefnemer beschikbaar geldbedrag om
een experiment uit te voeren, waarbij er de voorwaarde is van gezamenlijk leren.
• Expertise bieden: het actief en passief aanbieden van kennis en (praktische)
informatie voor alle initiatiefnemers, door middel van bijeenkomsten/
ondersteuning/ tips&tricks/ kennisbank et cetera.
• Verknopen: het verknopen van diverse netwerken, door middel van het bij elkaar
brengen van personen et cetera.
Doelgroepen Doelgroepen binnen deze invalshoek (kunnen) zijn:
• Initiatiefnemers;
• Nationaal, regionaal en/ of lokaal;
• Ideëel en/ of bedrijfsmatig.
Mogelijke instrumenten Instrumenten die bij deze invalshoek passen, zijn (afhankelijk van de doelgroep):
• Een innovatiefonds voor experimentele eParticipatie-initiatieven (à la Dragons
Den, waar nieuwe ondernemers hun idee mogen ‘pitchen’ bij vijf vooraanstaande
ondernemers).
• Een kennisbank van lijstjes waaraan je moet denken bij het ontwikkelen van een
eParticipatie-instrument: een processchema, checklist met (mogelijke) acties, een
aandachtspuntenlijstje en een overzicht met voorwaarden voor
gebruiksvriendelijkheid.
• Een inventarisatie van best practices: nationaal en internationaal.
• Voor iedereen toegankelijke, thematische netwerkbijeenkomsten.
• Een centrale kalender met activiteiten op het gebied van eParticipatie/ overheid
2.0.
• Een voor burgers bedoelde etalage van mooie eParticipatie-initiatieven.
4.4.3 Specifieke ondersteuning van initiatiefnemers
Deze invalshoek houdt in dat BZK zich richt op de individuele initiatiefnemer en deze
ondersteunt, door middel van verschillende bijdragen: financieel, materieel, advies en/
of netwerk.
Rollen Rollen binnen deze invalshoek kunnen zijn:
• Financieel ondersteunen: het beschikbaar stellen van een geldbedrag aan
initiatiefnemers voor het (door)ontwikkelen van een initiatief.
• Materieel ondersteunen: het beschikbaar stellen van andere middelen (mankracht,
werkruimte, overheidsdata, e-mailadressen, et cetera) aan initiatiefnemers.
• Adviseren en expertise bieden: het actief en passief aanbieden van kennis en
(praktische) informatie aan initiatiefnemers, door middel van cursussen/
ondersteuning/ tips&tricks/ kennisbank et cetera.
B&A CENTRUM VOOR BELEIDSEVALUATIE BETROKKEN BURGERS, BEWOGEN BESTUUR
71
• Verbinden: het verbinden van enthousiast geworden initiatiefnemers, door middel
van communities/ sessies/ intervisiegroepen et cetera.
Doelgroepen Doelgroepen binnen deze invalshoek (kunnen) zijn:
• Initiatiefnemers;
• Nationaal, regionaal en/ of lokaal;
• Ideëel en/ of bedrijfsmatig.
Mogelijke instrumenten Instrumenten die bij deze invalshoek passen, zijn (afhankelijk van de doelgroep):
• Een nieuwe seed money faciliteit, zoals de DP-regeling.
• Het begeleiden van initiatieven binnen een academie (zoals de Digitale Pioniers
Academy en de Community of ePractice).
• De ondersteuning van een projectmedewerker/ onafhankelijke stichting die het
technisch en/ of organisatorisch beheer van een initiatief kan verzorgen.
• Het beschikbaar stellen van relevante adressenbestanden.
• Ondersteuning bij de externe communicatie (marketing) van een initiatief door
een expert: het onder de aanbracht brengen bij mogelijke gebruikers.
• Ondersteuning door een expert bij het nadenken over een business model.
• Intervisiegroep(en) voor initiatiefnemers, met een focus op doorontwikkeling: het
verbeteren van de gebruiksvriendelijkheid, het opzetten van aanvullende diensten/
koppeling met andere diensten, het aanscherpen van de business case etc. Het
gaat hierbij om het concreet versterken van elkaar.
4.4.4 Focus op een specifiek beleidsthema
Met de keuze voor een specifiek beleidsthema kan BZK een goede showcase
ontwikkelen voor de mogelijkheden van eParticipatie. Een bewuste keuze voorkomt dat
alleen op ‘onschuldige’ onderwerpen initiatieven ontstaan. Het liefst betreft het een
thema dat de top of mind van burgers is: bijvoorbeeld veiligheid, integratie of zorg. Het
voordeel van het thema veiligheid is, is dat deze binnen de beleidsverantwoordelijkheid
van BZK valt. Hierdoor ontstaat waarschijnlijk (vooraf of gaandeweg) minder een
macht- of competentiestrijd.
Mogelijke instrumenten Instrumenten die binnen de showcase veiligheid (door)ontwikkeld zouden kunnen
worden, zijn bijvoorbeeld:
• Doorontwikkeling en opschaling van Digitale Diender;
• Doorontwikkeling en opschaling van politieonderzoek.nl;
• Doorontwikkeling en opschaling van overvallersgezocht.nl (initiatief van de politie
Amsterdam);
• Verder experimenteren met crowdsourcing voor het oplossen van misdaden (zoals
is gedaan door de Technische Recherche Utrecht);
• Verder experimenteren met een virtueel politiebureau (zoals gedaan door Utrecht
op Second Life);
• 1 nationaal loket voor aangifte van diefstal et cetera;
B&A CENTRUM VOOR BELEIDSEVALUATIE BETROKKEN BURGERS, BEWOGEN BESTUUR
72
• Een kaart die inzicht geeft in de opslag en het transport van gevaarlijke stoffen (in
samenwerking met VROM).
Uiteindelijk is de showcase bedoeld om andere overheidsorganisaties de
mogelijkheden van eParticipatie te laten zien en hen hiervan te overtuigen. Ook zit in
deze aanpak een belangrijke leercomponent, onder meer door: het (verder) bepalen
van succes- en faalfactoren, het ontwikkelen van aandachtspuntenlijstjes, het
aanleggen van overzichten met ‘tips & tricks’, het oefenen met de organisatorische
inbedding en het discussiëren over de consequenties voor de bestaande organisatie.
4.4.5 Bevorderen open data
Vanuit de vijfde invalshoek richt BZK zich op het bevorderen van de openstelling van
open data door overheidsorganisaties, en vervolgens het gebruik van deze
opengestelde data door initiatiefnemers.
Mogelijke instrumenten Instrumenten die bij deze invalshoek passen, zijn:
• Het openstellen van alle data die onder de WOB valt.
• Een prijsvraag: wie maakt de beste applicatie of mash up van bepaalde (BZK-)
data.
• Een prijsvraag à la datzouhandigzijn.nl.
• Het ontwikkelen van een database à la data.gov, met de verplichting dat alle
officiële overheidsdocumenten (ook) in open format in deze database
beschikbaar zijn.
Denktank - tafel 3: Beleidsthema
Er moet een meer systematische aanpak met betrekking tot eParticipatie
komen. Dit kan door BZK vormgegeven worden door instrumenten te richten op
één specifiek beleidsthema. Als voorbeeld wordt veiligheid gegeven. Dit thema is
echter inwisselbaar voor bijna elk ander thema, zolang je maar een scherpe
inhoudelijke focus hebt.
Drie passende instrumenten bij het thema veiligheid zijn:
1. signaleringssyteem; bijvoorbeeld open vergunningensysteem (duidelijk
maken wanneer een vergunning verloopt, wanneer controle van
vergunningen plaatsvindt et cetera);
2. signalering via google maps;
3. inzetten van e-participatie ten behoeve van buurtveiligheid.
Als algemene adviezen – ook geldend voor andere beleidsthema’s – wordt
gesteld dat BZK moet:
1. reflecteren op instrumenten en mogelijkheden: wat betekenen deze
voor ons vak, voor instanties, voor de samenleving.
2. Good practices als voorbeeld gebruiken: zoek en gebruik wat elders al is
uitgevonden (denk aan voorbeelden uit het buitenland).
3. regelen dat de follow-up georganiseerd wordt.
B&A CENTRUM VOOR BELEIDSEVALUATIE BETROKKEN BURGERS, BEWOGEN BESTUUR
73
• Systematische webapplicatie die weergeeft of in overheidsstukken genoemde
wetgeving nog geldend is.
4.4.6 Transformatie
BZK houdt zich vanuit deze invalshoek meer visionair/ richtinggevend bezig met waar
eParticipatie en – breder – overheid2.0 toe in staat zullen zijn ten gunste van de
democratie en het openbaar bestuur. Bij deze richting zal veel weerstand overwonnen
moeten worden. Ondanks de mogelijkheden is eParticipatie en (breder) een eOverheid
namelijk ook bedreigend voor verschillende betrokken partijen. Ambtenaren voelen
zich op de vingers gekeken, politici voelen de macht door de vingers glippen: weerstand
is dan een natuurlijke reactie. Vanuit deze invalshoek komt expliciet aan de orde hoe
deze weerstand kan worden overwonnen, om toe te werken naar een overheid 2.0 ten
gunste van de democratie en het openbaar bestuur.
Mogelijke instrumenten Instrumenten die bij deze invalshoek passen, zijn:
• Het (binnen een community) ontwikkelen van scenario’s.
• Het instellen van een commissie Toekomst eParticipatie.
• Het door middel van sessies/ conferenties et cetera agenderen van
eParticipatie bij (top)ambtenaren, bestuurders en politici.
• Financiering/ gebruik van fundamenteel wetenschappelijk onderzoek naar de
veranderde positie van de overheid in web2.0.
• Een kwalitatieve analyse van stemwijzers: hier wordt veel waarde aan gehecht
door de samenleving, maar over de kwaliteit is weinig bekend.
Denktank - Tafel 4: Open data
BZK moet zich richten op het openbreken van data. Daarbij zijn de volgende 3
punten van aandacht en aanbevelingen geformuleerd:
1. We missen in Nederland wetgeving hieromtrent. Belangrijk probleem is
bijvoorbeeld het auteursrecht van de overheid (gaat alleen maar om
overheidsinkomsten: burgers betalen voor informatie dat met
belastinggeld gegenereerd en verzameld is). Dit zou dus opengebroken
moeten worden. Kanttekeningen hierbij zijn wel dat er aandacht moet
zijn voor privacy en dat sommige specifieke data niet geschikt zijn om
open te breken.
2. Buddy-systeem. Er zou een buddy-systeem ingevoerd moeten worden
waarbij binnen de overheid mensen aanspreekpunt zijn voor burgers bij
het zoeken naar bepaalde data. De burger geeft aan welke data hij of
zij zoekt. Vervolgens zoekt de ambtenaar uit, als aanspreekpunt voor de
burger, waar deze informatie en data zich binnen de overheid
bevinden. Ook hebben we een boegbeeld in de politiek nodig die zich
hard maakt voor open data.
3. Vraag articulatie en tooling. Vraag aan iedereen om de gegevens te
combineren en leuke mash up’s te bedenken.
B&A CENTRUM VOOR BELEIDSEVALUATIE BETROKKEN BURGERS, BEWOGEN BESTUUR
74
4.5 DEELCONCLUSIES EN REFLECTIE
In dit hoofdstuk is de blik op de toekomst geworpen: welke trends doen zich voor
binnen de ontwikkeling van eParticipatie de komende paar jaar, wat zijn
uitgangspunten en overwegingen voor de te kiezen strategie en welke invalshoeken
voor die strategie zijn voorstelbaar? Dit ter beantwoording van deelvraag 5: ‘Hoe kan
de komende twee jaar het thema eParticipatie verder worden geagendeerd en het
eParticipatiebeleid worden geïmplementeerd?’
4.5.1 eParticipatie
In paragraaf 4.2 zijn drie trends behandeld en zijn enkele kansen en bedreigingen op
basis van deze trends bepaald:
Trends • Technologie: mobiele en geïndividualiseerde participatie.
• Burgers: meer participatie maar ook een groeiende kloof.
• Bestuur: terugtredend bestuur of dominante staat.
Kansen en bedreigingen
• Kans 1: Niemand kan om eParticipatie heen.
• Kans 2: Overheden kunnen aansluiten op initiatieven van burgers.
• Kans 3: Participatie 3.0.
• Bedreiging 1: Elitaire participatie.
Denktank - tafel 5: Transformatie
BZK "moet doen waartoe zij op aard is", namelijk het nadenken over en het
stimuleren van ontwikkelingen in de samenleving en de democratie; het
ministerie moet zich profileren onder het motto: “BZK is de slimste, meest
gewetensvolle en hardnekkigste hoeder van de democratie en het openbaar
bestuur.”
Uitgaande van deze leus moet BZK scenario-denken en op basis hiervan keuzes
maken ten aanzien van eParticipatie. Op basis van het schetsen van mogelijke
scenario’s van wat er speelt in de samenleving en waar de democratie zich
naartoe ontwikkelt, kan BZK passende keuzes maken en maatregelen nemen.
Hierbij moet BZK leren-reflecteren-experimenteren-interveniëren-leren. Door
middel van leren en reflecteren kunnen passende interventies worden ingezet
en kan worden bepaald welke initiatieven van eParticipatie ondersteund of juist
tegengehouden moeten worden.
Het advies aan BZK is dus dat het zijn positie in de democratie opeist en
vervolgens zijn keuzes over waar met eParticipatie naar toe te willen en waar
op te willen richten, baseert op het inzichtelijk maken van wat er aan de hand is
door middel van het uitwerken van scenario’s.
B&A CENTRUM VOOR BELEIDSEVALUATIE BETROKKEN BURGERS, BEWOGEN BESTUUR
75
4.5.2 Uitgangspunten en overwegingen voor BZK
Vervolgens is in paragraaf 4.3 aan de orde gekomen welke uitgangspunten BZK zou
kunnen hanteren bij het bepalen van vervolgactiviteiten op het gebied van
eParticipatie en welke overwegingen verder gelden:
Uitgangspunten
• Alleen bij meerwaarde.
• Benoem doel en strategie.
• Benoem de doelgroep.
• Maak het ‘mainstream’.
• Geen dikke pakken papier.
• Noodzaak van gebruikersonderzoek.
Overwegingen
• Begripsafbakening (1): burger-bestuur of burger-
dienstverlening.
• Begripsafbakening (2): informeren als springplank voor hogere
treden op de participatieladder.
• Verzilver de kansen.
• Keuze voor een beleidsthema: veiligheid?
• Boegbeeld.
4.5.3 Mogelijke invalshoeken
Vanuit bovengenoemde uitgangspunten en overwegingen zou BZK een gerichte
strategie kunnen formuleren. Ter overweging gaven we in paragraaf 4.4 daarvoor de
volgende invalshoeken mee:
Awareness & mainstreaming binnen de overheid
BZK stelt zich ten doel om de (verdere) awareness binnen de
overheid (nationaal en lokaal) te bevorderen en eParticipatie
uiteindelijk te ‘mainstreamen’. Rollen kunnen zijn:
• Promoten en voorlichten; • Adviseren en expertise bieden; • Verbinden.
Generieke ondersteuning van initiatiefnemers
BZK neemt zich voor een gunstig klimaat voor innovatie en
doorontwikkeling van eParticipatie-initiatieven te creëren. Dit
doet het door generieke ondersteuning van de initiatiefnemers.
Rollen kunnen zijn:
• Innoveren;
• Expertise bieden;
• Verknopen van netwerken.
Specifieke ondersteuning van initiatiefnemers
BZK richt zich op de individuele initiatiefnemer en ondersteunt
deze, door middel van verschillende bijdragen:
• Financiële ondersteuning;
• Materiële ondersteuning;
• Adviseren en expertise bieden
• Verbinden.
B&A CENTRUM VOOR BELEIDSEVALUATIE BETROKKEN BURGERS, BEWOGEN BESTUUR
76
Focus op een specifiek beleidsthema
Met de keuze voor een specifiek beleidsthema kan BZK een goede
showcase ontwikkelen voor de mogelijkheden van eParticipatie.
Een bewuste keuze voorkomt dat alleen initiatieven ontstaan op
‘onschuldige’ onderwerpen. Het liefst betreft het een thema dat
de top of mind van burgers is: bijvoorbeeld veiligheid, integratie
of zorg. Het voordeel van het thema veiligheid is, is dat deze
binnen de verantwoordelijkheden van BZK valt. Hierdoor ontstaat
waarschijnlijk (vooraf of gaandeweg) minder een macht- of
competentiestrijd.
Bevorderen open data
BZK richt zich op het bevorderen van de openstelling van open
data door overheidsorganisaties, en vervolgens op het gebruik
van deze opengestelde data door initiatiefnemers.
Transformatie
BZK houdt zich meer visionair/ richtinggevend bezig met waar
eParticipatie en –breder – overheid2.0 toe in staat zullen zijn ten
gunste van de democratie en het openbaar bestuur. Bij deze
richting zal veel weerstand overwonnen moeten worden.
Ondanks de mogelijkheden, is eParticipatie en (breder) een
eOverheid namelijk ook bedreigend voor verschillende betrokken
partijen. Ambtenaren voelen zich op de vingers gekeken, politici
voelen de macht door de vingers glippen: weerstand is dan een
natuurlijke reactie. Vanuit deze invalshoek komt expliciet aan de
orde hoe deze weerstand kan worden overwonnen, om toe te
werken naar een overheid 2.0 ten gunste van de democratie en
het openbaar bestuur.
4.5.4 Reflectie
BZK kan terdege een belangrijke rol (blijven) spelen ten behoeve van de
(door)ontwikkeling van eParticipatie. Dit kan zijn in het opnieuw ondersteunen van
initiatieven (wel met gerichte focus: ondersteuning gericht op het bevorderen van
gebruik, duurzaam beheer en/ of effectiviteit van het initiatief of, in geval van nieuwe
experimenten, met duidelijk benoemd wat de leerdoelen zijn). Deze ondersteuning kan
verder worden gefocust op een specifiek beleidsthema. Vanuit een andere invalshoek
worden de activiteiten gericht op het ‘mainstreamen’ van eParticipatie binnen de
overheid: op Rijksniveau en/ of lokaal niveau het (verder) rijp maken van de geesten. In
paragraaf 5.4 geven we meer richting aan deze overwegingen in de vorm van
aanbevelingen.
77
5 CONCLUSIES & AANBEVELINGEN
5.1 INLEIDING
Nu we hebben teruggekeken op het gevoerde BZK-beleid, de balans hebben opgemaakt
van de experimenten en een blik op de toekomst hebben geworpen, is het tijd om te
komen tot conclusies en aanbevelingen. Hiertoe voeren we eerst ter afronding van de
beleidsevaluatie een korte rendementsmeting uit (paragraaf 5.2). Vervolgens geven we
in paragraaf 5.3 de hoofdconclusies weer met betrekking tot de bijdrage die BZK de
komende twee jaar zou kunnen leveren aan de ontwikkeling van eParticipatie in
Nederland. Ten slotte (paragraaf 5.4) doen we een aantal aanbevelingen over hoe BZK
de komende periode met het onderwerp aan de slag kan gaan.
5.2 RENDEMENTSMETING
Aan de hand van de rendementsmeting (zie 1.4.1) kunnen we iets zeggen over de
effectiviteit van de sturingsfilosofie van BZK als het gaat om eParticipatie. Het geeft
daarmee antwoord op het tweede deel van onderzoeksvraag 1: ‘(hoe) heeft de
sturingsfilosofie van BZK gewerkt?’. De meting bevat de volgende elementen:
Figuur 5.1 Protocol voor analyse van beleidsrendement
Waarneming Wens
Doelen Strategie Beleid
Resultaat
Uitvoering
Rendement
B&A CENTRUM VOOR BELEIDSEVALUATIE BETROKKEN BURGERS, BEWOGEN BESTUUR
78
5.2.1 Waarneming
Mede op basis van een ‘verkennende fase’ ziet BZK in eParticipatie een belangrijke
maatschappelijke ontwikkeling, die veel kan betekenen in de relaties burger-bestuur,
burger-dienstverlening en burger-burger. BZK wil graag ervaring opdoen met dit
onderwerp en bijdragen aan de ontwikkeling ervan.
5.2.2 Doelen
Begin 2007 besluit BZK een aantal activiteiten te ondernemen op het terrein van
eParticipatie, die eventueel kunnen leiden tot een ‘Actieprogramma eParticipatie’. Met
die activiteiten wil BZK ‘het onderwerp verder verkennen’ en ‘een start maken met
actieve communityvorming’. Daarnaast stelt het zich twee doelen: ‘het verzilveren van
kansen’ en ‘het hands-on ervaring opdoen’.
5.2.3 Uitvoering
De verkenning van het onderwerp en het starten met actieve communityvorming
gebeurt met name door de organisatie van een aantal gerichte (werk)sessies,
verschillende quickscans en een grote werkconferentie. Voor het verzilveren van
kansen en het hands-on ervaring opdoen worden in twee rondes in totaal veertien
experimenten financieel en organisatorisch ondersteund. Deze ondersteuning verschilt
per experiment, vanuit verschillende behoeften. Ook kent het enkele verschuivingen. In
eerste instantie gebeurt de ondersteuning vanuit een vierkoppige ‘redactieraad’ (die
ook de werkconferentie organiseert). Later neemt Burgerlink de organisatorische
ondersteuning van vier experimenten over. De tweede ronde wordt door Kennisland
uitgevoerd. De experimenten richten zich met name op het werken aan een proof of
concept, het werkend krijgen van een idee. Wat men wil verzilveren per experiment, of
wat men precies wil leren (welke ervaring men wil opdoen), is niet geadministreerd.
5.2.4 Resultaat en rendement
De keuze voor het al dan niet ondersteunen van de experimenten is veelal gebaseerd
op de vraag ‘wat kan’, met als uitwerking een proof of concept. De focus ligt hierbij in
mindere mate op ‘wat de burger wil’, met als uitwerking een effectief instrument. Ook
is in de ontwikkeling vooral de techniek benadrukt; de ambities liggen met name in
‘wat technisch kan’. Hierdoor is niet altijd expliciet aandacht besteed aan ‘wat
praktisch haalbaar is’. Veel tijd is zodoende vaak opgegaan aan (technische) realisatie,
met gevolgen voor de bruikbaarheid van de applicatie en de communicatie (en
daarmee het gebruik). Om in termen van het barrièremodel te spreken: er is met de
experimenten vooral gewerkt aan het overwinnen van de institutionele barrière.
Minder aandacht is uitgegaan naar de gebruiks- en effectbarrières. Voor een groter
maatschappelijk rendement zou bij de ondersteuning van initiatieven in de toekomst,
meer moeten worden gewerkt vanuit bewezen technieken (die zijn er volop) en meer
met aansluiting op bestaande communities, om zodoende ook de tweede en derde
barrière te beslechten.
B&A CENTRUM VOOR BELEIDSEVALUATIE BETROKKEN BURGERS, BEWOGEN BESTUUR
79
Wat betreft de ontwikkeling van eParticipatie (de tweede wens van BZK) valt op dat er
in Nederland de afgelopen jaren veel is gebeurd: vele initiatieven zijn opgebloeid, zowel
lokaal als nationaal; een paar initiatieven hebben de landelijke pers gehaald (onder
meer de vuurwerkpetitie) en veel ambtenaren zijn in meer of mindere mate aan de slag
gegaan met de mogelijkheden van eParticipatie. BZK heeft, zoals het wilde, hier ook
een aandeel in gehad: door het ondersteunen van de experimenten, het organiseren
van de verschillende sessies en wellicht ook door het ontwikkelen van eParticipatie.nl.
Het ten doel gestelde ‘verder verkennen van het onderwerp’ is echter maar ten dele
gelukt. Er is behoorlijk wat ervaring opgedaan, er is veel informatie verzameld, met
mensen gesproken en een mooi netwerk ontstaan. Aan de andere kant is het niet
gelukt om het onderwerp breed binnen de organisatie te verkennen; het is bij een smal
groepje ambtenaren gebleven. Daarbij lijkt het destijds ten doel gestelde ‘eventueel
een Actieprogramma eParticipatie’ anno 2009 bij BZK uit het oog verloren.
5.3 CONCLUSIES
Het ministerie van BZK heeft de afgelopen jaren een betekenisvolle aanzet gedaan tot
het ontwikkelen van beleid op het terrein van eParticipatie. Op basis van dit onderzoek
kan worden gesteld dat inmiddels de fase is aangebroken waarbij betrokkenen
behoefte hebben aan een meer expliciete visie, strategie en doelstelling dan de tot op
heden gehanteerde, meer losse stijl − die overigens ontegenzeggelijk meerwaarde
heeft gehad in deze explorerende en vaak experimentele beginfase. BZK kan gevolg
geven aan de breed gevoelde behoefte tot een duidelijke rolopvatting door
explicitering van keuzes ten aanzien van de bijdrage van BZK aan de verdere
ontwikkeling en ondersteuning van eParticipatie-activiteiten.
Op basis van het onderzoek zien wij op hoofdlijnen twee verschillende sporen die BZK
op het gebied van eParticipatie de komende jaren kan volgen. Sporen die elkaar niet
uitsluiten; die beide kunnen bestaan, maar die door het verschillende karakter (andere
partners, andere behoeften/opgaven, grotendeels verschillende middelen) ons inziens
een apart traject behoeven. Het zijn sporen overigens, die in grote mate een lijn
doortrekken die de afgelopen jaren reeds is ingezet. Maar wel met een duidelijker focus
(gerichtheid) dan tot nu toe: 1) focus op initiatieven en initiatiefnemers en 2) focus op
de overheidsorganisatie. De sporen zijn gebaseerd op de uitgangspunten en mogelijke
invalshoeken, zoals benoemd bij de blik op de toekomst (zie 4.5.3).
5.3.1 Focus op initiatieven en initiatiefnemers
In het onderzoek zijn vele mogelijkheden naar voren gekomen waarop BZK opnieuw
initiatieven zou kunnen ondersteunen. Dit zou vorm kunnen krijgen binnen de huidige
organisatievormen van Digitale Pioniers en/of Burgerlink. Tot nu toe was bij de
experimenten vooral de uitdaging gelegen in het overwinnen van institutionele
barrières, op het ontwikkelen van een idee tot werkend initiatief. Minder nadruk lag op
het overwinnen van gebruiks- en effectbarrières. In de vervolgfase zou de
ondersteuning van initiatieven meer moeten uitdagen tot het bevorderen van gebruik,
een duurzaam beheer en/ of verbetering van de effectiviteit van het initiatief. Hiertoe
behoort bijvoorbeeld ook het ten behoeve van een brede bekendheid centraal ‘etaleren’
B&A CENTRUM VOOR BELEIDSEVALUATIE BETROKKEN BURGERS, BEWOGEN BESTUUR
80
van initiatieven. Bijvoorbeeld door de site eParticipatie.nl verder door te ontwikkelen
of, zoals nu al plaatsvindt, door te gaan met de organisatie van de eParticipatie Awards.
Aan de orde is gekomen dat bij de ondersteuning van initiatieven een verdere
thematische afbakening een interessante optie is. Initiatieven rondom een specifiek
beleidsthema kunnen als ‘showcase’ dienen voor andere thema’s. Hierbij is ‘veiligheid’
genoemd. Dit valt binnen de beleidsverantwoordelijkheid van BZK en is voor burgers
een aansprekend thema.
Ten aanzien van de toekomstige ondersteuning van initiatieven zijn in het onderzoek
verschillende succes- en faalfactoren genoemd (zie 3.5.2), zijn mogelijk interessante
initiatieven voor opschaling en (door)ontwikkeling beschreven (zie 3.5.3) en is een
aantal mogelijke instrumenten weergegeven (zie 4.4).
5.3.2 Focus op de overheidsorganisatie
Naast de ondersteuning van initiatieven is in het onderzoek duidelijk de behoefte aan
een nadruk op de mogelijkheden en uitdagingen van eParticipatie voor de
overheidsorganisatie naar voren gekomen. De wens is uitgesproken om meer
nadrukkelijk bezig te zijn met het bevorderen van enthousiasme, kennis en
vaardigheden van ambtenaren en bestuurders ten aanzien van eParticipatie. Het
beoogd effect hiervan is om eParticipatie, met haar vele (extra) mogelijkheden tot
participatie van de burger, een plaats te geven in de reguliere werkwijze van de
overheid.
Naar voren is gekomen dat BZK, naast het stapsgewijs ‘mainstreamen’ van
eParticipatie binnen de overheid, ook meer visionair enkele piketpalen zou moeten
slaan op dit onderwerp. eParticipatie is, zoals duidelijk is geworden, namelijk geen
onbedreigend, machtsvrij instrument voor ambtenaren, bestuurders en politici. Het
helpt voor de ontwikkeling van eParticipatie binnen de overheid om scenario’s uit te
denken en de richting die wordt opgegaan, uit te dragen. In de denktank is in dit kader
zelfs gesproken van een ‘transformatie’.
In het onderzoek zijn, vanuit de invalshoeken, verschillende instrumenten naar voren
gekomen die BZK zou kunnen inzetten (zie 4.4).
5.4 AANBEVELINGEN
Mede aan de hand van voorliggend onderzoek zal BZK de komende periode zijn nieuwe
beleid ten aanzien van eParticipatie formuleren. Voortbouwend op de conclusie dat het
ook de komende jaren een zinvolle bijdrage kan leveren aan eParticipatie en dat daarbij
explicitering van de keuzes en gerichtheid van de activiteiten gewenst is, doen wij
daartoe de volgende aanbevelingen.
5.4.1 Visie en strategie
Betrokkenen vragen van BZK voor de vervolgfase een meer expliciete strategie ten
aanzien van eParticipatie. Te overwegen valt om hierbij alsnog een kort maar krachtig
actieprogramma op te stellen, zodat voor iedereen helder is welke rol BZK voor zichzelf
en voor anderen ziet weggelegd bij de verdere ontwikkeling van eParticipatie tot
reguliere vorm van participatie in de relatie tussen overheid en samenleving.
B&A CENTRUM VOOR BELEIDSEVALUATIE BETROKKEN BURGERS, BEWOGEN BESTUUR
81
Aanbeveling 1 (visie en strategie)
Communiceer richting betrokkenen expliciet de visie en strategie met betrekking tot
eParticipatie. Stel hiertoe zo nodig een gericht, compact Actieprogramma eParticipatie
op.
5.4.2 Inhoudelijke focus
Met betrekking tot het bepalen van de richting waarin BZK zijn visie en strategie wil
ontwikkelen, is in principe een brede waaier van invalshoeken, overwegingen en
uitgangspunten voorhanden. Op basis van deze waaier heeft BZK de mogelijkheid
keuzes te maken voor het type eParticipatie waar het de nadruk op wil leggen (politieke
participatie of beleidsparticipatie), de functie van eParticipatie in relatie tot de
betrokkenen in de samenleving (informeren, raadplegen, adviseren, coproduceren en/
of meebeslissen), de beleidsfase (agendering tot en met evaluatie, maar denk vooral in
termen van keuzes voor accenten op hetzij beleidsagendering en -vorming versus
beleidsuitvoering − inclusief dienstverlening, handhaving, toezicht) en de keuze voor
het al dan niet centraal stellen van bepaalde beleidsthema’s die als aanjager voor
bewustwording en verdere ontwikkeling kunnen fungeren. Met andere woorden, BZK
dient − voor de komende twee jaar − expliciete keuzes te maken voor het type en de
functie van eParticipatie waar het zich op wil focussen en voor de beleidsfase en
breedte waarin het ondersteuning wil geven.
Aanbeveling 2 (focus in de beleidsfase)
Maak een keuze voor een focus op hetzij beleidsparticipatie (gericht op
beleidsuitvoering) hetzij politieke participatie (gericht op politiek-bestuurlijke
besluitvorming) om als vliegwiel te dienen voor de verdere ontwikkeling van
eParticipatie.
Gezien de mogelijkheden die beleidsparticipatie − vooral op het terrein van de publieke
dienstverlening − biedt aan zowel ambtenaren als burgers om over voor hen (vaak
persoonlijk) belangrijke thema’s intensiever te kunnen communiceren en daarmee
eParticipatie tot normaal instrumentarium in hun onderlinge relatie te maken, ligt de
keuze voor ondersteuning op dit terrein voor de hand.
Aanbeveling 3 (focus op doorontwikkeling)
eParticipatiebeleid dient zich in essentie te richten op de hogere treden van de
participatieladder (raadplegen, adviseren, coproduceren, meebeslissen): dan is pas
werkelijk sprake van participatie. Wel is een goede inrichting van de informatiefunctie
een conditio sine qua non voor het kunnen bereiken van deze fasen. Deze eerste trede
van de ladder, die betrekking heeft op het informeren van burgers, is echter in veel
gevallen nog van onvoldoende kwaliteit. Daarom bevelen wij aan meer aandacht te
besteden aan een goede transparante en toegankelijke informatievoorziening en de
ondersteuning van open data, waardoor de basis wordt gelegd voor meer
geavanceerde participatiefasen. Richt het beleid hierbij wel altijd op het realiseren van
doorontwikkeling naar een hogere participatiefase, zodat burgers niet blijven steken op
het niveau van ‘toehoorder’ of louter informatieontvanger.
B&A CENTRUM VOOR BELEIDSEVALUATIE BETROKKEN BURGERS, BEWOGEN BESTUUR
82
Aanbeveling 4 (focus op beleidsthema)
Kies met het oog op versnelde doorontwikkeling en bewustwording voor één of twee
beleidsthema’s binnen het eigen departement – zoals veiligheid – om als
voorbeeldfunctie te dienen.
5.4.3 Aandacht voor veranderingsprocessen
De opkomst en verdere ontwikkeling van eParticipatie zal, zeker wanneer zij breed
wordt toegepast in de relatie tussen burgers en overheden, niet zonder weerstand van
politici en ambtenaren verlopen. Het is te verwachten dat ambtenaren en politici in een
aantal gevallen vinden dat ze ‘teveel op de vingers gekeken worden’ of dat ze zelf
onvoldoende weinig grip hebben op de besluitvorming en (aanpassingen in) de
dienstverlening en beleidsuitvoering. In de strategie en het actieprogramma van BZK
voor eParticipatie dient deze verwachting meegenomen te worden, om ervoor te
zorgen dat op een goede manier kan worden omgegaan met het natuurlijke
verschijnsel van weerstand dat zich (altijd) bij nieuwe, andere manieren van werken en
communiceren voordoet. Hierbij kan worden gedacht aan allerlei instrumenten die bij
veranderingsprocessen kunnen worden ingezet, zoals workshops en trainingen,
verschillende kennisuitwisselingsinstrumenten en het verhogen van het bewustzijn en
de stroomlijning van begripsopvattingen (over wat eParticipatie behelst) door het
aanstellen van een ‘boegbeeld’ op hoogambtelijk of politiek-bestuurlijk niveau.
Aanbeveling 5 (omgang met weerstand)
Besteed in de uitwerking van de nieuwe strategie expliciet aandacht aan de wijze
waarop met (natuurlijk) weerstand bij politici en ambtenaren kan en zal worden
omgegaan. Ontwikkel hiervoor een instrumentarium dat kan worden ingezet bij de
uitvoering van het nieuwe actieprogramma.
Aanbeveling 6 (borging commitment op niveau)
Stel een hoogambtelijk of politiek-bestuurlijk kopstuk aan als ambassadeur ofwel
boegbeeld van de verdere ontwikkeling van eParticipatie.
5.4.4 Focus op maatschappelijk rendement: het overwinnen van gebruiks- en effectbarrières
Tot dusver heeft binnen de experimenten de meeste nadruk gelegen op het
ontwikkelen van een idee tot werkend initiatief, op het overwinnen van de
institutionele barrières. Om het maatschappelijk rendement van eParticipatie
initiatieven te verhogen en opschaling te vergemakkelijken, is het van belang om (ook)
de gebruiks- en effectbarrières te beslechten. Eerder in dit rapport genoemde
activiteiten die dit kunnen bewerkstellingen zijn: communicatie aan burgers,
verduurzaming van het beheer, institutionalisering van het initiatief en het
ondersteunen van de ontvangende overheidspartij bij het opvolgen van acties
voortkomend uit het initiatief. BZK dient hier met materiële ondersteuning op in te
spelen (bijvoorbeeld een stichting eParticipatie of een moderator die een halve dag in
de week ingezet kan worden), danwel hier op te sturen binnen de financiële
ondersteuning.
B&A CENTRUM VOOR BELEIDSEVALUATIE BETROKKEN BURGERS, BEWOGEN BESTUUR
83
Aanbeveling 7 (doorbreken van gebruiks- en effectbarrières)
Richt de ondersteuning van initiatieven en overheidsorganisaties met name op het
verhogen en verduurzamen van het gebruik van instrumenten (gebruiksbarrière) en op
het verbeteren van de doorwerking en invloed van de participatie van burgers op
overheidsorganisaties en de beleidsvoering (effectbarrière).
In het tot dusver gevoerde eParticipatiebeleid van BZK wordt de elektronische
component van eParticipatie (uiteraard) sterk benadrukt. Ook in dit rapport wordt bij
de analyses van de intradepartementale en interdepartementale positie van
eParticipatie de aandacht (tevens uiteraard) sterk gericht op (andere) elektronische
initiatieven. Tegelijkertijd wordt uit de interviews, de denktanksessie en de
bijeenkomsten met de begeleidingscommissie, en in de nadere analyse met
betrokkenheid van de ‘reguliere’ vormen van politieke, beleids- en sociale participatie
duidelijk dat het niet zozeer gaat om een door de nieuwe media gecreëerd instrument
dat volledig los staat of zou kunnen staan van participatie via andere media. De
verbinding met het uiteindelijke maatschappelijk rendement dient net als bij reguliere
vormen van participatie(bevordering) een belangrijk thema te zijn bij de keuzes die in
het nieuwe eParticipatiebeleid worden gemaakt. Deze verbinding is noodzakelijk om de
verdere inbedding van eParticipatie in de relatie tussen overheid en samenleving goed
te kunnen volgen, mede te kunnen ondersteunen en richting te kunnen geven. In de
formulering van de nieuwe strategie en visie en in de uitwerking daarvan in een
eventueel actieprogramma dient derhalve aandacht besteed te worden aan de
koppeling van eParticipatie met reguliere vormen en functies van participatie, zodat
ook daarmee het gebruik en de maatschappelijke effecten sterker worden.
Aanbeveling 8 (koppeling aan regulier (niet-elektronische) participatiebeleid)
Maak bij het inrichten van het eParticipatiebeleid steeds een goede koppeling tussen
de functie en de maatschappelijke betekenis van de inzet van elektronische middelen
enerzijds en de fysieke, meer traditionele middelen anderzijds.
Om eParticipatie een stap verder te brengen is het verder van belang (meer) aandacht
te schenken aan de logica van gebruikers (om zo gebruiksbarrières te beslechten).
Om te voorkomen dat een middel tot doel wordt en te zorgen voor een goede
koppeling van de functie en betekenis van eParticipatie aan de wensen, behoeften en
het gedrag van burgers, wordt aangeraden nadrukkelijk aandacht te schenken aan de
betekenis die er is voor individuele burgers, groepen burgers (bijvoorbeeld
buurtbewoners, belangengroepen of een groep patiënten) of in bredere zin het
publieke domein (denk aan verbeterde veiligheid of duurzaamheid op milieuterrein).
Eén van de manieren om de (vraag)logica van burgers en bedrijven beter te betrekken
bij de ontwikkeling van eParticipatie is het verrichten van gebruikersonderzoek; een
andere is om te werken met specifieke voorbeeldcases uit de dagelijkse praktijk met
betrokkenheid van alle belanghebbenden – dus ook de doelgroep zelf – om hieruit
lering te trekken voor de verdere inrichting van het beleid op middellange en langere
termijn.
B&A CENTRUM VOOR BELEIDSEVALUATIE BETROKKEN BURGERS, BEWOGEN BESTUUR
84
Aanbeveling 9 (betrokkenheid van de burger)
Zorg dat er in het eParticipatiebeleid ruimte is voor een op de betrokken burgers (en
eventuele andere gebruikers) gerichte evaluatie van de te ondersteunen initiatieven en
programma’s. Start deze evaluatie bij voorkeur zo vroeg mogelijk in het proces, zodat
er gedurende de uitvoering en verdere ontwikkeling van kan worden geleerd en dat het
beleid en de initiatieven zo nodig kunnen worden bijgesteld.
5.4.5 Samenhang in eParticipatiebeleid
Tot slot is in dit rapport naar voren gekomen dat het eParticipatiebeleid van BZK niet
op zichzelf staat. Er spelen tal van intra- en interdepartementale
afstemmingsvraagstukken, die voor een deel al door de bovenstaande aanbevelingen
bestreken worden (zoals het aanstellen van een ‘boegbeeld’ met het oog op verdere
bewustwording en stroomlijning binnen BZK en de overige overheden). Daarnaast zijn
er veel initiatieven waarbij decentrale overheden betrokken zijn. Wel is het aan te
raden om daar waar mogelijk op hoofdlijnen een goede intra- en interdepartementale
afstemming te borgen en vanwege zijn verantwoordelijkheid als ministerie voor het
binnenlands bestuur (en ‘als hoeder van de democratie’) ook de kennisuitwisseling
tussen lokaal, regionaal en nationaal niveau te bevorderen. Hiermee wordt niet alleen
voorkomen dat op meerdere plekken hetzelfde wiel wordt uitgevonden, maar wordt
ook gewerkt aan verbetering van de leermogelijkheden tussen overheden onderling. De
precieze rol van BZK is afhankelijk van de gekozen visie en strategie en de activiteiten
van andere overheden. In die lijn formuleren we onze laatste aanbeveling:
Aanbeveling 10 (samenhang in beleid)
Sluit het eParticipatiebeleid van BZK op hoofdlijnen aan op beleid, programma’s en
projecten op het terrein van eParticipatie die binnen het eigen departement en collega-
departementen worden gehanteerd en stimuleer de kennisdeling tussen decentraal en
centraal overheidsniveau. Breng hierin vanuit de gekozen visie en strategie accenten
aan.
5.4.6 De aanbevelingen op een rij
Samenvattend zijn de volgende aanbevelingen voor de bepaling van het toekomstige
BZK-beleid eParticipatie benoemd:
1. Communiceer expliciet de visie en strategie en stel hiertoe (alsnog) een
compact Actieprogramma eParticipatie op;
2. Kies hierbij voor een focus op hetzij beleidsparticipatie, hetzij politieke
participatie;
3. Richt het beleid in essentie op het realiseren van doorontwikkeling naar
hogere treden van de participatieladder (raadplegen, adviseren, coproduceren
en meebeslissen); zorg hierbij voor een adequate inrichting van de
informatiefunctie als springplank naar de hogere treden;
4. Laat een of twee concrete beleidsthema’s als voorbeeld dienen, bijvoorbeeld
‘veiligheid’;
B&A CENTRUM VOOR BELEIDSEVALUATIE BETROKKEN BURGERS, BEWOGEN BESTUUR
85
5. Ontwikkel een instrumentarium voor omgang met weerstand tegen de nieuwe
werkwijze;
6. Stel een ambtelijk of politiek-bestuurlijk kopstuk aan als eParticipatie-boegbeeld;
7. Zet gericht in op het overwinnen van bestaande barrières voor het gebruik en
het effect (de daadwerkelijke doorwerking) van eParticipatie-initiatieven;
8. Koppel het eParticipatiebeleid aan regulier beleid en uitvoering inzake
participatiebevordering;
9. Intensiveer in de betrokkenheid van de gebruikersgroep van burgers en
bedrijven;
10. Breng binnen BZK en rijksbreed samenhang aan in eParticipatiebeleid en –
initiatieven.
87
BIJLAGE 1: ACHTERGROND EXPERIMENTEN
Watstemtmijnraad.nl Het stemgedrag van volksvertegenwoordigers is soms lastig vindbaar. Uitslagen van
stemmingen zitten vaak verscholen in verslagen. De stichting Politix.nl ontwikkelde in
2006 een site waarmee het stemgedrag van Tweede Kamerleden kan worden
doorzocht. Daarbij gebruikte de stichting het Britse voorbeeld theyworkforyou.com
Watstemtmijnraad.nl bouwt voort op deze initiatieven en biedt doorzoekbare
informatie over het stemgedrag van gemeenteraadsleden. In de ontwikkeling werden
vier gemeenten betrokken: Almere, Groningen, Enschede en Woerden. Later hebben
ook andere gemeenten zich aangesloten bij watstemtmijnraad.nl.
Petities.nl Nederland kent het recht van petitie en het burgerinitiatief. Burgers hebben hiermee
de mogelijkheid een verzoekschrift in te dienen of om een bepaald onderwerp op de
agenda te zetten van bijvoorbeeld de Tweede Kamer. Het verzamelen van
handtekeningen voor petities kan via internet plaatsvinden. De Stichting petities.nl
biedt al sinds 2005 een website waarmee dat kan. BZK startte in 2007 een
doorontwikkeling van www.petities.nl. Bij deze doorontwikkeling waren de gemeenten
Groningen en Almere betrokken. Met de nieuwe versie wordt het mogelijk voor
gemeenten om petities die voor hun gemeente worden ingediend, op een transparante
manier af te handelen. Zij krijgen een eigen loket waar ze dat kunnen doen. Het verloop
van de petities wordt volledig inzichtelijk gemaakt, zodat je altijd kunt zien in welke
fase een petitie zich bevindt (statusinformatie).
Issuefeed.net Steeds meer mensen zijn actief op discussiesites of houden een weblog bij. Voor
beleidsmakers kan het nuttig zijn deze discussies intensief te volgen. Om deze
‘collectieve intelligentie’ (in het Engels crowd sourcing of wisdom of the crowds
genoemd) te ontsluiten en te analyseren, startte BZK in 2007 de ontwikkeling van een
'webantenne'. Voor dit experiment wordt samengewerkt met Govcom.org, een
stichting die zich richt op het ontwikkelen van politieke instrumenten op het internet.
Zij richtten zich in het verleden vooral op het visualiseren van internetnetwerken
rondom specifieke maatschappelijke onderwerpen. Issuefeed.net biedt de mogelijkheid
om eigen kanalen aan te maken, bijvoorbeeld rondom een stad, wijk, of onderwerp. In
die kanalen kunnen meerdere bronnen (websites) worden opgeslagen. Issuefeed.net
analyseert die bronnen en presenteert een actueel overzicht van de belangrijkste
discussieonderwerpen (een soort top 10).
Wijwaarderen.nl: de overheid gerecenseerd Op het internet zijn vele vergelijkingssites met informatie over bepaalde producten en
diensten. Deze sites worden over het algemeen goed bezocht. Zo kunnen bezoekers
restaurants beoordelen op www.iens.nl en schrijven ze zelf boekrecensies op
www.bol.com. Op www.waardeermijnleraar.nl vind je informatie over de waardering
van bepaalde leraren.
B&A CENTRUM VOOR BELEIDSEVALUATIE BETROKKEN BURGERS, BEWOGEN BESTUUR
88
Het door burgers laten vergelijken van de kwaliteit van diensten van de publieke
dienstverlening is nuttig. Een van de weinige al bestaande voorbeelden op dit vlak is
www.onderwijsconsument.nl . Hier kunnen ouders en leerlingen scholen beoordelen
en vragen stellen over klachtenprocedures. Er wordt ook gewerkt aan een website voor
crèches.
In 2007 startte BZK de ontwikkeling van een algemeen instrument waarmee iedereen
een eigen recensie-website kan bouwen. Deze kunnen zij vervolgens gebruiken in hun
eigen campagne rondom specifieke publieke diensten (scholen, crèches,
parkeervoorzieningen, musea, et cetera).
Digitale Diender Diverse initiatieven van burgers en overheden dragen bij aan een betere veiligheid en
leefbaarheid. Veel van die initiatieven benutten de mogelijkheden die moderne media
bieden. Denk bijvoorbeeld aan www.misdaadkaart.nl , www.buurtlink.nl ,
www.meldmisdaadanoniem.nl , www.politieonderzoeken.nl en www.burgernet.nl ).
De Politieregio Utrecht en Stichting Buurtlink.nl werkten in 2007samen aan het project
‘Digitale Diender’. BZK stelde middelen beschikbaar om een digitaal instrument te
ontwikkelen waarmee een buurtagent op www.buurtlink.nl verslag doet van zijn
observaties en bewoners uitnodigt om lopende zaken te helpen op te lossen (mee-
rechercheren). Dit instrument is begin 2008 voor het eerst gebruikt door één
buurtagent in de Utrechtse wijk Parkwijk. Later zijn ook andere buurtagenten gebruik
gaan maken van deze applicatie.
Krachtwijkenindex.nl Minister Vogelaar investeert in de realisatie van 40 ‘krachtwijken’ (zie Actieplan
Krachtwijken). Voor het oplossen van de problemen wil ze vooral de bewoners zelf
betrekken: zij zijn immers de experts, zij weten wat er leeft op lokaal niveau. De eerste
stap binnen het Actieplan is een inventarisatie van de belangrijkste problemen per
wijk.
Een digitaal spel is een interessant instrument om die inventarisatie mede vorm te
geven. In Rotterdam bestaat sinds een paar jaar de www.rotterdamindex.nl, een online
spel waar bewoners kunnen handelen in wijkaandelen die in waarde dalen of stijgen
afhankelijk van de gebeurtenissen in de wijken en de berichtgeving daarover. In het
spel www.baasopzuid.nl, krijgen burgers de mogelijkheid om beslissingen te nemen
over de inrichting van de buitenruimte en over nieuwbouwprojecten en publieke
voorzieningen in de Rotterdamse wijken Pendrecht en Zuidwijk. Dit concept is ook in
Eindhoven toegepast. Op www.virtueelapeldoorn.nl kunnen jongeren de verschillende
plannen voor een virtueel uitgaanscentrum bekijken en commentaar achterlaten op de
website.
In 2007 startte BZK samen met Nieuw Rotterdams Tij (de initiatiefnemers achter de
rotterdamindex.nl), de ontwikkeling van www.krachtwijkenindex.nl. De 40
krachtwijken krijgen daarmee een instrument in handen waarmee zij de
samenwerking tussen bewoners onderling op wijkniveau kunnen ondersteunen. Ook
ontstaat de mogelijkheid om het instrument te benutten om te luisteren naar de
onderwerpen die spelen binnen die wijken.
B&A CENTRUM VOOR BELEIDSEVALUATIE BETROKKEN BURGERS, BEWOGEN BESTUUR
89
Ikgaverder.nl Ikgaverder.nl is de website van de pilot ‘Pakketstudies Bereikbaarheid Utrecht 2020’,
die in het kader van ‘Inspraak Nieuwe Stijl’ wordt begeleid door het kennis- en
expertisecentrum ‘Inspraakpunt ’. Dit kenniscentrum richt zich op consultatie en
inspraak en is ondergebracht bij het ministerie van Verkeer & Waterstaat. In april 2006
bracht de interdepartementale Werkgroep Inspraak, op verzoek van de minister van
Verkeer en Waterstaat, het advies ‘Inspraak Nieuwe Stijl’ uit. In het advies stelt de
Werkgroep dat burgers effectiever kunnen worden betrokken bij de besluitvorming.
Voor de pilot ‘Pakketstudies Bereikbaarheid Utrecht 2020’ is met ondersteuning vanuit
BZK een site ontwikkeld waarop inwoners hun oplossingen voor
bereikbaarheidsproblemen konden achterlaten. Dat leverde meer dan 300 oplossingen
op en rond de 180 reacties op die oplossingen. De site werd door meer dan 3500
bezoekers bezocht. Voor de oproep voor ideeën is breed geadverteerd in huis-aan-huis
bladen en abri’s in het gebied. Het was mogelijk om via de website, maar ook via email
en reguliere post te reageren. Opvallend was dat slechts 2 reacties via de reguliere post
zijn ontvangen. De oplossingen zijn door een groep experts beoordeeld. Ongeveer 35
oplossingen zijn aan de groslijst toegevoegd en worden meegenomen in de
vervolgstappen. Iedere inzender krijgt van het projectbureau een persoonlijke uitleg
over wat met hun inbreng is gedaan.
91
BIJLAGE 2: ANDERE PROGRAMMA’S VANUIT BZK
Programma/ project/ actie Inhoud
Democratie en Burgerschap
(o.m. proeftuin eParticipatie)
Onder de noemer democratisch burgerschap
onderneemt BZK een aantal activiteiten op het
gebied van Burgerschap (en Democratie). Een deel
van de activiteiten zijn de ‘proeftuinen’
burgerparticipatie, binnen het Actieprogramma
Lokaal Bestuur. Daarbinnen is ook een proeftuin
eParticipatie ingericht.
Overheid heeft Antwoord Het programma Overheid heeft Antwoord© werkt
aan het (pro-actief) ontsluiten en vindbaar maken
van overheidsinformatie via webapplicaties. Zodat
burgers, bedrijven en instellingen rechtstreeks
toegang hebben tot deze informatie en waardoor
andere overheden in staat zijn vragen te
beantwoorden van burgers, bedrijven en instellingen.
Overheid heeft Antwoord is een gezamenlijk
programma van BZK, AZ, BuZa, OCW en Justitie en is
ondergebracht bij ICTU.
Overheid 2.0 beta Met het platform ‘Overheid 2.0 beta’ biedt het
cluster KID (Kwaliteit en Innovatie Dienstverlening,
programmadirectie Dienstverlening, Regeldruk en
Informatiebeleid van BZK, zelfde als eParticipatie) de
overheid de mogelijkheid samen te werken door
middel van web 2.0 technieken. Gebruikers kunnen
een werkruimte aanmaken, mensen toegang
verlenen tot de werkruimte en samenwerken in deze
werkruimte met behulp van web 2.0 widgets
(toepassingen).
Datzouhandigzijn.nl Welke overheidsgegevens zouden vrij beschikbaar
moeten zijn? Daar gaat Dat Zou Handig Zijn over.
Iedereen kan met ideeën komen voor toepassingen.
BZK (cluster KID) stelt 20.000 euro ter beschikking
voor realisatie.
Ambtenaar van de toekomst Binnen het (interdepartementale) Programma
Vernieuwing Rijksdienst, getrokken door BZK, wordt
in 2009 een visie opgesteld over de ambtenaar van
de toekomst. Een visie die inzicht geeft in de
belangrijkste ontwikkelingen binnen de overheid en
op de arbeidsmarkt. Maar uiteindelijk draait het om
beweging. Beweging die leidt tot verandering,
vernieuwing en vitalisering van de rijksoverheid.
Essentieel voor een eenvoudigere en betere overheid
in de toekomst. Daar gaat het om bij de Ambtenaar
van de Toekomst.
B&A CENTRUM VOOR BELEIDSEVALUATIE BETROKKEN BURGERS, BEWOGEN BESTUUR
92
Programma/ project/ actie Inhoud
Open Overheid Binnen het project ‘Open Overheid’ werken James
Burke en Ton Zijlstra in opdracht van BZK (cluster
KID) aan: 1. Een landschapskaart (overzicht) van de
databronnen die we aantreffen, en de mensen die
daar bij betrokken zijn, evenals mensen die het
ontsluiten van overheidsdata een warm hart
toedragen. 2. Een handreiking voor ambtenaren/
overheidsinstanties over hoe je met data-ontsluiting
om kunt gaan. 3.
Een groeiscenario over hoe we hetgeen we op gang
brengen, ook na het project voort kunnen laten
bestaan. 4. Twee concrete voorbeelden van
overheidsdata, ontsloten met een API, aangevuld met
enkele aantrekkelijke toepassingen en hulpmiddelen
voor anderen om die data te gebruiken.
eOverheid Burgers en bedrijven willen zaken met de overheid
eenvoudig kunnen regelen waar en wanneer het hun
uitkomt. Daarom verbeteren overheden gezamenlijk
de dienstverlening met slimme en betrouwbare ICT-
oplossingen. Op de website e-overheid.nl wordt
uitgebreide informatie gepresenteerd over de
producten en diensten die worden ontwikkeld om dit
streven te verwezenlijken. Het programma e-
overheid wordt uitgevoerd door ICTU en valt onder
de beleidsverantwoordelijkheid van de
programmadirectie DRI van BZK.
Monitoring NUP Burgers en bedrijven vragen om een overheid die
snel, efficiënt en klantgericht werkt en niet steeds
naar de bekende weg vraagt; dus betere
dienstverlening met minder administratieve lasten.
Om dat te bereiken, brengen de overheden focus en
samenhang aan in de ontwikkeling van de
basisinfrastructuur van de e-overheid. Binnen het
Nationaal Uitvoeringsprogramma Betere
Dienstverlening en e-overheid (NUP) zijn afspraken
gemaakt tussen Rijk, provincies, gemeenten en
waterschappen om de potentie van de inmiddels
bestaande infrastructuur van de e-overheid gericht
te benutten voor betere dienstverlening. RENOIR, een
programma binnen ICTU, monitort de uitvoering van
het NUP. Het NUP valt onder de
beleidsverantwoordelijkheid van de
programmadirectie DRI van BZK
93
BIJLAGE 3: PROGRAMMA’S VANUIT ANDERE DEPARTEMENTEN
Departement Programma/ project Inhoud
LNV Ambtenaar 2.0 Ambtenaar 2.0 is een netwerk van mensen,
zowel ambtenaren als burgers, die de
gevolgen van web 2.0 voor de overheid
willen onderzoeken en onder de aandacht
brengen, daarover het gesprek aangaan om
ideeën, kennis en praktijkervaringen uit te
wisselen en bijdragen aan opleiding,
ondersteuning en praktische tips om als
een ambtenaar 2.0 te kunnen werken.
V&W Expertisecentrum
Publieksparticipatie
(was Inspraakpunt)
Het Expertisecentrum Publieksparticipatie
is een kennis- en expertisecentrum op het
gebied van consultatie en inspraak. Vanaf
de oprichting in 1997 heeft het
Inspraakpunt circa 400 inspraakprocedures
begeleid. Van Betuwelijn tot Schiphol, van
Randstad 380 tot Natura 2000. Het
Inspraakpunt ontwikkelt zich tot een
interdepartementaal kennis- en
expertisecentrum.
VROM Beleid met Burgers VROM vindt het belangrijk aan te sluiten bij
wat mensen beweegt. Het ministerie wil
samen met burgers zijn agenda bepalen,
beleidsvoorstellen maken, beleid uitvoeren
en handhaven. VROM krijgt ook veel ideeën
binnen van burgers en bedrijven. Daarom is
VROM in 2002 gestart met het programma
Beleid met burgers.
OCW Digitale Pioniers
De Stimuleringsregeling Digitale Pioniers is
een unieke regeling voor innovatieve
maatschappelijke internetinitiatieven. De
regeling wordt sinds 2002 met steun van
het Ministerie van OCW uitgevoerd door
Kennisland. In vijftien rondes zijn inmiddels
meer dan 150 projecten ondersteund.
Digitale Pioniers biedt ruimte voor
innovatieve nieuwe media projecten die
vaak niet bij reguliere fondsen terecht
kunnen en zonder ontwikkelgeld niet
gerealiseerd kunnen worden.
B&A CENTRUM VOOR BELEIDSEVALUATIE BETROKKEN BURGERS, BEWOGEN BESTUUR
94
Departement Programma/ project Inhoud
Prijsvraag
‘Openbaarheid’
OCW wil het gebruik en het bereik van de
OCW-informatie vergroten door
(markt)partijen te stimuleren met
innovatieve ideeën te komen. Hoe kan
OCW-informatie beter worden gebruikt in
informatieproducten voor burgers?
Hiervoor is een prijsvraag uitgeschreven.
EZ Open in verbinding/
NOiV
De doelstellingen van dit actieplan vanuit
EZ zijn van toepassing op de rijksoverheid,
de mede-overheden en de (semi-) publieke
sector:
1. vergroten van de interoperabiliteit
tussen en met de verschillende bouwstenen
en vormen van dienstverlening van de
eOverheid door versnelling aan te brengen
in het gebruik van open standaarden;
2. Verminderen van de afhankelijkheid van
leveranciers bij het gebruik van ICT door
versnelde inzet van open standaarden en
open source software;
3. Bevorderen van een gelijk speelveld op de
softwaremarkt en voorts bevorderen van de
innovatie en de economie door het gebruik
van open source software krachtig te
stimuleren en bij opdrachten de voorkeur te
geven aan open source software bij gelijke
geschiktheid.
Justitie Internetconsultatie.nl Op deze website krijgen burgers informatie
over wet- en regelgeving die door het
kabinet wordt voorbereid en waarover via
internet wordt geconsulteerd. Burgers
kunnen reageren op nieuwe voorstellen
voor wet- en regelgeving, met als doel dat
deze reacties bijdragen aan een verbetering
van de regelingen.
Tijdens het twee jaar lopende rijksbrede
experiment met internetconsultatie bij
wetgeving in voorbereiding bieden alle
ministeries tenminste 10% van hun
voorstellen voor nieuwe wet- en
regelgeving ter consultatie aan op deze
website.
B&A CENTRUM VOOR BELEIDSEVALUATIE BETROKKEN BURGERS, BEWOGEN BESTUUR
95
Departement Programma/ project Inhoud
Kabinet ‘Samen werken aan
Nederland’
Van 29 maart tot en met 26 mei 2007
hebben bezoekers van
SamenwerkenaanNederland.nl ideeën
aangereikt over de invulling van het
beleidsprogramma 2007-2011 van het
kabinet. Zes onderwerpen stonden daarbij
centraal: 1. Een actieve internationale en
Europese rol, 2. Veiligheid, stabiliteit en
respect, 3. Duurzame samenleving,
4. Overheid en dienstbare publieke sector,
5. Een innovatieve economie en 6. Sociale
samenhang.
Tweede
Kamer
Openbaar Parlis (in
ontwikkeling)
De Directie Informatiseringsbeleid van de
Tweede Kamer werkt aan een openbaar
Parlementair Informatie Systeem (Parlis),
om het parlementair proces op een
toegankelijke manier te ontsluiten.
97
BIJLAGE 4: QUICKSCAN INITIATIEVEN
Initiatief Inhoud Uitvoerende partij Betrokken organisaties
Watstemtmijnraad.nl Burgers kunnen hier het
stemmen van hun
gemeenteraad bekijken.
Stichting Burgerlink BZK (Burgerlink),
gemeenten Almere,
Groningen, Enschede
en Woerden, site
bouwt voort op
Politix.nl
Petities.nl Het doel is om het voor
Nederlanders gemakkelijk te
maken een petitie te
ondertekenen of te starten.
Stichting petities.nl BZK (Burgerlink),
gemeenten Groningen
en Almere
Webantenne/
Issuefeed.net
Digitale zoekmachine; te
gebruiken om te zoeken naar
discussiesites, weblogs en
dergelijke.
BZK Stichting Govcom.org
Wijwaarderen.nl Geeft burgers de
mogelijkheid om publieke
dienstverlening te waarderen,
beoordelen en vergelijken.
Stichting Burgerlink BZK (Burgerlink),
gemeente Eindhoven
Digitale Diender Mogelijkheid voor bewoners
om online te communiceren
met de wijkagent.
Politieregio Utrecht
en Stichting
Buurtlink.nl
BZK
Krachtwijkenindex.nl Instrument om de
samenwerking tussen
bewoners in de ‘krachtwijken’
onderling op wijkniveau te
ondersteunen en om deze
bewoners om input te vragen.
BZK, Nieuw
Rotterdams Tij
VROM
Ikgaverder.nl Inwoners kunnen hier hun
oplossingen voor
bereikbaarheidsproblemen
achterlaten.
Kennis- en
expertisecentrum
Inspraakpunt
(VERDER) Provincie
Utrecht,
Rijkswaterstaat
Utrecht, Bestuur Regio
Utrecht, Bureau Regio
Amersfoort, Gewest
Gooi- en Vechtstreek,
Regio Utrecht West,
Regio Utrecht Zuidoost,
Gemeente Amersfoort,
Gemeente Hilversum
en Gemeente Utrecht
Politix.nl Overzicht van stemgedrag in
de Tweede Kamer (per partij
en per wetsvoorstel ).
Josta de Hoog, Niels
de Hoog, X-M-L
De Publieke Zaak, BZK,
watstemtmijnraad.nl,
B&A CENTRUM VOOR BELEIDSEVALUATIE BETROKKEN BURGERS, BEWOGEN BESTUUR
98
Initiatief Inhoud Uitvoerende partij Betrokken organisaties
150volksvertegenwo
ordigers.nl
Heeft tot doel het vergroten
van kennis over en
bekendheid van de leden van
de Tweede Kamer.
Stichting Per
Definitie
De Publieke Zaak,
Nederland-Kennisland,
Forum voor
Democratische
Ontwikkeling
Maildepolitiek.nl Zoekmachine voor het vinden
van alle nationale en lokale
volksvertegenwoordigers in
Nederland.
Stichting Het
Nieuwe Stemmen
De Publieke Zaak
Burgerbuddy.nl burgers adopteren een
ambtenaar/ politicus om deze
van een luisterend oor te
voorzien.
Stichting Het
Nieuwe Stemmen
De Publieke Zaak
Wiekiesjij.nl Biedt ondersteuning aan
burgers bij het bepalen van
hun stemgedrag.
Stichting Het
Nieuwe Stemmen
IPP, Europafonds
HNS.dev project gericht op het
ontwikkelen van een open en
transparante database die
politieke informatie van
Nederlandse gekozen
vertegenwoordigers bevat.
Stichting Het
Nieuwe Stemmen
Digitale Pioniers
eParticipatie
Primaries (‘One
mobile, one vote’).
Organisatie openbare, online
voorverkiezingen ('primaries').
Stichting Het
Nieuwe Stemmen
De Nationale
Dialoog.nl
Online platform dat dient als
generator voor
maatschappelijke
betrokkenheid.
De Publieke Zaak Co creation
consultancy, Favela
Fabric, Trilab
PoliDocs.nl Zoekmachine voor politieke
documenten.
UvA-informatica Digitale Pioniers
eParticipatie
eMocracy.nl/
Democratiespel.nl
Online simulatie van de
Nederlandse politiek.
Robert Shepherd en
ReindeR Rustema
(petities.nl)
Digitale Pioniers
eParticipatie, BZK
Verbeterdebuurt.nl Burgers kunnen hier
problemen over en/ of ideeën
voor hun buurt melden. Dit
wordt door-gegeven aan de
betreffende gemeente of het
stadsdeel.
Creative Crowds Digitale Pioniers
eParticipatie
Rotterdamindex.nl Online wijkenspel Stichting stedelijke
informatie markt
Digitale pioniers,
Kennisland, OCW
Open Kamer Streaming van videobeelden
van debatten uit de Tweede
Kamer.
Stichting Open
Kamer/ Political
Mashup
Digitale Pioniers
eParticipatie, UvA
B&A CENTRUM VOOR BELEIDSEVALUATIE BETROKKEN BURGERS, BEWOGEN BESTUUR
99
Initiatief Inhoud Uitvoerende partij Betrokken organisaties Ikkieswijzer.nl Informatieverstrekking over
de Europese verkiezingen van 4 juni 2009.
Political Mashup Europafonds, UvA-informatica, RUG DNPP, UvT-computer linguïstiek
OCO Sterren versie 2 Verzamelen en publiceren van kwaliteitsoordelen van ouders en leerlingen over onderwijs zodat andere gebruikers scholen beter kunnen vergelijken.
Onderwijs Consumenten Organisatie
Digitale Pioniers eParticipatie
Ikregeer.nl Eenvoudig doorzoekbaar maken van kamervragen en kamerstukken.
Stichting Scartabello
Digitale Pioniers eParticipatie, League of Brilliance VOF (ontwikkeling)
Ikformeer.nl Biedt burgers de optie om online mogelijkheden voor politieke formaties te bekijken.
Stichting Scartabello
League of Brilliance VOF
Buurtlink.nl (opvolger van buurtenonline.nl)
Heeft tot doel het buurtgevoel in Nederland te versterken.
Stichting Buurtlink Nationale Postcodeloterij, CvA met vijf prominente Nederlanders
www.baasopzuid.nl Simulatiespel waarin burgers bestuurlijke beslissingen kunnen nemen in twee Rotterdamse wijken.
Bbvh architecten Maaskoepel, De Nieuwe Unie, Vestia, VL Wonen
21minuten.nl Online opinieonderzoek onder de Nederlandse bevolking.
De Publieke zaak De Publieke Zaak en McKinsey & Company
Politieonderzoeken.nl Politie vraagt hulp van burgers tijdens opsporingsonderzoeken.
KLPD
Burgernet Politie schakelt telefonisch de hulp van burgers in bij zoekacties in de buurt
Politie
Forum.infopolitie.nl Forum over politiezaken. Team infopolitie Digipanel Eindhoven Panel waarin burgers
verzocht worden hun mening te geven over een uiteenlopend aantal onderwerpen via een enquête op internet.
Onderzoeksbureau van de gemeente Eindhoven
Gemeente Eindhoven
Raad in Beeld (Eindhoven)
Live uitzending op internet van de gemeenteraads-vergaderingen + archief om later terug te kunnen kijken.
Gemeente Eindhoven
Club van 100 (RVU) Een ‘community’ waarin het ‘ruilen’ van hulp volgens het principe ‘voor wat, hoort wat’ centraal staat.
RVU
B&A CENTRUM VOOR BELEIDSEVALUATIE BETROKKEN BURGERS, BEWOGEN BESTUUR
100
Initiatief Inhoud Uitvoerende partij Betrokken organisaties Beloftebank (Pledgebank)
Initiatief waarbij mensen beloften kunnen doen op voorwaarde dat anderen hen ondersteunen en hetzelfde doen.
MySociety Easynet
Digitaal burgerinitiatief, gemeente Zoetermeer
Digitale mogelijkheid om een burgerinitiatief bij de gemeente in te dienen.
Gemeente Zoetermeer
ICT-platform Zoetermeer
Digigemeente RIS (Raadsinformatie Systeem) Steenwijkerland
Hier kunnen alle openbare raadsstukken digitaal geraadpleegd worden.
Gemeente Steenwijkerland
Politiek 24 Politiek themakanaal op televisie; live uitzendingen van Nederlandse politiek.
NOS
www.onderwijsklachten.nl
Ouderbelangenorganisatie en adviescentrum voor onderwijsklachten.
Stichting onderwijsklachten
Misdaadkaart.nl 2.0 Overzicht van en informatie over overtredingen en misdaden in de buurt.
Twee particulieren
Talking headz Interactief forum waar jongeren kunnen discussiëren over controversiële onderwerpen.
Butterfly Works Netdays
Gestolenitems.nl Bestolen burgers kunnen hier de diefstal aangeven.
eParticipatie awards Prijs ter erkenning van getoonde inzet van burgers en overheden om digitale middelen voor burger-betrokkenheid te gebruiken.
Burgerlink
www.hetspoorbijster Discussieforum. vBulletin Maroc.nl Non-profit organisatie gericht
op instandhouding en uitbouwen van een digitaal platform om integratie van allochtonen in Nederlandse samenleving te bevorderen.
Kennisland?
Last van de overheid Meldingen over administratieve lasten of dienstverlening van de overheid.
Programma Regeldruk en Administratieve Lastenvermindering (REAL), BZK
Burgernet Gericht op bevordering van veiligheid.
Politieonderzoeken.nl Burgers kunnen helpen bij het oplossen van misdrijven.
Korps landelijke politiediensten
Overvallers gezocht Helpen bij herkennen van overvallers op videobeelden.
Politie Amsterdam Amstelland
B&A CENTRUM VOOR BELEIDSEVALUATIE BETROKKEN BURGERS, BEWOGEN BESTUUR
101
Initiatief Inhoud Uitvoerende partij Betrokken organisaties Hoe veilig is mijn wijk Weergave van veiligheid van
wijken en buurten. Politie Haaglanden
Gesnapt! Beeldmateriaal van misdaden op YouTube.
Politieregio Hollands Midden
Politiek.residentie.net Ondersteuning en facilitering van initiatieven van de Haagse bevolking.
Gemeente Den Haag
Virtueel Apeldoorn Bezoekers kunnen virtueel rondlopen door de stad en hun mening geven (over nieuwe plannen).
Gemeente Apeldoorn
Wijkwebs Delft Digitale plek waar bewoners uit een wijk elkaar ontmoeten.
Gemeente Delft
Vertelhetderaad.nl Biedt diverse mogelijkheden om in contact te komen met de gemeenteraad.
Gemeente Dordrecht
Axci Mogelijkheid om online een eigen handtekeningenactie te beginnen.
Van Rixtel Media
Bereken uw recht Nagaan van recht op bepaalde overheidsregelingen (zorgtoeslag et cetera).
Nibud en Stimulansz
Buurtatlas Middel voor (lokale) overheden, historische verenigingen en geïnteresseerden om kennis over Nederlandse buurten te delen en zo het cultureel erfgoed in Nederland in kaart te brengen.
Vereniging Dorp, stad en land
Stimuleringsfonds van de Architectuur
Cultuurnota Hyves Discussieforum op Hyves over de cultuurnota gemeente Groningen.
pvda
E-spraak Mening uiten over ruimtelijke projecten.
Goudappel Coffeng
Fiets in de knel Verzamelen meldingen van fietsonvriendelijke verkeerssituaties.
Haags Milieucentrum
Fietsersbond
Kies je eigen panaroma
Verzamelen van meningen over snelwegpanorama’s en ontwikkelingen langs de Nederlandse snelweg ten behoeve van het vormen van een structuurvisie.
VROM
Nederland in Europa Nieuwssite met blog over Europa. Nederlanders kunnen hier hun mening geven over de toekomst van Europa.
BuZa
B&A CENTRUM VOOR BELEIDSEVALUATIE BETROKKEN BURGERS, BEWOGEN BESTUUR
102
Initiatief Inhoud Uitvoerende partij Betrokken organisaties Reuring.nl Meningvorming over eigen
buurt/ woonplaats in Drenthe.
Provincie Drenthe
Stadnet Gericht op online verbinden en communiceren van burgers met overheidsinstellingen en publieke organisaties.
Chatfone
Vraag het de burgemeester
Digitaal forum waarop burgers vragen kunnen stellen aan hun burgemeester.
Stichting innovatie platform samen
RTV9
WikiWoonWijk in Opeinde
Interactieve planontwikkeling voor inrichting openbare ruimte.
Gemeente Smallingerland
Octopusplan.nl Betrokkenheid scholen bij verkeersveiligheid in schoolomgeving.
SOAB
Flatnet Portaal dat dient als communicatiemiddel voor ouderen binnen een woonomgeving.
Drie Haagse Woningcorporaties; Haag Wonen, Staedion en Vestia
Buurtportal de Pijp Digitaal plein waarop bewoners van De Pijp elkaar kunnen ontmoeten.
Combiwel, De Key, Het Oosten, Ymere, Amsta, Cordaan en Stadsdeel Oud-Zuid
Eigenwijze buurten Stimuleren van initiatieven van (groepen) buurtbewoners te bevordering van de leerbaarheid van hun buurt.
WijkAlliantie VROM
BuurtBuzz Interactieve website + besloten emailsysteem voor een wijk/ buurt om zo de onderlinge relatie te versterken.
Buurtbuzz
Lombox Buurtsite van de Utrechtse wijk Lombox met als doel het versterken van de sociale en economische kwaliteit van de wijk.
Stichting Lombox
Het Geheugen van Oost
Website met verhalen over Amsterdam Oost. Doel is om door middel van het vertellen van verhalen de sociale integratie en maatschappelijke betrokkenheid in de wijk te stimuleren.
Amsterdams historisch museum, buurtonline, XINA
Diverse hyves-groepen van politieke partijen
Wordt gebruikt voor informatievoorziening en het voeren van discussies.
De betreffende politieke partij
B&A CENTRUM VOOR BELEIDSEVALUATIE BETROKKEN BURGERS, BEWOGEN BESTUUR
103
Initiatief Inhoud Uitvoerende partij Betrokken organisaties Meldpunt Kinderporno
Op deze site kunnen gevallen (en vermoedens) van kinderporno worden gemeld.
Stichting Meldpunt ter Bestrijding van Kinderpornografie op Internet
Ministerie van Justitie, Europese Commissie
Meldpunt Zwemwater
Informatie over zwemwaterkwaliteit.
Stichting Noordzee, Stichting Reinwater, ANWB
VROM, VSB
Meldpunt Lareb Hier kunnen bijwerkingen van medicijnen gemeld worden.
Lareb
SMS Alert Politie (regio Brabant Zuid-Oost)
Gericht op de betrokkenheid en medewerking van burgers bij politiezaken.
Politie Brabant Zuid-Oost
Meld- en Steun-punt Intimidatie
Gericht op het verzamelen van meningen over onderwijsbeleid en hier tegen te ageren.
Vereniging Beter Onderwijs Nederland
www.beterveilig.nl Verzamelen van input over autoverkeer en verkeers-veiligheid voor formulering van voorstellen ter verbetering van beleid.
Beter veilig (vrijwilligers-collectief)
Meldpunt vermisten Internationale database van
mensen die vermist zijn.
Rode Kruis
Drachtenwiljemeema
ken.nl
Community-site te gebruiken
door burgers om een bijdrage
te leveren aan de stad.
Gemeente
Smallingerland
Wijbouweneenwijk.nl Een community waarin
omwonenden,
geïnteresseerden en
deskundigen samen een
nieuwe woonwijk ontwerpen.
Gemeente
Smallingerland
Bureau The Crowds,
atelier DUTCH
Crowdsourcing Online platform waar
ontwikkelingsprojecten,
particulieren en bedrijven
rechtstreeks met elkaar in
contact worden gebracht.
1% Club Kennisland, Digitale
pioniers, OCW
Platform medische
fouten
Interactief platform dat
burgers (juridische) hulp
biedt die de dupe zijn
geworden van medische
fouten.
Digitale pioniers,
Kennisland
OCW
Ontwerpruimte Oud
Krispijn (Dordrecht)
Online mogelijkheid voor
burgers om mee te denken
over wijk- en
woningontwikkeling in de
wijk Oud Krispijn.
Gemeente
Dordrecht
B&A CENTRUM VOOR BELEIDSEVALUATIE BETROKKEN BURGERS, BEWOGEN BESTUUR
104
Initiatief Inhoud Uitvoerende partij Betrokken organisaties
Randstad 2040 Online enquête over de
toekomst van de Randstad
(plaatsgevonden in 2008).
VROM
Ruimbaanvoor
nederland.nl
Eerste digitale interactieve
partij van Nederland.
Ruim baan voor
Nederland
Akkoord van
Schokland
Mogelijkheid voor burgers om
ideeën voor armoede-
bestrijding aan te dragen.
Ministerie van
Buitenlandse zaken
Watwilnederland.nl De burger als spindoctor: wat
moeten lijsttrekkers doen om
de verkiezingen te winnen?
BRR (Burgerlijke
raad voor het
regeringsbeleid)
Vitaalpendrecht.nl Digitale ontmoetingsplek om
informatie te krijgen en mee
te praten over wonen en
werken in de Rotterdamse
wijk Pendrecht.
Stichting Vitaal
Pendrecht
Onzedemocratie.nl Op het forum kunnen
Nederlander mee praten over
‘de staat van de democratie in
Nederland’.
BZK
Verkeerscirculatie-
plan Den Haag
Digitale mogelijkheden voor
zowel voorstanders
(meedenken met de plannen
via een wiki-systeem) als
tegenstanders (online petitie
ondersteunen).
Koen Martens
E-voice (gemeente
Dantumadeel)
Meerjaren project waarin
verschillende media worden
ingezet om burgerparticipatie
te vergroten.
Gemeente
Dantumadeel
European Regional
Development Fund
Bestuuronline Online uitzenden en
archiveren van politiek-
bestuurlijke vergaderingen en
bijeenkomsten. Tevens
kunnen kijkers online met
elkaar discussiëren.
Noterik Verschillende
provincies en
gemeenten (die
gebruik maken van het
concept).
Hetbolleoog.nl Inwoners van Den Haag
kunnen aspecten van lokale
problematiek kenbaar maken
aan gemeenteraadslid Bolle
via haar website.
Marieke Bolle
Buurtleven.nl Webcommunity van vier
Amsterdamse
woningcorporaties.
Stadsgenoot,
Ymere, Rochdale, De
Key
B&A CENTRUM VOOR BELEIDSEVALUATIE BETROKKEN BURGERS, BEWOGEN BESTUUR
105
Initiatief Inhoud Uitvoerende partij Betrokken organisaties
Breda-morgen Mogelijkheid voor Bredase
burgers om ideeën aan te
dragen en die van anderen te
beoordelen.
Gemeente Breda
Boskoopactief.nl Deze website biedt de
mogelijkheid aan burgers om
eigen acties te organiseren,
filmpjes te plaatsen en mee
te schrijven aan beleid op een
wiki.
Gemeente Boskoop
YouTube-kanaal
‘Gesnapt’
Politiek zet beeldmateriaal
van misdrijven et cetera
online en vraagt de hulp van
burgers bij de identificatie en
opsporing van de overtreders.
Politie Hollands
Midden
Politiek-cv.nl Site waarop burgers hun
meningen over en ervaringen
met politici kunnen uiten.
Bezuidenhout.nl Website van de wijk
Bezuidenhout (Den Haag).
Rob Velders/ Klaske
Nijland
(wijkbewoners)
Stichting wijkberaad
Bezuidenhout
Groningenmeets-
europe.nl
Interactieve website over de
verkiezingen voor het
Europese Parlement.
Stichting Het
Nieuwe Stemmen
Europafonds, BZK
Innovatiemanage-
ment.ning.com
Interactieve website over
innovatie en innovatie-
management in de publieke
sector.
De
Innovatiemanager
Jijendeoverheid.nl Internet portal voor de
overheid; gericht op een
betere informatievoorziening
van en over de overheid.
Het nieuwe
stemmen
Kamertweets.nl Mogelijkheid tot twitteren
met kamerleden.
Fundament All
Media
Mijnoverheid.nl Online regelen van
persoonlijke zaken met de
overheid.
BZK
Digitaal loket
gemeente Voorst
(gemgids)
Digitaal loket. Gemeente Voorst Stichting GemGids
Digitale jeugdraad
Eemsmond
Interactieve website gericht
op het achterhalen van
wensen en meningen van
jongeren in de gemeente.
Gemeente
Eemsmond
B&A CENTRUM VOOR BELEIDSEVALUATIE BETROKKEN BURGERS, BEWOGEN BESTUUR
106
Initiatief Inhoud Uitvoerende partij Betrokken organisaties
Alles in kaart
(Arnheminkaart.nl)
Digitale wijkengids Arnhem. Gemeente Arnhem
www.dpf.nl Digitale portal provincie
Fryslân.
MyriadM
Digitaal infopunt
Opvoeding Eersel
Opvoedkundige
ondersteuning
Zuidzorg, Algemeen
Maatschappelijk
Werk Dommelregio
en GGD Brabant
Zuidoost.
Gemeente Eersel
Internationaal
Initiatief Inhoud Uitvoerende partij Betrokken organisaties Showusabetterway.
com
De Engelse overheid vraagt
burgers om met ideeën te
komen om
overheidsinformatie zinvol te
hergebruiken.
Power of
Information
Taskforce
Appsfordemocracy.
org
Interactieve website om input
van burgers te vragen.
iStrategyLabs District of Columbia
Mysociety.org Vrijwilligersorganisatie die
door middel van internet
overheidsinformatie wil
ontsluiten voor burgers.
MySociety
(Engeland)
UK Citizens Online
Democracy
Theyworkforyou.
com
Ontsluiten van informatie
over en van het Britse
parlement.
MySociety
Neighbourhood
Statistics (NeSS)
Overheidswebsite waarop
burgers veel informatie over
hun lokale omgeving kunnen
vinden.
Office for National
Statistics
UK Statistics authority
Fixmystreet.com Burgers kunnen hier
problemen in hun buurt
melden (graffiti, kapotte
straatverlichting et cetera).
MySociety
Neighbourhood
Knowledge
California
Interactieve website voor de
staat California.
Urban Strategies
Council
C-span Amerikaans themakanaal op
televisie voor burgers om het
politieke
besluitvormingsproces via de
televisie te kunnen volgen.
C-span
B&A CENTRUM VOOR BELEIDSEVALUATIE BETROKKEN BURGERS, BEWOGEN BESTUUR
107
Initiatief Inhoud Uitvoerende partij Betrokken organisaties
News Challenge
Project dat innovatieve
ideeën stimuleert gericht op
het ontwikkelen van
instrumenten ten behoeve
van collectieve
informatiedistributie.
John S. and James L.
Knight foundation
MapServer -
University of
Minnesota
Platform open data. University of
Minnesota
ForNet
http://yoosk.com/
Interactieve website waar
burgers hun vragen kunnen
stellen aan politici.
Yoosk team Thumbsize
Futurecommunities.
net
Website gericht op de
betrokkenheid van
buurtbewoners bij het
ontwerpen en ontwikkelen
van hun leefomgeving.
The Young
Foundation
govtwit.com Link naar overheidsinstanties
en -medewerkers op Twitter.
Squeejee
Tweetcongress.org Gericht op het stimuleren van
contact tussen burgers en
leden van het congres door
het gebruik van Twitter.
Squeejee
Tweetminister.
co.uk
Gericht op het stimuleren van
contact tussen burgers en
politici door het gebruik van
Twitter.
Squeejee
109
BIJLAGE 5: BARRIÈREMODEL THAENS EN MEIJER
(2009)
Institutionele barrières − Financial barriers. Opportunities can be promising but expensive because of
technology or maintenance cost. Budgetary options condition the use of Web
2.0 opportunities. Some participants just mentioned the costs in general of
setting up the initiative are mentioned as a barrier.
− Legal barriers. Legal constraints on the exchange of personal data, legal
requirements for recordkeeping, legal frameworks concerning equal access,
etc. may put severe restrictions on the use of Web 2.0 opportunities.
Restrictions by copyright legislation is an example of a legal barrier mentioned
by participants.
− Political barriers. The use of Web 2.0 opportunities has to fit within a political
agenda or should at least not run counter to the agenda of responsible
politicians. Political support is needed for a successful Web 2.0 introduction. To
give an example, a participant mentioned the tension between new forms of
policy development and the position of politicians was mentioned as a political
barrier.
− Policy barriers. Current policies restrain the opportunities for new uses of Web
2.0. New uses have to be fitted within current policy framework or should not
conflict with them. The need to fit in plans to deal with math and language
deficiencies within the existing policy framework is an example of a policy
barrier mentioned by participants.
− Organizational barriers. The use of Web 2.0 opportunities often requires the
cooperation between various organizational departments. Opposition from
within the organization can form a barrier to successful Web 2.0 introduction.
A whole range of organizational barriers were mentioned by participants. The
lack of capacity to develop the initiative was a prominent example.
− Technological barriers. Technological developments are fast but still the
technology required to implement certain ideas may not be available. The lack
of an adequate infrastructure may also form a barrier. The absence of an
adequate ICT-infrastructure in schools is an example of a barrier to the
development of an initiative mentioned by participants.
Praktijkbarrières − Administrative barriers. Web 2.0 applications will need to be administrated by
governments or other actors. A failure to administer the applications correctly
will undermine its success. Keeping the content up to date is an example of an
administrative barrier. Dealing with confidential information is another
example.
− Routine barriers. Users are slow in changing their information and
communication routines. New initiatives may be ignored because they
challenge pre-existing routines. Lack of time is a routine barrier: existing
B&A CENTRUM VOOR BELEIDSEVALUATIE BETROKKEN BURGERS, BEWOGEN BESTUUR
110
routines already take up all the time and don’t allow for new routines. Lack of
experience with certain technologies is another example.
− Interest barriers. Certain stakeholders may try to undermine initiatives because
the initiative may threaten their interest. New applications challenge existing
balances of power and therefore run into resistance. Lack of interest in a
certain type of information is an example of an interest barrier.
− Motivational barriers. New initiatives are based upon certain conceptions of
user motives. User motives may differ or users may fail to see how new
initiatives support certain motives. The absence of a reward for participation
was mentioned as a motivational barrier. Resistance to certain exchanges of
information is another one.
− Trust barriers. Stakeholders will have to trust that the new initiative will really
bring the benefits it is supposed to bring. A lack of trust in government may
form a barrier participation in the new initiative. Lack of trust in privacy
management was mentioned as a barrier.
Effectbarrières These barriers are similar to the institutional barriers: financial, political, legal, policy,
organizational and technological barriers. The following additional barriers are
relevant:
− Reality barriers. It may be impossible to implement suggestions of citizens.
− Representativeness barriers. Lack of proportional representation may make it
difficult to implement suggestions.
111
BIJLAGE 6: LITERATUURLIJST
Aichholzer, G. & H. Westholm (2009). Evaluating eParticipation Projects: Practical
Examples and Outline of an Evaluation Framework. European Journal of ePractice 7, pp.
27-44.
Arnstein, S. (1969). A Ladder of citizen participation. Journal of the American Institute of
Planners 34(4), pp. 216-224.
Berlo, D. van (2008). Ambtenaar 2.0. Nieuwe ideeën en praktische tips om te werken in
overheid 2.0. Raadpleegbaar via www.ambtenaar20.nl.
Bovens, M. en A. Wille (2009). Diploma democracy: on the tensions between meritocracy
and democracy. Utrecht/ Leiden.
Deursen, A.J.A.M. van & J.A.G.M Van Dijk (2008). Digitale vaardigheden van Nederlandse
burgers. Een prestatiemeting van operationele, formele, informatie en strategische
vaardigheden bij het gebruik van overheidswebsites. Enschede: Universiteit Twente.
Donk, W.B.H.J. van de en A. Edwards (2005). ICT en sociale bewegingen: politiek op de
maat van internet. In: A.M.B. Lips, V.J.J.M. Bekkers en A. Zuurmond (red.). ICT en
openbaar bestuur, Utrecht: Lemma.
Duivenboden, H. van, E. van Hout, C. van Montfort en J. Vermaas (2009). Verbonden
verantwoordelijkheden in het publieke domein. Den Haag: Uitgeverij Lemma.
Duivenboden, H.P.M. van en A.M.B. Lips (2003). Taking Citizens Seriously. Applying
Hirschman’s Model to Various Practices of Customer-Oriented E-governance. In: A.
Salminen (ed.). Governing Networks, EGPA Yearbook, Amsterdam: IOS Press, pp. 209-
226.
Edelenbos, J., A. Domingo, P-J. Klok en J. van Tatenhove (2006). Burgers als
beleidsadviseurs, een vergelijkend onderzoek naar acht projecten van interactieve
beleidsvorming bij drie departementen. Amsterdam: Instituut voor publiek en politiek.
Edelenbos, J. en R. Monnikhof (red.) (1998). Spanning in interactie. Een analyse van
interactief beleid in lokale democratie. Amsterdam: Instituut voor Publiek en Politiek, pp.
11-48.
Hoogerwerf, A. en M. Herweijer (2003). Overheidsbeleid. Een inleiding in de
beleidswetenschap. Alphen aan den Rijn: Kluwer.
Janssen, D. & R. Kies (2005). Online forums and deliberative democracy. Acta Politica:
international journal of political science 40(3).
B&A CENTRUM VOOR BELEIDSEVALUATIE BETROKKEN BURGERS, BEWOGEN BESTUUR
112
Macintosh, A. & A. Whyte (2008). Towards an Evaluation Framework for eParticipation.
Transforming Government: People, Process & Policy 2(1), pp. 16-30.
Meijer, A. en M. Thaens (2009). Barrières voor Overheid 2.0 (te verschijnen).
Overdijk, C. (2009, 29 januari). Het Google-model verandert de wereld om ons heen.
Volkskrant.
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (2007a). Notitie
voorbereidende fase eParticipatie.
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (2007b) Plan van aanpak -
uitvoering eParticipatie traject.
Raad voor Cultuur (2006). Notitie. Mediawijsheid: burgerschap in de
informatiemaatschappij. Raad voor Cultuur.
Ringeling, A.B. (2001). Rare klanten hoor, die klanten van de overheid. In: H.P.M. van
Duivenboden en A.M.B. Lips (red.). Klantgericht werken in de publieke sector. Inrichting
van de elektronische overheid (pp. 33-48). Utrecht: Uitgeverij Lemma BV.
Rowe, G. & L.J. Frewer (2000). Public participation methods, a framework for evaluation. Science, Technology & Human Values 25(1), pp. 3-29.
Rowe, G. & L.J. Frewer (2004). Evaluating Public-Participation Exercises: A Research Agenda. Science, Technology & Human Values 29(4), pp. 512-556. Surowiecki, J, (2004). The wisdom of Crowds. Why the many smarter than the few and how collective wisdom shapes business, economies, societies, and nations. New York: Doubleday.
Tapscott D. & A.D. Williams (2008). Wikinomics: how mass collaboration changes
everything. New York: Portfolio.
Tichenor, P.J., Donohue, G.A. en C.N. Oliën (1970). Mass Media Flow and Differential
Growth in Knowledge, Public Opinion Quarterly 34. Colombia University Press.
TNO (2008). Naar een ‘User Generated State’? De impact van nieuwe media voor overheid
en openbaar bestuur. Delft: TNO.
VN (2005). Benchmark e-government. Verenigde Naties.
VN (2008). Benchmark e-government. Verenigde Naties.
Warburton, D. & G. Amos (red.). (2007). Burgerparticipatie bij planning: perspectieven
voor de toekomst. Uitgeverij TCPA.
113
BIJLAGE 7: DEELNEMERS AAN HET ONDERZOEK
Interviews • Christiaan Holland (Dialogic)
• Joeri van den Steenhoven (Kennisland)
• Steven Lenos (Radar Advies)
• Mieke Van Heesewijk (Burgerlink)
• Xander van der Linde (Burgerlink)
• Paul Keller (Digitale Pioniers, Kennisland)
• Peter Branger (Tweede Kamer)
• Michiel Leenaars (Internet Society)
• Philippe Raets (pSG BZK)
• Gerbrand Haverkamp (BZK)
• Arnout Ponsioen (BZK)
• Jornt van Zuylen (BZK)
• Bernhard Jens (Digitale Diender, politie Utrecht)
• Stef van Grieken (HNS.dev, Het nieuwe stemmen)
• Steven de Jong (Burgerraad)
• Carl Lens (Verbeterdebuurt, Creative Crowds)
• Manfred Zielinski (ikregeer, Scartabello)
• Quirien Engelhard (ikgaverder.nl, V&W)
• Bas van Beek (Buurtlink)
Denktank • Joeri van den Steenhoven (Kennisland)
• Hein Albeda (Oud-directeur Stichting Rekenschap)
• Mieke Van Heesewijk (Burgerlink)
• Michiel Leenaars (Internet Society)
• Steven Lenos (Radar)
• Bert Mulder (Haagse Hogeschool)
• Bernhard Jens (politie Utrecht)
• Jonneke Stans (Politiek Online)
• Lex Slaghuis (Wikiwise)
• Carl Lens (Verbeter de buurt)
• Mark Melenhorst (Telematica instituut)
• Walther van der Vos (gemeente Rotterdam)
• Peter Branger (Tweede Kamer)
• Sebastiaan ter Burg (Ter Burg)
• Ton Zijlstra (Ton Zijlstra)
• Mark Voogd (GovUnited)
• Stef van Grieken (Het nieuwe stemmen)
• Michiel Spekkers (Jij en de overheid)
• Dirk-Jan Keijser (Stichting Burger)
B&A CENTRUM VOOR BELEIDSEVALUATIE BETROKKEN BURGERS, BEWOGEN BESTUUR
114
• Nol Hendriks (BZK)
• Gerbrand Haverkamp (BZK)
• Arnout Ponsioen (BZK)
• Friedolien de Fraiture (BZK)
Begeleidingscommissie • Vivian Vijn (gemeente Almere)
• Corline van Es (Digitale Pioniers, Kennisland)
• Krijn van Beek (2100 Stichting voor Onafhankelijk Strategisch Denkwerk)
• Davied van Berlo (Ambtenaar2.0, LNV)
• Wibo Koole (Create2Connect), schriftelijk
Ambtelijke begeleidingsgroep BZK • Friedolien de Fraiture
• Arnout Ponsioen
• Claartje Brons
115
BIJLAGE 8: VRAGENLIJST ONLINE SURVEY
Introductie
Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is de afgelopen jaren een
actieve speler binnen het veld van eParticipatie geworden. Zij ondersteunt onder andere een
aantal eParticipatie initiatieven. In opdracht van het ministerie voert B&A een retrospectief
onderzoek uit.
Hiervoor worden diverse instrumenten ingezet, waaronder dit survey. Hier staat het perspectief
van de gebruikers centraal. Hoe waardeert u als gebruiker de huidige eParticipatie initiatieven,
wat waardeert u eraan en welke mogelijkheden ziet u voor opschaling of uitbreiding?
Het invullen van de vragenlijst kost ongeveer 10 minuten. Alvast veel dank voor je tijd. Mocht je
vragen hebben dan kun je die stellen aan Joanne van den Eijnden (onderzoeker) via
j.eijnden@bagroep.nl.
1. Persoonlijke gegevens Deze zijn bedoeld om een beeld te krijgen van de deelnemers aan dit survey en worden vertrouwelijk behandeld.
Naam
Organisatie
Gender (m/v)
Leeftijd
Opleiding
Email adres (optioneel)
2. Waar gaat het volgens jou om bij eParticipatie?
Democratisch proces verbeteren
Maatschappelijke betrokkenheid
Politieke participatie
Toegankelijkheid informatie
Verlagen drempel tot complexe onderwerpen
Transparante overheid
Verantwoording
Innovatie
Anders, namelijk:
B&A CENTRUM VOOR BELEIDSEVALUATIE BETROKKEN BURGERS, BEWOGEN BESTUUR
116
3. Welke eParticipatie initiatieven ken je?
Burgernet.nl
Buurtlink.nl
Digitale Diender
eMocracy.nl
Geluidsnet.nl
HNS.dev
Ikgaverder.nl
ikregeer.nl
Issuefeed.net
Krachtwijkenindex.nl
OpenKamer
Petities.nl
PoliDocs.nl
Rotterdamidee.nl
verbeterdebuurt.nl
Watstemtmijnraad.nl
Webantenne.nl
Wijwaarderen.nl
Anders, namelijk:
4. Kun je aangeven welke criteria je belangrijk vindt voor het gebruik van initiatieven?
heel belangrijk redelijk
belangrijk neutraal niet belangrijk
relevantie heel belangrijk
redelijk belangrijk
neutraal niet
belangrijk
duidelijkheid heel belangrijk
redelijk belangrijk
neutraal niet
belangrijk
effectiviteit heel belangrijk
redelijk belangrijk
neutraal niet
belangrijk
gebruiksvriendelijkheid heel belangrijk
redelijk belangrijk
neutraal niet
belangrijk
veiligheid heel belangrijk
redelijk belangrijk
neutraal niet
belangrijk
interactiviteit heel belangrijk
redelijk belangrijk
neutraal niet
belangrijk
bereikbaarheid (beheerder)
heel belangrijk
redelijk belangrijk
neutraal niet
belangrijk Opmerking:
B&A CENTRUM VOOR BELEIDSEVALUATIE BETROKKEN BURGERS, BEWOGEN BESTUUR
117
5. Kun je aangeven welke criteria je het best uitgewerkt vindt in de initiatieven die je kent? Je kunt meerdere antwoorden geven per initiatief.
relevantie duidelijkheideffectiviteitGebruiks-
vriendelijkheidveiligheid interactiviteit
bereikbaarheid (beheerder)
Burgernet.nl relevantie duidelijkheid effectiviteit
gebruiks-vriendelijkheid veiligheid interactiviteit
bereikbaarheid (beheerder)
Buurtlink.nl relevantie duidelijkheid effectiviteit
gebruiks-vriendelijkheid veiligheid interactiviteit
bereikbaarheid (beheerder)
Digitale Diender relevantie duidelijkheid effectiviteit
gebruiks-vriendelijkheid veiligheid interactiviteit
bereikbaarheid (beheerder)
eMocracy.nl relevantie duidelijkheid effectiviteit
gebruiks-vriendelijkheid veiligheid interactiviteit
bereikbaarheid (beheerder)
Geluidsnet.nl relevantie duidelijkheid effectiviteit
gebruiks-vriendelijkheid veiligheid interactiviteit
bereikbaarheid (beheerder)
HNS.dev relevantie duidelijkheid effectiviteit
gebruiks-vriendelijkheid veiligheid interactiviteit
bereikbaarheid (beheerder)
Ikgaverder.nl relevantie duidelijkheid effectiviteit
gebruiks-vriendelijkheid veiligheid interactiviteit
bereikbaarheid (beheerder)
ikregeer.nl relevantie duidelijkheid effectiviteit
gebruiks-vriendelijkheid veiligheid interactiviteit
bereikbaarheid (beheerder)
Issuefeed.net relevantie duidelijkheid effectiviteit
gebruiks-vriendelijkheid veiligheid interactiviteit
bereikbaarheid (beheerder)
Krachtwijkenindex.nl relevantie duidelijkheid effectiviteit
gebruiks-vriendelijkheid veiligheid interactiviteit
bereikbaarheid (beheerder)
OpenKamer relevantie duidelijkheid effectiviteit
gebruiks-vriendelijkheid veiligheid interactiviteit
bereikbaarheid (beheerder)
Petities.nl relevantie duidelijkheid effectiviteit
gebruiks-vriendelijkheid veiligheid interactiviteit
bereikbaarheid (beheerder)
PoliDocs.nl relevantie duidelijkheid effectiviteit
gebruiks-vriendelijkheid veiligheid interactiviteit
bereikbaarheid (beheerder)
Rotterdamidee.nl relevantie duidelijkheid effectiviteit
gebruiks-vriendelijkheid veiligheid interactiviteit
bereikbaarheid (beheerder)
verbeterdebuurt.nl relevantie duidelijkheid effectiviteit
gebruiks-vriendelijkheid veiligheid interactiviteit
bereikbaarheid (beheerder)
Watstemtmijnraad.nl relevantie duidelijkheid effectiviteit
gebruiks-vriendelijkheid veiligheid interactiviteit bereikbaarheid
B&A CENTRUM VOOR BELEIDSEVALUATIE BETROKKEN BURGERS, BEWOGEN BESTUUR
118
relevantie duidelijkheideffectiviteitGebruiks-
vriendelijkheidveiligheid interactiviteit
bereikbaarheid (beheerder) (beheerder)
Webantenne.nl relevantie duidelijkheid effectiviteit
gebruiks-vriendelijkheid veiligheid interactiviteit
bereikbaarheid (beheerder)
Wijwaarderen.nl relevantie duidelijkheid effectiviteit
gebruiks-vriendelijkheid veiligheid interactiviteit
bereikbaarheid (beheerder)
Opmerking:
6. Zijn er volgens jou verbeteringen mogelijk aan de bestaande initiatieven, en zo ja welke?
7. Ken je een bestaand eParticipatie initiatief dat het verdient bredere bekendheid te krijgen?
8. Zijn er nieuwe eParticipatie initiatieven die je graag ontwikkeld zou zien in Nederland?
9. Heb je ideeën over de rol die de overheid zou kunnen spelen, als het gaat om eParticipatie?
10. Heb je op dit moment nog opmerkingen, vragen en/of aanvullingen?
Bedankt voor het invullen! Mocht je nog vragen hebben over het onderzoek of de resultaten dan
kun je contact opnemen met Joanne van den Eijnden (onderzoeker) via j.eijnden@bagroep.nl