Verdiepingsroute compleet 1
-
Upload
open-universiteit -
Category
Documents
-
view
220 -
download
0
description
Transcript of Verdiepingsroute compleet 1
2011/1.0
VerdIepIngsroute
Hoe ga je verder?Het leernetwerk draait al een tijd en je wilt weten hoe jullie ervoor staan. Of je wilt het een nieuwe
impuls geven, uitbreiden of juist meer met elkaar de diepte in gaan. Om op een verfrissende manier
naar je leernetwerk te kijken, kun je eerst het Inspiratiespel Netwerkleren met elkaar spelen (kies
daarbij ook de verdiepingsroute). Vervolgens kun je met behulp van onderstaande route instrumenten
en werkvormen inzetten waardoor je leernetwerk en de opbrengst ervan meer reliëf krijgen.
Hoe ziet de verdiepingsroute eruit?De route bestaat uit een selectie van 23 kaarten. De leernetwerkcoach kan bij de start een belangrijke
rol vervullen. Allereerst wordt de stand van zaken in kaart gebracht met de quiz. Wat voor netwerk-
leerders zijn we geworden? Hoe staan we nu tegenover netwerkleren? Doen we wat we willen doen
en doen we het goed? De werkvormen en instrumenten kunnen samen een gedetailleerd beeld
geven van de huidige situatie van het leernetwerk.
Vervolgens kun je met elkaar gaan kijken naar het leerproces zelf. Maken de belangrijkste leervragen
nog steeds deel uit van de leeragenda? Gaan we goed met elkaar om of moeten we het sociaal
contract herzien? Werken we effectief samen en zo niet, wat staat er dan in de weg? De toekomstweg
kan worden ingezet als er bijstellingen nodig blijken. Competenties van de deelnemers kunnen met
behulp van verschillende werkvormen worden vergroot.
Tot slot kun je de opbrengst van je leernetwerk onder de loep nemen. Hebben we voldoende
aandacht voor het vasthouden van de verworven kennis? Willen wij onze kennisproducten met
anderen delen en zo ja, hoe doen we dat? De creator kan hierin een belangrijke rol vervullen.
Voor het voortbestaan van het leernetwerk is het belangrijk de waarde ervan te belichten en over het
voetlicht te brengen. Een online omgeving versterkt de communicatie naar binnen en naar buiten.
Ve
rd
iep
ing
sr
ou
te
1. Leernetwerkcoach
2. Quiz
3. Renjerot
4. Netwerkscan
5. Barometer
6. Checklist
7. Leeragenda
8. Sociaal contract
9. Valkuilen (cultiveren)
10. Valkuilen (oogsten)
11. Toekomstweg
12. Competenties
13. Gesprekstechniek
14. Feedback
15. Wereldcafé
16. Vul de zin aan
17. Creator
18. Kennisproducten
19. ICT-coach
20. Online omgeving
21. Ambassadeur
22. Leerestafette
23. Waardecreatieverhaal
verdiepingsroute
Le
er
ne
tw
er
kc
oa
ch
2011/1.0
leerNetwerkcoach
De leernetwerkcoach is een coach voor leernetwerken binnen een school of schooloverstijgend, en
ondersteunt de leernetwerken bij hun zelfsturing. De coach maakt geen deel uit van deze leernet
werken, maar onderzoekt met de deelnemers onder welke condities het leernetwerk versterkt of
verbreed kan worden.
Wanneer is een leernetwerkcoach nodig?De leernetwerkcoach kan in iedere fase van een leernetwerk worden ingezet. Vooral in de zaaifase is
deinzetvaneenleernetwerkcoachvaaknuttigennodig.Indiefaseisdekwetsbaarheidvaneenleer
netwerk groot, en kan het door een steuntje in de rug, of het afvangen van wat wind net voldoende
kracht krijgen om tot volle groei te komen.
Wie kan de rol van leernetwerkcoach op zich nemen?De rol van leernetwerkcoach kan door iedereen die coachend kan optreden worden opgepakt.
De aanstelling kan gebeuren op vraag van de leernetwerken, of vanuit de wens van de schoolleiding.
Inhetlaatstegevalishetvanbelangdatdeleernetwerkcoachweleenonafhankelijkepositieheeft,
in verband met vertrouwen dat tussen de leernetwerkcoach en de leernetwerken moet kunnen
ontstaan.Belangrijkisdatdeleernetwerkcoacherkendengesteundwordtdoorhetteamenhet
management. Ook moet de coach een aanspreekpunt hebben binnen het leernetwerk.
“Ik wilde met mijn collega een leernetwerk doorgaande leerlijnen opstarten.
In het begin wisten we niet goed hoe we dat konden aanpakken.
Zo’n gesprek met de leernetwerkcoach was echt een steuntje in de rug.
We hebben direct concrete stappen gezet en we groeien nu langzaam uit
tot een groter leernetwerk.” Maria, leraar groep 6
coach
Leernetwerkcoach
Wat doet een leernetwerkcoach? De leernetwerkcoach stelt prikkelende vragen en fungeert als een spiegel. Hij dwingt het leernetwerk
stil te staan bij zaken, waar een netwerk in haar enthousiasme of onwennigheid niet altijd aan toe
komt. Zo kan hij in gesprek gaan met deelnemers over hun leeragenda, de inspirator helpen bij het
inzetten van activerende werkvormen, of de creator ondersteunen bij het benoemen van opbreng
sten.Indiennodiggaathijmethetleernetwerknaofervoldoendevertrouwenis,ofbekijkthijofde
rollen binnen het leernetwerk voldoende zijn verdeeld. De coach kan zelf tijdelijk rollen binnen het
netwerk innemen. De checklist voor de leernetwerkcoach helpt zicht te krijgen op dit soort
randvoorwaardelijke zaken.
Deleernetwerkcoachkanindiennodiganderen(tijdelijk)betrekkenbijhetleernetwerk,ofdeelnemers
met dezelfde rollen of vragen van verschillende leernetwerken met elkaar in contact brengen.
BijvoorbeelddoormetNetwerk InBeeld de aard en frequentie van de contacten te bekijken, of om
mogelijke nietbenutte contacten zichtbaar te maken.
Zodraeenleernetwerkkrachtiggenoegis,isderolvandecoach(tijdelijk)uitgespeeld,ofverschoven
naar de achtergrond.
“Soms ben je in je netwerk zo op elkaar ingespeeld dat je in vaste patronen zit.
Als de leernetwerkcoach dan een keer aanschuift bij een overleg zie je bepaalde
zaken weer in een heel ander perspectief. Alleen al door de vragen die ze stelt,
ga je weer breder kijken en kom je op nieuwe ideeën.” Jasper, leraar groep 3
qu
iz2011/1.0
Quiz
DoelDe quiz: ‘Ben ik een echte netwerkleerder?’ geeft op een speelse manier inzicht in hoe er in de school
of door specifieke deelnemers wordt aangekeken tegen netwerkleren.
Benodigdheden• Quiz:‘Benikeenechtenetwerkleerder?’*• Toelichtingvoordedeelnemer.*
Procedure instrumenten netwerklerenHet Ruud de Moor Centrum (RdMC) doet onderzoek naar netwerkleren in de onderwijspraktijk.
De onderzoeksinstrumenten van de toolkit staan online.* Het RdMC kan van de resultaten een
standaardrapportage opstellen. Deelname is gratis.
Stuur voordat je de quiz wilt inzetten een e-mail aan [email protected].
Geef in de mail aan:
• omwelkinstrumenthetgaat(quiz)
• naamenadresgegevensvandeschoolofschoolbestuur
• naamvandecontactpersoon
• verwachteaantaldeelnemersdatdequizgaatinvullen
• gewensteperiodevoorinzetvandequiz.
Wij nemen binnen een week contact op met de contactpersoon om specifieke zaken verder
te bespreken.
*http://rdmc.ou.nl/netwerkleren
quiz
Quiz:’ Ben ik een echte netwerkleerder?’Teljescoresopenbekijkinwelkecategoriejevalt.
Helemaal Beetje mee Neutraal Beetje Helemaal mee oneens oneens mee eens mee eens
1. Ik werk graag met anderen samen om 1 2 3 4 5 daarmee mijn kennis te vergroten.
2. Ik wil graag precies weten hoe ik ga leren 5 4 3 2 1 tijdens het professionaliseren. 3. Ik wil graag zelf bepalen over welke 1 2 3 4 5 onderwerpen ik me professionaliseer.
4. Ik vind het fijn om met anderen mijn kennis 1 2 3 4 5 te delen en anderen iets uit te leggen.
5. Ik geloof dat je veel meer leert van collega’s en vanuit de praktijk, dan van reguliere professio- 1 2 3 4 5 naliseringsvormen als een cursus of boeken lezen.
6. Ik heb liever traditionele werkvormen, dan activerende 5 4 3 2 1 werkvormen in een professionaliseringstraject.
7. Ik maak deel uit van een leernetwerk. 1 2 3 4 5
8. Vormen van professionaliseren, waarbij informatie delen via de computer een 5 4 3 2 1 grote rol speelt, vind ik maar niets.
9. Ik wil, voordat ik met professionaliseren begin, 5 4 3 2 1 precies weten wat de uitkomsten en opbrengsten zijn.
10. Ik leer het liefst van collega’s. 1 2 3 4 5
11. Als ik met een probleem zit dan vraag ik anderen 1 2 3 4 5 of zij daar iets over weten en me kunnen adviseren.
12. Geef mij maar een cursus van een dag, in plaats van 5 4 3 2 1 bijeenkomsten met collega’s.
qu
iz
Helemaal Beetje mee Neutraal Beetje Helemaal mee oneens oneens mee eens mee eens
13. Ik werk het liefste alleen. 5 4 3 2 1
14. Ik neem liever deel aan een verplichte professionali- 5 4 3 2 1 seringsactiviteit dan aan een niet-verplichte activiteit. 15. Ik ben gemotiveerd om nieuwe manieren van professionaliseren uit te proberen, ook al weet ik niet 1 2 3 4 5 direct wat het me oplevert.
Beschrijving van de verschillende types. Tel je scores op kijk welke jij bent!
Score van 15 t/m 45
Netwerkleerder in spe
Je bent er duidelijk nog niet uit of netwerkleren wel bij jou past. Wel denken wij
dat door te ervaren wat netwerkleren kan betekenen voor je onderwijspraktijk,
jij kunt doorgroeien naar type B of C.
Score van 46 t/m 60
Netwerkleerder op weg
In jou schuilt duidelijk een netwerkleerder. Hoewel je op bepaalde punten ook
nog wat twijfels hebt of onzeker bent.
Score 61 t/m 75
Netwerkleerder in hart en nieren
Jij bent een netwerkleerder pur sang! Een inspiratiebron voor andere collega’s.
Jij ziet netwerkleren als de beste manier om je leven lang te professionaliseren
en vindt het fijn om collega’s de meerwaarde ervan te laten zien.
quiz
De inspirator of leernetwerkcoach kan het initiatief nemen voor het inzetten van de quiz. Hij maakt
afspraken met het RdMC en nodigt de deelnemers schriftelijk of per e-mail uit voor het invullen van de
quiz. Online ziet iedere deelnemer direct na het invullen van de quiz wat voor type netwerkleerder hij
is. De toelichting op de quiz kan zo nodig worden aangepast. Herhaal de meting na verloop van tijd
om eventuele veranderingen in houding zichtbaar te maken.
Wat levert de quiz op?De uitkomsten van de quiz kunnen een verheldering zijn. Je weet nu hoe jij of je school tegen net-
werkleren aankijkt. Door aan te sluiten bij het type dat jij bent of je collega’s zijn, kunnen gerichte
acties ondernomen worden om netwerkleren te versterken of te introduceren op je school.
re
nje
ro
t
coach
2011/1.0
reNjerot
Wie kent het niet van vroeger: de rrren jjje rot televisieshow. Je laat mensen steeds kiezen tussen drie
alternatieven en laat ze vervolgens rennen naar een vak: A, B of C. Veel heb je er niet voor nodig:
voldoende ruimte voor de deelnemers om zich te kunnen bewegen door de ruimte, en vakken waarin
ze kunnen gaan staan bij het antwoord van hun keuze. Je kunt op deze manier bepaalde aspecten
meten met een grote groep en zet bovendien de deelnemers letterlijk in beweging.
Wat levert deze werkvorm op voor netwerkleren?Quiz: zijn wij echte netwerkleerders?
Combineer deze werkvorm met de vragen van de quiz “Ben ik een echte netwerkleerder?” en je
hebt een ludieke en speelse manier om te peilen hoe tegen netwerkleren wordt aangekeken
door je collega’s.
WerkwijzeGebruik de powerpointpresentatie ‘Ben ik een echte netwerkleerder?’ *De deelnemers staan in de ruimte. Geef de toelichting op de quiz, pas eventueel de presentatie aan.
• Leesdevragenvoorenroepnaiederevraag“Rrenjjjerrrot”:hetstartschotvoordeelnemersom
naar het vak van hun keuze te gaan.
• Laatallevragenderevuepasseren.
• Zorgdatdekeuzeswordenvastgelegd.Laatbijvoorbeeldiemandmeetellen.
Bereken direct na afname van de quiz welk type van toepassing is op de organisatie. Bespreek deze
met de deelnemers. De uitkomst kan aanleiding zijn om door te praten over bepaalde vragen.
Neem hiervoor de tijd. Noteer de belangrijkste uitkomsten uit dit gesprek, bijvoorbeeld:
• Moetereenvervolggegevenwordenaanditgesprekeventueelinkleinerverband?
• Moeteraanbepaaldeaspectenvannetwerklerenmeeraandachtwordengeschonken,zojawelke?
• Ishetzinvoldequizoverenkelemaandenteherhalen?
• Ishetinteressantdequiznogopindividueelniveauaftenemen?
Spreek naar aanleiding van het gesprek concrete actiepunten met elkaar af.
*http://rdmc.ou.nl/netwerkleren
2011/1.0
NetwerkscaN
DoelDe netwerkscan is een hulpmiddel om de haalbaarheid van netwerkleren in een schoolorganisatie te
peilen. In de scan onderscheiden we drie categorieën:
• ruimtevanuitdeorganisatie
• collegialiteit
• lereninjenetwerk.
Deze drie categorieën geven samen een beeld over de fase waarin een organisatie zich bevindt op de
schaal van zaaien, cultiveren en oogsten.
Benodigdheden• Netwerkscanentoelichting.*
Procedure instrumenten HetRuuddeMoorCentrum(RdMC)doetonderzoeknaarnetwerklerenindeonderwijspraktijk.
De onderzoeksinstrumenten van de toolkit staan online.* Het RdMC kan van de resultaten een
standaardrapportage opstellen. Deelname is gratis.
Stuurvoordatjedenetwerkscanwiltinzetteneene-mailaannetwerkleren.rdmc@ou.nl.
Geef in de mail aan:
• omwelkinstrumenthetgaat(netwerkscan)
• naamenadresgegevensvandeschool,ofschoolbestuur
• naamvandecontactpersoon
• verwachteaantaldeelnemersdatdenetwerkscangaatinvullen
• gewensteperiodevoorafnamevandenetwerkscan.
Wijnemenbinneneenweekcontactopmetdecontactpersoonomspecifiekezakenverder
te bespreken.
*http://rdmc.ou.nl/netwerkleren
ne
tw
er
ks
ca
n
coach
Het inzetten van de netwerkscan verloopt via de leernetwerkcoach of inspirator. Deze maakt
afsprakenmethetRdMCennodigtvervolgensdedeelnemersschriftelijkofpere-mailuitomde
netwerkscanintevullen.Denetwerkscankannaeenjaarwordenherhaald.Hiermeewordteen
eventuele groei van de organisatie zichtbaar.
Wat levert de netwerkscan op?Deresultatenvandescanhelptdeschooloforganisatieomdejuisterichtingtebepalenvoorde
invoeringofversterkingvannetwerkleren.Hetresultaatvandescankangrafischwordenweer-
gegeven en geeft daarmee een totaalbeeld van netwerkleren binnen de organisatie.
Voorbeeld van een resultaatDeze staafdiagram laat zien dat deze organisatie als volgt kan worden gekenmerkt:
Ruimte vanuit de organisatie zit in de fase oogsten;
eriseenduidelijkprofessionaliseringsbeleidmet
ruimte voor informeel leren en netwerken.
Colle gialiteit zit in de fase zaaien; er wordt weinig
kennis gedeeld tussen collega’s binnen de school.
Lereninjenetwerkzitindefaseoogsten;
dedocentenindeschoolzijnactiefinnetwerken
waarin ze leren en expertise delen.
Dezenetwerkenzijnhoofdzakelijkschooloverstijgend.
Eenmogelijkeadviesvoordezeorganisatieisdatzezichhetbesterichtenopdegroeivankennis-
delingtussencollega’sbinnendeschool.Bijvoorbeelddoorhetnetwerklerenbetertefaciliteren
binnendeschool.Schooloverstijgendeleernetwerkactiviteitendiedelerarenhebbenontwikkeld,
fungerenhierbijalsbronvanvernieuwingenstimulerendeontwikkelingvanbinnenschoolsenetwerken.
Oogsten
Cultiveren
Zaaien
Ruimtevanuit Collegialiteit Lereninje organisatie netwerk
Voorbeeld organisatie
netwerkscan
ba
ro
me
te
r2011/1.0
Barometer
DoelDe barometer maakt zichtbaar hoe een bepaald leernetwerk ervoor staat. De vragenlijst wordt door
alle deelnemers ingevuld, en geeft informatie over het functioneren van het leernetwerk.
Drie aspecten staan hierbij centraal:
• Sociaal:hoefunctionerenwealsnetwerk?
• Inhoudelijk:besprekenwedejuisteonderwerpen?
• Praktijk:zijndeonderwerpenvoldoenderelevantvooronsdagelijkswerk?
Benodigdheden• Barometerentoelichting.*
Procedure instrumenten netwerklerenHet Ruud de Moor Centrum (RdMC) doet onderzoek naar netwerkleren in de onderwijspraktijk.
De onderzoeksinstrumenten van de toolkit staan online*. Het RdMC kan van de resultaten een
standaardrapportage opstellen. Deelname is gratis.
Stuur voordat je de barometer wilt inzetten een e-mail aan [email protected].
Geef in de mail aan:
• omwelkinstrumenthetgaat(barometer)
• naamenadresgegevensvandeschoolofschoolbestuur
• naamvandecontactpersoon
• verwachteaantaldeelnemersdatdebarometergaatinvullen
• gewensteperiodevoorafnamevandebarometer.
Wij nemen binnen een week contact op met de contactpersoon om specifieke zaken verder
te bespreken.
*http://rdmc.ou.nl/netwerkleren
barometer
Barometer
Helemaal Mee Mee Helemaal mee oneens oneens Neutraal eens mee eens 1. In dit netwerk worden de juiste onderwerpen besproken. 2. In dit netwerk is een verscheiden- heid aan alternatieve invalshoeken van waaruit de onderwerpen worden bekeken.
3. Door deelname aan dit netwerk heb ik mijn competenties (vaardig- heden-kennis-attitude) uitgebreid.
4. In dit netwerk betekenen we veel voor elkaar.
5. Er is een goede sfeer in het netwerk.
6. Ik heb invloed op de gang van zaken in het netwerk.
7. Ik heb in mijn eigen lespraktijk gebruikgemaakt van de kennis die ik in dit netwerk heb opgedaan.
8. Ook docenten buiten het netwerk maken gebruik van de kennis die ons netwerk heeft opgeleverd.
9. Onderwerpen die we tegenkomen in de lespraktijk worden ingebracht in het netwerk.
ba
ro
me
te
r
Heel Heel onbelangrijk Onbelangrijk Neutraal Belangrijk belangrijk
10. Hoe belangrijk is dit netwerk voor de ontwikkeling van jouw school?
11. Hoe belangrijk is dit netwerk voor je eigen ontwikkeling?
12. Hoe belangrijk is dit netwerk voor het verbeteren van je onderwijs- praktijk (handelen in de klas)?
barometer
Het inzetten van de barometer verloopt veelal via de creator of de leernetwerkcoach. Deze maakt
afspraken met het RdMC en nodigt vervolgens de deelnemers schriftelijk of per e-mail uit om de
barometer in te vullen.
Per leernetwerk vullen de deelnemers een barometer in. De toelichting op de barometer kan zo
nodig worden aangepast.
Het is aan te raden vanaf de start van een leernetwerk de barometer in te zetten en deze bijvoorbeeld
iedere twee maanden te herhalen afhankelijk van het ritme van het netwerk.
Wat levert de barometer op?Met behulp van de barometer reflecteren de deelnemers regelmatig op het functioneren van het
netwerk. Het geeft concrete input bij het monitoren van het leernetwerk, en geeft handvatten voor
eventuele bijstellingen van de activiteiten. De uitkomsten zijn wellicht aanleiding voor vervolgacties.
coach
ch
ec
kl
ist
2011/1.0
CheCklist
DoelDe leernetwerkcoach is een coach voor leernetwerken binnen een school of schooloverstijgend, en
ondersteunt de leernetwerken bij hun zelfsturing. De coach onderzoekt met de deelnemers onder
welke condities het leernetwerk versterkt of verbreed kan worden. De coach kan de checklist
inzetten als instrument om samen met het leernetwerk te onderzoeken waar het leernetwerk staat,
wat de doelen zijn en welke volgende stappen daarvoor nodig zijn.
Benodigdheden• Checklistomuitteprinten.*• Invulschema.*
Procedure instrumenten Het Ruud de Moor Centrum (RdMC) doet onderzoek naar netwerkleren in de onderwijspraktijk.
De onderzoeksinstrumenten van de toolkit staan online.* Het RdMC kan van de resultaten een
standaardrapportage opstellen. Deelname is gratis.
Stuur voordat je de checklist wilt inzetten een e-mail aan [email protected].
Geef in de mail aan:
• omwelkinstrumenthetgaat(checklist)
• naamenadresgegevensvandeschoolofschoolbestuur
• naamvandecontactpersoon
• verwachteaantaldeelnemersdatdechecklistgaatinvullen
• gewensteperiodevoorinzetvandechecklist.
Wij nemen binnen een week contact op met de contactpersoon om specifieke zaken verder
te bespreken.
De leernetwerkcoach neemt het initiatief voor het inzetten van de checklist. Hij maakt afspraken met
het RdMC en organiseert het invullen met het leernetwerk van de checklist. Herhaal de checklist even-
tueel na verloop van tijd om eventuele veranderingen in het functioneren van het netwerk zichtbaar
te maken.
*http://rdmc.ou.nl/netwerkleren
checklist
Checklist
Algemene gegevens
Door het consequent bijhouden van het aantal deelnemers per leernetwerk kun je zien of een
leernetwerk groeit of dat het zich verbreedt naar deelnemers buiten de school. De contactpersoon
is degene die het aanspreekpunt is voor de coach, maar ook voor potentiële nieuwe deelnemers of
geïnteresseerden.
Wat is de naam van het netwerk? Wie is de contactpersoon?
Wat is het aantal deel nemers (binnen en buiten de school)?
Fase
Het vaststellen van de fase waarin het netwerk zich bevindt, geeft houvast aan het gesprek. Start een
netwerk net, dan is het belangrijk dat de leeragenda en/of sociaal contract aan bod komen. Is een
leernetwerk door de wol geverfd, dan kan het aardig zijn om vaste patronen bloot te leggen.
In welke fase bevindt het leernetwerk zich? Waaruit blijkt dat?
Leeragenda
Een leeragenda, sociaal contract en rollen geven houvast aan een leernetwerk. De coach peilt of deze
reeds aanwezig zijn en stimuleert het netwerk ermee aan de slag te gaan, indien nodig. Hiertoe geeft
de coach tips en mogelijke werkvormen.
Hebben jullie gesproken over leerdoelen? Licht toe.
Is op basis daarvan een leeragenda opgesteld?
Indien nee, waarom niet? Is er wel behoefte aan?
Indien ja, wordt deze gedragen door alle deelnemers? Bevat het lange- en
kortetermijnleerdoelen? Zijn de leerdoelen concreet en meetbaar?
Geeft de leeragenda houvast aan bijeenkomsten en activiteiten? Maakt het
duidelijk welke kennishiaten er zijn? Geeft het voldoende ruimte aan het leerproces?
ch
ec
kl
ist
Sociaal contract
Hebben jullie gesproken over onderlinge omgangsvormen? Licht toe.
Is op basis daarvan een sociaal contract opgesteld?
Indien ja, waar staat dit contract? Is het verspreid onder de deelnemers?
Indien nee, is er behoefte aan?
Rollen en coaching
Zijn de rollen (of taken bij rollen) aanwezig? Licht toe.
Is er in deze fase behoefte aan een (duidelijke) rolverdeling?
Is er behoefte aan extra coaching of ondersteuning vanuit de schoolleiding?
Valkuilen
Afhankelijk van de fase kan een leernetwerk bepaalde valkuilen herkennen. Vooral bij een
leernetwerk dat al wat langer draait, is het zinvol te screenen op valkuilen en deze aan te pakken.
Zijn er valkuilen die jullie herkennen? Indien ja, welke? Indien nee, lopen jullie tegen
andere zaken op?
Kennisproducten
Leernetwerken leveren kennis op in welke vorm dan ook. Voor een leernetwerk dat net start, is de
vraag hoe de kennis te delen vaak nog te vroeg. Zodra een leernetwerk eraan toe is, kan de
leernetwerkcoach de kennisdeling gaan stimuleren.
Hoe wordt jullie kennis vastgehouden en gedeeld?
WelkerolspeeltICTdaarbij?
Overig
Zijn er overige punten die jullie willen bespreken of inbrengen?
checklist
Wat levert de checklist op?De checklist geeft inzicht in het functioneren van een leernetwerk. Meer dan de barometer, gaat de
checklist vooral in op een aantal randvoorwaardelijke zaken die van belang zijn bij netwerkleren.
Aan bod komen onder andere de leerdoelen (leeragenda), onderlinge afspraken (sociaal contract),
de taken en rollen en mogelijke valkuilen waar het leernetwerk tegenaan loopt. De leernetwerkcoach
vult samen met het leernetwerk de checklist in. Vervolgens voert de coach deze gegevens online in en
voegt die samen tot een verslag. Dit kan de coach nog aanvullen met een persoonlijk advies.
Hierna wordt het verslag verspreid via de coördinator en besproken binnen het leernetwerk.
De checklist kan worden ingezet op verzoek van het leernetwerk zelf, of als de coach ziet dat een leer-
netwerk niet lekker functioneert. Het geeft concrete houvast aan de leernetwerkcoach bij het gesprek
met het leernetwerk.
Niet alle vragen van de checklist hoeven altijd aan bod te komen. Afhankelijk van de behoefte van het
leernetwerk, of de fase waarin het netwerk zich bevindt kunnen vragen worden overgeslagen of uitge-
breider aan bod komen.
Op de binnenkant staan de vragen van de checklist met een toelichting. Deze checklist sluit aan bij de
kaarten van de toolkit netwerkleren: fases, leeragenda, sociaal contract, rollen, coaching, valkuilen en
kennisproducten. De kaarten met de bijhorende werkvormen kan de leernetwerkcoach inzetten om
praktisch met een bepaald aspect aan de slag te gaan.
Print de online versie als hulp bij de gesprekken.
le
er
ag
eN
da
2011/1.0
leerageNda
Dagelijkse vragen of problemen uit de praktijk staan in het leernetwerk centraal. Om het overzicht te
houden en gedeelde vragen op elkaar af te stemmen, is het goed om een leeragenda samen te stellen.
Deze vormt de rode draad voor de activiteiten van het leernetwerk. Activiteiten of kennisproducten
die op het eerste gezicht weinig lijken op te leveren, kunnen in de context van de leeragenda een
logischeplaatsinnemen.Bijdeleeragendahebbenallerollen een functie: de inspirator, coördinator
en creator.
Kernvragen staan centraalIndeleeragendakomendebelangrijksteleervragenenleerdoelenvandedeelnemerssamen.
Hij geeft daarmee richting aan de activiteiten die het leernetwerk onderneemt en zet het leerproces
centraal.Eenleeragendasteltlerenbovenhetleverenvanprestatiesencreëertdaarmeeruimtevoor
creativiteit en geeft energie aan het leernetwerk.
Kenmerken Eenleeragenda
• bevatdewezenlijkekernvragenvandedeelnemers,omgezetinleervragen
• wordtgedragendooralledeelnemers
• bevatkortetermijn-enlangetermijn(leer)doelen
• bevatleerdoelendieconcreetenmeetbaarzijn
• biedthouvastaandebijeenkomstenenactiviteitenvanhetleernetwerk
• maaktduidelijkwelkekennishiatenerzijn
• geeftruimteaanhetleerproces.
Rol inspiratorAan de hand van de leeragenda worden ook eventuele hiaten in aanwezige kennis zichtbaar.
Deze kunnen het leernetwerk stimuleren de kennis op een andere manier binnen het netwerk te
halen, bijvoorbeeld door nieuwe deelnemers erbij te betrekken of een gastspreker uit te nodigen.
Het opstellen van de leeragenda wordt begeleid door de inspirator. De leeragenda kan hierbij worden
vastgelegd in een notitie of document en eventueel worden geplaatst in een online omgeving.
Zo weten andere collega’s ook waar jouw leernetwerk mee bezig is of gaat. De leeragenda kan ook
alleen in de hoofden van de deelnemers zitten.
leeragenda
Rol coördinatorAls de leeragenda vorm heeft gekregen, kunnen allerlei activiteiten worden gekoppeld aan de doelen,
en kan er door de coördinator een jaarplanning worden gemaakt met concrete activiteiten. Per bijeen
komst of activiteit kun je met behulp van de leerdoelen bepalen welk resultaat je wilt bereiken.
Rol creatorEenleeragendaisnietinbetongegoten.Hetgeeftrichting,maarlaatzichopiedergewenstmoment
aanpassen aan veranderende samenstelling van het leernetwerk, of veranderende behoeftes van de
deelnemers. De creator signaleert deze behoeftes, bijvoorbeeld met behulp van de barometer.
so
cia
al
co
Nt
ra
ct
2011/1.0
sociaal coNtract
Voor het goed functioneren van een leernetwerk is het belangrijk dat de onderlinge relaties goed zijn.
Dat er sprake is van echte betrokkenheid met elkaar en een gedeeld gevoel van verantwoordelijkheid
voor het leerproces. Je moet je als deelnemer gewaardeerd voelen, de ander vertrouwen en je veilig
voelen. Veiligheid wil zeggen dat er begrip, openheid en respect is voor elkaar, maar er mogen ook
uitdagingenzijn.Eengoedeengezelligesfeerisvaaknietvoldoende,ookkritischefeedback,
confronteren en doorvragen zijn belangrijke aspecten voor een leernetwerk.
“Als leraar moet je kunnen reflecteren op je eigen gedrag. Maar dat is voor een
leernetwerk even belangrijk. Ook vind ik dat er iets van evenwicht moet zijn
tussen halen en brengen, maar daar kunnen ook best verschillen in zijn.
Niet iedereen hoeft altijd evenveel te brengen.” Maria, leraar groep 6
Verwachtingen afstemmenBespreekmetelkaarwelkeinbrengjeverwacht.Bijvoorbeeldnietalleen‘halen’,maarook‘brengen’.
Wat doe je als je in een bepaalde periode erg weinig tijd hebt om deel te nemen? Het kan een goed
idee zijn om met elkaar een sociaal contract op te stellen. Hierin beschrijf je wat je met elkaar wilt, wat
de verwachtingen zijn, hoe je met elkaar omgaat en eventueel hoe je elkaar hierop zal aanspreken.
Dit hoeft niet heel zwaar te worden aangezet, maar het kan helpen om het ritme van het netwerk te
bepalen en een beeld te vormen van de onderlinge omgangsvormen.
Het is wenselijk om de verwachtingen periodiek te ijken, bijvoorbeeld na de afname van de
barometer, om zo verwachtingen tijdig bij te stellen.
“Voorheen was ik heel resultaatgericht. Ik ben nu veel meer gericht op het
proces. Ik neem in het leernetwerk meer de tijd op weg naar mijn doel.
Daardoor ontstaat meer ruimte voor verdieping merk ik.” Saskia groep 3/4
sociaal contract
Ook wordt in een leernetwerk vaak ervaringskennis met elkaar gedeeld en worden praktijkvragen
ingebracht. Stel bijvoorbeeld vooraf de vraag of iedereen daartoe bereid is en wat je van elkaar
verwacht.
Je bepaalt zelf de grondbeginselenUiteindelijk bepaal je gezamenlijk hoe je met elkaar wilt omgaan en of je dit wilt vastleggen in een
sociaal contract. Spreek deze verwachtingen uit en bepaal samen welke de grondbeginselen van het
leernetwerk vormen. Mogelijke afspraken die je met elkaar maakt, zijn:
• gavertrouwelijkommetwaterwordtbesproken
• reageeropeneneerlijk
• neemactiefdeel
• geefzorgvuldigfeedback
• communiceerduidelijk
• betrekelkaarbijvragenuitdepraktijkenzoeknaargedeeldeoplossingen
• houdhetnetwerkopenennaarbuitengericht
• staopenvoornieuweledenennodig‘gasten’uitdievoornieuweideeënenoplossingen
kunnen zorgen.
”Je mag gerust iets van een leernetwerk eisen, vind ik. Als je geen doelstellingen
en tijdstippen vastlegt, blijft het wel erg vrijblijvend. Als je die vaste momenten
inbouwt, zoek je elkaar ook vaker tussendoor op.” Simon, leraar groep 8
Va
lk
uil
eN
2011/1.0
ValkuileN
Indezekaartbenoemenweenkelebekendevalkuilen,dieiniedernetwerkkunnenvoorkomen,met
name in de cultiveerfase.Tijdigherkennenkanzorgenvoordenodigebijstellingdoordecreator.
Mensen zeggen af voor bijeenkomsten• Ganawaarommensenafzeggen:misschienkomthettijdstipnietuit,isdelocatieniethaalbaar,
of past het doel niet goed. Mogelijk kan hier iets aan gedaan worden.
• Stelmetelkaarrealistischeverwachtingenoverdeelnameenkennisproducten.
• Maakvoorafafsprakenmetelkaarenlegdiebijvoorbeeldvastinhetsociaal contract.
• Geefiedereeneensteminhetvaststellenvanhetdoelvandebijeenkomstenenbetrekdeelnemers
bij de voorbereiding ervan.
• De inspirator kan het proces ook tussen de bijeenkomsten gaande houden.
Te veel vergadersfeer • Voorkomeenvergadersfeerdoorvooralietsmetelkaartegaandoen,bijvoorbeeldinterviewsmet
beroepsgenoten, collega’s of experts, of ontwikkel concreet materiaal.
• Zorgvoorwisselende(activerende)werkvormen.
• Werkinkleinegroepenmeteensteedsanderesamenstellingenwisselplenairuit.
Berijden van stokpaardjes• Laatmensenhuneigenleervragenstellenzonderdaarbijhunopvattingentebetrekken.
• Creëereenopensfeerwaarinnietéénopvattingdomineert,maarwaariniedereenopvattingenkan
uiten. Vraag ook naar de argumenten en bewijzen voor die opvattingen. Zo worden stokpaardjes
geobjectiveerd.
• Isersprakevaneensterkgroepsgevoel,dankanhetgevaarvangroepsdenkenomdehoekkomen.
Ofdeelnemersveranderenonderdrukvandegroephunmening.Eenheterogenesamenstelling
verkleint dit risico. Ook het komen en gaan van deelnemers, een open houding, verkleint het
groepsdenken.
valkuilen
“Openheid moet er zijn. Als die er niet is, dan werkt het niet. Een leernetwerk is
geen verplichting en als je openstaat voor elkaars vragen dan kan het een goed
leernetwerk worden.” Simon, leraar groep 8
Onvoldoende tijd om gestelde doelen te bereiken• Misschienligthettempotehoog?Hetkosteventijdomeenpassendritmetevinden.
• Bespreekmetelkaardedoelen,misschienzijnzenietrealistischenmoetenzewordenbijgesteld.
• Beschrijftussendoelen,enbedenkhierbij:beterveelkleinestapjes,danlangehalen,snelthuis.
Onvoldoende leernetwerkhouding bij deelnemers• Bedenkdatmenvooralisgewendaanformeellerenonderleidingvaneendocentofexpert.
Netwerkleren vergt een open houding en verantwoordelijkheid voor het leerproces van alle deel
nemers. Deze houding heeft tijd nodig om zich te ontwikkelen.
• Leernetwerkenhebbenveelaandachtvoorvragenenuitdagingenuitdedagelijkseonderwijsprak
tijk. Het kost tijd om deze concrete vragen te vertalen naar gedeelde leeractiviteiten in het leernet
werk.
“Je hebt ook leernetwerken die meer een clubje zijn. Die hebben nog geen open
instelling, die denken teveel voor hun eigen school, hun eigen ontwikkeling om
te kunnen gaan samenwerken. Ze hebben anderen nog niet nodig.”
Hugo, leraar groep 4
Va
lk
uil
eN
2011/1.0
ValkuileN
Indezekaartbenoemenweenkelebekendevalkuilendieiniedernetwerkkunnenvoorkomen,met
name in de oogstfase.Tijdigherkennenkanzorgenvoordenodigebijstellingdoordecreator.
De rode draad is onduidelijk • Ontwikkelsameneenleeragenda.Koppeldeleeragendatelkensterug,enneemeenbeslissing
over wat in de volgende bijeenkomst centraal staat.
• Bereidelkebijeenkomstvoormeteenaantaldeelnemers,maarhoudvastaandeleervraagvande
gehele groep.
• Wanneerdeleervraaghaaraantrekkingskrachtverliest,ebtdemotivatieweg.Devraagwordtdan
kennelijk onvoldoende gedeeld. Formuleer in dat geval een nieuwe leervraag of stel de leervraag bij.
Er wordt veel gepraat, er worden ervaringen uitgewisseld, er ontstaan soms nieuwe inzichten, maar wat zijn uiteindelijk de opbrengsten?• Kritischereflectieophetreilenenzeileninhetleernetwerk,eventueelmethulpvandeleernet-
werkcoach,houdthetleernetwerkscherpengefocust.Inzetvandebarometer of de checklist helpt
omopdezezakentereflecteren.
• Maakbespreekbaarwatdeconcreteverwachtingenzijnvandeelnemersoverderesultaten.
Probeer deze een duidelijke plaats te geven in wat deelnemers in hun eigen werk al doen, zoals
een nieuwe methode in de klas uitproberen.
• Maakdeleerwinstzichtbaar.Ditkanalheeleenvoudigdoorhetmakenvankennisproducten zoals
notities, samenvattingen, een nieuwsbrief, of bedenk creatievere vormen waarin beeld een
rol speelt.
• Bouwrustwekenin,ontwerpmetelkaareenpassendritme.
• Deopbrengstenhoevennietvooriedereenhetzelfdetezijn.Voordeeeniskritischereflectieophet
eigen handelen voldoende terwijl de ander een concreter doel voor ogen heeft.
• Vulhetwaardecreatieverhaal in en bespreek met elkaar de ingevulde verhalen.
valkuilen
“Ik wil niet alles moeten vastleggen. Dat gaat weer ten koste van het echt actief
bezig zijn. Laat mij maar samen zitten met mijn leernetwerk, en dan maak ik
wel wat notities van ideeën en toepassingen. Dat moet maar even genoeg zijn.”
Josje, leraar groep 7
Er zijn deelnemers die zelf (bijna) niets bijdragen en dat gedrag verstoort de motivatie van wel actieve deelnemers• Maakvoorafafsprakenmetelkaaroverwatjeverwachtenlegdievastineensociaal contract.
• Informeeropennaarderedenvanditgedragenmaakheldereafspraken.Passiviteitkannamelijkte
maken hebben met angst. Angst om fouten te maken, angst voor technologie, maar ook gebrek aan
tijd door persoonlijke omstandigheden. Of gebrek aan kennis.
• Erzijnookpassievedeelnemersdiedoorhebbendaterietsbelangrijksgebeurt,maarnoggeen
interesse hebben om al deel te nemen. Het is belangrijk om deze mensen in de gaten te houden,
want ze kunnen op een later tijdstip wel actief deel uit gaan maken van het netwerk.
• Eenleernetwerkdatallangeretijdindezelfdesamenstellingmetietsbezigis,kaneenvormvan
‘groepsdenken’ontwikkelen.Danishetgoedomnieuwedeelnemersofandereinvloedenvanbui
ten in te brengen, bijvoorbeeld door het uitnodigen van gastsprekers.
“Ik heb ook ervaren dat mensen alleen maar komen halen. Op zich vind ik dat
niet erg. Maar die mensen moeten niet de overhand hebben, anders ben je weer
de leider van een groepje, net zoals je dat bent in je klas.” Jasper, leraar groep 3
to
ek
om
st
we
g2011/1.0
toekoMstweg
Welke beeld heb jij van de toekomst? En welke activiteiten, mijlpalen en netwerkleerders zijn nodig
om daar te komen? Met deze werkvorm zet je met behulp van visualisatie een toekomstbeeld om in
concrete stappen en koppelt die aan personen die daarbij kunnen helpen.
WerkwijzeBepaal eerst welk doel de deelnemers voor ogen hebben. Gebruik hierbij bijvoorbeeld de werkvorm
ideeënmuur en Tot je verbeelding. Zorg dat het toekomstbeeld voor ieder duidelijk is en dat het
wordt gedragen door het leernetwerk.
Hang het toekomstbeeld in een grote ruimte aan de muur. Dit kan in de vorm van gecombineerde
post-its, gekozen beelden of anderszins. Beschrijf de vloer die voor de muur ligt als de route naar het
toekomstbeeld. Leg uit dat alle deelnemers daar kunnen komen, als de juiste stappen worden gezet.
Laat de deelnemers vervolgens bepalen welke mijlpalen zij onderscheiden in de route naar het
einddoel, en wie in of buiten het netwerk daarbij kan helpen. Deze stappen worden weergegeven
in woorden, beelden of voorwerpen. De mijlpalen worden op de vloer gelegd. De afstand tot de
muur fungeert hierbij als tijdslijn. Vervolgens laat je de deelnemers de activiteiten of tussenstappen
beschrijven die nodig zijn om de mijlpalen te bereiken, en laat die ook weer op de juiste plek leggen
op de vloer.
Wat levert deze werkvorm op voor netwerkleren?Deze werkvorm is voor netwerkleren breed inzetbaar. Het levert een duidelijk beeld op van welke
stappen je in het netwerk wilt zetten en met wie. De uitkomst laat zien hoe je deze doelen kunt be-
reiken. Het maakt het leren en de kennisproducten die hieruit volgen expliciet. We geven een aantal
voorbeelden van hoe je als leernetwerkcoach of inspirator deze werkvorm kunt inzetten.
coach
toekomstweg
Route door de toolkit
Bepaal met elkaar wat je over een bepaalde tijd (bijvoorbeeld een jaar) wilt bereiken met netwerk-
leren of met je leernetwerk. Bekijk vervolgens de kaarten van de toolkit. Begin met de informatie-
kaarten. Welke aspecten zijn nodig op weg naar je toekomstbeeld van netwerkleren? Leg deze in de
ruimte, in een voor de deelnemers logische volgorde. Welke werkvormen en instrumenten kunnen
helpen bij het geven van een invulling aan die aspecten? Leg die op de juiste plekken erbij.
Misschien missen nog stappen. Benoem die apart en leg die erbij of ontwikkel met elkaar aanvullende
activiteiten.
De leernetwerkcoach of coördinator legt de route vast in woord en/of beeld en zorgt dat deze in de
jaarplanning wordt opgenomen.
Valkuilen
Als vervolg op een bijeenkomst waarin valkuilen zijn benoemd, kun je met de toekomstweg bekijken
wat nodig is om niet in deze valkuilen te stappen. Schrijf de valkuilen op A4-tjes (één per valkuil) en
leg deze in de ruimte. Bedenk vervolgens met elkaar welk doel of doelen je niet kunt halen als je in
deze valkuilen stapt. Hang dit doel of deze doelen aan de muur. Laat vervolgens de deelnemers per
valkuil op een A4-tje beschrijven hoe je die valkuil kunt oplossen of voorkomen. Eventueel gevisua-
liseerd met een bruggetje. De creator of coördinator zorgt dat deze informatie wordt vastgelegd en
terugkomt in volgende bijeenkomsten.
Sociaal contract en leeragenda
Voor het opstellen van het sociaal contract of de leeragenda is de toekomstweg een zinvolle werk-
vorm. Zet hierbij bijvoorbeeld eerst de werkvorm Tot je verbeelding in. Laat deelnemers benoemen
wat zij verwachten van andere deelnemers of wat zij hopen te leren in het leernetwerk.
Vervolgens gebruik je die beelden als doel of als stappen. Wat nog mist, vullen de deelnemers in met
nieuwe beelden of woorden. Laat dit vastleggen en verspreiden door de coördinator.
co
mp
et
en
tie
s2011/1.0
competeNties
Wat maakt iemand tot een goede netwerkleerder? Welke competenties heeft een goede netwerk
leerder? We vroegen het enkele leraren die er ervaring mee hebben. Zij gaven de volgende
competenties aan die bijdragen aan succesvol netwerkleren:
Openstaan voor nieuwe relaties en ervaringen
“Je moet openstaan om kennis en ervaringen met anderen te delen, en voor
advies. En dan ook iets doen met het advies.” Josje, leraar groep 7
“Je hebt eigenlijk een soort van nieuwsgierigheid nodig. Naar andere
ervaringen en mensen.” Simon, leraar groep 8
Goed kunnen communiceren
“Je moet communicatief sterk zijn, goed zijn in het opbouwen van relaties.
En goed kunnen luisteren, daar zit wel een kerncompetentie.” Anne, directeur
Kennis kunnen en willen delen (geven en nemen)
“Als iemand nooit eens een praktijkprobleem deelt, wat doe je dan in een
leernetwerk? Daar gaat het toch juist om.” Jasper, leraar groep 3
“Je zit er niet alleen voor jezelf.” Saskia, leraar groep 3/4
competenties
Kunnen omgaan met feedback
“Het is niet altijd makkelijk, maar je moet je wel open kunnen stellen voor
feedback. Je zit daar om te leren van elkaar. Als je dan niet durft te zeggen
wat niet goed gaat, dan groei je niet.” Maria, leraar groep 6
Kunnen reflecteren
“Uiteindelijk wil je een betere leraar worden. Tenminste dat is wel mijn doel.
Wat gaat goed en wat kan beter. Daar zicht op krijgen, heeft mij echt verder
gebracht.” Josje, leraar groep 7
Je kwetsbaar durven opstellen
“Een leernetwerk werkt pas goed als je elkaar beter kent. Die vertrouwens
band, is ontzettend belangrijk. Pas dan ga je vragen stellen die je elders niet
zomaar zou stellen.” Simon, leraar groep 8
“Vertrouwen is belangrijk, je moet vertrouwen hebben in de mensen en je eigen
kunnen.” Maria, leraar groep 6
Bepaaldecompetentieshangenweermeerafvanderoldiejeinneemt.Jekuntelkaarstalentenjuist
goed benutten in een leernetwerk.
“Een bijeenkomst hoeft niet lang te duren, en kan daardoor juist heel effectief
zijn. Maar dan moet je wel goed kunnen samenvatten en bondig zijn.
Niet iedereen hoeft dat te kunnen trouwens, maar liefst wel de voorzitter.”
Saskia, leraar groep 3/4
ge
sp
re
ks
te
ch
Nie
k2011/1.0
gesprekstechNiek
Als leernetwerkcoach begeleid je het netwerk vanaf de zijlijn. Je bent niet bezig met de inhoud, maar
jerichtjeophetbegeleidenvanhetproces.Eenbelangrijkhulpmiddeldaarbijiseengoedegespreks
techniek. Deze is samen te vatten tot: luisteren, samenvatten en doorvragen.
LuisterenDe kunst van het vragen stellen, begint met luisteren. Luisteren doe je met je hele lichaam. Door je
lichaamshouding laat je de ander zien dat je geïnteresseerd bent in wat hij te zeggen heeft.
Aandachtspunten hierbij zijn:
• maakoogcontact
• maakgebruikvanknikkenen‘hummen’
• maakaantekeningen
• beweegnon-verbaalmee(afstandverkleinen,afstandnemen,gebarenspiegelen).
Eengoedeluisteraarletdaarnaastaandachtigopwatdeanderzegt.
Let hierbij op:
• dewoorden(watiemandletterlijkzegt)
• demanierwaaropdesprekerdewoordenuitspreekt(toon,volume,kracht)
• delichaamstaalvandespreker(houding,gebarentaal,gezichtsexpressie).
SamenvattenHeeft de ander zijn betoog afgerond, dan vat je het samen in je eigen woorden. Hiermee check je of je
deboodschapgoedhebtbegrepen.Isdatniethetgeval,dangeefjedeanderdegelegenheidaante
vullen of te corrigeren. Samenvattingen geven een gesprek structuur.
Zeg bijvoorbeeld:
“Als ik je goed heb begrepen, vind jij dat ...”
“Je zegt dus dat ...”
coach
gesprekstechiniek
DoorvragenSpeur naar aanknopingspunten om door te vragen. Wees alert op vaagheden, aannames, algemene
waarhedenenformuleringenmet‘moeten’of‘kunnen’.Dezetaalpatronenverhullenvaakwaardevolle
informatie. Let op wat de ander zegt en op wat hij níet zegt. Zo krijg je meer informatie los.
Vraag bijvoorbeeld als iemand zegt: “Dat kan toch niet!”, volgens wie dat niet kan.
Wat kun je beter vermijden?Laat oordelen, meningen en adviezen liever achterwege. Hiermee neem je namelijk het initiatief over
van de deelnemers van het leernetwerk en geef je tevens een waardeoordeel. Dit sluit eerder het
gesprek af dan dat het een opening geeft om nieuwe perspectieven te verkennen.
Probeer het netwerk meerdere alternatieven te bieden of nieuwe openingen aan te reiken.
Insommigegevallenishetwelwenselijkalsdeleernetwerkcoacheenadviesgeeft.Hijheeftvaak
meer ervaring en inzicht in netwerkleren dan de deelnemers.
Fe
ed
ba
ck
2011/1.0
Feedback
Innetwerkeniscommunicatieeenbelangrijkonderdeelvanhetleerproces.Erwordtveelalintensief
samengewerkt en gediscussieerd en hierbij kunnen de gemoederen soms hoog oplopen. Zeker bij
discussies over alternatieve aanpakken in de les.
Bewust feedback gevenLatenmerkenhoewe‘deboodschap’vandeanderverstaan,isvanbelangomcommunicatie-
stoornissen te voorkomen. We geven feedback op het communicatieve gedrag van de ander.
Hiermee checken we of we de boodschap goed begrepen hebben, en maken we de ander bewust
van zijn communicatieve vaardigheid. Vaak geven we onbewust feedback, zoals het fronsen van de
wenkbrauwen. Het is belangrijk om ook bewust feedback te geven in een leernetwerk. Het gaat hierbij
met name om het geven van constructieve feedback, feedback waar de ander concreet iets mee kan.
Feedback wordt daarmee een welgemeend advies over het handelen in de onderwijspraktijk of over
iemands opstelling in het leernetwerk.
“Ik sta nu wel meer open voor opmerkingen dan in het begin. Vind het soms
nog wel lastig, maar merk dat ik veel leer van die feedback. Feedback geven
vind ik eigenlijk nog steeds heel moeilijk.” Maria, leraar groep 6
Aandachtspunten voor het geven van feedback• Feedbackwordteerdergeaccepteerdalservoldoendevertrouwenisbinnenhetleernetwerk.
• Realiseerjedathetmoeilijkisvoormensenomonderscheidtemakentussennegatievekritieken
opbouwende feedback.
• Geefnietalleennegatievefeedback.Maakookpositieveopmerkingenoverhetfunctionerenvan
de ander.
• Motiveerjefeedback,geefaanwatjevindt,waaromenhoejetotdieconclusiegekomenbent.
• Geefalternatievendieaangevenhoehetookanderskan.
• Gebruik‘ik-boodschappen’.Hierdoorwordthetmeereenpersoonlijkemeningenwordthetminder
ervaren als een persoonlijke aanval.
• Geefalleenopbouwendefeedback.Houddezenietalgemeen.
feedback
• Geeffeedbackopgedragdatookechtteveranderenis.
• Geeffeedbackonmiddellijk.Dedrempelomdezetegevenwordtsteedshoger,vooralalshetom
negatieve kritiek gaat.
• Geefconstructieveenbeschrijvendefeedback:geefaanwatjijzelfgezienofgehoordhebt,probeer
interpretaties te voorkomen.
• Beperkjetotenkelepunten.Houdrekeningmetwatdeander‘aankan’.
• Checkaltijdofdefeedbackgoedbegrepenis.
• Vraagookzelfomfeedback.Stahiervooropen.
• Probeertijdensjegesprekkendeanderervanteovertuigendatfeedbackeenmiddelisomteleren
en de communicatie duidelijker te maken.
• Feedbackgevenisnetzomoeilijkalsfeedbackontvangen.
“Die openheid moet er zijn in je leernetwerk. En vertrouwen. Als die twee er
niet zijn dan gaat het niet.” Simon, leraar groep 8
We
re
ld
ca
fé
2011/1.0
wereldcafé
Er zijn soms van die bijeenkomsten waarbij je veel luistert en af en toe een vraag mag stellen.
In de pauze en na afloop bij de borrel komen meestal de echte vragen en bedenkingen boven tafel.
Met de werkvorm wereldcafé kunnen de deelnemers op een informele manier proberen hun ant-
woorden te vinden en hun kennis te delen. Iedereen komt aan het woord bij het vinden van oplossin-
gen van knelpunten van de deelnemers.
WerkwijzeZorg voor een cafésfeer met tafels en stoelen. De inspirator is de ‘kroegbaas’ en legt de werkvorm uit.
Er is drinken en er staan nootjes en hapjes op tafel. Per tafel is er één gastvrouw of -heer, die steeds
blijft zitten. Op elke tafel ligt een beschrijfbaar tafelkleed en zijn er viltstiften. Verdeel de deelnemers
(maximaal 6 à 7) over de tafels.
Ronde 1
De inspirator vraagt om bespreek- of knelpunten over een bepaald onderwerp op het tafelkleed te
schrijven. De gastvrouw assisteert de deelnemers in het formuleren van knelpunten. Na een kwartier
schuiven de deelnemers naar een volgende tafel.
Ronde 2
De gastvrouw vat de knelpunten samen van haar tafel aan de nieuwe deelnemers. Ze nodigt de deel-
nemers uit om oplossingen te geven voor de knelpunten en helpt bij de formulering. Na een kwartier
schuiven de deelnemers naar een volgende tafel.
Ronde 3
De gastvrouw vat samen wat er op het tafelkleed staat en nodigt de deelnemers uit om de voorwaar-
den of condities voor deze oplossingen en aanbevelingen op te schrijven. Na een kwartier wordt
de werkvorm beëindigd door de inspirator. Eventueel kan per tafel de gastvrouw plenair een korte
samenvatting geven van ‘haar’ tafel. Als er nog tijd is kunnen de deelnemers de tafels rond om te
kijken wat er bij ‘hun’ knelpunt staat. De inspirator zorgt ervoor dat alle informatie samenkomt en de
deelnemers de inhoud van de tafelkleden ontvangen.
coach
Wereldcafé
Alternatieven
• Bepaalvantevorenwelkedrievragenerperrondegesteldworden.
• Bepaalvantevorenoverwelkethema’serpertafelgesprokengaatworden.
Wat levert deze werkvorm op voor netwerkleren?Iedereen kan aan het woord komen. Men deelt kennis en ervaringen. Door per tafel te focussen op
een bepaald thema ontstaat verdieping en zal er meer kwaliteit ontstaan. Je leert als deelnemer aan
de slag te gaan met andermans knelpunt. We geven enkele voorbeelden van hoe je het wereldcafé
kunt inzetten bij netwerkleren.
Opstellen leeragenda of sociaal contract
Lees eerst de kaarten leeragenda of sociaal contract. Gebruik de tafels om de leeragenda te bepalen
of het sociaal contract vorm te geven. Je kunt bepaalde aspecten van de leeragenda of het sociaal
contract per tafel uit laten diepen. Bespreek met elkaar wat de uitkomsten zijn en welke punten het
leernetwerk in de leeragenda of het sociaal contract opgenomen wil zien. De coördinator verwerkt
deze punten, en verspreidt de leeragenda of sociaal contract onder de deelnemers.
Verdeling taken en rollen
Lees eerst de kaarten van de coördinator, inspirator en creator. Gebruik de tafels van het wereldcafé
om de rollen en taken verder te laten uitdiepen, of om uit te zoeken wie welke rol kan en wil vervullen.
De kaarten over de rollen kunnen helpen om te bekijken of belangrijke zaken zijn gemist, of om ze op
ideeën te brengen.
vu
l d
e z
in a
an
2011/1.0
Vul de ziN aaN
Het gebeurt ons allemaal wel eens: voordat iemand zijn zin heeft afgemaakt, formuleer je in je hoofd
al een antwoord. Je denkt dat je goed hebt geluisterd naar de ander als je vervolgens dat antwoord
uitspreekt, maar vaak mis je een deel van wat iemand heeft gezegd. Deze werkvorm dwingt je de
ander te laten uitpraten en goed te luisteren naar wat diegene zegt.
WerkwijzeJe begint met een vraag of zin die relevant is voor alle deelnemers en bijdraagt aan het doel van de
bijeenkomst. Bijvoorbeeld:
Ik heb de afgelopen periode het meeste geleerd van …
Wat ik lastig vind in mijn werk is …
Waarover ik in dit leernetwerk tevreden ben, is….
Wat ik van deze bijeenkomst hoop is…
Verdeel de mensen vervolgens in groepjes van drie tot zes mensen. Ieder groepje gaat apart verder
met de activiteit.
Een persoon start en vult de zin aan.
Een ander gaat verder en vat het eerder gegeven antwoord samen en voegt er zelf wat aan toe.
Herhaal dit totdat iedereen is geweest.
Wissel eventueel van zin of vraag en start opnieuw.
‘Spelregels’
• Spreekniettegenwatdeanderheeftgezegd,begingeendiscussieenmaakgeenalgemene
opmerkingen.
• Erkenwatdeanderzegtenwijknietvandewerkwijzeaf.
• Blijfactiefluisteren.
• Zeg‘ja,en’inplaatsvan‘ja,maar’.
Wat levert deze werkvorm op voor netwerkleren?Goed luisteren is de basis voor een goede gesprekstechniek. In een leernetwerk staat het uitwisselen
van ervaringen, visies en ideeën centraal. Door collectief voort te borduren op de ideeën van anderen,
komen nieuwe en diepere inzichten en kennisproducten tot stand.
coach
vul de zin aan
Gesprekstechniek
De inhoud van de werkvorm wordt bepaald door het doel van de bijeenkomst en behoefte van de
deelnemers. Deze werkvorm kun je daarom inzetten bij een scala aan onderwerpen, eenvoudigweg
door de zin of vraag daarop toe te spitsen.
Begin bijvoorbeeld voor het opstellen van de leeragenda met de zin:
Mijn belangrijkste leervraag voor dit leernetwerk is…
Voor het opstellen van het sociaal contract:
Wat ik verwacht van deelnemers in het leernetwerk is…
Als iemand even minder tijd heeft voor het leernetwerk hoop ik dat …
Voor het bespreken van valkuilen:
Wat ik graag verbeterd zou willen zien in dit leernetwerk is…
Wat ik verwacht van de opbrengsten van dit leernetwerk is…
Voor het geven van feedback:
Wat ik fijn vind aan onze samenwerking is…
Wat ik merk aan je gedrag is…
cr
ea
to
r2011/1.0
creator
De creator zorgt ervoor dat het leernetwerk de opbrengsten van de samenwerking expliciet benoemt
enbeschrijft.Endatdezewordenverwerkttotconcretekennisproducten waar alle deelnemers wat
aan hebben. Hij zet eventueel onderzoek op en legt opbrengsten vast. Hij stimuleert de verspreiding
van de opbrengsten binnen en buiten het netwerk. Hij zorgt dat de juiste expertise binnen het leer
netwerk aanwezig is of wordt binnengehaald.
Hoe kan een creator een leernetwerk ondersteunen? De creator is verantwoordelijk voor het voortdurend evalueren van de werkwijzen en het functioneren
van het leernetwerk. Zijn rol is in alle fases van het leernetwerk belangrijk, een accent kan worden
gelegd in de oogstfase.
De creator
• zorgtdaterafsprakenkomenoverhoehetleerprocesendekenniswordenvastgelegd,
eventueel in een online omgeving
• monitorthetsamenwerkingsproces
• zorgtregelmatigvoorevaluatieen feedback
• zetinstrumenteninalsdebarometer ter ondersteuning en herhaalt de meting periodiek
• initieertregelmatiggesprekkenoverdekwaliteitvanhetnetwerk,zowelgerichtophetproces
als de inhoud
• signaleertdebehoefteaanspecifieke(externe)expertise
• zorgtdatimplicietaanwezigekennisexplicietwordtgemaakt,bijvoorbeelddoorsamenmetde
inspirator de marktplaats in te zetten
• zorgtdat kennisproducten en andere opbrengsten worden vastgelegd volgens de afspraken en
worden verspreid binnen en buiten het netwerk.
De creator is daarnaast verantwoordelijk voor het voortdurend evalueren van de werkwijzen en het
functioneren van het leernetwerk. Hij monitort het samenwerkingsproces en zorgt regelmatig voor
evaluatie en feedback, bijvoorbeeld door het inzetten van de barometer. De creator initieert regel
matig gesprekken over de kwaliteit van het netwerk, zowel gericht op het proces als de inhoud.
creator
Relatie tot andere rollenDe rol kan door verschillende deelnemers worden ingevuld en wisselen in de tijd. De leernetwerk
coach kan tijdelijk de rol van creator op zich nemen. Hierbij is het van belang te zorgen voor een
overdracht van de rol van leernetwerkcoach naar een van de deelnemers.
“Regelmatig vullen we de barometer in. Even de vinger aan de pols houden.
Het geeft direct een beeld van hoe het gaat in ons netwerk. Gelukkig meestal
prima, maar laatst liep het even wat minder. Dat voelden we wel aan, maar de
barometer bracht dat ook direct aan het licht. We zijn naar aanleiding daar
van in gesprek gegaan. Dat gaf lucht.” Hugo, leraar groep 4
Ke
nn
isp
ro
du
ct
en
2011/1.0
keNNisproducteN
“Kennis begint bij het ontdekken van iets dat we nog niet begrijpen.”
Frank Herbert
Watiskennis?Traditioneelsprekenwevankennisalswehethebbenoverdedingendieiemandweet.
Netwerklereniseensocialeactiviteitenstreefternaaromtekomentot‘sociale’kennis.Datwilzeg
gen dat kennis zoveel mogelijk ter beschikking staat aan anderen en gezamenlijk wordt ontwikkeld,
gedeeldenonderhouden.Kennisproductenkunnenhierbijhelpen,zemakenconcreetenzichtbaar
welkeervaringenenexpertisehetleernetwerkinhuisheeft.Eenspecialerolisweggelegdvoorde
creator, die dit proces ondersteunt.
Voor het ontwikkelen van kennisproducten is nodig:
• juistesamenstellingleernetwerk
• verbalisatie:elkaardingenuitleggen
• vasthoudenvaninzichten
• reflecterenopdeinzichten.
Juiste samenstelling leernetwerkJe gedachten en denkbeelden op tafel leggen, is niet altijd makkelijk. De samenstelling van het
leernetwerkmaaktverschil.Insommigenetwerkenhoefjeelkaarweiniguitteleggen,enblijftveel
onuitgesproken.Ineenheterogenernetwerkkomenuiteenlopendevisieseninzichtenbijeen,enzijn
er meer prikkels om actief uit te wisselen. Wat bedoelt Saskia eigenlijk wanneer zij ... zegt? Waar heeft
Bramhettochsteedsoveralshijhetweerover...heeft?
“We kunnen veelwetend zijn door andermans kennis, maar we kunnen niet
wijs zijn door andermans wijsheid.” Michel Eyquem de Montaigne
Kennisproducten
Verbalisatie: elkaar dingen uitleggenStel elkaar in een leernetwerk vragen over wat zo vanzelfsprekend lijkt. Het aan elkaar uitleggen of
onder woorden brengen heet verbalisatie. Het maakt vanzelfsprekendheden expliciet en zorgt ervoor
dat deze ter discussie of bespreking voorgelegd worden. Zo vormen ze de basis van nieuwe, gezamen
lijke kennis.
“Er is veel kennis en verstand nodig om vanzelfsprekende dingen te bewijzen.”
Otto Weiss
Vasthouden van inzichten Bespreekbinnenjeleernetwerkwelkeverwachtingenerzijnoverdekennisproducten,legditbijvoor
beeld vast in de leeragenda en het sociaal contract. Door het vastleggen van kennis, eventueel in
een online omgeving,kunjeeruitputten,ooknadeafloopvanhetnetwerk,maarookdoormensen
buitenhetnetwerk.Kenniskunjevastleggenin(les)verslagen,video-opnameofnotities.Maarerzijn
ook creatieve uitingen mogelijk als interviews, muurkranten, of bijdragen aan de nieuwsbrief van de
school. Zo blijft de ontwikkelde kennis een bron voor het leren in de toekomst.
“Wat geeft het, of iemand knap is, als hij anderen zijn kennis niet kan
bijbrengen?” Plato
Reflecteren op de inzichten Ineenleernetwerkreflecteerjeopjeberoepsmatighandelen.Jeonderzoektbijvoorbeeldwathet
effectisvandemethodendiejijinzet,ofzetdebarometerinomtereflecterenophetfunctioneren
van het leernetwerk. Het waardecreatieverhaal maakt zichtbaar welke kennis jij in je leernetwerk hebt
ontwikkeldenwatdatheeftopgeleverdvoorjezelf,collega’sendeschool.Reflecterenkentvaakeen
verzadigingspunt als een netwerk tot de conclusie komt dat de leervraag met de ontstane inzichten
voldoende is beantwoord.
ict
-co
ac
h2011/1.0
ict-coach
DeICT-coachzorgtvoorondersteuningbijhet samenwerken van het leernetwerk.
Hij maakt geen deel uit van het leernetwerk. Hij stemt af met de coördinator van het leernetwerk
en de leernetwerkcoach.
KerntaakDe kern van de rol van ICTcoach is het verzorgen en organiseren van de gewenste online onder
steuningbinnendeleernetwerkenvaneenschool(bestuur).Hetdoelhierbijisdatcommunicatieen
samenwerking tussen de deelnemers en kennisdeling binnen en buiten het leernetwerk zo optimaal
mogelijk met ICT worden ondersteund. Daarbij kunnen meerdere faciliteiten worden gebruikt die
betrokkenheid creëren en verbeelding en afstemming mogelijk maken.
De rol van ICTcoach kan door één of meer personen worden uitgevoerd, die alle leernetwerken in een
school(bestuur)ondersteuntenzorgtvooreenheidingebruiktetechnologie.BelangrijkisdatdeICT
coach zowel de taal van de deelnemers spreekt als het ICTjargon. Op deze manier worden de wensen
van het netwerk optimaal vertaald naar de inrichting van een online omgeving.
ICT is geen doel op zich DeICT-coachrealiseertzichsteedsdatICT slechts een middel is en geen doel op zich. Hij zorgt dat de
deelnemerscentraalblijven.Eenonlineomgevinginzettenvooreengroepmensendieelkaarzeer
regelmatig ziet, kan een overkill zijn.
“Ik ben niet echt gek op computers. Maar we hebben geleerd te Skypen.
Dat was heel handig, want op die manier konden we een expert van buiten
uitnodigen in ons netwerk. Eigenlijk vond ik het ook heel leuk om te doen,
dat Skypen.” Sylvia, leraar groep 5
coach
ict-coach
Ondersteuning bij kennisdelingEenleernetwerkwisseltkennisenervaringenuitenontwikkeltopdiemaniergedeeldekennis.
Deze kennis zit vaak deels in hoofden van deelnemers, maar betreft ook kennisproducten als
gespreksverslagen, materialen en videoopnames. De ICTcoach bekijkt met de deelnemers op welke
manierhetnetwerkdezekennishetbesteonlinekanvastleggenendelen.Bijvoorbeeldineenaparte
werkruimte binnen de elektronische werkomgeving van de school, door gebruik van Google Docs,
of eenvoudigweg een map op een gedeelde netwerkschijf. Spreek af met het leernetwerk voor wie
diedocumentenbeschikbaarzijn.Eencombinatievanbeslotenenopendocumentenofwerkruimte
is hierbij ook een optie.
Ondersteuning bij communicatieHet gebruik van de telefoon en email is snel gemeengoed in een leernetwerk. De ICTcoach kan ook
andere manieren van virtuele communicatie introduceren, zoals het gebruik van een discussieruimte
ofhetgebruikvanonlinecommunicatiemiddelenalsSkype.DeICT-coachtastdebehoeftesaf,enreikt
op het juiste moment de juiste techniek aan.
Uiteindelijk kiest elk leernetwerk die informatie en communicatiekanalen die passen bij de deel
nemers.DeICT-coachheeftvoldoendekennisvanmodernecommunicatiemiddelenenweetwelk
effect die kunnen hebben op de deelnemers. Hij helpt het leernetwerk bij het maken van de juiste
keuzes hierin.
“Ik gebruik mijn computer nu veel meer dan vroeger. Documenten wisselen we
snel uit en we informeren elkaar via de mail. Maar een online discussie gaat
me nog net iets te ver.” Jasper, leraar groep 3
oN
liN
e o
mg
eV
iNg
2011/1.0
oNliNe omgeViNg
Bijleernetwerkenstaatdekwaliteitvandecontactentussendedeelnemerscentraal.Inhetbegin
zijn dit vooral facetofacecontacten, maar op termijn kan de behoefte ontstaan om ook op andere
manierentecommuniceren.Bijvoorbeeldomhetaantalcontactmomententeverhogen,ofomdatde
fysieke afstand tussen de deelnemers groot is. Of men wil de kennisproducten breder toegankelijk
maken.Eenonlinesamenwerkingsomgevingbiedtveelmogelijkhedenvoorhetdelenvankennisen
ondersteunen van communicatie.
OndersteuningNietiedereenkanmakkelijkoverwegmetonlineomgevingen.Eeninwerkperiodeenondersteuning
voor de deelnemers is daarom nodig. Men heeft tijd nodig om te wennen aan de nieuwe manier van
werken. De ICT-coach speelt een belangrijke rol bij de keuze van een passende ICTomgeving en helpt
mensen vertrouwd te raken met deze omgeving. Hij kan de wensen van het netwerk vertalen naar
eisen die aan de omgeving moeten worden gesteld.
Behoefte leernetwerk centraalBijhetontwerpeneninrichtenvaneenonlineomgevingstaandebehoeftesvanhetleernetwerk
centraal.Deomgevingmoetookaangepastkunnenwordenaaneventueleveranderdebehoefte(s).
Eenidealesamenwerkingsomgevingondersteunt:
• actievebetrokkenheidvandedeelnemers
• communicatietussendeelnemersbinnenenbuitenhetleernetwerk
• uitwisselingvandocumenten(teksten,beeldenenaudio-envideomateriaal)
• hetalgemeenfunctionerenvaneenleernetwerk.
“Als ICTleernetwerk geef je het goede voorbeeld. Wij gingen dus als eerste
online. Het grappige is dat zich al vrij snel twee nieuwe collega’s wilden
aansluiten bij het leernetwerk. Die vonden het reuze interessant wat we doen.
Dat geeft meteen wat nieuw bloed.” Simon, leraar groep 8
coach
online omgeving
Verdere aandachtspunten zijn:• Deinrichtingvandeonlineomgevingsluitaanbijde(veranderende)behoeftesvandedeelnemers
en de fase waarin het leernetwerk zich bevindt.
• Deonlineruimteistoegankelijkvoorlerarenbinneneneventueelbuitendeschool,maarmaak
daarover eerst afspraken met de leernetwerken.
• Hetleernetwerkisverantwoordelijkvoordeeigenwerkruimteeninhoud.
• Deonlineruimtemaaktzichtbaarwelkedeelnemersinhetleernetwerkzitten,wathundoelisen
welke expertise ze hebben.
• Betrekdecreator bij de inhoud van de werkruimte.
• Maakvantevorenafsprakenoverhoedecommunicatieverlooptbinnenentussendeleernetwerken.
• MaakalsICTcoach van te voren afspraken met de deelnemers over beheer en ondersteuning.
“Ik vind het nu nog prettiger om de kennis binnen ons leernetwerk te houden
en niet online te zetten. Misschien zijn we nog niet zeker over de kwaliteit, dat
speelt mee. Dat breder delen komt later wel. Nu zou dat afleiden.
Gelukkig krijgen we ook de ruimte om ons eigen tempo daarin te bepalen.”
Josje, leraar groep 7
am
ba
ss
ad
eu
r2011/1.0
ambassadeur
HetRuuddeMoorCentrumondersteuntallerleiinitiatievenmetbetrekkingtothetprofessionaliseren
van leraren op de werkplek. Voor leraren of directieleden die zich aantoonbaar inzetten voor netwerk
leren,heefthetRdMCdeambassadeurnetwerklereningesteld.Ookjouwschoolkaniemandnomine
ren voor deze rol.
Profiel van de ambassadeurDe ambassadeur hoort bij de coaching voor leernetwerken. Hij ondersteunt de leernetwerken van
buitenaf en draagt netwerkleren een warm hart toe. Hij weet wat netwerkleren inhoudt en heeft
hiermee ervaring in de eigen praktijk. Hij begrijpt ook dat netwerkleren en het lerend en produce
rend bezig zijn niet altijd vanzelf gaan. De ambassadeur kan de meerwaarde van netwerkleren goed
benoemen, weet netwerkleren op de agenda van management en schoolbestuur te krijgen, en
behartigt de belangen van netwerkleerders. Hij treedt op als een soort makelaar die leernetwerken in
contact brengt met nieuwe richtingen en weet het borgen van de opbrengsten van de leernetwerken
te stimuleren. De ambassadeur bevestigt daarmee de link tussen netwerkleren en professionalisering
van leraren. Als netwerkleerder in hart en nieren heeft hij bovenal een voorbeeldfunctie binnen en
buiten de school.
Wat houdt de rol in? De ambassadeur netwerkleren:
• krijgteenregistratiebijhetRdMC
• krijgthetzeldzameambassadeurspeldje
• neemtkosteloosdeelaanRdMC-evenementenalsnazomerschoolenconferenties
• wordtgevraagddeeltenemenaaneeninterviewwaarinwezijnervaringenmetnetwerkleren
vastleggen en publiceren
• wordtuitgenodigdomervaringentedelenviadewebsitevandetoolkit
• kanfungerenalsklankbordbijhetschrijvenvanartikelenenpublicatiesvanhetRdMCover
netwerkleren
• jaarlijkswordendeambassadeursdoorhetRdMCopeenpassendemanierinhetzonnetjegezet.
1
ambassadeur
“Op de een of andere manier komt het wel aan. De nominatie van het RdMC
verscheen ook in ons schoolblad. Het geeft erkenning. En leraren kwamen met
vragen over netwerkleren. Dat vond ik het leukste.”
Stefan, ambassadeur netwerkleren
Nominatie ambassadeurWiljijeenpowernetwerkervoordragenenhem(ofhaar)totambassadeurlatenbenoemen
doorhetRdMC?
Online* kun je iemand nomineren. Zorg voor een goede motivatie, liefst onderbouwd met
documenten,uitspraken,ofandere‘wapenfeiten’.Wijnemenvervolgenscontactopvoor
verdere informatie of om afspraken te maken.
*http://rdmc.ou.nl/netwerkleren
le
er
es
taf
et
te
2011/1.0
leerestafette
Het is niet altijd makkelijk om de goede voornemens die je in je leernetwerk uitspreekt om te zetten
in daden. De waan van dag slokt je daarna weer op, of de tijd is omgevlogen voor je er erg in hebt.
Herken je het, dat je weer bijeenkomt en toch weer niet bent toegekomen aan het voornemen?
Deze werkvorm biedt dan uitkomst.
WerkwijzeNoteer aan het einde van de bijeenkomst welke voornemens jullie hebben voor de volgende periode,
individueel of als groep. Dit kan een inhoudelijk thema betreffen, maar ook andere aspecten. Zoals
een advies of idee in je praktijk tot uitvoering brengen. Spreek een concrete termijn af waarop jullie de
voornemens willen hebben afgerond, en maak een lijst van iedereen met namen en e-mailadressen.
Zet de inspirator als eerste op de lijst, en de creator als laatste.
Na de afgesproken tijd mailt de eerste persoon op de lijst aan de tweede hoe hij het voornemen heeft
gerealiseerd. Deze stuurt de mail, aangevuld met zijn realisatie door aan nummer drie. Dat gaat door
tot iedereen is geweest. De laatste op de lijst (de creator) stuurt de e-mail , waarin inmiddels van alle
deelnemers de bijdrage is opgenomen, door aan alle deelnemers.
Wat levert deze werkvorm op voor netwerkleren?Deze werkvorm vangt twee vliegen in een klap: je hebt een stok achter de deur om daadwerkelijk met
je voornemen aan de slag te gaan, en je bouwt automatisch met elkaar een kennisproduct op.
De e-mail met alle beschrijvingen is een soort leergeschiedenis, die je weer breder kunt delen.
De werkvorm is inzetbaar voor bijvoorbeeld:
Valkuilen
Een van de mogelijke valkuilen in een leernetwerk is het niet kunnen overgaan tot actie of niet komen
tot kennisproducten. De creator of inspirator kan de leerestafette inzetten als je in het netwerk het
gevoel hebt dat afspraken onvoldoende worden geconcretiseerd.
leerestafette
Leeragenda
In de leeragenda staan de leerdoelen van het leernetwerk en de deelnemers benoemd. Met de leer-
estafette kun je individueel of als groep een van de leerdoelen waar je niet aan toe komt er uitlichten.
Benoem de voornemens rondom dit leerdoel en een termijn die voldoende tijd biedt om het leerdoel
te halen. Probeer het voornemen zo concreet mogelijk te formuleren, hierbij kun je differentiëren naar
deelnemer. De creator verzamelt de zo ontstane leergeschiedenis en bekijkt in overleg met de
deelnemers of en hoe deze kennis kan worden gedeeld.
Sociaal contract
In het sociaal contract kun je vastleggen hoe je met elkaar in het leernetwerk wenst om te gaan.
Maar ook hierbij geldt: zet die voornemens maar eens om in daden. Mocht je als netwerk het gevoel
hebben dat bepaalde onderdelen van het sociaal contract erg ondersneeuwen, dan kun je met deze
werkvorm hierop inzoomen. Een uitkomst kan ook zijn dat het betreffende onderdeel van het sociaal
contract niet meer gewenst of nodig blijkt te zijn.
De coördinator past in dat geval het sociaal contract aan en zorgt dat deze update bij de deelnemers
terechtkomt.
wa
ar
de
cr
ea
tie
2011/1.0
WaardeCreatieverhaal
DoelIn een waardecreatieverhaal vertel je over je motivatie voor deelname aan een leernetwerk, je ervarin-
gen in het leernetwerk en de waarde die dat voor je heeft (gehad). Daarbij beschrijf je deze aspecten
ten aanzien van jezelf, je relaties met anderen, je lespraktijk en je plek op school. In een specifiek
waardecreatieverhaal kun je dieper ingaan op een concrete waardevolle gebeurtenis of ervaring.
Het waardecreatieverhaal helpt je de waarde die deelname in leernetwerken voor jou heeft,
zichtbaar te maken.
Benodigdheden• ‘Verteljeverhaal’,schemavoorwaardecreatieverhalen.*• Toelichtingophetwaardecreatieverhaal.*
Procedure instrumenten Het Ruud de Moor Centrum (RdMC) doet onderzoek naar netwerkleren in de onderwijspraktijk.
De onderzoeksinstrumenten van de toolkit staan online.* Deelname is gratis.
Stuur voor je het waardecreatieverhaal wilt inzetten een e-mail aan [email protected].
Geef in de mail aan:
• omwelkinstrumenthetgaat(waardecreatieverhaal)
• naamenadresgegevensvandeschoolofschoolbestuur
• naamvandecontactpersoon
• verwachteaantaldeelnemersdathetwaardecreatieverhaalgaatinvullen.
• gewensteperiodevoorinzetwaardecreatieverhaal.
Wij nemen binnen een week contact op met de contactpersoon om specifieke zaken verder
te bespreken.
*http://rdmc.ou.nl/netwerkleren
waardecreatie
Waardecreatieverhaal
Ten aanzien van Ten aanzien van mijn Ten aanzien van Ten aanzien van mijn mijzelf als persoon relaties met andere mijn lespraktijk vermogen om mijn (zoals vaardigheden, leraren (zoals aantallen, (zoals ideeën, (school)omgeving houding, zelfvertrou- kwaliteit, frequentie, inzichten, te beïnvloeden wen, gevoel) beleving) lesmateriaal, (zoals stem, status, procedures) erkenning, bijdrage) Redenen voor deelname aan een leernetwerk (zoals uitdagingen, professionele ontwikke- lingsdoelen, mensen ontmoeten)
Activiteiten, output en gebeurtenissen uit het leernetwerk (zoals les- materiaal, discussies, lesbezoeken)
Waarde die deelname aan een leernetwerk mij heeft opgeleverd (zoals een betere leraar worden, omgaan met moeilijke leerlingen, betere leerlingresultaten)
wa
ar
de
cr
ea
tie
1. Beschrijf een betekenisvolle activiteit waaraan je hebt deelgenomen en hoe je dat ervaren hebt (zoals een gesprek, een werkbijeenkomst, een project).
2. Beschrijf een specifiek ‘product’ dat uit deze activiteit is voortgekomen (zoals een idee of document) en voor welk probleem of uitdaging dit een antwoord zou kunnen zijn.
3. Vertel hoe je dat ‘product’ hebt gebruikt in je (les)praktijk en of er iets is gebeurd wat anders niet gebeurd zou zijn.
4. Leg uit wat je met behulp van dit ‘product’ hebt bereikt (zoals betere lessen, de resultaten van je leerlingen, betere leraar geworden, je tevredenheid over je werk, leerlingresultaten). 5. Soms kan een bepaalde gebeurtenis de manier waarop je dingen doet en bekijkt, ingrijpend veranderen. Als dit hier het geval was, beschrijf dat dan hier.
waardecreatie
Hoe kun je het waardecreatieverhaal gebruiken?Het waardecreatieverhaal kan op verschillende manieren worden gebruikt: voor jezelf, om te bespre-
ken binnen het leernetwerk en als beginpunt voor een gesprek met je directeur over wat je geleerd
hebt binnen het leernetwerk. De creator kan in het leernetwerk voorstellen het waardecreatieverhaal
te gebruiken.
Voor jezelf
Na enige tijd bezig geweest te zijn met netwerkleren, kan het zijn dat je je afvraagt wat het je precies
heeft opgeleverd. Met behulp van het waardecreatieverhaal krijg je inzicht in je leerproces en ontdek
je misschien zelfs dat je allerlei dingen geleerd hebt, waarvan je je nog niet bewust was.
Met het leernetwerk
Binnen het leernetwerk kan de creator het waardecreatieverhaal gebruiken om gezamenlijk te
bekijken wat de verschillende deelnemers aan het leernetwerk hebben gehad. Hierdoor krijgen
deelnemers nog beter inzicht in elkaars ervaringen en krijgt het leernetwerk een extra impuls.
Met de schoolleider
Het waardecreatieverhaal kan ook worden gebruikt om inzichtelijk te maken wat je aan je leernetwerk
hebt gehad. Het schema kan structuur bieden om met je directeur te bespreken hoe je aan je professio-
nalisering hebt gewerkt. Jullie kunnen afspreken dat een gespreksverslag wordt opgenomen in je
bekwaamheidsdossier, zodat je ook aan de buitenwereld kunt laten zien hoe je jezelf hebt ontwikkeld.