Verkeer en vervoer - Nijmegen · O&S Gemeente Nijmegen, april 2012 1 Verkeer en vervoer Op de...
Transcript of Verkeer en vervoer - Nijmegen · O&S Gemeente Nijmegen, april 2012 1 Verkeer en vervoer Op de...
O&S Gemeente Nijmegen, april 2012 1
Verkeer en vervoer
Op de belangrijke invalswegen naar en van de stad blijft het druk en de verwachting is dat de autostromen op
deze wegen de komende jaren blijven groeien. De externe bereikbaarheid van de stad met de auto wordt nog
steeds ongunstig beoordeeld, zowel door Nijmegenaren als bezoekers. En hoewel hierin een lichte verbetering
optreedt, blijft verkeer voor de Nijmegenaar nog steeds het belangrijkste probleem in de stad. Positief is en blijft
de afnemende trend van het aantal verkeersongevallen ondanks de drukkere wegen. Nieuwe ontwikkelingen om
de bereikbaarheid van de stad en de doorstroom te verbeteren (transferium in Ressen, HOV, SLIM Prijzen) erva-
ren burgers als positief of werpen nu al hun vruchten af.
Er is een groeiende aandacht voor fietsstallingsmogelijkheden in de stad, zowel onder Nijmegenaren als onder
bezoekers aan de binnenstad. In het woon-werkverkeer gaan evenals twee jaar geleden nog steeds ongeveer zes op
de tien werkende Nijmegenaren met de fiets naar hun werk in Nijmegen en stabiliseert het autogebruik. Bij be-
zoeken aan het stadscentrum gebruiken Nijmegenaren steeds meer de fiets en bij bezoeken aan het stadscentrum
op de zaterdag is het autogebruik afgenomen. Op buurtniveau is verkeer voor Nijmegenaren het belangrijkste
probleem en behoort parkeren ook tot de top vijf van problemen in de buurt . De tevredenheid over het parkeren in
de buurt is afgenomen, maar dat geldt in ongeveer dezelfde mate ook voor de ontevredenheid hierover. In Nijme-
gen-Oost is de tevredenheid over het parkeren in de buurt het meest gedaald. De tevredenheid over het openbaar
vervoer in de buurt is in de meeste stadsdelen weliswaar wat afgenomen, maar blijft over het algemeen vrij hoog.
I . V E R K E E R N A A R E N V A N D E S T A D
Externe bereikbaarheid vooral voor auto een
probleem volgens Nijmegenaren De externe bereikbaarheid van de stad is volgens
Nijmegenaren vooral een probleem voor de auto en
niet voor andere vervoerswijzen om de stad binnen
te komen. In hun oordeel over het gemak om de
stad binnen te komen geven Nijmegenaren zowel in
2009 als in 2011 voor de fiets en het openbaar ver-
voer een ruime voldoende. Dat geldt niet voor de
auto.
Illustratie 1: oordeel externe bereikbaarheid stad
Bron: Stadspeiling 2009, 2011, O&S
Aantal vervoersbewegingen met auto op
belangrijke invalswegen blijft hoog Het aantal vervoersbewegingen met de auto op de
belangrijkste invalswegen aan de noord-, zuid-,
west- en oostzijde van de stad blijft aan de hoge
kant. De grootste bewegingen doen zich al jaren
voor aan de noordzijde van de stad over de Waal-
brug (ongeveer 60.000 vervoersbewegingen per
etmaal) gevolgd door de Neerbosscheweg (ruim
45.000 bewegingen met de auto per etmaal).
Illustratie 2: vervoersbewegingen met de auto per etmaal op de
belangrijkste invalswegen in stad.
Bron: gemeente Nijmegen, verkeerstellingen 2007-2010
Toekomstige groei autoverkeer vooral ten
noorden en (zuid)westen van de stad
Het autoverkeer naar en van Nijmegen zal de ko-
mende jaren groeien. Volgens prognoses van de
Stadsregio Arnhem-Nijmegen zal de groei van het
aantal personenverplaatsingen per auto per dag van
2010 tot 2020 met name plaatsvinden op wegen
waar op dit moment al de meeste bewegingen
plaatsvinden, namelijk aan de noordzijde (richting
Arnhem), de westelijke (richting Beuningen) en
zuidwestelijke kant (richting Wijchen) van de stad.
Hoewel er diverse ontwikkelingen zijn om de be-
reikbaarheid van de stad te verbeteren (verbreding
A50, nieuwe stadsbrug , HOV-plannen, SLIM-
Prijzen, Dynamisch Verkeersmanagement) zal de
verwachte toename van de autostromen naar en van
de stad er voor zorgen dat de bereikbaarheidspro-
blematiek vooralsnog een belangrijk aandachtspunt
blijft voor de stad.
2009 2011
Externe bereikbaarheid stad
fiets 7,7 7,8
trein 7,5 7,3
bus 7,2 7,1
auto 5,7 5,9
Verkeer en vervoer
O&S Gemeente Nijmegen, april 2012 2
Illustratie 3: prognoses personenverplaatsingen per auto van
2010 tot 2020
Bron: Regionaal Verkeersmodel Stadsregio Arnhem-Nijmegen
Pendelaars maken ook deel uit van het
verkeer van en naar de stad
Dagelijks verplaatsen zich personen in de stad die
buiten Nijmegen wonen en in Nijmegen werken
(inkomende pendel). Daarnaast zijn er niet-
Nijmegenaren die elders werken maar via Nijmegen
naar hun werkbestemming gaan (doorgaande pen-
del). De inkomende pendel in 2010 bedroeg ruim
50.000.1 Deze werkenden in de stad komen vanuit
alle richtingen de stad binnen. Relatief groot is het
aandeel van de inkomende pendel uit Wijchen,
Beuningen, Arnhem, Heumen, Groesbeek, Linge-
waard, Overbetuwe, Druten, Ubbergen, Cuijk,
Mook en Middelaar, Millingen en Duitsland. Van de
doorgaande pendel is weinig bekend over herkomst
en bestemming.
Naast de inkomende en doorgaande pendel van
niet-Nijmegenaren zijn er ook Nijmegenaren die
elders werken (uitgaande pendel). Van de Nijmege-
naren die 12 uur of meer werken (ongeveer 74.000
personen) werkt bijna 30% buiten de stad. Het gaat
hier om ongeveer 22.000 personen, die op vaste
werkdagen heen en weer reizen tussen Nijmegen en
hun werkplek buiten de stad. In 2011 is aan deze
uitgaande pendel niet gevraagd hoe ze naar hun
werk gaan, maar uit vorige peilingen bleek dat
ongeveer tweederde met de auto naar het werk gaat,
in tegenstelling tot de werkende Nijmegenaren in
Nijmegen. Onder deze laatste groep is het aandeel
automobilisten veel lager .
1 Van de personen die buiten Nijmegen wonen en in Nijmegen
werken (inkomende pendel) of elders werken maar via Nij-
megen naar hun werkplek gaan (doorgaande pendel) zijn
geen gegevens bekend over hun vervoerswijze. Maar het
vermoeden bestaat dat het bij een groot deel van de inko-
mende pendel gaat om werkenden die met de auto naar
Nijmegen komen.
I I .V E R K E E R I N D E S T A D
Ook interne bereikbaarheid vooral voor auto
een probleem volgens Nijmegenaren
Evenals voor de externe bereikbaarheid van de stad
vinden Nijmegenaren dat ook de auto voor de in-
terne bereikbaarheid een probleem is. Het oordeel
van Nijmegenaren over de bereikbaarheid van be-
stemmingen binnen de stad met de fiets of het
openbaar vervoer is veel gunstiger. Zowel in 2009
als in 2011 geven zij voor de bereikbaarheid van
bestemmingen binnen de stad met de auto geen
voldoende.
Illustratie 4: oordeel interne bereikbaarheid stad
Bron: Stadspeiling 2009, 2011, O&S
Nijmegenaren blijven aandacht vragen voor
verkeer
Verkeer staat bij Nijmegenaren nog steeds boven
aan het lijstje van problemen in de stad waaraan de
gemeente wat zou moeten doen. Dit is al enkele
jaren het geval, maar in 2011 komt dit nog sterker
naar voren dan voorheen. Het gaat hier om zaken
als de bereikbaarheid van de stad, de doorstroming
in de stad, files, verkeersinfrastructuur (we-
gen/busbanen/drempels/fietspaden), verkeersveilig-
heid en verkeersdrukte. In 2007 en 2009 noemde
ongeveer 35% van de bevolking het verkeer als
eerste probleem in de stad om aan te pakken. In
2011 is dat bijna 40%. En hoewel parkeren in verge-
lijking met voorgaande jaren in 2011 wat minder
wordt genoemd, blijft het naast verkeer en veilig-
heid bij de top drie van problemen op het prioritei-
tenlijstje staan van de Nijmeegse bevolking waar het
gaat om de aanpak van belangrijke problemen in de
stad. Vanaf 2011 maken Nijmegenaren bovendien
sterker dan voorheen kenbaar dat fietsvoorzienin-
gen (fietsenstallingen in centrum, fietspaden in de
stad) meer aandacht mogen hebben bij de aanpak
van belangrijke problemen in de stad. In 2009
noemde 5% van de Nijmegenaren fietsvoorzienin-
gen om als eerste aan te pakken. In 2011 is dat 10%.
Meer aandacht, maar in wat mindere mate, wordt
ook gevraagd voor het openbaar vervoer. En in het
oordeel of Nijmegen een verkeersveilige stad is, is
nauwelijks iets veranderd. Want evenals in 2009
(46%) vindt ook in 2011 nog steeds niet de helft van
de Nijmegenaren (47%) dat Nijmegen een verkeers-
veilige stad is.
2009 2011
Interne bereikbaarheid stad
fiets 7,6 7,6
bus 7,2 7,1
auto 5,9 5,8
Verkeer en vervoer
O&S Gemeente Nijmegen, april 2012 3
Drukte op Nijmeegse wegen blijft
aanhouden
Het blijft al jaren druk op de Nijmeegse wegen. Dat
kan worden afgeleid uit het totaal aantal vervoers-
bewegingen in de stad. De verkeersdrukte geeft een
beeld van de mate waarin het verkeer kan door-
stromen, bijvoorbeeld bij files als gevolg van op-
stoppingen in de stad. Daarnaast is het druktebeeld
van belang voor de leefbaarheid in de stad.
Uit de verkeerstellingen die jaarlijks worden gehou-
den op bepaalde punten in de stad, komt naar voren
dat de verkeersintensiteit op belangrijke hoofdwe-
gen en straten in Nijmegen op een hoog niveau
blijft. In 2009 ging het op deze wegen in totaal om
bijna 375.000 vervoersbewegingen van auto’s, bus-
sen, vrachtwagens en (brom)fietsen per etmaal. In
2010 was dit wat minder (373.000) maar wel meer
dan de jaren ervoor. De tellingen worden bijgehou-
den op hoofdwegen naar en van het centrum en op
de overgangen van het Maas-Waalkanaal. Op de
overgangen van het Maas-Waalkanaal is het aantal
vervoersbewegingen in 2010 ten opzichte van 2009
gedaald van bijna 159.000 naar bijna 155.000 per
etmaal. Maar op de hoofdwegen naar en van het
centrum is het aantal bewegingen toegenomen van
bijna 222.000 in 2009 naar bijna 224.500 in 2010. Deze
toename is vooral toe te schrijven aan het grotere
aantal vervoersbewegingen op de Generaal Gavin-
weg (Waalbrug), met name met de (brom)fiets.
Illustratie 5: gemiddeld aantal vervoersbewegingen naar voertuig
per etmaal naar en van centrum
Bron: gemeente Nijmegen, verkeerstellingen 2004-2010
Cijfers over de bereikbaarheid van banen vanuit
Nijmegen in en buiten de spits wijzen erop dat
Nijmegen een middenpositie tussen de kennissteden
inneemt als het gaat om verkeersdrukte en files
tijdens de spits (Atlas voor gemeenten 2011).
Nog steeds minder ongelukken met
letselschade en minder verkeersslachtoffers
Ondanks de aanhoudende verkeersdrukte, is er een
afnemende trend te zien in het aantal geregistreerde
verkeersongevallen (letselongevallen) en verkeers-
slachtoffers2. Het aantal letselongevallen neemt de
laatste jaren duidelijk af. Dat is ook in andere steden
te zien, maar in absolute zin is het aantal verkeers-
ongevallen in Arnhem en Nijmegen in 2011 minder
dan in enkele andere steden.
Illustratie 6: aantal verkeersongevallen in 2006-2009 in absolute
zin in Nijmegen en enkele andere steden
Bron: CBS
Behalve gegevens over verkeersongevallen worden
ook gegevens over verkeersslachtoffers bijgehou-
den. Ook hierin is landelijk een dalende trend te
zien. Maar in vergelijking met enkele andere ge-
meenten zijn er in Nijmegen de laatste jaren per
100.000 inwoners veel minder verkeersslachtoffers
gevallen. In 2009 lag dit aantal voor Nijmegen op
104. In andere steden als Haarlem, Groningen en
Enschede was dat aanmerkelijk meer.
2 Gegevens ter vergelijking van verkeersongevallen en ver-
keersslachtoffers tussen steden zijn alleen beschikbaar tot en
met 2009. In Nijmegen was het aantal letselongevallen in
2010 verder gedaald naar 94.
Verkeer en vervoer
O&S Gemeente Nijmegen, april 2012 4
Illustratie 7: Aantal verkeersslachtoffers in 2006-2009 per
100.000 inwoners in Nijmegen en enkele steden.
Bron: CBS
Autogebruik in woon-werkverkeer 3
stabiliseert
In 2009 was het fietsgebruik onder Nijmegenaren in
het woon-werkverkeer fors gestegen en het autoge-
bruik sterk gedaald in vergelijking met voorgaande
jaren. Zes op de tien Nijmegenaren die in Nijmegen
werkten gingen toen met de fiets naar het werk.
Hierin is weinig veranderd. Nog steeds gaan er
ongeveer zes op de tien met hun fiets naar het werk.
En evenals in 2009 gebruiken ook in 2011 een op de
vier Nijmegenaren die in Nijmegen werken de auto
om naar hun werk te gaan. Verder is er in 2011 een
wat grotere groep dan voorheen (anders) die mee-
rijdt met anderen (carpooling) of wordt opgehaald
en thuis weer wordt afgezet.
3 Het gaat hier in 2011 om ruim 45.000 Nijmegenaren die 12 uur
of meer werken en naar een vaste werkplek in Nijmegen
gaan.
Illustratie 8: vervoerswijze van Nijmegenaren die in Nijmegen
werken
Bron: Stadspeiling 2005, 2007, 2009, 2011, O&S
Het vervoermiddelgebruik van Nijmegenaren die in
Nijmegen werken komt in grote lijnen overeen met
het vervoermiddelgebruik van Haarlemmers die in
Haarlem werken (Omnibusonderzoek Haarlem
2010). Ook in Haarlem gaan bijna zes op de tien
(59%) met de (brom) fiets naar hun werk in Haarlem
en gebruikt bijna een kwart (23%) de auto. Het aan-
deel van degenen die te voet naar hun werk gaan, is
in Haarlem (10%) wat hoger dan in Nijmegen. Het
gebruik van het openbaar vervoer (3%) en het aan-
deel van de groep die op andere wijze naar het werk
gaat (4%) liggen op ongeveer hetzelfde niveau als in
Nijmegen.
Degenen die met hun auto naar het werk gaan in
Nijmegen, doen dat gemiddeld 3,6 dagen in de
week. Gemiddeld komt men 1,5 keer in de week in
een file terecht als men naar het werk rijdt. Als men
terug komt van het werk komt men gemiddeld 1,7
keer in de file terecht.
Fietsgebruik uit Midden en Oost blijft hoog,
maar neemt vanuit Zuid toe
Evenals in voorgaande jaren laat het vervoermid-
delgebruik per stadsdeel in het woon-werkverkeer
een wisselend beeld zien. Toch blijven enkele patro-
nen zichtbaar. Bewoners in Nijmegen-Centrum gaan
bijvoorbeeld nog steeds meer dan anderen veel te
voet naar het werk, waarschijnlijk omdat naar ver-
houding veel Centrum-bewoners in of in de nabij-
heid van Nijmegen-Centrum werken. Van oudsher
wordt er veel gefietst vanuit Nijmegen-Midden en
Nijmegen-Oost naar het werk. Dat beeld is in 2011
weer te zien. Maar opvallend is dat men nu vanuit
Nijmegen-Zuid meer fietst naar het werk dan voor-
heen en zelfs meer dan elders het geval is. Niet
minder dan drie op de vier werkenden uit Nijme-
gen-Zuid gaan in 2011 met de fiets naar hun werk in
Nijmegen. Vanuit Dukenburg, Lindenholt en Nij-
megen-Noord wordt van oudsher naar verhouding
veel de auto gebruikt om naar het werk te gaan. Uit
vorige peilingen bleek ook dat zij een grotere woon-
werkafstand afleggen dan gemiddeld het geval is. In
2011 gebruiken werkenden uit Lindenholt en Nij-
megen-Noord meer de auto en minder de fiets dan
in 2009 om naar hun werk in Nijmegen te gaan.
2005 2007 2009 2011
(brom)fiets 54% 50% 61% 59%
auto 34% 36% 25% 25%
te voet 7% 8% 8% 7%
ov 3% 4% 4% 4%
anders 2% 2% 2% 4%
Verkeer en vervoer
O&S Gemeente Nijmegen, april 2012 5
Illustratie 9: vervoerswijze woon-werk per stadsdeel
Bron: Stadspeiling , 2005, 2007, 2009, 2011, O&S
I I I .V E R K E E R I N R E L A T I E T O T
K N O O P P U N T E N I N S T A D
III-A Stadscentrum
Oordeel over autobereikbaarheid centrum en
parkeren in centrum nog altijd niet gunstig
Het oordeel van bezoekers aan het stadscentrum
(het gaat hier om Nijmegenaren en niet-
Nijmegenaren) over de bereikbaarheid van de bin-
nenstad per auto en het parkeren in de binnenstad
verbetert weliswaar licht, maar blijft ongunstig. In
2006 lag het oordeel duidelijk lager dan in andere
jaren, waarschijnlijk vanwege het opbreken van de
Hertogstraat in dat jaar. Daarna is het oordeel over
de autobereikbaarheid van de binnenstad licht ver-
beterd. Over de fietsenstallingen in de binnenstad is
men in 2010 in vergelijking met voorgaande jaren
duidelijk minder tevreden. Het oordeel hierover
krijgt in 2010 voor het eerst sinds jaren een onvol-
doende. Ook in Arnhem geven bezoekers aan de
binnenstad al vele jaren geen voldoende voor de
autobereikbaarheid van de binnenstad. Het rapport-
cijfer hiervoor in Arnhem is in 2010 (5,4) ten opzich-
te van 2008 (5,9) zelfs ongunstiger geworden en ligt
hiermee onder het niveau van Nijmegen. En hoewel
men in Arnhem in 2010 ongunstiger oordeelt over
diverse aspecten van de binnenstad dan in 2008, is
men in 2010 positiever dan in Nijmegen over de
bereikbaarheid per fiets (8,1) en het openbaar ver-
voer van de binnenstad (7,6), de fietsenstallingen
(7,5) en de parkeerplaatsen (5,9) .
Traditioneel heeft de binnenstadsbezoeker naar
verhouding niet zo’n gunstig oordeel over de par-
keertarieven in Nijmegen. In Arnhem is dat niet
anders.
Illustratie 10: oordeel stadscentrumbezoekers over enkele ver-
keersaspecten van de binnenstad in rapportcijfers
Bron: Stadscentrummonitor 2002, 2004, 2006, 2008, 2010, O&S
Meer bezoek aan binnenstad vanuit regio
leidt tot hoger aandeel autogebruik
Het aandeel Nijmegenaren in het totale bezoek aan
de Nijmeegse binnenstad blijft al enkele jaren op
ongeveer hetzelfde niveau. In 2010 is het aandeel
bezoekers vanuit de regio toegenomen ten opzichte
van 2008. Waarschijnlijk is het autogebruik in deze
periode mede hierdoor gestegen. Het aandeel be-
zoekers aan de binnenstad vanuit de rest van Neder-
te voet(brom)
fietsauto ov anders
2005 20% 53% 20% 6% 0%
2007 34% 41% 19% 5% 1%
2009 29% 53% 12% 6% 0%
2011 29% 43% 14% 6% 9%
2005 11% 67% 20% 0% 1%
2007 7% 59% 32% 1% 1%
2009 9% 69% 19% 3% 0%
2011 9% 67% 19% 2% 2%
2005 7% 46% 34% 5% 7%
2007 6% 57% 28% 2% 7%
2009 8% 63% 23% 5% 1%
2011 0% 64% 23% 9% 4%
2005 4% 54% 35% 5% 2%
2007 7% 52% 38% 3% 1%
2009 6% 67% 20% 5% 2%
2011 2% 60% 25% 8% 5%
2005 5% 76% 17% 1% 1%
2007 8% 64% 25% 2% 2%
2009 10% 73% 14% 2% 1%
2011 11% 75% 11% 3% 0%
2005 4% 53% 38% 3% 1%
2007 3% 51% 33% 9% 5%
2009 5% 56% 30% 5% 5%
2011 0% 76% 16% 0% 7%
2005 5% 35% 53% 4% 3%
2007 5% 39% 45% 6% 5%
2009 6% 49% 39% 6% 1%
2011 7% 46% 36% 7% 5%
2005 1% 41% 50% 6% 2%
2007 4% 29% 56% 5% 6%
2009 4% 49% 38% 3% 6%
2011 4% 32% 59% 0% 5%
2005 2% 51% 40% 1% 6%
2007 5% 42% 46% 4% 3%
2009 3% 59% 31% 5% 2%
2011 5% 42% 44% 0% 9%
Dukenburg
Lindenholt
N-Noord
N-Centrum
N-Oost
N-Oud-West
N-Nieuw-West
N-Midden
N-Zuid
200
2
200
4
200
6
200
8
201
0bereikbaarheid fiets 7,4 7,5 7,5 7,5 7,4
bereikbaarheid OV 7,2 7,4 7,4 7,5 7,2
fietsstalling 6,3 6,4 6,6 6,6 5,9
bereikbaarheid auto 5,9 5,7 5,4 5,7 5,9
parkeerplaatsen 5,7 5,5 5,2 5,3 5,4
parkeertarief 4,4 4,1 4 4,2 4,2
Verkeer en vervoer
O&S Gemeente Nijmegen, april 2012 6
land is in 2010 daarentegen afgenomen in vergelij-
king met 2008. Hierdoor is waarschijnlijk het ge-
bruik van het openbaar vervoer gedaald.
Illustratie 11: herkomst bezoekers binnenstad in procenten
Bron: Stadscentrummonitor 2002, 2004, 2006, 2008, 2010, O&S
Illustratie 12: vervoerswijze binnenstadsbezoek in procenten
Bron: Stadscentrummonitor 2002, 2004, 2006, 2008, 2010, O&S
Nijmegenaren bezoeken binnenstad steeds
meer met de fiets Behalve gegevens over het binnenstadsbezoek van
Nijmegenaren en niet-Nijmegenaren via passanten-
enquêtes4, is er ook via de Stadspeilingen5 specifieke
informatie bekend over Nijmegenaren die de bin-
nenstad bezoeken. Hieruit blijkt dat Nijmegenaren
al jaren veel met de fiets of te voet de binnenstad
bezoeken. Dat geldt voor verschillende winkelda-
gen: door de week, op zaterdag, op koopavond en
op koopzondag. Op een doordeweekse dag is het
aandeel van de voetgangers in het bezoek aan de
binnenstad zelfs hoger dan het aandeel met de auto.
Dat is al een aantal jaren en ook in 2011 het geval.
4 De resultaten van de passantenenquête worden gebruikt voor
de Stadscentrummonitor. In deze enquête worden Nijmege-
naren en niet-Nijmegenaren ondervraagd, bijvoorbeeld waar
ze vandaan komen en hoe ze naar de binnenstad gaan. In de
Stadspeiling is alleen bij Nijmegenaren geïnformeerd hoe en
hoe vaak ze naar de binnenstad gaan.
5 Het gaat hier om een bezoek aan het stadscentrum om te
winkelen of voor een voorziening (bank, bibliotheek, bios-
coop, etc.). Naar het centrum gaan voor het werk of een be-
zoek aan vrienden/familie valt hier niet onder. De vervoers-
wijze is uitgedrukt in % van het aantal bezoeken per week.
Het totale percentage is telkens meer dan 100%, omdat men
twee vervoermiddelen/vervoerswijzen mocht noemen als
deze ook regelmatig gebruikt worden.
Illustratie 13 : vervoerswijze binnenstadsbezoek op doordeweekse
dagen in 2005, 2007 en 2009
Bron: Stadspeiling 2007, 2009, 2011, O&S
Illustratie 14: vervoerswijze binnenstadsbezoek op zaterdag in
2007, 2009, 2011
Bron: Stadspeiling 2007, 2009, 2011, O&S
Illustratie 15: vervoerswijze binnenstadsbezoek op koopavond in
2007, 2009, 2011
Bron: Stadspeiling 2007, 2009, 2011, O&S
2002 2004 2006 2008 2010
Nijmegen 60% 63% 57% 58% 58%
regio 22% 23% 25% 21% 25%
rest Nederland 17% 14% 17% 20% 15%
buitenland 1% 1% 1% 1% 2%
2002 2004 2006 2008 2010
auto 35% 28% 33% 26% 38%
fiets 23% 29% 25% 28% 25%
openbaar vervoer 24% 21% 26% 30% 21%
te voet 17% 23% 17% 16% 16%
Verkeer en vervoer
O&S Gemeente Nijmegen, april 2012 7
Illustratie 16: vervoerswijze binnenstadsbezoek op koopzondag in
2007, 2009, 2011
Bron: Stadspeiling 2007, 2009, 2011 O&S
Meer bezoeken van Nijmegenaren aan
binnenstad door de week
In 2011 worden door Nijmegenaren door de week
ruim 203.000 bezoeken per week afgelegd aan de
binnenstad om te winkelen of een voorziening te
bezoeken. Dat is aanmerkelijk meer dan in 2009 het
geval was (toen bijna 166.000). Op de zaterdag is het
aantal bezoeken eveneens toegenomen, maar in wat
mindere mate: van ongeveer 50.000 in 2009 naar
bijna 55.000 in 2011. Op de koopavond is het aantal
bezoeken weinig veranderd. In 2009 waren dat er
ruim 16.000 en in 2011 is dat ongeveer 16.500. Ook
de koopzondag blijft in bezoekersaantallen op on-
geveer hetzelfde niveau. In 2009 waren dat er bijna
15.000 en in 2011 zijn dat er 14.800.
In vergelijking met 2009 is het stadscentrumbezoek
in 2011 vanuit alle stadsdelen door de week toege-
nomen, maar vooral vanuit Dukenburg In 2009
werden door de week vanuit Dukenburg 13.200
bezoeken per week afgelegd aan de Nijmeegse
binnenstad. In 2011 is dat inmiddels gegroeid naar
ongeveer 23.700 per week. Van oudsher worden
vanuit Nijmegen-Oost de meeste bezoeken afgelegd
aan de Nijmeegse binnenstad. Evenals uit vorige
peilingen bleek, gaan bewoners uit Nijmegen- Oost
en Nijmegen-Midden ook in 2011 voornamelijk met
de fiets naar de binnenstad. Dat geldt nu ook in
sterkere mate voor bewoners uit Nijmegen-Zuid
door de week (in 2009 ging 50% met de fiets naar de
binnenstad, in 2011 inmiddels 76%). Ook vanuit
Lindenholt wordt er in 2011 door de week wat meer
gefietst naar de binnenstad dan in 2009 (in 2009 was
dat 33%, in 2011 inmiddels 45%). Het autogebruik
vanuit Dukenburg, Lindenholt en Nijmegen-Noord
voor een bezoek door de week aan de binnenstad
blijft in 2011 evenals in 2009 naar verhouding hoog.
Het ov-gebruik voor een bezoek door de week aan
de binnenstad blijft evenals in 2009 relatief hoog
vanuit Dukenburg, Nijmegen-Zuid, Nijmegen-
Nieuw-West en Lindenholt.
En evenals in 2009 gaan bewoners uit Nijmegen-
Oost en Nijmegen-Oud-West (stadsdelen die niet
ver van Centrum liggen) na bewoners uit Centrum
het meest te voet naar de binnenstad.
Illustratie 17: vervoerswijze binnenstadsbezoek op doordeweekse
dagen per stadsdeel in 2011 (in procenten van het aantal doorde-
weekse bezoeken per week)
Bron: Stadspeiling 2011, O&S
Niet alleen door de week, maar ook op de zaterdag
is het autogebruik vanuit verder weg gelegen
stadsdelen als Dukenburg en Lindenholt zoals uit
eerdere peilingen is gebleken naar verhouding hoog.
Dat geldt ook voor Nijmegen-Noord. Maar vanuit
Lindenholt is dit in 2011 aanmerkelijk hoger dan
door de week. Voor een bezoek aan de binnenstad
op de zaterdag wordt nog steeds veel gefietst vanuit
Nijmegen-Oost en Nijmegen-Midden. En evenals in
2009 blijft het ov-gebruik op de zaterdag vanuit
Dukenburg relatief hoog.
Illustratie 18: vervoerswijze binnenstadsbezoek op zaterdag per
stadsdeel in 2011 (in procenten van het aantal bezoeken op
zaterdag per week)
Bron: Stadspeiling 2011, O&S
auto
fie
ts
op
enb
aar
ver
vo
er
te v
oet
and
ers
aan
tal
bez
oek
en
Nijmegen 19% 62% 20% 27% 2% 203.300
N-Oost 5% 78% 10% 37% 1% 55.500
Dukenburg 51% 30% 40% 2% 2% 23.700
N-Centrum 4% 37% 4% 89% 1% 22.700
N-Zuid 12% 76% 31% 1% 1% 21.900
N-Midden 15% 74% 21% 14% 0% 19.900
N-Nieuw-West 28% 60% 30% 7% 5% 17.800
N-Oud-West 10% 65% 14% 45% 2% 17.400
N-Noord 42% 64% 21% 2% 2% 12.400
Lindenholt 38% 45% 30% 6% 10% 12.100
auto
fiet
s
op
en
ba
ar
ver
vo
er
te v
oet
an
de
rs
aan
tal
bez
oek
en
Nijmegen 19% 58% 17% 28% 3% 54.700
N-Oost 4% 76% 6% 39% 2% 14.600
N-Centrum 0% 20% 0% 97% 1% 6.000
N-Zuid 19% 70% 24% 0% 8% 5.900
Dukenburg 47% 35% 44% 0% 3% 5.900
N-Midden 17% 76% 16% 10% 1% 5.800
N-Nieuw-West 25% 59% 30% 5% 4% 5.000
N-Oud-West 17% 59% 12% 37% 1% 4.400
N-Noord 45% 60% 17% 5% 0% 3.700
Lindenholt 49% 49% 23% 0% 10% 3.400
Verkeer en vervoer
O&S Gemeente Nijmegen, april 2012 8
Nijmegenaren blijven aandacht vragen voor
verkeer
Verkeer staat bij Nijmegenaren nog steeds boven
aan het lijstje van problemen in de stad waaraan de
gemeente wat zou moeten doen. Dit is al enkele
jaren het geval, maar in 2011 komt dit nog sterker
naar voren dan voorheen. Het gaat hier om zaken
als de bereikbaarheid van de stad, de doorstroming
in de stad, files, verkeersinfrastructuur (we-
gen/busbanen/drempels/fietspaden), verkeersveilig-
heid en verkeersdrukte. In 2007 en 2009 noemde
ongeveer 35% van de bevolking verkeer als eerste
probleem in de stad om aan te pakken. In 2011 is dat
bijna 40%. En hoewel parkeren in vergelijking met
voorgaande jaren in 2011 wat minder wordt ge-
noemd, blijft het naast verkeer en veiligheid bij de
top drie op het prioriteitenlijstje staan van de Nij-
meegse bevolking waar het gaat om de aanpak van
belangrijke problemen in de stad. Vanaf 2011 maken
Nijmegenaren bovendien sterker dan voorheen
kenbaar dat fietsvoorzieningen (fietsenstallingen in
centrum, fietspaden in de stad) meer aandacht mo-
gen hebben bij de aanpak van belangrijke probe-
lemen in de stad. In 2009 noemde 5% van de Nijme-
genaren fietsvoorzieningen om als eerste aan te
pakken. In 2011 is dat 10%. Meer aandacht, maar in
wat mindere mate, wordt ook gevraagdvoor het
openbaar vervoer.
III-B Werkgebieden
Oordeel autobereikbaarheid werklocaties
wordt iets gunstiger
Naast het stadscentrum als grote trekpleister voor
bezoekers hebben ook de grotere werklocaties te
maken met parkeer- en bereikbaarheidsproblemen,
zo blijkt uit de Monitor Vestigingsklimaat 2010. Als
het gaat om problemen die met voorrang aangepakt
mogen worden door de gemeente noemen de be-
drijven vooral verkeersproblemen (met name par-
keer- en bereikbaarheidsproblemen). Toch vinden
zij dat het oordeel over de bereikbaarheid van de
eigen locatie per auto over het algemeen iets gunsti-
ger is geworden7. Voor de bereikbaarheid van de
eigen vestiging per auto geven zij gemiddeld een 7,2
in 2010, hetgeen wat hoger ligt dan in 2006. Ook
bedrijven in de binnenstadskern die in 2006 niet zo
positief waren over de autobereikbaarheid van hun
vestiging geven in 2010 een hogere waardering. Op
de meeste locaties vinden de bedrijven dat de situa-
tie ongewijzigd is of dat er een verbetering is, met
uitzondering van de bedrijven in Bijsterhuizen. Toch
blijft het oordeel in Bijsterhuizen over de autobe-
reikbaarheid in 2010 relatief gunstig.
7 Veel bedrijven hebben vaak eigen parkeerplaatsen bij hun
vestiging of hebben in de loop der jaren parkeerplaatsen erbij
laten maken.
Illustratie 19: rapportcijfer voor autobereikbaarheid per werkloca-
tie
Bron: Monitor Vestigingsklimaat 2010, O&S
Oordeel over parkeergemak voor klanten
wisselend per werklocatie
Het oordeel over het parkeergemak voor klanten
verschilt per werklocatie. In Bijsterhuizen is men
hierover in 2010 het meest positief en, zoals te ver-
wachten was, in het Singelgebied en de Binnen-
stadskern het minst positief. Bedrijven in het Singel-
gebied, Stadsdeelcentrum Dukenburg, de Grift en
Brabantse Poort vinden dat het parkeergemak voor
hun klanten in 2010 achteruit is gegaan ten opzichte
van 2006. Op de overige werklocaties ziet men gro-
tendeels vooruitgang.
Verkeer en vervoer
O&S Gemeente Nijmegen, april 2012 9
Illustratie 20: rapportcijfer voor parkeergemak klanten per werk-
locatie
Bron: Monitor Vestigingsklimaat 2010, O&S
IV.V E R K E E R I N D E B U U R T
Verkeer en parkeren in buurt baren
Nijmegenaar nog steeds zorgen
Hoewel Nijmegenaren in 2011 in vergelijking met
voorgaande jaren minder problemen in de buurt
noemen die als eerste aangepakt mogen worden,
blijft verkeer in de buurt (verkeersveiligheid, ver-
keersoverlast) de Nijmegenaar zorgen baren. In 2011
staat verkeer zelfs op plaats één van het prioriteiten-
lijstje van problemen in de buurt waar de gemeente
iets aan mag doen. Ongeveer 14% van de Nijmege-
naren noemt in 2011 verkeer als buurtprobleem dat
met voorrang mag worden aangepakt. In 2009 was
dat ongeveer 18%, en stond verkeer hiermee nog op
plaats twee, na schoonhouden buurt. Evenals in
2009 wordt verkeer in 2011 vooral in Nijmegen-
Noord (24%) naar verhouding veel genoemd als
probleem in de buurt dat als eerste mag worden
aangepakt.
Ook parkeren wordt in 2011 (8%) weliswaar in
mindere mate genoemd als probleem in de buurt
dan in 2009 (13%), maar blijft in de top vijf staan van
problemen in de buurt die met voorrang mogen
worden aangepakt. De mate waarin parkeren in
2011 wordt genoemd als buurtprobleem verschilt
niet veel per stadsdeel.
Tevredenheid over openbaar vervoer blijft
hoog en groeit in Dukenburg en Noord
Hoewel de tevredenheid van Nijmegenaren over het
openbaar vervoer in hun buurt in 2011 iets is afge-
nomen ten opzichte van 2009, blijft deze al jaren op
een vrij hoog niveau8. In Oud-West is de tevreden-
heid meer dan elders gedaald. Zoals ook uit vorige
peilingen naar voren is gekomen, is de tevredenheid
in Centrum doorgaans vrij hoog. Dat is niet zo ver-
wonderlijk, omdat veel bussen hier komen en het
centraal station in de buurt is. In Dukenburg is de
tevredenheid over het openbaar vervoer in de buurt
het meest gegroeid. Ook hier komen veel bussen bij
het stadsdeelcentrum Dukenburg en is er een NS-
station in de nabijheid van het winkelcentrum. In
2009 bleek dat de tevredenheid onder bewoners in
Noord meer gegroeid was dan in andere stadsdelen.
In 2011 is de tevredenheid eveneens wat groter
geworden. De toename van de bevolking in Noord
heeft geleid tot een grotere vervoersvraag. En door-
dat steeds meer mensen in de loop der jaren gebruik
zijn gaan maken van het aanbod van het openbaar
vervoer kunnen ook steeds meer mensen hun waar-
dering hierover uitspreken.
8 In vergelijking met andere steden scoort Nijmegen vrij gunstig
waar het gaat om de tevredenheid over het openbaar vervoer
in de buurt. Met een score van 8,1 laat Nijmegen veel steden
achter zich, zoals Arnhem (7,9), Apeldoorn (7,1), Den Bosch
(7,3), Enschede (7,5), Haarlem (7,6), Leiden (7,4) en Maas-
tricht (7,5). Bron: King 2011.
Verkeer en vervoer
O&S Gemeente Nijmegen, april 2012 10
Illustratie 21: tevredenheid openbaar vervoer in procenten per
stadsdeel
Bron: Stadspeiling 2005, 2007, 2009, Veiligheidsmonitor 2011,
O&S
Verkeersoverlast hoog in Centrum en West De verkeersoverlast in de buurt wordt uitgedrukt in
een schaalscore voor verkeersoverlast9. In 2011 is de
score hiervan weliswaar gestegen, maar zoals ook in
vorige peilingen naar voren is gekomen, blijft de
verkeersoverlast in Centrum naar verhouding hoog.
Ook in Oud-West en Nieuw-West is deze overlast
traditioneel wat hoger dan in andere stadsdelen. Dat
geldt enigszins ook voor Dukenburg. In 2011 is
hierin weinig veranderd.
Van oudsher blijft de overlastscore om begrijpelijke
redenen in Centrum relatief hoog. In de meeste
stadsdelen is de score iets meer of iets minder ge-
worden. De overlast wordt in Noord evenals in 2009
lager dan elders ervaren, terwijl naar verhouding
veel bewoners in dit stadsdeel vinden dat verkeer de
eerste aanpakprioriteit in de buurt moet zijn. Waar-
schijnlijk heeft deze aanpakprioriteit in Noord niet
zozeer te maken met zaken waar het in de score om
gaat, maar meer met de verkeersinfrastructuur in dit
stadsdeel waar nog steeds gebouwd wordt en stra-
ten worden aangelegd (verbindingen om van Noord
naar de stad te komen; drukte op weg naar de stad;
aanleg nieuwe wegen, fietspaden, stoplichten, be-
bording, drempels, etc.).
9De verkeersoverlast wordt gemeten aan de hand van een score
op de schaal van ervaren overlast door verkeer. In deze
schaal worden gegevens verwerkt over het voorkomen van
o.a. geluidsoverlast door verkeer in de buurt, te hard rijden
en agressief verkeersgedrag. Hoe hoger de score, hoe sterker
de verkeersoverlast wordt ervaren. In 2011 is de schaal van
verkeersoverlast deels op basis van andere variabelen sa-
mengesteld dan voorheen is gebeurd. De spreiding van de
verkeersoverlast per stadsdeel blijft niettemin in 2011 onge-
veer hetzelfde als in 2009.
Illustratie 22: score verkeersoverlast in buurt
Bron: Stadspeiling , 2003, 2005, 2007, 2009, Veiligheidsmonitor
2011, O&S
Parkeeroverlast in buurt stijgt, vooral in
Nieuw-West en Dukenburg
Over het geheel gezien is de parkeeroverlast in de
buurt in 2011 ten opzichte van 2009 toegenomen. In
2009 zei de helft van de Nijmegenaren parkeerover-
last in de buurt te ervaren. In 2011 is dat inmiddels
56%. De parkeeroverlast is in bijna alle stadsdelen
toegenomen, behalve in Centrum. Maar de ervaren
parkeeroverlast in Centrum ligt al jaren wat hoger
dan elders in de stad. Ook in Nijmegen-Oost, Lin-
denholt en Nijmegen-Midden is deze overlast nor-
maal wat hoger dan gemiddeld. In Dukenburg en
Nieuw-West is de parkeeroverlast naar verhouding
het meest gestegen.
Illustratie 23: parkeeroverlast in buurt per stadsdeel (percentage
dat de indruk heeft dat parkeeroverlast vaak of soms voorkomt)
Bron: Stadspeiling, 2003, 2005, 2007, 2009, 2011, O&S
2005 2007 2009 2011
N-Centrum 91% 93% 94% 92%
N-Zuid 76% 87% 90% 88%
Dukenburg 79% 80% 82% 86%
N-Nieuw-West 84% 88% 87% 85%
N-Midden 86% 83% 92% 84%
Nijmegen 80% 82% 86% 83%
Lindenholt 75% 86% 81% 83%
N-Oost 81% 80% 85% 80%
N-Oud-West 78% 83% 89% 78%
N-Noord 56% 50% 67% 69%
2003 2005 2007 2009 2011
N-Oud-West 3,3 2,9 3,0 2,8 5,0
N-Centrum 3,6 3,3 3,5 3,4 4,9
N-Nieuw-West 3,1 2,7 2,7 2,8 4,5
Dukenburg 2,8 2,8 2,5 2,7 4,3
Nijmegen 2,8 2,6 2,6 2,6 4,1
Lindenholt 2,7 2,4 2,4 2,5 4,0
N-Zuid 2,6 2,3 2,4 2,5 3,9
N-Midden 2,8 2,7 2,6 2,4 3,9
N-Oost 2,7 2,5 2,7 2,4 3,6
N-Noord 2,2 2,5 2,4 1,9 3,3
2003 2005 2007 2009 2011
N-Centrum 66% 68% 62% 66% 65%
Lindenholt 51% 49% 50% 59% 63%
N-Oost 56% 58% 61% 56% 61%
N-Midden 53% 54% 52% 54% 60%
Nijmegen 49% 49% 48% 50% 56%
N-Oud-West 52% 48% 46% 53% 55%
N-Noord 45% 43% 46% 49% 52%
N-Nieuw-West 40% 41% 35% 40% 52%
Dukenburg 42% 40% 38% 39% 50%
N-Zuid 35% 39% 36% 42% 47%
Verkeer en vervoer
O&S Gemeente Nijmegen, april 2012 11
Illustratie 24: parkeeroverlast in buurt per stadsdeel in 2011
Bron: Stadspeiling 2011, O&S
Tevredenheid over parkeergelegenheid in
buurt neemt af, maar ontevredenheid ook10 Het percentage Nijmegenaren dat tevreden is over
de parkeergelegenheid in de buurt is in 2011 in
vergelijking met 2009 gedaald van 62% naar 56%.
Maar hieruit is niet direct af te leiden dat men ook
ontevredener is geworden, want het aandeel onte-
vredenen is eveneens gedaald van 32% in 2009 naar
25% in 2011. In vrijwel alle stadsdelen is de tevre-
denheid gedaald, maar met name in Nijmegen-Oost.
In 2009 was de tevredenheid hierover in dit stads-
deel nog sterk gegroeid ten opzichte van vorige
jaren. Waarschijnlijk kwam dit mede door uitbrei-
ding van het vergunningengebied voor bewoners
(bijv. Schildersbuurt). Mede hierdoor hebben bewo-
ners in andere buurten nadien (bijv. Componisten-
buurt) steeds meer overlast ondervonden van auto-
mobilisten die er parkeren om naar hun werk te
gaan of te winkelen in de buurt. Recentelijk is ook in
grote delen van deze buurten het parkeren geregu-
leerd.
Al jaren is de tevredenheid over de parkeergelegen-
heid in de buurt in Centrum naar verhouding laag.
10 In 2009 is de vraag over het oordeel naar de parkeergelegen-
heid in de buurt gesteld in de Stadspeiling (mondelinge en-
quête). In 2011 is de vraag gesteld in de Veiligheidsmonitor
(internet-enquête). Omdat men in internet-enquêtes geneigd
is eerder neutrale antwoorden te geven, komt de verhouding
tussen het aantal tevredenen en het aantal ontevredenen an-
ders te liggen.
In 2011 is deze nog verder gezakt. Het ongunstige
oordeel heeft hier o.a. te maken met het feit dat
bezoekers in Centrum vaak na 18.00 uur op bepaal-
de plaatsen gratis kunnen parkeren, waardoor
Centrum-bewoners vaak niet in hun straat of directe
omgeving hun wagen kwijt kunnen. Nijmegen-
Noord is het enige stadsdeel waar de tevredenheid
over de parkeergelegenheid in de buurt niet is
veranderd. In dit stadsdeel is ook de
ontevredenheid (niet opgenomen in illustratie) het
sterkst afgenomen met 15% in 2011 ten opzichte van
2009, terwijl dit gemiddeld 7% is geweest.
Illustratie 25: tevredenheid parkeergelegenheid in buurt per
stadsdeel
Bron: Stadspeiling 2003, 2005, 2007, 2009, Veiligheidsmonitor
2011, O&S
Overigens scoort Nijmegen wat betreft het oordeel
over de parkeergelegenheid in de buurt vrij gunstig
ten opzichte van enkele andere steden. In studies
waarin steden worden vergeleken krijgt de stad
hiervoor een 6,7, terwijl steden als Arnhem (6,6),
Apeldoorn (5,5), Den Bosch (6,4), Enschede (6,6),
Haarlem (6,4), Leiden (6,1) en Maasstricht (6,5) lager
scoren (Bron: King 2011).
2003 2005 2007 2009 2011
N-Nieuw-West 69% 67% 72% 69% 68%
N-Zuid 72% 68% 72% 67% 64%
N-Midden 66% 63% 66% 66% 62%
Dukenburg 72% 70% 69% 69% 60%
Nijmegen 64% 61% 61% 62% 56%
N-Noord 59% 64% 57% 55% 55%
N-Oud-West 62% 66% 63% 61% 55%
N-Oost 59% 55% 50% 64% 51%
Lindenholt 64% 59% 52% 57% 49%
N-Centrum 37% 30% 41% 33% 27%
Verkeer en vervoer
O&S Gemeente Nijmegen, april 2012 12
Illustratie 26: tevredenheid parkeergelegenheid in buurt per
stadsdeel in 2011
Bron: Stadspeiling 2011, O&S
V. N I E U W E O N T W I K K E L I N G E N
Nieuwe stadsbrug moet leiden tot betere
spreiding van verkeer in stad
De nieuwe verkeersbrug die Nijmegen-West en
Nijmegen-Noord zal verbinden, wordt waarschijn-
lijk in 2014 opgeleverd. Deze nieuwe brug (ook
bekend als De Oversteek) moet een groot deel van
het binnenkomend verkeer via het huidige Indu-
strieplein omleiden naar andere plekken in de stad
en zorgen voor een betere spreiding van het verkeer
in de stad. De verwachting is dat het totale ver-
keersvolume op korte termijn niet drastisch veran-
dert, maar dat het verkeer op bepaalde plekken in
de stad drukker wordt en op andere plekken minder
druk. Voorlopige berekeningen wijzen uit dat het
rond het Industrieplein ongeveer twee keer zo druk
zal worden. De verwerkingscapaciteit rond het
Industrieplein wordt uitgebreid en het plein zal van
meer verkeerslichten worden voorzien. Door de
komst van De Oversteek zal verder de drukte op de
Neerbosscheweg en Energieweg naar schatting met
ongeveer 10% stijgen. Daar tegenover staat dat het
naar verwachting de eerste jaren wat minder druk
zal worden op de Waalbrug, het Keizer Karelplein
en de singels.
P&R-Waalsprinter wordt vooral gebruikt om
file te vermijden en vanwege parkeertarief Sinds september 2007 is er een parkeervoorziening
in Ressen (P&R-Waalsprinter) die gebruikt kan
worden als overstappunt voor automobilisten die
via de Waalbrug verder met de bus naar de stad
willen reizen. Tegen een relatief laag tarief (€ 2,50
per dag per auto) kunnen ze hun auto op het terrein
parkeren en vervolgens overstappen op de bus naar
hun plaats van bestemming. Uit een enquête in 2011
onder gebruikers van het P&R-terrein in Ressen
blijkt dat het terrein over het algemeen gunstig
wordt beoordeeld. Gemiddeld krijgt het terrein van
de gebruikers een 7,5 als rapportcijfer. Het gaat
hierbij om zaken als bijvoorbeeld informatie over
vertrektijden van de bus, het gemak om via de
snelweg op het terrein te komen, instructie voor
gebruik van het terrein en het gevoel dat de auto
veilig geparkeerd staat. Reizigers maken in de en-
quête kenbaar dat zij het terrein vooral gebruiken
om de file te vermijden en omdat het parkeren
goedkoper is dan in de stad. Zeker acht op de tien
(81%) gebruikers van het terrein zeggen verder dat
zij anderen zouden stimuleren om gebruik te maken
van het terrein, als ze hiertoe de kans krijgen.
Project SLIM Prijzen leidt tot minder
spitsritten over Waalbrug
Van september 2009 tot en met mei 2010 konden
automobilisten die regelmatig over de Waalbrug
rijden meedoen aan het proefproject SLIM Prijzen.
Telkens wanneer zij in de ochtend- of avondspits de
Waalbrug richting Nijmegen meden, kregen zij een
beloning van € 4,-. De opgebouwde beloning is elke
Verkeer en vervoer
O&S Gemeente Nijmegen, april 2012 13
maand (tot een maximum van € 150,- per maand)
aan de deelnemers uitgekeerd. De proef heeft ertoe
geleid dat het aantal spitsritten onder de deelnemers
met 45% is afgenomen , terwijl de capaciteit tijdens
de proefperiode juist beperkt was vanwege de
grootschalige werkzaamheden. De dagelijkse files
zijn daarna grotendeels verdwenen. De resultaten
van SLIM Pijzen Waalbrug zijn voor het ministerie
van Verkeer en Waterstaat aanleiding geweest om in
augustus 2011 een SLIM Prijzen RegioRing te starten
voor automobilisten die regelmatig op de A12, A15,
A50. A73 en A325 rijden. De ruim 14.000 deelnemers
aan het project zorgen nu voor ongeveer 3.000
spitsmijdingen per dag.
Nijmegenaren in digitale stadspanel
overwegend positief over Hoogwaardig
Openbaar Vervoer
Begin 2012 is de nota Voorkeursbeslissing Hoog-
waardig Openbaar Vervoer (HOV) uitgebracht.
Hierin wordt voorgesteld om HOV gefaseerd in te
voeren. Dat wil zeggen eerst te starten met een
HOV-bus en op termijn over te gaan op de tram.
Uit een peiling onder het digitale stadspanel in 2010
komt naar voren dat panelleden overwegend posi-
tief staan tegenover de principes van het Hoog-
waardig Openbaar Vervoer (hoge frequentie, snel-
heid, comfort en betrouwbaarheid). Bijna driekwart
vindt dat het aantal autoritten in en rond de stad
beperkt kan worden door HOV. Acht op de tien
vinden dat drukke locaties beter bereikbaar worden
door de komst van het HOV. Ook milieuvoordelen
worden door de panelleden gezien met de komst
van het HOV, want voor bijna driekwart (72%) mag
het HOV er komen als de luchtkwaliteit hierdoor
verbetert.Toch ziet het stadspanel ook wat nadelen
aan het HOV, maar die wegen niet zo zwaar als de
voordelen. Een nadeel ziet men bijvoorbeeld bij het
voor- en natransport. Ongeveer zeven op de tien
deelnemers aan het onderzoek (71%) vinden het
vervelend om eerst naar een verder weg gelegen
opstappunt te reizen, voordat zij gebruik kunnen
maken van het HOV. Andere nadelen van het HOV
zoals bijvoorbeeld angst voor geluidsoverlast, ruim-
telijke inpassing in de bestaande stad en mogelijke
verkeersonveiligheid spelen voor Nijmegenaren in
vergelijking met de voordelen een naar verhouding
minder belangrijke rol.
Bronnen � Regionaal Verkeersmodel Stadsregio Arnhem-
Nijmegen 2010
� Atlas voor gemeenten 2009, 2010, 2011
� CBS
� PWE 2010
� Gemeente Nijmegen, Verkeerstellingen 2004-
2010
� Gemeente Nijmegen, Verkeersongevallen 2004-
2010
� Stadscentrummonitor Nijmegen 2010, O&S
� Stadspeiling 2003, 2005, 2007, 2009, 2011 O&S
� Veiligheidsmonitor 2011
� Meningspeiling HOV 2010/2011, O&S 2011
� Evaluatie P&R Waalsprinter, O&S 2011
� Waar staat je gemeente, King 2011
� Monitor vestigingsklimaat 2010, O&S 2010
� Omnibusonderzoek Haarlem 2010