Rijksdienst voor Ondernemend Nederland
BASISREGELING CERTIFICATEN ALGEMEEN
Januari 2014
Rijksdienst voor
Ondernemend Nederland
Louis Braillelaan 80
2719 EK Zoetermeer
Postbus 692
2700 AR Zoetermeer
www.rvo.nl
T 079-368 7105
F 079-368 7004
Basisregeling certificaten algemeen
2
INHOUDSOPGAVE
1 Inleiding 4
1.1 Algemeen 4
1.2 Begripsbepalingen 4
1.3 Soorten certificaten 4
1.4 Werkingssfeer van certificaten en uittreksels 5
1.5 Instanties van afgifte 5
1.6 Aanvraag van uitvoercertificaten met het oog op verkrijgen van restitutie 5
2 Aanvraag en afgifte 7
2.1 Wijze van aanvragen 7
2.2 Tijdstip/dag van indiening van een aanvraag 8
2.3 Intrekken van een aanvraag 8
2.4 Aanvraag en afgifte van uittreksels van certificaten 9
2.5 Afgifte van uitvoercertificaten 9
2.6 Verzending van certificaten en uittreksels 9
2.7 Telefonische vrijgave 9
2.8 Bijzonderheden m.b.t. de vermelding van herkomst of bestemming bij de
aanvraag
10
3 Zekerheid 11
3.1 Stellen van de zekerheid 11
3.2 Bedrag van de zekerheid 11
3.3 Vrijgave c.q. verbeurte van de zekerheid 11
4 Geldigheidsduur 16
4.1 Dag van afgifte 16
4.2 Bijzonderheden m.b.t. expiratiedatum (laatste dag van geldigheid) 16
5 Rechten en verplichtingen 17
5.1 Recht en plicht tot in- of uitvoer 17
5.2 Overdracht van rechten 17
5.3 Inleveren van certificaten en/of uittreksels 17
5.4 Invoer uit en uitvoer naar een bepaald derde land 17
5.5 Invoer in het kader van een preferentiële regeling 18
6 Gebruik van certificaten en/of uittreksels 19
6.1 Overlegging van certificaten en/of uittreksels bij de douane 19
6.2 Depotregeling 19
6.3 Verlengstroken (allonges) 19
6.4 Wijzigingen op certificaten en/of uittreksels 19
6.5 Verlies van certificaten en/of uittreksels 29
7 Overmacht 22
7.1 Algemeen 22
7.2 Overmacht in het land van herkomst of bestemming 22
7.3 Aanvraag tot verlenging 22
7.4 Aanvraag tot annulering 23
8 Afgifte van uitvoer- of voorfixatiecertificaten met het oog op een in een
importerend derde land gehouden openbare inschrijving
24
8.1 Algemeen 24
8.2 Openbare inschrijving 24
8.3 Certificaten 24
8.4 Bijzonderheden 25
Basisregeling certificaten algemeen
3
8.5 Geldigheidsduur certificaten 26
Bijlagen
1 Hoeveelheden waaronder geen certificaat kan worden aangevraagd 27
2 Lijsten van landen en instanties van afgifte in de lidstaten 42
3 Aanvraagformulieren voor certificaten 43
4 Modellen voor machtiging 46
5 Model verklaring mbt aansprakelijkheid van de titularis 48
6 Model bankgarantie 49
Basisregeling certificaten algemeen
4
1 Inleiding
1.1 Algemeen
Voor diverse landbouwproducten is in het handelsverkeer met derde landen het gebruik voorgeschreven van certificaten, die bij de aangifte ten invoer c.q. ten uitvoer bij de douane moeten worden overgelegd. Deze regeling geeft de bepalingen met betrekking tot deze certificaten weer, voorzover van toepassing op Akkerbouw producten.
Deze regels vloeien voornamelijk voort uit Verordening (EG) Nr. 376/2008 van de Europese EC
(EC) en uit de Algemene Douaneregeling.
In deze regeling vindt u onder diverse paragraaftitels artikelnummers. Dit zijn de artikelen uit
Verordening (EG) Nr. 376/2008. Hiermee hebben wij het voor u gemakkelijk gemaakt als u de
volledige en letterlijke tekst van de verordening wilt raadplegen.
In bepaalde sectoren zijn afwijkende of bijzondere aanvullende bepalingen van toepassing. Deze
bijzondere bepalingen zijn niet in deze regeling verwerkt, maar zijn opgenomen in de diverse
circulaires c.q. regelingen die betrekking hebben op de uitvoeringsmaatregelen per sector.
De afdeling marktordening van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl) is namens de
Minister van Economische Zaken in Nederland bevoegd om de regeling uit te voeren. Als u vragen
heeft over de uitvoering van deze regeling kunt u contact opnemen met de Unit In- en Uitvoer
regelingen, � (079) 368 7162.
1.2 Begripsbepalingen In deze regeling wordt verstaan onder:
- Certificaat: document dat in het handelsverkeer met derde landen tegelijk met de
aangifte ten invoer in of ten uitvoer uit de Europese Unie (EU) moet
worden overgelegd,
- Uittreksel: afsplitsing van een certificaat. Een deelcertificaat, dat, voor wat betreft
de hoeveelheid waarvoor het is afgegeven, dezelfde rechten biedt als
het originele certificaat. De hoeveelheid wordt afgeschreven van de op
het originele certificaat vermelde hoeveelheid,
- Titularis: degene op wiens naam het certificaat oorspronkelijk is gesteld, - Cessionaris: degene ten gunste van wie de rechten van een certificaat zijn
overgedragen (zie ook hoofdstuk 5),
-
Rechten bij invoer: douanerechten en heffingen van gelijke werking die bij invoer van
goederen van toepassing zijn en belastingen bij invoer, die zijn
vastgesteld in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid of
in het kader van specifieke regelingen, die op bepaalde door
verwerking van landbouwproducten verkregen goederen van
toepassing zijn.
1.3 Soorten certificaten
Artikel 4, 5 en 20
In deze regeling worden de volgende typen certificaten onderscheiden:
- invoercertificaat (groene onderdruk); te gebruiken bij invoer uit derde landen,
- uitvoercertificaat (lichtbruine onderdruk); te gebruiken bij uitvoer naar derde landen, al dan
niet met vaststelling vooraf van uitvoerrestitutie of – belasting,
- restitutiecertificaat (lichtbruine onderdruk); te gebruiken in de sector industriële
landbouwproducten. Voor de voorwaarden en bepalingen verwijzen wij u naar de Regeling
restitutie bij uitvoer van industriële landbouwproducten,
- voorfixatiecertificaat (lichtbruine onderdruk); te gebruiken bij uitvoer naar derde landen
van producten waarvoor geen certificaat bij uitvoer is vereist.
Basisregeling certificaten algemeen
5
In een dergelijk geval dient het voorfixatiecertificaat slechts om de aanspraak op restitutie te
vestigen, dan wel om het tarief van uitvoerrestitutie of –belasting vooraf vast te stellen.
Voor het voorfixatiecertificaat of restitutiecertificaat zijn geen aparte formulieren vastgesteld,
maar wordt het model van het uitvoercertificaat gebruikt.
Van vorengenoemde certificaten kunnen ook uittreksels worden afgegeven, waarmee het mogelijk
is om op grond van eenzelfde certificaat gelijktijdig meerdere transacties uit te voeren. Hiervoor is
geen apart formulier ingesteld, maar wordt gebruik gemaakt van een certificaat, waarop wordt
aangegeven dat het om een uittreksel gaat.
Alle certificaten of uittreksels daarvan worden door de RVO.nl opgemaakt in drievoud:
exemplaar nr. 1: exemplaar voor titularis (origineel)
exemplaar nr. 2: archiefexemplaar voor de RVO.nl
exemplaar nr. 3: boekingsexemplaar voor de titularis
De certificaten en uittreksels worden in het Nederlands opgesteld en alle bedragen worden in euro
vermeld.
In de volgende gevallen is geen certificaat vereist en mag ook geen certificaat worden overlegd:
- als de betrokken producten niet in het vrije verkeer van de EU worden gebracht,
- bij in- en uitvoer in het kader van de regeling actieve veredeling en de regeling passieve
veredeling,
- ingeval er sprake is van in- of uitvoer in het kader van de communautaire regeling inzake
douanevrijstellingen (Verordening (EG) Nr. 1186/2009),
- bij uitvoer naar de zgn. bijzondere bestemmingen, als genoemd in de Regeling
uitvoerrestituties algemeen,
- als het gaat om niet-commerciële transacties door particulieren,
- als het een hoeveelheid betreft die niet groter is dan de in bijlage 1 vermelde hoeveelheden,
- invoer in het kader van de regeling terugkerende goederen.
1.4 Werkingssfeer van certificaten en uittreksels
Artikel 10
De afgegeven certificaten en uittreksels hebben in elk van de andere lidstaten van de EU dezelfde
rechtsgevolgen als in de lidstaat van afgifte. In bepaalde gevallen is het gebruik van een certificaat
echter beperkt tot een enkele lidstaat.
1.5 Instanties van afgifte
Aanvragen van certificaten voor de invoer of uitvoer van de in bijlage 1 genoemde producten kunt
u in Nederland uitsluitend indienen bij de RVO.nl.
De overige instanties in Nederland, alsmede de instanties in andere lidstaten, die met de afgifte
van certificaten en uittreksels zijn belast, zijn vermeld in bijlage 2.
1.6 Aanvraag van uitvoercertificaten met het oog op het verkrijgen van restitutie
Om voor restitutie in aanmerking te komen moet u een uitvoercertificaat aanvragen met
vaststelling vooraf van de restitutie.
Slechts als een product wordt uitgevoerd waarvoor wel een certificaat is voorgeschreven maar
waarvoor geen restitutie is vastgesteld, dan wel geen restitutie wordt gevraagd, kunt u een
certificaat zonder vaststelling vooraf van de restitutie aanvragen en verkrijgen.
In de volgende gevallen is bij restitutieaanvraag echter geen certificaat met vaststelling vooraf van de restitutie vereist:
- als het een hoeveelheid betreft die niet groter is dan de in bijlage 1 vermelde hoeveelheden, - bij uitvoer naar de zgn. bijzondere bestemmingen, als genoemd in Regeling uitvoerrestituties
algemeen.
Basisregeling certificaten algemeen
6
Bij uitvoer van industriële landbouwproducten (NA-I goederen) kan een restitutiecertificaat verplicht zijn. U kunt hierover meer lezen in de Regeling restituties bij uitvoer van industriële
landbouwproducten.
Basisregeling certificaten algemeen
7
2 Aanvraag en afgifte
2.1 Wijze van aanvragen
Artikel 12 en 17
Verzoeken om afgifte van een certificaat kunt u schriftelijk indienen door middel van toezending
van een aanvraagformulier, per elektronisch bericht (e-mail) of per schriftelijk
telecommunicatiebericht bij de:
Afdeling Marktordening van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland
Postbus 692
2700 AR Zoetermeer
Telefax: (079) 368 7004
e-mail: [email protected]
De aanvraagformulieren zijn bij de RVO.nl verkrijgbaar. Modellen van het aanvraagformulier vindt
u in bijlage 3.
Als u een certificaat per e-mail of per schriftelijk telecommunicatiebericht aanvraagt, moet het verzoek ten minste de volgende gegevens bevatten (ter vergemakkelijking van de verwerking, bij voorkeur in onderstaande volgorde): 1. de vermelding of het invoer of uitvoer betreft, 2. de naam van de aanvrager of titularis, 3. handelsbenaming van het product (geen fabrieksmerk), 4. GN-code, 5. omschrijving volgens GN-nomenclatuur, 6. nettogewicht of inhoud in kg resp. liters, 7. land(en) van oorsprong, herkomst of bestemming, 1 8. eventueel verzoek om fixatie van invoerrecht of restitutie, 2 9. verklaring “zekerheid gesteld”,
en indien van toepassing
10. restitutiecode(s) alsmede bijzondere omschrijvingen t.a.v. de restitutie als deze zijn
voorgeschreven, 3
11. Verzoeken om “certificaat in depot RVO.nl”,
12. verzoek om uittreksels (aantal + hoeveelheden vermelden),
13. nadere aanduiding in het kader van welke bepalingen het certificaat wordt aangevraagd (b.v.
contingenten).
Let op: als u een aanvraag per e-mail indient, kan dat uitsluitend door middel van een PDF-versie.
Hierop moet uw handtekening staan vermeld. In een reguliere e-mail kunt u geen handtekening
vermelden. Een handtekening is één van de essentiële voorwaarden voor een geldige
certificaataanvraag.
1 Indien de restitutie verschilt naar bestemming, moet het land of gebied van bestemming worden vermeld. 2 In beginsel kan het invoerrecht (niet meer) worden gefixeerd en kan het invoerrecht dus per dag verschillen.
Uitsluitend bij invoer van rijst uit ACS is gedurende de geldigheidsduur van het certificaat één invoerrecht van
toepassing, en wel het op de dag van aanvraag van het certificaat geldende invoerrecht. In het geval dat
hierna wordt gesproken over fixatie van het invoerrecht wordt daar uitsluitend déze situatie mee bedoeld. Zie
ook onze losbladige "Regeling in- en uitvoer sector rijst”. 3 In geval van aanvraag van een uitvoercertificaat met vaststelling vooraf van de restitutie dient een GN-code te
worden opgenomen met de daarbij behorende restitutiecode. De productcode dient in voorkomend geval
derhalve uit twaalf cijfers te bestaan. Wanneer het restitutiebedrag voor meerdere codes binnen dezelfde
categorie gelijk is, mogen deze codes samen in de certificaataanvraag en het certificaat worden vermeld (mits
vastgesteld door de EC).
Basisregeling certificaten algemeen
8
N.B. Zie voor bijzonderheden met betrekking tot de vermelding van land of landen van herkomst
of bestemming hoofdstuk 2.8.
Als u een certificaat per telefax aanvraagt, moet ook dit verzoek ten minste de vorenvermelde gegevens bevatten. Een model van een aanvraag per telefax vindt u in bijlage 3. De procedure in geval van aanvragen die onvolledig zijn of die voorwaarden bevatten die niet in de regeling zijn voorzien, leest u in hoofdstuk 2.2.
Aanvragen die door een ander dan de titularis worden ingediend, moeten, voorzover dat nog niet is
gebeurd, vergezeld gaan van een machtiging (zie bijlage 4).
Voor het aanvragen van restitutiecertificaten in de sector industriële landbouwproducten, waarvoor
een specifieke procedure van toepassing is, verwijzen wij u naar de Regeling restituties bij uitvoer
van industriële landbouwproducten.
2.2 Tijdstip/dag van indiening van een aanvraag
Artikel 14 en 16
Aanvragen van certificaten kunnen uitsluitend op een werkdag worden ingediend.
Onder werkdag wordt in Nederland verstaan:
maandag tot en met vrijdag, met uitzondering van:
Nieuwjaarsdag, tweede Paasdag, Koningsdag, 5 mei, Hemelvaartsdag, tweede Pinksterdag, en
eerste en tweede Kerstdag.
Aanvragen die op een werkdag uiterlijk om 13.00 uur door de RVO.nl zijn ontvangen, worden geacht te zijn ingediend op de dag van ontvangst. Er wordt altijd uitgegaan van het tijdstip waarop de aanvraag door de RVO.nl wordt ontvangen. Wij adviseren u om uw aanvraag ruim op tijd in te dienen, zodat een eventuele technische storing geen problemen oplevert.
Aanvragen die op een niet-werkdag worden ontvangen of worden ingediend na bovenvermeld
tijdstip, worden geacht te zijn ingediend op de eerstvolgende werkdag. Wanneer voor indiening van
de aanvragen een specifieke datum wordt genoemd die op een niet-werkdag valt, vindt er geen
verschuiving naar de eerstvolgende werkdag plaats. Zo’n specifiek genoemde datum blijft een
vaste datum.
Aanvragen die niet tijdig zijn ingediend, onvolledig zijn of waarvoor niet tijdig de vereiste zekerheid
is gesteld, worden niet in behandeling genomen, tenzij de aanvragen vóór 13.00 uur van dezelfde
dag zijn gecorrigeerd of de zekerheid is aangevuld tot het benodigde bedrag.
De hiervoor vermelde tijdstippen zijn gebaseerd op de Belgische tijd.
2.3 Intrekken van een aanvraag
Artikel 12
Een aanvraag voor een certificaat kan worden ingetrokken per e-mail4, brief of per schriftelijk
telecommunicatiebericht. Het verzoek tot intrekking moet uiterlijk om 13.00 uur van dezelfde
werkdag als die waarop het certificaat werd aangevraagd, zijn ontvangen.
Verzoeken tot intrekking die na dit tijdstip worden ontvangen zijn, behoudens in geval van
overmacht, niet-ontvankelijk. De betrokkene verkrijgt in dat geval het aangevraagde certificaat
met de daaruit voortvloeiende rechten en verplichtingen.
4 Ook hier geldt dat dit uitsluitend als PDF-versie mogelijk is, omdat uw handtekening niet mag ontbreken. Zie
hoofdstuk 2.1
Basisregeling certificaten algemeen
9
2.4 Aanvraag en afgifte van uittreksels van certificaten
Artikel 9 en 21
Als het voor de invoer- of uitvoertransacties noodzakelijk is dat een certificaat wordt gesplitst, kan
de titularis c.q. cessionaris verzoeken één of meer uittreksels van dat certificaat af te geven.
Uittreksels kunnen alleen worden afgegeven door de instantie die het certificaat heeft afgegeven.
Bij verzoeken om afgifte van één of meer uittreksels van een reeds afgegeven certificaat moet het
desbetreffende certificaat bij de RVO.nl worden overgelegd onder vermelding van het aantal
uittreksels dat wordt verlangd en van de hoeveelheid of de hoeveelheden, waarvoor de
desbetreffende uittreksels moeten worden afgegeven. Deze hoeveelheden worden, vermeerderd
met de desbetreffende tolerantie, aan de achterzijde van het oorspronkelijke (moeder)certificaat
afgeschreven met daarnaast de vermelding "uittreksel".
Na afgifte van de uittreksels wordt het origineel van het certificaat met de uittreksels toegezonden
aan de titularis c.q. cessionaris.
Als het certificaat is volgeboekt wordt dit niet meer teruggezonden.
De uittreksels hebben voor de daarop vermelde hoeveelheden dezelfde rechtsgevolgen als het
originele certificaat. Op basis van een uittreksel van een certificaat kan echter geen ander
uittreksel worden afgegeven.
Voor uittreksels worden dezelfde formulieren gebruikt als voor certificaten; er wordt op
aangegeven dat het om een uittreksel gaat.
2.5 Afgifte van uitvoercertificaten
Op de aanvraag van certificaten met vaststelling vooraf van de restitutie en voor de aanvraag van
certificaten voor bepaalde producten in de sector granen en de sector rijst zonder vaststelling
vooraf van de restitutie, is een bijzondere toekenningsprocedure van toepassing. Deze procedure
houdt in dat een aantal carenz- of wachtdagen in acht wordt genomen. Gedurende deze
wachtdagen wordt in Brussel bepaald of voor de aangevraagde hoeveelheid een certificaat kan
worden afgegeven. Met name aan het einde van het verkoopseizoen kan de aangevraagde hoeveelheid geheel of gedeeltelijk worden afgewezen.
Het aantal wachtdagen wordt per sector vastgesteld.
2.6 Verzending van certificaten en uittreksels
Certificaten (en uittreksels daarvan) worden per aangetekende post verzonden aan de titularis.
Hierop zijn enkele uitzonderingen:
- uitvoercertificaten (en uittreksels daarvan) met vaststelling vooraf van de restitutie groter
dan "0", en
- in- en uitvoercertificaten zonder fixatie van invoerrecht of restitutie of met fixatie van een
“0” restitutie, waarvan de totale zekerheid lager is dan € 100,-.
Daarnaast is het mogelijk te verzoeken om rechtstreekse toezending aan de expediteur of factor of aan de cessionaris. De titularis moet dan schriftelijk verklaren (zie bijlage 5) dat hij tegenover de RVO.nl aansprakelijk blijft voor het verloren gaan van de desbetreffende zending.
2.7 Telefonische vrijgave
Wanneer een certificaat niet bijtijds in het bezit van de belanghebbende kan zijn voor de aangifte
ten invoer of ten uitvoer, kan in zeer dringende gevallen en bij wijze van uitzondering de
RVO.nl telefonisch een hoeveelheid producten bij de douane "vrijgeven". Dit houdt in dat de
douane telefonisch op de hoogte wordt gesteld van het feit dat een certificaat is afgegeven en dat
het betreffende certificaat door de RVO.nl rechtstreeks naar de betrokken douanepost wordt
Basisregeling certificaten algemeen
10
verzonden. Realisatie kan zodoende plaatsvinden op de dag waarop het certificaat wordt
afgegeven.
U kunt een verzoek daartoe per e-mail, telegram, of per schriftelijk telecommunicatiebericht doen
onder vermelding van de plaats waar de producten zich bevinden, aangevuld met de naam van het
schip, wagonnummer enz.
2.8 Bijzonderheden m.b.t. de vermelding van herkomst of bestemming bij de aanvraag
In verband met het gestelde in hoofdstuk 7.2 zijn er twee mogelijkheden om het land/de landen
van herkomst of bestemming tijdig aan de RVO.nl mede te delen, afgezien van de gevallen waarin
de vermelding van het land/de landen van herkomst of bestemming bij de aanvraag is verplicht
gesteld: 1) Het land/de landen van herkomst of bestemming kan/kunnen bij de aanvraag van het
certificaat worden vermeld. Als u het land van herkomst/bestemming bij de aanvraag opgeeft moet u dit vermelden in vak 7. Als u de bestemming of herkomst niet expliciet opgeeft wordt het certificaat afgegeven met in vak 7 de algemene vermelding "derde landen", zodat een dergelijke opgave geen beperking betekent van de benuttingsmogelijkheden van het certificaat. Wanneer u een aanvraag voor een certificaat indient met vaststelling vooraf van de restitutie, die bestemd is voor een voedselhulpactie zoals overeengekomen tijdens de Uruguay-Ronde, moet u op de aanvraag en op het certificaat in vak 20 vermelden: "GATT-certificaat-Voedselhulp". Het land van bestemming wordt in voorkomend geval in vak 7 aangegeven. Het certificaat geldt uitsluitend voor uitvoer in het kader van de voedselhulp.
2) Als ten tijde van de aanvraag het land/de landen van herkomst of bestemming nog niet bekend is resp. nog niet bekend zijn, kunt u op het moment dat deze gegevens bekend worden hiervan alsnog opgave doen aan de RVO.nl, onder vermelding van het desbetreffende certificaatnummer.
Door het vorenstaande in aanmerking te nemen wordt voorkomen, dat een eventueel beroep op
overmacht dat betrekking heeft op het land van herkomst of bestemming op voorhand door de
RVO.nl moet worden afgewezen op grond van de communautaire bepalingen (zie hiervoor
hoofdstuk 7).
Basisregeling certificaten algemeen
11
3 Zekerheid
3.1 Stellen van de zekerheid
Artikel 14
De aanvraag van een certificaat wordt afgewezen, indien niet uiterlijk om 13.00 uur op de dag van indiening van de aanvraag van een certificaat bij de afdeling Marktordening van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland ten name van de Minister van Economische Zaken de vereiste zekerheid is gesteld.
De zekerheid kan worden gesteld in contanten of door middel van een door de afdeling
Marktordening van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland aanvaarde bankgarantie van een
bankinstelling waaruit blijkt, dat deze instelling borg staat jegens de Minister van Economische
Zaken . Een dergelijke garantie kan slechts worden aanvaard, indien de garantieverklaring is
afgegeven door één der kredietinstellingen, als bedoeld in artikel 1.1 van de Wet op het Financieel
Toezicht, door één der kredietinstellingen welke door de Minister van Financiën is toegelaten of
door een der kredietinstellingen die ingevolge artikel 14 van Richtlijn 2006/48/EG vergunning heeft
verkregen.
Een model bankgarantie is opgenomen als bijlage 6.
3.2 Bedrag van de zekerheid
Artikel 14
Het bedrag van de zekerheid dat voor het verkrijgen van een certificaat moet worden gesteld, kan per product verschillen (zie hiervoor de betreffende circulaires of regelingen per sector).
Indien u om fixatie van de restitutie verzoekt, moet u een certificaat aanvragen, maar hoeft de
zekerheid niet te worden gesteld als deze minder bedraagt dan € 100,-. Ingeval er sprake is van
een uitvoercertificaat zonder fixatie van restitutie bestemd voor uitvoer in het kader van niet-
communautaire voedselhulp door erkende humanitaire organisaties, kan het stellen van een
zekerheid ook achterwege blijven.
3.3 Vrijgave c.q. verbeurte van de zekerheid
Artikel 31, 32 en 34
3.3.1 Algemeen
De verplichting tot in- of uitvoer wordt geacht te zijn nagekomen als de in- of uitgevoerde
hoeveelheid 95% of meer bedraagt.
Als de verplichting tot in- of uitvoer niet is nagekomen, wordt de zekerheid verbeurd voor een
hoeveelheid, gelijk aan het verschil tussen:
- 95% van de in het certificaat vermelde hoeveelheid
en
- de werkelijke in- of uitgevoerde hoeveelheid. De zekerheid wordt vrijgegeven naar rato van de gerealiseerde hoeveelheid, met dien verstande dat ten minste 5% van de hoeveelheid, vermeld op het certificaat, moet zijn gerealiseerd. Als minder dan 5% van de in het certificaat vermelde hoeveelheid is gerealiseerd, wordt de zekerheid volledig (d.w.z. voor 100%) verbeurd.
De zekerheid wordt volledig vrijgegeven als het totale bedrag van de te verbeuren zekerheid €
100,- of minder bedraagt.
Het bewijs van benutting van het certificaat (hierna: bewijs van benutting) moet, behoudens
in geval van overmacht (zie hoofdstuk 7), binnen een termijn van 2 maanden na het verstrijken
van de geldigheidsduur van het certificaat worden geleverd.
Als het bewijs niet binnen 2 maanden is geleverd, wordt de zekerheid volledig verbeurd.
Als het bewijs na deze periode wordt geleverd, kan dit gedeeltelijke terugbetaling van de zekerheid
tot gevolg hebben.
Basisregeling certificaten algemeen
12
Het bewijs van het verlaten van het douanegebied van de EU (hierna: bewijs van verlaten
EU) moet, behoudens in geval van overmacht, binnen een termijn van 12 maanden na afloop van
de geldigheidsduur van het certificaat worden geleverd.
Als het bewijs na deze 12 maanden nog niet is geleverd, wordt de zekerheid volledig verbeurd,
maar kan een deel van de verbeurde zekerheid worden terugbetaald.
Vrijgave van de zekerheid voor het certificaat kan slechts geschieden op basis van het door de RVO.nlterugontvangen geviseerde certificaat respectievelijk uittreksel, uiteraard met inachtneming van de overige terzake gestelde vereisten.
Voordat wordt overgegaan tot gehele of gedeeltelijke verbeurte van de zekerheid wordt de titularis
schriftelijk de mogelijkheid geboden het hem ten laste gelegde bedrag te betalen. Deze betaling
moet binnen 30 dagen, te rekenen vanaf de datum van ontvangst van de eis tot betaling, worden
gedaan. Als na 30 dagen geen betaling is ontvangen, wordt overgegaan tot verbeurte van de
betrokken zekerheid.
3.3.2 Invoercertificaten
In geval van invoer vindt vrijgave van de zekerheid plaats op basis van het volgende bewijs:
- het afgeschreven en geviseerde certificaat en/of uittreksel, dat, behoudens overmacht,
uiterlijk binnen 2 maanden na de laatste dag van geldigheid moet zijn ontvangen.
Als het bewijs van benutting na 2 maanden maar binnen 24 maanden na het verstrijken van de
geldigheidsduur wordt ingediend, wordt de verbeurde zekerheid voor het gedeelte waarvoor het
bewijs is geleverd, onder inhouding van 15%, terugbetaald.
In de praktijk betekent dit, dat 85% van de reeds verbeurde zekerheid, voor de hoeveelheid
waarvoor alsnog het bewijs geleverd is, wordt terugbetaald. Als het bewijs wordt ingediend na de
periode van 24 maanden blijft de zekerheid volledig verbeurd.
3.3.3 Uitvoercertificaten
In geval van uitvoer vindt vrijgave van de zekerheid plaats op basis van de volgende bewij-zen:
- het afgeschreven en geviseerde certificaat en/of uittreksel, dat, behoudens overmacht,
uiterlijk binnen 2 maanden na de laatste dag van geldigheid moet zijn ontvangen, en
- een controle-exemplaar T5 bij:
• uitvoer vanuit Nederland, zowel via een andere lidstaat als rechtstreeks, naar derde
landen,
• met uitvoer gelijkgestelde transacties, (zie Regeling uitvoerrestituties algemeen),
• plaatsing van de goederen onder de regeling voor communautair douanevervoer per
spoor/grote containers.
In het geval de uitvoer vanuit een andere lidstaat plaatsvindt en in de andere lidstaat de aangifte
ten uitvoer wordt aanvaard, ontvangen wij geen controle-exemplaar T5. In zo’n geval ontvangen
wij een informatiedocument.
Het controle-exemplaar T5 moet uiterlijk binnen 12 maanden na de laatste dag van geldigheid
van het uitvoercertificaat zijn ingediend.
Als het controle-exemplaar T5 uitsluitend voor de vrijgave van de zekerheid dient, dan moet in vak
106 vermeld worden: "te gebruiken voor vrijgave van de zekerheid".
Als niet het originele certificaat, maar een uittreksel, een vervangingscertificaat of een
vervangingsuittreksel wordt gebruikt, moet deze vermelding aangevuld worden met het nummer
van het oorspronkelijke certificaat en naam en adres van de RVO.nl.
Uit de overgelegde bewijzen moet blijken dat de producten het douanegebied van de EU hebben verlaten uiterlijk 60 dagen nadat de aangifte ten uitvoer is aanvaard. Voor levering van goederen als scheepsproviand via een bevoorradingsdepot, geldt een termijn van 30 dagen waarbinnen de goederen na aanvaarding van de aangifte ten uitvoer of plaatsing onder de regeling in een bevoorradingsdepot moeten zijn opgeslagen.
Basisregeling certificaten algemeen
13
Bij overschrijding van deze termijnen wordt in principe het vrij te geven bedrag verminderd met 15% en vervolgens met 5% van de resterende zekerheid voor iedere dag waarmee de termijn is overschreden.
Deze kortingen worden echter niet toegepast als wegens overschrijding van de hiervoor genoemde
termijnen de voor de toekenning van uitvoerrestituties geldende kortingen al zijn toegepast.
(zie hiervoor onze Regeling Uitvoerrestituties Algemeen respectievelijk Regeling
Scheepsproviandering).
Specifieke bepalingen voor uitvoercertificaten zonder (vaststelling vooraf van de)
restitutie
Als het bewijs van benutting na 2 maanden maar binnen 24 maanden na het verstrijken van de
geldigheidsduur wordt ingediend, wordt de verbeurde zekerheid voor het gedeelte waarvoor het
bewijs is geleverd, onder inhouding van 15% terugbetaald.
Als het bewijs van verlaten EU na 12 maanden, maar binnen 24 maanden na het verstrijken van
de geldigheidsduur van het certificaat wordt ingediend, wordt slechts 85% van de reeds verbeurde
zekerheid terugbetaald.
De verbeurde zekerheid kan pas worden terugbetaald nadat alle bewijsstukken zijn ingediend.
Als bewijs wordt ingediend na de periode van 24 maanden blijft de zekerheid definitief volledig
verbeurd.
Voor invoercertificaten en uitvoercertificaten zonder (vaststelling vooraf van de) restitutie, is
bovendien bepaald, dat in die gevallen waarbij er sprake is van verschillende zekerheden, het in
te houden bedrag nooit hoger is dan 15% gebaseerd op de laagst van toepassing zijnde zekerheid.
Specifieke bepalingen voor uitvoercertificaten met vaststelling vooraf van de restitutie
Als het bewijs van benutting na 2 maanden na het verstrijken van de geldigheidsduur wordt
ingediend, wordt de zekerheid verbeurd. Als echter het certificaat alsnog wordt ingediend
- na 2 maanden, maar binnen 3 maanden na afloop van de geldigheidsduur, wordt 90% van de
verbeurde zekerheid terugbetaald (verbeurte 10%),
- na 3 maanden, maar binnen 4 maanden na afloop van de geldigheidsduur, wordt 50% van de
verbeurde zekerheid terugbetaald (verbeurte 50%),
- na 4 maanden, maar binnen 5 maanden na afloop van de geldigheidsduur, wordt 30% van de
verbeurde zekerheid terugbetaald (verbeurte 70%),
- na 5 maanden, maar binnen 6 maanden na afloop van de geldigheidsduur, wordt 20% van de
verbeurde zekerheid terugbetaald (verbeurte 80%),
- na 6 maanden na afloop van de geldigheidsduur, wordt er niets meer terugbetaald, de
zekerheid blijft volledig verbeurd. De verbeurde zekerheid kan pas worden terugbetaald nadat alle bewijsstukken zijn ingediend. Als het bewijs van verlaten van de EU na 12 maanden, maar binnen 24 maanden na het verstrijken van de geldigheidsduur wordt ingediend, wordt de zekerheid met 15% gekort.
In de gevallen dat de zekerheid pas wordt vrijgegeven tegen overlegging van het bewijs van het
bereiken van een bepaalde bestemming, moet dit bewijs worden geleverd binnen 12 maanden na
afloop van de geldigheidsduur van het uitvoercertificaat. Als dit bewijs niet binnen 12 maanden
geleverd kan worden, ondanks het feit dat de exporteur al het nodige heeft gedaan om dit bewijs
tijdig te verkrijgen en in te dienen, kan aan de exporteur een aanvullende termijn worden
toegestaan om de bewijsstukken alsnog over te leggen.
Als verlenging wordt toegekend, wordt de verbeurde van de zekerheid voor wat betreft het
bestemmingsbewijs uitgesteld totdat de verlengde termijn is verstreken.
Tevens attenderen wij u op het onderscheid dat moet worden gemaakt tussen de hiervoor
genoemde termijnen en de termijn van 12 maanden die geldt voor het leveren van bewijs ter
verkrijging van de restitutie (zie de Regeling uitvoerrestituties algemeen).
Als het controle-exemplaar T5 als gevolg van "omstandigheden die niet aan de exporteur zijn toe
te rekenen" (een minder stringente voorwaarde dan "overmacht") niet binnen 3 maanden na
Basisregeling certificaten algemeen
14
afgifte door de RVO.nl is terugontvangen kan de exporteur bij de RVO.nl een gemotiveerd
schriftelijk verzoek indienen om andere bewijsstukken als gelijkwaardig te erkennen.
Het bedoelde verzoek, dat binnen 6 maanden na de laatste dag van de geldigheidsduur van het
certificaat door de RVO.nl moet zijn ontvangen, kan betrekking hebben op 2 situaties t.w.:
- rechtstreekse uitvoer vanuit Nederland, in dit geval is het document voor extern
communautair douanevervoer (T1) voldoende,
- uitvoer via andere lidstaten, in dit geval moet het vervoerdocument vergezeld gaan van een
document waaruit blijkt dat het product bij een douanekantoor van een derde land is
aangeboden ofwel van andere documenten (zie hiervoor de Regeling uitvoerrestituties
algemeen). Bij realisatie van in- of uitvoer in Nederland op grond van in andere lidstaten afgegeven certificaten of uittreksels vindt vrijgave van de zekerheid plaats in de lidstaat van afgifte van het certificaat onder de aldaar geldende voorwaarden.
Bonusregeling
Wanneer een niet (volledig) benut certificaat met vaststelling vooraf van de restitutie aan het
RVO.nl wordt geretourneerd:
- voordat 2/3 van de geldigheidsduur van het certificaat is verstreken, wordt 40% van de te
verbeuren zekerheid vrijgegeven,
- nadat 2/3 van de geldigheidsduur van het certificaat is verstreken, tot uiterlijk één maand na
afloop van de geldigheidsduur, wordt 25% van de te verbeuren zekerheid vrijgegeven. Deze zogenaamde bonusregeling is van toepassing op certificaten en uittreksels van certificaten die worden geretourneerd binnen het GATT-jaar waarin zij zijn afgegeven en die bovendien meer dan 30 dagen vóór het einde van dat GATT-jaar zijn terugbezorgd bij de instantie van afgifte. N.B. De toepassing van de bonusregeling kan door de EC voor één of meer producten worden geschorst. In het geval van een verhoging van de restitutie voor één of meer producten, kan de EC de toepassing van de bonusregeling schorsen voor de certificaten die vóór de verhoging van de restitutie zijn aangevraagd en tot de dag vóór de verhoging van de restitutie niet aan de instantie van afgifte zijn terugbezorgd.
3.3.4 Toepassing artikel 34 lid 10 van Verordening (EG) Nr. 376/2008
Als voor een invoercertificaat door middel van een communautaire bepaling artikel 34 lid 10 van de
certificatenverordening (Verordening (EG) Nr. 376/2008) van toepassing is verklaard (bijv. in het
geval dat een certificaat wordt afgegeven in het kader van een contingent) moet het bewijs
uiterlijk binnen 45 dagen na afloop van de geldigheidsduur van het certificaat worden geleverd.
Zodra deze termijn wordt overschreden, wordt de zekerheid volgens het pro-portionaliteitsbeginsel
verbeurd. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen een certificaat dat binnen de geldigheidsduur volledig is benut en een certificaat dat gedeeltelijk is benut.
a.
Een volledig benut certificaat Bij gebruik van het certificaat binnen de vastgestelde tolerantie en binnen de geldigheidstermijn wordt forfaitair 15% van het in het certificaat aangegeven totale bedrag van de zekerheid verbeurd.
b. Een gedeeltelijk benut certificaat De zekerheid wordt verbeurd voor:
- het verschil tussen 95% van de in het certificaat aangegeven hoeveelheid en de werkelijk
binnen de termijn ingevoerde hoeveelheid, vermeerderd met
- 15% van het verschil tussen de in het certificaat vermelde totale bedrag van de zekerheid
en de uitkomst van de achter het eerste gedachtestreepje aangegeven berekening,
vermeerderd met
- 3% van het in het certificaat aangegeven totale bedrag van de zekerheid verminderd met
de uitkomsten bedoeld achter het 1e en 2e gedachtestreepje voor elke dag van
Basisregeling certificaten algemeen
15
termijnoverschrijding.
3.3.5 Ten onrechte geheel of gedeeltelijk vrijgegeven zekerheden
Een zekerheid die ten onrechte geheel of gedeeltelijk is vrijgegeven moet opnieuw worden gesteld
naar evenredigheid van de betrokken hoeveelheden, ook als de situatie waarvoor een zekerheid
moet worden gesteld zich niet meer kan voordoen (bijvoorbeeld als het certificaat niet meer
gebruikt kan worden omdat de geldigheidsduur is verstreken).
Als de vrijgave langer dan vier jaar geleden heeft plaatsgevonden èn de handelaar te goeder trouw
heeft gehandeld kan het opnieuw stellen van een zekerheid niet meer worden verlangd.
Rekenvoorbeeld a
Totale bedrag van de zekerheid : 100%
Forfaitair percentage : 15%
Resterende zekerheid : 85%
Rekenvoorbeeld b
Totale bedrag van de zekerheid : 100%
Uitgangspunt 100% - 5% (tolerantie) : 95%
Forfaitair percentage
: 15%
Benutte hoeveelheid (stel) : 60%
De zekerheid is te verbeuren voor 95% - 60%
= 35%
Stel, de termijn is met 2 dagen overschreden.
De zekerheid wordt verbeurd voor:
95% - 60% = 35%
15% van (100-35) = 9,75%
6% van (100-35-9,75) = 3,32%
De zekerheid wordt verbeurd voor 48,04%
Ook in deze situaties geldt, dat de importeur eerst in de gelegenheid wordt gesteld het te
verbeuren bedrag te betalen, voordat wordt overgegaan tot daadwerkelijke verbeurte van de
zekerheid.
Basisregeling certificaten algemeen
16
4 Geldigheidsduur
4.1 Dag van afgifte
Artikel 22
Voor het bepalen van de geldigheidsduur worden de certificaten geacht te zijn afgegeven op de dag van indiening van de aanvraag. Deze dag wordt meegerekend voor de geldigheidsduur van het certificaat.
De EC kan met het oog op de afgifte van certificaten een aantal carenzdagen vaststellen. In
principe zijn certificaten geldig vanaf de dag van indiening van de aanvraag, tenzij de
geldigheidsduur van een certificaat op de dag van feitelijke afgifte aanvangt.
De geldigheidsduur vangt dus óf op de dag van indiening van de aanvraag, óf op de dag van
daadwerkelijke afgifte van het certificaat aan. In beide gevallen wordt de dag van afgifte tot de
geldigheidsduur van het certificaat gerekend.
Hoe in voorkomend geval moet worden gehandeld wordt per product/sector geregeld.
4.2 Bijzonderheden m.b.t. expiratiedatum (laatste dag van geldigheid)
Als de laatste dag van de geldigheidsduur van een certificaat een niet-werkdag is, loopt het certificaat af bij het einde van het laatste uur van de daaropvolgende werkdag.
Als de "daaropvolgende werkdag" in een volgende kalendermaand valt, wordt, voor wat betreft de
toepassing van de vooraf vastgestelde bedragen, het certificaat geacht te zijn gebruikt op de
laatste dag van de geldigheidsduur welke op het certificaat is vermeld.
Deze situatie is van toepassing op certificaten waarvoor de geldigheidsduur wordt bepaald door een
termijn in uren, dagen, weken, maanden of jaren (bijv. lopende maand + vijf maanden). Ingeval is
bepaald dat de geldigheidsduur eindigt op een bepaalde datum is bovenstaande niet van
toepassing en eindigt de geldigheidsduur op het laatste uur van de betreffende dag.
De uittreksels hebben dezelfde expiratiedatum als de certificaten ten laste waarvan ze worden
afgegeven.
Basisregeling certificaten algemeen
17
5 Rechten en verplichtingen
5.1 Recht en plicht tot in- en/of uitvoer
Artikel 7
Het invoer- of uitvoercertificaat geeft het recht en brengt de verplichting mee, de op het certificaat
vermelde hoeveelheid product in te voeren, respectievelijk uit te voeren tijdens de geldigheidsduur
van het certificaat. Aan deze verplichting kan het recht worden gekoppeld het tarief van het
invoerrecht of de restitutie gedurende de gehele geldigheidsduur te baseren op het tarief van de
dag van aanvraag (zgn. vaststelling vooraf) (zie hoofdstuk 2.2).
Aan de verplichting tot invoer of uitvoer wordt geacht te zijn voldaan, als de ingevoerde of
uitgevoerde hoeveelheid maximaal 5% groter of kleiner is dan de in het certificaat vermelde
hoeveelheid.
5.2 Overdracht van rechten
Artikel 8
De uit de certificaten voortvloeiende rechten zijn overdraagbaar door de titularis van het
certificaat gedurende de geldigheidsduur van dit document.
Deze overdracht, die slechts kan plaatsvinden ten gunste van één enkele cessionaris per certificaat
en/of uittreksel, heeft betrekking op de nog niet van het certificaat of van het uittreksel
afgeschreven hoeveelheden.
Degene die de rechten van het certificaat of uittreksel overneemt, kan zijn recht niet overdragen
aan een volgende cessionaris. Wel bestaat voor de cessionaris de mogelijkheid om zijn recht te
retrocederen (terug-overdragen) aan de titularis. Deze retrocessie heeft betrekking op de nog niet
van het certificaat, of het uittreksel daarvan, afgeschreven hoeveelheid.
Als de titularis om overdracht verzoekt, schrijft de bevoegde instantie op het certificaat of, in
voorkomend geval, op het uittreksel, de naam en het adres van de cessionaris, alsmede de datum.
De vermelding wordt gewaarmerkt door de plaatsing van het stempel van de bevoegde instantie.
De overdracht wordt van kracht met ingang van de datum van inschrijving.
Het verzoek tot overdracht kan men indienen bij elke bevoegde instantie in de EU genoemd in
bijlage 2. Het betrokken certificaat of uittreksel moet aan die instantie worden overgelegd.
De verplichtingen, voortvloeiende uit het certificaat of uittreksel, zijn daarentegen niet
overdraagbaar. Dit houdt in, dat als de cessionaris de verplichting tot in- of uitvoer niet nakomt, de
oorspronkelijke houder (titularis) van het certificaat daarvoor aansprakelijk is. Dit betekent dat
hij belast wordt met het betalen van een boete naar evenredigheid van de door hem gestelde
zekerheid.
5.3 Inleveren van certificaten en/of uittreksels
Artikel 26
Geheel of gedeeltelijk gebruikte of niet-gebruikte certificaten en/of uittreksels moeten worden
ingeleverd bij de instantie die het originele certificaat heeft afgegeven.
5.4 Invoer uit/uitvoer naar bepaald derde land
Ingeval het land van oorsprong/herkomst op het certificaat is vermeld, verplicht het certificaat
slechts tot invoer uit het aangegeven land, voorzover in vak 7 en vak 8 het vakje "ja" is
aangekruist. Alleen de vermelding van het land van oorsprong, herkomst of bestemming beperkt
het gebruik niet tot de aangegeven landen. Alleen als in communautaire regelgeving is bepaald dat
de herkomst/oorsprong of bestemming verplicht is, zal het vakje "ja" worden aangekruist. Als dit
van toepassing is, verplicht het certificaat tot invoer uit of uitvoer naar het vermelde land.
De douane zal in voorkomend geval nadrukkelijk controleren of de goederen daadwerkelijk uit het
vermelde land afkomstig zijn.
Basisregeling certificaten algemeen
18
In geval van uitvoer geldt in principe hetzelfde, alhoewel de douane in dit geval moeilijk de
uiteindelijke bestemming zal kunnen controleren. Deze controle vindt achteraf plaats aan de hand
van de bewijzen van invoer (zie hoofdstuk 3.3.2, alsmede de Regeling uitvoerrestituties
algemeen).
5.5 Invoer in het kader van een preferentiële regeling
Als voor de invoer van een product een invoercertificaat vereist is, en het certificaat wordt tevens
gebruikt in het kader van een preferentiële regeling, dan is de preferentiële regeling niet van
toepassing op de hoeveelheden die, in verband met de tolerantie, boven de op het certificaat
vermelde hoeveelheid worden ingevoerd.
In dat geval wordt in vak 24 van het certificaat de volgende vermelding aangebracht:
"Preferentiële regeling van toepassing voor de in de vakken 17 en 18 vermelde hoeveelheid".
Deze vermelding kan anders luiden als sectorspecifieke voorschriften in een andere vermelding voorzien.
Wanneer een certificaat uitsluitend wordt gebruikt voor het beheer van een preferentiële
invoerregeling geldt in beginsel geen tolerantie naar boven. In dat geval wordt in vak 19 van het
certificaat het cijfer "0" ingevuld. Let op: als tolerantie naar boven wel is toegestaan, wordt op het
gedeelte boven 100% geen preferentieel recht toegepast, maar het normale invoertarief voor
derde landen.
Basisregeling certificaten algemeen
19
6 Gebruik van certificaten en/of uittreksels
6.1 Overlegging van certificaten en/of uittreksels bij de douane
Artikel 23
Bij de aangifte ten invoer of ten uitvoer moet u de certificaten en/of uittreksels ter visering en
afschrijving in Nederland samen met de overige (landbouw) documenten bij de douane overleggen.
Dit is niet het geval als het certificaat bij de RVO.nl in depot is gegeven (zie hoofdstuk 6.2). De
aangifte ten invoer moet worden gedaan door de titularis of de cessionaris van het certificaat of de
indirecte vertegenwoordiger daarvan. In het geval van aangifte ten uitvoer is vooral belangrijk dat
degene die de restitutie aanvraagt dezelfde is als de titularis of cessionaris van het
uitvoercertificaat.
Met uitvoer uit de EU is gelijkgesteld het bereiken van een bijzondere bestemming als bedoeld in
de Regeling uitvoerrestituties algemeen.
Bij uitvoer van industriële landbouwproducten, dan wel bij uitvoer van andere producten, waarvoor
een uitvoercertificaat slechts dient om de restituties vooraf vast te stellen, is overlegging van een
certificaat met vaststelling vooraf van de restitutie niet verplicht.
Als de exporteur echter gebruik wil maken van zijn gefixeerde uitvoerrestitutie, kan hij zijn
voorfixatiecertificaat laten afschrijven:
- door de douane: door het certificaat of uittreksel samen met de uitvoeraangifte en T5 aan de
douane te overleggen,
- door de RVO.nl: als de exporteur voor de uitvoer uit Nederland het certificaat in depot heeft
gegeven; in dat geval moet wel de uitvoeraangifte en het T5 volledig ingevuld aan de douane
worden overgelegd.
6.2 Depotregeling
Het is mogelijk uitvoercertificaten bij de RVO.nl in depot te laten houden. De afschrijving op de
certificaten wordt dan door de RVO.nl gedaan op basis van ontvangen documenten, afkomstig van
de douane.
Als u gebruik wilt maken van de depotregeling, moet u op uw aanvraag voor het uitvoercertificaat
vermelden ‘certificaat in depot RVO.nl.
Bij de elektronische aangifte moet u bescheidcode 1119 vermelden. Deze code moet u combineren
met één van de volgende opties in vak 37/2 van de aangifte:
Vak niet ingevuld = verplicht certificaat zonder restitutie (in depot bij RVO.nl)
51 = verplicht certificaat met restitutie (in depot bij RVO.nl)
E 52 = niet verplicht restitutiecertificaat (in depot bij RVO.nl)
Verlengstroken (allonges)
Artikel 27
Als een op een certificaat of uittreksel vermelde hoeveelheid in zeer vele kleinere partijen wordt in-
of uitgevoerd, kan de douane voor de afschrijving verlengstroken (allonges) van een certificaat of
uittreksel afgeven, welke met een visering aan het certificaat of het uittreksel worden bevestigd.
6.4 Wijzigingen op certificaten en/of uittreksels
Artikel 25
De certificaten en de uittreksels mogen geen raderingen, doorhalingen of overschrijvingen bevatten
en zij mogen na afgifte niet worden gewijzigd.
6.5 Verlies van certificaten en/of uittreksels
Artikel 35 en 38
6.5.1 Verlies van reeds geheel of gedeeltelijk benutte certificaten en/of uittreksels
Basisregeling certificaten algemeen
20
Bij verlies van een door de RVO.nl afgegeven geheel of gedeeltelijk benut certificaat of uittreksel kan de RVO.nl bij wijze van uitzondering een op dezelfde wijze als het originele document opgemaakt en geviseerd duplicaat van deze documenten afgeven, dat duidelijk de vermelding "Duplicaat" draagt.
Het duplicaat wordt aangeboden bij de douane of bij een andere bevoegde instantie van de
lidstaat.
De bevoegde instantie schrijft het duplicaat af en viseert dit.
Een duplicaat wordt derhalve afgegeven, als een reeds geheel of gedeeltelijk voor in- of uitvoer
benut certificaat of uittreksel verloren gaat, om op grond hiervan de zekerheid geheel of
gedeeltelijk vrij te kunnen geven. Voor een gedeeltelijk of geheel niet benut certificaat met
vaststelling vooraf van de restitutie kan, rekening houdende met de tolerantie, onder bepaalde
voorwaarden een vervangingscertificaat of vervangingsuittreksel worden aangevraagd.
6.5.2 Verlies van een geheel of gedeeltelijk niet-benut certificaat met vaststelling vooraf van een
restitutie groter dan 0.
In geval van verlies van een certificaat of uittreksel met vaststelling vooraf van een
restitutie groter dan 0 kan de RVO.nl op schriftelijk verzoek van de titularis c.q. cessionaris een
vervangingscertificaat of vervangingsuittreksel afgeven voor de door de aanvrager opgegeven
hoeveelheid, vermeerderd met de tolerantie. U moet dan aantonen dat u de nodige voorzorgen
heeft genomen om verlies van het desbetreffende document te voorkomen.
Als blijkt de door u opgegeven hoeveelheid groter is dan volgens onze administratie is toegestaan,
dan wordt deze dienovereenkomstig verminderd.
De afgifte van een vervangingscertificaat of -uittreksel is afhankelijk van het stellen van een extra
zekerheid.
Het bedrag van deze zekerheid wordt verkregen door het bedrag van de vooraf vastgestelde
restitutie met 20% te vermeerderen (minimaal € 3,- per 100 kg) en het aldus verkregen bedrag te
vermenigvuldigen met de hoeveelheid, waarvoor het vervangingscertificaat of -uittreksel wordt
afgegeven, vermeerderd met de tolerantie.
Deze zekerheid wordt na 15 maanden vrijgegeven, tenzij meer wordt uitgevoerd dan de
toegestane hoeveelheid; dan wordt dat gedeelte van de zekerheid verbeurd, dat overeenkomt met
de teveel uitgevoerde hoeveelheid.
Bovendien moet daarnaast, als er een uitvoerbelasting van toepassing is op het moment dat voor
de te veel uitgevoerde hoeveelheid de douaneformaliteiten bij uitvoer zijn vervuld, de
uitvoerbelasting over die hoeveelheid worden betaald.
Met het oog op afgifte van een vervangingscertificaat wordt in vak 22 vermeld:
"Certificaat (of uittreksel) ter vervanging van een verloren gegaan certificaat (of uittreksel).
Nummer van het oorspronkelijke certificaat:............". Deze vermelding wordt rood onderstreept.
Wordt het verloren gegane certificaat of uittreksel teruggevonden, dan moet het worden ingeleverd
bij de RVO.nl, waarna de extra zekerheid wordt vrijgegeven. Is de op het oorspronkelijke certificaat
of uittreksel vermelde hoeveelheid groter dan die, vermeld op het vervangingsdocument, dan kan
op verzoek van belanghebbenden een uittreksel worden afgegeven ter grootte van het verschil
tussen beide, vermeerderd met de tolerantie.
6.5.3 Vernietiging van een in het geheel of gedeeltelijk niet-benut certificaat
In het uitzonderlijke geval dat de titularis c.q. cessionaris van een certificaat ten genoegen van de
RVO.nl kan bewijzen, dat een certificaat of uittreksel in het geheel of gedeeltelijk niet is gebruikt en
ook niet meer kan worden gebruikt, met name als gevolg van gehele of gedeeltelijke vernietiging
ervan, wordt door de RVO.nl een vervangingscertificaat of -uittreksel afgegeven voor de betrokken
hoeveelheid. Dit geldt, in tegenstelling tot de onder hoofdstuk 6.5.2 genoemde regeling, voor alle
certificaten. De extra zekerheid hoeft dan niet te worden gesteld.
Basisregeling certificaten algemeen
21
6.5.4 Bijzonderheden m.b.t. een vervangingscertificaat of -uittreksel
Een vervangingscertificaat of -uittreksel kan niet worden afgegeven in geval van verlies van een
eerder afgegeven vervangingscertificaat of uittreksel en evenmin in de situatie dat de afgifte van
een certificaat voor het betrokken product is geschorst.
In geval van verlies van een buitenlands certificaat of uittreksel moet u zich wenden tot de
instantie van afgifte van het betrokken document.
Basisregeling certificaten algemeen
22
7 Overmacht
Artikel 39, 40 en 41
7.1 Algemeen
Wanneer als gevolg van overmacht de invoer of uitvoer niet kan plaatsvinden tijdens de
geldigheidsduur van het certificaat, kan de RVO.nl op schriftelijk verzoek van de titularis de
geldigheidsduur van het certificaat verlengen met een termijn die op grond van de aangevoerde
omstandigheden nodig wordt geacht, danwel het certificaat annuleren door vrijgave van de
overeenkomstige zekerheid.
Onverminderd de jurisprudentie die op dit punt bestaat, geldt in het algemeen, dat slechts van
"overmacht" sprake kan zijn, als ten minste sprake is van de volgende omstandigheden:
1) het is voor de titularis ondanks de door hem genomen voorzorgsmaatregelen niet mogelijk de
door hem aangegane verplichting (tijdig) na te komen,
2) deze omstandigheid is het gevolg van een “vreemde oorzaak” die betrokkene niet kan worden
toegerekend, en
3) deze omstandigheid niet voorzienbaar was.
De verzoeker moet het bewijs leveren dat de omstandigheden, die hem hebben verhinderd in- of uit te voeren, voor hem overmacht inhouden.
Dergelijke bewijzen moeten binnen 6 maanden na afloop van de geldigheidsduur van het
certificaat zijn geleverd.
7.2 Overmacht in land van herkomst of bestemming
Er kan een beroep op overmacht worden gedaan dat betrekking heeft op: - land van herkomst in geval van invoer of, - land van bestemming in geval van uitvoer.
Deze omstandigheid kan slechts als zodanig worden erkend als het land van herkomst of het land
van bestemming tijdig aan de RVO.nl werd opgegeven.
De opgave van het land van herkomst of bestemming wordt geacht tijdig te zijn geschied, als op
het ogenblik van de melding aan de RVO.nl het intreden van het geval van overmacht door de
aanvrager nog niet kon worden voorzien.
7.3 Aanvraag tot verlenging
Aanvragen tot verlenging van de geldigheidsduur kunnen tot en met 30 dagen na het verstrijken
van de geldigheidsduur worden ingediend.
Als om verlenging van de geldigheidsduur wordt verzocht, moet het desbetreffende certificaat of
uittreksel worden overgelegd.
Bij een eventuele verlenging van de geldigheidsduur van een certificaat met vaststelling vooraf van
de uitvoerrestitutie,
- moeten de correctiebedragen worden toegepast welke golden op de dag van indiening van de
aanvraag van het certificaat, voor een tijdens de laatste maand van de normale
geldigheidsduur van het certificaat te verrichten uitvoer,
- wordt de uitvoerrestitutie aangepast op basis van de maandelijkse verhogingen die gelden
tijdens de maand waarin de uitvoer daadwerkelijk plaatsvindt.
Bij verlenging van de geldigheidsduur van een certificaat met vaststelling vooraf kunnen de uit het
certificaat voortvloeiende rechten niet worden overgedragen; wanneer het geval van overmacht
dat rechtvaardigt, wordt deze overdracht eventueel toegestaan indien het verzoek daartoe
gelijktijdig met een aanvraag om verlenging wordt ingediend.
Basisregeling certificaten algemeen
23
Ingeval een verzoek is ingediend tot verlenging van de geldigheidsduur van een certificaat met
vaststelling vooraf van de uitvoerrestitutie, kan de betrokkene, ingeval de bevoegde instantie nog
geen beslissing heeft genomen inzake een eventuele verlenging, een nieuw (tweede) certificaat
aanvragen.
Voor de afgifte van dit tweede certificaat gelden de voorwaarden en bepalingen als die welke ten
tijde van het aanvragen van dit tweede certificaat van toepassing zijn, m.u.v. de volgende
bepalingen:
- het certificaat wordt afgegeven voor ten hoogste de nog openstaande hoeveelheid van het
eerste certificaat,
- in vak 20 van het tweede certificaat wordt de vermelding aangebracht:
“Certificaat afgegeven overeenkomstig artikel 41 van Verordening (EG) Nr. 376/2008;
oorspronkelijk certificaat nr. ……..”
Ingeval het verzoek om verlenging van de geldigheidsduur van het eerste certificaat wordt
ingewilligd:
1. worden op het eerste certificaat de hoeveelheden afgeboekt die zijn gerealiseerd op het
tweede certificaat, voorzover deze realisaties hebben plaatsgevonden:
-
-
door de titularis of in geval van overdracht door de cessionaris, en
binnen de verlengde geldigheidsduur van het eerste certificaat,
2. wordt de voor het tweede certificaat gestelde zekerheid vrijgegeven naar rato van de reeds
gerealiseerde hoeveelheden,
3. wordt de lidstaat waar realisatie heeft plaatsgevonden op de hoogte gebracht van de
verlenging, zodat de betalingen, voorzover nodig, kunnen worden gerectificeerd.
Verlenging kan worden toegestaan voor een termijn die zo lang is als op grond van de
aangevoerde omstandigheden van overmacht noodzakelijk wordt geacht, met een maximum van 6
maanden na afloop van de oorspronkelijke geldigheidsduur.
Ingeval het verzoek om verlenging wordt afgewezen omdat overmacht niet is aangetoond, dan wel
wordt besloten dat het eerste certificaat moet worden geannuleerd, blijven de uit het tweede
certificaat voortvloeiende rechten en plichten onverminderd voortbestaan.
7.4 Aanvraag tot annulering
Wanneer een aanvraag tot annulering van een certificaat met vaststelling vooraf, meer dan 30
dagen na het verstrijken van de geldigheidsduur van het certificaat is ingediend, kan de RVO.nl in
plaats van het annuleren van het certificaat, de geldigheidsduur ervan verlengen.
Voorwaarde hiervoor is dat als het vooraf vastgestelde bedrag, vermeerderd met de eventuele
aanpassingen, lager is dan het bedrag op de dag van het besluit, wanneer het een toe te kennen
bedrag betreft of hoger is dan het bedrag op die dag, wanneer het een te heffen bedrag is.
Basisregeling certificaten algemeen
24
8 Afgifte van uitvoer- of voorfixatiecertificaten met het oog op een in een importerend derde land gehouden openbare inschrijving
Artikel 47
8.1 Algemeen
De aanvraag voor een uitvoercertificaat met het oog op een in een importerend derde land
gehouden openbare inschrijving moet het verzoek inhouden tot vaststelling vooraf van de
restitutie, die voor dat derde land zal worden vastgesteld.
8.2 Openbare inschrijving
Als openbare inschrijvingen worden aangemerkt niet-vertrouwelijke uitnodigingen van overheidsinstanties van derde landen of van publiekrechtelijke internationale organisaties om binnen een bepaalde termijn offertes in te dienen over de aanvaarding waarvan ook door instanties of organisaties wordt beslist.
Het bericht van inschrijving moet ten minste de volgende gegevens bevatten:
- het importerende derde land en de instantie die de inschrijving laat houden,
- de uiterste datum voor de indiening van de offertes,
- de hoeveelheid producten waarvoor de inschrijving wordt gehouden.
8.3 Certificaten
8.3.1 Aanvraag
De exporteur, die heeft deelgenomen of wil deelnemen aan de hiervoor bedoelde openbare
inschrijving kan één of meer certificaten aanvragen, die slechts worden afgegeven voorzover aan
hem is gegund.
Exporteur en inschrijver in het invoerende derde land moeten dezelfde persoon zijn. Ingeval de
exporteur een ander is dan degene aan wie is gegund, kan geen uitvoercertificaat worden
afgegeven. Het is dus niet toegestaan te werken met een zgn. tussenpersoon. Bij het aanvragen van een certificaat moet de exporteur naast de gegevens genoemd in hoofdstuk 2.1 van deze regeling, ook de gegevens van het bericht van inschrijving vermelden in zijn aanvraag.
De certificaataanvragen mogen niet eerder dan 15 dagen voor de uiterste datum voor indiening
van de offertes worden ingediend.
In de sectoren granen en rijst is hiervoor een afwijkende termijn vastgesteld van 4 werkdagen.
Als de aanvragen op de uiterste datum voor indiening van de offertes worden ingediend, moeten zij
uiterlijk om 13.00 uur in het bezit van de RVO.nl zijn.
De voor afgifte van het certificaat vereiste zekerheid moet uiterlijk om 13.00 uur van de uiterste
datum voor het indienen van de offertes zijn gesteld.
De hoeveelheid waarvoor een of meer certificaten worden aangevraagd, mag niet groter zijn dan
de hoeveelheid vermeld in het bericht van inschrijving. Er wordt echter geen rekening gehouden
met de in het bericht van inschrijving voorziene toleranties en opties.
8.3.2 Mededelingen
Uiterlijk binnen 21 dagen na de uiterste datum voor de indiening van de offertes deelt de
aanvrager de RVO.nl per brief, of per schriftelijk telecommunicatiebericht mede,
a dat aan hem is gegund, of
b dat niet aan hem is gegund, of
c dat hij niet heeft deelgenomen aan de inschrijving, of
d dat hij, als gevolg van omstandigheden, waarop hij geen invloed heeft kunnen uitoefenen, van
de uitslag van de inschrijving niet binnen de gestelde termijn kennis heeft kunnen nemen.
Als de aanvrager de hiervoor vermelde punten a t/m d niet naleeft, wordt geen certificaat
afgegeven.
Basisregeling certificaten algemeen
25
Wanneer de aanvrager de RVO.nl echter het bewijs levert, dat de termijn voor het indienen van de offertes:
- met maximaal 10 dagen is verlengd, blijft de aanvraag geldig en geldt de hiervoor bedoelde
termijn van 21 dagen vanaf de nieuwe uiterste datum voor het indienen van de offertes,
- met meer dan 10 dagen is verlengd, vervalt de geldigheid van de aanvraag en wordt de
zekerheid vrijgegeven.
In de sector granen en de sector rijst geldt een afwijkende termijn van 6 werkdagen na de uiterste
datum voor de indiening van de offertes. Ingeval er sprake is van een inschrijving voor industriële
landbouwproducten op basis van melk en zuivel is deze termijn vastgesteld op 60 dagen, voor de
overige industriële landbouwproducten geldt een termijn van 90 dagen.
8.3.3 Bijzondere maatregelen
Er wordt geen gevolg gegeven aan aanvragen voor certificaten, wanneer tijdens de termijn van
afgifte, die geldt voor de aanvragen voor certificaten van bepaalde producten, een bijzondere
maatregel is getroffen, die de afgifte van de certificaten verhindert.
Wanneer een bijzondere maatregel echter wordt genomen na afloop van die termijn, mag de
afgifte van het certificaat niet meer verhinderd worden, echter met dien verstande, dat de
aanvrager dan aan de volgende voorwaarden moet hebben voldaan:
- de aanvrager moet de in hoofdstuk 8.2 bedoelde gegevens d.m.v. daartoe dienstige
documenten bewijzen,
- de aanvrager moet de voor de afgifte van het certificaat vereiste zekerheid hebben gesteld,
- de aanvrager moet het bewijs leveren dat aan hem is gegund,
- de aanvrager moet het contract overleggen,
- wanneer het contract om gegronde redenen niet kan worden overgelegd, moet de aanvrager
de documenten overleggen waaruit met de andere contractant/contractanten aangegane
verbintenissen blijken, alsook een verklaring van zijn bank dat de financiële instelling van de
koper voor de overeengekomen levering een onherroepelijk documentair krediet heeft
geopend.
8.3.4 Afgifte
De certificaten worden slechts afgegeven voor het importerende derde land.
De totale hoeveelheid, waarvoor certificaten worden afgegeven, is gelijk aan de hoeveelheid, die
aan de aanvrager is gegund. Deze hoeveelheid kan nooit groter zijn dan de hoeveelheid waarvoor
een aanvraag is ingediend.
Ook wanneer meerdere certificaten zijn aangevraagd, kan de hoeveelheid per afgegeven certificaat
nooit hoger zijn dan de oorspronkelijk voor ieder certificaat gevraagde hoeveelheid.
Het gedeelte van de zekerheid, dat overeenkomt met de niet aan de aanvrager gegunde
hoeveelheid, wordt onmiddellijk vrijgegeven.
In vak 20 van het certificaat wordt onzerzijds de vermelding aangebracht:
"Indieningstermijn aanbiedingen eindigt op ......" ,en
"Openbare inschrijving van ..... (naam instantie)".
8.4 Bijzonderheden
8.4.1 Ontbinding contract
Degene aan wie is gegund, kan bij de RVO.nl aantonen dat de instantie die de inschrijving heeft laten houden het contract, om redenen die hem niet zijn toe te rekenen en die niet als overmacht worden beschouwd, heeft ontbonden. De RVO.nl geeft dan de zekerheid vrij, wanneer de vooraf vastgestelde restitutie hoger is dan of gelijk is aan de restitutie, die geldt op de laatste dag van de geldigheidsduur van het certificaat.
8.4.2 Wijzigingen in contract
Als degene aan wie is gegund ten genoegen van de RVO.nl aantoont, dat de instantie die de
Basisregeling certificaten algemeen
26
inschrijving heeft laten houden, om redenen die hem niet zijn toe te rekenen en die niet als
overmacht worden beschouwd wijzigingen in het contract heeft opgelegd, kan de RVO.nl:
- de zekerheid vrijgeven voor de hoeveelheid welke nog niet is uitgevoerd als de vooraf
vastgestelde restitutie hoger is dan of gelijk is aan de restitutie, welke geldt op de laatste dag
van geldigheid van het certificaat,
- de geldigheidsduur met de vereiste termijn verlengen, als de vooraf vastgestelde restitutie
lager is dan of gelijk is aan de restitutie die geldt op de laatste dag van geldigheid van het
certificaat.
In plaats van een vrijgave van de zekerheid zoals in het eerste gedachtestreepje bedoeld, kan de RVO.nl evenwel ook de geldigheidsduur van het certificaat verlengen. Dit kan het geval zijn als in bijzondere regelingen voor bepaalde producten is vastgesteld dat het certificaat een langere geldigheidsduur kan hebben dan normaal, met dien verstande dat de maximale geldigheidsduur zoals toegestaan op basis van zo'n regeling, niet overschreden wordt.
8.4.3 Minimumtolerantie of -optie
Zoals u kunt lezen in hoofdstuk 5, geldt als algemene regel dat de verplichting tot in- of uitvoer is
nagekomen als u 95% van de hoeveelheid die op het certificaat is vermeld, heeft benut. In het
geval van openbare inschrijvingen wordt van deze hoofdregel afgeweken.
Degene aan wie is gegund wordt geacht de verplichting tot uitvoer te zijn nagekomen als ten
minste 90% van de hoeveelheid waarvoor het certificaat is afgegeven is uitgevoerd.
Dit geldt echter alleen, als degene aan wie is gegund, het bewijs levert, dat ofwel in het bericht van
inschrijving ofwel in het naar aanleiding van de gunning afgesloten contract een minustolerantie of
-optie is vastgesteld van meer dan 5% en de instantie welke de inschrijving heeft laten houden
gebruik maakt van deze clausule. Tevens moet, voor de toepassing van deze 90%-regeling de vooraf vastgestelde restitutie hoger zijn dan of gelijk zijn aan de restitutie, die geldt op de laatste dag van geldigheid van het certificaat.
N.B. Bij vergelijking van de vooraf vastgestelde restitutie met de op de laatste dag van
geldigheid van het certificaat geldende restitutie, wordt eventueel rekening gehouden met
andere bedragen die in communautaire voorschriften zijn vastgesteld.
8.5 Geldigheidsduur certificaten
In het algemeen geldt dat vorengenoemde certificaten, afgegeven in het kader van een door een
importerend derde land gehouden inschrijving, geldig zijn vanaf de dag van aanvraag tot en met
de dag waarop aan de verplichtingen, voortvloeiend uit de gunning, is voldaan.
Per sector kan echter worden bepaald, dat de geldigheidsduur een in maanden vastgestelde
termijn niet mag overschrijden.
Basisregeling certificaten algemeen
27
Bijlage 1 - Hoeveelheden waaronder geen certificaat kan worden aangevraagd
CERTIFICAATVERPLICHTING – BIJ INVOER
Lijst van de in artikel 1, lid 2, onder a), punt i), bedoelde producten en de op grond van
artikel 4, lid 1, onder d), geldende maxima
(de volgorde is die van de bijlagen I bij Verordening (EU) Nr. 1308/2013)
A. Granen
GN-code Beschrijving Bedrag
van de
zekerhei
d
Geldigheidsduur Nettohoeveelhe
den1
1001 19 00 Durumtarwe, andere dan
zaaigoed, met inbegrip van
producten die worden
ingevoerd in het kader van de
in artikel 1, lid 2, onder a) iii),
bedoelde tariefcontingenten
1 euro/t Tot het einde
van de tweede
maand volgende
op de maand van
de dag van de
feitelijke afgifte
van het
certificaat in de
zin van artikel
22, lid 2
5000 kg
ex 1001 99 00 Spelt, zachte tarwe en
mengkoren, anders dan
zaaigoed, met inbegrip van
producten die worden
ingevoerd in het kader van de
in artikel 1, lid 2, onder a) iii),
bedoelde tariefcontingenten
1 euro/t Tot het einde
van de tweede
maand volgende
op de maand van
de dag van de
feitelijke afgifte
van het
certificaat in de
zin van artikel
22, lid 2
5000 kg
1003 90 00 Gerst, andere dan zaaigoed 1 euro/t Tot het einde
van de tweede
maand volgende
op de maand van
de dag van de
feitelijke afgifte
van het
certificaat in de
5000 kg
1 Maximumhoeveelheden waarvoor op grond van artikel 4, lid 1, onder d), geen certificaten hoeven te worden overgelegd.
Deze beperkingen gelden niet voor de invoer in het kader van een preferentiële regeling of van tariefcontingenten.
(-) Voor alle hoeveelheden zijn certificaten vereist.
Basisregeling certificaten algemeen
28
GN-code Beschrijving Bedrag
van de
zekerhei
d
Geldigheidsduur Nettohoeveelhe
den1
zin van artikel
22, lid 2
1005 90 00 Maïs, andere dan zaaigoed 1 euro/t Tot het einde
van de tweede
maand volgende
op de maand van
de dag van de
feitelijke afgifte
van het
certificaat in de
zin van artikel
22, lid 2
5000 kg
1007 90 00 Graansorgho, andere dan
zaaigoed
1 euro/t Tot het einde
van de tweede
maand volgende
op de maand van
de dag van de
feitelijke afgifte
van het
certificaat in de
zin van artikel
22, lid 2
5000 kg
1101 00 15 Meel van zachte tarwe en spelt 1 euro/t Tot het einde
van de tweede
maand volgende
op de maand van
de dag van de
feitelijke afgifte
van het
certificaat in de
zin van artikel
22, lid 2
1000 kg
2303 10 Afvallen van zetmeelfabrieken
en dergelijke afvallen
1 euro/t Tot het einde
van de tweede
maand volgende
op de maand van
de dag van de
feitelijke afgifte
van het
certificaat in de
zin van artikel
22, lid 2
1000 kg
2303 30 00 Bostel (brouwerijafval) en
afvallen van branderijen
1 euro/t Tot het einde
van de tweede
1000 kg
Basisregeling certificaten algemeen
29
GN-code Beschrijving Bedrag
van de
zekerhei
d
Geldigheidsduur Nettohoeveelhe
den1
maand volgende
op de maand van
de dag van de
feitelijke afgifte
van het
certificaat in de
zin van artikel
22, lid 2
ex 2308 00 40 Residuen van
citrusvruchtenpulp
1 euro/t Tot het einde
van de tweede
maand volgende
op de maand van
de dag van de
feitelijke afgifte
van het
certificaat in de
zin van artikel
22, lid 2
1000 kg
2309 90 20 Producten bedoeld in
aanvullende aantekening 5 bij
hoofdstuk 23 van de
gecombineerde nomenclatuur
1 euro/t Tot het einde
van de tweede
maand volgende
op de maand van
de dag van de
feitelijke afgifte
van het
certificaat in de
zin van artikel
22, lid 2
1000 kg
B. Rijst
GN-code Beschrijving Bedrag
van de
zekerhei
d
Geldigheidsduur Netto-
hoeveelheden1
1006 20 Gedopte rijst, met inbegrip
van producten die worden
ingevoerd in het kader van de
in artikel 1, lid 2, onder a) iii),
bedoelde tariefcontingenten
30
euro/t
Tot het einde
van de tweede
maand
volgende op de
maand van de
dag van de
1000 kg
1 Maximumhoeveelheden waarvoor op grond van artikel 4, lid 1, onder d), geen certificaten hoeven te worden overgelegd.
Deze beperkingen gelden niet voor de invoer in het kader van een preferentiële regeling of van tariefcontingenten.
(-) Voor alle hoeveelheden zijn certificaten vereist.
Basisregeling certificaten algemeen
30
GN-code Beschrijving Bedrag
van de
zekerhei
d
Geldigheidsduur Netto-
hoeveelheden1
feitelijke afgifte
van het
certificaat in de
zin van artikel
22, lid 2
1006 30 Halfwitte of volwitte rijst, ook
indien gepolijst of geglansd,
met inbegrip van producten
die worden ingevoerd in het
kader van de in artikel 1, lid 2,
onder a) iii), bedoelde
tariefcontingenten
30
euro/t
Tot het einde
van de tweede
maand
volgende op de
maand van de
dag van de
feitelijke afgifte
van het
certificaat in de
zin van artikel
22, lid 2
1000 kg
1006 40 00 Breukrijst, met inbegrip van
producten die worden
ingevoerd in het kader van de
in artikel 1, lid 2, onder a) iii),
bedoelde tariefcontingenten
1 euro/t Tot het einde
van de tweede
maand
volgende op de
maand van de
dag van de
feitelijke afgifte
van het
certificaat in de
zin van artikel
22, lid 2
1000 kg
Basisregeling certificaten algemeen
31
C. Suiker
GN-code Beschrijving Bedrag van de
zekerheid
Geldigheidsdu
ur
Netto-
hoeveelhede
n1
1701 Alle producten die worden
ingevoerd in het kader van
een andere preferentiële
regeling dan een
tariefcontingent
20 euro/t Tot het einde
van de derde
maand
volgende op
de maand van
de dag van
afgifte van het
certificaat in
de zin van
artikel 22, lid
2
(-)
D. Zaaizaad
GN-code Beschrijving Bedrag
van de
zekerh
eid
Geldigheidsduur Netto-
hoeveelheden1
ex 1207 99 20 Zaaigoed van henneprassen
bestemd voor zaaidoeleinden
(2) Tot het einde
van de zesde
maand volgende
op de maand van
de dag van de
feitelijke afgifte
van het
certificaat in de
zin van artikel
22, lid 2, tenzij
door de lidstaten
anders is
bepaald
(-)
E. Olijfolie en tafelolijven
GN-code Beschrijving Bedrag
van de
zekerhei
d
Geldigheidsduur Netto-
hoeveelheden1
ex 0709 92 90 Verse olijven voor het 100 60 dagen vanaf 100 kg
1 Maximumhoeveelheden waarvoor op grond van artikel 4, lid 1, onder d), geen certificaten hoeven te worden overgelegd.
Deze beperkingen gelden niet voor de invoer in het kader van een preferentiële regeling of van tariefcontingenten.
(-) Voor alle hoeveelheden zijn certificaten vereist.
2 Er wordt geen zekerheid geëist. Zie artikel 17, lid 1, van Verordening (EG) Nr. 507/2008 voor andere voorwaarden.
Basisregeling certificaten algemeen
32
GN-code Beschrijving Bedrag
van de
zekerhei
d
Geldigheidsduur Netto-
hoeveelheden1
vervaardigen van olie euro/t de dag van de
feitelijke afgifte
in de zin van
artikel 22, lid 2
0711 20 90 Olijven, voorlopig
verduurzaamd (bijvoorbeeld
door middel van zwaveldioxide
of in water waaraan, voor het
voorlopig verduurzamen, zout,
zwavel of andere stoffen zijn
toegevoegd), doch als zodanig
niet geschikt voor dadelijke
consumptie, voor het
vervaardigen van olie, met
inbegrip van producten die
worden ingevoerd in het kader
van de in artikel 1, lid 2, onder
a) iii), bedoelde
tariefcontingenten
100
euro/t
60 dagen vanaf
de dag van de
feitelijke afgifte
in de zin van
artikel 22, lid 2
100 kg
2306 90 19 Perskoeken en andere
afvallen, verkregen bij de
winning van olijfolie, met een
gehalte aan olijfolie van meer
dan 3 gewichtspercenten
100
euro/t
60 dagen vanaf
de dag van de
feitelijke afgifte
in de zin van
artikel 22, lid 2
100 kg
F. Vezelvlas en -hennep
GN-code Beschrijving Bedrag van
de zekerheid
Geldigheidsduur Netto-
hoeveelheden1
5302 10 00 Hennep, ruw of geroot (2) Tot het einde
van de zesde
maand
volgende op de
maand van de
dag van de
feitelijke afgifte
van het
certificaat in de
zin van artikel
(-)
1 Maximumhoeveelheden waarvoor op grond van artikel 4, lid 1, onder d), geen certificaten hoeven te worden overgelegd.
Deze beperkingen gelden niet voor de invoer in het kader van een preferentiële regeling of van tariefcontingenten.
(-) Voor alle hoeveelheden zijn certificaten vereist.
2 Er wordt geen zekerheid geëist. Zie artikel 17, lid 1, van Verordening (EG) Nr. 507/2008 voor andere voorwaarden.
Basisregeling certificaten algemeen
33
GN-code Beschrijving Bedrag van
de zekerheid
Geldigheidsduur Netto-
hoeveelheden1
22, lid 2, tenzij
door de
lidstaten anders
is bepaald
K. Melk en zuivelproducten
GN-code Beschrijving Bedrag
van de
zekerhei
d
Geldigheidsduu
r
Nettohoeveelhe
den1
ex Hoofdstukke
n 04, 17, 21
en 23
Alle melk en zuivelproducten
die worden ingevoerd onder
andere preferentiële
voorwaarden dan
tariefcontingenten, met
uitzondering van kaas en
wrongel (GN-code 0406) van
oorsprong uit Zwitserland,
ingevoerd zonder certificaat,
als volgt:
0401 Melk en room, niet ingedikt,
zonder toegevoegde suiker of
andere zoetstoffen
10 euro/
100 kg
Tot het einde
van de derde
maand
volgende op de
maand van de
dag van afgifte
van het
certificaat in de
zin van artikel
22, lid 1
(-)
0402 Melk en room, ingedikt of met
toegevoegde suiker of andere
zoetstoffen
10 euro/
100 kg
Tot het einde
van de derde
maand
volgende op de
maand van de
dag van afgifte
van het
certificaat in de
zin van artikel
(-)
1 Maximumhoeveelheden waarvoor op grond van artikel 4, lid 1, onder d), geen certificaten hoeven te worden overgelegd.
Deze beperkingen gelden niet voor de invoer in het kader van een preferentiële regeling of van tariefcontingenten.
(-) Voor alle hoeveelheden zijn certificaten vereist.
Basisregeling certificaten algemeen
34
GN-code Beschrijving Bedrag
van de
zekerhei
d
Geldigheidsduu
r
Nettohoeveelhe
den1
22, lid 1
0403 10 11
t/m 0403 10
39
0403 90 11
t/m 0403 90
69
Karnemelk, gestremde melk
en room, yoghurt, kefir en
andere gegiste of
aangezuurde melk en room,
ook indien ingedikt of met
toegevoegde suiker of andere
zoetstoffen, niet
gearomatiseerd noch met
toegevoegde vruchten of
cacao
10 euro/
100 kg
Tot het einde
van de derde
maand
volgende op de
maand van de
dag van afgifte
van het
certificaat in de
zin van artikel
22, lid 1
(-)
0404 Wei, ook indien ingedikt of
met toegevoegde suiker of
andere zoetstoffen; producten
bestaande uit natuurlijke
bestanddelen van melk, ook
indien met toegevoegde
suiker of andere zoetstoffen,
elders genoemd noch elders
onder begrepen
10 euro/
100 kg
Tot het einde
van de derde
maand
volgende op de
maand van de
dag van afgifte
van het
certificaat in de
zin van artikel
22, lid 1
(-)
ex 0405 10
0405 20 90
0405 90
Boter en andere van melk
afkomstige vetstoffen;
zuivelpasta's, met een
vetgehalte van meer dan 75
gewichtspercenten doch
minder dan 80
gewichtspercenten
10 euro/
100 kg
Tot het einde
van de derde
maand
volgende op de
maand van de
dag van afgifte
van het
certificaat in de
zin van artikel
22, lid 1
(-)
0406 Kaas en wrongel, met
uitzondering van kaas en
wrongel van oorsprong uit
Zwitserland, ingevoerd zonder
certificaat
10 euro/
100 kg
Tot het einde
van de derde
maand
volgende op de
maand van de
dag van afgifte
van het
certificaat in de
zin van artikel
22, lid 1
(-)
1702 11 00
1702 19 00
Lactose (melksuiker) en
melksuikerstroop,
10 euro/
100 kg
Tot het einde
van de derde
maand
(-)
Basisregeling certificaten algemeen
35
GN-code Beschrijving Bedrag
van de
zekerhei
d
Geldigheidsduu
r
Nettohoeveelhe
den1
volgende op de
maand van de
dag van afgifte
van het
certificaat in de
zin van artikel
22, lid 1
2106 90 51 Suikerstroop van lactose,
gearomatiseerd of met
toegevoegde kleurstoffen
10 euro/
100 kg
Tot het einde
van de derde
maand
volgende op de
maand van de
dag van afgifte
van het
certificaat in de
zin van artikel
22, lid 1
(-)
ex 2309 10 15
2309 10 19
2309 10 39
2309 10 59
2309 10 70
2309 90 35
2309 90 39
2309 90 49
2309 90 59
2309 90 70
Bereidingen van de soort
gebruikt voor het voederen
van dieren:
Bereidingen en
voedermiddelen, bevattende
producten waarop
Verordening (EG)
nr. 1234/2007 rechtstreeks of
uit hoofde van Verordening
(EG) nr. 1667/2006 van de
Raad van toepassing is, met
uitzondering van bereidingen
en voedermiddelen waarop
deel I van bijlage I bij
eerstgenoemde verordening
van toepassing is
10 euro/
100 kg
Tot het einde
van de derde
maand
volgende op de
maand van de
dag van afgifte
van het
certificaat in de
zin van artikel
22, lid 1
(-)
L. Andere producten
Basisregeling certificaten algemeen
36
GN-code Beschrijving Bedrag
van de
zekerhei
d
Geldigheidsduur Netto-
hoeveelheden1
1207 99 91 Hennepzaad, andere dan voor
zaaidoeleinden
(2) Tot het einde
van de zesde
maand
volgende op de
maand van de
dag van de
feitelijke afgifte
van het
certificaat in de
zin van artikel
22, lid 2, tenzij
door de
lidstaten anders
is bepaald
(-)
M. Ethylalcohol uit landbouwproducten
GN-code Beschrijving Bedrag
van de
zekerhei
d
Geldigheidsduur Netto-
hoeveelheden1
ex 2207 10 00 Ethylalcohol, niet
gedenatureerd, met een
alcoholvolumegehalte van 80%
vol of meer, verkregen uit in
bijlage I bij het Verdrag
vermelde landbouwproducten
1 euro
per
hecto-
liter
Tot het einde
van de vierde
maand
volgende op de
maand van de
dag van afgifte
van het
certificaat in de
zin van artikel
22, lid 1
100 hl
ex 2207 20 00 Ethylalcohol en gedistilleerde
dranken, gedenatureerd,
ongeacht het gehalte,
verkregen uit in bijlage I bij
het Verdrag vermelde
landbouwproducten
1 euro
per
hecto-
liter
Tot het einde
van de vierde
maand
volgende op de
maand van de
dag van afgifte
van het
certificaat in de
100 hl
1 Maximumhoeveelheden waarvoor op grond van artikel 4, lid 1, onder d), geen certificaten hoeven te worden overgelegd.
Deze beperkingen gelden niet voor de invoer in het kader van een preferentiële regeling of van tariefcontingenten.
(-) Voor alle hoeveelheden zijn certificaten vereist.
2 Er wordt geen zekerheid geëist. Zie artikel 17, lid 1, van Verordening (EG) Nr. 507/2008 voor andere voorwaarden .
Basisregeling certificaten algemeen
37
GN-code Beschrijving Bedrag
van de
zekerhei
d
Geldigheidsduur Netto-
hoeveelheden1
zin van artikel
22, lid 1
ex 2208 90 91 Ethylalcohol, niet
gedenatureerd, met een
alcoholvolumegehalte van
minder dan 80% vol,
verkregen uit in bijlage I bij
het Verdrag vermelde
landbouwproducten
1 euro
per
hecto-
liter
Tot het einde
van de vierde
maand
volgende op de
maand van de
dag van afgifte
van het
certificaat in de
zin van artikel
22, lid 1
100 hl
ex 2208 90 99 Ethylalcohol, niet
gedenatureerd, met een
alcoholvolumegehalte van
minder dan 80% vol,
verkregen uit in bijlage I bij
het Verdrag vermelde
landbouwproducten
1 euro
per
hecto-
liter
Tot het einde
van de vierde
maand
volgende op de
maand van de
dag van afgifte
van het
certificaat in de
zin van artikel
22, lid 1
100 hl
Basisregeling certificaten algemeen
38
CERTIFICAATVERPLICHTING – BIJ UITVOER ZONDER RESTITUTIE
EN VOOR PRODUCTEN WAARVOOR OP DE DAG VAN INDIENING GEEN UITVOERHEFFING
IS VASTGESTELD
Lijst van de in artikel 1, lid 2, onder b), punt i), bedoelde producten en de op grond van
artikel 4, lid 1, onder d), geldende maxima
(de volgorde is die van de bijlagen I Verordening (EU) Nr. 1308/2013)
A. Granen **
GN-code Beschrijving Bedrag van
de zekerheid
Geldigheidsduur Netto-
hoeveelheden1
1001 19 00 Durumtarwe, andere dan
zaaigoed
3 euro/t Tot het einde van de
vierde maand
volgende op de
maand van de dag
van afgifte van het
certificaat in de zin
van artikel 22, lid 1
5000 kg
ex 1001 99 00 Spelt, zachte tarwe en
mengkoren, andere dan
zaaigoed
3 euro/t Tot het einde van de
vierde maand
volgende op de
maand van de dag
van afgifte van het
certificaat in de zin
van artikel 22, lid 1
5000 kg
1002 90 00 Rogge, andere dan
zaaigoed
3 euro/t Tot het einde van de
vierde maand
volgende op de
maand van de dag
van afgifte van het
certificaat in de zin
van artikel 22, lid 1
5000 kg
1003 90 00 Gerst, andere dan
zaaigoed
3 euro/t Tot het einde van de
vierde maand
volgende op de
maand van de dag
van afgifte van het
certificaat in de zin
van artikel 22, lid 1
5000 kg
1004 90 00 Haver, andere dan
zaaigoed
3 euro/t Tot het einde van de
vierde maand
volgende op de
maand van de dag
van afgifte van het
certificaat in de zin
van artikel 22, lid 1
5000 kg
1005 90 00 Maïs, andere dan zaaigoed 3 euro/t Tot het einde van de 5000 kg
** Tenzij in Verordening (EG) Nr. 1342/2003 anders is bepaald
1 Maximumhoeveelheden waarvoor op grond van artikel 4, lid 1, onder d), geen certificaten hoeven te worden overgelegd. Deze
beperkingen gelden niet voor de invoer in het kader van een preferentiële regeling of van tariefcontingenten.
Basisregeling certificaten algemeen
39
GN-code Beschrijving Bedrag van
de zekerheid
Geldigheidsduur Netto-
hoeveelheden1
vierde maand
volgende op de
maand van de dag
van afgifte van het
certificaat in de zin
van artikel 22, lid 1
1101 00 15 Meel van zachte tarwe en
spelt
3 euro/t Tot het einde van de
vierde maand
volgende op de
maand van de dag
van afgifte van het
certificaat in de zin
van artikel 22, lid 1
500 kg
B. Rijst
GN-code Beschrijving Bedrag van
de zekerheid
Geldigheidsduur Netto-
hoeveelheden1
1006 20 Gedopte rijst 3 euro/t Tot het einde van de
vierde maand
volgende op de
maand van de dag
van afgifte van het
certificaat in de zin
van artikel 22, lid 1
500 kg
1006 30 Halfwitte of volwitte rijst,
ook indien gepolijst of
geglansd
3 euro/t Tot het einde van de
vierde maand
volgende op de
maand van de dag
van afgifte van het
certificaat in de zin
van artikel 22, lid 1
500 kg
C. Suiker
GN-code Beschrijving Bedrag van
de zekerheid
Geldigheidsduur Netto-
hoeveelheden1
1701 Rietsuiker en
beetwortelsuiker, alsmede
chemisch zuivere
sacharose, in vaste vorm
11 euro/ 100
kg
- voor hoeveelheden
van meer dan 10 t,
tot het einde van de
derde maand
volgende op de
maand van de dag
van de feitelijke
afgifte van het
certificaat in de zin
2000 kg
1 Maximumhoeveelheden waarvoor op grond van artikel 4, lid 1, onder d), geen certificaten hoeven te worden overgelegd. Deze
beperkingen gelden niet voor de uitvoer in het kader van een preferentiële regeling of van tariefcontingenten, of wanneer een
uitvoerheffing is vastgesteld.
Basisregeling certificaten algemeen
40
GN-code Beschrijving Bedrag van
de zekerheid
Geldigheidsduur Netto-
hoeveelheden1
van artikel 22, lid 2
- voor hoeveelheden
van ten hoogste 10
t, tot het einde van
de derde maand
volgende op de
maand van de dag
van afgifte van het
certificaat in de zin
van artikel 22, lid 1
(1)
1702 60 95
1702 90 95
Andere suiker in vaste
vorm en suikerstroop, niet
gearomatiseerd en zonder
toegevoegde kleurstoffen,
met uitzondering van
lactose, glucose,
maltodextrine en
isoglucose
4,2 euro/
100 kg
- voor hoeveelheden
van meer dan 10 t,
tot het einde van de
derde maand
volgende op de
maand van de dag
van de feitelijke
afgifte van het
certificaat in de zin
van artikel 22, lid 2
- voor hoeveelheden
van ten hoogste 10
t, tot het einde van
de derde maand
volgende op de
maand van de dag
van afgifte van het
certificaat in de zin
van artikel 22, lid 1
(1)
2000 kg
2106 90 59 Suikerstroop,
gearomatiseerd of met
toegevoegde kleurstoffen,
andere dan stroop van
isoglucose, van lactose,
van glucose en van
maltodextrine
4,2 euro/
100 kg
- voor hoeveelheden
van meer dan 10 t,
tot het einde van de
derde maand
volgende op de
maand van de dag
van de feitelijke
afgifte van het
certificaat in de zin
van artikel 22, lid 2
- voor hoeveelheden
van ten hoogste 10
t, tot het einde van
de derde maand
volgende op de
maand van de dag
van afgifte van het
certificaat in de zin
van artikel 22, lid 1
(1)
2000 kg
(1) Voor hoeveelheden van ten hoogste 10 t mag de betrokkene niet meer dan één dergelijk
certificaat per uitvoertransactie gebruiken.
Basisregeling certificaten algemeen
41
Basisregeling certificaten algemeen
42
Bijlage 2 - Lijsten van landen en instanties van afgifte in de lidstaten
Lijsten die worden gepubliceerd op grond van artikel 29 van Verordening (EG) Nr. 376/2008, houdende gemeenschappelijke uitvoeringsbepalingen inzake het stelsel van invoer-, uitvoer- en voorfixatiecertificaten voor landbouwproducten
LIJST 1: Lijst van de met de afgifte van de invoercertificaten belaste instanties
LIJST 2: Lijst van de instanties belast met de afgifte van de uitvoercertificaten of van de
certificaten van voorfixatie van de restitutie
Beide lijsten kunt u raadplegen via onderstaande link:
http://eur-
lex.europa.eu/LexUriServ/LexUriServ.do?uri=OJ:C:2013:379:0010:0022:NL:PDF
Basisregeling certificaten algemeen
43
Bijlage 3 - Model aanvraagformulier voor invoercertificaat
Basisregeling certificaten algemeen
44
Bijlage 3 - Model aanvraagformulier uitvoer- , restitutie- of voorfixatiecertificaat
Basisregeling certificaten algemeen
45
Bijlage 3 - Model aanvraagformulier telefax
V E R Z O E K (per telefax)
om afgifte van een invoer-, uitvoer- of voorfixatiecertificaat (zie hoofdstuk 2 van
de Regeling certificaten algemeen)
AAN: afdeling Marktordening van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland
Telefax nr. 079 - 3687004
t.a.v. ___________________________
datum aanvraag: Betreft onderstaande aanvraag
1. Invoer of uitvoer
2. Naam aanvrager/titularis
Volledig adres
3. Handelsbenaming product
4. GN-code
5. Omschrijving volgens Gecombineerde
Nomenclatuur
6. Hoeveelheid netto (kg/liters)
7. Land/landen van oorsprong,
herkomst/bestemming
*
8. Fixatie invoerrecht/ restitutie Ja/Nee
9. Verklaring 'zekerheid gesteld'
En indien van toepassing
10. Restitutiecodes, alsmede bijz. omschrijvingen
t.a.v. restituties in geval deze zijn voorgeschreven
**
11. Verzoek toepassing depotregeling certificaten
12. Verzoek om uittreksels (aantal + hoeveelheden)
13. Nadere aanduiding in het kader van welke
bepalingen het certificaat wordt aangevraagd
(b.v. contingenten)
Bijzonderheden:_______________________________________________________________
_______________________________________________________________
_______________________________________________________________
* Indien het bestemmingsrestitutie betreft moet het land van bestemming worden vermeld.
** Bij aanvraag van een uitvoercertificaat met vaststelling vooraf van de restitutie moet de
GN-code met de bijbehorende restitutiecode worden vermeld. De productcode moet in
voorkomend geval dus uit twaalf cijfers bestaan.
Basisregeling certificaten algemeen
46
Bijlage 4 - Model machtiging (invoer)
M A C H T I G I N G
ter zake van INVOER
Ondergetekende:
(Naam) ....................................
(Adres) ....................................
(Woonplaats) ..........................……...,
hierna te noemen volmachtgever,
machtigt hierbij tot nader order
(Naam) ....................................
(Adres) ....................................
(Woonplaats) ......................…….......,
om hem bij de afdeling Marktordening van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland te
vertegenwoordigen bij het verrichten van onderstaande handelingen.
1) Het aanvragen van de vereiste invoercertificaten/invoervergunningen.
2) Het regelen van al datgene dat met betrekking tot de invoer van goederen, ressorterend
onder de afdeling Marktordening van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland,
noodzakelijk is.
Voorzover toepasselijk wordt deze machtiging verleend onder gelijktijdige intrekking van (de)
eerdere, terzake van bovengenoemde handelingen, verleende machtiging(en).
datum handtekening + bedrijfsstempel
volmachtgever
Basisregeling certificaten algemeen
47
Bijlage 4 - Model machtiging (uitvoer)
M A C H T I G I N G
ter zake van UITVOER
Ondergetekende:
(Naam) ....................................
(Adres) ....................................
(Woonplaats) ..........................……...,
hierna te noemen volmachtgever,
machtigt hierbij tot nader order
(Naam) ....................................
(Adres) ....................................
(Woonplaats) ......................…….......,
om hem bij de afdeling Marktordening van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland te
vertegenwoordigen bij het verrichten van onderstaande handelingen.
1) Het aanvragen van de vereiste uitvoercertificaten/uitvoervergunningen.
2) Het regelen van al datgene dat met betrekking tot de uitvoer van producten, ressorterend
onder de afdeling Marktordening van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland,
noodzakelijk is.
Voorzover toepasselijk wordt deze machtiging verleend onder gelijktijdige intrekking van (de)
eerdere, terzake van bovengenoemde handelingen, verleende machtiging(en).
datum handtekening + bedrijfsstempel
volmachtgever
Basisregeling certificaten algemeen
48
Bijlage 5 - Model verklaring m.b.t. aansprakelijkheid van de titularis
VERKLARING
Ondergetekende: ....................................
....................................
....................................
verklaart zich tegenover de afdeling Marktordening van de Rijksdienst voor Ondernemend
Nederland aansprakelijk te stellen voor de gevolgen van het in het ongerede raken van
aangetekende zendingen met door hem aangevraagde EU - certificaten als bedoeld in Verordening
(EG) Nr. 376/2008, die de afdeling Marktordening van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland
op schriftelijk verzoek van hem of van een door hem daartoe gemachtigde toezendt aan het door
hem of zijn gemachtigde opgegeven adres van een derde.
Dagtekening: Handtekening:
Basisregeling certificaten algemeen
49
Bijlage 6 - Model bankgarantie
BANKGARANTIE
De ondergetekende …………………………………………………………..(naam kredietinstelling)
gevestigd te ……………………………………………………………………
verklaart hierbij, onder afstanddoening van alle verweermiddelen en rechten bij
wet aan borgen toegekend, zich als borg te stellen voor:
………………………………
(hierna te noemen debiteur)
tot een bedrag van € ………. (zegge …………………………………..)
voor bedragen welke debiteur verschuldigd is of zal zijn aan de Minister van
Economische Zaken uit hoofde van financiële verplichtingen ingevolge het
bepaalde bij of krachtens de Algemene douaneregeling en/of de Landbouwwet
verbindt zich gezamenlijk en hoofdelijk met debiteur om binnen 30 dagen na het
verzoek van de Minister van Economische Zaken, de door de Minister van
Economische Zaken op te geven bedragen te betalen welke opeisbaar zijn uit
hoofde van de hiervoor genoemde verplichtingen, tot voornoemd totaalbedrag.
Aldus opgemaakt te …………………………………………. d.d. ………………………..
Ondertekend ………………………………………….
Bankgarantie sturen aan:
Ministerie van Economische Zaken/MO
t.a.v. Bedrijfsbureau
Postbus 692
2700 AR ZOETERMEER
Faxen:
(079) 363 4315
Email:
Top Related