Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair OnderwijsGuimardstraat 1, 1040 Brussel
ELEKTRISCHE INSTALLATIESDERDE GRAAD BSO
LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS
VVKSO – BRUSSEL D/2011/7841/036
(vervangt D/2004/0279/051 met ingang van 1 september 2011)
Inhoud
Plaats van het leerplan in de lessentabel.................................................................................4
1 Uitgangspunten bij het nieuwe leerplan Elektrische installaties derde graad bso.......5
2 Studierichtingsprofiel...................................................................................................62.1 Situering................................................................................................................................................. 62.2 Instroom en beginsituatie....................................................................................................................... 62.3 Elektrische installaties in het bso-curriculum van het studiegebied Mechanica-elektriciteit, Auto,
Koeling en warmte.................................................................................................................................. 72.4 Factoren die de keuze voor deze studierichting kunnen beïnvloeden....................................................72.5 Persoonlijkheidsvereisten....................................................................................................................... 82.6 Sancties van de studies en uitstroom.....................................................................................................82.7 Vorming vertrekkend van een christelijk mensbeeld..............................................................................8
3 Structuur van het leerplan............................................................................................93.1 Algemene doelstellingen........................................................................................................................ 93.2 Clustering van de leerplandoelen...........................................................................................................93.3 Doelstellingen te realiseren in alle leerplandelen...................................................................................93.4 Doelstellingen te realiseren in elektrische installaties...........................................................................103.5 Doelstellingen te realiseren via stage...................................................................................................103.6 Doelstellingen eventueel in uitbreiding te realiseren in PLC en onderhouds- en renovatiewerkza-
amheden.............................................................................................................................................. 103.7 Na te streven attitudes Elektrische installaties.....................................................................................103.8 Relatie met andere vakken...................................................................................................................113.9 Relatie met de geïntegreerde proef......................................................................................................11
4 Algemene pedagogisch-didactische wenken.............................................................124.1 Inleiding................................................................................................................................................ 124.2 Geïntegreerd of projectmatig werken...................................................................................................124.3 Werken aan de realisatie van het studierichtingsprofiel (SRP).............................................................12
5 Wat is evalueren?......................................................................................................145.1 Wat en waarom evalueren?................................................................................................................. 145.2 Wanneer evalueren?............................................................................................................................ 145.3 Hoe evalueren?.................................................................................................................................... 155.4 Hoe rapporteren?................................................................................................................................. 15
6 Leerplandoelstellingen en leerinhouden: Elektrische installaties...............................166.1 Doelstellingen te realiseren in alle leerplandelen.................................................................................166.2 Doelstellingen te realiseren in elektrische installaties...........................................................................186.3 Doelstellingen te realiseren via stage...................................................................................................246.4 Doelstellingen eventueel in uitbreiding te realiseren in PLC en onderhouds- en renovatiewerkza-
amheden.............................................................................................................................................. 25
7 Minimale materiële vereisten.....................................................................................267.1 Infrastructuur........................................................................................................................................ 267.2 Algemene uitrusting.............................................................................................................................. 267.3 Voldoende aanwezig voor de leerlingen...............................................................................................26
2 3de graad bsoD/2011/7841/036 Elektrische installaties
8 Nuttige adressen en hun websites.............................................................................29
3de graad bso 3Elektrische installaties D/2011/7841/036
Plaats van het leerplan in de lessentabel
Zie website VVKSO bij lessentabellen.
4 3de graad bsoD/2011/7841/036 Elektrische installaties
1 Uitgangspunten bij het nieuwe leerplan Elektrische installaties derde graad bso
Volgende impulsen liggen aan de basis van het vernieuwen van het leerplan:
• het leerproces kaderen binnen een duidelijk studierichtingsprofiel;
• de studierichting moet uitdagend en aantrekkelijk onderwijs bieden voor jongeren;
• er moet ruimte worden gecreëerd voor de eigen inbreng van scholen;
• de moderne technologieën moeten binnen het leren hun plaats krijgen;
• er moet voldoende aandacht zijn voor preventie en milieu.
3de graad bso 5Elektrische installaties D/2011/7841/036
2 Studierichtingsprofiel
2.1 Situering
Elektrische installaties derde graad bso is een kwalificatiestudierichting die gericht is op tewerkstelling. In deze studierichting ligt de nadruk op de uitvoeringsgerichtheid zowel van de algemene als van de specifieke vorming. De vakken van de basisvorming hebben, naast een algemeen vormende waarde ook hun functie in het leren lezen van technische info en rapporten.
Het gestructureerd inzichtelijk en creatief denken en handelen, in het kader van het technologisch proces, staat centraal in deze vorming. Er is voldoende aandacht voor concrete studies van realisaties, met zin voor kwaliteit en preventie.
De beroepsprofielen die aan de basis liggen van het studerichtingsprofiel van Elektrische installaties derde graad bso zijn:
- (voor de tweede graad bso) Residentieel elektrotechnisch installateur;- Industrieel elektrotechnisch installateur en Tertiair elektrotechnisch installateur.
Door te slagen in het tweede leerjaar van de studierichting Elektrische installaties derde graad bso verwerven de leerlingen voldoende inzichten, vaardigheden en attitudes om:
• de startkwalificatie te verwerven om het beroep van monteur elektrische installaties te kunnen uitoefenen. Dit houdt in dat hij/zij verantwoordelijkheid kan opnemen voor het eigen werk en onder begeleiding – na een korte inservicetraining in een bedrijf – elektrische installaties kan uitvoeren.
• zich te kunnen vervolmaken via vervolgopleidingen die op deze studierichting aansluiten zoals een derde leerjaar van de derde graad bso onder de vorm van een specialisatiejaar en/of (bedrijfs-)vervolgopleidingen waarbij elektrische en specifieke milieucertificaten kunnen worden behaald.
2.2 Instroom en beginsituatie
De logische vooropleiding op Elektrische installaties derde graad bso is de studierichting Elektrische installaties tweede graad bso. De meeste leerlingen komen dan ook uit deze studierichting.
De studierichting Elektrische Installaties derde graad bso bouwt bijgevolg vooral verder op de kennis, inzichten, vaardigheden en attitudes verworven in deze tweede graad.
Sommige leerlingen komen ook uit de 2de graad Mechanische technieken of Elektrotechnieken tso, hetzij na het behalen van een B-attest, hetzij na heroriëntering. Indien deze leerlingen over voldoende motorische competenties beschikken, een inspanning willen leveren om hun praktische vaardigheden te ontwikkelen en voldoende interesse hebben, hebben ze kans op slagen. Instroom vanuit andere studierichtingen is eerder zeldzaam. Leerlingen die pas in de 3de graad het Beroepssecundair Onderwijs aanvangen, hebben nood aan een speciale opvang.
6 3de graad bsoD/2011/7841/036 Elektrische installaties
2.3 Elektrische installaties in het bso-curriculum van het studiegebied Mechanica-elektriciteit, Auto, Koeling en warmte
Der
de g
raad
spe
cial
isat
ieja
ar
Indu
strië
le e
lekt
ricite
it
Pijp
fitte
n-la
ssen
-mon
tere
n
Foto
lass
en
Aut
o-el
ektri
cite
it
Bed
rijfs
voer
tuig
en
Indu
strie
el o
nder
houd
Mec
anic
ien
voor
ond
erho
ud e
n he
rste
l van
mot
orfie
tsen
Car
ross
erie
- en
spui
twer
k
Com
posi
etve
rwer
king
Com
pute
rges
tuur
de
wer
ktui
gmac
hine
s
Die
sel-
en L
PG
-mot
oren
Bijz
onde
r tra
nspo
rt
Koe
ltech
nisc
he in
stal
latie
s
Mat
rijze
nbou
w
Ver
war
min
gsin
stal
latie
s
Der
de g
raad
Elek
tris
che
inst
alla
ties
Car
ross
erie
Kun
stst
ofve
rwer
king
Aut
o
Lass
en–c
onst
ruct
ie
Wer
ktui
gmac
hine
s
Vra
chtw
agen
chau
ffeur
Koe
linst
alla
ties
Twee
wie
lers
en
licht
e ve
rbra
ndin
gsm
otor
en
Cen
trale
ver
war
min
g en
sa
nita
ire in
stal
latie
s
Twee
de
graa
d Elektrische installaties Basismechanica
Uit het schema blijkt dat de studierichting Elektrische installaties derde graad bso:
• naadloos aansluit op de studierichting Elektrische installaties tweede graad bso;
• een uitstekende voorbereiding is voor een derde leerjaar van de derde graad onder de vorm van een specialisatiejaar binnen het studiegebied Mechanica-elektriciteit zoals Industriële elektriciteit.
2.4 Factoren die de keuze voor deze studierichting kunnen beïnvloeden
Bepaalde lichamelijke en fysische gebreken kunnen een belemmerende factor zijn voor het uitoefenen van één of meerdere beroepen waarop deze studierichting voorbereidt. Een gepaste oriëntering en begeleiding is dan ook ten zeerste aangewezen, enerzijds omdat ze invloed hebben op de slaagkansen van de leerlingen en anderzijds omdat ze de uitoefening van heel wat beroepen bemoeilijkt.
3de graad bso 7Elektrische installaties D/2011/7841/036
2.5 Persoonlijkheidsvereisten
Vele beroepen stellen ook heel wat eisen op het vlak van de persoonlijkheid. Leerlingen van de studierichting Elektrische installaties derde graad bso bezitten deze al in bepaalde mate of geven in ieder geval blijk dat ze deze willen ontwikkelen.
• Interesse voor één of meerdere aansluitende beroepen;
• Blijk geven van voldoende verantwoordelijkheidszin;
• Voldoende flexibel zijn en bereid zijn in diverse omstandigheden te functioneren;
• Aandacht hebben voor aspecten die het welzijn op het werk bevorderen;
• Uitvoeringsgericht kunnen communiceren;
• Bereid zijn zich aan te passen aan de arbeidsomstandigheden.
2.6 Sancties van de studies en uitstroom
Door het slagen in het tweede jaar van de derde graad bso Elektrische installaties verwerft de leerling een studiegetuigschrift van het tweede leerjaar van de derde graad secundair onderwijs
Zoals al vermeld, biedt de studierichting Elektrische installaties derde graad bso ook een uitstekende voorbereiding op het derde leerjaar van de derde graad onder de vorm van een specialisatiejaar Industriële Elektriciteit binnen het studiegebied Mechanica-elektriciteit. In dit derde leerjaar van de derde graad onder de vorm van een specialisatiejaar kunnen de leerlingen ook een diploma van het secundair onderwijs behalen, en indien door de school aangeboden, het attest van bedrijfsbeheer.
Door het profiel van de studierichting heeft de leerling een polyvalente vorming gekregen voor het uitvoeren van elektrische installaties. Heel wat functies kunnen dan ook worden uitgeoefend binnen de elektrische installatiebedrijven.
De mogelijkheid om een certificaat van beroepsbekwaamheid te behalen ligt dan ook in het verlengde van deze opleiding.
2.7 Vorming vertrekkend van een christelijk mensbeeld
Ons onderwijs streeft de vorming van de totale mens na waarbij het christelijk mensbeeld centraal staat. Onderstaande waarden zijn dan ook steeds na te streven:
respect voor de medemens;
solidariteit;
zorg voor milieu en leven;
vanuit het eigen geloof respectvol omgaan met anders gelovigen en niet gelovigen;
vanuit de eigen spiritualiteit omgaan met ethische problemen;
respectvol omgaan met het eigen lichaam (seksualiteit, gezondheid, sport …).
8 3de graad bsoD/2011/7841/036 Elektrische installaties
3 Structuur van het leerplan
3.1 Algemene doelstellingen
De algemene doelstelling van de studierichting is de leerling opleiden zodat deze:
• de startkwalificatie verwerft om het beroep van monteur elektrische installaties te kunnen uitoefenen. Dit houdt in dat hij/zij verantwoordelijkheid kan opnemen voor het eigen werk en onder begeleiding – na een korte inservicetraining in een bedrijf – elektrische installaties kan uitvoeren.
• zich kan vervolmaken via vervolgopleidingen die op deze studierichting aansluiten zoals een derde leerjaar van de derde graad bso onder de vorm van een specialisatiejaar en/of (bedrijfs-)vervolgopleidingen waarbij elektrische en specifieke milieucertificaten kunnen worden behaald.
Bij de algemene doelstelling van de studierichting dienen leerlingen competenties te verwerven die nodig zijn om als gekwalificeerde een beroep te kunnen uitoefenen en om zijn/haar verantwoordelijkheid op te nemen rond het eigen leerproces Hiertoe is het bereiken van volgende doelstellingen van belang:
• Leerlingen zoeken naar verbanden tussen de uitvoeringen en de toe te passen leerstof en voorkennis: relateren;
• Leerlingen kiezen technieken en machines in functie van de uitvoering: selecteren;
• Leerlingen ordenen de uitvoeringen schematisch: structureren;
• Leerlingen realiseren uitvoeringen waarin hun competenties groeien: verwerken;
• Leerlingen passen het geleerde in analoge situaties toe: uitvoeren.
3.2 Clustering van de leerplandoelen
Bij het clusteren van de leerplandoelen maken we onderscheid tussen de doelen die gerealiseerd dienen te worden in alle leerplandelen en de specifieke doelstellingen van Elektrische installaties. Dit geeft voor het leerplan de volgende structuur:
• doelstellingen te realiseren in alle leerplandelen;
• doelstellingen te realiseren in elektrische installaties;
• doelstellingen te realiseren via stages;
• doelstellingen te realiseren als uitbreiding in PLC en onderhouds- en renovatiewerkzaamheden.
3.3 Doelstellingen te realiseren in alle leerplandelen
– De leerlingen passen de nodige preventiemaatregelen toe en gaan duurzaam om met het milieu;
– De leerlingen leren hun eigen beroeps- en studiekeuze maken;
– Bij het uitvoeren van realisaties houden de leerlingen rekening met planning en kostprijs;
– Bij realisaties houden de leerlingen rekening met de gevraagde kwaliteit.
3de graad bso 9Elektrische installaties D/2011/7841/036
3.4 Doelstellingen te realiseren in elektrische installaties
De leerling kan:
• tekeningen en schema’s lezen en aanvullen;
• eenvoudige elektrische kringen toelichten;
• installatiewerkzaamheden aan elektrische installaties, volgens opgelegde criteria en de code van de goede praktijk, uitvoeren.
3.5 Doelstellingen te realiseren via stage
In een elektrotechnisch bedrijf met de bedrijfscultuur kennismaken, afspraken met de bedrijfsleiders naleven, werkzaamheden in team uitvoeren.
3.6 Doelstellingen eventueel in uitbreiding te realiseren in PLC en onderhouds- en renovatiewerkzaamheden
De leerlingen kunnen:
• PLC’s aansluiten en op functionaliteit testen;
• onder begeleiding onderhoudswerken uitvoeren.
3.7 Na te streven attitudes Elektrische installaties
Het is enorm belangrijk om attitudes bewust en expliciet op diverse momenten na te streven. Attitudes die bijzondere aandacht verdienen zijn:
Verantwoordelijkheidszin Het belang van het eigen handelen onderkennen en plichtsbewust handelen. Erop gericht zijn binnen de voorgeschreven tijd een opgedragen taak nauwkeurig te voltooien.
Teamgeest Met tegenstrijdige belangen tussen medeleerlingen kunnen omgaan. De leiding van een team willen opnemen. Zich inleven in de situatie waarin mensen zich bevinden, er begrip voor opbrengen en er tactvol mee omgaan
Planmatig werken Structuur aanbrengen in tijd en ruimte. Prioriteiten leren leggen bij de aanpak en het verloop van de uit te voeren opdracht. Ondanks moeilijkheden, willen verder werken om het einddoel te bereiken
Kunnen doorzettenOndanks moeilijkheden het einddoel willen bereiken.
Al deze attitudes terzelfder tijd nastreven is uiteraard onmogelijk. Het is daarom aangewezen tijdens afgesproken periodes telkens één of enkele attitudes expliciet te benadrukken.
10 3de graad bsoD/2011/7841/036 Elektrische installaties
3.8 Relatie met andere vakken
Bepaalde doelstellingen hebben een vakoverschrijdend karakter, bijvoorbeeld '‘rapporteren'’. Dergelijke doelen kunnen ingeleid worden in een les van leraren met een andere vakspecialiteit en behaald worden in een ander vak. Dit heeft als gevolg dat deze doelstellingen door de leerlingen als zinvoller worden ervaren.
De leraren van de vakken van de basisvorming kunnen ook medewerking bieden bij de geïntegreerde proef, bij het samenstellen van het dossier of het maken van stageverslagen.
De in lichamelijke opvoeding aangeleerde technieken om op een ergonomische verantwoorde wijze werkzaamheden uit te voeren, toepassen.
3.9 Relatie met de geïntegreerde proef
De leerplandoelstellingen en leerinhouden vormen de basis van de geïntegreerde proef. De betrokkenheid van de interne en externe juryleden en de integratie van algemene vakken vormen een belangrijke meerwaarde bij de geïntegreerde proef. De geïntegreerde proef is van opbouw gelijkend op thema's en projecten, de integratie kan breder zijn.
Zie ook op de website van het VVKSO bij lessentabellen > 3de graad > bso > 1ste en 2de leerjaar > Elektrische installaties. Aan deze lessentabel is een document gekoppeld i.v.m. de geïntegreerde proef in deze studierichting.
3de graad bso 11Elektrische installaties D/2011/7841/036
4 Algemene pedagogisch-didactische wenken
4.1 Inleiding
Dit leerplan wil hoofdzakelijk een leidraad zijn. De erin opgenomen doelstellingen en leerinhouden zijn een referentiekader waarmee het lerarenteam vrij kan omgaan. Het is zelf verantwoordelijk voor de wijze waarop deze doelstellingen door de leerlingen kunnen worden verworven. De in dit leerplan opgenomen pedagogisch-didactische wenken zijn dan ook bedoeld als suggesties, als tips.
Het leerplan op zich mag in geen geval een excuus zijn om geen rekening te houden met de noden van de maatschappij en te luisteren naar de verwachtingen van de leerlingen. Daarom is het noodzakelijk dat er voldoende aandacht blijft bestaan voor opvoeding, voor ontplooiingskansen van elke individuele leerling, voor geloofsovertuiging …
De geboden vorming leunt sterk aan op wat typisch en attractief is voor een installateur van elektrische installaties. De samenhang tussen hetgeen in de klas gebeurt en in de realiteit van het arbeidsproces in het bedrijfsleven is duidelijk. Het gegeven onderwijs is dus levensecht. Leerlingen moeten immers beroepsfiere en vakbekwame mensen kunnen worden.
Gebruik zoveel mogelijk verschillende werkvormen.
Schenk voldoende aandacht aan het werken in team.
Het is belangrijk dat leerlingen tijdens hun leerproces succes beleven. Zij moeten dan ook voldoende worden gewaardeerd voor het gepresteerde werk.
4.2 Geïntegreerd of projectmatig werken
Onder geïntegreerd of projectmatig werken verstaan we het samenspel van kennis, vaardigheden en attitudes om “een individuele of teamgerichte opdracht volgens het technologische proces” (= project) uit te voeren. Argumenten om op die manier te werken zijn o.a. dat:
– het verwerven van kennis door zelfwerkzaamheid belangrijker is dan enkel kennisoverdracht;
– heel wat probleemsituaties een interdisciplinaire aanpak vergen;
– opdrachtgericht werken dichter aanleunt bij de beroepsrealiteit; op die manier wordt het leren zinvol;
– door in team te werken leerlingen kunnen kijken en vergelijken en op die manier van elkaar leren;
– “de theorie” op die manier geplaatst wordt daar waar de kans op effect het grootst is;
– door telkens met nieuwe projecten te werken, waarin aspecten uit vorige projecten voorkomen, er voortdurend herhaling en terugkoppeling mogelijk zijn.
4.3 Werken aan de realisatie van het studierichtingsprofiel (SRP)
4.3.1 Betekenis
Onder “Werken aan de realisatie van het studierichtingsprofiel” verstaan we een aanpak waarbij we vertrekken vanuit de integratie tussen TV en PV elektrische installaties waar bij de voorbereidingen bijsturing in functie staat van de uitvoering.
12 3de graad bsoD/2011/7841/036 Elektrische installaties
In de context van dit leerplan verstaan we onder project: “ Uitvoeringen van elektrische installaties voorbereiden, praktisch realiseren en bijsturen.”
4.3.2 Voordelen van het werken aan de realisatie van het SRP
Een goed omschreven studierichtingsprofiel (SRP) vergroot de herkenbaarheid van de gevolgde studierichting voor leerlingen, ouders en bedrijfswereld.
3de graad bso 13Elektrische installaties D/2011/7841/036
5 Wat is evalueren?
Evalueren is het verzamelen en beoordelen van gegevens over de prestaties van leerlingen. Deze prestaties moeten gerelateerd zijn aan de door het onderwijs geformuleerde doelstellingen.
5.1 Wat en waarom evalueren?
Evalueren is geen doel op zich. Het maakt deel uit van het didactisch proces. Via evalueren krijgen de leerlingen en de leraar informatie over de bereikte en de niet-bereikte leerdoelen.
Zowel het proces als het product worden geëvalueerd. De klemtoon ligt daarbij uiteraard op het proces want de hoofdbedoeling van het evalueren is bijsturen, remediëren.
Met het proces bedoelen we het leerproces van de lerende. Dit proces bestaat uit het verwerken van de aangeboden leerinhouden die toelaten de doelen te realiseren, het evalueren van die doelstellingen en het bijsturen of remediëren.
De evaluatie van het product is een meting die aangeeft of de lerende in voldoende mate de vooropgestelde doelen heeft bereikt.
Bij het evalueren wordt aandacht besteed aan:
kennis,
vaardigheden,
attitudes,
en aan de samenhang ertussen.
Met het oog op het realiseren van het studierichtingsprofiel is het belangrijk dat de lerende via zelfevaluatie zijn eigen leerproces leert bijsturen om te komen tot competenties die hij nodig heeft om verder te studeren in hoger onderwijs professionele bachelor.
5.2 Wanneer evalueren?
Het lerend bezig zijn van de leerlingen en de vorderingen die ze daarbij maken worden permanent geëvalueerd en bijgestuurd.
Naast deze vorm van evalueren moet, met het oog op het studierichtingsprofiel, worden nagegaan of de beoogde doelen van de leercompetenties gehaald worden. Hiervoor zijn evaluaties van grotere leerinhouden nodig. Deze evaluaties kunnen gebeuren tijdens examenperiodes die door de school worden vastgelegd.
Verder kunnen de leerlingen ook nog periodiek, aan de hand van goed gekozen projecten en thema’s, worden geëvalueerd. Deze evaluaties van de projecten en thema’s hebben altijd het studierichtingsprofiel en de daarmee samenhangende leerdoelen op het oog.
Evalueren helpt het onderwijsproces sturen. Daarom wordt het evalueren doorgedreven geïntegreerd in dat onderwijsproces. Evaluatie is geen afzonderlijke activiteit maar is een leermoment. Daardoor worden het leerproces van de leerling en de instructie van de leraar geoptimaliseerd.
14 3de graad bsoD/2011/7841/036 Elektrische installaties
5.3 Hoe evalueren?
Tussen de doelstellingen, de gekozen werkvorm en de evaluatie is er een sterke relatie.
Indien we een informatieve evaluatie van het proces nastreven is het doel ervan goede feedback te kunnen geven. Er is sprake van een kwaliteitsvolle feedback indien de terugkoppeling van gegevens tot doel heeft de lerende ermee vooruit te helpen.
Indien we een beoordelende evaluatie van het product nastreven is het doel ervan het uitspreken van een eindoordeel over de prestaties van de leerling. Deze evaluatie is gericht op het beslissen of een leerling al dan niet mag overgaan.
Eigenschappen van de evaluatie:
juiste conclusies trekken uit de resultaten (validiteit);
herhaald gebruik onder gelijke condities dezelfde resultaten opleveren (betrouwbaarheid);
elke leerling krijgt dezelfde kansen (objectiviteit);
de beoordelaar heeft geen invloed (objectiviteit);
de nodige informatie wordt verstrekt (transparantie);
de beoordeling is te rechtvaardigen ( normering);
participatie in de evaluatie (leerlingbetrokkenheid);
aansluiten bij het beroepsleven (authenticiteit).
5.4 Hoe rapporteren?
De rapportering gebeurt niet louter via een cijferrapport. De vorderingen van de leerling en vooral de tips voor remediëren worden in een eenvoudige en directe taal omschreven.
Een soort portfolio of dossier bijhouden van de gerealiseerde projecten (eventueel geïllustreerd met foto’s van de gerealiseerde projecten) kan een middel zijn om de succesbeleving te bevorderen.
Leerplannen van het VVKSO zijn het werk van leerplancommissies, waarin begeleiders, leraren en eventueel externe deskundigen samenwerken.Op het voorliggende leerplan kunt u als leraar ook reageren en uw opmerkingen, zowel positief als negatief, aan de leerplancommissie meedelen via e-mail ([email protected]).Vergeet niet te vermelden over welk leerplan u schrijft: vak, studierichting, graad.Langs dezelfde weg kunt u zich ook aanmelden om lid te worden van een leerplancommissie.In beide gevallen zal de Dienst Leerplannen zo snel mogelijk op uw schrijven reageren.
.
3de graad bso 15Elektrische installaties D/2011/7841/036
6 Leerplandoelstellingen en leerinhouden: Elektrische installaties
(U) staat voor uitbreidingsdoelstellingen
6.1 Doelstellingen te realiseren in alle leerplandelen
6.1.1 Algemeen
– De leerlingen passen de nodige preventiemaatregelen toe en gaan duurzaam om met het milieu;
– De leerlingen leren hun eigen beroeps- en studiekeuze maken;
– Bij het uitvoeren van realisaties houden de leerlingen rekening met planning en kostprijs;
– Bij realisaties houden de leerlingen rekening met de gevraagde kwaliteit.
6.1.2 Preventie en milieu
De leerling kan binnen een afgesproken opdracht:
• de geldende veiligheidregels opzoeken;
• deze consequent toepassen;
• in respect voor de leefomgeving op een ecologisch verantwoorde wijze de werkzaamheden uitvoeren.
LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN
1. Zorg dragen voor de eigen veiligheid en gezondheid en deze van andere personen, in overeenstemming met de gegeven instructies en regelgeving.
Veiligheid Gezondheid Instructies Gebruiksaanwijzing Machine-instructiekaart Veiligheidsinstructiekaart Gevaarlijke stoffen Etikettering Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM’s) Collectieve beschermingsmiddelen (CBM’s) Signalisatie Pictogrammen Noodprocedures Evacuatieprocedures
2. Elke gevaarlijke situatie voor veiligheid en gezondheid en elk gebrek in de beschermingssystemen melden.
Gevaren Risico’s Meldingsprocedures
3. Aandacht hebben voor diverse milieuaspecten. Milieuvoorschriften Afvalvoorkoming en –verwerking Rationeel energieverbruik
16 3de graad bsoD/2011/7841/036 Elektrische installaties
6.1.3 Organisatie – planning – kostprijs
De leerling kan:
• de kenmerken van elektrotechnische bedrijven herkennen en de eigenheid van de taken en verantwoordelijkheden van de teamleden en het ganse team toelichten;
• de eigen en de in team te verrichten werkzaamheden plannen en organiseren;
• zich verantwoorden door te plannen en te rapporteren;
• economisch en kostprijsbewust werken.
LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN
4. In functie van de uit te voeren werken, aandacht hebben voor organisatie, planning en kostprijsberekening.
Magazijn Bestelbon Leveringsbon Keuze verantwoording Eigen werkzaamheden: planning organisatie Inrichten eigen werkplek Tijdsduur uitvoering taken
5. Een dagrapport opmaken. Administratieve formulieren
6. De verstrekte richtlijnen voor het verwerken, het opslaan, het stapelen en het beschermen van de materialen naleven.
Te verwerken materialen Opslaan Stapelen Beschermen Manipulatie van materialen
7. Info verwerven over het statuut van een werknemer.
Werknemersstatuut
6.1.4 Kwaliteitsbeheersing
De leerling kan elektrotechnische installaties toetsen aan de vooropgestelde kwaliteitseisen en de tekorten interpreteren en rapporteren om zo het geheel bij te sturen.
LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN
8. Hedendaagse inzichten op het vlak van kwaliteitsbeheersing toepassen op het eigen werk.
Kwaliteitsbeheersing
6.1.5 Beroeps- en studiekeuze
LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN
9. De taken en verantwoordelijkheden van de leden van het ‘installatie’-team toelichten.
Het installatieteam- opdrachtgever, klant- nascholingsverantwoordelijke
3de graad bso 17Elektrische installaties D/2011/7841/036
- werkplaatsverantwoordelijke- installateur- veiligheidsverantwoordelijke
Eigenheid diverse taken Organigram van het bedrijf Verantwoordelijkheid, aansprakelijkheid
10. De eigenheid van diverse installatiebedrijven toelichten.
Eigenheid diverse installatiebedrijven Vestiging: lokaal, regionaal
- gamma- onderhoud–herstelling
Personeelsbezetting11. De tewerkstellings- en nascholingsmogelijkheden
van een installateur toelichten. Beroepen in de installatiebedrijven Nascholingsmogelijkheden
- volwassenenonderwijs- sectorale opleidingen: VORMELEK- VDAB- bedrijfsopleidingen
Tewerkstellingsmogelijkheden- aard- soort contract- interimarbeid
12. Info verwerven over het statuut van werknemer. Werknemersstatuut- rechten- plichten- arbeidsovereenkomsten- sociale zekerheid
6.2 Doelstellingen te realiseren in elektrische installaties
6.2.1 Algemeen
De leerling kan:
• tekeningen en schema’s lezen en aanvullen;
• eenvoudige elektrische kringen toelichten;
• installatiewerkzaamheden aan elektrische installaties,+ volgens opgelegde criteria en de code van de goede praktijk, uitvoeren.
Alle leerinhouden zijn te lezen in functie van een industriële als van een tertiaire installatie, uitgezonderd daar waar de titel het anders aangeeft.
6.2.2 Opwekken, transport en verdelen van elektrische energie
LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN
13. De diverse types van elektriciteitsproductie toelichten.
Centrale en decentrale elektriciteitsproductie Klassieke en alternatieve energieopwekking
14. Het transport en verdelen van elektrische Energielandschap
18 3de graad bsoD/2011/7841/036 Elektrische installaties
energie over HS-, MS- en LS-netten toelichten.
15. Aan de hand van een schema van een distributiepost, de functie van de onderdelen herkennen en de werking toelichten.
Scheider, lastscheider, vermogenschakelaar
16. De procedure en bevoegdheden voor het in- en uitschakelen van een laag- en hoogspanningsinstallatie toelichten.
Vitale vijfBAPBM’sPictogrammenGereedschappen
6.2.3 Laagspanningsenergieverdeling: industrieel en tertiair
LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN
17. Aan de hand van een schema van een HS-klantenpost, de functie van de HS- en LS-onderdelen herkennen en de werking toelichten.
TransfoLS- en HS-schakelaarsbeveiligingen
Icc
Lijn- en fasespanning18. De structuur en de voor- en nadelen van de
verschillende netten herkennen aan de hand van een proefopstelling.
Netstructuren: TT, TN en IT- net.
19. De principiële werking, uitvoeringsvormen en uitschakelkarakteristieken van industriële beveiligingen tegen overbelasting, kortsluiting en isolatiefout in een net verklaren.
Persoons- en installatiebeveiliging Rechtstreekse en onrechtstreekse aanraking OB, KS, IF Icc
Uitschakelcurves Selectiviteit
20. Het belang van een goede arbeidsfactor verklaren en de middelen tot verbetering ervan toelichten.
21. Aan de hand van een uitvoeringsschema, een industriële laagspanningsverdeelkast samenstellen, componenten plaatsen, bedraden, monteren, aansluiten en de functionaliteit testen.
Industriële LS-verdeelkasten Kastenbouw Plaatsingstechnieken Railstel Beveiligingen IP-waarden Toebehoren Etikettering Nummering PE
22. Aan de hand van een gegeven opdracht, verschillende soorten kabels op diverse kabeldraagsystemen monteren in functie van de uitwendige invloeden.
Keuze uit:- kabelbanen- kabelgoten- kabelladders- draadgoten- vloergoten
Kabels voor vaste aanleg Uitwendige invloeden: IP-waarden
23. De verschillende soorten kabels en kabeldraagsystemen toelichten.
24. Aan de hand van een uitvoeringsschema, de correcte industriële en tertiaire
CEE-wandcontactdozen CEE-stekkers
3de graad bso 19Elektrische installaties D/2011/7841/036
wandcontactdozen en stekkers kiezen, plaatsen en toelichten.
Aansluitkabels Codering Uitwendige invloeden: IP-waarden
25. De aardspreidingsweerstand van een industriële of tertiaire installatie meten en middelen tot verbetering voorstellen.
26. De isolatieweerstand van een industriële of tertiaire installatie meten.
27. Aan de hand van een uitvoeringsschema, een industriële werfkast samenstellen, componenten plaatsen, bedraden, monteren, aansluiten en de functionaliteit testen. (U)
6.2.4 Motor en motorsturingen
LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN
28. Aan de hand van een uitvoeringsschema, een stuurkast, bedieningen en motor van een machine samenstellen, componenten plaatsen, bedraden, monteren, aansluiten en de functionaliteit testen, rekening houdend met de vigerende wetgeving.
Diverse motorschakelingen
29. De besturings- en veiligheidselementen van een machine herkennen in een schema en de keuze toelichten in functie van de toepassing.
Drukknoppen Noodstop Signalisatietoestellen Eindeloop Sensoren Veiligheidsschakelaars Standenschakelaars Microschakelaars Vlotter-, druk-, tijdschakelaars Contactoren Nokkenschakelaars Veiligheidsrelais
30. Aan de hand van de gegevens op het kenplaatje, een motor aansluiten en de nodige beveiligingen monteren en instellen.
Catalogi
31. Aan de hand van een uitvoeringsschema van een machine, de componenten voor motorbeveiliging herkennen en hun principiële werking toelichten.
Motorbeveiliging Thermisch Magnetisch Thermo-magnetisch Elektronisch Zekeringen
32. Een motor demonteren, monteren, vlak plaatsen en uitlijnen in functie van de toepassing.
Specifiek gereedschap
6.2.5 Elektropneumatica
LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN
20 3de graad bsoD/2011/7841/036 Elektrische installaties
33. Aan de hand van een relevant uitvoeringsschema, een elektro-pneumatische schakeling met cilinders en ventielen realiseren en toelichten.
Enkel- en dubbelwerkende cilinders Mono- en bistabiele ventielen
6.2.6 Verlichting: industrieel en tertiair
LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN
34. De begrippen in verband met verlichting herkennen.
Verlichting: grootheden, eenheden
35. De kenmerken van de diverse lampen verklaren en hun gebruik toelichten.
Keuze uit:- halogeenlamp LS-ZLVS- fluorescentielamp- spaarlamp- kwikdamplamp- metaalhalogeenlamp- natriumdamplamp- led- neon (U)
36. Aan de hand van een uitvoeringsschema, een verlichting plaatsen en aansluiten, gebruikmakend van de specifieke materialen en componenten voor deze toepassing, en de keuze toelichten.
Schakelingen met diverse lampen Dimmers Draaddiameters en beveiligingen
37. Aan de hand van een uitvoeringsschema, een noodverlichting plaatsen en aansluiten, gebruik makend van de specifieke materialen en componenten voor deze toepassing, en de keuze toelichten.
Noodverlichting Veiligheidsverlichting Pictogrammen
38. Aan de hand van een uitvoeringsschema, een verlichting in gevarenzones plaatsen en aansluiten, gebruik makend van de specifieke materialen en componenten voor deze toepassing, en de keuze toelichten.
ATEX-armaturen ATEX toebehoren (wartels …) Zoneringsplan
6.2.7 Communicatie- en domotica-oplossingen: tertiair
LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN
39. Aan de hand van een uitvoeringsschema, een parlofoon- en videofooninstallatie voor een tertiair gebouw plaatsen, aansluiten en de keuze toelichten.
Bijsluiter fabrikant Parlofoon, videofoon Camerabewaking (U) Kabels voor communicatie
40. Aan de hand van een uitvoeringsschema en gebruik makend van specifieke kabels, connectoren en componenten, een eenvoudige netwerkbekabeling aanleggen en de functionaliteit uittesten.
Datanetwerk Specifieke kabels Connectoren
41. Aan de hand van een uitvoeringsschema en gebruik makend van specifieke componenten, een domotica-installatie plaatsen, aansluiten en
Bijsluiter Specifieke kabels Stand-alone bussystemen
3de graad bso 21Elektrische installaties D/2011/7841/036
het in-dienst-stellen.
6.2.8 Elektrische verwarming: industrieel en tertiair
LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN
42. Aan de hand van een uitvoeringsschema, een installatie voor elektrische verwarming plaatsen, aansluiten en de functionaliteit testen.
Elektrische verwarming Thermostaat Bijsluiter fabrikant
43. Aan de hand van een uitvoeringsschema en gebruik makend van specifieke componenten, de bekabeling plaatsen en aansluiten van een elektrische warmwaterbereiding en de elektrische functionaliteit testen.
Bijsluiter fabrikant
44. Het principe van elektrische verwarming en elektrische warmwaterbereiding toelichten.
Warmwaterbereiding Elektrische verwarming Warmtebegrippen
6.2.9 Elektriciteit
LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN
Magnetisme45. Aan de hand van een proef, de eigenschappen
en begrippen van magneten toelichten en toepassingen weergeven.
Eigenschappen magneten Begrippen magneten Elektromagneten
46. Aan de hand van een proefopstelling, de eigenschappen van een stroomvoerende geleider in een magnetisch veld toelichten en toepassingen weergeven.
Richting Grootte Zin
47. Aan de hand van een proefopstelling, de eigenschappen van de verschillende inductieprincipes toelichten en toepassingen weergeven.
Inductie door bewegen Wederzijdse inductie Zelfinductie
Enkelvoudige wisselstroomketens48. Aan de hand van een meetopstelling, de
specifieke wisselspanningsbegrippen en mogelijke verbanden toelichten.
Periode Frequentie Maximum waarde Effectieve waarde Ogenblikkelijke waarde
49. Aan de hand van een proefopstelling, het gedrag en opbouw van een condensator toelichten.
DC
50. Aan de hand van een proefopstelling, het gedrag van een R, L en C toelichten.
DC, AC P, Ps R,Z Grafische voorstelling
22 3de graad bsoD/2011/7841/036 Elektrische installaties
Samengestelde wisselstroomketens51. Aan de hand van een meetopstelling, de
eigenschappen en mogelijke verbanden van RL en RC toelichten.
Serie RL - RC Parallel RL - RC P, Ps Cos Praktijkvoorbeelden: ballast, condensator Verbetering Cos
Driefasig net52. Aan de hand van een meetopstelling, de
specifieke begrippen en mogelijke verbanden van een driefasig net toelichten.
Lijn- en fasespanning en stroom Grafische voorstelling
Transformator53. Aan de hand van een proefopstelling, de
eigenschappen en principiële werking van de transformator toelichten.
Eenfasig Driefasig Kenplaatje
54. Aan de hand van een meetopstelling, de eigenschappen van ster- en driehoekschakeling van transfo en belasting toelichten.
P, Ps
Ster-driehoek cos Lijn- en fasespanning en stroom Symmetrische en asymmetrische belasting Kenplaatje transfo Icc
Transformatieverhouding55. Aan de hand van een meetopstelling, het
belang van een goed aangesloten nulleider aantonen in een driefasig net.
Draaistroommotoren56. Aan de hand van een didactische voorstelling,
de principiële werking en eigenschappen van een asynchrone motor toelichten.
Driefasige asynchrone motor Eenfasige asynchrone motor Ster-driehoek
57. Aan de hand van proefopstelling, diverse metingen op een asynchrone motor uitvoeren.
Aansluitklemmen Doormeten Isolatieweerstand Stroom belast/onbelast Aanloopstroom cos Kenplaatje Draaizin
58. Aan de hand van een proefopstelling, een driefasige asynchrone motor aansluiten op een monofasig net. (U)
59. Aan de hand van een didactische voorstelling, de principiële werking en eigenschappen van een universele motor toelichten.
Universele motor
3de graad bso 23Elektrische installaties D/2011/7841/036
6.3 Doelstellingen te realiseren via stage
In een elektrotechnisch bedrijf met de bedrijfscultuur kennismaken, afspraken met de bedrijfsleiders naleven, werkzaamheden in team uitvoeren.
LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN
60. Contacten leggen, communiceren en afspraken maken.
• Contact met leden van het team
• Solliciteren (U)
• Contractuele afspraken
- werkuren
- verplaatsing
• Veiligheid en kledij
61. Met de bedrijfscultuur en –organisatie van een bedrijf kennismaken.
• Bedrijfscultuur
• Bedrijfsorganisatie
62. De eisen die de bedrijven aan de werknemers stellen, zelf ervaren.
• Gestelde eisen aan werknemers
- arbeidsritme
- rendement en efficiëntie
- bedrijfsrichtlijnen
- voorschriften
• Flexibiliteit
63. De wijze waarop in een bedrijfscontext aspecten van preventie en welzijn worden behartigd en richtlijnen worden verstrekt, ervaren en deze richtlijnen naleven.
• Preventie en Welzijnsrichtlijnen
64. Met werkgevers en werknemers leren samenwerken.
• Teamwerk
65. De in de school verworven kennis en vaardigheden in een reële arbeidssituatie toepassen.
• Kennis
• Vaardigheden
66. Met kennis en vaardigheden, die slechts in een bedrijfscontext kunnen worden verworven, kennismaken.
• Schoolsituatie
• Bedrijfssituatie
67. Zich in een methodische en procesmatige werking van een bedrijf inpassen.
• Methodische en procesmatige werking van het bedrijf
24 3de graad bsoD/2011/7841/036 Elektrische installaties
6.4 Doelstellingen eventueel in uitbreiding te realiseren in PLC en onderhouds- en renovatiewerkzaamheden
De leerlingen kunnen:
• PLC’s aansluiten en op functionaliteit testen;
• onder begeleiding onderhoudswerken uitvoeren.
LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN
68. Aan de hand van een aansluitingsschema, een PLC in een opstelling plaatsen, aansluiten, bedraden en de functionaliteit testen.
Digitale Ingangen Digitale uitgangen
69. Onder begeleiding, onderhouds-, renovatiewerken en herstellingen uitvoeren in residentiële en industriële installaties.
Onderhoud- en renovatiewerkzaamheden Huishoudelijke toestellen en
handgereedschap Residentiële, tertiaire en industriële installaties
3de graad bso 25Elektrische installaties D/2011/7841/036
7 Minimale materiële vereisten
7.1 Infrastructuur
Voor de studierichting “Elektrische installaties derde graad bso” dient men te beschikken over een ruime werkplaats, die beantwoordt aan de reglementaire eisen op het vlak van veiligheid, gezondheid, hygiëne, ergonomie en milieu. In het bijzonder wordt er aandacht gevraagd voor het verfraaien en het inrichten van oude of verouderde werkplaatsen. Zij bepalen immers in belangrijke mate het leer- en leefklimaat van de leerlingen. Voor alle betrokkenen blijft het een belangrijke uitdaging om voor deze leerlingengroep een aangename leeromgeving te creëren. Ook moet er voldoende ruimte worden voorzien voor het stapelen van materialen, het bergen van machines en het opbergen van onderhoudsmateriaal. Een ruimte voor het wegbergen van dure of breekbare gereedschappen en meettoestellen is eveneens geen overbodige luxe.
Daarnaast zijn volgende lokalen, liefst aangrenzend, noodzakelijk:
• een goed uitgerust klaslokaal met documentatiecentrum, en voldoende pc’s
7.2 Algemene uitrusting
• Schoolmeubilair
• Projector
• Pc’s
• Printer
• Software
7.3 Voldoende aanwezig voor de leerlingen
• De noodzakelijke meet- en schakelapparatuur en gereedschappen om de doelstellingen te kunnen realiseren.
• Aangepaste kleding en algemene beschermingsmiddelen in overeenstemming met de vigerende wetgeving.
• Normen, reglementeringen
• Verdeelkasten residentieel, industrieel en tertiair
• Laagspanningsverdeelkasten met daarin:
- Vermogenautomaten
- Verliestroomschakelaars
- Railstelsel
- Aansluitklemmen
- ….
• Didactisch bord voor netsytemen
• Kabeldraagsystemen
• Industriële kabels en geleidingen
26 3de graad bsoD/2011/7841/036 Elektrische installaties
• CEE-wandcontactdozen
• CEE-stekkers
• Aardingsmeter
• Isolatiemeter
• Voldoende pc’s met CAE-tekensoftware
• Industriële stuurkasten met daarbij:
- Drukknoppen
- Noodstop
- Signalisatietoestellen
- Eindeloop
- Sensoren
- Veiligheidsschakelaars
- Standenschakelaars
- Microschakelaars
- Vlotter-, druk-, tijdschakelaars
- Contactoren
- Nokkenschakelaars
- Veiligheidsrelais
- catalogi
- Motorbeveiliging
- Thermische veiligheid
- Magnetische veiligheid
- Thermo-magnetische veiligheid
- Elektronische veiligheden
- Zekeringen
- Softstarter
- Motoren en motorsturingen
- ….
• Diverse asynchrone motoren, motorsturingen en beveiligingen (kleine en grotere vermogens)
• Driefasige asynchroon motor (didactische uitvoering)
• Ampèretang
• Meter voor draaizin (L1, L2, L3)
• Elektro-pneumatische cilinders en ventielen met installatietoebehoren
• Diverse lampen en armaturen
• Luxmeter
• Noodverlichting
• Parlofoon- en videofoonsystemen
• Comfort- en communicatieschakelingen
• Domoticasysteem
3de graad bso 27Elektrische installaties D/2011/7841/036
• Materiaal voor gestructureerde bekabeling:
- Datakabels
- Dataconnectoren
- Datakast
• Elektrische verwarmingstoestellen met thermostaten en regelsysteem
• Elektrische boiler(s)
• Programmeerbare logische sturingen
• Diverse aansluitsnoeren met stekkers voor een- en driefasige spanningen 230 V/400 V en voor de veiligheidsspanning van 24 V.
• Set aansluitsnoeren met veiligheidsstekkers (voor snelverbindingen)
• Frequentiemeter of power analayser
• Meettoestel om de arbeidsfactor te meten of power analayser
• Meettoestel om het eenfasig actief vermogen te meten of power analayser
• Meettoestellen voor het meten van driefasig actief vermogen of power analayser
• Oscilloscoop
• V-Meter, A-meter, Ω-meter (deze toestellen kunnen ook vervangen worden power analyser)
• Eén- en driefasige, regelbare wisselspanningsvoeding
• Regelbare gelijkspanningsvoeding 0-30 V
• Gestabiliseerde voeding
• Componenten voor proeven in verband met het magnetisme: magneten, kompas, ijzervijlsel, magnetisch en niet-magnetisch materiaal, geleiders, windingen, spoelen met en zonder kern
• Didactische modellen in verband met het elektromagnetisme: Lorentzkracht, elektromagnetische inductie, genereren van EMK, wervelstromen, relais, contactor, draaispoelinstrument
• Passieve componenten (weerstanden, condensatoren, spoelen …)
• Driefasige asynchrone motoren
• Eénfasige inductiemotor
• Functiegenerator
• Transformator (didactische uitvoering)
• Een transformator met verwisselbare spoelen of transformatoren met verschillende transfor-matieverhoudingen
• Transformator met aftakkingen voor verschillende spanningen en aansluitschema
28 3de graad bsoD/2011/7841/036 Elektrische installaties
8 Nuttige adressen en hun websites
Vormelekwww.vormelek-formelec.be/
Eandiswww.eandis.be/
Electrabelwww.electrabel.be
Luminuswww.luminus.be
Interelektrawww.infrax.be
VREGwww.vreg.be
Vlaams Elektro Innovatiecentrumwww.vei.be
BIN (Belgisch Instituut voor Normalisatie) www.bin.be/NL/index.htm
KVIV (Koninklijke Vlaamse Ingenieurs Vereniging) www.ti.kviv.be/critto
Verbond van Kristelijke Werkgevers en Kaderleden
VLOR (Vlaamse Onderwijsraad)www.vlor.be
VIK (Vlaamse Ingenieurskamer)www.vik.be
VMM (Vlaamse Milieumaatschappij)www.vmm.be/
VVKSO (Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair Onderwijs)www.vsko.be
AIB- Vinçottewww.vincotte.be
Technisch Bureau Verbrugghenwww.btvcontrol.be
J. van Hemelenwww.vanhemelen.org
CEBEC
3de graad bso 29Elektrische installaties D/2011/7841/036
www.cebec.beNelectrawww.nelectra.be
Fedelecwww.fedelec.be
LVMEBwww.lvmeb.be
30 3de graad bsoD/2011/7841/036 Elektrische installaties
Top Related