Overzicht van familienamen die in het repertorium voorkomen
Webversie januari 2018
Namen die met een asterisk (*) zijn gemarkeerd omvatten een of meer families met een of meer militairen die bij
de forten Lillo en/of Liefkenshoek (en hun steunforten Blauwgaren, Frederik Hendrik en Kruisschans) betrokken
waren, inclusief de militaire bemanningsleden van de wachtschepen in de vloot (van de Zeeuwse Admiraliteit) bij
Lillo. Deze markering is aangebracht ten behoeve van de lezers die specifiek of uitsluitend zijn geïnteresseerd in
de militaire populatie van de onderzochte forten. Volledigheid was bij deze ordening niet mogelijk omdat van
sommige personen niet gedocumenteerd is of het burgers dan wel militairen betreft. In enkele gevallen ontbrak
een dergelijke onderbouwing, maar kon het niettemin plausibel worden geacht dat van een militaire achtergrond
sprake was. In het repertorium zelf is dan vermeld dat de persoon in kwestie vermoedelijk een militair was dan wel
een kind of echtgenote van een militair.
A
A(a)rnhem, van *
A(e)rnout(s)
Aarden, van
Aardenburg *
Aarts(e), Aartsen *
Aatrips *
Abe(e)len, van den *
Abelaers
Abelo *
Abels
Abos *
Abrahams *
Abs
Abseel, van
Achten
Acke, van *.
Ackeren, van *
Acronius *
Adams
Adius *
Adolphus
Adriaensen, Arissen *
Adven, van
Aelbrechts
Aelheijd *
Aelst, van
Aenhalt *
Aenrae(d)t
Aerdenbodegem, van
Aernamont
Aernel *
Aernoutsen
Aerssen, van *
Age, van der
Agenbergh *
Ahasveris
Ailleur, d’ *
Aken, van
Akke
Akkerman(s) *
Akket *
Alberti *
Alberts *
Albertus
Albrechts *
Albretssen *
Aldegonde, van
Aldermans
Alegem *
Alegoet
Aleman
Alens
Aleren
Allar(d)t, Alaerts *
Almede *
Alpe, van *
Alphen, van *
Alstorf (Alsdorf)
Alvarez *
Amama, van *
Amant, de *
Ameau, d’ *
Ameren, van
America
Amerongen, van
Amont *
Amper
Amsen(s)
Amstel, van
André
Andries(sen) *
Andringa *
Anemaet
Angel *
Angenese
Anha(e)lt *
Anker(s) (‘t) *
Annaert
Anneessens
Annoij
Anosij (Anosy)
Ansen *
Ansoms *
Anten *
Anthonissen *
Anthor *
Antoni
Antumysse *
Antwerpen, van *
Apers
Appaert *
Appe *
Appel *
Appelman
Appeltern, van *
Aps
Aragon, d’
Arbinet *
Arbon
Arck, van
Aren, van
Arenberg, van
Arentse, Arends, Arinds *
Arissen
Armans
Arnhem, van *
Arnolt
Arnou
Arrens
Arros, d’ *
Arsen
Artois
Arts
Artsen, van
Asman
Asse (Assche), van *
Asseliers, van
Assendelft, van *
Assenoy, van
Asten, van *
Atten, van
Aubijn *
Audignies, van Dam d’ *
Audenhove, van
Augustijn(s) (Agustin) *
Aukaert, Aukaers
Auwers
Avarij *
Avesaet, van *
Avond (Avent), van den
Avonture *
Ayala, d’
B
Baars, van *
Bacheler
Bachler *
Bachman *
Backer(e) (Bakker)
(de) *
Backerius
2
Backhuijssen, van *
Backon *
Backrood *
Bacx
Badaille *
Baden, van
Baden-Durlach *
Badensteijn *
Badoux (Baudous) (de) *
Baeckx *
Baeke
Baekenbroeck, van
Bael, van *
Baen
Baenst
Baer van Slangenburg, van *
Baeres *
Baerle, van *
Baert
Baertmaecker
(Bandenmaecker), de
Baes
Baeyens, Baijens
Baggerman
Bailliaert *
Bakelant, van
Bakergem, van
Bakket *
Bal(le), Ballie
Balen, van
Balfour *
Balhoven
Balions
Ballast
Balle(e)
Balliauw
Ballot *
Balt
Baltens
Banckert (Banckers,
Bancaerts) *
Bandenmaecker, de
Banferius *
Banille (Bonille)
Banko *
Bannier *
Bant, den
Baptiste *
Baradat *
Baran
Baratte *
Barbe *
Bardehou *
Bareman (Baerdeman)
Barendrecht, van
Barentsen *
Baretlome *
Barkeloo, van *
Barlaer
Barlaimont, de
Barrau(w) *
Barselen
Barsselaer
Barteloo *
Bartels(en) *
Bartholomeusen *
Barwaaij *
Basijn
Basseliers
Bastaert
Bastiaenssen(s)
Baten
Batericks
Bats *
Battabalje *
Battem, van *
Bau, de
Bauckt *
Baudoux, de *
Bauwel (Bouwel), van
Bauwerix (Bouwerickx)
Bavel, van
Bavelaer
Bax
Beaufort, de *
Beaumais, de *
Beaumont (de) (van) *
Becart
Bechlaer *
Becius
Becker(s) *
Becq(e), de le
Becx
Bedaulx *
Beddeloo, Bedloo
Beeck(e) (van) (der) *
Beeckaart *
Beeckman *
Beelaerts
Beenderen
Beenhacker, de
Beenhouwer, de
Beens
Beer, de *
Beerendse *
Beers, van
Beert *
Beest van Renoy, van *
Begode
Behnhever *
Beijdts *
Beije *
Beijer(t) (de) *
Beijerbagh
Beijnaards
Beijnink *
Beirens
Bek
Beke, van der *
Beker
Beke(n)steyn
Bel (van), de(r) *
Belcastel, de *
Belder(e), de
Belien (Bolien)
Belioni *
Beljaar *
Belle, van
Bellekens
Bellemans
Bellens
Bellot *
Belsman *
Belte *
Bemden, van
Ben, de
Benau *
Bendel *
Beneck
Beneden, van
Bengel *
Benjamins(en) *
Benne *
Bens
Benthel *
Benthem, van *
Beranger
Berchem, van *
Bercke(n)meijer *
Berckel, van
Berckmans
Berckmoes, van
Bercum, van *
Berden
Berendonck, van
Berendrecht, van *
Berenger
Berg(h)(e), van de(n) *
Bergaigne
Bergeler
Bergmans *
Berkenbosch *
Berlecom, van
Bernadij *
Bernaerts *
Bernauw *
Berni
Bernis
Bernoillie *
Berou *
Berrevoets
Bersieus *
Bertels
Bertram *
Bertran(d) *
Bervants
Bereyt *
Beschet *
Besseleers
Bessems
3
Besteknecht
Besteman
Betinck, Bentinck
Betist
Beton (de Jonge) *
Betz
Beu(x), de *
Beuckelaer (de)
Beugel
Beul, de
Beuthel *
Beuvel
Bevanij
Beveren, van *
Beverie *
Beverlandt
Bevernasij *
Bevijns *
Bevius
Beydals (Beijdaels) *
Beyer(s)
Beys(e) *
Bichwiller *
Bie, de *
Biel
Bierman
Biersteker(s)
Bies(t)man(s) *
Biest, van der
Bievamij (Bienamij)
Bievrij, de *
Bijl
Bijlaars (Billaers) *
Bijncken
Bijschits
Bijstman *
Bijt
Bilderbeek, van *
Bildregt (Bildrecht)
Bilger *
Bilkin
Billerbeek, van *
Billiauw
Billoen, van
Billaert *
Bilow, van *
Bilt
Bin(c)ken
Bink *
Birchten *
Biron
Bisschop
Bist, van der
Bisthoven, de
Bits, de *
Bitte, de
Bitter(s)
Bitterhoek
Blaer *
Blaes
Blanche *
Blanckaert *
Blanckfort *
Blanckx
Blanken
Bleers *
Bleijs
Bleu, le
Blieck, de
Blijenberg, van
Blinde, de
Blo(o)ke, van den
Block (Blocq), de *
Blockeel *
Blocquaerten
Bloed
Bloem
Bloemendaal
Bloixden
Blom, Blomme(rs)(n) *
Blomma(e)rt *
Blommendael *
Bloncquet *
Blondeel
Blüggel *
Blusee
Blyenburgh, van
Bo(o)gaert(s) (van
den) *
Bobaert
Bobleer *
Bobli *
Bochage
Bochoute
Bochoven, van
Bock, de *
Bockee *
Bockers
Bockstal *
Bockxmeir
Bocqeau
Bocx
Bod(t)mer *
Boddar, Boddaert *
Boddelier *
Boddin *
Bode (van der) *
Bodegem, van
Bodel *
Bodemeier *
Bodijn
Bodt, de
Boeck, van
Boeckhalder *
Boeckx
Boeghengen *
Boeijmans
Boekhan
Boekholt *
Boekhorst *
Boel(s), Bouls, Boele *
Boelents *
Boemans
Boender(s)
Boene
Boer, de *
Boeraf
Boerewaart, Boereweert
Boerman(s)
Boers *
Boets, de
Boey(e), Boye (de) *
Boilleau
Bois, du *
Boisson *
Bol
Bolders
Bolduck
Bolien
Bollaert *
Bollens
Bols(s)ens
Bolsins
Bolus *
Bom
Bombere, de
Bombij *
Bomgaerd *
Bommel, de (van) *
Bommelaer
Bommenee *
Bommens
Bommer, de
Bonaventura, de *
Boncour *
Bongarts *
Boni
Bonille
Bonne
Bonte *
Bontio *
Bontius *
Bonwasser *
Boogers
Booij, de
Boom (van) *
Boomgaert, uijt den
Boomgaert, van den *
Boomkes *
Boone *
Boons
Booren, van *
Boots *
Booy (de)
Booytzen *
Boque, du *
Borchmans
Boreel *
Borgers *
Borgia
4
Borgt, van der *
Born (van den) *
Borre, van
Borremans *
Borrendamme, van *
Borron, van *
Borselem *
Bors(s)elen, van *
Borsselaer(s)
Bos(ch) (van den) *
Boscheijn *
Bosdij(c)k *
Boshuysen, van *
Bosman(s) *
Bosschaert(s)
Bosser (Boscher) *
Bost
Bot
Boterdro(o)ger *
Bothenius *
Bottiens *
Bou, de
Boubly *
Bouchain *
Boucher
Bouckdan, van
Boucxom, van
Boudewijns *
Boudry, (de) *
Bouiaque
Bouillon *
Boukens
Boulandt, de *
Bouloes
Bouls
Bouma
Bouman(s)
Boure
Bourle
Bourmans
Bousengers *
Bousier
Bout *
Bouton
Bouvekercke
Bouvrij (de) *
Bouw
Bouwel, van
Bouwens
Bouwer(e)
Bouwerickx
Bové
Boven, van
Bovendorff
Bovet
Box, de *
Boxel, van *
Boxhorn
Boy(e) (de)
Bra(e)y(e) (de)
Bra, de
Brabander, Brabants *
Braber, den
Brabon *
Bracht, van
Braddely *
Brade, van *
Braeck, van
Braeckmans
Braed, Braet *
Braem, Braam(s) *
Braes *
Brager
Brakel, van *
Brakelaer, de
Braker, de *
Brand(t)(s) *
Brande(n), van den *
Brandewijck
Brantligt *
Brantsen
Brantwijck *
Bras
Braspennincx
Brassaert
Brasser
Brauw, de *
Brecht, van
Breda, van
Bree, de *
Breederlandt
Breederoode (van)
(de) *
Breekmans
Breekpot
Breekveld
Breems
Breen, van
Brees
Bregal *
Breijl
Breijs *
Breith
Bremdonck
Brems
Bremt, van den
Brender *
Bres, de
Bresseleirs
Brest, van *
Bretagne, van
Breton *
Breughel, van den *
Breukel, de
Breuker (Brinker), de
Breur *
Breynaert(s)
Briai *
Bricx
Brienen, van *
Bries
Brijman
Brijs
Brijsak (Brisak) *
Bril
Brinck *
Brinker, de
Brioen
Brion *
Brivis
Brocx
Broddelet *
Broe(c)k(e) (van den) *
Broe(c)khoven, van
Broeckers
Broeckhuysen *
Broeckmans
Broeder(s) *
Broel, de
Broers
Brom (van den) *
Bronckhorst, van *
Brontstorf *
Broodhoen *
Broos
Brosius
Brouckaart *
Broucke, van den *
Brouckhuijsen *
Broucqsaut *
Brouet
Brouw *
Brouwer(s) (de) *
Brouwersput
Brown *
Bruce *
Bruchardiere *
Brucker *
Brucxelles
Brugge, van den *
Brugman(s) *
Bruhl *
Bruih *
Bruinvisch *
Bruis (Bruys, Brus) *
Bruleu *
Brunel *
Brunet *
Brussel, van *
Brusselaers
Brusselmans
Bruyn, de *
Bruyninck, Bruininx
Bruyns *
Brytoff *
Buce *
Buchanan
Buck, de
Bucker, de
Budikar
5
Buedele, de
Buer, den *
Buerens
Buf, de (du) *
Buhlman *
Buick *
Buijlens
Buijs *
Buijselaar *
Buijssiere, la (de) *
Buijten, van
Buisson, de *
Bukel(a)er, de
Bulcke, van *
Bullens
Bullestraete (van)
Bullis
Bult
Bulteau *
Bunge, van *
Bunne *
Burchmeijer
Burcht (Burgh(t)), van
der *
Burgellion
Burgerhout *
Burgerhuijs
Burgers *
Burggraaf *
Burghoorn *
Burgs *
Burijs
Burmania, van *
Burndt
Burssius
Burtel, van
Bury, de
Bus (Busch) *
Busack
Busigny *
Busonsius
Busschaert
Bussche, van den
Busscher, de
Busse, van der
Butten, van
Button *
Buuren, van *
Buvry, de *
Buyens
Buyten, van *
Bye, de *
Bylandt, van *
Bynaarts
Bysterman
C (zie ook K)
Cabeljau *
Caboort
Cabrijven *
Cack
Caddeman *
Caderis *
Cadet *
Caerpoel
Calant
Calcar (Calker) (van) *
Calderman
Calen *
Caljauw *
Callaert
Callebach *
Callebout
Callens *
Calmthoudt
Calsada, de *
Caluwaert *
Caluwe, de *
Cambeen
Cambier *
Camerlincx *
Camerman
Cameron *
Cammant *
Camp, van
Campaert
Campbel *
Campe
Campen, van *
Camus
Can, de *
Can(n)eel *
Can(n)oo(ij) *
Caneijt
Canisius *
Cantzius
Cap
Capel(le)(n) (van)
Capiteins, Capteijn *
Cappaerts *
Cappels
Cappen, van
Cappendijck
Cappers *
Capproen
Cardoen
Care
Carel(s), Karels *
Careluij
Caris *
Carlier *
Carman
Caron
Carpentier (de)
Carre
Carreij *
Carsouws, Cassauw
Cas *
Casembroot *
Casen
Casper
Castel, Casteels,
Kasteels *
Castelein *
Casterman
Castlé, Cathle, Coutelé
Cat, van
Cataneo
Catrin *
Cats *
Catsman
Catteljon *
Cattenaar *
Cattendijcke, van
Catton
Cau(w) *
Caudron
Caulier *
Caulswell *
Causbroeck, van
Cauwe(r)(s), de,
Cauwert *
Cauwelaers
Cauwels
Cauwenberg(e) (van)
Cavalier *
Cavarijns
Caveels
Cavel *
Cavere
Caverson
Cazelles
Cederquist *
Ceesje *
Ceeter *
Ceinte *
Celon *
Cent(en) *
Cerise, Series
Certeman *
Certon
Cesar(s)
Ceulen, van
Ceuls
Ceurlincx
Ceuster, de
Challier *
Chantraines, de *
Chapelle *
Chapoix *
Chardri
Charels
Charles
Charlet
Charton *
Chassijn (Chassin) *
Chatillon *
Chauvin
Cheber *
Cheeuwen *
Cherf
6
Chesters
Chevallie(r) *
Chimeaux
Chinneau *
Chrissel *
Chrisselmeier *
Christiaans(e)(n) *
Christoffel(s) *
Chrysostomus
Cijffers *
Cijsden
Claeijs(sen)
Claesse(n) *
Clapdoor
Clarisse
Claukens
Claus *
Clavaux *
Claypoole
Cleen, de
Cleer, de
Cleewaart
Cleijn, de
Cleijs *
Cleiren *
Clement *
Clemonmes *
Clerck, de *
Clerin *
Clerot *
Cleys
Clijvers *
Clinckaert
Clinckers *
Clingemans
Clippereire, de
Clocke *
Cloet, Kloet (van der) *
Clomp
Clooster *
Clous
Cluppeleer, de
Cluts
Clyne *
Co(o)le(n) *
Cobbens *
Cobrysse
Cochou *
Cock
Cockelet
Cocquet *
Cocquijt
Codderes
Codet *
Codron
Coehoorn, van *
Coenders
Coene(n) *
Coenegras
Coenraad
Coers *
Coet *
Coetsen, van
Coeyssens
Cogers
Coijmans
Cola *
Colette
Colijns
Colins *
Collaert *
Collemans
Collingion *
Colmeyer *
Cols *
Colsen
Colson *
Colve *
Comberts
Commers *
Compasser
Compostel
Comte, le
Conferijn
Conijn
Conradi *
Conraedt
Constant
Constant Rebecque de
Villars, de *
Content
Coolans *
Cooleners
Coolhem, van
Coolin, van
Coolman(s) *
Cools(en)
Coomans *
Coopers
Coopvaer *
Coorne
Coortmans *
Coortsen, van
Coote *
Coperslager *
Copmaertens
Coppens *
Coppin *
Copril *
Coqueel, de
Corbel *
Corbon *
Cordeniers
Cordon *
Coreijn(sen) *
Corel *
Corens
Corne *
Cornelissen *
Cornet *
Correet
Corstiaensen
Cort(e), de
Cortbemde, van
Corthuijsen
Corts
Corve *
Cosijn *
Cosson *
Cost
Coste, le *
Coster, de *
Costerius
Costermans
Couck
Coufrijn (Coffrijn)
Couheije, van
Court, la *
Courtenij *
Cousijn
Couteneels
Couteniers
Coutrel *
Coutry
Couvins *
Couvreur *
Couwelier *
Couwenberghe, van
Couwenhoven *
Couwerve, van
Couwet *
Covens *
Covyn
Coye *
Craen(en) (de)
Craij, de *
Cram, de
Cramer(s) *
Cranenbroek, van
Crans *
Crassaert
Crasse
Crassoniere, de la *
Craus
Crauwelaer, de
Creeck, de
Cremer(s) *
Cresser *
Creten
Crevon
Crew, de
Crijger *
Crijnen
Cristanije *
Croeckaert *
Croef *
Croener *
Croeshair *
Croes(e) *
Croesten *
7
Croffyts
Croij, de
Croix, de la *
Crols
Crom(m)on
Crombeen
Crombrugghe, van *
Cromstrijen *
Cromwijck *
Cronston *
Cronström, van *
Croock, de *
Croon(en) *
Croonenborch, van
Crop *
Crossens
Crosset
Crous(en)
Croyé, le *
Cruck, de
Cruger
Cruijbis
Crul (Krul) *
Crupein *
Crusen
Cruyningen, van *
Cruysdyk
Cryhaenen *
Crypel *
Cuchet *
Cuenel
Cuijck, van *
Cuijens *
Cuijff
Cuijlen
Cuijlenburch
Cuperen, van *
Curry *
Curseau
Cusumy *
Cuypers *
D
Da(e)le(n), van *
Daams, Damen *
Dach *
Dachieville *
Daelem, van
Daell *
Daelmans
Daenens
Dagh (Dach) *
Dam(me), van *
Dam d’ Audignies,
van *
Damage, de
Damis *
Damman (Damon) *
Damous *
Danckaerts
Dane (D’Hane) *
Daniels *
Danis
Danneux
Danoey
Dansaert
Darel *
Dares, Daris *
Das
David(t)(s)(en) *
De(e)ring *
Debeux *
Decem *
Decerf
Decker(e), de
Dedeclaer
Dedem, van *
Dee, van *
Deens
Dees *
Deformeaux *
Deglin
Deijn, de
Deij(t)s *
Dekker(s), Decker(s) *
Del(e)warel
Delabecq
Deleser, de
Delfos
Delft, van
Delhecq
Delhez (de)
Delis
Delmot *
Deltima *
Delvo (Delvaux) *
Delwiel (Delwig) *
Delzenne *
Den(c)k *
Denderloot, van
Denico *
Denis *
Denninghof(f)
Denstet *
Denussen, Denus
Derckel
Derens
Desprets *
Desses *
Deumen (van)
Deurhoff (Deurhoven) *
Deurwaarder
Deuterre *
Deutz, van
Deventer, van *
Devenu
Diaman(d)t *
Diaz, Dias
Didle *
Dieden, van
Dielbeeck
Dielen
Diemen, van *
Diemers *
Diepenbeek(e), van *
Diependijck
Dier(e)mans
Diest, van *
Dietem (Ditom), van *
Dignussen
Dij(c)k(e), van *
Dijden *
Dijkmans
Dijkshoorn, van
Dijtz (Dits) *
Dilbeek
Dille(n)(s) *
Dils
Dingemans *
Dingenis *
Dinghen, van
Dinteren, van
Diria *
Dirkse(n), Diericks,
Dirxs *
Dis *
Ditgaes
Dobbel, van *
Dobbelaer
Dobs *
Dochmar *
Doeij(e), de *
Doel, van
Does
Doesburg (van) *
Doeveren, van *
Doijgers
Dolk
Dollewy *
Dolman *
Dombach *
Dome *
Domicent *
Domine
Dominicus *
Dommelen, van
Dommerie
Domus
Dona, van
Donck
Donckers
Donder, den
Donewael *
Dongen, van *
Donius *
Donkers *
Donrael *
Dontz, van
Dooge *
Dooren, van
Doorens *
8
Doornincx
Dooroft *
Dormel *
Dornhoven, van *
Dorp, van *
Dorpe, van den *
Dorper, de
Dorre *
Dorsselaer, van
Dorst
Dorth, van *
Dossing *
Dotee *
Doude (d’Oude) *
Douglas *
Douvebach *
Douveren, van *
Dove
Draeijers *
Dras *
Drecht
Dregge
Dreves
Driel, van *
Dries(s)en, Driest (van
den) *
Driewegen *
Drij, de *
Drijet (Driet), van
Drijmans
Drinckvelt
Dringe *
Drion *
Droesbeek *
Dronkers *
Drouart *
Druijnen, van
Drumon *
Druyve *
Duart
Dubbeichel
Dubeij *
Dubuisson
Duchène
Ducq, le *
Dufour *
Duijgers
Duijsel, van
Duijser
Duijsten, den *
Duijts(ch)
Duijvelaer
Duijven, van *
Duinkerk(e) (van) *
Duisterwater
Dulken *
Dullaert
Dumoulin *
Dun, van
Dundas *
Dunnigem, van
Dunwalt
Dupie (Du Pie) *
Dupin
Duplici
Dupon(t) *
Dupru *
Duree *
Dury *
Dustels *
Dutee *
Duvelaar *
Duversijn
Duwart (Duart)
Duyck
Duym(e) *
Duyne(n), van
Duyse, van
Duytelort, van
E
E(e)rmond
Ech(t)
Echten, van *
Eck van Panthaleon,
van *
Eclust, del *
Ecoma
Eecke, van den *
Eeckelen, van
Eeckemans *
Eeckeren, van
Eeckhaute, van
Eeden, van
Eedt, van der
Eekman *
Eemshuisen *
Eerbrugge, van
Eerde, d’ *
Eerson *
Eerssele, van *
Eersveld, van *
Eesen, van den *
Eetvelde, van
Eewoutsen
Efferen, van *
Egberts
Egens
Egge (van)
Eggermont(s) van
Egom, van
Eij(en) (van)
Eijde, van der *
Eijer(s), Eyer *
Eijken
Eijking *
Eijlinck(x)
Eijsakkers
Eijseggers
Eijsses *
Eirtbruggen, van
Ekermans
Elaert
Elants
Elberfelt, van *
Elbers *
Elborgh *
Eleveld *
Elias(sen) *
Elie *
Eligaers *
Ellegout *
Elleins *
Ellieul
Ellinck(x)
Elmer (Ellemer) *
Elsacker, van den
Elsbergen, van
Elsen, van
Elsenier
Elslant *
Elst, van der *
Eltiens
Elties *
Emanuels *
Embden, van
Embeer
Embrechts
Emet *
Emmens
Emmerechts
Emmerseel, van
Emon *
Empre
Ende, van den
Enderli *
Engel (den) *
Engelaert *
Engelbrecht, Engelbert *
Engelen *
Engels(e)(n) *
Engelsman
Entrijck, van
Envie, d’ *
Epinux
Erasmus
Eremans
Erenscheij *
Erliolzer
Erham *
Erliolzer
Ermerins *
Erp, van *
Erps *
Erskine *
Erven, van
Es(ch), van *
Esbeke, van
Esse(n), van *
Esser(s) *
Essex *
9
Este, van *
Estiene *
Etten (van) *
Etting *
Ettinga *
Eugecu *
Evelinghe, van
Everaert(s) *
Eversdijk (van) *
Evertse(n) *
Everwijn *
Exter, den *
Eycke, van der
Eyens
Eynde(n), van den *
F
Faber
Fabrij *
Facé
Facheau *
Faes(en) *
Fagel *
Failie *
Famars
Farnese *
Fassaert
Fasse *
Fasseau *
Faukel
Favers
Favoreau
Fay *
Febur, de
Febvre, le
Federhoef
Federick *
Federolf
Feigler *
Feijens
Feijser, de
Feijth
Ferdinande *
Ferdinando
Ferens *
Ferez *
Ferfrank *
Ferij
Ferleman *
Fernande *
Ferrarij *
Ferras *
Ferremans (Ferrimans)
Ferrenhout *
Ferrier *
Ferry *
Festree (Festré)
Fets *
Feu, de *
Feusels
Fevre, le *
Fié, de
Fierendoncq
Fierens *
Fiers *
Fiertune
Filder *
Fil(l)et
Fingerlingh
Finjee *
Fiquet (Siquet) *
Firijnsen
Firlet
Flammen *
Flender *
Flenyte *
Flinck
Flips
Florano *
Florens(on) *
Florin *
Floris (Floriz) *
Florok *
Flory *
Flout *
Fluijt *
Fluytman *
Focx *
Foermie *
Foetrel, de *
Fokens *
Font(e)ijn(e) *
Fontenel *
Fook, Foockx *
Foortssen *
Foppen *
Forbat *
Forbes *
Foré
Forest, de la *
Forsius *
Forst
Fort, du *
Fortsen *
Fossé *
Fouw, de *
Fox *
Foyens
Frances *
Fran(c)k(e)(n) *
Franc(h)ois *
Franckel
Francot
Francq, le *
Franij
Frankenhuijse, van *
Franse(n) *
Fransoo *
Frarin
Fraters
Frayenhove, van
Frecquin *
Frede *
Fredericx *
Freeser *
Freet *
Freijsers *
Freijt *
Frein, de *
Fremmenen *
Frennes, des *
Fresneij
Frettier *
Freytach *
Fri(c)que *
Friest *
Frijkenius *
Frijthoff *
Friole *
Fris *
Friskens
Froijens
Froulijn *
Fruijtenier *
Fuison *
Fumal, de *
Fursijcq *
Fürst *
Fus(e)leij *
Fuxquet *
G
Gaasacker
Gabion
Gabriels(e)(n)
Gabrij *
Gaelen, van
Gaerbeeck
Gaerwijts
Gaffel
Gagern, von *
Gakier *
Gale, van *
Gallet *
Gallieris
Gallay *
Gammelin *
Gansen, van
Garmeijn
Gasendam *
Gaspars
Gaspoel
Gast
Gastel, van *
Gastelaar, Gasselaar
Gatteau, van
Gattieu (Gattiou)
Gaz
Gebhart
Gedley *
Geel, van *
Geelink *
10
Geelkluijt *
Geens *
Geeraerts
Geeren, van
Geerens *
Geerts(en) *
Geertsem, van
Geeryngh
Geijn, van der
Geijst, van *
Gejon *
Gelain *
Gelder(s)man(s)
Gelder, van
Geldolf
Gelewick
Geleyn(s)(en) *
Gelkerken, van *
Gellick, van *
Gelre, van
Geltmeijer *
Genar
Genee, van
Genegue *
Genico *
Genits *
Genst, van de
Gentman
Genua
Gerbedonck *
Gerber *
Geremeus
Germaijn *
Gerreijns
Gerrits(e) *
Gershoven *
Gerson *
Gerstemeter *
Geskens *
Gesquire *
Get, de *
Geurts *
Geus, de *
Geuterman *
Geutrich *
Geuzendam *
Gevers
Geyter, de
G(h)ijsen, Gijzen (van
der) *
Gheensins
Gheertruyt, van
Ghendt, van
Gherwits
Gideons *
Gielinck (Gieling) *
Gielissen
Giels
Gieschot *
Gijlbert *
Gijls
Gijs(s)el(s) (van) *
Gijsbertsen
Gijsbrechts *
Gijseling(s) *
Gijsemans
Gijskens *
Gilbau
Gilde, (van) (‘t) de *
Gilens *
Gilijnck *
Gilliard *
Gillis(sen) *
Gils(en), van
Giltema *
Ginaert *
Gindertalen, van
Gingeleir
Gingelen, van
Gischot
Gislin *
Gissen
Gistel, van
Gistelles *
Glaasmaker, de *
Glabbeek, van *
Gleijn, de *
Glenu
Glinsij
Gobbar
Gobel
Gockinga *
God(d)aert
Goddefroij
Godebijck, van
Godecke *
Godin (Godijn) *
Godley *
Godtschalckx
Goebeet
Goedbloet
Goedemont
Goedenhuyse
Goedhart *
Goef *
Goens (Goons) *
Goes, van der *
Goessens
Goeten (Gothij)
Goethem, van
Goethuijsen
Goetschalck
Goffo *
Golet *
Goltius *
Gomber *
Gomez
Gomme, de *
Gommers
Gonsel *
Gool, van
Gooleners
Goormans
Goossen(s) *
Gorcum, van *
Gordeijn *
Gordon (Gorden) *
Gorez
Goris(sen) *
Gorp, van
Gorsselé
Gosems *
Gossé
Gosselincx
Goten, van der
Gotte *
Goublo(e)m
Goudzweerdt *
Gou(d)t *
Goutier *
Govaerts *
Govertse(n) *
Graafflant
Graat (Graet), de *
Gracht, van der
Graef, Grave, (van) de(r) *
Graems *
Graeuwe, de
Grahame *
Grandjon
Grant (Grand) (le, de) *
Grasse, de *
Gravenhage, ‘s (van)
Greef(f), de
Greefts
Gregory, Gregoire *
Greijts
Greijss, de
Greve(n) *
Grevelingen, van *
Grevenstu(c)k *
Greviraad *
Grielens
Griels, de
Grift, van der
Grijse, de
Grim *
Grimbergen, van
Grimhuijsen, van
Grimini *
Grinack *
Grip *
Grissenbergh *
Grivel *
Grobbe *
Groen(e)wout *
Groen, de *
Groenenberg *
Groeninck, Groeninge(n)
(van) *
11
Groesbeeck, van
Groesen, van
Gronden, van der *
Grooff, de
Groos *
Groot Amers *
Groot, de *
Gros, le *
Gross de Trevelin *
Grossiers *
Grou, le *
Grovestins, van *
Gruels, de
Grunebosch
Gruson *
Grut *
Gruwels *
Grymonpon *
Guchte (Gugten), van der *
Guchtenare
Gudens *
Guens
Guertemont, de
Guilliaems
Gulck, van
Gulick, van
Gull *
Guls, van *
Guns
Gunter, de *
Gunthard *
Gurter, de
Gutrich *
Gydier *
Gyssenborch, van
H
Haar, van der *
Haardijzer
Haasten, van
Habrouck, van
Hack
Hackaert
Hackett *
Haecken, van
Haeck(s)
Haeften, van
Haeijman
Haelen, van
Haelst (van) (ten) *
Haen, de
Haep *
Haerts
Haesteren, van
Haezenbergh
Hagen, van der *
Hagenbergh, van
Hagewolt *
Haij *
Haije, de la
Hail *
Haket
Hal, van *
Hallart, de *
Halsbeck *
Halsdorff
Halten, van *
Halter *
Ham (van der) (ten) *
Hameau, du
Hamech *
Hamel
Hamerlingh *
Hamers *
Hamich, van *
Hamilton, Hamelton *
Hammerbergh
Hane, d’ *
Hanegraeff *
Hania, van *
Hans
Hanskes
Hans(s)en(s)
Hanssevoort
Happart *
Hardijs
Hardt *
Harduyn, de
Haren, van
Harentsse
Harincx
Harmans
Harnas, van *
Haronscuns
Haros, d’ *
Harp *
Harsse *
Hart(en), van *
Harting *
Hartjes *
Hartlief *
Hartman *
Hartog *
Hartsvelt
Hartwig *
Hase (Haze), Haes(en)
(de) *
Haseblock
Haselvaert *
Hasenberch
Hassinck
Haten *
Hattem (Hattum), van *
Hattinga *
Haulier *
Hau(l)tain *
Hau(l)terive *.
Hauw
Have, van der *
Haven, van
Havere, van
Haverens
Havermans
Hazieke *
Hebe *
Heck(e) (van) *
Hedenrijk *
Heel, van
Heemst, van
Heen, van
Heeren (van)
Heerma, van *
Heerman *
Heernisse *
Heesel, van
Heffener *
Heiggens
Heibee(c)k *
Heijberg *
Heijden, van der *
Heijder, den
Heijen, van *
Heijer
Heijlen
Heijneman *
Heijnen *
Heijnigh *
Heiss *
Heijst, van
Heijt (van der) *
Heitfeld
Hekkenaer *
Hekkinga *
Hekner *
Heldt, de
Helgoet *
Hell
Hellebuyck *
Hellemans, Helman(s)
Heller *
Helligers *
Helmer *
Helsbergen
Helst, van (der)
Helzer *
Hembeek, van
Hembourg, van
Hembregts
Hemelscours, van
Hemert (van) *
Hemsberg(en) (van)
Hemssens
Hendriks *
Hennequin *
Hennick, den *
Hennij *
Hennin, de
Hennisart
Henrij *
Henrion
Hens(s)en *
12
Hensch *
Hentenaar *
Hentrijck, van
Hentzenberger *
Heppen
Herbergten, l’
Herbert *
Herbertsen
Herborn *
Herbrugge, van
Herck, van
Hercken
Herder, den *
Herdthouwer
Herffs
Herijpon
Herles *
Herman(s) *
Hermont, van
Herp(s) (van) *
Herpers
Herrij *
Herrinck *
Hert, D’
Hertogs *
Herts(en) (van) *
Hes(p)been, van
Hes(s) (van) *
Hese, de
Hesheiver *
Hesp
Hessen, van *
Hettinga *
Heukelom
Heule, van *
Heus
Heuvel, van den *
Heverts *
Heyboers
Heydeman *
Heyen
Heylinck, Heilink
Heym
Heyman(s) *
Heyns(e) *
Heys, de *
Hicquet
Hiel(en)
Hielshout
Hieronymus
Hijbergen
Hildburghausen *
Hildernisse
Hille, van *
Hilleman *
Hillensbergh *
Hiller *
Hilspach
Hinck(a)ert
Hirzel *
Hisse, van der *
Hittinga, van *
Hitzakker *
Hobbelaar *
Hoboken *
Hocke
Hoeck(e) (Houck)
(van) *
Hoeckens *
Hoeckere, van
Hoedonk
Hoef, van
Hoefkint
Hoegaerden, van
Hoeij, van
Hoekman
Hoemaker(s) *
Hoens
Hoepels *
Hoest *
Hoeven, van der
Hofbau *
Hoff, van ‘t *
Hoffman(s) *
Hoffmeester
Hoffsmidt
Hofkens
Hofstadt, van der
Hohenlohe, von *
Hole, de *
Holfers *
Hollaer(t)(e) *
Hollander, de *
Hollemans
Hollislager, D’
Holooge *
Holsberge
Holstein-Gottorp, van *
Holters (Holster) *
Holwerda (Holwarder) *
Hommes
Honders *
Honich *
Honnis *
Hont, de (D’) *
Hoof(t), van *
Hooft, ‘t
Hooft, van der
Hoogaerden, van
Hoogenloon, van
Hoogeveen, van
Hooghe, de
Hoogstad, van der
Hoogvalt *
Hooijk *
Hoolen, van
Hoomis
Hoons (Hoens)
Hoorn, van (den) *
Hoornbeeck, van
Hop *
Hopman(s) *
Horen, van
Horenbeeck, van
Horn
Horsle *
Horst, van der *
Horten, van
Horvoets
Hosdonk *
Hotsson *
Houbrits (Houburts) *
Houck
Houckens *
Houdenaarde, van
Houdijck *
Houssard *
Houston *
Hout, van
Houteborch *
Houten, van (den)
Houtenberch, van *
Houtepen
Houwe(n), van (den) *
Houweninge, van
Hovard *
Hove(n), van (den) *
Hovenier
Hovert *
Hoy, van (de) *
Huart
Hubeek (Huijbeek) *
Hubert, de *
Hubing *
Hubner *
Huenders
Huerlands
Hugo *
Huibers, Huijbers
Huibing
Huigens
Huijde, van den *
Huijen, van
Huijge(n)
Huijgers
Huijman
Huijs *
Huiskes *
Hul
Hullen, van
Huls, van *
Huls(t)hout
Hulst (van der) *
Hulster, de *
Humber(t) *
Humelberger
Huppel
Husaart *
Huskus *
Hust *
13
Huts *
Huwaert *
Huybert, de *
Huybrechts *
Huyser(s) *
Huyshouwers
Huysinga *
Huysmans
Huysselaer *
Huyssen
I
Idsinga (van) *
Iemants
Iersel, van
IJmansen *
IJsackers
IJsenhout, van
IJssel *
IJsselstein, van *
IJssenberg *
Imbeer
Immerseel, van
Impelman *
Indervelde
Ingelsen
Ingenshage (Ingensen) *
Innevelt, van
Inniger *
Iperdik *
Iperen, van
Ips
Isaax *
Isebrandtssen
Isenbaert *
Isengrun *
Ishoven, van
Israel
Isseu
Ita *
Itz *
J
Jackel *
Jaco *
Jacobs(e) *
Jacomijn *
Jaeckrilou *
Jager (de) *
Jagt, van der
Jans(s)en(s) *
Janson
Janssenius
Janter
Japes
Jarniquet *
Jardin, du
Jaspers *
Javelou
Jeffreij *
Jegan *
Jelierse(n)
Jenits
Jenneschijn *
Jerro *
Jesoy *
Jespers *
Jeunens
Jeunis
Joachi(e)m
Jobs(s)(e)(n) *
Jochem
Jocus *
Jode, de
Joggems
Johanissen *
Joije *
Jolij(t) *
Jonckbloets *
Joncker(s) *
Jonckhans
Jonckman
Jonek
Jones *
Jong(h)(e), de *
Jongbloed *
Jongpeer *
Jonnaert
Joos
Joose
Joossens *
Joosten *
Joppen
Jordaen
Joris(sen) *
Joseps *
Josselaar *
Jouin
Jourdain *
Jourdannijs *
Jouw *
Juffreij *
Juliaen *
Jurgen *
K (zie ook C)
Kaam (Caem, Chaam),
van
Kaasen
Kaesemaecker, de
Kaijser
Kakum, van
Kalenbome
Kales *
Kallenbergen
Kalmeyer *
Kam *
Kamere, van
Kameren, van
Kamhout *
Kams *
Kan, de *
Kanof
Kant
Kanters *
Karnoey, du *
Karop *
Karreman *
Karton *
Kashouwers
Kasper(s) *
Kasteel
Katters
Kayaerts
Keesel, van der
Keet, de *
Kegelaars, Kegelers
Kegge
Keijpers
Keijser, de *
Kelder(s) *
Kelen, van der
Kellenaer *
Keller(s) *
Kemmener *
Kemmenits
Kemminck
Kemp(s) *
Kempe, de *
Kempenaar, de *
Kempers *
Kennemie *
Kennis *
Kepers
Keppen *
Kercke(n) (Kerckers),
van (de)(r)
Ker(c)khove(n) (van de) *
Kerrevinck
Kerrewits
Kerschaver(en), van
Kerseler
Kerstens
Kerstiaens
Kerstmans
Kerwe *
Kessel(e), van *
Kestini *
Ketelaar (de) *
Ketsers
Ketters *
Kettman *
Ketwig *
Keulemans
Keulen, van *
Keulenaer
Keutsers
Keuvelaer
Kevelaer *
Keymeulen *
Kicke (Kieke), de *
Kieboom
Kiemans *
14
Kien
Kienhorst *
Kiers *
Kiest *
Kil(le)
Killemans
Killink *
Kimmenaar, Kimmeneer
Kimments
Kimmerier *
Kindt(s)
Kinnie
Kinschot, van *
Kirchner
Kirckpatrick *
Kirschener *
Kits *
Kivit *
Klaasse(n)
Klanu *
Klasse *
Kleemput
Kleermaeker, de
Kleijndijck *
Klerk, de
Klinckaert
Kloester *
Klomp(e)
Kloosterman(s)
Kloot(s)
Kluit (Kluyt) *
Kneger *
Kneizel *
Knevelig *
Knies *
Knijf(f)
Kniphuysen, van *
Knist *
Knockaert
Knodder, de
Knollaert
Knook
Knox *
Knuyt, de
Ko(o)ten, van *
Kober *
Kock, (Kok) (de) *
Kockx
Kodde *
Koeckhoven (van)
Koegel *
Koek *
Koel(e)man *
Koen(s) *
Koene(n) *
Koerorder, van
Koerst *
Koeshal *
Koesman
Kolf *
Kommeren *
Konijn
Koninck, Koning, (de) *
Konstapel, de *
Kook
Kool(s) *
Koolman(s) *
Koopman *
Koorn *
Koret (Corret)
Korssel, van *
Korst
Kosterman
Kot *
Kouweleers
Kouwen *
Kouwenberg
Kraanenburg, van *
Krajenburg *
Kranendonx *
Krantz *
Kreeckman
Krenk *
Krepel *
Krequi *
Kreuger *
Kreuk *
Krieck, de
Kriekaert *
Krijnsen (Crijnsen) *
Kringer *
Krins *
Krockaart
Kroes(e) *
Krom (Crom)
Kroonenburg
Krossaert *
Kruijningen, van
Kruijt
Krychingen, van *
Kufkens
Kuhaupt *
Kuhl *
Kuijk, van *
Kuijpers *
Kuijs
Kuijser, de
Kummel *
Kummens
Kundert
Kunst
L
La(e)ne(n) (de)
Laan, van der *
Laarman *
Laat(s) (de) *
Labestraeten
Lacarts
Lachauw, van de
Lacher
Lacour
Lacque, Lack (van) *
Laden, van *
Laderier
Laer(e), van
Laer, toe *
Laerhoven, van
Lafeber (Lefeber) *
Lagran *
Lainbart *
Laker, de *
Lalier *
Lam(s) *
Lamagie (Lamaige), de
Lamasie *
Lambers
Lambert *
Lambrechts *
Lameer
Lameter *
Lammeken
Lammens *
Lammering
Lammers *
Lamoend *
Lampers
Lamsweerde, van *
Lamze, van de
Lan(dt)schot, van
Lan(n)oy, de *
Lande, van de
Landeghem, van
Landman
Lanfferman *
Lang(e), de *
Langenhove, van *
Langeraad, van
Langeveld(e) (van) *
Langerack, de *
Langerhuys, van *
Langstraat
Lankeren, van
Lankhorst *
Lanot, de *
Lanser *
Lantein
Lants(en)
Lantschot *
Lapa *
Laparire *
Laren, van
Larij (Larri)
Larot *
Lassero
Lasson
Lastro
Laten, van *
Lathouwer(s) (de)
Latin
Latour (van) *
15
Latter, de *
Lattoir *
Latum, van *
Laubespine *
Lauerman *
Laurentius *
Laurier *
Lauters
Lauvens *
Lauwen, van
Lauwerissen *
Lauwers (Lauwaert)
Leardin
Lebrun *
Ledicque, de
Lee, de (van) *
Leege, de
Leek, van
Leemans *
Leen(t), van (de) *
Leender(t)s *
Leenen, van
Leerdam (van)
Leest, van *
Leeuw, de
Leeuwen, van *
Leeve, van
Leevens *
Leewer *
Leezel *
Lefeber *
Legal
Legast, de *
Leger, de
Legra
Leij, de *
Leijnssen
Leijpen *
Leijs(sens)
Leliaert
Lelie, van (der) *
Lembergh(en), van
Lemens, van
Lemmanich *
Lemmen(s) *
Lemssens
Lenaerts *
Lendonck, van
Lennep, van *
Lennyngen, van
Lens
Lent, van
Lenyssen
Lepa *
Lepelaer *
Leplat *
Lerche *
Lescofflie *
Lespijne
Lesquier *
Lestray, de
Lesux, de *
Lettes *
Leu, le (de)
Leunis *
Leur, van der
Leusden, van *
Leuven, van
Leuvenhage, van
Levin, de *
Levra *
Lewe van Aduard *
Leydecker
Leyden, van *
Leyen *
Leyten(s)
Lia (de)
Librechts
Lichtaert
Lichtendag
Lichtermans *
Lieberman *
Liebors *
Liek *
Lienet *
Liens
Lier(e), van (de)
Liessens
Lievens(e)(n) *
Ligne, van
Ligte (Lichte), de *
Lijens
Lijmans
Lijssens
Lil, van
Lillo, van
Limborch, van
Limoge
Limstange
Linck
Linda(a)l *
Lindeboom *
Lindekens
Linden, van (der) *
Linders
Lindonk, van
Lindsay *
Lindt, van
Lindtman, van *
Lint (Lind) *
Lintacker, van
Linterman *
Linthoudt
Lion, de
Lip, van den *
Lipaart *
Lippe, van der *
Lippens
Lishout, van
Lisse
Lisuwe *
Lith, van *
Litsenborch, van
Livin, de
Lizet, de
Lobbens *
Lobit, van *
Lochem, van *
Locht, van der
Lock
Lodewijks *
Loeff, van der
Loeij, van (den)
Loeke *
Loele
Loemans
Loenen, van
Loenhout, van *
Loeys
Loggum (Lochem), van *
Logier *
Loijens
Loijssen
Lomans
Lombaart(s) *
Lombach *
Loncke *
Lonckeren, van
Longerstaeije *
Longerstraet *
Lonisse *
Lonque *
Loo, van *
Loock, van
Looij(en), van (der) *
Loon, van (der)
Looper, de *
Loops
Loos(e) (de) *
Looser
Loots *
Looymans *
Loschart *
Losoer *
Lossaart *
Lossie
Losten
Louf, van der
Louis(se) *
Loureijs(en)
Lous *
Louwe
Louwers *
Louwkens *
Lovon *
Lovyn *
Löwenthal, von *
Loykens
Lozanne, de *
Lubber(t)s *
16
Lubeecq, van *
Lucart
Lucas *
Luchtendach
Lucie, de
Lucini
Ludders *
Lueter
Luijks (van) *
Luijten, Luijts (van)
Luijter
Luis, van
Lükens
Lullin *
Lunden
Lunders
Lundie
Luning
Lunken
Luringa *
Lussis
Lust *
Lutijch *
Luyringa *
M
M(e)ijlemans
Ma(a)le(n) (van der) *
Maagh *
Maber, de
Macbeen *
Machel, van
Machielsen
Machij *
Mackay *
Mackeling
(Meckeling) *
Macquet
Maden, van der
Madereel(s)
Maendecker
Maertens
Maes *
Maescant *
Maet(s) *
Maeyer (de)
Magenbroek *
Magerman
Maget (Magot) *
Magnus *
Maheu *
Maije *
Maillant
Maitre, le *
Majeur *
Majoor *
Makasker
Makker
Mal(e)pas *
Malard *
Maldegem, van *
Malder, van
Malderee, de
Maleprade, de *
Malerne
Malihan *
Mallesch *
Mallet *
Mampo(e)y
Man, de
Manderse(n) *
Mangelij *
Manmaker, van (de) *
Mannaars, Mannaert *
Mannes
Mannteuffel, von *
Mansion *
Mantall *
Manteau
Mantel *
Marant
Marcelis
Marchand
Marckel, van *
Marckx
Marcus *
Mare, de (van) *
Mareijnen
Marichal
Marien
Marin
Marinusse(n), Marinuszn.,
Marijnissen *
Maris
Markeij *
Marons *
Marre *
Marrets van Crijtsma *
Mars
Marsijn *
Marsillac (de) *
Martens, Mertens *
Martfeldt *
Martijn *
Martin
Martini
Martinin *
Martinus
Martuyt *
Marwel
Marx *
Marxplas
Mascamp *
Masenaer, de
Maseroen *
Massen, de *
Massieu
Mast, van der
Masur *
Masyn *
Matack *
Matens
Matin *
Matruijt *
Mats *
Matten, van *
Mattenburg(h)
Matteriael
Mattheussen(s)
Matthijssen *
Mau(l)pas, de dict
d' Ailleur *
Mauregnault, de *
Mauritius
Me(e)rsche, van (der) *
Meckelenburg *
Medivini
Mee, de *
Meel, van
Meenen, van *
Meer(en), van (der) *
Meerbeek (van) *
Meerbergen
Meere, de *
Meerendonck, van
Meerle, van
Meerling *
Meermans *
Meerop
Meertens, Mertens *
Meerts
Mees *
Meester, de *
Meesters
Meeusauders
Meeusch
Meeusen
Meeuw, de
Meeuws
Mehuys
Meij, (van) de(r) *
Meijer(s), Meyer(s),
Maeyer (de) *
Meijere, de
Meijnaert(s) *
Meijnckers *
Meijnen
Meijns
Meijs
Meijser *
Meijts *
Meini(n)ck
Meir, van
Meire, de *
Meirsman, Meersman
Meirstraten, van de *
Meker(e)n, van *
Mel
Melam
Melckebeke
Melieff
17
Melis(sen)
Melleyn
Mels(sen)
Melun, van *
Mendouck (Mendonck)
Meneur
Menne(n)s
Mennekens
Mens(ch) *
Mensel, van
Menseur
Menten *
Mentkens
Menu
Mepsche, de *
Meraes *
Merburch (Menburch),
van der
Mercelissen
Merchijs *
Mercier
Merckens
Merckenstein, van *
Mercks
Merel *
Mergel *
Meriel *
Merip (Mierp), van de
Merren, van
Mersys
Merteleers
Mertens
Mes
Mesgates *
Mesier *
Messchart *
Messers *
Messing *
Mestdach
Mesuer
Met, de
Meteren, van *
Metselaar, de
Mette *
Metteneye
Metternich
Mettiens
Metz, Mets *
Meul
Meulder, de
Meulemans
Meulemeester (de) *
Meulen, van der *
Meulepas
Meur(en)s *
Meus(e)
Meuyte *
Mevius
Meyer, de
Meyls
Meynentre
Meyros
Micelis *
Michiel(sen(s)) *
Middernacht
Midy *
Mie, van
Miegem, van
Mierlo, van
Mierou *
Miers
Migom, van
Migro, van
Mihlheim *
Mijlemans
Mijll, van der *
Mijnaer *
Mijnekens
Mijnendonck
Mik *
Miliore *
Miller *
Min, de
Mindonck
Mingnot *
Minjon
Minjot *
Minnaar, Minnaert
Minne
Minnewit *
Mion
Mirevoorden, van
Mischau (Mischou)
Miseroij
Miseur
Mittendorp
Mittillo (Mitello), de *
Mock
Moedersoon
Moeje (Moey, de)
Moelants
Moelen, van der *
Moelijker *
Moens *
Moer(s) (van de) *
Moerbeke
Moerdijck
Moerloos
Moerman(s)
Moeser *
Moet *
Mogge (Mugge) *
Mol(le) (de) (van) *
Molenaer(s), Meulenaer
(de)
Molier, de
Mombalye *
Mommaert
Mommerency
Monderick, van *
Mondragon *
Monse *
Mont, du (de) *
Montal
Montanu *
Montanus *
Monteer *
Montenacq
Montese *
Montignij *
Montvoirt
Mooninckx
Moor, de *
Moorman(s) *
Moors
Moorthamers *
Moos
Mooser *
Morbo *
Morden *
Morel
Moretus
Morgan *
Morgenrood *
Morteleque *
Mortelmans
Mortem *
Mortier
Mosel *
Moshoorn *
Mosijn *
Mosselman(s) *
Most, van der
Mostaert *
Mostinck
Mostman
Mottin
Moubailie *
Mourik, van *
Mouw, de *
Mouwe *
Moyaert(s)
Muddese *
Mudescherm
Muggebroek *
Muiers *
Muijden, van der *
Muijser *
Muijswinckel *
Muijts
Muilman *
Mul
Mulder(s) (de) *
Mulemans
Mulert tot de
Leemkuil *
Muller *
Mulot *
Mulstro, van *
Munck, Munninck, de *
18
Munster, van
Munsterman
Munter, de *
Muny, de
Murtelman
Muskes *
Muss(ch) *
Mussill
Mustere *
Muys, Muijs *
Muysenhol
Muysvinck
Muytien *
Muzijn
Mynekens
N
Nachtegael *
Nagel *
Nagelkercke
Nahuys, van *
Napen
Narwell *
Nassau, van *
Nassau-Weilburg, van *
Nassauwen, van
Nassette
Nathals
Nebbens
Nechel *
Neck, van
Nederveen
Neef(f)(s) (de)
Neels
Neerho(e)ff (van) (de)
Neesen, van (der) *
Negrij, de
Neijnes
Neijt *
Nelen
Nepveu, le
Nerinc(k)x
Nes, van
Nespen, van
Nesselaer
Nest, van der
Net, van der
Neuff, de
Neuha *
Neuhaus *
Neuits
Neut, de
Neve, de
Nevelsteijn
Nic(o)laas *
Nicolai *
Nieman *
Niemantse *
Nier, van
Nierop, van den
Nieucoop
Nieuman *
Nieustad, van der
Nieuwburgh *
Nieuwelande, van
Nieuwendijk, van den
Nieuwenhuijse (van) *
Nieuwman *
Nijmegen, van *
Nijs (Denijs), de *
Nijssen
Nike
Nimwegen, van *
Ninette *
Nishoven(s) (van)
Nispen, van
Nisse, van der
Nobel *
Nodebadt *
Noë
Noeijen, van
Noens
Noit, de
Nolde *
Nolkens
Nolthenius
Nonnius *
Noo, de la
Noom(s) *
Noord, van den *
Noorman *
Noort
Noorthoek *
Noorthooren, van *
Noorwegen, van
Noot, van der *
Noppen
Noremans
Noret *
Nosse *
Notelaer *
Notelteirs, Notel(t)iers
Nottynk, Notting(s),
Nottinck *
Noue, de la *
Noutse
Nouwen
Noval *
Nuffelen, van
Nuijten
Nuijts
Nult, van
Numans
Nunius
Nutte, le *
Nuyens
Nuysen
Nydt (Nuyt)
O
O(o)rtegem, van *
Obdam, van *
Obijn *
Obseelant, van
Ockema, van *
Ockens
Ockers(e)(n) *
Odan *
Oeij, van
Oepels
Offerman *
Officiers
Ogiers
Oillaartsen
Okhif (Oklis)
Oldenbarnevelt, van,
genaamd Tullingh
Olingius *
Oliphant *
Olivarius (Oliviers)
Ollemans
Ommis
Ong(h)ena
Oninckx
Onninck *
Onrugge, van *
Oodonck
Oolandt, van
Oole *
Ooms
Oordenbagh, van
Oorloff *
Oort, van *
Oos(t)dorp, van
Oos(t)dyck
Oost, van der *
Oosterlant *
Oostwalt *
Opdenal
Opoogen, van
Opstal, van
Opzomers *
Orduijn(en), van
Orij, d *
Orliens, van *
Orneholm, van *
Orsen, van
Orts
Orysom *
Osaen *
Osfort *
Osmans
Ossendorp, van *
Osta, van
Ostheim, van *
Ostin
Otsen *
Otten
Otterijck, van
Otto *
Oub, van *
Oude, d’
19
Oudenhove, van
Ouderogge *
Oudstraten, van
Outermans
Outrein, d’
Ouwe, den
Ouweleck
Ouwens, van
Ouwerkerck
Overbe(e)ke, van *
Overhooft *
Overloop, van
Overmaeckers
Overstra(a)ten, van
Ovink (Ovingh),
Oninck *
Oyens
P
Pa(a)ne(n)
Paalmans
Pabst, van *
Pachet *
Pacht *
Pachters
Padburch *
Paddenborch, Paddenbroeck,
van
Paelman
Paelysonne, van *
Paepenbroeck
Paepleij *
Paerewijck, van
Paesschen
Page *
Pagter, de
Pailiu *
Pain
Pal, de
Palinkx
Pallaster *
Pallemans
Pallenis
Palm *
Palma, de la
Palmans
Palmstrom *
Pamele(n), van
Panis
Panneel
Pantalon (Pantelon)
Pantegem, van
Panthaleon, van
Panthen, Pante
Pape, de *
Papet *
Paplay *
Papon
Paqué *
Parijs (van)
Parma *
Parneren, van *
Partereye, van der
Pas(s)chiers
Pas, van der *
Pasbrugge *
Pasi
Paspo *
Passel, van
Pastins (Passins) *
Patist *
Patner *
Patrijs
Pau, de *
Paulier
Paulsen
Paulus
Paumans
Pauw, de
Pauwels *
Peely *
Peer *
Peerboom
Peerts *
Peeterman
Peeters dit Cats *
Peeters(en) *
Pefferputs *
Pegel
Peijs *
Peleman *
Pell
Pelle *
Pellens
Peller
Pelt, van
Pen *
Penneberch(s)
Penneman
Penser *
Pepermans
Perceval, de *
Percheval
Perdaans
Perenot
Peret
Perez
Permans *
Perot de la Forest *
Perpetueel *
Perre, van der
Perrels, de *
Pers, van (de)
Persen, de
Persene *
Persy (Persie)
Peruquiers
Pessele, de *
Pessers
Pester, de
Petain, de *
Peter *
Peterincks
Pets *
Peukaert
Pevelt, van
Peijere, de la *
Pfarrer
Phiffer *
Phillips(sen) *
Phillipo
Pichwiller
Pickhardt *
Pidoe *
Pieper(s) *
Pieren *
Pieriere, la *
Pierlinck *
Pierre *
Pierret
Piers *
Piershil, van *
Piesch *
Piesens
Pieters(e)(n) (de) *
Pietersol
Piets (Pietsch) *
Pigge(n) *
Pijese
Pijl *
Pijn
Pijpenseel
Pijpers
Pikkers *
Pilaer
Pilet *
Pilier *
Pilkington *
Pillij *
Pin(ne) *
Pincester *
Pindes *
Pinel *
Pino, de
Pint *
Pinte(n) *
Pintjes
Pippinck (Pipping) *
Piron *
Piroole *
Piret *
Pis
Piskamskij *
Pisserij
Pisten, van der *
Pittenius *
Pla, de
Plaan *
Plaman
Plancke *
Plas (van de)
20
Platencopter
Plavier *
Plecker, de
Plester
Plettenberg, van *
Ploijsteen
Plompen
Plooijers
Plouch *
Plovier *
Pluck *
Plunder(s) *
Pluvier *
Pock *
Poeck, van
Poel(e)man(s) *
Poel(s) (van der) *
Poers, de *
Poitiers (van), Pottiers *
Pol, van der *
Pola(c)k *
Polane *
Polfliet
Pols
Pon, de, du *
Pons *
Pont, de
Poock *
Poorter, de *
Poortvliet *
Pooter(s) (de)
Popeliers
Poppe *
Populier
Porbeek *
Pordu *
Pornaerts
Porquin *
Porrenaer
Portas *
Portiers
Possenier
Post (de) *
Postema *
Pot *
Potse *
Pottelberge (van)
Potter, de
Potters
Pottey *
Pottiers *
Potvruijt
Poulaen
Poule *
Poulier
Poulus
Poussant *
Pouwels *
Poverit *
Pradellis, van
Pradle *
Praet(s), van
Praetorius *
Prager
Prechler
Predomme *
Predry *
Pree, de *
Prest
Prevost *
Priemaeker
Prier *
Priest
Priesterdom(s)
Pril, de
Prins (Prince) *
Pronker(s) (Pronkes) *
Proole *
Proost
Provo *
Provoost *
Pruijmboom *
Prumer
Puieveld(e)(n) (van)
Puijenbroek
Puijnen, van
Puillinus
Pullaer (van)
Purnou *
Putmans *
Putte(n), van (der) *
Putter, de *
Putterije, van de
Puttkammer, von *
Pyron *
Pyster
Q
Quackenbergh *
Quaetaes
Quant, le *
Quedoux *
Queer *
Queillerie, de la
Quetstroij *
Quick
Quickelers
Quinteijn
Quirijnsen
Quist
Quistwater
R
R(e)ijs(s)en, van (den) *
Ra(e)m(s)donck, van
Raats, Raets
Rabe *
Rademaecker
Radt, de
Raeckmes
Raef
Raeij, van *
Raem, de *
Raep
Raepsaet *
Raes
Raesvelt *
Raet, de *
Raevensteijn
Raeverts
Ram, de *
Ram, van
Ramirez *
Ramont
Rampon *
Rams
Ramzij *
Rande, de *
Randou *
Rank *
Ransbeeck, van
Rapenborgh
Raphaels (Rafels)
Rapin *
Rapsaet *
Ras (Raz, Rasch) *
Rasels
Raspens
Rassaert *
Rasschen *
Rau, de
Rauber, de
Rauch, Raugh
Rauw *
Rauwens
Ravin
Rayn, de *
Reael
Rebbers
Rebenscheidt *
Rechter, de
Ree, van der *
Reebouts (Rheebouts)
Reeckenroy, van *
Reegh, de
Reemer(s) *
Reest, van der
Reet, van
Regaerts
Regelbergen
Regemo(o)rtel(s) *
Regers
Regius
Regter, de
Regum *
Reichman *
Reifers *
Reij, de *
Reijgers *
Reijgersberge
Reijgersdorp, van *
Reijgh, de *
21
Reynaert
Reijnen
Reijnbach *
Reijniers(sen) *
Reijns
Reijsen, van den
Reijser, de
Reijter, de
Reinders *
Reinhard *
Reinje *
Reinerus
Reijter, de
Remeeus
Remijnss
Remkers (Renckers) *
Remy
Renars *
Renders
Renesse (van) *
Rengel
Rennerus
Renon *
Renoo, van
Renoy, van
Rens
Rent, de
Rentrop *
Repstock *
Res, du *
Retaen
Reukers (Reukels) *
Reuse, de *
Reuther *
Reuver, de
Rex *
Reyers
Reyes, de los
Reynegom, van
Reyninckhuyse *
Rhee, van
Rhijnen
Ribbers (Ribbens,
Rubbens) *
Ricaert
Richard(t) *
Ridder, de *
Ridderkercke, van
Riddings
Rie, de *
Riefhoens
Riek *
Riel, van
Riemen *
Riemenschnijder
Riens *
Ries, de
Riessee, de *
Rietstraate
Rijcaert *
Rijck(e), de (van) *
Rijen, van
Rijke(n)bach *
Rijmers
Rijn, van
Rijnberg
Rijns, Reyns
Rijnschaert
Rijnsen
Rijp, van de *
Rijpen, van de
Rijssel, van *
Rijswercker
Rijswijck, van *
Rijt, van der *
Rijtseert *
Rijven
Rilkington *
Ring, de *
Rissiel (Rissel)
Ritgart
Rits *
Ritsaert
Riviere, de la *
Ro(c)que, de la *
Ro(o)se(n)(s) *
Robbe *
Robber(t)(s)(son) *
Robeijn
Robrechtse
(Robregtse) *
Rochebrune, de *
Rochel
Rochus(sen) *
Roef *
Roek(s) (de)
Roelands *
Roelen (van) (den, der)
Roelof(f)(s) *
Roels
Roepel
Roer, van der
Roessoens
Roest *
Roevens
Roever, de
Roger *
Roggeband
Rogge(n) *
Rogiers *
Rohde *
Rolfiers
Rollant *
Rollé, de *
Rollers, de
Romaal
Rombout(s) *
Romcke *
Romeins *
Romers(sen)
Rommaal
Rommels, van
Rommens
Rommers
Romon(s)
Romp(e) (de) *
Rompa(y), van
Romst, van
Rontvisch
Roo(t)sterk *
Roo, de
Roobol(le) *
Rood *
Roode, van (de)
Rooij (Roij, Roy,
Roeij), de *
Rooij (Roij, Roy,
Roijen), van *
Rook
Roomans *
Rooms *
Roos (de)
Roosenboom, van
Roosendael(e), van *
Roovere, de *
Roovers
Rop, de
Ropervijere *
Rosa
Roscam (de)
Roschap *
Rosencrants *
Rosenraad
Rosiers
Ross *
Rosseau
Rossyman *
Rosting *
Rotaen
Roth, de *
Rotterdam, van
Rottier
Roubaix, de *
Roubergen, van *
Rouck *
Rous *
Rouveroy (Roeveroy)
Rouwens
Royen, van *
Royenacker, van
Rub(b)ens
Ruckven, van
Rudolph(us)
(Roedolf) *
Rueb *
Ruelles, de *.
Rufius
Rühlmann *
Ruighaver
Ruigvoet
22
Ruijgenwolde, van
Ruijl *
Ruijssaert (de)
Ruijten
Ruijter(s) (de) *
Ruijtings
Ruitenburgh *
Rulhof
Rupelmonde, van
Rus(t)hof(f) *
Rusere *
Russon *
Rutgeer(t)s *
Ruth *
Rutte *
Ruylof
Ruys(ch) *
Ryckaert
Ryckers *
Ryfen *
S
Sablisko *
Sabot *
Sael *
Saes (Sas, Sacx) *
Saffre, le *
Sagoo
Saij, le *
Sakaerts
Sakkling *
Saksen-Gotha, van *
Saksen-Hildburghausen,
van *
Saladyn *
Salamanca, de
Salamière *
Saldor
Sale, de
Salet *
Salien
Salisch, van *
Salle, de la *
Salm, van *
Salomon *
Salve, de *
Salwegter *
Sam(m)in *
Sampont
Samsom *
Samuels(en)
Sande(n), Zande(n),
Sand(t) van (den) *
Sanders *
Sandijck, van
Sandoz, Sandos *
Sandtcrucke
Sanen
Sanleck *
Sano
Sanson *
Sant, op ‘t
Santen, van
Santonnas *
Santvliet, van
Sappius *
Sarraz, de la *
Sas
Saton *
Sattelion (Schattelion) *
Sattler
Sauer *
Saunois, de
Sauternelle *
Sautijn
Savernel *
Savornin, de *
Schaans
Schaap *
Schaapmeester, de *
Schaar *
Schaats *
Schach *
Schadt
Schaellel *
Schaft, van der *
Schage, (van) *
Schakelaer
Schaljers
Schalk(en), Schalks
Schallenbergh *
Schaluijnen, van
Schaperein *
Schapers
Schardou, van
Schares
Schart(s) *
Schaveren, van
Scheeffer *
Scheer(s) *
Scheffer *
Scheffner *
Scheirders
Schelde, van
Schelfhout
Schellaert(s)
Schellekens *
Schelling *
Schelstraten, van der
Scheltinga, van *
Schenck *
Schenckels
Schepbers *
Schepens
Schepers, Scheppers *
Schepfsenaer *
Schephorst *
Scheraar *
Schermmeester
Scherpenisse
Schersher *
Schetsen, van
Schetz *
Scheulen *
Scheurmans
Scheyner
Schieter(e), de
Schil, van
Schilde (van)
Schilder(s) (de)
Schillemans
Schilperoort, van
Schinck
Schinemaker *
Schinkel *
Schiphorst *
Schippers
Schledwig *
Schleer *
Schleiber *
Schler *
Schlippenbach, van *
Schmidt *
Schmoger *
Schnijder, Schneider
Schoelinck
Schoenmaker *.
Schof
Schol *
Schols *
Scholten *
Schonaerts
Schoofs
Schoojer, de
Schoon(en)(s) *
Schoonberger *
Schoonekam *
Schooneman
Schoonhove(n) *
Schoonmaecker, de *
Schoonvliet, Schoonvlied
Schoor(s) (van)
Schoot, van der *
Schooten, van
Schopff *
Schorer
Schorlemmer, van *
Schorre, van
Schot *
Schotsen
Schotsman
Schotte *
Schouman *
Schoute(ns)
Schouteet
Schouwaerts
Schouwen, van
Schouwenbergh *
Schouwin
Schraessaert (Schrassert) *
Schram *
23
Schrans *
Schreijer(s) *
Schreurs *
Schrijver(s)
Schroup *
Schuerman(s)
Schuers *
Schuijlen, van
Schulen *
Schuler
Schurremans *
Schut *
Schuts *
Schuttel
Schutter, de *
Schuyt
Schwartz *
Schwartzenberg, van *
Schweinitz, von *
Schyffbane, van *
Schyve
Scott *
Scrijder
Sebastiaensen *
Sebrechts
Seckebolle *
Sedebos
Seelander, de *
Seergesel *
Seeuw, de
Seevens *
Segaer *
Segboer
Segelaer *
Segelen
Segers *
Seijs, Sijs *
Seijtsma, van *
Sejo *
Sekkebol
Selder *
Selderslagh
Selen
Selenkel *
Selies
Selieus (Selicus)
Selle *
Sellen
Sem, de
Semeelen
Senegom *
Senen
Senij
Senoetsen, Senoijts
Senot
Senten
Sep(s) *
Sereis *
Serg(e)ijsels
Serooskerke, van *
Serras *
Serrijns
Serrus
Sersanders
Sertier *
Servaes
Serverans
Seslaers *
Sesselaer *
Seu
Severijns
Seyens
Sezel *
Shavert *
Sibiest
Sicaer *
Sick(x)
Sicquart *
Sier, de
Siervelt, van
Siewaert, Sijwaert *
Sifflé
Sijbrantsen
Sijkaer *
Sijmons *
Sijms
Sijwert *
Sikkebolle *
Silgrijn *
Simonaert *
Simon(s) *
Sino
Sinoij
Sinso *
Sinte
Sion
Sip
Sipers
Sirink *
Sittaart(s) (van) *
Sit(s) *
Sjan *
Slachtvelts
Slaepterop
Slagmeulen, van der
Slangenburg, van *
Slegers
Sleijs
Slicher
Slijk, van der *
Slik, op ‘t *
Slimman *
Slinders
Slipen
Slokke
Sloor
Sloot *
Slootman(s)
Slotbrugge *
Slotemaker
Sluijs(kens) *
Sluyters *
Sma(e)deling *
Small(e)(n) *
Smallegang(e) *
Smedeken *
Smekes *
Smeltzer
Smet(s) (de)
Smeule
Smeyers
Smissaert *
Smit(s) (de) *
Smitter
Smolders
Smout
Smytegelt
Snabel *
Sn(e)ijers
Snedt
Sneijtthever
Snel *
Snelder(s) *
Snellen *
Snelling(h)s
Snetelaer *
Snijder(s) (de) *
Snikkel (Snikker) *
Snoij
Snol
Snollaerts
Snouck (Snoeck) *
Snull
Sochemien *
Soebeer *
Soelen, van
Soete, de
Soeteman *
Soeteweij
Soeties *
Sofie (Sophie)
Sohier(s)
Somer(s), Sommers, de *
Sommelsdijk, van
Aerssen van *
Sommerzee *
Son, van
Sondach *
Sonders
Sondts *
Sonnaert
Sorbotto
Soubrij *
Sourij *
Sousse *
Soute (de) *
Soutelande, van *
Souvage *
Spaan(en)
Spaanhoven (van)
24
Spaax *
Spadano
Spaendonck (van)
Spanbroeck, van Gheel
van *
Sparre, de *
Spauvuijt, Spanvuijt *
Spauwt *
Specht
Speciens
Speciniers
Speckx, Specks
Speeck
Speeckaert *
Speelman(s)
Spel *
Spelderstraete *
Spens *
Spenvoorde *
Spiegel Elias *
Spielmans
Spierinck
Spijckenisse
Spijtinck(s)
Spiker
Spildooren
Spinnin *
Spinroot
Spirs *
Spisses
Spit *
Spitael
Spoorten
Sporckmans
Sportel *
Sprangers
Spreij *
Sprenger
Spronk
Spruyt
Spyckt, van
Squirs, de *
Staal, Stael(s) *
Staats, Staets *
Stabroeck, van
Staeij, van
Staelbeemdt, van
Staenjenhuijsen, van *
Staes *
Stagniete
Stakenbrouck, van *
Stal, van der
Stampeel *
Standaar *
Standonk, van
Stangeniete
Stapele, van *
Stappaert(s)
Stave *
Stavenisse
Stavers, van
Ste(e)ge(n), van der *
Stee, van der
Steeland
Steen, van *
Steenaerts *
Steenbergen, van
Steengracht *
Steenhouwer
Steenhuysen, van *
Steenkiste *
Steenman
Steenwijer *
Steenwijk *
Steenwinckel, van
Steerlingh *
Steijen, van
Steijl *
Steijmans
Steijn(s) *
Steijner *
Steijnhart *
Stel, van
Steliaerts
Stellenaar
Stenhuis (Stenhuys)
Stephan *
Sterck(en)
Sterevelt, van
Sterthemius
Steur *
Stevelin, de *
Stevens *
Steynemolen, van
Steynen (van)
Sthule *
Sticklughs *
Stieger, van de
Stiermans
Stils
Stock(e) (van der) *
Stockem, van
Stocklij
Stoel
Stoetting *
Stoffels(e)(n) *
Stokmans
Stommer
Stomp *
Stoop
Stop
Storens *
Stotzer *
Stouten
Straetmans
Stralen, van
Strang *
Straten, van (der) *
Striert
Strijbo(e)sch (van)
Strijdom(s) *
Strijdonck *
Strijen (van) *
Stringe, van der *
Strooban(d)t
Stroom *
Strothe *
Stroyer
Struik *
Strumm *
Struver, de
Stu(w)art *
Studelaan *
Stuer *
Sturler *
Sturm
Stuten *
Stuyck, Stuick
Styrum *
Suart *
Suchtelen, van *
Suden *
Suij
Suijers
Suijffarth *
Sulcken, van
Sulen, van *
Sunneken *
Surceauw
Sure
Surij *
Suterland *
Sutreijs *
Suvrij *
Suwaart *
Suycker
Suyrmeyer *
Sw(e)ijgers
Swaga *
Swagemakers
Swanenburg, van *
Swanke *
Swart (de) *
Swartenbaert
Swartsteen
Sweden, van
Sweerde, van de(r)
Sweers, Zweer(t)s *
Sweeter, de
Swens *
Swering *
Swert
Swertenbaert
Swieten, van
Swijnen
Swijvere (Swijvel), van
Swinnius
Switzer *
T
T(h)iel(e)man(s) *
25
Taaimans (Taeymans)
Tabbert *
Tabier *
Tack, Tacq
Tacx
Taertwyck
Taets van Amerongen
Taffel *
Tahon
Taijaert(s)
Talij, de
Talling *
Tals
Tamelinck *
Tameyden, van *
Tamminga *
Tanboi
Tanneborgh *
Tarios *
Tarrijn
Tarris *
Tas
Tasbergh
Tatszer
Taute *
Teekelenburgh
Teerlinck(x) *
Teijt *
Tekenborgh *
Tekens
Teligny, de *
Telleger *
Temet
Tempel, du *
Tenijs (Tenys)
Tergouwe *
Teriere *
Terninckx
Terwiel *
Tesselaar
Tessemaaker *
Teuersens *
Teugels
Teulbo(e)ij
Teullieres *
Teunisse(n)
Theeus
They, de
Thibou *
Thiel, van
Thielens(en)
Thienen, van
Thierry *
Thijs(sen) *
Thil *
Thoen *
Thomas(sen) *
Thonisse(n)
Thooren, van de *
Thulliere *
Thuyll, van, van
Serooskerke *
Tibaut
Tiberis, Tiberius
Tichelen (Tichelt), van
Ticher *
Ticke *
Ticquet *
Tielens
Tiels
Tienhoven, van
Tiers *
Tiesemans *
Tijdeman *
Tijlder *
Tijsius *
Tilburg (Thielborg), van
Tille, Tilli, Tillij, du *
Tim
Timmerman(s) (de)
Timmers *
Tissen *
Tisson *
Tistermans
Toche *
Toelaer
Toij, du *
Tokwijl *
Tollius
Tombe(n), van der
Tomcomp *
Tondurp *
Tongeren, van *
Tongerlo
Tons *
Tonseijn *
Tops
Torenborgh
Tornel *
Torre (Thorre, Thorry)
Torrijn *
Touchon *
Tour, de la *
Tourlingh *
Toutbeau
Tramble *
Trapp *
Tre
Tremeniers
(Tremonier) *
Tresenier
Tresorier
Treurniet
Trevelin, de *
Treyst, van
Trier, van *
Trijmmoniers
Trijssens
Tritran *
Trogh *
Trompe *
Trompet
Trouw, de *
Trouwel *
Truijen(s) *
Truijts
Truyman
Truytien
Tugels
Tuinemasis *
Tullingh
Turck *
Turnhout, van
Turuluer
Tutelaer *
Tuwaert
Tuyttere, de
Twist, van
Tyds *
U
Ub(b)ing
Uffelen, van *
Uijtvliet, van
Ullens
Urck, van
Usewet *
Utenbrouck *
Utijn, van
Utrecht, van *
Utterbeeck, van
Uvans *
Uyt(t)endale
Uyttenhamme
Uytterwijck, van *
V
Vaart, van de *
Vaeckemans
Vaen
Vaenders
Vaeuij
Vageneijnde
Vaillant *
Val(c)k (van der) (de) *
Valckenier *
Valentijn(s) *
Valevolit, de
Valkenburg(h), Valkenborg(h)
(van)
Valkenhoff *
Valks, Valckx
Vallee, de
Valou *
Vals *
Valtman *
Vannius
Varent *
Varick, van
Varnier *
Varre, van der
Varremaet, Voormaat
26
Vasseur
Vassoir *
Vassy, de *
Vast, van der *
Vastesager *
Vastman
Vaux, del
Vay
Veau, de
Veen, van der
Veerbeek *
Veerman (de) *
Veere *
Veers
Veijdt
Veijser (Vizer) *
Veke(n), van (der)
Vekemans
Velde, van de(r) *
Veldermans
Velders
Veldhoven, van *
Velmans
Veltman(s) *
Venist
Venne
Ver(h)elst
Verachtert
Veraert
Verbaenen
Verbeeck *
Verbeelen
Verbegne
Verberckt
Verbergh
Verberkmoes
Verbert
Verbessel
Verbi(e)st
Verbocht
Verborghaven
Verboom *
Verboon
Verbraecke
Verbrugge(n) *
Verbulck
Vercammen *
Vercauwen (Vercauwelen)
Vercouteren
(Verkouteren,
Verkauteren)
Verdelft
Verden *
Verdijckt
Verdonck
Verdooren *
Verdoot
Verduin
Verdyn *
Vereecke *
Verelst
Vergauwen *
Vergoes
Vergouts, Vergaut
Vergucht *
Vergult
Verguts
Verha(e)ge(n)
Verhaak *
Verhaeght *
Verhaer(d)t
Verhasselt
Verheijen
Verhelst
Verhesen
Verheugen
Verheul *
Verhoeff *
Verhoeven *
Verhoge
Verhoord *
Verhouck *
Verhulst
Ver(r)ron
Verkruyssen *
Verlare
Verlaten
Verlet *
Verleye
Verlucht *
Vermaar *
Vermaelen
Vermaes(en) *
Vermaet
Verman *
Vermande *
Vermarct
Vermeer *
Vermeersch, Vermeersen *
Vermeij(d)en
Vermeiren
Vermere, la *
Vermeulen *
Vermeurs *
Vermeylen
Vermijlen
Vermou
Vermuijlen
Vermuyden
Vernaet
Vernede, de la *
Vernier
Verniere, la *
Vernisse *
Verpoorte(n) *
Verr(e)ijk(en) *
Verresen
Verscelle
Verschaere *
Verschaven
Verscheld *
Verschellen
Verscheur
Verschoor (en) *
Verschoten
Verschoufels *
Verschuur(e)(n) *
Versebroek *
Versijs *
Verstal *
Verstappen
Versteilen *
Versteynen, Verstijnen
Verstra(a)ten *
Verstryen
Vertholen
Vertongen
Verudt
Vervekke *
Vervenne *
Vervliet
Vervloe(d)t *
Vervoorn
Vervoort
Vervrangen
Vervrecken (Vrecken,
van)
Verweelde
Verwilde
Vesper *
Veth
Vettens (Vettiens,
Vetjes)
Vetter *
Vianus *
Viellefon
Viers (Fiers) *
Vijffeyck, van *
Vijlder, (Veijlder,
Vilder), de
Vijncke
Vijne (Vine) *
Vijver, van de
Vilere *
Villaers, de
Ville, de la (van) *
Villers, van *
Vin(c)k(e) (de) *
Vin, de (du) *
Vinalmont, de
Vincent *
Vinckenborg, van
Vingerhoed
Vingie *
Vinson
Vioen
Virij, de *
Visch (de) *
Visidoir
Visschendiep *
27
Visser (Visscher) (de) *
Visvliet, van
Vits
Vive
Vivenis
Viver, de *
Vivier, du *
Vizer (Visier) *
Vizidor
Vlacke
Vlaemings *
Vlam(s)
Vlascamp *
Vleerbosch
Vleeshouwer *
Vleugels *
Vleyt, van der
Vlieger, de
Vliet, van *
Vlimmen
Vlimmeren, van
Vloet *
Vluminens
Voegaert
Voeman
Voerman, de *
Voester *
Voet *
Vogel *
Vogelaer, de
Vogelprael *
Vol
Volbergen, van *
Volders *
Volen
Volike *
Volkert
Volleman
Vollemoer
Vollenhoven, van *
Volm(a)er
Volmerincx
Voogd (de) *
Voorbeijtel
Voorde(n), van de(r) *
Voormaat
Voorst, van *
Voorzee
Voost
Voren, van
Vorst, van der
Vos, de *
Vosbeeke *
Vosberg(h)en (van)
Vossaart
Vossemeir, van
Voye, de
Vredeman de Vries
Vredeveld *
Vree, de
Vreede
Vreeds
Vreese, de *
Vrey (Vrij), de
Vreys *
Vrien(d)t(s) (de)
Vries(e), de *
Vriesebolk *
Vrieslandt *
Vrijberghe, van *
Vrijdagh *
Vrijman *
Vroegens *
Vroegop *
Vroijlijck (van) *
Vroon *
Vroun, de *
Vugt, van *
Vuijtbergen, van *
Vune *
Vurst (de)
Vut *
Vuyst
Vyet, van der
Vyt
W
Waal (Waele), de *
Waart, de *
Wacht *
Wach(t)mans
Wachtendonck, van
Wachter, de *
Wadden
Waeijenbergh
Waelens
Waerdenburg, van
Waerent, van den *
Waerseggers
Waert, de
Waeyer, de
Wafel *
Wafelaar *
Wagemaker, de
Wagemans
Wagen, van der
Wagenaar *
Wageningen, van
Waggelda *
Waghtendorp *
Wakker(s) *
Wal, van der *
Waldeck, van *
Walet *
Walhaven (Wolhoven) *
Waliers *
Walle, van de *
Wallis *
Wallon *
Walraven(s) *
Wals *
Walsbag
Walser *
Walter *
Waltman *
Wandeleer, de
Wangenheim, van *
Wanroye, van *
Wantenaer *
Warijn, de
Warlenaer
Warnaer (Wernaer) *
Warnier *
Warre(n) (van) *
Warton *
Was(s)ing *
Waseyse
Wassenaar-Obdam,
van *
Wassenhove *
Wassij *
Water, van de *
Waterman
Watervliet
Watson *
Watstein
Wattelé
Wattermans *
Watterne *
Watthieu
Wauman
Wautelet
Wauters
Wavere, de *
Weber *
Wecheffrindt
Wee, van (der)
Weelde *
Weelden, van
Weelen
Weemaes
Weer(d)t (van, de)
Weerde(n), van (de(r)) *
Weerts *
Wees, de
Weijaerdts *
Weijer
Weijlan(d)ts
Welderen, van *
Weldijx *
Wellaert(s)
Welle(n) (van)
Welleman
Wellens
Welten *
Welvelde, van *
Wendel
Weners
Wenninck *
Wens(ch) *
Wensel *
28
Wensen *
Werckendet(h)
Werf *
Werk *
Werniers
Wernitze *
Werron
Werve, van der
Wesemael, van
Wesseloo *
Westenberg, (van) *
Westerbeeck *
Westermayer
Westerwijn *
Westhorn, van *
Westland, van ‘t
Westplate
Westwaart
Wever(e) (de) *
Weyn(s) (de)
Weyten
Wezel *
White *
Wichman(s) *
Wiegman(s) *
Wiel(e)(n), van de(r) *
Wieland(t) *
Wiericx
Wieringen, van
Wiert, van
Wiertsma *
Wies *
Wij(n)waert *
Wijchaerdt (Wijckaert)
Wijckmans
Wijcksteen *
Wijk (van) *
Wijlaars
Wijnacker *
Wijnants *
Wijndricx
Wijnemans
Wijnen
Wijngaert (van den)
Wijnger *
Wijnhand(s) *
Wijnicus
Wijns
Wijnsel *
Wijs(s), Weijs (de) *
Wijsscheep
Wijtens
Wijts
Wilde, (van) de *
Wildenberg, van de *
Wilhelmus *
Wiling, de *
Willaert(s) *
Willefijn
Willeij *
Willemse(n) *
Willemsmans
Willigen, van der
Wils (van) *
Wilt *
Wiltschut *
Wimpel, van
Win, de
Winck
Winckel, van
Winckelman *
Wine, de
Wing *
Winger(s) *
Winne, de *
Wins *
Wint, de
Winterbeek, van *
Winterink *
Winter(s) (de) *
Wintersteijn *
Wintervelt *
Wirtz *
Wispelaer, de *
Wisse(n)(s) *
Wissels *
Wit(h) (de) *
Wits
Witsel
Wittaerts *
Witte, de *
Wittebol
Wittebroodt *
Wittock
Woeninck
Woesselaer, de
Woestaert *
Wol(d)bach
Wol, de
Wolbog
Woldragers
Wolf(f) (de) *
Wolfert
Wolflingen *
Wollevus *
Wolmerhuijze(n)
(van) *
Wolphincx
Wolrabe *
Wolters *
Wolvelaer (van) *
Wommeren (van)
Wood(t) *
Wormen
Woude *
Woumans *
Wout *
Wouters *
Wouw, van (de) *
Wouwer(e), van de(r) *
Wouwerman
Wuijten *
Wullaert
Würms, von *
Wurts *
Wuyts
Wyader
Wyckerslooth, van *
Wyckmans
Wyenhorst, van *
Wylich tot Lottum, van *
Wymeersch, van
Wythove
X
Ximinez
Y
Yperen, van
Z
Z(e)ijl (van) *
Zael *
Zahling *
Zande, van de
Zano
Zaute *
Zee *
Ze(e)le, van *
Zeegants *
Zeelander
Zeeman
Zeeuw, de *
Zeeuwsch *
Zeeving *
Zeg(h)ers *
Zeijns *
Zeijtz *
Zeilmaker, van *
Zekaer *
Zele, van
Zeltser *
Zeppel *
Zevallos, de Clhva de
Zeveman
Zevenberg, van
Zijl, van *
Zilvernagel *
Zip (Sip)
Zoelen, van
Zoete (de) *
Zoetelaer
Zonneschijn *
Zoute *
Zoutijs *
Zuerendonck *
Zueris
Zuetehert
Zuiddijk
Zunder, van *
Zurich
Zuydland, van *
Zwaan *
29
Zwagemakers
Zwalle(n) (Swalle) *
Zwanen
Zwanenbergh *
Zwartburgh, van *
Zwijmeren, van
Zwijnen
Top Related