Lista de vocabulario! ~2F~
Jullie zien een nieuwe link staan bij de lista de vocabulario (tussen alle klassen) waar sommige van jullie vragen over hadden. De link heet naslagwerk jaar 1. Deze is ervoor om nog eens terug te kijken naar wat je vorig jaar geleerd hebt. De lijst hieronder moet je leren voor dit jaar.
Grammatica tot nu toe (je vindt deze onderwerpen terug bij de Wikiwijs > Fitness Gramtica):
Bezittelijk voornaamwoord
Hay/ser/estar
Los verbos regulares en presente (de regelmatige werkwoorden in de tegenwoordige tijd > AR/ER/IR zoals o-as-a-amos-is-an)
De Pretrito perfecto (de verleden tijd met het hartje)
De getallen t/m 100
Het bijvoeglijk naamwoord (Los adjetivos)
Trappen van vergelijking
Woordjes beide kanten op leren. (Behalve als het erbij staat)
Tarea final 1Un fin de semana fenomenal:
Holands
Espaol
17-05
el diecisiete de mayo
dansen
bailar
naar de film / bioscoop gaan
ir al cine
fietsen
ir en bicicleta
met de hond wandelen / uitlaten
pasear el perro
uitgaan
salir
museum bezoeken
visitar museo
zingen
cantar
word
muziek luisteren
escuchar msica
zorgen voor
cuidar
gamen
jugar a un videojuego
lezen
leer
surfen op internet / internetten
navegar por internet
zonnen
tomar el sol
schilderen
pintar
fotos maken
sacar fotos
muziek maken
tocar msica
tv kijken
ver la tlvision
12 mei
el doce de mayo
Het T-Shirt
la camiseta
De spijkerbroek
los vaqueros
De Trui
el jersey
De Rok
la falda
De Jurk
el vestido
De korte broek
los pantalones cortos
De Schoenen
los zapatos
Het badpak/bikini
el baador / bikini
Het paspoort
el pasaporte
Het geld
el dinero
Het ticket
el billete de viaje
De plattegrond
el mapa
De telefoon
el mvil
De fotocamera
la cmara de fotos
De handdoek
la toalla
Het boek
el libro
De toilet tas
el bolso de aseo
Tandenborstel
el cepillo de dientes
De tandpasta
la pasta
De haarborstel
el peine
De deodorant
el desodorante
De shampoo
el champ
De zeep
el jabn
De zonnebrand
la crema solar
De make-up
el maquillaje
19-04
el diecinueve de abril
Ook
tambin
ook niet
tampoco
wandelen
caminar
bezoeken
visitar
niet roken
no fumador
roken
fumar
het ontbijt
el desayuno
luxe
lujoso/a
14-04
el catorce de abril
Het drankje
la bebida
zonder vlees
sin carne
de gemengde salade
la ensalada mixta
de sinaasappelsap
el zumo de naranja
de spaghetti
espaguetis
het bier
la cerveza
de hamburger
la hamburguesa
de kip
el pollo
de tomatensoep
la sopa de tomate
het ijs
el helado
de wijn
el vino
de pudding
el flan
de vis
el pescado
5-4
el cinco de abril
de week
la semana
de activiteit
la actividad
de dag
el da
de tijd
la hora
de prijs
el precio
gratis
gratuito
maandag
lunes
dinsdag
martes
woensdag
mircoles
donderdag
jueves
vrijdag
viernes
zaterdag
sbado
zondag
domingo
de kust
la costa
het bezoek
la visita
de excursie
la excursin
het weekend
El fin de semana
de kaart a.u.b
El men por favor / la carta por favor
alstublieft (bij bestellen)
Por favor
alstublieft (bij geven)
Aqu tiene(s)
bedankt
(muchas) gracias
Wat wilt u drinken?
Qu quiere beber / tomar?
Wat wilt u eten?
Qu quiere comer?
het voorgerecht
el primer plato / de primero
het hoofdgerecht
El segundo plato / de segundo
het nagerecht
el postre / de postre
het water
la Agua
met
Con
zonder
Sin
voor mij
Para mi
ik wil graag
me gusta / quiero
de rekening a.u.b.
La cuenta, por favor?
Een gemengde salade
la ensalada mixta
kippensoep
la sopa de pollo
de kaas
el queso
de zalm
el salmn
de friet
las patatas fritas
de tonijn
el atn
de pudding
el flan
het ijs
el helado
de appel
la manzana
de sinaasappel
la naranja
31-03
El treinta y uno de Marzo
Vanaf hier hoef je pas te kennen
voor de toets van 7 april
Wat voor weer is het?
Qu tiempo hace?
Hoe is het weer in?
Qu tal el tiempo en.?
De zon schijnt / het is zonnig
Hace sol
Het regent
Llueve
Veel
Mucho
Weinig
Poco
Het is mooi weer.
Hace buen tiempo.
Het is slecht weer.
Hace mal tiempo.
Het is koud.
Hace fro.
Het sneeuwt
Nieva
Het waait
Hace viento
Het is warm.
Hace calor
Het is graden
Hace . grados.
Het is graden onder nul.
Hace . grados bajo cero
Het stormt / het onweert
Hay tormenta
Het is bewolkt
Est nublado / nuboso
24-03
El veinticuatro de Marzo
Hoeveel kost...
Cunto cuesta...
Hoe laat...
A qu hora...
Waar
Dnde
De trein die aankomt
El tren que llega
Vertrekt
Sale
Vertrekken
Salir
Arriveren
Llegar
De bestemming
El destino
De prijs
El precio
22-03
El veintidos de Marzo
Wat vind je leuk...
Qu te gusta?
Het appartement
El apartamento
Omdat er een zwembad is
Porque hay una piscina
Omdat het luxe is
Porque es lujoso
Ik wil graag+ werkwoord
Me gusta. + werkwoord
Waar
Dnde?
Hoe lang..
Cunto tiempo?
Op vakantie zijn
Estar de vacaciones
Een week
Una semana
Een maand
Un mes
Een dag
Un da
Een weekend
Un fin de semana
Hoe
Cmo
Hoe wil je op vakantie?
Cmo te gusta ir de vacaciones?
Op vakantie gaan
Ir de vacaciones
17-03-2017
El diecisiete de Marzo
Als je bent...
Si eres
Je zult leuk vinden
Te va a gustar
In
En
Je kunt / kun je
Puedes
Bezoeken
Visitar
Doen/maken
Hacer
Zien
Ver
Genieten van
Disfrutar de
Leren kennen
Conocer a
Gaan naar
Ir a
Bergen
Las montaas
Strand
La playa
Eiland
La isla
De stad
La ciudad
Het dorp
El pueblo
Met
Con
Het oceanogrfico ligt in Valencia.
El oceanogrfico est en Valencia.
Zijn er bioscopen in Madrid?
Hay cines en madrid?
Barcelona is een stad met veel activiteiten.
Barcelona es una ciudad con muchas actividades.
Ibiza is een eiland voor avonturiers.
Ibiza es una isla para aventureros.
Er ligt een herberg in de bergen.
Hay un albergue en las montaas.
Plaatsen
Lugares
De berg
La montaa
Het strand
La playa
De stad
La ciudad
De camping
El cmping
Het eiland
La isla
Overnachtingen
Alojamiento
De camping
El cmping
Hotel
Hotel
Het familiehuis
La casa con familia
Activiteiten
Actividades
Feesten
Ir de fiesta
Shoppen
Ir de compras
Museum bezoeken
Visitar museos
Zonnen
Tomar el sol
Zwemmen
Nadar
Typisch eten en drinken
Comida, bebida tpica
De wijn
El vino
Zeevruchten
El marisco
Soorten/Types reizigers
Tipo de viajero
De sporter
El / la deportista
Cultureel
Cultural
Natuurliefhebber
Amante de la naturaleza
Fotograaf
Fotgrafo
Vervoer/De reis
Transportes
Met de trein
En tren
Met de boot
En barco
Reisduur
Duracin
Grammatica die je moet kennen voor de toets van vrijdag:
Trappen van vergelijkingen:
1. Vergrotende trap
Groter dan
Sneller dan
Mooier dan
Liever dan
El coche es mas grande que la bicicleta = De auto is groter dan de fiets.
Mas + bijvoeglijk naamwoord (past zich aan) + que.
Mijn fiets is mooier dan jouw fiets = Mi bicicleta es mas bonita que tu bicicleta.
2. Vergelijkende trap
Even groot als
Top Related