Vraag en potentieel aanbod
knelpuntfuncties logistiek
Projectnummer: C10645
Zoetermeer , 14 april 2014
De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of
teksten als toelichting of ondersteuning in artikelen, scripties en boeken is toegestaan
mits de bron duidelijk wordt vermeld. Vermenigvuldigen en/of openbaarmaking in welke
vorm ook, alsmede opslag in een retrieval system, is uitsluitend toegestaan na
schriftelijke toestemming van Panteia. Panteia aanvaardt geen aansprakelijkheid voor
drukfouten en/of andere onvolkomenheden.
The responsibility for the contents of this report lies with Panteia. Quoting numbers or
text in papers, essays and books is permitted only when the source is clearly mentioned.
No part of this publication may be copied and/or published in any form or by any means,
or stored in a retrieval system, without the prior written permission of Panteia. Panteia
does not accept responsibility for printing errors and/or other imperfections.
3
Inhoudsopgave
1 Achtergrond en opzet van het onderzoek 11 1.1 Achtergrond 11 1.2 Doel- en vraagstelling 11 1.3 Opzet 13 1.4 Leeswijzer 14
2 Analyse vraag en aanbod 15 2.1 Vraag naar arbeid 15 2.2 Aanbod van arbeid 28 2.3 Confrontatie vraag en aanbod 36
3 Jonge professionals in de logistiek 45 3.1 Aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt 45 3.2 Eisen van werkgevers aan jonge professionals 46 3.3 Wensen, behoeften en verwachtingen van jonge professionals 47
4 Moeilijk vervulbare vacatures in de logistiek 49 4.1 Werkgevers- en vacaturekenmerken 49 4.2 Huidige maatregelen 53 4.3 Omscholingstrajecten 53 4.4 Belang logistieke opleidingen in algemene zin 55
Bijlage 1 Methodologische verantwoording 57 Bijlage 2 Tabellen 61 Bijlage 3 Geraadpleegde bronnen 71
4
Management samenvatting
Doel en opzet
Het onderzoek is in opdracht van de Human Capital Tafel Logistiek (HTCL) uitgevoerd
door Panteia en Tempo Team (i.s.m. EVO en VTL) ten behoeve van de verdere
ontwikkeling van een sectorplan voor de logistieke sector. De vraag die centraal
stond, was:
Zijn of komen er moeilijk te vervullen vacatures voor logistieke functies op mbo
niveau 3 en 4 of hbo-niveau waarvoor geen of te weinig logistiek opgeleiden
beschikbaar zijn en waarvoor na een om- of bijscholing anders opgeleide mbo-ers,
hbo-ers en/of academici geschikt zijn te maken?
Om deze vraag te beantwoorden is op basis van deskresearch een analyse uitgevoerd
van vraag en aanbod op de arbeidsmarkt in de logistiek en zijn korte internetenquêtes
gehouden onder jonge professionals en werkgevers in de sector.
Vraag op de logistieke arbeidsmarkt
De logistieke sector is sterk internationaal georiënteerd en daardoor uitermate
conjunctuurgevoelig. Daarmee fluctueert tevens de vraag naar personeel. Er is
ook een aantal meer structurele ontwikkelingen (in de sfeer van politiek,
economie, demografie, technologie, wetgeving en milieu/leefomgeving) van
invloed op de logistieke arbeidsmarkt.
In 2012 waren er volgens het CBS in de sector vervoer en opslag in totaal
425.000 banen (inclusief banen van ondernemers). Over een langere periode
(2005-2014) beschouwd is de banenontwikkeling in vervoer en opslag duidelijk
minder gunstig dan gemiddeld. Per saldo daalde de werkgelegenheid in vervoer en
opslag in de beschouwde periode licht terwijl in alle sectoren samen sprake was
van een stijging van 5 procent. Het effect van de crisis op vervoer en opslag is
ook duidelijk sterker geweest dan gemiddeld.
De werkgelegenheidsontwikkeling verschilt per branche. In de periode 2005-2012
was in de branches vervoer over water en opslag & logistieke dienstverlening
sprake van een stijging van het aantal werknemers (per saldo met 4
respectievelijk 7 procent). In de branches vervoer over land, vervoer door de lucht
en post en koeriers was een daling te zien (met respectievelijk 3, 9 en 3 procent).
Het totaal aantal werkzame personen in transportberoepen – al dan niet actief in
de sector vervoer en opslag - nam tussen 2001 en 2011 met 4,1 procent af naar
420.000 (tegenover een overall stijging met 6,6 procent). De daling kwam voor
rekening van de lagere en middelbare transportberoepen. De hogere
transportberoepen en in mindere mate ook de elementaire transportberoepen
lieten een stijging zien.
De economie lijkt zich de komende jaren enigszins te herpakken. Ook in de sector
transport en logistiek zijn tekenen van herstel. In versterkte mate geldt dat voor
de logistieke dienstverlening. UWV verwacht in de sector vervoer en opslag als
geheel zowel in 2013 als 2014 stabilisatie van de werkgelegenheid. In de periode
2015-2018 wordt een groei van gemiddeld 1.000 banen per jaar verwacht. De
voorzichtige positieve verwachtingen voor de toekomst gaan op voor onder meer
het beroepsgoederenvervoer, het personenvervoer (met name touringcar) en de
binnenvaart. In de logistieke dienstverlening en haven, op- en overslag zal de
groei van de afgelopen jaren zich naar verwachting verder doorzetten. In onder
meer de zeevaart en het vervoer per spoor wordt voorlopig geen groei verwacht.
5
Vergeleken met andere sectoren is de (interne en externe) arbeidsmobiliteit van
werknemers in transport en logistiek minder groot. De vergrijzing van het
personeelsbestand is juist sterker. Voor beide aspecten geldt dat dit vooral opgaat
voor lager opgeleiden. Onder hoger-middelbaar en hoger opgeleiden is de
arbeidsmobiliteit groter en de gemiddelde leeftijd beduidend lager.
De vacaturegraad in de sector vervoer en opslag ligt doorgaans lager dan die in
alle sectoren samen. Onder het ‘mobiele’ personeel (rijdend, varend, vliegend) is
de vacaturegraad in het algemeen hoger dan onder het ‘niet-mobiele’ personeel
(waaronder de ‘puur’ logistieke werknemers). De verschillen tussen beide
categorieën zijn ten tijde van economische crises wel kleiner.
In 2013 zijn in totaal 28.809 nieuwe vacatures ontstaan voor transportberoepen
(waarvan 2.888 op middelbaar of hoger niveau) tegenover 35.247 een jaar eerder
(waarvan 3.440 op middelbaar of hoger niveau). De daling (-18,3 procent) is
sterker dan die voor alle beroepen samen (-5,8 procent). De top vijf van voor de
logistiek relevante beroepsgroepen op middelbaar en hoger niveau met de meeste
nieuw ontstane vacatures in 2013 bestaat uit: 1) Transportplanner, administratief
employé bevrachting (744); 2) Leidinggevende transport, expeditie en opslag
(127); 3) Luchtverkeersleider; dienstleider, opzichter vervoersdiensten (96); 4)
Expediënt, waterklerk (90); 4) Manager transport- (geen taxibedrijf), expeditie-,
cargadoors-bedrijf etc. (80). Met uitzondering van de laatste beroepsgroep laten
al deze beroepsgroepen ten opzichte van een jaar eerder een daling zien van het
aantal vacatures.
Uit een analyse van internetvacatures uit de database van vacaturespider Jobfeed
blijkt tussen 2011 en het ‘jaar’ Q4/2012-Q3/2013 voor een aantal logistieke
functies sprake te zijn van een forse stijging van het aantal nieuw ontstane
vacatures. Het snelst is de stijging van internetvacatures voor verkoopplanners
(+155 procent), supply chain analisten (+71 procent) en managers bezorgdienst
(+57 procent). Meeste vacatures binnen de groep van stijgers zijn er in het ‘jaar’
Q4/2012-Q3/2013 voor transportplanners (2.029) op afstand gevolgd door supply
chain analisten (613), administratief medewerkers douanezaken (482) en
consultants inkoop (456). Het gaat hierbij om vacatures inclusief vacatures bij
intermediairs (i.e. organisaties die werven voor derden).
Na een krimp in het eerste kwartaal en een lichte stijging in het tweede kwartaal
is in het derde kwartaal van 2013 een sterke stijging waarneembaar van de vraag
naar logistiek engineers en planners (+39 procent t.o.v. een jaar eerder). De
toename geldt vooral in de industriële sector en zakelijke dienstverlening. De
vraag naar supply chain managers blijft nog achter (-2 procent). Aangezien de
markt doorgaans van onder naar boven aantrekt, is ook hier op korte termijn
meer vraag te voorzien.
UWV verwacht dat het totaal aantal nieuw ontstane vacatures in de sector vervoer
en opslag in 2013 stabiel blijft en in 2014 toeneemt met 9.000 naar 33.000. In
vergelijking met andere sectoren blijft de vacaturegraad laag.
Veel vacatures in de sector worden niet openbaar maar binnen bestaande
netwerken vervuld. Deze vacatures komen noch in de vacatureregistratie van UWV
noch in de database van de vacaturespider JobFeed tot uiting.
6
Aanbod op de logistieke arbeidsmarkt
Tegen de dalende trend in het mbo als geheel in, laat het aantal ingeschreven
studenten in de logistieke mbo-3 en -4 opleidingen tussen 2009/10 en 2012/13
een stijgende tendens zien (per saldo met 63,6 procent naar 1.931 resp. met 9,6
procent naar 2.905 studenten tegenover -1,8 procent in het gehele mbo). De
stijging zet in 2013/14 door (met resp. 10,7 procent t.o.v. een jaar eerder naar
2.137 en met 13,6 procent naar 3.300). De top vijf van opleidingen met de
meeste ingeschrevenen bestaat in 2013/14 uit: 1) Logistiek team-/groepsleider
(niveau 3) (1.954 studenten); 2) Manager transport en logistiek (4) (1.269); 3)
Logistiek supervisor (4) (1.000); 4) Manager havenlogistiek (4) (745); 5)
Aviations operations officer (4) (156).
De stijging van het aantal behaalde diploma’s in de periode 2008/09-2011/12 is in
de logistieke mbo-opleidingen op niveau 3 en 4 veel sterker dan in het mbo als
geheel (per saldo met 154,2 procent naar 1187 resp. met 48,3 procent naar 949
diploma’s tegenover 6,4 procent in het gehele mbo). In 2012/2013 is sprake van
een daling (met 12,1 procent t.o.v. een jaar eerder naar 1.043 en met 13,0
procent naar 826). De top vijf van opleidingen met de meeste diploma’s bestaat in
2012/13 uit: 1) Logistiek team-/groepsleider (niveau 3) (910 diploma’s); 2)
Logistiek supervisor (4) (344); 3) Manager transport en logistiek (4) (255); 4)
Manager havenlogistiek (4) (158); 5) Coördinator havenoperaties (3) (68).
Van de in het studiejaar 2011-2012 gediplomeerden van de logistieke opleidingen
op mbo-3 niveau stroomde 15 procent door binnen het mbo en 85 procent uit naar
de arbeidsmarkt. Op mbo-4 niveau bedroeg de doorstroom binnen het mbo en
naar het hbo 1,5 procent respectievelijk 32 procent en de uitstroom naar de
arbeidsmarkt 66,5 procent.
In de periode 2008/09-2012/13 is de stijging van het aantal ingeschreven
studenten in de logistieke bachelor-opleidingen (incl. associate degree (ad)
opleidingen) sterker dan voor het hbo als geheel (per saldo met 14,8 procent naar
7.554 tegenover 9,8 in het hele mbo). De meeste ingeschrevenen zijn er in
2012/13 in: 1) logistiek en economie (683 studenten); 2) bedrijfskunde en
agribusiness (417); 3) aviation (344). Logistiek en technische vervoerskunde volgt
op de voet (323).
Het aantal behaalde diploma’s in de logistieke hbo-bachelor opleidingen (incl. ad
opleidingen) steeg tussen 2007/08 en 2011/12 minder snel dan in het hbo als
geheel (per saldo met 2,2 procent naar 1.208 tegenover 8,2 in het hele hbo). De
top drie van logistieke hbo-bachelor opleidingen met in 2011/12 de meeste
gediplomeerden zijn: 1) logistiek en economie (396 diploma’s); 2) bedrijfskunde
en agribusiness (262 diploma’s); 3) logistiek en technische vervoerskunde (237
diploma’s). Op enige afstand volgt aviation (129).
Het aantal bij UWV voor transportberoepen ingeschreven niet-werkende
werkzoekenden (nww) is in februari 2014 met 78.406 bijna een derde (29,6
procent) hoger dan een jaar eerder. De top vijf van voor de logistiek relevante
beroepsgroepen op middelbaar, hoger en wetenschappelijk niveau met de meeste
nww bestaat uit: 1) Leidinggevend magazijnbeheerder (administratief) (1.561); 2)
Transportplanner, administratief employé bevrachting (610); 3) Manager
transportbedrijf (geen taxibedrijf) etc (190); 4) Controleur bus-, tramdiensten
(137); 5) Bedrijfshoofd middelgroot taxibedrijf; districtschef wegenwacht (87). Al
deze beroepsgroepen laten in meer of mindere mate een stijging van het aantal
nww zien.
7
Kwantitatieve discrepanties op de logistieke arbeidsmarkt
UWV typeert de actuele arbeidsmarkt voor de middelbare en hogere
transportberoepen in het vierde kwartaal van 2013 als zeer ruim (met
uitzondering van de arbeidsmarkt voor de middelbare algemene
transportberoepen, die als ruim wordt gekenschetst). Op het niveau van de SBC-
beroepsgroepen zijn op basis van de beschikbare UWV gegevens geen
betrouwbare uitspraken te doen. Voor de meest relevante ROA-beroepsgroepen
administratieve transportemployés en (vliegers, scheepskapiteins en)
leidinggevenden transport is de typering eind 2013 eveneens zeer ruim.
Naar verwachting van SBB (kansopwerk.nl) zijn de arbeidsmarktkansen van de
toekomstige schoolverlaters van logistieke opleidingen op de niveaus mbo 3 en 4
in het algemeen voldoende (evenwicht tussen vraag en aanbod). Uitzonderingen
zijn de goede kansen voor de mbo-3 opleiding coördinator havenoperaties en de
geringe kansen voor de mbo4- opleidingen aviation operations officer en
luchtvaartlogisticus.
Volgens de Studiekeuzedatabase (studiekeuze123.nl) zijn de toekomstige
arbeidsmarktperspectieven van studenten van de ad-opleiding eventmanager
slecht. De vooruitzichten voor studenten van de logistieke hbo-opleidingen op
bachelor-niveau zijn goed, met uitzondering van de opleidingen bedrijfskunde &
agribusiness en logistiek en economie die matig scoren. Voor studenten van de
logistieke hbo-opleidingen op master-niveau zijn de perspectieven slecht.
Voor de transportberoepen als geheel verwacht ROA in de periode 2013-2018
‘vrijwel geen’ knelpunten doordat er voldoende aanbod is van schoolverlaters met
de kwalificaties voor deze beroepen. Voor de hogere transportberoepen voorzien
de ROA prognoses grote knelpunten.
Op basis van eerdere prognoses in het kader van de Human Capital Agenda
Logistiek is te verwachten dat op het elementaire en lagere niveau een constante,
de eerste jaren wat lagere, en later weer wat hogere vraag naar personeel blijft
bestaan (met name vanwege vervanging en deels vanwege uitbreiding). Op mbo
3/4-niveau zal zonder maatregelen de krapte toenemen. Ten slotte ontstaan bij
een toenemende concurrentie om personeel vanuit andere sectoren op hbo- en in
mindere mate wo-niveau fikse tekorten.
Kwalitatieve discrepanties op de logistieke arbeidsmarkt
De toenemende complexiteit en automatisering van het werk in de logistiek vraagt
om steeds beter, hoger gekwalificeerd en breder inzetbaar personeel. Komende
jaren zal de concurrentie met andere sectoren om hoger-middelbaar en hoger
opgeleiden verder toenemen. Voor klantgerichte hbo-ers geldt dat nog in
versterkte mate.
Qua primaire arbeidsvoorwaarden (lonen, loonontwikkeling) blijft de sector
transport en logistiek achter bij andere sectoren. Ook zijn de werknemers in de
sector naar verhouding minder tevreden met de arbeidsomstandigheden en
arbeidsinhoud. Dat zal echter vooral gelden voor lager opgeleiden en in mindere
mate voor hoger-middelbaar en hoger opgeleiden.
Ondoorzichtigheid van de logistieke arbeidsmarkt
Op dit moment maakt zo’n 60-70 procent van de ondernemers in de logistiek
gebruik van social media. Onderzoek laat zien dat de sector door social media niet
alleen nieuwe medewerkers aantrekt, maar ook en vooral meer opdrachten
binnenhaalt en bekender wordt.
Voor werkgevers in de logistiek is het werving- en selectiebureau en/ of
uitzendbureau nog steeds het meest succesvolle wervingskanaal voor het vinden
8
van kwalitatief en kundig logistiek personeel. Dit ondanks de vergaande
digitalisering van de maatschappij en het feit dat potentiële werknemers zich
steeds vaker online bewegen. Op plaats 2 tot en met 4 staan achtereenvolgens
het eigen netwerk, de eigen website en algemene vacaturesites. Opvallend is de
lage score van logistieke websites en de specifieke logistieke vakbladen als
wervingskanaal.
Probleem blijft het minder gunstig imago van het werken in de logistiek, deels als
gevolg van de onbekendheid daarmee. De (imago)campagnes tot nu toe zijn niet
erg effectief geweest en waren bovendien vooral op transport en niet op logistiek
gericht. Mogelijk biedt de tv-serie ‘Hollands Goud’ – een reality programma waarin
drie talentvolle studenten zich onderdompelen in de wereld van transport en
logistiek – meer soelaas.
Jonge professionals in de logistiek
De in een enquête bevraagde jonge logistieke professionals (hbo- en wo-niveau)
vinden in meerderheid dat ze tijdens de studie goed worden voorbereid op de
arbeidsmarkt. Verbeterpunten voor het onderwijs zijn het meer aanbieden van
praktijkopdrachten en meer ruimte voor stages of gastcolleges. Het bedrijfsleven zou
meer betrokkenheid bij het onderwijs mogen tonen bijvoorbeeld door stages van hoog
niveau aan te bieden. Ook wensen starters meer coaching in hun eerste baan. Voor
starters zijn persoonlijke ontwikkeling, sfeer en takenpakket de belangrijkste aspecten
in een baan. Het liefst werkt men in de productie, retail en de logistieke
dienstverlening. De logistieke sector vinden starters vooral interessant vanwege de
dynamiek, diversiteit en tastbaarheid. Een meerderheid ziet zichzelf na 5-10 jaar
werkervaring in een leidinggevende functie, een kleiner deel wil zich als logistic
engineer op een bepaald terrein specialiseren. Met het oog op deze ambities ziet men
de competentie leiderschap als belangrijke soft skill in het vervolg van de carrière.
Moeilijk vervulbare vacatures voor logistieke functies
De enquête onder bedrijven die in het kader van dit onderzoek is uitgevoerd, kende
een beperkte respons (en heeft dus vooral een indicatieve waarde). Mogelijk is er een
verband mee dat veel bedrijven op dit moment geen of weinig knelpunten binnen de
vacaturevervulling van logistieke functies kennen. Van de wel responderende 178
werkgevers hadden er 130 logistiek personeel in dienst. Van deze groep heeft of
verwacht circa 13 procent logistieke vacatures waarvoor zij moeilijk iemand kunnen
vinden. Dit zijn veelal functies in de logistieke dienstverlening en
beroepsgoederenvervoer over de weg, zoals algemeen logistiek medewerker of
transportplanner. Qua niveau ligt het accent op hbo-niveau en mbo-niveau 3 en 4.
De belangrijkste oorzaak die deze werkgevers noemen waardoor de vacatures moeilijk
te vervullen zijn, is dat het opleidingsniveau van de sollicitanten niet goed aansluit.
Met name ontberen sollicitanten vaak specifieke vakkennis. Onvoldoende sollicitanten
wordt door weinig werkgevers als oorzaak genoemd. Volgens werkgevers stellen
sollicitanten te hoge salariseisen. Werkgevers willen de vacature-eisen wel aanpassen,
maar zijn in het algemeen niet bereid het aangeboden salaris te verhogen. Iemand
aannemen die een lager opleidingsniveau heeft of in een andere richting is opgeleid,
zien werkgevers wel als een mogelijkheid. Tegelijkertijd geven deze werkgevers de
voorkeur aan het om- en bijscholen van zittend personeel boven het om-of bijscholen
van nieuw personeel. Dit laatste wordt pas een optie als intensievere werving of
werving via andere kanalen niets heeft opgeleverd.
9
Mogelijkheden voor om- en bijscholing van niet-logistiek opgeleiden naar
logistieke functies
Een aantal werkgevers ziet mogelijkheden voor omscholingstrajecten van 6-12
maanden waarmee niet-logistiek opgeleiden in aanmerking zouden kunnen komen
voor de moeilijk vervulbare vacatures. Deze mogelijkheden zien ze zowel op mbo- als
hbo-niveau.
De betreffende werkgevers achten vooral administratief, commercieel en
bedrijfskundig opgeleiden op mbo 3- en mbo 4-niveau geschikt voor deze
omscholingstrajecten. Ook zien zij wel mogelijkheden voor specifieke groepen
werkzoekenden zoals herintreders, werklozen of arbeidsgehandicapten.
Conclusie en aanbevelingen
Conclusie
Hoewel - over een langere periode beschouwd - de werkgelegenheid in de topsector
logistiek zich minder gunstig en de arbeidsmarktinstroom vanuit het onderwijs zich
gunstiger ontwikkelt dan gemiddeld, kan de vervulling van vacatures in de sector nu
en in de toekomst wel een probleem gaan vormen. Dit komt onder meer door de naar
verhouding sterke mate van vergrijzing van het personeelsbestand, de relatief geringe
(interne en externe) arbeidsmobiliteit en de toenemende eisen van werkgevers aan
kennis, kunde en competenties van werknemers.
Op dit moment lijkt het probleem met knelpuntfuncties wel mee te vallen. Een
indicatie daarvoor is dat weinig werkgevers de vragenlijst over knelpuntfuncties in het
kader van dit onderzoek hebben ingevuld. De uitkomst van de enquête is dat ruim een
achtste (13 procent) van de werkgevers met logistieke functies op dit moment
moeilijk vervulbare vacatures voor logistieke functies heeft en/of deze in 2014
verwacht. Het accent ligt op de niveaus hbo en mbo 3 en 4 (9 procentpunt). Absoluut
gezien is het totaal aantal moeilijk vervulbare vacatures op deze niveaus beperkt.
Veelal betreft het functies in de logistieke dienstverlening en het
beroepsgoederenvervoer over de weg (zoals algemeen logistiek medewerker en
transportplanner). Als belangrijkste reden voor het moeilijk vervulbaar zijn van
vacatures voor logistieke functies op de niveaus mbo 3 en 4 en hbo voeren deze
werkgevers het niet goed aansluiten van het opleidingsniveau (met name vakkennis)
van de sollicitanten aan. Hoewel deze werkgevers het om- en bijscholen van zittend
logistiek personeel prefereren, zien zij in meerderheid wel mogelijkheden voor relatief
korte (6 tot 12 maanden) omscholingstrajecten voor niet-logistiek opgeleiden op de
niveaus mbo 3 en 4 en hbo. De werving van deelnemers voor deze trajecten zou zich
primair moeten richten op administratief, commercieel en bedrijfskundig opgeleiden,
maar er is ook behoefte aan mensen met een technische en IT-achtergrond. De
betreffende werkgevers zien verder wel mogelijkheden voor omscholing van minder
kansrijke groepen, zoals herintreders, werklozen en arbeidsgehandicapten.
Geconsulteerde stakeholders staan daar wat gereserveerder tegenover.
Aanbevelingen
Op basis van het bovenstaande verdient het aanbeveling omscholingstrajecten voor
niet-logistiek opgeleiden op de niveaus mbo 3 en 4 en hbo te ontwikkelen. In
overweging is te nemen vergelijkbare trajecten op associate degree-niveau te
ontwikkelen (om zo het gat tussen mbo en hbo te vullen). Hoewel de termijn van 6 tot
12 maanden (aanvullende) subsidiëring van de scholing mogelijk maakt, is ook te
denken aan kortere opleidingen voor zij-instromers met ruime werkervaring.
10
Naast een adequate financiering en kwaliteitszorg (bijvoorbeeld aan de hand van het
inspectiekader) zijn belangrijke (rand)voorwaarden voor een succesvolle opzet en
uitvoering van deze omscholingstrajecten:
Adequate arbeidsmarktinformatie. In de praktijk blijkt het moeilijk gegevens over
de arbeidsmarkt in de logistiek te genereren, met name aan de vraagzijde (onder
meer vanwege “marktbewegingen en afscherming”). Dit kan een adequaat
arbeidsmarktbeleid in de sector en een goede aansluiting tussen het onderwijs en
de personeelsbehoefte van de werkgevers in de weg staan. Op brancheniveau
dienen afspraken te worden gemaakt over het verzamelen en analyseren van
gegevens over de logistieke arbeidsmarkt.
Commitment van logistieke bedrijven. Deze commitment zou formeel vastgelegd
moeten worden.
Aansluiting bij bestaande (reguliere) scholingsinfrastructuur in de logistiek. Er
moet voor gewaakt worden dat steeds weer het wiel opnieuw wordt uitgevonden.
‘Think small’. Maatwerk in kleinschalige lokale/regionale projecten is te prefereren
boven generieke, grootschalige landelijke projecten.
Functiegerichte scholing. Van belang is samenwerking op dit punt tussen bedrijven
en onderwijsinstellingen/kennisinstituten
Goede voorbereiding van de trajecten (goede planning, goede
doelgroepenanalyses)
Zorgvuldige wervings- en selectieprocedure. Belangrijk zijn goede, eerlijke
voorlichting over de arbeidsmarkt aan en motivatie en een zekere affiniteit met
logistiek van potentiële deelnemers. Ook mag – in geval van niet-werkenden – de
afstand tot de arbeidsmarkt niet te groot zijn.
‘Carriérestartgarantie’. Een vorm van werkgarantie vooraf maakt de trajecten
aantrekkelijker voor (potentiële) deelnemers en draagt bij aan het rendement
daarvan. Ook hierover zouden op brancheniveau afspraken gemaakt moeten
worden.
Omscholingstrajecten voor niet-logistiek opgeleiden zijn maar één kant van de
medaille. Naast zij-instroom dient nadrukkelijk ook gekeken te worden naar om- en
bijscholing (het ‘up to date’ maken) van zittend logistiek personeel.
Enkele respondenten wijzen op het ontbreken van een goede reguliere opleiding in de
sfeer van transportplanning. Mogelijk is in dit hiaat te voorzien door het opzetten van
een nieuwe reguliere associate degree-opleiding.
Een andere aanbeveling op basis van het onderzoek betreft de aansluiting tussen het
initiële onderwijs en de arbeidsmarkt in de logistieke sector. Hoewel jonge logistieke
professionals in meerderheid van mening zijn goed voorbereid de logistieke
arbeidsmarkt te betreden, is op dit punt nog ruimte voor verbetering. Daarbij gaat het
met name om goede praktijkopdrachten, gastcolleges en stageplaatsen voor
studenten en coaching van startende logistieke professionals op de werkvloer.
Om de attractiviteit van de sector voor (potentiële) werknemers te vergroten,
verdienen ten slotte (verbetering van) arbeidsinhoud, arbeidsvoorwaarden en
arbeidsomstandigheden en de beleving daarvan blijvende aandacht. Dat geldt ook
voor de monitoring en evaluatie van arbeidsmarktmaatregelen.
11
1 Achtergrond en opzet van het onderzoek
1.1 Achtergrond
De Human Capital Tafel Logistiek (HCTL) is de binnen de (top)sector logistiek
afgesproken plaats waar maatregelen worden besproken ter optimalisering van de
aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt. De projectgroep 5 (Cijfers over de
sector) moet daarvoor de arbeidsmarktinformatie leveren. In deze inmiddels anderhalf
jaar actieve projectgroep hebben medewerkers van Panteia, Tempo Team (namens
ABU), VTL, NHTV en Jong Logistiek Nederland zitting, ondersteund door het Platform
Bètatechniek.
In april 2013 hebben kabinet en sociale partners in het Sociaal Akkoord afgesproken
dat er geld beschikbaar is voor sectorplannen. Zo’n sectorplan moet er onder meer
voor zorgen dat werkgevers beter aan personeel kunnen komen. De geluiden uit de
logistiek zijn dat er in de sector logistiek knelpunten optreden op de hogere mbo-
niveaus (3 en 4) en op hbo-niveau. Het sectorplan voor de logistiek zou zich er dan
ook op moeten richten om voor meer logistiek personeel met een opleiding op mbo
niveau 3 of 4 of hbo-niveau te zorgen.
Met het oog daarop bestond bij HCTL behoefte aan meer informatie over deze
knelpuntfuncties. De projectgroep 5 heeft een eerste inventarisatie gedaan op basis
van beschikbare bronnen. Deze leverde een niet geheel duidelijk beeld op voor welke
vacatures er op de betreffende niveaus sprake is van knelpunten. Daarvoor is een
nadere analyse nodig. HCTL heeft Panteia en Tempo Team vervolgens om een
dergelijke aanvullende analyse gevraagd. Het onderzoek is uitgevoerd in
samenwerking met EVO en VTL. Van de resultaten van het onderzoek doet voorliggend
rapport verslag.
1.2 Doel- en vraagstelling
Afbakening logistieke functies
Logistiek is de kennis en kunde die nodig is om de goederen- en informatiestromen en
de daarmee verbonden financiële stromen van grondstof tot eindproduct efficiënt,
duurzaam en effectief te plannen, te organiseren, uit te voeren en te besturen. Het
begrip ‘logistiek’ omvat supply chain management, logistiek management en
transportmanagement en gaat daarmee veel verder dan alleen transport (i.e. het
fysieke vervoer van goederen (en personen) over land, water en door de lucht).
Van Laarhoven ontwikkelde in 2008 samen met TNO in opdracht van het toenmalige
ministerie van Verkeer en Waterstaat het idee van het logistieke sectorhuis.
12
Figuur 1.1 De ‘verdiepingen’ van het logistiek ‘sectorhuis’
Bron: CBS (2011). Monitor Logistiek en Supply Chain Management. Rapportage 2009.
In dit huis met meerdere verdiepingen zijn alle logistieke activiteiten onder te
brengen, zowel de relatief laagwaardige transport- en opslagactiviteiten (1 en 2)1 als
de meer hoogwaardige VAL- en VAS-activiteiten (3).2 Vanuit het ‘penthouse' van het
sectorhuis vindt de regie van logistieke activiteiten (4)3 plaats, waarmee Nederland
een concurrerend voordeel kan opbouwen ten opzichte van omringende Europese
landen. Het beeld van het logistieke sectorhuis maakt ook duidelijk dat ketenregie niet
kan bestaan zonder transport en opslag, en omgekeerd. Elk huis heeft tenslotte een
stevig fundament nodig, en ketenregie kan zonder een verankering aan
distributiestromen ook in andere landen worden uitgevoerd. Het sectorhuis maakte het
tevens mogelijk om het belang van logistieke supportdiensten (5)4 duidelijk te maken,
die vaak over het hoofd worden gezien.5
In het onderhavige onderzoek laten we de pure transportactiviteiten (i.e. het fysieke
vervoer van A naar B van goederen (en personen) over land, water en door de lucht)
buiten beschouwing.
Wat functies betreft, is vervolgens onderscheid te maken tussen de volgende
beroepsklassen:
Transport, communicatie en verkeer (elementair beroepsniveau)
Lagere transportberoepen
Middelbare algemene transportberoepen
Middelbare economisch-administratieve transportberoepen
Middelbare verzorgende transportberoepen (minder relevant voor de logistiek)
Hogere transportberoepen (exclusief technisch).
Voor een belangrijk deel zijn werknemers in deze functies werkzaam in de logistieke
sector (bedrijfsklasse vervoer en opslag), deels hebben zij emplooi in andere sectoren
(met name de bedrijfsklassen industrie, bouw en handel & reparatie en industrie &
1 Transport en overslag wordt in het algemeen uitgevoerd door transportbedrijven en logistiek dienstverleners,
opslag en warehousing ook door groothandelsbedrijven. 2 Hierbij gaat het om toegevoegde waarde activiteiten. Value Added Logistics (VAL) omvat onder meer
ompakken, labellen, repareren en assembleren. Bij Value Added Services (VAS) gaat het onder meer om call
center activiteiten, training, financiële dienstverlening, vaak uitgevoerd door logistieke dienstverleners. 3 Ketenregie en- configuratie, gericht op het besturen en beheersen van logistieke netwerken, uitgevoerd door
logistiek dienstverleners en door verladers. 4 Onder de supportactiviteiten vallen - grotendeels niet-logistieke - functies ter ondersteuning van de logistieke
functies. Het gaat onder om meer financiële diensten, juridische diensten, douanediensten, ICT, diensten voor goederen- en materiaalbeheer en arbeidsgerelateerde diensten, uitgevoerd door zakelijke dienstverleners
(consultancy, uitzendbureaus e.d.). 5 HTCL (2011). Human Capital Agenda Topsector Logistiek; Artikel ‘Logistiek sectorhuis: groei op stevig
fundament’, op: logistiek.nl, 3 september 2006.
13
bouw). Omgekeerd zijn er in de sector logistiek ook personen werkzaam met een niet-
logistieke, ondersteunende functie. Naar verhouding heeft de logistiek echter veel
sectorspecifiek personeel.
Het onderzoek spitst zich toe op de voor logistiek meest relevant beroepen binnen de
beroepsklassen middelbare algemene transportberoepen, middelbare economisch-
administratieve transportberoepen en hogere transportberoepen.
Centrale probleemstelling
De centrale probleemstelling van dit onderzoek is als volgt te formuleren:
Zijn of komen er moeilijk te vervullen vacatures voor logistieke functies op
mbo niveau 3 en 4 of hbo-niveau waarvoor geen of te weinig logistiek
opgeleiden beschikbaar zijn en waarvoor na een om- of bijscholing anders
opgeleide mbo-ers, hbo-ers en/of academici geschikt zijn te maken?
Onderzoeksvragen
Deze centrale probleemstelling is verder uitgewerkt in de volgende concrete
onderzoeksvragen:
1. Zijn er op dit moment moeilijk vervulbare vacatures op deze niveaus?
2. Zijn er op korte termijn dergelijke vacatures te verwachten?
3. Wat zijn de kenmerken van deze vacatures (gevraagde competenties en
kwalificaties, sectoren, regio’s)?
4. Wat is de doelgroep voor werving voor deze vacatures?
5. Worden deze vacatures ook vervuld met andere doelgroepen die daartoe in het
bedrijf verder worden (bij)geschoold?
6. Is het mogelijk een scholingstraject te verzinnen voor niet-logistiek opgeleiden die
daarmee voor deze moeilijk vervulbare vacatures in aanmerking zouden kunnen
komen?
7. Wat zijn de doelgroepen (vooropleiding, leeftijd, regio, overige kenmerken) die
voor een dergelijke scholing in aanmerking zouden kunnen komen?
1.3 Opzet
Het onderzoek is gefaseerd uitgevoerd:
Gestart is met het verzamelen en analyseren van bestaande (statistische)
informatie over (de aansluiting tussen) vraag naar en aanbod van mbo 3- en 4- en
hbo-gekwalificeerden in de logistiek. Met deze analyse is een eerste beeld
verkregen van de situatie op de arbeidsmarkt in betreffend domein.
Aanvullend zijn door middel van korte internetenquêtes gegevens verzameld over
moeilijk vervulbare vacatures in het betreffende domein. Allereerst heeft een
aantal specifieke vragen meegelopen in een bredere enquête onder jonge
logistieke professionals (leden van Jong Logistiek Nederland). Daarnaast is een
internetenquête uitgevoerd onder bedrijven in de logistiek. Deze enquêtes hebben
nader inzicht geboden in de moeilijk vervulbare vraag en in de mogelijkheden de
moeilijk vervulbare vacatures in laten te vullen door bepaalde doelgroepen. Zie
voor meer informatie over de aanpak van de enquêtes de methodologische
verantwoording in bijlage 1.
De volgende stap in het onderzoek betrof de (statistische) analyse van de in de
enquêtes verzamelde data. Aansluitend heeft – om feedback te krijgen op de
analyseresultaten - een korte telefonische ronde plaatsgehad onder vijf
sleutelinformanten uit de logistieke sector. Zie hiervoor eveneens bijlage 1
14
Ten slotte, zijn alle onderzoeksresultaten in een integrale analyse met elkaar in
verband gebracht en - op basis daarvan - conclusies en aanbevelingen
geformuleerd. Onderzoeksresultaten, conclusies en aanbevelingen zijn neergelegd
in dit rapport.
1.4 Leeswijzer
Nadat in dit hoofdstuk de achtergrond, doel- en vraagstelling en opzet van het
onderzoek zijn beschreven, presenteren we in hoofdstuk 2 de resultaten van een
analyse van de (discrepanties tussen) vraag en aanbod op de arbeidsmarkt voor
logistiek opgeleiden op de niveaus mbo 3 en 4 en hbo. Daarna gaat hoofdstuk 3 in op
de overgang van studie naar werk en de eisen aan en wensen, behoeften en
verwachtingen van jonge professionals in de logistiek. Onderwerp van hoofdstuk 4 zijn
de moeilijk vervulbare vacatures voor logistieke functies op genoemd niveaus en de
mogelijkheden die vacatures in te vullen door om- en bijscholing van niet-logistiek
opgeleiden.
Voor in het rapport is een managementsamenvatting opgenomen met conclusies en
aanbevelingen. De bijlagen achter in het rapport bevatten een methodologische
verantwoording, gedetailleerde tabellen en een overzicht van geraadpleegde bronnen.
15
2 Analyse vraag en aanbod
Dit hoofdstuk bevat – op basis van bestaande bronnen – een analyse van vraag naar
en aanbod van gekwalificeerde werknemers in de logistiek, in het bijzonder op de
niveaus mbo 3 en 4 en hbo. Achtereenvolgens gaat deze analyse in op de vraag naar
arbeid (context, uitbreidingsvraag, vervangingsvraag, vacatures), het aanbod van
arbeid (arbeidsmarktinstroom vanuit het onderwijs, niet-werkende werkzoekenden) en
de confrontatie van vraag naar en aanbod van arbeid (kwantitatieve discrepanties,
kwalitatieve discrepanties, ondoorzichtigheid van de arbeidsmarkt).
2.1 Vraag naar arbeid
Context: factoren van invloed op de vraag naar arbeid
De logistieke sector is sterk internationaal georiënteerd en daardoor uitermate
conjunctuurgevoelig. Daarmee fluctueert ook de vraag naar personeel in de sector. De
transportvraag is door de huidige economische en financiële crisis sterk teruggelopen.6
De logistieke sector heeft als gevolg van de crisis al een aantal jaren te maken met
lage marges. De nadruk ligt daardoor op kostenbesparing en de noodzakelijke
investeringen staan onder druk.7
Er is ook een aantal meer structurele ontwikkelingen van invloed op de
werkgelegenheid in de logistieke sector. Hieronder volgt een korte beschrijving
daarvan.
Politiek
Het kabinet Rutte II continueert het topsectorenbeleid. Met dit beleid wil het kabinet
negen topsectoren waarin Nederland wereldwijd uitblinkt – waaronder logistiek, een
sector met de nodige potentie en (groei)ambitie - nog sterker maken. De extra
(financiële) impuls die uitgaat van de aanwijzing als topsector is van positieve invloed
op (de vraag naar hoger-middelbaar en hoger opgeleiden in) de logistieke sector. 8
Economie
Economisch gezien is te wijzen op de volgende structurele ontwikkelingen en trends:
Het verhuizen van productielocaties binnen Europa en de verplaatsing van
productie naar lagelonenlanden zorgt voor een toename van de handels- en
vervoersstromen en daarmee voor een toename van de arbeidsvraag in de sector
logistiek.
De naar verwachting blijvend hogere olieprijzen temperen de vervoersvraag en
daarmee de arbeidsvraag in de sector.
Het wegvervoer en de binnenvaart kennen momenteel – en vermoedelijk de
komende jaren ook nog wel - een overcapaciteit hetgeen de arbeidsvraag in deze
branches drukt.
In het goederentransport over weg en water zet de schaalvergroting verder door. Dit
kan arbeidsbesparend werken.9
6 Panteia (te verschijnen). Analysis of the trends and prospects of jobs and working conditions in transport.
Annex logistics. 7 ABN AMRO (2013). Logistieke waarde creëer je samen. 8 Panteia (2012). Analyse arbeidsmarkt hoger opgeleiden. Pilotsector Logistiek. 9 Panteia (2012). Analyse arbeidsmarkt hoger opgeleiden. Pilotsector Logistiek; Rabobank (2013). Rabobank
Cijfers & Trends. Een visie op branches in het Nederlandse bedrijfsleven. Transport. 38e jaargang editie
2013/2014.
16
Demografie
De verdergaande (nationale en internationale) bevolkingsgroei betekent de komende
jaren, zelfs bij afvlakking, meer vraag naar (arbeid ten behoeve van) transport en
logistiek. De vergrijzing van de bevolking heeft vooral invloed op het aanbod van
arbeid (zie ook paragraaf 2.2).
Technologie
Toepassing van (nieuwe) technologie leidt in het algemeen tot een efficiëntere
werkwijze en een hogere arbeidsproductiviteit en daarmee tot arbeidsbesparing. Ook
is het van invloed op de eisen die aan de kwaliteit van het personeel worden gesteld.
Dat laatste effect kan overigens twee kanten op werken (lagere kwalificatie-eisen
doordat complex werk eenvoudiger wordt; hogere eisen doordat er nieuwe,
complexere functies ontstaan). Relevante technologische ontwikkelingen in de
logistiek zijn onder meer de volgende:
De risico’s verschuiven in toenemende mate van opdrachtgever naar logistieke
dienstverlener. Het belang van risicomanagement neemt daarmee toe. Dat
betekent ook de noodzaak tot betere managementinformatiesystemen.10
Door de verplaatsing van productielocaties (zie ook hierboven) worden de
vervoersstromen steeds langer en complexer. Met name opslagbedrijven
profiteren hiervan. Efficiënt supply chain management en just-in-time leveranties
om de voorraden laag te houden, worden steeds belangrijker. Bedrijven willen hun
werkkapitaal op peil houden. Dit vraagt om innovatieve oplossingen aan de kant
van de opslagbedrijven.11
Meer en meer wordt lading vervoerd in containers (met name over water, maar
ook over het spoor en de weg). Verder worden in toenemende mate LZV-
vrachtwagens ingezet.12 Ook in het vervoer over spoor en water worden langere
(combinaties van) transportmiddelen ingezet. Verdere echt innovatieve
vervoersconcepten komen maar moeizaam van de grond.13
De grote ruimtelijke dichtheid in Nederland en de toenemende bezettingsgraad
zijn drivers voor verladers en vervoerders om continu oplossingen in de sfeer van
ICT te ontwikkelen. Verbeterde informatie (-uitwisseling) biedt kansen voor
verdere optimalisatie van het logistieke proces bijvoorbeeld door de toepassing
van synchromodaliteit.
Te wijzen is verder op verdergaande (ontwikkelingen in de) toepassing van ICT in
de sfeer van GPS, Enterprise Resource Planning (ERP), E-commerce, E-
Herkenning, E-customs et cetera. Door de opkomst van E-commerce neemt de
vraag naar fijnmazige distributie toe. De verdere ontwikkeling en
commercialisering van de 3D-printer kan grote gevolgen hebben voor de manier
van organisatie en uitvoer van het transport in de toekomst.
10 http://www.ing.nl/businessbanking/sectoren 11 ABN-AMRO (2011). Visie op transport en logistiek. Sectorupdate 2011. 12 Een Langere en Zwaardere Vrachtautocombinatie (LZV), ook wel Ecocombi genoemd, is een vrachtwagen die
meer vracht kan en mag vervoeren dan een gewone vrachtautocombinatie. Een LZV is maximaal 25,25 meter
lang en 60 ton zwaar, terwijl een gewone vrachtwagen maximaal 18,75 lang is en (in Nederland) maximaal 50
ton zwaar mag zijn. Met het inzetten van LZV-vrachtwagens kunnen chauffeurs meer vracht tegelijk vervoeren
en zijn er minder chauffeurs nodig. De te behalen winst is het grootst zijn in het internationale vervoer. Echter in België en Duitsland wordt LZV de komende jaren nog zeer beperkt en proefsgewijs toegestaan. In het
nationale vervoer is de te behalen winst kleiner en is te verwachten dat de nodige investeringen voorlopig nog
worden uitgesteld. 13 http://www.rabobank.nl/bedrijven/kennis/branches
17
Wetgeving
Voor de sector transport en logistiek is naast nationale ook en vooral Europese
wetgeving van belang:
Met het oog op duurzaamheid en bereikbaarheid (zie ook hieronder) is (Europese)
wet- en regelgeving vaak gericht op het ontmoedigen van wegvervoer ten faveure
van vervoer over water en spoor. Dergelijke maatregelen hebben vooral een
verschuiving in de vraag naar personeel tussen betreffende branches tot gevolg.
De aanscherping van de Europese wet- en regelgeving betreffende arbeidstijden
(rij- en rusttijden) van beroepschauffeurs vergroot de krapte op de arbeidsmarkt
voor betreffende beroepsgroep. Voor hoger-middelbaar en hoger opgeleiden
logistici heeft deze en andere specifiek op de pure transportfuncties gerichte
Europese wet- en regelgeving weinig gevolgen.14
Milieu en leefomgeving
Qua milieu en leefomgeving is onder meer te wijzen op het volgende:
Er is steeds meer aandacht voor duurzaamheid. Logistiek kan bijdragen aan een
sociaal gezonde, milieuvriendelijke en toekomstbestendige organisatie van
stromen van goederen door:
Verminderen van de negatieve effecten als congestie en geluidsoverlast,
efficiënt gebruik van de publieke ruimte en infrastructuur en hergebruik van
middelen.
Betere timing van goederenstromen: het kiezen van de meest effectieve en
duurzame modaliteit en het bundelen van lading bij vervoer en opslag en de
daarmee gepaard gaande verhoogde beladingsgraad.
Betere benutting van en afstemming tussen de verschillende modaliteiten
waardoor er minder onnodig leeg gereden en gevaren wordt en er minder
uitstoot is van CO2, NOx en fijnstof.
Verbeteren van de afstemming tussen partijen in de keten waardoor
onnodige vervoerskilometers worden vermeden, de vervoerssnelheid kan
worden aangepast op het verwachte aankomstmoment en wachttijden
worden gereduceerd.
Het binnen de service-logistiek grootschaliger toepassen van retourlogistiek
en wastemanagement om onderdelen en grondstoffen te hergebruiken
(closing the loop, cradle2cradle)
Daarnaast is het van belang klimaatvriendelijk op- en overslaglocaties
(magazijnen en distributiecentra) met de juiste capaciteit te ontwikkelen en
te gebruiken.15 Een dergelijke duurzame organisatie van goederenstromen
werkt ook arbeidsbesparend. Tegelijkertijd nemen hierdoor de eisen aan de
kwalificaties van het logistiek personeel toe.
De gunstige geografische ligging en de kwalitatief hoogstaande verkeers- en
vervoerinfrastructuur van ons land bieden kansen voor een verdere ontwikkeling
van (de werkgelegenheid in) de sector Logistiek. Daarentegen belemmert de
toenemende congestie op het (Europese) wegennet de groei van het wegvervoer,
hetgeen weer zal leiden tot verschuiving in de arbeidsvraag in de richting van het
transport over water en spoor.16
14 Panteia (2012). Analyse arbeidsmarkt hoger opgeleiden. Pilotsector Logistiek. 15 HTCL (2012). Het concert begint. Innovatiecontract Topsector Logistiek. Op basis van Partituur naar de Top. 16 Panteia (2012). Analyse arbeidsmarkt hoger opgeleiden. Pilotsector Logistiek; Rabobank (2013). Rabobank
Cijfers & Trends. Een visie op branches in het Nederlandse bedrijfsleven. Transport. 38e jaargang editie
2013/2014.
18
Uitbreidingsvraag
Recente werkgelegenheidsontwikkeling
Figuur 2.1 en 2.2 hebben betrekking op het aantal banen in (branches van de) de
sector vervoer en opslag, ongeacht het beroep dat men uitoefent.
Figuur 2.1 Banenontwikkeling * in sector vervoer en opslag en alle sectoren
samen, totaal alle beroepsgroepen, 2005-2014 (indexcijfers
(2005=100), 2013 en 2014 zijn prognoses)
Bron: UWV (2013). Arbeidsmarktprognose 2013-2014. Met een doorkijk naar 2018.
In 2012 waren er volgens het CBS in de sector vervoer en opslag in totaal 425.000
banen (inclusief banen van ondernemers). Dat komt neer op ruim 5 procent van het
totaal aantal banen in Nederland). Over een langere periode (2005-2014) beschouwd
is de banenontwikkeling in vervoer en opslag duidelijk minder gunstig dan gemiddeld.
Per saldo daalde de werkgelegenheid in vervoer en opslag in de beschouwde periode
licht terwijl in alle sectoren samen sprake was van een stijging van 5 procent. Het
effect van de crisis op vervoer en opslag is ook duidelijk sterker geweest dan
gemiddeld.
De werkgelegenheidsontwikkeling verschilt per branche. In de periode 2005-2012 was
in de branches vervoer over water en opslag & logistieke dienstverlening sprake van
een stijging van het aantal werknemers (per saldo met 4 respectievelijk 7 procent). In
de branches vervoer over land, vervoer door de lucht en post en koeriers was een
daling te zien (met respectievelijk 3, 9 en 3 procent).
19
Tabel 2.1 Werknemers in de sector vervoer en opslag naar branche en geslacht,
2005-2012
X 1.000 2005 2007 2009 2011 2012 Mutatie
in %
Vervoer over land
Totaal
Mannen
Vrouwen
%V
202
170
32
16%
209
174
35
17%
202
169
33
16%
201
168
33
16%
197
164
33
17%
-3%
-4%
+3%
Vervoer over water
Totaal
Mannen
Vrouwen
%V
24
18
6
25%
24
18
6
25%
24
19
5
21%
25
19
5
20%
25
19
6
24%
+4%
+6%
0
Vervoer door de lucht
Totaal
Mannen
Vrouwen
%V
32
19
13
41%
32
19
13
41%
32
19
14
44%
30
17
13
43%
29
16
13
45%
-9%
-16%
0
Opslag, dienstverlening vervoer
Totaal
Mannen
Vrouwen
%V
73
56
17
23%
75
57
18
24%
74
56
18
24%
76
58
19
25%
78
59
19
24%
+7%
+5%
+12%
Post en koeriers
Totaal
Mannen
Vrouwen
%V
73
48
24
33%
71
47
24
34%
69
45
24
35%
69
45
24
35%
71
45
26
37%
-3%
-6%
+8%
Bron : CBS (2013), Arbeidsrekeningen 2013; UWV (2014). Vervoer en opslag. Sectorbeschrijving.
De volgende figuur biedt inzicht in de werkzame beroepsbevolking in de specifieke
transportberoepen, ongeacht de sector waarin men werkzaam is.
20
Figuur 2.3 Werkzame beroepsbevolking*, totaal alle beroepen en
transportberoepen (totaal en naar beroepsniveau**), 2001-2011,
indexcijfers (2001=100)
*De werkzame beroepsbevolking bestaat uit personen (15 tot 65 jaar) die in Nederland wonen en
betaald werk hebben van twaalf uur of meer per week; **Elementaire beroepen TC&V = elementaire
beroepen in transport, communicatie en verkeer
Bron: CBS Statline; bewerking Panteia
In de periode 2001-2011 nam de totale werkzame beroepsbevolking in ons land per
saldo toe met in totaal 6,6 procent (van 6.935.000 naar 7.392.000). In de
transportberoepen was in dezelfde periode sprake van een daling met 4,1 procent
(van 438.000 naar 420.000). Deze daling kwam voor rekening van de lagere
transportberoepen (-4,6 procent, van 240.000 naar 229.000) en met name de
middelbare transportberoepen (-20,0 procent, van 60.000 naar 48.000).
De middelbare transportberoepen zijn nog verder uit te splitsen (niet zichtbaar in de
figuur) in:
Middelbare algemene transportberoepen (-11,1 procent, van 18.000 naar 16.000)
Middelbare economisch administratieve beroepen (-28,1 procent, van 32.000 naar
23.000)
Middelbare verzorgende transportberoepen (0,0 procent, 9.000).
De hogere transportberoepen laten een - bovengemiddelde stijging - zien (+12,5
procent, van 16.000 naar 18.000). In deze beroepsklasse vallen ook de relatief grote
schommelingen op (die overigens deels het gevolg zijn van de naar verhouding kleine
aantallen in deze klasse). Ten slotte is ook voor de elementaire beroepen in transport,
communicatie en verkeer sprake van – zij het lichte - stijging (+2,5 procent, van
112.00 naar 125.000). Dit laatste lijkt echter vooral een conjunctureel effect te zijn.
Verwachte werkgelegenheidsontwikkeling
80
85
90
95
100
105
110
115
120
125
2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011
Hogere transportberoepen
Totaal beroepen
Elementaire beroepen TC&V
Totaal transport
Lagere transportberoepen
Middelbare transportberoepen
21
In 2013 kromp de Nederlandse economie per saldo nog met 0,8 procent. Voor 2014 en
2015 verwacht het CPB een lichte economische groei van 0,75 respectievelijk 1,25
procent. 17 Ook in de eerste jaren daarna is – als gevolg van de extra bezuinigingen
door het kabinet Rutte – slechts lichte groei te verwachten.
Ook in sector transport en logistiek is herstel te verwachten. ING ziet in het meest
recente Kwartaalbericht Transport en Logistiek het ondernemersklimaat in de sector
weer opkrabbelen. Na een verwachte krimp van 0,5 procent in 2013 kan de sector in
2014 gemiddeld weer 1 procent volumegroei realiseren. Naar branche loopt de groei
sterk uiteen. Zo blijft de - steeds minder internationaal opererende -
wegtransportsector het meest achter (-0,2 procent), terwijl de - meer internationaal
georiënteerde - logistieke dienstverlening de meeste vooruitgang tegemoet kan zien
(+2,5 procent). Volgens ING speelt met name de verwachte toename in 2014 van de
uitbesteding van logistieke activiteiten door de industrie en handelsbedrijven en de
sterke opkomst van het nieuwe specialisme e-fulfilment de logistieke dienstverleners
in de hand.18
De Korte Termijn Voorspelling (KTV) goederenvervoer (eerste kwartaal 2014) van
Panteia wijst min of meer in dezelfde richting. Het jaar 2014 is een overgangsjaar. De
lichte economische groei in dit jaar heeft een positief effect op de Nederlandse
transportsector in het goederenvervoer. Panteia verwacht in 2014 een bescheiden
groei (+ 1procent) en pas in 2015 echt herstel.19
Volgens de geactualiseerde Arbeidsmarktprognose 2013-2014 (gebaseerd op de
Decemberraming 2013 van het CPB) blijft de werkgelegenheid in de sector vervoer en
opslag zowel in 2013 als in 2014 stabiel. Voor de middellange termijn (2015-2018)
verwacht UWV in de oorspronkelijke versie van de Arbeidsmarktprognose 2013-2014
een groei van gemiddeld 1.000 banen per jaar.20
Tabel 2.2 Prognose werkgelegenheid sector vervoer en opslag, 2013-2018
X 1.000
2013 2014 2015 2016 2017 2018 Mutatie
2013-2018
In %
Banen totaal 425 425 426 427 428 430 +1,2%
Werknemers 386 386 387 388 389 390 +1,0%
Ondernemers 39 39 39 39 39 40 +2,6%
Arbeidsjaren werknemers 311 311 312 313 313 314 +1,0%
Bron: UWV (2014). Landelijke arbeidsmarktprognose 2014. Update februari 2014.
De voorzichtige positieve verwachtingen voor de toekomst gaan op voor onder meer
het beroepsgoederenvervoer, het personenvervoer (met name touringcar) en de
binnenvaart. In de logistieke dienstverlening en haven, op- en overslag zal de groei
van de afgelopen jaren zich naar verwachting verder doorzetten. In onder meer de
zeevaart en het vervoer per spoor wordt voorlopig geen groei verwacht.21
17 CPB (2014). CEP 2014. 18 Bij e-fulfilment leveren de logistiek dienstverleners de diensten terwijl het voorraadrisico bij de opdrachtgever
(de webwinkel) blijft liggen. Voor e-commerce is e-fulfilment een belangrijke succesfactor en daar kunnen
logistieke dienstverleners met een goed concept van profiteren. Zie: ING Economisch Bureau (2013).
Kwartaalbericht Transport en Logistiek. December 2013. 19 Panteia (2014). Korte Termijn Voorspeller Goederenvervoer. Eerste kwartaal 2014. 20 UWV (2014). UWV Landelijke arbeidsmarktprognose 2014. Update februari 2014; UWV (2013). UWV
Arbeidsmarktprognose 2013-2014. Met een doorkijk naar 2018. 21 UWV (2014). Vervoer en opslag. Sectorbeschrijving.
22
Vervangingsvraag
Naast uitbreidingsvraag (als gevolg van banengroei) is sprake van vervangingsvraag
(met name als gevolg van arbeidsmobiliteit en pensionering):
Zowel in termen van het wisselen van functie bij dezelfde werkgever
(functiemobiliteit) als het aanvaarden van een baan bij een andere werkgever
(externe baanmobiliteit, intra- dan wel intersectoraal) zijn werknemers in de
sector transport en logistiek minder mobiel dan in alle sectoren samen. Doorgaans
is de arbeidsmobiliteit onder hoger opgeleiden wel groter dan onder lager
opgeleiden.22
De sectorbeschrijving Vervoer en opslag van UWV laat zien dat de sector kampt
met een vergrijzingsgolf die sterker is dan die van andere sectoren van de
Nederlandse economie.23 De vergrijzing in de sector komt echter vooral voor
rekening van lager opgeleiden in de ‘pure’ transportfuncties. Hoger opgeleide
werknemers in de sector zijn juist relatief jong.24
Vergeleken met de sector transport en logistiek als geheel is in de logistiek de
gemiddelde leeftijd relatief laag. Het aandeel van werknemers boven de vijftig
neemt wel toe. Naast vergrijzing heeft dit ook te maken met het als gevolg van de
crisis niet verlengen van tijdelijke (jaar)contracten. Dergelijke contracten komen
onder jongere werknemers vaker voor dan onder oudere. De kroon qua vergrijzing
wordt gespannen door de vervoerders. In deze bedrijfstak is inmiddels 24 procent
van de werknemers tussen de 50 en 64 jaar, in 2012 was dit 21 procent. De
percentages voor de handelsorganisaties en logistiek dienstverleners in 2013 zijn
respectievelijk 19 en 21 procent.25
Vacatures
Uitbreidingsvraag en vervangingsvraag vertalen zich in vacatures (onbezette
arbeidsplaatsen).
Vacaturegraad
De vacaturegraad is het aantal openstaande vacatures per duizend banen. De
vacaturegraad ligt in de sector vervoer en opslag doorgaans lager dan die in alle
sectoren samen. Onderstaande figuur illustreert dit.
22 Panteia (2013). Analyse arbeidsmarkt hoger opgeleiden. Pilotsector Logistiek. 23 UWV (2014). Vervoer en opslag. Sectorbeschrijving. 24 Panteia (2013). Analyse arbeidsmarkt hoger opgeleiden. Pilotsector Logistiek. 25 Tempo Team (2014). Logistics Labour Survey 2014.
23
Figuur 2.5 Vacaturegraad, totaal alle sectoren en sector vervoer en opslag,
2001-2013, kwartaalcijfers*
* Het betreft de vacaturegraad aan het einde van het kwartaal.
Bron: CBS Statline; bewerking Panteia
VTL splitst in de ‘Arbeidsmarktrapportage beroepsgoederenvervoer over de weg en
logistiek 2013’ de vacaturegraad voor het totaal personeel uit naar rijdend en niet-
rijdend personeel.26 Zoals onderstaande figuur laat zien, is de vacaturegraad voor
niet-rijdend personeel (waaronder de ‘puur’ logistieke beroepsbeoefenaren) over een
langere periode beschouwd lager dan voor rijdend personeel. De figuur toont ook dat
tijdens laagconjunctuur de verschillen kleiner zijn dan tijdens hoogconjunctuur. Dat
komt doordat rijdend personeel gevoeliger is voor conjuncturele schommelingen dan
niet-rijdend personeel. De vraag naar rijdend personeel ademt dus meer mee met de
(positieve en negatieve) economische ontwikkelingen dan de vraag naar niet-rijdend
personeel.
26 De rapportage richt zich op bedrijven en werknemers die vallen onder de CAO Beroepsgoederenvervoer
over de weg en de verhuur van mobiele kranen. Hiertoe worden ook bedrijven en medewerkers gerekend
die actief zijn in de logistieke dienstverlening en niet- vergunningplichtig vervoer kleiner dan 500 kg,
zoals de koerierssector.
0
5
10
15
20
25
30
35
Totaal Vervoer en opslag
24
Figuur 2.6 Vacaturegraad beroepsgoederenvervoer over de weg en logistiek,
totaal, rijdend en niet-rijdend personeel, 2010-2013
Bron: VTL (2013). Arbeidsmarktrapportage beroepsgoederenvervoer over de weg en logistiek 2013.
(obv TLN).
Vacatures naar specifieke logistieke functie
Nader inzicht in (de ontwikkeling van) het aantal vacatures naar specifieke logistieke
functie geven de vacatureregistraties van UWV en de database van internetvacatures
van Jobfeed.
Nieuw ontstane vacatures
Tabel 2.3 geeft de naar landelijke totalen opgehoogde aantallen nieuw ontstane
vacatures volgens de vacatureregistratie van UWV weer. In de tabel zijn de voor de
logistiek meest relevante beroepsklassen en -groepen met vet geaccentueerd.
25
Tabel 2.3 Nieuw ontstane vacatures, alle beroepen samen en transportberoepen,
jaartotalen 2011, 2012 en 2013
2011 2012 2013 Mutatie 2012-2013
Idem in %
Totaal alle beroepen 765.130 656.347 618.045 -38.302 -5,8%
Totaal transportberoepen 40.164 35.247 28.809 -6.438 -18,3%
waarvan:
Elementair TC&V 7.933 9.138 6.117 -3.021 -33,1%
Lagere transportberoepen 27.748 22.219 19.336 -2.883 -13,0%
Ov. relevante lagere beroepen 546 450 468 18 4,0%
Middelbare algemene transportberoepen 996 737 726 -11 -1,5%
Middelbare economisch-administratieve transportberoepen 1.173 1.037 948 -89 -8,6%
Middelbare verzorgende transportberoepen 138 123 122 -1 -0,8%
Ov. relevante middelbare beroepen 418 576 459 -117 -20,3%
Hogere transportberoepen 409 410 310 -100 -24,4%
Ov. relevante hogere beroepen 706 478 239 -239 -50,0%
Relevante wetenschappelijke beroepen 97 79 84 5 6,3%
Middelbare algemene transportberoepen
ladingmeester, stuwadoor; dienstleider, opzichter vervoersdiensten 4 7 3 -4 -57,1%
havenmeester binnenhaven, kanaalmeester 12 17 31 14 82,4%
schipper binnenvaart, kapitein sleepdienst, stuurman khv, loods binnenvaart 793 518 499 -19 -3,7%
conducteur trein, tram, bus 32 25 17 -8 -32,0%
perronopzichter ns, stationschef autobusvervoer 1 1 ntb
walschipper binnenvaart 155 169 175 6 3,6%
dokmeester, loodschef, pakhuischef, terreinchef; hoofd besteldienst ptt 4 7 3 -4 -57,1%
Middelbare economisch-adminstratieve transportberoepen
transportplanner, administratief employé bevrachting 975 845 744 -101 -12,0%
expedient, waterklerk 124 118 90 -28 -23,7%
bedrijfshoofd klein touringcarbedrijf 2 2 -2 -100,0%
bedrijfshoofd klein binnenvaart-, zeevaartbedrijf 10 9 22 13 144,4%
bedrijfshoofd klein transport-, expeditiebedrijf 16 34 54 20 58,8%
controleur haven-, transportbedrijf 15 11 8 -3 -27,3%
controleur bus-, tramdiensten 15 11 18 7 63,6%
weger, meter scheepsladingen
bedrijfshoofd middelgroot taxibedrijf; districtschef wegenwacht 4 1 1 ntb
bedrijfshoofd middelgroot touringcarbedrijf 2 2 -2 -100,0%
bedrijfshoofd middelgroot transport-, expeditie-, stuwadoorsbedrijf 11 6 11 5 83,3%
Middelbare verzorgende transportberoepen
steward, stewardess luchtvaart 71 45 101 56 124,4%
Scheepskok 41 54 18 -36 -66,7%
grondsteward, grondstewardess 26 24 3 -21 -87,5%
Ov. relevante middelbare beroepen
autorij-instructeur 163 298 176 -122 -40,9%
rij-examinator 5 8 5 -3 -37,5%
Scheepselektricien 39 69 96 27 39,1%
auto-, vliegtuigelektricien 24 11 18 7 63,6%
26
scheepstimmerman, scheepsbeschieter (excl varend) 56 47 47 0 0,0%
scheepswerktuigkundige khv 107 109 106 -3 -2,8%
treinbestuurder ns 24 34 10 -24 -70,6%
Radarwaarnemer 1 1 ntb!
Hogere transportberoepen (excl technisch)
luchtverkeersleider; dienstleider, opzichter vervoersdiensten (hoger) 99 106 96 -10 -9,4%
Treindienstleider 73 76 50 -26 -34,2%
vlieger, vlieger-navigator 14 4 16 12 300,0%
kapitein kustvaart, 2e en lagere stuurlieden ghv, loods zeescheepvaart 3 3 7 4 133,3%
scheepskapitein ghv 6 3 -3 -100,0%
1e stuurman ghv, kapitein grote zeesleepvaart, kapitein khv 3 3 1 -2
leidinggevende transport, expeditie en opslag 199 196 127 -69 -35,2%
bedrijfshoofd middelgr. OV-, vlieg-, binnenvaart-, zeevaartbedrijf 13 20 13 -7 -35,0%
manager taxibedrijf
Ov. relevante hogere beroepen
leidinggevend boormachinist, seismisch sondeerder 77 79 109 30
scheepswerktuigkundige ghv, marine 1 1 2 1 100,0%
marconist, radiotelegrafist 2 1 -1 -100,0%
leidinggevend hoofdwerktuigkundige ghv 1 -1 -100,0%
Relevante wetenschappelijke beroepen
manager transport- (geen taxibedrijf), expeditie-, cargadoors-bedrijf etc. 94 73 80 7 9,6%
havenmeester luchtvaart 3 6 4 -2 -33,3%
Bron: UWV; bewerking Panteia
In 2013 zijn in totaal 28.809 nieuwe vacatures ontstaan voor transportberoepen
(waarvan 2.888 op middelbaar of hoger niveau) tegenover 35.247 een jaar eerder
(waarvan 3.440 op middelbaar of hoger niveau). De daling (-18,3 procent) is sterker
dan die voor alle beroepen samen (-5,8 procent). Het beeld voor de verschillende
beroepsklassen binnen de transportberoepen loopt echter sterk uiteen.
Kijken we naar de voor de logistiek meest relevante beroep(sgroep)en op middelbaar
en hoger niveau, dan bestaat de top vijf van beroepen met de meeste nieuw ontstane
vacatures in 2013 uit:
1. Transportplanner, administratief employé bevrachting (744, -12,0 procent t.o.v
jaar eerder)
2. Leidinggevende transport, expeditie en opslag (127, -35,2 procent)
3. Luchtverkeersleider; dienstleider, opzichter vervoersdiensten (96, -9,4 procent)
4. Expediënt, waterklerk (90, -23,7 procent).
5. Manager transport- (geen taxibedrijf), expeditie-, cargadoors-bedrijf etc. (80,
+9,6 procent.
Met uitzondering van de laatste beroepsgroep laten al deze beroepsgroepen ten
opzichte van een jaar eerder een daling zien van het aantal vacatures.
Door Jobfeed geregistreerde internetvacatures
De vacaturespider Jobfeed van Textkernel “spidert” continu (24/7) alle vacatures die
op het Nederlandse internet verschijnen. De dekkingsgraad van Jobfeed is erg hoog.
Vacatures die op meer dan één site verschijnen, worden ontdubbeld.
Onderstaande tabel biedt op basis van een analyse van Jobfeed-gegevens inzicht in
(de ontwikkeling van) het aantal internetvacatures voor beroepen met een logistiek
27
profiel. De tabel geeft de negen logistieke beroepen weer waarvoor het aantal nieuw
ontstane vacatures sinds 2011 het snelst is gestegen.
Tabel 2.4 Internetvacatures logistieke beroepen
Beroep Ontwikkeling Q4/12-
Q3/13 t.o.v. heel 2011
Aantal
vacatures
Q4/12 –
Q3/13
Aandeel intermediairs in
aantal vacatures
Bron: Jobfeed; bewerking Tempo Team
De snelste stijging van het aantal vacatures in het peiljaar Q4/12-Q3/13 ten opzichte
van heel 2011 is er voor verkoopplanners (+155 procent), supply chain analisten (+71
procent) en managers bezorgdienst (+57 procent). Veruit de meeste vacatures binnen
de groep van de negen snelste stijgers zijn er in het peiljaar ontstaan voor
transportplanners (2.029) op afstand gevolgd door supply chain analisten (613),
administratief medewerkers douanezaken (482) en consultants inkoop (456). De tabel
laat ook zien dat met uitzondering van managers bezorgdiensten en zorginkopers voor
alle onderscheiden beroepen het merendeel van de vacatures door intermediairs wordt
geplaatst. Bij deze gegevens past wel de aantekening dat vacatures van intermediairs
onderling niet kunnen worden ontdubbeld, terwijl het – zeker in situatie van krapte –
gebruikelijk is dat voor dezelfde vacature door meerdere intermediairs wordt
geworven. Hier kan dus sprake zijn van overschatting.
De periodieke analyse ‘Trends en ontwikkelingen op de technische arbeidsmarkt 3e
kwartaal 2013’ van detacherings-, werving- en selectiebureau Yacht is eveneens
gebaseerd op (onderzoeken die gebruikmaken van) data van Jobfeed:
Yacht concludeert dat in het derde kwartaal van 2013 de vraag naar logistiek
engineers en planners met 39 procent is gestegen ten opzichte van hetzelfde
kwartaal in 2012. Daar waar in het eerste kwartaal nog sprake was van krimp ten
opzichte van 2012 liet het tweede kwartaal een stijging zien in het aantal
logistieke vacatures. Deze stijgende trend zet dus door in het derde kwartaal. Het
herstel van de vraag volgt ook de klassieke route die start in het zuid-oosten van
het land en doorzet via het midden en westen van het land naar het noorden.
De vraag naar supply chain managers blijft met een lichte daling van 2 procent in
het derde kwartaal van 2013 achter bij de positieve cijfers voor logistiek engineers
en planners. Volgens Yacht trekt de markt aan van onder naar boven toe. De
volgende stap is dan ook de groei naar meer vacatures voor supply chain
managementfuncties. Yacht merkt nu al meer vraag naar interim supply chain
managers.
Vooral in de industriële sector en zakelijke dienstverlening is er in het derde
kwartaal flinke vraag naar logistiek personeel. Het gaat daarbij om enkele
honderden vacatures meer dan in dezelfde periode vorig jaar. Naast een teken van
economisch herstel is de toenemende vraag volgens Yacht het gevolg van een
langer lopend trend waarbij supply chain management de laatste jaren serieus op
de kaart is komen te staan, vooral bij grote mkb-ondernemingen.27
27 Artikel ‘Explosieve vraag logistiek engineers en planners kenmerkt arbeidsmarkt’, OP: logistiek.nl, 5
november 2013.
verkoopplanner 155% 324 56%
supply chain analist 71% 613 64%
manager bezorgdienst 57% 140 32%
inkoper agrarische producten 38% 271 82%
zorginkoper 34% 188 44%
consultant inkoop 28% 456 73%
materiaalplanner 28% 274 67%
transportplanner 28% 2029 70%
administratief medewerker douanezaken 25% 482 80%
28
Niet openbare vacatures
Ecorys meldt dat uit gesprekken met vertegenwoordigers uit de branches in transport
en logistiek en uit onderzoek naar wervingskanalen blijkt dat veel vacatures in de
sector niet openbaar worden maar binnen bestaande netwerken worden vervuld. Deze
vacatures komen noch in de vacatureregistratie van UWV noch in de database van
JobFeed tot uiting. Er is geen rapportage over de aard en omvang van deze categorie
vacatures.28
Verwachte vacatureontwikkeling
Volgens de geactualiseerde Arbeidsmarktprognose 2013-2014 van UWV (gebaseerd op
de Decemberraming 2013 van het CPB) blijft het totaal aantal nieuw ontstane
vacatures in de sector vervoer en opslag in 2013 stabiel en wordt in 2014 een
toename verwacht met 9.000 naar 33.000. In vergelijking met andere sectoren blijft
de vacaturegraad in deze sector echter laag.29
2.2 Aanbod van arbeid
Belangrijkste bronnen van arbeid voor de logistieke functies zijn, naast het zittend
personeelsbestand, de arbeidsmarktinstroom vanuit het onderwijs en het reservoir van
- al dan niet direct inzetbare - niet-werkend werkzoekenden. Andere bronnen zoals
arbeidsmigranten (die voor de lagere en/of pure transportfuncties juist wel – en in
toenemende mate - relevant zijn) en stille reserves (herintreders, een door de
stijgende arbeidsparticipatie van vrouwen steeds kleiner potentieel) zijn voor de
logistiek minder relevante bronnen.
Arbeidsmarktinstroom vanuit het beroepsonderwijs
De instroom van jongeren vanuit het relevante beroepsonderwijs op de arbeidsmarkt
in de logistiek is een resultante van:
de instroom in het relevante beroepsonderwijs
het studierendement van het relevante beroepsonderwijs (i.e. het percentage
studenten dat het beroepsonderwijs succesvol afrondt)
de uitstroom vanuit het relevante beroepsonderwijs naar de arbeidsmarkt (i.e. het
percentage gediplomeerden dat niet doorstroomt naar een vervolgopleiding of
inactief wordt)
het sectorrendement van het relevante beroepsonderwijs (i.e. het percentage
gediplomeerden dat in de logistiek gaat werken).30
28 VTL (2013). Arbeidsmarkt- en Onderwijsinformatie Transport & Logistiek. Rapportage 2013-2014. 29 UWV (2013). UWV Arbeidsmarktprognose 2013-2014. Met een doorkijk naar 2018. 30 Hierbij horen op mbo-niveau ook bbl-deelnemers die na afronding van hun beroepsopleiding bij hun
leerbedrijf blijven werken.
29
Tabel 2.5 Logistieke opleidingen op mbo 3- en mbo 4-niveau
Mbo 3- en mbo 4-opleidingen Hbo-opleidingen
Mbo 3
Havenlogistiek (coördinator havenlogistiek)
Havenoperaties (coördinator havenoperaties)
Logistiek team/-groepsleider
Planner wegtransport
Mbo 4
Aviation operations officer
Havenlogistiek (manager havenlogistiek)
Havenoperaties (manager havenoperaties)
Logistiek supervisor
Luchtvaartlogisticus
Manager transport en logistiek
Associate degree (ad)
Eventmanager
Logistiek en economie
Bachelor (ba)
Agrologistiek (Bedrijfskunde & agribussiness;
Greenport business & retail)
Aviation
Bedrijfswiskunde
Logistiek en economie
Logistiek en technische vervoerskunde
Verkeerskunde (Mobiliteit; Verkeer & logistiek)
Master (ma)
International Supply Chain Management
Master in Logistics Management
Shipping and Transport
Hieronder presenteren we de beschikbare gegevens over het beroepsonderwijs in de
logistiek op mbo 3- en 4- en hbo-niveau (bachelor inclusief ad31).
Logistieke mbo-opleidingen op niveau 3 en 4
Ingeschreven studenten
Tabel 2.6 Totaal aantal ingeschreven studenten in de logistieke opleidingen op
mbo 3- en 4-niveau, 2009/10 tot en met 2012/13
2009/10 2010/11 2011/12 2012/13
Mutatie 2012/13
t.o.v.
2011/12
Mutatie 2012/13
t.o.v.
2009/10
Logistiek mbo 3
Havenlogistiek (coördinator havenlogistiek) 23 21 15 15 0,0% -34,8%
Havenoperaties (coördinator havenoperaties) 87 74 89 73 -18,0% -16,1%
Logistiek team-/groepsleider 1.007 1.526 1.502 1.777 18,3% 76,5%
Planner wegtransport 63 96 95 66 -30,5% 4,8%
Totaal logistiek mbo 3 1.180 1.717 1.701 1.931 13,5% 63,6%
Logistiek mbo 4
Aviation operations officer 161 154 161 147 -8,7% -8,7%
Havenlogistiek (manager havenlogistiek) 526 513 516 581 12,6% 10,5%
Havenoperaties (manager havenoperaties) 51 48 52 47 -9,6% -7,8%
Logistiek supervisor 598 694 859 826 -3,8% 38,1%
Luchtvaartlogisticus 70 105 84 88 4,8% 25,7%
Manager transport en logistiek 1.245 1.185 1.160 1.216 4,8% -2,3%
Totaal logistiek mbo 4 2.651 2.699 2.832 2.905 2,6% 9,6%
Totaal alle mbo-opleidingen (1 tm 4) 515.086 519.108 514.771 506.067 -1,7% -1,8%
Bron: DUO/SBB-kubus mbo-inschrijvingen; bewerking VTL/Panteia
31 Voor de hbo-masteropleidingen zijn geen gegevens beschikbaar.
30
De laatste jaren neemt het aantal ingeschreven studenten in het mbo als geheel af. In
2012/13 is het totaal aantal ingeschrevenen 1,7 procent lager dan een jaar eerder en
– per saldo – 1,8 procent lager dan in 2009/10. De studentenaantallen in de logistieke
mbo-opleidingen op niveau 3 en 4 laten echter een stijgende trend zien. Dat geldt met
name voor de opleidingen op niveau 3. Per saldo is op dat niveau tussen 2009/10 en
2012/13 een stijging te zien van maar liefst 63,6 procent (van 1.180 naar 1.931). Ten
opzichte van een jaar eerder is het aantal studenten in 2012/13 met 13,5 procent
toegenomen. Op niveau 4 is in de periode tussen 2009/10 en 2012/13 sprake van een
lichtere stijging (per saldo met +9,6 procent, van 2.651 naar 2.905). Vergeleken met
een jaar eerder is in 2012/13 een stijging te zien met 2,6 procent. Op het niveau van
de specifieke opleidingen lopen de ontwikkelingen (van jaar tot jaar) uiteen.
Inmiddels zijn ook gegevens over 2013/14 beschikbaar. Zowel op mbo 3 als mbo 4
niveau is sprake van een verdere stijging van het aantal ingeschreven studenten (met
respectievelijk 10,7 procent naar 2.137 en 13,6 procent naar 3.300). De top vijf van
logistieke opleidingen op mbo 3- en 4-niveau met in 2013/14 de meeste studenten
ziet er als volgt uit:
1. Logistiek team-/groepsleider (niveau 3) (1.954 studenten)
2. Manager transport en logistiek (4) (1.269)
3. Logistiek supervisor (4) (1.000)
4. Manager havenlogistiek (4) (745)
5. Aviations operations officer (4) (156).
De overige opleidingen hebben elk minder dan 100 ingeschreven studenten.
Diploma’s
Tabel 2.7 Diploma’s studenten in de logistieke opleidingen op mbo 3- en 4-
niveau, 2008/09 tot en met 2011/12
2008/09 2009/10 2010/11 2011/12
Mutatie
2011/12
t.o.v
2010/11
Mutatie
2011/12
t.o.v
2008/09
Logistiek mbo 3
Havenlogistiek (coördinator havenlogistiek) 1 77 83 109 12,5% 10800,0%
Havenoperaties (coördinator havenoperaties) 75 66 83 25,8% ntb!
Logistiek teamleider 358 810 769 905 17,7% 152,8%
Planner wegtransport 108 72 52 90 -19,2% -16,7%
Totaal logistiek mbo 3 467 1034 970 1187 16,0% 154,2%
Logistiek mbo 4
Aviation operations officer 31 35 31 61 96,8% 96,8%
Havenlogistiek (manager havenlogistiek) 75 90 106 182 71,7% 142,7%
Havenoperaties (manager havenoperaties) 34 27 22 22 0,0% -35,3%
Logistiek supervisor 113 222 210 413 96,7% 265,5%
Luchtvaartlogisticus 35 7 26 18 -30,8% -48,6%
Manager transport en logistiek 352 270 260 253 -2,7% -28,1%
Totaal logistiek mbo 4 640 651 655 949 44,9% 48,3%
Totaal alle mbo-opleidingen (1 tm 4) 168.577 207.075 165.412 179.431 8,5% 6,4%
Bron: DUO/SBB kubus mbo-diploma’s; bewerking Panteia
31
Het aantal diploma’s in het mbo als geheel laat in 2011/12 een stijging van 8,5
procent zien ten opzichte van een jaar eerder en - per saldo - 6,4 procent ten opzichte
van 2008/09. Voor de logistieke mbo-opleidingen op niveau 3 liggen deze percentages
veel hoger (16,0 resp. 154,2 procent). Een zelfde conclusie is te trekken voor de
logistieke mbo-opleidingen op niveau 4 (44,9 resp. 48,3 procent). Op het niveau van
de specifieke opleidingen lopen de ontwikkelingen (van jaar tot jaar) uiteen.
Inmiddels zijn ook gegevens over 2012/13 beschikbaar. Zowel op mbo 3 als mbo 4
niveau is sprake van een daling van het aantal diploma’s (met respectievelijk 12,1
procent naar 1.043 en 13,0 procent naar 826). De top vijf van logistieke opleidingen
op mbo 3- en 4-niveau met in 2012/13 de meeste diploma’s ziet er als volgt uit:
1. Logistiek team-/groepsleider (niveau 3) (910 diploma’s)
2. Logistiek supervisor (4) (344)
3. Manager transport en logistiek (4) (255)
4. Manager havenlogistiek (4) (158)
5. Coördinator havenoperaties (3) (68).
De overige opleidingen hebben elk minder dan 50 gediplomeerden.
Doorstroom en uitstroom van gediplomeerden
Op basis van door VTL bewerkte cijfers van DUO/SBB is een beeld te schetsen van de
doorstroom en uitstroom van gediplomeerden van de logistieke mbo-opleidingen op de
niveaus 3 en 4. Van de in het studiejaar 2011-2012 gediplomeerden van de logistieke
opleidingen op mbo3-niveau stroomde 15 procent door binnen het mbo en 85 procent
uit naar de arbeidsmarkt. Op mbo4-niveau bedroeg de doorstroom binnen het mbo en
naar het hbo 1,5 procent respectievelijk 32 procent en de uitstroom naar de
arbeidsmarkt 66,5 procent.32
Logistieke hbo-opleidingen (bachelor inclusief ad)
Nieuwe instroom
Tabel 2.8 Nieuwe instroom in logistieke hbo-opleidingen (bachelor inclusief ad),
studiejaar 2008/09 tot en met 2012/13
2008/09 2009/10 2010/11 2011/12 2012/13
Mutatie
2012/13
t.o.v.
2011/12
Mutatie
2012/13
t.o.v.
2008/09
ad eventmanager 55 53 54 72 72 0,0% 30,9%
b aviation 284 356 339 348 344 -1,1% 21,1%
b bedrijfskunde en agribusiness 402 390 382 394 417 5,8% 3,7%
b bedrijfswiskunde 109 117 127 127 152 19,7% 39,4%
b greenport business & retail 26 31 22 30 41 36,7% 57,7%
b logistiek en economie 662 651 590 653 683 4,6% 3,2%
b logistiek en technische vervoerskunde 286 275 255 280 323 15,4% 12,9%
b mobiliteit 61 91 59 69 65 -5,8% 6,6%
Totaal logistiek (ad, b) 1.885 1.964 1.828 1.973 2.097 6,3% 11,2%
Totaal hbo (ad, b en m) 98.649 104.678 104.138 102.661 100.623 -2,0% 2,0%
Bron: Vereniging Hogescholen; bewerking Panteia
De nieuwe instroom van hbo-studenten nam in 2012/13 overall met 2 procent af t.o.v.
een jaar eerder. Vergeleken met 2008/09 was sprake van een toename van 2 procent.
32 Het gaat om gediplomeerden die in het schooljaar 2011-2012 (meetperiode= 1 oktober 2011 t/m 30
september 2012) hun diploma haalden. Daarvan is per 1 oktober 2012 bepaald of ze een vervolgopleiding in het
mbo, hbo of vo zijn gaan doen of beschikbaar zijn gekomen voor de arbeidsmarkt.
32
De instroom in de logistieke hbo-opleidingen (bachelor inclusief ad) ontwikkelde zich
gunstiger (een toename met respectievelijk 6,3 en 11,2 procent). Deels zal deze
toename het gevolg zijn geweest van een discouraged worker effect. De vraag is dan
ook of deze stijgende trend de komende jaren, bij een weer aantrekkende economie,
zal doorzetten.
Ingeschreven studenten
Tabel 2.9 Totaal aantal ingeschreven studenten in logistieke hbo-opleidingen
(bachelor inclusief ad), studiejaar 2008/09 tot en met 2012/13
2008/09 2009/10 2010/11 2011/12 2012/13
Mutatie
2012/13
t.o.v.
2011/12
Mutatie
2012/13
t.o.v.
2008/09
ad eventmanager 154 148 153 190 177 -6,8% 14,9%
b aviation 717 849 942 1.008 1.044 3,6% 45,6%
b bedrijfskunde en agribusiness 1.255 1.309 1.302 1.342 1.396 4,0% 11,2%
b bedrijfswiskunde 466 472 518 554 622 12,3% 33,5%
b greenport business & retail 201 177 156 143 140 -2,1% -30,3%
b logistiek en economie 2.378 2.445 2.409 2.464 2.552 3,6% 7,3%
b logistiek en technische vervoerskunde 1.146 1.182 1.145 1.243 1.329 6,9% 16,0%
b mobiliteit 263 293 265 280 294 5,0% 11,8%
Totaal logistiek (ad, b) 6.580 6.875 6.890 7.224 7.554 4,6% 14,8%
Totaal hbo (ad, b en m) 383.856 403.424 416.781 423.984 421.560 -0,6% 9,8%
Bron: Vereniging Hogescholen; bewerking Panteia
Tussen 2008/09 en 2011/12 nam het totaal aantal ingeschreven hbo-studenten toe
(met per saldo 9,8 procent). In 2012/13 was weer sprake van een lichte afname
(-0,6 procent). Per saldo lag het studentenaantal in laatstgenoemd jaar 9,8 procent
hoger dan in 2008/09. Ook hier geldt weer de naar verhouding gunstigere
ontwikkeling voor de logistieke hbo-opleidingen (bachelor inclusief ad) met een
toename van 4,6 resp. 14,8 procent.
De drie logistieke hbo-opleidingen met in 2012/13 de meeste ingeschreven studenten
zijn:
1. Logistiek en economie (683 studenten)
2. Bedrijfskunde en agribusiness (417)
3. Aviation (344).
De opleiding logistiek en technische vervoerskunde volgt op de voet met 323
studenten.
33
Studierendement na 5 jaar
Tabel 2.10 Studierendement van logistieke hbo-opleidingen (bachelor inclusief ad)
na vijf jaar, inschrijvingsjaar 2003 tot en met 2007
2003 2004 2005 2006 2007
ad eventmanager 64,4%
b aviation 56,4% 35,1% 44,5% 28,4% 34,9%
b bedrijfskunde en agribusiness 68,8% 68,0% 69,4% 67,9% 70,1%
b bedrijfswiskunde 41,1% 50,6% 52,3% 57,1% 48,6%
b greenport business & retail 64,4% 65,4% 77,2% 45,8% 58,3%
b logistiek en economie 58,4% 55,7% 54,2% 52,8% 55,3%
b logistiek en technische vervoerskunde 65,5% 59,0% 57,4% 53,1% 59,7%
b mobiliteit 59,3% 69,6% 63,0% 54,8% 63,4%
Totaal logistiek (ad, b) 61,3% 58,1% 58,4% 53,4% 56,5%
Totaal hbo (ad, b en m) 58,5% 57,2% 56,0% 53,9% 53,8%
Bron: Vereniging Hogescholen; bewerking Panteia
Met uitzondering van het inschrijvingsjaar 2006 ligt het studierendement van de
logistieke hbo-opleidingen (bachelor inclusief ad) in de beschouwde periode steeds
enkele procenten hoger dan het gemiddelde voor het hbo als geheel. Vijf jaar na
inschrijving is van de nieuwe instroom in de logistieke hbo-opleidingen uit 2007 56,5
procent gediplomeerd tegenover 53,8 procent van de nieuwe instroom in alle hbo-
opleidingen samen. Voor betreffend inschrijvingsjaar is het studierendement het
hoogst voor de logistieke opleidingen bedrijfskunde en agribusinees, eventmanager
(een ad, dus een kortere opleiding) en mobiliteit (resp. 70,1, 64,4 en 63,4 procent).
Het laagst scoren bedrijfswiskunde en met name aviation (48,6 en 34,9 procent).
Overigens schommelt voor de meeste opleidingen het studierendement door de jaren
heen nogal.
Diploma’s
Tabel 2.11 Aantal diploma’s in logistieke hbo-opleidingen (bachelor inclusief ad),
studiejaar 2007/08 tot en met 2011/12
2007/08 2008/09 2009/10 2010/11 2011/12
Mutatie
2011/12 t.o.v.
2010/11
Mutatie
2011/12 t.o.v.
2007/08
ad eventmanager 34 40 30 44 46,7% ntb
b aviation 64 90 61 80 129 61,3% 101,6%
b bedrijfskunde en agribusiness 311 298 321 271 262 -3,3% -15,8%
b bedrijfswiskunde 103 93 66 66 72 9,1% -30,1%
b greenport business & retail 56 49 31 34 27 -20,6% -51,8%
b logistiek en economie 408 414 407 423 396 -6,4% -2,9%
b logistiek en technische vervoerskunde 185 167 211 212 237 11,8% 28,1%
b mobiliteit 55 45 67 48 41 -14,6% -25,5%
Totaal logistiek (ad, b) 1.182 1.190 1.204 1.164 1.208 3,8% 2,2%
Totaal hbo (ad, b en m) 65.689 66.953 67.562 67.729 71.045 4,9% 8,2%
Bron: Vereniging Hogescholen; bewerking Panteia
34
Het aantal gediplomeerden in het hbo als geheel laat in de periode 2007/08 tot en met
2011/12 een stijgende trend zien. Per saldo halen in 2011/12 in totaal 8,2 procent
studenten meer een hbo-diploma van in 2007/08. Met name in het laatste beschouwde
jaar (2011/12) is met 4,9 procent een flinke toename waarneembaar. Voor de
logistieke hbo-opleidingen (bachelor inclusief ad) is de groei gematigder
(respectievelijk 2,2 en 3,8 procent). Ook is hier - in tegenstelling tot de ontwikkeling
in het hbo als geheel – in 2010/11 een teruggang te zien.
De top drie van logistieke hbo-opleidingen met in 2011/12 de meeste gediplomeerden
zijn:
1. Logistiek en economie (396 diploma’s)
2. Bedrijfskunde en agribusiness (262 diploma’s)
3. Logistiek en technische vervoerskunde (237 diploma’s)
Verder werden voor de opleiding aviation nog meer dan 100 diploma’s gehaald (129).
De overige opleidingen scoorden lager.
Reservoir van niet-werkende werkzoekenden
Onderstaande tabel geeft het aantal voor transportberoepen (bij UWV ingeschreven
niet-werkende werkzoekenden weer. Daarbij wordt ingezoomd op de (logistieke)
beroepen op middelbaar en hoger (en wetenschappelijk) niveau en zijn de meest
relevante beroepsklassen en -groepen met vet geaccentueerd. Bij de cijfers past de
kanttekening dat niet alle ingeschreven niet-werkende werkzoekenden daadwerkelijk
op zoek zijn naar werk. Bovendien is er een groep niet-werkende werkzoekenden die
wel op zoek is naar werk, maar niet ingeschreven staat bij UWV (bijvoorbeeld omdat
men geen uitkering heeft en daarom niet verplicht is zich bij UWV in te schrijven).
Tabel 2.12 Bij UWV ingeschreven niet-werkende werkzoekenden, alle beroepen
samen en transportberoepen, februari 2012, 2013 en 2014
2012 2013 2014 Mutatie 2013-2014
Idem in %
Totaal alle beroepen 478.865 604.428 789.926 185.498 30,7%
Totaal transportberoepen 49.213 60.484 78.406 17.922 29,6%
waarvan:
Elementair TC&V 9360 10814 13686 2.872 26,6%
Lagere transportberoepen 36.096 44.708 58.412 13.704 30,7%
Ov. relevante lagere beroepen 529 623 750 127 20,4%
Middelbare algemene transportberoepen 339 472 646 174 36,9%
Middelbare economisch-administratieve transportberoepen 598 734 937 203 27,7%
Middelbare verzorgende transportberoepen 340 588 772 184 31,3%
Ov. relevante middelbare beroepen 1591 2092 2677 585 28,0%
Hogere transportberoepen 219 283 319 36 12,7%
Ov. relevante hogere beroepen 7 9 13 4 44,4%
Relevante wetenschappelijke beroepen 134 161 194 33 20,5%
Middelbare algemene transportberoepen
ladingmeester, stuwadoor; dienstleider, opzichter vervoersdiensten 4 4 4 0 0,0%
havenmeester binnenhaven, kanaalmeester 32 38 67 29 76,3%
schipper binnenvaart, kapitein sleepdienst, stuurman khv, loods binnenvaart 149 235 299 64 27,2%
conducteur trein, tram, bus 116 150 196 46 30,7%
perronopzichter ns, stationschef autobusvervoer 12 13 16 3 23,1%
walschipper binnenvaart 2 2 2 0 0,0%
dokmeester, loodschef, pakhuischef, terreinchef; hoofd besteldienst ptt 24 30 62 32 106,7%
35
Middelbare economisch-adminstratieve transportberoepen
transportplanner, administratief employé bevrachting 391 464 610 146 31,5%
expedient, waterklerk 10 11 20 9 81,8%
bedrijfshoofd klein touringcarbedrijf 2 1 2 1 100,0%
bedrijfshoofd klein binnenvaart-, zeevaartbedrijf 3 4 3 -1 -25,0%
bedrijfshoofd klein transport-, expeditiebedrijf 24 40 39 -1 -2,5%
controleur haven-, transportbedrijf 21 12 10 -2 -16,7%
controleur bus-, tramdiensten 63 97 137 40 41,2%
weger, meter scheepsladingen 1 1 -1 -100,0%
bedrijfshoofd middelgroot taxibedrijf; districtschef wegenwacht 59 69 87 18 26,1%
bedrijfshoofd middelgroot touringcarbedrijf 7 7 6 -1 -14,3%
bedrijfshoofd middelgroot transport-, expeditie-, stuwadoorsbedrijf 17 28 23 -5 -17,9%
Middelbare verzorgende transportberoepen
steward, stewardess luchtvaart 183 323 421 98 30,3%
scheepskok 28 37 45 8 21,6%
grondsteward, grondstewardess 129 228 306 78 34,2%
Ov. relevante middelbare beroepen
autorij-instructeur 454 533 709 176 33,0%
rij-examinator 13 13 13 0 0,0%
scheepselektricien 40 70 66 -4 -5,7%
auto-, vliegtuigelektricien 57 72 67 -5 -6,9%
scheepstimmerman, scheepsbeschieter (excl varend) 92 139 146 7 5,0%
scheepswerktuigkundige khv 9 18 22 4 22,2%
treinbestuurder ns 59 67 80 13 19,4%
radarwaarnemer 3 2 3 1 50,0%
leidinggevend magazijnbeheerder (administratief) 860 1.170 1.561 391 33,4%
hofmeester passagiersschip, scheepspurser koopvaardij 4 8 10 2 25,0%
Hogere transportberoepen (excl technisch)
luchtverkeersleider; dienstleider, opzichter vervoersdiensten (hoger) 30 40 51 11 27,5%
treindienstleider 5 6 7 1 16,7%
vlieger, vlieger-navigator 106 148 150 2 1,4%
kapitein kustvaart, 2e en lagere stuurlieden ghv, loods zeescheepvaart 2 3 10 7 233,3%
scheepskapitein ghv 17 29 23 -6 -20,7%
1e stuurman ghv, kapitein grote zeesleepvaart, kapitein khv 1 3 2 200,0%
controleur vervoer gevaarlijke stoffen 1 1 -1 -100,0%
leidinggevende transport, expeditie en opslag 8 10 23 13 130,0% bedrijfshoofd middelgroot openbaar vervoers-, vlieg-, binnenvaart-, zeevaartbedrijf 50 45 52 7 15,6%
Ov. relevante hogere beroepen
scheepswerktuigkundige ghv, marine
marconist, radiotelegrafist 1 2 5 3 150,0%
boordwerktuigkundige 4 4 3 -1 -25,0%
leidinggevend hoofdwerktuigkundige ghv 2 3 5 2 66,7%
Relevante wetenschappelijke beroepen
manager transport- (geen taxibedrijf), expeditie-, cargadoors-bedrijf etc. 132 155 190 35 22,6%
havenmeester luchtvaart 2 6 4 -2 -33,3%
Bron: UWV; bewerking Panteia
Eind februari 2014 stonden bij UWV voor transportberoepen in totaal 78.406 niet-
werkende werkzoekenden ingeschreven (waarvan 5.558 op middelbaar, hoger of
wetenschappelijk niveau) tegenover 60.484 een jaar eerder (waarvan 4.339 op
middelbaar, hoger of wetenschappelijk niveau).
De stijging voor de transportberoepen (+29,6 procent) is vergelijkbaar met die voor
alle beroepen samen (+30,7 procent). Alle onderscheiden beroepsklassen binnen de
transportberoepen laten een toename zien. De mate waarin verschilt.
36
Beperken we ons tot de voor de logistiek meest relevante beroep(sgroep)en op
middelbaar en hoger niveau, dan is de top vijf van beroepsgroepen met de meeste
ingeschreven niet-werkende werkzoekenden eind februari 2014 als volgt
samengesteld:
1. Leidinggevend magazijn beheerder (administratief) (1.561, +33,4 procent t.o.v.
een jaar eerder)
2. Transportplanner, administratief employé bevrachting (610, +31,5 procent)
3. Manager transportbedrijf (geen taxibedrijf) etc (190, +22,6 procent)
4. Controleur bus-, tramdiensten (137, +41,2 procent)
5. Bedrijfshoofd middelgroot taxibedrijf; districtschef wegenwacht (87, +16,1
procent).
2.3 Confrontatie vraag en aanbod
Confrontatie van vraag en aanbod kan discrepanties op de arbeidsmarkt in de logistiek
aan het licht brengen. Daarbij kan het gaan om kwantitatieve discrepanties,
kwalitatieve discrepanties en ondoorzichtigheid van de arbeidsmarkt.
Kwantitatieve discrepanties
Definit ie van kwantitat ieve discrepanties
Van kwantitatieve discrepanties is sprake wanneer voor de logistieke sector als geheel
of voor bepaalde branches en/of regio’s voor werkgevers te weinig gediplomeerde
schoolverlaters en andere groepen werkzoekenden beschikbaar zijn dan wel voor deze
werkzoekenden te weinig vacatures open staan. In het eerste geval zijn de
wervingsmogelijkheden voor werkgevers minder gunstig, in het tweede geval de
arbeidsmarktperspectieven van werkzoekenden.
Huidige spanning op de arbeidsmarkt
De spanningsindicator van UWV geeft de verhouding weer tussen het aantal
openstaande vacatures op de totale vacaturemarkt33 en het aantal bij UWV
ingeschreven kort34 werkzoekenden. Daarmee biedt de indicator een – weliswaar
indicatief - actueel beeld van de plaatsingsmogelijkheden voor niet-werkende
werkzoekenden en daarmee van de spanning op de arbeidsmarkt. De spanning wordt
weergegeven op een vijfpuntsschaal (van zeer krap tot zeer ruim). Onderstaande
tabel vergelijkt voor de voor de logistiek meest relevante transportberoepen (met vet
geaccentueerd) de situatie aan het eind van het derde kwartaal van 2013 met die een
jaar eerder.
Tabel 2.13 Spanningsindicator UWV, alle beroepen samen en transportberoepen,
vierde kwartaal 2011, 2012 en 2013
2011 2012 2013
Totaal alle beroepen ruim ruim zeer ruim
Transportberoepen
- lagere transportberoepen zeer ruim zeer ruim zeer ruim
- middelbare algemene transportberoepen krap ruim ruim
- middelbare economisch-administratieve transportberoepen gemiddeld ruim zeer ruim
- middelbare verzorgende transportberoepen zeer ruim zeer ruim zeer ruim
- hogere transportberoepen (excl technisch) gemiddeld ruim zeer ruim
Bron: UWV; bewerking Panteia
33 Hiervoor worden als basis de naar sector en beroepsniveau gewogen/opgehoogde aantallen internetvacatures
uit de database van Jobfeed gebruikt. 34 Korter dan een half jaar.
37
Aan het eind van 2013 is de arbeidsmarkt voor alle beroepen samen als zeer ruim te
typeren. Een jaar eerder was dat nog ruim. Ook voor alle onderscheiden
beroepsklassen binnen de transportberoepen, met uitzondering van middelbare
algemene transportberoepen (ruim) is de arbeidsmarkt eind 2013 zeer ruim. Een jaar
eerder was voor de middelbare economisch-administratieve transportberoepen en de
hogere transportberoepen de arbeidsmarkt nog ruim. Op basis van de beschikbare
UW-gegevens zijn geen betrouwbare uitspraken te doen op het niveau van SBC-
beroepsgroepen.
Voor de meest relevante ROA-beroepsgroepen administratieve transportemployés en
(vliegers, scheepskapiteins en) leidinggevenden transport is de typering eind 2013
eveneens zeer ruim (tegenover een jaar eerder ruim).
Toekomstige spanning op de arbeidsmarkt
Arbeidsmarktperspectieven toekomstige schoolverlaters
Kans op werk (kansopwerk.nl) van Stichting Samenwerking Beroepsonderwijs
Bedrijfsleven (SBB) biedt inzicht in het toekomstig arbeidsmarktperspectief van de
huidige mbo-student. Het gaat hierbij om de kans voor een gediplomeerde
schoolverlater een baan te vinden in het verlengde van de opleiding. De kans wordt
uitgedrukt als de student nu met de opleiding begint en wat de mogelijkheden zijn als
de opleiding in de normale studieduur wordt afgerond. Dus bijvoorbeeld de kans op
werk over drie jaar bij een opleiding met driejarige opleidingsduur en over vier jaar bij
een opleiding met een vierjarige opleidingsduur. De kansen worden voor de logistiek
op basis van de arbeidsmarktrapportages van VTL en vervolgens weergegeven volgens
onderstaande vijfpuntsschaal:
De volgende tabel geeft de scores weer voor de logistieke opleidingen op mbo-niveau
3 en 4. Daarbij wordt uitgesplitst naar zes districten.
5 Goede kansen
4 Ruim voldoende kansen
3 Voldoende kansen (evenwicht)
2 Matige kansen
1 Geringe kansen
38
Tabel 2.14 Toekomstige kans op werk van huidige studenten logistieke
opleidingen op de niveaus mbo 3 en 4
Bron: SBB/kansopwerk.nl
In het algemeen zijn er voor de toekomstige schoolverlaters van logistieke opleidingen
op de niveaus mbo 3 en 4 naar verwachting voldoende arbeidsmarktkansen
(evenwicht tussen vraag en aanbod). Uitzonderingen zijn de goede kansen voor de
mbo-3 opleiding coördinator havenoperaties en de geringe kansen voor de mbo-4
opleidingen aviation operations officer en luchtvaartlogisticus. In het eerste geval
betekent dit voor werkgevers veel knelpunten in de toekomstige
personeelsvoorziening (krappe arbeidsmarkt), in het tweede geval weinig (ruime
arbeidsmarkt).
Voor zover er al regionale scores beschikbaar zijn, valt vooral het volgende op:
Regio Noordwest: geringe kansen mbo 4-opleidingen aviation operations officer en
luchtvaartlogisticus (samenhang met de aanwezigheid van luchthaven Schiphol)
Regio Zuidwest: goede kansen mbo 3-opleiding coördinator havenoperaties
(samenhang met de aanwezigheid van de haven van Rotterdam)
Regio’s Zuidwest en Zuidoost: goede kansen mbo 3-opleiding (samenhang met de
aanwezigheid van belangrijke logistieke knooppunten in de regio’s).
De Studiekeuzedatabase maakt voor prognoses van de arbeidsmarktperspectieven van
de huidige studenten in het hoger onderwijs gebruik van microdata over de Indicator
Toekomstige Arbeidsmarktperspectieven (ITA) naar opleiding van ROA. Deze indicator
geeft aan welke vraag-aanbod-discrepantie er per opleidingstype te verwachten is.
Daarbij wordt een vijfpuntsschaal gehanteerd: slecht, matig, redelijk, goed, zeer
goed.35 Inmiddels is de ROA-publicatie ‘De arbeidsmarkt naar opleiding en beroep tot
2018’ verschenen. Daarin zijn de toekomstige arbeidsmarktperspectieven –
vergeleken met twee jaar geleden - over de gehele linie wat naar beneden bijgesteld.
Voor de brede opleidingscategorie hbo economie bijvoorbeeld van matig naar slecht en
35 Als het arbeidsaanbod kleiner is dan de vraag, en de ITA dus kleiner dan of gelijk is aan 1,00, wordt het
arbeidsmarktperspectief als goed getypeerd. Als de waarde van de ITA zelfs kleiner dan of gelijk is aan 0,85,
wordt gesproken van een zeer goed arbeidsmarktperspectief.22 Daarentegen, als de ITA een waarde heeft tussen de 1,00 en 1,05 – en het aanbodoverschot dus niet veel groter is dan wat als frictie kan worden
beschouwd – wordt gesproken van een redelijk arbeidsmarktperspectief. Bij een hogere waarde van de ITA
wordt het arbeidsmarktperspectief voor het desbetreffende opleidingstype als matig, of bij een ITA groter dan
1,15, als slecht aangeduid.
39
voor hbo techniek van goed naar redelijk. De onderliggende nieuwe microdata van
ROA zijn nog niet verwerkt in de Studiekeuzedatabase. Daarin wordt nog gebruik
gemaakt van microdata uit 2011. Bij de interpretatie van de op deze oudere microdata
gebaseerde tabel hieronder moet daarmee rekening worden gehouden.
Tabel 2.15 Toekomstige arbeidsmarktperspectieven huidige studenten logistieke
hbo-opleidingen (ad, bachelor en master)
Opleiding Prognose
Associate degree
Eventmanager Slecht
Logistiek en economie Nb
Hbo-bachelor
Bedrijfskunde & agribussiness Matig
Greenport business & retail Nb
Aviation Goed
Bedrijfswiskunde Goed
Logistiek en economie Matig
Logistiek en technische vervoerskunde Goed
Mobiliteit Goed
Verkeer & logistiek Goed
Hbo-master
Supply Chain Management Nb
Master in Logistics Management Slecht
Shipping and Transport Slecht
Bron: Studiekeuzedatabase/studiekeuze123.nl (o.b.v. ROA-gegevens uit 2011 )
De toekomstige arbeidsmarktperspectieven van studenten van de ad-opleiding
eventmanager zijn slecht (op een vijfpuntsschaal van slecht tot zeer goed). De
vooruitzichten voor studenten van de logistieke hbo-opleidingen op bachelor-niveau
zijn goed, met uitzondering van de opleidingen bedrijfskunde & agribusiness en
logistiek en economie die matig scoren. Voor studenten van de logistieke hbo-
opleidingen op masterniveau zijn de perspectieven slecht.
Omgekeerde betekent dit dat werkgevers vooral knelpunten zullen ervaren in de
werving van logistisch personeel op hbo-bachelorniveau.
Toekomstige personeelsoverschotten/-tekorten
De Indicator Toekomstige Knelpunten in de Personeelsvoorziening (ITKP) van ROA
geeft aan in welke mate het voor werkgevers in de toekomst mogelijk is om de
gewenste personeelssamenstelling naar opleidingsachtergrond binnen beroepen te
realiseren, bij de voorspelde vraag-aanbod-verhoudingen voor de verschillende
opleidingstypen.36
36 De ITKB heeft een waarde tussen 0 en 1 en naarmate de indicator lager is, zijn de knelpunten groter voor de
opleidingscategorieën die voor de betreffende beroepsgroep relevant zijn. Wanneer de ITKB daarentegen dichter
bij 1 ligt, zullen werkgevers minder moeite hebben de gewenste personeelssamenstelling te realiseren.
40
Tabel 2.16 Indicator Toekomstige Knelpunten in de personeelsvoorziening naar
Beroep (ITKB) voor werkgevers en percentage werkgevers dat al dan
niet knelpunten verwacht, 2013-2018
Bron: ROA (2013). De arbeidsmarkt naar opleiding en beroep tot 2018.
Voor de transportberoepen als geheel verwacht ROA in de periode 2013-2018 ‘vrijwel
geen’ knelpunten doordat het aanbod van schoolverlaters met de kwalificaties voor
deze beroepen van voldoende omvang is.37 Voor de hogere transportberoepen
voorzien de ROA prognoses grote knelpunten.38
Eerdere prognoses in het kader van de Human Capital Agenda Logistiek doen dit wel.
Een waarschijnlijk scenario volgens deze prognoses is dat op het elementaire en
lagere niveau een constante, de eerste jaren wat lagere, en later weer wat hogere
vraag naar personeel blijft bestaan (met name vanwege vervanging en deels vanwege
uitbreiding). Op mbo 3/4-niveau zal zonder maatregelen de krapte toenemen, vooral
na 2015. Ten slotte ontstaan bij een toenemende concurrentie om personeel vanuit
andere sectoren op hbo- en in mindere mate wo-niveau fikse tekorten die de ambities
van de sector sterk kunnen beknotten.39
SOOB, het opleidings- en ontwikkelingsfonds van de sector transport en logistiek,
verwacht in de sector transport en logistiek de komende jaren een groot tekort aan
gekwalificeerd personeel. In de komende jaren komen er 50.000 arbeidsplaatsen vrij
die opgevuld moeten worden. Alleen al in het transport komen er tot 2015 10.000
arbeidsplaatsen vrij.40
Volgens de Logistics Labour Survey 2012 van Tempo Team tonen de logistieke
werkgevers zelf zich in meerderheid echter (nog) niet erg bezorgd over mogelijke
toekomstige personeelstekorten. Ruim twee derde (67 procent) van de logistieke
werkgevers met 10 werknemers of meer acht het niet erg waarschijnlijk in de
komende drie jaar te zullen lijden onder tekorten aan personeel in specifieke
37 ROA (2013). De arbeidsmarkt naar opleiding en beroep tot 2018. 38 Zie tabel 20 van: UWV (2014). Vervoer en opslag. Sectorbeschrijving. 39 HTCL (2011). Human Capital Agenda Topsector Logistiek. 40 Artikel ‘Sector luidt noodklok over personeelstekort’, OP: logistiek.nl, 28 mei 2013.
41
functies.41 Dat lijkt niet erg in lijn te zijn met de hierboven beschreven verwachtingen.
Een mogelijke verklaring volgens Tempo Team is dat werkgevers verwachten dat de
onzekere marktsituatie in de logistiek nog wel een tijdje aan zal houden en tekorten
daardoor niet erg waarschijnlijk zullen zijn.42 Inmiddels krabbelt, zoals eerder
vermeld, het ondernemersklimaat in de sector echter op en is in 2014 weer
volumegroei te verwachten.43
Inschatting (toekomstige) arbeidsmarktkansen door stakeholders
Het onderzoek rechtvaardigt de conclusie dat hoewel het aantal afgestudeerden in
logistieke functies op mbo 3- en 4 en hbo niveau stijgt, deze mensen in het algemeen
goed aan een baan (zullen) kunnen komen. De consultatie van de stakeholders
bevestigt dit beeld. TLN merkt in dit verband bijvoorbeeld op dat veel logistieke
studenten al een baan hebben voor ze zijn afgestudeerd.
Kwalitatieve discrepanties op de arbeidsmarkt
Definit ie
Kwalitatieve discrepanties treden op wanneer de technisch-instrumentele en/of
sociaal-normatieve eisen van werkgevers in een sector hoger zijn dan de kennis,
kunde, competenties en/of sociale vaardigheden van (gediplomeerde) schoolverlaters
en andere categorieën werkzoekenden dan wel wanneer deze werkzoekenden hogere
eisen stellen aan arbeidsvoorwaarden, -omstandigheden en –inhoud dan wat
werkgevers in de sector willen/ kunnen bieden.
Eisen van werkgevers aan werknemers
De toenemende complexiteit en automatisering van het werk in de logistiek vraagt om
steeds beter, hoger gekwalificeerd en breder inzetbaar personeel. In de Logistics
Labour Survey 2012 van Tempo Team geeft 72 procent van de logistieke werkgevers
dan ook aan dat scholing bovenaan hun HR-agenda staat. Overigens speelt hierbij ook
de naar verhouding grote – en nog steeds toenemende - flexibele schil van logistieke
bedrijven een rol (op dit moment zo’n 30 tot 40 procent van alle werknemers). De
trend in de logistiek is – om schommelingen in de vraag naar arbeid ten gevolge van
structurele, conjuncturele en/of incidentele ontwikkelingen op te kunnen vangen – zo
flexibel mogelijk te blijven. Dit vraagt echter wel om het op adequate wijze managen
van de in- en uitstroom van werknemers, overdracht/behoud van de kennis en
ervaring en gestandaardiseerde scholings- en inwerkingsprocedures.44
De specifieke eisen die werkgevers aan de competenties van logistieke professionals
stellen, veranderen. Competenties die richting 2020 belangrijker worden, zijn:
Flexibele, commerciële instelling
Bedrijfskundige en financiële vaardigheden
Kennis en inzicht in gevolgen van wet- en regelgeving op het logistieke proces
Kennis en inzicht in de hele keten
Internationale regisseursrol (vraagt o.m. om cultureel adaptief vermogen)
41 Overigens hoorde Tempo Team tijdens een expertlunch van HR-directeuren van grote bedrijven hele andere
geluiden. Zij kwalificeerden dit als “struisvogelgedrag”. 42 Tempo Team (2012). Logistics Labour Survey 2012. 43 Bij e-fulfilment leveren de logistiek dienstverleners de diensten terwijl het voorraadrisico bij de opdrachtgever (de webwinkel) blijft liggen. Voor e-commerce is e-fulfilment een belangrijke succesfactor en daar kunnen
logistieke dienstverleners met een goed concept van profiteren. Zie: ING Economisch Bureau (2013).
Kwartaalbericht Transport en Logistiek. December 2013. 44 Tempo Team (2012). Logistics Labour Survey 2012.
42
Maatschappelijk verantwoord ondernemen (vraagt o.m. om transparant en
mediabewust zijn).45
De logistieke sector is echter niet uniek in de toenemende eisen aan de kennis,
vaardigheden en competenties van werknemers. De komende jaren zal de
concurrentie met andere sectoren om (hoger-middelbaar en) hoger opgeleiden dan
ook verder toenemen. Voor klantgerichte hbo-ers geldt dat nog in versterkte mate.46
NHTV noemt de verschuiving van de logistieke werkzaamheden naar hbo-niveau een
belangrijke oorzaak van de moeilijk vervulbare vraag in de sector.
Eisen van werknemers aan werkgevers
Qua primaire arbeidsvoorwaarden (lonen, loonontwikkeling) blijft de sector transport
en logistiek achter bij andere sectoren. Veel werknemers in de sector transport en
logistiek zijn zwaar ontevreden over hun salaris. Uit de Loonwijzer/Wage Index 2012
voor transport en logistiek van vacaturewebsite Monsterboard blijkt dat amper 26
procent van het personeel tevreden is met hun salaris. Het gemiddelde uurloon in de
sector bedraagt volgens de index 13,90 euro. Vrouwen verdienen gemiddeld acht
procent minder dan mannen.47
Ook zijn de werknemers in de sector transport en logistiek naar verhouding minder
tevreden met de arbeidsomstandigheden en arbeidsinhoud. Dat zal vooral gelden voor
lager opgeleiden en in mindere mate voor (hoger-middelbaar en) hoger opgeleiden. In
de branches beroepsgoederenvervoer en logistieke dienstverlening is overigens wel
sprake van een dalende trend in het ziekteverzuim, verbetering van de gezondheid
van het personeel en toenemend draagvlak onder werkgevers en werknemers om te
werken aan duurzame inzetbaarheid.48
Ondoorzichtigheid van de arbeidsmarkt
Definit ie
Bij ondoorzichtigheid (ofwel intransparantie) van de arbeidsmarkt gaat het om
verschillen tussen het wervingsgedrag van werkgevers in de logistieke sector en het
zoekgedrag van (gediplomeerde) schoolverlaters en andere categorieën
werkzoekenden. Anders geformuleerd: werkgevers en werkzoekenden weten elkaar
niet (goed) te vinden. Ook het imago van (branches en/of werkgevers in) de sector
onder werkzoekenden kan een probleem vormen. Aan de andere kant kunnen
werkgevers in de sector een negatief beeld hebben van bepaalde groepen
werkzoekenden.
Wervings- en zoekgedrag
Social media nemen in de (arbeidsmarkt)communicatie en personeelswerving door
bedrijven en instellingen een steeds belangrijkere positie in, ook in de logistiek. Bijna
de helft van alle ondernemers in de logistieke keten in Nederland maakt gebruik van
social media. Het gebruik ligt hiermee wel onder het gemiddelde gebruik in alle
sectoren (dit ligt op twee derde). Niet-gebruikers twijfelen over het nut en geven aan
onvoldoende kennis in huis te hebben. LinkedIn is onder de gebruikers het meest
populair, gevolgd door Facebook. De meeste gebruikers hebben via social media meer
45 Artikel ‘De logistieke competenties van 2020’, OP: logistiek.nl, 14 oktober 2008; Landelijke Platform Logistiek
(2011). Beroeps- en competentieprofiel Logistiek ten behoeve van de bacheloropleidingen. Logistiek & Economie
en Logistiek & Technische Vervoerskunde. 46 Panteia (2012). Analyse arbeidsmarkt hoger opgeleiden. Pilotsector Logistiek. 47 Monsterboard (2103). Werken in transport/logistiek. Hoe stond de gemiddelde werknemer in de
transportsector ervoor in 2012? 48 Panteia (2011). Trendrapport 2011. Preventie, verzuim en duurzame inzetbaarheid in de sector transport en
logistiek; Panteia (2012). Analyse arbeidsmarkt hoger opgeleiden. Pilotsector Logistiek.‘
43
bekendheid (41%) en meer relaties gekregen (35%). Een op de acht ondernemers
meldt ook nieuwe opdrachten Een op de acht ondernemers meldt ook nieuwe
opdrachten.
Figuur 2.7 Effecten gebruik social media door logistieke bedrijven, 2013
Bron: Kennis DC Logistiek Zeeland-Brabant (2013). Social Media Gebruik Logistiek.
Ongeveer één op de drie ondernemers in de logistiek (35 procent) zegt nog geen
concrete resultaten te hebben behaald met social media. Een ruime meerderheid ziet
al wel effecten. De meeste ondernemers zeggen door het gebruik van social media
meer bekendheid (41 procent) en meer relaties te hebben gekregen (35 procent).
Bijna 30 procent is door social media geïnspireerd tot nieuwe ideeën. Eén op de acht
heeft door social media extra opdrachten binnengehaald. Eén op de tien
ondernemingen heeft nieuwe medewerkers binnengehaald via social media. Het gaat
hierbij vooral om grotere bedrijven. In het algemeen behalen grotere bedrijven meer
resultaat dan kleinere bedrijven. Van de bedrijven met 2-10 werknemers heeft de
helft nog geen zichtbaar resultaat geboekt.49
De Logistics Labour Survey 2014 laat zien dat het werving- en selectiebureau en/ of
uitzendbureau voor werkgevers nog steeds het meest succesvolle wervingskanaal is
voor het vinden van kwalitatief en kundig logistiek personeel. Dit ondanks de
vergaande digitalisering van de maatschappij en het feit dat potentiële werknemers
zich steeds vaker online bewegen.50 Het eigen netwerk en de eigen website staan
respectievelijk op nummer 2 en 3 van belangrijkste wervingskanalen. Op de vierde
plaats staat adverteren op algemene vacaturesites als Monsterboard, Nationale
Vacaturebank en werk.nl. Opvallend is de lage score van logistieke websites en de
specifieke logistieke vakbladen als wervingskanaal.51
Imago
Het imago van de logistieke sector als werkgever is niet erg gunstig. Over het
algemeen wordt de sector niet erg ‘sexy’ bevonden. Dat geldt zowel voor lager
opgeleiden als voor hoger opgeleiden.52
Voor een belangrijk deel gaat het hierbij ook om onbekendheid met (het werk in) de
logistiek. In een enquête door Motivaction onder jongeren, ouders, werknemers en zij-
instromers zegt ruim driekwart de sector onvoldoende te kennen en geen goed idee te
49 Het betreft hier een landelijk onderzoek onder 566 logistieke werknemers. Zie: Kennis DC Logistiek Zeeland-
Brabant (2013). Social Media Gebruik Logistiek. 50 Uit de Beroepen en Arbeidsmarkt Survey (BAS) van Yacht, Randstad en Tempo Team komt naar voren dat
werknemers in de logistiek (n=270) met name zoeken via vacaturesites, het plaatsen van hun cv op jobsites,
uitzendbureaus en hun persoonlijk netwerk. Opvallend is dat zij relatief vaak vak- en branchegerelateerde vacaturesites gebruiken in hun zoektocht naar werk. 51 Tempo Team (2014). Logistics Labour Survey 2014. 52 IPM/KidWise (2010). Onderzoek naar werken in de productie logistiek; Artikel 'Alleen losers blijven in de
logistiek', OP: logistiek.nl, 1 juni 2011.
44
hebben van wat werken in de sector inhoudt. Voor meer dan een derde van de
jongeren geldt bovendien dat onduidelijk is welke opleidingsmogelijkheden de branche
te bieden heeft. Jongeren denken bij transport en logistiek vaak aan eenvoudig en
eentonig werk, terwijl het vak juist veel afwisselende en uitdagende functies biedt.53
Bij de effectiviteit van de campagnes tot nu toe om het imago van de sector op te
vijzelen zijn vraagtekens te plaatsen. De campagnes zijn doorgaans beter bekend bij
werkgevers dan bij (potentiële) werknemers. Bovendien zijn de meeste campagnes
vooral/ uitsluitend gericht op de transportwereld en niet of nauwelijks op de logistieke
wereld. De beeldvorming over de logistieke sector heeft dan ook verbreding en een
nieuwe richting nodig, die beter matcht met de nieuwe generatie en gebaseerd is op
moderne methoden/kanalen van marketing en communicatie.54 Een goede eerste
aanzet hiertoe is de tiendelige tv-serie 'Hollands Goud', die op zondagmiddag wordt
uitgezonden op SBS6. In dit reality programma, een initiatief van de sociale partners
in de logistieke sector, duiken drie talentvolle studenten in de kleurrijke wereld van
transport en logistiek.55
53 Artikel ‘Sector luidt noodklok over personeelstekort’, OP: logistiek.nl, 28 mei 2013. 54 Tempo Team (2011). Logistics Labour Survey 2011; NEA (2012). Toekomst logistieke arbeidsmarkt is úw
uitdaging! Uw meest waardevolle asset is sterk in beweging. 55 Artikel ‘Logistiek biedt carrièrekansen, maar sexappeal ontbreekt’, OP: logistiek.nl, 17 oktober 2013.
45
3 Jonge professionals in de logistiek
Dit hoofdstuk belicht de knelpuntfuncties in de logistiek vanuit het perspectief van de
jonge professionals in de logistiek. Aan de orde komen de overgang van studie naar
werk en de eisen aan en de wensen, behoeften en verwachtingen van jonge
professionals in de logistiek.
Het hoofdstuk is gebaseerd op een aantal speciaal voor dit onderzoek toegevoegde
dan wel toegespitste vragen in de periodieke enquête onder 47 werkende leden van
JLN (hbo- en wo-niveau). Bij deze groep is nog onderscheid te maken tussen
werknemers in de puur logistieke sector (distributie en logistieke dienstverlening) en
werknemers in niet-logistieke sectoren (productie, retail en consultancy).
3.1 Aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt
Huidige aansluiting
Van de werkende respondenten zegt bijna tweederde (61 procent) tijdens de opleiding
(zeer) goed te worden voorbereid op de arbeidsmarkt. Zowel de opgedane
inhoudelijke kennis als getrainde skills sluiten volgens eigen zeggen goed aan op de
vraag op de arbeidsmarkt (zie onderstaand figuur). Respondenten die werken in de
logistieke sector zijn positiever over de aansluiting van de inhoudelijke kennis op de
vraag op de arbeidsmarkt dan respondenten die in een andere sector werken
(respectievelijk 73 procent en 54 procent antwoordt (zeer) goed).
Figuur 3.1 Mate van aansluiting tussen opleiding en opvolgende baan
Bron: JLN; bewerking Panteia
Verbeterpunten
Respondenten geven suggesties hoe het onderwijs kan bijdragen aan een goede
aansluiting op de eerste baan. Zo hadden zij graag gedurende hun studie meer zicht
hadden gehad op hetgeen in het bedrijfsleven speelt. Dit kan door in de lesstof meer
praktijkvoorbeelden te gebruiken, bijvoorbeeld door bedrijven uit te nodigen voor
gastcolleges. Hierdoor sluit de theorie beter aan bij de praktijk en krijgen studenten
ook een beter beeld van wat zij na hun studie kunnen gaan doen. Stages kunnen
0% 20% 40% 60% 80% 100%
Getrainde skills en competenties
Inhoudelijke kennis
Zeer slecht
Slecht
Neutraal
Goed
Zeer goed
46
hiervoor ook een goed middel zijn. Verder geven respondenten aan dat zij graag beter
waren getraind in communicatievaardigheden, waaronder vreemde talen. Ook
sollicitatietraining wordt als verbeterpunt genoemd.
Respondenten stellen dat ook het bedrijfsleven de aansluiting kan verbeteren, door
meer contact te zoeken met de onderwijsinstellingen. Het bedrijfsleven kan
bijvoorbeeld initiatief nemen door stages van hoog niveau aan te bieden of
gastsprekers af te vaardigen. Bij de start van hun eerste baan hadden respondenten
graag meer coaching en persoonlijke ondersteuning ontvangen.
3.2 Eisen van werkgevers aan jonge professionals
Vereiste soft skills
Respondenten vinden sociale vaardigheden de belangrijkste soft skill voor hun eerste
baan (79 procent noemt deze vaardigheid als één van de drie genoemden). Ook
doorzettingsvermogen wordt belangrijk geacht (57 procent). Voor het vervolg van de
carrière zien de respondenten leiderschap als belangrijkste soft skill (77 procent).
Respondenten die werkzaam zijn in de logistieke sector noemen deze vaardigheid
overigens vaker dan respondenten uit een andere sector (86 procent vs. 68 procent).
Figuur 3.2 Belangrijke soft skills voor eerste baan en vervolg van carrière
Bron: JLN; bewerking Panteia
Vereiste inzet
Eenderde van de respondenten (33 procent) stelt dat het precies lukt om de
werkzaamheden te verrichten binnen de afgesproken werktijd. Iets meer dan kwart
(27 procent) stelt dat het (heel) gemakkelijk lukt, 40 procent heeft (veel) te veel
werk. In de logistieke sector is de spreiding van werkdrukte groter dan in andere
sectoren, 34 procent heeft (veel) te weinig en 48 procent (veel) te veel werk.
Bij respondenten die (veel) te veel werk hebben voor de afgesproken werktijd, doet
meer dan helft (55 procent) van de werkgevers een poging extra mensen te werven.
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
Sociale vaardigheden
Studievaardigheden
Doorzettingsvermogen
Punctualiteit
Internet vaardigheden
Teamplayer
Leiderschap
Omgaan met cultureleverschillen
Onderhandelen
Motiveren van jezelf enanderen
Coachen
Luisteren
1e baan vervolg carriere
47
Hierbij is een groot verschil tussen de sectoren: in de logistieke sector gaat het om 69
procent tegenover 44 procent in de andere sectoren.
3.3 Wensen, behoeften en verwachtingen van jonge professionals
Keuze sector/branche
De redenen waarom respondenten kozen voor de logistieke sector zijn divers. Meest
genoemde aspecten:
De dynamiek van de sector
De uitdaging om processen te optimaliseren
De diversiteit van de werkzaamheden
De concreetheid van de te boeken resultaten
De samenwerking met andere partijen
Een aantal respondenten geeft aan dat de kans op een baan ook een rol heeft
gespeeld.
De belangrijkste aspecten in een baan voor starters zijn persoonlijke ontwikkeling, de
sfeer en het takenpakket. De meest interessante sectoren om als jong logisticus in te
werken zijn de productie, de retail en de logistieke dienstverlening. Het minst
interessant vindt men de sectoren ICT, zorg en defensie.
Carrière
Het merendeel van de respondenten (90 procent) denkt dat hun werkgever hen,
vanwege de opleiding en de functie waarin ze werkzaam zijn, de komende jaren graag
bij het bedrijf houdt. Respondenten werkzaam in de sector logistiek zijn hier zekerder
van dan respondenten werkzaam in andere sectoren (62 procent tegenover 30
procent).
Het merendeel van de respondenten ziet zichzelf na 5-10 jaar werkervaring in een
leidinggevende functie. Regelmatig wordt deze gezien als onderdeel van een MT-
functie. Een kleiner deel geeft aan zich als logistic engineer op een bepaald thema te
willen specialiseren en graag projecten uit te willen voeren. Met het oog op deze
ambities ziet men de competentie leiderschap als belangrijke soft skill in het vervolg
van de carrière, zoals weergegeven in figuur 3.2.
49
4 Moeilijk vervulbare vacatures in de logistiek
Panteia en Tempo Team hebben een internetenquête gehouden onder bruto 2.450
werkgevers met logistieke functies. De uiteindelijke respons was laag. Uiteindelijk
namen 178 werkgevers aan de enquête deel, waarvan 130 logistiek personeel in
dienst hadden. Mogelijk is er een verband mee dat veel bedrijven op dit moment geen
of weinig knelpunten binnen de vacaturevervulling van logistieke functies kennen.
Gezien de lage respons, dienen de resultaten van de enquête nadrukkelijk als
indicatief te worden beschouwd. De waarde ligt meer in het aangeven waar de moeilijk
vervulbare vraag op de betreffende niveaus zit dan in het precies bepalen van de
aantallen moeilijk vervulbare vacatures. De indicatieve resultaten van de enquête zijn
getoetst in interviews met sleutelinformanten uit (onderwijs en arbeidsmarkt in) de
logistieke sector.
In dit hoofdstuk beschrijven we de resultaten van de enquête. Allereerst komen aan
de orde de moeilijk vervulbare vacatures op de niveaus mbo 3 en 4 en hbo naar
(werkgevers- en vacature)kenmerken (paragraaf 4.1). Vervolgens gaan we in op de
maatregelen die werkgevers nu reeds treffen om de moeilijk vervulbare vacatures te
vervullen (paragraaf 4.2). Daarna beschrijven we de mogelijkheden de moeilijk
vervulbare vacatures te vervullen door omscholing van niet-logistiek opgeleiden naar
logistieke functies (paragraaf 4.3). We sluiten af met het belang van logistieke
opleidingen in meer algemene zin (paragraaf 4.4).
Voor meer informatie over de aanpak van de werkgeversenquête en de toetsing van
de resultaten daarvan in de interviews met sleutelinformanten zij verwezen naar de
methodologische verantwoording in bijlage 1.
4.1 Werkgevers- en vacaturekenmerken
Moeilijk vervulbare vacatures ja/nee
Van de 130 werkgevers met logistiek personeel geven 17 aan dat zij ten tijde van de
enquête moeilijk vervulbare vacatures voor logistieke functies hebben of dat zij deze
voor 2014 verwachten. Op basis hiervan is af te leiden dat circa 13 procent van de
werkgevers logistieke vacatures heeft of verwacht waarvoor zij moeilijk iemand
kunnen vinden. Ruim driekwart van de werkgevers met moeilijk vervulbare vacatures
(77 procent) verwacht voor 2014 problemen, iets minder dan de helft hiervan heeft nu
al moeite de vacatures te vervullen (46 procent).
50
Tabel 4.1 Heeft u op dit moment of verwacht u in 2014 (nog meer) moeilijk
vervulbare vacatures voor logistieke functies?
Totaal
Nu, straks niet 3%
Nu niet, straks wel 5%
Nu & straks 5%
Niet 87%
Totaal % 100%
Aantal 130
Bron: Werkgeversenquête Panteia en Tempo Team
In de enquête is niet expliciet gevraagd naar het aantal moeilijk vervulbare vacatures
per werkgever.
Moeilijk vervulbare vacatures naar sector en opleidingsniveau
Sector
Qua vervulbaarheid van vacatures lijken de problemen lijken het grootst in de
logistieke dienstverlening en beroepsgoederenvervoer over de weg. Naar verhouding
worden in Limburg vaker moeilijk vervulbare functies gemeld dan in andere regio’s,
deze zijn veelal op hbo-niveau.
Opleidingsniveau
Het moeilijkst te vervullen blijken functies op hbo-niveau (76 procent) en mbo-niveau
3 of 4 (65 procent). Ook noemt iets meer dan een derde van de werkgevers functies
op mbo-niveau 2 (35 procent) als moeilijk vervulbaar. Op de lagere (mbo 1 en vmbo)
en hogere (wo) niveaus gaat het om kleinere percentages.
Moeilijk vervulbare vacatures op de niveaus mbo 3 en 4 en hbo
De rest van dit hoofdstuk heeft betrekking op moeilijk vervulbare vacatures op de
niveaus mbo 3 en 4 en hbo. In de enquête zijn er in totaal 12 werkgevers die
dergelijke vacatures nu of op termijn hebben. Dat komt neer op 9 procentpunt van de
13 procent van de werkgevers die nu of in 2014 met moeilijk vervulbare vraag
heeft/verwacht. Gezien de - vergeleken met de lagere niveaus - kleine
vacatureaantallen op de niveaus mbo 3 en 4 en hbo is het gemiddeld aantal moeilijk
vervulbare vacatures per werkgever op laatstgenoemde hogere niveaus vermoedelijk
niet erg hoog. De stakeholders onderschrijven dit. Volgens TLN is het totale aantal
(moeilijk vervulbare) vacatures op de niveaus mbo 3 en 4 en hbo deels ook laag
omdat veel vacatures via informele circuits worden opgelost. EVO wijst er op dat
hoewel kwantitatief de nood nog niet aan de man lijkt te zijn, er wel kwalitatieve
mismatches zijn. “De toenemende vraag naar innovatieve, internationaal
georiënteerde en optimaal intrinsiek gemotiveerde krachten zorgt voor de zoektocht
naar ‘schaap met de 5 poten’”.
Bij de interpretatie van onderstaande resultaten dient weer te worden gewezen op de
indicatieve waarde daarvan.
Specif ieke funct ie en opleiding
Het vaakst moeilijk vervulbaar zijn vacatures voor de functies van transportplanners
en algemene logistiek medewerkers. Vacatures voor luchtvaartpersoneel en
productieplanners worden het minst vaak genoemd als moeilijk vervulbaar.
51
De specifieke opleidingen waar de meeste moeilijk vervulbare vraag naar is, betreft
planner wegtransport op niveau mbo 3 en logistiek & economie op hbo-niveau
(bachelor en/of associate degree). Minder dan een vijfde van de werkgevers (17
procent) stelt dat voor het vervullen van de functie een diploma of certificaat beslist
nodig is. Meestal is dit afhankelijk van de opleiding en de functie (50 procent).
Figuur 4.1 Moet iemand beslist een diploma of certificaat hebben van de
genoemde opleiding(en)?
Bron: Werkgeversenquête Panteia en Tempo Team
Ondernemersvereniging Transport en Logistiek Nederland (TLN, met 5.600 leden)
merkt op dat bij veel bedrijven de functie van transportplanner zwaarder is geworden,
meer IT-kennis vereist en het werk de ‘traditionele’ mbo'er boven het hoofd is
gegroeid. Tegelijkertijd wordt de functie in de praktijk vaak zo divers ingevuld dat het
hbo er in de opleiding eigenlijk weinig mee kan. Vraag is dus volgens TLN of er een
specifieke opleiding moet komen (wellicht op associate degree-niveau) of dat
transportplanners binnen de organisatie verder opgeleid moeten worden. Ook de
vertegenwoordiger van de particuliere opleiders wijst het situatie-afhankelijk zijn van
de transportplanning en het ontbreken van goede reguliere opleidingen voor
transportplanners.
EVO - een ondernemersverenging die de belangen behartigt van 20.000 handels- en
productiebedrijven - herkent het beeld van moeilijk vervulbare vraag naar
tansportplanners (“multidisciplinair schaap met 5 poten die wat interventie- en
cognitief niveau”naadloos kan schakelen”). Voor logistiek medewerkers is het beeld
minder herkenbaar (de knelpunten zouden daar meer samenhangen met de (beleving
van) salariëring e.d.). Aan de twee genoemde functies zou EVO in ieder geval de
functie van declarant (internationale handel) willen toevoegen.
Oorzaak moeil i jke vervulbaarheid
De belangrijkste reden die werkgevers geven waardoor de vacatures moeilijk te
vervullen zijn, is dat het opleidingsniveau van de sollicitanten niet goed aansluit op de
aangeboden baan (58 procent). Daarnaast stellen de sollicitanten volgens de helft van
de werkgevers te hoge salariseisen (50 procent). Gebrek aan sollicitanten wordt door
minder dan eenvijfde van de werkgevers als oorzaak van de moeilijke vervulbaarheid
genoemd (17 procent).
17%
50%
33% Ja
Niet altijd, dit verschilt peropleiding/functie
Nee, niet beslist nodig
52
Tabel 4.2 Waardoor kunt u de functies moeilijk vervullen
(meer antwoorden mogelijk)?
Totaal
Opleidingsniveau sollicitanten niet goed 58%
Te hoge salariseisen sollicitanten 50%
Opleidingsrichting sollicitanten niet goed 33%
Sollicitanten met te weinig werkervaring 33%
Gebrekkige instelling (motivatie) van sollicitanten 17%
Arbeidstijden / aantal uren per week niet passend 17%
Onvoldoende sollicitanten 17%
Anders 8%
Totaal % 100%
Aantal 12
Bron: Werkgeversenquête Panteia en Tempo Team
Vereiste competenties
Gevraagd naar de competenties noemen de meeste werkgevers specifieke vakkennis
als reden dat de vacatures moeilijk vervulbaar zijn (75 procent). Ook leidinggevende
capaciteiten, communicatieve vaardigheden en stressbestendigheid worden in dit
opzicht vaak genoemd (50 procent).
Figuur 4.2 Welke competenties maken dat de vacatures moeilijk vervulbaar zijn
(meer antwoorden mogelijk)?
Bron: Werkgeversenquête Panteia en Tempo Team
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
Specifieke vakkennis
Commerciëlevaardigheden
Leidinggevendecapaciteiten
Werken in teamverband
Stressbestendigheid
KlantgerichtheidZelfstandig kunnen
werken
Flexibele instelling
Analytisch/probleemoplossend vermogend
Communicatievevaardigheden
Sociale vaardigheden
53
4.2 Huidige maatregelen
Aanpassing vacature-eisen
Het merendeel van de werkgevers ziet mogelijkheden om de vacature-eisen aan te
passen. Dit betreft het aannemen van iemand met een lager opleidingsniveau of
iemand die in een andere richting is opgeleid. Het aanpassen van arbeidstijden of
salaris wordt niet als mogelijke optie gezien.
Overige maatregelen
Een grote meerderheid van de werkgevers (75 procent) ziet om- of bijscholing van
zittend personeel als mogelijke oplossing voor de moeilijk vervulbare vraag.
Daarnaast noemt een substantiële groep werkgevers (42 procent) de inzet van meer
wervingskanalen en/of het intensiveren van de werving als maatregel. Het om- of
bijscholen van nieuw aangenomen personeel wordt minder vaak als mogelijkheid
gezien (33 procent). Werving onder nieuwe doelgroepen wordt door geen van de
werkgevers als maatregel genoemd.
4.3 Omscholingstrajecten
Mogelijkheden voor omscholingstrajecten
Twee derde van de werkgevers uit de enquête (75 procent) geeft aan dat er
omscholingstrajecten van 6-12 maanden mogelijk zijn waarmee niet-logistiek
opgeleiden in aanmerking zouden kunnen komen voor de moeilijk vervulbare
vacatures. Deze mogelijkheden zien zij zowel op mbo- als op hbo-niveau.
Het beeld dat op dit punt uit de stakeholdersronde naar voren komt is als volgt:
TLN ziet mogelijkheden, maar deze zijn wel afhankelijk van de achtergrond en
interesse die deze personen hebben. Hoe dichter men al bij de logistieke functies
staat, hoe minder in omscholing geïnvesteerd hoeft te worden. Verder is de
instroom vanuit andere sectoren natuurlijk sterk afhankelijk van de
werkgelegenheid in die sectoren. Ook zou volgens TLN voor dergelijke
omscholingstrajecten - naast mbo- en hbo-opleidingen - ook (en vooral) gedacht
moeten worden aan associate degree-opleidingen.
Ook EVO ziet mogelijkheden, maar plaatst wel kanttekeningen bij de duur van 6-
12 maanden. Deze termijn lijkt vooral gekozen om een en ander onder
subsidiestromen voor bekostigd onderwijs te kunnen brengen. Praktisch en vooral
kort-cursorisch onderwijs is volgens EVO voor het overhalen van zij-instromers
naar de logistieke wereld bewezen succesvoller. Veelal hebben zij-instromers
ruime ervaring, waardoor snel is in te zoomen op specifieke logistieke leerdoelen.
Een periode van 6-12 maanden werpt dan een barrière op.
Nova College ziet weliswaar mogelijkheden voor omscholingstrajecten, maar vindt
een kwalitatief goede invulling daarvan belangrijk. De onderwijsinstelling acht 6
tot 12 maanden daarvoor te kort en adviseert een traject met een nominale
studieduur.
NHTV Internationaal Hoger Onderwijs Breda geeft aan de mogelijkheden niet te
kunnen bevestigen omdat men alleen reguliere voltijds hbo-opleidingen aanbiedt.
Volgens het Scheepvaart en Transport College (STC) zijn er zeker mogelijkheden.
Logistieke werkgevers zetten echter (vooralsnog) geen concrete stappen in deze
richting.
De vertegenwoordiger van de particuliere opleiders geeft aan dat men hier wel
eens voor gepolst wordt. De mogelijkheden zijn er. De vraag is echter hoe dit te
financieren.
54
Mensen die de werkgevers uit de enquête het meest geschikt achten voor omscholing
zijn administratief, commercieel of bedrijfskundig opgeleiden op mbo 3- of mbo 4-
niveau.
De stakeholders denken op dit punt als volgt:
Volgens TLN hebben genoemde opleidingsrichtingen inderdaad raakvlakken met
functies in de logistiek. Daarnaast zijn in de logistiek echter ook steeds meer
mensen met een beta achtergrond nodig (logistic engineer). Dat geldt zeker voor
het bedenken van nieuwe logistieke concepten, slimme ketens e.d.
EVO merkt op genoemde groepen qua competenties en vaardigheden wel
matchen, maar qua affiniteit en arbeidsvoorwaarden verschillende werelden lijken
te zijn. De vraag is dan ook of logistiek met deze vakgebieden kan concurreren.
Nova College acht dit de juiste doelgroepen voor omscholing.
NHTV ziet voor genoemde groepen mogelijkheden, ook op hbo-niveau.
STC merkt net als TLN op dat er ook technisch geschoolden in aanmerking zouden
kunnen komen. Men ziet ook mogelijkheden voor opgeleiden in de zorg.
De vertegenwoordiger van de particuliere opleiders noemt voldoende feeling met
de problematiek en het betreffende (sub)vak een belangrijke randvoorwaarde.
Voor de functie van transportplanner bijvoorbeeld is wiskundig inzicht
noodzakelijk.
De meeste werkgevers uit de enquête voor omscholingstrajecten ook wel
mogelijkheden voor herintreders, werklozen of arbeidsgehandicapten.
Volgens de stakeholders zijn de mogelijkheden op dit punt als volgt:
Volgens TLN worden genoemde groepen nu al op verschillende plekken toegeleid
naar de logistieke sector. Daarbij gaat het vooral om lager en lager-middelbaar
opgeleiden. De vraag is echter hoe duurzaam dergelijke plaatsingen zijn.
Betreffende groepen met een afstand tot de arbeidsmarkt hebben die afstand vaak
niet voor niets (kunnen ze werkdruk aan, kunnen ze werken in ploegen, zijn ze
fysiek fit, hoe is de arbeidsmentaliteit?). TLN ziet toch vaak dat mensen met
afstand tot de arbeidsmarkt ook relatief snel weer het bedrijf (moeten) verlaten,
omdat ze niet geschikt blijken te zijn voor het werk. “Denk dus niet te snel dat
iedereen zomaar in de logistiek terecht kan. Achtergrond, motivatie en
arbeidsmentaliteit spelen wel degelijk een belangrijke rol”.
EVO ziet zeker mogelijkheden, maar vooral voor de wat meer standaard
werkzaamheden en beroepen (m.n. magazijnfuncties). Het vraagt wel goede
voorbereiding, handling, begeleiding etc. Dat betekent dat bedrijven er echt aan
toe moten zijn c.q. op dit punt een fundamentele strategie hebben en daar ook in
willen investeren (zoals bijvoorbeeld Post NL).
Nova College acht dit een reële optie, mits wordt voldaan aan een aantal
belangrijke randvoorwaarden (zie onder).
Ook NHTV wijst er op dat op mbo 4- en hbo-niveau minder reële mogelijkheden
zijn dan op lager en lager-middelbaar niveau.
STC merkt op dat omscholingstrajecten voor genoemde groepen alleen kans van
slagen hebben bij vastgelegd commitment van logistieke bedrijven.
De vertegenwoordiger van de particuliere opleiders noemt omscholingstrajecten
voor genoemde groepen reëel, maar ook hier is de vraag: wie gaat dat betalen?
55
(Rand)voorwaarden omscholingstrajecten
Uit de stakeholdersinterviews komen de volgende belangrijke randvoorwaarden voor
een succesvolle opzet en uitvoering van omscholingstrajecten voor niet-logistiek
opgeleiden op mbo 3 en 4- en hbo-niveau naar voren:
TLN wijst op het belang van een goede wervings- en selectieprocedure. Selecteer
de juiste groep (met een korte afstand tot de, logistieke arbeidsmarkt). Selecteer
ook op de juiste competenties die nodig zijn in de logistiek en de juiste
arbeidsmentaliteit. Ook de achtergrond speelt mee, elke functie heeft zijn eigen
vereisten qua achtergrond.
Volgens EVO moet aangesloten worden bij de bestaande opleidingsstructuur in de
logistiek (‘niet opnieuw het wiel uitvinden’) en moet ervoor worden gewaakt dat
‘super commerciële’ organisaties de lead krijgen in de trajecten. Dit zou een goede
koppeling tussen potentieel en de wensen/eisen van het werkveld in de weg
kunnen staan, omdat dergelijke organisaties in het algemeen geen baat hebben bij
zaken als goed werkgeverschap, veiligheid, kwaliteit. Verder prefereert EVO
maatwerk in kleinschalige lokale/regionale projecten boven een generieke,
grootschalige landelijke aanpak. Ook wijst EVO op het belang van eerlijke en reële
voorlichting over de arbeidsmarkt aan potentiële nieuwe logistici en nogmaals op
het belang van korte opleidingen. Langdurig onderwijs verlaagt de slagkracht en
de animo om vanaf de zijkant in te stromen.
In verband met de kwaliteit van het op te leiden personeel adviseert Nova College
de opleidingen te laten verzorgen bij de vakinstelling. Andere randvoorwaarden
zijn een goede intake en trajecten van een nominale studieduur.
NHTV vindt met name het functiegericht opleiden van belang (planners,
commercieel logistici, inkoop)
Voor STC zijn commitment van bedrijven en samenwerking met en tussen
bedrijven en het reguliere onderwijs belangrijke (rand)voorwaarden.
De vertegenwoordiger van de particuliere opleiders wijst op het belang van een
goede planning, goede doelgroepenanalyses en goede intakes. Verder staat of valt
het succes van de omscholing met een goede, heldere financiering en
kwaliteitszorg (bijvoorbeeld aan de hand van het inspectiekader).
4.4 Belang logistieke opleidingen in algemene zin
De stelling dat logistieke opleidingen steeds belangrijker worden omdat de sector
alleen maar complexer wordt breed onderschreven. Alle werkgevers die nu moeilijk
vervulbare vacatures hebben of deze in de toekomst verwachten, zijn het eens met
deze stelling. Een kleine meerderheid kan zich er zelfs helemaal in vinden.
57
Bijlage 1 Methodologische verantwoording
Enquêtes
Door middel van korte internetenquêtes zijn gegevens verzameld over moeilijk
vervulbare vacatures in het logistieke domein. Deze enquêtes hebben nader inzicht
geboden in de moeilijk vervulbare vraag en in de mogelijkheden de moeilijk
vervulbare vacatures in laten te vullen door bepaalde doelgroepen
Arbeidsmarktenquête JLN
Allereerst heeft een aantal specifieke vragen meegelopen in een bredere
arbeidsmarktenquête onder jonge logistieke professionals. Het betreft een periodieke
internetenquête onder leden van Jong Logistiek Nederland (JLN), een platform gericht
op logistiek georiënteerde hbo-/wo-studenten en afgestudeerden tot en met 30 jaar.
De enquête van JLN richt zich op de behoeftes van jonge en aanstaande werknemers
op de logistieke arbeidsmarkt en wat er voor nodig is om dit werkveld voor hen
aantrekkelijk te houden. Met deze kennis kan JLN zich in het arbeidsmarktdebat
mengen en haar achterban goed vertegenwoordigen en zich zo profileren als de
kennispartner voor werkgevers voor jonge logistici.
Het aantal – studerende en werkende - leden van JLN bedraagt op dit moment ruim
700. Daarvan deden in 2013 in totaal 121 mee aan de enquête. De secundaire
analyses op de enquêteresultaten door Panteia ten behoeve van het onderhavige
onderzoek beperkten zich tot de werkende leden (47 van 121 respondenten);
studerende leden zijn in de analyses buiten beschouwing gelaten.
In de enquête wordt voor de werkende leden onderscheid gemaakt tussen vijf
sectoren: 1) productie; 2) distributie; 3) retail; 4) logistieke dienstverlening; 5)
consultancy. Ten behoeve van de secundaire analyses door Panteia is een tweedeling
gemaakt tussen enerzijds de puur logistieke sector (distributie en logistieke
dienstverlening) en de niet-logistieke sectoren (productie, retail en consultancy).
De secundaire statistische analyses (frequentieverdelingen en kruistabellen) op het
door JLN aangeleverde databestand (in Excel) zijn door Panteia uitgevoerd in SPSS.
Zie voor de gedetailleerde tabellen bijlage 2.
Werkgeversenquête Panteia
Eind 2013 is door Panteia en Tempo Team een internetenquête gehouden onder
werkgevers met logistieke functies. De enquête richtte zich op (de beleving door
werkgevers van) de aard en omvang van de moeilijk vervulbare vraag op de logistieke
arbeidsmarkt en mogelijke oplossingen daarvoor (in het bijzondere om- en
bijscholingstrajecten).
Ten behoeve van de enquête is een steekproef van werkgevers samengesteld op basis
van de volgende bronnen:
VTL sectorpanel werkgevers: VTL is de kennisorganisatie beroepsonderwijs
bedrijfsleven (kbb) voor de sector transport en logistiek. In maart 2013 is door
Panteia in opdracht van VTL een bedrijfsenquête uitgevoerd waar 2.100 bedrijven
aan hebben deelgenomen. Van deze bedrijven gaf 89 procent aan bereid te zijn
mee te werken aan ander op de logistieke sector gericht onderzoek. Op basis
hiervan heeft VTL het sectorpanel werkgevers in het leven geroepen. Ten behoeve
van dit onderzoek zijn 592 werkgevers uit het sectorpanel benaderd.
58
Bestand van Tempo Team van emailadressen van relevante werkgevers in
relevante niet specifiek logistieke sectoren (i.e. handel en industrie): In totaal zijn
ruim 1.100 werkgevers in niet-logistieke sectoren benaderd.
Bestand van emailadressen van EVO: EVO, de ondernemersorganisatie voor
logistiek en transport, behartigt de belangen van 20.000 handels- en
productiebedrijven. Deze bedrijven doen de opslag en het vervoer van hun
producten zelf of besteden dit uit. Ten behoeve van dit onderzoek zijn 752
werkgevers uit het bestand van EVO benaderd.
In totaal is voor het onderhavige onderzoek een steekproef van zo’n 2.450 werkgevers
benaderd. Er is één keer gerappelleerd. Uiteindelijk bedroeg de netto respons 178. Dit
komt neer op ruim 7 procent van de benaderde werkgevers. De verdeling van de
respons over VTL, Tempo Team en EVO is als volgt:
VTL: 149
Tempo Team: 16
EVO: 13.
Van de 178 werkgevers hadden er 130 logistiek personeel in dienst. De overige
werkgevers zijn niet verder bevraagd.
De statistische analyses (frequentieverdelingen en kruistabellen) op de
enquêteresultaten zijn door Panteia uitgevoerd in SPSS. Zie voor de gedetailleerde
tabellen bijlage 2.
Consultatie stakeholders
Om feedback te krijgen op de verzamelde en geanalyseerde informatie heeft een korte
consultatieronde (deels telefonisch, deels per mail) plaatsgevonden onder de volgende
zes sleutelinformanten uit de sector, te weten:
EVO – Johan Kerver
TLN – Christiaan Luik en Caroline Blom
MBO (Nova College) – Hans Snijders
HBO (NHTV – Academie voor stedenbouw, logistiek en mobiliteit) – Leo Kemps
Particuliere opleiders – Toon Kloet
STC – Ron Kooren
In de consultatie is gebruik gemaakt van het volgende vragenlijstje:
1. Uit het onderzoek komt het beeld naar voren dat het aantal afgestudeerden mbo 3
en 4 en hbo in logistieke functies stijgt, maar dat deze mensen over het algemeen
goed aan een baan kunnen komen. Is dat ook uw beeld?
2. Een belangrijke conclusie van het onderzoek is dat een substantieel deel (een op
de tien) van de werkgevers op dit moment en/of in de loop van 2014 te maken
heeft met moeilijk vervulbare vacatures voor logistieke functies op de niveaus
mbo 3 en 4 en hbo. Het totaal aantal moeilijk vervulbare vacatures voor logistieke
functies op de niveaus mbo 3 en 4 en hbo is absoluut gezien echter gering. Klopt
dat beeld volgens u? Wat zijn hiervan de mogelijke oorzaken?
3. In het onderzoek wordt een beeld geschetst van moeilijk vervulbare vraag: in de
sector logistieke dienstverlening en beroepsgoederenvervoer en in de functies
algemeen logistiek medewerker en transportplanner. Is dat beeld volgens u
correct?
4. Een andere belangrijke conclusie van het onderzoek is dat werkgevers
mogelijkheden zien voor om- en bijscholingstrajecten van 6 tot 12 maanden voor
niet-logistiek opgeleiden op de niveaus mbo 3 en 4 en hbo. Deelt u deze mening?
59
5. De werkgevers geven in de enquête aan vooral mogelijkheden te zien voor om- en
bijscholing van administratief, commercieel en bedrijfskundig opgeleiden op mbo
3- en mbo 4-niveau. Zijn dit volgens u de juiste doelgroepen voor de om- en
bijscholingstrajecten?
6. Ook zien werkgevers wel mogelijkheden voor om- en bijscholing van minder
kansrijke groepen werkzoekenden (zoals herintreders, werklozen en
arbeidsgehandicapten). In hoeverre is dit volgens u een reële optie?
7. Wat zijn volgens u belangrijke (rand)voorwaarden voor een succesvolle opzet en
uitvoering van deze om- en bijscholingstrajecten?
8. Welke andere aanbevelingen zou u in het kader van dit onderzoek naar (de
aanpak van) logistieke knelpuntfuncties mee willen geven?
61
Bijlage 2 Tabellen
Enquête onder werkende leden JLN
Tabel B2.1 Heb je het idee voldoende te worden voorbereid op de
arbeidsmarkt?
Logistieke sector Anders Totaal
Zeer slecht 0% 0% 0%
Slecht 10% 8% 9%
Neutraal 30% 29% 30%
Goed 55% 54% 55%
Zeer goed 5% 8% 7%
Totaal % 100% 100% 100%
Aantal 20 24 44
Tabel B2.2 In welke mate sluit de inhoudelijke kennis van je
huidige/genoten opleiding aan bij je opvolgende baan?
Logistieke sector Anders Totaal
Zeer slecht 0% 0% 0%
Slecht 5% 8% 7%
Neutraal 23% 38% 30%
Goed 59% 46% 52%
Zeer goed 14% 8% 11%
Totaal % 100% 100% 100%
Aantal 22 24 46
Tabel B2.3 In welke mate sluiten de getrainde skills en competenties in je
genoten opleiding aan bij je opvolgende baan?
Logistieke sector Anders Totaal
Zeer slecht 0% 0% 0%
Slecht 23% 9% 16%
Neutraal 14% 26% 20%
Goed 50% 61% 56%
Zeer goed 14% 4% 9%
Totaal % 100% 100% 100%
Aantal 22 23 45
62
Tabel B2.4 Welke soft skills zijn volgens jou belangrijk in je eerste baan
(maximaal 3)?
Logistieke sector Anders Totaal
Sociale vaardigheden 82% 76% 79%
Doorzettingsvermogen 64% 52% 57%
Teamplayer 23% 52% 38%
Luisteren 32% 44% 38%
Motiveren van jezelf en
anderen
50% 24% 36%
Punctualiteit 14% 28% 21%
Leiderschap 14% 4% 9%
Coachen 9% 8% 9%
Omgaan met culturele
verschillen
9% 4% 6%
Studievaardigheden 0% 8% 4%
Onderhandelen 5% 0% 2%
Internetvaardigheden 5% 0% 2%
Totaal % 100% 100% 100%
Aantal 22 25 47
Tabel B2.5 Welke soft skills zijn volgens jou belangrijk in het vervolg van
je carrière (maximaal 3)?
Logistieke sector Anders Totaal
Leiderschap 86% 68% 77%
Motiveren van jezelf en
anderen
55% 36% 45%
Sociale vaardigheden 36% 36% 36%
Onderhandelen 27% 44% 36%
Doorzettingsvermogen 23% 40% 32%
Coachen 27% 28% 28%
Teamplayer 27% 16% 21%
Luisteren 14% 8% 11%
Punctualiteit 5% 8% 6%
Omgaan met culturele
verschillen, lesgeven
5% 4% 4%
Studievaardigheden 5% 0% 2%
Internetvaardigheden 0% 0% 0%
Totaal % 100% 100% 100%
Aantal 22 25 47
63
Tabel B2.6 In hoeverre zijn je werkzaamheden te verrichten binnen de
afgesproken werktijd?
Logistieke sector Anders Totaal
Heel gemakkelijk 10% 0% 4%
Gemakkelijk 24% 21% 22%
Lukt precies 19% 46% 33%
Teveel werk 48% 29% 38%
Veel te veel werk 0% 4% 2%
Totaal % 100% 100% 100%
Aantal 21 24 45
Tabel B2.7 Indien je bij de vorige vraag (veel) te veel werk hebt ingevuld:
Doet je werkgever daartoe ook pogingen door mensen te
werven?
Logistieke sector Anders Totaal
Nee 31% 56% 45%
Ja, er worden mensen
geworven
38% 25% 31%
Ja, maar er worden
geen mensen
geworven
23% 19% 21%
Ja, maar ik weet niet
of het bedrijf werft
8% 0% 3%
Totaal % 100% 100% 100%
Aantal 13 16 29
Tabel B2.8 Welke aspecten van een baan vind je het belangrijkst
(maximaal 3)?
Logistieke sector Anders Totaal
Persoonlijke ontwikkeling 77% 60% 68%
Sfeer 45% 60% 53%
Taken 45% 56% 51%
Opleidingsmogelijkheden 36% 56% 47%
Salaris 41% 44% 43%
Internationaal karakter 27% 8% 17%
Grootte van het bedrijf 9% 16% 13%
Coaching 18% 8% 13%
Totaal % 100% 100% 100%
Aantal 22 25 47
64
Tabel B2.9 Welke sector trekt jou het meeste aan?
Logistieke sector Anders Totaal
Productie 9% 36% 23%
Logistiek dienstverlener 27% 8% 17%
Retail 5% 24% 15%
Warehouse 18% 0% 9%
Industriëel 9% 4% 6%
Haven 9% 4% 6%
Anders 5% 8% 6%
Evenementen 5% 4% 4%
ICT 5% 4% 4%
Zorg 5% 4% 4%
Agro 5% 0% 2%
Fashion 0% 4% 2%
Totaal % 100% 100% 100%
Aantal 22 25 47
Tabel B2.10 In welke sector zou je niet willen werken?
Logistieke sector Anders Totaal
ICT 10% 28% 20%
Zorg 29% 12% 20%
Defensie 14% 8% 11%
Logistiek dienstverlener 5% 12% 9%
Veiling 14% 4% 9%
Anders 10% 8% 9%
Agro 5% 8% 7%
Fashion 10% 4% 7%
Evenementen 0% 4% 2%
Productie 0% 4% 2%
Warehouse 0% 4% 2%
Industriëel 0% 4% 2%
Totaal % 100% 100% 100%
Aantal 21 25 46
65
Tabel B2.11 Denk je dat jouw werkgever je, vanwege je opleiding en de
functie waarin je werkzaam bent, de komende jaren graag bij
het bedrijf houdt?
Logistieke sector Anders Totaal
Zeker wel 62% 30% 45%
Waarschijnlijk wel 29% 61% 45%
Onduidelijk/weet niet 10% 9% 9%
Totaal % 100% 100% 100%
Aantal 21 23 44
Enquête onder werkgevers met logistieke functies
Tabel B2.12 Heeft u op dit moment of verwacht u in 2014 (nog meer)
moeilijk vervulbare vacatures voor logistieke functies?
Totaal
Nu, straks niet 3%
Nu niet, straks wel 5%
Nu & straks 5%
Niet 87%
Totaal % 100%
Aantal 130
Tabel B2.13 Heeft u op dit moment of verwacht u in 2014 (nog meer)
moeilijk vervulbare vacatures voor logistieke functies?/
In welke branche is uw bedrijf hoofdzakelijk actief?
Logistieke
dienst-
verlening
Beroepsgoederen-
vervoer over
de weg
Anders Totaal
Nu, straks niet 13% 29% 50% 24%
Nu niet, straks wel 38% 57% 0% 41%
Nu & straks 50% 14% 50% 35%
Totaal % 100% 100% 100% 100%
Aantal 8 7 2 17
66
Tabel B2.14 Wat is de postcode van de vestiging van het bedrijf waarvoor u
de vragen beantwoordt? / Op welk niveau heeft u op dit
moment of verwacht u in 2014 moeilijk vervulbare vacatures
voor logistieke functies?
No
ord
-
Ne
de
rla
nd
Oo
st-
Ne
de
rla
nd
Mid
de
n-
Ne
de
rla
nd
No
ord
-
Ho
lla
nd
De
n H
aa
g
Ze
ela
nd
en
We
st-
Bra
ba
nt
Oo
st-
Bra
ba
nt
Lim
bu
rg
Totaal
Aantal %
Vmbo 0 0 0 0 0 0 0 2 2 12%
Mbo niveau 1 1 0 0 0 0 0 0 0 1 6%
Mbo niveau 2 1 1 1 2 0 0 1 0 6 35%
Mbo niveau 3 of
niveau 4
1 1 3 1 1 0 1 3 11 65%
Hbo 1 2 3 0 1 1 0 5 13 76%
Wo 1 0 0 0 0 0 0 0 1 6%
Totaal Aantal
2 3 3 2 1 1 1 4 17 100%
Tabel B2.15 Om welke specifieke functies gaat het bij deze moeilijk
vervulbare vacatures (meer antwoorden mogelijk)?
Totaal
Transportplanners 50%
Logistiek medewerkers algemeen 42%
Expediteurs 25%
Logistiek adviseurs, economen, vervoerskundigen 25%
Anders 25%
Managers logistiek, distributie en aanverwante gebieden 17%
Logistiek werkvoorbereiders, 17%
Inklaringsagenten 17%
Productieplanners 8%
Luchtvaartpersoneel 8%
Totaal % 100%
Aantal 12
67
Tabel B2.16 Om welke specifieke opleidingen gaat het bij deze moeilijk
vervulbare vacatures (meer antwoorden mogelijk)?
Totaal aantal
MBO 3-kwalificaties Logistiek teamleider 1
Planner wegtransport 6
MBO 4-kwalificaties Logistiek supervisor 2
Luchtvaartlogisticus 1
Manager transport en
logistiek
3
HBO-Associate Degree Logistiek en economie 3
HBO-Bachelors Logistiek en economie 2
Logistiek en technische
vervoerskunde
2
HBO-Masters International Supply Chain
Management
1
Master in Logistics
Management
2
Totaal % 100%
Aantal 12
Tabel B2.17 Moet iemand beslist een diploma of certificaat hebben van de
genoemde opleiding(en)?
Totaal
Ja 17%
Niet altijd, dit verschilt per opleiding/functie 50%
Nee, niet beslist nodig 33%
Totaal % 100%
Aantal 12
Tabel B2.18 Waardoor kunt u de functies moeilijk vervullen (meer
antwoorden mogelijk)?
Totaal
Opleidingsniveau sollicitanten niet goed 58%
Te hoge salariseisen sollicitanten 50%
Opleidingsrichting sollicitanten niet goed 33%
Sollicitanten met te weinig werkervaring 33%
Gebrekkige instelling (motivatie) van sollicitanten 17%
Arbeidstijden / aantal uren per week niet passend 17%
Onvoldoende sollicitanten 17%
Anders 8%
Totaal % 100%
Aantal 12
68
Tabel B2.19 Welke competenties maken dat de vacatures moeilijk
vervulbaar zijn (meer antwoorden mogelijk)?
Totaal
Specifieke vakkennis 75%
Leidinggevende capaciteiten 50%
Stressbestendigheid 50%
Communicatieve vaardigheden 50%
Analytisch/probleemoplossend vermogend 42%
Commerciële vaardigheden 33%
Klantgerichtheid 25%
Zelfstandig kunnen werken 25%
Flexibele instelling 17%
Sociale vaardigheden 17%
Werken in teamverband 8%
Totaal % 100%
Aantal 12
Tabel B2.20 Als u heel moeilijk aan bepaald personeel kan komen, zou u dan
uw vacature-eisen aanpassen (meer antwoorden mogelijk)?
Totaal
Ja, ik neem iemand met een lager opleidingsniveau aan 42%
Ja, ik neem iemand aan die in een andere richting is
opgeleid
50%
Ja, aanpassen arbeidstijden 0%
Ja, aanpassen salaris 0%
Ja, aanpassen overige eisen, namelijk… 8%
Nee, ik kan mijn vacature-eisen niet aanpassen 17%
Totaal % 100%
Aantal 12
69
Tabel B2.21 Welke andere maatregelen heeft u ter beschikking
om deze moeilijk vervulbare vacatures te vervullen
(meer antwoorden mogelijk)?
Totaal
Om- of bijscholen van zittend personeel 75%
Om- of bijscholen van nieuw aangenomen personeel 33%
Meer wervingskanalen inzetten en/of werving intensiveren 42%
Werving onder nieuwe doelgroepen 0%
Anders 8%
Geen 0%
Totaal % 100%
Aantal 12
Tabel B2.22 Zijn er volgens u omscholingstrajecten van 6-12 maanden
mogelijk waarmee niet-logistiek opgeleiden in aanmerking
zouden kunnen komen voor uw moeilijk vervulbare vacatures?
Ja Nee
Mbo en hbo-niveau 5 2
Alleen mbo-niveau 2 0
Alleen hbo-niveau 2 1
Totaal % 75% 25%
Aantal 9 3
Tabel B2.23 Welke mensen zouden volgens u voor deze opleidingen het
meest in aanmerking komen (meer antwoorden mogelijk)?
Totaal
Administratief opgeleiden 44%
Commercieel/bedrijfskundig opgeleiden 67%
Wiskundig opgeleiden 11%
ICT-opgeleiden 11%
Technisch opgeleiden 11%
Anders opgeleiden 11%
Totaal % 100%
Aantal 9
70
Tabel B2.24 Welk opleidingsniveau moeten deze om te scholen personen
hebben (meer antwoorden mogelijk)?
Totaal
Mbo-2-opgeleiden 0%
Mbo-3-opgeleiden 56%
Mbo-4-opgeleiden 78%
Hbo-opgeleiden 33%
Wo-opgeleiden 11%
Anders, namelijk… 0%
Totaal % 100%
Aantal 9
Tabel B2.25 Zouden ook personen uit de volgende groepen voor
die omscholing in aanmerking kunnen komen
(meer antwoorden mogelijk)?
Totaal
Herintreders 100%
Werklozen 89%
Arbeidsgehandicapten 89%
Totaal % 100%
Aantal 9
Tabel B2.26 In welke mate bent u het met de volgende stelling eens:
“Logistieke opleidingen worden steeds belangrijker omdat de
sector alleen maar complexer wordt”?
Totaal
Geheel mee oneens 0%
Mee oneens 0%
Neutraal 0%
Mee eens 44%
Geheel mee eens 56%
Totaal % 100%
Aantal 9
71
Bijlage 3 Geraadpleegde bronnen
ABN AMRO (2011). Visie op transport en logistiek. Sectorupdate 2011.
ABN AMRO (2013). Logistieke waarde creëer je samen.
Artikel ‘De logistieke competenties van 2020’, OP: logistiek.nl, 14 oktober 2008.
Artikel ‘Explosieve vraag logistiek engineers en planners kenmerkt arbeidsmarkt’, OP:
logistiek.nl, 5 november 2013.
Artikel ‘Logistiek biedt carrièrekansen, maar sexappeal ontbreekt’, OP: logistiek.nl,
17 oktober 2013.
Artikel ‘Logistiek sectorhuis: groei op stevig fundament’, op: logistiek.nl, 3 september
2006.
Artikel ‘Sector luidt noodklok over personeelstekort’, OP: logistiek.nl, 28 mei 2013.
Artikel 'Alleen losers blijven in de logistiek', OP: logistiek.nl, 1 juni 2011.
CBS (2011). Monitor Logistiek en Supply Chain Management. Rapportage 2009.
CPB (2014). CEP 2014.
DUO/SBB-gegevens over doorstroom van mbo-gediplomeerden
DUO/SBB-kubussen mbo-diploma’s
DUO/SBB-kubussen mbo-inschrijvingen
HTCL (2011). Human Capital Agenda Topsector Logistiek.
HTCL (2012). Het concert begint. Innovatiecontract Topsector Logistiek. Op basis van
Partituur naar de Top.
http://lisa.nl/data (Vestigingenregister LISA)
http://statline.cbs.nl/statweb (Statistische gegevens CBS)
http://www.ing.nl/businessbanking/sectoren (Sectorinformatie ING)
http://www.jobfeed.nl (Informatie over internetvacatures Jobfeed)
http://www.kansopwerk.nl/ (Informatie over arbeidsmarktperspectieven mbo SBB)
http://www.rabobank.nl/bedrijven/kennis/branches (Sectorinformatie Rabobank)
http://www.studiekeuze123.nl (Informatie over arbeidsmarktperspectieven hoger
onderwijs Stichting Studiekeuze123)
http://www.vereniginghogescholen.nl/vereniging-hogescholen/feiten-en-cijfers
(Onderwijsinformatie Vereniging Hogescholen)
72
https://www.werk.nl/werk_nl/arbeidsmarktinformatie/home (Arbeidsmarktinformatie
UWV)
ING Economisch Bureau (2013). Kwartaalbericht Transport en Logistiek. December
2013.
IPM/KidWise (2010). Onderzoek naar werken in de productie logistiek.
Kennis DC Logistiek Zeeland-Brabant (2013). Social Media Gebruik Logistiek.
Landelijke Platform Logistiek (2011). Beroeps- en competentieprofiel Logistiek ten
behoeve van de bacheloropleidingen. Logistiek & Economie en Logistiek & Technische
Vervoerskunde.
Monsterboard (2103). Werken in transport/logistiek. Hoe stond de gemiddelde
werknemer in de transportsector ervoor in 2012?
NEA (2012). Toekomst logistieke arbeidsmarkt is úw uitdaging! Uw meest waardevolle
asset is sterk in beweging.
Panteia (2011). Trendrapport 2011. Preventie, verzuim en duurzame inzetbaarheid in
de sector transport en logistiek.
Panteia (2012). Analyse arbeidsmarkt hoger opgeleiden. Pilotsector Logistiek.
Panteia (2014). Korte Termijn Voorspeller Goederenvervoer. Eerste kwartaal 2014.
Panteia (2014, nog te verschijnen). Analysis of the trends and prospects of jobs and
working conditions in transport. Annex logistics.
Rabobank (2013). Rabobank Cijfers & Trends. Een visie op branches in het
Nederlandse bedrijfsleven. Transport. 38e jaargang editie 2013/2014.
ROA (2013). De arbeidsmarkt naar opleiding en beroep tot 2018.
Tempo Team (2011). Logistics Labour Survey 2011.
Tempo Team (2012). Logistics Labour Survey 2012.
Tempo Team (2014). Logistics Labour Survey 2014.
UWV (2013). UWV Arbeidsmarktprognose 2013-2014. Met een doorkijk naar 2018.
UWV (2014). UWV Landelijke arbeidsmarktprognose 2014. Update februari 2014.
UWV (2014). Vervoer en opslag. Sectorbeschrijving.
VTL (2013). Arbeidsmarkt- en Onderwijsinformatie Transport & Logistiek. Rapportage
2013-2014.
VTL (2013). Arbeidsmarktrapportage beroepsgoederenvervoer over de weg en
logistiek 2013.
Top Related