FysioPraxis | november 2017
10 F Y S I O T H E R A P I E I N H E T U M C
Patient and family centered care, Centrum Gezond Gewicht en een online platform klinische fysiotherapie.
De fysiotherapeuten van de afdeling Fysiotherapie van het Erasmus MC bewegen zich op deze en vele
andere terreinen. Specialisten in het ziekenhuis hebben hen inmiddels als onderzoekers ontdekt. Ze hebben
veel expertise in specialistische zorg opgebouwd. Ondertussen verrijst aan de overkant een nieuw gebouw,
vol technische snufjes voor online monitoring.
Tekst: Mieke van Dalen
Een groep medewerkers van de afdeling Fysiotherapie zit
al klaar in een kamer in het Erasmus MC als ik na een
flinke wandeling door de lange gangen arriveer. Ze ver-
tellen graag over hun werk in het Rotterdamse academi-
sche ziekenhuis. Afdelingshoofd Eric Benda legt uit hoe
de organisatie in elkaar zit. De afdeling is organisatorisch
een onderdeel van de afdeling orthopedie, en is onderver-
deeld in een vakgroep voor volwassenen waar Annemiek
Kneppers de coördinator van is, en een vakgroep voor
kinderen, gecoördineerd door Annelies Hartman. “Zouden
wij allemaal op een dag bij elkaar zijn, dan zijn we met
ongeveer 40 mensen”, aldus Benda.
Aanvragen
De fysiotherapeuten werken voor alle specialismen in het
ziekenhuis. “Iedere in het ziekenhuis werkende specialist
mag ons vragen om een consult fysiotherapie te doen.
Bijna alle specialismen zijn bij ons bekend. Grote verwijzers
intern zijn chirurgie, neurochirurgie, kindergeneeskunde,
kinderchirurgie, longziekten en oncologie. We worden veel
gevraagd.” Er komen dagelijks aanvragen binnen vanuit
de klinieken. Behalve postoperatieve zijn er ook preope-
ratieve consulten. Die beperken zich grotendeels tot het
Sophia Kinderziekenhuis. “Per week worden bijvoorbeeld
twee kinderen voor een scoliose-operatie opgenomen, en
die worden altijd ‘pre-ok’ gezien”, aldus Hartman. “Dan
komen ze een dag in huis, en een consult fysiotherapie is
daar een onderdeel van.” Dan wordt er van alles bekeken:
“Hoe functioneert het kind op dat moment, is het ambu-
Fysiotherapie in het Erasmus Medisch Centrum
‘Dicht bij het vuur’
lant of rolstoelafhankelijk, wat is het activiteitenniveau en
zijn er pulmonale problemen?” De kinderen krijgen ook te
horen wat ze na de operatie kunnen verwachten. “Ook
leer je ze soms bepaalde vaardigheden aan,” vertelt
Leontien Duyster, “bijvoorbeeld hoe je uit bed komt na
een scoliose-operatie, of hoe je sputum kunt mobiliseren.
Dan hebben ze dat alvast in een rustige setting kunnen
oefenen, zodat het na de operatie gemakkelijker gaat.”
Hetzelfde geldt voor leren kruklopen voor de operatie.
“Die preoperatieve consulten zijn voor ons heel plezierig”,
vertelt Hartman. “Wij zitten in een driehoek met kind en
ouders, dus dan heb je vaak de ouders ook alvast gezien.
Ik denk dat dat meerwaarde heeft.” Bij de volwassenen
werkt het anders. Daar worden veel minder preoperatieve
intakes gedaan. Kneppers: “De arts bepaalt postoperatief
of er een indicatie voor fysiotherapie is.” Benda licht toe
dat dit met de wijze van financiering van de afdeling te
maken heeft. “De specialist moet ons ‘inhuren’ voor zijn
of haar kliniek of polikliniek. Die betaalt daarvoor uit het
eigen budget, en dan wordt er niet altijd voor gekozen om
de fysiotherapeut preklinisch in te schakelen.”
Adviserende rol
Dat neemt niet weg dat er over het algemeen multidisci-
plinair gewerkt wordt. “We staan in nauw contact met de
verwijzers, we bespreken waar we knelpunten zien en hoe
we die kunnen oplossen”, aldus Hartman. “Dus je bent
als onderdeel van het multidisciplinaire team bij de patiënt
betrokken.” Duyster voegt toe: “Er zijn bijvoorbeeld ook
korte lijnen met de verpleging of je overlegt met de pijn-
consulent. Hun input kan bijdragen aan het eventueel bij-
stellen van je behandelplan.”
Niet alleen klinisch wordt er multidisciplinair gewerkt. Ook
in de poliklinieken wordt met een multidisciplinair team
specialistische zorg geboden. “We draaien hier geen poli-
kliniek voor bijvoorbeeld een totale knieprothese, maar
alleen voor specialistische aandoeningen die niet in een
ander ziekenhuis gewaarborgd zijn”, aldus Kneppers. Zo
worden op de longpoli patiënten die een longtransplantatie
moeten ondergaan, in de jaren daarvoor al begeleid om
in een zo goed mogelijke conditie te blijven. “We hebben
daarin vooral een adviserende rol. We geven adviezen mee
voor de behandelend fysiotherapeut in de eerste lijn om
ervoor te zorgen dat de patiënt zo goed mogelijk getraind
In deze serie
verschenen
eerder:
Deel 1 UMCG
FysioPraxis
10-2016,
pag. 14-16
Deel 2 UMCU
FysioPraxis
01-2017,
pag. 26-27
Deel 3 MUMC+
FysioPraxis
02-2017,
pag. 10-13
Deel 4 LUMC
FysioPraxis
04-2017,
pag. 18-21
Deel 5 Rad-
boud UMC
FysioPraxis
05-2017,
pag. 18-21
Erasmus Medisch CentrumDe vroegste voorloper van het Erasmus MC is het Rotterdamsche of
Coolsingelziekenhuis, verwoest in mei 1940. In 1961 wordt het Dijkzigt
Ziekenhuis in gebruik genomen. In 1971 fuseren het Dijkzigt en het
in 1863 opgerichte Sophia Kinderziekenhuis. Het Sophia verhuist
in 1993 naar het Hobokencomplex, waar de medische faculteit en
het Dijkzigt Ziekenhuis al gevestigd zijn. Het Erasmus MC, waarin
het Sophia en het oncologisch instituut Daniel den Hoed zijn onder-
gebracht, ontstaat in 2002. Hier werken zo’n 14.000 mensen, die,
mochten zij fysieke klachten hebben, binnen enkele dagen terecht
kunnen op de medewerkerspoli van de afdeling Fysiotherapie.
FysioPraxis | november 2017
11
blijft.” Ook de kinderfysiotherapeuten zijn bij verschillende
multidisciplinaire poli’s betrokken. Hartman: “De vraag is
vaak of het motorisch niveau van een kind vergelijkbaar is
met dat van de leeftijdsgenoten. Hetzelfde geldt voor het
inspanningsniveau. We hebben ook een aantal poli’s waar
kinderen met relatief zeldzame aandoeningen komen.
Hierin hebben we een bijzondere expertise opgebouwd.
Wat ik heel aantrekkelijk vind van werken in het Sophia,
is dat je de gelegenheid krijgt deze kinderen in grotere
aantallen te zien, zodat je kennis toeneemt en je ook de
ouders beter kunt voorlichten. Het is fijn om ouders te
kunnen zeggen dat wat zij vertellen, heel herkenbaar voor
je is.” Ook door de langetermijn-follow-up in een acade-
misch ziekenhuis krijg je een beter inzicht in hoe het leven
van een kind verder gaat, vindt Hartman.
Duyster: ‘Je krijgt de kans om je werk wetenschappelijk te onderbouwen. Dat is belangrijk voor het vak fysiotherapie’
Centrum Gezond GewichtFysiotherapeut Arlette Rusman is betrokken bij het Centrum Gezond
Gewicht, een multidisciplinaire aanpak van ernstig overgewicht.
Het programma is geïnitieerd door internist prof. dr. Liesbeth van
Rossum en kinderarts-endocrinoloog dr. Erica van den Akker. Op dit
moment zijn er weinig opties voor patiënten met obesitas: bariatri-
sche chirurgie of niet-vergoede zorg. De bedoeling is een programma
op maat aan te bieden. Rusman: “We bieden onder andere een leef-
stijlprogramma aan waarin ik samenwerk met een psycholoog en
een diëtist. We begeleiden mensen anderhalf jaar lang, in een vari-
erende frequentie die na verloop van tijd afneemt. Het programma
is vooral gericht op het verbeteren van de algehele gezondheid door
het maken van bewuste keuzes. Bijkomend voordeel is dat de patiënt
gewicht verliest.”
Uiteindelijk moet het programma landelijk uitgerold worden. Benda:
“De zorgverzekeraars zijn al heel lang met Van Rossum in gesprek, we
hopen het programma in de reguliere zorg te krijgen. Maar zover is het
nog niet.” Moors: “Er ligt ook een lijn naar het Sophia. Door fysiothe-
rapeut, diëtist en arts wordt bekeken wat een kind met obesitas nodig
heeft. Dat wordt in de eerste lijn uitgezet. Het gaat om kinderen bij
wie eerdere interventies niet gewerkt hebben. Als er een genetische
afwijking blijkt te zijn, dan kunnen het kind en de familie daarmee om
leren gaan.” Dat is niet makkelijk. “Het kind moet leren omgaan met
afkeuring vanuit de omgeving. Zeker als je weet dat het probleem niet
makkelijk beïnvloedbaar is, is dat nogal wat”, aldus Hartman.
Meer informatie over het Centrum Gezond Gewicht: erasmusmc.nl/centrumgezondgewicht.
Bekijk ook de uitzending van EenVandaag van 19 augustus 2017.
V.l.n.r.: Arlette Rusman, Eric Benda, Leontien Duyster (zittend), Annemiek Kneppers, Annelies Hartman (zittend), Suzan Moors, Henri Hurkmans
Fo
to:
Mie
ke v
an
Dale
n
FysioPraxis | november 2017
die deze hebben op jouw fysiotherapeutische behande-
ling, daar bouw je weer expertise mee op. Dat is een groot
voordeel. Ook de dynamiek van de kliniek vind ik ontzet-
tend leuk.”
Nieuwbouw en renovatie
Aan de overkant wordt een nieuw ziekenhuis voor de vol-
wassenen gebouwd, dat in mei 2018 opgeleverd wordt.
In de nieuwbouw vind je alleen eenpersoonskamers, de
twee- en vierpersoonskamers in het huidige gebouw tref
je er niet meer aan. Benda: “Daardoor zullen de werkpro-
cessen veranderen; je hebt veel meer privacy op de kamer
en je kunt beter oefenen op de kamer. Er komt ook ruimte
voor rooming in; de partner of familieleden van de patiënt
komen dichter op het zorgproces te zitten. In de patiën-
tenkamer is straks een goed digitaal platform aanwezig,
waarmee we ook online oefeningen kunnen aanbieden,
toegesneden op de patiënt.” Het Sophia Kinderziekenhuis
wordt op termijn ook ingrijpend gerenoveerd.
Een nieuwe ontwikkeling binnen het Erasmus MC die met
de nieuwbouw en de verbouwing hand-in-hand gaat, is
de familie van de patiënt meer betrokken te houden bij
de zorg en bij de keuzes die daarbij gemaakt worden,
ofwel patient and family centered care. “Dit is een kern-
punt bij de renovatie van dit huis”, aldus Benda. Moors:
“Na de verbouwing van het Sophia kunnen beide ouders
blijven slapen bij het kind, nu is er slechts plaats voor één
Met andere universitaire centra vindt regelmatig overleg
plaats. “Vanuit de kinderreumatologie heb ik drie keer per
jaar een landelijk overleg”, aldus Suzan Moors. Hartman:
“Als je weet dat in een ander universitair centrum kinderen
met een bepaalde aandoening al gezien worden, dan
informeer je bij je collega’s hoe het consult er bij hen inhou-
delijk uitziet. De kinderfysiotherapeuten in de academische
centra kennen elkaar wel, het is een relatief kleine wereld.”
Driepoot
Naast patiëntenzorg zijn onderwijs en onderzoek belang-
rijke pijlers. Kneppers: “We geven lessen intern, klinische
lessen aan verpleegkundigen en les aan medisch stu-
denten. Daarnaast hebben we stagiair(e)s fysiotherapie.
Verder verzorgen we refereerbijeenkomsten voor onze col-
lega’s zelf - we leiden elkaar op - maar we verzorgen ook
refereersessies voor de regio. Een aantal collega’s geven
les bij het Nederlands Paramedisch Instituut en de Hoge-
school Rotterdam. Verder doen we mee aan wetenschap-
pelijk onderzoek.” Duyster: “Twee jaar geleden ben ik ge-
start met promotieonderzoek naar de langetermijnge-
volgen van een aantal specifieke aangeboren afwijkingen.
In de laatste decennia heeft de neonatale ic-zorg enorme
ontwikkelingen doorgemaakt. Daardoor blijven er meer
kinderen in leven. Met het afnemen van de mortaliteit is
de morbiditeit bij sommige aangeboren afwijkingen toege-
nomen. Ik onderzoek hoe het met deze kinderen op de
langere termijn gaat. Als je als fysiotherapeut in de eerste
lijn werkt, is zoiets heel moeilijk te realiseren. Juist omdat
we hier relatief grote groepen kinderen met zeldzame
aandoeningen zien, is het ook je taak om het ziekte-
beloop en de zorg te evalueren.” Benda: “We zoeken
altijd contact met een vakgroep uit een ander specia-
lisme die het een goed plan vindt als een fysiotherapeut
een deel van het wetenschappelijk onderzoek doet met
een promotietraject.” “Specialisten beginnen ons langza-
merhand te ontdekken als onderzoekers”, voegt Hartman
toe. “Er zijn nu meerdere mensen in ons team gepromo-
veerd. En daardoor komen er weer meer mensen naar
ons toe om ons bij projecten te betrekken of onze visie
te vragen over hoe een project ingericht moet worden.”
Duyster: “Je krijgt de kans om je werk wetenschappelijk
te onderbouwen. Dat is belangrijk voor het vak fysiothe-
rapie.” Benda: “We worden veel meer uitgenodigd, en
de initiatieven die je neemt op het gebied van onderwijs
en onderzoek worden gewogen op haalbaarheid. Als je
hier werkt, heb je de driepoot patiëntenzorg, onderwijs en
onderzoek voor het grijpen.” Een voordeel van het wer-
ken in een academisch centrum is dat je de nieuwste ont-
wikkelingen als eerste hoort. Kneppers: “Je zit dicht bij het
vuur. Je verdiept je in nieuwe behandelwijzen en de invloed
F Y S I O T H E R A P I E I N H E T U M C12
>>
Hartman: ‘De familie wordt meer en meer onderdeel van de zorgketen. Dat was voorheen toch wel anders’
Fo
to:
Era
smu
s M
C
FysioPraxis | november 2017
13
extra bed op de kamer.” “Als je een blijvende verandering
teweeg wilt brengen in levensstijl,” legt Hartman uit, “dan
moet je de mensen rondom de patiënt - kind of volwas-
sene - daarbij betrekken, want één keer fysiotherapie per
week is niet voldoende. De familie moet onderdeel worden
van de keten. Dat was voorheen toch wel anders.”
Bewegen in het ziekenhuis
Net als in andere academische centra is bewegen zieken-
huisbreed een hot topic. Maar het is niet altijd makkelijk de
patiënten aan het bewegen te krijgen. Kinderen hebben
thuis geen tv boven hun bed hangen, die vinden dat in het
Sophia vaak geweldig. “De eerste hindernis die je moet
nemen, is dat je potentieel iets leuks komt verstoren”,
vertelt Hartman. “Als ik mijn zin zou krijgen, gingen al die
monitoren boven het bed uit. Daarvoor in de plaats zou er
een tv op wieltjes komen.” Met de verpleging worden hier
afspraken over gemaakt. Moors: “Er worden dagschema’s
gemaakt, waarin staat wanneer ze tv mogen kijken of de
tablet krijgen. Inactiviteit signaleren wij misschien eerder
dan de verpleging.” “Sommige kinderen participeren in
hun klas via de tablet,” vult Hartman aan, “waarbij ze vaak
in bed liggen. Terwijl je denkt: ik kan de tablet ook op een
tafeltje zetten, kom uit je bed, infuuspaal met medicatie
achter je aan. Daar moeten we continu alert op zijn, dat
blijft een terugkerend thema.” Dit geldt niet alleen voor
kinderen. “Ook voor volwassenen is het bed aantrekke-
lijk” volgens Rusman. “Ik werk in de Daniel den Hoed ook
met dagschema’s om mensen te activeren.” De online
programma’s waar Henri Hurkmans mee bezig is (zie ka-
der MoveFit), zullen een enorme meerwaarde hebben,
bijvoorbeeld voor de mensen die in de isolatie liggen zoals
in de Daniel den Hoed vanwege chemo.
De nieuwbouw is ook meer gericht op de ambulante
patiënt. Benda: “Er komt een gigantische daktuin waar de
patiënt overdag kan verblijven. Het is de bedoeling dat
de patiënt voor het eten uit bed komt of zelfs naar de
pantry gaat. In de gang komen zitjes waar je met je familie
kunt zitten.” Moors: “Ook op de intensive care (ic) zijn we
met een richtlijn bezig om de patiënten eerder aan het
bewegen te krijgen, op bed of - als het kan - uit bed. Zelfs
beademde patiënten worden eerder uit bed gehaald.”
MoveFitBewegingswetenschapper Henri Hurkmans is senior onderzoeker bij
de afdeling Fysiotherapie. Ook is hij verbonden aan de onderzoekslijn
MoveFit van de afdeling Revalidatiegeneeskunde. Binnen deze onder-
zoekslijn onder leiding van Hans Bussmann houdt hij zich bezig met
innovatieve behandelingstrajecten, zoals online therapie en gaming.
“Wij doen met name onderzoek naar beweeggedrag en fysieke fitheid
bij mensen met een chronische aandoening”, vertelt Hurkmans. “Ook
zijn we bezig een online platform klinische fysiotherapie te realiseren.”
Binnen afzienbare tijd kun je patiënten intensiever monitoren. In de
nieuwbouw komen smart-tv’s. Doel is dat de fysiotherapeut 24/7 infor-
matie op een dashboard kan aflezen, waardoor ook de administratie
efficiënter ingericht kan worden. Hurkmans: “Het gaat om de integratie,
de koppeling van systemen zoals die met een Elektronisch Patiënten
Dossier (EPD) of een vital sign monitor. Zo kunnen we zien dat een
patiënt een videofilm met bewegingsoefeningen aanzet, en tegelijk
dat zijn of haar hartslag omhooggaat. Door data-input van patiënten
(big data) kun je vervolgens overgaan op prediction modelling. Dat
houdt in dat je typen patiënten vaststelt en per type een patroon voor-
spelt. Die voorspellingen staan ten dienste van patiënt, fysiotherapeut
en onderzoeker.” Benda: “We hebben ook al ideeën over hoe we pati-
enten poliklinisch gaan volgen met dit systeem. Je kunt hiermee ook
op afstand consulten houden of patiënten trainen. Hurkmans: “Dat is
de toekomst. Eerst willen we het hier intern realiseren. Ik hoop dat we
over anderhalf jaar aan de slag kunnen met online therapie en monito-
ring. Vandaaruit bouwen we verder.”
Lees meer over MoveFit op erasmusmc.nl/revalidatie/research/movefit.
Deelnemers aan dit interview, allen werkzaam
op de afdeling Fysiotherapie:Afdelingshoofd: dr. Eric Benda
Senior onderzoeker: dr. Henri Hurkmans
Vakgroep volwassenen: Annemiek Kneppers (coördinator), Arlette
Rusman (Daniel den Hoed)
Vakgroep kinderen: dr. Annelies Hartman (coördinator), Leontien
Duyster, Suzan Moors
Top Related