Aan de ouders van groep 3 In dit boekje vindt u informatie over de leerstof van groep 3. Tijdens de klassikale
ouderavond zullen de belangrijkste vakgebieden er kort uitgelicht worden. Het is zinvol
om dit schrijven voor de ouderavond door te lezen.
Komt u ook naar de ouderavond op maandag
28 september van 19.50-20.50?
Leesonderwijs met Veilig Leren Lezen
Leren lezen via 'kernen' De methode bestaat uit een aantal kernen die allemaal in groep 3 behandeld worden. Iedere kern begint
met een verhaal dat past in een bepaald thema. Aan de hand van zogenaamde structureerwoorden leren
kinderen nieuwe letters. Er staat telkens één nieuwe letter centraal. Dat is de zogenaamde doelletter.
Per kern leert je kind 4 tot 6 nieuwe letters. Aan het eind van kern 6 kennen ze alle letters.
De thema’s: kern Start Jij en ik kern 1 Beestenboel
kern 2 Dag en nacht kern 3 Hoe voel jij je? kern 4 Waar woon jij? kern 5 Mag dat wel? kern 6 Verhalen in je buik
kern 7 Spannend! kern 8 Wat kan jij?
kern 9 Hoe kan dat? kern 10 Kijk eens om je heen kern 11 Wat bewaar jij? kern Afsluiting Een wereld vol boeken
Het voorlezen van de ankerverhalen draagt bij aan het uitbreiden van de woordenschat.
Materialen
Bij elke kern horen lees- en werkboekjes met een eigen kleur.
Hierin kan je kind de nieuwe letters die hij geleerd heeft goed oefenen door woordjes en kleine tekstjes
te lezen, maar ook door bijvoorbeeld plaatjes bij woordjes en zinnetjes te zoeken.
Andere materialen waarmee de kinderen in groep 3 leren lezen zijn de boekjes van Veilig & vlot, de
letterdoos, het klikklakboekje en een computerprogramma. Zoem, het bijtje, komt voor in de
computerprogramma’s en is ook te vinden in het tijdschrift voor thuis.
Leerlijnen
In Veilig leren lezen zijn de leerlijnen voor schriftelijke en mondelinge taal stevig verankerd met veel
aandacht voor aspecten van leesbevordering en leesbeleving:
- technisch lezen
- spelling
- begrijpend lezen en luisteren
- creatief en functioneel schrijven
- woordenschat
- spreken en luisteren.
Technisch lezen in groep 3
De methode kent een gestructureerde opbouw van het letter- en woordaanbod, waarbij alle aandacht
uitgaat naar het ontdekken en gebruiken van structuren in woorden en het verwerven van kwalitatief
sterke teken-klankkoppelingen. Op systematische wijze leren kinderen sneller nieuwe woorden en
zinnetjes lezen. Bovendien is er naast technisch lezen veel aandacht voor leesplezier. Op die manier
leggen kinderen in groep 3 een stevig fundament voor hun taal-leesontwikkeling.
Didactiek technisch lezen en spellen
De vernieuwde didactiek voor technisch lezen en spellen in Veilig leren lezen kenmerkt zich onder andere
door een gestructureerde opbouw van het letteraanbod.
De vernieuwde didactiek voor technisch lezen en spellen in Veilig leren lezen kenmerkt zich onder
andere door een gestructureerde opbouw van het letteraanbod. Leerlingen verkennen letters vanuit
verschillende invalshoeken: luisteren, kijken, schrijven, voelen en ordenen. De nieuwe letters oefenen ze
systematisch bij het lezen en spellen in een context van bekende letters. Zo kunnen ze aandacht
schenken aan álle eigenschappen van de woorden.
Sterke verbinding tekens en klanken
Het systematisch oefenen met de letters zorgt voor sterke verbindingen tussen tekens en klanken. De
kinderen gaan vervolgens nieuwe woorden maken met bekende letters. Ze zien overeenkomsten tussen
woorden en krijgen zo inzicht in de structuur van woorden. Dit inzicht kunnen ze weer inzetten bij het
lezen van nieuwe woorden zonder overeenkomsten. Dankzij de systematische opbouw komen kinderen
sneller tot het vlot lezen van woorden, zinnetjes en korte teksten.
Focus op kwalitatief sterke teken-klankkoppelingen
Om correct en vlot te kunnen lezen, is een sterke verbinding tussen letters en klanken cruciaal. In Veilig
leren lezen kim-versie schenken we daarom bijzondere aandacht aan het systematisch en expliciet
inslijpen van teken-klankkoppelingen.
Telkens één nieuwe letter
Het inslijpen van teken-klankkoppelingen doen we onder meer door telkens maar één nieuwe letter in
het leerproces van kinderen te introduceren. De klank van het structureerwoord is hierbij het startpunt.
Elk nieuw structureerwoord bevat één nieuwe klank/letter. De rest van het woord bestaat uit klanken en
letters die al bekend zijn bij de leerlingen.
start: ik - kim - sim
kern 1: kip - aap - raak - rem - vis
kern 2: maan - pet - meet - been - boot
kern 3: doos - doek - zee - ijs - haar
kern 4: wip - zon - zak - bus - jas
kern 5: jeuk - ziek - lijm - hout - vuur
kern 6: mug - saus - muis - duif - geit
Verkennen en ordenen
Bij het aanleren van een nieuwe letter, verkennen de kinderen de letter vanuit verschillende
invalshoeken. Ze gaan eerst naar de klank van de letter luisteren, ze kijken, spellen en schrijven de
letter. Ze leren ook de klank van de letter voelen. Daarbij is het doel niet dat de kinderen weten hoe een
klank precies wordt uitgesproken of gearticuleerd, maar wel dat ze op een actieve wijze de koppeling
maken tussen de kerneigenschappen van de klank en de letter.
Ten slotte bieden we de kinderen extra houvast door de
letters te ordenen in vier letterfamilies. Dit zorgt ervoor
dat kinderen zich sneller bewust zijn van de verschillende
letters en klankeigenschappen.
Het geeft hen inzicht in de woordstructuur. Bij het lezen
en de spelling van woorden ervaren ze daar veel steun bij.
Er is al vanaf kern Start aandacht voor het lezen van nieuwe
woorden. De leerlingen gaan ook al vanaf het begin zinnen lezen.
Een belangrijke rol hierin speelt Veilig en vlot, een belangrijke
middel om het automatiseren van leesvaardigheid te stimuleren.
Spelling in groep 3
Het aanleren van de spellingvaardigheid in groep 3 is sterk gekoppeld aan het aanleren van de
leesvaardigheid. Tijdens het spellen moeten kinderen elke klank actief omzetten in een letter. Lezen
loopt voor een groot deel van het schooljaar parallel met spelling. De meeste woorden die kinderen in
groep 3 moeten kunnen schrijven zijn ‘’klankzuiver’. Deze woorden schrijf je precies zoals je ze hoort.
Pas op het einde van het schooljaar maken de kinderen kennis met het schrijven van enkele
‘klankonzuivere’ woorden en de daarbij horende spellingregels.
Begrijpend lezen in groep 3
Een kernvoorwaarde voor goed begrijpend lezen is dat leerlingen inzicht krijgen in strategieën om
relaties tussen zinnen te ontdekken en hun kennis van de wereld toe te passen.
In de leerlijn begrijpend lezen wordt vooral gewerkt aan strategieën om leerlingen in groep 3 inzicht te
geven in relaties tussen woorden en zinnen.
Creatief en functioneel schrijven
Veilig leren lezen heeft aandacht voor creatief en functioneel schrijven.
Woordenschat in groep 3
Met Veilig leren lezen wordt gericht gewerkt aan het uitbreiden van de woordenschat bijvoorbeeld met
de woorden uit de ankerverhalen.
Spreken en luisteren
Taal is overal in de klas. In de lessen met een toegepast karakter, de integratielessen, krijgen leerlingen
echter de kans om gericht hun vaardigheden voor spreken en luisteren verder te ontwikkelen. Hierbij
komen zowel gespreksvaardigheden, luistervaardigheden als vaardigheden voor vertellen en presenteren
aan bod.
Leesbevordering
Veilig leren lezen schenkt ook veel aandacht aan leesbevordering. Alhoewel dit geen echte leerlijn is,
neemt het toch een belangrijke plaats in bij de leeslessen
Opzet lessen
De tijd per dag is onderverdeeld in:
basisles 50 minuten basiskwartier 15 minuten integratieles 30 minuten
extra instructietijd 15 minuten (facultatief)
Differentiatie
Met Veilig leren lezen wordt er optimaal gedifferentieerd door in te spelen op de niveauverschillen
binnen groep 3. De methode werkt met twee leerlijnen (maanlijn en zonlijn) en drie aanpakken (maan,
ster, zon). Tussen de leerlijnen is er altijd een nauwe verbinding in instructie en materialen.
Maan
Leerlingen met een normale leesontwikkeling volgen de leerlijn maan.
Ster
Leerlingen met een moeizame leesontwikkeling volgen eveneens de maanlijn, maar krijgen extra
aandacht in de vorm extra instructie en/of begeleide inoefening.
Zon
Met leerlingen die al beschikken over een volledige letterkennis, kan een ‘zongroep’ gevormd worden.
Aan het eind van de kern Start wordt door toetsing bepaald welke leerlingen de leerlijn zon gaan volgen.
Naast volledige letterkennis vragen we van deze leerlingen ook een vlotte beheersing van de letters en
het voldoende vlot kunnen lezen van klankzuivere woorden met een medeklinker-klinker-medeklinker
structuur. Bovendien is het belangrijk dat zij zelfstandig kunnen werken. Leerlingen die de zonlijn
volgen, werken veelal zelfstandig in leesboekjes en werkboekjes met leerstof op een hoger niveau.
Toetsing en evaluatie
Hoe eerder leesproblemen worden gesignaleerd, des te groter is de kans dat zij met succes worden
opgelost. Veilig leren lezen heeft een efficiënt leerlingvolgsysteem waarmee de vorderingen van de
leerlingen op de voet gevolgd worden.
Methodegebonden toetsen
Veilig leren lezen biedt methodegebonden toetsen en/of observaties voor de leerlijnen technisch lezen,
spelling, begrijpend lezen, woordenschat en mondelinge communicatie.
Vier signaleringsmomenten
Op bepaalde momenten is een systematische meting van de leesontwikkeling cruciaal. Die
signaleringsmomenten zijn na kern 3, 6, 8 en 11.
- De Herfstsignalering (Na kern 3)
- De Wintersignalering (Na kern 6)
- De Lentesignalering (Na kern 8)
- De Eindsignalering (Na kern 11)
Deze toetsen zullen dan individueel bij alle leerlingen worden afgenomen. Daarvoor moet de nodige
tijd worden ingepland. Het Protocol Leesproblemen en Dyslexie geeft dat ook aan.
De herfstsignalering wordt tijdens het eerste oudergesprek besproken en de wintersignalering tijdens het
tweede gesprek.
Verschillende soorten toetsen
Bij de methode Veilig leren lezen zijn grof gezegd 2 verschillende soorten toetsen opgenomen, namelijk
vorderingentoetsen en beheersingstoetsen.
Met vorderingentoetsen/taken is het mogelijk een duidelijk onderscheid te maken tussen de
verschillende niveaus (van onvoldoende tot uitmuntend) die leerlingen op een bepaald moment hebben
bereikt.
De volgende toetsen/controletaken zijn vorderingentoetsen:
- Veilig & vlot
- DMT Leeskaarten
- De onderdelen Letterkennis, Synthesewoorden, Wisselwoorden en Zinnen uit de Herfstsignalering op
basis van de tijdscore
- Lettertoets (wintersignalering) op basis van een tijdscore
Schrijfonderwijs
De kinderen maken kennis met 2 soorten letters:
• Beeldvorm van de leesletter (we noemen dit de ‘leesletter’);
• Bewegingsvorm van de schrijfletter (we noemen dit ook wel de ‘deftige’ letter).
We gebruiken de methode “Pennenstreken”.
In groep 3 worden de letters aangeleerd in de context van de leesmethode Veilig Leren
Lezen. De leesletter die de kinderen die dag hebben geleerd leren ze dezelfde dag ook
schrijven.
Het aanleren van de schrijfbeweging staat centraal. Dat betekent dat het de beweging is
die in eerste aanleg ingeslepen moet worden. Door vragen te stellen laat de leerkracht de
kinderen het begin- en eindpunt van de beweging en de tussenliggende
richtingwisselingen van de letters ontdekken.
Tijdens de lesinstructie kunnen de volgende vragen worden gesteld:
- Waar denk je dat de letter begint?
- Waar verandert de letter van richting?
- Waar eindigt de letter?
- Hoe schrijf je de letter in de lucht? (grof motorisch)
- Hoe wordt de letter met de vinger op de tafel geschreven? (fijn motorisch)
De methode is zo opgebouwd dat we iedere les starten met grof motorische oefeningen,
waarna we langzaam overgaan naar meer fijn motorische activiteiten. Schrijven is
namelijk ook een motorische vaardigheid die niet alleen met de hand maar met het hele
lichaam wordt uitgevoerd.
Tijdens het inoefenen wordt het schrijven steeds meer gereglementeerd. Stapsgewijs
worden er grenzen gesteld:
1. De kinderen oefenen de letter in een vrije ruimte zonder lijntjes.
2. De kinderen oefenen de letter vrij tussen de lijnen.
3. De kinderen oefenen de letter op de lijn.
4. De kinderen oefenen de letter tussen lijntjes.
Elke les geeft letten we extra op de volgende dingen:
a. hoofd en lichaam (zit je rechtop, voeten naast elkaar op de grond?)
b. meubilair (is de stoel goed aangeschoven?)
c. armen (liggen de ellenbogen allebei op de tafel?)
d. pengreep (heb je het potlood vast tussen de duim en wijsvinger en liggen alle andere
vingers eronder?)
e. schriftligging (een beetje schuin?)
f. niet-schrijfhand (ligt die plat op je schriftje?)
Na het schrijven mogen de kinderen regelmatig hun eigen werk bekijken. Welke letter
vinden zij het mooiste geschreven? De leerkracht beoordeelt het werk ook, verbetert een
aantal dingen en geeft aan welke letter zij het mooiste geschreven vindt. De kinderen
krijgen tijdens het schrijven verbeteringen te horen doordat de leerkracht constant rond
loopt om te kijken en te helpen.
Rekenonderwijs
We gebruiken de methode: Wereld in getallen.
Leerjaar en blokken De opbouw van weken en lessen is steeds hetzelfde. Elk leerjaar is opgedeeld in 8
blokken van 4 of 5 weken. Elk blok wordt afgesloten met een toets. De week na de toets
is bedoeld voor herhaling, verdieping en verrijking.
Vaste weekopbouw Elk rekenonderwerp wordt op een vaste dag in de week behandeld. Dit geeft kinderen
houvast, vooral voor de zwakke rekenaars is dit fijn. Zo is elke 3e les van de week gewijd
aan meten, meetkunde, tijd en geld rekenen. Dit noemen we de projectles. Op vrijdag is
er geen klassikale instructieles. Deze les is bedoeld voor herhaling en het afronden van
opdrachten /weektaak.
Instructieles: altijd één doel Elke les duurt 50 tot 60 minuten en heeft steeds dezelfde opbouw. Bij de instructie staat
altijd 1 doel centraal. Dit bevordert de begripsvorming.
Lesschema
instructie + verlengde instructie + begeleid oefenen
zelfstandig werken aan de opdrachten of weektaak
Weektaak In de tweede helft van het jaar gaan de kinderen met een weektaak werken. In het
laatste gedeelte van elke rekenles werken alle kinderen zelfstandig aan deze weektaak.
De weektaak is er op 3 niveaus en wordt met sterren aangegeven.
Plusboek Voor rekensterkte kinderen is er het pluswerkboek. Daarin werken ze als ze klaar zijn
met het plusniveau in de weektaak.
Leerstof eerste helft van het jaar - Oriëntatie op de getallenlijn
Verder - en terugtellen tot en met 40
Cijfers schrijven
Structuur van de getallen tot en met 20
- Resultatief tellen tot en met 20
Handig tellen van grote hoeveelheden
- Structureren
Splitsen tot en met 10
Getalbeelden op het rekenrek
- Optellen en aftrekken tot en met 10
Fase 1: Het vergelijken van aantallen
Fase 2: Erbij - en erafsituaties (Meer, minder en evenveel)
Fase 3: Bussommen
Fase 4: Pijlsommen
- Meten, tijd en geld (O.a. Lengtes vergelijken, klokkijken, de munten van 1-2 en 5 cent)
Leerstof tweede helft van het jaar - Oriëntatie op de getallen tot en met 100
Verder - en terugtellen met sprongen van 1, 2, 5 en 10
Schrijfwijze van de getallen
Eerste oriëntatie op de opbouw van de getallen tot en met 100 (Tientallen en lossen)
- Optellen, aftrekken en splitsen tot en met 10
Eerste aanzet tot automatiseren
- Optellen en aftrekken tot en met 20
Optellen en aftrekken tussen 10 en 20
Eerste aanzet voor het optellen en aftrekken over het eerste tiental
- Meten, tijd en geld (O.a. vergelijken van afmetingen, klokkijken, geldbedragen gepast
betalen met munten en biljetten van 5 en 10 euro)
Van concrete situatie naar de som
De methode gebruikt materialen, modellen en schema’s om een brug te slaan tussen een
concrete situatie en de rekensom. Eerst wordt er vanuit een realistische context gewerkt,
dit is heel belangrijk voor een goede begripsvorming. In fasen verandert het rekenen van
concreet naar abstract.
Getallenlijn Busmodel
Splitsen Rekenrek
Eierdozen Pijlentaal
Kennis – en vormingsgebieden
Thema’s en projecten Evenals in groep 1-2 vinden we het belangrijk aan te sluiten bij de belangstelling en
belevingswereld van het kind. Dit betekent dat we, zo veel mogelijk, middels projecten
aandacht besteden aan de seizoenen en feestdagen gedurende het schooljaar.
Wereldoriëntatie Huisje Boompje Beestje: Dit televisieprogramma wat helaas alleen nog maar online te
zien is, biedt een breed scala van onderwerpen over natuur en milieu. Enkele
voorbeelden: natuur, het gebit, herfst, kleding. De presentatoren zijn Raaf, Carlijn en
Fahd. Ze beleven samen met de kinderen avonturen, waarbij dieren, planten en mensen
een belangrijke rol spelen. N.a.v. de uitzending kan er in de klas over het thema worden
gewerkt.
Sociaal – emotionele vorming We gebruiken de methode Goed gedaan! Tijdens deze lessen gaat het om de sociaal
emotionele ontwikkeling van een kind.
- Het verkennen van de eigen mogelijkheden, opvattingen, wensen en
gevoelens.
- Omgaan met eigen gevoelens, zich inleven in de gevoelens van de
klasgenoten en daar rekening mee leren houden.
- Leren gevoelens, wensen en gedachten begrijpelijk te uiten.
- Leren omgaan met conflicten.
- Stimuleren van samenwerken en de noodzaak van regels.
- Proberen in te leven in wat iemand anders voelt, denkt, weet en wil.
Waarden en normen Voor onze school hebben wij een aantal regels en afspraken geformuleerd: “Zo gedragen
wij ons”. Elk jaar worden een aantal regels centraal gesteld en besteden we gedurende
een bepaalde periode extra aandacht aan deze regels. In de klas hebben we een klok met
foto’s die naar deze regels verwijst. De wijzers geven de foto’s / regels aan waar we op
dat moment extra aandacht aan schenken.
Zelfstandigheid Het stimuleren van de zelfstandigheid en zelfredzaamheid van kinderen vinden wij erg
belangrijk binnen het onderwijs dat wij geven. Het stimuleren van de zelfstandigheid
komt op een spontane en op een gerichte manier naar voren.
We proberen kinderen op een spontane manier te stimuleren om zelf hun eigen jas aan
te trekken, hun eigen schoenen aan te trekken en te strikken en om zelf problemen op te
lossen. Verder hebben we op schoolniveau afgesproken ook op een gerichte manier aan
de zelfstandigheid van kinderen te werken. In groep 3 gebeurt dat op de volgende
manier:
De leerkracht gebruikt een teken (stoplicht). Wanneer het stoplicht op rood staat weten
de kinderen dat ze de leerkracht niet om hulp mogen vragen. Dit 'dwingt' kinderen om
zelfstandig te werken, zich niet al te snel hulpeloos op te stellen of om hulp te vragen bij
andere kinderen. De leerkracht heeft op deze momenten tijd om een groepje kinderen
extra te begeleiden. Het zelfstandig werken is namelijk niet alleen een doel op zich
maar ook een middel om extra zorg binnen de groep te kunnen geven.
In het begin van het schooljaar leren we de kinderen de betekenis van het symbool en
leren we ze te 'wachten' totdat de leerkracht komt helpen. (niet roepen - hulp vragen bij
andere kinderen - zelf een oplossing proberen te bedenken). Hebben de kinderen hulp nodig, leggen ze een blokje met een vraagteken op tafel.
Daarna proberen ze met het werk verder te gaan dat ze wél zelf kunnen. De kinderen die
hulp nodig hebben en hun blokje op tafel hebben gelegd worden geholpen door de
kinderen in hun groepje. (Dit stimuleert de sociale vaardigheden). De kinderen leren in
het begin van het schooljaar via een ‘stappenplan’ welke stapjes ze kunnen zetten als ze
hulp nodig hebben of zelf niet verder kunnen.
Creatieve en expressieve vakken
Werken in hoeken Elke middag werken de kinderen in hoeken. Tijdens het werken in hoeken, gaan de
kinderen in kleine groepjes aan de slag met diverse activiteiten. Het werken in hoeken in
vergelijkbaar met de werkles in groep 1-2. Op deze manier proberen we o.a. de
overgang van groep 2 naar 3 groep 3 te verkleinen. De kinderen leren spelenderwijs.
Denk aan:
• Knutselen
• Tekenen
• Techniek
• Kleien
• Computeren
• Verven
• Gezelschapsspellen
Handvaardigheid Er wordt in de eigen groep geknutseld met verschillende materialen. Dit wordt
afwisselend klassikaal gedaan, regelmatig komt dit onderdeel ook terug tijdens het
werken in hoeken.
Daarnaast zijn er ook dit jaar een aantal creamiddag met workshops. De kinderen van de
groepen 1 – 4 werken in gemengde groepjes aan 1 creatieve of expressieve activiteit in
de meest brede zin van het woord.
- De kinderen gaan naar de klas waar ze de hele middag blijven.
- De kinderen gaan een techniek/activiteit, die er van te voren gekozen is,
uitvoeren. (o.a. knutselen, dansen, kleien, etc.).
- Tussendoor buiten spelen.
- Nabespreking / afsluiting in de kring.
Tekenen Er wordt gewerkt met allerlei materialen: potlood, verf, vetkrijt, ecoline etc. Soms wordt
er klassikaal getekend, soms komt het tekenen terug in het werken in hoeken.
Gymnastiek Dit schooljaar heeft groep 3 op dinsdag – en donderdagochtend gym. De kinderen
moeten dan gymkleren en gymschoenen meebrengen. Tijdens de gymlessen wordt
aandacht besteed (vaak in spelvorm) aan veel grondvormen van bewegen, o.a.
diepspringen, balanceren, klauteren, rollen, duikelen etc.
Muziek Naast het leren van liedjes besteden we aandacht aan: onderscheiden van klanken,
ritme, stemvorming, instrumenten bespelen en improvisatie.
Ouders
Rapporten en tien - minutengesprekken Twee keer per jaar worden ouders uitgenodigd om de ontwikkeling van hun kind te
bespreken. Daarnaast krijgen kinderen twee keer per jaar een rapport waarin u de
ontwikkeling van uw kind kunt volgen.
- November (Na kern3): Oudergesprek
- Februari: Rapport 1
Oudergesprek
- Einde schooljaar: Rapport 2
Geen oudergesprek, alleen in individuele situaties
Na school bent u natuurlijk ook altijd welkom. Loop gerust binnen als u vragen,
twijfels of zorgen heeft. We staan u graag te woord!
Verschillen Elk kind is anders en ontwikkelt zich op een verschillende manier. Bedenk dat al het
begin moeilijk is en dat het aanvankelijk leesproces nu nog erg pril is. Kinderen op deze
leeftijd kunnen zich geleidelijk maar ook heel sprongsgewijs ontwikkelen. Bovendien
moeten de kinderen ook de tijd krijgen om zich de stof eigen te maken. Dit geldt
natuurlijk niet alleen voor het lezen maar ook voor alle andere vakgebieden. Als een
kind op een gegeven ogenblik ergens nog wat moeite mee heeft, hoeft dit nog niet
meteen een probleem te zijn, want na verloop van tijd zie je ineens dat het kind het wel
kan.
Het is echter mogelijk dat de ontwikkeling stagneert of niet verloopt zoals het zou
moeten verlopen; dan is er wel sprake van een probleem. Dan wordt er uiteraard contact
met u opgenomen en gekeken naar de mogelijkheden om uw kind extra zorg te bieden.
U kunt natuurlijk ook altijd zelf contact opnemen met de leerkracht.
Thuis oefenen
Het is leuk samen met uw kind bezig te zijn met lezen, schrijven of rekenen. Houd het
ontspannen en gezellig. Bij het lezen is het heel belangrijk om de juiste benamingen te
gebruiken. (zie bijlage). Prima materiaal zijn de maan – roos – visspellen. In de
boeken – en speelgoedwinkel kunt u dit kopen.
Ook heeft Veilig Leren Lezen een website speciaal voor ouders van kinderen die leren
lezen met VLL. Deze website brengt u naar informatie over wat uw kind al kan en tips en
activiteiten om daarbij aan te sluiten. (website (http://www.veiliglerenlezen.nl/zwijsen/show/id=91497) .
Thuis lezen is belangrijk maar in de eerste periode zeker geen must. In de eerste weken
komt er best veel op de kinderen af en uw kind kan daarom erg moe thuiskomen. We
vinden het dan ook erg belangrijk dat de kinderen thuis genoeg ruimte krijgen om lekker
te kunnen spelen.
Wanneer wij het belangrijk vinden voor de ontwikkeling van uw kind dat er thuis extra
geoefend wordt zullen we hierover contact met u opnemen.
Leerzame spelletjes
Spelletjes die ook belangrijk kunnen zijn om het leesproces goed op gang te
brengen:
• Gezelschapsspelletjes:
Memorie
Domino
Vier op één rij
Vier op één rij 3 – D variant
Doolhoven (met balletjes)
Doolhoven op papier
Betoverde Doolhoven (ravensburger)
Labyrint (ravensburger)
Onderuit
Valkuil
Pictionairy
Simon says
Zwarte pietenspel
Set (ravensburger)
Duo (ravensburger)
Ramses III (ravensburger)
Mastermind
Zeeslag
Tangram
Lottino met silhouetten Elektrodoos met de volgende werkbladen:
o Positief – negatief plaatje o Opvolgende plaatjes
(bijv. glas dat voller wordt) o Silhouetten
Kimspel: tien voorwerpen op blad, kijken, weghalen en opschrijven
Kimspel: tien voorwerpen op blad, een voorwerp wegnemen (tactiek
benoemen)
Kaartspelletjes: o Zevenen o Pesten o Dubbelpatience o Patience o
Freecell o Jokeren
o Uno
Rummikub
Dammen
Rosenkonging (999 games)
Othello
Triominos
Solitair
Differix / figurix
rush hour
• Computerspelletjes
Block-out
Tetris
Mahjong
Memory
Patience
Freecell
Spider
Sokoban
Doolhoven
Vier op één rij. Picture puzzels.
Rummikub
Pacman
Zeeslag
Zoek de verschillen
Mastermind
Een aantal van deze computerspelletjes zijn te vinden op: www.speeleiland.nl
en www.spel.nl
• Boeken:
Je gelooft je ogen niet (ISBN 90-257-3110-4)
Raadsels voor slimme speurneuzen (ISBN 90-374-4207-2)
Zoek de verschillen (ISBN 90-374-4048-7)
Wally: Marin Handford (ISBN 90-410-9071-7)
Doolhof: Roxie Munro (uitgeverij Westeinde)
Veel speelplezier!
Met dit schrijven hopen we u voldoende geïnformeerd te hebben over het ‘’reilen en
zeilen’’ in groep 3. Mocht u nog vragen hebben, stelt u ze dan gerust!
Met vriendelijke groet,
Rosan Derkx
Uw kind, uw zorg
Ons kind, onze zorg
Samen proberen we er het allerbeste van te maken!
Alvast bedankt voor de fijne samenwerking!
Uitspraak letters (zie ook het spel letterklank op onze website)
i ih m mmm
r rrrr v vvv
s sss p puh e eh t t (korte
klank)
ee
aa
n nnn b buh
oo d duh
oe k kh
ij z zzz h huh w www
o oh a ah u uh
eu
j juh
ie l lll
ou
uu g ggg
ui au
ei
Top Related