Is de diagnostiek van GRIEP
eenvoudig?
Pieter den Hartog, dierenarts
Technical services manager production animals
Indeling presentatie
• Inleiding– Oorzaken luchtwegproblemen– Het onderzoek
• Laboratoriumonderzoek– Flu Detectie Kit– Serologisch onderzoek
• Voorbeeld 1, 2 en 3• Conclusie
• Stalklimaat• Aantal diertransporten
– All in all out
• Hokbezetting• Hygiëne• Infecties
– Influenza, PRRSv, Mycoplasma, enz.
• Dat zijn niet alle oorzaken maar wel veel…..• Website met impact van infectieziekten op opbrengst en
praktische tips– http://www.gddeventer.com
Textbook: B. Straw: Disease of Swine, 2006
Oorzaken van luchtwegproblemen
Het klinisch onderzoek door dierenarts
• Welke diergroep heeft meeste problemen?– Zeugen, biggen of vleesvarkens
• Wat zijn de algemene klinische symptomen?– Eetlustdaling, koorts, sloom
• Wat zijn de klinische ademhalingssymptomen?– Hoesten, niezen, traanstrepen, verhoogd ademhalingsritme
• Welke andere informatie is beschikbaar?– Slachtlijnonderzoek vleesvarkens
• Aanvullend onderzoek?– Laboratoriumonderzoek Textbook: B. Straw: Disease of Swine, 2006
Laboratoriumonderzoek op influenza
• Welke onderzoeken zijn mogelijk– Overweging
• Griepvirus komt alleen voor in ademhalingsstelsel• Virus is niet aantoonbaar in bloed
– Virus• Dmv neusswabs en/of longspoeling
– Antistoffen• Antistoffen aantonen in het serum (bloed)
Textbook: B. Straw: Disease of Swine, 2006
Direct onderzoek
• Virus aantonen op het bedrijf– Flu Detectie Kit– Aantonen van virus via een neusswab– Belangrijk is voldoende virus op de neusswab– Uitvoering door uw dierenarts– Let op verzendvoorwaarden
Flu Detectie Kit
Flu Detectie Kit
Flu Detectie Kit
klinische symptomen
0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 Dagen na infectie
De test werkt goed op moment van maximale uitscheiding!
uits
chei
ding
van
viru
s
Flu Detectie Kit Resultaten 2010 – 2011
Welke stammen zijn aangetoond in Benelux?
Alle stammen circuleren in de Benelux……..Wat betekent dit?
Aantal isolaten
H1N1 H3N2 H1N2
Nederland 5 3 - 2*
België 7 4 3 -
TOTAL 12 7 3 2
* Dekens et al., 2011
Gebruik vaccin dat aangepast is aan
de epidemiologische omstandigheden
Serologisch onderzoek
Soorten onderzoek
Cross sectinal (dwars doorsnede)
Gepaard onderzoek
HI: hemagglutinatie inhibitie testHI of HAR test genoemd
Zeer specifiek: kan verschillende stammen aan te tonen
H1N1, H1N2 en H3N2
Kwantitatieve test (waarde)
Veel gebruikte test
Serologisch onderzoek
• Voorbeeld van een uitslag serologisch onderzoek
• Er zijn gespeende biggen onderzocht.
• Vraag– Wie denkt dat er niets aan
de hand is?– Wie denkt dat er wel iets
aan de hand is?
Big num mer
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
Voorbeeld 1
Deze waarden hadden de biggen 14 dagen, dus een duidelijke titer stijging die duidt op een mogelijke infectie met H1N1
Is de titer 4 keer hoger, dan is er bewijs van infectie
Big num mer
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
Voorbeeld 2
• Zeugen plotseling verwerpen– Symptomen
• Koorts, sloom, niet vreten, soms hoest• Verwerpen einde dracht
– Doodgeboren, slappe biggen– Normale biggen
– Vaccinaties• GRIPOVAC 3
– Gelten op 14 en 18 weken leeftijd, vóór dekken– Zeugen op 14 dagen vóór werpen
• Geen PRRSv vaccinaties– Onderzoek vruchten niet meer mogelijk– Serologie op 5 verwerpende zeugen– Sterk griep verdacht
Voorbeeld 2
H1N1HI
H1N2HI
H3N2HI
PRRSvELISA
Zeug 1 160 40 160 1,93
Zeug 2 160 40 320 1,36
Zeug 3 320 80 160 3,24
Zeug 4 80 160 80 2,63
Zeug 5 320 160 160 2,14
Voorbeeld 2
Zeug 1
Zeug 2
Zeug 3
Zeug 4
Zeug 5
H1N11e 2e
160 320
160 320
320 320
80 80
320 320
H1N21e 2e
40 80
40 80
80 160
160 80
160 160
H3N21e 2e
160 320
320 640
160 160
80 80
160 320
PRRSv1e 2e
1,93 3,75
1,36 2,5
3,24 3,34
2,63 3,66
2,14 4,42
Voorbeeld 3 Hoestende biggen
• Vermeerderaar– 300 zeugen– Gelten eigen opfok– Speenleeftijd 3 weken– Productie ongeveer 30 biggen per zeug per jaar– Vaccinatieschema GRIPOVAC 3
• Gelten op 14 en 18 weken leeftijd• Zeugen op 12 weken in dracht (D84)
Voorbeeld 3 Hoestende biggen
• Klachten– Hoesten bij de biggen begint 2 weken voor spenen en verdwijnt
op 6-7 weken leeftijd– Antibiotica helpt niet– Groeien niet voldoende na spenen– Begonnen 2 maanden na wisseling van GRIPOVAC 2 naar
GRIPOVAC 3
• Onderzoeken– Longspoelingen
• Positief op influenza• Geen andere ziektekiemen
Voorbeeld 3 Hoestende biggen
• Contact met Merial januari 2011
• Bezoek ter plaatste– Biggen in kraamhokken: redelijk, minder rond spenen – Pas gespeende biggen: mager, bleek, hoesten, niezen en soms
diarree, terugval na spenen is ernstig– Einde batterijperiode: goede biggen
• Onderzoeken– Gepaarde serologie van 5 biggen tijdens spenen en 4 weken later
Voorbeeld 3 Hoestende biggen
• Uitslag gepaarde serologie 5 biggen
H1N1 H1N2 H3N2
Big 1 = =
Big 2 = =
Big 3
Big 4
Big 5 =
=
Titer daling
Titer gelijk
Voorbeeld 3 Hoestende biggen
• Conclusie hoestende biggen– Dalende titer van H1N1, H1N2 en H3N2– Duidt op afnemende maternale immuniteit– Waarschijnlijk geen actieve infectie vóór leeftijd 7 weken– Mogelijk verdacht van coli diarree
• Advies– Aanpassen vaccinatieschema GRIPOVAC 3: 14 dagen voor werpen– Controle biestopname
• Zeug drinkt meer 2 dagen voor werpen; geef genoeg• Temperatuur uier is hoog• Biggen drinken om het uur• Normale duur afbiggen ongeveer 3-5 h• Antistoffen Ig G daling in biest 6 uur na geboorte
– Aanzuren van drinkwater van biggen resulteerde in verbeteringThe lactating sow: Verstegen et al,1998 * Colostrum presentation: ENVT, Vila, 16-10-2008
De diagnostiek van griep is niet eenvoudig
Let opIs er voldoende virus op swab bij Flu Detectie Kit ?Is er wel een trivalent griepvaccin toegepast ?Wat is de oorsprong van de antistoftiter ?Is er wel een gepaarde tap uitgevoerd?
Serum voor onderzoek in laboratoriumTwee serummonsters van hetzelfde dier (gepaarde tap)1e monster nemen als dieren koorts hebben2e monster nemen na 2 weken
4 voudige verhoging van titer is bewijs infectie
Gripovac® 3 suspensie voor injectie voor varkens. Samenstelling: Elke dosis van 2 ml bevat stammen van geïnactiveerd Influenza A virus/varken/: Bakum/IDT1769/2003 (H3N2) ≥
10,53 log2 GMNU1; Haselünne/IDT2617/2003 (H1N1) ≥
10,22 log2 GMNU1 ; Bakum/1832/2000 (H1N2) ≥
12,34 log2 GMNU1 (1GMNU = Geometrisch gemiddelde van neutraliserende eenheden bij cavia’s na een tweemalige immunisatie met 0,5 ml van dit vaccin). Doeldiersoort(en): Varkens. Indicaties: - Voor actieve immunisatie van varkens vanaf een leeftijd van 56 dagen, inclusief drachtige zeugen, tegen varkensinfluenza veroorzaakt door subtypes H1N1, H3N2 en H1N2 ter vermindering van klinische symptomen en virale load in de longen na infectie. Aanvang immuniteit: 7 dagen na de basisvaccinatie; Immuniteitsduur: 4 maanden bij varkens gevaccineerd tussen een leeftijd van 56 en 96 dagen en 6 maanden bij varkens voor de eerste maal gevaccineerd vanaf een leeftijd van 96 dagen. - Voor actieve immunisatie van drachtige zeugen, na de immunisatie door een basisvaccinatie, door toediening van een enkele dosis 14 dagen vóór het werpen om een hoge colostrale immuniteit te ontwikkelen die een klinische bescherming van biggen geeft gedurende minstens 33 dagen na de geboorte. Speciale voorzorgsmaatregelen: In geval van accidentele zelfinjectie is slechts een kleine reactie op de injectieplaats te verwachten. Bijwerkingen: Op de injectieplaats bij een klein aantal varkens een voorbijgaande zwelling die afneemt binnen 2 dagen. Af en toe een lichte voorbijgaande verhoging van de rectale temperatuur. Gebruik tijdens dracht en lactatie: Het vaccin kan tijdens de dracht en lactatie worden gebruikt. Dosering en toedieningsweg: Voor intramusculair gebruik. - Biggen: Basisvaccinatie: 2 injecties met één dosis (2 ml): °Vanaf een leeftijd van 96 dagen, met een interval van 3 weken tussen de injecties om een immuniteitsduur van 6 maanden te verkrijgen, of °Tussen een leeftijd van 56 and 96 dagen, met een interval van 3 weken tussen de injecties om een immuniteitsduur van 4maanden te verkrijgen. - Gelten en zeugen: Basisvaccinatie: zie hierboven. Een herhalingsvaccinatie is mogelijk tijdens alle stadia van de dracht en lactatie. Maternale immuniteit bij biggen interfereert met de inductie van antistoffen. Gewoonlijk zijn maternale antistoffen verkregen door vaccinatie gedurende ongeveer 5-8 weken aanwezig na geboorte. In bijzondere gevallen van meervoudig contact van zeugen met antigenen (veldinfecties + vaccinatie) kunnen antistoffen die worden doorgegeven aan biggen tot week 12 aanwezig zijn. In een dergelijk geval moeten biggen gevaccineerd worden na een leeftijd van 96 dagen. Wachttijd(en): Nul dagen. EU/2/09/102/001-006 (REG NL 104922). Uitsluitend voor diergeneeskundig gebruik - uitsluitend op diergeneeskundig voorschrift verkrijgbaar diergeneesmiddel (UDD). hr070411. Verdere informatie beschikbaar bij Merial Belgium NV, Sylvain Dupuislaan 243, 1070 Brussel of Merial B.V., Kleermakerstraat 10, 1991 JL Velserbroek ( [email protected]).® Handelsmerk van Merial. © 2011. Alle rechten voorbehouden.
Deze informatie is bedoeld om de relatie van de dierhouder met de dierenarts te ondersteunen en kan deze niet vervangen.Wend u tot uw dierenarts voor nadere informatie. Uitsluitend op voorschrift van een dierenarts (UDD). De gebruiksinstructies zijn vermeld op verpakking of in bijsluiter. Bron: Merial BV, Kleermakerstraat 10, 1991 JL Velserbroek, 023-5201080 - revisie 06.01.2012
Top Related