8-7-2016
1
RUG-NETWERK
KWALITEITSNETWERK
RUGKLACHTEN
Scholing protocol profiel 2
2016
programma
•De cursus is opgebouwd uit 2 workshops van ieder 2 uur. Het programma is als volgt:
Woensdag 6 juli
15:45 – 16:00 uur ontvangst en inschrijving
16:00 – 18:00 uur workshop 1, diagnostiek en prognostiek
18:00 – 18:30 uur Diner
18:30 – 20:30 uur workshop deel 2, therapie en evaluatie
Doelstelling en Inhoud
Inhoud
• Introductie• Pilot PROMs• SBT• Inleiding Protocol• Prognostische factoren• Ziekteperceptie• Reflectie I• Inventarisatie functioneren (ICF)• Analyse• Reflectie II• Behandeling• Evaluatie• Reflectie III
Onze werkwijze
richtlijnen, protocol, klinimetrie,
prestatie indicatoren
verbeterplan
visitatie, database
• voorwaarden voor deelname
• Zeggen wat je doet en doen wat je zegt
scholing en
implementatie
8-7-2016
2
Pilot PROMs
• Rugnetwerk heeft bij 3.127 ptt 2.307 afgesloten dossiers aangeleverd.
• Scholing heeft bijgedragen aan bewustwording toepassings-mogelijkheden PROMs bij diagnostiek en behandeling
Begin scholing (N=483) Einde scholing (N=2.307)
Enkele PROM-meting* (%) 23.8 49
Herhaalde PROM-meting* (%) 15.4 28.4
Tabel 5. Percentages PROMs metingen bij patiënten (behandelepisodes)* De PROMs die zijn geincludeerd bij mensen met rugklachten zijn de QBPDS, ODI, NPRS & VAS
Pilot PROMs
• na afloop van de scholing PROMs meer gaan toepassen in:– het stellen van een diagnose,
– het opstellen van een behandelplan,
– het stimuleren van zelfmanagement,
– de communicatie en gezamenlijke besluitvorming.
Toepassing in het klinische proces Voormeting % Nameting %
Als onderdeel van de diagnostiek 55,9 56,5
Stellen van diagnose 11,9 81,2
Opstellen behandelplan 55,9 66,7
Stimuleren zelfmanagement 28,8 42
Communicatie en gezamenlijke besluitvorming 39 56.5
Monitoren vooruitgang 79,7 81,2
Vaststellen behandelresultaat 64,4 66,7
Tabel 14. De toepassing van PROMs
Pilot PROMs
Het percentage patiënten dat een relevante verschilscore behaald op de VAS, de NPRS en de QBPDS ligt binnen het Rug-netwerk lager dan het landelijk percentage.
Totaal het Rug-netwerk
Meet-instrument
N Klinisch relevant verschil
% patiënten met klinisch relevant
verschil
N Klinisch relevant verschil
% patiënten met klinisch relevant
verschil
VAS 647 14 punten 70,8 97 14 punten 51,5
NPRS 2622 2 punten 86,0 401 2 punten 83,3
QBPDS 1325 15 punten 66,2 248 15 punten 62,5
Tabel 7: Klinisch relevante verschilscores
Pilot PROMs
• Oefentherapeuten
Aantal oefentherapeuten (N) 13
Aantal behandelepisodes (N) 100
Enkele PROM-meting* (%) 98
Herhaalde PROM-meting* (%) 84
Behaalde verschilscore
QBPDS 20,0
NPRS 4,8
Behaald klinisch relevante verschil (%)
QBPDS 58,2
NPRS 87
* De PROMs die zijn geïncludeerd bij mensen met rugklachten zijn de QBPDS & de NPRS
8-7-2016
3
Pilot PROMs conclusies
• Therapeuten zijn meer meetinstrumenten / PROMs gaan gebruiken en gebruiken PROMs geïntegreerd in het klinisch proces als onderdeel van diagnostiek, het stellen van doelen en voor het evalueren van de vooruitgang.
• De positieve attitude is van essentieel belang voor het verder opbouwen van routine in het meten van patiënt-gerapporteerde uitkomsten bij intake en na afloop van de behandeling.
• Om de uitkomsten te kunnen gebruiken voor verdere kwaliteits-verbetering van de zorg is het nodig om blijvend data te verzamelen. Hiervoor moet nog een slag gemaakt worden om goed, betrouwbaar en minder tijdsintensief data te kunnen verzamelen.
• Uitkomsten van de PROMs laten zien dat de patiënt er gemiddeld op vooruit gaat na de behandeling. Er zijn ook verschillen tussen praktijken, dat biedt aanknopingspunten voor overleg of intervisie voor kwaliteitsverbetering.
Doelstelling en inhoud
• De cursist is op de hoogte van de missie en visie van het rugnetwerk
• De cursist is in staat uit te leggen op welke wijze het protocol bijdraagt aan het verwezenlijken van de
missie en visie van het rugnetwerk.
• De cursist heeft inzicht welke belemmerende en bevorderende factoren bij hem/haar persoonlijk een
rol spelen bij de implementatie van profiel 2 van het protocol.
• De cursist is op de hoogte van de wetenschappelijke onderbouwing van het gebruik van subgroepen
gebruik makend van de StarT Back Tool.
• De cursist heeft kennis over de meerwaarde van het toepassen van prognostische subgroepen.
• De cursist kent de stappen van het protocol.
• De cursist kent de stappen van het protocol in relatie tot het fysiotherapeutisch zorgproces.
• De cursist weet waar het acroniem SCEGS voor staat.
• De cursist kent de prognostische factoren van lage rugpijn
Doelstelling en Inhoud
• De cursist kent (kan) meetinstrumenten (inzetten) om het functioneren van de patiënt met lage
rugpijn (profiel 2 SBT) op valide wijze te inventariseren.
• De cursist heeft kennis van het common sense model van Leventhal.
• De cursist is in staat zelfreflectie toe te passen betreft het gebruik van profiel 2 van het protocol.
• De cursist is in staat om het functioneren van de patiënt in kaart te brengen volgens het protocol.
• De cursist kan beargumenteren op welke gronden hij/zij afwijkt van het protocol.
• De cursist kan een behandelplan opstellen en uitvoeren die passend is bij profiel 2.
• De cursist kent de stappen van het protocol ten aanzien van het evalueren van het behandelresultaat.
• De cursist is in staat het rugnetwerk van feedback te voorzien rondom de inhoud en succesvolle
implementatie van het protocol
• De cursist heeft kennis over de meerwaarde van het toepassen van prognostische subgroepen.
Missie rugnetwerk
Het rug-netwerk is een samenwerkingsverband van eerstelijns oefentherapeuten (C/M) en fysiotherapeuten in de regio Noord-Kennemerland, West-Friesland en Kop van Noord-Holland dat zich richt op het leveren van kwalitatief hoogwaardige preventieve en curatieve zorg voor mensen met aspecifieke lage rugklachten. Het netwerk wil door middel van zelfregulering de doelmatigheid en doeltreffendheid verbeteren van de zorg aan mensen met lage rugklachten in Noord-Kennemerland, West-Friesland en Kop van Noord-Holland.
Introductie
SBT
Inleiding Protocol
Prognostische factoren
Ziekteperceptie
Reflectie I
Inventarisatie functioneren
Analyse
Reflectie II
Behandeling
Evaluatie
Reflectie III
8-7-2016
4
Visie rugnetwerk
Ons netwerk onderscheidt zich van niet bij het netwerk aangesloten oefentherapeuten (C/M) en fysiotherapeuten, doordat het specifiek op het gebied van rugklachten de kwaliteit van zorg voor rug patiënten aantoonbaar maakt, beleid toepast om het te verbeteren en kostenefficiëntie stimuleert.
Het is netwerk is goed intern en extern georganiseerd. Het werkt nauw samen met huisartsen, andere relevante eerstelijnszorgverleners, bedrijfsartsen, de tweede lijn (met name het Medisch Centrum Alkmaar) en de derde lijn (Heliomare).
De kwaliteit wordt gewaarborgd door te werken volgens de richtlijnen en een eigen protocol, scholing, intercollegiale toetsing en visitatie. Tevens ontwikkelt het netwerk een eigen database. Door deze werkwijze maakt ons netwerk het therapeutisch handelen transparant en zijn wij in staat hierop kritisch te reflecteren.
Introductie
SBT
Inleiding Protocol
Prognostische factoren
Ziekteperceptie
Reflectie I
Inventarisatie functioneren
Analyse
Reflectie II
Behandeling
Evaluatie
Reflectie III
Visie rugnetwerk
Naast adequate behandeling van rugklachten neemt preventie van chroniciteit een belangrijke plaats in. In de diagnostiek worden de prognostische factoren in kaart gebracht en indien noodzakelijk betrokken tijdens de uitvoering van de interventie.
We werken vanuit het biopsychosociale model en zijn competent in het toepassen van de gedragsmatige benadering.
De netwerktherapeuten richten zich bij het behandelen primair op het verminderen van ADL beperkingen en participatieproblemen en secundair op het verminderen van pijn.
Wij zetten ons in voor de wetenschappelijke onderbouwing van onze werkwijze
door het verzamelen van data en de deelname aan wetenschappelijk onderzoek
Het netwerk is in staat om uitkomsten uit wetenschappelijk onderzoek kritisch op waarde te schatten en innovaties daaruit voortvloeiend te implementeren in het klinisch handelen.
Introductie
SBT
Inleiding Protocol
Prognostische factoren
Ziekteperceptie
Reflectie I
Inventarisatie functioneren
Analyse
Reflectie II
Behandeling
Evaluatie
Reflectie III
MIDI enquete
Uitslag van de enquête implementatieIntroductie
SBT
Inleiding Protocol
Prognostische factoren
Ziekteperceptie
Reflectie I
Inventarisatie functioneren
Analyse
Reflectie II
Behandeling
Evaluatie
Reflectie III
MIDI enquete
Uitslag van de enquête implementatieIntroductie
SBT
Inleiding Protocol
Prognostische factoren
Ziekteperceptie
Reflectie I
Inventarisatie functioneren
Analyse
Reflectie II
Behandeling
Evaluatie
Reflectie III
8-7-2016
5
MIDI enquete
Uitslag van de enquête implementatieIntroductie
SBT
Inleiding Protocol
Prognostische factoren
Ziekteperceptie
Reflectie I
Inventarisatie functioneren
Analyse
Reflectie II
Behandeling
Evaluatie
Reflectie III
MIDI enquete
Uitslag van de enquête implementatieIntroductie
SBT
Inleiding Protocol
Prognostische factoren
Ziekteperceptie
Reflectie I
Inventarisatie functioneren
Analyse
Reflectie II
Behandeling
Evaluatie
Reflectie III
MIDI enquete
Uitslag van de enquête implementatieIntroductie
SBT
Inleiding Protocol
Prognostische factoren
Ziekteperceptie
Reflectie I
Inventarisatie functioneren
Analyse
Reflectie II
Behandeling
Evaluatie
Reflectie III
MIDI enquete
Uitslag van de enquête implementatieIntroductie
SBT
Inleiding Protocol
Prognostische factoren
Ziekteperceptie
Reflectie I
Inventarisatie functioneren
Analyse
Reflectie II
Behandeling
Evaluatie
Reflectie III
8-7-2016
6
Richtlijnen
Introductie
SBT
Inleiding Protocol
Prognostische factoren
Ziekteperceptie
Reflectie I
Inventarisatie functioneren
Analyse
Reflectie II
Behandeling
Evaluatie
Reflectie III
• RCT
• 851 deelnemers:
– 568 interventiegroep
– 283 controle groep
• Uitkomst:
– Disability:
• Roland and Morris Disability Questionnaire (RMDQ)
– Economische evaluatie:
• QALY’s
• Gezondheidszorg kosten
Lancet 2011
STarT Back Screening Tool
Introductie
SBT
Inleiding Protocol
Prognostische factoren
Ziekteperceptie
Reflectie I
Inventarisatie functioneren
Analyse
Reflectie II
Behandeling
Evaluatie
Reflectie III
4 somatische items5 psychologische items
STarT Back Screening Tool
Introductie
SBT
Inleiding Protocol
Prognostische factoren
Ziekteperceptie
Reflectie I
Inventarisatie functioneren
Analyse
Reflectie II
Behandeling
Evaluatie
Reflectie III
STarT Back Screening Tool
Introductie
SBT
Inleiding Protocol
Prognostische factoren
Ziekteperceptie
Reflectie I
Inventarisatie functioneren
Analyse
Reflectie II
Behandeling
Evaluatie
Reflectie III
8-7-2016
7
Beperkingen
STarT Back Screening Tool
Introductie
SBT
Inleiding Protocol
Prognostische factoren
Ziekteperceptie
Reflectie I
Inventarisatie functioneren
Analyse
Reflectie II
Behandeling
Evaluatie
Reflectie III
StarT Back (Hill et al. Lancet 2011)
Economische evaluatieIntroductie
SBT
Inleiding Protocol
Prognostische factoren
Ziekteperceptie
Reflectie I
Inventarisatie functioneren
Analyse
Reflectie II
Behandeling
Evaluatie
Reflectie III
Conclusie:
Initiële screening met de SBT voorziet de clinicus van toegevoegde prognostische informatie die belangrijk is bij het maken van klinische beslissingen.
Introductie
SBT
Inleiding Protocol
Prognostische factoren
Ziekteperceptie
Reflectie I
Inventarisatie functioneren
Analyse
Reflectie II
Behandeling
Evaluatie
Reflectie III
protocol
Afnemen SBT
Screening
Anamnese
Onderzoek
Analyse/Conclusie
Gestratificeerde behandeling
Outtake
Screeningsproces
Diagnostisch proces
Therapeutisch proces
Introductie
SBT
Inleiding Protocol
Prognostische factoren
Ziekteperceptie
Reflectie I
Inventarisatie functioneren
Analyse
Reflectie II
Behandeling
Evaluatie
Reflectie III
8-7-2016
8
Protocol: stap 1
• Aan het nieuwe protocol ligt de STarT Back Screening Tool ten grondslag. Deze vragenlijst dient voorafgaand aan het eerste contact moment te worden afgenomen. Indien dit niet mogelijk is, dan voorafgaande aan het afnemen van de anamnese. Alleen dan krijgt de therapeut objectief inzicht of er kans is op het ontwikkelen van chroniciteit.
Introductie
SBT
Inleiding Protocol
Prognostische factoren
Ziekteperceptie
Reflectie I
Inventarisatie functioneren
Analyse
Reflectie II
Behandeling
Evaluatie
Reflectie III
Low risk Medium risk High risk
protocol
Introductie
SBT
Inleiding Protocol
Prognostische factoren
Ziekteperceptie
Reflectie I
Inventarisatie functioneren
Analyse
Reflectie II
Behandeling
Evaluatie
Reflectie III
Low risk Medium risk High risk
Voorjaar 2017
Scholing Low Risk Profile
+Specifieke LRP
Najaar 2016
ScholingHigh Risk Profile
+Pijneducatie II
scholing
Introductie
SBT
Inleiding Protocol
Prognostische factoren
Ziekteperceptie
Reflectie I
Inventarisatie functioneren
Analyse
Reflectie II
Behandeling
Evaluatie
Reflectie III
Medium risk
pluis
Ziekteperceptie + negatief prognostische factoren
Onderzoek: in kaart brengen stoornissen en beperkingen
Inventariseren stoornissen, beperkingen, participatie
Stoornissen, beperkingen en participatie problemen zijn consistent
Informatievideo, behandeling stoornissen, training 6 -12 weken
Follow up na 6 mnd
Klinimetrie: PSK, QBPDS, NRPS
Verslag huisarts/verwijzer
Evaluatie na 6-12 weken. Aandacht voor mogelijke psychosociale factoren.
Introductie
SBT
Inleiding Protocol
Prognostische factoren
Ziekteperceptie
Reflectie I
Inventarisatie functioneren
Analyse
Reflectie II
Behandeling
Evaluatie
Reflectie III
8-7-2016
9
Medium risk
pluis
Ziekteperceptie + negatief prognostische factoren
Onderzoek: in kaart brengen stoornissen en beperkingen
Inventariseren stoornissen, beperkingen, participatie
Stoornissen, beperkingen en participatie problemen zijn consistent
Informatievideo, behandeling stoornissen, training 6 -12 weken
Follow up na 6 mnd
Klinimetrie: PSK, QBPDS, NRPS
Verslag huisarts/verwijzer
Geen consistente bevindingen passend bij medium risk
Evaluatie na 6-12 weken. Aandacht voor mogelijke psychosociale factoren.
Geen verbetering na 6 weken?
High risk
Low risk
Introductie
SBT
Inleiding Protocol
Prognostische factoren
Ziekteperceptie
Reflectie I
Inventarisatie functioneren
Analyse
Reflectie II
Behandeling
Evaluatie
Reflectie III
Casus: Brechje
Brechje is een 17 jarige scholier (VWO 5) die contact met je opneemt (DTF) in verband met lage rugpijn. De rugpijn is al 2 jaar sluimerend aanwezig, maar sinds een voetbalwedstrijd 3 dagen geleden in alle hevigheid toegenomen. Na het schieten van de bal kreeg ze een felle pijnscheut in de lage rug. De pijn was zo hevig dat ze niet kon doorspelen. Inmiddels is de hele hevige pijn al wat gezakt.
Brechje geeft aan dat de pijn vooral rechtsonder in de lage rug-bilregio aanwezig is. De pijn straalt uit in de achterzijde van het rechter bovenbeen. De intensiteit van de rugpijn is NPRS 7/10 en de beenpijn NPRS 4/10.
De pijn zorgt ervoor dat Brechje moeilijk kan bukken (sokken en schoenen aandoen), omdraaien in bed en tillen. Rennen en voetballen is onmogelijk.
De afgelopen 2 jaar heeft Brechje meerdere episoden van rugpijn gehad. Ze zegt dat haar rug altijd stijf aanvoelt. Het valt haar ook op dat ze minder lenig is dan haar teamgenoten. Vooral haar hamstrings zijn erg kort. Brechje zegt vaak moeite te hebben met lang zitten en winkelen in de stad. Haar rug gaat dan moe en pijnlijk aanvoelen.
Brechje heeft nooit hulp gezocht voor haar klachten omdat ze in principe wel alles kon doen. Dat is nu anders. Ze vraagt zich af wat maakt dat ze nu zoveel pijn heeft en ze hoopt dat jij haar kan helpen om zo snel mogelijk weer te kunnen voetballen.
Introductie
SBT
Inleiding Protocol
Prognostische factoren
Ziekteperceptie
Reflectie I
Inventarisatie functioneren
Analyse
Reflectie II
Behandeling
Evaluatie
Reflectie III
Casus: STarT Back Brechje
Introductie
SBT
Inleiding Protocol
Prognostische factoren
Ziekteperceptie
Reflectie I
Inventarisatie functioneren
Analyse
Reflectie II
Behandeling
Evaluatie
Reflectie III
StarT Back classificatie
Introductie
SBT
Inleiding Protocol
Prognostische factoren
Ziekteperceptie
Reflectie I
Inventarisatie functioneren
Analyse
Reflectie II
Behandeling
Evaluatie
Reflectie III
Beloop
8-7-2016
10
Rode vlaggen
Introductie
SBT
Inleiding Protocol
Prognostische factoren
Ziekteperceptie
Reflectie I
Inventarisatie functioneren
Analyse
Reflectie II
Behandeling
Evaluatie
Reflectie III
Casus: screeningsproces
Rode vlaggen: leeftijdBeloop: lange duur rugpijnPatroonherkenning: jaHulpvraag: binnen domein FT/OT
Niet pluis
Introductie
SBT
Inleiding Protocol
Prognostische factoren
Ziekteperceptie
Reflectie I
Inventarisatie functioneren
Analyse
Reflectie II
Behandeling
Evaluatie
Reflectie III
Screening
Retour huisarts
x-lwk: gb
Indicatie voor diagnostisch proces
Introductie
SBT
Inleiding Protocol
Prognostische factoren
Ziekteperceptie
Reflectie I
Inventarisatie functioneren
Analyse
Reflectie II
Behandeling
Evaluatie
Reflectie III
Diagnostisch proces
Inventariseren functioneren (1) en factoren die daarop van invloed zijn (2).
1. Stoornissen, beperkingen en participatie2. Persoons- en omgevingsfactoren
Introductie
SBT
Inleiding Protocol
Prognostische factoren
Ziekteperceptie
Reflectie I
Inventarisatie functioneren
Analyse
Reflectie II
Behandeling
Evaluatie
Reflectie III
8-7-2016
11
Proefschrift E. Van Trijffel 2015
Introductie
SBT
Inleiding Protocol
Prognostische factoren
Ziekteperceptie
Reflectie I
Inventarisatie functioneren
Analyse
Reflectie II
Behandeling
Evaluatie
Reflectie III
A large number of published studies and (systematic) review articles in various (e.g., Pain and Manual Therapy) advocate a broader view of (chronic) musculoskeletal pain. (….)
An increasing number of manual therapy curricula around the world now emphasise the biopsychosocial model in their educational programs and teach communication skills in addition to hands-on techniques. (….)
Recent research clearly demonstrates that musculoskeletal pain is a heterogeneous condition involving biological, psychological, and social factors to varying degrees. Biopsychosocial history taking using a method as SCEBS (SCEGS), in combination with the ICF and modern insights from pain neuroscience, plays a central role in the inventory of biological, psychological , and social factors and consequently in the next steps of the clinical reasoning process of manual therapists.(….)
2015
Introductie
SBT
Inleiding Protocol
Prognostische factoren
Ziekteperceptie
Reflectie I
Inventarisatie functioneren
Analyse
Reflectie II
Behandeling
Evaluatie
Reflectie III
Our results indicate that manual therapists perform screening for musculoskeletal pain mainly through the use of the somatic or biomedical dimension of (chronic) pain, according to the SCEBS (SCEGS) method, in patients with back or neck pain.
The psychological and social dimensions of chronic pain were inadequately covered by manual therapists.
There is a substantial discrepancy between the actual and self-estimated use of biopsychosocial history taking.
Further work should focus on the role of education of manual therapists in promoting a complete biopsychosocial history taking follow-though within the diagnostic, therapeutic, and evaluative phases of the clinical reasoning process.
Proefschrift E. Van Trijffel 2015 SCEGS-model
Inventariseren van verschillende dimensies van klachten:
• Somatische dimensie• Cognitieve dimensie• Emotionele dimensie• Gedragsmatige dimensie• Sociale dimensie
Introductie
SBT
Inleiding Protocol
Prognostische factoren
Ziekteperceptie
Reflectie I
Inventarisatie functioneren
Analyse
Reflectie II
Behandeling
Evaluatie
Reflectie III
8-7-2016
12
SCEGS-model
SCEGS
Somatische dimensie: • VALTIS
Cognitieve dimensie
• Wat heb ik?• Hoe lang gaat het duren?• Wat zijn de consequenties?• Wat is de oorzaak?• Heb ik hulp nodig om het over te laten gaan?
Emotionele dimensie
• Wat doen die klachten (emotioneel) met u? (angstig, wanhopig, moedeloos, opstandig)
• Brengen de klachten die u ervaart bepaalde gevoelens naar boven?• Hoe voelt u zich sinds u de klachten heeft?• Onderzoek catastroferende gedachtes n.a.v. de emoties: wat vreest de
patiënt?
Introductie
SBT
Inleiding Protocol
Prognostische factoren
Ziekteperceptie
Reflectie I
Inventarisatie functioneren
Analyse
Reflectie II
Behandeling
Evaluatie
Reflectie III
Bron: huisartsen opleiding VU
SCEGS-model
SCEGS
Gedragsmatige dimensie
• Wat doet u als u de klachten heeft? Houdt u er rekening mee? En helpt dat dan ?
• Kunt u iets doen om de klachten te verminderen?
• Zijn er zaken die u vermijdt in verband met uw klachten ?
• Wat zien andere mensen aan uw gedrag als u die klachten heeft?
Sociale dimensie
• Moet u uw leven aanpassen aan de klachten? (werk, hobby, prive)
• Hoe reageert de omgeving dat u deze klachten heeft?
• Hebben de klachten invloed op uw sociale leven?
• Komen er nog gedachten over de oorzaak van uw klachten vanuit de omgeving?
• Hoe reageert de omgeving op uw klachten?
Introductie
SBT
Inleiding Protocol
Prognostische factoren
Ziekteperceptie
Reflectie I
Inventarisatie functioneren
Analyse
Reflectie II
Behandeling
Evaluatie
Reflectie III
Bron: huisartsen opleiding VU
Psychosocial Influences on Low Back Pain: Why Should You Care? Main et al, 2011
Introductie
SBT
Inleiding Protocol
Prognostische factoren
Ziekteperceptie
Reflectie I
Inventarisatie functioneren
Analyse
Reflectie II
Behandeling
Evaluatie
Reflectie III
Medium risk
pluis
Ziekteperceptie + negatief prognostische factoren
Onderzoek: in kaart brengen stoornissen en beperkingen
Inventariseren stoornissen, beperkingen, participatie
Stoornissen, beperkingen en participatie problemen zijn consistent
Informatievideo, behandeling stoornissen, training 6 -12 weken
Follow up na 6 mnd
Klinimetrie: PSK, QBPDS, NRPS
Verslag huisarts/verwijzer
Geen consistente bevindingen passend bij medium risk
Evaluatie na 6-12 weken. Aandacht voor mogelijke psychosociale factoren.
Geen verbetering na 6 weken?
High risk
Low risk
Introductie
SBT
Inleiding Protocol
Prognostische factoren
Ziekteperceptie
Reflectie I
Inventarisatie functioneren
Analyse
Reflectie II
Behandeling
Evaluatie
Reflectie III
8-7-2016
13
Protocol: stap 3
• Low risk: het accent ligt op het inventariseren van het beloop.
• Medium risk: het accent ligt op het inventariseren van stoornis in functie in relatie tot beperkingen in activiteiten/participatie.
• High risk: het accent ligt op het inventariseren op psychosomatische factoren die herstel belemmerend werken.
Anamnese en onderzoek Introductie
SBT
Inleiding Protocol
Prognostische factoren
Ziekteperceptie
Reflectie I
Inventarisatie functioneren
Analyse
Reflectie II
Behandeling
Evaluatie
Reflectie III
Anamnese
• Gedurende de anamnese wordt het profiel, afkomstig vanuit de SBT, bevestigd of bijgestuurd naar een ander profiel.
• In kaart brengen prognostische factoren, met specifieke aandacht voor illness beliefs
Protocol: stap 3
Introductie
SBT
Inleiding Protocol
Prognostische factoren
Ziekteperceptie
Reflectie I
Inventarisatie functioneren
Analyse
Reflectie II
Behandeling
Evaluatie
Reflectie III
Pat
iën
t p
erce
pti
e va
n
pro
ble
men
/aan
do
enin
g
Pro
fess
ion
ele
anal
yse
van
het
pro
ble
em
Ziekte/aandoening
functies/structuren activiteiten participatie
persoonlijke factoren externe factoren
Inventarisatie functioneren (ICF)
Bij diagnostiek gaat het om op een betrouwbare en valide wijze in kaart brengen van de werkelijke
gezondheidstoestand van de patiënt. Dit vraagt om tests/instrumenten met voldoende betrouwbaarheid en accuratesse.
Introductie
SBT
Inleiding Protocol
Prognostische factoren
Ziekteperceptie
Reflectie I
Inventarisatie functioneren
Analyse
Reflectie II
Behandeling
Evaluatie
Reflectie III
Etiologie & Prognostiek
RisicofactorenGezond ziek
Prognostische factoren
Ziek herstel
Introductie
SBT
Inleiding Protocol
Prognostische factoren
Ziekteperceptie
Reflectie I
Inventarisatie functioneren
Analyse
Reflectie II
Behandeling
Evaluatie
Reflectie III
8-7-2016
14
• Welke factoren kunnen het beloop van de lage rugpijn negatief beïnvloeden?
• Op welke wijze kan ik deze factoren valide en betrouwbaar meten?
Prognostische factoren
• Welke factoren zijn aanwezig bij Brechje?
Introductie
SBT
Inleiding Protocol
Prognostische factoren
Ziekteperceptie
Reflectie I
Inventarisatie functioneren
Analyse
Reflectie II
Behandeling
Evaluatie
Reflectie III
• Welke factoren kunnen herstel lage rugpijn vertragen?Introductie
SBT
Inleiding Protocol
Prognostische factoren
Ziekteperceptie
Reflectie I
Inventarisatie functioneren
Analyse
Reflectie II
Behandeling
Evaluatie
Reflectie III
Negatief prognostische factoren
KNGF richtlijn LRP 2013
Klinimetrie
Op welke wijze kan ik deze factoren valide en betrouwbaar meten?Stoornissen:• Pijnintensiteit: Numeric Pain Rating Scale (NPRS)*) **)
Beperkingen: • Quebec Back Pain Disability Scale (QBPDS)*• Patiënt Specifieke Klachten (PSK)*) **)
Persoonsfactoren:• Angst, somatisatie, depressie, distress: 4 Dimensionale Klachten Lijst (4DKL)• Ziekteperceptie: Illness Perception Questionnaire (IPQ)• Pijngerelateerde angst:
o Fear Avoidance Beliefs Questionnaire (FABQ)o Tampa Scale for Kinesiophobia (TSK)
• Copingstijl: Pain Coping Inventory (PCI)
*)aanbevolen door KNGF richtlijn LRP **) aanbevolen door VVOCM richtlijn ALRP
Introductie
SBT
Inleiding Protocol
Prognostische factoren
Ziekteperceptie
Reflectie I
Inventarisatie functioneren
Analyse
Reflectie II
Behandeling
Evaluatie
Reflectie III
Ziekteperceptie: common sense model
http://www.ziekteperceptie.nl/presentaties-en-video-s.html
Introductie
SBT
Inleiding Protocol
Prognostische factoren
Ziekteperceptie
Reflectie I
Inventarisatie functioneren
Analyse
Reflectie II
Behandeling
Evaluatie
Reflectie III
8-7-2016
15
Perceptie van acute lage rugpijn
‘Feiten zijn feiten maar perceptie bepaalt de realiteit’
Introductie
SBT
Inleiding Protocol
Prognostische factoren
Ziekteperceptie
Reflectie I
Inventarisatie functioneren
Analyse
Reflectie II
Behandeling
Evaluatie
Reflectie III
Perceptie van acute lage rugpijn
• ‘Inadequate perceptie van acute lage rugpijn vergroot de kans op chronische lage rugpijn’
• ‘Perceptie en het gevolg op de coping’
Jellema et al, 2007Leventhal et al, 2003, 1984
Introductie
SBT
Inleiding Protocol
Prognostische factoren
Ziekteperceptie
Reflectie I
Inventarisatie functioneren
Analyse
Reflectie II
Behandeling
Evaluatie
Reflectie III
Meetinstrument voor perceptie
Brief IPQ-dv
• 8 items
• 5 illness beliefs
• 3 emotionele reflectie
• gevalideerd voor acute aspecifieke lage rugpijn*
Hallegraeff et al, 2013
Introductie
SBT
Inleiding Protocol
Prognostische factoren
Ziekteperceptie
Reflectie I
Inventarisatie functioneren
Analyse
Reflectie II
Behandeling
Evaluatie
Reflectie III
IPQ
1. Hoeveel beïnvloedt uw ziekte uw leven?2. Hoe lang denkt u dat uw ziekte zal duren?3. Hoeveel controle vindt u dat u heeft over uw ziekte?4. Hoeveel denkt u dat uw behandeling kan helpen bij uw
ziekte?5. Hoe sterk ervaart u klachten door uw ziekte?6. Hoe bezorgd bent u over uw ziekte?7. In welke mate vindt u dat u uw ziekte begrijpt?8. Hoeveel invloed heeft de ziekte op uw stemming?
(Bijvoorbeeld: maakt de ziekte u boos, bang, van streek of somber?)
Noem s.v.p. de drie belangrijkste factoren die naar uw opvatting uw ziekte hebben veroorzaakt, in volgorde van belangrijkheid.
Introductie
SBT
Inleiding Protocol
Prognostische factoren
Ziekteperceptie
Reflectie I
Inventarisatie functioneren
Analyse
Reflectie II
Behandeling
Evaluatie
Reflectie III
8-7-2016
16
2013
Conclusie:
• Acceptabele interne consistentie en betrouwbaarheid
• Adequate validiteit
• Instrument ongeschikt om verandering in de tijd te meten
• De IPQ is een geschikt instrument om de patiënten perceptie van mensen met acute lage rugpijn te meten.
Introductie
SBT
Inleiding Protocol
Prognostische factoren
Ziekteperceptie
Reflectie I
Inventarisatie functioneren
Analyse
Reflectie II
Behandeling
Evaluatie
Reflectie III
Generieke
“Health beliefs”
Specifieke
“Illness beliefs”
Appraisal
Coping
(inwendig)
Gedrag
(uitwendig)
Persoonskenmerken o.a. copingstijl
Common sense model of illness representation(Leventhal 1999)
Introductie
SBT
Inleiding Protocol
Prognostische factoren
Ziekteperceptie
Reflectie I
Inventarisatie functioneren
Analyse
Reflectie II
Behandeling
Evaluatie
Reflectie III
‘Illness beliefs’ (Leventhal 1984,2003)
Ideeën van de patiënt over:
• Wat de aandoening is die hij/zij heeft (identity)?• Hoelang het gaat duren (timeline)?• De consequenties van de aandoening (consequences)?• Waardoor de aandoening is veroorzaakt (perceived cause of
illness)?• Het herstel en de rol van zichzelf en van anderen
(hulpverleners) daarbij (curability and controllability)?
Introductie
SBT
Inleiding Protocol
Prognostische factoren
Ziekteperceptie
Reflectie I
Inventarisatie functioneren
Analyse
Reflectie II
Behandeling
Evaluatie
Reflectie III
• Welke factoren zijn aanwezig bij Brechje?
Inventarisatie prognostische factoren bij Brechje
Introductie
SBT
Inleiding Protocol
Prognostische factoren
Ziekteperceptie
Reflectie I
Inventarisatie functioneren
Analyse
Reflectie II
Behandeling
Evaluatie
Reflectie III
8-7-2016
17
Reflectie
Introductie
SBT
Inleiding Protocol
Prognostische factoren
Ziekteperceptie
Reflectie I
Inventarisatie functioneren
Analyse
Reflectie II
Behandeling
Evaluatie
Reflectie III
- Welke dimensies van het SCEG’s model inventariseer jij bij patiënten met rugpijn?
- Welke belemmerende en bevorderende factoren voor het implementeren van het SCEG’s model zijn er voor jou persoonlijk?
- Op welke wijze kunnen de belemmerende factoren verminderd worden?
- Scholier VWO 5- Voetbal
Pat
iën
t p
erce
pti
e va
n
pro
ble
men
/aan
do
enin
g
Pro
fess
ion
ele
anal
yse
van
het
pro
ble
em
Ziekte/aandoening
- Lage rugpijn rechts , bilpijn
- Stijfheid rug
- Stijfheid hamstrings
Voetbal onmogelijk1. bukken2. Sokken aandoen3. tuinieren
functies/structuren activiteiten participatie
- Cognities realistisch
persoonlijke factoren externe factoren
Inventarisatie functioneren (ICF)
Bij diagnostiek gaat het om op een betrouwbare en valide wijze in kaart brengen van de werkelijke
gezondheidstoestand van de patiënt. Dit vraagt om tests/instrumenten met voldoende betrouwbaarheid en accuratesse..
Introductie
SBT
Inleiding Protocol
Prognostische factoren
Ziekteperceptie
Reflectie I
Inventarisatie functioneren
Analyse
Reflectie II
Behandeling
Evaluatie
Reflectie III
Inventarisatie functioneren Brechje (ICF)
QBPDSIntroductie
SBT
Inleiding Protocol
Prognostische factoren
Ziekteperceptie
Reflectie I
Inventarisatie functioneren
Analyse
Reflectie II
Behandeling
Evaluatie
Reflectie III
- Scholier VWO 5- Voetbal
Pat
iën
t p
erce
pti
e va
n
pro
ble
men
/aan
do
enin
g
Pro
fess
ion
ele
anal
yse
van
het
pro
ble
em
Ziekte/aandoening
- Lage rugpijn rechts , bilpijn NPRS 70/100
- Stijfheid rug
- Stijfheid hamstrings
PSK Voetbal onmogelijk1. bukken VAS 70/100mm2. Sokken aandoenVAS 70/100 mm3. rennen VAS 100/100 mm
QBPDS: 46
functies/structuren activiteiten participatie
- Cognities realistisch
persoonlijke factoren externe factoren
Inventarisatie functioneren Brechje (ICF)
Introductie
SBT
Inleiding Protocol
Prognostische factoren
Ziekteperceptie
Reflectie I
Inventarisatie functioneren
Analyse
Reflectie II
Behandeling
Evaluatie
Reflectie III
8-7-2016
18
Medium risk
pluis
Ziekteperceptie + negatief prognostische factoren
Onderzoek: in kaart brengen stoornissen en beperkingen
Inventariseren stoornissen, beperkingen, participatie
Stoornissen, beperkingen en participatie problemen zijn consistent
Informatievideo, behandeling stoornissen, training 6 -12 weken
Follow up na 6 mnd
Klinimetrie: PSK, QBPDS, NRPS
Verslag huisarts/verwijzer
Geen consistente bevindingen passend bij medium risk
Evaluatie na 6-12 weken. Aandacht voor mogelijke psychosociale factoren.
Geen verbetering na 6 weken?
High risk
Low risk
Introductie
SBT
Inleiding Protocol
Prognostische factoren
Ziekteperceptie
Reflectie I
Inventarisatie functioneren
Analyse
Reflectie II
Behandeling
Evaluatie
Reflectie III
Lichamelijk onderzoek
• Er wordt bij iedere patiënt met rugklachten een lichamelijk onderzoek gedaan met als doel het profiel met bijbehorende hypothesen te toetsen.
• Pas op voor het gebruik van nocebo’s.
Protocol: stap 3
Introductie
SBT
Inleiding Protocol
Prognostische factoren
Ziekteperceptie
Reflectie I
Inventarisatie functioneren
Analyse
Reflectie II
Behandeling
Evaluatie
Reflectie III
Lichamelijk onderzoek
Low risk: Er wordt een 0-meting gedaan. De status praesens in kaart gebracht met een lichamelijk onderzoek en kan in een later stadium als evaluatie gebruikt worden om een normaal beloop te kunnen bevestigen of te weerleggen.
Medium risk: vaststellen van de stoornissen in functie en de beoordeling of er een consistente relatie is met de beperkingen in activiteiten en participatieproblemen.
High risk: Het accent van het lichamelijk onderzoek is of de stoornissen in functie verklarend zijn voor de beperkingen in activiteiten en participatie.
Protocol: stap 3
Introductie
SBT
Inleiding Protocol
Prognostische factoren
Ziekteperceptie
Reflectie I
Inventarisatie functioneren
Analyse
Reflectie II
Behandeling
Evaluatie
Reflectie III
Hypothesevorming
1. De pijnklachten in de bil/been zijn afkomstig vanuit de laag lumbale wervelkolom en niet vanuit het SIG.
2. Er zijn bewegingsfunctiestoornissen (hypomobiliteit) in de lwk3. Er is sprake van een stoornis in de motore controle volgens
een flexiepatroon van O’Sullivan4. Er is sprake van een verkorting van de hamstrings5. Er is sprake van een hypertonie en pijn van de erector spinae
Introductie
SBT
Inleiding Protocol
Prognostische factoren
Ziekteperceptie
Reflectie I
Inventarisatie functioneren
Analyse
Reflectie II
Behandeling
Evaluatie
Reflectie III
8-7-2016
19
Onderzoeksdoelstellingen/ -middelen
De pijnklachten in de bil/been zijn afkomstig vanuit de laag lumbale wervelkolom en niet vanuit het SIG.
Onderzoeksdoelstelling
Middel
• Vaststellen of er sprake is van herkenbare pijnprovocatie uit de lwk
• Uitsluiten dat er sprake is van een pijnlijk SIG
• PA-druk lwk
• Pijnprovocatieonderzoek SIG volgens Laslett
HypotheseIntroductie
SBT
Inleiding Protocol
Prognostische factoren
Ziekteperceptie
Reflectie I
Inventarisatie functioneren
Analyse
Reflectie II
Behandeling
Evaluatie
Reflectie III
Er zijn bewegingsfunctiestoornissen (hypomobiliteit) in de lwk
Onderzoeksdoelstelling
Middel
• Vaststellen dat er sprake is van bewegingsfunctiestoornissen in de lwk
• Passief onbelast regionaal functieonderzoek op bewegingsuitslag en segmentaal bewegingsfunctieonderzoek op joint play en eindgevoel.
Hypothese
Onderzoeksdoelstellingen/ -middelen
Introductie
SBT
Inleiding Protocol
Prognostische factoren
Ziekteperceptie
Reflectie I
Inventarisatie functioneren
Analyse
Reflectie II
Behandeling
Evaluatie
Reflectie III
Onderzoeksdoelstellingen/ -middelen
Er is sprake van een stoornis in de motore controle volgens een flexiepatroon van O’Sullivan
Onderzoeksdoelstelling
Middel
• Vaststellen dat er sprake is van een MCI
1. Onderzoek van MCI-patronen volgens O’Sullivan2. Protocol met behulp van Pressure Biofeedback (Stabilizer) 3. Actieve staande flexie op ‘aberrant movements’ (painful arc bij
flexie, painful arc bij deflexie vanuit flexie, ‘instability catch’, Gowersign, omgekeerd spinaal ritme)
HypotheseIntroductie
SBT
Inleiding Protocol
Prognostische factoren
Ziekteperceptie
Reflectie I
Inventarisatie functioneren
Analyse
Reflectie II
Behandeling
Evaluatie
Reflectie III
Onderzoeksdoelstellingen/ -middelen
Er is sprake van een verkorting van de hamstrings
Onderzoeksdoelstelling
Middel
• Vaststellen dat er sprake is van een verkorting van de hamstrings
• Spierlengteonderzoek (passive straight leg raise, popliteal angle test)
HypotheseIntroductie
SBT
Inleiding Protocol
Prognostische factoren
Ziekteperceptie
Reflectie I
Inventarisatie functioneren
Analyse
Reflectie II
Behandeling
Evaluatie
Reflectie III
8-7-2016
20
Onderzoeksdoelstellingen/ -middelen
Er is sprake van een hypertonie en pijn van de erector spinae
Onderzoeksdoelstelling
Middel
• Vaststellen dat er sprake is van een hypertonie en pijn van de erector spinae
• Palpatoir onderzoek op spiertonus en pijn.
HypotheseIntroductie
SBT
Inleiding Protocol
Prognostische factoren
Ziekteperceptie
Reflectie I
Inventarisatie functioneren
Analyse
Reflectie II
Behandeling
Evaluatie
Reflectie III
- Scholier VWO 5- Voetbal
Pat
iën
t p
erce
pti
e va
n
pro
ble
men
/aan
do
enin
g
Pro
fess
ion
ele
anal
yse
van
het
pro
ble
em
Ziekte/aandoening
- Lage rugpijn rechts , bilpijn NPRS 70/100
- Stijfheid rug
- Stijfheid hamstrings
PSK Voetbal onmogelijk1. bukken VAS 70/100mm2. Sokken aandoen VAS 70/100 mm3. tuinieren VAS 50/100 mm
QBPDS:
functies/structuren activiteiten participatie
Provocatieonderzoek: Irritatie L5
SIG provocatieonderzoek: negatief
Schobertest: 5 cm
Hamstrings bdz verkort
Stoornis motore controle (flexiepatroon) lwk
PSO: hypomobiliteit L4-5/L5-S1 links in 3-D extensie
Verhoogde tonus en pijn m. erector spinae t.h.v. L4-5-S1
- Cognities realistisch
persoonlijke factoren externe factoren
Inventarisatie functioneren (ICF)
Introductie
SBT
Inleiding Protocol
Prognostische factoren
Ziekteperceptie
Reflectie I
Inventarisatie functioneren
Analyse
Reflectie II
Behandeling
Evaluatie
Reflectie III
Analyse
Brechje, een 17 jarige voetbalster, klaagt sinds 1 week over een opleving van aspecifieke rugklachten binnen een chronisch beloop. Ze heeft pijn (NPRS 7/10) in de lwk die uitstraalt in de dorsale zijde van het rechter bovenbeen. Ze is hierdoor beperkt in het rennen, bukken en tuinieren. Sinds de opleving van haar klachten is ze volledig gestopt met voetbal.
De pijn heeft z’n oorsprong in het bewegingssegment L5-S1. Het chronische karakter van de lage rugpijn kan mogelijk verklaard worden op basis van een stoornis in de motore controle van de lumbale lokale musculatuur en verhoogde flexiebelasting op de lumbosacrale overgang door een verkorting van de hamstrings. Er zijn bewegingsfunctiestoornissen van L5-S1 en hypertonie van de m. Erector trunci.
De geobjectiveerde stoornissen zijn verklarend voor de aanwezige beperkingen in activiteiten en participatieproblemen.
De prognose voor herstel is matig vanwege de langere duur van de klachten, de hoge mate van beperkingen, de hoge initiële pijnintensiteit en de aanwezigheid van uitstralende pijn. De verwachting is dat interventies gericht op het verminderen van de stoornissen in functie zullen bijdragen aan het herstel.
Introductie
SBT
Inleiding Protocol
Prognostische factoren
Ziekteperceptie
Reflectie I
Inventarisatie functioneren
Analyse
Reflectie II
Behandeling
Evaluatie
Reflectie III
Medium risk
pluis
Ziekteperceptie + negatief prognostische factoren
Onderzoek: in kaart brengen stoornissen en beperkingen
Inventariseren stoornissen, beperkingen, participatie
Stoornissen, beperkingen en participatie problemen zijn consistent
Informatievideo, behandeling stoornissen, training 6 -12 weken
Follow up na 6 mnd
Klinimetrie: PSK, QBPDS, NRPS
Verslag huisarts/verwijzer
Geen consistente bevindingen passend bij medium risk
Evaluatie na 6-12 weken. Aandacht voor mogelijke psychosociale factoren.
Geen verbetering na 6 weken?
High risk
Low risk
Protocol: stap 4
Introductie
SBT
Inleiding Protocol
Prognostische factoren
Ziekteperceptie
Reflectie I
Inventarisatie functioneren
Analyse
Reflectie II
Behandeling
Evaluatie
Reflectie III
8-7-2016
21
Analyse/Conclusie
Bevestiging of de gegevens vanuit de anamnese en het lichamelijk onderzoek overeenkomen met het profiel van de SBT.
Protocol: stap 4
Introductie
SBT
Inleiding Protocol
Prognostische factoren
Ziekteperceptie
Reflectie I
Inventarisatie functioneren
Analyse
Reflectie II
Behandeling
Evaluatie
Reflectie III
Analyse/Conclusie
Bevestiging of de gegevens vanuit de anamnese en het lichamelijk onderzoek overeenkomen met het profiel van de SBT.
Protocol: stap 4
Introductie
SBT
Inleiding Protocol
Prognostische factoren
Ziekteperceptie
Reflectie I
Inventarisatie functioneren
Analyse
Reflectie II
Behandeling
Evaluatie
Reflectie III
Analyse/Conclusie
Protocol: stap 4
Profiel 2: Er is sprake van aspecifieke lage rugklachten met een gemiddeld risicoprofiel.
• Het risico op chronische rugklachten kan worden omschreven als gemiddeld.
• Er zijn geen ernstig belemmerende factoren voor het herstel van de lage rugklachten.
• Er is een indicatie voor usual care, zodat de stoornissen in functie kunnen herstellen en de eventuele beperkingen in activiteiten en participatie worden opgeheven.
Introductie
SBT
Inleiding Protocol
Prognostische factoren
Ziekteperceptie
Reflectie I
Inventarisatie functioneren
Analyse
Reflectie II
Behandeling
Evaluatie
Reflectie III
Consistentie
Van medium risk naar high risk
Van medium risk naar low risk
• Stoornissen zijn niet verklarend voor de hoge mate van beperkingen.
• Ondanks uitslag SBT, toch aanwezigheid van dominante psychosociale factoren.
• …..?
• Eerste episode van lrp, met zeer kortdurende klachten en goede consistentie tussen stoornissen en beperkingen.
• Toch geconstateerd normaal beloop• Patiënt heeft hoge mate van self efficacy• …..?
Introductie
SBT
Inleiding Protocol
Prognostische factoren
Ziekteperceptie
Reflectie I
Inventarisatie functioneren
Analyse
Reflectie II
Behandeling
Evaluatie
Reflectie III
8-7-2016
22
Reflectie
Bespreek in 2-tallen
• Hoe ziet het lichamelijk onderzoek eruit bij een patiënt die voldoet aan de kenmerken van profiel 2?
• Op welke dimensies van het ICF zou jij jouw onderzoek richten bij de casus van Brechje?
• Op welke wijze wijken de aanbevelingen van het protocol af van jouw huidige werkwijze?
• Welke belemmerende en bevorderende factoren voor implementatie zijn aanwezig?
Introductie
SBT
Inleiding Protocol
Prognostische factoren
Ziekteperceptie
Reflectie I
Inventarisatie functioneren
Analyse
Reflectie II
Behandeling
Evaluatie
Reflectie III
Medium risk
pluis
Ziekteperceptie + negatief prognostische factoren
Onderzoek: in kaart brengen stoornissen en beperkingen
Inventariseren stoornissen, beperkingen, participatie
Stoornissen, beperkingen en participatie problemen zijn consistent
Informatievideo, behandeling stoornissen, training 6 -12 weken
Follow up na 6 mnd
Klinimetrie: PSK, QBPDS, NRPS
Verslag huisarts/verwijzer
Geen consistente bevindingen passend bij medium risk
Evaluatie na 6-12 weken. Aandacht voor mogelijke psychosociale factoren.
Geen verbetering na 6 weken?
High risk
Low risk
Protocol: stap 5
Introductie
SBT
Inleiding Protocol
Prognostische factoren
Ziekteperceptie
Reflectie I
Inventarisatie functioneren
Analyse
Reflectie II
Behandeling
Evaluatie
Reflectie III
Behandeling volgens de profielen
Protocol: stap 5
• usual care gericht op herstel stoornissen in functie en vermindering beperkingen in ADL en/of participatieproblemen.
• aanleren van gezond bewegingsgedrag.• maximaal 12 weken begeleiden. • behandeling door de oefentherapeut/fysiotherapeut en/of
manueel therapeut.
Introductie
SBT
Inleiding Protocol
Prognostische factoren
Ziekteperceptie
Reflectie I
Inventarisatie functioneren
Analyse
Reflectie II
Behandeling
Evaluatie
Reflectie III
Eerste behandeling
Protocol: stap 5
• Informatievideo over beloop lrp en belang bewegen.• Huiswerkoefeningen
Volgende behandelingen gedurende 6 weken: • Indien nodig stoornisgerichte behandelingen die het bewegend
functioneren van de patiënt bevordert• Oefentherapie onder begeleiding max. 12 weken, 2x/week• Herhalen en opvoeren van de huiswerkoefeningen.
Introductie
SBT
Inleiding Protocol
Prognostische factoren
Ziekteperceptie
Reflectie I
Inventarisatie functioneren
Analyse
Reflectie II
Behandeling
Evaluatie
Reflectie III
8-7-2016
23
Behandelplan
Hoofddoelen
1. Brechje kan binnen 10 weken weer een hele voetbalwedstrijd uitspelen
2. Afname beperking sokken aandoen van PSK 70/100 naar PSK 0/100 binnen 4 weken
3. Afname beperking bukken van PSK 70/100 naar PSK 0/100 binnen 4 weken.
4. Afname beperking rennen van PSK100/100 naar PSK0/100 binnen 6 weken.
Introductie
SBT
Inleiding Protocol
Prognostische factoren
Ziekteperceptie
Reflectie I
Inventarisatie functioneren
Analyse
Reflectie II
Behandeling
Evaluatie
Reflectie III
Behandelplan
Subdoel
1. Pijnreductie van NRS 7/10 naar 0/10 binnen 4 weken2. Verbeteren motore controle
a) afwezigheid aberrant motions bij flexie-deflexieb) herstel coördinatief- en duurvermogen TrA
3. Toename lengte hamstrings van…naar...4. Afname tonus m. Erector trunci5. Geleidelijke toename activiteitennivo
Interventies
1. Manipulatie / mobilisatie lwk2. Oefentherapie: houdingscorrectie, coördinatietraining en duurtraining
binnen bewegingscontexten Brechje.3. Musculaire rekkingen4. Drukpunt massage5. Stimuleren en adviseren van een lichamelijk actieve leefstijl, pijneducatie
Introductie
SBT
Inleiding Protocol
Prognostische factoren
Ziekteperceptie
Reflectie I
Inventarisatie functioneren
Analyse
Reflectie II
Behandeling
Evaluatie
Reflectie III
Medium risk
pluis
Ziekteperceptie + negatief prognostische factoren
Onderzoek: in kaart brengen stoornissen en beperkingen
Inventariseren stoornissen, beperkingen, participatie
Stoornissen, beperkingen en participatie problemen zijn consistent
Informatievideo, behandeling stoornissen, training 6 -12 weken
Follow up na 6 mnd
Klinimetrie: PSK, QBPDS, NRPS
Verslag huisarts/verwijzer
Geen consistente bevindingen passend bij medium risk
Evaluatie na 6-12 weken. Aandacht voor mogelijke psychosociale factoren.
Geen verbetering na 6 weken?
High risk
Low risk
Protocol: stap 5
Introductie
SBT
Inleiding Protocol
Prognostische factoren
Ziekteperceptie
Reflectie I
Inventarisatie functioneren
Analyse
Reflectie II
Behandeling
Evaluatie
Reflectie III
(tussentijdse) Evaluatie
1. Brechje kan binnen 10 weken weer een hele voetbalwedstrijd uitspelen2. Afname beperking sokken aandoen van PSK70/100 naar PSK0/100 binnen 4 weken3. Afname beperking bukken van PSK70/100 naar PSK0/100 binnen 4 weken.4. Afname beperking rennen van PSK100/100 naar PSK0/100 binnen 6 weken.
MCIC PSK: 2 punten (Maughan 2010)
NRS: 2 punten (Ostelo 2008)
QBPDS: 14-19 punten (Mueller et al 2004)
Introductie
SBT
Inleiding Protocol
Prognostische factoren
Ziekteperceptie
Reflectie I
Inventarisatie functioneren
Analyse
Reflectie II
Behandeling
Evaluatie
Reflectie III
8-7-2016
24
Reflectie
OpdrachtInformeer de patiënt in lekentaal over de diagnose, prognose en het behandelplan.
Let op nocebo’s!
Werkvorm: 1 therapeut, 1 patiënt, 1 observator
Introductie
SBT
Inleiding Protocol
Prognostische factoren
Ziekteperceptie
Reflectie I
Inventarisatie functioneren
Analyse
Reflectie II
Behandeling
Evaluatie
Reflectie III
Reflectie
Discussie
• Welke therapievormen pas je op dit moment toe bij medium risk profile?
• Komt dit overeen met de aanbevelingen van het protocol?
• Belemmerende of bevorderende factoren voor implementatie?
Introductie
SBT
Inleiding Protocol
Prognostische factoren
Ziekteperceptie
Reflectie I
Inventarisatie functioneren
Analyse
Reflectie II
Behandeling
Evaluatie
Reflectie III
Reflectie
Discussie
• Hoe denk je de informatievideo te gaan toepassen?
• Welke voorlichtingsproducten mis je?
Introductie
SBT
Inleiding Protocol
Prognostische factoren
Ziekteperceptie
Reflectie I
Inventarisatie functioneren
Analyse
Reflectie II
Behandeling
Evaluatie
Reflectie III
afsluiting
Zijn er nog belemmeringen voor toepassing van het protocol?
Welke ondersteuning van het rugnetwerk zou helpen met succesvolle implementatie?
Introductie
SBT
Inleiding Protocol
Prognostische factoren
Ziekteperceptie
Reflectie I
Inventarisatie functioneren
Analyse
Reflectie II
Behandeling
Evaluatie
Reflectie III
Top Related