voor opdrachtgevers en relaties nr. 2 jaargang 14 | juli 2019 · 2019-07-10 · van de Nyenrode...

21
Besturen Het stuur in handen houden Valkuilen Voor de belegger PEPP Voor of tegen? Succesverhaal Beroepspensioenfonds Loodsen Grenzen Is formele zorgplicht genoeg? voor opdrachtgevers en relaties nr. 2 jaargang 14 | juli 2019

Transcript of voor opdrachtgevers en relaties nr. 2 jaargang 14 | juli 2019 · 2019-07-10 · van de Nyenrode...

Page 1: voor opdrachtgevers en relaties nr. 2 jaargang 14 | juli 2019 · 2019-07-10 · van de Nyenrode Business Universiteit en is ze vicevoorzitter van de ... ‘We zijn een project gestart

Besturen Het stuur in handen houden Valkuilen Voor de belegger PEPP Voor of tegen? Succesverhaal Beroepspensioenfonds

Loodsen Grenzen Is formele zorgplicht genoeg?

voor opdrachtgevers en relaties

nr. 2 jaargang 14 | juli 2019

Page 2: voor opdrachtgevers en relaties nr. 2 jaargang 14 | juli 2019 · 2019-07-10 · van de Nyenrode Business Universiteit en is ze vicevoorzitter van de ... ‘We zijn een project gestart

04 | Samen aan het stuurShaktie Rambaran Mishre, Pensioenfederatie: ‘Voor onder-nemingspensioenfondsen is de uitdaging vooral om de nauwe band met de deelnemers te combineren met een efficiënte uitvoering.’

08 | Verstand of gevoelVerstand en gevoel vechten om voorrang als mensen beslis-singen moeten nemen, ook als het professionele beleggers zijn. Hoogleraar Guido Baltussen vertelt hoe dat werkt.

14 | PEPPtalkOver het PEPP, het nieuwe Europese pensioenproduct voor de derde pijler, doen soms wilde verhalen de ronde. We zetten enkele feiten op een rij, plus de meningen van tegenstander Pieter Omtzigt en voorstander Sophie in ’t Veld.

22| Recht door ZeeStichting Beroepspensioenfonds Loodsen is klein en heeft een ongecompliceerde en conventionele blik op het besturen van een pensioenfonds. De resultaten zijn al jaren ruim boven het gemiddelde.

26 | Zoveel mensen, zoveel wensenKunnen we wonen en zorg integreren in de pensioen- opbouw? Marike Knoef legt uit waarom Netspar de wensen en mogelijkheden op dit gebied onderzoekt en wat we daar nu al van kunnen leren.

34 | Zoek de grenzen opEen zorgambitie voor een pensioenfonds gaat een stap verder dan hun formele zorgplicht. Emile Soetendal van de Pensioenfederatie verkent de grenzen.

38 | In de wandelgangenHilko de Brouwer is Hoofd Account Management Vermogensbeheer bij Blue Sky Group. Zijn nieuwe team zoekt de verbinding met de klant.

DRIELUIK ||| Nieuwe bestuurders Steeds vaker zien we externe bestuurders die functies vervullen bij verschillende bedrijven: wat drijft hen en wat zijn de voordelen?

12 | Marion Gout-van Sinderen

20 | Linda Gastelaars

32 | Monique van der Poel

2 3

Blauw is het relatiemagazine voor opdracht gevers en relaties van Blue Sky Group. In Blauw vindt u onderwerpen die te maken hebben met pensioen, in de breedste zin van het woord. Onderwerpen die prikkelen en u uitdagen de dialoog met ons aan te gaan.

Volg Blue Sky Group ook via LinkedIn

0812 | 20 | 3204 2634

Van zorgplicht naar

zorgambitie?

Drieluik externe

bestuurders

Colofon | Redactie Blue Sky Group | Tekst Bauke ter Braak, Land van Maas en Taal, Toine van der Stee | Art direction, ontwerp & illustraties Frissewind | Fotografie Don Wijns | Druk Aeroprint.

Wilt u Blauw niet langer ontvangen? Of wilt u juist meer informatie van Blue Sky Group ontvangen? Ga naar blueskygroup.nl/voorkeuren om uw voorkeuren te wijzigen.

Langlevenrisico

Als je van noord naar zuid door Europa reist, zie je geleidelijk het welvaartsniveau afnemen. Onlangs was ik op vakantie in de zuidelijke helft van Italië. Daar zie je de economische stilstand en de veroudering heel duidelijk. Allerlei bouwwerken zijn er in de loop van de eeuwen neergezet, waarna er nooit meer iets aan is gedaan. En dan doel ik niet op oude Griekse tempels. De infrastructuur is totaal versleten. Jonge mensen trekken weg op zoek naar een betere toekomst. En mede daardoor ogen de achterblijvers weinig vrolijk. Macro economisch zou je hier van een lang-levenrisico kunnen spreken. Het risico dat je economisch achterhaald raakt.

We zagen nog een ander langlevenrisico. Regelmatig bevonden we ons te midden van grote groepen reizende ouderen. Het viel ons op dat noch de toeristische infra-structuur noch de reizende ouderen zelf voldoende berekend waren op deze grote grijze reislust.

Er moet nog veel meer worden ingespeeld op de toenemende vergrijzing van de bevolking bij de ontwikkeling van producten en diensten. Zelf kunnen we daar ook iets aan doen. Zo pleit Marike Knoef in het interview in deze editie voor het gebruik van een deel van je pensioengeld om je woning geschikt te maken voor je oude dag. Of het nou om wonen of reislust gaat, voorbereiding is alles. Deze vormen van langlevenrisico kunnen we vermijden.

Toine van der Stee

Page 3: voor opdrachtgevers en relaties nr. 2 jaargang 14 | juli 2019 · 2019-07-10 · van de Nyenrode Business Universiteit en is ze vicevoorzitter van de ... ‘We zijn een project gestart

BLAUW JULI 2019

4 5

Shaktie Rambaran Mishre is opgeleid als jurist en bedrijfskundige. Ze werkte ruim tien jaar bij KPMG en was lid van de Raad voor het open-baar bestuur. De afgelopen jaren werkte zij als bestuursadviseur vanuit haar bureau Culture Consultancy. Naast haar werk voor de Pensioen- federatie is zij als docent verbonden aan het Executive Pensions Center van de Nyenrode Business Universiteit en is ze vicevoorzitter van de Raad van Commissarissen bij Univé Zuid-Holland.

›Samen

aan het stuur

Sinds december 2018 is ze bestuursvoorzitter van de Pensioenfederatie. Nu, een half jaar later, geeft

Shaktie Rambaran Mishre aan wat haar eerste ervaringen zijn. En ze blikt vooral ook vooruit naar de belangrijkste uitdagingen

in de nabije toekomst. Sleutelbegrippen zijn het tonen van eenheid en zorgen dat je zelf het stuur in handen houdt.

< naar inhoud

Page 4: voor opdrachtgevers en relaties nr. 2 jaargang 14 | juli 2019 · 2019-07-10 · van de Nyenrode Business Universiteit en is ze vicevoorzitter van de ... ‘We zijn een project gestart

BLAUW JULI 2019

6 7

Wat is na zes maanden je beeld van de pensioen sector?‘Ik heb de afgelopen 15 jaar in de financiële sector gewerkt. Wat me in vergelijking daar mee in deze rol de eerste maanden vooral op-viel was dat het bij een belangen-organisatie heel anders werkt dan bij een individueel pensioenfonds of een asset manager. Daar werk je gezamenlijk aan hetzelfde be- lang, namelijk dat van de organi-satie en haar deel nemers. Terwijl een belangenorganisatie te maken heeft met de verschillende belan-gen van verschillende type leden. Er zijn grote verschillen tussen fondsen: georganiseerd per bedrijfstak of per onderneming, de mate van vergrij zing, het soort regeling en de strategische keuzes.’

Klinkt als veel kikkers in een kruiwagen, op een hobbelige weg‘Zo erg is het gelukkig niet hoor. In mijn eerste half jaar heb ik vooral geobserveerd en veel gesprekken gevoerd: wat speelt er, waar liggen de belangrijkste uitdagingen? We moeten steeds nagaan wat ons verbindt, waarin onze gezamenlijkheid zit. Dat gezamenlijke doel hebben we nodig om slagkracht te ontwikke-len en om in de maatschappelijke discussie duidelijk te maken waar pensioenfondsen voor staan. Alleen dan kun je een relevante partij zijn. Dat leidt vervolgens tot de vraag waar we ons als federatie wel en niet voor inzetten, wat we van ons bureau vragen en hoe we onze leden zoveel mogelijk toege-voegde waarde kunnen bieden. Het is mijn ambitie om, vanuit die diversiteit, de ver schillende belan-gen samen te brengen, de rode

‘ Er zijn grote verschillen tussen fondsen: georganiseerd per bedrijfstak of per onder- neming, de mate van vergrijzing, het soort rege-ling en de strategische keuzes.’

‘ We moeten tijdig weten wat de nieuwe spel- regels worden, want daar moeten fondsen hun regelingen, systemen en communicatie op afstemmen.’

vooral om de nauwe band met de deelnemers, waar ze terecht aan hechten, te combineren met een efficiënte uitvoering. Daarbij is ook een wezenlijke rol weggelegd voor uitvoeringsorganisaties.

Welke ontwikkelingen zie je rond duurzaam beleggen?De aandacht daarvoor neemt bij fondsen duidelijk toe. We hebben in december 2018 met een grote groep fondsen het IMVB conve-nant ondertekend. Steeds meer pensioenfondsen hebben al een uitsluitingsbeleid geformuleerd, om bijvoorbeeld niet te beleggen in bedrijven die betrokken zijn bij kinderarbeid. Ook zie je vaker dat pensioenfondsen hun invloed als aandeelhouder gebrui ken om maatschappelijke doelen te beha-len.’

Wat kan de Pensioen-federatie daarbij betekenen?‘We zijn een project gestart om onze leden concreet en planmatig te ondersteunen bij het bepalen van hun strategische visie, hun onderscheidende vermogen via het ontwikkelen van scenario’s: wat willen, moeten en mogen ze in de toekomst?’

Er ligt nu in elk geval een pensioenakkoord‘Ja, en dat is een belangrijke stap op weg naar een toekomstbesten-dige oudedagsvoorziening. Het komt nu aan op de uitwerking. Daarbij is het belangrijk dat de fondsen goede keuzes kunnen maken in het belang van hun specifieke deelnemers. Het ene fonds is immers het andere niet.Ook moeten we tijdig weten wat de nieuwe spelregels worden,

draad erin te bepalen en die met elkaar vast te houden. Ook als niet altijd ieders afzonder lijke belang voor de volle honderd procent wordt gediend.’

Wat is de essentie in wat de fondsen bindt?‘Dan kom je allereerst uit bij begrippen als collectiviteit, risico-deling, not for profit. De kracht van pensioenfondsen zit er van oudsher in dat werk gever en werknemers het samen doen. Werknemers zijn als het ware mede-eigenaar van het aan- geboden pensioen product. Maar intussen is de wereld natuur lijk wel veranderd; daarom starten we een discussie met onze leden over de kern waarden van het pensioen fonds van de toekomst, vanuit het klantbelang.’

Hoe zie je de toekomst van ondernemings-pensioenfondsen?‘Er speelt veel. We hebben de afgelopen jaren natuurlijk een grote consolidatieslag gezien, van boven de duizend naar rond de tweehonderd fondsen. Dat had alles te maken met strengere eisen en het behalen van schaalvoor-delen, om zo de uitvoeringskosten beheersbaar te houden. Ook voor het benutten van alle moderne technologie, bijvoor beeld in com-municatie, is schaalgrootte van belang. Je ziet ook dat fondsen moeite hebben om de juiste men-sen te vinden voor hun besturen en voor sleutelfuncties, zoals ver-plicht gesteld in IORP II. De con-solidatie zal dan ook, wellicht enigszins afgevlakt, nog wel even doorgaan. Voor ondernemings-pensioenfondsen is de uitdaging

want daar moeten fondsen hun regelingen, systemen en commu-nicatie op afstemmen. Wij zullen samen met de fondsen vanuit de praktijk input leveren over de uit-voerbaarheid en over de impact voor de deelnemers.’

De eisen die de toezicht- houder aan bestuurders stelt, worden strenger. Moeten we meer bestuur-ders van ‘buiten’ halen? ‘Mijn uitgangspunt is dat je niet moet werken aan een goed bestuur omdat de toezichthouder het wil, maar omdat je het zélf belangrijk vindt. Ik heb de afgelo-pen jaren bestuurders begeleid in de aanloop naar toetsing door DNB en het is niet mijn ervaring dat de toezichthouder verlangt dat je het schaap met vijf poten vindt. Wel is het belangrijk dat je com-plementair aan elkaar bent. Dan gaat het om kennis en ervaring, maar ook om karakter en denk-wijze. Frisse wind ‘van buiten’

werkt daarbij goed om bestaande patronen te doorbreken. Het is natuurlijk niet de bedoeling dat de toezichthouder bepaalt welke kan-didaat het moet worden, maar het is bijvoorbeeld wél goed dat DNB aandacht vraagt voor gedrags- wetenschappelijke aspecten, voor kennis op het gebied van techno-logie en marke ting. Maar waar je naar toe wilt, is dat pensioen-fondsen daar zelf al op sturen.’

Verder is de regeldichtheid natuurlijk ook groot‘Ja, maar tegelijkertijd zie ik ook dat pensioenfondsen, vanuit hun verantwoordelijkheid, ruimte kunnen creëren. Wanneer je aan-geeft hoe je naar de geest aan een bepaald vereiste wilt voldoen, valt daar met de toezichthouder over te praten. De sleutel is dat je binnen een pensioenfonds met elkaar het gesprek moet aangaan: wat voor fonds zijn we, wat voor kenmer-ken en ambities hebben we, hoe behartigen we het deelnemers-

belang en wat voor bestuur hoort daarbij? Als je daarvoor een goed verhaal hebt, is er ook ruimte voor een goed gesprek over de invulling van ‘principle based’ regelgeving. Dan kun je de toe-zichthouder daarin meenemen en zorg je tegelijkertijd dat je zelf aan het stuur blijft.’

Het bestuursvoorzitterschap is een parttime baan, maar aan uitdagingen geen gebrek. Hoeveel dagen in de week doe je het?‘In mijn inwerkperiode en nu met de discussie rond het nieuwe pensioencontract is het al gauw vijf dagen in de week.’

Dat klinkt eigenlijk meer als een fulltime baan‘Eh, ja. En ik heb het vermoeden dat er ook de komende tijd altijd wel zaken zullen spelen waaraan ik aandacht moet en wil besteden. Dus het zal wel druk blijven…’ ◊

< naar inhoud

‘ Mijn uitgangspunt is dat je niet moet werken aan een goed bestuur omdat de toezichthouder het wil, maar omdat je het zélf belangrijk vindt.’

Page 5: voor opdrachtgevers en relaties nr. 2 jaargang 14 | juli 2019 · 2019-07-10 · van de Nyenrode Business Universiteit en is ze vicevoorzitter van de ... ‘We zijn een project gestart

BLAUW JULI 2019

8 9

Verstand of gevoel? De valkuilen voor de belegger

Verstand en gevoel vechten om voorrang als mensen beslissingen moeten nemen, ook als het

professionele beleggers zijn. In de wetenschap is dat het werkterrein van de behavioural finance en hoogleraar Guido Baltussen van de Erasmus

Universiteit weet daar alles van.

Guido Baltussen is hoogleraar behavioral finance en financiële markten aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam. Daar-naast is hij bij Robeco Asset management verantwoordelijk voor het Quant Allocation Team. Hij heeft een groot aantal publica-ties op zijn naam staan in toonaan-gevende wetenschap-pelijke tijdschriften en algemene media in binnen- en buiten-land.

< naar inhoud

Page 6: voor opdrachtgevers en relaties nr. 2 jaargang 14 | juli 2019 · 2019-07-10 · van de Nyenrode Business Universiteit en is ze vicevoorzitter van de ... ‘We zijn een project gestart

BLAUW JULI 2019

10 11

‘Behavioural finance gaat om het toepassen van inzichten vanuit psychologie en de sociologie in een financiële context. Je probeert het gedrag van markten en beleggers te begrijpen, en de wederzijdse impact. Het belangrijkst is de onderkenning dat ons gedrag en onze keuzes voortkomen uit hoe onze hersenen werken, hoe die zich door de evolutie heen hebben ontwikkeld. Dat werkt bij alle mensen ongeveer op dezelfde manier en het is heel persistent: kleine veranderingen kosten duizenden jaren.’ Ter vergelijking, om de verbinding met beleggingen te maken: de eerste officiële uitgifte van verhandelbare aandelen, van de VOC, vond in 1602 plaats in Amsterdam. En de effectenbeurs in Amsterdam, de eerste échte aandelenbeurs ter wereld, werd in 1611 in gebruik genomen. In de 500 jaar daarna heeft de evolutie in onze hersenen nog niet veel veranderingen teweeggebracht.

Emotie is dominantIn onze hersenpan vechten gevoel en verstand om voorrang. Baltussen: ‘De emotionele component overheerst vaak de cognitieve component. Emotie is dominant bij onze keuzes, dat is er in de evolutie ingehamerd. We vechten, we vluchten of blijven doodstil staan: fight, flight or freeze. Het is essentieel dat we ons dat realiseren. De valkuil is dat de emotie het overneemt, zonder dat we ons daarvan bewust zijn.’Baltussen noemt een voorbeeld. Een aantrekkelijke

jongeman in hippe kleren, met een verblindend mooie vriendin en een dito sportwagen: is dat een duurbetaalde voetballer uit de Premier League of een verpleger uit de provincie? Bijna iedereen zal denken dat de jongeman voetballer is. Baltussen: ‘Terwijl de kans statistisch groter is dat het een verpleger is. Maar we kunnen het geschetste beeld niet matchen met dat van een verpleger. Dat is hoe onze hersenen werken en het is een belangrijke gedragsvalkuil. Als aandelen het de laatste tijd goed hebben gedaan, dan leidt dat tot gunstige verwachtingen voor toekomstige rendementen en voor zwakke rendementen geldt het omgekeerde. En mensen baseren daar dus hun keuzes op. Bij een duidelijke trend of richting kan dat best verstandig zijn. Maar vaak is het helemaal niet zo duidelijk.’

Wijsheid achterafDat brengt de belegger bij de volgende valkuil: als iets goed uitpakt, vinden we achteraf dat er een verstandige beslissing is genomen. Bijvoorbeeld de keuze om in bepaalde aandelen te beleggen. Dat verschijnsel heet hindsight, wijsheid achteraf in goed Nederlands. Baltussen: ‘Stel dat twee beleggingsexperts op een bepaald moment moeten kiezen tussen twee beleggingen, die allebei een even grote kans op succes hebben. Achteraf vinden we dan dat degene wiens keuze goed heeft uitgepakt, een verstandige beslissing heeft genomen. Het lijkt dan alsof de daadwerkelijke uitkomst

‘ We willen graag beter dan gemid- deld zijn, dat voelt plezierig. Maar die zelf-overschatting kan nare gevol-gen hebben.’

waarschijnlijker was. Maar dat was in werkelijkheid dus niet zo. Feitelijk ben je dan niet kritisch genoeg op je beslissing. We dichten onszelf dan toe dat we iets zagen aankomen, terwijl dat niet zo was. We willen ons niet slecht of onverstandig vinden, we praten het op de een of andere manier recht voor onszelf. En daardoor voelen we ons beter. Zo zitten we in elkaar. Maar dat is een gevaarlijke valkuil, want dat verkeerde oordeel over de kwaliteit van beslissingen in het verleden kan leiden tot verkeerde beslissingen voor de toekomst. En tot zelfoverschatting.’

Meerderheid beter dan gemiddeldEn van die zelfoverschatting hebben we in algemene zin ook al last. Een bekend voorbeeld: vraag aan een zaal mannen wie zichzelf een beter dan gemiddelde automobilist vindt. Dan steekt al gauw zeventig procent zijn vinger op, en dat kan statistisch natuur-lijk niet. Baltussen: ‘We willen graag beter dan gemiddeld zijn, dat voelt plezierig. Maar die zelf-overschatting kan nare gevolgen hebben, ook in de financiële wereld. En als we keuzes maken nadat we net hebben verloren, zijn we geneigd meer risico’s te nemen, juist door wat er net daarvoor is gebeurd. Ook dat is een emotionele, en geen rationele keuze. We kennen dat uit het casino: quitte of dubbel. Dat soort emoties mag beleggingskeuzes natuurlijk niet beïnvloeden.’ Dit soort effecten kan elkaar ook versterken. De

combinatie van wijsheid achteraf en een te groot zelfvertrouwen kan bijvoorbeeld leiden tot te agressief handelen, met alle gevolgen van dien.

Bewustzijn, discipline en toolsMaar hoe voorkom je dat? Baltussen: ‘De kunst is dat we het niet zo ver laten komen, dat je de emotie niet laat overheersen. Dat is lastig, want op spannende momenten voel je die emotie heel sterk. Het is aller-eerst noodzakelijk dat je je ervan bewust bent dat de emotie makkelijk de overhand kan krijgen. En ten tweede vergt het de nodige discipline om met beslis-singen tegen het gevoel in te gaan.’Gelukkig staat er tegenwoordig een beter hek langs de rand van de afgrond. ‘Het systeem is nu veel beter beveiligd. Het is niet meer die wereld van woest met blaadjes zwaaiende mannen op een chaotische fysieke beursvloer, waarbij het erom ging wie het hardst riep. Het was ook een wereld die een bepaald type mensen aantrok. Steeds meer gaat tegenwoordig elektronisch, met slimme algoritmes. Zulke algoritmes zijn door-gaans goed geprogrammeerd, daar is veel onderzoek voor gedaan. Daarom is het een effectieve manier om de emotie niet de overhand te laten krijgen. Nudging-tools helpen ook om valkuilen te vermijden. Professionele beleggers hebben meer kennis, meer ervaring en meer tools. Dat helpt, maar het is geen garantie dat je alle valkuilen weet te vermijden. Want mensen zijn zich niet altijd bewust van die valkuilen. Ook beleggers niet.’ ◊

‘ Emotie is dominant bij onze keuzes. We vechten, we vluchten of blijven doodstil staan: fight, flight or freeze. Het is essentieel dat we ons dat realiseren.’

< naar inhoud

Page 7: voor opdrachtgevers en relaties nr. 2 jaargang 14 | juli 2019 · 2019-07-10 · van de Nyenrode Business Universiteit en is ze vicevoorzitter van de ... ‘We zijn een project gestart

12

BLAUW JULI 2019

13

JUNI 2019

Marion Gout-van Sinderen heeft veel ervaring in bestuurlijke functies bij de ministeries van Economische Zaken, Verkeer en Waterstaat en Defensie, bij ProRail, de gemeente Wassenaar, Medisch Specialisten Noord West (MSNW) en sinds maart dit jaar als lid van de Eerste Kamer. Per januari 2019 is zij voorzitter van de raad van toezicht van het Pensioenfonds Vliegend Personeel KLM.

Bron van inspiratie‘Ik was altijd al geïnteresseerd in de pensioensector. Er gebeurt zo

enorm veel en het maatschappelijke belang ervan spreekt mij erg aan. Daarom heb ik mij rond 2014 aangemeld bij een headhunter en diverse pensioenopleidingen gevolgd om mijn bestuurlijke ervaring aan te vullen met voldoende specifieke kennis van de pensioenwereld. Het viel mij op hoe vaak kandidaten uit de pensioensector toch net de voorkeur kregen voor de beschikbare vacatures.

In de nieuwe raad van toezicht van Pensioenfonds Vliegend Personeel KLM komt veel kennis en ervaring samen van binnen en buiten de sector. Ik zie dat als een voordeel. Door mijn bestuurservaring kan ik mij goed inleven in de positie van het bestuur en toch onafhankelijk en kritisch zijn. Ik vind een duidelijke scheiding van taken van het grootste belang. Zo blijft het bestuur altijd het gezicht van het pensioenfonds naar de deelnemers. De raad van toezicht moet het bestuur vooral positief inspireren. Vanzelfsprekend controleren wij ook of aan alle plichten wordt voldaan. Maar ik probeer altijd te laten merken hoezeer de raad betrokken is en dat we proberen het bestuur met kennis, ideeën en soms lastige vragen een extra impuls te geven om de vele uitdagingen aan te gaan. Na een goede vergadering met de raad van toezicht moet het bestuur het gevoel hebben dat ze weer even goed op scherp zijn gezet en inspiratie hebben kunnen bijtanken.

Het vervullen van meerdere bestuurlijke en toezichthoudende functies vervullen zie ik niet als een probleem, maar juist als een bron van inspiratie en ervaring die je kunt delen. Zolang de rollen inhoudelijk maar niet conflicterend zijn.

Het is altijd de kunst om de kennis zó aan te bieden, dat het als inspiratie en advies wordt ervaren en niet als bemoeizucht. Ik merk zelf, bijvoorbeeld in mijn taken als bestuursvoorzitter en algemeen directeur van MSNW, hoe gemakkelijk het is om je te verliezen in ‘de waan van de dag’. Het is dan goed dat de raad van toezicht mij motiveert om toch tijd vrij te maken voor het ontwikkelen van een langetermijnvisie. Ook al ben je inhoudelijk en organisatorisch nog zo goed bezig, iedereen ziet wel eens iets over het hoofd of kan even blind zijn voor eigen beperkingen. De toezichthouder kan dan een prachtige back-up zijn!

DRIELUIK ||| Onafhankelijke externe bestuurdersSteeds vaker zien we externe bestuurders die functies vervullen bij verschillende bedrijven: wat drijft hen en wat zijn de voordelen?

Het is altijd de kunst om de kennis zó aan te bieden, dat het als inspiratie en advies wordt ervaren en niet als bemoeizucht.

< naar inhoud

Page 8: voor opdrachtgevers en relaties nr. 2 jaargang 14 | juli 2019 · 2019-07-10 · van de Nyenrode Business Universiteit en is ze vicevoorzitter van de ... ‘We zijn een project gestart

BLAUW JULI 2019

14 15

In Nederland hebben we – ondanks alle uitdagingen – onze pensioenzaken aardig voor elkaar. Maar in veel Europese landen is en wordt onvoldoende pensioen opgebouwd. Voor veel Europeanen is er nauwelijks een staatspensioen, is er niet collectief gespaard en zijn er onvoldoende goede pensioen-producten in de derde pijler.

Dat vindt de Europese Commissie onwenselijk, zowel vanuit sociaal als economisch perspectief gezien. Welzijn en een zekere financiële stabiliteit in alle lidstaten is belangrijk om problemen in en tussen de verschillende landen te voorkomen. Daarnaast kan extra pensioenspaargeld de Europese economie stimuleren.

Met het Pan Europees Persoonlijk Pensioenproduct (PEPP) wil de Europese Commissie voor al haar inwoners een eenvoudige en betrouwbare pensioenopbouw bereikbaar maken. Op vrijwillige en individuele basis, in de derde pensioenpijler. Op 4 april is het voorstel aangenomen voor introductie van het PEPP. Nederland heeft als enige van de 28 landen tegen gestemd.

PEPPtalk

15

• Het product is eenvoudig van opzet en gebaseerd op een kapitaalgarantie of op een life cycle-investeringstechniek.

• Pensioenaanbieders in de derde pijler zijn verplicht in elk

geval de ‘Basic PEPP’ aan te bieden. Daarnaast mogen zij tot vijf alternatieven aanbieden.

• Spaarders hebben het recht om van aanbieder te wisselen,

en om hun PEPP mee te nemen naar een ander land. Zij kunnen daar verder sparen in hetzelfde account.

• EIOPA (European Insurance and Occupational Pension-

funds Authority) staat garant voor eenduidige kwaliteit en veiligheid. Deze aspecten worden doorlopend gecontroleerd.

• Toelating van PEPP op de markt, en toezicht op de aanbieders is in handen van de nationale toezichthouders. EIOPA kan wel ingrijpen als er ondeugdelijke producten worden aangeboden.

• Omdat een eenmaal goedgekeurd PEPP product in

meerdere landen kan worden aangeboden, is er schaalvoordeel te behalen.

• Voor klachten kunnen spaarders bij de toezichthouder in

eigen land terecht, ongeacht in welke lidstaat de aanbieder zich bevindt.

PEPP is een vrijwillig pensioenproduct voor de derde pijler volgens Europees vastgestelde regels. Hiermee kunnen mensen in heel Europa aanvullend voor hun pensioen sparen.

We vragen Sophie in ’t Veld, de EU-rapporteur over dit onder- werp, hoe het nu precies zit met het PEPP. Pieter Omtzigt licht toe waarom Nederland heeft tegengestemd.

< naar inhoud

Page 9: voor opdrachtgevers en relaties nr. 2 jaargang 14 | juli 2019 · 2019-07-10 · van de Nyenrode Business Universiteit en is ze vicevoorzitter van de ... ‘We zijn een project gestart

BLAUW JULI 2019

16 17

PEPPtalkSophie in ’t Veld steekt haar irritatie over de houding van het Kabinet niet onder stoe-len of banken als het gaat over hoe Nederland als enig Europees land tegen het PEPP voorstel heeft gestemd. ‘Want daar is nu werkelijk geen enkel steekhoudend argu-ment voor te bedenken’, zegt zij beslist. Ze legt het graag uit.

‘Feitelijk is het PEPP een lijstje met eisen waaraan een Europees pensioenproduct voor de derde pijler moet voldoen. Een soort keurmerk, dat ervoor zorgt dat mensen in Europa vrijwillig en op een veilige manier, aanvullend kunnen sparen voor hun pen-sioen. Omdat we in ons land al zo’n goed pensioensysteem heb-ben, is het niet te verwachten dat enorme aantallen Nederlanders zich hierop zullen storten. Maar het is wel belangrijk, ook voor Nederland, dat zoveel mogelijk Europeanen een goed pensioen kunnen opbouwen.

In Nederland kan PEPP wel een welkome aanvulling zijn op de derde pijler pensioenproducten. Die zijn op dit moment niet slecht, maar het rendement kan zeker nog ver-beterd worden. Een beetje concur-rentie van scherp gecontroleerde partijen kan helemaal geen kwaad. Nederlanders die verhuizen naar een ander Europees land kunnen met een PEPP gewoon doorsparen op hun eigen rekening. Ook voor de sociaal-economische positie van bij-voorbeeld migranten kan een der-gelijk systeem een oplossing zijn. Dat haalt de druk van de nationale voorzieningen van de betreffende landen af.

Waarom makkelijk doen als het moeilijk kan?

Sophie in ’t Veld is Europarlementariër voor D66 en rapporteur over het PEPP in het Europees Parlement.

Al onze eisen ingewilligdOns Kabinet heeft op het concept-voorstel een aantal ‘red lines’ opgesteld, met daarin alle moge-lijke punten die het PEPP voor Nederland onaanvaardbaar zou-den maken. Zo wilde het Kabinet o.a. dat de pensioenfondsen geen PEPP mochten aanbieden, en dat er geen fiscale aspecten in zouden zitten, omdat die zouden kunnen botsen met nationale belasting- regels. Al deze ‘red lines’ zijn door de Europese Commissie volledig gerespecteerd. Pensioenfondsen mogen de producten dus niet aan-bieden en in PEPP zitten geen fiscale elementen: elke lidstaat beslist zelf over fiscale voordelen voor pensioensparen.

PEPP mag alleen op de markt worden gebracht als het is toe- gelaten door een nationale toe-zichthouder van een lidstaat. Die kan ook beslissen een PEPP weer van de markt te halen. Daarnaast zijn alle lidstaten vertegenwoor-digd in EIOPA, die ook nog toe-zicht houdt en kan ingrijpen als een product ondeugdelijk is of schadelijk voor de spaarder of voor de financiële stabiliteit van Europa. Kortom: PEPP is voorzien van talloze controlemechanismen en lidstaten hebben zelf een stevige grip op het proces. Vanzelfsprekend mag ‘de nood-rem’ niet worden misbruikt door een lidstaat om hun markt op slot te gooien. De algemene regels van de EU-verdragen en van de interne markt zijn ook gewoon op PEPP van toepassing.

En toch blijven we maar zoeken naar argumenten om nee te kun-nen zeggen. Die zijn lastig te vin-den, want PEPP is een vrijwillig product, dat volkomen los staat van onze publieke pensioen- voorzieningen. Het klinkt misschien lekker strijdbaar of stoer om te zeggen dat ‘Brussel

kabinet zijn pijlen zou richten op het beheersen van deze ontwikkelingen. Daar lekt onze soevereiniteit namelijk echt weg! Google eet de nationale belastingdiensten als ontbijtNationale soevereiniteit is toch een beetje een idee-fixe gewor-den. Niet door Europa, maar door grote internationals. Die trekken zich geen barst aan van onze nationale belastingstelsels. Google eet de nationale belastingdiensten als ontbijt. Gigantische winsten vloeien Europa uit. Landen beconcurreren elkaar met belas-tingtrucs om grote bedrijven maar binnen de grenzen te krijgen of te houden. Daar moeten we mee ophouden, want het maakt ons armer en zwakker. We moeten juist samen een vuist maken om te zorgen dat we geen speelbal worden van de grote bedrijven of van landen zoals de V.S. en China. Die vinden al dat gekibbel prachtig en nemen glim-lachend de boel over. Een fiscale unie, die dus niet in de plaats van de nationale stelsels komt, maar als een soort toegangspoort ervóór, zou daarbij kunnen helpen.

PEPP is ook nog eens een mooie kans voor solide Nederlandse bedrijven die met die extra kwaliteitsgarantie veel gemak- kelijker de Europese markt op kunnen. Oost Europese landen bijvoorbeeld hebben vrijwel geen eigen financiële sector. Dat zijn nu al bijna allemaal internationale partijen die hun winsten weer laten terugvloeien naar hun eigen land.

Hoe dan ook, het is vooral heel belangrijk om Europese markten en hun inwoners houvast te kunnen bieden met een eenduidig en veilig, vrijwillig pensioen- product.’

met zijn tengels van onze pensioenpotten moet afblijven’, maar het is echt een broodjeaap-verhaal. Brussel kan helemaal niet aan onze pensioenpotten zitten en zou het ook niet eens willen.

Ik vind deze stemmingmakerij heel jammer. Het is niet goed voor Nederland als we in Europa de naam krijgen van ‘dwarsliggen om het dwarsliggen’. Straks op een ander dossier hebben wij de steun van anderen weer nodig. De echte bedreiging voor onze pensioenen is het onvermogen van Nederland om onze eigen tweede pijler te hervormen.

De wereld gaat gewoon verder zonder onze goed-keuringStandaardisering zoals deze maakt onze markt sterker en veiliger. En dat is nodig want we zien nu partijen uit de hele wereld op de Europese markt verschij-nen, die zonder enige controle hun producten aanbieden. Daar zitten ook nog wel wat cowboys tussen en natuurlijk machtige partijen als internetgiganten en telecomaanbieders. Hun macht is enorm en zij staan te trappelen om ook financiële producten in Europa aan te bieden. Het is al pijnlijk duidelijk geworden hoe lastig het is om grip te krijgen op de werkwijze van deze bedrijven. Zonder eenduidige Europese regelgeving kunnen zij met iedere regering andere afspraken maken. Je kunt je afvragen of ieder land tegenover zulke com-merciële giganten even sterk in zijn schoenen zal staan als het gaat om veiligheid of het belang van de consument. Kleine innovatieve bedrijven kun-nen al die onderhandelingen niet faciliteren en worden opgekocht door de grote, die dus nog sneller groeien en nog meer macht krijgen. Ik zou liever zien dat het

‘ Het is echt een broodjeaap- verhaal. Brussel kan helemaal niet aan onze pensioenpotten zitten en zou het niet eens wil-len.’

’ We moeten juist samen een vuist maken om te zorgen dat we geen speelbal worden van de grote bedrijven of van landen zoals de V.S. en China.’

< naar inhoud

Page 10: voor opdrachtgevers en relaties nr. 2 jaargang 14 | juli 2019 · 2019-07-10 · van de Nyenrode Business Universiteit en is ze vicevoorzitter van de ... ‘We zijn een project gestart

BLAUW JULI 2019

18 19

‘Het is prima om de pensioen- opbouw in Europa te helpen verbeteren. Dat is goed voor de economie in Europa, en dus ook voor Nederland. Maar waarom dat nu zo nodig aan alle landen op- gelegd moet worden met een uniform product? Dat blijft voor mij een vraagteken. Ik begrijp ook heel goed, dat landen op dit moment kiezen voor een pensioen- opbouw in de derde pijler in plaats van het ontwikkelen van een tweede pijlerconstructie zoals wij die hebben. Wij lopen immers ook

tegen flinke uitdagingen aan om ons pensioensysteem aan te passen aan de eisen en wensen van deze tijd. De arbeidsmarkt is behoorlijk veranderd. Ook de veranderende leeftijdsopbouw van de bevolking, het veel vaker wisselen van werkgever en de toename van mensen die – vaak als zzp’ers - een eigen onder- neming starten, vragen om stevige vernieuwingen. En wij merken maar al te goed hoe lastig het is om een systeem aan te passen als het eenmaal bestaat.

PEPPtalkDit kunnen landen ook prima zelf regelen

Pieter Omtzigt ziet meer nadelen dan voordelen van het PEPP. Vooral de gevolgen voor het belastingstelsel ziet hij als een potentieel gevaar. Daarnaast ziet hij niet in voor welk probleem het PEPP een oplossing biedt. Hij legt uit waarom hij de Nederlandse tegenstem ondersteunt.

Pieter Omtzigt houdt zich als lid van de Tweede Kamer voor het CDA onder andere bezig met pensioenen.

Standaardisering levert ons niets op De keuze van Europa voor het ontwikkelen van producten in de derde pijler en niet in de tweede, vind ik logisch. Ik ben alleen van mening dat de Europese landen die producten prima zelf op hun eigen markten kunnen brengen. Ik wil ook nog met alle genoegen aanbevelingen doen vanuit onze lange ervaring in Nederland om andere landen te helpen een goed systeem op te zetten en ze voor bepaalde valkuilen te waarschu-wen. Maar laat ieder land zelf beslissen hoe ze dit willen doen en onder welke voorwaarden ze deze derde pijler producten willen toelaten op hun markten. Daar is echt geen Europese standaar- disering voor nodig. Een scenario wat ook niet ondenkbaar is: als onze tweede pijler in de toekomst echt ingrijpend hervormd wordt, dan zou die wel eens behoorlijk veel op een PEPP product kunnen gaan lijken. De kans bestaat dat Europa dan toch zegt: ‘voeg die systemen maar samen.’

Belastingchaos Mijn grootste zorgen betreffen de mogelijke problemen met ons belastingstelsel. Hoe ga je zo’n product belasten? Bij inleg, bij de uitkering of ook tijdens de opbouw? Met al die verschillende nationale belastingstelsels in

‘�Onze tweede pijler zou in de toekomst wel eens behoorlijk op een PEPP product kunnen gaan lijken. De kans bestaat dat Europa dan toch zegt: ‘voeg die systemen maar samen.’

‘ Hoe ga je zo’n product belas-ten? Bij inleg, bij de uitkering of ook tijdens de opbouw?’

Europa zie ik het gebeuren dat er vroeg of laat zal worden aan- gestuurd op harmonisering van de belastingregels, speciaal voor dit product. Er is door de Euro-pese Commissie ook al uit- gesproken, dat zo’n harmoni- sering een wens is. Zoiets zou enorme consequenties hebben, waar we niet op zitten te wachten.

Een goed derde pijler product zou beslist welkom zijn voor zzp’ers die pensioen willen opbouwen en hiervoor nu geen aantrekkelijk product kunnen vinden. Maar dat hoeft niet per se een Europees standaardproduct te zijn. Verder zijn er maar heel weinig mensen die baat hebben bij de mogelijkheid van PEPP om je opbouw mee te nemen naar een ander land als je (regelmatig) ver-huist. Ook voor bijvoorbeeld grensarbeiders levert een PEPP product niet zo veel op. Het levert pas wat op bij duidelijk fiscale regels. En deze grens-ar-beiders hebben vaak juist de grootste problemen met de ver-schillende AOW-leeftijden.

Verantwoordelijkheid Een ander nadeel is, dat je het vermogen onder toezicht brengt van een buitenlandse toezicht- houder en in ultimo ook een buitenlands parlement dat belasting kan heffen.

Natuurlijk, de Nederlandse Tweede Kamer kan een belasting op pensioenfondsen invoeren. Maar partijen die daarvoor stemmen, zullen dat voelen bij de volgende verkiezingen. Als dat in het bui-tenland gedaan wordt, is er geen manier dat te stoppen. Dit is overigens heel principieel. De Amerikaanse revolutie begon met ‘no taxation without repre-sentation’. Nou hier zet je de deur open.Natuurlijk gebeurt dat niet zo- maar. Maar als een land in de financiële problemen zit, gebeurt het. Cyprus onteigende een deel van de banktegoeden in de crisis. Als er grote pensioentegoeden waren ondergebracht, dan zouden die ook gedeeltelijk belast of ontei-gend zijn. En daarover kunnen Nederlandse politici niets te zeggen hebben gehad. Ik vind een natio-naal pensioenstelsel met nationaal toezicht dus ook vanuit democra-tisch oogpunt zeer wenselijk.

Je kunt heel gemakkelijk roepen dat dit nu allemaal niet aan de orde is, maar ik vind dat de gevol-gen die op termijn zouden kunnen voortvloeien uit zo’n regeling soms ernstig worden onderschat. En als ik dan zie hoe minimaal de voor-delen van zo’n Pan Europese regeling voor ons zijn, zou ik echt niet weten waarom we voor had-den moeten stemmen. ◊

< naar inhoud

Page 11: voor opdrachtgevers en relaties nr. 2 jaargang 14 | juli 2019 · 2019-07-10 · van de Nyenrode Business Universiteit en is ze vicevoorzitter van de ... ‘We zijn een project gestart

BLAUW JULI 2019

2120

Ook - en misschien wel juist - jongeren hebben er alle belang bij dat er een verstan-dig en consistent beleid wordt gevoerd.

21

Linda Gastelaars vervult bestuursfuncties bij de pensioenfondsen van Koninklijke Cosun, Staples en Citigroup Nederland en is lid van het belanghebbenden-orgaan van het Centraal Beheer APF. Met diverse studies in econometrie, actuariaat, pensioenen en verzekeringen is zij niet toevallig als bestuurder in de pensioenwereld terechtgekomen. Zij adviseerde en certificeerde pensioen-fondsen, besturen en risicocommissies bij Towers Watson en PWC. Sinds 2017 leidt zij een eigen adviesbureau in pensioen- en risicomanagement.

Gezamenlijke kennis en visie optimaal gebruiken

‘In de jaren dat ik nu met en voor verschillende partijen in de pensioenwereld heb gewerkt, blijft voor mij de complexiteit bij pensioenfondsen het meest interessant. De rekenmodellen, de juridische vraagstukken en de processen en technieken achter de pensioen-administratie zijn heel boeiend. Maar ook de onderlinge samenhang en de communicatie met de deelnemers maken het een fantastisch vakgebied. Ik zie hoe verschillende fondsen hun vraagstukken anders oplossen. Door verschillen in de financiële situatie, in de verwachtingen van de achterban of door verschillende bestuursleden. Het is heel waardevol om te kunnen vergelijken hoe besluiten tot stand komen en hoe ze uiteindelijk uitpakken. De verschillende argumenten en ziens-wijzen op de ene bestuurstafel kan ik weer meenemen naar de andere. Op die manier kom je uiteindelijk overal tot betere besluitvorming. En dat is belangrijk voor de hele samenleving. Ook – en misschien wel juist – jongeren hebben alle belang bij een verstandig en consistent beleid, waarbij het belang van alle deelnemers voorop staat.

Ik vind het daarom goed dat er een professionaliseringsslag heeft plaatsgevonden en dat er aandacht is voor diversiteit aan de bestuurs-tafel. Ik denk dat dit ook heeft bijgedragen aan de huidige mix van interne en externe bestuurders. Meerdere invalshoeken helpen tunnel-visie te voorkomen en zijn heel belangrijk voor de geloofwaardigheid van pensioenfondsen. Een vertegenwoordiging van jong en oud, mannen en vrouwen, maar ook sociale, culturele en kennisdiversiteit zijn een groot voordeel. Zolang je samen maar de benodigde competenties hebt. Zo zijn de ‘oude rotten in het vak’ vaak een bron van informatie en ervaring. De zogenaamde paritaire bestuursleden voelen vaak precies aan wat er leeft binnen de onderneming en de externe leden kunnen specialistische kennis meebrengen. Ik ervaar tot nu toe altijd wederzijds respect tussen de verschillende bestuursleden. Gelukkig, want we zijn samen wel een financiële instelling aan het besturen met een belangrijke economische en maatschappelijke taak!’

DRIELUIK ||| Onafhankelijke externe bestuurdersSteeds vaker zien we externe bestuurders die functies vervullen bij verschillende bedrijven: wat drijft hen en wat zijn de voordelen?

< naar inhoud

Page 12: voor opdrachtgevers en relaties nr. 2 jaargang 14 | juli 2019 · 2019-07-10 · van de Nyenrode Business Universiteit en is ze vicevoorzitter van de ... ‘We zijn een project gestart

BLAUW JULI 2019

22 23

Directeur Rajesh Grobbe (links) en voorzitter Robert de Jonge (rechts).

Een klein onafhankelijk fonds dat al jaren floreert: het kan wél!

Er is voor loodsen

maar één weg: recht door zee

Ook in deze consoliderende markt zijn er relatief kleine fondsen die het ‘gewoon’ goed blijven doen. Zoals het

Beroepspensioenfonds Loodsen. Al jaren is hun dekkingsgraad overeind gebleven. Net als de tevredenheid en een grote

solidariteit in de achterban. Hoe doen ze dat?

< naar inhoud

‘ Als ik naar die discussies luister tussen de politiek en de bonden dan denk ik wel eens: wat zoeken jullie nu precies? Een geldboom?’ Robert de Jonge

Page 13: voor opdrachtgevers en relaties nr. 2 jaargang 14 | juli 2019 · 2019-07-10 · van de Nyenrode Business Universiteit en is ze vicevoorzitter van de ... ‘We zijn een project gestart

‘ Ons pensioenfonds toont aan dat er met het huidige systeem niets mis is.’ Rajesh Grobbe

BLAUW JULI 2019

24 25

De kersverse directeur Rajesh Grobbe en voorzitter Robert de Jonge zijn aanstekelijk enthousiast.

De Jonge: ‘Wij zijn een fonds van, voor en door (ex)loodsen. We zeggen: ‘Eens een loods, altijd een loods’, omdat loodsen maar zelden van beroep veranderen. Het begeleiden van grote zeeschepen in het havengebied is dan ook een prachtig en solide vak. Je werkt dicht bij huis, maar ervaart toch de sfeer en vrijheid van de grote vaart. De verantwoordelijkheid is groot, maar de verdiensten zijn ook goed. Het is een zwaar beroep, met lange en onregel-matige werktijden, daarom gaan we met 60 jaar verplicht met pensioen. Eerder mag ook.

Wij zijn ondernemers: risico hoort erbij Grobbe: ‘Dat is ook gelijk een van de belangrijkste succes-factoren van ons pensioenfonds: de consistente en loyale groep van 456 deelnemende (actieve) loodsen. Dat zijn allemaal maten en zelf ondernemers. Zij begrijpen dat je soms een risico moet nemen om winst te kunnen maken. En een verlies verdien je later wel weer terug. Daarom kunnen wij in ons beleggingsbeleid een heel andere risico-houding aannemen dan bijvoorbeeld het ABP, waaruit wij in 1988 zijn verzelfstandigd.’

De Jonge: ‘We spiegelen de zaken niet mooier voor dan ze zijn. Onze premiedekkingsgraad is momenteel 100% en we zijn nogal prudent ingesteld: eerst sparen, dan kopen. Zijn we uiteindelijk te prudent geweest, dan vervalt het surplus weer ter verdeling. Die degelijkheid is misschien wel wat ouderwets, maar het stelt ons ook gerust.

Sober, solidair en slagvaardig Grobbe: ‘De solidariteit is heel groot, net als het vertrouwen in de zeven bestuursleden. Dat zijn allemaal loodsen, twee van hen zijn gepensioneerd. Zij weten dus precies waar ze over praten en iedere euro waarover zij beslissen komt direct uit hun eigen portemonnee.’

De Jonge: ‘We hebben een eenvoudige structuur: geen werkgever of andere sponsors die meebeslissen, of

politieke groeperingen die anders in de wedstrijd zitten en met tijdrovende processen onze strategie beïnvloeden.Zo kunnen we snel acteren als het nodig is. In 2008 hebben we bijvoorbeeld heel snel de renteafdekking naar 100% kunnen brengen. Dat heeft ons enorm veel geld gescheeld. En we proberen altijd ruim vooruit te kijken en hebben voor diverse scenario’s een plan B op de plank liggen. Ook dat zijn we in het werk gewend: je weet nooit of een motor uitvalt of dat er opeens een windhoos opsteekt. Dan zorg je dat je snel een sleepboot beschikbaar hebt. Ik vind het soms wel een hele opgave om bepaalde (media)berichten naar de achterban te nuanceren. Bijvoorbeeld de manier waarop de media praat over korten of niet indexeren. Dat wordt neergezet als een halve misdaad. Terwijl dit nu precies de reden is waarom het Nederlandse pensioensysteem zo goed werkt. Je kunt het fonds gezond houden voor de lange termijn en zo allemaal weer mee-profiteren van de goede tijden die ook weer komen. Of verhalen over extreme verdiensten en bonussen. Daar doen wij niet aan mee.’

Staan jullie er daarom financieel zo goed voor? Grobbe: ‘Loodsen kunnen goed leven met de realiteit. Als wij een stapje terug moeten doen of een jaar niet kunnen indexeren, dan is dat even niet anders. Dat vertrouwen geeft je meer beleggingsruimte. Maar het zijn niet alleen de een-voudige structuur en de realiteitszin, die ons sterk maken.

De Jonge: ‘Bij ziekte zorgen we er ook samen voor dat iemand rustig kan herstellen. Ook dat is weer gezamenlijk belang, want stel dat hij niet beter wordt, dan kost het ons ook weer ons eigen geld. De hele regeling werkt als cement tussen de leden. Daarom zou dit ook een mooie constructie zijn voor bijvoorbeeld zzp’ers. Als ik naar die discussies luister tussen de politiek en de bonden dan denk ik wel eens: wat zoeken jullie nu precies? Een geldboom? Wij weten dat die er niet is en dat je gewoon voor elkaar en voor jezelf moet zorgen, nu en in detoekomst. Wat er niet is kun je ook niet delen. Iedereen weet bij ons ook, dat je in inkomen terugvalt als je met pensioen gaat.’

› Individualisering? Een oplossing voor een niet bestaand probleemGrobbe: ‘Wij zitten dan ook niet te wachten op individu-alisering of afschaffing van de doorsneesystematiek. Dit gaat voor niemand problemen oplossen. Het wordt alleen maar een enorme rekenexercitie waarbij je muntjes door-schuift naar een andere plek. Dat kost veel geld en dat gaat altijd ten koste van de deelnemers.’

De Jonge: ‘Het hele verhaal dat de tweede pijler onbetaal-baar is, klopt niet. Je moet gewoon met je voeten op de grond blijven staan. Niet denken dat je recht hebt op meer geld dan je samen hebt opgebouwd. Als mensen langer leven moet je meer sparen, of de uitkering durven verlagen. Als je het simpel houdt, kun je het ook goed uitleggen. Kijk, in de eerste pijler snap ik dat dingen scheef kunnen groeien als de bevolkingssamenstelling verandert. Maar in de tweede pijler moet je gewoon duidelijke afspraken maken en op de lange termijn blijven denken. Als je aan je deelnemers een euro belooft voor een premie van 70 cent, dan kun je op je vingers natellen, dat je in de problemen komt. Maar als je het probleem niet bij de kern durft aan te pakken, zal het elke dag groter worden. Ik vind het doodzonde om zo’n mooi systeem kapot te maken.

Voetjes op de vloerDe Jonge: ‘Het welvaartsniveau in Nederland is nu zo extreem hoog. Dat moeten mensen zich ook eens

realiseren. Het kan niet altijd maar nóg beter en luxer worden. Mensen worden aan alle kanten aangespoord om geld uit te geven en te lenen voor luxe artikelen en vakanties. Alles moet in het hier en nu opgesoupeerd worden om de economie te blijven opvoeren. Maar we moeten mensen niet proberen wijs te maken dat een huis van drie ton goedkoop is, omdat de rente zo laag is. Dat is het probleem groter maken en vooruit schuiven. We moeten mensen juist motiveren om vooruit te kijken en samen voor de toekomst te zorgen. Met een realistisch welvaartsniveau als basis. Een gedegen persoonlijke financiële planning brengt dan wel veel gemoedsrust.’

Toekomst: wat ons betreft veranderen we niets Het enige dat we zouden moeten veranderen, is de mind-set: het verwachtingsniveau van mensen. En misschien moet het welvaartsniveau wel een graadje teruggedraaid worden.

Grobbe: We begrijpen echt wel dat niet alle fondsen een achterban hebben zoals wij. Toch toont ons fonds aan dat er met het huidige systeem niets mis is. Er komt heus wel weer een recessie. Dan moeten we een stap terug doen. Maar als we naar de lange termijn blijven kijken komen we daar ook gewoon weer uit. Als je je niet gek laat maken en bereid bent problemen met elkaar op te lossen, wordt je er uiteindelijk echt allemaal beter van. ◊

< naar inhoud

Page 14: voor opdrachtgevers en relaties nr. 2 jaargang 14 | juli 2019 · 2019-07-10 · van de Nyenrode Business Universiteit en is ze vicevoorzitter van de ... ‘We zijn een project gestart

BLAUW JULI 2019

3126

< naar inhoud < naar inhoud < naar inhoud

Netspar onderzoekt of het wenselijk en mogelijk is om woningbezit, zorg en pensioenopbouw te combineren.

Marike Knoef legt uit waarom en wat de onderzoeken tot nu toe opleverden.

Zoveel mensen

Zoveel zorg- en woonwensen

wonen en zorg als deel van het pensioen

Marike Knoef is hoogleraar Empirische Micro-Economie aan de Universiteit Leiden. Als directielid van Netspar is zij nauw betrokken bij de totstandkoming van het nieuwe vierjarige onder-zoeks- en werkprogramma.

< naar inhoud

Page 15: voor opdrachtgevers en relaties nr. 2 jaargang 14 | juli 2019 · 2019-07-10 · van de Nyenrode Business Universiteit en is ze vicevoorzitter van de ... ‘We zijn een project gestart

BLAUW JULI 2019

2928

Motivatie Redelijk veel mensen (+/- 25 tot 30%) blijken te weinig te sparen voor later, met alle gevolgen voor henzelf en voor de samenleving. Redenen kunnen o.a. zijn dat ze het heden overwaarderen of omdat ze het ingewikkeld vinden hun financiële situatie te doorzien. Anderen leggen zich juist in het heden te veel beperkingen op. Dit kan onnodig het wel-zijn verlagen. Zo’n 20 á 25% van de mensen spaart relatief veel. Soms omdat ze gewoon niet weten hoe ze ervoor staan.

Voor veel mensen is ‘doorleven zoals we gewend zijn’ de belangrijkste doelstelling. Sommigen willen een erfenis nala-ten of na hun pensionering grote reizen gaan maken of andere dromen verwezenlijken. Wanneer iemand een erfe-nismotief heeft vindt hij het minder erg om te sparen voor langdurige zorg. Want mocht hij het geld aan het eind van het leven uiteindelijk niet nodig hebben voor langdurige zorg, dan komt het toch nog “goed” terecht. Iemand zonder erfenis-motief zal langdurige zorg liever verzekeren om te voorko-men dat hij aan het eind van het leven teveel gespaard heeft als hij weinig langdurige zorg nodig blijkt te hebben.

RisicobereidheidNog geen kwart van de huishoudens (23%) denkt voor zorg of begeleiding (deels) terug te kunnen vallen op de sociale omgeving, naast hun eventuele partner. Bijna de helft ver-wacht helemaal geen mantelzorg. Dit heeft natuurlijk een effect op de wens om langdurige zorg die buiten de stan-daard dekking valt, extra te verzekeren. Slechts een klein deel van de mensen maakt hoge kosten voor langdurige zorg aan het einde van het leven. Door dit (collectief) te verzekeren hoeft niet iedereen een enorme buffer op te bouwen. Daarnaast is de risico-aversie heel verschillend.

De een kan beter leven met een onzekerheid dan de ander. Mensen die bijzonder veel zekerheid willen, hebben be-hoefte aan een hogere buffer en/of meer verzekeringen. Opvallend is ook, dat sinds de eigen bijdragen aan de lang-durige zorg zijn toegenomen, veel mensen met gezond-heidsproblemen hun vrijetijdsbestedingen verlagen om die eigen bijdrage te compenseren.

Voor een deel van de mensen zou het waardevol zijn om iets minder op te bouwen tijdens de ‘dure periodes’ in het leven. Voor gezinnen met schoolgaande kinderen, tijdens de studie of bij het kopen van een huis. Op andere momen-ten is er soms ruimte om extra te sparen. Verder zien we dat zzp’ers weinig gebruik maken van pensioenproducten maar wel vaker kiezen voor vermogensopbouw in bijvoor-beeld de eigen woning. Een vraag is hier: is fiscaal gefacili-teerde pensioenopbouw te complex? Of willen zij flexibel zijn en bij het geld kunnen als zij onverhoopt een slecht jaar hebben of als zij willen investeren?

Als we weten wat de belangrijkste beweegredenen zijn kunnen we bepalen op welke we binnen de huidige wetge-ving kunnen inspelen en voor welke we een aanpassing in de wet moeten maken.

Waarom onderzoekt Netspar dit terrein?‘Pensioenen in de tweede pijler veranderen en mensen krijgen steeds meer eigen verantwoordelijkheid. Het kabi-net wil graag de mogelijkheid onderzoeken om het vermo-gen in de eigen woning te integreren in het pensioenver-mogen. Met een goede afstemming tussen wonen, zorg en pensioen kunnen we de welvaart van mensen verhogen. Pensioen, wonen en zorg vragen alle drie om een afweging te maken tussen geld voor nu en geld voor later. Samen geven zij een veel beter beeld van de financiële situatie van Nederlandse huishoudens. We willen mensen helpen een goede keuze te maken bij de opbouw van hun pensioen, collectief of individueel. Daarbij komen vragen kijken als: ‘Wil je tot op hoge leeftijd in je huidige woning blijven wonen? Wil je nu geld opzij zetten voor de eventuele ver-bouwing die daarvoor nodig is? Met welke vorm van zorg ben je tevreden als je hulpbehoevend wordt? En hoeveel ben je bereid daarvoor te betalen? Wat verwacht je van de collectieve zorg over 20 jaar?’ Mensen met een afbetaald huis realiseren zich lang niet altijd wat de impact daarvan is op hun pensioenbehoefte.

Terwijl een afbetaald huis de woonlasten tijdens pensione-ring aanzienlijk kan verlagen en bij verkoop een flink vemogen kan opleveren. En omdat je tegenwoordig je hypotheek moet aflossen om de rente te mogen aftrekken, wordt dit steeds relevanter. Goed inzicht in zo’n situatie kan gemoedsrust geven, of iemand stimuleren om bewust te kiezen tussen kopen of huren. Hoe beter het Kabinet weet hoeveel variatie er is in de wensen en het bezit van (groepen) mensen, hoe beter het kan bepalen wat collectief geregeld moet worden en wat niet. Het is dus eigenlijk juist gek om woningbezit en zorg-wensen niet mee te nemen in het pensioenplaatje.

Wat willen we? Wat kan nu? Wat moet straks kunnen? Om iets op maat te kunnen snijden moet je eerst goed weten waar mensen behoefte aan hebben. In onze onderzoeken komen behoorlijk wat variabelen naar voren die een rol spelen bij het bepalen van zo’n evenwichtig pensioen.

‘ Het is eigenlijk juist gek om woningbezit en zorgwensen niet mee te nemen in het pensioen- plaatje.’

‘ Een goed begin is het vaststellen van de basis: wat vinden we een acceptabel minimum bestaans- niveau voor ouderen?’

< naar inhoud

Page 16: voor opdrachtgevers en relaties nr. 2 jaargang 14 | juli 2019 · 2019-07-10 · van de Nyenrode Business Universiteit en is ze vicevoorzitter van de ... ‘We zijn een project gestart

BLAUW JULI 2019

3130

Financieel maatpak voor iedereenHet zou mooi zijn als we een digitale tool kunnen ontwik-kelen waarmee mensen eenvoudig een bewuste keuze kunnen maken voor een pensioen dat hen op het lijf ge-schreven is.

Een goed begin is dan het vaststellen van de basis: wat vin-den we een acceptabel minimum bestaansniveau voor ouderen? Is dat de armoedegrens? Ook voor woonomstan-digheden en zorg zou een basis moeten gelden. Hoe lager die basisgrens, hoe gemakkelijker je het systeem betaal-baar kunt houden. Maar ook: hoe groter de verschillen worden. De keuzevrijheid en verantwoordelijkheid van mensen om zelf bij te sparen voor bijvoorbeeld aanvullende zorg of wooncomfort worden dan dus groter. De vraag is natuurlijk hoeveel we collectief willen regelen en welke eigen bijdragen we daarbij willen vragen. Bij de verhoging van de vermogensafhankelijke eigen bijdrage voor de lang-durige zorg zagen we bijvoorbeeld dat mensen gingen schenken om hun eigen bijdrage te verlagen. Met een basis als uitgangspunt worden de keuze-elementen duidelijk. Op die manier kunnen mensen zicht krijgen op hun (gewenste) financiële situatie en over de te nemen stappen om die te verwezenlijken. Als mensen zulke belangrijke keuzes moeten maken, moe-ten we vaststellen wat goede grenzen zijn van die keuze-vrijheid. Moet het bijvoorbeeld mogelijk zijn om een deel van je pensioen (lumpsum) te besteden aan een aanpassing van je huis, zodat je er langer zelfstandig kunt blijven wonen? Of zou je de pensioenopbouw tijdelijk stop mogen zetten voor bijvoorbeeld een studie? En onder welke voor-waarden mag dat dan? Moet je met defaults werken om mensen een duwtje in de goede richting te geven, en voor welke onderwerpen dan? Is het realistisch om te verwach-ten dat iedereen in Nederland zo’n financiële planning zelf-standig kan maken? Hoe kunnen we financiële planning makkelijker maken?

Het is duidelijk dat er nog veel vragen te beantwoorden zijn. Maar we moeten ergens beginnen. Als we de voorkeu-ren en financiële situaties beter kennen, kunnen we men-sen ook beter helpen een financiële planning te maken met wonen, zorg en pensioen. Door concrete producten aan te bieden kunnen we mensen meer grip geven op hun finan-ciële toekomst en hun welvaart verhogen. ◊

STRUIKELBLOKKEN & VRAAGSTUKKEN Voorspellen is lastig, net als bij het huidige pensioen-systeem zijn de woningmarkt en de kosten van langdurige zorg onvoorspelbaar. Ongewenste selectie kan ook een probleem zijn bij keuze- vrijheid: iemand die denkt dat hij op zijn oude dag weinig langdurige zorg nodig heeft, zal zich hiervoor minder willen verzekeren. En iemand die denkt dat hij vroeg overlijdt, zal minder geneigd zijn om met een pensioenproduct zijn lang- levenrisico te verzekeren. Wanneer je pensioen en lang-durige zorg aan elkaar verbindt in een product trekt dit probleem zich gedeeltelijk recht, omdat mensen die relatief lang zorg nodig hebben, gemiddeld ook minder oud worden. Wanneer de doorsneesystematiek wordt afgeschaft, biedt dat meer ruimte voor de integratie van woning en pensioen. Wat zijn geschikte aanbieders, als we spaar- of verzekeringsproducten voor bijvoorbeeld langdurige zorg willen koppelen aan het pensioen? Het is belangrijk dat mensen vertrouwen kunnen hebben in de aanbieders. Wat is een geschikte wijze van uitkeren?In de VS bijvoorbeeld krijgen mensen een bedrag dat zij alleen kunnen uitgeven aan langdurige zorg. In Frankrijk mogen mensen zelf kiezen hoe ze dat bedrag besteden. En misschien moet je mensen wel begeleiden bij het inkopen van zorg. Moeten pensioenfondsen (meer) gaan investeren in vastgoed om in de ouderenzorg voor hun deelnemers te kunnen voorzien?

‘ Voor veel mensen blijkt “doorleven zoals ze gewend zijn” de doelstelling.’

< naar inhoud< naar inhoud

Page 17: voor opdrachtgevers en relaties nr. 2 jaargang 14 | juli 2019 · 2019-07-10 · van de Nyenrode Business Universiteit en is ze vicevoorzitter van de ... ‘We zijn een project gestart

BLAUW JULI 2019

Monique van der Poel heeft al zo’n 15 jaar ervaring in de pensioensector. Eerst vanuit advocatenkantoor De Brauw Blackstone Westbroek en nu vanuit EPB Law. Ze schrijft en spreekt vanuit wetenschappelijk perspectief over de vorm-geving van het nieuwe pensioenstelsel. Zij is o.a. bestuurs-lid bij PME, pensioenbelangenbehartiger bij FME en lid van de RvT van BPL Pensioen. Monique is in maart verkozen tot jonge pensioenfondsbestuurder van het jaar.

Een flinke klap kennis en frisse lucht

‘Op de universiteit haalde prof. dr. Erik Lutjens mij over om het vak Pensioenrecht te volgen. Dat bleek een schot in de roos. De maatschap-pelijke impact, maar ook de complexiteit van het pensioenrecht vind ik leuk. Bij De Brauw heb ik al vroeg aan grote zaken en onderzoeken mogen meewerken. In 2012 deed ik op verzoek van Lutjens onderzoek voor de VU naar de houdbaarheid van verplichtstellingen. Een van mijn conclusies was dat er voor verplichtstelling minder solidariteit nodig was dan gedacht. Ook de doorsneepremie en –opbouw bleken niet nood-zakelijk om de monopoliepositie van pensioenfondsen mededingings-rechtelijk te rechtvaardigen.

Ik vind het belangrijk om met mijn werk waarde te kunnen toevoegen aan de maatschappij op micro- en macroniveau. Die drive zie ik ook bij andere jonge bestuurders. Er lijkt een tendens te zijn onder 20-ers en 30-ers om meerdere opdrachten en/of banen naast elkaar te hebben. Naast de veranderende arbeidsmarkt zullen hierin ook de behoefte tot persoonlijke ontwikkeling een rol spelen, en de wens van veel jongeren om waarde te creëren. Een benoeming als bestuurder of toezichthouder voor 4 à 8 jaar kan prachtig bij die behoeften aansluiten.

Een pensioenfondsbestuur vaart wel bij de juiste mix aan expertise, ervaring, (culturele) achtergrond, persoonlijkheid, leeftijd en geslacht. Uit onderzoek blijkt dat diversiteit bijdraagt aan de kwaliteit van de besluitvorming en aan draagvlak bij de achterban. De Monitorings-commissie Code Pensioenfondsen rapporteerde dit jaar dat hier nog steeds veel werk te doen is. De meeste bestuurders zijn mannen van 50 tot 70 jaar en bij nieuwe benoemingen wordt nog steeds vaker gekozen voor deze categorie dan voor jongeren en vrouwen.

Aan het verbeteren van de culturele mix moet de pensioensector eigenlijk nog helemaal beginnen. Zo mogen wij in het opstellen van profielschetsen voor nieuwe bestuurders best wat moediger zijn. Ik vind die meestal nog niet erg gericht op experts, zoals ICT-ers, of bestuurders van buiten de pensioensector. Ook als het gaat om de functie van voorzitter: waarom zou dat niet iemand van onder de 40 of van buitenaf kunnen zijn? Zo iemand kan nieuwe invalshoeken bieden en een enorme klap kennis en frisse lucht meebrengen!’

DRIELUIK ||| Onafhankelijke externe bestuurdersSteeds vaker zien we externe bestuurders die functies vervullen bij verschillende bedrijven: wat drijft hen en wat zijn de voordelen?

32 33

Zo mogen wij in het opstellen van profielschetsen voor nieuwe bestuurders best wat moediger zijn.

Page 18: voor opdrachtgevers en relaties nr. 2 jaargang 14 | juli 2019 · 2019-07-10 · van de Nyenrode Business Universiteit en is ze vicevoorzitter van de ... ‘We zijn een project gestart

BLAUW JULI 2019

38 35

Er zijn grenzen en die moet je opzoeken

Pensioenfondsen hebben een formele zorgplicht. Maar is dat genoeg? Moeten fondsen niet een stap verder gaan, van

zorgplicht naar zorgambitie? Emile Soetendal, projectleider strategie en ontwikkeling bij de Pensioenfederatie, verkent de

intrinsieke verantwoordelijkheid van de fondsen.

+++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++

+++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++

Emile Soetendal is projectleider strategie en ontwikkeling bij de Pensioenfederatie. Daarvoor was hij onder meer programma- manager nationale pensioen-dialoog bij het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

< naar inhoud

Page 19: voor opdrachtgevers en relaties nr. 2 jaargang 14 | juli 2019 · 2019-07-10 · van de Nyenrode Business Universiteit en is ze vicevoorzitter van de ... ‘We zijn een project gestart

BLAUW JULI 2019

3736

Maar met de huidige wetgeving is dat gewoon niet aan de orde. Intussen zijn er natuurlijk wel andere opties; deelnemers kunnen ook vooruitkijken naar hun brede financiële situatie, en bijvoorbeeld zorgen dat hun hypotheek tijdig is afgelost.’

De deelnemer heeft ook een eigen verantwoordelijkheid‘Klopt, hij moet uiteindelijk zelf maatregelen nemen, zelf naar een financieel adviseur stappen. Maar deelnemers handelen, als ze keuzes maken of nalaten, lang niet altijd rationeel. Dus het is lang niet altijd genoeg als je alleen maar informeert en erop vertrouwt dat de deelnemer dan alles zorgvuldig afweegt en een verstandige beslissing neemt. Het kan een pensioenfonds dus sieren om, als een vorm van nazorg, op een later moment na te gaan of de deelnemer daad-werkelijk maatregelen heeft

genomen en de pensioengaten heeft gedicht.’

Stel dat een deelnemer niets doet en gewoon de default oplossing van zijn pensioenfonds krijgt‘Dan is het de vraag of het voor die deelnemer, los van de wet-telijke zorgplicht, leidt tot een optimale oplossing. En als je dat als pensioenfonds weet, heb je dan niet de verantwoordelijkheid om daar iets aan te doen, om die nazorg te verlenen? Ergens houdt het natuurlijk op, er zijn grenzen, maar die grenzen moet je wel opzoeken.’ ◊

opereren. Een pensioenfonds kan een deelnemer op zijn minst wijzen op iets wat lijkt op finan-ciële planning. Ik hoor van fondsen dat deelnemers, als er belangrijke veranderingen in hun leven spelen, hun hele financiële handel en wandel op tafel leggen en vragen wat ze moeten doen. Ze beschouwen hun pensioen-fonds dus als een trusted advisor, dichtbij en laagdrempelig. Het is natuurlijk een bestuurlijke afweging in hoeverre je die rol als trusted advisor wilt optimaliseren.’

Zou het een goede optie zijn als een deelnemer, geconfronteerd met gaten in zijn pensioen-opbouw, extra zou mogen opbouwen in zijn persoonlijke pensioen-potje?‘Dat zou inderdaad mooi zijn, een deelnemer zou daar flexibeler mee moeten kunnen omgaan.

‘ Een pensioen-fonds kan een deelnemer op zijn minst wijzen op iets wat lijkt op financiële planning’

‘ De urgentie neemt toe, er komen door de veranderende arbeidsmarkt steeds meer mensen met onderbrekingen in hun pensioenopbouw. Trouwens: ook werkgevers willen graag ontzorgd worden, zij vinden pensioen ook ingewikkeld en zien een rol voor pensioenfondsen.’

Wat is er nu geregeld rond de zorgplicht?‘De huidige wetgeving kent niet zoiets als een algemene zorgplicht, wel de plicht om te zorgen voor een bepaalde basishygiëne. Een pensioenfonds moet bevorderen dat de persoonlijke informatie aansluit bij de informatiebehoefte en kenmerken van de deelnemer. Het is aan pensioenfondsen hoe zij invulling geven aan die normen.’

Dat gaat dus niet erg ver‘Afgezien van wat er moet, is het daarom vooral ook een kwestie van wat je ambitie is als pen-sioenfonds: in welke mate je wilt investeren om de behoeften en wensen van deelnemers te ken-nen en ze vervolgens ondersteu-ning te bieden. De wettelijke ver-plichting moet niet de enige overweging zijn, het gaat vooral ook om de intrinsieke motivatie om je te verplaatsen in de deelne-mer. Bij dc-regelingen geldt wel een meer specifieke zorgplicht omdat daar de risico’s meer bij de

deelnemer liggen. Bij beleggingen moet een pensioenfonds bijvoor-beeld met life-cycles werken en het advies moet op de deelnemer worden afgestemd.’

Informeren is essentieel, maar is er voldoende handelingsperspectief dat een deelnemer prikkelt om tot actie over te gaan?‘In sommige beroepen kun je nog steeds je hele leven bij hetzelfde pensioenfonds blijven, en hoef je tot kort voor je pensioen geen actie te ondernemen. Maar bij-voorbeeld als IT’er kun je best in allerlei sectoren aan de slag en wissel je dus vaker van pensioen-regeling. Bovendien: wanneer je nu als twintiger de arbeidsmarkt betreedt, krijg je eerst een con-tract voor een half jaar of een jaar, met daarna eventuele ver-lenging, of een ander tijdelijk con-tract bij een andere werkgever. En veel aandacht voor een later pen-sioen heeft die jonge werknemer

ook al niet. Al doende ontstaan er dan links en rechts allerlei gaten in je pensioenopbouw. En daar krijg je later last van. De urgentie neemt toe, er komen door de ver-anderende arbeidsmarkt steeds meer mensen met onderbrekin-gen in hun pensioenopbouw. Trouwens: ook werkgevers willen graag ontzorgd worden, zij vinden pensioen ook ingewikkeld en zien een rol voor pensioenfondsen.’

Wanneer komt dan het pensioenfonds in beeld?‘Komt iemand dan op een gegeven moment binnen bij een pensioen-fonds, dan kan dat fonds de deel-nemer inzicht geven in zijn opties. Je kunt samen met een deelnemer de balans opmaken en kijken hoe hij eventuele gaten in zijn pensioenopbouw kan dichten. Dat is iets anders dan tegen de deel-nemer zeggen dat hij het beste product X of Y kan afsluiten. Het is zeer de vraag of pensioen-fondsen in zo’n commerciële omgeving moeten willen

‘ Afgezien van wat er moet, is het daarom vooral ook een kwestie van wat je ambitie is als pensioenfonds’

< naar inhoud

Page 20: voor opdrachtgevers en relaties nr. 2 jaargang 14 | juli 2019 · 2019-07-10 · van de Nyenrode Business Universiteit en is ze vicevoorzitter van de ... ‘We zijn een project gestart

Wat is er nieuw? ‘Voorheen hadden we natuurlijk ook accountmanagement, maar dat was onder-gebracht bij portfoliomanagement, dus bij onze beleggingsexperts. Oneerbiedig zou je kunnen zeggen dat die het erbij deden. We vonden dat dat anders moest, dat we het moesten professionaliseren, met meer focus, om onze klanten optimaal te bedienen. Daarom hebben we er nu een speciaal team voor gebouwd, helemaal gefocust op de kwaliteit van de dienstverlening aan de klant.’

Heeft dat ook te maken met veranderde wensen en verlangens van klanten?‘Daar heeft het alles mee te maken, daar begint het eigenlijk. Dat zie je aan de vragen die ze stellen en de dilemma’s waarvoor ze zich gesteld zien. Bijvoorbeeld in relatie tot de strengere regelgeving waarmee we in de sector te maken hebben en die een enorme impact heeft. Ons doel is het beleid van het fonds goed te implementeren en daar tijdig en duidelijk over te rapporteren. Voorheen hadden we vooral contact met de klant over de beleggingen zelf. Het was heel inhoudelijk en portfoliomanagers waren dan goede gesprekspartners. We zien een duidelijke verschuiving naar het maken en evalueren van beleid. Denk aan de afweging tus-sen actief en passief beleggen, of de overwegingen rond duurzaam beleggen. Dat beleid moet je bovendien baseren op gedegen analyses en goed vastleggen. We von-den dat de optelsom van die verschuivende behoeften vroeg om een andere inrich-ting van accountmanagement. Daaraan geven we vorm met de nieuwe afdeling.

Hoe werken jullie in de praktijk aan een hogere klanttevredenheid?‘We focussen op wat de klant daadwerkelijk nodig heeft. Dan heb je het bijvoorbeeld over de kwaliteit en de tijdigheid van de stukken die we opstellen. Ook pakken we het planmatiger aan en versterken we de regie. Zowel voor de kwaliteit als de om-looptijd van documenten maken we een efficiencyslag, en we gaan onze processen beter structureren en borgen. Dat komt allemaal de kwaliteit van onze dienst-verlening ten goede. Het schept duidelijkheid en je kunt elkaar erop aanspreken. Dankzij de nieuwe aanpak zijn we ook in staat het werk voor nieuwe klanten sneller en op een hoog kwaliteitsniveau in te regelen. Daarvoor heb je mensen nodig die juist in dat soort werk gespecialiseerd zijn; die brengen we samen in onze nieuwe afdeling.’

Wat staat jullie nog te doen? ‘We zijn nog maar kort bezig, maar de eerste reacties van klanten zijn positief. Dat wil niet zeggen dat we al klaar zijn. Als de afdeling binnenkort op volle sterkte is, moeten we ons elke dag in de praktijk bewijzen. Het kan altijd nog beter, nog pro-actiever. En ook daarvoor hebben we nu de basis gelegd. We willen klanten dienstverlening op maat bieden en tegelijkertijd de efficiëntie versterken, want klanten zijn terecht ook scherp op de kosten. Dat kan niet zonder de klanten zelf, hun feedback is onmisbaar voor de verdere verbetering van onze dienstverlening. Dus dat betekent vooral ook: jezelf openstellen en goed luisteren.’

VerbindingIn de wandelgangen | Mensen maken het verschil In de rubriek ‘in de wandelgangen’ stellen we de medewerkers van Blue Sky Group graag aan u voor.

Hilko de Brouwer is Hoofd Account Management Vermogensbeheer bij Blue Sky Group. Zijn afdeling is nieuw en hij zoekt vooral een nog betere verbinding met de klant.

JULI 2019BLAUW

3938 < naar inhoud

Page 21: voor opdrachtgevers en relaties nr. 2 jaargang 14 | juli 2019 · 2019-07-10 · van de Nyenrode Business Universiteit en is ze vicevoorzitter van de ... ‘We zijn een project gestart

www.blueskygroup.nl

‘We moeten steeds nagaan

wat ons verbindt, waarin onze

gezamenlijkheid zit.’

Shaktie Rambaran MishreLEES VERDER OP

PAGINA 4

‘Je moet niet denken dat

je recht hebt op meer geld dan je samen

hebt opgebouwd.’Beroepspensioenfonds Loodsen

LEES VERDER OP PAGINA 22

‘Met een goede afstemming tussen

wonen, zorg en pensioen

kunnen we de welvaart verhogen.’

Marike KnoefLEES VERDER OP

PAGINA 26

‘Je kunt samen met een deelnemer

kijken hoe hij gaten in zijn

pensioenopbouw kan dichten.’

Emile SoetendalLEES VERDER OP

PAGINA 34

‘De valkuil is dat de emotie het overneemt,

zonder dat we ons daarvan bewust

zijn.’Guido Baltussen

LEES VERDER OP PAGINA 8

‘Het is echt eenbroodjeaapverhaal.

Brussel kan helemaal niet aan onze pensioen- potten zitten.’

PEPPtalkLEES VERDER OP

PAGINA 14

< naar inhoud