2
Brabant Voedselwijs & Voedselvaardig
Voedsel1000 Werkplaats Educatie en Bewustwording
Ander gedrag is de sleutel voor transformatie van ons voedselsysteem; daar heb je educatie en bewustwording voor nodig. Middels de in dit voorstel beschreven veranderaanpak, krijgt iédereen de beschikking over de benodigde kennis en vaardigheden om bewuste en duurzame keuzes te maken ten aanzien van voeding. Werkplaatsleden: Fientje Bax, Ad de Beer, Martien Bos, Miriam van de Broek, Gerrit Coppens, Johan van Dommelen, Wilbert Egelmeers, Henk van Ewijk, Marloes Hoevenaars, Anne-Marie Maas, Ilka van der Meijden, Judith Piek, Peter Reiters, Peter Ribbers, Corrie Smulders, Danielle Vissers, Tonny van de Wiel, Siegfried Willems, Michiel de Wit
31 mei 2019
2
Inhoud 1. Visie: Brabant voedselwijs en voedselvaardig ........................................................................................... 3
1.1 Voedsel: de bron van ons leven .......................................................................................................... 3
1.2 Voedseltoekomstbeeld: het is 2023 ................................................................................................... 3
2. Hoe gaan we het doen................................................................................................................................ 5
2.1 Zeven werkende principes .................................................................................................................. 5
3. Wat gaan we doen ...................................................................................................................................... 5
3.1 Regio’s en voedselcoaches ................................................................................................................. 7
3.2 Veranderaanpak en communicatie..................................................................................................... 9
3.3 Toolbox ............................................................................................................................................. 12
3.4 Monitoren en bijsturen .................................................................................................................... 13
4. Waarom doen we het? ............................................................................................................................. 14
4.1 Wat is er al ........................................................................................................................................ 14
4.2 Daarom: Voedselwijs en Voedselvaardig .......................................................................................... 16
5. Uitvoering ................................................................................................................................................. 17
5.1 Planontwikkeling .............................................................................................................................. 17
Nawoord ........................................................................................................................................................... 18
Bijlage 1 Brabant Voedselwijs en Voedselvaardig in 2023 .......................................................................... 19
Bijlage 2 De 5 O’s ......................................................................................................................................... 19
Bijlage 3 Wat moet er anders met het Nederlandse voedselsysteem in visuals ........................................ 21
3
1. Visie: Brabant voedselwijs en voedselvaardig
1.1 Voedsel: de bron van ons leven
Voedsel is de bron van ons leven, het is een manier van zijn: ‘je bent wat je eet!’ We voelen allemaal aan
dat ons voedselsysteem moet veranderen. In ons dagelijks leven worden de signalen daarvan alsmaar
zichtbaarder. Het huidige voedselsysteem heeft nadelige effecten voor natuur en leefomgeving. Het is
schadelijk voor gezondheid en welzijn van mens en dier. De schaalvergroting en intensivering, die eerder
zorgde voor voldoende betaalbaar voedsel voor iedereen, loopt tegen grenzen aan. Ook ons
consumptiepatroon is niet volhoudbaar en slecht voor de volksgezondheid. Hoe zorgen we voor een
voedselsysteem dat goed is voor mens, dier én omgeving? Aan de basis daarvan staat de vraag: hoe krijgt
iédereen de beschikking over de benodigde kennis en vaardigheden om bewuste keuzes te maken?
In onze Werkplaats Educatie en Bewustwording wordt het al snel duidelijk. We hebben allemaal onze
wensen, waarden en ideeën over een beter, duurzaam voedselsysteem en de weg om er te komen. Wat zou
er gebeuren als we al onze initiatieven kunnen uitvoeren? Als we samen zouden kunnen gaan handelen en
experimenteren? Wat kunnen we leren van al bestaande initiatieven? Wat werkt wel en niet?
In de werkplaats Educatie en Bewustwording zien we een gewenst toekomstbeeld voor Provincie Noord-
Brabant dat ruimte laat voor eigenheid. Het is een toekomst waar actieve en vitale burgers met elkaar in
verbinding, voedselwijs en voedselvaardig zijn. Wat betekent dat nu precies?
1.2 Voedseltoekomstbeeld: het is 2023
In 2023 bestaat Provincie Noord-Brabant uit hechte, lokale voedselcollectieven (afgekort LVCs) oftewel
clubkes in goed Brabants. Lokale voedselcollectieven, die op hun eigen wijze bezig zijn met één of meerdere
voedselthema’s en altijd met inzet van educatie en bewustwording. Gebaseerd op gedeelde waarden en
passie om iets te willen doen aan het voedselsysteem van destijds. En gebaseerd op een groeiend gevoel
van urgentie voor lekker, eerlijk en gezond voedsel dat goed is voor mens, dier én omgeving. Deze mensen
vonden elkaar en zijn aan de slag gegaan.
De groepjes begonnen klein. Maar al gauw groeiden de lokale voedselcollectieven en werden ze groter.
Onderweg leerden ze van andere voedselcollectieven en werd hun invloed op hun eigen, nabije
voedselomgeving alsmaar groter. Het ene collectief startte gezamenlijk een boerderij of een voedselbos,
een ander ging met kinderen gezond koken bij boeren, scholen of op een vaste plek. Sommigen startten
samen een moestuin op een dak midden in de stad. Weer anderen vermarktten Brabants voedsel direct
van grond tot mond. Er waren er zelfs, die dit allemaal deden.
In de loop der tijd zijn lokaal en regionaal steeds meer verbindingen ontstaan tussen scholen, boeren,
ondernemers, overheden en inwoners van Brabant. En met deze verbindingen ontstaan weer nieuwe
lokale voedselcollectieven, nieuwe clubkes. Ieder initiatief is lokaal maatwerk, initieel startend vanuit
gedeelde waarden en de passie om onze voedseltoekomst beter te maken en de Brabanders te leren
om bewuste voedselkeuzes te maken. Met ruimte voor eigenheid en experimenteren.
4
Met het ontstaan van deze voedselcollectieven, gebeurt er iets bijzonders. Mensen met verschillende
achtergronden en manieren van kijken gaan met hart, hoofd en handen aan de slag met voedsel. Het
respect voor voedsel groeit, de waardering voor de bronnen van ons voedsel neemt zienderogen toe en er
ontstaan nieuwe inzichten en vaardigheden vanuit een andere houding, anders kijken naar voedsel. Kennis
van en over voedsel en gerelateerde voedselthema’s, wordt voor de Brabanders meer en meer
gemeengoed. Brabantse kinderen krijgen met lokaal maatwerk, voedselwijsheid en -vaardigheid met de
paplepel ingegoten.
Sinds 2019 begon Provincie Noord-Brabant de lokale voedselcollectieven gericht te ondersteunen. Vanuit de
overtuiging dat je moet samenwerken en experimenteren met vertegenwoordigers van het héle
voedselsysteem. Dus met consumenten, voedselproducenten, voedingsmiddelenindustrie, tussenhandel,
supermarkten, horeca, onderwijs- en kennisinstellingen, overheden. Die ondersteuning bleek terecht! Niet
alleen met subsidies, maar ook met voedselcoaches. Deze facilitators zijn de versnellers, de inspiratoren en
bieden raad en daad met concrete handvatten hoe je als initiatiefnemers aan de slag kunt gaan. Er is een
gereedschapskist ontwikkeld met on- en offline handvatten ter ondersteuning van de LVCs, waaronder een
matchmaking website en een LVC-stappenplan. De acties die regionaal en lokaal zijn ingezet en de
voedselsysteem vraagstukken die hieruit ontstonden, zijn internationaal met een groot netwerk van
geïnteresseerden gedeeld en besproken via de Brabantse hub #UlabNB. Provincie Noord-Brabant had hier al
eerder positieve ervaringen mee opgedaan in 2015 en 2016 (brabanthub). Zo is lokaal, regionaal en zelfs
internationaal samengewerkt aan oplossingen voor een beter, duurzamer voedselsysteem. Provincie Noord-
Brabant begon al gauw met het meten van de voortgang. Met de LVCs kon er vervolgens verder worden
bijgestuurd naar een duurzamer voedselsysteem. De resultaten namen en nemen exponentieel toe.
En dit alles gebeurt en groeit anno 2023 nog steeds! De investering verdient zich inmiddels terug. Vanuit heel Nederland komt men in proeftuin Brabant kijken en van de LVCs leren. De Provincie helpt andere overheden met het uitrollen van een soortgelijke aanpak. Ook internationaal staat Provincie Noord-Brabant met haar inwoners op de kaart als wereldwijde koploper en vernieuwer van het voedselsysteem. Het is een inspiratiebron voor veel regio’s, waar de grenzen inmiddels zijn bereikt en rampscenario’s zich voltrekken. Van bodemuitputting en onvoldoende waterkwaliteit en -kwantiteit, tot het verdwijnen van natuur en dieren- en plantensoorten. Het leerproces, de groeiende kennis en bewustwording leidt tot het maken van bewuste keuzes en ander gedrag ten aanzien van voedsel, het verwerven en het verwerken ervan. Onze voedselomgeving is meer in balans. De landbouw- en voedselsector werkt meer en meer met respect voor natuur en milieu én voor gezondheid en welzijn van mens en dier. Er zijn innovaties tot stand gekomen, die we niet voor mogelijk hadden gehouden toen we het voorstel van onze werkplaats op 15 juni 2019 aan de Brabantse Voedselraad presenteerden. De Lokale Voedselcollectieven zijn inmiddels een vast onderdeel van de Brabantse cultuur. Onze kinderen weten weer waar ons eten vandaan komt en eten gezond en duurzaam. Niet alleen voor hun eigen welzijn, maar ook voor die van hun kinderen én voor een gezondere aarde.
5
2. Hoe gaan we het doen
Ander gedrag is de sleutel naar transformatie van ons voedselsysteem. Daar heb je educatie en
bewustwording voor nodig. Alle werkplaatsen zijn het daarover unaniem eens. Niet voor niets sprongen
deze begrippen eruit in de gezamenlijk gecreëerde woordenwolk, tijdens de eerste Voedsel1000
bijeenkomst op 19 februari 2019. Ons voorstel, waarin educatie en bewustwording centraal staan, geeft een
belangrijke aanzet voor een ontwikkelstrategie naar gedragsverandering.
2.1 Zeven werkende principes
De werkplaats Educatie en Bewustwording heeft gekeken naar huidige goedlopende Brabantse collectieven.
We stelden ons de volgende vragen: Wat is hun succesformule, dat leidt naar gedragsverandering en
creëren van impact? Wat kan er nog beter? Daaruit hebben we 7 werkende principes naar voedselwijs en
voedselvaardig gedrag afgeleid:
1. Lokaal maatwerk en eigenheid; gebruik maken van de kracht die lokaal al aanwezig is en samen verder
ontwikkelen. Daarbij geen plaatsen overslaan; naast de bloei in de steden extra ondersteuning bieden
aan plaatsen en landelijke gebieden die dit nodig hebben.
2. Bewegen vanuit de energie van Lokale Voedselcollectieven; alles ontstaat omdat mensen het zelf
willen en het samen willen doen.
3. Ervaringsgericht leren door beleven met hart, hoofd en handen; even een lesje of even proeven is niet
genoeg om voedselwijs en -vaardig te worden. Met ervaringsgericht leren kom je tot bewuste keuzes
rond voedsel;
4. Gericht op de gehele levenscyclus van de Brabantse bewoners; wat je eet van baby tot bejaarde,
voedsel in je rol als ouder, in je professionele loopbaan en op je eigen levenspad.
5. Voortbouwen op bestaande initiatieven, deze verbreden en verbinden samen met alle
vertegenwoordigers van de gehele voedselketen; Omwonenden, Overheid, Ondernemingen, Onderwijs
en Omgeving (de 5 O’s, zie bijlage 2).
6. Sociale innovatie, participatie en co-creatie; een kwaliteitsslag en versnelling brengen door nieuwe
vormen van samenwerken. Theory U en Design Thinking bijvoorbeeld zijn geschikt om tot oplossingen
te komen voor complexe maatschappelijke opgaven rondom transformatie van het voedselsysteem.
7. Feedback loops, oftewel een proces van experimenteren, reflecteren en verder optimaliseren. Van
fouten leren en continu verbeteren.
De ontwikkelstrategie zullen we in een volgende fase verder uitwerken. Op de volgende pagina nodigen
we je uit om samen met ons door de proeftuin Brabant te lopen. Hierin vind je een greep uit bestaande
voedseleducatie initiatieven, die zijn aangedragen door de werkplaats Educatie en Bewustwording.
6
7
3. Wat gaan we doen In onze ontwikkelstrategie draait het om meer verbinding en samenhang tussen losse initiatieven, die nu
maar deels bewustwording en impact creëren. Daarvoor willen we de lokale voedselcollectieven laten
ondersteunen door voedselcoaches. Zij coördineren een veranderaanpak op vijf niveaus, ondersteund met
communicatie. Ook ontwikkelen ze een toolbox met concrete handvatten. Tenslotte zorgt monitoring en
evaluatie ervoor dat kan worden bijgestuurd en verder ontwikkeld.
3.1 Regio’s en voedselcoaches
Provincie Noord-Brabant gaat de Lokale Voedselcollectieven in de vier Brabantse regio’s laten faciliteren
door vijf voedselcoaches die als team opereren. Vier coaches voor iedere regio en één coach die landelijk
afstemt en internationaal opschaalt. Gezamenlijk bedienen ze de regio’s, waarbij ze de samenhang
benutten in economische en agrarische activiteiten, recreatie en bestuurlijke samenwerkingsverbanden:
Brabantse Wal /Markiezaat
Baronie
Amerstreek
Dongemond
Langstraat
Maashorst
Peelland
Hart van Brabant
Kempen
Groene Woud
Land van Cuijk
Land van Heusden en Altena
De voedselcoaches starten met een inventarisatie van bestaande initiatieven, het zogenaamde laag
hangende fruit. Door prioriteitstelling en focus zetten ze in op versnelling en verbinding van Lokale
Voedselcollectieven. Vervolgens faciliteren ze de LVCs om gezamenlijk een kwaliteitsslag te maken. Dit doen
ze met inzet van nieuwe vormen van samenwerken, waarbij persoonlijke en collectieve waarden en
manieren van denken het vertrekpunt zijn (zoals Theory U1 en design thinking). De voedselcoaches gaan zo
met de LVCs aan de slag om oplossingen te vinden voor uitdagende voedselthema’s. Door de verschillende
LVCs met elkaar te verbinden en deze faciliterende aanpak, maken ze de gewenste versnelling mogelijk.
Met oog voor de lokale context en eigenheid zullen de voedselcoaches daarnaast een brede inzet van het
lokale voedselcollectief stimuleren, zodat alle vertegenwoordigers van het voedselsysteem betrokken zijn.
Denk hierbij aan boeren, onderwijs, bewoners, maatschappelijke organisaties, lokale overheden, de
bedrijven in de voedselketen en aanverwante bedrijven. De vijf voedselcoaches werken nauw samen via
een digitaal kantoor van waaruit ze de regio’s bedienen.
¹ Theory U is een procesmodel voor transformatie van complexe vraagstukken, zoals het voedselsysteem. Het model neemt je
mee van silo-denken naar systeemdenken. Door diepere lagen van betrokkenheid en het aanboren van verschillende
kennisbronnen, ontstaat er meer kennis en een groter inzicht. Daardoor worden vernieuwende oplossingen zichtbaar.
Door vroegtijdig te experimenteren met prototypen ontstaat een steile leercurve.
8
Concreet voorbeeld 1: Hoe zou het kunnen werken?
De voedselcoaches zetten in op de steden en plekken waar de energie zit om bestaande LVCs te verbinden en verder op te gaan zetten. De voedselcoaches beginnen met een oriëntatie, waar in hun regio’s de kansrijke mogelijkheden zijn en waar extra ondersteuning nodig is. Naast de bestaande initiatieven gaan ze bijvoorbeeld ook op zoek naar ruimtes waar organisaties zitten, waarmee kan worden samengewerkt. Zodat een inspiratie en fascinatie centrum ontstaat, die per locatie anders zal zijn. Bijvoorbeeld een plek in de stad, of bij een (klasse)boer. Maar ook een mooie samenwerking met een zorgcentrum waar ouderen worden betrokken. Jong en oud, boer en burger, overheid en bedrijf, onderwijs en belangenorganisatie; sámen aan de slag met voedsel. In de tuin, in de stal, in een winkel, samen oogsten, samen koken, samen eten, samen voedselwijs en -vaardig worden. De voedselcoaches gaan steeds op maat per gemeente kijken en bespreken wat daar kan en past… Om daarna verder uit te breiden…
Concrete voorbeelden van bestaande initiatieven in 3 categorieën:
Succesvolle, losse initiatieven LVCs rondom één voedselthema LVCs in één regio met meer
op meerdere locaties voedselthema’s
Toenemende impact op gedragsverandering binnen het voedselsysteem
1. Boer in natuur : Zie www.facebook.com/Boer.In.Natuur
2. Smaakcentrum : Zie www.smaakcentrum.nl
3. Altena Kennispoort : Zie www.stichting-altena-kennispoort.nl
3 11
2
9
Er zijn nog veel meer succesvolle initiatieven op het gebied van voedseleducatie. Hieronder hebben we
er enkele uitgelicht. Zie ook de poster met een wandeling door proeftuin Brabant op pagina 6.
Goed Boeren: een Brabant-breed netwerk van 10 innoverende agrarische
bedrijven, die samenwerken aan de transitie naar een duurzame agrarische
sector. Onder andere door het sluiten van kringlopen, goed bodembeheer,
vermarkten van eigen producten, nieuwe relaties met burgers en nieuwe
vormen van financiering. Dit doen ze samen met vele collega-boeren,
maatschappelijke partijen, kennisinstellingen en overheden. Binnen
Provincie Noord-Brabant o.a. met het team FoodUp en het programma
Natuurinclusieve Landbouw. Zie www.goedboeren.nl
Smaaklessen is ontwikkeld door Wageningen University & Research (WUR). Vanuit
de WUR wordt ook EU-Schoolfruit gecoördineerd. Beide programma's zijn gericht
op aandacht voor voeding in het basisonderwijs en worden ondersteund door het
Voedingscentrum. Bij dit landelijke stimuleringsprogramma voor voedseleducatie
en belevend leren voor kinderen zijn onderwijs, overheden, (soms) ondernemers
en andere lokale organisaties betrokken. Het is een mooi effectief lesprogramma,
dat meer zou bereiken als het in een breder verband en met meer O’s ingezet kan
worden. Zie ook www.smaaklessen.nl
Jong Leren Eten 2017-2020, een programma van LNV en VWS (en OCW) gericht op
structurele aandacht in het onderwijs voor voedingseducatie. We zien dit als belangrijk
onderdeel van de toolbox die de voedselcoaches zullen inzetten. Binnen dit programma
is al veel in gang gezet voor 0 - 18 jaar. De Jong Leren Eten makelaars van Noord-Brabant
maken deel uit van de werkplaats. Zij hebben goed in beeld wat er in de provincie speelt
en werken samen met relevante netwerkpartners (RIVM, GGD-GHOR Nederland, JOGG,
onderwijsraden, Voedingscentrum, IVN Nederland en NME-diensten). Zie ook
www.jonglereneten.nl
3.2 Veranderaanpak en communicatie
Einstein:
‘We kunnen een probleem niet oplossen met de denkwijze die het heeft veroorzaakt’ De werkplaats Educatie en Bewustwording heeft een veranderaanpak voor ogen met een diep, blijvend
effect. We willen, gedragsverandering activeren en impact creëren. Impact gericht op de lokale situatie.
De wens om te veranderen komt daarbij vanuit de gedeelde waarden en de passie van de initiatiefnemers
zelf. Deze betrokkenheid geeft de energie, het doorzettingsvermogen en de wil om het voedselsysteem
te veranderen. We willen mensen bewust maken van de impact die zijzelf op het voedselsysteem kunnen
hebben. Dat bereiken we door een gelaagde, bottom-up aanpak: lokaal, regionaal, provinciaal, landelijk
en internationaal.
10
Laag 1. Lokaal
Door het ondersteunen, activeren en verbinden van Lokale Voedselcollectieven, gaan er steeds meer
mensen leren en beleven met hart, hoofd en handen. Dit ervaringsgericht leren samen met anderen leidt
tot nieuwe inzichten (bewustwording), een positievere houding, meer vaardigheden en daarmee ander
gedrag ten aanzien van gezond en duurzaam voedsel.
Zoals eerder aangegeven, faciliteren de voedselcoaches de lokale voedselcollectieven middels nieuwe
vormen van sociale innovatie, geschikt voor het oplossen van complexe vraagstukken. De coaches
stimuleren om vroegtijdig prototypen in te zetten - gewoon beginnen, doen en experimenteren. Via een
continu proces van doen en leren (feedback loops), creëren we een steile leercurve. Van onbewust gedrag
naar inzichten en bewustere keuzes. Ook de combinatie van kennis vanuit alle vertegenwoordigers uit het
voedselsysteem (burgers, ondernemers, ambtenaren, onderwijzers, professionals) zorgt voor versnelling.
Al met al gaan de LVCs de impact op hun voedselomgeving sneller ervaren.
De lokale voedselcollectievenkrijgen daarnaast de beschikking over een communicatie toolbox. Hiermee
krijgen ze handvatten hoe zij hun initiatief zo effectief mogelijk kunnen communiceren met inzet van een
slimme mix van middelen (cross-mediale aanpak). Denk hierbij aan lokale evenementen van LVCs, social
media en websites voor lokale doelgroepen.
Louis Bolk instituut:
’Initiatieven vanuit verschillende invalshoeken geven meer resultaat.’
Concreet voorbeeld van bestaande lokale samenwerking met voedselsysteem vertegenwoordigers:
Altena Kennispoort: Een aantal initiatieven in Altena rond de thematiek van circulaire landbouw,
Foodprint, is beland in de fase van verdieping en verbreding: – Project Waterberging (grip op water) –
Project Akkerranden – Project Pixel farming – Precisie landbouw – Project Waterenergie –
Patrijzenproject Struikwaard– Weidevogelbeheer.
Voor CHIEF (plantaardige eiwitten project) is een eerste bijeenkomst geweest: Vertegenwoordigers van
(lokale) kennis- en onderwijsinstellingen, retail, ondernemingen en landelijke organisaties willen de
ideeën rond een centrum verder vormgeven: een centrum voor Innovatie, Educatie, Fascinatie en
Gezondheid in relatie tot plantaardige eiwitten in de regio Altena.
11
Laag 2. Regionaal
In elk van de vier Brabantse regio’s werken partijen bovengemeentelijk samen, zoals overheid (gemeenten),
ondernemers (MKB), onderwijs, (maatschappelijke) organisaties en omgeving (bewoners).
Vanuit hun inventarisatie zetten de voedselcoaches een matchmaking website op, gericht op
kruisbestuiving. Deze site krijgt een zoek- en filterfunctie op specifieke regio’s en voedselthema’s. Ook
kunnen initiatiefnemers er een oproep plaatsen voor specifieke kennis of ervaringen. Zo kunnen bestaande
én nieuw op te zetten LVCs zelf verbindingen aangaan en kennis ophalen bij ervaringsdeskundigen en
professionals. Basis voor de site is de content van bestaande provinciale websites. De matchmaking website
omvat bovendien een databank met professionals. Deze kunnen hun wetenschap en praktijkkennis inzetten,
afgestemd op de lokale situatie en de doelgroep. Eenmaal opgezet, kan de matchmaking-website worden
aangevuld door bestaande en nieuwe LVCs. De voedselcoaches ondersteunen de matchmaking door
ontmoetingen te regelen. Zo kunnen de lokale activiteiten elkaar onderling versterken.
Laag 3. Provinciaal
We bouwen voort op bestaande provinciale initiatieven, zoals BrabantAgrofood2020, Voedsel1000,
FoodUp!, We are Food, de Landbouw Innovatie Campus en Agrifood Capital. We voegen hier een
kwaliteitsslag aan toe, door Provincie Noord-Brabant verder te activeren als proeftuin en koploper in de
transformatie van het totale voedselsysteem. De monitoring van de inspanningen vanuit de LVCs is hierbij
een belangrijk sturingsmiddel. De monitoring resultaten worden ook benut voor communicatiedoeleinden.
Foodup Landbouw Innovatie Campus
Laag 4. Landelijk
De voedselcoaches weten de kansen voor transformatie van het voedselsysteem optimaal te benutten. Waar mogelijk koppelen ze de LVCs aan landelijke initiatieven, zoals de routes voor de Sustainable Development Goals (SDG). Zie ook www.sdgroutekaart.nl
12
Ook op landelijk niveau wordt zoveel mogelijk aangehaakt bij bestaande initiatieven, met als doel deze
verder te verrijken. Daarnaast kunnen de voedselcoaches proactief verbindingen leggen tussen LVCs en
soortgelijke, inspirerende initiatieven in andere gebieden. Bijvoorbeeld de Voedselfamilies in provincie Zuid-
Holland en in Food Valley met een thuisbasis in Wageningen, provincie Gelderland en zelfs in Zhangzhou,
provincie Fujian in China.
Laag 5. Internationaal
De lokale en regionale acties en de hieruit voortkomende voedselsysteem vraagstukken, worden
internationaal met een groot netwerk van geïnteresseerden gedeeld en besproken. Een geschikt platform
hiervoor is de Brabantse hub #UlabNB. In 2015 en 2016 heeft Provincie Noord-Brabant hier al positieve
ervaringen mee gehad. We verwachten met name veel van de combinatie van de inbreng van de bestaande
Lokale Voedselcollectieven en die van internationale vertegenwoordigers van het voedselsysteem op het
internationale, online platform Deze combinatie zal een brede spin-off opleveren van kennisdeling, nieuwe
verbindingen en inzichten.
Ambassadeurs
Op ieder verander- en communicatieniveau, van lokaal tot (inter)nationaal, zetten we ambassadeurs in: om
mensen te enthousiasmeren, te inspireren en tot actie te bewegen. De ambassadeurs ‘walk the talk’.
Concreet voorbeeld 2: Hoe zou het kunnen werken?
Wie we zoeken? Een bestuurder die de trekkersrol vervult en deuren opent. Een ambassadeur in de top van de overheid: een Commissaris van de Koning, gedeputeerde, burgemeester of wethouder. Daarnaast zoeken we sponsors, bijvoorbeeld plaatselijke Midden- en Kleinbedrijven (MKB) , en banken. Ook betrekken we boegbeelden, zoals een bekende sporter, succesvolle ondernemer, populaire jongere, vlogger, chef-kok, inspirerende helden, rolmodellen en BN’ers.
3.3 Toolbox
Je hebt een goed idee, maar je weet als initiatiefnemer niet hoe en waar te starten. Of hoe je meerdere
vertegenwoordigers van het voedselsysteem aan je project kan koppelen. Voor dit soort vraagstukken komt
er een handige toolbox, oftewel gereedschapskist. Ook hiermee borduren we voort op datgeen wat er al is.
De voedselcoaches stellen in samenwerking met studenten een basis toolbox op, met gebruikmaking van
bestaand materiaal. De toolbox wordt daarna via een iteratief proces (doen – evalueren – optimaliseren)
verder uitgebouwd. Ook wordt hij digitaal beschikbaar gesteld.
Wat kun je zoal in de toolbox vinden?
1. LVC-stappenplan met handvatten en tips: Hoe start je een clubke? Hoe bouw je een Lokaal
Voedselcollectief?
2. Een beknopt communicatieplan met inspiratie voor lokale/regionale evenementen, social media en
websitemodules (on- en offline handvatten).
3. Voedsellespakketten en een doorlopende leerlijn voor jong tot oud, van 0 tot en met 18 jaar. Deze
zijn al beschikbaar via de Jong Leren Eten makelaars.
13
3.4 Monitoren en bijsturen
Het scherpstellen van de doelstellingen ten aanzien van ’gedragsverandering door voedselwijsheid en
voedselvaardigheid’ ziet de werkplaats Educatie en Bewustwording als een reis. De meningen over wat dit
precies behelst en wat nodig is voor een duurzaam, gezond voedselsysteem, zijn divers. Het voedselsysteem
is uitermate complex, met voedselthema’s die elkaar onderling beïnvloeden door gemaakte of te maken
keuzes. Naast de vele belanghebbenden die invloed (kunnen) uitoefenen op ons voedselsysteem. Ons
voorstel is om met een of meer lokale voedselcollectieven de doelstellingen per regio vast te stellen.
Verder stellen we voor dat het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) een cyclisch dashboard ontwikkelt
voor de monitoring en bijsturing op de doelstellingen. Dit met ruimte voor experimenteren en feedback
loops. De monitoring gegevens over de activiteiten en resultaten van de LVCs, zijn hierbij naast
sturingsmiddel ook bestemd voor communicatiedoeleinden, zoals eerder vermeld.
Concreet voorbeeld 3: Inspiratie doelstellingen
Verhogen van het kennisniveau over ons voedsel en
voedselproductie bij de boer, in de keuken en op school
(% minder bouwland, % minder foodafdruk).
Maken van bewuste keuzes, tonen van gezonder gedrag, meer
waardering voor voedsel, het gezonder en duurzamer
verwerven en het verwerken ervan. Minder voedsel verspilling,
meer dierenwelzijn, toename van consumptie van groenten en
fruit. Periodieke scans met trends en ontwikkelingen.
Eten verbindt mensen; door de ontdekkingstocht bij de boer,
de lessen van de kok, beleving van pure en mooie producten
van ons Brabantse land, helpen we consumenten bij hun
dagelijkse keuzes en kunnen ze nog meer genieten van de
dagelijkse maaltijd (% meer LVCs, grotere sociale cohesie,
toename van omzet € in korte keten).
Voedselkennis
Impact keuzes
Verbindingen
14
4. Waarom doen we het?
Onze werkplaats pleit ervoor om educatie en bewustwording expliciet in te zetten als strategisch
ontwikkelinstrument. Dit is broodnodig om noodzakelijke veranderingen in ons voedselsysteem te
bewerkstelligen. Hieronder schetsen we een beeld van het huidige beleid, de context en de hiaten.
Waarmee duidelijk wordt waarom een verdergaande aanpak nodig is voor een Voedselwijs en
Voedselvaardig Brabant.
4.1 Wat is er al
Wat is de context van ons voorstel? We zijn in het beleid rondom voedsel op zoek gegaan waar Educatie en
Bewustwording, Voedselonderwijs, Voedselwijs en Voedselvaardig aan de orde is, of een rol zou moeten
spelen.
Onderstaand een overzicht van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) van beleid op meerdere
bestuurlijke niveaus. In zijn pas verschenen rapport ‘Dagelijkse kost’ roept het PBL overheden op om werk
te maken van meer samenhangend voedselbeleid. Voedselbeleid, landbouwbeleid en natuurbeleid zouden
elkaar moeten aanvullen, zonder elkaar te verdringen. Want als dat het geval is, kunnen overheden de
andere partijen in het voedselsysteem ondersteunen; boeren, voedselproducenten, retailers,
natuurbeheerders en consumenten kunnen zo stappen zetten richting een duurzamer voedselsysteem.
Uit: Dagelijkse kost, Planbureau voor de Leefomgeving, april 2019
15
Het PBL benoemt in de publicatie Dagelijkse Kost ook voedselonderwijs als belangrijke, kansrijke inspanning
in het korte termijnbeleid van gemeenten en provincie. Zie onderstaande tabel.
Brabantse Agrofood en Voedsel1000
Een vitale, maatschappelijk gewaardeerde en bedrijfseconomisch gezonde agrofoodsector die voedsel
produceert met respect voor natuur en milieu én voor gezondheid en welzijn van mens en dier. Dát is het
doel van de provincie Noord-Brabant met het Uitvoeringsprogramma Brabantse Agrofood 2016-2020, waar
de Voedsel1000 onderdeel van is. Educatie en Bewustwording is als belangrijkste thema naar voren
gekomen tijdens de Voedseltop op 19 februari 2019.
In opdracht van de provincie heeft BrabantAdvies vier toekomstscenario’s voor Agrofood Brabant 2050
geschetst, hieronder verbeeld. Verdienen we in 2050 het geld met de productie van voedsel en kennis voor
de wereldmarkt? Of groeit Brabant uit tot de specialist in kringlooplandbouw? Zijn de ‘Googles’ van
vandaag de supermarkten van de toekomst? Of is de Brabantse inwoner zelf boer? Voor onze werkplaats is
duidelijk: hier ligt een opgave voor educatie en bewustwording rondom voedsel.
Brabantse Omgevingsvisie
De provincie wil alvast gaan werken volgens de uitgangspunten van de nieuwe Omgevingswet. Daarom is
in december 2018 de Brabantse Omgevingsvisie vastgesteld. Hierin zijn vier hoofdopgaven benoemd die
nauw met elkaar samenhangen en die op elkaar inwerken: werken aan de Brabantse energietransitie,
aan een klimaatproof Brabant, aan de slimme netwerkstad en aan een concurrerende, duurzame
economie. De Omgevingswet heeft als doel een balans te vinden tussen beschermen (veilig, gezond
met waarborg voor omgevingskwaliteit, inclusief natuur) en benutten (optimaal gebruik en ontwikkelen
van de leefomgeving om maatschappelijke behoeften te vervullen). De basisopgave is daarbij: werken
aan veiligheid, gezondheid en omgevingskwaliteit. In die context speelt ook de transitie van
het voedselsysteem.
16
Overdrachtsdossier 2019
Na de verkiezingen in maart 2019, maakt Provincie Noord-Brabant zich op voor een nieuw bestuur. In de
behandeling van het thema landbouw en voedselsysteem in het Overdrachtsdossier 2019, wordt niet
gesproken over educatie en bewustwording rond voedsel. Wij zouden dit wel verwachten. Het
Overdrachtsdossier 2019 is gericht aan de nieuwe Statenleden van Provincie Noord-Brabant.
Wel staat in het Overdrachtsdossier dat de provincie als middenbestuur de verantwoordelijkheid en
mogelijkheden heeft om bij transities een cruciale (regie)rol te vervullen. Met haar uitgestrekte netwerk
kan zij Europa en het rijk aan de ene kant en de regio, gemeenten, bedrijven en kennisinstellingen aan de
andere kant met elkaar verbinden. Dit dossier benoemt als kans en uitdaging voor het nieuwe
bestuursakkoord de ontwikkeling van een landbouw- en voedselsysteem dat beter in evenwicht is met het
natuurlijk water- en bodemsysteem, dat bijdraagt aan biodiversiteit op het boerenland. Met minder
geuroverlast, gezondheidsrisico’s en aantasting van dierenwelzijn en daardoor meer maatschappelijke
acceptatie.
De kracht van Brabant kunnen we hierbij aanspreken. De Brabantse kracht wordt gekenmerkt door
samenwerken, veerkracht, onderlinge verbondenheid, innovatie, ondernemerschap. Hierin herkennen we
de culturele kenmerken en waarden om Lokale Voedselcollectieven (LVCs) te zaaien, te laten groeien en te
doen bloeien. De door onze werkplaats voorgestelde aanpak van versterking, verbreding en verbinding van
de LVCs, zal naar onze verwachting in Brabant in vruchtbare grond vallen.
Citaat uit Overdrachtdossier 2019:
‘We combineren saamhorigheid met korte lijnen. Door samenwerking en door gebruik te maken
van elkaars krachten realiseren we samen met onze partners het beste voor Brabant.
De samenwerking van de vijf grote Brabantse steden en de provincie in Brabantstad is hiervan
een krachtig voorbeeld. Besturen in partnerschap maakt gebiedsgerichte aanpak kansrijk: kansen
worden verzilverd door het ontdekken en ontwikkelen van gedeelde waarden en belangen.
De kracht van de Brabanders en de Brabantse identiteit zijn daarbij van grote waarde. Brabant
kent bovendien een rijk en actief verenigingsleven. Brabanders herkennen zich in diepgewortelde
waarden die ten grondslag liggen aan moderne vormen van coöperatief handelen.‘
4.2 Daarom: Voedselwijs en Voedselvaardig
Het beeld ontstaat dat vele mensen aan de slag zijn met de transitie van de landbouw. Aan de slag met hoe
het voedselsysteem anders zou kunnen worden. Maar de relatie met educatie en bewustwording wordt
alleen sporadisch en met verschillende diepgang gelegd. Dat kan anders. Dat móet anders, omdat
voedselwijsheid en -vaardigheid invloed heeft op landbouw en voedselsysteem.
Voor de werkplaats Educatie en Bewustwording is het duidelijk: er is een verdergaande aanpak nodig voor
een Voedselwijs en Voedselvaardig Brabant. Dat vraagt om lef en andere wegen dan die tot op heden zijn
bewandeld. Het vraagt om verbindingen tussen de diverse beleidsvelden en spelers (de 5 O’s). Om
verbindingen tussen losse, goedlopende initiatieven (silo’s). Het vraagt om een samenhangende
systemische aanpak, gebaseerd op gedeelde waarden.
Wij willen bouwen aan een systematische aanpak om dit voor Brabant te realiseren. Innovatief,
samenwerkend, impactgericht.
17
5. Uitvoering
Provincie, gemeenten en alle relevante organisaties in het netwerk van ons voedselsysteem hebben een
gezamenlijke uitdaging: Brabant Voedselwijs en Voedselvaardig. De werkplaats Educatie en Bewustwording
gaat voor een voorbereidingsfase om een robuuste uitwerking te geven aan de ideeën.
5.1 Planontwikkeling
De werkplaats Educatie en Bewustwording bestaat uit gemotiveerde mensen die met passie de handschoen
willen oppakken. De groep bestaat uit landbouwers, horeca ondernemers, agrofood professionals,
studenten, professionals die werken in de gezondheidszorg, onderwijs, overheid, marketing, community
building, dierenbescherming, natuurorganisaties en ook als inwoner van Brabant deelnemen. Samen
hebben we een uitgebreid netwerk met een diversiteit aan expertise en contacten.
In het korte tijdsbestek van de Voedsel1000 hebben we onze ideeën voor een impactvolle aanpak
geschetst. In een volgende fase kunnen we de ideeën verder uitwerken tot een robuust plan van aanpak.
De voorbereidingsfase ziet er als volgt uit:
Tijdsduur: periode van 4 maanden, van 1 september tot 31 december 2019.
Kosten: financiering van personele kosten en operationele kosten. Onze inschatting:
1 fte kwartiermaker voor 4 maanden, ingevuld door 2 of meer mensen: € 68.000.
Daarnaast kosten voor reizen, vergaderen, bouwen website, maken van publicaties als flyers e.d.: € 12.000.
Totaal: € 80.000
Financiering: aan Provincie Noord-Brabant wordt gevraagd de voorbereiding te faciliteren en kosten voor
haar rekening te nemen. In de voorbereiding wordt meegenomen dat voor de start van de daadwerkelijke
uitvoering ook gekeken wordt naar financiële bijdragen van gemeenten, bedrijfsleven, banken,
maatschappelijke organisaties, naast een bijdrage van de provincie.
Opdracht: de kwartiermakers voeren gesprekken met de benodigde betrokken partijen en betrokken
mensen, brengen verder in kaart wat er al is (voorkomen van dubbel werk) en wat er nodig is, regelen
intentieverklaringen met samenwerkingspartners, zoeken ambassadeurs, maken een profielbeschrijving van
de voedselcoaches, maken een meerjarige planning en stellen een begroting op.
Procedure: de directie van de provincie verstrekt de opdracht in de vorm van trekker van de thematafel
en externe opdrachtverlening. De werkplaats Educatie en Bewustwording wordt betrokken bij de keuze
voor de uitvoering.
18
Nawoord
Wat op 19 februari 2019 begon als een individuele binnenkomst bij de Voedsel1000, ging al snel over in een
gesprek met onbekenden. Hieruit ontstonden nieuwe ideeën, samenwerkingen, vriendschappen, het delen
van kennis, verbindingen. De reis startte, met zoveel mensen, zoveel inzichten, maar met een gezamenlijk
doel: een toekomstbestendig voedselsysteem in Brabant.
Richting de deadline van 31 mei werd ons besef, overtuiging van ‘dit is het juiste pad’ alleen maar groter.
Al snel kwam de roep: Laten we hier dan nú samen mee aan de slag gaan! Onze werkplaats Educatie en
Bewustwording wacht niet af tot de uitslag van 15 juni 2019. De komende weken gaan we aan de slag met
Brabant 'Voedselwijs en voedselvaardig' 2023 (zie bijlage 1). We starten met de website
www.lokalevoedselcollectieven.com en de inzet van social media kanalen om de Brabanders te bewegen.
We zetten in op de ontstane energie, onze gedeelde waarden en passie om met ons clubke en vele andere
Lokale Voedselcollectieven het te gaan doen, te beleven en te experimenteren.
Voedsel1000, alle mensen die hier vandaag aanwezig zijn, inspiratoren, maar in het bijzonder de mensen
die in ons clubke zaten: Bedankt voor de vrijwillige inzet, motivatie en het enthousiasme die wij samen
hebben gedeeld. Laten we het niet zien als een einde, maar als een begin van een gezonder en duurzamer
Brabants voedselsysteem waar we samen met elkaar de schouders onder zetten!
19
20
Bijlage 2 De 5 O’s
Belangrijk voor impact en gedragsverandering, is verbinding te leggen tussen de O’s. Wie bedoelen we met de 5 O’s?:
Ons/Omgeving: Jij zelf, gezin, familie, vrienden, de mensen om je heen, buren, (net)werk
Onderwijs: Kinderdagverblijf, basisschool, voortgezet onderwijs, kennisinstellingen
Organisaties: Clubs, zorginstellingen, verenigingen, genootschappen
Overheid: Gemeente, Provincie, Rijksoverheid, Europese Unie
Ondernemers: Boeren, supermarkten, bedrijven, banken, cross sectoraal
21
Bijlage 3 Wat moet er anders met het Nederlandse voedselsysteem in visuals
Uit: Dagelijkse kost, Planbureau voor de Leefomgeving (PBL), april 2019
22
Top Related