Zwolle + de jeugd; Samen Gezond!

3
Zwolle + de jeugd; Samen Gezond! Wat een goed lopend project nodig heeft om echt werkzame gezondheidsbevordering te zijn Marja de Jong 1 Eind 2006 ging de projectleider die de GGD had ingehuurd, een ervaren gezondheidsbevorderaar, bekend met de community aanpak (de auteur van dit artikel), aan de slag met het opzetten van een actieprogramma om het overgewicht bij de jeugd van Zwolle terug te dringen. Met speciale aandacht voor de doel- groep met een lage sociaaleconomische status. Er lag een plan van aanpak dat door de gemeenteraad was vastgesteld en er waren middelen vanuit het Grote Steden Beleid (GSB) voor een periode van drie jaar. Het plan van aanpak was in een coproductie van een be- leidsmedewerker en een gezondheidsbevorderaar van de GGD en de verantwoordelijke ambtenaar van de gemeente tot stand gekomen. Ze hadden gegevens uit de jeugd- en de kindermoni- tor van de GGD en van de buurtmonitor van de gemeente als basis gebruikt. Er was een kwalitatief vooronderzoek gedaan, een expertmeeting georganiseerd en ervaringen uit eerdere projecten werden gebruikt. Ze hadden zich goed georie¨nteerd op een passende werkwijze voor de aanpak van sociaalecono- mische gezondheidsverschillen. Zo kwamen ze tot het idee van een wijkgerichte aanpak in twee aandachtswijken in combinatie met het versterken van de preventiezorgketen en praktijkon- dersteunend onderzoek. 1 GGD IJsselland, Zwolle Doelgroep: Jeugd, van 0-19 jaar en hun ouders, met bijzondere aandacht voor mensen met een lage sociaaleconomische status in twee wijken: de wijk Holtenbroek heeft 9.200 inwoners (1.840 tussen 0-18 jr), de wijk Diezerpoort heeft 9.400 inwoners (1.260 tussen 0-18 jaar). De GGD zet 1,5 fte in voor projectleiding en wijkcoo ¨rdinatie. Welzijnsorganisatie en Sportserviceorganisatie samen tenminste 1,0 fte. Onderzoek wijkgerichte aanpak: 0,4 fte De GGD werkt samen met Travers welzijn, SportService Zwolle, basisonderwijs (brede scholen), Doomijn (peuterspeelzalen en kinderopvang), Icare (preventie en jgz), Isala Klinieken, MCCKlik, Deltion College, Hogeschool Windesheim (diverse schools), Onderzoekscentrum Preventie Overgewicht Zwolle (OPOZ). Korte omschrijving van de aanpak: Samen Gezond kent de deelprogramma’s ‘ketenaanpak’ en ‘wijkaanpak’, ondersteund door (wetenschappelijk) onderzoek. Bij de aanpak van overgewicht gaat het om het bevorderen van een gezonde leefstijl (gezond gedrag) en een gezonde leefomgeving. Met betrekking tot leefstijl is er gekozen voor een integrale benadering, waarin de thema’s voeding, bewegen (inactiviteit), weerbaarheid, psychosociaal welbevinden en opvoeding aan elkaar verbonden worden in gezondheidsbevorde- rende activiteiten. De sociale en fysieke omgeving krijgen aandacht door interactieve bijeenkomsten met bestaande vrouwen- groepen, jongerenparticipatie, activiteiten in de supermarkten en het realiseren van een speelplein. Een gezonde wijk of buurt wordt dan een wijk of buurt waar overgewicht minder voorkomt. De coo ¨rdinatie in de wijk doet een gezondheidsbevorderaar van de GGD. Zij bouwt een netwerk van werkers op en onder- houdt dat, zit wijkoverleggen voor en brengt haar deskundigheid van gezondheidsbevordering in. Ze ondersteunt de inter- venties in de wijken, die uitgevoerd worden door de wijkwerkers (van welzijnswerk, sport, scholen ed.). De wijkcoo ¨rdinator volgt de ontwikkelingen in de wijk, verbindt zaken aan elkaar en kan bij nieuwe initiatieven het wijkoverleg uitbreiden met andere deelnemers, bijvoorbeeld de wijkmanager, een woningbouwcorporatie e.d. In het projectteam bij de GGD participeren naast de programmaleider de wijkcoo ¨rdinator, de projectleider van de keten- aanpak en de onderzoeker. Samen Gezond is in november 2006 gestart en liep tot 31 december 2009. Het wijkactiviteiten- programma krijgt voorzetting binnen ‘Gezonde Stad Zwolle’, met de JOGG aanpak als uitgangspunt. Onderzoek is e ´e ´n van de uitgangspunten van Samen Gezond. Het is onder te verdelen in 3 typen: . Monitoring: o.a. ChecKid, kindermonitor, jeugdmonitor . Evaluatie van een (beperkt) aantal interventies in de wijken, o.a. Eet GoedKoop Gezond, Club4hero’s, Club2Move, Gezonde buurt, Gezonde Week op school . Procesevaluatie van de gevolgde werkwijze en de effectiviteit en bruikbaarheid daarvan. De uitgangspunten van een wijk- gerichte aanpak staan centraal in de (proces)evaluatie. Informatie op: www.samengezond.nu tsg jaargang 88 / 2010 nummer 5 De praktijk van Gezondheidsbevordering - pagina 211 / www.tsg.bsl.nl

Transcript of Zwolle + de jeugd; Samen Gezond!

Page 1: Zwolle + de jeugd; Samen Gezond!

Zwolle + de jeugd; Samen Gezond!

Wat een goed lopend project nodig heeft om echt werkzame

gezondheidsbevordering te zijn

Marja de Jong 1

Eind 2006 ging de projectleider die de GGD had ingehuurd, eenervaren gezondheidsbevorderaar, bekend met de communityaanpak (de auteur van dit artikel), aan de slag met het opzettenvan een actieprogramma om het overgewicht bij de jeugd vanZwolle terug te dringen. Met speciale aandacht voor de doel-groep met een lage sociaaleconomische status. Er lag een planvan aanpak dat door de gemeenteraad was vastgesteld en erwaren middelen vanuit het Grote Steden Beleid (GSB) voor eenperiode van drie jaar.

Het plan van aanpak was in een coproductie van een be-

leidsmedewerker en een gezondheidsbevorderaar van de GGDen de verantwoordelijke ambtenaar van de gemeente tot standgekomen. Ze hadden gegevens uit de jeugd- en de kindermoni-tor van de GGD en van de buurtmonitor van de gemeente alsbasis gebruikt. Er was een kwalitatief vooronderzoek gedaan,een expertmeeting georganiseerd en ervaringen uit eerdereprojecten werden gebruikt. Ze hadden zich goed georienteerdop een passende werkwijze voor de aanpak van sociaalecono-mische gezondheidsverschillen. Zo kwamen ze tot het idee vaneen wijkgerichte aanpak in twee aandachtswijken in combinatiemet het versterken van de preventiezorgketen en praktijkon-dersteunend onderzoek.1 GGD IJsselland, Zwolle

Doelgroep: Jeugd, van 0-19 jaar en hun ouders, met bijzondere aandacht voor mensen met een lage sociaaleconomische statusin twee wijken: de wijk Holtenbroek heeft 9.200 inwoners (1.840 tussen 0-18 jr), de wijk Diezerpoort heeft 9.400 inwoners (1.260tussen 0-18 jaar).

De GGD zet 1,5 fte in voor projectleiding en wijkcoordinatie. Welzijnsorganisatie en Sportserviceorganisatie samen tenminste1,0 fte. Onderzoek wijkgerichte aanpak: 0,4 fte

De GGD werkt samen met Travers welzijn, SportService Zwolle, basisonderwijs (brede scholen), Doomijn (peuterspeelzalenen kinderopvang), Icare (preventie en jgz), Isala Klinieken, MCCKlik, Deltion College, Hogeschool Windesheim (diverse schools),Onderzoekscentrum Preventie Overgewicht Zwolle (OPOZ).Korte omschrijving van de aanpak: Samen Gezond kent de deelprogramma’s ‘ketenaanpak’ en ‘wijkaanpak’, ondersteund door(wetenschappelijk) onderzoek.

Bij de aanpak van overgewicht gaat het om het bevorderen van een gezonde leefstijl (gezond gedrag) en een gezondeleefomgeving. Met betrekking tot leefstijl is er gekozen voor een integrale benadering, waarin de thema’s voeding, bewegen(inactiviteit), weerbaarheid, psychosociaal welbevinden en opvoeding aan elkaar verbonden worden in gezondheidsbevorde-rende activiteiten. De sociale en fysieke omgeving krijgen aandacht door interactieve bijeenkomsten met bestaande vrouwen-groepen, jongerenparticipatie, activiteiten in de supermarkten en het realiseren van een speelplein. Een gezonde wijk of buurtwordt dan een wijk of buurt waar overgewicht minder voorkomt.

De coordinatie in de wijk doet een gezondheidsbevorderaar van de GGD. Zij bouwt een netwerk van werkers op en onder-houdt dat, zit wijkoverleggen voor en brengt haar deskundigheid van gezondheidsbevordering in. Ze ondersteunt de inter-venties in de wijken, die uitgevoerd worden door de wijkwerkers (van welzijnswerk, sport, scholen ed.). De wijkcoordinator volgtde ontwikkelingen in de wijk, verbindt zaken aan elkaar en kan bij nieuwe initiatieven het wijkoverleg uitbreiden met anderedeelnemers, bijvoorbeeld de wijkmanager, een woningbouwcorporatie e.d.

In het projectteam bij de GGD participeren naast de programmaleider de wijkcoordinator, de projectleider van de keten-aanpak en de onderzoeker.

Samen Gezond is in november 2006 gestart en liep tot 31 december 2009. Het wijkactiviteiten- programma krijgt voorzettingbinnen ‘Gezonde Stad Zwolle’, met de JOGG aanpak als uitgangspunt.

Onderzoek is een van de uitgangspunten van Samen Gezond. Het is onder te verdelen in 3 typen:. Monitoring: o.a. ChecKid, kindermonitor, jeugdmonitor. Evaluatie van een (beperkt) aantal interventies in de wijken, o.a. Eet GoedKoop Gezond, Club4hero’s, Club2Move, Gezonde

buurt, Gezonde Week op school. Procesevaluatie van de gevolgde werkwijze en de effectiviteit en bruikbaarheid daarvan. De uitgangspunten van een wijk-

gerichte aanpak staan centraal in de (proces)evaluatie.Informatie op: www.samengezond.nu

TSG 88 / nummer 5 211

tsg jaargang 88 / 2010 nummer 5 De praktijk van Gezondheidsbevordering - pagina 211 / www.tsg.bsl.nl

Page 2: Zwolle + de jeugd; Samen Gezond!

Samenwerken met de mensen in de wijk

De projectleider vormde samen met twee gezondheidsbevorde-raars (ingezet als wijkcoordinator) een team dat de wijk introk.Daar zorgde de wijkcoordinator voor een netwerk,een wijkover-leg en ontwikkelde ze met de wijkwerkers een palet aan activi-teiten. Uitgangspunten hierbij waren onder andere: aansluitenbij wat er al in de wijk is, de doelgroep bereiken via de werkers,zoveel mogelijk ‘effectieve’ interventies inzetten en waar moge-lijke onderzoek doen naar de opbrengst van de activiteiten. Ener was aandacht voor de zichtbaarheid in de wijk. Een eigenhuisstijl met website, nieuwsbrief, flyer, vlaggen, gadgets, enregelmatig aandacht in de plaatselijke media.

Zowel in het projectteam als in de wijkoverleggen is regel-matig gesproken over de te volgen werkwijze, de wederzijdseverwachtingen en de rol- en taakverdeling. De verantwoorde-lijkheden en taken van de wijkcoordinator verschoven van luis-teren naar de werkers en stimuleren tot inbreng en dit metelkaar verbinden naar doelen formuleren en sturing geven aanhet wijkprogramma.‘‘Het draagvlak is er. Zeg maar wat wemoeten doen; jullie zijn de deskundigen’’.

De uitvoering van gezondheidsbevorderende activiteitenkwam steeds meer bij de partijen in de wijk te liggen, metondersteuning vanuit de GGD. Die aanpak bleek succesvol. Naanderhalf jaar werken aan gezondheid in de wijk liet een tus-senevaluatie positieve resultaten zien Er was groeiend enthou-siasme en draagvlak bij de werkers voor het werken aan ge-zonde leefstijl. Intersectorale samenwerking in de wijken hadvorm en inhoud gekregen; samen waren er veel activiteiten uit-gevoerd . De evaluatie leverde ook verbeterpunten: er was nogweinig aandacht besteed aan de fysieke omgeving. Het be-stuurlijk draagvlak en beleidsmatige inbedding, zowel bij degemeente als bij samenwerkingspartners moesten nog vormkrijgen. Verder waren participatie van bewoners bij interventiesen afstemming met de ketenaanpak aandachtspunten voor hetlaatste projectjaar.

In dezelfde periode was de interesse van de verantwoordelijkwethouder gewekt voor een brede, meerjarige aanpak vanovergewicht: EPODE, overgewaaid vanuit Frankrijk naar Neder-land. Dat kwam goed uit, want het sloot prima aan bij de be-vinding dat bestuurlijk draagvlak noodzakelijk is om een ar-beidsintensieve en langdurige aanpak als deze voort te kunnenzetten. De resultaten die het project in de wijken had geboekt,samen met het draagvlak bij de verantwoordelijk bestuurder ende betrokkenheid van het Onderzoekscentrum Preventie Over-gewicht Zwolle bij het project zorgden voor erkenning van ‘deZwolse aanpak’ vanuit de wetenschap en de landelijke overheid.In Zwolle werd al volgens de EPODE aanpak gewerkt, datmaakte het voor de wethouder makkelijker om zijn collega’s teovertuigen van het belang van deze aanpak. Het college koos inhet voorjaar van 2009 voor uitbouwen van het project naar eenmeerjarig, integraal programma volgens de EPODE methode (nuJOGG genoemd).

Eind 2009 zijn we met het project op de goede weg. Ge-zondheidsbevordering in de wijk krijgt vorm en inhoud en naafloop van de projectfinanciering is voortzetting van de wijk-gerichte aanpak en de activiteiten voorlopig veilig gesteld bin-nen het lokale programma Gezonde Stad.

Vragen en uitdagingen

In het project is veel met studenten/stagiairs en tijdelijkekrachten gewerkt. De subsidie is tijdelijk en de beschikbaremiddelen zijn eigenlijk (te) gering om een dergelijk project metechte professionals neer te zetten. Stel dat het allemaal be-taalde professionals waren, wat zou zo’n project dan kosten?Om in die korte tijd toch zoveel mogelijk te kunnen doen enlaten zien, zijn studenten ingezet. Bovendien zijn er in de pro-jectperiode van drie jaar veel personeelswisselingen geweest.Zowel bij de GGD als bij de welzijnsorganisatie. Samenwerking,netwerken, draagvlak opbouwen is mensenwerk en daarmeemoet men steeds weer een beetje opnieuw beginnen als eenwerker vertrekt. Het maakt het project/de organisatie kwets-baar. Betekent dat ook dat ons vak niet echt serieus genomenwordt? Dat je een project en de daarbij horende activiteiten ookwel door studenten en tijdelijke krachten kunt laten doen? Alswe dat blijven doen, nemen we dan zelf ons vak wel serieus?

Onderzoek neemt een belangrijke plaats in binnen het pro-ject. Het plan van aanpak is tot stand gekomen op basis vancijfers (gegevens uit de gezondheidsmonitoren) en ook de keu-ze van de wijken. Er vindt monitoring plaats met onderzoekonder alle basisschoolleerlingen in Zwolle (0-meting voor aan-vang van het project, 1-meting na 3 jaar en 2-meting na 6 jaar).Dit is onderzoek waar financiers, bestuurders, beleidsmakers enwetenschappers in geınteresseerd zijn. Ze willen zien of er watverandert in het gedrag van de kinderen en ouders en liefst ookin het gewicht. Maar resultaten op dit laatste niveau zijn nogniet te verwachten na 2,5 jaar werken in de wijk. En als er alveranderingen te zien zijn, kun je ze dan toewijzen aan de in-spanningen van het project? Het is zeer de vraag wat dit moni-toringonderzoek kan betekenen voor het werk in de wijken.Belangrijker is om zichtbaar te maken wat in die 2,5 jaar welbereikt is. Dat doen we door een procesevaluatie van de wijk-gerichte aanpak, met behulp van actiebegeleidend onderzoeken het bijhouden van een activiteitenmonitor.. Deze vorm vanonderzoek is tevens een middel om mensen (wijkwerkers in ditproject) te activeren en hun bewustzijn te bevorderen. Dat pastin de wijkgerichte, community based aanpak. Het referentieka-der gezondheidsbevordering is hierbij een belangrijk hulpmid-del.1 Het is dus steeds zoeken naar de juiste balans tussenmonitoring onderzoek (kwantitatieve gegevens) waarmee desteun van de wethouder, de politiek, de financier voor het pro-ject verkregen kan worden en procesonderzoek (kwalitatief) datmeehelpt om betrokkenen te motiveren en activeren. Het lijktme dat er een combinatie van onderzoek mogelijk moet zijn,waarmee we zowel bestuurders en financiers tevreden kunnenstellen en werkers en bewoners kunnen motiveren. Dat is eenuitdaging waarover ik graag met onderzoekers, beleidsmakersen praktijkwerkers in ons vakgebied in gesprek wil gaan.

Bestuurlijk draagvlak

Zoals gezegd is er politiek bestuurlijk draagvlak voor voorzet-ting van het project en de gevolgde wijkgerichte aanpak vangezondheidsbevordering.

Als gezondheidsbevorderaar, of als GGD, moet je erg hardwerken en veel goede resultaten van een project laten zien (intermen van samenwerking, netwerk en enthousiasme in de wijk,veel mensen die meedoen, goedlopende interventies, minderschooluitval of zelfs gezondere kinderen) om politiek bestuurlijkdraagvlak te krijgen. Hoewel we inhoudelijk met zeer sterke

TSG 88 / nummer 5 212

tsg jaargang 88 / 2010 nummer 5 De praktijk van Gezondheidsbevordering - pagina 212 / www.tsg.bsl.nl

Page 3: Zwolle + de jeugd; Samen Gezond!

argumenten kunnen komen, is het lastig om de interesse enaandacht van politici en bestuurders te krijgen voor gezondheidEr zijn immers vele andere thema’s die lokaal spelen, zoalsveiligheid, bereikbaarheid, overlast van jongeren en dergelijke.Echter, invloeden van buitenaf, zoals een landelijke bekendheid,die deze gemeente uitkiest als voorbeeldstad voor Nederland,of een plaatselijke ‘miss’, die de gemeente op de kaart wilzetten, krijgen bestuurders veel makkelijker enthousiast. Zijgaan daarbij slechts beperkt in op inhoud, hebben geen onder-zoeksresultaten nodig en bereiken veel sneller het gewensteresultaat, namelijk dat het onderwerp hoog op de politiekeagenda komt.

In Zwolle was het een combinatie van een lobby van weten-schappers en onderwijsinstelling, die Zwolle als ‘voorbeeld’neerzette met de zichtbare resultaten van het goedlopendeproject, die ervoor hebben gezorgd dat de aanpak van gezond-heidsbevordering ‘op de kaart is gezet’ en voortgezet kan wor-

den. Ik ben ervan overtuigd dat ons dat als GGD/gezondheids-bevorderaars alleen niet was gelukt.

Wat we daarvan kunnen leren, is dat uitstraling, het imago,belangrijk is voor politici/bestuurders, zeker in verkiezingstijd.Als er zich kansen voordoen om de gemeente of zelfs de be-stuurder te profileren, dan moeten we die pakken, uiteraardzonder dat we de inhoud in de steek laten. We moeten er goedover nadenken waarom het voor een bestuurder aantrekkelijkkan zijn en laten zien welke winst het de gemeente oplevert omin gezondheid te investeren.

Literatuur

1. Saan H, Haes W de. Gezond effect bevorderen. Woerden:NIGZ, 2005

Correspondentieadres

Marja de Jong, GGD IJsselland, tel. 038 - 4281622,e-mail: [email protected]

Gezond Samen Leven (community-programma) in OostelijkZuid-LimburgEvelyne Linssen1, Bert Hesdahl 1

1 GGD Zuid Limburg, Sittard-Geleen

Gezond Samen Leven (GSL) is een wijkgericht programma gericht op mensen in een achterstandspositieGrootte van de doelgroep: Molenberg: 4.198 bewoners, Nieuw-Lotbroek: 4.725, Eikenderveld: 2.505, Schaesberg Zuid-Oost: ca3.000.

Personele inzet: In Heerlen (4 wijken) is ca 0,95 fte per jaar, in Landgraaf (1 wijk) ca 0,3 fte.Betrokken partijen: Er zij allerlei organisaties betrokken bij de uitvoering, maar het verschilt per wijk: Huisarts, basisschool,jeugdarts/-verpleegkundige , apotheek, peuterspeelzaal, fysiotherapeuten, zorgcentrum ,bewoners- of buurtorganisaties, op-bouwwerk, ouderenwerk & jongerenwerk, tandarts/logopediste, winkeliers, woningbouwcoorporatie.

Mondriaan Zorg Groep (GGZ instelling), (sport)verenigingen , Stichting Thuiszorg (voeding&dieet), CAD, politie, wethouderwelzijn/vgz, ambtenaar welzijn, ambtenaar ‘buurten’.Opzet: Het uitgangspunt van wijkgericht werken aan gezondheid is dat het een langdurig en structureel karakter krijgt, waarbijde eerste ca. vijf jaar in het teken staan van bewustwording van de eigen rol bij het behoud van gezondheid.

Gezond Samen Leven richt zich op een lokale setting, doelgroep of thematiek. Hieromtrent wordt een intersectoralesamenwerkingsstructuur opgebouwd en onderhouden. In deze structuur participeren naast betrokken instanties en organisa-ties ook belangrijke sleutelfiguren op lokaal niveau (doelgroep, scholen, huisartsen, wijkorganisaties, welzijnswerk etc.). Doordeze groep worden lokale gezondheidsbevorderende interventies opgezet en georganiseerd.

Gezond Samen Leven is een intensieve werkwijze die bij voorkeur langlopend wordt ingezet.Wij werken met interventiemixen waarbij verschillende strategieen (gericht op leefstijl, determinanten van gedrag en

omgeving) worden gecombineerd.Theoretische onderbouwing: Wij baseren ons op het model van Bracht1 waarin vijf fasen worden onderscheiden:1 Community analyse: in kaart brengen hoe de wijk eruit ziet, welke (gezondheids-)problemen er spelen en welke behoeften

wijkbewoners hebben.2 Ontwerp en initiatie: kennismaken met de leden van de community middels gestructureerde gesprekken3 Implementatie: de plannen worden uitgevoerd4 Behoud en consolidatie: gericht op het integreren van interventies in de comunity-netwerken, het voortzetten van de

samenwerkingsverbanden (in deze fase is GSL)5 Herorientatie: evaluatie terugkijkend naar de community analyse. Planning toekomst.Informatie op: www.ggdzl.nl en i-database (CGL)

TSG 88 / nummer 5 213

tsg jaargang 88 / 2010 nummer 5 De praktijk van Gezondheidsbevordering - pagina 213 / www.tsg.bsl.nl