oktober 2013 #48
Magazine over integrale gebiedsontwikkeling
Bloemendalerpolder: samenwerking optima forma
Ontslakken: de kunst van het loslaten
Anders denken over processen en projecten
Voorwoord fotografie: Maurits Giesen
Anders
‘�Veranderingen�op�kleine�schaal�en�dichtbij�huis�zijn�heel�waardevol’�
16
inhoud oktober 2013 – naw #48
Rubriek: Inspiratie
Rubriek: Vormgeven�aan�vooruitgang�
4ruimte: Het Eiland in Meppel 6onderzoek: bloemkoolwijken 7nieuw project: geluidswal als extra ruimte 8mijn moment: Sharon Oldenkotte van Bouwfonds Cultuurfonds 10kunst: getekend Meerssen 12kort nieuws met o.a.: chic wonen in Lyon, Stef Blok in Nieuw Kortenoord en Bouwfonds geeft kopers zekerheid 13nieuwbouw met historie: Mariastichting, Haarlem 14detail: zien wat je aan de zon verdient
Thema: Anders�denken
45Bouwfonds & ik: Giel van der Vlies 46 particulier opdrachtgeverschap: in Groningen 48 bijzondere architectuur: Indian summer in ParkHagen 50column: Henriëtte Prast over studenten als aanjagers van de woningmarkt 52binnenkijken: de Kasteeltuin in Poortugaal
Andere rollen in samenwerken Rond de Noord-Hollandse Bloemendaler-polder werken overheid en markt anders samen. Vier hoofdrolspelers vertellen.
Het nieuwe verleidenGluren bij de buren, placemaking, crowdsourcing en andere manieren om woningbouwprojecten te promoten.
38 Ontslakken is leuk!Hoe het verminderen van regels ruimte creëert voor nieuwe ideeën. Met enkele voorbeelden ter inspiratie.
32 Oud leeft voort in nieuw Een scholenterrein, een haven, een ziekenhuis. Hoe maak je daarvan een levendige woonbuurt?
42 Leven op…KatendrechtDe Maas, de brug, de Euromast. Rotterdamser dan hier kun je nauwelijks wonen.
22 28Hoe willen we straks wonen? In een zonnehuis, in een sobere villa, of misschien op een camping. Een blik op de toekomst van het wonen.
Anders�denken,�anders�kijken.�Wanneer�doe�je�dat?�Hoe�doe�je�dat?�Als�blijkt�dat�je�niet�meer�verder�kunt�op�de�ingeslagen�weg.�Als�je�denkt�dat�het�beter�kan.�Of�als�in�een�tijd�van�crisis�extra�scherp�aan�het�licht�komt�hoe�hinderlijk�allerlei�ingesleten�gewoontes,�procedures�en�werkwijzen�eigenlijk�zijn.�Dan�is�een�andere�manier�van�denken�en�doen�vereist.�
WonderlijkOok�in�ons�vak�is�het�soms�goed�om�door�een�andere�bril�naar�bestaande�processen�of��specifieke�ontwikkelingsvraagstukken�te�kijken.�Daarmee�streef�ik�niet�zozeer�naar�nieuwe�gedachten�die�resulteren�in�abstracte�vergezichten�of�baanbrekende�innovaties,�maar�juist�naar�praktische�veranderingen,�vaak�op�kleine�schaal�en�dichtbij�huis.�Houd�het�simpel,�is�mijn�devies.�Zo�kunnen�er,�weliswaar�soms�kleine,�maar�waardevolle��stappen�worden�gezet�in�gebiedsontwikkelingen.�Zijn�al�die�bouw-�en�milieunormen,�regels�en�procedures�bijvoorbeeld�allemaal�wel�écht�nodig?�Weet�iemand�eigenlijk�nog�waarom�ze�ooit�bedacht�zijn?�Is�het�niet�wonderlijk�dat�er�door�al�die�(soms�zelfs�onderling�tegenstrijdige)�regels�niet�of�pas�na�lange�tijd�kan�worden�gebouwd,�terwijl�mensen�juist�zo�graag�in�de�stad�willen�wonen�en�woningen�nu�eigenlijk�betaalbaarder�zijn�dan�vijf�jaar�geleden?
WendbaarderVeelzeggend�vind�ik�het�dat�het�Actieteam�Ontslakken�Gebiedsontwikkeling,�dat�dit�‘regeltjesprobleem’�aanpakt,�veel�weerklank�heeft�gevonden�bij�gemeenten�én�ont-wikkelaars.�Blijkbaar�komt�het�optreden�van�dit�team�tegemoet�aan�een�breed�gevoelde�behoefte:�we�willen�sneller,�goedkoper�en�beter�werken.�Overigens�wijst�het�ontslakkings-team�daarbij�terecht�niet�alleen�naar�de�gemeenten,�die�vaak�het�verwijt�krijgen�dat�ze�overdreven�regelzucht�tonen.�Ontwikkelaars�kunnen�ook�ontslakken.�Bouwfonds�trekt�zich�dit�onderwerp�dan�ook�zelf�aan.�Bijvoorbeeld�door�veel�energie�te�steken�in�verbetering�van�onze�efficiency�en�het�terugdringen�van�onze�kosten.�Zo�willen�we�wendbaarder�worden�en�dichter�op�de�markt�opereren,�met�scherp�oog�voor�wat�de�klant�van�ons�vraagt.�Daar�is�alle�reden�toe,�want�er�is�grote�behoefte�aan�goede,�betaalbare�woningen�in�een�prettige�woonomgeving,�ook�nu.�Maar�woningkopers�komen�moeilijker�in��beweging�dan�vroeger.�Net�even�een�andere�manier�van�denken�is�dus�ook�hier�nodig:�via�creatieve�marketing-�en�verkoopmethoden�brengen�we�onder�de�aandacht�wat�we�te�bieden�hebben.�
OnrustAnders�denken�is�niet�altijd�goed.�Als�je�er�te�lang�mee�doorgaat,�kan�het�contraproductief�worden.�Ik�denk�met�name�aan�de�vele�veranderingen�die�het�rijksbeleid�voor�de��woningmarkt�de�laatste�tijd�heeft�laten�zien.�De�voortdurende�aanpassingen�in�het��hervormingsprogramma�–�vastgelegd�in�het�Woonakkoord�–�en�de�permanente�onrust�rond�het�huurbeleid�en�de�hypotheekrenteaftrek�blijven�zorgen�voor�onduidelijkheid.�Het�Financiële�Bolwerk�–�ik�doel�op�de�toezichthouders�en�andere�financiële�zeden-meesters�–�heeft�goed�werk�gedaan,�maar�nu�er�zeer�prille�tekenen�zijn�van�herstel�op�de�woningmarkt,�zit�dat�werk�erop.�Aan�nog�meer�‘anders�denken’�op�dit�gebied�is�geen�behoefte�meer.�Het�is�nu�tijd�om�de�veranderingen�te�laten�indalen,�zodat�we�weten�waar�we�aan�toe�zijn�en�iedereen�er�de�vruchten�van�kan�plukken.
Walter de Boerdirectievoorzitter�Bouwfonds�Ontwikkeling
Wonen op een eiland, wie wil dat niet? Het kan straks aan de rand van nieuwbouwwijk Berggierslanden in Meppel. Daar wordt ‘Het Eiland’ ontwikkeld: 11 vrijstaande villa’s, omringd door water, met vrij uitzicht over het Drentse landschap. Niet voor niets wordt ‘Het Eiland’ ook wel de parel van Berggierslanden genoemd. Kopers van een Eilandvilla hebben onder begeleid opdrachtgeverschap invloed op de indeling en bouw van hun woning. Het aanvragen van vergunningen en benodigde papieren wordt voor hen geregeld door woningadviseurs. En ook fijn: zodra een woning is verkocht, start de bouw. Zo kunnen kopers al gauw zien hoe hun wensen voor de Eilandvilla worden vervuld. Voor de een is dat bijvoorbeeld een afwijkende plaats voor de keuken, voor de ander een grotere badkamer. Of misschien een erker voor extra lichtinval en een nog mooier uitzicht? Alles kan. www.berggierslanden-meppel.nl
Inspiratie�ruimte: Het Eiland, Berggierslanden, Meppel tekst: Annemarie de Haas
oktober 2013 – naw #486 7Magazine over integrale gebiedsontwikkeling
Inspiratie�nieuw projectInspiratie�onderzoek
Bij de ontwikkeling van Blixem-bosch Buiten, een wijk in het noordoosten van Eind hoven, wordt op een bijzondere manier gebruik-gemaakt van een bestaande en nieuwe geluidswal.
Blixembosch Buiten sluit aan op de bestaande populaire Eindhovense woonwijk Blixembosch. Na een marktconsultatie onder 14 verschillende partijen bleven Bouwfonds Ontwikkeling en Hurks Vastgoedontwikkeling over als ontwikkelaars van de wijk. Tijdens brainstormsessies met de gemeente over de invulling van het gebied ontstond het idee om het landschap zo optimaal mogelijk te gebruiken. Sander Hofs, locatiemanager bij Bouwfonds: “Wij hebben vooral naar de identiteit van de plek gekeken. Wat meteen opviel, zijn de bestaande geluidswal en de nieuwe geluidswal die er moet komen om hinder van de verlegde weg tegen te gaan. Die bijzondere elementen zijn een feit, dus vonden we dat we ze moesten opnemen in het plan. Laten we die hoogteverschillen ‘omarmen’ en ze een bijzonder kenmerk van het plan maken. Dan creëer je een nieuw landschap.”
Limburgs landschap De woningen worden op verschillende hoogtes tegen de wal gerealiseerd. Hofs: “Blixembosch Buiten doet denken aan het landschap in het zuiden van Limburg, met zijn groene hellingen.
Hoe hoger je komt, hoe mooier het uitzicht over Eindhoven.”
Bijkomend voordeel van de gekozen opzet is dat de kavels ruimer zijn, door de extra vierkante meters die de wal oplevert. Ook bieden de wallen diverse mogelijkheden voor recreatie. Dat geldt nu al voor de bestaande geluidswal, die grenst aan de woningen van de eerste fase (de Velden). De grondgebonden woningen tegen de nieuwe wal (de Terrassen) worden pas in de laatste fasen gerealiseerd. De gemeente is nu bezig met het aanleggen van die nieuwe wal. Een flink project: er is 750.000 kuub grond voor nodig, wat neerkomt op ruim 37.000 vracht
wagens. De eerste kopers van fase 1 krijgen hun nieuwe woning eind 2014 opgeleverd. Blixembosch Buiten als geheel zal naar verwachting in 2021 klaar zijn.
Van de wal een deugd gemaaktBloemkoolwijk als voorbeeld
De bloemkoolwijk, wat is dat ook alweer en wat vinden we er eigenlijk van? Hoe functioneren de ‘bloemkool wijken’ in ons land? En wat kunnen we daarvan leren voor nieuw te ontwikkelen gebieden?
Bloemkoolwijken zijn gebouwd tussen 1965 en 1985. De woningen in die wijken maken 20 procent van de huidige Nederlandse woningvoorraad uit. Het zijn wijken met veel aandacht voor ‘het gemeenschappelijke’, vaak met het woonerf als ‘kloppend hart’. Qua plattegrond ziet zo’n wijk eruit als een bloemkoolstronk met een smalle toegangsweg en veel vertakkingen. Wonen mensen daar prettig? Wat vindt de vakwereld van dit type wijk? Bouwfonds deed samen met TU Delft onderzoek. Tien bloemkoolwijken, verschillend van opzet en samenstelling, vormden de basis hiervoor.
Best practicesBouwfonds was vooral benieuwd naar de toepassing van diverse ruimtelijke inrichtingen van en de waardering voor deze wijken, legt Han Joosten, hoofd Marktonderzoek bij Bouwfonds, uit. “Je kunt van bestaande geslaagde woongebieden leren en er ‘best practices’ uit destilleren voor gebieds en projectontwikkeling.” Voor het onderzoek werden 300 professionals uit de vakwereld ondervraagd. Zij tonen zich sterk verdeeld in hun waardering van de bloemkoolwijk. Zo’n 24% van de ondervraagden is positief over de stedenbouwkundige opzet en ruimtelijke structuur van de wijken, 44% oordeelt negatief. Opvallend is dat veel van de professionals hun oordeel baseren op ‘van horen zeggen’ in plaats van op eigen analyses. Hun mening
lijkt vaak gebaseerd op slechts een of enkele bij hen bekende voorbeelden. En dat terwijl – zo blijkt ook uit het onderzoek – bloemkoolwijken veel verschillende verschijnings vormen hebben.
Tevreden bewonersNaast professionals werden ook 1400 bewoners van bloemkoolwijken – een brede groep wat betreft leeftijd, type huishouden en inkomen en met een grote variatie in woningwaardes – gevraagd naar hun mening. Zij blijken
eensluidender in hun oordeel. De meerderheid van de bewoners zegt tevreden te zijn over de wijk. Men wil er graag blijven wonen. Vooral de ruimtelijke structuur en de hofjes worden goed gewaardeerd. Als men al wil verhuizen, is het omdat het gewenste type
woning, bijvoorbeeld een appartement, niet wordt aangeboden in de wijk. Ook noemen de bewoners enkele praktische problemen: het parkeren, bijvoorbeeld, en – in een aantal wijken – overlast en beheer.
Goede investeringEen aantal ruimtelijke concepten blijkt onder bewoners extra goed te scoren. Zo is de ‘cul de sac’ontsluiting – afgebakende (woon)pleintjes, waar de ontsluitingsroute eindigt – duidelijk geliefd. Ook de verhouding tussen openbaar groen en privégroen vinden bewoners van belang. Naar de relatie tussen dit soort ruimtelijke kenmerken en bewonerswaardering zou nader onderzoek moeten worden gedaan, volgens Han Joosten. “De resultaten kunnen worden gebruikt bij nieuwe gebiedsplannen.” Interessant is verder de WOZwaardeontwikkeling van de onderzochte wijken. Deze is vergelijkbaar met die van Vinexwijken. Joosten: “Daarin is de hoge tevredenheid van bewoners terug te zien. Het zijn wijken met een goede investeringswaarde. Bepaalde ty perende kenmerken en principes mogen dus best gekopieerd worden. Graag zelfs. Maar dan wél met meer parkeerplaatsen, een breder aanbod van woningtypes en de juiste ruimtelijke structuur.”
Op www.bouwfonds.nl is een samenvatting van het onderzoeksrapport te lezen.
wU
rck
arch
itec
tuu
r st
eden
bo
uw
lan
dsc
hap
, Ro
tter
dam
.
tekst: Annemarie de Haastekst: Annemarie de Haas
Zijaanzicht
Bovenaanzicht
In Blixembosch Buiten komen 430 woningen, in diverse types en diverse prijsklassen. Ontwikkelcombinatie Bouwfonds Ontwikkeling en Hurks vastgoedontwikkeling realiseren in totaal circa 350 woningen. De gemeente verkoopt ongeveer 80 kavels waar kopers zelf of samen met anderen in particulier opdrachtgeverschap kunnen bouwen. www.blixemboschbuiten.nl
‘ Ook uit de WOZ-waarde blijkt de waardering van de bewoners’
Het nieuwe gebied Blixembosch Buiten kwam vrij door het verleggen van snelwegknooppunt A58A50.
Nieuwe geluidswal
Bestaande geluidswal
De Velden
A58
A50
De Terrassen
oktober 2013 – naw #488 9Magazine over integrale gebiedsontwikkeling
Inspiratie�mijn moment tekst: Annemarie de Haas fotografie: Edwin Walvisch
‘ Kunst roept vaak sterke emoties op’
Moment: filmopname voor jubileum Bouwfonds Cultuurfonds Waar: Kop van Lombok, een woonwijk in aanbouw, in Utrecht
“In 2014 vieren we het 25jarig bestaan van Bouwfonds Cultuurfonds. Ter gelegenheid daarvan maken we een documentaire. We willen vooral laten zien welke impact culturele projecten op een gebied kunnen hebben. Zo vertellen betrokkenen onder meer wat er in een wijk is veranderd nadat er met steun van ons fonds een kunstwerk is geplaatst of een culturele voorziening is gerealiseerd, zoals een theater. Zo’n toevoeging kan een gebied echt aantrekkelijker maken, het kan het woongenot flink vergroten. Daar kijken we als bestuur ook altijd naar. De documentaire wordt volgend jaar op de jubileumbijeenkomst vertoond.”
Moment: terugblik met de voorzitterWaar: in het monumentale pand ‘Het Zeepaert’ in Dordrecht
“Dit is een bijzondere plek in Dordrecht: het is een van de oudste bewaard gebleven huizen in Nederland. De vereniging Hendrick de Keyser verhuurt het aan de gemeente. Het is een mooie plek om met de voorzitter van het bestuur van Bouwfonds Cultuurfonds, burgemeester van Dordrecht Arno Brok, terug te kijken op onze geschiedenis als fonds. Ons bestuur is onafhankelijk en bestaat in meerderheid uit burgemeesters. Ik bespreek met Arno wat we zoal hebben gerealiseerd en wat daarvan belangrijk is om te belichten bij ons jubileum. Hij vindt cultuur belangrijk voor een stad. Als burgemeester heeft hij de afgelopen jaren flink geïnvesteerd in de culturele infrastructuur.”
Moment: op locatiebezoekWaar: Kop van Lombok, Utrecht
“Héctor Zamora is een gerenommeerd kunstenaar. Bouwfonds Cultuurfonds stelde samen met de gemeente en Bouwfonds Ontwikkeling geld en advies beschikbaar voor een kunstwerk van zijn hand bij het plein op de Kop van Lombok. Daar komen woningen, winkels en een grote moskee. Héctors kunstwerk bestaat uit kleine borden die veranderen in de wind. Tijdens een picknick met omwonenden verzamelde hij woorden voor op die borden. Ze zijn representatief voor de grote diversiteit aan stemmen die hier samenkomen. Het is een mooie manier om mensen te betrekken bij het publieke domein. Het liefst heb ik dat omwonenden uiteindelijk een kunstwerk ‘omarmen’. Dat gaat niet altijd vanzelf. Kunst roept vaak sterke emoties op. Het is dan interessant om met de bewoners in gesprek te gaan.”
Moment: overleg over samenwerkingWaar: bij Bouwfonds in Hoevelaken
“Met Ronald de Wilde, manager Marketing & Communicatie bij Rabobank Amsterdam, heb ik vandaag overleg over het Stedelijk Museum. Bouwfonds Cultuurfonds is als cofounder betrokken bij de renovatie en heropening van het museum. Rabobank Amsterdam is hoofdsponsor. Door elkaar te informeren over wat we doen, kunnen we kijken naar mogelijkheden voor verdere samenwerking. Dat kunnen bijvoorbeeld gezamenlijke ontvangsten zijn of andere activiteiten. Zulk overleg heb ik voor het Cultuurfonds ook regelmatig met andere lokale Rabobanken. We informeren elkaar over en weer over projecten waarbij we betrokken zijn. Je kunt altijd wel iets voor elkaar betekenen.”
Als directeur van de afdeling Kunst & Cultuur bij Rabo Vastgoedgroep is Sharon Oldenkotte verantwoordelijk voor de bedrijfscollectie en adviseert ze de Groep onder andere over de realisatie en restauratie van kunstwerken. Ook is Oldenkotte secretaris van Bouwfonds Cultuurfonds, dat kunst- en cultuurprojecten in de openbare ruimte ondersteunt. Zo legt ze de verbinding tussen veel verschillende mensen en sferen.
oktober 2013 – naw #4810 11Magazine over integrale gebiedsontwikkeling
Inspiratie�kunst in openbare ruimte
Geschetste geschiedenis
In het Zuid-Limburgse heuvellandschap ligt Meerssen. Een stadje met een kleurrijke geschiedenis. Dit is onder meer terug te zien in vele opvallende, oude gebouwen die je hier aantreft. Impres-sies van deze lokale architectuur zijn vertaald in tekeningen en verrijken nu de negen villa’s in de nieuwe wijk Damiaanberg, in het noordoosten van Meerssen.
Op een voormalig kloostercomplex aan de rand van het Geuldal zijn negen luxe villa’s gerealiseerd, elk op eigen hoogte. En op elke villa is een kunstwerk geplaatst: een tekening van de Limburgse kunstenaar Toine Dekkers. Hij liet zich inspireren door opvallende gebouwen uit de omgeving. De toren van het kloostercomplex, een detail van de markante synagoge of de bekende
basiliek: ze komen terug op de villa’s. Net als elementen van het gezellige marktplein, een lokaal beeldhouwwerk en het theehuisje dat in 1885 in het Proos dijpark werd gebouwd. De basiliek die zo prominent in Meerssen aanwezig is, is zowel op de eerste als op de laatste villa te zien. “Dat maakt het kunstwerk weer tot een geheel,” licht Dekkers toe.
Dekkers is onder meer bekend als beeldhouwer, tekenaar, schilder en cartoonist. Tekenen is voor hem iets ‘oers’. Geen dag gaat voorbij zonder schetsen. “Ik kwam al snel op het idee om voor deze villa’s tekeningen te gebruiken, omdat die mooi in de architectuur kunnen opgaan. Een fysiek beeldhouwwerk staat toch eerder los van een gebouw.”
Alle negen villa’s van
Damiaanberg zijn verkocht
en opgeleverd. In een deel
van het gebied worden nog
appartementen ontwikkeld.
www.damiaanberg.nl
De schetsen die
Toine Dekkers
maakte voor op
de negen villa’s.
tekst: Annemarie de Haas fotografie: Agnes Kappert
oktober 2013 – naw #4812 13Magazine over integrale gebiedsontwikkeling
Inspiratie�nieuws
De Mariastichting verweven met HaarlemHet begon allemaal met de aankoop van één hectare grond in de Haarlemmerhout, nabij de rivier het Spaarne. In 1899 werd hier het Haarlemse ziekenhuis de Mariastichting gebouwd, oorspronkelijk alleen bedoeld voor vrouwen. Architect Bruning ontwierp het pand, dat bij de opening bestond uit een middenfront – het nog bestaande monumentale hoofdgebouw – en een oostvleugel. In de loop van de jaren werd het pand verder uitgebreid, voor rijkere patiënten of woon-ruimte voor verpleegsters. Schenkingen van particulieren en ook anonieme giften dienden daarbij vaak als financiering. In 1971 verrees het ‘beddenhuis’: een toren van 64 meter hoog, die bepalend werd voor de skyline van Haarlem. Na de verhuizing van het ziekenhuis is op
deze plaats een nieuwe, even hoge blikvanger gerealiseerd: een woontoren met appartementen.Ook elders op het terrein, dat door Bouwfonds is herontwikkeld, is de geschiedenis na de verhuizing van het ziekenhuis niet uitgewist. Gezichtsbepalende gebouwen zoals het hoofdgebouw en de kapel zijn in de heront wikkeling mee genomen. In het hoofdgebouw zijn luxe apparte-menten gerealiseerd. En de kapel biedt kantoorruimte, waarbij elementen als het altaar en de glas-in-loodramen bewaard zijn gebleven.Op het Mariastichting-terrein zijn in totaal 370 appartementen en stadswoningen gerealiseerd. Er komt nog 8.000 vierkante meter hoogwaardige kantoorruimte. www.mariastichting.nl
Inspiratie�
Nieuwbouw met�historie
Luxe�wonen�in�LyonIn juni van dit jaar legden vertegenwoordigers van de gemeente Lyon en Bouwfonds Marignan de eerste steen voor l’Adyssa, een luxe woongebouw met 31 appartementen en parkeerplaatsen in het bruisende 7e arrondissement van Frankrijks tweede stad. L ’Adyssa krijgt een chique uitstraling, door het gebruik van mooie materialen als natuursteen en hout. Het gebouw voldoet aan de hoogste duurzaamheidseisen, dankzij innovatieve technieken voor isolatie en verwarming. De appartementen krijgen elk een balkon. Een landschapstuin zorgt voor een mooie overgang tussen binnen en buiten. De verwachte oplevering is in het 4e kwartaal van 2014.
Verhuurd!Vorig jaar leverde Bouwfonds in het winkelcentrum Velperbroek in Velp 31 koop appartementen in het lagere prijssegment op. De marktomstandigheden maakten het lastig om alle appartementen te verkopen. Bouwfonds onderzocht daarom de mogelijkheid van verhuur. Met succes: achttien van de 31 appartementen zijn verhuurd. Zo werd leegstand voorkomen en kon worden voldaan aan de huurvraag van bewoners in Velp. Van de overige 13 appartementen zijn er tien verkocht. Er staan nog drie woningen te koop. Mogelijk dat de verhuurde appartementen, inclusief de huurcontracten, worden verkocht aan een vastgoedbelegger.www.invelperbroek.nl/verhuur
In september bracht minister van Wonen en Rijksdienst Stef Blok een bezoek aan het nieuwbouwproject Nieuw Kortenoord in Wageningen. Dit voormalige universiteitsterrein is de eerste Nederlandse nieuwbouwwijk waar bewoners actief worden begeleid bij energiebesparing. Met een oppervlakte van circa 56 hectare en 1.000 woningen wordt het dan ook een van de grotere ‘groene’ wijken van Nederland. Minister Blok kreeg uitleg over de innovatieve, duurzame mogelijkheden in de wijk. Zo biedt Bouwfonds huizenkopers energiebesparende maatregelen aan, die verder gaan dan wettelijke voorschriften. Ook zijn er financieel aantrekkelijke opties voor de installatie van zonnepanelen en begeleiding door een energiecoach. De rondleiding, in aanwezigheid van onder anderen Bouwfondsdirectievoorzitter Walter de Boer en projectdirecteur Tjakko Smit, werd afgesloten met een bezoek aan een van de studentenwoningen in de wijk. Deze zijn zo gebouwd dat ze bij een lagere vraag naar studentenwoningen met een aantal kleine aanpassingen ook kunnen worden verhuurd of verkocht als eengezinswoning. Minister Blok: ‘In Nieuw Kortenoord is het mooi en duurzaam wonen. Het is een wijk met veel groen waarbij de geschiedenis van de universiteit mooi is ingepast. Een aanwinst voor Wageningen!’ www.nieuwkortenoord.nl.
Bouwfonds en Vereniging Eigen Huis (VEH) hebben in juni de handen ineengeslagen om kopers van een nieuwbouwwoning zoveel mogelijk te ontzorgen. Dit betekent dat Bouwfonds kopers van woningen in verschillende nieuwbouwprojecten gratis een aantal diensten van VEH aanbiedt: lidmaatschap van VEH, controles tijdens de bouw, een opleveringskeuring en nazorg na de oplevering. Zo kunnen kopers met een nog geruster hart de sleutel van hun nieuwe woning in ontvangst nemen. www.eigenhuis.nl/nieuwbouwpakket
Meer zekerheid voor nieuwbouwkopers
tekst: Annemarie de Haas
Minister in Nieuw Kortenoord
Wonen in de Rietkraag Eind augustus is Bouwfonds gestart met de bouw van veertien woningen in de Rietkraag, onderdeel van het stadsdeel Stadshagen in Zwolle. De Rietkraag grens aan het Rietpark, een brede en groene zone met veel water. De dertien rijwoningen en een torenwoning worden naar verwachting medio volgend jaar opgeleverd. De architectuur van de woningen combineert de populaire jarendertigstijl met moderne elementen. Zo hebben de woningen Franse balkons, maar ogen de gevels modern dankzij strakke verticale raambelijningen. Inmiddels zijn dertien van de veertien woningen verkocht. www.stadshagenwonen.nl
oktober 2013 – naw #4814 15Magazine over integrale gebiedsontwikkeling
Trend: het nieuwe wonenSamenwerken: in de Bloemendalerpolder gaat het anders
Markt: hoe de koper wordt verleidOntwikkelen: drie bijzondere herstructureringen
Proces: tijd om te ontslakken!Leven in: Katendrecht, Rotterdam
ANdErsdENKEN
Inspiratie�detail Thema tekst: Annemarie de Haas fotografie: Agnes Kappert
Nieuw Kortenoord, Wageningen
ZonnemeterDat zonnepanelen lonend kunnen zijn, is bekend. Maar hoe lonend eigenlijk? Een snelle rekensom geeft inzicht: wie vijf of zes panelen (7,5 tot 10 m²) op zijn dak legt, wekt al snel 1.000 kWh groene stroom per jaar op. Dat is ongeveer een derde van het gemiddelde elektriciteits
gebruik. Een besparing van zo’n 250 euro per jaar. Dat merken de bewoners van de reeds opgeleverde woningen in Nieuw Kortenoord, een duurzame wijk in Wageningen die Bouwfonds ontwikkelt op het voormalige universiteitsterrein. Samen met de gemeente en de provincie is aan bewoners een zeer gunstig aanbod voor de aanschaf van zonnepanelen gedaan. Wie daarvan gebruik heeft gemaakt, kan nu met deze energiemeter zien hoeveel hij met die panelen precies aan de zon verdient.
16 oktober 2013 – naw #48 – anders denken 17Magazine over integrale gebiedsontwikkeling
Het 3D Print Canal House is een project van DUS architects.
Een huis uit de 3d-printer?
De wondere wereld van het wonen
18 oktober 2013 – naw #48 – anders denken 19
‘Z e�wonen�in�betonnen�dozen.�Met�flink�veel�glas.�Dan�kun�je�zien,�hoe�of�het�bankstel�staat�bij�Mien.’�In�‘Het�Dorp’�van�Wim�Sonneveld�wordt�de�doorzonwoning�met�ironie�bezongen�als�een�teken�van�vooruitgang.�Toch�is�dit�type�gelijk-
vormige�huizen�wel�degelijk�hét�symbool�geworden�voor�wonen�in�de��twintigste�eeuw.�Passend�bij�de�opkomst�van�de�midden-klasse�in�een�periode�van�groei.�Zou�de�21e�eeuw�nu�ook�zijn�eigen�‘doorzonwoning’�krijgen?�Nee,�dé�opvolger�van�die�eenheidswoning�komt�er�waarschijnlijk�niet.�De�tijden�zijn�veranderd.�Met�de�verzuiling�is�veel�van�de�vroegere�volgzaamheid�verdwenen.�En�met�de�opkomst�van��single-�en�‘grijze’�huishoudens�neemt�de�dominantie�van�het�gezin�als�hoek-steen�af.�Daar�komt�bij�dat�in�de�economie�het�accent�van�aanbod�naar�vraag�is�verschoven.�En�ook�de�factor�technologie�zorgt�voor�belangrijke�veranderingen�op�het�gebied�van�wonen.�
IdentiteitshoppenDe�tijd�van�one size, fits all�is�voorbij,�zegt�futuroloog�Andrea�Wiegman.�Zij�verwacht�een�toekomst�vol�variatie.�“We�gaan�naar�een�mash-up-cultuur.�Alles�loopt�in�de�toekomst�door�elkaar:�werk�en�privé,�online�en�offline,�filosofie�en�religie.�De�meeste�mensen�laten�zich�niet�meer�door�één�maatschappelijke�stroming�leiden.�We�hebben�verschillende�inspiratoren�en�mengen�genres�van�kunst�en�cultuur.�Want�we�hebben�via�internet�toegang�tot�infor-matie�over�van�alles,�van�oosterse�religies�tot�indianenverhalen.”�Wiegman�denkt�dat�die�mash-up-cultuur�ook�het�wonen�van�de�21ste�eeuw�zal�tekenen.�“We�shoppen�onze�identiteit�bij�elkaar.�Stijlen�en�invloeden�worden�naar�believen�gemengd.”�
Groen moetDat�wonen�in�de�toekomst�veel�gevarieerder�zal�zijn,�betekent�niet�dat�er�geen�lijnen�meer�in�te�ontdekken�zullen�zijn.�Denk�aan�duurzaamheid�dat�zich�ontwikkelt�tot�een�nieuwe�rode�draad.�Veel�grote�spelers�in�de�wereld�van�gebiedsontwikkeling�hebben�het�thema�omarmd.�De�politiek�stimuleert�verduurzaming.�En�maatschappelijke�partners�maken�afspraken�over�de�te�behalen�doelen.�Geen�wonder.�Na�verschillende�crises�beseffen�velen�dat�
het�huidige�economische�model�de�aarde�uitput.�Duurzaamheid�evolueert�tot�een�driver voor�innovatie�en�een�motor�voor�nieuwe�werkgelegenheid�(clean tech).�Consument�en�politiek�gaan�steeds�meer�vragen�om�groen.�Dit�zal�aan�de��woningen�van�de�toekomst�te�merken�zijn.�Want�juist�in�gebiedsontwikkeling�is�grote�winst�te�halen:�de�gebouwde�omgeving�is�goed�voor��ongeveer�dertig�pro-cent�van�de�CO2-uitstoot�(bron:��www.duurzaamvastgoed.com).�
Een�zichzelf�respecterende��ontwikkelaar�of�architect�kan�niet�meer�om�groen�heen.�Er�zijn�daarom�talloze�ontwerpen�voor�rote-rende�zonnehuizen,�drijvende�woningen,�aardehuizen,�groene�wolkenkrabbers,�bamboe��parkeergarages�en�boomhutten.�Ook�woningen�gemaakt�van��hergebruikte�rioolbuizen,�wijnvaten�of�zelfs�autobussen�duiken�steeds�vaker�op�in�architectuurtijdschriften.�
Duurzaam MasdarHet�is�nog�afwachten�hoe�duurzaamheid�zich�precies�in�de�woon-omgeving�van�het�eind�van�de�21e�eeuw�vertaalt.�We�krijgen�hier�wellicht�wat�meer�zicht�op�als�duurzame�steden�zoals�Songdo�City�in�Zuid-Korea,�PlanIT�Valley�in�Portugal�en�Masdar�City�in�Abu�Dhabi�verrijzen.�Masdar�is�van�die�drie�de�enige�stad�die�verder�is�dan�de�tekentafel.�In�2008�is�de�bouw�gestart�en�de�eerste�zes�gebouwen�zijn�in�2010�opgeleverd�en�betrokken.�De�eerste�fase�van�de�stad�moet�in�2015�klaar�zijn.�En�de�ontwikkelaars�verwachten�dat�tussen�2020�en�2025�de�complete�stad�is�opgeleverd.Hier�wordt�geprobeerd�om�duurzaamheid�in�de�complete�context�van�een�stad�door�te�voeren.�Zo�gaat�Masdar�zijn�eigen�stroom�opwekken,�mede�dankzij�de�grootste�zonnecentrale�van�het�
�Midden-Oosten.�Verder�gaat�de�duurzame�stad�naar�ontwerp�van�Norman�Foster�zelf�water�produceren,�via�een�op�zonne-energie�aangedreven�ontziltingsinstallatie.�Naar�verwachting�zal�de�stad�zo’n�60%�minder�water�verbruiken�dan�normale�steden,�dankzij�een�geavanceerd�systeem�van�hergebruik.�En�Masdar�krijgt�een�smart grid�(duurzaam�elektriciteitsnetwerk).�Auto’s�die�op��fossiele�brandstof�rijden�zullen�er�taboe�zijn.�Als�alternatief��dienen�elektrische�tweepersoons�chauffeurloze�taxi’s�van�het�Nederlandse�bedrijf�2getthere.�De�40.000�inwoners�zullen�leven�in�smart homes,�huizen�met�allerlei�slimme�ICT-voorzieningen,�en�gaan�in�plaatselijke�clean-tech-bedrijven�werken.�
‘Sobere villa’Masdar�is�een�miljardenverslindend�experiment�dat�tot�de�ver-beelding�spreekt.�Toch�vertegenwoordigt�het�maar�één�richting�van�duurzaam:�duur,�hightech�en�stedelijk.�Er�zijn�ook�andere�rich-tingen,�bijvoorbeeld�dicht�bij�de�natuur,�verplaatsbaar�en�sober.�Zoals�de�Britse�prefab�microwoningen�‘dwelle.ings’.�Deze�met�gerecyclede�kranten�geïsoleerde�huizen�kunnen�in�praktisch�elk�landschap�worden�gebouwd�door�twee�mensen�zonder�zwaar�gereedschap.�Sober�wonen�belast�het�milieu�niet�alleen�minder,�het�kan�ook�bijdragen�aan�verdraagzaamheid,�stelde�kunstenaar�
Sander�Rood�(1973-2009).�Hij�verbouwde�drie�bestaande��voor�malige�groepsschuilplaatsen�van�de�Nieuwe�Hollandse��Waterlinie�tot�vijf�kunstwerken:�sobere�villa’s�van�elf�vierkante�meter.�“De�sobere�kleinschaligheid�van�de�villa�geeft�u�de�ruimte�om�meer�tijd�voor�uzelf�vrij�te�maken.”�Rood�opperde�dat�sobere�villa’s��kunnen�bijdragen�aan�onderling�begrip�en�respect,�omdat�ze�mensen�uit�de�ratrace�van�almaar�meer�halen.��Bewoners�van��simpele�huizen�houden�meer�tijd�over�voor��immateriële�zaken�en�hun�medemens,�zo�was�zijn�gedachte��achter�dit�kunstwerk.�
Microappartementen Of�we�in�ons�land�daadwerkelijk�soberder�gaan�wonen,�is�nog�maar�zeer�de�vraag.�Je�zou�denken�dat�alle�seinen�daarvoor�op�groen�staan.�Niet�alleen�de�duurzame�trend�wijst�in�die�richting,�ook�de�stand�van�de�economie.�Zo�is�het�veel�lastiger�geworden�om�een�hypotheek�te�krijgen.�Toch�blijkt�de�praktijk�weer-barstiger.�Dat�is�te�zien�in�onderzoeken�van�Bouwfonds�naar�de�voorkeuren�van�starters�en�singles.�Deze�doelgroepen�lopen�nog�steeds�niet�warm�voor�een�verschijnsel�als�‘microappartementen’�(appartementen�van�minder�dan�50�vierkante�meter).�Ze�zijn�bereid�om�wat�ruimte�in�te�leveren�voor�extra�wooncomfort,�
De toekomst voorspellen van woonstijlen en -gebieden is lastig, maar niet helemaal onmogelijk. NAW verdiepte zich in de verwachtingen van futurologen, dromen van visionairs en bevindingen van onderzoekers. Conclusie: we gaan in ieder geval naar groener, gevarieerder en meer op maat. En niemand hoeft zich te verbazen als woningen straks uit een 3D-printer rollen.tekst: Joost Bijlsma
Ontwerp voor een woonwijk in de duurzame stad PlanIT Valley in Portugal.
< Ontwerp voor een wijk in de duurzame stad Songdo City in ZuidKorea.
< Plan voor de futuristische stad Masdar City in Abu Dhabi.
Woningen van wijnvaten of autobussen duiken op
20 oktober 2013 – naw #48 – anders denken 21Magazine over integrale gebiedsontwikkeling
maar�er�is�een�ondergrens,�van�gemiddeld�zo’n�70�vierkante�meter�(singles).�Als�puntje�bij�paaltje�komt,�gaat�de�voorkeur�uit�naar�een�groter�appartement�of�een�maisonnette.�
Huren wordt hipMensen�hechten�blijkbaar�toch�te�veel�aan�comfort,�ruimte�en��status.�Met�die�typisch�menselijke�behoeften�in�het�achterhoofd�maakt�de�meegroeiwoning�(rapport:�Een�goede�start,�Bouwfonds)�meer�kans.�Zo’n�woning�begint�met�een�basale�60�vierkante�meter.�De�koper�kan�deze�vervolgens�stapsgewijs�uitbreiden�naar�160�vierkante�meter.�Starters�in�het�eerder�genoemde�onderzoek�
zien�dit�als�het�meest�belovende�concept.�Zo’n�concept�sluit�overigens�ook�aan�bij�de�ontwikkeling�die�de�Rabobank�signaleert,��beschreven�in�de�woningmarktvisie�‘Anders�wonen.�Naar�een�werkende�woningmarkt�(juni�2013)’:�“Mensen�kopen�een�huis�voor�hun�leven�en�stromen�minder�vaak�door.”�Volgens�het�onder-
zoek�is�een�wooncarrière�(steeds�een�grotere�koopwoning)�minder��vanzelfsprekend�aan�het�worden.�En�in�behoeften�verschuift�het�accent�van�koop-�naar�huurwoningen.�Vooral�starters�zullen�vol-gens�het�onderzoek�eerder�voor�een�huurwoning�kiezen,�maar�ook�in�de�andere�groepen�zal�meer�gehuurd�gaan�worden.�
Stempel drukkenConcepten�die�ruimte�laten�voor�eigen�inbreng,�zoals�mee-groeiwoningen,�passen�bij�de�tijdgeest,�volgens�Peter�Pol.�Hij�is�programmamanager�van�de�studie�Master�City�Developer�van�de�Erasmus�Universiteit,�TU�Delft�en�gemeente�Rotterdam.�Pol�wijst�op�de�populariteit�van�kluswoningen�of�van�‘cascowoningen’�die�de�koper�zelf�kan�afbouwen.�Dit�zijn�verwaarloosde�panden�die�de�gemeente�Rotterdam�tegen�een�gereduceerde�prijs�verkoopt,�op�voorwaarde�dat�ze�worden�opgeknapt.�“Dat�spreekt�mensen�niet�alleen�aan�omdat�het�voordelig�is.�Ze�willen�ook�graag�hun�eigen�stempel�drukken�op�hoe�ze�wonen.”�Pol�verwacht�dat�burgers�in�de�toekomst�ook�op�wijkniveau�meer�zelf�het�heft�in�handen�gaan�nemen.�“Dat�kan�op�vele�terreinen,�bijvoorbeeld�bij�het�beheer�van�groen�of�het�gezamenlijk�opwek-ken�van�duurzame�energie.�En�wellicht�gaan�ze�zelfs�samen�hun�voedsel�verbouwen.�In�Nantes�is�een�mooi�voorbeeld�van�het�combineren�van�stadsontwikkeling�met�urban farming�op�grote�schaal.”�Pol�zelf�werkt�mee�aan�een�experiment�waarbij�een�wijk�in�Rotterdam�min�of�meer�als�een�onderneming�wordt�gezien.��“De�grondgedachte�is�om�mensen�zelf�meer�invloed�te�laten�hebben�op�de�kwaliteit�van�hun�leefomgeving.”�Een�belangrijke�kracht�in�het�vergroten�van�de�eigen�inbreng�van�de�burger�is�internet,�aldus�Pol:�“Dat�geeft�de�burger�toegang�tot�informatie�(hoe�hij�zijn�huis�afbouwt),�maar�fungeert�ook�als�bindmiddel�voor�collectieve�
initiatieven,�zoals�urban farming,�eigen�opwekking�van�energie�of�gezamenlijke�constructies�om�energie�te�besparen.”
BehoeftenIn�het�nieuwe�wonen�draait�het�om�wat�de�woonconsument�wil.�Gebiedsontwikkelaars�zullen�steeds�meer�op�die�nieuwe�vraag�gaan�inspelen,�stellen�ook�de�schrijvers�van�de�woningmarktvisie�van�de�Rabobank�(rapport:�‘Anders�wonen’,�juni�2013).�Daarbij�is�het�de�kunst�om�de�nieuwe�demografische�en�economische�ont-wikkelingen�te�begrijpen�en�daar�iets�mee�te�doen.�Een�voorbeeld�is�de�flexibilisering�van�arbeid�(meer�zelfstandigen�en�tijdelijke�dienstverbanden).�Dit�veroorzaakt�een�groeiende�behoefte�aan�mogelijkheden�om�zonder�al�te�veel�kosten�van�woning�te��wisselen.�Maar�de�huidige�minder�dynamische�koopmarkt�staat�dit�even�in�de�weg.�Dit�betekent�dat�er�ruimte�komt�voor�betaal-bare�(huur)woningen�waarop�men�niet�jarenlang�hoeft�te��wachten.�Of�wellicht�ontstaan�er�wijken�die�lijken�op�campings�of�jacht�havens.�Waar�je�tijdelijk�je�duurzame�(drijvende)�woning�kunt�parkeren.�En�gezien�de�doorzettende�vergrijzing�zal�wonen�in�de�21e�eeuw�ongetwijfeld�veel�meer�inspelen�op�ouderen�die�langer�zelfstandig�(willen)�blijven�wonen.�Met�‘levensloop-woningen’,�waarin�robots�en�andere�technologische�snufjes�het�leven��makkelijker�maken.
Gaudí voor iedereenHet�is�een�mission impossible�om�te�voorspellen�hoezeer�de��technologie�het�wonen�van�de�21e�eeuw�nog�zal�veranderen.�We�gaan�met�compleet�nieuwe�(duurzame)�materialen�bouwen�en�krijgen�een�revolutie�in�productiemethoden.�Wat�we�nu�al�zien�ontstaan,�is�de�techniek�van�het�driedimensionaal�printen.�Dit�kan�leiden�tot�de�meest�fantastische�ontwerpen.�Volgens�het�Amerikaanse�tech�magazine�Wired�vindt�op�dit�moment�een�‘race’�plaats�met�als�inzet:�het�eerste�volledig�3D-geprinte�bouw-werk.�Twee�Nederlandse�architectenbureaus,�DUS�architects�en��Universe�Architecture,�doen�mee�aan�die�race.�DUS�architects�
probeert�een�grachtenpand�uit�te�printen.�En�architect�Janjaap�Ruijssenaars�(ook�bekend�van�een�zwevend�bed�en�op�het��spelletje�Tetris�geïnspireerde�appartementen)�van�Universe�Architecture�werkt�aan�The�Landscape�House.�Net�als�het��landschap�heeft�zijn�huis�geen�begin�of�einde.�De�Escher-achtige�constructie,�die��ongeveer�5�miljoen�euro�gaat�kosten,�moet�in�2014�het�licht�zien.�“We�zullen�oneindig�kunnen�variëren�in�het�ontwerp�van�de�woningen�van�de�21ste�eeuw”,�verwacht��futuroloog�Andrea�Wiegman.�We�gaan�volgens�haar�de�meest�futuristische�dingen�zien.��Bouwwerken�met�elementen�die�zijn�geïnspireerd�op�walvissen�of�bomen.�Gaudí�wordt�dus��bereikbaar�voor�iedereen.�En�daarmee�zijn�we�terug�bij�waar��Wiegman�het�in�het�begin�over�had:�de�oneindige�variatie�die�we�tegemoet�gaan.
HerwaarderingDe�futuroloog�denkt�wel�dat�tegenover�dat�futurisme�een�hang�naar�retro�komt�te�staan.�Ook�oude�elementen�zullen�in�de�gebouwde�omgeving�blijven�terugkeren.�De�mens�heeft�nu��eenmaal�behoefte�aan�ankerpunten,�waaraan�hij�zich�kan��vasthouden.�Het�zou�Wiegman�ook�niet�verbazen�als�we�terug�willen�naar�hechte�buurten.�Ze�denkt�dat�die�een�duidelijke��herwaardering�krijgen�in�de�globaliserende�wereld.�“Buurten�met�nieuwe�gemeenschappelijke�gebouwen�waar�mensen�elkaar�ontmoeten�of�samenwerken.”�
Volgens�Wiegman�hebben�we�behoefte�aan�een�tegenwicht�tegen�de�eerder�beschreven�technologieën.�We�zoeken�naar�groen,�de�menselijke�maat�en�schuilplekken.�Ze�verwacht�daarom�een�introductie�van�ruimten�en�gebouwen�die�doen�denken�aan�kloosters�of�sauna’s.�Wiegman:�“In�een�wereld�die�transparanter�en�harder�wordt,�willen�mensen�zich�soms�even�terugtrekken,�zonder�dat�ze�zichtbaar�of�bereikbaar�zijn.”�In�de�veelheid�aan�woningen�van�de�21e�eeuw�kun�je�dus�misschien�niet�altijd�meer�zien�hoe�of�het�bankstel�staat�bij�Mien.
In een wereld die transparanter en harder wordt, willen mensen zich terugtrekken
Dicht bij de natuur, verplaatsbaar en sober: ‘dwelle.ings’. Deze met gerecycled krantenpapier geïsoleerde microwoningen kunnen in praktisch elk landschap worden gebouwd door twee mensen zonder zwaar gereedschap.
‘The Landscape House’ van architect Janjaap Ruijssenaars (Universe Architecture) heeft geen begin en geen einde en moet in 2014 uit de 3Dprinter rollen.
22 oktober 2013 – naw #48 – anders denken 23Magazine over integrale gebiedsontwikkeling
Back to basics
‘ Iedereen doet waar hij goed in is’
fotografie:�Ivo van der Bent
In de Bloemendalerpolder werken publieke en markt-partijen anders samen dan gebruikelijk. Anders? Of eigenlijk: weer zoals vroeger? NAW vroeg vier hoofdrol-spelers in het project Bloemendalerpolder naar hun rol in die samenwerking.
W uivend�riet,�een�kronkelende�rivier,�hoge�dijken�en�oude�vestingstadjes.�De�Bloemen�dalerpolder�–�gelegen�tussen�Weesp�en�Muiden�–�wordt�gekenmerkt�door�een�puur�Hollands�landschap.�Een�
landschap�om�zuinig�op�te�zijn,�maar�waarvan�nog�meer��mensen�kunnen�genieten�dan�nu�gebeurt.�Hier�gaat�de�komende�jaren�veel�veranderen.�Zo�wordt�de�snelweg�A1�een�stukje�verplaatst,�waardoor�hij�verder�van�Muiden�komt�te��liggen.�En�om�de�zichtlijn�over�de�Vecht�te�herstellen,�komt�er�een�nieuw�aquaduct�waar�de�A1�onderdoor�gaat.Tegelijkertijd�zal�tussen�nu�en�2024�een�heel�nieuwe�woonwijk�ontstaan.�Er�zijn�2.750�woningen�gepland.�Die�komen�niet�alleen�tegemoet�aan�de�vraag�uit�Muiden�en�Weesp,�maar�ook��aan�die�uit�Amsterdam�en�het�nabijgelegen�Gooi.�Ook�blijft�er�veel�behoefte�aan�natuur�en�recreatie.�Vandaar�dat�het�ont-wikkelingsproject�Bloemendalerpolder�voor�twee�derde�uit�groen�en�water�bestaat.�“We�gaan�er�weer�een�mooie�polder�van�maken”,�zoals�wethouder�Meerhof�van�Muiden�zegt.�Met�‘we’�verwijst�hij�naar�het�samenwerkingsverband�van�de�beide�gemeenten�en�de�provincie�met�de�GEM�van�markt-partijen,�waaronder�Bouwfonds�Ontwikkeling.�Na�jaren�van�voorbereidingen,�plannen�en�overleg�zijn�zij�tot�een�overeen-komst�gekomen,�die�in�de�kern�hierop�neerkomt:�de�overheden�stellen�de�kaders�vast�en�de�marktpartijen�ontwikkelen��binnen�die�kaders�voor�eigen�risico�de�woningen,�de�infra-structuur�én�het�‘groen�en�het�blauw’.�
24 oktober 2013 – naw #48 – anders denken 25Magazine over integrale gebiedsontwikkeling
Jean van der Hoeven Wethouder�Ruimtelijke�Ordening�van�WeespWat is voor Weesp het belang van de Bloemendalerpolder?“We�hebben�in�onze�gemeente�grote�behoefte�aan�verjonging�van�onze�woningvoorraad.�Daarmee�zijn�we�al�begonnen�in�andere�delen�van�Weesp,�rondom�het��stationsgebied,�maar�met�de�Bloemen�dalerpolder�komt�daar�nog�een�flink�aantal�woningen�bij.�Het�is�voor�ons�belangrijk�dat�er�verschillende�typen�woningen�komen:�deels�sociale�woning-bouw,�maar�deels�ook�in�de�hogere�prijs-klassen.”
Waarom koos u voor deze samen - werkingsvorm?“Als�gemeente�moet�je�oplossingen��vinden�voor�de�toegenomen�complexiteit�van�grote�ontwikkelingsprojecten.�De�omvang�van�een�project�als�Bloemen-dalerpolder�vraagt�om�continuïteit�in�bemensing,�directe�betrokkenheid�met�de�achterliggende�partijen�en�verbindend�leiderschap.�Daarvoor�kun�je�externe��partijen�inhuren,�maar�een�innovatieve�publiek-private�samenwerking�als�deze�is�ook�een�prima�oplossing.�Als�gemeente�heb�je�op�deze�manier�een�meer�onaf-hankelijke�positie�en�kun�je�daardoor�beter�je�rol�als�‘kadersteller’�en�‘bewaker’�ver�vullen.�Zo�kan�iedereen�doen�waar-voor�hij�‘in�de�wieg�is�gelegd’.”
Wat is uw rol in de samenwerking?“De�gemeenten�Weesp�en�Muiden�stellen�samen�het�beeldkwaliteitsplan�vast.�Dat�proces�houd�ik,�samen�met�Rob��Meerhof�(wethouder�van�Muiden),�scherp�in�de�gaten.�Verder�doen�we�wat�we�als�gemeenten�moeten�doen:�zorgen�voor�randvoorwaarden�en�vergunningen.”
Wat is voor u als wethouder van Weesp essentieel?“Wij�hebben�onze�bewoners�beloofd�dat�er�een�wijk�van�goede�kwaliteit�komt.�Oftewel:�een�wijk�om�trots�op�te�zijn,�met�fraaie�woningen�van�hoge�kwaliteit�en�een�goede�openbare�ruimte.�Een�wijk�die�er�na�tien,�twintig�jaar�ook�nog�prima�uitziet.�Die�kwaliteit�blijft�voor�ons��cruciaal.”
Wat komt er in de Bloemendalerpolder?• 2.750 woningen.• 1/3 wordt bebouwd, 2/3 bestaat uit
groen en water. • Woningen en groen worden gelijktijdig
ontwikkeld. • Het water wordt gedeeltelijk bevaarbaar
voor boten met beperkte diepgang.• Een sluis van de Vecht naar het water in
de Bloemendalerpolder met horeca voor passanten.
• Voorzieningen op buurtniveau.14
AmsterdamAlmere
Utrecht
Amersfoort
Muiden
Hilversum
Weesp
Schiphol
Bloemendalerpolder onderdeel van een sterke regio
Tjeerd TalsmaGedeputeerde�Ruimtelijke�Ordening�van�Noord-HollandWat is voor de provincie het belang van de Bloemendalerpolder?“Woningbouw�blijft�nodig�in�Noord-�Holland.�De�behoefte�aan�nieuwe��woningen�is�tot�2040�groot.�De�Bloemen-dalerpolder�kan�daarvan�een�deel�leveren.�En�ook�nog�wel�op�zo’n�mooie�locatie,�vlak�bij�belangrijke�verkeersaders�en�dicht�bij�Schiphol.�Heel�erg�goed�bereikbaar�dus.�De�polder�heeft�trouwens�ook�een�rol�gespeeld�in�onderhandelingen�over�de�ruimtelijke�ontwikkeling�rond�Schiphol.�Met�als�resultaat�dat�er�nu�een�betere�afweging�plaatsvindt�wanneer�meer�woningen�‘onder�de�rook�van’�de�lucht-haven�mogen�worden�gerealiseerd.”�
Welke rol speelt de provincie in deze samenwerking?“Er�speelt�in�deze�drukke�regio�veel�meer�dan�alleen�gemeentelijke�belangen.�Wij�bepalen�als�provincie�op�hoofdlijnen�de�ruimtelijke�ordening,�dus�waren�we�betrokken�bij�de�plannen.�En�wij�bepalen�en�bewaken�de�kaders�voor�de�ontwikke-ling�van�de�natuur�en�de�ruimtelijke��kwaliteit.�De�provincie�zal�straks�ook�het�beheer�en�onderhoud�van�het�groen-blauwe�gebied�buiten�het�woongebied�onder�haar�hoede�krijgen.” Smaakt deze samenwerkingsvorm naar meer? “Zeker.�Elke�gebiedsontwikkeling�is�anders,�maar�het�principe�van�deze�vorm�–�ieder-een�doet�waar�hij�goed�in�is�en�wat�zijn�taak�is�–�kan�ook�van�toepassing�zijn�op�andere�locaties�in�Noord-Holland.�Nu�wordt�in�besprekingen�de�‘Bloemendaler-polder’�al�vaak�aangehaald�als�voorbeeld.�‘We�moeten�het�doen�zoals�bij�Bloemen-dalerpolder’,�wordt�dan�gezegd.�Zo�is��‘Bloemendalerpolder’�al�een�soortnaam�geworden.”�
Waar kijkt u als gedeputeerde naar uit? “Naar�het�in�gebruik�nemen�van�de�eerste�woningen�en�naar�die�bijna�100�hectare�ingericht�groengebied�die�we�straks��terugkrijgen,�voor�versterking�van�de��ecologische�hoofdstructuur,�recreatie�en�agrarisch�gebruik.”
26 oktober 2013 – naw #48 – anders denken 27Magazine over integrale gebiedsontwikkeling
De marktpartijenDe GEM Bloemendalerpolder CV bestaat uit Adriaan van Erk, AM, Ymere, Blauwhoed Eurowoningen, Van Wijnen Groep en Bouwfonds Ontwikkeling. Voor de ontwikkeling van de Bloemendalerpolder werken zij nauw samen met de gemeente Weesp, de gemeente Muiden, de provincie NoordHolland, Waterschap Amstel, Gooi en Vecht en het Rijksvastgoed en ontwikkelingsbedrijf (RVOB).
rob MeerhofWethouder�Ruimtelijke�Ordening�van�MuidenWat is voor Muiden het belang van de Bloemendalerpolder?“Allereerst�is�het�natuurlijk�een�mooie��polder.�En�grotendeels�is�het�ons�grond-gebied.�Als�dat�volgebouwd�wordt,�wil�je�meebepalen�hoe�het�gebeurt.�Namelijk�zo,�dat�er�straks�een�mooie�woonwijk�terugkomt.�Ik�verwacht�dat�de�nieuwe�bewoners�straks�ook�gebruik�gaan�maken�van�de�voorzieningen�hier�in��Muiden,�zoals�sportvoorzieningen,��scholen�en�winkels.�Daardoor�kunnen�we�die�voor-zieningen�in�stand�houden.�En�de�raad�vindt�het�belangrijk�dat�er�in�de�polder�naast�duurdere�woningen�ook�sociale�woningbouw�voor�Muiden�wordt��gerealiseerd.”�
Wat ziet u in deze nieuwe samen-werkingvorm?“Grappig�dat�we�die�vorm�nu�nieuw�vin-den,�terwijl�het�eigenlijk�back to basics�is.�Maar�het�is�inderdaad�een�trendbreuk.�In�deze�tijd,�en�zeker�bij�zo’n�groot�project�als�de�Bloemendalerpolder,�kun�je�als�gemeente�niet�meer�risicodragend�deel-nemen.�Dus�is�het�in�mijn�ogen�prima�om�als�gemeente�terug�te�gaan�naar�onze�oorspronkelijke�taak:�de�kaders�stellen�en�sturen�op�het�eindresultaat.”
Hoe kunt u als wethouder de markt-partijen controleren?“Het�blijft�voor�ons�als�overheden�een�zoektocht:�wat�laat�je�los�en�wat�houd�je�bij�je?�Dit�is�ook�technisch�een�ingewik-keld�gebied:�wij�zullen�blijven�opletten�of�er�geen�risico’s�worden�genomen,�om�zo�bijvoorbeeld�grondverzakkingen�te�voorkomen.�De�marktpartijen�hebben�binnen�de�‘paraplu’�van�afspraken�een�grote�mate�van�vrijheid.�Zij�bepalen�in�welke�volgorde�de�plandelen�worden�gerealiseerd.�Zij�bepalen,�binnen�de�gestelde�kaders,�het�kwaliteitsniveau.�Maar�ik�heb�het�volste�vertrouwen�in�de�samenwerking.�En�ik�ga�ervan�uit�dat�de�marktpartijen�de�kwaliteit�hoog�zullen�houden:�dat�is�ook�in�hun�eigen�belang.”�
Wat is voor Muiden essentieel in de toekomstige wijk?“Het�twee�derde�deel�groen�en�water�dat�in�de�plannen�is�opgenomen.�Zodat��mensen�hier�straks�ook�kunnen�genieten�van�het�buiten�zijn!”
Harm JanssenDirecteur�regio�Noord-West�bij�Bouwfonds
Wat is de rol van Bouwfonds in dit samenwerkingsverband?“Wij�nemen�voor�eigen�risico�samen�met�vijf�andere�marktpartijen�de�ontwikke-ling�op�ons.�Een�prima�uitgangspunt,�wat�mij�betreft.�Want�het�is�verstandig�als�de�partij�die�het�risico�het�best�kan�beheersen,�dat�risico�ook�neemt.�Zo��ontzorgen�we�ook�publieke�partijen.”�
Wat is voor Bouwfonds dan het voor-deel ervan?“In�traditionele�publiek-private�ontwik-kelingen�nemen�ook�publieke�partijen�risicodragend�deel�aan�de�ontwikkeling.�In�de�Bloemendalerpolder�doen�alleen�de�marktpartijen�dat.�Zo�voorkom�je�lange�discussies�over�details�in�de�uitwerking.”
Wordt het risico voor de marktpartijen zo niet erg groot?“Jawel,�daarom�was�flexibiliteit�een�belangrijke�voorwaarde�voor�ons.�De�eerste�woningen�worden�rond�2016��verkocht,�de�laatste�zo’n�tien�jaar�later.�In�die�tijd�kan�er�veel�gebeuren.�Dan�moet�je�flexibel�kunnen�zijn.�Bij�de��Bloemendalerpolder�is�vastgelegd�dat�10%�van�de�woningen�‘bereikbaar’�moet�zijn,�dat�wil�zeggen�dat�ze�aangeboden�worden�voor�maximaal 1 265.000�v.o.n.�Daarboven�is�het�de�marktpartijen�vrij�om�in�te�spelen�op�de�markt.”
Hoe kun je de ontwikkeling van groen en blauw financieren voordat er woningen zijn verkocht? “De�ontwikkeling�van�groen�en�blauw�loopt�gelijk�op�met�de�verkoop�van�woningen.�Zo�voorkomen�we�dat�grote�voorinvesteringen�in�de�omgeving�nodig�zijn.�Wij�geloven�sterk�in�de�markt�potentie�van�deze�locatie.�We�hebben�bovendien�die�vrijheid�om�het�aanbod�af�te�stem-men�op�de�marktvraag.�En�zoals�gezegd�verwachten�we�door�deze�constructie�efficiënter�te�kunnen�werken.�Natuurlijk�heeft�daarbij�een�goede�inrichting�van�het�buitengebied�ook�een�positief�effect�op�de�kwaliteit�van�de��woonomgeving�en�dus�op�de�aan�trekkelijkheid�van�de�woningen.”�
29Magazine over integrale gebiedsontwikkeling
Inzet van social mediaFacebook, Twitter, Pinterest, Google+, YouTube, ze vormen een vast onderdeel van elk communicatieplan. Logisch, want bijna tachtig procent van de Nederlanders maakt tegenwoordig actief gebruik van sociale media. Het is aan nemelijk dat daar ook woning-zoekenden tussen zitten. Steeds vaker worden zij via Facebook en Twitter betrokken bij projectontwikkelingen.
l Bouwfonds zette sociale media onder meer in bij Hollands Goed, een nieuwbouw-project in Rotterdam Nesselande. Potentiële kopers werden betrokken via Twitter en Facebook. Zo werd een community gecreëerd met loyale belangstellenden. Die kregen binnen 24 uur antwoord op vragen, zagen suggesties verwerkt en konden nieuws lezen op de projectwebsite. Facebook zorgde voor interactie tussen Bouwfonds en belangstellenden en tussen belangstellenden onderling, onder meer via filmpjes vanaf de bouwplaats. Uiteinde-lijk waren er ruim 3.000 geïnteresseerden en 300 koopopties voor 47 woningen.
l In Amsterdam redde een combinatie van ontwikkelaars Bijlmerflat Kleiburg van de sloop door via sociale media kopers voor 500 kluswoningen te vinden. Op Facebook meldden zich maar liefst 100.000 vrienden.
l Bij de gebiedsontwikkeling van Katen-drecht in Rotterdam gebruikte Proper-Stok Facebook en Twitter om informatie te geven en mensen te verleiden tot een bezoek aan het schiereiland. De ontwikkelaar vond de Facebook-pagina zelfs belangrijker dan de website. De campagne had succes: veel jonge gezinnen vestigen zich in deze ooit beruchte wijk.
Het gaat niet meer vanzelf. Om toekomstige kopers te vinden en te enthousiasmeren moeten ontwikkelaars, gemeenten, corporaties en makelaars creatiever zijn dan ooit. Voort-durend zoeken ze nieuwe manieren om een gebied, een project of individuele woningen onder de aandacht te brengen. Enkele voor-beelden ter inspiratie.
Gluren bij de
buren…… en andere manieren om kopers te verleiden
28 november 2013 – naw #48 – anders denken
tekst: Edwin Lucas
De koper ontzorgen Kopers van een nieuwbouwwoning verlaten vaak een andere koopwoning. In de onzekere woningmarkt van nu is dat lastig. Veel ontwikkelaars spelen daar al op in. Ze bieden een verkoop-service voor de eigen woning of een over bruggingsgarantie waarmee dub-bele woonlasten tijdelijk worden gecompenseerd. Ook kunnen kopers hulp krijgen bij het inrichten van de nieuwe woning en krijgen ze advies over energie besparing.
l Bij een aantal projecten biedt Bouwfonds het concept KoopZeker aan voor kopers van een nieuwbouwwoning. De kern hiervan is dat ze hulp krijgen bij het verkopen van hun eigen woning. Bouw-fonds betaalt ook de makelaarscourtage en biedt gratis advies van een woningstylist en nieuwe foto’s om de woning optimaal te presenteren.
l Ontwikkelaars van nieuwbouwprojecten in Vathorst (Amersfoort) bieden potentiële kopers een persoonlijke wooncoach aan. Deze coach levert extra service om het veelomvattende proces van het kopen van een nieuwbouwwoning te vergemakkelij-ken. Bijvoorbeeld bij het regelen van finan-ciering en tijdens het bouwproces. www.033nieuwwonen.nl/wooncoach
De optimale websiteEr wordt geen woning meer verkocht zonder dat op internet is gekeken. Waren de eerste websites over nieuwbouw projecten nog veredelde folders, de huidige nieuwbouwwebsite is interactief en dynamisch: mensen keren er voort durend terug, omdat er nieuwe filmpjes op staan of extra infor-matie te vinden is. Ook handig: een slimme 3D-woonconfigurator, waarmee mensen zelf hun woning kunnen samenstellen met de beschikbare opties. Daardoor krijgen ze direct inzicht in de kosten voor de gemaakte keuzes. Natuurlijk kunnen bezoekers zich inschrijven op een e-mailnieuws-brief en zijn er verwijzingen naar soci-ale media. Een site wordt gelanceerd in combinatie met een Google Adwords-campagne: wie bijvoorbeeld ‘koop-woning’ en de naam van de nieuw-bouwlocatie in Google intikt, krijgt meteen een advertentie van het nieuw-bouwgebied te zien. Uiteraard is de inhoud van de site geoptimaliseerd voor zoekmachines.
l Eind augustus 2013 is het project Irishof in Eindhoven in verkoop gegaan: 53 nieuw-bouwwoningen en enkele kleine bedrijfs-ruimten op loopafstand van het centrum. De bijbehorende projectwebsite werd gelanceerd als onderdeel van de promotie-campagne. Op de projectsite is – naast alle informatie over het project – ook een virtuele rondleiding te zien, waardoor de nieuwe wijk tot leven komt. www.irishofeindhoven.nl
l Op de website www.overhoeks.nl kunnen toekomstige bewoners van deze nieuwbouwwijk in Amsterdam-Noord al kennismaken met hun buren.
30 oktober 2013 – naw #48 – anders denken 31Magazine over integrale gebiedsontwikkeling
Bestaande bouwIn de huidige woningmarkt staan vrij veel opgeleverde, maar onverkochte nieuwbouwwoningen. Dat heeft ook een voordeel: er stáát iets waar belang stellenden naartoe kunnen. Ze bezichtigen een bestaande woning. Het is extra prettig voor de geïnteres-seerden als deze nieuwbouwwoning door de ontwikkelaar is ingericht. Zo hoeven kopers niet langer alleen vanaf tekening te kopen.
l In nieuwbouwproject Assenrade van Bouwfonds in Hattem kunnen belang-stellenden op bepaalde dagen op hun gemak even naar binnen kijken, onder het motto ‘gluren bij de (mogelijk toe-komstige) buren’. Vier bewoners waren onlangs bereid hun deuren te openen en te vertellen hoe het is om hier te wonen. www.woneninassenrade.nl
De ‘wisdom of the crowds’ Consumenten weten veel. En ze worden steeds mondiger. Ontwikkelaars spelen daarop in. Ze doen vooraf onderzoek naar gewenste woning typen en laten de koper meeont werpen. Ze organi-seren paneldiscussies, zetten gerichte enquêtes uit, laten mensen meedenken – bijvoorbeeld over de naam van de wijk. Dankzij crowdsourcing gaat een project initiatief vaak plaatselijk en regionaal rondzoemen. Toekomstige bewoners worden pleitbezorgers en soms zelfs medeverkopers.
l Het Balkon, een project van Bouwfonds in Maassluis, werd een verkoopsucces omdat de ontwikkelaars goed luisterden naar wat er leefde in de lokale gemeen-schap. Via een enquête werden talloze mogelijke kopers opgespoord. Uit gesprek-ken met deze kandidaten vloeiden allerlei verbetervoorstellen voort die in het concept werden verwerkt. Bewoners van Maassluis gingen met elkaar in gesprek over het concept en de gekozen benade-ring. Daarmee was het verkoop succes een feit. www.hetbalkonvanmaassluis.nl
l Kopers in Karspelhof – een ont wikkeling van Bouwfonds en Rochdale Project-ontwikkeling in Amsterdam Zuid-Oost – krijgen een uitnodiging om mee te zoeken naar kopers voor de nog leegstaande hui-zen in hun wijk. Onder het motto ‘beter een goede buur dan een verre vriend’ worden zij gestimuleerd om in hun eigen vrienden- en kennissen netwerk naar een koper te zoeken voor de woning naast of tegenover hen. Wanneer zij een nieuwe koper aanbrengen, wordt dat beloond met een cadeaukaart ter waarde van u 500. Kopers worden dus verkopers. www.opdreefwonen.nl
l BUURbook is een onafhankelijk internetplatform waarmee bewoners en ondernemers via social media meer invloed krijgen op hun buurt. Op BUUR-book kunnen partijen als ontwikkelaars, woningcorporaties en gemeenten in een vroeg stadium hun projectideeën kenbaar maken om te ontdekken wat bewoners ervan vinden. Zo kunnen ze gezamenlijk optrekken bij nieuwe plannen. www.buurbook.nl
Nog steeds goedHet bouwbord, de folder, het buurt-krantje – dat zijn toch middelen uit de oude doos? Ja, maar ze werken nog wel. Net als de mond-tot-mondreclame, de advertentie in het huis-aan-huisblad, de briefjes in de brievenbus, etalages in lege bedrijfspanden, reclame op bus en tram, steigerdoeken of flyers aan geparkeerde fietsen.
l Woningcorporatie Het Oosten (nu Stad-genoot) boekte bij de verkoop van goed-kope appartementen voor starters in Amsterdam de beste resultaten met een eigen (papieren) verkoopkrantje. Het werd elke veertien dagen in een oplage van dertigduizend bij de Huizencourant gestoken. Ook werd een deel van de krantjes in bepaalde wijken huis aan huis verspreid. Na vier edities was het adressen-bestand al gevuld met honderden namen van belangstellenden die zich hadden gemeld.
Placemaking Tijdelijk een grote publiekstrekker vestigen in het nieuwbouwgebied: het is en blijft een ijzersterk middel om kopers al in een vroeg stadium te interesseren. De plek gaat leven en gebruikers van de (tijdelijke) ruimte raken al vroeg actief betrokken bij de ontwikkeling van hun eigen, toekom-stige leefomgeving.
l Het klassieke voorbeeld is Blijburg, het stadsstrandje op IJburg. Daarmee was deze Vinex-locatie opeens geen verlaten zandvlakte meer, maar een hangplek voor hip Amsterdam. Werden er eerst slechts enkele huizen per maand verkocht, na de opening van Blijburg waren dat er maande-lijks vele tientallen – ook in het dure segment.
l Voor het nieuwbouwproject Waalfront in Nijmegen is Bouwfonds van plan een restaurant aan te trekken, om zo levendig-heid en een positief gevoel bij het gebied te scheppen. De gemeente Nijmegen wil in het Waalfront een aantal kunstopdrachten realiseren en heeft professionele kunste-naars opgeroepen voorstellen te doen.
WoonspiegelenEen andere trend is het gebruiken van een ‘woonspiegel’. Deze geeft de consument online inzicht in zijn woon-wensen. Aan de hand van een invul-schema ontdekt hij wat hij écht wil op woongebied – en welke mogelijkheden er zijn. Het helpt mensen bij het beant-woorden van vragen als: binnen nu en een jaar verhuizen? Kopen of huren? Een tussenwoning of vrijstaand? Met hoeveel kamers? En welke architectuurstijl?
l In juni 2013 is meppelwoont.nl gelanceerd. Deze site is gebaseerd op een – volgens de gemeente Meppel – unieke vorm van vastgoedmarketing: housing on demand, ontwikkeld voor nieuwbouwwijk Nieuwveense Landen. Vijftien ontwikke-laars en bouwers zijn hier inmiddels bezig met het ontwikkelen van plannen. De belangstelling onder mogelijke kopers is enorm. Volgens Meppel omdat wordt gerealiseerd wat de consument écht wil. Via de woonspiegel op de site stellen potentiële kopers hun woonprofiel samen. Het resultaat is een visualisatie van hun woontoekomst, die ze kunnen delen via social media. Dat is een zeer waardevolle kennisbron voor de ontwikkelaars. www.meppelwoont.nl
Vroeg beginnen Nog vóór de eerste tekeningen van een woonwijk zijn gemaakt, kan een ont-wikkelaar met gebiedsmarketing en -promotie een waarde en betekenis geven aan het gebied. �
l Tussen Broek op Langedijk en Heerhugo-waard komt Broekhorn: een nieuwe woon-wijk met 520 koopwoningen. Bouwfonds startte begin dit jaar – nog ver voor het moment dat de woningen in verkoop gingen – een brede campagne om de kwaliteiten van het gebied onder de aan-dacht te brengen. Bouwfonds hield in Heerhugowaard en Broek op Langedijk een smaaktest, waarbij potentiële kopers hun voorkeuren konden aangeven aan de hand van afbeeldingen van woningen. Die test zorgde voor naamsbekendheid en een positief gevoel: hier gaat het gebeuren. Die verwachting wordt zorgvuldig gemanaged: met de plaatsing van een landmark, een eigen magazine (de Broekhorner Post), een actieve benadering van de pers, een gebiedswebsite en de inzet van social media. Via de site kunnen belangstellenden een interactieve kavelkaart bekijken, een virtuele rondleiding volgen en met een speciale tool ‘hun’ woning inrichten. Het doel was om voor de start verkoop vijfhonderd belangstellenden te vinden. Dat is gelukt. www.broekhorn.comwww.facebook.com/Broekhorn
32 oktober 2013 – naw #48 – anders denken 33Magazine over integrale gebiedsontwikkeling
tekst: raquel Mourik fotografie:�Peter van Breukelen
Regenpijpen zijn vernuftig weg gewerkt in de muur.
De uitdaging: verander een in onbruik geraakt terrein in een levendige wijk, waar oud en nieuw hand in hand gaan. Dat gebeurde op de volgende drie bijzondere plekken.
“Ik�ben�opgegroeid�in�dit�deel�van�Amsterdam-Noord.�Dat�was�een�van�de�redenen�waarom�ik�gevraagd�ben�mee�te�denken�over�de�herontwikkeling�van�Meerpad�tot�aantrekkelijk�woongebied.�Vroeger�was�dit�een�scholen-�en�bedrijventerrein.�Als�thema�voor�het�‘nieuwe’�Meerpad�bedachten�we�‘Intimiteit�achter�de�dijk’.�Dit�refereert�aan�de�sfeer�van�vroeger,�gevoed�door�de�smalle�stegen�en�straten�die�van�de�Nieuwendammerdijk�naar�beneden�lopen.”�Ongeveer�halverwege�die�dijk�ligt�Meerpad.�Bas�Liesker�maakte�een�analyse�van�het�stedelijke�weefsel�in�de�omgeving�en�gebruikte�dat�voor�zijn�stedenbouwkundige�opzet�voor�het�nieuwe�Meerpad.�Zo�kwam�hij�tot�een�opzet�waarbij�vier�paden�naar�het�water�lopen�en�breder�worden�naar�achteren.“De�zeventien�woningen�die�hieraan�zijn�gerealiseerd,�hebben�allemaal�zicht�op�dit�water.�De�woningen�zijn�uitgevoerd�in��crèmekleurig�hout�en�een�gelige�baksteen.�De�inspiratie�daarvoor�kwam�van�een�aantal�woningen�uit�de�omgeving.�We�hebben�ook�elementen�gebruikt�van�de�doopsgezinde�kerk�die�hier�nog�staat.�Die�heeft�een�puntdak�en�ramen�die�als�een�dikomrande�lijst�in�de�gevel�staan.�De�lichte�dakpannen�sluiten�mooi�aan�bij�het��crèmekleurige�palet.�Omdat�we�huizen�wilden�maken�met�vlakke�wanden�en�daken,�hebben�we�veel�energie�gestoken�in�het�weg-werken�van�dakgoten�en�andere�uitsteeksels.”
Tweelaagse parkeerliften“Op�voorhand�maakten�de�omwonenden�zich�over�twee�dingen�veel�zorgen:�een�tekort�aan�parkeerplekken�en�gebrek�aan�speel-ruimte�in�de�wijk.�Om�die�zorg�weg�te�nemen,�hebben�we�uitein-delijk�minder�woningen�gebouwd�en�de�ruimte�die�vrij�kwam,�ingericht�als�speelplek�en�als�parkeerruimte.�Ook�hebben�we�in�het�plan�tweelaagse�parkeerliften�gebruikt.�Een�gedurfde�inves-tering,�maar�wel�een�die�aansluit�bij�de�wens�van�de�kopers.�De��parkeerliften�worden�goed�gebruikt�en�de�extra�speelruimte�die�dit�heeft�opgeleverd,�is�populair�bij�de�kinderen�uit�het�wijkje.�Daardoor�is�het�een�levendige�wijk�geworden,�waarin�auto’s��minder�dominant�zijn�en�de�aanwezigheid�van�kinderen�de�boventoon�voert.”
Meerpad: 12 tweeondereenkapwoningen en 5 vrijstaande woningenStart ontwikkeling: 1999Oplevering: 2009Ontwikkeling door: Bouwfonds Ontwikkeling
metamorfoseAmsterdam, Meerpad
‘ Een intiem buurtje. Precies wat we wilden bereiken.’
Bas Liesker, architect bij Heren 5 architecten:
Het was: een scholenterreinHet werd: een intiem woonwijkjeDe link: nog steeds zie je hier veel kinderen buiten spelen.
34 oktober 2013 – naw #48 – anders denken 35Magazine over integrale gebiedsontwikkeling
Het oude veiling gebouw is
herbestemd tot kinderdagverblijf.
De voormalige zandtrechters zijn nu in gebruik als kantoor.
“Er�zijn�verschillende�dingen�die�ons�erg�aanspreken�aan�dit�apparte-ment.�Het�is�een�grote�en�lichte�ruimte,�het�ligt�dicht�bij�het�centrum�van�Utrecht�en�vanuit�onze�huiskamer�kijken�we�uit�op�de�historische�haven.�Ook�de�directe�omgeving�was�voor�ons�een�belangrijke�reden�om�hier�een�woning�te�kopen.�Het�is�een�aantrekkelijke�wijk.�Binnen�Parkhaven�is�een�aantal�oorspronkelijke�elementen�bewaard�gebleven.�Het�oude��veilinggebouw�staat�er�nog�–�daar�is�nu�een�crèche�gevestigd.�In�de�haven�liggen�zo’n�vijftien�historische�schepen�en�staan�de�zogenaamde�U-trechters�(oude�zand-�en�grindtrechters)�die�zijn�ingericht�als��kantoor.�Die�elementen�geven�het�gebied�een�eigen�gezicht�en�karakter.�In�de�directe�omgeving�vind�je�een�paar�restaurants�en�leuke�terrasjes.�Die�trekken�ook�Utrechters�uit�andere�wijken�aan.�Dat�zorgt�voor�extra�levendigheid.
Binnentuin Toen�wij�hier�kwamen�wonen,�hadden�we�nog�geen�kinderen.��Inmiddels�hebben�we�een�dochter�van�twee.�Parkhaven�is�een�kind-vriendelijke�omgeving,�ook�al�zit�je�hier�midden�in�de�stad�tussen�een�paar�vrij�drukke�wegen.�Er�zijn�leuke�speeltuintjes�en�er�zijn�veel��leeftijdgenoten�voor�onze�dochter.�We�zitten�ook�geregeld�met�haar�in�de�gezamenlijke�binnentuin,�waar�het�rustig�en�groen�is.�Kortom:�hier�in�Parkhaven�heb�je�het�gemak�van�de�stad,�maar�het�voelt�niet�als�een�stad.”
Utrecht, Parkhaven
Parkhaven: 125 eengezinswoningen en 825 apparte menten en verschillende voor zieningen zoals horeca, een sportschool en een crècheStart ontwikkeling: 1996Oplevering: eind 2014Ontwikkeling door: Bouwfonds, gemeente Utrecht en BPF Bouwinvest
‘ Hier is genoeg te beleven, voor ons alle drie’
Bewoners Mark en Nelleke Wollenberg:
Het was: een los- en veilinghaven voor groente en fruitHet werd: een woonwijk midden in de stad De link: nog steeds is er volop levendigheid rondom de haven
36 oktober 2013 – naw #48 – anders denken 37Magazine over integrale gebiedsontwikkeling
“Als�je�het�terrein�oprijdt,�zie�je�meteen�hoe�mooi�het�is�om�hier�te�wonen.�Tot�2006�deed�Sancta�Maria�dienst�als�psychiatrisch��ziekenhuis.�Nu�ontwikkelen�we�er�een�bijzonder�woongebied.�Het�bestaande�bos,�met�bomen�van�meer�dan�honderd�jaar�oud,�blijft�grotendeels�behouden.�Dat�geldt�ook�voor�de�vijf�bestaande�pavil-joens�en�de�voormalige�directeurswoning�uit�de�jaren�twintig,�die�volledig�worden�gerenoveerd.�Het�eeuwenoude�groen�en�de�bestaande�panden�zijn�belangrijke�dragers�van�het�totale�plan.”
Verticaal splitsen“Direct�na�de�entree�aan�de�rechterkant�ligt�het�gebouw�Paulus.�Dit�hebben�wij�als�eerste�onder�handen�genomen.�Officieel�is�dit�geen�monument,�toch�voelde�iedereen�de�verantwoordelijkheid�er��respectvol�mee�om�te�gaan.�In�eerste�instantie�zouden�er�apparte-menten�in�komen,�maar�al�snel�bleek�dat�we�het�gebouw�daarmee�te�veel�zouden�aantasten.�Daarom�besloten�we�het�gebouw�verti-caal�te�splitsen�in�plaats�van�horizontaal.�In�gebouw�Paulus�wor-den�nu�zeven�royale�herenhuizen�gebouwd.�Technisch�gezien�is�het�een�uitdaging.�In�de�loop�der�jaren�is�het�gebouw�vaak�aan-gepast.�Zo�waren�trappenhuizen�ingezaagd�en�moesten�wij�weer�voordeuren�maken�op�plekken�waar�ramen�waren.Door�de�inpassing�van�de�oudbouw�spreken�we�een�brede�doel-groep�aan�die�zich�aangetrokken�voelt�tot�wonen�op�een�land-goed.�Of�dat�nu�is�in�een�herenhuis�in�een�bestaand�gebouw,�in�een�nieuw�eigentijds�appartement�of�in�zelf�gerealiseerde�droomvilla�met�uitzicht�op�een�van�de�bestaande�panden.”
Sancta Maria: er komen 235 woningen, waaronder villa’s/landhuizen, appartementen en herenhuizenStart ontwikkeling: 2007Prognose oplevering: 20202022Ontwikkeling door: Bouwfonds Ontwikkeling en VORM
In ‘Liduina’ komen waarschijnlijk eensgezinswoningen of appartementen. Verwachte oplevering is in 2015/2016.
Noordwijk, landgoed Sancta MariaHet was: een landgoed met een psychiatrisch ziekenhuis Het wordt: een landgoed met sfeervolle woningen De link: het landgoedgevoel, met stijlvolle panden en honderdjarige bomen
Theo van der Plas, senior ontwikkelingsmanager Bouwfonds:
‘ Technisch gezien is dit een uitdaging’
Het gebouw Paulus wordt als eerste herontwikkeld. Er komen 7 royale herenhuizen in, die eind oktober van dit jaar in de verkoop gaan.
Details in de gevels refereren aan de geschiedenis van deze locatie.
De vroegere kapel geeft Sancta Maria een eigen sfeer.
38 oktober 2013 – naw #48 – anders denken 39Magazine over integrale gebiedsontwikkeling
O ntslakken�draait�eigenlijk�om�twee�dingen:�minder�regels�en�regels�anders�toepassen.�Maar�hoe�begin�je�daarmee,�als�gemeente?�Friso�de�Zeeuw:�“Aan�de�ene�kant�heel�praktisch:�de�aanvragen�die�je�binnenkrijgt,�de�plannen�die�er�al�
liggen,�kijk�daar�op�een�andere�manier�naar.�En�aan�de�andere�kant�met�een�meer�structurele�aanpak:�het�maken�van�keuzes�en�het��verlagen�van�de�regeldruk.�Voor�burgers�en�bedrijven�die�initiatieven�willen�nemen,�moet�je�de�hoepel�groter�maken�en�lager�houden.�In�een�proces�van�tientallen�jaren�hebben�gemeenten�hele�kerst-bomen�vol�regelingen�opgetuigd.�Dat�kun�je�gemeenten�niet�ver-wijten;�het�reflecteerde�de�toenemende�maatschappelijke�wensen.�Maar�wat�is�nu�echt�het�publieke�belang?�Hebben�we�al�die�rege-lingen�nodig?�Moeten�we�wel�zo�nodig�overal�wat�van�vinden?”
Bregje�Kerssemakers�is�het�hier�van�harte�mee�eens:�“We�willen�af�van�lokale�regels�die�goede�initiatieven�belemmeren.�Wij�hebben�met�ons�team�in�het�ruimtelijke�domein�130�door�de�raad�bekrach-tigde�nota’s,�visies�en�verordeningen�verzameld,�de�bestemmings-plannen�niet�eens�meegeteld.�Daar�zit�van�alles�bij:�van�beleids-regels�voor�bluswater�en�de�kantorennota�tot�het�reclamebeleid�en�de�hondenpoepnota.�In�een�tiental�‘proefgebieden’�gaan�we�nu�experimenteren�met�minder�regels,�samen�met�bewoners,��corporaties,�ondernemers�en�ontwikkelaars.�We�willen�zien�wat�het�loslaten�van�regels�oplevert.�Het�gaat�om�woongebieden�én�bedrijventerreinen,�nieuwe�en�al�langer�lopende�ontwikkelingen,�grootschalig�en�heel�kleinschalig.”�Een�hele�stapel�regels,�dat�komt�Dennis�Straat�zeer�bekend�voor:�“Wij�hebben�als�college�in�Zaanstad�een�inventarisatie�gemaakt�en�daarbij�kwamen�ongeveer�evenveel�documenten�op�tafel�als�de�130�in�Eindhoven�die�meewogen�in�ruimtelijke�beslissingen.�Tot�en�met�een�paardenbakkenbeleid�voor�het�buitengebied.�Maar�hoe�gedetailleerd�moet�je�het�regelen?�We�hebben�het�nu�terug�gebracht�tot�40�documenten,�nog�steeds�best�veel.”�
Besparen en bezinnenDe�ambitie�om�te�ontslakken�had�in�Zaanstad�een�duidelijk��vertrekpunt.�Straat:�“Bij�ons�begon�het�bij�de�noodzaak�om�te�bezuinigen.�Maar�we�willen�ons�ook�bezinnen�op�onze�rol.�Aan�de�basis�staat�de�visie,�de�grote�lijnen�voor�de�toekomstige�
Dennis Straat Wethouder van onder meer ruimtelijke ont wikkeling in Zaanstad
Bregje Kerssemakers Verantwoordelijk voor het ruimtelijke beleid in Eindhoven
Friso de Zeeuw Directeur Nieuwe Markten bij Bouwfonds Ontwikkeling
�ontwikkeling�van�Zaanstad.�Dat�leidt�ertoe�dat�je�enerzijds�de�regeldruk�kunt�verminderen,�maar�tegelijk�ook�flinke�regie�blijft�voeren�voor�de�gebieden�die�juist�bescherming�verdienen,�zoals�onze�historische�lintbebouwing.”�
Meer risicoOm�te�ontslakken�gaan�Eindhoven�en�Zaanstad�ook�meer�risico�nemen�in�hun�ruimtelijke�ontwikkeling.�Kerssemakers:�“Welstand�is�zo’n�onderwerp.�Dat�kun�je�proberen�te�objectiveren�met�allerlei�algemene�regels,�maar�het�is�de�vraag�of�burgers�daarmee��geholpen�zijn.�Stel�dat�een�dakkapel�1,20�meter�hoog�mag�zijn�en�hij�is�1,25�meter.�Hoe�erg�is�dat?�Dus�kun�je�zeggen:�laat�maar�zitten,�
richt�je�aandacht�op�wat�echt�belangrijk�is.�De�verhuizing�van�de�avondschool�(zie�kader)�is�ook�een�heel�sprekend�voorbeeld.��Iedereen�vindt�dat�het�een�goed�idee�is,�maar�de�regels�houden�het�tegen.�Nu�is�het�toch�doorgegaan�en�niemand�heeft�bezwaar��ingediend.�Dat�zegt�iets�over�die�regels�en�over�de�manier�waarop�je�ze�kunt�toepassen.”
Door naar de bouwmarktOok�Straat�wil�in�Zaanstad�zorgen�voor�kortere�lijnen.�Bijvoorbeeld�in�wijken�uit�de�jaren�zeventig�en�tachtig.�“Daar�willen�we�wel-standsvrije�gebieden�instellen.�Wie�wil�verbouwen�krijgt�een�flits-vergunning,�rekent�af�bij�de�balie�en�gaat�meteen�door�naar�de�bouwmarkt.�We�hebben�ook�enkele�gebieden�die�al�tien�jaar�braak�liggen�omdat�bouwplannen�niet�van�de�grond�komen.�We�hebben�zelf�stedenbouwkundige�oplossingen�zitten�bedenken,�maar�er�gebeurt�verder�niets.�Nu�draaien�we�het�om.�We�zeggen�tegen�de�markt:�maak�een�plan�en�als�de�buurt�het�ermee�eens�is,�dan�is�het�
tekst:�Bauke ter Braak
Van bluswater tot paardenbakDe gesprekspartners
Bij het maken van plannen voor gebiedsontwikkeling, ligt het gevaar van een kluwen van gemeentelijke nota’s en verordeningen op de loer. De regels kunnen de plannenmakerij verstikken. Zonde. Is ‘ontslakken’ de oplossing? Kan het sneller, flexibeler en goedkoper? Drie leden van het Actieteam Ontslakken praten erover. En geven tips.
Hoeveel wil je regelen?
‘�Maak�de�hoepel�groter��en�houd�hem�lager’��Friso de Zeeuw
40 oktober 2013 – naw #48 – anders denken 41Magazine over integrale gebiedsontwikkeling
goed.�De�ontwikkelende�partij�moet�dan�ook�echt�de�dialoog�aan-gaan�met�de�buurt,�daarin�moeten�ze�hun�creativiteit�en��energie�steken.�En�voor�ons�als�gemeente�kan�de�consequentie�zijn�dat�we�er�niets�over�te�zeggen�hebben.”
Vrijheid én grenzenDemocratie�draait�om�het�beschermen�van�de�minderheid�en�het�zwakkere�belang.�Hoe�borg�je�dat�als�je�tegelijk�de�teugels�laat��vieren?�De�Zeeuw:�“Het�is�natuurlijk�niet�de�bedoeling�om�kleinere�belangen�zonder�pardon�weg�te�bulldozeren.�Het�gaat�erom�dat�we�zijn�doorgeschoten�in�de�detaillering�van�regelgeving.�En�je�moet�kunnen�kijken�naar�de�specifieke�situatie:�de�ene�keer�zijn�strenge�regels�nodig,�de�andere�keer�niet.�Dat�moet�je�goed�be�argumenteren.�Dan�hoef�je�ook�niet�bang�te�zijn�voor�precedent-werking.�En�er�blijven�investeringsvoorstellen�die�gewoon�echt�niet�passen.�Het�hoort�ook�bij�ontslakken�dat�je�dan�meteen�duide-lijk�nee�zegt,�dat�je�gesprekspartners�niet�aan�het�lijntje�houdt.”Kerssemakers�vult�aan:�“Het�spanningsveld�is:�hoe�bescherm�je�
de�belangen�van�degenen�die�dat�echt�nodig�hebben�zonder�dat�je�de�boel�weer�gaat�dichtregelen�en�er�niets�meer�tot�stand�komt?�Je�komt�alleen�verder�als�je�de�grenzen�opzoekt,�laat�het�maar�een�keer�spannend�worden.�In�de�gemeenteraad�gaan�we�bijvoorbeeld�de�discussie�krijgen�hoe�we�om�moeten�gaan�met�gemeentelijke�monumenten.�Moet�je�zo’n�lijst�wel�hebben�en�welke�eisen�moet�je�er�dan�aan�stellen?”
Niet bang zijnStraat�kent�zo�langzamerhand�alle�argumenten�om�niet�te�kunnen�ontslakken�wel:�minder�regels�is�fantastisch,�maar�niet�in�mijn�achtertuin.�Of:�ik�ben�er�wel�voor,�maar�ik�kan�de�regels�nu�eenmaal�niet�veranderen.�“Er�is�altijd�wel�iets�waardoor�het�niet�kan.��Terwijl�je�juist�anders�moet�denken:�hoe�kan�ik�het�zo�organiseren�dat�het�juist�wél�kan.�Dat�is�ook�een�kwestie�van�cultuur�en�gedrag,�dat�kost�tijd.�Maar�neem�het�voorbeeld�van�die�drie�braak-liggende�gebieden.�Waarom�zou�de�buurt�een�kwalitatief�slecht�plan�accepteren�of�waarom�zou�de�ontwikkelaar�een�slecht�plan�willen�opstellen�dat�letterlijk�en�figuurlijk�niet�te�verkopen�is?��Je�moet�niet�bang�zijn�om�zo’n�weg�op�te�gaan.”Er�is�breed�draagvlak�voor�het�gedachtegoed�van�ontslakken,�maar�de�weg�is�niet�zonder�gevaren.�Hoe�zorg�je�ervoor�dat�het�blijft�draaien?�De�Zeeuw:�“Je�hebt�allereerst�een�wethouder�nodig�die�zich�er�sterk�voor�maakt.�Zoals�Dennis�Straat.�En�vervolgens�heb�je�binnen�je�gemeentelijke�organisatie�een�stevige�project-leider�nodig,�type�mannetjesputter�m/v,�die�de�vaart�erin�houdt�
Tips voor beginners
NAW vroeg Bregje Kerssemakers, Friso de Zeeuw en Dennis Straat naar tips voor beginnende ontslakkers. Hun antwoord:
• Bepaalalsgemeentewaarjede rode loper wilt uitleggen, wat je ‘afblijflijst’ is en wat je vrijere gebieden zijn.
• Kijknaardeenorme stapeling van regelingen, houd jezelf de spiegel voor, alleen al de inventarisatie werkt louterend en je kunt heel snel een eerste slag maken.
• Investeerincultuuren mentaliteit, laat de formele houding los.
• Durfrisicotenemen,neemafscheid van het streven naar superzekerheid.
• Doehetopenensamenmetalle betrokkenen, binnen en buiten de gemeente.
• Doehetomdatjehetwilt,met enthousiasme en overtuiging, niet omdat de rest van de wereld vindt dat het moet.
• Realiseerjedathetniet vanzelf gaat, dat het tijd kost en dat je vooraf niet precies weet waar je uitkomt.
Breda: vijftig pagina’sEen plan voor 258 appartementen in Breda leidde tot vijftig pagina’s commentaar. Gijsbert van Herk, directeur Ontwikkeling van de gemeente: “Toen hebben we besloten om te stoppen met de traditionele, tijdrovende onderhandelingen tussen overheid en deze ontwikkelaar. We hebben de ontwikkelaar gevraagd om aan te geven welke zaken voor hem essentieel waren. En wij hebben onszelf de vraag gesteld: wat gaat er mis als we al die wensen allemaal honoreren? Toen bleven er drie punten over: de prijs, de nabetaling en de geluidsontheffing. Daarmee konden we verder. We willen een faciliterende overheid zijn. Daar hoort bij dat je vanaf minuut één open en eerlijk met elkaar om tafel zit en je niet allemaal verschanst in je eigen schuttersputje of blijft steken in actiereactie.”
Eindhoven: betere locatieIn Eindhoven groeide een avondschool uit haar jasje. En er was een mooie nieuwe locatie: een leegstaand kantoor in de binnenstad. Bregje Kerssemakers: “Het mooie was: de nieuwe plek was in beide opzichten veel beter dan de oude. Een veel lagere geluidbelasting én meer parkeerruimte. Maar vanwege de onderwijsbestemming voor het kantoorgebouw zouden er zware lokale eisen worden gesteld aan geluidbelasting en parkeren. En aan die normen voldeed de nieuwe locatie dan weer niet. Toen heeft in de besluitvorming het gezonde verstand gezegevierd en heeft het gemeentebestuur ingegrepen. Iedereen vond het een goed idee, er was gewoon niemand tegen. De verhuizing is inmiddels achter de rug.”
Zwolle: inspirerendDe ontwikkeling van deelplan Frankhuis van de uitleglocatie Stadshagen in Zwolle zat muurvast. Gemeente en Bouwfonds konden het financieel niet eens worden. Frans Holleman, directeur Bouwfonds Ontwikkeling regio NoordOost: “In november vorig jaar kwam de ommezwaai. De gemeente heeft gezegd: we gaan van regisseren naar faciliteren. We zitten voortaan met een klein en slagvaardig team aan tafel, dat een directe lijn met de wethouder heeft. Elk probleem kunnen ze meteen tackelen. Het heeft ons geïnspireerd om een nieuw integraal plan te maken. Daarvoor moesten wij als marktpartij ook goed ons ‘huiswerk’ doen, zodat we elkaar zekerheid konden bieden. Dat was best spannend. We hebben samen het momentum benut. We zijn er nog niet, maar dat we nu zo ver zijn gekomen, geeft een heel goed gevoel.”
Zaanstad: afkopenEen sloopnieuwbouwproject in een vooroorlogse wijk van Zaanstad dreigde vast te lopen. De reden: het parkeerbeleid. Wethouder Dennis Straat: “Volgens de regels moest de woningbouwcorporatie de eis van 60 parkeerplaatsen afkopen. Dat zou ruim een miljoen euro kosten. Dat geld had de corporatie eenvoudig niet en welbeschouwd was het ook geen realistisch bedrag. Met een noodprocedure hebben we een hardheidsclausule in de parkeernota kunnen aanbrengen. Daardoor kunnen we nu van geval tot geval bekijken hoe we met dat afkopen omgaan. En voor dit project zijn we toen uitgekomen op 100.000 euro. Dat maakte het verschil tussen verkrotting en redding.”
Ontslakken in …en�snel�kan�schakelen�met�gemeentebestuur�én�ontwikkelaar.�Bregje�Kerssemakers�is�daarvan�een�mooi�voorbeeld,�ze�beheerst�óók�de�kunst�om�niet�als�een�olifant�door�de�porseleinkast�te�stampen.”�Kerssemakers�voegt�eraan�toe:�“Je�moet�ontslakken�vooral�ook�samen�doen�met�alle�betrokken�partijen,�zorgen�voor�draagvlak.�Al�kun�je�het�bijna�nooit�iedereen�naar�de�zin�maken.”�En�dan�kunnen�mensen�de�hakken�in�het�zand�zetten�en�bijvoor-beeld�naar�de�Raad�van�State�stappen�om�alsnog�hun�gelijk�te�halen.�“Ik�zeg:�laat�dat�dan�maar�gebeuren,�dan�weten�we�waar�de�grenzen�liggen.”�Ook�Straat�benadrukt�dat�alles�niet�van�een�leien�dakje�zal�gaan.�“Ik�voorspel�dat�het�een�ingewikkelde�discussie�wordt.�Het�zal�ons�overkomen�dat�er�achteraf�wordt�gezegd:�hoe�heeft�dit�kunnen�gebeuren?�Aan�de�andere�kant:�ook�nu�nemen�we�besluiten,�ook�nu�kunnen�we�het�niet�altijd�iedereen�naar�de�zin�maken.�Ook�nu�stappen�mensen�naar�de�Raad�van�State.”
De kunst van het loslatenAls�je�de�teugels�laat�vieren,�kan�het�gebeuren�dat�niet�alles�wordt�zoals�je�het�liefst�zou�willen.�Straat:�“Loslaten�is�misschien�wel�het�meest�ingewikkeld.�We�zijn�als�overheid�gewoon�gewend�om�heel�sturend�op�te�treden.”�Het�is�dus�wennen,��realiseert�ook�Kerssemakers�zich.�“Wat�je�heel�erg�merkt:��mensen�vinden�dit�lastig,�dat�geldt�ook�voor�mezelf,�je�voelt�soms�weerstand�om�iets�los�te�laten.�Maar�wat�je�óók�merkt:�als�je�mensen�de�ruimte�geeft�om�gewoon�hun�gezonde�verstand�en�hun�creativiteit�te�gebruiken,�dan�maakt�dat�het�werk�een�stuk�boeiender.�Dat�gebeurt�niet�meteen�bij�iedereen,�wel�om�te�beginnen�bij�een�kopgroep.�Die�moet�vervolgens�de�rest��mee�nemen�in�hun�enthousiasme�over�het�ontslakken.”Moeite�met�loslaten,�daarin�schuilt�volgens�Straat�ook�meteen�het�grootste�gevaar:�“Dat�we,�als�de�economie�weer�aantrekt,�terug-schieten�in�de�oude�stand.�Dat�mag�niet�gebeuren.�De�tijd�is�voorbij�waarin�we�ons�met�van�alles�en�nog�wat�kunnen�bezighouden.”De�Zeeuw,�tot�slot:�“De�mindset�was�dat�we�overal�iets�van�
�moesten�vinden.�In�de�afgelopen�pakweg�honderd�jaar�gingen�we�van�een�faciliterende�naar�een�regisserende�overheid�die�alles�dichtregelde.�In�ons�stelsel�is�het�gewoon�heel�goed�mogelijk�om�ten�stadhuize�voor�van�alles�en�nog�wat�nadere�eisen�te�stellen.�Omdat�het�toch�allemaal�goed�ging,�kwam�er�weinig�weerwerk.�Zo�ontstond�die�opeenstapeling.�Het�is�hoog�tijd�om�weer�terug�te�keren�naar�die�faciliterende�rol.�Omdat�we�zien�dat�die�regisseurs-rol�veel�tijd�en�geld�kost�en�een�beletsel�vormt�voor�gewenste�ruimtelijke�ontwikkeling.”
‘�Loslaten�is�soms�lastig,�dat�merk�ik�zelf�ook’��Bregje Kerssemakers
‘�Waarom�zou�de�buurt�een�slecht�plan�accepteren?’��Dennis Straat
Het rapport ‘Ontslakken van gebieds ontwikkeling’ is te downloaden op www.bouwfonds.nl. Het ontslakken van gebiedsontwikkeling is een van de thema’s op de in 2012 door bedrijven, kennisinstellingen en overheden opgestelde Actieagenda Bouw.
42 oktober 2013 – naw #48 – anders denken 43Magazine over integrale gebiedsontwikkeling
fotografie:�Thomas schlijper
… op Katendrecht. Waar vroeger schepen werden gelost en matrozen kwamen passagieren, wonen nu Rotterdammers, met het mooiste uitzicht van de stad.
GedurfdHet was een gedurfd plan, aan het begin van deze eeuw, een vervallen havengebied ontwikkelen tot een woongebied dat aantrekkelijk moest zijn voor gezinnen. Met een mengeling aan woontypen: van ruime tot zeer ruime appartementen in de twee torens tot stadswoningen rond een levendige patio en grond gebonden eengezinswoningen met een parkeerplek op eigen terrein. Maar het is gelukt: zelfs Rotterdammers die ooit de stad verlieten, komen graag terug naar de 2e Katendrechtse Haven. Waar ze kunnen barbecueën op het gras, wandelen langs het strand of gaan shoppen op de Kop van Zuid, even verderop.
Leven …
Op en onder de patioBouwfonds realiseerde in de 2e Katendrechtse Haven 244 woningen. Zo’n tachtig daarvan zijn appartementen in de twee torens, Neptunus en Poseidon. Deze appartementen kijken allemaal uit over de Maas. De buitenruimtes zijn afsluitbaar met glazen schuifpanelen, zodat je hier zomer en winter van het uitzicht kunt genieten. Onder de torens liggen stadswoningen, elk met een terras dat aansluit op de groene boulevard aan de buitenkant van het plan of de patio binnenin. Onder die patio ligt een parkeergarage, erbovenop ontmoeten de bewoners elkaar en hun medeKatendrechters. Rondom de torens is veel groen, zodat ook de eengezinswoningen aan de buitenrand van het plan een ware stadsoase vormen.
oktober 2013 – naw #4844 45Magazine over integrale gebiedsontwikkeling
Van de eerste eigen woning voor een starter tot een modern complex voor wonen, werken en recreëren: gebiedsontwikkeling geeft vorm aan onze ruimte, nu en in de toekomst.
Vormgeven�aan�vooruitgang�Bouwfonds & ik tekst: raquel Mourik fotografie: Anneke Hymmen
VorMGEVEN AAN VooruITGANG
‘ We zijn ondernemer genoeg om er altijd uit te komen’
Als directeur van Ontwikkelingsbedrijf Vathorst heeft Giel van der Vlies geregeld met Bouwfonds te maken. “We hebben samen een standaard neergezet.”
De kennismaking: “Ik�ken�Bouwfonds�al�van�lang�geleden,�omdat�mijn�vader�er�heeft�gewerkt.�Sinds�1999�werk�ik�zelf�voor�Ontwikkelingsbedrijf�Vathorst�(OBV),�sinds�2011�als�directeur.�De�af�ge-lopen�jaren�heb�ik�Bouwfonds�in�ver-schillende�hoedanigheden�leren�kennen:�als�aandeelhouder�van�OBV,�als�ontwik-kelaar�van�woningen�in�Vathorst�en�als�ontwikkelaar�van�het�winkelcentrum�in�de�wijk.�Dat�betekent�ook�dat�ik�met��verschillende�mensen�van�Bouwfonds�samenwerk.”
De samenwerking:�“Bouwfonds�is�een�van�de�aandeelhouders�van�OBV.�De�gemeente�heeft�50%�van�de�aandelen�en�de�andere�helft�is�verdeeld�over�een�consortium�van�Bouwfonds,�Dura��Vermeer,�Heijmans,�De�Alliantie�en�AM.�Binnen�dit�consortium�speelt�Bouwfonds�op�dit�moment�een�voortrekkersrol�op�het�gebied�van�marketing�en�de�verkoop�van�woningen.�Het�is�een�vooruitstre-vend�bedrijf�dat�veel�onderzoek�doet�naar�klantbehoeftes�en�klanttevreden-heid.�De�lijnen�tussen�OBV�en�Bouwfonds�zijn�kort�en�pragmatisch.�Dat�werkt�pret-tig�en�leidt�tot�resultaat.�Zowel�voor�Bouwfonds�als�voor�mij�staan�de�kwali-teit�en�woonbeleving�voorop.�Dat�is�goed�voor�de�verkoop�én�voor�de�wijk.�Op�het�moment�verkopen�we��minder�woningen.�Vooral�in�moeilijke�tijden�merk�je�dat�de�belangen�van�de�aandeelhouders�niet�altijd��parallel�lopen.�Dat�levert�soms�spanning�op,�maar�dat�is�niet�iets�om�meteen��wakker�van�te�liggen.�We�zijn�allemaal�wel�zo�ondernemend�dat�we�er�na�wat��‘polderen’�altijd�uit�komen.�Ik�ga�trans�parant�te�werk.�Het�is�voor�mij�belangrijk�dat�alle�partijen�vertrouwen�in�het��ontwikkelingsbedrijf�blijven�houden.”�
De toekomst:�“We�zijn�zeker�tot�2025�in�Vathorst�bezig.�We�hebben�nog�veel�bouwgrond,�waar�we�samen�circa�2.700�woningen�willen�realiseren.”
Partner: Giel van der VliesParticulier opdrachtgeverschap: in Groningen
Bijzondere architectuur: ParkHagenHenriëtte Prast: over studenten en de woningmarkt
Binnenkijken: in de Kasteeltuin
oktober 2013 – naw #4846 47Magazine over integrale gebiedsontwikkeling
Een bijzonder huisBij de realisatie van hun vorige nieuwbouwwoning hadden ze mee gedacht over het ontwerp. Dat smaakte naar meer. Ook bij een nieuw huis zouden Janette Boer en Geert Roelevink zoveel mogelijk mee willen beslissen. Zes jaar later vonden ze een kavel in Groningen waarop ze hun droom hebben kunnen waar-maken.
Janette:�“We�wilden�een�herenhuis�in�jaren�30-stijl,�maar�al�gauw�werd�duide-lijk�dat�we�dat�er�niet�door�zouden�krijgen�bij�de�gemeente.�Zij�vonden�dat�het�iets�‘bijzonderders’�moest�worden.�Toen�wis-ten�we�even�niet�hoe�we�verder�moesten.�We�gingen�op�zoek�naar�een�bedrijf�dat�ons�kon�helpen�en�kwamen�bij�Brummel-huis�uit.�Ik�vind�het�prettig�dat�in�hun�concept�de�architect,�bouwkundige�en�aannemer�nauw�samenwerken�en�wij�ons�alleen�maar�bezig�hoeven�te�houden�met�hoe�onze�woning�eruit�moet�komen�te�zien.”�
Door�de�jaren�heen�had-den�Geert�en�Janette�plaatjes��verzameld�van�woningen�die�ze�mooi�vonden.�Met�die�in�hun�achterhoofd�kozen�ze�bij�Brummelhuis�in��eerste�instantie�voor�een�van�de�100�‘basiswoning-typen’.�Door�de�vele�aanpassingen�die�ze�vervolgens�lieten�door-voeren,�werd�het�toch�een�bijzondere�woning.�“De��donkere�kleur�van�het�huis�geeft�het�huis�een�buitengewone�sfeer.�Met�rode�baksteen�was�het�een�totaal�ander,�meer�standaard�huis�geweest”,��vertelt�Janette.
Janette:�“We�zijn�heel�actief�bezig�geweest�met�de�indeling.�We�wilden�bijvoorbeeld�wel�veel�ruimte,�maar�geen�balzalen.�Geld�was�ook�niet�onbelangrijk.�Omdat�we�de�‘basiswoning’�als�uitgangspunt�hadden�genomen,�konden�we�de�kosten�gelukkig�
goed�onder�controle�houden.�Maar�we�hebben�lang�getwijfeld�over�een�open�haard,�vanwege�de�extra�kosten:�25.000�euro.�Toen�zei�iemand�van��Brummelhuis:�‘Waarom�neem�je�geen�gaskacheltje?’�Deze�manier�van�net�even�anders�denken�heeft�ons�vaker�geholpen�tijdens�het��proces.�Ook�tijdens�de�bouw�werd�niet�alles�klakkeloos�overgenomen.�Het�is�fijn�dat�mensen�niet�alleen�de��tekeningen��uitvoeren,�maar�ook�mee-denken�over�het�eindproduct.”
BibliotheekZe wilden graag een bibliotheek. Een van de boekenkasten valt keurig weg in de nis. De kamer is afsluitbaar met ensuitedeuren.
VideJanette wilde per se een vide. Dankzij de open trap bereikt het zonlicht, dat binnenkomt door het dakraam op zolder, helemaal de entree.
LichtDe zitkamer is extra licht dankzij een dakraam. Doordat de zon over het huis trekt, is de lichtinval steeds een beetje anders.
Vormgeven�aan�vooruitgang�particulier opdrachtgeverschap
Extra badkamerJanette en Geert kregen van vrienden en kennissen veel commentaar op hun plan voor een extra badkamer: veel te dicht bij de grotere badkamer naast hun slaapkamer. Ze deden het toch en voegden er meteen een inloopkast aan toe. Weer een stukje maatwerk, want in een basiswoning is deze ruimte ingericht als extra slaapkamer.
OverkappingDoor het doorgetrokken dak heeft het huis drie overkappingen. Aan één zijde is er daardoor een overdekt terras ontstaan, aan de andere kant een carport. Geert: “Een ideetje van de architect. Het sloot prima aan bij de opdracht van de gemeente om hier iets bijzonders neer te zetten.”
BadkamerDe indeling van de badkamer keken Janette en Geert af van een Van der Valkhotel. Janette: “Verbluffend eenvoudig en juist daardoor zo efficiënt. Je hebt er maximale bewegingsvrijheid.”
tekst: raquel Mourik fotografie: Peter van Breukelen
oktober 2013 – naw #4848 49Magazine over integrale gebiedsontwikkeling
Vormgeven�aan�vooruitgang�bijzondere architectuur tekst: raquel Mourik illustratie: Agnes Kappert
Indian summerParkHagen, Sint-Michielsgestel
�vijftig�centimeter�opgetild,�zo�kijk�je�over�de�omgeving�uit,�terwijl�je�toch�redelijk�beschut�zit.�Olaf�vroeg�om�hoge��kwaliteit�en�rijke�detaillering.�Hij�heeft�ons�uitgedaagd�woningen�te�ont�werpen�die�iets�toevoegen�aan�Sint-Michielsgestel.”�Die�rijke�detaillering�van�de�halfvrijstaande�villa’s�komt�overeen�met�die�van�de�prominente�Gestelse�bouw-werken�en�komt�terug�in�alle�woningtypen�van��ParkHagen.�Ook�de��stedenbouwkundige�setting�is�aan-trekkelijk.�Elk�huis�is�zó�neergezet�dat�het�zichtlijnen�op�ruimte�heeft.�
VerleidOlaf�Schoofs:�“Zelfs�in�deze�tijd�geldt:�als�je�een�woning�biedt�waarmee�iemand�zijn�woongenot�kan�laten�toenemen,�dan�is�hij�wel�degelijk�bereid�te�verhuizen.�Dan�wordt�hij�verleid�door�de��locatie,�de�prachtige�openbare�ruimte,�de�manier�waarop�de�woning�daarin�is�geplaatst,�de�aandacht�voor�de�architectuur�en�de�aandacht�die�hijzelf�krijgt.�In�ParkHagen�is�dat�goed�gelukt.”�
Onlangs werden in ParkHagen in Sint-Michiels gestel de eerste halfvrijstaande villa’s opgeleverd. De woningen zijn zo ontworpen dat de bewoners van het vroege voor-jaar tot in de late herfst van de boslucht kunnen genieten.
O laf�Schoofs,�ontwikkelingsmanager�bij�Bouwfonds,�blikt�terug:�“Voor�we�de�plannen�voor�ParkHagen�op�papier�zetten,�hebben�we�goed�rondgekeken�in�Sint-Michielsgestel.�We�zijn�op�zoek�gegaan�naar�markante�gebouwen�in�de�omgeving�en�hebben�
inwoners�van�Sint-Michielsgestel�gevraagd�wat�zij�mooi�vinden.�De�opbrengst�van�die�inventarisatie�was��prachtig:�foto’s�van�gebouwen�die�halverwege�de�negentiende�eeuw�in�deze�omgeving�zijn�neergezet,�zoals�het�Doveninstituut,�Landgoed�Zegenwerp�en�kleinseminarie��Beekvliet.�Blijkbaar�is�dat�hoe�bewoners��Sint-Michielsgestel��willen�zien.�Dat�werd�dus�ons�startpunt.”�
Van binnen naar buitenArchitect�Arjen�Weijer�van�LSWA�architecten�werd�gevraagd�de�halfvrijstaande�villa’s�in�het�bosrijke�ParkHagen�te�ontwerpen.�Hij�vertelt:�“Olaf�Schoofs�had�vrij�uitgesproken�ideeën.�Hij�kwam�met�het�Indian-summer-gevoel;�in�Nederland�hebben�we�vaak�een�prima�temperatuur,�maar�vanwege�de�regen�zitten�we�toch�vaak�binnen.�Vanuit�die�gedachte�ontstond�het�idee�voor�een�veranda:�daarmee�kun�je�vroeger�in�het�voorjaar�en�later�in�het�najaar�buiten�zitten,�ook�als�het�regent.�En�als�het�dan�toch�iets�te�koud�wordt,�pak�je�er�een�dekentje�bij.�Ik�vond�het�belangrijk�dat�de�bewoners�de�buitenruimte�vooral�van��binnenuit�konden��beleven.�Een�overdekte�veranda�versterkt�deze�beleving.�De�veranda�is�zo’n�
ParkHagen, Sint-MichielsgestelWat: 57 woningen: tussenwoningen, parkvilla’s, poortwoningen, halfvrijstaande villa’s en 7 vrije kavelsOntwikkeling: Bouwfonds OntwikkelingArchitect: LSWA architectenLandschapsarchitecten: Van Leuken en Garden, Parks & EstatesStart ontwikkeling: 2008Start bouw: 2012Oplevering: 2013
oktober 2013 – naw #4850 51Magazine over integrale gebiedsontwikkeling
Vul de bijgesloten enquête in. Of geef uw mening online op www.naw.nl / lezersonderzoek
Wat vindt en verwacht u van NAW?
fotografie: Anja van WijgerdenVormgeven�aan�vooruitgang�column
Student�als�aanjagerOp�de�woningmarkt�zijn�drie�groepen�aan�te�wijzen�die�in�de�knel�zitten:�huiseigenaren�die�met�dubbele�woonlasten�kampen,�omdat�ze�hun�oude�huis�aan�de�straatstenen�niet�kwijtraken;�huizenbezitters�die�eigenlijk�een�ander�huis�willen�kopen,�maar�dat�niet�aandurven�omdat�ze�bang�zijn�hun�huidige�woning�niet�te�kunnen�verkopen;�en�studenten,�die�te�maken�hebben�met�de�structurele�kamernood�in�studentensteden�als�Amsterdam,��Groningen�en�Utrecht.�Dat�laatste�wordt�voor�rijkeluiszoons�en�-dochters�opgelost�doordat�hun�ouders�een�appartementje�voor�ze�kopen�of�zelfs�een�heel�huis�dat�ze�met�‘vrindjes’�delen.�Hun�minder�gefortuneerde�medestudenten�hebben�die�mogelijkheid�niet�en�zijn�afhankelijk�van�geluk�en�kennissen,�staan�op�een�wachtlijst,�nemen�hun�toevlucht�tot�een�containerwoning�of�prijzen�zich�gelukkig�dat�ze�voor�450�euro�per�maand�twaalf�vierkante�meter�ter�beschikking�hebben.�Kortom,�in�studentensteden�bestaat�aan�de�ene�kant�een��overschot�aan�woningen�van�‘reguliere�huiseigenaren’�en�aan�de�andere�kant�is�er�een�tekort�waardoor�studenten�financieel�in�nood�raken.�Zij�moeten�bijverdienen�om�woonlasten�op�te�hoesten�die�te�hoog�zijn�voor�hun�studiebeurs�en�voor�de��hoeveelheid�en�de�kwaliteit�van�de�vierkante�meters�die�ze�ervoor�krijgen.Markt�en�woningcorporaties�lossen�dit�probleem�niet�op.�Uit�angst�voor�uitwonen,�maar�vooral�voor�de�beschermde�positie�van�huurders,�bieden�huizenbezitters�hun�overtollige�woning�niet�aan�studenten�te�huur�aan�en�ook�woningcorporaties�weren�studenten�uit�hun�vrijesectorwoningen.�Wat�te�doen?�Laat�de�Dienst�Uitvoering�Onderwijs�(DUO),�die�de�studiefinanciering�regelt,�de�woningen�die�te�koop�staan,�opkopen�of�huren.�Studenten�komen�dan�in�aanmerking�om�er�te�wonen�zolang�ze�voldoende�studiepunten�halen.��Wanbetaling�is�geen�issue,�want�DUO�houdt�het�bedrag�in�op�de�studiebeurs.�Wie�afstudeert�moet�vertrekken,�net�zoals�dat�in�dispuutshuizen�gebeurt.�De�voordelen�zijn�legio.�Studenten�
kunnen�prettig�wonen�en�hebben�een�extra�prikkel�om�vol-doende�studiepunten�te�halen.�Wie�er�een�puinhoop�van�maakt,�wordt�op�straat�gezet.�Het�hoeft�de�overheid�niets�te�kosten,�want�het�maakt�niet�uit�of�die�nu�meer�beurs�uitkeert�of�woonruimte�ter�beschikking�stelt.�Als�DUO�de�woningen�
koopt,�tegen�het�huidige�lage�prijspeil,�is�er�ook�nog�de�moge-lijkheid�tot�vermogenswinst.�Het�is�een�manier�om�de�woon-kloof�tussen�rijkeluis-�en�andere�studenten�te�verkleinen.�De�huizenmarkt�wordt�aangejaagd,�dubbele�lasten�worden�gereduceerd�en�woningbezitters�die�willen�verhuizen�maar�dat�nu�niet�aandurven,�worden�over�de�streep�getrokken.�Dat�leidt�tot�meer�bestedingen�aan�gordijnen,�een�verfje,�aannemers�en�architecten,.�Allemaal�uitgaven�die�we�in�recessietijd�zo�goed�kunnen�gebruiken.�Kortom,�alleen�maar�winnaars.�
Henriëtte�Prast
Henriëtte Prast is emotieeconome en heeft boeken geschreven als Geld & geluk en Geld & gevoel. Van 1997 tot 2007 was ze als onderzoeker verbonden aan De Nederlandsche Bank. Ze schrijft een column in Het Financieele Dagblad en is sinds 2005 hoogleraar Persoonlijke Financiële Planning aan de Tilburg University. Van 1 januari 2008 tot oktober 2011 was ze lid van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid.
Profiel
ColofonBouwfonds OntwikkelingAls�een�van�de�grootste�gebiedsontwik-kelaars�van�Europa�is��Bouwfonds��Ontwikkeling�al�ruim�65�jaar�actief�om�vooruitgang�daar�te�realiseren�waar�het�telt:�in�de�woon-�en�leef�omgeving.�
In�ons�doen�en�denken�staat�het��creëren�van�vooruitgang�voor�zoveel�mogelijk�betrokken�partijen�centraal.�Om�dit�te�bereiken,�nemen�we�steeds�vaker�het��initiatief.�Voortdurend��zoeken�we��partners�en�partijen�om�samenwerkings�verbanden�mee�aan�te�gaan.�Hiermee�realiseren�we�in�een�vroegtijdig��stadium�nieuwe�kansen�en�een�betere,��geïntegreerde�aanpak�van�projecten.�
We�investeren�op�kleine�schaal�in�hoogwaardige�innovaties�en�passen��bewezen�innovaties�op�grote�schaal�toe.�Energiezuinig�en�duurzaamheid�zijn�hierbij�kernbegrippen.�
Dankzij�samenwerking�met�de�lokale�Rabobanken�kunnen�wij�bovendien�daadkrachtig�inspelen�op�specifieke,�lokale�omstandig�heden.�Het�profijt�hiervan�is�zichtbaar�in�de�kwaliteit�van�de�gebiedsontwikkeling.
Bouwfonds�Ontwikkeling�maakt��beloftes�waar.�We�hebben�langjarige�kennis�van�complexe�gebieds-ontwikkelingen�in�huis�en�zijn�onder-deel�van�Rabo�Vastgoedgroep.�Dit�geeft�ons�de�financiële�slagkracht�en�lange�adem�die�nodig�zijn�om�de��complexe��uit�dagingen�van�de�heden-daagse�gebiedsontwikkeling�aan�te�kunnen.�
Bouwfonds Ontwikkeling is onderdeel van Rabo Vastgoedgroep.
Dit magazine is met zorg samengesteld.
U kunt er geen rechten aan ontlenen.
Kopiëren of citeren van (delen van) de
inhoud is alleen toegestaan in overleg
met Bouwfonds Ontwikkeling.
NAW magazine is een uitgave van
Bouwfonds Ontwikkeling.
NAW staat voor Naam, Adres, Woonplaats.
Aandacht voor de gebruiker (naam), de
vestigingsplek (adres) en het gebied (woon
plaats) zijn essentieel bij gebiedsontwikke
ling. NAW magazine en NAW dossier gaan
over ontwikkelingen in en visies op integrale
gebiedsontwikkeling.
NAW magazine wordt samen met NAW dossier
drie keer per jaar verstuurd naar 15.000 relaties
van Bouwfonds bij o.a. gemeenten, provincies,
architecten, stedenbouwkundigen, adviseurs,
ontwikkelaars en corporaties.
Abonnement: een abonnement op NAW
is gratis voor professionals in gebieds
ontwikkeling. Abonneren kan op www.naw.nl.
Redactieraad
Marcel Baas, Dick Boekhout, Urbain van het Erve,
Harm Janssen, Jeanine Rademakers,
Carlo Verhart (MAB Development),
Jessie Wagenaar, Eric van Winsen, Friso de Zeeuw.
Contact
Jeanine Rademakers
tel. 033 253 98 23
www.naw.nl
Concept, eindredactie en productie
Proof Reputation |
consultancy, concept & creation
Artdirection en vormgeving
Proof Studio | creative department
Productiebegeleiding: Jansen&GO
Drukwerkinkoop: Sumis
Bouwfonds Ontwikkeling
Postbus 15
3870 DA Hoevelaken
www.bouwfonds.nl
‘�De�woonmarkt�in�studenten-�steden�kent�een�overschot�aan�de�ene�en�een�tekort�aan�de�andere�kant’
oktober 2013 – naw #4852
Zomaar een Hollands huis
Woensdagavond 19.45 uur in de Kasteeltuin in Poortugaal.
Het is een vrolijke boel als we bij familie ’t Hart binnen komen. “We komen net thuis van een voetbalwedstrijd,” zegt Alex, om er met een trotse glimlach aan toe te voegen: “Met 21 gewonnen van S.V. Bolnes.” Alex is trainer van het voetbalelftal waar zoon Luuk in speelt. Moeder en dochter zijn tijdens de wedstrijd gaan shoppen. Het gezin heeft om kwart voor vijf al gegeten. “Op woensdag eten we altijd of heel vroeg of heel laat, vanwege het voetbal.”
Alex is projectleider infrastructuur bij een ingenieurs bureau. Gabriëlle is teamleidster van een aantal poliklinieken in het IJsselland Ziekenhuis. Gabriëlle en Alex zijn geboren en getogen Rhoonaars. Gabriëlle’s eerste woning lag in de wijk tegenover de Kasteeltuin, totdat ze ging samenwonen met Alex in de wijk ernaast, waarna ze uiteindelijk een huis in de Kasteeltuin kochten. De Kasteeltuin is gebouwd als een kasteel met opvallende luiken voor de ramen en muren die doen denken aan een echte oude kasteelmuur, compleet met ‘misbaksels’
als stenen. Ze wonen in een type huis waarvan er maar acht zijn in hun straat, met een deur in het midden en woonkeuken aan de voorkant. Aan het einde van de dag komt het hele gezin samen op de fijnste plek in het huis: die woonkeuken. Daar wordt niet alleen gegeten en gedronken, maar ook op laptops gewerkt, geknutseld, tv gekeken en naar buiten gegluurd. Sascha, die tijdens het gesprek stilletjes bleef tekenen, staat nu op, houdt haar tekening in de lucht en zegt “Voor papa!”Weer zien we een trotse glimlach op het gezicht van Alex verschijnen.
Tekst en fotografie: Herman van Heusden en Robert Elsing
Binnenkijken
Top Related