Download - Investeringen in landgrab

Transcript

Samenvatting rapport ‘investeringen in land grab’

Dit is een studie over de verantwoordelijkheid van grootbanken in België in de financiering vanenkele bedrijven die bekend en berucht zijn voor betrokkenheid bij landroof. Het gaat om eenfundamentele kwestie voor het recht op voedsel: de stormloop op land is een fenomeen dat sinds2007-2008 gevoelig is toegenomen. Hierdoor verliezen tientallen miljoenen boeren hunbestaansmiddelen en verergert de voedselonzekerheid in de betrokken landen. Tussen 2000 en2010 werd op wereldwijde schaal omstreeks 203 miljoen hectare land ingepalmd (65 maal deoppervlakte van België!). De verschillende vormen van financiële ondersteuning(kredietverstrekking, investeringsfondsen, …) kunnen ertoe bijdragen dat bepaalde bedrijvenboeren van hun land verdrijven.

De analyse heeft beperkingen op drie niveau's. We hebben een selectie gemaakt van tienfinanciële instellingen die in België actief zijn (BNP Paribas Fortis, Belfius, KBC, ING, bpostbanque, Deutsche Bank, ABN AMRO, Rabobank, AXA en Dexia), en een selectie van tienbedrijven van de meer dan 700 die in de internationale databank ‘Land Matrix’in verband zijngebracht met landroof (Siat, Sipef, SocfinWilmar, Bunge, Cargill, Archer Daniels Midland, Daewoo,Sinar Mas, Louis Dreyfus). In het onderzoek hebben we enkel kunnen kijken naar de financieringvia investeringsfondsen omdat de gegevens m.b.t. andere vormen van investering nietbeschikbaar zijn.

Ondanks deze beperkingen biedt de analyse inzicht in de rol van financiële instellingen door hetaanmoedigen van investeringen in effecten van bedrijven die zich aan landroof schuldig maken.Op die manier zijn de financiële instellingen indirect verantwoordelijk. De maatregelen die desector neemt zijn duidelijk onvoldoende om de financiering van landroof te voorkomen. Nietteminblijkt uit de dialoog met de verschillende banken dat er bereidheid is om aan publieke regulering tewerken.

BNP Paribas Fortis en Deutsche Bank zijn veruit het meest betrokken partij. Ze beheren elkfondsen die 30 miljoen geïdentificeerde effecten bevatten voor een waarde van 110 miljoen euro.Daarna komen ING, KBC, Belfius en AXA. Deze banken beheren elk fondsen die tussen de 6 ende 10 miljoen betrokken fondsen bevatten ter waarde van 9 à 18 miljoen euro. Via deze fondsenwordt het belegde kapitaal naar een aantal gecontesteerde bedrijven geloodst.

Volgens dit onderzoek beheren of commercialiseren Bpost bank en Dexia geen fondsen dieeffecten van de gecontesteerde bedrijven bevatten. ABN AMRO en Rabobank commercialiserenfondsen die effecten van de gecontesteerde bedrijven bevatten, maar beheren er geen. In deonderzochte fondsen vonden we geen effecten van Siat, Louis Dreyfus of Sinar Mas. Wat Socfinbetreft, hebben we enkel effecten teruggevonden in fondsen die beheerd worden door nietonderzochte financiële instellingen. Het is dan ook moeilijk om conclusies te trekken wat betreft deexacte rol van financiële instellingen die deze fondsen commercialiseren. Een recente studie vanFriends of the Earth Europe (Commodity crimes Nov. 2013) toont echter aan dat Rabobank enABN AMRO leningen verstrekken aan Wilmar.

Dezelfde financiële instellingen commercialiseren ook een groot aantal fondsen die beheerdworden door andere instellingen. De verantwoordelijkheid van een instelling die beslist een fondste commercialiseren mag niet onderschat worden, zelfs al is het moeilijk de exacte rol van elkebank te bepalen voor fondsen die niet alleen door hen, maar ook door anderen wordengecommercialiseerd.

De studie onderzoekt ook enkele zelfregulerende instrumenten (labels, investeringsprincipes, …).

Deze blijken niet efficiënt om de investeringen in controversiële bedrijven te voorkomen. De sectoris grotendeels bereidt haar directe verantwoordelijkheid te beperken via de fondsen die ze beheert,maar ziet niet meteen een oplossing voor de financiering van landroof via de vele fondsen die doorandere financiële instellingen beheerd worden, maar toch aan Belgische spaarder wordt verkocht.

Deze vaststellingen wijzen op de noodzaak van publieke regulering. Er is een wettelijk kader nodigvergelijkbaar met de wet op financiering van clustermunitie en anti-persoonsmijnen. Deregulerende instanties van de overheid zouden de initiatieven omtrent investeringscriteria moetenvolgen die door enkele landen genomen werden.

De aanbevelingen richten zich zowel tot de financiële sector als overheden. Ze vertrekken van destelling dat de transparantie van financiële mechanismen gegarandeerd moet worden. Er moet eenwet komen die het financieren van bedrijven waarvan de verantwoordelijkheid onweerlegbaaraangetoond is verbiedt. Publiek beschikbare informatie is een eerste stap, maar volstaat niet. Er isdaarnaast nood aan objectieve impactstudies en procedures die slachtoffers van landroof enschendingen van mensenrechten in staat stelt klacht in te dienen tegen het verantwoordelijkebedrijf en tegen de instellingen die het bedrijf in kwestie financieren.

Banken dienen meer garanties te eisen dan vandaag het geval is wat betreft het respecteren vanwettelijke verplichtingen. Ze moeten bepaalde financieringen stopzetten, zich terugtrekken uitcontroversiële projecten en de slachtoffers compenseren voor het leed dat ze ondergaan hebben.Deze eisen dienen ook te gelden voor financiële producten die buiten België gemaakt worden,vooraleer ze hier gecommercialiseerd kunnen worden.