Flexibel rekenonderwijs in Flexibel rekenonderwijs in
groep 3 en 4groep 3 en 4 Bijeenkomst 1 Bijeenkomst 1
Martijn van Grootel Martijn van Grootel [email protected]@ocghadvies.nl
Implementatie protocol ERWD
Doelen: – Vergroting van competenties van:
• Leerkrachten (spoor 2 en spoor 3)• IB’ers • Directies
– Rekenbeleidsprotocol vanuit samenwerkingsverband
– Iedere school heeft een individueel rekenbeleidsplan
Opbouw cursus
Vijf bijeenkomsten Praktijkopdrachten, koppeling naar
eigen team Literatuur Koppeling protocol ERWD Klassenobservatie
Inhoud cursus
Bijeenkomst 1: Introductie, gecijferdheid en protocol ERWD
Bijeenkomst 2: Cruciale leermomenten, handelingsmodel en drieslagmodel
Bijeenkomst 3: Goede groepsinstructie, oplossingsstrategieën, werken met
getallenlijn, automatiseren en memoriserenBijeenkomst 4: Analyseren van rekenvaardigheden, diagnosticerend
onderwijzen in de klas Bijeenkomst 5: Onderwijsbehoeften en aanbod voor sterke en zwakke
rekenaars
Inhoud van deze middag
Kennismaking Wat is gecijferdheid? Het protocol Ernstige RekenWiskunde problemen
en Dyscalculie Observaties plannen
Raadsel 1
Je staat bij een rivier en hebt exact 4 liter water nodig.
Je hebt twee emmers, één emmer waar 5 liter in kan en één waar 3 liter in kan.
Hoe kun je 4 liter water afmeten door enkel deze twee emmers te gebruiken?
1. Vul de 5-liter emmer tot de rand.2. Met de 5-liter emmer vul je nu de kleine
emmer van 3 liter.3. Giet de 3-liter emmer uit en vul hem met de
resterende 2 liter uit de grote emmer.4. Vul de 5-liter emmer nogmaals.5. Vul de 3-liter emmer tot de rand met water
uit de 5-liter emmer.6. Je hebt nu exact 4 liter water in de 5-liter
emmer.
Gecijferdheid
Gecijferdheid?
Gecijferdheid is het vermogen van een individu om zich zelfstandig en adequaat te redden in situaties waarin getallen, patronen en structuren een rol spelen.
In welke situaties in het dagelijks leven is het handig om gecijferd te zijn?
Gecijferdheid – kenmerken?
Er passen vier kerstballen in een doosje. Hoeveel doosjes heb ik nodig om 26 kerstballen te verpakken?
Je bent van plan om in de vakantie van Maastricht naar Groningen te fietsen. Hoe lang zal je daar ongeveer over doen?
Gecijferdheid - kenmerken
Iemand die gecijferd is, kan:- Rekenstrategieën gebruiken- Kiezen uit rekenmanieren- Omgaan met de rekenmachine- Schatten- Mathematiseren- Uitkomsten beoordelen- Getallen kritisch beschouwen- Vormen en patronen herkennen- Zich oriënteren in de ruimte- Meten en meetresultaten interpreteren en gebruiken
Professionele gecijferdheid
Waarom is 12 : 4 hetzelfde als 24 : 8?Kun je dit verklaren? Bewijzen?
Uitleggen?
Een kind berekent: 16 x 32 = 10 x 30 + 6 x 2
Laat zien waarom dit fout is.
Professionele gecijferdheid
Rekenregels kunnen verklaren, bewijzen en van voorbeelden kunnen voorzien.
Waarom vragen stellen en beantwoorden Contexten bij sommen bedenken Vraagstukken op meerdere manieren en
niveaus oplossen Denkmodellen kunnen gebruiken
Rekenonderwijs - doelen
Kinderen voorbereiden op het vervolgonderwijs (wiskundeonderwijs)
Kinderen leren denken en redeneren Kinderen redbaar maken in de
samenleving (gecijferdheid)
Protocol ERWD
Totstandkoming
Ministerie van OCW
NVORWO
Voorkomen is beter dan genezen!
Toch ziek? Dan de juiste zorg!
DOEL
Drie pijlers protocol
De leerlingen (vier fasen model)
De leraar (drie sporen)
Het rekenwiskunde onderwijs (diagnosticerend onderwijzen)
Vier fasen (ontwikkeling van de leerling)
Drie pijlers protocol
De leerlingen (vier fasen model)
De leraar (drie sporen)
Het rekenwiskunde onderwijs (diagnosticerend onderwijzen)
Spoor 1
Spoor 1: Homogene groepMate van afstemming
indicaties
Spoor 1 De leraar…. volgt de rekenwiskundemethodekan conform de methode observeren, toetsresultaten interpreteren en problemen signalerengeeft mbv aanwijzingen uit de methode hulp na de toetskan omgaan met geringe verschillen in de groepkrijgt structureel ondersteuning van de interne rekenexpert bij de begeleiding van leerlingen in de fasen geel, oranje en rood
Spoor 2
Spoor 2: differentiatie in subgroepen
Mate van afstemming
indicaties
Spoor 2 De leraar kan spelen met de methode en gebruikt daarbij...Het drieslagmodelHet handelingsmodelDe hoofdlijnen (begripsvorming, ontwikkelen van oplossingsprocedures, vlot leren rekenen en flexibel toepassen per leerlijnDe leerlijnen
Spoor 3
Spoor 3: Individuele benadering
Mate van afstemming
indicaties
Spoor 3 Zie spoor 2, plusDe leraar….Heeft weet van de leerlingkenmerken en houdt daar rekening mee bij het werken in de subgroepen door individuele accenten te leggenIs in staat om vroegtijdig signaleringsmomenten te herkennen en daar met intensieve onderwijsactiviteiten op in te spelenKan een diagnostisch gesprek voerenWerkt voor de begeleiding van leerlingen in de fase oranje en rood ‘op maat’ samen met de interne rekenexpert en indien nodig met externe deskundige(n)
Eigen vaardigheden en persoonlijke doelstellingen?
Drie pijlers protocol
De leerlingen (vier fasen model)
De leraar (drie sporen)
Het rekenwiskunde onderwijs (diagnosticerend onderwijzen)
Handelingsmodel
Handelingsmodel
Handelingsniveau 1: Informeel handelen in werkelijkheidssituaties
Handelingsmodel
Handelingsniveau 2: Voorstellen – concreet
Handelingsmodel
Handelingsniveau 3: Voorstellen – abstract
Handelingsmodel
Handelingsniveau 4: Formele bewerking uitvoeren
context
bewerkingoplossing
reflectie aanpak
uitvoering
Betekenis verlenen aan infoAnalyseren van info uit context en
Omzetten naar rekenwiskundige bewerking
Uitvoeren van bewerking Komen tot een oplossing
Op basis van eigen kennis en vaardigheden(zie handelingsmodel)
Oplossing terug koppelen naar contextprobleem
Drieslagmodel
10-stappenplan
1) Rekenbeleid en zorgbeleid
2) LOVS
3) Vroegtijdige signalering en preventie van rekenwiskunde problemen
4) Fase groen
5) Fase geel
10 stappenplan vervolg
6) Fase oranje7) Fase rood : aanvraag extern onderzoek8) Fase rood : uitvoering extern
diagnostisch onderzoek
9) Fase rood : begeleiding en evaluatie van de
begeleiding10) Fase oranje : ERW-indicatie10) Fase rood : dyscalculieverklaring
Dyscalculie
De leerling beschikt over voldoende intelligentie (totale IQ van minimaal 70)
Er is een grote discrepantie tussen de ontwikkeling van de leerling in het algemeen en zijn rekenwiskundige ontwikkeling
De achterstand is hardnekkig De leerling laat, ondanks gerichte, deskundige begeleiding,
(te) weinig aantoonbare vooruitgang zien De problemen zijn ontstaan vanaf het verwerven van de
basisvaardigheden in het domein Getallen en Bewerkingen en beïnvloeden ook de ontwikkeling op de domeinen Verhoudingen en Meten en Meetkunde (inclusief de leerstoflijnen Tijd en Geld)
Vooruitblik bijeenkomst 2 Opdrachten
– ‘Onze school in het spoor van het ERWD’– Twee leerervaringen op format ‘leerervaringen flexibel
rekenonderwijs in groep 3 en 4’ Literatuur:
– Protocol H3 (p. 60-64) – Protocol H5 (p. 134 – 161)– De vertaalcirkel (p.8-11)
Inhoud: – Rekendoelen en cruciale leermomenten in groep 3 en 4– Handelingsmodel en drieslagmodel
Evaluatie
Top Related