SCHOOLPLAN2019 – 2023

INHOUDSOPGAVE

2

6. Ambities en meerjarenbeleid op hoofdlijnen 37Onze ambities op hoofdlijnen. Prioriteiten.Meerjarenplan 2018-2022.

3

1. DE SCHOOL EN HAAR OMGEVING Onze school is gehuisvest op het adres Willem de Zwijgerlaan 59, 5061 TB Oisterwijk. Op deze locatie staat sinds 1979 een school: Basisschool De Coppele. De nieuwbouw hebben we in 2009 in gebruik genomen. Het nieuwe gebouw is, evenals het oude, multifunctioneel van opzet. Er zijn twee scholen in gevestigd, een peuterspeelzaal en een ontmoetingscentrum. Er is een sportzaal en diverse verenigingen zijn “thuis” in het gebouw. Het concept “Brede School” is volop in uitwerking: de samenwerking met de wijkvereniging en de peuterspeelzaal was er de afgelopen 28 jaar al. Er wordt nu gewerkt aan een intensievere samenwerking met SBO Mozaik.Bij de bouw van de school werd opnieuw rekening gehouden met de manier van werken die ons voor ogen staat. Leerlingen werken vaak in kleine groepjes of zijn op rustige werkplekken individueel met hun werk bezig. Alle klaslokalen zijn gesitueerd rond een gemeenschappelijke ruimte. Deze ruimte is te gebruiken om kinderen in kleine groepjes te laten werken, want de klassen zijn door schuifdeuren met de gemeenschapsruimte en met een andere klas verbonden. Alle lokalen hebben een eigen deur naar buiten zodat de speelplaats als het ware deel uitmaakt van het klaslokaal.Onze school staat in een gemêleerde (arbeiders)wijk met veel sociale woningbouw. Het opleidingsniveau van de ouders is ons bekend (via intakegesprekken). De kengetallen laten zien dat onze school te maken heeft met een MBO populatie of lager (70%). De nieuwe instroom in de wijk verschilt licht van de zittende bevolking. De “nieuwe” ouders hebben een hoger opleidingsniveau (MBO-HBO). Een belangrijk kenmerk van de ouders is ook het relatief hoge percentage leerlingen met een andere thuistaal en het aantal samengestelde gezinnen. Het aantal gezinnen dat ondersteuning vraagt (in de vorm van schoolmaatschappelijk werk of opvoedingsondersteuning) is 2 á 3 per groep. We hebben een intensieve samenwerking met externe deskundigen zoals, schoolarts en sociaal verpleegkundige, schakelfunctionaris en onderwijsconsulent. Veel ouders kiezen bewust voor de buurtschool (groot wijkgevoel), laten een hoge sociale verbondenheid zien en zijn respectvol naar school en leerkracht. Er wordt relatief weinig gebruik gemaakt van naschoolse voorzieningen. De school kent een actieve ouderraad en veel vrijwilligers die participeren in de ondersteuning van het onderwijs.Onze school wordt bezocht door (gemiddeld) 180 leerlingen. Van deze leerlingen valt 18% in de gewichtenregeling. Het leerlingenaantal van de school blijft min of meer stabiel. In enig schooljaar is er een tussentijdse lichte daling waarneembaar. Over een langere periode loopt het leerlingaantal echter terug. Dat wordt veroorzaakt door het geringe aanbod van leerlingen. In algemene zin hebben wij, op grond van de kenmerken van de leerlingen, de volgende aandachtspunten:Extra aandacht besteden aan het vak taal en lezen. Extra aandacht besteden aan gedragsregulering (sociaal-emotionele ontwikkeling). Extra aandacht besteden aan burgerschap en cultuureducatie.De school heeft een managementteam, bestaande uit interne begeleiders en (meerschools) directeur. Er wordt intensief samengewerkt met het managementteam van SBO Mozaik. We werken met de principes van gespreid leiderschap. In de vorige planperiode is fors geïnvesteerd in het didactisch handelen door middel van effectieve directe instructie. Daarnaast is er inhoudelijk veel energie gestopt in de aanpak van lezen (nieuwe aanvankelijke en voortgezet technisch lezen, nieuwe methode begrijpend lezen.) Ook het begeleiden van meer- en hoogbegaafde leerlingen in school is geïntensiveerd, naast de deelname aan Junior Lab en de plusklas. Verder wordt er geïntegreerd gewerkt met projecten van Alles-in-1 en cultuureducatie. Ook is er veel aandacht besteed aan sociaal emotionele ontwikkeling door het certificeren van de school als Kanjerschool. Daarnaast bieden we Rots en Water aan als training in sociale weerbaarheid. Ook heeft de school werk gemaakt van Continu Verbeteren (groepsafspraken, slogan, doelenbord met data, groepsvergadering en doen van onderzoek). Dit om eigenaarschap van de schooldynamiek te leggen bij leerlingen. Het welbevinden en betrokkenheid van de leerlingen wordt door henzelf als positief gewaardeerd.In het kader van passend onderwijs werken we met een intensieve ondersteuningsstructuur. Daar waar mogelijk werken we inhoudelijk samen met SBO Mozaik. Zo hebben we een voorziening voor

4

kleuters die vanaf groep 3 aangewezen zijn op onderwijs op een speciale basisschool. Ook werken leerlingen van SBO Mozaik samen in enkele vakken met leerlingen van BS De Coppele.

2. UITGANGSPUNTEN SCHOOLBESTUUR

Zingevende bodem

Stichting BOOM hanteert de volgende uitgangspunten om tot een zingevende bodem te komen. We beogen met onze onderwijsorganisatie een manier van werken zodat leren en ontwikkelen voldoening en genot geeft en het werken vanuit een “flow” bevorderd wordt. De horizon is een duurzame en vreedzame leefomgeving en we vertrouwen in vooruitgang met plezier. Groei en nieuwsgierigheid wordt gestimuleerd door het prikkelen van zintuigen, wat ons onderwijs tot een belevenis maakt. De BOOM-waarden zijn de volgende waarden waardoor we ons met elkaar verbonden voelen.

BOOM-Waarden

1. Welbevinden2. Authenticiteit3. Samenwerken4. Groei

Een verdieping van deze waarden is terug te lezen in het Koersplan 2019-2023 van de Stichting (Bijlage 1: Koersplan).

De stichting streeft naar een platte netwerkorganisatie waarin op basis van vertrouwen ruimte is voor ondernemerschap en waar verantwoordelijkheid en eigenaarschap bij de professionals liggen. Binnen de Stichting zijn een aantal werkgroepen actief om daar waar dat gewenst is de afstemming te bevorderen. Zij zijn leidend in het ontwikkelen en borgen van beleid. De volgende werkgroepen zijn in de stichting actief:

- WG Onderwijs en Kwaliteit- WG Personeel- WG Financiën- WG Hoogbegaafdheid- WG ICT- WG Privacy

Gezamenlijke kwaliteitseisen gericht op onderwijs 

Het uitgangspunt voor onze kwaliteit ligt in het verlengde van het “nieuwe” inspectiekader. Daarin staat voorop dat we weten waar we staan en weten wat ons te doen staat. Samen hebben we kwaliteitsindicatoren vastgesteld die zijn onderverdeeld in de volgende thema’s:

- De school, een plaatje om te zien- Onderwijsleerproces- Leerbetrokkenheid en welbevinden- Feedback- Doorgaande lijn- Kengetallen- Ambitie

De professionele dialoog is een belangrijk instrument om dit te kunnen realiseren.

5

Kwaliteitsmonitoring bestuur

Het bestuur laat zich op verschillende manieren informeren om de kwaliteit op de scholen te kunnen bewaken. Naast de data die inzichtelijk zijn via o.a. het leerlingvolgsysteem, vinden er gedurende het schooljaar verschillende gesprekken plaats (professionele dialoog). Deze zogenoemde professionele dialoog kan een formeel (als onderdeel van de gesprekkencyclus) of een informeel karakter hebben. Daarnaast bezoekt de bestuurder jaarlijks alle scholen om daar met leraren, IB’ers, directie, ouders, leerlingen, etc. vanuit verschillende perspectieven te kunnen spreken over de kwaliteit.

De bestuurder legt op zijn beurt verantwoording af aan de Raad van Toezicht. De Raad van toezicht bezoekt ook regelmatig scholen en sparren met directeuren over de gang van zaken binnen de school en de stichting.

Gezamenlijke uitgangspunten gericht op personeelsbeleid

Als Stichting BOOM willen we voor onze medewerkers een goed werkgever zijn. We hechten er belang aan dat er helder gecommuniceerd wordt over wederzijdse verwachtingen en hoe goed werkgeverschap en goed werknemers schap hand in hand kunnen gaan. Zo krijgen medewerkers alle ruimte om zich te professionaliseren, staan we open voor innovatieve ideeën en denken we buiten gebaande paden. Zo willen we graag duurzame arbeidsrelaties aangaan zodat we onderwijskwaliteit nu en in de toekomst in veranderende tijden kunnen blijven borgen.

De werkgroep Personeel zorgt met het initiëren, ontwikkelen en borgen van beleid voor het bevorderen van de afstemming. Afstemming die natuurlijk gerelateerd is aan de cao-ontwikkelingen nu en in de toekomst.

Wat betreft de personeels- en salarisadministratie maken we gebruik van een webbased geautomatiseerde en persoonlijke omgeving waarin medewerkers zelf medeverantwoordelijk zijn voor de actuele status ervan. Het systeem biedt tevens op toegankelijke wijze informatie over cao gerelateerde zaken.

Op het moment dat een professional binnen onze organisatie twijfelt of hij/zij zijn of haar loopbaan in het onderwijs/bij onze stichting wil voortzetten, is er voor medewerker de gelegenheid om in gesprek te gaan met een loopbaancoach, eventueel aangevuld met een vervolgplan.

 Uitgangspunten voor evenredige vertegenwoordiging

Binnen Stichting BOOM is de Directieadviesraad (DAR) actief. Dit orgaan bestaat uit de directieleden van de Stichting. Stichting BOOM bestaat uit 7 scholen. De scholen worden geleid door 6 directeuren. We streven binnen de directieposities en het functioneren van de DAR naar een complementair team waarin vrouwen en mannen evenredig vertegenwoordigd zijn. Op het moment van het schrijven van dit document is de verdeling als volgt.

- 6 Directeuren (waarvan 50% man en 50% vrouw)- 1 adjunct directeur (Man) - 1 management ondersteuning (Vrouw)- 1 bestuurder (Man)

6

Wat de stichting betreft is daar op dit moment sprake van een juiste balans. Om deze balans in de toekomst te behouden, zal er bij het invullen van vacatures rekening worden gehouden met deze balans. Alleen bij gelijke geschiktheid zal de benoeming afhankelijk zijn van overwegingen met betrekking tot de balans tussen mannen en vrouwen in dit orgaan. Het zelfde geldt overigens voor de Raad van toezicht en bijvoorbeeld MT’s op de scholen.

Gezamenlijke uitgangspunten FinanciënJaarlijks wordt de meerjarenbegroting geactualiseerd, met een focus op de jaarbegroting. De meerjarenbegroting bestaat uit 9 kostenplaatsen. Naast de scholen (brin-nummers), zijn dat de kostenpost “bestuur” en “Gezamenlijke Activiteiten”. Deze laatste wordt gevuld op basis van de input van de Directie Advies Raad. Vervolgens wordt de begroting op basis van schoolkeuzes op brin-nummer verder gevuld. De totale begroting wordt voorgelegd aan GMR en RvT. De schoolbegroting wordt voorgelegd aan iedere MR per school. Op basis van een jaarlijks geactualiseerde risico analyse, worden een algemene reserve en een aantal bestemmingsreserves gedefinieerd. Scholen hebben geen eigen reserve.

7

3. ONS SCHOOLCONCEPT Onze missie, visie en de vertaling hiervan in kernwaarden/kernwoorden.De missie-kern: Goed onderwijs voor kinderen, een plezierige omgeving, betrokken leerkrachten, persoonlijke ontwikkeling waarbij recht wordt gedaan aan zowel aanleg als mogelijkheden in ontwikkeling en gericht op resultaat.

Identiteit en De CoppeleOnze school is een rooms-katholieke school.Dit houdt in, dat van de leerkrachten het onderschrijven van de katholieke identiteit verwacht wordt. Voor de leerlingen vormen de catecheselessen een vast onderdeel van het lesrooster. Kinderen van alle (levensbeschouwelijke) richtingen zijn welkom op onze school. In deze lessen proberen we de kinderen de waarde te leren van het samenleven op deze aarde. De Christelijke traditie heeft bij dit leren een rol. Waarden en normen worden in gesprekken doordacht en ervaren en gaan de houding van de kinderen mede bepalen. We willen daarbij geen waarden en normen opleggen, maar met het kind verwonderd zijn over de wereld om ons heen. Bijbelverhalen vormen een vast onderdeel van de projecten: thema’s worden benaderd vanuit een bijbels oogpunt. Voorbereiding op de sacramenten 1e communie en vormsel gebeurt tegenwoordig in de diverse parochies. Door leden van de ouderraad wordt elk jaar een gezamenlijke 1e communie lunch georganiseerd waaraan alle leerlingen van groep 4 deelnemen.

Het klimaat van de schoolWij vinden het belangrijk dat kinderen zich thuis voelen op school. Er is aandacht voor de interesse, zorgen en pleziertjes van de leerlingen. Het samen vieren van feesten hoort daar ook bij, net als de vieringen en de groepsgesprekken. De onderlinge relaties in de klas zijn belangrijk voor het welbevinden van het kind en dus voor zijn motivatie en prestaties op school. Er wordt daarom veel aandacht besteed aan een sfeer, van veiligheid en vertrouwen in de klassen. Met beide teams (BS De Coppele en SBO Mozaik) hebben we de opleiding tot Kanjertrainer gevolgd. In elke groep staan de Kanjerlessen op het rooster. Kinderen leren in die lessen hun sociale vaardigheden te vergroten en op een respectvolle, plezierige en veilige manier met elkaar omgaan.In het begin van het schooljaar worden groepsafspraken gemaakt en ondertekend, die leidend zijn voor het gedrag en de wenselijke sfeer in de groep.Door middel van het bevorderen van goed gedrag zorgen we voor een veilig en positief schoolklimaat.

Visie op onderwijs Vragen over goed onderwijs moeten altijd beantwoord worden in relatie tot wat men er mee wil bereiken. Onderwijs dat zijn naam waardig is, richt zich op zowel kwalificatie en socialisatie als op subjectificatie. Onderwijs pedagogische processen zijn altijd werkzaam in deze drie overlappende domeinen. Biesta (2012) ziet de noodzaak van een onderwijstheorie in plaats van een leertheorie, want “het gaat niet om leren, ontwikkelen of ontplooien, maar om onderwijzen en vormen. Het gaat er in het onderwijs niet om dát kinderen leren, het gaat erom dat ze iets leren (doel), dat ze het met een bepaald oogmerk (inhoud) leren en dat ze het van iemand (relatie) leren.' Drie doeldomeinen in onderwijs zijn volgend Biesta:

Kwalificatie betreft het verwerven van kennis, vaardigheden en houding. Socialisatie draait om de manieren waarop we via onderwijs deel worden van bestaande

tradities en praktijken. Subjectificatie gaat over emancipatie en vrijheid en over de verantwoordelijkheid die daarmee

gepaard gaat. 

Vanuit dit kader komen we tot de volgende uitspraken:

8

1. Basis op onze school is een goede sfeer, waarbij iedereen zich veilig voelt en gewaardeerd wordt om wie hij of zij is.

2. BS De Coppele wil door betekenisvol leren komen tot effectieve kennisoverdracht en sociale ontwikkeling. Dit door elk kind te prikkelen en uit te dagen de eigen capaciteiten optimaal te ontwikkelen, zowel individueel als door samenwerking.

3. Kinderen zijn medeverantwoordelijk voor het realiseren van leeropbrengsten, voor het eigen leerproces, de sfeer en de omgeving.

Als voorbeeld geven we hieronder een aantal belangrijke aspecten van ons onderwijs, pijlers waarop ons onderwijs is gebaseerd:

Sfeer - Er is aandacht voor elkaar en we gaan respectvol met elkaar om- We hanteren een pestprotocol- We evalueren regelmatig hoe we met elkaar omgaan bv. gedrag op de speelplaats- Lokalen hebben een open uitstraling- We willen een gevoel van veiligheid, geborgenheid, bewerkstelligen

Respect - Er is geen verschil in rang of stand- We zijn laagdrempelig, ouders lopen gemakkelijk binnen ook zonder afspraak- We accepteren en respecteren verschillen in leerniveau, leertempo, mogelijkheden- We mogen elkaar aanspreken op ongewenst gedrag

Vertrouwen - Er is persoonlijke aandacht voor elk kind- We streven ernaar de kinderen regelmatig te complimenteren- Zowel leerlingen als hun ouders worden door ons serieus genomen- Leerlingen hebben inbreng en kunnen succeservaringen opdoen.

Samenwerken - We werken in combinatiegroepen- Leerlingen helpen elkaar, er is sprake van ‘maatjesleren”- Er is, mede door de combinatiegroepen, veel overleg tussen leerkrachten- Er wordt gebruik gemaakt van projectonderwijs

Werken op niveau- Er is behalve instructie in jaargroepen ook instructie in kleine (niveau)groepjes- Er is veel individuele begeleiding van leerlingen- Er kan veelvuldig gebruik gemaakt worden van computers

Burgerschap en sociale integratie We gaan er van uit dat de leerlingen opgroeien in een pluriforme samenleving. Daarom is het bevorderen van actief burgerschap en sociale integratie een belangrijk ontwikkelingsaspect geworden. De volgende doelen streven we in ons onderwijs na met betrekking tot burgerschap: De leerlingen kennen zichzelf; de leerlingen leren zich te gedragen vanuit respect voor algemeen

aanvaarde waarden en normen. De leerlingen zien wat hen met anderen verbindt; de leerlingen leren zorg te dragen voor de

lichamelijke en psychische gezondheid van henzelf en anderen. De leerlingen stellen zich open voor en leren van anderen. De leerlingen zijn betrokken; de leerlingen leren zich redzaam te gedragen in sociaal opzicht, als

verkeersdeelnemer, consument en als wereldburger. De leerlingen leveren een bijdrage aan een betere wereld. De leerlingen leren hoofdzaken van de Nederlandse en Europese staatsinrichting en de rol van de

burger; de leerlingen leren hoofdzaken over geestelijke stromingen die in de Nederlandse

9

multiculturele samenleving een belangrijke rol spelen, en zij leren respectvol om te gaan met verschillen in opvattingen van mensen.

De volgende doelen, die voor alle leergebieden van belang zijn, hebben eveneens betrekking op burgerschap en sociale integratie: Reflectie op eigen handelen. Uitdrukken van gedachten en gevoelens. Respectvol luisteren naar en feedback geven van anderen. Ontwikkelen van zelfvertrouwen. Respectvol en verantwoordelijk omgaan met elkaar en zorg voor en waardering van de

leefomgeving.

Het onderwijsaanbod ten behoeve van burgerschap en sociale integratie is afkomstig uit de volgende (vak)gebieden: Alle thema’s van het vak wereldoriëntatie. Verkeersonderwijs. Levensbeschouwelijke vorming. Cultuureducatie (kunstmenu van de kunstbalie en de schoolprojecten). Brede school activiteiten zoals naschoolse sport en de leerlingenraad. De vieringen. Kanjertraining.

Cultuureducatie.Wij beschouwen cultuureducatie als onderwijs dat alle vormen van educatie omvat waarbij cultuur als doel of als middel wordt ingezet. Cultuuruitingen kunnen een middel zijn om andere leergebieden te ondersteunen, zoals geschiedenis, aardrijkskunde en maatschappijleer maar ook taal en rekenen.Op de basisschool wordt een fundament gelegd voor de culturele ontwikkeling van kinderen,het pad dat zij doorlopen van kennismaking met kunst en cultuur naar het ontwikkelen van deeigen talenten. De school maakt kunst en cultuur ook toegankelijk voor leerlingen die dit vanhuis uit niet meekrijgen. Daarnaast heeft de school een vormende taak, die essentieel is omkinderen te leren functioneren in een complexe, pluriforme en snel veranderende maatschappij.Ten slotte kan cultuureducatie een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van leergebied overstijgendevaardigheden, zoals onderzoeken, creëren en reflecteren. We maken gebruik van De Cultuur Loper met ondersteuning van KunstLoc Tilburg en de Combinatiefunctionaris Cultuureducatie

Visie op lesgeven.Het lesgeven is de kern van ons werk. We onderscheiden pedagogisch en didactisch handelen, hoewel beide facetten van ons werk feitelijk onscheidbaar zijn. Van belang daarbij is: oog hebben voor het individu, een open houdding, wederzijds respect en een goede relatie waarin het kind zich gekend weet. Belangrijke pedagogische noties zijn: zelfstandigheid, eigen verantwoordelijkheid, kritische zin, reflecterend vermogen en samenwerking. Gelet op de didactiek vinden we de volgende zaken van groot belang: Interactief lesgeven; leerlingen betrekken bij het onderwijs Onderwijs op maat geven; differentiëren Gevarieerde werkvormen hanteren (variatie = motivatie) Een kwaliteitsvolle Directe Instructie verzorgen Kinderen zelfstandig (samen) laten werken

Visie op leren en ontwikkelen.Kinderen leren doordat zij nieuwsgierig zijn. De school biedt kinderen de mogelijkheid om kennis op verschillende manieren te verwerven. De leraren geven instructie (en begeleiden) en kinderen mogen zich dat op verschillende manieren eigen maken. Kinderen die korte instructie nodig hebben, kunnen daarna zelfstandig aan het werk. Voor kinderen die meer instructie nodig hebben, wordt gebruik gemaakt van verlengde instructie aan de instructietafel. Het leren kan bemoeilijkt worden door

10

specifieke ondersteuningsbehoeften van een kind. Voor deze kinderen is een ondersteuningsstructuur ingericht.

Inhoudelijke AmbitiesOnderwijskundigLezen. We gaan de komende jaren verder werken aan lezen. Voor lezen willen we het technisch lezen in lijn brengen met de invoering van een methode voor voortgezet technisch lezen (Methode Atlantis). Naast het implementeren van de nieuwe methode gaan we inhoudelijk ook de afstemming met begrijpend lezen verder onderzoeken. Dit om de samenhang tussen Veilig Leren Lezen (Versie Kim), voortgezet technisch lezen (Atlantis) en de begrijpend leesactiviteiten binnen Alles in 1 (geïntegreerde methode), Blits en Leesbegrip XL te waarborgen. Daar waar het wenselijk is zullen we de doelen per leerjaar opnieuw omschrijven. Daarnaast gaan we leespromotie een belangrijke impuls geven door middel van het starten van een Bibliotheek op school. We willen de Bibliotheek op school openstellen voor alle leerlingen (van beide scholen) voor het lezen onder schooltijd. De collectie wordt uitgebreid (eigen collectie en wisselcollectie) met andere vormen van leesboeken (prentenboeken, informatief, stripboeken enzovoort). Daarnaast komt er een uitleenmogelijkheid voor ouders van kinderen tussen nul en zeven jaar. In samenwerking met het consultatiebureau gaan we de boekstartcoach inzetten ter promotie van voorlezen. Ook de ouders van de peuters in de kinderopvang, de kleuters en groep drie leerlingen krijgen de gelegenheid om (voorleesboeken) te lenen. Dit traject koppelen we aan de signalering van laaggeletterdheid van ouders en de toeleiding naar de begeleiding van deze doelgroep door het Taalhuis Oisterwijk. Daarvoor zullen de professionals worden getraind.

Rekenen. De rekencoördinator gaat nadrukkelijk de trendanalyse van rekenen aan de hand van de toets resultaten en observaties in de groepen na, welke onderdelen aandacht behoeven. Dit wordt gekoppeld aan de inzet van de rekenkisten en de begeleiding van de leerkracht door de rekencoördinator in samenspraak met de interne begeleider. Dit kan leiden tot het opnieuw vaststellen van de doelen per leerjaar en accenten die vanuit de methode in de verschillende leerjaren moeten worden gelegd. Daarnaast wordt nagegaan of er andere vormen van rekenonderwijs dienen te worden opgenomen in het onderwijs aanbod. Daarbij wordt gedacht aan bewegend (reken)onderwijs in de verschillende groepen zodat de motivatie groot blijft.

Pedagogisch-didactisch blijft het van belang dat het directe instructiemodel wordt toegepast bij de instructiemomenten binnen de verschillende vakgebieden. Door middel van dit model krijgen leerlingen zicht op de doelen van de les en de opbouw en organisatie van de les. Daarnaast is het van groot belang om middels reflectievragen de les met kinderen te evalueren zodat kinderen zicht krijgen op de groepsdynamiek en hun eigen leerproces en leervorderingen. Dit doet recht aan onze visie op onderwijs. Daar waar wenselijk of nodig zullen we differentiëren in aanpak en begeleiding binnen het directe instructiemodel door verlengde instructie of begeleiding van kinderen met een specifieke leerlijn. Daarnaast wordt de leerkracht ondersteund door de expert voor mee- en hoogbegaafdheid. Afstemming over compacten van leerstof en verrijken van aanbod wordt met leerkracht en interne begeleider afgestemd. Bij groepsbezoeken door de interne begeleiders of directie worden deze onderdelen geobserveerd en nabesproken. Naast deze inhoudelijke component zetten we in op Kanjeractiviteiten (we zijn een gecertificeerde Kanjerschool). In deze activiteiten wordt gewerkt aan sociaal emotionele ontwikkeling en komen onderdelen als de relatie met jezelf, de relatie met de ander en de relatie met de omgeving nadrukkelijk aan bod. Dit draagt bij aan een positieve omgangsvorm tussen leerlingen onderling en tussen leerling en leerkracht. Teamleden fungeren als rolmodellen.

In het verlengde van pedagogisch-didactisch werken blijft het handelingsgericht werken (HGW) van belang. We sturen op doelen om daarmee de opbrengsten van ons onderwijs inhoud te geven. Het eerste uitgangspunt luidt: “De onderwijsbehoeften van een leerling staan centraal” (Pameijer & Van

11

Beukering, 2006). Niet wat heeft het kind?, maar wat heeft het kind nodig? vormt de kernvraag voor de vormgeving van ons onderwijs aan dit kind. In het onderwijs is het algemeen geaccepteerd de leerlingen het standaard programma aan te bieden. Tijdens toetsmomenten blijkt dan dat leerlingen uitvallen en vervolgens gaan we deze achterstanden repareren middels speciale programma’s of remedial teaching. Binnen HGW is dit verleden tijd. Doelen worden op groepsniveau vastgesteld en de beginsituatie wordt geanalyseerd (Pameijer, Van Beukering & De Lange, 2009). Waar ontbreekt het drijfvermogen van het kind, hebben eerder gezette stappen niet tot het gewenste resultaat geleid? Wat was wel effectief? Verwachten we dat dit kind de doelen zal gaan halen of is er iets extra’s nodig om te voorkomen dat de doelen buiten bereik blijven voor deze leerling? Als de groepsdoelen niet haalbaar zijn: welke doelen stellen we dan wel voor deze leerling? (De Vroey & Mortier, 2002).De doelen die gesteld worden, zijn realistisch en haalbaar. Om dit te kunnen vaststellen, dient het kind gekend te zijn in de diverse aspecten die aan het leren verbonden zijn. Daarvoor werken we met een geïntegreerd groepsoverzicht waarin de samenhang van leren en ontwikkelen voor elk kind zichtbar is gemaakt. (Bijlage 2. Beleidsstuk Handelingsgericht werken)

Kanjerlessen dragen bij aan een positief schoolklimaat. Daarnaast werken we met onderdelen van Continu Verbeteren (Jay Marino). We passen het maken van groepsafspraken met de groepsslogan aan het begin van het schooljaar toe. We werken met onderzoek doen door kinderen binnen de PDSA – cyclus. We werken met het doelenbord en sturen op opbrengsten in de instrumentele leergebieden in samenspraak met kinderen. Ook werken we met doelen op het doelenbord op het gebied van gedrag. De onderdelen van Continu Verbeteren zoals groepsvergadering onder leiding van kinderen en het bespreken van de voorgang door kinderen met hun ouders (rapportverslag) zullen in deze planperiode verder worden ingevoerd.

Naast bovengenoemde hebben we in deze schoolplanperiode de ambitie om een uitgewerkt kwaliteitssysteem in te richten en toe te passen. Daarin willen we binnen het kader van Stichting Boom een school specifieke uitwerking maken. Onderdelen als vragenlijst met betrekking tot tevredenheid en sociale veiligheid van kinderen blijven (jaarlijks) standaard afgenomen worden en geanalyseerd. Daarnaast willen we tweejaarlijks deze onderdelen ook voorleggen aan ouders en leerkrachten. De uitwerking van de kwaliteitsthema’s en de daarbij horende indicatoren gaan we in een samenhangend systeem uitwerken waarbij (meet)instrumenten voor een deel op stichtingsniveau worden vastgesteld en voor een deel school specifiek worden ingevuld. Grondhouding daarbij is een onderzoekende attitude en een kritische dialoog. In de verdere uitwerking wordt ook de samenhang met het kwaliteitssysteem van het samenwerkingsverband Plein 013 nadrukkelijk meegenomen.

12

4. WETTELIJKE OPDRACHTENDe overheid stelt aan alle basisscholen een aantal wettelijke eisen ten aanzien van de onderwijskwaliteit en de inrichting van het onderwijs. In dit hoofdstuk wordt voor de onderwerpen onderwijskwaliteit, inhoud van het onderwijs en de leerlingenzorg aangegeven hoe de school hieraan voldoet.

4.1 ONDERWIJSKWALITEIT: AMBITIES EN BEWAKINGIn de voorgaande schoolplanperiode heeft Stichting Boom en haar scholen gewerkt met het kwaliteitssysteem van WMK-PO (Cees Bos) (Bijlage 3: Kwaliteitszorg St. BOOM 2015 - 2019). Daarin zijn veel data verzameld die, na analyse, sturing gaven op veranderingsactiviteiten. Na de evaluatie in 2018, verschuift de aandacht van minder systeemtechnisch naar meer sociaaldynamisch.

Perspectief Systeemtechnisch Sociaaldynamisch

Kenmerk StructuurStandard driven

CultuurPeople-centred

Operationeel

Controles Kwaliteitssysteem Taken, verantwoordelijkheden,

bevoegdheden Discipline

Overleg Communicatie Commitment Motivatie Teamvorming

Strategisch Plannen Budgetten Evalueren Managementtaken

Waarden / normen Dynamische

besluitvorming Leiderschap

Als kwaliteitssysteem zijn we op zoek naar een andere manier van kwaliteitsmonitoring. Daarbij spelen data uiteraard nog steeds een belangrijke rol. Daar waar het gaat om de vooruitgang van leerlingen zullen we doelen blijven stellen (met instemming van het team), het monitoren van lesgeven en leren, het in kart brengen van de vooruitgang van leerlingen en het analyseren van resultaten om te komen tot verbeteringssuggesties. Maar kwaliteit gaat over meer dan het onderwijsleerproces. Het vraagt van ons bestuur en onze school dat wij werken aan een kwaliteitscultuur waarbij het voor alle partijen vanzelfsprekend is om continu verbetering na te streven, ook als de kwaliteit op orde is. Enerzijds bewaken we dat de basiskwaliteit en het financieel beheer op orde zijn en blijven, en anderzijds door te stimuleren om het verbeterpotentieel dat wij in onze school aantreffen ten volle te benutten in het streven naar goede onderwijskwaliteit. We gaan daarbij uit van het Toezichtkader (2017) van de Inspectie van het onderwijs.

Het waarderingskader primair onderwijs.KWALITEITSGEBIEDEN EN STANDAARDEN POOP ONDERWIJSPROCESOP 1 AanbodOP 2 Zicht op ontwikkelingOP 3 Didactisch handelenOP 4 (Extra) ondersteuningOP 6 SamenwerkingOP 8 Toetsing en afsluiting

13

SK SCHOOLKLIMAATSK 1 VeiligheidSK 2 Pedagogisch klimaatOR ONDERWIJSRESULTATENOR 1 ResultatenOR 2 Sociale en maatschappelijke competentiesOR 3 VervolgsuccesKA KWALITEITSZORG EN AMBITIEKA 1 KwaliteitszorgKA 2 KwaliteitscultuurKA 3 Verantwoording en dialoogFB FINANCIEEL BEHEERFB 1 ContinuïteitFB 2 DoelmatigheidFB 3 Rechtmatigheid

De uitwerking van dit waarderingskader in kwaliteitsgebieden en standaarden vormen het kader waarbinnen BS De Coppele de verdere uitwerking gaat vormgeven. Daarin wordt nadrukkelijk ook de beschrijving van de basisondersteuning in het concept Ondersteuningsplan van SWV Plein 013 meegenomen. (Bijlage 4: De basisondersteuning)

In deze nieuwe planperiode gaan we op stichtingsniveau en op schoolniveau het kwaliteitssysteem verder uitwerken. Daarbij maken we gebruik van de ervaringen van de collegiale consultatie in het schooljaar 2018 – 2019. In de ontwikkelde matrix (Bijlage 5: Onderwijskwaliteit) met als titel Onderwijskwaliteit Stichting Boom 2019 – 2023 zijn de kwaliteitsthema’s opgenomen. De kwaliteitsthema’s zijn uitgewerkt in indicatoren (betekenis en context). Aan deze indicatoren zijn kwaliteitsinstrumenten (deels school specifiek) gekoppeld waarmee we de kwaliteit ten aanzien van dat onderwerp in kaart brengen. Daarbij kan worden gedacht aan onder andere klasbezoeken, audits, zelfevaluaties, trendanalyses opbrengsten, tevredenheidsonderzoeken met ouders, leerlingen en team, leerlingenraad en andere vormen van data verzamelen.De onderzoekende houding van teamleden en management en de kritische dialoog binnen het totale team spelen een belangrijke rol in het analyseren van de data. Vanuit deze analyse wordt met behulp van normen, een vertaling gemaakt naar veranderactiviteiten.In de jaarplanning van 2019 – 2020 en in de meerjarenplanning zal kwaliteitszorg relatief veel aandacht krijgen. De ontwikkeling zal door de werkgroep Onderwijs en Kwaliteit van Stichting Boom worden geëntameerd.

4.2 ONDERWIJSTIJDIn de geplande onderwijstijd is rekening gehouden met de wettelijke bepalingen. Voor

komend schooljaar realiseren we 7 interne studiedagen. In totaal komen de leerlingen na 8 jaar onderwijs boven het minimum aantal uren uit. Gezien de populatie leerlingen is dat een wenselijke situatie.

14

15

dagen gr 1-2 gr 3 gr 4 gr 5-8Uren per ochtend 3,5 3,5 3,5 3,5

Uren per middag 2,25 2,25 2,25 2,25

Uren op woensdag 3,5 3,5 3,5 3,5

Aantal weken/jr 52 52 52 52Bij te tellen 30-09-2017** zon. 0 0 0 0

Uren per week 24,25 24,25 24,25 26,5dagen per week 5 5 5 5

Bruto uren per jaar 1261,00 1261,00 1261,00 1378,00

Vakantie Periode

eerste schooldag 19-08-2019herfstvakantie 14-10 t/m 18-10 2019 24,25 24,25 24,25 26,5

St. Nicolaas 06-12-2019 5,75 5,75 5,75 5,75

Kerstvakantie 23-12/03-01-2020 48,5 48,5 48,5 53

carnaval/crocus 24-02/28-02 2020 24,25 24,25 24,25 26,5

goede vrijdag 10-04-2020 3,5 3,5 3,5 5,75

pasen (2e paasdag) 13-04-2020 3,5 3,5 3,5 5,75

meivakantie 20-04/01-05-2020 48,5 48,5 48,5 53

verlenging meivakantie 4-5-2020 5,75 5,75 5,75 5,75

bevrijdingsdag 5-5-2020 5,75 5,75 5,75 5,75

hemelvaart 21-05/22-05-2020 9,25 9,25 9,25 11,5

koningsdag 27-04-2020 0 0 0 0

pinksteren (2e) 01-06-2020 5,75 5,75 5,75 5,75

zomervakantie13-07/21-08-08-2020

145,5 145,5 145,5 159

studiedagen 27.75 27.75 27.75 38

extra dagen *** 2 x voor vakantie 12.00 uur vrij 0 0 0 4,5

totaal aantal vrije uren 330,25 330,25 330,25 406,5

Uren lestijd 930,75 930,75 930,75 971,5

Het totaal aantal lesuren onderbouw+bovenbouw moet minimaal 7520 uur per jaar zijn

totaal aantal uren 8 leerjaren onderbouw 3723 bovenbouw 3886

Totaal aantal uren 8 leerjarenvolgens bovenstaande berekening 7609Hemelvaart valt niet in de meivakantie en 'kost' dus twee dagen

Grote vakantie; 12.00 uur vrij Voor Kerst 12.00 uur vrij Voor meivakantie 12.00 uur vrij

Studiedagen Woensdag 11-sepvrijdag 6-dec Sintdonderdag en vrijdag 6 en 7 februarimaandag 23-mrtdinsdag 2-junvrijdag 3-jul Reflectie

BS De Coppele 26,5 uur

Vakantierooster urenberekening schooljaar 2019-2020

Door het aantal dagen te wijzigen, wijzigt ook de berekening in de gehele tabel

uren per jaar

16

4.3 DE INHOUD VAN ONS ONDERWIJSOp onze school gebruiken we eigentijdse methodes die voldoen aan de kerndoelen. De methodes worden bij de hoofdvakken integraal gebruikt door de leraren en daar waar nodig aangevuld met extra stof. Voor het volgen van de ontwikkeling van de kinderen maken we gebruik van een leerlingvolgsysteem. Voor sociaal emotionele ontwikkeling is dat Zien en voor de leerontwikkeling is dat LVS van Cito. Voor de toetsing van de leerstof maken we gebruik van methode-onafhankelijke (Cito) en methodegebonden toetsen. Ten aanzien van leerstofaanbod hebben we de volgende ambities vastgesteld 1. Onze methodes voldoen aan de kerndoelen 2. Wij gebruiken voor Taal en Rekenen methodegebonden toetsen 3. Het leerstofaanbod vertoont een doorgaande lijn 4. Het leerstofaanbod komt tegemoet aan relevante verschillen 5. Het leerstofaanbod voorziet in de ondersteuning van de sociaal-emotionele ontwikkeling 6. De school besteedt aandacht aan actief (goed) burgerschap 7. De school besteedt aandacht aan cultuur educatie 8. Het leerstofaanbod voorziet in het gebruik leren maken van ICT, ook in samenhang met 21e Century Skills9. Het leerstofaanbod voorziet in aandacht voor intercultureel onderwijs10. Het leerstofaanbod bereidt leerlingen voor op het vervolgonderwijs

De kernvakken: Taalleesonderwijs Het vakgebied Nederlandse taal krijgt, op basis van de leerlingenpopulatie, veel aandacht in ons curriculum. We leren de kinderen taal om goed met anderen om te kunnen gaan en om effectief te kunnen communiceren. Om de wereld om je heen goed te kunnen begrijpen is het nodig om de taal adequaat te leren gebruiken. Ook bij veel andere vakken heb je taal nodig. Het is belangrijk dat kinderen snel goed kunnen lezen omdat ze daardoor de informatie bij de andere vakken sneller kunnen begrijpen en gebruiken. Mede daarom is gekozen voor de integrale methode "Alles-in-1". Taal wordt in de context van een thema aangeboden. Alle vakken (behalve rekenen en gymonderwijs, worden in dit thema integraal verwerkt en geleerd. Op deze wijze is het uitbreiden van woordenschat gekoppeld aan betekenisvol leren. Daarnaast besteden we in de komende planperiode veel aandacht aan Lezen. Leespromotie wordt mede vormgegeven door het ontwikkelen van een bibliotheek op school. Ook starten we met het werken met een nieuwe methode voor voortgezet technisch lezen “Atlantis” vanaf groep 4 in schooljaar 2019 – 2020 en deze methode wordt in de jaren daarna verder ingevoerd in de daarop volgende leerjaren. Onze ambities zijn: 1. De leraren werken in de groepen 1 en 2 structureel met de methode Kleuterplein 2. De leraren beschikken over goede (actuele) methodes voor taal, begrijpend lezen en technisch lezen 3. De leraren besteden meer tijd aan taal- en woordenschatonderwijs dan de gemiddelde school 4. We hebben normen vastgesteld voor de diverse onderdelen van taal 5. De school geeft technisch lezen in alle groepen (t/m groep 8) 6. De leerkrachten hanteren geïntegreerde groepsplannen voor lezen en spelling 7. De school beschikt over een Protocol Dyslexiebeleid

Rekenen en wiskunde Rekenen en wiskunde vinden we een belangrijk vak. Het rooster borgt dat we expliciet aandacht besteden aan rekenen en wiskunde en aan het automatiseren van het geleerde. We constateren dat rekenen in toenemende mate taliger is geworden en dat dit bij steeds meer leerlingen leidt tot problemen. Daarom richt het automatiseren zich op kale sommen (om de basisvaardigheden goed in te slijpen). We gebruiken moderne methodes en Cito-toetsen om de ontwikkeling van de leerlingen te volgen. We werken bij rekenen met groepsplannen; de leraren hebben zich geprofessionaliseerd in

17

het werken met compacten. Ook werken we met rekenkisten van de methode “Met sprongen vooruit”. En is er op school een leerkracht gespecialiseerd als Rekencoördinator.Onze ambities zijn:1. Wij beschikken over een moderne, eigentijdse methode (groep 1 t/m 8); Pluspunt 3 2. In groep 1 en 2 wordt er les gegeven aan de hand van leerlijnen (en Kleuterplein) 3. Wij volgen de ontwikkeling van de leerlingen m.b.v. het Cito-LVS 4. Per groep hebben we voor de Cito-toetsen normen vastgesteld 5. Wij gebruiken de methodegebonden toetsen systematisch 6. De leraren beschikken over voldoende kennis en vaardigheden t.a.v. de moderne rekendidactiek (ze zijn op de hoogte van de nieuwste inzichten, waaronder Parwo, ondersteuning van de Rekencoördinator) 7. De leraren werken bij rekenen en wiskunde met geïntegreerde groepsplannen (HGW) 8. De school hanteert het protocol dyscalculie

Wereldoriëntatie Wereldoriëntatie vinden wij van belang, omdat onderwijs meer is dan taal en rekenen. Wij willen onze leerlingen breed ontwikkelen. Wereldoriëntatie komt bij ons op school aan de orde geïntegreerd in alle vakken met uitzondering van rekenen en gymonderwijs. De vakken taal waaronder spelling, lezen, aardrijkskunde, geschiedenis, natuurkunde, biologie, burgerschap en sociale cohesie, cultuur educatie, gezond gedrag en verkeer worden gegeven aan de hand van thema's binnen de methode "Alles-in-1" en "Alles Apart". In dit leergebied oriënteren leerlingen zich op zichzelf, op hoe mensen met elkaar omgaan, hoe ze problemen oplossen en hoe ze zin en betekenis geven aan hun bestaan. Leerlingen oriënteren zich op de natuurlijke (leef)omgeving en op verschijnselen die zich daarin voordoen. Leerlingen oriënteren zich ook op de wereld, dichtbij en veraf, toen en nu en maken daarbij gebruik van cultureel erfgoed. ICT en 21e Century SkillsICT neemt in ons onderwijs een steeds belangrijkere plaats in. De maatschappij van nu vraagt van onze leerlingen ICT kennis en -vaardigheden, daarom leren we onze leerlingen planmatig om te gaan met ICT-middelen. De leraren gebruiken ICT in hun lessen en borgen, dat de leerlingen aan de slag (kunnen) gaan met de computer(s), de ICT programma’s en de bijbehorende software. Het schoolplan representeert de missie en visie op leren, ontwikkeling en onderwijs. Ook de rol, reikwijdte en integratie van ICT, media en technologie wordt integraal onderdeel van deze visie. ICT-geletterdheid omvat drietal deelthema’s: 1.Basiskennis van ICT en ‘computational thinking’ (oplossen van problemen met ICT). 2. Sociale media mediawijsheid; bewust, kritisch en actief omgaan met media. 3. Informatievaardigheden; informatiebehoefte signaleren en analyseren, relevante informatie zoeken, selecteren, verwerken en gebruiken. Onze ambities zijn: 1. De leraren maken optimaal gebruik van het digitale bord 2. De leerlingen kunnen werken met Internet, Word, en PowerPoint (Prezi) 3. De leerlingen werken met software bij taal, rekenen, lezen en wereldoriëntatie 4. De leraren beschikken over voldoende ICT-kennis en -vaardigheden 5. De school beschikt over technisch en inhoudelijk goede (werkende) hard- en software 6. Inhoud geven aan ICT geletterdheid

Cultuureducatie en kunstzinnige vormingWij vinden het belangrijk dat onze leerlingen zich breed ontwikkelen. Wij vinden het belangrijk dat onze leerlingen zich oriënteren op kunstzinnige en culturele aspecten die een rol spelen in hun leefwereld. Dat zij kennis verwerven van de actuele kunstzinnige en culturele diversiteit en dat ze die leren begrijpen en waarderen. We nemen deel aan het traject Cultuur met Kwaliteit en krijgen daarbij ondersteuning van Kunstbalie. Ook werken we intensief samen met Muziekvereniging “Asterius” in het kader van impulsregeling Muziek. Daarnaast vinden wij het van belang dat onze leerlingen zich leren openstellen voor kunstzinnige aspecten, dat zij kunnen genieten van schilderijen en beelden, van muziek, van taal en beweging en daarop kunnen reflecteren. Tenslotte bieden we kunstzinnige

18

vorming aan omdat onze leerlingen zich op die manier kunnen uiten (gevoelens en ervaringen). Onze ambities zijn: 1. Wij geven teken- en handvaardigheidslessen (kleur, vorm, ruimte, textuur, compositie) 2. De vakdocent geeft muzieklessen (inclusief het leren gebruiken van instrumenten) 3. Wij beschikken over een leerlijn voor het vak Muziek 4. Wij werken intensief samen met Muziekvereniging “Asterius” en voeren samen het schoolconcert uit5. Wij nemen deel aan het traject Cultuur met Kwaliteit (voorloperschool) en hebben als speerpunt Cultureel Erfgoed.

Bewegingsonderwijs Op onze school hechten we veel belang aan lichamelijke opvoeding, opvoeding is wat ons betreft een zaak van hoofd, hart en handen. Daarnaast vinden we het vak belangrijk vanuit het sociale aspect: leren bewegen doe je altijd samen. We hanteren de methode "Basislessen". een deel van de gymlessen worden gegeven door een vakdocent. Ook bieden wij naschoolse sport en bewegen in het kader van de brede school aan. Onze ambities zijn: 1. Wij beschikken over een goed gefaciliteerd speelleerlokaal voor de jongste leerlingen 2. Wij besteden voldoende tijd aan lichamelijke opvoeding (zie rooster) 3. Alle (op twee na) leraren zijn bevoegd om bewegingsonderwijs te verzorgen 4. Wij beschikken over een vakdocent Lichamelijke opvoeding 5. Wij beschikken over een uitgewerkt curriculum Lichamelijke opvoeding 6. Wij gebruiken de basislessen Bewegingsonderwijs

Wetenschap en Techniek Onze maatschappij heeft een sterke behoefte aan geschoolde mensen op het terrein van wetenschap en techniek. Wij willen daaraan een bijdrage leveren door gericht aandacht te besteden aan dit vakgebied. Bij de activiteiten wetenschap en techniek leren onze leerlingen al samenwerkend aspecten die samenhangen met wetenschap en techniek te onderzoeken, te ontdekken en te ontwerpen. De technieklessen worden gegeven als onderdeel van de methode "Alles -in-1" en door een speciale techniekmedewerker. Onze ambities zijn: 1. Wij beschikken over een doorgaande lijn voor wetenschap en techniek 2. Wij beschikken over een techniekcoördinator 3. Wij toetsen de kennis en vaardigheden m.b.t. wetenschap en techniek 4. Wij koppelen wetenschap en techniek aan 21st Century Skills 5. Wij werken met een speciale techniekmedewerker

Engelse taal Beheersing van de Engelse taal vinden we van belang omdat kennis van deze taal steeds belangrijker wordt door de toenemende internationalisering, de groeiende mobiliteit en het veelvuldige gebruik van nieuwe media. Engelse taal wordt in de thema's van "Alles-in-1" aangeboden vanaf groep 6.

Het lesgeven: Gebruik leertijd Op onze school willen we de leertijd effectief besteden omdat we beseffen dat leertijd een belangrijke factor is voor het leren van onze leerlingen. We proberen daarom verlies van leertijd te voorkomen. Ook willen we ze voldoende leertijd geven (te plannen) om zich het leerstofaanbod eigen te maken. We werken vanuit een lessentabel, een weekoverzicht en een dag voorbereiding. In principe trachten we alle leerlingen in acht jaar de einddoelen basisonderwijs te laten halen. Onze ambities zijn: 1. De leraren bereiden zich voor middels geïntegreerde groepsplannen 2. De leraren zorgen voor een effectief klassenmanagement (voorkomen verlies leertijd) 3. Op schoolniveau wordt er voldoende onderwijstijd gepland 4. De leraren beschikken over een expliciet week- en dagrooster 5. De leraren plannen extra tijd voor taal (gelet op de behoeften van onze populatie)

19

6. De leraren variëren de hoeveelheid leertijd en omvang leerstof afhankelijk van de onderwijsbehoeften

Pedagogisch handelen Onze leraren zijn van cruciaal belang. Zij hebben (onder meer) een vormende (opvoedende) taak: hun leerlingen op te voeden tot goede burgers. Daarom vinden we het belangrijk dat leerlingen goed met zichzelf en met anderen (dichtbij en ver weg) kunnen omgaan. Leraren creëren daartoe een veilig en gestructureerd klimaat waarin kinderen zich gewaardeerd en gerespecteerd voelen. Kernwoorden zijn: relatie, competentie en autonomie. Wij hechten veel waarde aan een positieve en motiverende leraar, een begeleider die ervoor zorgt dat de leerlingen het werk zelfstandig (samen met anderen) kunnen doen. We werken met Kanjerlessen en hanteren Continu Verbeteren om de verantwoordelijkheid van leerlingen inhoud te geven en de betrokkenheid bij het leerproces te vergroten. Leerlingen worden in toenemende mate eigenaar van hun eigen leerproces. Daarbij hanteren we duidelijke regels en ambities: 1. De leraren zorgen voor een ordelijke klas 2. De leraren zorgen voor een functionele en uitdagende leeromgeving 3. De leraren gaan positief en belangstellend met de leerlingen om [kennen de leerlingen] 4. De leraren zorgen voor interactie met en tussen de leerlingen 5. De leraren bieden de leerlingen structuur 6. De leraren zorgen voor veiligheid 7. De leraren hanteren de afgesproken regels en afspraken 8. De leraren laten de leerlingen zelfstandig (samen) werken

Didactisch handelen Op onze school geven de leraren op een effectieve wijze gestalte aan gedifferentieerd onderwijs (werken met groepsplannen). We differentiëren bij de instructie (directe instructie) en de verwerking (zowel naar inhoud als naar tempo). Omdat we veel waarde hechten aan de zelfstandigheid van de leerlingen laten we leerlingen waar mogelijk samenwerken. Onze ambities zijn: 1. Lessen zijn goed opgebouwd 2. De instructie wordt gedifferentieerd aangeboden op drie niveaus 3. De leraren geven directe instructie 4. De leraren zorgen dat er meerdere oplossingsstrategieën aan bod komen 5. De leerlingen werken zelfstandig samen 6. De leraren geven ondersteuning en hulp (vaste ronde) 7. De leraren laten leerlingen hun werk zo veel mogelijk zelf corrigeren 8. De leraren zorgen voor stofdifferentiatie 9. De leraren zorgen voor tempodifferentiatie

Actieve en zelfstandige houding van de leerlingen Op onze school hechten we veel waarde aan de zelfstandigheid van de leerlingen. Kernwoorden daarbij zijn: zelf (samen) ontdekken, zelf (samen) kiezen, zelf (samen) doen. Naast zelfstandigheid vinden we het belangrijk om de eigen verantwoordelijkheid van onze leerlingen te ontwikkelen. Het is vanzelfsprekend dat autonomie en eigen verantwoordelijkheid niet betekent dat de leraren de leerlingen te snel en te gemakkelijk loslaten. Leraren begeleiden de leerprocessen en doen dat “op maat”: leerlingen die (wat) meer sturing nodig hebben, krijgen die ook. Met name in het zelfstandig werken (de werktijd) wordt hieraan inhoud gegeven. Onze ambities zijn: 1. De leraren betrekken de leerlingen actief bij de lessen 2. De leerlingen werken met dag(deel)taken en weektaken 3. De leerlingen bepalen gedeeltelijk wat zij wanneer doen (en hoe, en met wie) 4. De taken bevatten keuze-opdrachten 5. De leraren laten de leerlingen, waar mogelijk, samenwerken en elkaar ondersteunen 6. De leraren leren de leerlingen doelmatig te plannen

20

Klassenmanagement Met klassenmanagement bedoelen we: sturen, plannen, regelen en organiseren. Wij vinden dat onze leraren pas succesvol kunnen zijn als ze hun instructie en de leeractiviteiten van de leerlingen goed kunnen organiseren. Onze ambities zijn: 1. De leraren zorgen voor een effectieve inrichting van hun lokaal 2. De leraren hanteren heldere regels en routines (Directe Instructie)3. De leraren voorkomen probleemgedrag 4. De leraren zorgen ervoor dat de lesactiviteiten goed georganiseerd zijn

Overzicht vak- en vormingsgebieden

Leermiddelen/ methodes

Bijzondere afspraken

Zintuiglijke en lichamelijke ontwikkeling

Kleuteractiviteiten BronnenboekBewegingsonderwijs Vakdocent gym

Nederlandse taal Alles-in-1Alles Apart

Voor Lezen werken we met Veilig Leren Lezen Versie Kim, Atlantis (voortgezet technisch lezen) voor groep 4, Leeslijn voor groep 5 tot en met 8 en Nieuwsbegrip (groep 5 tot en met 8).Voor studievaardigheden werken we met Blits (vanaf groep 5).Voor schrijven hanteren we Pennestreken (Groep 3 tot en met 7).Leespromotie: Bieb op school

Rekenen en wiskunde Pluspunt Aanvullend materiaal Rekenkisten

Engelse taal Alles-in-1

Aardrijkskunde Alles –in-1

Geschiedenis Alles –in-1

De natuur, waaronder biologie Alles –in-1

Maatschappelijke verhoudingen, waaronder staatsinrichting

Alles –in-1

Geestelijke stromingen Alles –in-1Catechese projecten en Bijbelverhalen

Catechese projecten en Bijbelverhalen zijn door de werkgroep uitgezocht en gepland.

Expressie-activiteiten Cultuureducatie. (De CultuurLoper)CMK School.

Voor muziek hebben we een vakdocent en werken we samen met Muziekvereniging Asterius (Muziek

21

impuls). Bevordering sociale redzaamheid, waaronder gedrag in het verkeer

Kanjertraining en Rots en WaterVVN verkeersmethode: Stap Vooruit en Op Voeten en Fietsen.Voor groep 6 tot en met 8 gebruiken we Let’s Go. Verkeersexamen

Voor Verkeer hanteren we VVN

Bevordering van gezond gedrag Voornemens om deel te nemen aan het traject Gezonde School vanuit GGD.

Schoolveiligheid/ welbevinden van de leerlingen

Zie kwaliteitszorgsysteemLVS Zien

Bevordering actief burgerschap en sociale integratie, overdragen kennis over/kennismaking met de diversiteit van de samenleving

Zie notitie.Jeugd EHBO

Activiteiten in het kader van de Brede School (Naschoolse sport en bewegen, Pannenkoekendag, kookcafé en dergelijke)

Techniek Techniek lessen met externe begeleidingTechniek kistenBee - Bot lessen

Techniek lessen vanaf kleuters tot en met groep 8Techniek in Ontdekrijk TilburgDEC Challenge (Oisterwijk)

Door deze leerstof aan te bieden middels het gebruik van genoemde leermiddelen, de wijze waarop deze leermiddelen worden ingezet en de leertijd die wordt gereserveerd voor deze inhouden voldoet basisschool De Coppele aan de kerndoelen en de wettelijke eisen zoals verwoord in artikel 9 van de Wet Primair Onderwijs.

22

4.4 KADERS: WAT HEBBEN ONZE LEERLINGEN NODIG?BS De Coppele werkt in haar onderwijsaanbod met methoden die dekkend zijn voor de kerndoelen. (Zie ook methode overzicht). Ook betrekken we nadrukkelijk de referentieniveaus om sturing te geven aan de inhoud en planning van te behalen doelen. We gebruiken bij deze benadering twee bronnenboeken: Van kerndoel tot leerlijn (Mariëlle van der Stap, 2012) en Van kerndoel tot referentieniveau (Mariëlle van der Stap, 2013). In deze bronnenboeken wordt het onderwijsaanbod belicht vanuit de nieuwe ontwikkelingen in het onderwijs namelijk referentieniveaus, kaders en arrangementen. Uitgangspunt bij deze ontwikkelingen is het data-gestuurd opbrengstgericht werken waarmee onze school data, zoals informatie uit het leerlingvolgsysteem, benut om sturing te geven aan de kwaliteit van ons onderwijs. Instrumenten daarvoor zijn een ontwikkelingsperspectief (OPP) met de OPP trap, kerndoelen en referentieniveaus (Referentie Taal en Rekenen, Min. OCW 2009). Er zijn leerlingen die minder snel of sneller dan gemiddeld de leerstof beheersen. Al deze leerlingen willen we uitdagen. De ene groep door wat meer dan voorheen van ze te vragen om zo veel mogelijk een fundamenteel niveau te behalen. De tweede groep door ze wat extra’s te bieden: een streefniveau. Bij taal betekent dit dat je deze leerlingen de stof op een direct volgend fundamenteel niveau aanbiedt. Bij rekenen/ wiskunde gaat het om een apart beschreven, abstracter, niveau.De toewijzing van referentieniveaus door de overheid aan de verschillende sectoren van het onderwijs vindt u in onderstaand schema “Opbouw kader”. 

De referentieniveaus zijn een instrument om opbrengstgericht werken in de praktijk te realiseren. Met deze referentieniveaus kunnen we preciezer doelen vaststellen, de leerprestaties van de individuele leerling meten en volgen, en zo nodig aanpassen. Naast de referentieniveaus rekenen en taal worden ook de leerdoelen van de zaakvakken natuur en techniek, aardrijkskunde en geschiedenis weergegeven. Daarnaast hebben we speciale aandacht voor meer- en hoogbegaafde leerlingen.

Toetsen en observaties. Een overzicht van toetsen/observaties die in dit kader door de school worden ingezet:

Toets overzicht 2019 - 2020Gr1 Gr 2 Gr 3 Gr 4 Gr 5 Gr 6 Gr 7 Gr 8

Rekenen voor kleuters

E2: mei/juni

Taal voor kleuters E2: mei/ju

23

niAVI jan/feb

Amei/jun B

jan/feb Amei/jun B

jan/feb Amei/jun B

jan/feb Amei/jun B

jan/feb Amei/jun B

nov A

DMT jan Amei B *

jan Amei B

Jan AMei B

Jan AMei B

Jan AMei B

Nov A

Woordenschat 3.0 3 jan/feb

3.0 4 jan/feb

3.05 jan/feb

3.06 jan/feb

3.07 jan/feb

3.08 nov

Begrijpend lezen 3.0E3 jun

3.0M4 janE4 jun

3.0M5 janE5 jun

3.0M6 janE6 jun

3.0M7 janE6 jun

3.0B8 nov

Spelling 3.0M3 jan/febE3 jun

3.0M4 jan/febE4 jun

3.0M5 jan/febE5 jun

3.0M6 jan/febE6 jun

3.0M7 jan/febE7 jun

3.0B8 nov

Rekenen 3.0M3 jan/febE3 jun

3.0M4 jan/febE4 jun

3.0M5 jan/febE5 jun

3.0M6 jan/febE6 jun

3.0M7 jan/febE7 jun

3.0B8 nov

Drempel 8. oktober

Toets 8. april 2020.

Zie dyslexie protocol bij score DMT D/E.NB : alle lln moeten 2 x per jaar getoetst worden (jan/feb en mei/jun). IB overlegd toetsschema als er specifieke toetsen voor een individuele leerling afgenomen moeten worden.

Toetskalender 2019-2020

Intakegesprekken altijd bij jongste kleuters en instroomleerlingen vanaf groep 2. Zie format in dossierkast.

24

SeptemberGroepsbesprekingen van geïntegreerd groepsoverzicht zijn opgenomen in document jaarprogramma 2019-2020.

Februari

1e CITO 3.0 Spelling M3, M4, M5, M6, M7.2e 3e ZIEN leerlingvragenlijst 6-7-8.4e Voorjaarsvakantie 24 tot en met 28 februari.

Oktober1e 2e ZIEN invullen (leerkracht).3e Herfstvakantie 14 t/m 18 oktober.4e Groepsscreening DHH.

Maart

1e 2e 3e Rapportage (groep 3 t/m 7) 16,17,18 maart.4e

November

1e 2e Herfstsignalering dyslexieprotocol groep 3.3e 4e Rapportage (gr 3 t/m 7) 25, 26, 27 nov.

April 1e Groep 3 Tussenmeting dyslexieprotocol. 2e Rapportage oudste kleuters vanaf 6 april.3e 4e Vakantie 20 april t/m 5 mei 2019.

December

1e 2e CITO 3.0 groep B8: rekenen, begrijpend lezen, spelling, woordenschat, AVI, DMT. 3e

4e Kerstvakantie 23 december t/m 3 januari.

Mei 1e Vakantie 20 april t/m 5 mei 2019.2e Themaweek Kunst. 3e ZIEN invullen (leerkracht)4e DMT groep 3 t/m 7. Kaarten B. AVI groep 3 t/m 7 kaart B. Groep 3 hoofdmeting 3 dyslexieprotocol. Oudergesprekken jongste kleuters vanaf 25 mei.

Januari1e 2e Adviesgesprekken groep 8: 14, 15, 16 jan. 3e DMT groep 3 t/m 7. Kaarten A.AVI groep 3 t/m 7 kaart A. Groep 3 hoofdmeting 2 dyslexieprotocol.4eCITO 3.0 Woordenschat M3, M4, M5, M6, M7. CITO 3.0 Rekenen M3, M4, M5, M6, M7. CITO 3.0 Begrijpend lezen M4, M5, M6, M7.

Juni

1e CITO 3.0 Rekenen E3,E4, E5, E6 en E7. Bespreking pre-advies groep 7. Groep 2 Taal voor kleuters. Groep 2 Rekenen voor kleuters.2e CITO 3.0 Begrijpend lezen E3, E4, E5, E6 en E7. CITO 3.0 Spelling E3, E4, E5, E6 en E7.3e en 4e.

Juli1e Rapportage (groep 3 t/m 7): 3 juli.2e Vakantie vanaf 13 juli.

4.5 DE LEERLINGENZORG Zorg en begeleiding

25

We streven ernaar dat iedere leerling zich ononderbroken kan ontwikkelen en ontplooien. Omdat we te maken hebben met verschillen, moet het onderwijsleerproces zo ingericht worden, dat dit ook mogelijk is. In de eerste plaats moeten de leraren daarom de leerlingen goed kennen (wat is hun niveau?, wat zijn de kenmerken van de leerlingenpopulatie?). Dit doen we middels het groepsoverzicht. Daarna moeten de leerlingen goed gevolgd worden: hoe verloopt het ontwikkelproces? Daar waar nodig volgt zorg en begeleiding. Deze zorg kan gericht zijn op leerlingen die wat minder kunnen, maar ook op leerlingen die wat meer kunnen. Om het ontwikkelproces te volgen, hanteren we het CITO-LVS. Leerlingen met een 4- of 5-score, leerlingen die sterk terugvallen en leerlingen met een 1-plus-score komen in aanmerking voor extra zorg. De centrale figuur bij zorg en begeleiding is de leraar. De intern begeleider heeft een coördinerende taak. Onze ambities zijn: 1. De leraren kennen de leerlingen 2. De leraren signaleren vroegtijdig welke leerlingen zorg nodig hebben 3. Ouders worden betrokken bij de (extra) zorg voor hun kind 4. Externe partners worden, indien noodzakelijk, betrokken bij de zorg voor leerlingen 5. De school gebruikt een samenhangend systeem van instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen 6. Op basis van een analyse van de verzamelde gegevens bepaalt de school de aard en de zorg voor zorgleerlingen 7. De school voert de zorg planmatig uit 8. De school gaat zorgvuldig de effecten van de zorg na 9. De intern begeleider coördineert de zorg en begeleiding

Afstemming Op onze school stemmen we ons onderwijs en ons onderwijsaanbod af op de onderwijsbehoeften van de leerlingen. We werken handelingsgericht (HGW), met geïntegreerde groepsplannen. Alle leraren beschikken over een groepsoverzicht met daarop de kenmerken van hun leerlingen. Op basis daarvan stellen de leraren twee keer per jaar een geïntegreerd groepsplan op. In het geïntegreerde groepsplan onderscheiden we de basisgroep, de tweede B groep (verlengde instructie) en de C groep (intensief arrangement). De leraren stemmen hun instructie, het aanbod en de tijd af op de kenmerken van de leerlingen in een groep. Onze ambities zijn: 1. De instructie wordt gedifferentieerd aangeboden op drie niveaus 2. De leraren geven directe instructie 3. De leerlingen werken zelfstandig samen 4. De leraren geven ondersteuning en hulp (vaste ronde) 5. De leraren laten leerlingen hun werk zo veel mogelijk zelf corrigeren 6. De leraren zorgen voor stofdifferentiatie 7. De leraren zorgen voor tempodifferentiatie

Passend onderwijs Wij vinden dat elk kind recht heeft op goed en passend onderwijs. In beginsel zijn wij het eens met de stelling dat zo veel mogelijk kinderen regulier primair onderwijs moeten kunnen volgen. Wij realiseren ons dat we een zorgplicht hebben. Onze school richt zich op het geven van basisondersteuning en indien wenselijk en haalbaar op het geven van extra ondersteuning. In ons te ontwikkelen school ondersteuningsprofiel zullen we beschrijven welke ondersteuning we wel en niet kunnen geven. Onze ambities zijn: 1. Onze school beschikt over een ondersteuningsprofiel

26

2. Onze school biedt basisondersteuning 3. Onze school biedt extra ondersteuning voor leerlingen met visuele / auditieve stoornissen 4. Onze school beschikt over een strategisch beleid om de extra ondersteuning uit te breiden 5. Onze school werkt intensief samen met SBO Mozaik om onderwijsarrangementen vorm te geven en uit te voeren 6. De school participeert in netwerken om extra ondersteuning te kunnen garanderen

Opbrengstgericht werken Op onze school werken we opbrengstgericht (doelgericht). Daarbij richten we ons op de gemiddelde vaardigheidsscore van de Cito-toetsen. Het opbrengstgericht werken wordt ondersteund door Cito leerlingvolgsysteem en het administratiesysteem van ParnasSys. Bij de bespreking van de groep (leerlingen) wordt de uitslag van de toets (de gehaalde gemiddelde vaardigheidsscore) vergeleken met de norm (de gewenste gemiddelde vaardigheidsscore). Als de gewenste score structureel onder de gewenste score is, worden er door de IB'er en de leraar interventies afgesproken. Deze interventies kunnen zijn: 1. Meer tijd besteden aan dat vak-/vormingsgebied (roosteren) 2. Instructie wijzigen en verbeteren: consequent directe instructie toepassen 3. Meer automatiseren 4. Methode-aanbod uitbreiden 5. Differentiatie aanpassen De schoolleiding en de IB'er voeren vervolgens klassenconsultaties uit om te observeren of het de leraar lukt om de interventies toe te passen en te bepalen of de interventies effect hebben. Leraren worden ook gekoppeld (collegiale consultatie) om good practice op te doen. Ons onderwijs is geen vrijblijvende aangelegenheid. We streven (zo hoog mogelijke) opbrengsten na m.b.t. met name Taal, Rekenen en de sociaal-emotionele ontwikkeling. We achten het van belang dat de leerlingen presteren naar hun mogelijkheden, en dat ze opbrengsten realiseren die leiden tot passend (en succesvol) vervolgonderwijs. Onze ambities zijn: 1. De leerlingen realiseren aan het eind van de basisschool de verwachte opbrengsten (op grond van hun kenmerken) [m.n. Rekenen en Taal] 2. De leerlingen realiseren tussentijds de verwachte opbrengsten (op grond van hun kenmerken) [m.n. Rekenen en Taal] 3. De sociale vaardigheden van de leerlingen liggen op het niveau dat verwacht mag worden (op grond van hun kenmerken) 4. Leerlingen ontwikkelen zich naar hun mogelijkheden 5. De leerlingen doorlopen de basisschool in acht jaar 6. De leerlingen krijgen de juiste adviezen voor vervolgonderwijs 7. De leerlingen presteren naar verwachting in het vervolgonderwijs

Passend onderwijs. Een ononderbroken en doorgaande ontwikkelingslijn van iedere leerling is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van alle scholen in onze regio, waarbij iedere professional een bijdrage levert vanuit de eigen expertise. Van alle betrokkenen verwachten we een positieve bijdrage aan het welslagen van de samenwerkingsopdracht en dat hij of zij aan- en bemoedigend gedrag vertoont naar ouders, collega’s, scholen, schoolbesturen en partners. De leerkracht - heeft oog voor iedere leerling en biedt, daar waar nodig, aangepaste ondersteuning; - handelt volgens de principes van handelingsgericht werken; - onderhoudt het contact met de ouders en werkt met hen samen op basis van educatief

27

partnerschap. De schoolleider - voert de zorgplicht uit; - stelt het ondersteuningsprofiel van de school op en draagt er zorg voor dat de basisondersteuning op orde is conform het kwaliteitskader van de Inspectie; - ziet erop toe dat dossiers zorgvuldig worden aangeleverd aan Loket Plein 013 en naar tevredenheid worden afgehandeld; - onderhoudt het ondersteuningsteam waarin partners binnen de school samenwerken. De schoolbestuurder - is eindverantwoordelijk voor het naleven van de zorgplicht en het vormgeven van passend onderwijs binnen wettelijke en financiële kaders;- is eindverantwoordelijk voor de vervulling van de maatschappelijke en wettelijke opdracht om leerlingen goed en passend onderwijs te bieden; - zorgt in samenwerking met andere schoolbestuurders voor een dekkende ondersteuningsstructuur die het mogelijk maakt dat elke leerling, zo thuisnabij mogelijk, handelingsgerichte ondersteuning en onderwijs op maat krijgt, zo snel mogelijk, zo verantwoord mogelijk, zo passend en deskundig mogelijk en zo veel mogelijk in scholen voor regulier basisonderwijs; - heeft de verantwoordelijkheid voor de professionalisering van eigen professionals, en zoekt daarbij ook nadrukkelijk de verbinding met de expertise binnen andere besturen. Het samenwerkingsverband - handelt vanuit het belang van alle leerlingen, alle ouders, alle scholen, alle schoolbesturen en partners; - ondersteunt schoolbesturen en scholen bij de uitvoering van de zorgplicht door erop toe te zien dat het netwerk van scholen en voorzieningen dekkend is voor de ondersteuningsvragen van leerlingen; - organiseert, ondersteunt en faciliteert samenwerken, leren en ontwikkelen tussen schoolbesturen, binnen scholen, met partners en met ouders; - faciliteert schoolbesturen in het verder ontwikkelen van de basisondersteuning. Het samenwerkingsverband is daarbij transparant over doelen, opbrengsten en verantwoording van de inzet van middelen en is georganiseerd volgens de principes van goed bestuur; - werkt nauw samen met de gemeenten binnen de regio om passend onderwijs vorm te geven, de basiszorgstructuur te ondersteunen en om thuiszitten tegen te gaan, en werkt nauw samen met onderwijspartners uit de voorschool en het voortgezet onderwijs om een samenhangende aanpak en een doorgaande ontwikkeling van leerlingen te bevorderen; - werkt nauw samen met jeugdgezondheidszorg, jeugdhulp en andere lokale en regionale partners om een samenhangende onderwijs-zorg aanpak te bevorderen; - verzorgt, op verzoek van schoolbesturen en scholen, een deskundigenadvies en draagt zorg voor het afgeven van een toelaatbaarheidsverklaring voor de leerlingen die daarop zijn aangewezen. De samenwerkingspartner, ketenpartner, buiten het onderwijs - draagt naar vermogen bij aan een integrale aanpak en een goede aansluiting tussen onderwijs en jeugdhulp.

De ondersteuning De ondersteuning op BS De Coppele bestaat uit een samenhangend geheel van basisondersteuning en waar nodig, extra ondersteuning. De basisondersteuning is het afgesproken geheel van preventieve en licht curatieve interventies die binnen de ondersteuningsstructuur van onze school planmatig wordt uitgevoerd. De standaarden van de basisondersteuning zijn vastgelegd in vijf

28

domeinen en zijn een afgeleide van het waarderingskader van de Inspectie van het Onderwijs en het referentiekader IJkpunten voor basiszorg van de PO Raad. 1 Onderwijs a. De school draagt zorg voor een veilige omgeving en een ondersteunend, pedagogisch klimaat. b. De school heeft zicht op de ontwikkelingen van haar leerlingen. c. De school werkt handelingsgericht aan het realiseren van passend aanbod. d. De school werkt met effectieve methoden (aanbod) en aanpakken (didactiek). e. Het personeel werkt continu aan hun handelingsbekwaamheid en competenties. f. De school betrekt ouders/verzorgers en de leerling bij het onderwijs en ondersteuning. g. De school werkt samen met relevante partners om het onderwijs (en de extra ondersteuning) voor haar leerlingen vorm te geven. 2 Ondersteuninga. De school heeft procedures en beleid op het gebied van preventieve en licht curatieve interventies. b. Voor leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben, is een ontwikkelingsperspectief vastgesteld. c. De school stemt het aanbod en de aanpak af op de behoefte van alle leerlingen. d. De school draagt leerlingen zorgvuldig over. 3 Beleid a. De school heeft een helder beleid dat is gericht op de ondersteuning van leerlingen. b. De school stelt haar schoolondersteuningsprofiel in schooljaar 2019 – 2020 op. c. De school evalueert jaarlijks het beleid dat is gericht op ondersteuning van leerlingen. d. Het bestuur en de school hebben een stelsel van kwaliteitszorg ingericht en verbeteren op basis daarvan het onderwijs. 4 Organisatie a. De school heeft een effectieve interne ondersteuningsstructuur. b. De school heeft een effectief ondersteuningsteam. c. De school levert een positieve bijdrage aan de samenwerking in de wijk. 5 Resultaten a. De school behaalt jaarlijks de te verwachten resultaten. (Zie voor verdere uitwerking van bovengenoemde domeinen en indicatoren het concept Ondersteuningsplan van SWV Plein 013). Toeleiding naar extra ondersteuning De school is de eerst verantwoordelijke voor de toeleiding naar extra ondersteuning. Bij het bepalen van de extra ondersteuning maakt de school of voorschoolse voorziening optimaal gebruik van de intern aanwezige deskundigheid (IB-er, consulent of experts, schoolmaatschappelijk werker en/of jeugdverpleegkundige). De ouders/verzorgers van het kind zijn daar altijd bij betrokken. Middels de evaluatie van het geïntegreerde groepsplan (met behulp van toets uitslagen), gaat de leerkracht en IB-er in gesprek. Indien blijkt dat na uitvoering van een interventie, het gewenste resultaat niet wordt behaald, wordt in samenspraak met ouders de leerling als bespreking ingebracht in het ondersteuningsteam. Hierin hebben afhankelijk van de hulpvraag, ouders, de leerkracht, interne begeleider, schoolarts of sociaalverpleegkundige, onderwijsconsulent en schakelfunctionaris zitting. In het ondersteuningsteam wordt bepaald welke extra ondersteuning de leerling nodig heeft om succesvol de schoolloopbaan te kunnen vervolgen. De extra ondersteuning wordt beschreven middels de vijf IVO veldenIndien er sprake is van een doorverwijzing naar het speciaal basisonderwijs of het speciaal onderwijs is een toelaatbaarheidsverklaring van het samenwerkingsverband noodzakelijk. Voordat het

29

samenwerkingsverband een besluit neemt over een toelaatbaarheidsverklaring vraagt zij een deskundigenadvies bij Loket Plein 013. Ook de school kan Loket Plein 013 benaderen met een adviesvraag. Hiervoor is betrokkenheid op het ontwikkelingsperspectief in Onderwijs Transparant nodig. Desgewenst neemt een vertegenwoordiger van Loket Plein 013 deel aan een casusbespreking binnen het ondersteuningsteam van de school. Ook de deskundigen van Loket Plein 013 kunnen het initiatief nemen om in gesprek te gaan met de aanvragende school. Voor een arrangement op de eigen (reguliere) school kan de school het ondersteuningsbudget inzetten. Ook kan de school, in overleg met de ouders/verzorgers, gebruik maken van de mogelijkheid om een toelaatbaarheidsverklaring van het samenwerkingsverband om te zetten in een ondersteuningsbudget dat kan worden ingezet in de eigen school.

Vanuit preventief oogpunt werken we met doelgroepkinderen uit de VVE verder in de schakelklas op onze school. De schakelklasleerlingen krijgen vier dagdelen begeleiding van een onderwijsassistente. Samen met de leerkracht en de interne begeleider wordt bepaald welke ondersteuning wenselijk is. De inhoud van het onderwijs in de schakelklas is met name gericht op het verminderen van de taalachterstand. In het verlengde hiervan wordt in schooljaar 2019 – 2020 extra ingezet op het terugdringen van laaggeletterdheid middels trainingen aan het personeel en intensieve samenwerking met de voorliggende voorzieningen. Ook de in te richten bibliotheek op school zal hieraan positief bijdragen.

Nadat de besturen van het Samenwerkingsverband Plein 013 het kader voor het beschrijven van het schoolondersteuningsprofiel hebben vastgesteld, zal in het komend schooljaar het ondersteuningsprofiel van BS De Coppele worden beschreven. Het is de wettelijke taak van het schoolbestuur om voor elke onder haar bestuur ressorterende school een schoolondersteuningsprofiel vast te stellen. In dat profiel wordt de basisondersteuning van het samenwerkingsverband als vertrekpunt genomen en beschrijft de school welke extra ondersteuning zij kan bieden en hoe deze is georganiseerd. Het totaal van de ondersteuningsprofielen vormt een dekkend netwerk. In de schoolondersteuningsprofielen moeten de eigenheid en het eigenaarschap van de school tot uiting komen. We bieden scholen daarom zoveel mogelijk ruimte om het schoolondersteuningsprofiel zelf inhoud en vorm te geven. De school doet het samen met het netwerk in de buurt, in het belang van dat dekkend sociaal netwerk. Om de schoolondersteuningsprofielen voor ouders en het samenwerkingsverband leesbaar en vergelijkbaar te maken, werken we met een set van basisafspraken waar de school rekening mee moet houden: - het schoolondersteuningsprofiel is (als addendum) een onderdeel van het schoolplan; - de basisondersteuning is al vastgesteld en hoeft niet te worden opgenomen in het schoolondersteuningsprofiel; - de extra ondersteuning wordt beschreven in de termen van de vijf IVO velden; - naast de beschrijving van het actuele ondersteuningsaanbod wordt, apart, ook de ambitie voor de toekomst beschreven; - er wordt een relatie gelegd met de ondersteuningsmiddelen die van het samenwerkingsverband zijn ontvangen. Huidige voorzieningen van het samenwerkingsverband Ter ondersteuning van de scholen en ten behoeve van een dekkend netwerk organiseert het samenwerkingsverband momenteel een aantal voorzieningen waar scholen gebruik van kunnen maken. Zo zijn er Consulenten of Experts (verrijking ondersteuningsteams), Schakelklassen (taalonderwijs voor onder andere nieuwkomers), Talent in Beeld (ondersteuning t.b.v. hoogbegaafde leerlingen), KomPas (ondersteuning bij externaliserende gedragsproblemen) en Parelklassen (zeer moeilijk lerende kinderen in de reguliere school). In lijn met onze visie op de buurtgerichte aanpak willen we in de eerstkomende jaren onderzoeken welke mogelijkheden er zijn om deze voorzieningen

30

meer vanuit onze school, de wijk en buurt te gaan organiseren. Eigenaarschap bij de scholen en maatwerk voor de wijk zijn daarbij belangrijke uitgangspunten.

31

5. ANALYSE VAN HET FUNTCTIONEREN VAN DE SCHOOLPersoneelsbeleid Integraal Personeelsbeleid Het integraal personeelsbeleid van onze school richt zich op de ontwikkeling van de medewerkers. De bedoelde ontwikkeling is gekoppeld aan de missie en de visie(s) van de school en aan de vastgestelde competenties. De competenties en criteria waarop we ons richten hebben we vormgegeven in een deskundigheidsprofiel. We gaan uit van de volgende competenties:1. Didactisch handelen 2. Pedagogisch handelen 3. Gebruik Leertijd 4. Afstemming (HGW) 5. Rekenen en wiskunde 6. Beroepshouding 7. Actieve en zelfstandige rol van de leerlingen 8. Het schoolklimaat 9. Taal- en leesonderwijs 10. Documenten 11. Kwaliteitsbewaking en reflectie 12. Visie en missie

De competenties en de criteria zijn opgenomen in de beoordelingssystematiek. Daardoor borgen we onder andere dat onze doelen aan bod komen bij de groepsbezoeken, waarbij we gebruik maken van de grote kijkwijzer van directe instructie. De inhoud van de grote kijkwijzer en het beoordelingsformulier staan centraal bij vrijwel alle instrumenten voor personeelsbeleid en met name bij de werk-, voortgangs- en beoordelingsgesprekken. Daarmee borgen we dat de professionele ontwikkeling van de medewerkers een standaard onderdeel vormt van de gesprekkencyclus. Het is van belang om zo spoedig mogelijk om te zien naar competenties en criteria die het onderscheid verhelderen tussen de bekwaamheid van de startbekwame, de basisbekwame en de vakbekwame leraar. (Bijlage 6: Kijkwijzer Directe Instructie Model en Grote Kijkwijzer functioneren leerkracht. Bijlage 7: Gesprekscyclus met beoordelingsformat)

De organisatorische doelen van de school We hebben inzichtelijk hoe het personeelsbestand er (kwantitatief en kwalitatief) uit ziet en wat wenselijk is op een termijn van vier jaar en welke acties er ondernomen worden om het gewenste personeelsbestand dichterbij te brengen. De gewenste situatie is afgeleid van onze missie, visie(s) en afspraken. De consequenties van onze organisatorische doelen zijn opgenomen in ons meerjarenbeleidplan en komen standaard aan de orde bij de POP-ontwikkeling en in de voortgangsgesprekken. Momenteel beschikken we over 1 directeur, twee LB-functies: Interne begeleiders (2x) en gespecialiseerde leerkracht (1x), een rekencoördinator, een interne cultuurcoördinator, 13 leerkrachten, 2 onderwijsassistentes, een administratieve medewerker en een conciërge. Specifieke expertise van het team: specialist gedrag, specialist SVIB en practisioner, specialist NLP en situationeel coachen en een meer- en hoogbegaafden specialist. Verder zijn er vakdocenten voor muziek en gym.

De schoolleiding De schoolleiding wordt gevormd door de directeur en waarnemend directeur (leerkracht met toegevoegde taken) van de school. Kenmerkend voor de schoolleiding is dat ze zich richt op het zorgen voor goede communicatie en op het adequaat organiseren van de gang van zaken op school. In de derde plaats vindt de schoolleiding met name het onderwijskundig leiderschap van belang. De directie wil adaptief leiding geven, dat betekent dat ze, daar waar nodig en noodzakelijk, rekening houdt met verschillen tussen leraren. Onze ambities zijn: 1. De schoolleiding ontwikkelt innovatief beleid op grond van strategische keuzes 2. De schoolleiding communiceert adequaat met het team over de koers van de school 3. De schoolleiding operationaliseert en implementeert beleid op een zorgvuldige wijze 4. De schoolleiding ondersteunt de teamleden in voldoende mate 5. De schoolleiding stimuleert initiatieven van de teamleden

32

6. De schoolleiding heeft voldoende delegerend vermogen 7. De schoolleiding organiseert de dagelijkse gang van zaken op een effectieve wijze 8. De schoolleiding zorgt voor een plezierig werk- en leerklimaat

Beroepshouding Het is voor de kwaliteit van de school van belang dat de werknemers niet alleen beschikken over lesgevende capaciteiten. Op onze school wordt veel waarde gehecht aan de professionele instelling van de werknemers, aan een juiste beroepshouding. Daarbij gaat het om de volgende ambities: 1. De leraren handelen overeenkomstig de missie en de visie van de school 2. De leraren voelen zich medeverantwoordelijk voor de school, de leerlingen en elkaar 3. De leraren kunnen en willen met anderen samenwerken 4. De leraren bereiden zich adequaat voor op vergaderingen en bijeenkomsten 5. De leraren voeren genomen besluiten loyaal uit 6. De leraren zijn aanspreekbaar op resultaten en op het nakomen van afspraken 7. De leraren zijn gemotiveerd om zichzelf te ontwikkelen

Professionele cultuur De schoolleiding streeft ernaar de school te ontwikkelen tot een lerende organisatie, tot een school die gekenmerkt wordt door een professionele schoolcultuur. Daarom worden er jaarlijks studiedagen voor het gehele team ingeroosterd. Speerpunt is de ontwikkeling van de leraren tot nog betere leraren. Daartoe leggen de directie en de IB'ers klassenbezoeken af en worden er nagesprekken gevoerd. De directie heeft de intentie om beleid te formuleren met betrekking tot collegiale consultatie. Dit om leraren van elkaar te laten leren. Als kernwoorden van een professionele cultuur hebben we met elkaar de volgende kernwoorden tijdens team coaching geformuleerd: verantwoordelijkheid nemen, vertrouwen geven, aanspreekbaarheid en respect. Deze kernwoorden hebben we verder uitgewerkt en vormen het fundament onder ons functioneren. Typerend voor onze school is tevens dat we leren met en van elkaar in professionele gesprekken als basis voor leren van en met elkaar (leergemeenschappen). En dat de leraren hun eigen ontwikkeling bijhouden in een bekwaamheidsdossier (portfolio). De schoolleider is geregistreerd schoolleider.

Beleid met betrekking tot stagiaires Voor de aanwas van nieuwe leerkrachten vinden wij het belangrijk een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van aankomende leerkrachten, daarom bieden wij stagiaires van de Pabo’s, opleiding tot onderwijsassistenten en opleiding pedagogiek de gelegenheid om ervaring op te doen. Jaarlijks wordt binnen het team geïnventariseerd welke leerkracht een stagiaire of LIO'er in de klas wil begeleiden. Het aantal plaatsingsmogelijkheden wordt doorgegeven aan Pabo’s en andere relevante opleidingen. Mogelijke stagiaires worden uitgenodigd voor een gesprek met een lid van de directie en de betreffende leerkracht. Als na het gesprek alle partijen positief zijn, worden nadere afspraken gemaakt. Voor de beoordeling van stagiaires maken wij gebruik van de beoordelingsinstrumenten van de opleidingsschool, met inachtneming van ons eigen competentieprofiel.

Introductie en begeleiding Nieuwe leraren krijgen een mentor (een meer ervaren collega). Deze mentor voert het introductiebeleid (begeleidingsplan) uit, waarbij het speerpunt ligt op de bespreking van de competenties uit het deskundigheidsprofiel. Daarmee wordt de nieuwe collega op de hoogte gesteld van de missie, de visies en de ambities van de school. Nieuwe leraren ontwikkelen een POP dat zich richt op het leren beheersen van de criteria (competentie set). De plaatsing in een groep is afhankelijk van de kwaliteit(en) van de nieuwe collega. De les observaties (zie begeleidingsplan) worden uitgevoerd door de mentor, de IB'er en de directeur. Startbekwame leraren krijgen een bijzonder budget van 40 uren per jaar. Conform het advies van de Cao-partners zullen we dit laten aanwenden voor lesgeven, voor- en nawerk en professionalisering. Startbekwame leraren krijgen een coach (niet de direct leidinggevende) en de afspraken over de ontwikkeling van start- naar basisbekwaam worden vastgelegd in het POP.

Taakbeleid In het kader van de nieuwe CAO is de voormalige jaartaak omgezet naar een 40-urige werkweek en een werktijdenregeling vastgesteld (8 uren per dag). Voorafgaand aan het schooljaar, voor de zomervakantie, wordt de weektaak per werknemer zo concreet mogelijk vastgelegd. Indien er sprake is van extra gewerkte uren (overwerk), worden deze in principe voor de volgende vakantie gecompenseerd.

33

Klassenbezoek De directie en de IB'er leggen jaarlijks, conform een opgesteld rooster bij ieder teamlid klassenbezoeken af. Bij het klassenbezoek wordt de grote kijkwijzer gebruikt. Daarnaast wordt bekeken of de leraar op een correcte wijze uitvoering geeft aan de gemaakte prestatieafspraken en/of persoonlijke ontwikkelplannen. Na afloop van het klassenbezoek volgt (standaard) een reflectief gesprek waarin indien nodig nieuwe prestatieafspraken worden gemaakt en waarin de follow-up wordt vastgelegd. Naast klassenbezoeken onderscheiden we flitsbezoeken. Deze consultaties zijn kort en gekoppeld aan een observatiepunt. Na afloop krijgt de leraar een reflectieve vraag. De reflectieve vraag en het antwoord worden door de leraar met de directie besproken.

Persoonlijke ontwikkelplannen Iedere werknemer stelt jaarlijks een POP op. De inhoud van het POP is gebaseerd op ons deskundigheidsprofiel en scoort zichzelf op de vastgestelde competenties, voert een doelstellingengesprek met de directeurs en vult het POP (volgens format) in. De uitvoer van het POP wordt geobserveerd tijdens de klassenbezoeken en de voortgang komt aan de orde bij het voortgangsgesprek. In het beoordelingsgesprek (twee jaarlijks) wordt door de directie een oordeel gegeven over de realisatie van de opgestelde POP’s. Naast het POP werken we met persoonlijke actieplannen (kort lopende plannen) en prestatieafspraken: “smart” geformuleerde doelstellingen voor de korte termijn. POP’s, PAP’s en prestatieafspraken worden gearchiveerd in het bekwaamheidsdossier en komen aan de orde bij de klassenbezoeken en de flitsbezoeken. Het uitgangspunt is, dat alle medewerkers zelf verantwoordelijk zijn voor de eigen professionalisering. Jaarlijks worden er afspraken gemaakt met de directie over de professionalisering en deze worden vastgelegd in het POP. Bij de bedoelde afspraken wordt in ieder geval vastgelegd wat de leraar gaat doen om zich te ontwikkelen van startbekwaam naar basisbekwaam c.q. van basisbekwaam naar vakbekwaam. Of zich daarna verder te verbeteren.

Het bekwaamheidsdossier Alle werknemers beschikken over een zogenaamd personeelsdossier en een bekwaamheidsdossier. Deze dossiers worden beheerd door de leraren zelf; het dossier is altijd op school aanwezig. De directie zorgt ervoor dat het personeelsdossier op orde is. Het bekwaamheidsdossier een levend document is door er veelvuldig mee te laten werken, door het te gebruiken bij het personeelsbeleid.

Intervisie In de periode van dit schoolplan werken we naar een vorm van professionele leergemeenschappen (PLG), zowel binnen de school als op het niveau van de stichting. Deze toekomstige (intervisie)groepen worden samengesteld door de directie. Ieder PLG kent een voorzitter. Aan de orde komen: schoolthema’s die gezamenlijk worden uitgewerkt, de scores van zelfbeoordelingen (zelfevaluaties), het persoonlijk ontwikkelplan en meer persoonlijke leerpunten. De schoolthema’s hangen samen met de schoolontwikkelpunten. In overleg worden de thema’s, voorzien van concrete opdrachten, door de directie toegekend aan de groepjes. Daarnaast zijn er onderwerpen die op stichtingsniveau aandacht krijgen. Ook hierin zullen we de werkwijze van professionele leergemeenschappen verder vorm krijgen.

Voortgangsgesprekken De directie voert jaarlijks een voortgangsgesprek als onderdeel van de gesprekscyclus met alle medewerkers. Tijdens het voortgangsgesprek staat het POP van de medewerker (met daarin het deskundigheidsprofiel) centraal. Op basis van het ontwikkelde POP wordt omgezien naar verbeterdoelen in relatie tot de schoolverbeterdoelen. Aan de orde komen verder: werkdruk, loopbaanwensen, scholing, taakbeleid, en mobiliteit. Tijdens de voortgangsgesprekken wordt tevens de inzet van de uren duurzame inzetbaarheid besproken en/of geëvalueerd. Het verslag van het voortgangsgesprek wordt opgenomen in het personeels- en bekwaamheidsdossier. In het voortgangsgesprek wordt door de medewerker verantwoording afgelegd over zijn ontwikkeling van startbekwaam naar basisbekwaam respectievelijk van basisbekwaam naar vakbekwaam, en verdere verbetering.

BeoordelingsgesprekkenOnze school beschikt over een gesprekkencyclus (Bijlage 7: Beschrijving van de gesprekkencyclus). De directie voert een beoordelingsgesprek bij de overgang van een benoeming voor bepaalde tijd naar een benoeming voor onbepaalde tijd. Ook wordt er 1 x per 2 jaar een beoordelingsgesprek

34

gevoerd met iedere werknemer. Bij dit beoordelingsgesprek wordt ons deskundigheidsprofiel gebruikt. Daarnaast worden houding en gedrag ten opzichte van collegae en ouders en de doorgemaakte ontwikkeling in kennis en vaardigheden beoordeeld. Op basis van alle beoordelingen stelt de directie een teamfoto op. Na bespreking en analyse daarvan worden er schoolverbeterpunten vastgesteld.

Deskundigheidsbevordering - Professionalisering In het kader van de professionalisering beschikt iedere medewerker over 2 klokuren per week (naar rato van de werktijdfactor). Daarnaast is er voor iedere medewerker een budget beschikbaar in het kader van de duurzame inzetbaarheid (van 40 uren, naar rato). Scholing komt aan de orde bij de voortgangsgesprekken. Medewerkers kunnen voor (persoonlijke) scholing opteren (bij voorkeur in relatie tot de organisatorische doelen van de school, de schoolverbeterdoelen, de competentie set en/of het opgestelde persoonlijk ontwikkelplan) en daarnaast organiseert en faciliteert de directie teamgerichte scholing. Ook deze scholing richt zich op het versterken van de missie, de visie en de ambities (doelen) van de school. In de regel volgt het team 7 x per jaar teamgerichte scholing. Iedereen is daarbij aanwezig. De scholing wordt verwerkt in de jaartaak onder het kopje deskundigheidsbevordering. Teambuilding Op onze school organiseren we diverse typen vergaderingen (zie hoofdstuk Organisatie en beleid) waarin we met elkaar overleggen over thema’s die inhoudelijk en/of organisatorisch van belang zijn voor de school en de leerkrachten. De eenheid in het team wordt ook versterkt door de gezamenlijke momenten van nascholing. Ieder jaar volgt het team, naast de individuele scholing, samen een aantal scholingsactiviteiten. We onderscheiden in het kader van teambuilding ook de meer informele communicatiemomenten. We drinken 5 x per week ’s morgens voor schooltijd gezamenlijk koffie en thee en nemen dan indien nodig (kort) zaken door die van belang zijn voor de school en de leraren. De school organiseert een gezellig samenzijn met de kerst en een afsluiting aan het eind van het schooljaar. Daarnaast is er jaarlijks een "hoera ik mag weer beginnen" borrel voor medewerkers en hun partners aan het begin van het jaar. 4.17 Verzuimbeleid Een zieke werknemer meldt zich ziek bij de directeur. Deze regelt de vervanging. De werknemer meldt zich ook beter bij de directeur. Bij langduriger verzuim wordt de werknemer opgeroepen bij de Arboarts. Bij kort veelvuldig verzuim wordt een verzuimgesprek gehouden door de directeur. Bij vermoeden van oneigenlijk verzuim wordt de Arboarts ingeschakeld. Langdurig verzuim wordt afgehandeld conform de Wet Poortwachter. De re-integratie voor wat betreft het functioneren op school valt onder de verantwoordelijkheid van de directeur. Bij ziekte wordt, naast de informele contacten door de collegae, formeel door de directeur contact onderhouden met de betrokkene. Indien de zieke werknemer daar prijs op stelt worden er huisbezoeken afgelegd. Regelmatig (eens per 6 weken) wordt een kaart of bloemetje gestuurd namens het team. 4.18 Mobiliteitsbeleid Aan het eind van ieder schooljaar (april) wordt geïnventariseerd of er belangstelling is voor vrijwillige mobiliteit. Daarnaast wordt in het directieberaad omgezien naar verplichte mobiliteit.

Organisatie en beleid Organisatiestructuur Onze school is een van de zeven scholen van Stichting BOOM. De directie (directeur en adjunct-directeur) geven, onder eindverantwoordelijkheid van de uitvoerend bestuurder van de Stichting, leiding aan de school. De directie is integraal verantwoordelijk voor de dagelijkse gang van zaken en het (uitvoeren van het) beleid. Het MT wordt gevormd door de directeur en de twee interne begeleiders. De school heeft de beschikking over een ouderraad en een MR. Op stichtingsniveau is er een GMR. Groeperingsvormen De school gaat uit van een leerstofjaarklassensysteem. In de kleutergroepen worden er combinatieklassen gevormd. De indeling van klassen vindt dan plaats op basis van overleg met leerkrachten en interne begeleiders en de directeur. Soms wordt overleg gevoerd met ouders. De school plaatst kinderen dus tactisch. De lessen worden in het algemeen in de groep aangeboden aan de leerlingen. Bij Rekenen, Spelling en Lezen wordt het klassenverband, indien noodzakelijk, doorbroken. Kinderen kunnen dan elders op eigen niveau rekenen of lezen. 5.3 Schoolklimaat Wij vinden het belangrijk dat de school een veilige en verzorgde omgeving is voor de leerlingen en de medewerkers. Een omgeving waarin iedereen zich geaccepteerd voelt en waar het plezierig samenwerken is. Onze school is een school die open staat voor ouders. Sterker nog: we proberen

35

ouders optimaal te informeren en te betrekken bij de dagelijkse gang van zaken. Onze ambities zijn: 1. De school ziet er verzorgd uit 2. De school is een veilige school 3. Leraren (onderling) en leerlingen (onderling) gaan respectvol met elkaar om 4. Ouders ontvangen een nieuwsbrief 5. De school organiseert jaarlijks twee ouderavonden (thema-avonden) 6. Ouders participeren bij diverse activiteiten 7. De school staat altijd open - de leraren zijn bereikbaar

Sociale en fysieke veiligheid De school waarborgt de sociale veiligheid van leerlingen en leraren (werknemers). Daartoe is allereerst vastgesteld welke (ernstige) incidenten de school onderscheidt. Dit zijn: fysiek geweld intimidatie en/of bedreiging met fysiek geweld intimidatie en/of bedreiging via msn, sms, e-mail of internet pesten, treiteren en/of chantage seksueel misbruik seksuele intimidatie discriminatie of racisme vernieling diefstal heling (religieus) extremisme De school beschikt over een registratiesysteem: de leraar registreert incidenten (met behulp van een format). Een incident wordt geregistreerd als de leraar inschat dat het werkelijk een incident is, of na een officiële klacht. De interne vertrouwenspersonen analyseren jaarlijks de gegevens die aangeleverd worden door de leraren en stellen, in overleg met de directie, op basis daarvan verbeterpunten vast. De school probeert incidenten te voorkomen. Er zijn school- en klassenregels (w.o. pleinregels; de regels zijn m.n. gedragsregels: hoe ga je met elkaar om?). Deze regels worden ook daadwerkelijk gehanteerd. Structureel wordt er aan een groep een kanjertraining (of incidenteel een andere sociale training, bijvoorbeeld Rots en Water) gegeven. De school beschikt daarmee over een methode voor de sociaal-emotionele ontwikkeling. De lessen sociaal-emotionele ontwikkeling staan in het teken van de ontwikkeling van goed (passend) gedrag.Incidenten worden in eerste instantie afgehandeld door de leraar. Als zaken niet opgelost kunnen worden, wordt de directeur betrokken bij de afhandeling. Ook ouders worden betrokken bij de aanpak van incidenten (de school beschikt over een protocol: ouders ontvangen een brief). Tevens wordt in voorkomende gevallen de wijkagent betrokken bij de afhandeling van klachten. De school beschikt over een klachtenregeling (zie schoolgids), een klachtencommissie en een (interne en externe) vertrouwenspersoon. De school beschikt over een veiligheidscoördinator (taak van de directeur). In de schoolgids worden ouders geïnformeerd over aspecten van sociale veiligheid. De school beschikt over 6 BHV'ers.

ARBO-beleid Onze school heeft met de Arbodienst een Arbo-contract afgesloten. Het beleid is erop gericht om uitval van leerkrachten te voorkomen. Bij langdurige uitval stelt de arbeidsdeskundige, eventueel in overleg met de bedrijfsarts, een probleemanalyse op. De directeur en de zieke leerkracht stellen vervolgens een plan van aanpak op. Tevens bestaat de mogelijkheid voor overleg met de bedrijfsarts en de uitvoerend bestuurder in het Sociaal Medisch Overleg. Wij hechten veel belang aan een gezond leef- en werkklimaat in en rondom de school. We beschikken over een registratieformulier voor het melden van een ongeval en de oorzaak daarvan. Op die manier kunnen we tekortkomingen aan het gebouw en/of materialen in kaart brengen en acties plannen. Voor de speeltoestellen is een logboek aanwezig voor het bijhouden van onderhoud en het melden van eventuele ongevallen. De brandweer heeft een gebruiksvergunning afgegeven en (daarmee) via de vergunning de school brandveilig verklaard. Op de school is een calamiteiten- en ontruimingsplan aanwezig.

Interne communicatieOp onze school vinden we de interne communicatie van groot belang. Het gaat erom betrokkenheid te creëren van de medewerkers op het werk en op het schoolgebeuren om op die manier de kwaliteit van de school te optimaliseren. Daarom zorgt de schoolleiding voor een heldere vergaderstructuur en worden er effectieve hulpmiddelen gebruikt. Onze ambities zijn: 1. We werken met een vergadercyclus van 1 maand: teamvergadering bouwvergadering zorgvergadering werkgroepen 2. Het MT vergadert wekelijks 3. De OR vergadert 1 x per zes weken 4. De MR vergadert 1 x per 2 maanden 5. Wij gebruiken effectieve middelen voor de communicatie: postvakken en via e-mail Qua communicatiegedrag vinden we het volgende belangrijk: 1. Zaken worden op de juiste plaats besproken

36

2. Vergaderingen worden goed voorbereid 3. Op vergaderingen is sprake van actieve deelname 4. In beginsel spreekt iedereen namens zichzelf 5. Wij geven elkaar respectvolle feedback en accepteren ook feedback van anderen

Externe contacten Onze school staat midden in de gemeenschap. Wij streven naar samenwerking met instanties in de wijk. Onze school onderhoudt daarom structurele contacten met externe instanties. Hierdoor halen we expertise binnen waardoor we adequaat samen kunnen werken aan de opvoeding en de ontwikkeling van de kinderen. We dragen daarvoor, als school, ouders en omgeving, een gezamenlijke verantwoordelijkheid. De externe instanties waarmee we een relatie onderhouden zorgen voor advies, hulp en ondersteuning en dit komt de kwaliteit van het onderwijs en de school als organisatie ten goede. Daarom onderhoudt onze school systematische en gereguleerde contacten.

Contacten met ouders Goede contacten met ouders vinden wij van groot belang omdat school en ouders dezelfde doelen nastreven: de algemeen menselijke en de cognitieve ontwikkeling van (hun) kinderen. Ouders zien we daarom als gelijkwaardige gesprekspartners. Voor de leraren zijn de bevindingen van de ouders essentieel om het kind goed te kunnen begeleiden. En voor de ouders is het van belang dat zij goed geïnformeerd worden over de ontwikkeling van hun kind. Onze ambities zijn: 1. Ouders worden betrokken bij schoolactiviteiten 2. Leraren stellen zich op de hoogte van de opvattingen en verwachtingen van de ouders 3. Ouders ontvangen informatie over de actuele gang van zaken 4. Ouders worden betrokken bij (extra) zorg 5. Ouders (en hun kinderen) worden adequaat voorbereid op het vervolgonderwijs 6. Ouders worden adequaat op de hoogte gesteld van de ontwikkeling van hun kind 7. Leraren stimuleren ouders tot onderwijsondersteunend gedrag in de thuissituatie

Overgang PO-VO We willen ervoor zorgen dat onze leerlingen soepel instromen in het voortgezet onderwijs dat bij ze past. Voor ons betekent dit dat wij meer inzicht willen krijgen in waar onze leerlingen na groep 8 terechtkomen en wat zij (extra) nodig hebben om in het voortgezet onderwijs te slagen. Wij hechten daarom veel waarde aan een geregeld contact met de scholen waaraan we leerlingen leveren. Onze ambities zijn: 1. Wij hebben een procedure voor de advisering vastgesteld 2. Wij overleggen systematisch met de mentoren van de VO-scholen waaraan we leerlingen leveren 3. Wij hebben zicht op wat het voortgezet onderwijs van onze leerlingen vraagt4. Wij beschikken over een aanbod om de leerlingen optimaal op het VO voor te bereiden 5. Wij controleren of onze adviezen effectief zijn

Voor- en vroegschoolse educatie Onze school is een VVE-school (vroeg- en voorschoolse educatie). Dit betekent dat we nauw samenwerken met de kinderopvang in het gebouw en kinderopvanginstellingen in de buurt van onze school. De samenwerking bestaat uit een regelmatig overleg over het onderwijsaanbod (i.v.m. doorgaande lijnen), het educatief handelen en de zorg en begeleiding. Onze school (vroegschool: groep 1 en 2) maakt gebruik van de methode Kleuterplein en Bas gaat digitaal die redelijk aansluit op de methode "Ik en KO" die op de kinderopvang gebruikt wordt. We onderhouden een zeer goede relatie met de voorscholen en er is in alle gevallen van plaatsing op de basisschool sprake van een warme overdracht. Onze ambities zijn: 1. Wij beschikken over gezamenlijk (gericht) ouderbeleid 2. Wij beschikken over doorgaande leerlijnen qua aanbod 3. Het educatief handelen is op elkaar afgestemd 4. De zorg en begeleiding is op elkaar afgestemd 5. De kwaliteitszorg richt zich (ook) op VVE 6. Er is in alle gevallen sprake van een warme overdracht, naast een digitaal overdrachtssysteem 7. De opbrengsten zijn van voldoende niveau In deze planperiode gaan we werken met een digitaal overdrachtsdossier vanuit de peuterspeelzalen en kinderdagverblijven. Dit webbased overdrachtsdossier wordt onder leiding van het samenwerkingsverband Plein 013 op alle kinderdagverblijven worden ingevoerd.

37

Voor-, tussen- en naschoolse opvang (buitenschoolse opvang) Onze school beschikt over voorzieningen met betrekking tot de voorschoolse opvang. De tussenschoolse opvang is niet aan de orde: we werken met een continu rooster. Het is ons streven om intensief samen te werken met instanties en verenigingen in de wijk in relatie tot de naschoolse opvang. Momenteel hebben we te maken met een aantal aanbieders van naschoolse opvang. We onderhouden contact met de brede schoolcoördinator die als opdracht heeft de contacten tussen de school, de aanbieders van naschoolse opvang en de verschillende verenigingen en instanties te onderhouden, dan wel op te starten.

Financieel beleidLumpsum financiering, ondersteuning en gesprekkenDe afspraken met betrekking tot de financiën van onze school zijn vastgesteld in het Financieel Beleidsplan van Stichting BOOM. De uitvoerend bestuurder (met de Raad van Toezicht) is eindverantwoordelijk voor de effectieve besteding van de middelen. Het financieel beleid is erop gericht om de continuïteit van de totale organisatie te waarborgen en de optimale randvoorwaarden te creëren om de gestelde doelen uit het strategisch beleidsplan van Stichting BOOM en het schoolplan van de school te realiseren. Alle lumpsumgelden worden bovenschools beheerd en verdeeld over de afzonderlijke scholen, evenals de gelden die voortkomen uit de bestemmingsboxen. De algemeen directeur zorgt, in samenspraak met de directeuren, voor een deugdelijke verdeling van de gelden over de scholen. Daartoe heeft het bestuur een allocatiemodel ontwikkeld met daarin ook de uitgangspunten van haar beleid. De financiële administratie wordt verzorgd door een financiële dienstverlener. Regelmatig bespreken de uitvoerend bestuurder en de directeuren van de scholen de financiële positie van de scholen.

Interne geldstromen De ouderraad vraagt van de ouders van de school een vrijwillige bijdrage. Het bedrag voor een kind is € 25,00 per jaar. Van de inkomsten worden door de ouderraad diverse activiteiten georganiseerd (zie de schoolgids). Jaarlijks (op de algemene ouderavond) legt de ouderraad financiële verantwoording af via de jaarrekening en een begroting.

Externe geldstromen Van het rijk ontvangt de school: lumpsumgelden, geoormerkte gelden via de bestemmingsbox, impulsgelden en het ondersteuningsbudget. De budgetten komen op bovenschools niveau binnen en worden verdeeld over de verschillende scholen en daar beheerd. Op het schoolniveau wordt bijgehouden hoeveel middelen uit de bestemmingsbox besteed zijn aan welke thema’s (opbrengstgericht werken, cultuur en leiderschap) Van Samenwerkingsverband Plein 013 en lokale overheid ontvangt de school projectsubsidies voor schoolmaatschappelijk werk, de schakelklas, stimuleren van de ouderbetrokkenheid en cultuureducatie. De school verantwoordt zich over de deugdelijke besteding van de gelden via de managementrapportage(s). Vanaf 1 januari 2019 is het bestuur eigen risicodrager voor vervangingen personeel.

Sponsoring Vijftien organisaties, waarin de besturenorganisaties en VNG zijn vertegenwoordigd, hebben een convenant ondertekend dat handelt over sponsoring in het primair en voortgezet onderwijs. Onze school onderschrijft dit convenant. De drie belangrijkste uitgangspunten van het convenant zijn: Sponsoring moet verenigbaar zijn met de pedagogische en onderwijskundige doelstellingen van de school. Er mag geen schade worden berokkend aan de geestelijke en/of lichamelijke gesteldheid van leerlingen. Sponsoring moet in overeenstemming zijn met de goede smaak en fatsoen. Sponsoring mag niet de objectiviteit, de geloofwaardigheid, de betrouwbaarheid en de onafhankelijkheid van het onderwijs en de daarbij betrokkenen in gevaar brengen. Sponsoring mag niet de onderwijsinhoud en/of de continuïteit van het onderwijs beïnvloeden, dan wel in strijd zijn met het onderwijsaanbod en de kwaliteitseisen die de school aan het onderwijs stelt. Het primair onderwijsproces mag niet afhankelijk zijn van sponsormiddelen. De medezeggenschapsraad heeft instemmingsrecht op beslissingen van het bevoegd gezag over sponsoring. Wij houden ons aan het opgestelde convenant. Op onze school is geen sprake van sponsoring in wat voor vorm dan ook.

BegrotingenDe begroting wordt jaarlijks voorafgaande aan het kalenderjaar door de directie opgesteld en door de bestuurder vastgesteld. De vastgestelde begroting is taakstellend voor de directeuren van de scholen.

38

Dat betekent dat in principe geen uitgaven kunnen worden gedaan zonder dat deze zijn begroot. Schuiven binnen de begroting is toegestaan, mits geen geweld wordt gedaan aan de vooraf geformuleerde beleidsdoelen. De begroting is hiermee een belangrijk sturingselement geworden. De directeur stelt jaarlijks in overleg met de bestuurder een voorstel op voor een begroting voor het komende kalenderjaar met een toelichting (exploitatiebegroting). Daarin zijn alle inkomsten en uitgaven van de school opgenomen waarvoor de directeur verantwoordelijk is. De exploitatiebegroting is gebaseerd op het beleidsplan van de school. Daarnaast stelt de directeur jaarlijks in het voorjaar in overleg met de bestuurder een personeelsformatieplan op. Hierin worden de inzet van middelen met betrekking tot basisformatie, wegingsgelden, inkomsten ondersteuningsmiddelen en impulsgelden verantwoord. Het personeelsformatieplan wordt besproken met de MR . Onze school beschikt vervolgens over een meerjaren exploitatiebegroting met een geldigheid van vier jaar (personeel en materieel). Deze begroting wordt opgesteld op hoofdlijnen en getoetst aan het meerjarenbeleidsplan. De ontwikkeling van het aantal leerlingen en de gewogen gemiddelde leeftijd van het onderwijspersoneel zijn bepalende indicatoren voor de meerjarenbegroting. De meerjaren investeringsbegrotingen (OLP, ICT, meubilair, apparatuur) worden afgeleid van de gegevens die zijn verkregen uit de zogenaamde nulmetingen. Vanaf het jaar 2005 zijn de investeringen geactiveerd en op basis van de gekozen afschrijvingstermijnen wordt bepaald wanneer de investering is afgeschreven.

Zorg voor kwaliteit Kwaliteitszorg algemeen Onze school onderscheidt kwaliteit en kwaliteitszorg. We streven kwaliteit na (zie de ambities bij de verschillende beleidsterreinen) en we zorgen ervoor dat de kwaliteit op peil blijft: we beoordelen de ambities systematisch en cyclisch en op basis van de bevindingen verbeteren of borgen we onze kwaliteit. Van belang is ook dat onze kwaliteitszorg gekoppeld is aan het integraal personeelsbeleid. We streven ernaar dat onze medewerkers competenties ontwikkelen die gerelateerd zijn aan de beleidsterreinen die we belangrijk vinden. Daardoor borgen we dat de schoolontwikkeling en de ontwikkeling van onze medewerkers parallel verloopt. Onze ambities zijn: 1. Wij hebben inzicht in de kernmerken van onze leerlingenpopulatie 2. Wij beschikken over ambities bij diverse beleidsterreinen (zie dit schoolplan) 3. Wij beschikken over een evaluatieplan waardoor geborgd is dat de verschillende ambities (zie dit schoolplan) minstens 1 x per vier jaar beoordeeld worden 4. Wij laten de kwaliteit van onze school cyclisch beoordelen door ouders, leerlingen en leraren 5. Wij werken planmatig aan verbeteringen (vanuit de documenten: schoolplan, jaarplan en jaarverslag) 6. Wij evalueren stelselmatig of onze verbeterplannen gerealiseerd zijn 7. Wij borgen onze kwaliteit (o.a. door zaken op schrift vast te leggen) 8. Wij rapporteren aan belanghebbenden (inspectie, bevoegd gezag, GMR en ouders) 9. Wij waarborgen de sociale veiligheid van medewerkers en leerlingen

Meervoudige publieke verantwoording Onze school legt systematisch verantwoording af aan de verschillende stakeholders. Onze leerlingen informeren we via de leerlingenraad. De ouders ontvangen nieuwsbrieven in de vorm van nieuwsflits en tevens geven we relevante informatie via de website van de school. Ook de schoolgids is een belangrijk medium om ouders op de hoogte stellen van zaken die van belang zijn. Vanzelfsprekend informeren we de MR.

Wet- en regelgeving Onze school heeft kennis genomen van de eisen van de Inspectie van het Onderwijs voor wat betreft wet- en regelgeving. Wij houden ons aan de volgende eisen: 1. De schoolgids leveren wij tijdig aan bij de inspectie 2. De schoolgids voldoet aan de eisen die de inspectie stelt 3. Het schoolplan leveren wij tijdig aan bij de inspectie 4. Het schoolplan voldoet aan de eisen die de inspectie stelt 5. Het ondersteuningsplan leveren wij tijdig aan bij de inspectie (via het samenwerkingsverband) 6. Het ondersteuningsplan voldoet aan de eisen die de inspectie stelt 7. Wij programmeren voldoende onderwijstijd 8. Wij programmeren niet meer dan (maximaal) 7 x een onvolledige schoolweek voor de leerlingen

39

van groep 3 t/m 8

6. AMBITIES EN MEERJARENBELEID OP HOOFDLIJNENOnze ambities en de speerpunten van ons meerjarenbeleid zijn op hoofdlijnen verwoord in Hoofdstuk 3. Hieronder een korte samenvatting. Deze inhoudelijke punten naast andere onderwerpen, voortkomend uit de evaluatie van de schoolontwikkeling 2015 – 2019, worden uitgewerkt in het meerjarenplan 2019 – 2023.

Inhoudelijke AmbitiesOnderwijskundigLezen. Voor lezen willen we het technisch lezen in lijn brengen met de invoering van een methode voor voortgezet technisch lezen (Methode Atlantis). Naast het implementeren van de nieuwe methode gaan we inhoudelijk ook de afstemming met begrijpend lezen verder onderzoeken. Dit om de samenhang tussen Veilig Leren Lezen (Versie Kim), voortgezet technisch lezen (Atlantis) en de begrijpend leesactiviteiten binnen Alles in 1 (geïntegreerde methode), Blits en Leesbegrip XL te waarborgen. Daarnaast gaan we leespromotie een belangrijke impuls geven door middel van het starten van een Bibliotheek op school. We willen de Bibliotheek op school openstellen voor alle leerlingen (van beide scholen) voor het lezen onder schooltijd. Ook de ouders van de peuters in de kinderopvang, de kleuters en groep drie leerlingen krijgen de gelegenheid om (voorleesboeken) te lenen. Dit traject koppelen we aan de signalering van laaggeletterdheid van ouders en de toeleiding naar de begeleiding van deze doelgroep door het Taalhuis Oisterwijk. Daarvoor zullen de professionals worden getraind.

Rekenen. De rekencoördinator gaat nadrukkelijk de trendanalyse van rekenen aan de hand van de toets resultaten en observaties in de groepen na, welke onderdelen aandacht behoeven. Dit wordt gekoppeld aan de inzet van de rekenkisten en de begeleiding van de leerkracht door de rekencoördinator in samenspraak met de interne begeleider. Daarnaast wordt nagegaan of er andere vormen van rekenonderwijs dienen te worden opgenomen in het onderwijs aanbod.

Pedagogisch-didactisch blijft het van belang dat het directe instructiemodel wordt toegepast bij de instructiemomenten binnen de verschillende vakgebieden. Het is van groot belang om middels reflectievragen de les met kinderen te evalueren zodat kinderen zicht krijgen op de groepsdynamiek en hun eigen leerproces en leervorderingen. Daarnaast wordt de leerkracht ondersteund door de expert voor mee- en hoogbegaafdheid. Afstemming over compacten van leerstof en verrijken van aanbod wordt met leerkracht en interne begeleider afgestemd. Naast deze inhoudelijke component zetten we in op Kanjeractiviteiten (we zijn een gecertificeerde Kanjerschool). In deze activiteiten wordt gewerkt aan sociaal emotionele ontwikkeling en komen onderdelen als de relatie met jezelf, de relatie met de ander en de relatie met de omgeving nadrukkelijk aan bod.

In het verlengde van pedagogisch-didactisch werken blijft het handelingsgericht werken (HGW) van belang. We sturen op doelen om daarmee de opbrengsten van ons onderwijs inhoud te geven. De doelen die gesteld worden, zijn realistisch en haalbaar. Om dit te kunnen vaststellen, dient het kind gekend te zijn in de diverse aspecten die aan het leren verbonden zijn. Daarvoor werken we met een geïntegreerd groepsoverzicht waarin de samenhang van leren en ontwikkelen voor elk kind zichtbar is gemaakt.

Kanjerlessen dragen bij aan een positief schoolklimaat. Daarnaast werken we met onderdelen van Continu Verbeteren (Jay Marino). We passen het maken van groepsafspraken met de groepsslogan aan het begin van het schooljaar toe. We werken met onderzoek doen door kinderen binnen de PDSA

40

– cyclus. We werken met het doelenbord en sturen op opbrengsten in de instrumentele leergebieden in samenspraak met kinderen. Ook werken we met doelen op het doelenbord op het gebied van gedrag. De onderdelen van Continu Verbeteren zoals groepsvergadering onder leiding van kinderen en het bespreken van de voorgang door kinderen met hun ouders (rapportverslag) zullen in deze planperiode verder worden ingevoerd.

Naast bovengenoemde hebben we in deze schoolplanperiode de ambitie om een uitgewerkt kwaliteitssysteem in te richten en toe te passen. Daarin willen we binnen het kader van Stichting Boom een school specifieke uitwerking maken. Onderdelen als vragenlijst met betrekking tot tevredenheid en sociale veiligheid van kinderen blijven (jaarlijks) standaard afgenomen worden en geanalyseerd. Daarnaast willen we tweejaarlijks deze onderdelen ook voorleggen aan ouders en leerkrachten. De uitwerking van de kwaliteitsthema’s en de daarbij horende indicatoren gaan we in een samenhangend systeem uitwerken waarbij (meet)instrumenten voor een deel op stichtingsniveau worden vastgesteld en voor een deel school specifiek worden ingevuld. Grondhouding daarbij is een onderzoekende attitude en een kritische dialoog. In de verdere uitwerking wordt ook de samenhang met het kwaliteitssysteem van het samenwerkingsverband Plein 013 nadrukkelijk meegenomen.

Beleidsstukken.Beleid van stichting Boom is ter inzage op school. Onder andere:

- Werken en leren in een professionele cultuur (scholingsbeleid)- Informatiebeveiliging en Privacy (AVG)- Dossier van medewerker van Stichting Boom- Onderwijs en leerlingenzorg onder of buiten schooltijd- Protocol medicijnverstrekking en het verrichten van medische handelingen- Beleidsprotocol toelating, schorsing en verwijdering

Bijlagen. 1. Koersplan 2020 – 2024 Stichting Boom2. Beleidsstuk Handelingsgericht werken3. Kwaliteitszorg Stichting Boom 2015 – 20194. De basisondersteuning5. Onderwijskwaliteit Stichting Boom 2019 – 20236. Kijkwijzer Directe instructie en grote kijkwijzer7. Beschrijving van de gesprekkencyclus met beoordelingsformat.

41