Europees Parlement, 2019-2024Aandeel EP-leden in iedere politieke fractieOmvang van de politieke fracties
EP-leden748
Aantal EP-leden in iedere politieke fractie op 1 Oktober 2019.
Aandeel van iedere politieke fractie in het totale aantal zetels in het Parlement.
De zeven fracties in het huidige Parlement (in volgorde van grootte):
• Fractie van de Europese Volkspartij (christendemocraten) (EPP),• Fractie van de Progressieve Alliantie van Socialisten en Democraten in het Europees Parlement (S&D),• Renew Europe-Fractie,• Fractie van de Groenen/Europese Vrije Alliantie (Verts/ALE),• Fractie Identiteit en Democratie (ID),• Fractie Europese Conservatieven en Hervormers (ECR),• Confederale Fractie Europees Unitair Links/Noords Groen Links (GUE/NGL), enten slotte de Niet-fractiegebonden leden (Niet-ingeschrevenen – NI).
NIGUE/NGL
ECRIDVerts/ALE
RenewEurope
S&DEPP
182154
10874 73 62
41 54
GUE/NGL: 5,5 %
S&D: 20,6 %
Verts/ALE: 9,9 %
Renew Europe: 14,4 % EPP: 24,3 %
ECR: 8,3 %
ID: 9,8 %
NI: 7,2 %N.B.: de Spaanse autoriteiten hebben het Parlement nog niet in kennis gesteld van de op drie zetels gekozen leden en derhalve komt het totaal aantal leden niet uit op 751, zoals voorzien in EU-recht.
748zetels *
• de huidige en vroegere samenstelling van het Europees Parlement;• het toegenomen aantal partijen dat vertegenwoordigd is in het Parlement en de ontwikkeling van
de politieke fracties;• het stijgend aantal vrouwen dat in het Parlement zetelt;• de kiesstelsels die in 2019 in de verschillende lidstaten zijn gebruikt voor de verkiezingen van het Parlement;• de opkomstpercentages in vergelijking met de nationale verkiezingen;• een overzicht van de werkzaamheden van het Parlement in de huidige zittingsperiode en de vorige
zittingsperioden van vijf jaar;• een overzicht van de belangrijkste bestuursorganen van het Parlement.
De briefing zal tijdens de komende zittingsperiode regelmatig worden bijgewerkt om de meest recente ontwik-kelingen in aanmerking te nemen.
Europees Parlement: WetenswaardighedenDeze briefing, die door de Onderzoeksdienst van het Europees Parlement is gepubliceerd, is bedoeld om belangrijke feiten en cijfers te verstrekken over het Europees Parlement, zowel over de zittingsperiode 2019-2024 die nu van start gaat, als over de acht voorgaande zittingsperioden sinds in juni 1979 rechtstreekse verkiezingen werden ingevoerd.
Op de volgende bladzijden zult u allerlei grafieken aantreffen over o.a.:
EPRS | Onderzoeksdienst van het Europees Parlement
Auteur: Giulio Sabbati Onderzoeksdienst voor de leden
PE 640.146
BRIEFINGOktober 2019
Omvang van de politieke fracties in het EP per lidstaat (op 1 Oktober 2019)
Italië (IT)
Polen (PL)
Zweden (SE)
Bulgarije (BG)
Ierland (IE)
Nederland (NL)
Spanje (ES)
België (BE) Estland (EE)
Malta (MT)
Slovenië (SI)Oostenrijk (AT)
Denemarken (DK)
Hongarije (HU)
Slowakije (SK)
Tsjechische republiek (CZ)
Griekenland (EL)
Luxemburg (LU)Cyprus (CY)
Duitsland (DE)
Litouwen (LT)
Roemenië (RO)
Kroatië (HR)
Finland (FI)
Frankrijk (FR)
Letland (LV)
Portugal (PT)
Verenigd Koninkrijk (UK)
Landencodes en vlaggen:
Gegevens verstrekt door de afdeling Ledenadministratie, DG Presidium, Europees Parlement
DEFRITUKESPLRONLBECZELHUPTSEATBGDKSKFIIEHRLTLVSIEECYLUMTEU
Italy (IT)
Ireland (IE)
Belgium (BE)
Denmark (DK)
Luxembourg (LU)
Germany (DE)
France (FR)
Netherlands (NL)
United Kingdom (UK)
Sweden (SE)
Spain (ES)
Estonia (EE)
Malta (MT)
Austria (AT)
Greece (GR)
Cyprus (CY)
Latvia (LV)
Finland (FI)
Poland (PL)
Bulgaria (BG)
Slovenia (SL)
Hungary (HU)
Slovakia (SK)
Czech Republic (CZ)
Lithuania (LT)
Romania (RO)
Portugal (PT)
Croatia (HR)
EU
96747373
* 515132262121212121201817131313111111
886666748
Totaal
Totaal
100 %
0 10 20 30 40
EPP
MT
LU
CY
EE
SI
LV
LT
HR
IE
FI
SK
DK
BG
AT
SE
PT
HU
EL
CZ
BE
NL
RO
PL
ES
UK
IT
FR
DE2987
121714
6458
13767714344424
222
182
EPP
EPP24,3 %
0 10 20 30 40
S&D
MT
LU
CY
EE
SI
LV
LT
HR
IE
FI
SK
DK
BG
AT
SE
PT
HU
EL
CZ
BE
NL
RO
PL
ES
UK
IT
FR
DE165
191020
810
63
259555332
32222214
154
S&D
S&D
20,6 %
0 10 20 30 40
NI_OTHER
MT
LU
CY
EE
SI
LV
LT
HR
IE
FI
SK
DK
BG
AT
SE
PT
HU
EL
CZ
BE
NL
RO
PL
ES
UK
IT
FR
DE1
1430
41
2
2
54
NI
NI
7,2 %
0 10 20 30 40
GUE/NGL
MT
LU
CY
EE
SI
LV
LT
HR
IE
FI
SK
DK
BG
AT
SE
PT
HU
EL
CZ
BE
NL
RO
PL
ES
UK
IT
FR
DE66
16
1116
41
1
14
2
41
GUE/NGL
5,5 %
GUE/NGL
0 10 20 30 40
Greens/EFA
MT
LU
CY
EE
SI
LV
LT
HR
IE
FI
SK
DK
BG
AT
SE
PT
HU
EL
CZ
BE
NL
RO
PL
ES
UK
IT
FR
DE2512
112
333
122
2
22
21
1
74
Verts/ALE
9,9 %
Verts/ALE
730 10 20 30 40
ID
MT
LU
CY
EE
SI
LV
LT
HR
IE
FI
SK
DK
BG
AT
SE
PT
HU
EL
CZ
BE
NL
RO
PL
ES
UK
IT
FR
DE112228
32
3
1
2
1
ID
ID
9,8 %
0 10 20 30 40
ECR
MT
LU
CY
EE
SI
LV
LT
HR
IE
FI
SK
DK
BG
AT
SE
PT
HU
EL
CZ
BE
NL
RO
PL
ES
UK
IT
FR
DE721
178
8646
2
313523112123
2
108
Renew Europe
Renew Europe14,4 %
0 10 20 30 40
ECR
MT
LU
CY
EE
SI
LV
LT
HR
IE
FI
SK
DK
BG
AT
SE
PT
HU
EL
CZ
BE
NL
RO
PL
ES
UK
IT
FR
DE1
543
26
4341
3
2
2
112
62
ECR
ECR
8,3 %* ES: de Spaanse autoriteiten hebben het Parlement nog niet in kennis gesteld van de op drie zetels
gekozen leden en derhalve komt het totaal aantal leden niet uit op 751, zoals voorzien in het EU-recht.
2
EPRS | Onderzoeksdienst van het Europees Parlement
Leeftijd van de EP-ledenDe onderstaande en rechtergrafiek laten de gemiddelde leeftijd van de EP-leden zien met de hoogste en laagste leeftijd, zowel totaal als per lidstaat. De gemiddelde leeftijd van de EP-leden is 50. De nationale gemiddelden variëren van 44 tot 60 jaar. Het jongste EP-lid komt uit Denemarken (21 jaar) en het oudste uit Italië (82 jaar).
MT 29 44 71
SE 32 45 58
BG 31 46 67
HU 30 46 66
CZ 26 46 66
NL 29 46 66
DK 21 47 74
AT 27 47 61
HR 29 48 62
EE 28 48 62
SK 34 49 65
PT 28 49 67
DE 26 49 78RO 33 49 67IT 30 49 82FR 23 50 72SI 30 50 60ES 25 50 75EL 26 51 67BE 34 52 68LU 35 52 67UK 28 53 77IE 32 54 69
FI 40 55 74PL 34 56 79LV 43 57 69
CY 50 55 59
LT 54 60 65
Minimum Gemiddelde Maximum
21 50 82
Minimum Gemiddelde Maximum
29
132
215 227
126
181
81-9071-8061-7051-6041-5031-4021-30
Tijdens de zittingsperiode 2014-2019 werden in totaal 112 EP-leden om uiteenlopende redenen vervangen. Er zijn 41 EP-leden teruggetreden, 2 leden zijn overleden en 60 leden werden benoemd op een post die onverenigbaar is met het lidmaatschap van het Europees Parlement – zij werden bijvoorbeeld lid van hun nationale parlement of regering.
Leeftijdsverdeling van de EP-ledenOnderstaande grafiek toont de leeftijdsverdeling van de EP-leden. We zien bijvoorbeeld dat 215 EP-leden tussen de 41 en 50 jaar oud zijn. De modus – de meest voorkomende waarde – is 56 jaar, en de mediaan – de middelste waarde – is, zoals het gemiddelde, 50 jaar. De meeste EP-leden zijn tussen de 41 en 60 jaar oud.
Nieuwe en in 2019 herkozen EP-leden
Onder nieuwe EP-leden wordt verstaan: EP-leden die nog nooit in het Europees Parlement hebben gezeteld. Zij maken 58 % van het aantal leden uit. Het percentage loopt uiteen van 85 % voor Slowakije, waar 11 van de 13 EP-leden nieuw zijn, tot 33 % in Malta, waar 2 van de 6 leden nieuw zijn. Bij de fracties heeft een nieuwe fractie, Identiteit en Democratie (ID), het hoogste aantal nieuwe EP-leden, met 59 nieuwe EP-leden op 73.
295 16437
Nieuwe EP-leden die nog nooit eerder in het Europees Parlement hebben gezeteld.Herkozen EP-leden die ten minste tijdens de vorige zittings-periode (2014-2019) in het EP zaten.Herkozen EP-leden die tijdens een voorgaande zittingsperiode, maar niet tijdens de zittingsperiode 2014-2019 in het EP zetelden.
Nieuwe EP-leden Herkozen EP-leden58,4 % 39,4 % 2,1 %
SK SE FR RO AT
DK
UK IE PL ES EU PT IT HR LT BE CZ EL DE CY EE LU LV BG FI NL
HU SI MT
85 %
80 %
69 %
69 %
67 %
67 %
66 %
64 %
61 %
59 %
58 %
57 %
56 %
55 %
55 %
52 %
52 %
52 %
52 %
50 %
50 %
50 %
50 %
47 %
46 %
44 %
38 %
38 %
33 %
EPPS&DECRGUE/NGLRenewEuropeVerts/ALE NIID
81 % 72 %69 % 69 % 59 % 58 % 51 % 41 %
Aandeel nieuwe EP-leden per lidstaatAandeel nieuwe EP-leden per fractie
3
Europees Parlement: Wetenswaardigheden
Nationale partijen en politieke fracties in het EPIn de afgelopen negen zittingsperioden van het Parlement werden de opeenvolgende toenames van het aantal lidstaten en EP-leden voorbijgestreefd door de toename van het aantal nationale politieke partijen die in het EP vertegenwoordigd zijn. Hoewel het aantal fracties schommelde tussen de zeven en tien – momenteel zijn het er zeven – is de drempel voor het formeren van een fractie met de tijd opgetrokken, en de fracties bestaan uit leden van een groter aantal partijen uit een hoger aantal lidstaten – thans 203 nationale politieke partijen in vergelijking met 127 in 1999 en 57 in 1979.
1979
-198
4
1984
-198
9
1989
-199
4
1994
-199
9
1999
-200
4
2004
-200
9
2009
-201
4
2014
-201
9
2019
-202
4
Aantal EP-leden 410 434 518 567 626 732 736 751 748*
Aantal lidstaten 9 10 12 12 15 25 27 28 28Aantal politieke fracties 7 8 10 9 8 7 7 7 7Aantal nationale politieke partijen 57 67 103 97 127 168 176 191 203Aantal nationale delegaties in politieke fracties 37 42 64 58 74 109 116 129 128
* ES: de Spaanse autoriteiten hebben het Parlement nog niet in kennis gesteld van de op drie zetels gekozen leden en derhalve komt het totaal aantal leden niet uit op 751, zoals voorzien in het EU-recht.
De gegevens verwijzen naar de constituerende vergadering
Europees Parlement, 1979-2019Omvang van de politieke fracties in iedere zittingsperiodeDe relatieve omvang van de politieke fracties van het Europees Parlement wordt getoond voor elke van de negen zittingsperioden sinds de eerste rechtstreekse verkiezingen in 1979. De data, uitgedrukt in percentage van het totaal aantal zetels, hebben betrekking op de constituerende vergadering (in juli) van iedere zittingsperiode.
De kleuren die gebruikt zijn om de fracties tijdens de huidige zittingsperiode aan te duiden zijn ook terugwerkend gebruikt voor de voorgaande zittingsperioden, waardoor de ontstaansgeschiedenis van de huidige fracties kan worden nagegaan. Er dient echter op gewezen dat de namen en samenstellingen van de politieke fracties, en hun lidmaatschap, vaak kunnen wijzigen. Er kunnen dus substantiële gemeenschappelijke elementen in de huidige fracties en hun voorgangers worden vastgesteld, maar ze kunnen niet in alle gevallen worden beschouwd als dezelfde fractie met een naadloze geschiedenis. De categorie „Overige” bevat een aantal fracties die niet langer bestaat.
Bron: DG Communicatie, Europees Parlement.
0,0
0,1
0,2
0,3
0,4
0,5
0,6
0,7
0,8
0,9
1,0
0,0
0,1
0,2
0,3
0,4
0,5
0,6
0,7
0,8
0,9
1,0
NI
ENL
EFDD
Verts/ALE
GUE/NGL
ADLE
ECR
S&D
PPE
20182009-20142004-20091999-20041994-19991989-19941984-19891979-1984
0,0
0,1
0,2
0,3
0,4
0,5
0,6
0,7
0,8
0,9
1,0
0,0
0,1
0,2
0,3
0,4
0,5
0,6
0,7
0,8
0,9
1,0
NA
TDI
UEN
EDN->I-EDN
ARE
FE
CG
DR
ARC
RDE
CDI
DEP
GUE/NGL
ECR
EFDD
Greens/EFA
ALDE
S&D
EPP
2014-20192009-20142004-20091999-20041994-19991989-19941984-19891979-19841979-1984 1984-1989 1989-1994 1994-1999 1999-2004 2004-2009 2009-2014 2014-2019
100 %
50 %
0 %
36,0 %
25,0 %
7,3 %
11,4 %
4,8 %
7,5 %4,3 %
3,7 %
36,6 %
27,3 %
12,0 %
5,7 %5,1 %5,6 %
4,0 %3,7 %
37,2 %
28,8 %
8,0 %
7,7 %2,6 %6,7 %4,8 %2,9 %
27,5 %
34,9 %
7,8 %4,1 %4,9 %
4,8 %
4,6 %4,8 %3,4 %3,4 %
23,4 %
34,7 %
6,6 %
9,5 %
5,4 %3,9 %2,5 %3,3 %2,7 %
2,3 %
5,8 %
25,3 %
30,0 %
11,5 %
7,1 %
9,4 %
6,7 %
4,6 %3,7 %
1,6 %
26,3 %
27,3 %
15,4 %
9,8 %
10,7 %
5,4 %2,7 %
2,4 % 100 %
50 %
0 %0,0
0,1
0,2
0,3
0,4
0,5
0,6
0,7
0,8
0,9
1,0
0,0
0,1
0,2
0,3
0,4
0,5
0,6
0,7
0,8
0,9
1,0
NI
GUE/NGL
ECR
ID
Greens/EFA
Renew Europe
S&D
EPP2019-20242009-20142004-20091999-20041994-19991989-19941984-19891979-1984
1.7.2019
24,3 %
20,6 %
8,3 %
14,4 %
5,5 %
9,9 %
9,8 %
7,2 %
29,4 %
25,4 %
9,3 %
8,9 %
6,9 %
6,7 %6,4 %
6,9 %1,4 %
Renew Europe ECRS&DEPP NIIDVerts/ALE GUE/NGL Overige
4
EPRS | Onderzoeksdienst van het Europees Parlement
Vrouwelijke EP-leden per lidstaat
Het percentage vrouwelijke EP-leden in het huidige Europees Parlement varieert van 0 in Cyprus tot 55 % in Zweden. Tijdens de verkiezingen in mei 2019 hadden elf lidstaten genderquota die meestal de opmaak van de verkiezingslijsten betroffen en die van toepassing waren op beide geslachten teneinde ondervertegenwoordiging van een van beide te voorkomen.
SE FI AT FR LU LV MT NL SI PT ES UK DK IE IT EU BE HU DE HR PL CZ EE BG LT EL RO SK CY
20 13 18 74 6 8 6 26 8 21 51 73 13 11 73 748 21 21 96 11 51 21 6 17 11 21 32 13 6
55,0
%
53,8
%
50,0
%
50,0
%
50,0
%
50,0
%
50,0
%
50,0
%
50,0
%
47,6
%
47,1
%
46,6
%
46,2
%
45,5
%
41,1
%
40,6
%
38,1
%
38,1
%
36,5
%
36,4
%
35,3
%
33,3
%
33,3
%
29,4
%
27,3
%
23,8
%
21,9
%
15,4
%
0,0
%
Gee
n
Gee
n
Gee
n
50 %
50 %
Gee
n
Gee
n
Gee
n
40 %
33 %
40 %
Gee
n
Gee
n
Gee
n
50 %
50 %
Gee
n
Gee
n
40 %
35 %
Gee
n
Gee
n
Gee
n
Gee
n
33 %
>0
Gee
n
Gee
n
Totaal aantal zetels
Percentage vrouwelijke leden in het EP (18 september 2019)
Genderquota tijdens de verkiezingen van het EP in 2019
Aandeel mannen en vrouwen in het EPDe ontwikkeling van het aandeel vrouwen onder alle EP-leden aan het begin van iedere zittingsperiode laat een gestage groei zien, van 16,3 % in de eerste zittingsperiode tot 40,6 % in de huidige zittingsperiode.
1979-1984
16,3 %
2019-2024
40,6 %
Vrouwen in het EP en in nationale parlementen van EU-lidstaten
0,0
0,1
0,2
0,3
0,4
EU
2019201420092004199919941989198419791979 1989 200919990%
10%
20%
30%
40%Europees Parlement
Nationale parlementen van de lidstaten
2019
40.6%
28.6%
0,0
0,2
0,4
0,6
0,8
1,0
Male
Female
2019-20242014-20192009-20142004-20091999-20041994-19991989-19941984-19891979-19841979 1984 1989 1994 1999 2004 2009 2014
16,3 %40,6 %
Man
Vrouw
2019
5
Europees Parlement: Wetenswaardigheden
Vergelijking van de gemiddelde vertegenwoordiging van vrouwen in nationale parlementen in de lidstaten en in het Europees Parlement laat zien dat beide in de loop der tijd zijn gestegen. De ontwikkeling in de nationale parlementen tot 1996 is alleen in zoverre representatief dat ze gebaseerd is op de data die beschikbaar zijn voor een beperkt aantal lidstaten. Medio jaren 2000 kan een duidelijke stijging van het percentage vrouwen in nationale parlementen worden geconstateerd, wat ten dele kan worden teruggevoerd op de invoering van genderquota voor de verkiezingen in verschillende lidstaten (bijvoorbeeld, Frankrijk – 2000, België – 2002, Portugal – 2006, Spanje – 2007).
Electorale systemen voor het Europees ParlementKiessysteem en aantal EP-ledenMomenteel heeft het EP, net zoals tijdens de zittingsperiode 2014-2019, 751 zetels, het maximale aantal dat uit hoofde van de EU-Verdragen mogelijk is. Wanneer we aannemen dat het Verenigd Koninkrijk de EU verlaat, dan valt het aantal zetels terug tot 705. Van de 73 vrijgekomen zetels van de in het VK gekozen leden worden 27 herverdeeld onder 14 lidstaten. Deze 14 landen moesten tijdens de verkiezingen van 2019 voorzieningen treffen om deze zetels na de brexit in te nemen. De resterende 46 zetels zouden beschikbaar worden voor eventuele uitbreidingen van de EU en/of voor de mogelijke vorming van een transnationale kieskring tijdens toekomstige Europese verkiezingen.
EP-leden worden verkozen volgens nationale electorale systemen, maar die moeten voldoen aan bepaalde gemeenschappelijke beginselen die in het EU-recht zijn vastgesteld, met name het beginsel van evenredige vertegenwoordiging. Als algemene regel kunnen kiezers kiezen tussen politieke partijen, afzonderlijke kandidaten of beide. Terwijl in sommige lidstaten kiezers alleen op een lijst kunnen stemmen, zonder de mogelijkheid om de volgorde van de kandidaten te wijzigen (gesloten lijst), kunnen kiezers in andere lidstaten hun voorkeur voor een of meerdere kandidaten laten blijken (voorkeurstemmen). In plaats van een stelsel van lijsten zijn in sommige lidstaten voorkeurstemmen mogelijk waarbij gebruik wordt gemaakt van één enkele overdraagbare stem (STV).
Kiesdrempel
=+5+3+5+1+1+3
=====
+1+1
=+1+1+1+2+1
===
+1===
DEFRITESPLRONLBECZELHUPTSEATBGDKSKFIIEHRLTLVSIEECYLUMT
9679
7659
523329
2121212121211917141414131211887666
=+5+3+5+1+1+3
=====
+1+1
=+1+1+1+2+1
===
+1===
DEFRITESPLRONLBECZELHUPTSEATBGDKSKFIIEHRLTLVSIEECYLUMT
9679
7659
523329
2121212121211917141414131211887666
Afwijking van de huidige
situatie
Aantal EP-leden
7512019
++705Totaal
Kiesstelsel
VoorkeurstemmenGesloten lijstenSTV (één overdraagbare stem)Meervoudige kiesdistricten
Number of MEPs and voting system Seats after Brexit
74
7354
32
2621
21
21
21
21
20
18
17
13
13
13
5196
11
1186
3 +11 70
Cyprus 66
Slovenië 8Luxemburg 6
4 %ITSE
AT
3 %EL
1,8 %CY
5 % Geen
Electoral threshold
HR
CZFR
LV
HUPLROSK
LT
BGDKDEEE
NL
PT
LUMT
ESIE
FISI
UK
BE
Het EU-recht staat lidstaten toe een kiesdrempel vast te stellen die moet worden gehaald alvorens aan een partij/lijst tijdens EP-verkiezingen zetels kunnen worden toegewezen. Deze drempel mag maximaal 5 % van de op nationaal niveau uitgebrachte geldige stemmen bedragen.
Aantal EP-leden en kiesstelsel EP-zetels na de brexit=
+5+3+5+1+1+3
=====
+1+1
=+1+1+1+2+1
===
+1===
DEFRITESPLRONLBECZELHUPTSEATBGDKSKFIIEHRLTLVSIEECYLUMT
9679
7659
523329
2121212121211917141414131211887666
=+5+3+5+1+1+3
=====
+1+1
=+1+1+1+2+1
===
+1===
DEFRITESPLRONLBECZELHUPTSEATBGDKSKFIIEHRLTLVSIEECYLUMT
9679
7659
523329
2121212121211917141414131211887666
Afwijking vande huidige
situatie
Aantal EP-leden
7512019
++705Totaal
Kiesstelsel
VoorkeurstemmenGesloten lijstenSTV (één overdraagbarestem)Meervoudige kiesdistricten
Number of MEPs and voting system Seats after Brexit
74
7354
32
2621
21
21
21
21
20
18
17
13
13
13
5196
11
1186
3 +11 70
Cyprus 6Malta 6Slovenië 8Luxembourg 6
Tijdens de verkiezingen van 2019 toegepaste drempels
6
EPRS | Onderzoeksdienst van het Europees Parlement
Malta
Onderstaande tabel toont de ontwikkeling van de opkomst tijdens de negen tot op heden gehouden verkiezingen van het Europees Parlement, zowel in de afzonderlijke lidstaten (grijze stipjes) als het totaal voor de gehele EU (blauwe stipjes/lijn). De opeenvolgende verkiezingen geven tot in 2019 een dalende opkomst te zien. De meest recente verkiezingen resulteerden in een toename van de opkomst met 8,3 procentpunt. Met een opkomst van 50,6 % ging voor het eerst sinds 1994 meer dan de helft van de volwassen bevolking naar de stembus. Een soortgelijke dalende tendens in de loop van de tijd is te zien tijdens tussentijdse verkiezingen in de VS wanneer het niet om het presidentschap gaat, ook hier met een sterk stijgende opkomst tijdens de meest recente verkiezingen (2018). Een dergelijke neerwaartse trend zien we tevens bij nationale verkiezingen in dezelfde periode, zij het met een hoger referentieniveau, aangezien tijdens deze verkiezingen ook regeringen worden gekozen.
SK
CZ
SI
HR
PT
BG
LV
UK
EE
FI
NL
HU
CY
PL
IE
FR
EU
RO
LT
IT
SE
EL
AT
ES
DE
DK
MT
LU
BE
EU
201920142009200419991994198919841979
100 %
75 %
50 %
25 %
0 %
61,8 %
49,5 %
50,6 % Opkomst tijdens EP-verkiezingen (totaal in de EU)
Opkomst tijdens EP-verkiezingen per lidstaat
Opkomstpercentage bij de Europese verkiezingenOpkomstpercentage in de lidstaten bij Europese verkiezingen sinds 1979Voor elk van de negen Europese verkiezingen die er sinds 1979 zijn gehouden, toont de tabel hieronder het laagste opkomstpercentage van alle lidstaten, het hoogste in een lidstaat zonder stemplicht, en tenslotte het hoogste over het geheel genomen. Het EU-gemiddelde bij iedere verkiezing is aangegeven in lichtblauw.
! Stemplicht in deze lidstaat (stemmen was ook verplicht in Italië van 1979 t/m 1989).
Slovakia (SK)
Italy (IT)
Sweden (SE)
Ireland (IE)
Spain (ES)
Belgium (BE)
Malta (MT)
Austria (AT)
Denmark (DK)
Greece (GR)
Luxembourg (LU)
Cyprus (CY)
Germany (DE)
France (FR)
Latvia (LV)
Finland (FI)
Poland (PL)
Bulgaria (BG)
Netherlands (NL)
Slovenia (SL)
Hungary (HU)
Czech Republic (CZ)
Lithuania (LT)
Romania (RO)
Portugal (PT)
United Kingdom (UK)
EU
Croatia (HR)
Estonia (EE)
!
!
!
!
!
!
1979 1984 1989 1994 1999 2004 2009 2014 2019BE 91,4 % 92,1 % 90,7 % 90,7 % 91,0 % 90,8 % 90,4 % 89,6 % 88,5 %LU 88,9 % 88,8 % 87,4 % 88,5 % 87,3 % 91,3 % 90,8 % 85,5 % 84,2 %MT 82,4 % 78,8 % 74,8 % 72,7 %DK 47,8 % 52,4 % 46,2 % 52,9 % 50,4 % 47,9 % 59,5 % 56,3 % 66,0 %DE 65,7 % 56,8 % 62,3 % 60,0 % 45,2 % 43,0 % 43,3 % 48,1 % 61,4 %ES 54,6 % 59,1 % 63,0 % 45,1 % 44,9 % 43,8 % 60,7 %AT 49,0 % 42,4 % 46,0 % 45,4 % 59,8 %EL 77,2 % 79,9 % 73,2 % 71,5 % 63,2 % 52,6 % 60,0 % 58,7 %SE 38,8 % 37,9 % 45,5 % 51,1 % 55,3 %IT 84,9 % 83,4 % 81,0 % 73,6 % 69,8 % 71,7 % 65,1 % 57,2 % 54,5 %LT 48,4 % 21,0 % 47,4 % 53,5 %RO 27,7 % 32,4 % 51,1 %EU 61,8 % 59,0 % 58,3 % 56,7 % 49,5 % 45,6 % 43,0 % 42,6 % 50,6 %FR 60,7 % 56,7 % 48,7 % 52,8 % 46,8 % 42,8 % 40,6 % 42,4 % 50,1 %IE 63,6 % 47,6 % 68,3 % 44,0 % 50,2 % 58,6 % 57,6 % 52,4 % 49,7 %PL 20,9 % 24,5 % 23,8 % 45,7 %CY 72,5 % 59,4 % 44,0 % 45,0 %HU 38,5 % 36,3 % 29,0 % 43,4 %NL 58,1 % 50,6 % 47,2 % 35,7 % 30,0 % 39,3 % 36,8 % 37,3 % 41,9 %FI 30,1 % 39,4 % 40,5 % 41,0 % 40,7 %EE 26,8 % 43,9 % 36,5 % 37,6 %UK 32,3 % 32,6 % 36,2 % 36,4 % 24,0 % 39,2 % 34,5 % 35,4 % 36,9 %LV 41,3 % 53,7 % 30,2 % 33,5 %BG 38,9 % 36,1 % 32,6 %PT 51,2 % 35,5 % 39,9 % 38,6 % 36,8 % 33,7 % 30,8 %HR 25,2 % 29,9 %SI 28,4 % 28,3 % 24,5 % 28,9 %CZ 28,3 % 28,2 % 18,2 % 28,7 %SK 17,0 % 19,6 % 13,0 % 22,7 %Laagste opkomstpercentage
Hoogste opkomstpercentage zonder stemplicht
Hoogste opkomstpercentage bij stemplicht
7
Europees Parlement: Wetenswaardigheden
Activiteit in de plenaire vergaderingen van het EP in de achtste zittingsperiode (juli 2014 – juni 2019)
Werken met partners en burgersHet Europees Parlement heeft regelmatig vergaderingen met collega’s uit de nationale parlementen van de lidstaten, met name op het niveau van de parlementaire commissies. De commissies van het Parlement winnen ook regelmatig het advies in van deskundigen en belanghebbenden middels openbare hoorzittingen wanneer zij beraadslagen over specifieke onderwerpen. Burgers kunnen op verschillende manieren contact leggen met het Parlement, hetzij door een bezoek te brengen aan de instelling, door vragen te stellen aan de afdeling Informatieverzoeken van de burger (Ask EP), door een verzoekschrift voor te leggen aan de Commissie verzoekschriften hetzij door rechtstreeks met een lid contact op te nemen. Onderstaande cijfers geven een indruk van deze activiteiten tijdens de achtste zittingsperiode, van juli 2014 tot juni 2019.
Bron: afdeling Verloop en Follow-up plenaire vergaderingen, DG Presidium, Europees Parlement.
Follow-up brievenvan Commissieverzoekschriften
24 713Bezoeken van burgers aan het EP1 843 713
Openbare hoorzittingen door commissies van het EP
585
Vergaderingen metnationale parlementen72 Verzoekschriften
ontvangen van burgers7 494Vragen beantwoord door „Ask EP”272 000
1 071
waarvan
Stemmingen23 553
58 840?
22 692
260Dagen
Vergaderuren
12
9
6
32 160Uren
Goedgekeurde amendementen Aangenomen teksten
Ingediende schriftelijke vragen Verworpen amendementen Wetgevingshandelingen
Plenaire vergaderdagen
2 790Teksten
21 298
965
waarvan
Stemmingen30 992
48 207?
9 645
279Dagen
Vergaderuren
12
9
6
32 401Uren
Goedgekeurde amendementen Aangenomen teksten
Ingediende schriftelijke vragen Verworpen amendementen Wetgevingshandelingen
Plenaire vergaderdagen
2 575Teksten
18 824
De werkzaamheden van het Europees ParlementHet Europees Parlement neemt zijn standpunten aan door tijdens de plenaire vergadering te stemmen over wetgevings- en begrotingsteksten, initiatiefverslagen en andere resoluties. De 20 vaste commissies van het Parlement verrichten de voorbereidende werkzaamheden, behandelen ontwerpwetgeving van de EU zorgvuldig en houden hoorzittingen over belangrijke onderwerpen. In de loop van het wetgevingsproces komen vertegenwoordigers van EP-commissies vaak met hun tegenhangers in de Raad en de Europese Commissie bijeen tijdens trilaterale onderhandelingen, die bekend staan als “trialogen”, uit hoofde van de “medebeslissingsprocedure” – zie blz. 10.
Uit de statistieken blijkt dat het Europees Parlement tijdens de zittingsperiode 2014-2019 langer bijeenkwam dan zijn voorganger, en bijna een derde stemmingen meer heeft gehouden. Het Parlement nam echt minder teksten, zowel van wetgevende als niet-wetgevende aard, aan.
Activiteit in de plenaire vergaderingen van het EP in de zevende zittingsperiode (juli 2009 – juni 2014)
8
EPRS | Onderzoeksdienst van het Europees Parlement
Parlementaire commissiesEr zijn 20 vaste commissies (en twee sub-commissies) in het EP, die elk een beleidsterrein bestrijken. Zij stellen verslagen op die worden behandeld in de plenaire vergadering – zowel over wetgevings- als niet-wetgevingsaangelegenheden – en roepen de uitvoerende macht ter verantwoording. De zetels in elke commissie worden onder de fracties van het Parlement verdeeld in dezelfde verhouding als de zetels die zij in het gehele Parlement hebben. Het overzicht toont tevens de voorzitters, die door de leden van elke commissie zijn verkozen, hun politieke fractie en hun nationaliteit. De voorzitters van de commissies komen bijeen in de Conferentie van commissievoorzitters, en zij hebben Antonio Tajani, voorzitter van de Commissie constitutionele zaken (AFCO), tot Voorzitter gekozen voor de eerste helft van de huidige zittingsperiode. Het taartdiagram toont de verdeling van de commissievoorzitters tussen de politieke fracties, met dezelfde kleurcode als in eerdere diagrammen.
Aandeel commissievoorzitters per politieke fractie
Aantal EP-leden Naam van de voorzitter
JURIDEVEAFCOPECHCONTCULTPETI
FEMMBUDG
INTAREGI
IMCOAGRI
TRANEMPLECON
LIBESEDEDROIAFETITREENVIMilieu, volksgezondheid en voedselveiligheid
Industrie, onderzoek en energie
Buitenlandse zaken
Mensenrechten
Veiligheid en defensie
Burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken
Economische en monetaire zaken
Werkgelegenheid en sociale zaken
Vervoer en toerisme
Landbouw en plattelandsontwikkeling
Interne markt en consumentenbescherming
Regionale ontwikkeling
Internationale handel
Begroting
Rechten van de vrouw en gendergelijkheid
Verzoekschriften
Cultuur en onderwijs
Begrotingscontrole
Visserij
Constitutionele zaken
Ontwikkeling
Juridische zaken
Renew Europe
EPP
EPP
S&D
Renew Europe
S&D
S&D
ECR
Verts/ALE
EPP
Verts/ALE
GUE/NGL
S&D
ECR
S&D
EPP
EPP
EPP
Renew Europe
EPP
EPP
Renew Europe
Pascal CANFIN
Adina-Ioana VALEAN
David McALLISTER
Maria ARENA
Nathalie LOISEAU
Juan Fernando LÓPEZ AGUILAR
Irene TINAGLI
Lucia DURIŠ NICHOLSONOVÁ
Karima DELLI
Norbert LINS
Petra DE SUTTER
Younous OMARJEE
Bernd LANGE
Johan VAN OVERTVELDT
Evelyn REGNER
Dolors MONTSERRAT
Sabine VERHEYEN
Monika HOHLMEIER
Chris DAVIES
Antonio TAJANI
Tomas TOBÉ
Lucy NETHSINGHA
Austria (AT)
Italy (IT)
Sweden (SE)
Italy (IT)
Germany (DE)
Germany (DE)
Germany (DE)
France (FR)
France (FR)
France (FR)
Germany (DE)
Romania (RO)
Belgium (BE)
United Kingdom (UK)
United Kingdom (UK)
Germany (DE)
Spain (ES)
Slovakia (SK)
Belgium (BE)
France (FR)
Belgium (BE)
Spain (ES)
76
72
71
30
30
68
60
55
49
48
45
43
41
41
35
35
31
30
28
28
26
25
GUE/NGL
Greens/EFA
ECR
Renew Europe
S&D
EPP
20commissies
36 %
18 %
9 %
9 %5 %
23 %
9
Europees Parlement: Wetenswaardigheden
Wetgevingsactiviteit van het Europees Parlement, 2004-2019De kernactiviteit van het Europees Parlement is de amendering en aanneming van EU-wetgeving. Daartoe worden drie procedures gebruikt, waarvan de gewone wetgevingsprocedure nu de meest gebruikte is (traditioneel de „mede-beslissingsprocedure” genoemd). Het Parlement kan ook worden verzocht zijn goedkeuring te hechten aan bepaalde besluiten van de Raad, of kan simpelweg geraadpleegd worden over bepaalde Commissievoorstellen. Bij de mede-beslissings- en goedkeuringsprocedure heeft het EP het recht zijn veto uit te spreken over EU-wetgevingshandelingen. De twee onderstaande tabellen tonen het toegenomen gebruik van de mede-beslissingsprocedure, die de ruimere bevoegdheden van het EP weerspiegelt ten gevolge van de opeenvolgende Verdragswijzigingen, en de stijgende trend dat het EP en de Raad in eerste lezing overeenstemming bereiken over wetgevingshandelingen in die procedure.
De tabel hieronder toont alle wetgevingsresoluties die ieder jaar sinds 2004 in de plenaire vergadering zijn aangenomen, inclusief bij alle lezingen voor mede-beslissing.
Aantal en gemiddelde lengte van mede-beslissingsproceduresIn onderstaande tabel wordt voor de zittingsperiode van juli 2014 tot juni 2019 de gemiddelde duur in maanden van iedere afgeronde wetgevingsprocedure (mede-beslissingsdossiers) weergegeven, evenals het stadium waarin overeenstemming werd bereikt. De cirkels illustreren het aantal dossiers dat in ieder stadium van de procedure is afgerond. Hun grootte staat in verhouding tot het aantal dossiers. Tijdens de meeste recente zittingsperiode van vijf jaar ging geen enkel dossier tot aan de fase van bemiddeling/derde lezing.
De tabel hieronder toont het stadium waarin het EP en de Raad overeenstemming hebben bereikt over afzonderlijke wetgevingsteksten, per jaar sinds 2004. Naast het totale aantal dossiers dat werd goedgekeurd toont de grafiek ook het aantal dossiers dat in eerste lezing werd goedgekeurd (het meest voorkomende geval).
Bron: Afdeling Planning en coördinatie, DG Presidium, Europees Parlement.
Duur Aantal procedures
0 510 15 20 25 30 35 40
Conciliation
CSL second reading agreement
Early second reading agreement
First reading agreement
Tweede lezing Raad
Tweede lezing EP
Eerste lezing 18 maanden
39 maanden
40 maanden
ConciliationCSL second reading agreem
entEarly second reading agreem
entFirst reading agreem
ent
4
41
356
Tweede lezing Raad
Tweede lezing EP
Bemiddeling
Eerste lezing
Raadpleging
Goedkeuring
Mede-beslissing
0
50
100
150
200
250
300
350
Cooperation
Consultation
Consent
Codecision
2019201820172016201520142013201220112010200920082007200620052004
Cooperation
Codecision
Consent
Consultation350
300
200
250
150
100
50
0
112
12
163
122
24
113
117
13
158
147
9
152
170
10
110
105
6
89
94
2338
113
58
36
105
3922
164
39
41
199
4133
7539
40
2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016
77
45
40
2017
88
38
40
2018
118
4343
431318
2019*
0
50
100
150
200
Conciliation
Council 2nd reading
EP 2nd reading
1st reading
2019201820172016201520142013201220112010200920082007200620052004
Conciliation
CSL 2
EP 2
EP 1
41
200
150
100
50
0
34
5358
103
34
52
98
124122
152
44
5661
77
60
70104
116 137
148
40
58
92
2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016
51
72
2017
68
747980
2018
94
2019** De gegevens verwijzen naar
de periode januari-juni 2019
* De gegevens verwijzen naar de periode januari-juni 2019
10
EPRS | Onderzoeksdienst van het Europees Parlement
Bron: Afdeling Coördinatie wetgeving, DG Intern beleid, Europees Parlement.
Aantal trialogen per jaar en per commissieVan juli 2014 tot juni 2019 hebben de EP-commissies deelgenomen aan een totaal van 1 184 trialoogvergaderingen met de Raad en de Commissie. Onderstaand staafdiagram toont het aantal trialoogvergaderingen per jaar sinds het begin van de zittingsperiode 2009-2014, met een piek in 2013, die met name samenviel met de beslissingen die toen genomen werden over programma’s in het kader van het meerjarig financieel kader 2014-2020 (MFK).
In 2018 nam één commissie deel aan 299 van de 315 trialogen, terwijl in 16 gevallen twee commissies hieraan deelnamen. In 2019 vonden 178 trialogen plaats waaraan één enkele commissie deelnam. Het taartdiagram toont welke parlementaire commissies het meest betrokken waren bij trialoogvergaderingen in 2018, het vierde volledige jaar in de zittingsperiode 2014-2019. Het benadrukt de acht actiefste commissies op het vlak van trialogen als percentage van het totaal.
Aantal wetgevingsverslagen en initiatiefverslagenIn onderstaande tabel wordt het aantal verslagen weergegeven dat elke parlementaire commissie in de periode tussen juli 2014 en juni 2019 heeft goedgekeurd. Onder „initiatiefverslagen”, weergegeven in lichtoranje, vallen zowel initiatiefverslagen van wetgevende aard als andere initiatiefverslagen. Onder “wetgevingsverslagen”, weergegeven in blauw, vallen verslagen zowel uit hoofde van de gewone wetgevingsprocedures (medebeslissing), de goedkeuringsprocedure en de raadplegingsprocedure, als uit hoofde van procedures met betrekking tot internationale overeenkomsten. Onder „andere verslagen”, weergegeven in donkeroranje, vallen met name verslagen die verband houden met de werkzaamheden van bepaalde commissies in het kader van specifieke procedures, zoals de begrotings- of kwijtingsprocedure, alsook verzoeken om immuniteit van leden in gerechtelijke procedures. De groene staven betreffen procedures in het kader waarvan commissies overwegen bezwaar aan te tekenen tegen “gedelegeerde” of “uitvoerings”-handelingen, die in feite vormen van bestuursrecht zijn en door de Commissie uit hoofde van bestaande wetgeving worden vastgesteld.
Others:
TRAN
JURI
EMPL
ENVI
IMCO
ECON
ITRE
LIBE0
200
400
600
800
20192018201720162015201420132012201120102009
15 95
249
371
695
13255 229
144
251
16299
LIBE: 60
ITRE: 47
ECON: 32
IMCO: 32ENVI: 31
EMPL: 30
JURI: 18
Overige: 5419 %
15 %
10 %10 %
10 %
10 %
6 %3 %
17 %
315
190
TRAN: 11
Gemengde commissieEnige commissie
Trialoog-vergaderingen:
315
Achtste zittingsperiodeZevende zittingsperiode
Number of trilogues per year and per committee
23 27 12Gemengde commissies
21622
97
1
32
80
57
933
2
14
72
518
44
32
1
3
61
21210
533
263
47107
28163
1997
72
569
6136
847
2813
10
258
Begroting (BUDG)Verzoekschriften (PETI)Landbouw en plattelandsontwikkeling (AGRI)Begrotingscontrole (CONT)Visserij (PECH)Constitutionele zaken (AFCO)Interne markt en consumentenbescherming (IMCO)Vervoer en toerisme (TRAN)Cultuur en onderwijs (CULT)Milieu, volksgezondheid en voedselveiligheid (ENVI)Industrie, onderzoek en energie (ITRE)Ontwikkeling (DEVE)Internationale handel (INTA)Rechten van de vrouw en gendergelijkheid (FEMM)Juridische zaken (JURI)Regionale ontwikkeling (REGI)Burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken (LIBE)Werkgelegenheid en sociale zaken (EMPL)Economische en monetaire zaken (ECON)Buitenlandse zaken (AFET) 91
4229292928262222202018181717161512105
Wetgevings-verslagen
Initiatief-verslagene
Andereverslagen
Gedelegeerde en uitvoeringshandelingen
11
Europees Parlement: Wetenswaardigheden
Voorzitter1
Ondervoorzitters14
Quaestoren(zonder stemrecht)
5
Het Bureau is het orgaan dat verantwoordelijk is voor financiële, organisatorische en administratieve kwesties in het Parlement. Het bestaat uit de Voorzitter en 14 ondervoorzitters, die worden verkozen bij een absolute meerderheid van de stemmen in de plenaire vergadering, in de volgorde waarin zij die meerderheid hebben verkregen. De vijf quaestoren, die in de plenaire vergadering zijn verkozen om de directe administratieve en financiële aangelegenheden van de leden te beheren, wonen ook de vergaderingen van het Bureau bij in hun hoedanigheid van adviseur maar hebben geen stemrecht.
De twee bestuursorganen van het Europees Parlement – het Bureau en de Conferentie van voorzitters – worden aangevuld door andere coördinerende organen, namelijk de Conferentie van commissievoorzitters, de Conferentie van delegatievoorzitters, het panel voor de toekomst van wetenschap en technologie (STOA-panel) en de coördinatiegroep democratieondersteuning en verkiezingen.
De Conferentie van voorzitters (Cvv) bestaat uit de Voorzitter van het Parlement en de voorzitters van de zeven fracties. Zij stelt de agenda van de plenaire vergadering vast en bepaalt de algemene politieke koers van de instelling. De tabel hieronder toont de huidige leden van de Cvv. De samenstelling van de Cvv wordt bepaald door de omvang van de fracties, in termen van zetels in het Parlement. Drie fracties hebben medevoorzitters. De niet-fractiegebonden leden (NI) worden vertegenwoordigd door een waarnemer zonder stemrecht.
Voorzitter van het EP: David Maria SASSOLI S&D
David Maria SASSOLI Voorzitter S&D
Mairead McGUINNESS Ondervoorzitter EPPPedro SILVA PEREIRA Ondervoorzitter S&DRainer WIELAND Ondervoorzitter EPPKatarina BARLEY Ondervoorzitter S&DOthmar KARAS Ondervoorzitter EPPEwa KOPACZ Ondervoorzitter EPPKlára DOBREV Ondervoorzitter S&DDita CHARANZOVÁ Ondervoorzitter Renew EuropeNicola BEER Ondervoorzitter Renew EuropeLívia JÁRÓKA Ondervoorzitter EPPHeidi HAUTALA Ondervoorzitter Verts/ALEMarcel KOLAJA Ondervoorzitter Verts/ALEDimitrios PAPADIMOULIS Ondervoorzitter GUE/NGLFabio Massimo CASTALDO Ondervoorzitter NI
Anne SANDER Quaestor EPPMonika BEŇOVÁ Quaestor S&DDavid CASA Quaestor EPPGilles BOYER Quaestor Renew EuropeKarol KARSKI Quaestor ECR
Hungary (HU)
Austria (AT)
Greece (GR)
Poland (PL)
Ireland (IE)
Italy (IT)
Finland (FI)
Italy (IT)
Czech Republic (CZ)
France (FR)
Poland (PL)
Malta (MT)
Slovakia (SK)
France (FR)
Portugal (PT)
Germany (DE)
Germany (DE)
Hungary (HU)
Germany (DE)
Czech Republic (CZ)
Voorzitter Voorzitter Waarnemer
Manfre
d
WEBERIra
txe
GARCÍA PÉREZDian
e
DODDS
Mede-voorzitters
Ska
KELLER
Philippe
LAMBERTS
ID
EPP S&DVerts/ALE
Voorzitter
Marco
ZANNI
ECR GUE/NGL NI
Mede-voorzitters
Manon
AUBRYMart
in
SCHIRDEWAN
Renew Europe
Mede-voorzitters
Raffae
le
FITTO
Ryszard
Antoni
LEGUTKO
Voorzitter
Dacian
CIOLOŞ
Bestuursorganen van het EP
Eerdere edities van deze briefing zijn gepubliceerd in april 2019 (PE 635.515), april 2018 (PE 614.733), maart 2017 (PE 599.256), maart 2016 (PE 573.919), april 2015 (PE 545.725) en november 2014 (PE 542.150). De gebruikte gegevens zijn afkomstig van diverse bronnen binnen en buiten het Europees Parlement, waaronder het directoraat Betrekkingen met de nationale parlementen en de afdelingen Wetgevingsplanning en Coördinatie, Activiteiten van de leden, Ledenadministratie en Verloop en Follow-up plenaire vergaderingen van DG Presidium (PRES), de afdeling Wetgevingscoördinatie en het secretariaat van de Commissie verzoekschriften van DG Intern Beleid (IPOL); de afdeling Analyse van de publieke opinie en de afdeling Bezoeken en Studiedagen van DG Communicatie (COMM); de afdeling Informatieverzoeken van de burger van DG EPRS; en de IDEA database van verkiezingsstatistieken.
DISCLAIMER AND COPYRIGHT Dit document met achtergrondinformatie is opgesteld voor, en gericht aan, de leden en de ambtenaren van het Europees Parlement ter ondersteuning van hun parlementaire werkzaamheden. De inhoud van dit document valt uitsluitend onder de verantwoordelijkheid van de auteur(s) en de hierin geuite meningen geven niet noodzakelijkerwijs het officiële standpunt van het Europees Parlement weer. Nadruk en vertaling met bronvermelding voor niet-commerciële doeleinden is toegestaan, mits het Europees Parlement daarvan vooraf op de hoogte wordt gesteld en een exemplaar krijgt toegestuurd. © Europese Unie, 2019.
[email protected] (contact) http://www.eprs.ep.parl.union.eu (intranet) http://www.europarl.europa.eu/thinktank (internet) http://epthinktank.eu (blog)
EPRS | Onderzoeksdienst van het Europees Parlement
Top Related