dinsdag 27/03DEN UIER N°2om u intellectueel te voeden
Uiterste concentratie, uiterste ontspanning
〰〰〰〰〰〰〰〰〰〰〰〰〰〰〰〰〰〰〰
〰〰〰〰〰〰〰〰〰〰〰〰〰
Wat nu precies de bedoeling was maandag hadden veel studenten niet begrepen. “We moesten gewoon die buurt in maquette maken”, klonk het. “Neen, onze visie ‘ofzoiets’ moest daar uit blijken.” “En naar het schijnt moest alles in grijs karton.” De reactie dat de eerste maquettes te weinig of geen uitspraak deden is bijgevolg niet verwonderlijk. Het besprekingsteam vond ook dat de studenten te vaak een probleem zochten om later te kunnen oplossen, dan te vertrekken vanuit een verlangen. Het LAB van Lars Fisscher, dat op het citadelpark werkt, deed wel een uitspraak. Ze bekeken niet het park, maar de bebouwing er rond, die een grens vormt, “a wall of buildings”. Het LAB centrum bestudeerde hoe vrijstaande gevels van historische gebouwen in verbouwing door hun raamopeningen bijzondere zichten op het binnengebied kaderen. Dat dit binnengebied interessant is, blijkt ook uit andere maquettes, hoewel er toch nog meer aandacht besteed kan worden aan een articulatie van dit gebied in de maquettes.
Ondanks zijn opmerking over de maquettes, had Bart Verschaffel het duidelijk naar zijn zin. De gelukkigen die tot de laatste ogenblikken in de jokerbar bleven, werden verrast met een spontaan bluesconcert. Een samenloop van omstandigheden (singer-songwriter Kjell die zijn plectrum aan mega-fan Hannes gaf, Simon die z’n gitaar meebracht en Jeroen die deze uit de kist haalde in de nabijheid van Bart Verschaffel, die toevallig een grote blues-liefhebber is.) leidde tot dit magische moment. Ook Maarten Liefooghe, coördinator van deze week, keek genietend toe.
Dinsdag, een nieuwe dag, met nieuwe input voor de opdracht. De sessie vanmorgen toonde ons manieren van omgaan met de openbare ruimte. Na een introductie over ‘chambres
d’amis’ kwam TRACK-curator Philippe Van Cauteren enkele kunstwerken voorstellen die tentoongesteld zullen worden in het TRACK-traject. Hij haalde aan dat veel steden zich profileren als (en daarbij gereduceerd worden tot) een decor van het historisch centrum. Track probeert daar tegenin te gaan. Waar bij de vorige stadstentoonstelling in 2005, Over The Edges, de locatie van de kunstwerken eerder toevallig was en de stad louter als decor fungeerde, is het de intentie van Track om een dialoog tussen enerzijds de lokale context en anderzijds universele thema’s te zoeken.
Vervolgens gaf Roeland Dudal van Architecture Workroom Brussels hier een architecturale visie op. AWB onderzoekt als curator, als mediator tussen architectuur/stedenbouw en politieke actoren, hoe de architectuur een katalysator kan zijn voor de stadsontwikkeling van Brussel. Aan de hand van vijf maatschappelijke uitdagingen (demografische druk, publieke voorzieningen, economie, mobiliteit en grootschalige ontwikkelingen) kozen ze 44 Europese architectuurprojecten die interessant kunnen zijn voor de Brusselse context. Brussel kampt in het centrum bijvoorbeeld met een werkloosheidsgraad tot 50% bij jongeren. Natuurlijk kan architectuur dergelijke problemen niet oplossen, wel een bijdrage leveren. Zo haalde hij de Dynamo Werkstatte in Zürich aan, dat fungeert als opleidingscentrum en jeugdcultuurhuis in een probleembuurt.
De methodologie die AWB toepast is vergelijkbaar met de opdracht deze jokerweek. De catalogus met gebouwen die vandaag voorgesteld werd, kan gezien worden als de pendant van de Europese projecten die AWB uitkoos. Het projecteren van concepten uit andere gebouwen in de Gentse context zal deze jokerweek hopelijk leiden tot een boeiend debat over de toekomst van Gent.
27-03-12
de jo
kerk
alen
der
opdr
acht
labo
= o
ude f
ysic
azaa
lau
dito
rium
= a
ud G
Rozi
er,
rech
tove
r la
bole
zing
ende
koe
Woensdag 28/03
Lunchbreak
Schaken & basketbal
Jokergymnastiek
EXPO
Nabespreking
Boerenworst of veggieburgers
Rijst met curry en kip of groentjes
De Pijl-Staart-KOE-Le-Show
Schalkse Ruiters
StreekbierenavondSpeeddating
Bar
Klaske Havik: Den Haag
Tequila time
Tequila time
Anne Holtrop over zijn werk
12:00 - 14:00
12:00 - 13:00
09:00 - 09:30
13:00 - 14:00
14:00 - 14:30
19:30 - 20:00
19:30 - 20:00
20:00 - 21:00
20:00 - 21:00
21:00 - 22:30
21:00 - 22:30
17:30 - 18:15
22:30 - 23:00
22:30 - 23:00
18:30 - 19:15
labo
labo
LABO
labo
AUD A
labo
labo
labo
labo
labo
labo
AUDITORIUM
labo
labo
AUDITORIUM
Spring maar achterop bij mij & ClocloMorgen in de jokerse gymnastiek: achterop Anne’s fiets en de revival van Claude François’ Alexandrie Alexandra.woensdag 09.00 - 09.30 LABO
Klaske Havik leidt in Delft de masterstudio ‘Public Realm’, waarvan ze een paar studentenprojecten komt voorstellen. Ze studeerde architectuur in Delft en Helsinki en ‘literair schrijven’ in Amsterdam en is dus –in onze voorstelling - de vrouwelijke Christophe Van Gerrewey.
Terras als de luiken zijn geslotende laatste gasten zijn vertrokkenveegt de barvrouw het terrasineens het plein van haar alleen,geen ruis van stemmen, mensen, glas.een kamer tussen vier platanenhet plein is stil en ademt nacht.
© Klaske Havik
Anne Holtrop – Possible architectureAnne Holtrop is net als Klaske Havik redacteur van OASE. Hij studeerde architectuur aan de Academie van Bouwkunst in Amsterdam tussen 1999 en 2005. ‘The possible’, waarover hij komt spreken, kan je begrijpen als de manier waarop iedere persoon iets ziet - en iets helemaal anders ziet - in een simpele, toevallige vorm, zoals bijvoorbeeld een inktvlek op papier. Hij experimenteert met vormen die niet naar iets specifieks refereren, “but the mind of the viewer, like my mind, wishes to see things in them, like in a Rorschach inkblot.” Deze inkttekening noemt hij zelf typerend voor zijn werk. Ze is geïnspireerd op de “dessin automatique” van Jean Arp, een
Duitse surrealist. Door ze te gebruiken als bronmateriaal, wil hij een architectuurtaal ontwikkelen die, net als deze tekening, meerdere interpretaties mogelijk maakt. Zijn ‘Temporary Museum (Lake)’ dichtbij Amsterdam, een houten paviljoen om landschapsschilderijen tentoon te stellen, is een vertaling van een dergelijke snel gemaakte tekening. “The drawings that were used to make the Temporary Museum (Lake) were made by chance. Not likeness or beauty is its key aspect, as in traditionalism; nor logic or ratio as in modernism; but rather ‘the possible’ in the sense of what is merely conceivable, the idea that all things can be perceived and conceived differently.” woensdag 18.30 - 19.15 AUDITORIUM
Klaske Havik – Publiek domein als opgave in de stad: de projecten in Den Haag van studio Public Realm (TU Delft)
het weer morgen
18°C
Het is niet verwonderlijk dat er protest op komt, omdat er iets in het gedrang komt dat permanent leek, en de ingreep het stadscentrum fundamenteel verandert. Dat protest zegt dus weinig over de kwaliteit van de ingreep. Het is moeilijk te voorspellen, maar waarschijnlijk zal de nieuwe stadshal snel geaccepteerd worden. De verandering is radicaal, maar volgens Guy Châtel ten goede. Het gebouw is zeer zorgvuldig ingeplant, creëert perspectieven, zorgt dat zichten opnieuw gekaderd worden en dat het stadscentrum opnieuw een geleding krijgt. Het is een gebouw dat stedenbouw maakt. Het is een overdekte markt, een open dak en heeft
daardoor een zeer sterke publieke dimensie. In Vlaanderen is de scheiding tussen de publieke straat en de publieke binnenruimte vaak zeer scherp. Het stadhuis heeft bijvoorbeeld een publiek karakter, maar dat zit wel achter deuren. De nieuwe hal is een gebouw dat open en publiek is, dat waarschijnlijk tamelijk veel gebruikt zal worden voor evenementen en dergelijke en op andere momenten een faciliteit zal zijn voor als het regent.
De hal is geen oplossing, het is een vraag die gesteld wordt door het ontwerp. Over het Emile Braunplein wordt al lang nagedacht. Robbrecht & Daem heeft vroeger ook al een aantal voortstellen gedaan voor het plein, die in het huidige ontwerp hernomen zijn. De vraag is volgens Guy Châtel nooit geweest om een gebouw te maken op het Emile Braunplein, het is de interpretatie van de architecten. Met als argument dat het Braunplein een restruimte was die nu veel sterker als plein gearticuleerd wordt.
De vraag over wat er veranderd moet worden of moet blijven kan volgens professor Châtel niet principieel beantwoord worden. Een stad moet veranderen, de manier waarop de stad bewoond wordt is constant in evolutie. Niet alle veranderingen zijn gewenst, maar ze zijn onontkoombaar en moeten mogelijk zijn. Morfologisch heeft een verandering vaak weinig impact, omdat de posities die ingenomen worden al ingenomen waren en er dus weinig fundamenteel verandert. Het is de structuur waar steeds met de meeste omzichtigheid mee omgegaan moet worden. Het goed behandelen daarvan, om daar kwaliteit in te steken, is essentieel.
De heraanleg van het Emile Braunplein is een onderdeel van het grotere ‘Kobra-project’. In het kader daarvan is de Korenmarkt reeds in een nieuw jasje gestoken, en worden alternerende groene ‘mineralen’ aangelegd rond de monumenten op de as van de drie torens. Het Emile Braunplein zelf is niet één plein, maar een cluster van pleinen. De verschillende namen zijn daar getuige van: het Goudenleeuwplein, de Poeljemarkt , de Botermarkt en het E. Braunplein zelf. De setting van het Braunplein is een artificiële setting. Het is een modernistische gedachte dat er een leegte moet gemaakt worden tussen monumenten. In Gent was dat oorspronkelijk ook zo, de stad is ontstaan als haven aan de Leie en de Schelde met daartussen een vacante ruimte, die dan geleidelijk opgevuld is. (cfr. Bart Verschaffel) Voor de wereldtentoonstelling van 1913 is beslist om de as vanaf het Zuidstation open te leggen, en om direct in het hart van de stad een entree te maken. Daardoor zijn de drie torens en een paar andere grote gebouwen volledig in het zicht komen te staan en iconisch geworden als een gezamenlijk complex. De beslissing voor de sanering was doordacht maar ook zeer ideologisch, en is op een manier ook maar gedeeltelijk afgewerkt. Er zijn een aantal aanpassingen gebeurd; de lakenhalle is verlengd met twee traveeën, de zijde van het NTGent is volledig geherdefinieerd.
Om te beginnen is het belangrijk een onderscheid te maken tussen stedelijke structuur en stedelijke morfologie. Morfologie is wat zich op de structuur nestelt, en is veel variabeler dan stedelijke structuur. Structuur is ook evolutief - een stad groeit en krimpt -, maar in mindere mate, het is een permanentere onderlegger. De structuur is wat zorgt dat een stad op een lange duur herkenbaar blijft. Een stedelijke structuur draagt het contract van de gemeenschap in zich omdat het een gevolg is van wat private of publieke eigendom is. Als er aan de structuur iets verandert, wordt dat opgemerkt en veroorzaakt het meestal weerstand. De bouw van de stadshal is daar een voorbeeld van. Morfologie gaat dan meer over gebouwen in de stad, wat veel variabeler is en vaak minder polemiek veroorzaakt. Met uitzondering van gebouwen die als waardevol erkend worden over een langere periode, zoals het belfort en de kathedraal of het Gerard Duivelsteen. Het is trouwens een recent gebruik om vanuit een overheid te beslissen om gebouwen te bewaren. Daarvoor was daar minder nood aan, zolang dat er genoeg erkenning was over een lange tijd, bleven gebouwen – dus op een bijna toevallige basis - vanzelf bestaan.
Wat interessant is aan het ontwerp van Robbrecht & Daem en Marie José Van Hee is dat het geen herstelling is van een vorige situatie, maar dat het een nieuwe stedelijke structuur maakt die opnieuw een articulatie geeft aan de verschillende pleinen door het gebouw daar in te planten. Het is een interessant geval van een architecturaal object dat structuur maakt.
Elke dag presenteert Den Uier de visie van een vakgroeplid op Gent. We gingen met hen op stap naar een - volgens hen - interessante plaats en vroegen enerzijds wat ze zouden veranderen in Gent en anderzijds wat ze zouden behouden indien alles zou veranderen.
“Het centrum met het Belfort en een petieterige lakenhalle die slechts in de negentiende eeuw haastig werd afgewerkt, met het stadhuis dat nooit voltooid werd, ligt niet in het midden maar op een rand. En de randen van Gent - Muide, de Schoolkaai, de Gordunakaai - zijn even essentieel ‘Gent’ als het midden. Het Braunplein reactiveert de lang uitgewiste voorgeschiedenis van Gent. Het fixeert de oorsprong, niet als een oud en krachtig ‘midden’, maar als een oorspronkelijke wijdte en instabiliteit, als een onbeheersbaar en onbruikbaar begin. Na het proces van diffusie, van het verbinden van het ongelijksoortige en verspreide, dat ‘Gent’ heeft opgeleverd, wordt precies in het midden, op het Campo dei Miracoli van Gent, de omgekeerde reactie op gang gebracht en stilgezet. Wellicht kan men de ruimte het best helemaal leegmaken en er, zoals in Pisa, gras laten groeien.” [Bart Verschaffel, Gent (het centrum als breukvlak)]
Professor Châtel neemt ons mee naar het Emile Braunplein, naast het feit dat Robbrecht hier ook over zou komen spreken. De tijdelijke vereniging van Robbrecht & Daem en Marie José Van Hee bouwt er een open markthal, om het oude litteken in het centrum te helen en van de ontstane restruimte terug waardevolle stedelijke ruimte te maken. Paul Robbrecht spreekt in zijn lezing als auteur van het project, Guy Châtel als observator, als Gentenaar en als professor architectuur.
Een gebouw dat aan stedenbouw doetGuy Châtel
〰〰〰〰〰〰〰〰〰〰〰〰〰〰〰〰〰〰〰〰〰〰〰〰〰〰〰〰connect the dots
onze plateau
CH
RIS
TOF
«HA
ND
YMA
N» D
E PR
EST
Met
allic
a –
Call
of K
tul
Dire
Str
aits
– P
rivat
e In
vest
igat
ions
Mus
e –
Tim
e Is
Run
ning
Out
TIJL
“BIB
” VA
ND
ERST
EEN
EFu
nkad
elic
– M
aggo
t Bra
inSu
gaba
bes –
Ove
rload
Crow
bar –
Pla
nets
Col
lide
FIR
MIN
MEE
SLa
cmé
- Flo
wer
Due
tCo
ldpl
ay -
Clo
cks
Cha
ka K
ahn
- Ain
’t N
obod
y
〰〰〰〰〰
01 02
03
04
05
06
07
08
09
10
1112
13
1415
16
17
18
19 20
2122
232425
2627
28
29
30
31
32 33
34
35
36
37
38
39
40
41
42
43
4445
4647
48
49
50
51
52
53
54
55
56
57
5859
60
61
62
63
64
65
66
67/75
68
69
70
71
72
73
74
uitslagen schaken3/3 matches gewonnen:Hendrik Roels2/3 matches gewonnen:Tim Blommaert, Simon Boes, Charles Kint, Bob Beckers, Sam Bouten1/3 matches gewonnen:Samuel Cuvelier, Bart Vangramberen, Tom Van Houdt, Sarah Nys
morgen naast ontbijtkoeken ook fruitsla bij het ontbijt
Verbind de stipjes en ontdek een meesterwerk...
Van het type ‘Jokerweken op de Plateau’
zijn er ook verschillende soorten. Er zijn de jokerw
eken die doorgaan in de delen die w
e dagdagelijks bewonen en er zijn er die
andere geborgten in het gebouw bezetten.
De Plateau is een bizar gebouw
dat niemand
echt helemaal kan doorgronden. H
et is niet om
dat de Bayervleugel en ‘onze’ oude fysicazaal
een nieuwe bestem
ming hebben, dat alle
mogelijkheden voor een jokerw
eek op locatie in de Plateau uitgeput zijn...
〰〰〰〰〰〰〰〰〰〰〰〰〰〰
Wat is het gekste ma-quettemateriaal dat je ooit gebruikte?
Auto-polijstpasta,om de maquette wat af te werken. Nooit doen, het was een slecht idee. (Eveline, Ma2)
Ik heb ooit op het punt gestaan marsepein te gebruiken, het is een droom van mij om een eetbare maquette te maken. Het is nog nooit gelukt net omdat marsepein eetbaar is, en ja,
je weet hoe dat gaat in juryweekends. (Ruth K, Ma2)
Panty’s, maar het is moeilijk om daar iets mee te doen, je trekt daar direct ladders in. (Robby, Ba2)
Ik heb ooit een paviljoentje gemaakt, ter grote van een praline, met silicone om voegen te dichten. Het heeft dagen geduurd voor dat een beetje droog was, maar het is wel goed afgelopen! (Kim V, Ma1)
Een jeansbroek. Ze was al stuk en ik had iets nodig voor de vloer. (Ellen, Ba2)
Metaalplaatjes. Ik was nog jong en naïef toen, het is echt nog steeds een trauma. (Jiska, Ba2)
Echt gras voor een maquette op 1/5. Een tip: dat lukt alleen als je het gras met wortel en al plant op je maquette. Op het moment van de jury zag het er goed uit, een succes dus, al is het goed dat de jury niet een halve dag later doorging. (Diede, Ba2)
Een levende vis. Geen aanrader als je medestudenten dierenvrienden zijn. Of wel, de vis heeft het daardoor wel overleefd. (Liesbeth, Ma2)
Giethars. Twee keer een groot succes, één keer een enorme ‘failure’. (Maxim, Ba2)
Peterselie, voor het groen op een stedenbouwkundige maquette. Om het beter te bewaren, hadden we dat gespoten met haarlak, maar dat is geen aanrader, geeft een vreemd aroma. We hebben ook overwogen kaas te gebruiken, omdat dat de ideale dikte had voor een bouwlaag en makkelijk te snijden is, maar uiteindelijk was karton goedkoper. We hebben ook mosselschelpen gebruikt als bootjes. Best wel een gastronomische maquette. (Eva, Jeroen & Sofie, Ma2)
Roze en gele plasticine. De begeleiding vond het keigoed, op de kleur na, maar er was niks anders in de winkel. (Christof, Ba2). Ze vonden dat helemaal niet goed, ze waren keihard met je aan het lachen. (Sam, Ba2) Niet waar! Ik zeg het, het was een goede maquette. Alleen de kleur… (Christof )
uitslagen basketbal1e bach - 1 ma 32 - 232e bach - 3e bach 25 - 14
morgen: 1e bach - vakgroep & 2e bach - 2e master!
〰〰〰〰〰〰〰〰〰
Bart
Ver
scha
ffel’s
im
pres
sie v
an
de b
oeke
ntor
en
tijde
ns d
e Pa
int-p
ictio
nary
gi
ster
enav
ond
Top Related