VoorbeeldenExamenvragenNT5Delen1&2

1
Voorbeelden examenvragen delen ‘Principes van taalverandering’ en ‘Diachrone syntaxis’ Er zullen 2 types van vragen zijn voor deze delen van de cursus: 1) Feitenvragen (b.v. definities, schets van specifieke ontwikkelingen). Enkele voorbeelden: Wat is analogie? Welk type van veranderingsproces is er aan het werk in volksetymologieën? Licht kort toe. Hoe ontstaat een afleidingsmorfeen? Hoe is de constructie Jan zijn boek is zoek ontstaan? Wat is er met de infinitief gebeurd in de geschiedenis van het Nederlands? 2) Analysevragen. Een voorbeeld: Het Nederlands heeft in zijn ontwikkeling een woordvolgorde-drift ondergaan. Geef in het volgende Middelnederlandse tekstje aan welke volgordes optreden die in het huidige Nederlands niet meer mogelijk zijn, en geef er toelichting bij. (Let op: de hertaling hieronder is een vrije, geen letterlijke weergave van de inhoud van de Middelnederlandse tekst.) Van desen daghe vortane salic goet ende ghetrouwe siin derbruederscap sente loys ende houden alle statute daer toe behoerende ende hare vrome meerren ende hare scade minderen na mine macht soe mij god help ende die heilege vader sente loy. Vanaf vandaag zal ik de broederschap van Sint-Elooi ten dienste zijn en trouw zijn, al haar statuten respecteren, en haar winsten vergroten en haar verliezen verminderen naar mijn beste vermogen. Zo helpe mij God en de heilige vader Sint Elooi. Op alle vragen voor deze delen van de cursus wordt een kort en bondig maar volledig antwoord verwacht: alle belangrijke elementen van de leerstof waar de vraag over gaat moeten aanwezig zijn, op een accurate manier weergegeven (met illustraties als relevant), maar het antwoord mag b.v. in schematische vorm gegeven worden, en in (een verstaanbare en duidelijke!) telegramstijl. Voor onderdelen van antwoorden die naast de kwestie zijn worden punten afgetrokken.

Transcript of VoorbeeldenExamenvragenNT5Delen1&2

Page 1: VoorbeeldenExamenvragenNT5Delen1&2

Voorbeelden examenvragen delen ‘Principes van taalverandering’en ‘Diachrone syntaxis’

Er zullen 2 types van vragen zijn voor deze delen van de cursus:

1) Feitenvragen (b.v. definities, schets van specifieke ontwikkelingen). Enkelevoorbeelden:

• Wat is analogie?

• Welk type van veranderingsproces is er aan het werk in volksetymologieën? Lichtkort toe.

• Hoe ontstaat een afleidingsmorfeen?

• Hoe is de constructie Jan zijn boek is zoek ontstaan?

• Wat is er met de infinitief gebeurd in de geschiedenis van het Nederlands?

2) Analysevragen. Een voorbeeld:

• Het Nederlands heeft in zijn ontwikkeling een woordvolgorde-drift ondergaan.Geef in het volgende Middelnederlandse tekstje aan welke volgordes optreden diein het huidige Nederlands niet meer mogelijk zijn, en geef er toelichting bij. (Letop: de hertaling hieronder is een vrije, geen letterlijke weergave van de inhoud vande Middelnederlandse tekst.)

Van desen daghe vortane salic goet ende ghetrouwe siin derbruederscap senteloys ende houden alle statute daer toe behoerende ende hare vrome meerrenende hare scade minderen na mine macht soe mij god help ende die heilegevader sente loy.

Vanaf vandaag zal ik de broederschap van Sint-Elooi ten dienste zijn en trouwzijn, al haar statuten respecteren, en haar winsten vergroten en haar verliezenverminderen naar mijn beste vermogen. Zo helpe mij God en de heilige vader SintElooi.

Op alle vragen voor deze delen van de cursus wordt een kort en bondig maarvolledig antwoord verwacht: alle belangrijke elementen van de leerstof waar de vraagover gaat moeten aanwezig zijn, op een accurate manier weergegeven (metillustraties als relevant), maar het antwoord mag b.v. in schematische vorm gegevenworden, en in (een verstaanbare en duidelijke!) telegramstijl. Voor onderdelen vanantwoorden die naast de kwestie zijn worden punten afgetrokken.