Voetbal & Sportverzorging (werkstuk t.b.v. SVG109) · Voetbal & Sportverzorging (werkstuk t.b.v....

16
Voetbal & Sportverzorging (werkstuk t.b.v. SVG109) Pagina 1 van 16 Cursist: Pieter van de Wiel Stiersteeg 2 1674 NH Opperdoes Cursistennummer: Inhoud 1) Inleiding ....................................................................................................................................... 2 2) Specifieke fysieke belasting: ........................................................................................................ 4 3) Meest voorkomende blessures: .................................................................................................. 6 4) Preventie ................................................................................................................................... 10 5) Blessures en hun behandeling................................................................................................... 12 6) Wanneer en naar wie doorverwijzen ........................................................................................ 13 7) De verzorger als onderdeel van het voetbalteam en de vereniging ......................................... 15 8) Bronnen: .................................................................................................................................... 16

Transcript of Voetbal & Sportverzorging (werkstuk t.b.v. SVG109) · Voetbal & Sportverzorging (werkstuk t.b.v....

Page 1: Voetbal & Sportverzorging (werkstuk t.b.v. SVG109) · Voetbal & Sportverzorging (werkstuk t.b.v. SVG109) Pagina 3 van 16 Voetbal is een complexe sport met veel regels. Hieronder een

Voetbal & Sportverzorging (werkstuk t.b.v. SVG109)

Pagina 1 van 16

Cursist: Pieter van de Wiel Stiersteeg 2

1674 NH Opperdoes Cursistennummer:

Inhoud 1) Inleiding ....................................................................................................................................... 2

2) Specifieke fysieke belasting: ........................................................................................................ 4

3) Meest voorkomende blessures: .................................................................................................. 6

4) Preventie ................................................................................................................................... 10

5) Blessures en hun behandeling ................................................................................................... 12

6) Wanneer en naar wie doorverwijzen ........................................................................................ 13

7) De verzorger als onderdeel van het voetbalteam en de vereniging ......................................... 15

8) Bronnen: .................................................................................................................................... 16

Page 2: Voetbal & Sportverzorging (werkstuk t.b.v. SVG109) · Voetbal & Sportverzorging (werkstuk t.b.v. SVG109) Pagina 3 van 16 Voetbal is een complexe sport met veel regels. Hieronder een

Voetbal & Sportverzorging (werkstuk t.b.v. SVG109)

Pagina 2 van 16

1) Inleiding De opleiding tot sporttherapeut van Leffelaar Opleiding/Veerman College bestaat uit meerdere mo-dules. Een van deze modules heet specifieke sportverzorging. Onderwerpen die aan bod komen zijn specifieke problemen, verschijnselen en behandeling bij diverse sporten en inspanningsfysiologie. Daarnaast wordt van de cursist verwacht dat hij/zij een werkstuk maakt dat over een bepaalde, door de opleider gekozen, tak van sport gaat. Dit werkstuk dient aan het eind van de cursus gepresenteerd te worden aan de docent en medecursisten. De opdracht die ik heb gekregen is om specifiek op het voetballen in te zoomen. Voor mij een volko-men vreemde wereld aangezien ik nooit lid ben geweest van een voetbalvereniging en totaal niets met deze sport heb (ik kijk er ook maar zeer zelden naar op tv). Ik kan dit werkstuk dus niet als erva-ringsdeskundige schrijven maar ben geheel afhankelijk van bronnenmateriaal. In dit werkstuk spreek ik over de sportverzorger. Dit kan natuurlijk ook sportverzorgster zijn! Voetbal is sinds jaar en dag koploper bij de teamsporten en voor zowel veld- als zaalvoetbal duiden de jongste cijfers op een nog steeds stijgende populariteit. De toename bij veldvoetbal van 11% (2003) tot 14% (2007) is opmerkelijk. Vooral jongeren van 12-19 jaar zijn meer gaan voetballen. Daarnaast zijn ook volwassenen ouder dan 35 jaar meer gaan voetballen. De stijging wordt onder-steund door de ledenaantallen van de KNVB; deze laten tussen 2003 en 2007 een stijging van 8% zien. Dat voetbal een typische mannenaangelegenheid is, zal niemand verbazen. Van het mannelijk deel van de Nederlandse bevolking doet ruim 20% aan veldvoetbal en 10% aan zaalvoetbal, tegen-over respectievelijk 6% en 2% van de vrouwen. Echter, uit trends door de tijd heen blijkt dat het aan-deel vrouwen dat voetbalt tussen 1979 en 2007 wel behoorlijk is toegenomen. Waar in 1979 slecht 8% van alle amateurvoetballers vrouw was, is dit in 2007 opgelopen tot 23%. Er zijn ontzettend veel niveaus en regionale, nationale en internationale competities. De voetbalsport wordt ook professioneel beoefend waarin de financiële belangen niet onderkend mogen worden. In de hogere regionen van de amateurvoetbalsport is geld en status ook een niet te miskennen factor. De sport wordt zowel binnen (met aangepaste spelregels) als buiten, zowel door dames als heren, beoefend. Ook bij kinderen is het voetballen (in allerlei op kinderen aangepaste vormen) erg popu-lair. Dit werkstuk is voornamelijk gericht op de in de buitenlucht spelende volwassen voetballer. De prestaties van een voetbalteam zijn afhankelijk van de fysieke en technische vaardigheden van de individuele leden van het team. Samenwerken, tactiek en mentale factoren spelen eveneens een belangrijke rol. Om het nog ingewikkelder te maken komt daar nog eens de in mijn ogen onmisken-bare geluksfactor bij. De succesvolle voetballer beschikt in ruime mate over de volgende motorische vaardigheden:

Kracht

Snelheid

Lenigheid

Uithoudingsvermogen

Coördinatie

Page 3: Voetbal & Sportverzorging (werkstuk t.b.v. SVG109) · Voetbal & Sportverzorging (werkstuk t.b.v. SVG109) Pagina 3 van 16 Voetbal is een complexe sport met veel regels. Hieronder een

Voetbal & Sportverzorging (werkstuk t.b.v. SVG109)

Pagina 3 van 16

Voetbal is een complexe sport met veel regels. Hieronder een uittreksel uit de voetbalspelregels met de elementen die ik belangrijk acht bij het schrijven van dit werkstuk. Op een rechthoekig grasveld van < 75>64 x <120 >110 meter (regel voor internationale wedstrijden) wordt door twee teams, van elk tien veldspelers en een doelverdediger, getracht een bolvormige bal in het doel van de tegenstander te krijgen. Een eveneens in het veld aanwezige scheidsrechter be-waakt, samen met enkele buiten het speelveld opgestelde grensrechters deze regels. Een team mag maximaal vijf wisselspelers inzetten. De omtrek van de bal met een buitenbekleding van leer of van andere goedge-keurd materiaal mag niet groter zijn dan 71 centimeter en niet kleiner dan 68 centimeter. Bij het begin van de wedstrijd mag het gewicht van de bal niet meer dan 453 gram bedragen en niet minder dan 396 gram. De duur van de wedstrijd bedraagt 90 minuten, verdeeld in twee helften van elk 45 minuten. Aansluitend op elke helft moet de tijd, verloren gegaan door het wisselen van spelers, het afvoeren van geblesseerde spelers, tijd rekken of door een andere oorzaak, worden ingehaald. De scheidsrech-ter beslist hoeveel tijd dat zal zijn. De rust na de eerste helft mag niet langer duren dan vijftien minu-ten. Bij een gelijkspel behoort een verlenging van twee maal vijftien minuten tot de mogelijkheden.

De uitrusting van een speler moet bestaan uit een shirt of trui, korte broek, kousen, scheenbeschermers en schoenen. Een speler mag niets dragen dat gevaarlijk is voor een andere speler. Scheenbe-schermers, die volledig door kousen moeten zijn bedekt, moeten zijn vervaardigd van een geschikt materiaal (rubber, plastic, polyu-rethaan of vergelijkbaar materiaal) en moeten een redelijke graad van bescherming bieden. De doelverdediger moet kleding dragen die hem onderscheidt van de andere spelers en scheidsrechter. Zichtbare onderkledingstukken zoals wielrenbroeken zijn toege-staan. Zij moeten echter van dezelfde kleur zijn als de broeken van het elftal van de speler(s), die ze draagt (dragen) en niet verder ko-men dan tot aan de knie. Er wordt tevens op gewezen dat doelver-dedigers trainingsbroeken mogen dragen als de toestand van het speelveld of de weersomstandigheden dat noodzakelijk maken.

De voetbalschoen is de enige schoen die qua ontwikkeling nagenoeg stilstaat. De huidige voetbal-schoen verschilt zeer weinig met de voetbalschoen van 10 jaar geleden. Het uiterlijk en het soort leer zijn helaas nog steeds zeer bepalend voor de keus van deze schoen. Kangoeroeleer is bijvoorbeeld zeer soepel, maar niet sterk. Daarbij loopt het snel uit, waardoor de pasvorm van de schoen snel breder wordt. Eigenlijk kunnen we stellen dat een voetbalschoen in zijn algemeenheid weinig functionaliteit bezit. De basis voor bijna iedere voetbalschoen is namelijk een vlakke plaat waarop de bovenschoen wordt vastgezet. De zijwaartse stabiliteit is met deze opbouw nagenoeg nihil. In de praktijk blijkt dit uit het feit dat veel voetballers aan de buitenzijde en/of de binnenzijde "langs" de schoenen lopen. Voor een schoen die toevallig ook nog gemaakt is van soepel leer betekent dit vaak dat de schoen uitscheurt. Ten aanzien van de noppen zien we de laatste tijd wel enige ontwikkelingen. De voetbalschoenen kunnen we daarom in twee groepen verdelen:

de schroefnop: meestal heeft zo'n schoen 6 (aluminium) noppen. Het gebruik is alleen bij zeer drassige velden te adviseren. Profspelers voetballen meestal ook met 6 noppen. Kinde-ren wordt ten strengste afgeraden om zulke schoenen te dragen in verband met eventuele knieklachten;

Page 4: Voetbal & Sportverzorging (werkstuk t.b.v. SVG109) · Voetbal & Sportverzorging (werkstuk t.b.v. SVG109) Pagina 3 van 16 Voetbal is een complexe sport met veel regels. Hieronder een

Voetbal & Sportverzorging (werkstuk t.b.v. SVG109)

Pagina 4 van 16

de multinop: deze schoenen hebben meestal 12-18 (rubberen) noppen. Deze constructie geeft een betere verdeling van de krachten van de schoen op de grasmat. Daarbij stabiliseren ze beter de middenvoet ten opzichte van de ondergrond.

2) Specifieke fysieke belasting: Ondanks dat de spelers een speelveld van meer dan 7000 m2 (± 320 m2 per speler) is voetbal een contactsport. Bij het verdedigen mag de schouder ingezet worden en is het tackelen niet ongebruike-lijk. Ook de bal speelt een rol. De voetballer brengt een rond voorwerp van 450 gram in beweging (schoppen). Deze energie kan niet verloren gaan maar wel worden omge-zet in andere vormen van energie. We spreken qua beweging van 2 soorten energie: de potentiële energie (de energie die de voetballer op de bal overbrengt) en de kinetische energie (iets wat in beweging is heeft ener-gie). Als de in beweging zijnde bal wordt opgevangen door een speler zal de in de bal aanwezige kine-tische energie worden overgedragen op die speler. Het met het hoofd opvangen en van richting ver-anderen van een bal kan dus een zware belasting voor de hersenen, nekwervels en halsspieren bete-kenen. Het in beweging brengen van de bal met de voet zal een impulskracht, voornamelijk op de quadriceps tot gevolg hebben. Kenmerkend voor voetbal zijn de korte sprints, snelle wendingen, slidings en schijnbewegingen. Zo-wel dynamisch concentrische als excentrische arbeid wordt hierbij geleverd. Excentrische kracht wordt speciaal gebruikt bij plotseling afremmen en draaien alsmede bij landingen uit een sprongbe-weging. Aan het uithoudingsvermogen worden in het voetbal betrekkelijk hoge eisen gesteld. Dit geldt zowel voor het aërobe als voor het anaërobe uithoudingsvermogen. Omdat voetbal een baltechnische tak van sport is, kunnen conditioneel minder ontwikkelde, maar technisch en tactisch begaafde spelers zich wonderwel in de top handhaven. Een belastingsanalyse van een voetbalwedstrijd leert dat gemiddeld per wedstrijd een afstand van ongeveer tien kilometer afgelegd wordt; ongeveer één derde van de tijd wordt in een joggingtempo afgelegd. Korte maximale sprints (2-3 sec) zijn zeer frequent, terwijl langere sprintactiviteiten (> 30 meter) in de regel veel minder voorkomen. In veel gevallen gaan deze loopacties gepaard met rich-

Page 5: Voetbal & Sportverzorging (werkstuk t.b.v. SVG109) · Voetbal & Sportverzorging (werkstuk t.b.v. SVG109) Pagina 3 van 16 Voetbal is een complexe sport met veel regels. Hieronder een

Voetbal & Sportverzorging (werkstuk t.b.v. SVG109)

Pagina 5 van 16

tingveranderingen. De totaal afgelegde afstand en de verhoudingen tussen de verschillende, arbeids-intensiteiten bij de loopacties blijken onder andere bepaald door de spelpositie. Zo leggen midden-veldspelers meer afstand per wedstrijd af, maar dan percentueel meer afstand in een joggingtempo. Aanvallers daarentegen leggen absoluut minder afstand af, maar percentueel meer in sprinttempo.

De in de buitenlucht voetballende man/vrouw heeft de weersom-standigheden als extra gezondheidsbeïnvloedende factor. Er wordt onder vrijwel elke weersomstandigheid gevoetbald. Aange-zien men bij voetballen niet continue in actie is warmt men op en koelt men ook weer af. Een goede weerstand en functionele kle-ding is zodoende onontbeerlijk. De zaalvoetballer heeft eerder last van een droge lucht en speelt op een minder meegevende ondergrond.

Voetbal is zeker niet voor “watjes”. De ondergrond is ook een belangrijk aspect bij het voetbal. Aangezien onder verschillende weersin-vloeden wordt gevoetbald, kan de ondergrond steeds verschillend zijn (zaalvoetbal laat ik buiten deze beschouwing). Buiten wordt op gras, of kunstgras gevoetbald. Gras heeft als voordeel dat het waterhoudend is en minder snel tot brand- en/of schaafwonden leidt. Het effect op de bal, dus ook op de speler verschilt bij regen, vorst en droogte. Ook loopt een grasveld sneller onef-fenheden op. Kunstgras heeft deze nadelen in mindere mate. Het beeld dat voetballers hebben van kunstgras is vaak gebaseerd op de eerste generaties kunstgrasvelden. Een sliding op droog kunstgras van de eerste generatie was niet aan te raden. Brand- en schaafwonden waren het gevolg. Volgens recente wetenschappelijke studies blijkt geen significant verschil te bestaan tussen natuurgras in optimale toestand en het tegenwoordige kunstgras van topkwaliteit. Ekstrand (2006) volgde 492 Europese eerste klasse voetballers waarvan een deel bij clubs speelden met kunstgrasvelden en een deel bij clubs met enkel natuurgrasvelden. De onderzoekers verzamel-den gegevens over blessures die werden opgelopen tijdens duizenden training‐ en wedstrijduren. Er werden geen significante verschillen gevonden in aantal blessures qua voorkomen, ernst of oorzaak tussen kunst‐ en natuurgras. Deze onderzoekers vonden wel kleine significante verschillen in de aard van de blessures. Op kunstgras traden iets meer blessures op aan de ligamenten, terwijl op natuur-gras dan weer meer spierverrekkingen voorkwamen. Deze bevindingen werden ook bevestigd door verdere onderzoeken van Fuller (2007) en Hardy (2007). Ook zij vonden globaal gezien geen signifi-cante verschillen in het voorkomen, de ernst of de oorzaak van de blessures tussen beide veldtypes. Fuller merkte wel op dat er kleine verschillen waren in de aard van blessures. Zo vond hij onder meer een groter aantal schaaf- en brandwonden bij het spelen op kunstgras. Ook Hardy merkte enkele verschillen in de aard van de blessures: op kunstgras traden iets meer enkelblessures op, terwijl spe-len op natuurgras meer knieblessures veroorzaakte. Finaal kunnen we dus stellen dat de vrees voor een hoger risico op blessures door te voetballen op kunstgras niet op objectieve gegevens is geba-seerd. Wetenschappelijk onderzoek toont immers duidelijk aan dat er geen significante verschillen zijn qua grootte van de blessurerisico’s tussen beide veldtypes. Het is wel belangrijk om te waar-schuwen voor het dragen van aangepast schoeisel op ieder grastype, aangezien verkeerde schoenty-pes het risico op blessures kunnen beïnvloeden. TNO Science & Industry, Innovative Materials heeft eveneens onderzoek gedaan naar balgedrag, blessure-risico's en de gevolgen van slidings. Door in detail te kijken naar sliding- en draaibewegingen is met name aandacht besteed aan de blessurekans op het kunstgrasveld, zowel voor wat betreft

Page 6: Voetbal & Sportverzorging (werkstuk t.b.v. SVG109) · Voetbal & Sportverzorging (werkstuk t.b.v. SVG109) Pagina 3 van 16 Voetbal is een complexe sport met veel regels. Hieronder een

Voetbal & Sportverzorging (werkstuk t.b.v. SVG109)

Pagina 6 van 16

enkel- en knieblessures alsook voor het optreden van wonden door slidings van de onbeschermde huid op het kunstgrasveld. Mede gebaseerd op deze ontwikkelingen heeft de FIFA het spelen van wedstrijden op deze nieuwe kunstgrasvelden toegestaan. Voetbalverenigingen die het zich kunnen veroorloven stappen daarom nu over op kunstgras, waardoor het aantal voetbalvelden met kunst-gras steeds groter wordt.

3) Meest voorkomende blessures: Beschrijvingen van de meest voorkomende blessures: Door het karakter van het voetbalspel is er een relatief grote kans om geblesseerd te raken. Het bles-surerisico in wedstrijden ligt beduidend hoger dan bij trainingen. Bij trainingen in de periode van voorbereiding op de competitie ligt het blessurerisico twee- tot driemaal zo hoog als dat bij trainin-gen in de wedstrijdperiode. Een relatief hoog spelniveau wordt gekenmerkt door een hoger blessure-risico. Naarmate het spelniveau toeneemt, neemt ook het blessurerisico toe. De meest voorkomende blessures van hoofd en hals ontstaan in de voetbalsport door lichamelijk contact met tegenstander, medespeler of de bal. Met name in en rondom het strafschopgebied tre-den deze contacten nogal eens op. Kopduels, het wegstompen van de bal door de keeper, het te hoog trappen of te laag koppen van de bal, de vrije schop met het zogenaamde muurtje zijn verant-woordelijk voor deze contacten. De keeper is hier kwetsbaarder dan de veldspelers. Wonden van wenkbrauwen moeten nogal eens gehecht worden. Breuken van neus, kaak en gebitselementen tre-den nogal eens op evenals hersenschuddingen. Ongevallen van de bovenste ledematen vormen ongeveer een kwart van alle ongevallen in het voet-balspel. Bij de veldspelers treden ze meestal op ten gevolge van een val, meestal na een overtreding van de tegenstander. De sliding is in dit opzicht een berucht wapen geworden. Als deze val gepaard gaat met een slechte valtechniek, kunnen zich op ieder niveau van arm en schouder tamelijk speci-fieke botbreuken ontwikkelen zoals de fractuur van het sleutelbeen, van de ellepijp of van het basis-kootje van de duim. Verstuikingen en ontwrichtingen ten gevolge van een verkeerde val ziet men voornamelijk bij het acromioclaviculaire gewricht en bij het schoudergewricht ontstaan. De keeper in het voetbal is erg ontvankelijk voor ongevallen van arm en schoudergordel. Naast de reeds genoem-de ongevallen zijn min of meer typische keepersongevallen onder andere ontwrichtingen van de basisgewrichten van duim en vingers, fracturen van de vingerkootjes en fracturen van middenhands-beentjes. Oorzaken zijn onder andere foutieve vangtechnieken (overstrekte duim, vingers te ver naar voren) en tegenwoordig ook de effectvol genomen vrije trappen op het doel.

Page 7: Voetbal & Sportverzorging (werkstuk t.b.v. SVG109) · Voetbal & Sportverzorging (werkstuk t.b.v. SVG109) Pagina 3 van 16 Voetbal is een complexe sport met veel regels. Hieronder een

Voetbal & Sportverzorging (werkstuk t.b.v. SVG109)

Pagina 7 van 16

Het merendeel van de blessures van de romp komt op rekening van contacten met tegenstander, medespeler of de bal. Te hoog trappen van de bal, een van dichtbij hard geschoten bal niet zien aan-komen, een elleboogstoot in een direct duel om de bal kunnen onder andere aanleiding geven tot ribfracturen en kneuzingen van inwendige organen zoals longen, hart, lever, milt en nieren. Een trap of stoot in het maagkuiltje in de buik kan nog wel eens aanleiding geven tot tijdelijke flauwval-neigingen met misselijkheid en braakneigingen en soms zelfs tot een kortdurende bewustzijnsver-mindering. Hetzelfde kan optreden bij een trap of een bal tegen de edele delen. De verschijnselen zijn meestal van korte duur. De zogenaamde liesblessure is een verzamelnaam voor een diversiteit van aandoeningen in het onderste kruis (lage rug, buik, bekken) en de lies-streek. Het veelvuldig voorkomen van pijnklachten in de liesstreek bij voetballers duidt op een sportspecifieke oorzaak. Blijkbaar worden in het voetbal structuren in het liesgebied zo zwaar belast dat er blessures kun-nen ontstaan. De meest frequente oorzaak voor pijn in de liesstreek be-treft een acute of chronische overbelasting van een van de spieren van de adductorengroep. Acute overbelasting van de adductorengroep kan ontstaan door een plot-selinge verrekking bij het maken van een sliding tackle, het te hoog trap-pen van de bal en het onderuithalen van het standbeen door een tegen-stander. Ook kunnen adductoren acuut overbelast worden door een te plotselinge en te sterke spierconcentratie. Blokkering van de aanvoerende beweging door een block-tackle of door in de grond te trappen of het trappen tegen een zware bal over te grote afstand zijn meestal de direct oorzakelijke factoren. Eveneens veelvoorkomend bij het voetballen zijn de blessures aan het bovenbeen. Hierbij is dan meestal sprake van verrekking of scheuring van de hamstrings of quadriceps. In het gebied rond de heup zijn blessures van de hamstrings de meest voorkomende. Er is een acute vorm herkenbaar, waarbij de blessure zich kenmerkt door een acute, duidelijk omschreven pijn aan de achterzijde van het bovenbeen. Daarnaast is een chronische vorm, deze komt minder vaak voor, de pijn is vaak al een tijd aanwezig en is -zeker in de beginfase van de blessure- minder duidelijk om-schreven. Voor wat betreft de acute vorm, wordt het grootste risico gelopen bij sporten waarbij een plotseling krachtstoename of een plotselinge versnelling een grote rol spelen. (voetbal, sprongspor-ten, racket sporten, veel atletiek nummers). Voor wat betreft de chronische vorm, hebben we door-gaans te maken met sporten waarbij de (loop)beweging veelvuldig en gedurende lange tijd wordt herhaald, zoals bijvoorbeeld bij een marathon of een triathlon. De (pijn)klachten nemen in het ver-loop van de tijd in ernst toe. Verder is het, helaas, zo dat hamstringblessures zich vaak en makkelijk herhalen, waarbij ze in ernst toenemen en moeilijker verdwijnen. Hamstring blessures worden doorgaans ingedeeld in drie categorieën of graden: Graad 1: Er is sprake van een forse verrekking met misschien enkele gescheurde spiervezels. De pijn is vaak goed te lokaliseren en aan te wijzen. Vaak is er ook sprake van een lichte stijfheid. Bij her-nieuwde (rustige) activiteit kan het zijn dat de klachten aanvankelijk afnemen. Na het sporten nemen de klachten echter vaak weer toe, en dan zelfs heviger. Graad 2: Er is duidelijk sprake van gescheurd spierweefsel. De pijnlijke plek beslaat vaak een groter gebied, terwijl er soms (direct of na een paar dagen) ook een bloeduitstorting is te zien. Vaak "trekt" de persoon ook met het aangedane been. Graad 3: Er is sprake van een volledig gescheurde spier. Operatief ingrijpen is hier noodzakelijk. Ge-lukkig komt deze situatie zelden voor. Bij de quadriceps ontstaat soms een scheurtje midden in het weefsel van de spier. Dit soort verreke-ningen kunnen optreden als een schopbeweging plotseling wordt geblokkeerd.

Page 8: Voetbal & Sportverzorging (werkstuk t.b.v. SVG109) · Voetbal & Sportverzorging (werkstuk t.b.v. SVG109) Pagina 3 van 16 Voetbal is een complexe sport met veel regels. Hieronder een

Voetbal & Sportverzorging (werkstuk t.b.v. SVG109)

Pagina 8 van 16

Er is praktisch geen tak van sport waar het kniege-wricht aan zulke belastingen blootgesteld wordt als de voetbalsport. De specifieke bewegingspatronen in het voetbal stellen de hoogste eisen aan de beweeglijkheid en de stabiliteit van het kniegewricht. Overstrekken, draaien en koppen, geforceerde explosieve krachtui-tingen zoals schieten, belasten het kniegewricht zwaar. Omdat het hier het standbeen van de voetballer be-treft, worden er zeer grote krachten op alle structuren

van het kniegewricht uitgeoefend. Door de intensivering van de krachttraining in de hedendaagse trainingsprogramma's zijn de uitgeoefende krachten alleen nog maar groter geworden. In deze ex-treme standen kan het gemakkelijk acuut misgaan. Het standbeen kan geblokkeerd worden in zijn draaiende beweging door een tegenstander of doordat te lange noppen onder de voetbalschoen het standbeen fixeren in de bodem. Beschadigingen van het bandapparaat kunnen alle componenten betreffen. Welk deel van het band-apparaat beschadigd is, hangt af van het ontstaansmechanisme van de blessure. Naast beschadigingen aan het bandapparaat van de knie ontstaan vaak letsels van één of beide me-nisci in het kniegewricht. Omdat een meniscusbeschadiging in het voetbal erg vaak optreedt, ver-staat men in de volksmond onder een voetbalknie dan ook meestal een meniscusbeschadiging. Ongevallen van het onderbeen doen zich veelvuldig voor in het voetbal. Meestal zijn het ongevallen ten gevolge van contacten met de tegenstanders. Schaafwonden, kwetswonden en kneuzingen zijn aan de orde van de dag. Meestal zijn ze van lichte aard. Trainingen en wedstrijden hoeven dan niet onderbroken of gemist te worden. Heftig pijnlijk zijn de kneuzingen die leiden tot bloedingen onder het botvlies. Een aantal van de open huidwonden komt tot stand doordat de tegenstander met noppen van een slechte kwaliteit speelt. Ernstige blessures van het onderbeen zijn de breuken. Deze komen hoofdzakelijk tot stand door een groot direct inwerkend geweld. Blessures van spieren van het onderbeen in het voetbal betreffen hoofdzakelijk de kuitspieren. Oor-zaken zijn onder andere kneuzingen door een trap van een tegenstander, spierscheuren door acute overbelasting of chronische overbelasting zoals bij de achillespeesontsteking. Blessures van de enkel zijn hoofdzakelijk kneuzingen en verstuikingen. Vaak ziet men ze gecombi-neerd optreden. Oorzaken voor verstuikingen in het voetbal zijn het verstappen op een ongelijke bodem (kuiltje in de grond), het blokkeren door een tegenstander van de voet, het neerkomen uit een sprong op de voet van een tegenstander, medespeler of bal, een trap of sliding tackle van een tegenstander tegen de enkel, snel draaien en wenden met blokkade in de grond (te lange noppen). Circa 80% van de eerste enkelverstuikingen ontstaat op basis van een contacttrauma, bijvoorbeeld ten gevolge van een sliding tackle door een tegenstander. Het overgrote deel van recidiverende en-kelverstuikingen ontstaat op basis van indirect geweld, bijvoorbeeld door plotselinge richtingveran-deringen bij lopen op een onregelmatig terrein. Indirect bevorderende factoren zijn onder andere het dragen van te hoge noppen op een te hard terrein, de verminderde stabiliteit van de hedendaag-se voetbalschoen, die in een aantal uitvoeringen onder de enkel valt en een reeds bestaande functi-onele instabiliteit al of niet in combinatie met een instabiliteit van het bandapparaat na reeds eerder doorgemaakte verstuikingen. Er zijn voetballers die in de loop van hun carrière zoveel kneuzingen en verstuikingen van hun enkel-gewrichten opgelopen hebben dat er een beeld ontstaat met een vervroegde slijtage. Meestal komt men dit het eerst op het spoor met röntgenonderzoek. Het beeld is zo sterk geassocieerd met bal-sporten zoals American football en voetbal dat men er de naam footballer's ankle aan gegeven heeft. In feite betreft het meestal een aanpassing van het enkelgewricht aan de herhaaldelijk optredende acute overbelastingsmomenten.

Page 9: Voetbal & Sportverzorging (werkstuk t.b.v. SVG109) · Voetbal & Sportverzorging (werkstuk t.b.v. SVG109) Pagina 3 van 16 Voetbal is een complexe sport met veel regels. Hieronder een

Voetbal & Sportverzorging (werkstuk t.b.v. SVG109)

Pagina 9 van 16

Sedert het wegvallen van de beschermende harde neus op de voetbalschoen treden ongevallen van de voet in toenemende mate op. Ook hier betreft het meestal kneuzingen, verstuikingen en soms breuken. De verstuikingen betreffen vaak het basisge-wricht van de grote teen. Oorzaken zijn onder andere het trap-pen in de grond, het trappen met de bal te veel op de voorvoet, blokkade van een trapbeweging door de voet van een tegen-stander. Kneuzingen kunnen zich overal voordoen, maar komen meestal op het bovenste gedeelte van de voet voor. Oorzaken zijn onder andere dat tegenstanders en/of medespelers met hun voeten op jouw voet staan of blokkade van trapbewegingen. Een aparte vermelding verdient de zogenaamde blauwe nagel. Hier-bij is er een bloeduitstorting onder de nagel ontstaan. Over het algemeen betreft het de nagel van de grote teen. Een blauwe nagel kan wel eens gepaard gaan met een breuk van de betref-fende teen. Deze breuk wordt nogal eens miskend. Spierblessures van de voet zijn meestal overbelastingsblessures van de voetzoolspieren. Vooral bij die voetbalschoenen die een

te slappe buigzame zool hebben en het voetgewelf onvoldoende ondersteunen, willen ze nog wel eens optreden. Statistische gegevens: Tabel 1 geeft een aantal kerngegevens (2005) over de blessures van de sporten die als speerpunt voor blessurepreventie zijn gekozen. Het oordeel of een sport een hoog of laag blessurerisico heeft, is afhankelijk van het criterium. In de tabel is te zien dat veldvoetbal verantwoordelijk is voor de meeste behandelingen op de spoedeisende hulp (SEH), gevolgd door paardrijden en hockey. Tabel 1 Kerngegevens van de sporten die zijn aangewezen als speerpunt voor preventie, 2005

Page 10: Voetbal & Sportverzorging (werkstuk t.b.v. SVG109) · Voetbal & Sportverzorging (werkstuk t.b.v. SVG109) Pagina 3 van 16 Voetbal is een complexe sport met veel regels. Hieronder een

Voetbal & Sportverzorging (werkstuk t.b.v. SVG109)

Pagina 10 van 16

In tabel 2 een overzicht van de ontstaanswijzen van blessures bij diverse sporten. Hieruit blijkt dat 30% van de blessures bij profvoetbal geleidelijk ontstaan. Tabel 2 Plotseling en geleidelijk ontstane blessures, naar sporten die zijn aangewezen als speerpunt voor preventie, 2007/’08 (in %)

In tabel 3 wordt voor een drietal sporten, te weten hardlopen, wintersport en (betaald) voetbal, het aandeel van respectievelijk knieblessures, enkelblessures en hoofdletsel weergegeven. Voetbal neemt wat geleidelijk en plotseling ontstaan letsel betreft een tussenpositie in. Waarschijnlijk door-dat het een typische teamsport is met relatief veel lichamelijk contact. Het blijkt dat knie- en enkel-blessures in alle drie de sporten veelvuldig voorkomen. Opvallend bij voetbal zijn de blessures aan het bovenbeen. Als we de liesblessures (voornamelijk veroorzaakt door de adductoren) meenemen, komen we tot 31% van het totaal! Tabel 3 Knie-, enkel-, hoofd- en overige blessures bij hardlopen, wintersport en voetbal, 2007 (in %)

70% van de bij voetbal optredende blessures kan vanuit bovenstaande tabel gerangschikt worden. De kwetsuren die hier niet genoemd worden vallen binnen de overblijvende 30%.

4) Preventie Welke mogelijkheden heeft de sportverzorger om preventief op te treden richting de voetballers? Om deze vraag te kunnen beantwoorden zullen de kerntaken en competenties van de sportverzorger bekend moeten zijn. Het NGS (Nederlands Genootschap voor Sportmassage) maar ook de N.B.S.M. (Nederlandse Brancheorganisatie van

Page 11: Voetbal & Sportverzorging (werkstuk t.b.v. SVG109) · Voetbal & Sportverzorging (werkstuk t.b.v. SVG109) Pagina 3 van 16 Voetbal is een complexe sport met veel regels. Hieronder een

Voetbal & Sportverzorging (werkstuk t.b.v. SVG109)

Pagina 11 van 16

Sportverzorgers en –masseurs) hebben profielen en kerntaken vastgelegd. De kerntaken zijn:

Onderzoeken van het bewegingsapparaat en het opstellen van een behandelplan;

Masseren van cliënten;

Tapen en bandageren van cliënten;

Voorlichting en advies geven aan cliënten of groepen;

Zorg verlenen aan cliënten bij acuut sportletsel;

Registreert en legt gegevens van cliënten vast . De belangrijkste competenties:

De sportverzorger is in staat om op adequate wijze een wenselijke lichaamshouding en normale bewegingspatronen te herkennen en vast te stellen;

De sportverzorger is door zijn inzicht in belasting en belastbaarheid in staat om vroegsymptomen van overbelasting te herkennen;

De sportverzorger is in staat om op adequate wijze de signalen van afwijkingen in lichaamhou-ding en bewegingsapparaat te herkennen;

De sportverzorger is in staat situaties adequaat te overzien en noodsituaties te onderkennen;

De sportverzorger is in staat om onder stressvolle omstandigheden accuraat en kalm te hande-len;

De sportverzorger is in staat grotere schade of letsel bij de cliënt te voorkomen en handelt met overtuigingskracht;

De sportverzorger is in staat om op adequate wijze geschikte preventieve maat-regelen te bepalen;

De sportverzorger is in staat om informatie en advies op maat aan te bieden;

De sportverzorger is in staat om op adequate wijze te bepalen wanneer tapen en bandageren wenselijk is;

De sportverzorger is in staat om passende massagetechnieken te kiezen. De sportverzorger zal met behulp van zijn gereedschapskist (competenties en toebedeelde taken) de spelers begeleiden en waar mogelijk behandelen. De blessures en hun stadia zijn bepalend voor de mogelijkheden die de sportverzorger heeft om op te kunnen treden. Hij zal zijn grenzen moeten ken-nen. Op tijd doorverwijzen kan helpen om erger te voorkomen. Hier wordt in paragraaf 4 en 5 op teruggekomen. Preventieve maatregelen worden wel in drie stadia ingedeeld.: Primair kan de sportverzorger door adviseren en voorlichten het ontstaan van blessures voorkomen. Secundair zal hij trachten vroegsymptomen te onderkennen zoals prestatiedaling, gedragsverande-ring, lichamelijke klachten, ziek worden, slechte eetlust, slecht slapen, hogere rustpols, gewichtsver-mindering, hogere bloeddruk, langzamer herstel, menstruatiestoornissen, en potentievermindering. Met zijn kennis en kunde zal de sportverzorger de voetballer zowel mentaal (luisteren) als fysiek (massages, tapen, bandageren) begeleiden om adequaat te reageren op de vroegsymtomen. Hij neemt tertiaire preventieve maatregen bij een acute blessure die het herstel bevorderen en reci-divering voorkomen (EHBSO, bandage). De KNVB heeft een brochure (Handleiding blessurepreventie, 36 pagina’s)) samengesteld omtrent blessurepreventie. Hierin wordt de voetballer centraal geplaatst en worden de factoren die blessures kunnen voorkomen opgesomd. Op de volgende pagina wordt een schema hieruit weergegeven. Bij vrijwel alle factoren kan de sportverzorger van grote toegevoegde waarde zijn. Ook aan de randvoorwaarden waaraan een vereniging moet voldoen wordt in de KNVB-brochure aandacht gegeven: “ Wanneer een vereniging succesvol aandacht wil besteden aan blessurepreventie, betekent dit dat aan een aantal randvoorwaarden moet worden voldaan:

Page 12: Voetbal & Sportverzorging (werkstuk t.b.v. SVG109) · Voetbal & Sportverzorging (werkstuk t.b.v. SVG109) Pagina 3 van 16 Voetbal is een complexe sport met veel regels. Hieronder een

Voetbal & Sportverzorging (werkstuk t.b.v. SVG109)

Pagina 12 van 16

Het bestuur van de vereniging staat achter blessurepreventie en het initiatief om er meer aan-dacht aan te besteden. Dit betekent niet alleen goedkeuring, maar ook dat in bepaalde situaties een beroep op het bestuur kan worden gedaan.

Het opstellen van een blessurepreventieplan. Dit is een taakstellend plan dat als leidraad dient voor de ontwikkeling en uitvoering van activiteiten op het gebied van blessurepreventie en –zorg.

Reservering van financiële middelen op de begroting. In principe volstaat een gering bedrag.

Coördinatie: de activiteiten in het kader van blessurepreventie worden gecoördineerd door één of meerdere personen.

Draagvlak: het blessurepreventieplan moet door iedereen binnen de vereniging worden gedragen.

Iedereen die het uitdraagt moet zich er ook verantwoordelijk voor voelen.”

De sportverzorger zal bijdragen aan het voorko-men van blessures (of meehelpen te voorkomen dat blessures verergeren) door: de anamneses, inspecties, het geven van adviezen, regelmatige sederende massages (vroegtijdig onderkennen van veranderingen in het spierweefsel), active-rende massages (warming-up), tapen en bandage-ren en EHB(S)O. Naast het adviseren van de spe-lers zal hij ook zijn invloed binnen de vereniging moeten laten gelden. Bij het constateren van een tekort schietend beleid dat het risico op blessures voor de spelers vergroot, zal hij het bestuur daar-van op de hoogte moeten brengen. Kritiek durven uiten en stevig in de schoenen staan zijn dus com-petenties, die wellicht niet zo benoemd worden maar, die wel zeer belangrijk zijn.

5) Blessures en hun behandeling Blessures ontstaan op verschillende wijzen:

1. Exogeen: a. Acuut exogeen = door direct geweld van buitenaf. b. Chronisch exogeen = optelsom van steeds herhalend geweld, bijvoorbeeld trappen

tegen te enkel. 2. Endogeen – Exogeen:

a. Acuut door een combinatie van exogene en endogen factoren = iedere relatieve plotselinge overbelasting op basis van reeds lang bestaande endogene veranderin-gen, bijvoorbeeld een zweepslag (coup de fouet);

b. Chronisch door een combinatie van exogene en endogen factoren = hyperfunctione-le aandoeningen, bijvoorbeeld de insluipende overbelasting van de hamstrings;

3. Endogeen: a. Acuut endogeen = decompensatie van stoornissen elders. Vaak reflectoir, bijvoor-

beeld acute spit (lumbago);

Page 13: Voetbal & Sportverzorging (werkstuk t.b.v. SVG109) · Voetbal & Sportverzorging (werkstuk t.b.v. SVG109) Pagina 3 van 16 Voetbal is een complexe sport met veel regels. Hieronder een

Voetbal & Sportverzorging (werkstuk t.b.v. SVG109)

Pagina 13 van 16

b. Chronisch endogeen = (veelal) pathologische stoornissen, bijvoorbeeld vanuit infec-ties.

Bij het voetbal komen de exogene blessures het vaakst voor. Toch zijn mijn inziens endogene facto-ren altijd aanwezig. Het snel nemen van risico, onbesuisd gedrag, et cetera zullen vrijwel altijd een rol spelen. De speler zoekt het meestal wel in de omgevingsgebonden factoren en minder bij zichzelf. Hij zal nooit de schuld van een blessure bij zichzelf zoeken, doordat hij zich bijvoorbeeld niet goed voorbereid heeft of dat de conditie en de concentratie onvoldoende was. De tegenstander, materiaal en ondergrond zijn vaak de boosdoener. Ook in de media krijgt de spelverruwing veelal overdreven veel aandacht. Bij recidiverende blessures moet aan endogene oorzaken worden gedacht. De spieren moeten dan in een goede conditie worden gebracht. Een goede verstandhouding tussen de sport-verzorger, de speler en de trainer is hierbij van groot belang! Bij een acute exogene en/of endogene blessure zal de behandeling bestaan uit het verlenen van EHB(S)O. Koelen, hoogleggen, (steun)verband aanleggen en adviseren zullen de meest voorkomende handelingen zijn. Bij chronische blessures heeft de sportverzorger vooral de taak om ze vroegtijdig te onderkennen. Als de speler zich regelmatig laat masseren leert de sportverzorger hem/haar kennen. Veranderingen worden dan gezien en gevoeld waarop de sportverzorger kan reageren met het geven van adviezen, massages en tapen/bandageren. Het rapport dat vanuit de anamnese, palpatie en inspectie is opge-steld is daarbij ondersteunend. Hieronder enkele mogelijke behandelingen:

Koelen met interval

Minder belasten

Beperken bewegingsuitslag (bijvoorbeeld tapen, hakverhoging)

Rust of verminderde training

Spierversterkende oefeningen

Rekoefeningen

Beter schoeisel/kleding/bescherming

Bandages tijdens training

Massages op aangedane spieren

Fricties op aanhechtingen

6) Wanneer en naar wie doorverwijzen De meeste sporters, dus ook voetballers voelen elke dag wel pijn. Meestal is dat van tijdelijke aard en is een teken dat het lichaam bezig is te regenereren. De sporter komt er sterker uit. Door ervaring leert de voetballer het verschil tussen pijn van tijdelijke aard en de pijn veroorzaakt door een serieu-ze blessure te herkenen. Wanneer spreken we nu van een blessure:

Wanneer de blessure de speler ervan weerhoudt om op een natuurlijke wijze te voetballen;

Als de pijn langer dan een week aanhoudt;

Als de pijn toeneemt;

Als er een zwelling optreedt;

Als de pijn niet te negeren valt. De sportverzorger zal moeten bepalen in welk stadium een blessure zich bevind en waardoor die veroorzaakt is/wordt. Uit zijn bevindingen zal hij de beslissing moeten nemen of en naar wie hij doorverwijst. Hieronder een overzicht van de stadia waarin spier-,pees- en gewrichtsblessures onder te verdelen zijn. Stadia spierblessures: Stadium 1

Page 14: Voetbal & Sportverzorging (werkstuk t.b.v. SVG109) · Voetbal & Sportverzorging (werkstuk t.b.v. SVG109) Pagina 3 van 16 Voetbal is een complexe sport met veel regels. Hieronder een

Voetbal & Sportverzorging (werkstuk t.b.v. SVG109)

Pagina 14 van 16

• Startpijn • Hypertonie • Myogelosen • Te hoge spanning in rust • Spierpijn (pijn in de spieren) • Beginnende disbalans van de bewegingsuitslagen van de gewrichten Stadium 2 = stadium 1 plus: • Licht pijngevoel in rust • Vermoeidheidsgevoel in rust • Snel vermoeid bij arbeid • Pijn bij palpatie • Lichte zwelling • Pijn bij rek door beginnende verkorting • Stijf gevoel bij bewegen • Lange warming-up nodig De eerste twee stadia zijn reversibel. Deze problemen zijn bij uitstek geschikt voor verzorging door middel van sportmassage en -verzorging. Bij het nemen van de goede maatregelen verdwijnen deze symptomen. Vanaf stadium 3 (zie hieronder) wordt het pathologisch en zal de sportverzorger moe-ten doorverwijzen! Stadium 3 = stadia 1 & 2 plus: • Pijn blijft bij belasting, met name in het begin • Meer pijn bij rek • Pijn bij weerstand • Drukpijn, zwelling en hypertonie • Coördinatiestoornissen • Microruptering van spierweefsel Stadium 4 + stadia 1, 2 & 3 plus: • Symptomatologie, als stadium 3 maar dan erger • Pijn blijft in rust • Sport en arbeid is onmogelijk geworden • Er is ruptering van spierweefsel dat later littekenweefsel wordt • Balansverstoring, nu ook van omliggende gewrichten Stadium 5 stadia 1 t/m 4 plus: • Partiële rupturering Stadium 6 • Totaal ruptuur Stadia peesblessures: Stadium 1: Pijnlijk en stijf gevoel na inspanning Stadium 2: Pijn treedt op tijdens het begin van de training waarna de pijn verdwijnt om na de training weer terug te komen. Ook hier geldt dat de sportverzorger door vakkundig ingrijpen tot en met stadium 2 het doorzetten naar een volgend stadium kan voorkomen. Vanaf stadium 3 is ingrijpen door specialisten noodzake-lijk: Stadium 3: Er is pijn gedurende de hele training maar beïnvloedt de training niet nadelig Stadium 4: De pijn is nu zo ernstig dat sport en werk er duidelijk onder lijden Stadium 5: Pijn is ook in rust aanwezig Stadium 6: Ruptuur

Page 15: Voetbal & Sportverzorging (werkstuk t.b.v. SVG109) · Voetbal & Sportverzorging (werkstuk t.b.v. SVG109) Pagina 3 van 16 Voetbal is een complexe sport met veel regels. Hieronder een

Voetbal & Sportverzorging (werkstuk t.b.v. SVG109)

Pagina 15 van 16

Bij gelokaliseerde pijn in het gewricht bij normaal bewegen of bij pijn in het gewricht in rust zal de sportverzorger doorverwijzen. Op advies van bijvoorbeeld een sportarts of fysiotherapeut kan hij een ondersteunende rol spelen bij het genezingsproces. Bijvoorbeeld door het tapen, bandageren en/of masseren van de omliggende spieren en pezen. Mogelijkheden voor de sportverzorger om te doorverwijzen zijn:

EHBO-post (ziekenhuis): bij acuut letsel waarbij deskundige hulp noodzakelijk lijkt;

Huisarts(enpost): indien de sportverzorger het niet vertrouwt en een diagnose gewenst is;

Sportarts: bij sportspecifieke blessures, keuringen en testen;

Fysiotherapeut: vanaf stadium 2, specifieke blessurebehandeling;

Pedicure: bij afwijkingen aan de nagels, extreme eeltvorming en dergelijke;

Voetkundig adviseur: voor adviezen over schoeisel en standaard inlegzolen;

(Sport)podoloog: bij blessures waarvan de sportverzorger verwacht dat deze verholpen en/of voorkomen kunnen worden met inlegzolen;

Trainer: voor het aanpassen van schema’s en/of techniek. De bereikbaarheid van bovengenoemde dienstverleners moet een punt van aandacht zijn. Voor eer-ste hulp bij ernstige ongevallen of dreigend gevaar kan 112 worden gebeld. Voor de kleinere acute blessures is het handig om de telefoonnummers en adressen plus routebeschrijving bij de hand te hebben. Daarnaast kan er met verwijsbriefjes worden gewerkt waarop naast de naam en vereniging van de sportverzorger ook de naam en het adres van de dienstverlener is afgedrukt. De sportverzor-ger dient vooraf kennis te maken en wellicht zijn er speciale afspraken te maken.

7) De verzorger als onderdeel van het voetbalteam en de vereniging Bij mijn onderzoekje kwam ik de site tegen van BSVV. Een voetbalvereniging met 400 leden. Zij heb-ben de sportverzorging tot een structureel onderdeel van de vereniging gemaakt. Op de website wordt ruim aandacht besteed aan sportverzorging en de sportverzorger houdt op vaste tijden spreekuur.

Tijdens wedstrijden en trainingen zal de sportverzorger echter ook regelmatig aanwezig dienen te zijn. Hij let er op dat hij er altijd goed verzorgd uit ziet en heeft een professionele uitstraling. De spe-lers, ouders, trainers en alle anderen die vaak op het veld zijn te vinden leren hem zo kennen. Hier-mee wordt hij na verloop van tijd een vertrouwd figuur. Ook ziet hij op welke wijze de spelers ge-traind worden en waaruit de fysieke en mentale belasting bestaat. Elke trainer heeft zo zijn eigen visie en zodoende wordt er op diverse wijzen getraind. Een blessurepreventieplan is een goede en veilige investering voor zowel de vereniging als de leden. Minder blessures zullen het spelplezier van de leden vergroten en de kwaliteit van het voetbal verbe-teren. Bij het opstellen van een blessurepreventieplan zal de sportverzorger een relatief grote in-

Page 16: Voetbal & Sportverzorging (werkstuk t.b.v. SVG109) · Voetbal & Sportverzorging (werkstuk t.b.v. SVG109) Pagina 3 van 16 Voetbal is een complexe sport met veel regels. Hieronder een

Voetbal & Sportverzorging (werkstuk t.b.v. SVG109)

Pagina 16 van 16

breng hebben. Hij kent de vereniging, van bestuur tot de pupillen en kan vanuit zijn competenties de juiste inbreng geven. Wat mag niet ontbreken binnen een zichzelf respecterende voetbalvereniging:

Een of meerdere gediplomeerde sportverzorger(s) en/of sporttherapeut(en);

Een goed geoutilleerde sportverzorgings- annex EHBO-ruimte;

Een blessurepreventieplan;

Contacten met externe (para)medische partijen (zie het vorige hoofdstuk);

Een overlegstructuur tussen de sportverzorger, de trainers en het bestuur;

Een noodactieplan, eventueel als onderdeel van het blessurepreventieplan; wat te doen bij ern-stige blessures en calamiteiten. Hierin op te nemen de afspraken over wie doet wat, et cetera.;

Tegenwoordig is een AED redelijk betaalbaar, zeker bij de wat grotere verenigingen mag dit instrument niet ontbreken;

Regelmatige presentaties door deskundigen over blessures en hun ontstaanswijzen, kleding, schoeisel en (val)techniek;

Regelmatige controle op de uitrusting van de spelers voor de training en voor de wedstrijd. Slecht schoeisel veroorzaakt bijvoorbeeld veel ellende;

Regelmatige controle van het trainingsveld op risicoverhogende aspecten;

Een krachthonk met goede daarvoor opgeleide begeleiding;

De juiste verzekeringen om vrijwilligers en personeel zoveel mogelijk te vrijwaren.

8) Bronnen: Mijn dank gaat uit naar alle auteurs van artikelen waaruit ik kon putten betreffende voetbalgerela-teerde zaken. Voor dit werkstuk heb ik niet altijd kunnen onderzoeken of (delen van) hun publicaties auteursrechtelijk zijn beschermd. Indien ik onverhoopt onrechtmatig stukken heb gekopieerd wil ik daar direct mijn excuses voor aanbieden. Om alle auteurs te benoemen zou te ver voeren. Hieronder een opsomming van de websites en boeken waaruit ik geput heb: http://www.svhoedekenskerke.nl/pdf/spelregels%20voetbal.pdf

http://home.hetnet.nl/~spssmilde/voetbalblessures.htm

http://www.cbs.nl/NR/rdonlyres/AB21BA5A-EF45-416C-B386-41B456F5915F/0/RapportageSport2008.pdf

http://www.blessurevrij.nl/

http://www.knvb.nl/blessurepreventie

Cursusmap Blessurepreventie ATS

http://www.sportverzorgingngs.nl/uploads/1/File/BCP%20sportverzorger-sportverzorger_website.pdf

http://www.nesm.nl/downloads/handleidingbijdeproevevanbekwaamheid.pdf

http://www.teamfysio.nl/index.php?onderdeel=faq&pagina=faq

EncycLOOPedy (Landelijk overkoepelend orgaan voor de podologie)

http://www.tno.nl/content.cfm?context=markten&content=case&laag1=192&item_id=65

http://www.bloso.be/VTS/vtsdigitaal/docs/090309UGArtikel1.pdf

http://www.bsvv.nl/sportverzorging.html

Aantal woorden: 6265 Aantal afbeeldingen: 19