UT Nieuws Magazine September
-
Upload
redactie-ut-nieuws -
Category
Documents
-
view
228 -
download
6
description
Transcript of UT Nieuws Magazine September
www.utnieuws.nlOnafhankelijk magazine van de Universiteit Twente
jaargang 02 - nummer 07 - september 2012
Ed Brinksma >
‘Ik ben een zondagskind’
Achtergrond >Integriteitscommissie
over vertrouwen
Reportage >Baywatch op Texel
Extra bijlage >Vrijhofspecial
STUNT
Alleen voor studenten: 15 maanden de Volkskrant voor € 15 per maand en een fi ets cadeau! Check vk.nl/fi ets
STUNT Gratis Fietst.w.v.
€ 179!
2 UT NIEUWS 07|2012
UT NIEUWS 07|2012 3
Nieuws
Van de redactieIn dit nummerOp het moment dat dit septembernummer
van UT Nieuws uitkomt is de Kick-In alweer
achter de rug en staat de opening van een
kersvers academisch jaar voor de deur. Met
andere woorden: we zijn allemaal weer
uitgerust terug op het nest.
In dat nest is volop jong leven te vinden.
Speciaal voor de nieuwe studenten (er
deden er 1100 mee aan de Kick-In) is het
coverinterview met Ed Brinksma. Een eerste
kennismaking met hun rector magnificus.
Maar we denken dat ook ‘oud-gedienden’
het leuk vinden om te lezen dat Brinksma
“geen enkel idee had wat studeren precies
inhield”, toen hij zich op zeventienjarige
leeftijd aan de poort van de RUG meldde.
We peilden verder hoe het staat met het
activisme. Door de langstudeerboete is er
niet veel animo onder studenten om een be-
stuursfunctie op zich te nemen. Bijna iedere
studie- of studentenvereniging heeft er last
van. Want wie voelt er nu voor een dikke
boete van 3000 euro? Politici steggelden
deze zomer volop over de langstudeerboete.
Met de verkiezingen voor de deur werd het
een campagne-onderwerp. Voor studenten
lijkt het gunstig uit te pakken. Met de
nadruk op lijkt. De langstudeerboete is (ten
tijde van het drukken van UT Nieuws) nog
niet definitief van tafel.
Nu we het toch over de naderende verkie-
zingen hebben; speciaal voor zwevende
kiezers hebben we een overzichtje van
partijstandpunten gemaakt, gebaseerd op
een inventarisatie van het HOP (Hoger On-
derwijs Persbureau). Zie het als een service,
niet als een stemadvies. Want daar wagen
we ons niet aan. Bovendien zweven we zelf
ook nog. We hebben wel StemWijzer inge-
vuld, maar daar mogen we, volgens Martin
Rosema, universitair docent politicologie,
niet blind op varen. In een opinieverhaal
op pagina 16&17 geeft hij uitleg over het
gebruik van stemwijzers.
Bij dit nummer van UT Nieuws Magazine
voegen we eveneens een Vrijhofspecial. Het
bruist in De Vrijhof. En dat willen we aan
het begin van een nieuw cultureel seizoen
graag onder uw aandacht brengen. Kom
eens binnenlopen!
Ditta op den Dries, hoofdredacteur.
Ed Brinksma > 4 – 7 Interview Arjen Dijkstra > 10 – 11 High Tech Factory > 12 – 13 Integriteitscommissie > 14 – 15 In het stemhokje > 18 Masteronderwijsdag > 19 Foto Kick-In > 20 – 21 Interview Jetje Beijer > 22 – 23 Boekrecensie > 25 Alumnus Peter van de Pol > 26 – 27 Interview Vanessa Evers > 28 – 29 Activisme > 30 – 31 International: How to stay relaxt > 34 – 35 PhD Silja Eckartz > 36 Expat Lens: Ricardo de Oliveira Schmidt > 37 Twenty Twente Tweets & Geert en Beert > 38
Opinie | Verkiezingen> 16 – 17
Studenten | Terrassentest> 32 - 33
Onafhankelijk maandblad voor personeel en studenten van de Universiteit Twente. Jaargang 02. Verschijnt elke eerste donderdag van de maand op de campus; vrijdag/zaterdag buiten de UT. Oplage: 8.000 exemplaren.
Redactie-adres:Gebouw De Vrijhof Kamers 315, 316, 317, 328, 319De Veltmaat 5, 7522 NM Enschede Postadres:Postbus 217, 7500 AE EnschedeTelefoon: (053 – 489) 2029zie verder onder redactie Fax: (053 – 489) 3439 E-mail redactie: [email protected]: http://www.utnieuws.nlof via de homepage van de UTTwitter: @UTNieuwsRedactie:Ditta op den Dries (hoofdredacteur, (053 - 489) 2030
[email protected] Paul de Kuyper (053 – 489) [email protected] Maaike Platvoet (053 – 489) [email protected] Sandra Pool (053 – 489) [email protected]:Brigitte Boogaard (053 – 489) 2029 [email protected] medewerkers:Marloes van Amerom, Leanne Benneworth, Mo Cornelisz, Giels Brouwer, Rayke Derksen, Nynke Dirven, Maaike Endedijk, Egbert van Hattem, Laura Lisa Hellwig,Simone Kramer, Ruben Libgott, Mariska Roersen, Beer Sijpesteijn, Thijs Spruijt, Jochem Vreeman. Internetbeheer: WAME – Websites, Applicaties, Advieswww.wame.nlFoto’s:Arjan Reef, Gijs van Ouwerkerk.
Redactieraad:M. Driesprong, dr. A. Heuvelman, drs. J.W.D. ter Hellen, prof. dr. A. Need, dr. O. Peters. Advertenties:Bureau Van Vliet BV, Postbus 20, 2040 AA Zand-voort Tel. 023 – 5714745. Site: www.bureauvanvliet.comE-mail: [email protected] Advertentietarieven op aan vraag.Regionale advertentiesTwentyFifty, Postbus 652, 7500 AR EnschedeTel. 053 – 6409004. Site: www.twentyfifty.nlE-mail: [email protected] op aanvraag.HOP:UT Nieuws is aangesloten bij het Hoger Onder-wijs Persbureau (HOP). Adreswijzigingen:Abonnees (ook studenten) dienen deze schriftelijk door te geven aan de redactie UT-Nieuws Postbus 217, 7500 AE Enschede of per e-mail: [email protected].
Stage of buitenlands studieverblijf: studenten die op stage gaan of in het buitenland gaan studeren kunnen het UT-Nieuws magazine op schriftelijk verzoek opgestuurd krijgen. Wie prijs stelt op deze (gratis) service zendt een
adreswijziging naar de redactie o.v.v. faculteit, stagelocatie en periode (zo nauw-keurig mogelijk).Kopij: Nieuws voor het UT-Nieuws magazine en de website naar: [email protected]. Abonnementen: Jaarabonnement: 44 euro. Abonnementen schriftelijk aan te vragen met vermelding van naam, adres, postcode, plaats, telefoon-nummer en bank-/girorekening. Abonne-menten kunnen maandelijks ingaan. Betaling via factuur. Het jaarabonnement wordt automatisch verlengd, tenzij men minimaal 1 maand voor afloop van de abonnementsperi-ode schriftelijk opzegt.Concept, vormgeving en realisatie: Wegener SpeciaalMediawww.wegenerspeciaalmedia.nlBezorging Campus: Motorsportgroep UT, Richard van Schouwenburg en Arno Wedzinga, tel. 053-4892029. E-mail: [email protected] Copyright UT-Nieuws:Auteursrecht voorbehouden. Het is verboden zonder toestemming van de hoofdredacteur artikelen schema’s foto’s of illustraties geheel of gedeeltelijk over te nemen en/of openbaar te maken in enigerlei vorm of wijze.
Colofon
25%Dat zie je alleen bij
25% KORTINGop lenzen, brillen en zonnebrillen
Geldig in 2012 op vertoon van je collegekaart
Enschede • Hofpassage 13 Hofpassage 13 • Tel. 053-4321898 Tel. 053-4321898
4 UT NIEUWS 07|2012
TEKST: MAAIKE PLATVOET | FOTO’S: RIKKERT HARInK >
Lunchen in restaurant Amis werd het. Op zijn
verzoek. Want rector magnificus Ed Brinksma houdt
nou eenmaal van lekker eten. Zelf koken doet hij
graag. Geen ingewikkeld gedoe, gewoon met goede
ingrediënten een smakelijke maaltijd bereiden. Het is
voor de rector dé ultieme ontspanning na een lange
dag op de UT. ‘Ik heb de gave dat ik kan proeven
wat ik lees, en kan me daardoor geweldig amuseren
met kookboeken.’ Gemiddeld drie avonden per week
kookt hij zelf, op de avonden dat er geen UT-ver-
plichtingen zijn. En natuurlijk eet hij graag buiten
de deur. In Enschede is Amis favoriet, vandaar
zijn keuze om hier te gaan lunchen. Hij bestelt de
Amis-burger, een Italiaanse bol met rosé gebraden
hamburger. En een droge witte wijn, natuurlijk.
De afgelopen vier jaar van zijn rectoraat ervoer hij
‘onder de streep’ als zeer positief. ‘De renaissance
van het onderwijs aan de universiteiten staat daarin
centraal’, waarmee hij doelt op de invoering van het
Nieuwe Onderwijs Model (NOM), dat vlak voor de
zomervakantie na ellenlange vergaderingen eindelijk
instemming kreeg van de Universiteitsraad. Maar
ook het lustrumjaar vond Brinksma fantastisch.
‘Het hoogtepunt was voor mij de diesviering, met
de lezing van hoogleraar Clemens van Blitterswijk
en de prachtige eredoctoraten, waaronder die voor
de Mythbusters. Ik heb veel positief commentaar
ontvangen van collega’s uit het land. Dat geslaagde
lustrumjaar kwam door inzet van velen, en dan
leunen wij als UT op een ontzettend sterk wij-gevoel.
Als je dat gevoel weet te treffen – dat gevoel van
betrokkenheid - kan er zo ontzettend veel. Wat dat
betreft hebben we goud in handen.’
Natuurlijk kleven er aan die kleinschaligheid van
onze universiteit soms ook nadelen. Door korte lijn-
tjes komen problemen ook snel op het bordje van het
college van bestuur, en dus van de rector, terecht.
‘Het is belangrijk dat problemen worden opgelost, op
Bijna vier jaar staat (54) als rector magnificus aan het roer van de Universiteit Twente. Een
drukke baan, die veel vergt van zijn sociale leven maar ook interessante ontmoetingen en
talloze uitdagingen biedt. Hij tekent daarom graag voor vier jaar bij, alhoewel de officiële
beslissing – het akkoord van de Raad van Toezicht - daarover nog moet vallen. Aan hem
ligt het in ieder geval niet. ‘Het is een voorrecht om aan een universiteit, en zeker die van
ons, te mogen werken als rector.’
‘Je hebt niet altijd alles zelf in de hand’
de plekken waar ze ontstaan. Grote universiteiten
hebben een strakker protocol, waardoor problemen
misschien minder snel bij het CvB terecht komen.
Maar zij hebben ook weer minder overzicht van wat
er speelt en leeft.’
‘Dat ‘wij-gevoel’ en die betrokkenheid is sterk op de
UT. Dat past ook bij mij. Ik wil persoonlijk betrokken
zijn bij wat er in de faculteiten en instituten gaande
is, en span me er voor in om zo goed mogelijk van
alles op de hoogte te zijn. Nieuwe hoogleraren nodi-
gen we uit voor uitgebreidere kennismakingssessies.
Als rector ben ik natuurlijk vooral verantwoordelijk
voor het academische deel, maar ik zou vaker ook
die betrokkenheid willen met het ondersteunende
personeel. Uiteindelijk hebben we één gedeeld doel,
en dat is om – binnen de mogelijkheden - van deze
universiteit de beste universiteit te willen maken.’
Brinksma zegt dat hij erover nadenkt hoe de twee
groepen – het wetenschappelijk personeel en het
ondersteunende personeel – nader tot elkaar kun-
nen komen. ‘Zodat ze elkaar beter begrijpen. En
zodat iemand van de salarisadministratie trots is als
een UT-wetenschapper, bijvoorbeeld, een Spinoza-
prijs ontvangt. Ik ben er van overtuigd dat we dan
als UT nog sterker kunnen zijn.’ Mooi vond hij het
dan ook dat bij de sessies over het Nieuwe Onder-
wijs Model, juist bij de sessie voor het ondersteu-
nend personeel de zaal bomvol zat. ‘Bij de uitrol van
het NOM hoop ik dat we dat vast houden.’
Wat hem drijft? Even is het stil aan de andere kant
van de tafel. Dan heel resoluut: ‘De successen van
de instelling en de successen van de mensen van
onze instelling. En natuurlijk zaken die een direct
gevolg zijn van het beleid. We hebben vol ingezet op
het realiseren van een University College, ATLAS.
En nu is de accreditatie binnen. Dat is ontzettend
bevredigend.’
Dat er ook wel eens mindere kanten zitten aan het
rectoraat, vindt hij ook. Het vertrek van de gerenom-
meerde UT-hoogleraar Hans Kuipers, die bijna zijn vol-
tallige groep meenam naar de Technische Universiteit
Eindhoven, noemt hij ‘een dip’. Toch heeft Brinksma
de afgelopen vier jaar niet één keer wakker gelegen
van zijn werk, zegt hij. ‘Ik ben een positief mens en
heb een groot relativeringsvermogen. >
Interview
UT NIEUWS 07|2012 5
Ed Brinksma , rector magnificus van Universiteit Twente
Hendrik Brinksma (Ed)1957 Hendrik Brinksma (Ed), op 16 september geboren in Den Haag.
1982 studeert cum laude af als wiskundige aan de RUG
1988 promotie aan de UT. Vanaf dan hoofddocent aan de toenmalige faculteit Informatica
1990 sabbatical in Zweden (Stockholm)
1991-2009 hoogleraar in de vakgroep Formal Methods and Tools van de faculteit Informatica en later de faculteit EWI
1995-1997 decaan van de faculteit Informatica van de UT
2005-2009 hoogleraar aan de Technische Universiteit Eindhoven en wetenschappelijk directeur van het
Embedded Systems Institute in Eindhoven
2006-2010 adjointhoogleraar aan de faculteit Engineering and Science van de Universiteit van Aalborg
2009-heden rector magnificus van de Universiteit Twente.
Ed Brinksma is getrouwd, heeft een zoon (22) en dochter (10).
Dat wil niet zeggen dat je er niet vol voor moet gaan,
maar je moet je ook niet laten opjagen. Ook niet door
allerlei opinies in de media. Je moet een eigen kijk op
kwesties hebben.’
EerstejaarsRuim tweeduizend eerstejaars zijn net de campus op-
gestroomd. Zijn eigen studententijd, en in het bijzonder
dat eerste studiejaar, staat Brinksma nog helder voor
geest. Lacht: ‘Ik heb een uitstekend geheugen, daar
sta ik ook binnen mijn familie om bekend.’ De jonge
Brinksma, nog net 17 jaar oud, koos in 1975 voor een
studie wiskunde, aan de Rijksuniversiteit Groningen. De
‘KEI-week’ - zoals de introductie daar wordt genoemd
– miste hij wegens deelname aan een wetenschappelijk
kamp voor jongeren in Israël. Eenmaal in Groningen had
hij eigenlijk ‘helemaal geen voorstelling’ wat studeren
precies inhield. ‘Waar je dan precies dagelijks mee bezig
bent, ik had geen idee. Wel was en ben ik onsterfelijk
nieuwsgierig en wil ik van alles precies weten hoe het
zit.’ Ondanks die onbevangen instelling pakte de studie
voor hem goed uit. ‘Mijn studententijd was een mooie
periode, waar ik met volle teugen van genoot. Ik had het
geluk dat ik een studie koos, die me interesseerde en
die ik aan kon. Een beetje zondagskindgevoel, dat kun
je wel zeggen.’
Want juist het maken van een goede keuze, weet rector
Brinksma, is voor de huidige student lastig door het
grootschalige aanbod en het studietempo dat vervol-
gens wordt verlangd.
‘Maak jezelf duidelijk wat je doelen zijn’, wil hij alle
eerstejaarsstudenten als advies meegeven. ‘Voor het
eerste jaar, voor je studie, voor het leven.’ Dat is niet
gemakkelijk, beseft hij. ‘En dat inzicht mag je gaande-
weg ook best wijzigen, maar het is wel van belang om te
weten wat je eruit wilt halen en hoe je in je studie wilt
staan.’ Zomaar gedachteloos aan een studie beginnen,
is de grootste valkuil. Als je wilt studeren, dan moet
je daar vol voor gaan. Wil je er daarnaast dingen doen,
dan moet je dat goed inplannen. Denk daar vooral van
tevoren over na’, luidt zijn advies.
Had hij zelf dingen anders willen doen? Twijfelend: ‘Mis-
schien scherpere keuzes maken op intellectuele inhoud.
Als ik dat had gedaan, had ik bepaalde dingen nu beter
in de vingers gehad. En ik vraag me wel eens af waarom
ik niet in het buitenland ben gaan studeren. Een beetje
luie keuze, denk ik nu achteraf. Ik ging in Groningen
studeren en ben daar gebleven, omdat het daar goed
Interview
6 UT NIEUWS 07|2012
‘Ik ben een positief mens en heb een groot
relativeringsvermogen’
was en mij gemakkelijk af ging. Maar misschien had ik
juist op dat punt van mijn carrière naar het buitenland
moeten gaan.’
LevenslesEen zondagskind, noemde hij zich al eerder. Een studie
die hij fluitend doorliep en cum laude afrondde, een
wetenschappelijke carrière als hoogleraar aan de UT,
wetenschappelijk directeur van het Embedded Systems
Institute in Eindhoven en nu rector. Maar hoe succesvol
ook, met levenslessen krijgt iedereen te maken. Wat zijn
die van hem?
‘Een levensles is dat je niet alle ontwikkelingen die
relevant voor jou zijn, zelf altijd onder controle hebt. Aan
de ene kant is het goed om ambities te hebben, aan de
andere kant is het goed te weten dat als je succes hebt
dat dit mede afhankelijk is van geluk ’, zegt Brinksma.
Hij wil graag een voorbeeld noemen, wat hij niet al te
veel wil ‘uitspinnen’ . ‘Mijn 22-jarige zoon is autistisch
en heeft ook een handicap. Dat beïnvloedt je leven, dat
zijn dingen die je overkomen en die moet je een plaats
geven. Ik heb daar veel levenslessen uit gehaald, en ook
een hoop relativeringsvermogen. Al moet je ook niet
te veel willen relativeren, want dat leidt tot cynisme
en is ook niet de bedoeling. Het ligt gewoon niet altijd
aan jou, dat is belangrijk om te beseffen. Je maakt altijd
onderdeel uit van een groep, van anderen. Je hebt niet
altijd alles zelf in de hand. Dat is voor mij een bruikbaar
handvat om met de wereld om te gaan.’
OnderwijsDe wijze waarop rector Ed Brinksma zijn woorden in
lange volzinnen formuleert heeft onmiskenbaar de toon
van een onderwijsman. Niet op een belerende manier,
eerder hartstochtelijk. Hij verheugt zich enorm op de
drie colleges ‘introductie Wiskunde’ die hij begin dit col-
legejaar verzorgt voor BMT en EE-studenten. Brinksma
noemt ‘de transformatie’ het leukst aan het geven van
onderwijs. ‘Je begint met een groep die iets nog niet
begrijpt of weet en op een gegeven moment zie je aan de
blikken dat ze het snappen. Als je iemand iets hebt laten
begrijpen, dat is heel mooi.’
Niet gek dat het Nieuwe Onderwijs Model hem aan het
hart gaat. Want ja, daar gelooft hij in. En wel om drie
redenen. ‘Eén, omdat de manier waarop we academici
opleiden helemaal niet zo academisch is. Het is niet zo dat
we met ‘standaardrecepten uit een opleidingskookboek’
onze studenten kunnen leren om belangrijke problemen
op te lossen. De maatschappij schreeuwt juist om ‘nieuwe
recepten’ waarmee we problemen te lijf kunnen gaan. En
twee, omdat je pas leert door het te doen. Iedereen weet
dat, maar het komt maar zelden terug in het concrete
onderwijs. Als ik zelf terugkijk, dan is datgene waar ik
het meest van heb geleerd niet het boek waaruit ik heb
geleerd, maar datgene waar ik iets heb toegepast. Dan
ga je kijken hoe het zit, en krijg je gevoel voor de dingen.
En drie, de wetenschap is zo groot geworden dat voor
veel vakgebieden gewoon geen standaard kennisover-
zicht meer voorhanden is. Internet heeft er desondanks
voor gezorgd dat deze enorme verzameling kennis in
principe wel toegankelijk is. Maar hoe moeten we daar
dan effectief mee omgaan?’ Wat moet de universiteit doen
om nodig te blijven in dat aanbod? ‘Iedereen zet colleges
online. Dus moet je iets anders aan te bieden hebben,
juist als kleinere universiteit. Wij willen dat doen met een
speciale vorm van onderwijs. Daarmee kunnen we onze
naam en reputatie versterken.’
Of studenten de invoering van het NOM over een aantal
jaren als succesvol zullen bestempelen, is een lastige
vindt de rector. Dan zijn de studenten die het huidige
onderwijs volgen grotendeels weg. Maar dat het de
aantrekkelijkheid verhoogt voor de UT staat voor hem
vast. Hij hoopt dat studenten – ook internationaal -
straks een bewuste keus zullen maken voor de UT, juist
vanwege dat onderwijsmodel. En dat er dan mensen
zijn die liever klassiek onderwijs willen en ergens anders
heengaan, is ook goed. ‘Geef het een kans. Ik ben in
ieder geval niet bang om een geprofileerde keuze te
maken.’
Als het aan hem ligt, komt er dus nog vier jaar rector-
schap bij. Zou hij – zonder goedkeuring of overleg met
collega-bestuurders en Universiteitsraad – iets per
direct mogen veranderen, dan is dat in ieder geval het
aantal vergaderingen en de dikke pakken papier met
50% reduceren. ‘Nee, ik ben eigenlijk geen vergader-
tijger. Ik denk dat ik 70% van mijn tijd in vergadering
ben. Die tijd zou ik liever spenderen aan mensen met
interessante ideeën over onze UT. Want dat is wat
inspireert. Of het nou hoogleraren zijn, promovendi,
studenten of mensen van buiten.’
De Amis-burger wordt met een espresso weggespoeld.
Buiten staat de chauffeur met de Audi-dienstwagen
al te wachten. De plicht roept, de dag is nog maar net
begonnen. |
UT NIEUWS 07|2012 7
Reportage
TEKST En FOTO’S: PAUL DE KUyPER >
Meneer, uw dochter heeft een heel mooi zwem-
pak aan’, begint Stan Peters (22, derdejaars
technische geneeskunde) een gesprek met de
vader van een klein meisje in rood swimsuit met
daarin rubberen drijvers. ‘Alleen, in het zwem-
bad zijn die drijvers heel veilig, maar we hebben
op dit moment een aflandige wind en dan kan
een kind een heel eind de zee op drijven. We
hebben liever dat u dit pak uitdoet.’
De vader reageert begripvol, zoals de meesten
volgens Stan. Even later komt hij bij de hulp-
post polsbandjes halen voor zijn drie kinderen.
Op die bandjes kunnen ouders hun mobiele
nummer schrijven voor het geval een kind
verdwaalt.
Stan bemant deze maandag met vijf anderen
de post bij strandpaal 20 bij toeristendorp De
Koog. Ook bij palen 19, 21 en 28 bewaakt de
Texelse Reddingsbrigade het strand gedurende
de zomermaanden. De strandwachten komen
van brigades uit het hele land en doen het
zomerwerk een, twee of drie weken als vrijwil-
liger. Hun maaltijden worden vergoed en ze
krijgen een slaapplek aangeboden. Van de vorig
jaar opgerichte Rescue-tak van studentenzwem-
vereniging Piranha waren deze zomer vier leden
actief op Texel. Vandaag zijn Stan en Claire
Cox aan het werk, een vijfdejaars technische
geneeskunde.
Stan zit in zijn derde week op Texel. Hij heeft
nog geen mensen uit zee moeten redden.
‘Gelukkig’, zegt hij erbij. Elke ochtend doen de
zes strandbewakers op post 20 reddingsoefe-
ningen: mensen uit zee helpen, bewusteloze
slachtoffers stabiel leggen en het zogenaamde
zwin afzoeken. Een zwin is de geul die tussen
een zandbank en het strand loopt. Daar kan het
plots dieper worden en is de stroming verrader-
lijk. Kinderen kunnen er kopje onder gaan. Stan
en zijn collega’s lopen schuifelend door het zand
alsof ze een kind zoeken.
Vanaf een uur of elf komen de strandgasten en
dan begint het eigenlijke werk. ‘Dat is vooral
preventief’, vertelt Stan. Hoewel het zo’n 25
graden en zonnig is, is het niet heel druk op
het strand bij De Koog. Tijdens de patrouilles
– altijd met twee man tegelijk, uitgerust met
portofoon, een rescuetube (een flexibele red-
dingsboei) en een redvest – vraagt hij mensen
de ruimte voor de strandopgang vrij te houden
zodat er bij nood een ambulance het strand op
kan. Vliegeraars met dubbele lijnen spreekt hij
aan. Die zijn verboden. Maar vooral wijst hij de
mensen op het verbod op drijfmiddelen, zoals
luchtbedden en zwembanden en de zwemvleu-
geltjes voor kinderen. Stan: ‘Die mogen hier
niet, want ze bieden een schijnveiligheid. Een
kind drijft er makkelijk te ver de zee mee op.’
Lange zoektochtVijf kilometer strand naar het noorden, bij paal
28 bij De Cocksdorp, is het eveneens een kalme
stranddag. ‘Je had hier gisteren moeten zijn’, ver-
telt Claire Cox (24). ‘Toen was het echt slalom-
men om de handdoeken.’
Het was een hectische zondag op haar post, voor-
al omdat zich in de middag een moeder meldde
die haar zesjarige zoontje was kwijtgeraakt. ‘Ze
had zich even omgedraaid en hij was weg. Wij
gaan dan op zoek. Iemand langs de waterlijn,
iemand langs de duinen, en omdat het strand hier
heel diep is ook iemand midden over het strand.
Doorgaans lopen kinderen weg met de zon en de
wind in de rug. Behalve meisjes met lange haren.
Die gaan eerder tegen de wind in anders waait
hun haar in het gezicht’, weet Claire.
De zoektocht duurde tweeënhalf uur, waarbij
alle strandwachten van post 28 werden ingezet
en ook badgasten hun hulp aanboden. ‘Het jon-
getje werd uiteindelijk bij de vuurtoren gevon-
den. Vijf kilometer hiervandaan’, aldus Claire.
Enorm opgelucht waren ze dat het goed was
afgelopen. ‘Na anderhalf uur begin je te denken:
wat nou als de bootpatrouille hem zo in het
water vindt, of kitesurfers hem opduiken? Je
8 UT NIEUWS 07|2012
Baywatch op TexelEen vakantie vol zon, zee en strand. Maar dan wel keihard werken. Enschedese
studenten waren deze zomer strandwacht op Texel. Ze zijn lid van Piranha Rescue,
de reddingstak van de UT-studentenzwemvereniging. Het bewaken heeft vooral een
preventieve taak: strandgasten uitleggen dat zwemvleugeltjes gevaarlijk zijn, mensen
terugroepen die te ver de zee in gaan. Maar soms moet er ook uren worden gezocht
naar een vermist kind.
Claire Cox
moet er niet aan denken. Gelukkig mankeerde
dit jongetje niets.’
Deze maandagmiddag zijn ze net als in De Koog
vooral bezig met vakantievierders aanspreken
op zwemvleugeltjes. Een paar keer moet Claire
tijdens haar looppatrouille mensen uit zee
roepen. ‘Die zwemmen echt te ver’, wijst ze op
een groepje van vier zwemmers, waarbij twee
kinderen van een jaar of tien. ‘Ze kunnen niet
eens staan. Die kinderen moeten watertrappe-
len. Als je dan moe wordt, tja, dan kom je niet
meer terug.’
Met collega Ruud probeert ze het clubje met
armgebaren naar de kant te halen. Ze hebben
ook wel een fluitje, maar ze doen het liever
zonder. ‘Dat is vriendelijker.’ De zwemmers zien
het wenken en komen op veiliger afstand. Ruud
en Claire blijven even staan. ‘Dan kunnen we
uitleggen waarom we ze terugroepen’, verklaart
de TG-studente. ‘We hopen dat als je vertelt
waarom iets gevaarlijk is, ze de volgende keer
voorzichtiger zijn.’
Alert zijnTerug in de Koog is de strakblauwe lucht een
grijsbewolkte geworden. Afkoelen doet het nog
niet, maar toch ruimen veel strandgasten tegen
vier uur hun windschermen en vouwstoeltjes al
op. Stan behandelt bij de reddingspost nog een
tiener met een kwallenbeet. Vervolgens ritst hij
zijn wetsuit dicht en stapt aan boord van de red-
dingsboot. Nog even een uurtje vaarpatrouille,
vooral om extra ervaring op te doen, want echt
druk is het niet meer.
Een uur later wordt begonnen met opruimen.
Om zes uur sluit de post. De ervaring leert dat
zelfs op warme, drukke dagen het strand rond die
tijd is leeggestroomd. De bemanning van de vier
bewakingsposten eet gezamenlijk in De Koog.
Later op de avond wordt er soms een Skuum-
koppe gedronken, een Texels biertje. Een enkele
keer wordt er gestapt, maar echt laat maken ze
het nooit. ‘Iedereen houdt zich in, anders trek je
het niet. De volgende ochtend moet je er weer fris
staan’, aldus Stan. ‘Je werkt hier als hulpdienst.
Jouw aanwezigheid kan levens redden. Als je niet
alert bent, kan dat grote consequenties hebben.’ |
Baywatch op Texel
UT NIEUWS 07|2012 9
UT-student Stan Peters (rechts) met een collega-strandwacht aan het werk.
Promovendus
TEKST: DITTA OP DEn DRIES | FOTO: DICK MAnSHAnDE >
Waarom in de Martinikerk en niet op de campus
van de Universiteit Twente? Omdat het plaatje
voor Dijkstra dan klopt als een bus. Hij verdedigt
zijn proefschrift in de kerk waar in vroeger tijden
de hoogleraren uit zijn onderzoek in de banken
schoven. Het is ook typerend voor zijn werkwijze:
blijf altijd zo dicht mogelijk bij je bronnen. Hij moest
daarvoor wel eerst de top van de UT overtuigen.
Het is gebruikelijk dat promovendi op de universi-
teit promoveren waar ze (ten tijde van hun onder-
zoek) aan verbonden zijn. En dat is voor Dijkstra de
UT. Nadat hij zijn verzoek indiende kreeg hij dus per
omgaande een afwijzing. Het kostte hem een reisje
naar Enschede en een gesprek van een half uur met
rector magnificus Ed Brinksma. Hij wist hem al snel
te overtuigen van de sterke link tussen zijn onder-
zoek en de aangevraagde plek van promoveren. ‘En
ik heb aangevoerd dat er van precedentwerking
geen sprake zal zijn. De kans dat er nóg iemand gaat
promoveren op een Fries en historisch onderwerp is
nihil’, lacht hij.
Zijn proefschrift heeft de titel: Between academics
and idiots, a cultural history of mathematics in the
Dutch Province of Friesland (1600 – 1700). Wie het
boek leest krijgt inzicht in wat wiskunde in de ze-
ventiende eeuw inhield en hoe Friesland er destijds
uitzag. ‘Het boek kan door historici begrepen wor-
den, er zit niet té veel wiskunde in’, grapt hij. Zijn
werk zoomt sterk in op de geschiedenis van Frane-
ker, dat in die periode een belangrijke universiteits-
stad was. De overblijfselen daarvan zijn nog volop
te zien. ‘Vroeger had Nederland twee universiteiten;
een in Leiden en een in Franeker. De universiteit
van Franeker ontstond na de Reformatie omdat er
behoefte was om protestantse dominees op te lei-
den. Er studeerden ook medici en rechtsgeleerden’,
vertelt Dijkstra ter plekke. Het oude witte klooster,
waar in de zeventiende eeuw les werd gegeven,
staat nog overeind. De vleugel er tegenover ook.
Het Mariakerkje dat naast het klooster stond is, tot
spijt van Dijkstra, gesloopt.
Hij zit boordevol verhalen die zich in en rond het
oude universiteitsgebouw hebben afgespeeld. Drie
hoogleraren in de wiskunde en hun werk staan in
zijn onderzoek centraal: Metius, Holwarda en Ful-
lenius. Zo geeft hij de geschiedenis een gezicht. Hij
dook in hun leven en haalde spannende dingen naar
boven. ‘Ik voelde me net inspector Morse. Ik stuitte
op hoogleraren met schulden en drankproblemen,
op leugenaars die in hun eigen fantasie geloofden,
op machtsintriges en relatieproblemen. ‘Ik vond het
humor te ontdekken dat de vrouw van Abraham de
Grau, een van de hoogleraren wiskunde, het tafelzil-
ver van de buurvrouw stal.’
‘Mijn proefschrift zit tjokvol met bijzondere vond-
sten. Brieven van grote geleerden die opdoken en
een originele pakbon van de verscheping van het
fameuze Orrery, een bijzonder type planetarium
dat in de achttiende eeuw door stadhouder Willem
V geschonken wer d. Daar kan ik helemaal warm
voor lopen, van zo’n vondst.’
SextantOnder wiskunde in de zeventiende eeuw werd
destijds heel wat meer verstaan dan tegenwoor-
Zoektocht naar de verdwenen sextant Als promovendus Arjen Dijkstra naar een feestje gaat wéét hij dat de vraag gaat
komen. Wat doe je zoal in ‘t dagelijks leven?, willen mensen weten. Het antwoord
van Arjen: ‘onderzoek naar wiskunde in de zeventiende eeuw in Friesland’. Als hij
dan een opgetrokken wenkbrauw ziet gooit hij graag wat olie op het vuur. ‘En dat
wordt betaald van jullie geld’, zegt hij steevast. ‘Mijn onderzoek is verre van saai.
Het is juist bijzonder spannend! En waardevol’ , zegt hij, strijdbaar en vol passie.
Dijkstra promoveert op vrijdag 21 september in de Martinikerk in Franeker.
Arjen Dijkstra (33) promoveert in Martinikerk in Franeker
Arjen DijkstraNAAM: Arjen Dijkstra
LEEFTIJD: 33
GEBOREN IN: Dokkum
BROER VAN: Anne Dijkstra, werkzaam op UT aan de
faculteit Gedragswetenschappen
OPLEIDING: havo, daarna hbo Leeuwarden docent
geschiedenis
STUDEERDE: Geschiedenis aan de RUG. Cum laude
afgestudeerd.
AIO: Kwam na zijn doctoraal naar de UT als AIO.
WERKT: als coördinator scholierenacademie aan de RUG.
PROMOVEERT: op vrijdag 21 september om 15.00 uur in de
Martinikerk in Franeker.
BEGELEIDER PROEFSCHRIFT: Fokko Jan Dijksterhuis.
VOORZITTER VAN DE PROMOTIECOMMISSIE: Ed Brinksma
PARANIMFEN: Tim Nicolaije en Arjen Veenstra.
10 UT NIEUWS 07|2012
dig. De astronomie, vestingbouwkunde, navigatie
en zelfs de muziekleer waren hier onderdeel van.
In 1607 ontwierp de Franeker hoogleraar Adriaan
Metius, de eerste hoogleraar wiskunde in Frane-
ker, een bijzonder instrument om astronomische
observaties mee te doen. Met het sextant kan
de hoogte van de zon en de loop van de maan
worden gemeten. Maar Metius ontwierp het in-
strument in de eerste plaats om de afstand tussen
sterren te bepalen.
Een jaar later, in 1608, publiceerde Metius een
korte handleiding voor het maken en het gebruik
van dit sextant. Iedere astronoom kon voortaan
zelf zo’n instrument in elkaar knutselen en dat
deden velen. Willem Blaeu, vaardig instrumentma-
ker en vriend van Metius, maakte voor hem een
exemplaar dat op de universiteit intensief werd
gebruikt voor metingen. Na de dood van Metius
kochten de Gedeputeerde Staten van Friesland
het sextant voor de universiteit Franeker aan.
Toen ‘Franeker’ in 1844 definitief haar deuren
moest sluiten, werden alle bezittingen verdeeld
over verschillende instellingen. Het sextant kwam
in het bezit van het Natuurkundig Genootschap te
Leeuwarden (NGL).
Dijkstra weet dat het sextant van Metius in
1877 nog trots prijkte op een tentoonstelling.
Daarna verloor men in Leeuwarden de interesse
voor het instrument. Het werd opgeslagen op
de zolder van een bank, later in de kelder van
een machinekamer en vervolgens op zolder van
de Rijks HBS in Leeuwarden. ‘Sinds het begin
van de twintigste eeuw is er van het sextant
geen spoor meer te bekennen. Kijk, en daar kan
ik slecht tegen. Het gaat wel om een instrument
van twee meter hoog! Ik heb de zolders van de
bank en de HBS afgestruind. Niks. Ik heb op-
roepen in de krant gedaan en heb verschillende
sporen gevolgd. Niks. In een oud boek heb ik
wel een plaatje gevonden. Ach, je moet je ook
afvragen of het zo erg is dat de sextant verdwe-
nen is. Ik wéét de waarde van het instrument en
wat ermee gedaan is op de universiteit Frane-
ker. Maar toch blijf ik ernaar op zoek. En als ik
‘em ooit vind kom ik vast in ‘De wereld draait
door.’
Vier jaar is Arjen Dijkstra als AIO aan de Uni-
versiteit Twente verbonden geweest. Hij bleef in
het noorden van het land wonen. ‘Dichtbij mijn
bronnen he?!.’ Hij roemt de academische vrij-
heid die hij in Twente kreeg. ‘En de secretariële
ondersteuning, die vond ik écht heel erg goed.’
Inmiddels werkt hij fulltime als coördinator van
de scholierenacademie aan de Rijks Univer-
siteit Groningen. Toch blijft ‘onderzoek doen’
zijn grote liefde. ‘De beste wetenschappers zijn
mensen die hun persoonlijke fascinatie kunnen
omzetten in onderzoek. Je moet een gigantische
drive voelen’, merkte Dijkstra eerder tijdens het
interview op. Die drive heeft hij. Een Veni-aan-
vraag met het onderwerp ‘boeken in de vroeg-
moderne tijd’ is in de maak. |
UT NIEUWS 07|2012 11
In de voetsporen van inspector Morse
Achtergrond
TEKST: MAAIKE PLATVOET | FOTO: GIJS VAn OUWERKERK >
Zo’n 15 bedrijven zullen begin november hun
intrek nemen in het nieuwe pand. De officiële
opening staat op de rol voor begin 2013. ‘Dan
is er vast ook een nieuw kabinet. Wel zo handig
als we een prominente figuur willen uitnodigen’,
zegt Miriam Luizink, algemeen directeur van
de High Tech Factory BV en zakelijk directeur
van MESA+. Ze noemt het ‘uniek’ wat in het
voormalige MESA+-pand gerealiseerd wordt: 22
cleanroom-eenheden en 20 kantoren waarvan
bedrijven op huurbasis gebruik kunnen maken.
Geen enkele andere universiteit kent een soort-
gelijke opzet. Dat geldt ook voor de apparatuur,
waarvoor in 2010 een speciaal fonds werd opge-
richt. Op dit apparatuurfonds, gefinancierd door
de nationale, provinciale en regionale overheden,
kunnen jonge bedrijven een beroep doen en zo
toegang krijgen tot het gebruik van hightech ap-
paratuur. Dit gaat door middel van een leasecon-
tract, de apparatuur blijft eigendom van High
Tech Fund, maar de bedrijven hebben wel recht
op eerste koop.
Wat meteen in het oog springt is de ingang van de
High Tech Factory. Die is opvallender en ruimer
dan het oude MESA+-pand. Met ledlampjes zul-
len straks in de ontvangstruimte de letters van
High Tech Factory oplichten. Een receptie is
Oplevering High Tech Factory nadert De oplevering van de High Tech Factory op de campus zal deze maand plaatsvinden.
Het voormalige MESA+-gebouw werd de afgelopen twee jaar verbouwd tot een ultra-
geavanceerde productiefaciliteit voor kleine hightechbedrijven. Het ondernemerschap op
gebied van nanotechnologie krijgt op deze manier een flinke duw in de rug. Dankzij de
High Tech Factory en het High Tech Fund zijn bedrijven in staat specialistische apparatuur
te gebruiken en zo het productievolume te verhogen.
12 UT NIEUWS 07|2012
Oplevering High Tech Factory nadert er niet. ‘We willen dit laagdrempelig houden, er
komt een soort van belsysteem’, aldus Luizink.
De kantoren op de eerste verdieping zijn strak en
modern. Zwart-wit fotobehang siert de wanden,
kleurrijk gestreept tapijt op de grond. De clean-
rooms – in totaal 22 eenheden – van 30 à 40 m2
zijn desgewenst bij elkaar aan te trekken. Som-
mige cleanrooms hebben lichtinval van buiten,
anderen niet. ‘Het ene bedrijf is misschien niet
happig op ‘pottenkijkers’, terwijl een ander graag
bij daglicht werkt.’ Enkele ondernemingen werken
al in het aangrenzende - en eerder opgeleverde
gedeelte. Zoals Micronit, die het grootste gedeelte
van de huidige cleanroom gebruikt. Daarnaast
komen bedrijven als SmartTip, Medspray, Delta-
Mask, SolMateS, UNeedle en NanoPhysics in het
nieuwe pand. Daarmee zit de High Tech Factory
nog niet meteen vol, maar dat is volgens Luizink
geen probleem. ‘We willen juist ook bedrijven van
buiten Twente hiernaartoe trekken, en daar is nu
nog ruimte voor.’ |
UT NIEUWS 07|2012 13
Een schokgolf bewoog door academisch nederland toen de fraude van de Tilburgse
hoogleraar Diederik Stapel aan het licht kwam. Alle universiteiten namen maatregelen
om herhaling te voorkomen. Dit voorjaar werd aan de UT de Commissie Wetenschappelijk
Integriteit ingesteld, die klachten omtrent fraude behandelt en een afschrikwekkende
werking moet hebben. ‘Als de commissie niets te doen heeft dan heeft ze het best aan haar
functie beantwoord.’
‘ Elke wetenschapper weet wat wel en niet kan’
Opinie
TEKST: PAUL DE KUyPER | ILLUSTRATIE: BAS VAn DER SCHOT>
Hooguit vijf per jaar. Zoveel zaken verwacht
de Commissie Wetenschappelijke Integriteit
jaarlijks te behandelen. Al valt dat eigenlijk
niet te voorspellen, erkent Jacques Thomas-
sen. De emeritus hoogleraar politicologie is
de voorzitter van de commissie en tevens
vertrouwenspersoon. Tot nu toe heeft de com-
missie zich over twee zaken gebogen. Daar wil
Thomassen best iets over vertellen, maar niet
te veel, want het is uiteraard niet de bedoeling
dat iedereen weet om wie het gaat. Vertrou-
welijkheid is een van de kernwaarden van de
integriteitscommissie.
Melding 1 komt van studenten die stage liepen
bij een vakgroep. De stagiairs hadden het idee
dat de onderzoeksgegevens zodanig gemas-
seerd werden dat er statistisch een grotere
significantie in de resultaten ontstond. Groter
dan bij een ‘gewone’ benadering van die data.
Thomassen: ‘De stagiairs hadden zich geheel
verlaten op computermodellen, maar de be-
trokken onderzoeker heeft ons er van kun-
nen overtuigen dat het om verantwoordelijke
correcties op die modellen ging die hij had
gedaan. Eigenlijk was er dus niks aan de hand.
Dit was geen geval van fraude.’
Melding 2 gaat over een promovendus die
verdacht werd van plagiaat. De melding werd
gedaan door ‘de omgeving van de PhD’. Het
plagiaat had betrekking op de inleiding van het
proefschrift, niet op de kern van het onder-
zoek, die werd geen geweld aan gedaan.
Thomassen: ‘Volgens de strikte definitie was
het plagiaat. Dat kwam vooral voort uit naïvi-
teit, slordigheid. Gemakzucht is misschien het
beste woord. Het proefschrift is uiteindelijk
bijgesteld en omdat de commissie het niet als
een zware vorm van plagiaat heeft beoordeeld
zag ze ook geen beletsel om de promovendus
toe te laten tot de promotie. Ik weet niet of
dat inmiddels ook gebeurd is. Daar gaat de
promotiecommissie over.’
14 UT NIEUWS 07|2012
Jacques Thomassen over het ‘masseren’ van onderzoeksgegevens
‘ Elke wetenschapper weet wat wel en niet kan’
Eed afleggenDe Commissie Wetenschappelijke Integriteit
werd dit voorjaar ingesteld. Naast Thomassen
zetelen de hoogleraren Ellen Giebels, Leon
Lefferts en Stefano Stramigioli in de com-
missie. Behalve klachten behandelen over
(vermoedens van) schending van de weten-
schappelijke integriteit, heeft de commissie
tot taak het college te adviseren over beleid
om fraude tegen te gaan.
Als je een vermoeden hebt van fraude of pla-
giaat kun je rechtstreeks naar de commissie
stappen of eerst met de vertrouwenspersoon
praten. De commissie hoort dan de klager, die
voor de buitenwereld anoniem blijft maar de
klacht uiteraard moet onderbouwen, en de
aangeklaagde. Uiteindelijk geeft de commis-
sie een advies aan het college van bestuur
waarin staat of er sprake is van schending
van de wetenschappelijke integriteit en welke
sanctie opgelegd zou moeten worden. Het
college besluit daarover. De commissie heeft
de bevoegdheid iedereen op de UT op te
roepen en te verzoeken gegevens beschikbaar
te stellen.
Het ene geval van fraude is volgens commis-
sievoorzitter Thomassen gemakkelijker aan
te tonen dan het andere. Bij Stapel was het
evident. Die verzon zijn eigen data. Maar
soms ligt het subtieler. Gegevens worden zo
gemasseerd dat er een mooi resultaat uit-
komt. Van een schemergebied wil Thomassen
echter niets weten. Elke wetenschapper weet
wat wel en niet kan.
‘De VSNU (Vereniging Nederlandse Universi-
teiten) heeft een lijst opgesteld met criteria
die onder schending van de wetenschappe-
lijke integriteit worden verstaan. Ik kan me
niet voorstellen dat er iets op die lijst staat
waarvan iemand niet weet dat het niet door
de beugel kan.’ Dat een wetenschappelijke
eed nodig zou zijn, zoals dit voorjaar werd ge-
opperd door enkele hoogleraren van De Jonge
Akademie, vindt hij dan ook te gek voor
woorden. ‘Iemand uit de academische wereld
die dit niet snapt, moet geen eed afleggen, die
hoort er gewoon niet thuis.’
PublicatiedrukOf fraude nu vaker voorkomt dan pakweg
twintig of dertig jaar geleden, weet Thomas-
sen niet. Hij wijst wel – eigenlijk net als ieder
ander in de academische wereld – op de druk
om te publiceren die volgens de commissie-
voorzitter ‘krankzinnige vormen’ aanneemt.
‘Je carrière is zo verschrikkelijk afhankelijk
van het feit of je in de juiste journals met de
juiste impactfactors publiceert. Dat leidt tot
uitwassen. Ik hoorde laatst weer van drie tijd-
schriften die voortdurend elkaar citeren om
zo een hogere impactfactor te krijgen.’
De hoogleraar politicologie ziet die druk
de komende jaren niet afnemen. Het heeft
volgens hem te maken met het gegeven dat
universiteiten niet meer primair opleidings-
instituten zijn, maar onderzoeksinstellingen.
Prestaties worden daardoor gemeten in de
output van onderzoek. Thomassen: ‘Je kunt
je afvragen hoe die prestaties gekwalificeerd
moeten worden. Het huidige systeem leidt tot
perversies.’
‘Door de hoge druk zullen er altijd individuele
onderzoekers zijn die het geluk proberen te
helpen’, verwacht Thomassen. Universiteiten
werken nu aan nieuwe normen voor de opslag
van data, zodat onderzoeksgegevens tot in
lengte van jaren bewaard blijven en een expe-
riment dus herhaald kan worden. De kans dat
een fraudeur betrapt wordt, groeit daardoor.
Thomassen hoopt dat daarnaast alleen al
het feit dat de UT nu een Commissie Weten-
schappelijke Integriteit heeft geïnstalleerd
een afschrikwekkende werking heeft. ‘Als de
commissie niets te doen heeft dan heeft ze
het best aan haar functie beantwoord.’
Drempel overIn het geval van Diederik Stapel waren het
uiteindelijk promovendi die bij de Tilburgse
rector aanklopten. Een stap die je niet ge-
makkelijk zet. Je bent voor je onderzoek in
hoge mate afhankelijk van je hoogleraar. Ook
Thomassen meent dat de drempel hoog kan
zijn. Om die iets te verlagen worden binnen-
kort het voorzitterschap van de commissie en
de functie van vertrouwenspersoon ontkop-
peld. De laatste leidt een klacht wel door naar
de commissie, maar is niet betrokken bij de
afhandeling ervan.
Desondanks blijft het ‘vrij vergaand’ om een
klacht wegens fraude in te dienen, aldus Tho-
massen. ‘In de meeste gevallen gaat het om
mensen die je kent en meestal is er sprake
van een afhankelijkheidsrelatie. Als jouw
carrière afhangt van je hoogleraar, is het niet
gemakkelijk een klacht in te dienen.’
Nazorg levert de commissie er niet bij. ‘Of een
zaak nou terecht is of niet, de verhoudingen
zijn verstoord. Als je dan nog moet samen-
werken, kan dat moeilijk zijn. Maar nazorg
is geen taak van de commissie, dat moet de
directe omgeving doen. Als ze die zorg nodig
acht, wijst de commissie daar nadrukkelijk
op.’ |
Anne Flierman (Foto: Gijs van Ouwerkerk)
Governance Goldilocks
Dit verhaal gaat over een obese organisatie die maar niet
slank wil worden. En over een gordijn van administratieve
maatregelen dat een weglopen voor verantwoordelijkheid
moet versluieren. En over een organisatorische verandering
die de geur van een machtsgreep maar niet van zich af
kan schudden. Kortom, dit is een sprookje dat maar geen
sprookje wil worden...
Op een dag loopt Voorzitter, maar laten we hem/haar
Goudlokje noemen, rond over de campus. Ze komt langs een
gloednieuw, groot en vierhoekig gebouw en denkt: ‘Goh,
daar ben ik nog nooit geweest, laat ik eens gaan kijken!’ en
loopt naar binnen. Op vloer 1 aangekomen ziet ze een mooi
glimmend apparaat staan en, aangetrokken door de macht
van de knoppen, begint ze eraan te draaien. Ze heeft echter
geen idee wat het apparaat doet, en al gauw begint het aan
alle kanten te schudden en te kraken, en spuwt het grote
witte gaswolken uit. ‘O jee!’ denkt Goudlokje, ‘laat ik maar snel
verder gaan.’ Op vloer 3 aangekomen, staat ze voor een op het
oog transparante afdeling, waar met grote letters ‘Financial
Planning & Control’ op staat. Aangetrokken door de grote
glimmende letters loopt ze naar binnen en gaat achter een
scherm zitten. ‘Goh, dat zijn grote getallen! Laat ik daarvan
eens wat naar centraal overmaken.’ De computer bliept vredig,
en zelfvoldaan over dit succesje loopt Goudlokje naar buiten.
Op dezelfde vloer komt ze dan bij een groot kantoor met fraaie
rood gestoffeerde meubels. ‘Goh’, zegt Goudlokje bij zichzelf,
‘dat ziet er gezellig uit!’ Ze gaat naar binnen en laat zich in de
grote fauteuil in het midden van de kamer ploffen. Vermoeid
door alle indrukken valt ze al snel in slaap...
Intussen komen Decaan, Mini-Decaan en Gewone Hoogleraar
binnen. Op vloer 1 worden ze gealarmeerd door de grote
gaswolken, en ze gaan kijken waar die vandaan komen. Bij het
apparaat aangekomen zien ze dat het zojuist de geest heeft
gegeven. ‘Hoe is dat gebeurd?’ vraagt Mini-Decaan. ‘Nogal
wiedes,’ bromt Decaan, ‘er heeft iemand aan de knoppen ge-
draaid!’ ‘Maar wie gaat dat betalen?’ piept Gewone Hoogleraar.
Ongerust lopen ze door naar vloer 3. ‘Kijk!’ zegt Mini-Decaan,
‘Hier kunnen we je budget bekijken of er nog een nieuw ap-
paraat af kan.’ ‘Maar,’ piept Gewone Hoogleraar wanneer ze op
het scherm kijken, ‘mijn budget is helemaal weg!’ ‘Tja, da’s nou
jammer!’ bromt Decaan, ‘Dat moeten jullie binnen je cluster
maar oplossen!’ Dan komen ze bij het grote kantoor. ‘Hee, de
deur staat open!’ piept Gewone Hoogleraar. ‘Zal vast de schoon-
maakster geweest zijn.’ zegt Mini-Decaan. ‘Nou, dat denk ik
niet!’ bromt Decaan. ‘Er ligt iemand in mijn stoel te slapen!’
Door het lawaai wordt Goudlokje wakker, en ze schrikt als ze
de drie ziet. Ze zet het op een lopen en vlucht het gebouw uit.
De drie staren haar verbouwereerd na en ze leefden nog lang
en ongelukkig... En Goudlokje? Die zagen ze nooit weer, want
haar ambtstermijn zat erop...
Jurriaan Huskens, hoogleraar MESA+/TNW
UT NIEUWS 07|2012 15
Ingezonden:
Opinie
16 UT NIEUWS 07|2012
Op 12 september gaan ongeveer tien miljoen kiesgerechtigden naar de stembus om te
beslissen over de nieuwe samenstelling van de Tweede Kamer. Velen zullen pas in de laatste
dagen hun stemkeuze maken. Een interessant hulpmiddel voor de zwevende kiezer zijn de
kieswijzers op internet. na beantwoording van een aantal vragen geeft zo’n test aan welke
politieke partij het best bij je past. Bijna de helft van de kiezers bezoekt tijdens de campagne
zo’n website. In 1989 werd de eerste en bekendste stemhulp gelanceerd: StemWijzer.
Tegenwoordig heeft de kiezer keus uit tientallen kieswijzers. Ze hebben substantiële
invloed op het stemgedrag, zo weten we uit onderzoek, maar deugen ze ook? Vanuit
wetenschappelijk perspectief valt er best wat op aan te merken.
Vaar niet blind op kieswijzers
TEKST: MARTIn ROSEMA | FOTO: GIJS VAn OUWERKERK
De precieze omvang van het effect van kies-
wijzers op stemgedrag is lastig vast te stellen,
maar vrijwel niemand twijfelt nog óf ze invloed
hebben. Om te beginnen helpen stemhulpen
twijfelende kiezers om een keuze te maken en
hierdoor bevorderen ze de opkomst. In een
studie op basis van gegevens van het Nationaal
Kiezersonderzoek 2006 hebben we dat opkom-
steffect geschat op drie procent. Minstens zo
interessant is het effect op de partijkeuze. Met
name zwevende kiezers laten zich vaak leiden
door het advies van kieswijzers, vooral als het
enigszins aansluit op bestaande voorkeuren. In
het Nationaal Kiezersonderzoek 2010 zei onge-
veer de helft van de twijfelende kiezers dat ze
een kieswijzer had geraadpleegd, en de helft
van die groep gaf aan dat het advies invloed
had gehad op de stemkeuze. Kieswijzers zijn
dus geen randverschijnsel meer en dit geeft de
makers een grote verantwoordelijkheid.
Bij het ontwerpen van een kieswijzer moeten
de makers veel keuzes maken. De belangrijkste
is welke vragen of stellingen worden opge-
nomen. We weten uit onderzoek dat met een
iets andere selectie van stellingen een advies
ineens heel anders kan uitpakken. Vaak ont-
staat kritiek op het ontbreken van specifieke
thema’s: StemWijzer vraagt nu bijvoorbeeld
niets over de euro, en Kieskompas vraagt niets
over het begrotingstekort. Belangrijker dan de
precieze thema’s is echter of de onderliggende
waarden en ideologie worden blootgelegd en
of aan de dubbele functie van verkiezingen
recht wordt gedaan. De meeste kieswijzers
leggen de nadruk op de plannen van politieke
partijen voor de toekomst, wat aansluit bij de
functie van het geven van een mandaat. Een
andere belangrijke functie is het afleggen van
verantwoording door politici voor prestaties in
het verleden. Eén kieswijzer, Stemmentracker,
kijkt specifiek hiernaar. Een goede kieswijzer
bevat echter stellingen waarin beide functies
tot hun recht komen en in geen van de be-
staande tests wordt zo’n evenwicht bereikt.
Thema’sEen belangrijk verschil tussen kieswijzers be-
treft de breedte van de onderwerpen. Bekende
stemhulpen als StemWijzer en Kieskompas be-
slaan een breed scala aan thema’s. Dat is goed,
want ook de Tweede Kamer beslist over zeer
uiteenlopende onderwerpen. In een goed func-
tionerend stelsel van politieke vertegenwoor-
diging klinken de opvattingen van burgers over
al die thema’s door. De mening van een student
is niet alleen relevant als het om studiefinan-
ciering gaat, maar ook bij immigratiebeleid,
begrotingspolitiek, of wetgeving over levensbe-
SportAls ergens een uitdrukking voor bestaat in het Latijn
dan weet je dat het waar moet zijn. Dat geldt dus
ook voor het gezegde Mens sana in corpore sano, een
gezonde geest in een gezond lichaam.
Academische prestaties zijn het resultaat van intense
geestelijke arbeid. Om deze arbeid op het gewenste
niveau te leveren moet de geest gezond en helder zijn.
En zoals we van de Romeinen kunnen leren, bevindt
een gezonde geest zich in een gezond lichaam.
Het is natuurlijk ook niet voor niets dat in het ideaal
van de campusuniversiteit sport een grote rol speelt.
Ook op onze campus hebben we diverse sportfacilitei-
ten, door de directeur van het sportcentrum in de juni-
editie van het UT Nieuws liefkozend ‘klein Papendal’
genoemd.
We moeten dankbaar zijn voor wat we hebben, maar
wat ik zie is dat de mannen en vrouwen die deze
universiteit runnen elke mogelijkheid lijken te grijpen
om te beknibbelen op sport.
Het standaardvoorbeeld is de erbarmelijke staat
van de sintelbaan, maar de bezuinigingen op sport
zijn veel groter. Zo is er meer vraag om zaalruimte
van sportverenigingen (en dus studenten) dan het
sportcentrum kan aanbieden, maar de UT geeft hier
zo weinig om dat plannen die er waren voor een extra
zaal zijn uitgesteld tot na het huidige vastgoedplan,
dat loopt tot 2014. Leuk ‘weggeadministreerd’, feite-
lijk een gigantische bezuiniging.
Maar er is meer, namelijk de bezuinigingstaakstelling
die bijna drie jaar geleden vanuit de commissie Berger
kwam. Zonder verder een rationale te geven bedacht
die commissie dat er wel even een miljoen op sport
(acht ton) en cultuur (twee ton) bezuinigd kan worden.
Vorig jaar leidde dat tot de onfortuinlijke zwemkaart,
met als gevolg een leeg zwembad deze zomer, dit jaar
leidt het tot andere verschaling: Het wordt duurder
om lid te zijn van meerdere sportverenigingen.
Wederom beleid dat in de praktijk niet zal leiden tot
verhoogde inkomsten, maar tot afname van gebruik.
Bezuinigen op sport, een zonde tegen je opdracht als
campusuniversiteit, maar zolang bestuurders hooguit
tijdens de Batavierenrace iets met sport hebben, heb
ik weinig vertrouwen in verbetering.
Beer Sijpesteijn is
student technische informatica.
Reageren? www.utnieuws.nl
Column | Beer Sijpesteijn
UT NIEUWS 04|2012 17
eindiging. Kieswijzers gericht op één doelgroep
(bijvoorbeeld jongeren) of één thema (bijvoor-
beeld natuur en milieu) moeten we daarom
eerder zien als pogingen van belangengroepen
om hun onderwerp onder de aandacht te bren-
gen, dan als serieuze tests voor de twijfelende
kiezer. De breedheid van onderwerpen is ook
precies waardoor kieswijzers waardevol zijn.
Een doorsnee kiezer weet wel ongeveer hoe de
PVV denkt over immigratie en de ChristenUnie
over euthanasie, maar hoe zij staan tegenover
alle andere onderwerpen waar de politiek ook
over gaat is meestal niet bekend.
Een heikel punt vormt de codering van de posi-
ties van politieke partijen bij de stellingen. De
belangrijkste basis zijn de verkiezingsprogram-
ma’s van de partijen. Soms worden aanvullend
andere bronnen gebruikt, zoals stemmingen
over moties in het parlement of speeches van
partijleiders. En er vindt nadrukkelijk overleg
plaats tussen de makers en politieke partijen.
Er zijn voorbeelden bekend van pogingen door
partijen om de coderingen bewust te manipu-
leren, met als doel om meer adviezen voor de
partij te genereren. Jack de Vries van het CDA
heeft dat bijvoorbeeld ooit expliciet toegege-
ven. Het is daarom beter dat makers niet blind
varen op wat partijen zelf zeggen. Burgers
zijn erbij gebaat als de woorden van politici
worden getoetst. Gelukkig is dat besef inmid-
dels doorgedrongen bij de makers van de meest
populaire kieswijzers.
UitslagWanneer de standpunten van partijen en
kiezers bij alle stellingen bekend zijn, volgt de
laatste stap: het omzetten ervan in een uitslag
of advies. De meest gebruikte methode is om
bij elke vraag aan iedere partij een score toe te
kennen, de scores van alle vragen op te tellen,
en dan een ranglijst te produceren. StemWijzer
gebruikt deze methode (zie foto). Sommige
andere kieswijzers geven alleen de naam van
de partij die het beste scoort. Dit suggereert
meer precisie dan waargemaakt kan worden.
Bovendien scoren vaak meerdere partijen on-
geveer even goed en dat ziet de gebruiker dan
niet. Een derde methode, die door Kieskompas
wordt gebruikt, presenteert een figuur met
twee assen (links-rechts en progressief-conser-
vatief) waarin zowel de kiezer als de partijen
worden geplaatst. Deze methode werkt in het
voordeel van partijen die dichter bij het cen-
trum van het assenstelsel staan: als een kiezer
het vaker met een andere partij eens is, komt
hij in zo’n figuur toch bij een partij nabij het
centrum uit. Hiermee wordt de kiezer eigenlijk
op het verkeerde been gezet.
Wat betekent dit alles voor de gebruiker van
kieswijzers? Om te beginnen heeft geen enkele
kieswijzer de waarheid in pacht. Het is daarom
beter om er twee of drie in te vullen en de
adviezen altijd met een korrel zout te nemen.
Verder moet men niet alleen maar kijken welke
partij bovenaan staat, want vaak scoort de
tweede of derde partij nauwelijks slechter. Ten
slotte bieden de betere kieswijzers niet alleen
de mogelijkheid om een stemadvies te krijgen,
maar ook om meer te leren over de standpun-
ten van de partijen en de argumenten die rele-
vant zijn. Juist die mogelijkheden zijn cruciaal
voor het oorspronkelijke doel van zulke tests:
wijzer stemmen. |
Martin Rosema is als universitair docent
politicologie verbonden aan de faculteit
Management en Bestuur van de Universiteit
Twente.
Verkiezingen
TEKST: PAUL DE KUyPER >
Om maar met het heetste hangijzer van de afgelopen
twee jaar te beginnen: de boete van 3000 euro voor
langstudeerders. VVD, PvdA, SP, D66, GroenLinks
en sinds kort ook het CDA willen die maatregel zo
snel mogelijk terugdraaien. De PVV laat zich er in
haar verkiezingsprogramma niet over uit. SGP en
ChristenUnie willen de boete behouden. Volgens
Kamerlid Carola Schouten stemde ChristenUnie voor
de langstudeerboete ‘omdat je best van studenten
mag vragen om binnen een redelijke termijn af te
studeren’.
Basisbeurs of leenstelselVijf partijen willen de basisbeurs in de bachelorfase
behouden: CDA, PVV, SP, SGP en ChristenUnie.
VVD, PvdA, GroenLinks en D66 pleiten voor een
leenstelsel, maar verschillen wel van inzicht over de
uitwerking daarvan. D66 en VVD willen bijvoorbeeld
de terugbetalingstermijn verlengen van vijftien naar
twintig jaar zodat je meer tijd hebt om een hogere
schuld af te lossen. D66’er Boris van der Ham: ‘Als
het je ook binnen twintig jaar niet lukt om af te be-
talen wordt de lening kwijtgescholden. Je zit er dus
niet je hele leven aan vast.’ PvdA en GroenLinks zien
liever dat na vijftien jaar een eventuele restschuld
wordt kwijtgescholden.
OV-reisrecht terug naar zeven jaarVanaf september mag je nog maar vijf in plaats van
zeven jaar met een studenten-OV reizen. De kans
lijkt niet groot dat dat na de verkiezingen wordt
teruggedraaid. Alleen SP en PvdA zijn daar voor-
stander van. GroenLinks wil het reisrecht naar zes
jaar brengen. ‘Wij vinden dat studenten eigenlijk
een uitloopjaar voor zowel hun bachelor als hun
master zouden moeten krijgen. Wij gaan er dus
voor pleiten om er één jaar reisrecht bij te doen’,
aldus GroenLinks-parlementariër Jesse Klaver.
Hoger collegegeld tweede studies afschaffen
Bij het afschaffen van het verhoogde collegegeld
voor tweede studies krijgen SP en PvdA steun
van D66. Die drie partijen willen dat je ook voor
een tweede studie het normale tarief betaalt. De
andere grote partijen zijn tegen. VVD-Kamerlid
Anne-Wil Lucas hierover: ‘Studenten die het
aandurven om twee opleidingen tegelijk te doen,
moeten we daarvoor niet straffen. Maar we moeten
geen spijtoptanten gaan financieren. De VVD wil
mensen prikkelen om meteen de goede studie te
kiezen.’
Gratis technische studiesVoor het geval je nog wilt switchen, sommige
partijen willen technische opleidingen gratis of
in ieder geval goedkoper maken. PvdA kiest voor
helemaal gratis. ‘In de techniek zijn op sommige
plaatsen echt heel nijpende tekorten. Er zijn
bedrijven die er daarom over denken te vertrek-
ken naar het buitenland. We gaan samen met
het bedrijfsleven kijken voor welke studies het
nodig is om het collegegeld af te schaffen’, licht
Kamerlid Tanja Jadnanansing toe. CDA wil tech-
nische studies net als zorg- en lerarenopleidingen
goedkoper maken, SGP ziet meer in het verstrek-
ken van beurzen aan de beste bèta-studenten en
GroenLinks wil dat voor alle studies het college-
geld met 500 euro omlaag gaat.’
Tot slotPartijen beloven in aanloop naar verkiezingen
altijd meer dan ze na afloop kunnen realiseren.
Over het terugdraaien van de langstudeerboete
lijkt weinig twijfel te bestaan, maar een strategi-
sche stem die wordt ingegeven door een van de
andere vier punten, biedt geen garantie. Je kunt
dit overzicht mee laten wegen in het stemhokje,
maar houd er rekening mee dat partijen na 12
september andere motieven kunnen hebben. Er
worden coalities gesmeed, compromissen geslo-
ten en ‘breekpunten’ over de schutting geworpen.
Bovenstaande ideeën kunnen er dan heel anders
uitzien. |
Houvast in het stemhokjeWeet jij al op wie je gaat stemmen? De Tweede Kamerverkiezingen van aankomende woensdag
gaan over Europa, over de economie, over uit de hand lopende zorgkosten. Maar ook niet
onbelangrijk: wat is de politiek van plan met basisbeurs, langstudeerboete, OV-kaart en het
collegegeld voor tweede studies? Een overzicht voor wie verdwaalt in de partijstandpunten over
studeren maar die ideeën wel zwaar wil laten meewegen in het stemhokje.
18 UT NIEUWS 07|2012
TEKST: SAnDRA POOL | FOTO’S: GIJS VAn OUWERKERK >
‘Pecha Kucha is op een creatieve manier presente-
ren. Ik laat twintig slides zien met alleen een afbeel-
ding. Elke slide wordt twintig seconden getoond.
Zo vertel je kort en krachtig je verhaal’, zegt Petra
De Weerd-Nederhof. Haar relaas gaat die dag over
elf doorgelichte masteropleidingen. Ze zijn geana-
lyseerd op basis van een zestal criteria. ‘We kijken
naar de relatie tussen onderzoek en onderwijs.
Daarnaast checken we de drie o’s van onderzoek,
ontwerpen en organiseren. Internationalisering
staat ook op de agenda evenals instroom, uitstroom
en de kwaliteit van docenten.’ Het zijn volgens De
Weerd-Nederhof allemaal typisch Twentse aspecten.
‘Met name de eerste drie aandachtspunten hebben
te maken met wat we op de UT willen en hoe we ons
als universiteit willen profileren. De kwaliteit van
het masteronderwijs wordt dus gekoppeld aan een
duidelijke UT-profilering.’
Voor het kwaliteitsonderzoek wordt voor elke master
een doorlichting uitgevoerd en twee gesprekken ge-
voerd met de opleidingsdirecteur. ‘Op basis van dat
kader zoeken wij uit wat we ervan vinden en geven
we een drietal verbeterpunten mee’, zegt de project-
leider. Dat gebeurt in een twee uur durende interac-
tieve workshop. ‘Uit alle geledingen, van student tot
docent, zitten afgevaardigden om tafel. De sessie is
best zwaar’, zegt De Weerd-Nederhof. ‘De bevindin-
gen worden hard gezegd. Maar dat is het waard. Het
levert nieuwe inzichten op. Er wordt nagedacht waar
ze naar toe willen en je ziet dat sommige opleidingen
al aan het veranderen zijn. ‘De verbeterpunten wor-
den opgenomen in het jaarplan. De PKM-stuurgroep,
die in 2010 gestart is als opvolger van de stuurgroep
Schools van Route’14 en bestaat uit één opleidings-
directeur per faculteit, wordt dan opgeheven.
Een voorbeeld waar volgens De Weerd-Nederhof
veel opleidingen mee kampen is de instroom van
internationale studenten. ‘Misschien is het handig
om een loketfunctie te realiseren om bepaalde zaken
te regelen zoals beurzenproblematiek, collegegeld,
werving en selectie.’ Een ander item is het schakelen
naar de master. ‘We vragen opleidingen na te denken
over een goede voorbereiding voor verschillende
doelgroepen om de doorstroom naar de master
soepel te laten verlopen. ‘
Er zijn ook specifieke aandachtspunten per oplei-
ding. ‘Bij studies die vooral gericht zijn op Neder-
landse studenten adviseren we om aan de slag
te gaan met de internationale leeromgeving. Bij
verschillende technische opleidingen rijst de vraag
of het aantal studenten bij sommige vakken wel vol-
doende is. Kun je niet beter vakken samenvoegen en
enkele vakken alleen voor de masterstudenten geven
te specialisatie? We hebben ook geadviseerd om na
te denken over de eindtermen ofwel de afstemming
met de arbeidsmarkt. ‘
Over de relatie onderwijs en onderzoek zegt ze: ‘Wat
we willen is dat de expertise in Twente gebruikt
wordt. Om een masteraccreditatie te hebben moet
de opleiding bouwen op goed gevisiteerd onderzoek.
In het kader van de landelijke profileringsdiscussie
wil je als universiteit opleidingen aanbieden die voor-
al gebaseerd zijn op je onderzoekssterkten. Het is
wenselijk je master(tracks) te profileren langs deze
onderzoekslijnen. Al is het geen eenrichtingsverkeer.
Als bepaald onderzoek wel van hoog niveau is, maar
niet het gewenste aantal studenten trekt, dan kun
je er ook voor kiezen om onderzoeksgroepen op te
bouwen of te versterken in de richting waar meer
beroepsperspectief is.’
Onderwijsdag De masteronderwijsdag is toegankelijk voor alle
medewerkers en studenten en is bedoeld om ieder-
een te informeren over de ontwikkelingen. Er zijn
workshops gerelateerd aan elk van de zes aandachts-
gebieden. Filosoof Bas Haring is de gehele dag
aanwezig en zal afsluiten met een kritische noot. Een
andere key note speaker is de Zweed Carl-Gustaf
Jansson die het innovatieve concept van de ICTLabs
masterschools zal toelichten. |
Onderwijsdag
UT NIEUWS 07|2012 19
Profilering op typisch Twentse aspecten
Masteropleidingen onder de loepDe projectgroep Positionering en Kwaliteitsverbetering Masteronderwijs (PKM) organiseert op
dinsdag 18 september de Master Onderwijsdag. De masteropleidingen van de UT zijn voor een
kwaliteitsonderzoek onder de loep genomen. Petra de Weerd-nederhof, PKM-projectleider en
tevens directeur Twente Graduate School, bespreekt die dag de eerste bevindingen in Pecha
Kucha-stijl. UT nieuws kreeg alvast een voorproefje.
MasteropleidingenEind dit jaar zijn volgens De Weerd-Nederhof ook de overige masteropleidingen doorgelicht en is de monitoring van de
kwaliteitsslag opgenomen in het jaarplan.
De volgende masteropleidingen zijn al doorgelicht: Educational Science and Technology, Science Education and Com-
munication, Communication Studies en Psychology van de faculteit gedragswetenschappen. Van de faculteit EWI zijn de
studies Applied Mathematics, Computer Science/Telematics geanalyseerd en van de faculteit CTW zijn dat de opleidingen
Civil Engineering and Management/ Construction Management and Engineering. Bij TNW zijn Nanotechnology en Chemical
Engineering onder de loep genomen en tot slot de opleiding Business Administration en European Studies van de faculteit
Management en Bestuur.
UT in beeld
20 UT NIEUWS 07|2012
UT NIEUWS 07|2012 21
Bikkelen... Je kunt er niet vroeg genoeg mee beginnen, moe-
ten ze bij de KickIn-commissie hebben gedacht.
Wie een studie aan de UT succesvol wil voltooien
moet een bikkel worden. Altijd doorzetten, onder
alle omstandigheden. Never nooit opgeven. De
1100 verse UT-studenten die deelnamen aan de
KickIn-activiteiten werden daarop met militaire
precisie voorbereid. Push-ups in de modder, onder
streng toezicht van een sergeant-majoor.
De jongen links op de foto is er even bij gaan
zitten. Hij kijkt alsof hij denkt: o was ik maar…..
bij moeder thuisgebleven. De anderen gaan stug
door, met een glimlach om hun mond. De situatie
is kenmerkend voor studeren aan de UT. Soms
gaat het allemaal soepeltjes, soms wordt het je
even te veel. Maar wie blijft bikkelen haalt de
eindstreep. |
Foto: Arjan Reef
TEKST: DITTA OP DEn DRIES | FOTO: GIJS VAn OUWERKERK >
Werken. ‘Toen ik mijn Schoevers-diploma
binnen had kreeg ik mijn eerste baan. Het was
1969. Ik werd secretaresse bij een jachtzeil-
doekimporteur op Schiphol-Oost en verdiende
690 gulden per maand. In 1970 trouwde ik met
Hans. In die tijd bleef een getrouwde vrouw na
haar huwelijk thuis. Ondenkbaar nu, maar dat
deed iedereen. Ik viel in een ontzettend groot
gat. Zat 13 hoog op een flat in Amsterdam-Noord
en sprak alleen de melkboer en de man van de
stomerij. Niks voor mij. Ik meldde me aan bij een
uitzendbureau en deed verschillende klussen.
Bij een machinefabriek kreeg ik een vaste baan
aangeboden. Ze vroegen me voor de zekerheid
of ik wellicht zwanger was. En dat was ik. En
daarmee was het aanbod van de baan. Ik mocht
wel blijven als uitzendkracht. In 1975 verhuisden
we van Amsterdam naar Twente.
Universiteit Twente. Eind jaren ’80 volgde
ik via het arbeidsbureau een automatiserings-
cursus bij Jeroen Teelen. Ik was nog van de
typemachine en het carbonpapier en had de hele
automatisering gemist. Dat bleek wel bij het sol-
liciteren. Ik lag niet goed in de markt. Maar met
die cursus maakte ik een flinke inhaalslag. Jules
Pieters, toen UHD bij de UT, had een uitzoekklus
voor mij en via hem kon ik op de UT beginnen.
Ik heb op verschillende plekken gewerkt; als
uitzendkracht op het faculteitsbureau, Informa-
tica, als vervanging van een zwangere collega in
het laboratorium INF en later bij de vakgroep IS
en vervolgens als faculteitssecretaresse. Weer
later, toen er een vijfkoppig College van Bestuur
kwam, ging ik in de bestuursvleugel werken. Ik
had in de Vleugel prima collega’s. We zijn een
hecht zelfsturend team! Werken op de UT is
werken in een heel mooie omgeving, al verlies je
dat een beetje uit het oog als je er langer werkt.
Competenties. Als secretaresse van het CvB
moet je proactief werken. Je moet de omstandig-
heden zó regelen dat je baas z’n werk goed kan
doen. Ik plande de agenda van Anne Flierman
en dat is een hele klus. Stel, Anne wil drie col-
legevoorzitters én rectoren van andere universi-
teiten spreken. Zorg er dan maar eens voor dat
iedereen op hetzelfde tijdstip kan! Dat is haast
ondoenlijk. Ik inventariseerde eerst geschikte
data en ging daarna in onderhandeling met mijn
collega’s van de vergaderpartners om te kijken of
ze bereid zijn een afspraak te verschuiven. Anne
Flierman is een harde werker, die ervan houdt
efficiënt te werken. Dus maakte ik belafspraken
voor hem zoveel mogelijk voor onderweg, in de
auto. In de Vleugel heb ik met veel plezier voor
een aantal collegeleden gewerkt, waarvan de
laatste zes jaar voor Anne. Volgens mij waren
we een goed team.We konden op elkaar reke-
nen. Integriteit staat hoog in ‘t vaandel. Horen,
zien en zwijgen. Ik praatte zelfs thuis niet over
delicate zaken.
Sporten. Ik sport graag. Ik doe in de sport-
school in Haaksbergen aan spinning en aan
pilates. En sinds kort aan megawalk. Dat is
iets nieuws. Je werkt een programma af op de
crosstrainer, op de maat van de muziek, zonder
te stoppen, met steeds wisselende weerstand.
Na drie kwartier heb je de tong op je schoenen.
Eigenlijk ben ik meer een teamplayer. Vanaf mijn
schoolperiode deed ik aan hockey. Mijn twee
dochters gingen vanaf zes weken al mee naar
het hockeyveld. Acht jaar geleden ben ik ermee
gestopt. Maar met mijn dameshockeyteam van
30 jaar geleden heb ik nog steeds contact. We
komen regelmatig bijeen om een hapje te eten.
En te bridgen.
Afscheid. Ik ga met pensioen. Op 31 juli had ik
mijn laatste werkdag op de UT. Op 13 septem-
ber is mijn afscheidsreceptie. Het gevoel is heel
dubbel. Ik zit nog in de flow van de denderende
trein. Het voelt net alsof ik even ben uitgestapt,
terwijl de trein doordendert. Ik weet nog niet
wat ik met mijn vrije tijd ga doen. Ik kijk wel wat
Wie is....
‘Ik zit nog in de flow van de denderende trein’
Wie is Jetje Beijer?FUNCTIE: secretaresse van het CvB
GEBOREN: in Boekelo
OPLEIDING: Schoevers Amsterdam
WOONT: in Boekelo
BURGERLIJKE STAAT: Getrouwd met Hans Beijer,
twee dochters (40 en 37)
TELEVISIE: GTST en Het Zesde Zintuig
FILM: Geen favoriet.
Liefst humor en geen spanning.
BOEK: Het negende schrift van
Maya van Isabel Allende.
22 UT NIEUWS 07|2012
op m’n pad komt. Half oktober ga ik eerst naar
Amerika om een nieuw kleinkind te bewonderen.
Ik heb er dan zes! Verder wil ik me meer verdie-
pen in de spelregels van bridgen en wellicht mijn
creativiteit op de naaimachine nieuw leven in
blazen. Ik ben ook van plan vrijwilligerswerk te
gaan doen, liefst in een ziekenhuis. Waarom juist
daar? In een ziekenhuis wordt gestructureerd
gewerkt. En dat past heel goed bij mij.’ |
‘Ik zit nog in de flow van de denderende trein’
UT NIEUWS 07|2012 23
WWW.HUSK.NL
WINTERSPORT AL VANAF €29,- INCL. SKIPAS
GENIET ERVANGENIET ERVANNU HETNOGKAN.
GENIETERVAN
20111025_abri_husk.indd 1 10/25/2011 4:28:03 PM
3. Doe iets (bij voorkeur wat de studieadvi-
seur zegt). Tja, zo lusten we er nog wel een paar.
Bier, zweet en tranen is allesomvattend. Het
boek wordt neergezet als de TomTom in het stu-
dentenleven en beschrijft alle cliché’s. Studenten
komen aan het woord. Zij delen hun ervaring. De
columns zijn niet alleen leuk, maar ook waardevol.
Het zijn verhalen rechtstreeks uit de studenten-
wereld. Dat maakt de rest van de teksten in feite
overbodig. Die vormen een herhaling van het
ervaringsverhaal, weliswaar wat breder getrokken
en voorzien van wat extra informatie, maar het
rijtje do’s en don’ts is in negen van de tien geval-
len te voor de hand liggend, te betuttelend en
te weinig verrassend. Maar toch, de middelbare
scholier die alvast in de mood wil komen voor
aankomend collegejaar kan het boek voor e12,50
online bestellen. Na 160 pagina’s is het duidelijk:
je stapt echt een nieuwe wereld in. Welkom! |
Boekrecensie
UT NIEUWS 07|2012 25
TEKST: SAnDRA POOL >
In elk hoofdstuk doen enkele ervaringsdeskun-
digen hun verhaal: de zogeheten tips. En dat is
maar goed ook. De door studenten geschreven,
korte columns zijn niet alleen leuk, maar bevat-
ten ook handige weetjes voor de nieuwelingen.
Het zijn waardevolle tips, gegrepen uit het echte
studentenleven. Zo vertelt een tweedejaars
student lucht- en ruimtevaarttechniek over
het hospiteren. ‘Ze doen niet aardig. Feuten
noemen ze je. Je wordt wakker gehouden of je
mag niet douchen. Je accepteert het. Maar ik
wist wel: ik wil hier niet bij horen.’ Uiteinde-
lijk komt het allemaal goed met deze student. Hij
vervolgt: ‘Ik koos voor een klein huis. Bij ons
weet je alles van elkaar. Ik ben nul momenten
eenzaam geweest.’ Een mooie opsteker voor de
groentjes die nog moeten.
Een ander handig weetje doet een tweedejaars-
student rechten uit Rotterdam uit de doeken.
‘Meisjes vinden commissie- of bestuurswerk
interessant. Daar kan je gebruik van maken.
Ze zien je bestuursvestje en ze komen vanzelf
op je af. Vestje cashen, heet dat.’ Kijk, dat is nog
eens een goede tip voor de nieuwe aanwas.
De ervaringsverhalen lezen prettig en vlot weg.
Daarna komt de auteur aan bod. Die gaat in op
het onderwerp, trekt het breder en geeft de lezer
nog iets meer achtergrondinformatie. Die infor-
matie geldt overigens niet voor elke universiteit
en ook niet voor elke student. Neem de volgende
situatie uit het hoofdstuk Losgaan, liefde & lust:
En het gaat zo makkelijk. Er is altijd wel iets
te vieren. Je drinkt, je danst en voor je het
weet sta je te zoenen met iemand die je nog
geen uur kent. Het is zeer de vraag of deze vlie-
ger opgaat voor alle UT-studenten. Het is dus aan
de lezer te bepalen wat op hem of haar slaat.
Het boek bevat veel informatie en een overload
aan tips. Een rijtje do’s & don’ts sluit elk hoofd-
stuk af. Die tips zijn soms op het flauwe af. Zoals
deze: 1. Ga naar de studieadviseur. 2. Luister.
Het boek Bier, zweet & tranen van Lenneke van der Burg is geschreven om eerstejaars wegwijs te maken
in hun nieuwe leventje als kersverse student. Het 160 pagina’s tellende boekwerk is opgedeeld in tien
hoofdstukken. Aan bod komen onderwerpen zoals hospiteren, kamers & kansen (hoofdstuk 3) en mores,
grappen & grollen (hoofdstuk 10).
TomTom voor studentenlevennuttige ervaringsverhalen, overbodige do’s and dont’s
TEKST En BEELD: SAnDRA POOL >
‘Hey, heb jij nog geen koffie?’, vraagt Peter van
de Pol. Zelf is hij gewapend met een coffee to go.
Vers gehaald bij de bekende koffieketen Star-
bucks. Al lang niet meer de populairste coffee-
shop in de Verenigde Staten, weet Van de Pol. ‘De
Amerikanen drijven op koffie. ’s Ochtends loopt
iedereen met zo’n grote beker over straat. Hoe
zoeter, hoe beter. Maar er is een antiketen-bewe-
ging gaande’, vertelt hij. ‘De plaatselijke koffieten-
tjes zijn weer in trek.’ Dus gaat hij op pad, op zoek
naar zo’n lokale toko voor een volgend bakkie.
Vertrekpunt is 42nd Street, een belangrijke straat
in Manhattan, hartje New York. Vooral de kruising
met Broadway bij Times Square trekt vele bezoe-
kers. De megagrote, knipperende reclameborden
en fonkelende lichtjes spreken ’s avonds tot de
verbeelding. In de theaters staan Evita, The Lion
King en Mary Poppins op het podium. Op straat
proberen verklede tv- en filmhelden wat centen
te verdienen. Van Spiderman tot Spongebob. Wie
wil, kan zich laten vereeuwigen met zijn of haar
favoriet. Als je 42nd Street uitloopt, kom je langs
enkele highlights van de stad: het Chrysler ge-
bouw, Grand Central Terminal en uiteindelijk kom
je bij het hoofdkantoor van de United Nations.
TussenstopVan de Pol maakt er een tussenstop. Het gebouw
is gesloten. Zomerreces. De vlaggen van de ruim
190 lidstaten zijn naar binnengehaald. Bouwvak-
kers domineren het terrein voor renovatiewerk-
zaamheden. ‘Rondleidingen zijn wel mogelijk.
Alleen in het witte gebouw, daar links’, wijst de
alumnus, ‘We noemen het de bunker. Het is het
domein van de Algemene Vergadering.’ Wie naar
binnen wil, moet langs strikte beveiliging. Niet
verwonderlijk. Het pand was een van de targets
tijdens 9/11.
Zelf werkt hij in een kantorenpand verderop. In
een koffieshop in de buurt vertelt hij over zijn
missie, al was werken bij de Verenigde Naties
nooit een bewuste carrièrestap voor hem. ‘Ik
werkte hiervoor in Hilversum bij het trainings-
centrum van de Wereldomroep. In die tijd deed ik
ook mijn master Onderwijskunde bij de Universi-
teit Twente. Ik was gespecialiseerd in e-learning.
Het idee was om na die opleiding het trainings-
aanbod up to date te brengen en om zodoende de
capaciteit van mediaorganisaties en mediaprofes-
sionals in ontwikkelingslanden te versterken.’
VerandermanagementDe alumnus concludeerde na een tijdje dat het
geven van trainingen heel weinig zoden aan
de dijk zet. ‘Leuk voor het individu, maar het
veranderde weinig in de organisatie. Ik raakte
daardoor geïnteresseerd in organisatieontwik-
keling en verandermanagement. Ik begon voor
mezelf, maar solliciteerde ondertussen ook bij de
United Nations.’
In 2009 ging hij voor de belangenorganisatie als
expert in veranderingsmanagement naar het
Aziatische Bangladesh. Het doel? De democratie
hervormen. ‘Een enorme kluif,’ stelt hij. ´Ontwik-
kelingssamenwerking was en is nog steeds top
down geregeld. Er is een blauwdruk hoe public
administration werkt en eruit moet zien volgens
de UN. Dat is waar het land naar toe moet. De UN
heeft de kennis en gaat zogenaamd helpen om
daar te komen.’
Dat werkt niet, wist hij. ‘Ontwikkelingslanden
zitten vol met slimme mensen. Ze weten heel
goed wat ze willen, maar praten op gelijke voet is
niet zo aan ontwikkelingssamenwerking besteed.’
Wel aan Van de Pol. Hij gooide het projectplan
voor Bangladesh de deur uit en ging op zijn eigen
manier te werk. ‘We zijn naar de politie en high
officials van de regering gegaan. We vroegen wat
de plannen en prioriteiten waren en of we mis-
schien konden helpen.’ Een gouden greep, bleek
achteraf.
ActiepuntenDe projectmanager kreeg drie actiepunten toe-
Hij stapte eruit en kwam weer terug. Zijn missie? Het systeem van binnenuit veranderen. Zijn doel?
Een bottum up-werkwijze implementeren. Waarom? Omdat het werkt. UT-alumnus Peter van de Pol is
werkzaam als policy advisor bij de United nations, standplaats new york. ‘Het is een stroperig systeem.
Dát veranderen is voor mij de uitdaging.’
Alumnus
‘Het is een stroperig systeem’UT-Alumnus Peter van de Pol werkt bij de United nations
United nationsDe United Nations, de Verenigde Naties is een internationale belangenorganisatie. Na de Tweede Wereldoorlog, in 1945, is
ze opgericht door 51 landen om samen te werken op onder meer het gebied van internationaal recht en veiligheid. Sinds
juli vorig jaar telt de VN 193 lidstaten. Er zijn zes bestuursorganen, te weten de Algemene Vergadering, de Economische en
Sociale Raad, het Internationaal Gerechtshof, het Secretariaat, de Trustschapsraad en de Veiligheidsraad. Daarnaast hebben
de VN gespecialiseerde programma’s zoals het Ontwikkelingsprogramma, het United Nations Development Programme,
waar Van de Pol werkt.
26 UT NIEUWS 07|2012
UT NIEUWS 07|2012 27
bedeeld: het opzetten van een civil service act,
het hervormen van het ministerie en het opzet-
ten van een handboek waarin staat wat klanten
van het ministerie kunnen verwachten. Van
de Pol: ‘Na drie maanden was de civil service
act klaar. Het zijn de regels wat de overheid en
ambtenaren doen. Het is de kunst het gedeelde
belang te vinden. Dat is heel veel praten. Ge-
voelige punten identificeren en kijken wat het
beste werkt. Het is een politiek gevecht en wij
bieden daarvoor een platform.’ Vervolgt: ‘Je zit
met alle hoge functionarissen om tafel. Het is
ontzettend belangrijk hoe je je opstelt. Toen we
de drie actiepunten voor elkaar hadden, won-
nen we vertrouwen en werden we gevraagd om
te helpen met andere ontwikkelingen.’
Als je werkelijk wilt weten wat de burger nodig
heeft, ga dan met ze praten, luidde het advies
van de UN-medewerker. ‘Dat werkt als een
tierelier.’ Een voorbeeld. ‘Bangladesh heeft heel
veel riksja’s. Ambtenaren hadden alle riksja-ei-
genaren bij elkaar geroepen op een groot plein
om nieuwe regels te maken. Iedereen was er
zo gelukkig mee, omdat alle belanghebbenden
erbij betrokken waren. Dat leidt tot een beter
begrip.’
Het is het sterke punt van zijn werkwijze. ‘We
hielpen om dingen voor elkaar te krijgen en
alleen waar nodig droegen wij experts aan. Dat
werkte zo goed, na anderhalf jaar zat ik met
de minister te praten en die zei: Peter, you are
working for me, not for the UN. En dat is wat je
horen wilt!
Eind 2011 stapte hij eruit. ‘Bangladesh is niet
goed voor de gezondheid. Je wordt steeds snel-
ler ziek. Een goede reden om weg te gaan.’ Kort
daarna keerde hij weer terug binnen de organi-
satie. Dit keer op het hoofdkwartier. Als politiek
adviseur bij de capacity development group. ‘Er
wordt inhoudelijk beleid gemaakt. Hier worden
de manuals geschreven voor hoe je projecten in
elkaar zet of hoe je een project moet managen.
Op deze positie heb je net iets meer invloed. Er
liggen veel mogelijkheden om langzaam maar
zeker zaken te veranderen.’
Een moeilijk proces, verwacht Van de Pol. ‘De
UN is een totaal uit de klauwen gelopen bureau-
cratie. Er zijn ruim 190 landen lid. Dat is nogal
een dolle boel daar in de Veiligheidsraad. Van
nationale regeringen krijgt ze geld, maar deze
donoren zetten vraagtekens bij de efficiëntie
van de UN. Begrijpelijk, donoren staan immers
onder druk om in eigen land te rechtvaardigen
waar het geld naar toe gaat. Daarom kiezen zij
waar het geld naar toe moet. Dat maakt het
voor de UN moeilijk om aan te sluiten bij wat
het land wil. Op deze manier blijft het ineffici-
ent werken.’
IrritantVervolgt: ‘De afgelopen 20 jaar is er in de manier
waarop ontwikkelingssamenwerking wordt gedaan
weinig veranderd. Men zegt dat er met lokale
mensen gewerkt wordt, maar in de praktijk is dat
niet zo. Omdat ze denken dat ze het beter weten.
Zo’n irritante eigenschap. Daaraan ergeren veel
ontwikkelingslanden zich.’
En dat moet anders, vindt Van de Pol. ‘Wat ik
wezenlijk wil, is dat systeem van binnenuit veran-
deren. Ik heb niet zo veel zin om van land tot land
te reizen en de belangrijke adviseur uit te hangen.
Het is een stroperig systeem, waar veel politiek
bedreven wordt. Het is moeilijk om er beweging in
te krijgen, maar dat is voor mij juist de uitdaging.’ |
28 UT NIEUWS 07|2012
TEKST: EGBERT VAn HATTEM | FOTO: GIJS VAn OUWERKERK >
Vanessa Evers heeft geen moeite uit te leggen dat
sociale robots ons leven al zijn binnengedrongen,
ongemerkt: de automatische piloot, de nog best
dure grasmaairobot, en de auto met cruisecontrol
– of die met slimme sensoren, die feilloos achteruit
inparkeert. Een sociale robot kan meer dan alleen
obstakels detecteren en daar slim omheen lopen,
aldus Evers. ‘Hij reageert zelfstandig op ons en onze
leefomgeving en heeft daar fysieke impact op.’
SubtielDe relatie tussen mens en robot luistert nauw, zeker
als ze bij elkaar over de vloer komen. Neem een
robot die beddengoed inzamelt in een zorginstelling.
Met welke snelheid kan hij/zij zich het best door de
gangen voortbewegen, zonder irritatie of ongemak
te veroorzaken bij verplegers en bij bewoners?
Niet dwars door een groepje heenrijden is nog wel
in te programmeren, maar op tijd afremmen en
voldoende afstand bewaren zijn subtiele begrippen.
‘Het zou mooi zijn als de robot dat al doende kan
leren’, vertelt Evers. ‘Te dichtbij komen is sociaal en
cultureel bepaald. De robot zou gelaatsuitdrukkin-
gen moeten kunnen interpreteren en daarvan leren.
Dus: oeh, die kijkt niet blij, ik kom te dichtbij. Zo
leren we het zelf in feite ook.’
ComplexMensen en robots kunnen, gek genoeg, op persoon-
lijk vlak gemakkelijk botsen. Robots, of intelligente
autonome systemen, worden al snel te complex
voor ons mensen. De genoemde grasmaaier maakt,
in onze ogen, maar rare routes en al snel leveren we
commentaar. Op onze computer kunnen we zelfs
ongeremd boos worden. ‘We reageren op robots
alsof het sociale wezens zijn, omdat we niet anders
kunnen’, zegt Evers. ‘Zo steken we evolutionair nu
eenmaal in elkaar. We beoordelen elkaar continu en
sturen elkaars gedrag bij.’
Robots zullen, net als mensen, de sociale factoren
in de omgeving moeten gebruiken om te interacte-
ren bij het leren van nieuwe taken, zoals een ouder
samenwerkt met het kind om de tafel af te ruimen.
Evers: ‘De meeste mensen hebben geen ervaring
met machineleren, gedistribueerde beslissingsme-
thoden of kunstmatige intelligentie, maar hebben
wel een levenslange ervaring met sociale interactie
en sociaal leren achter de rug.’
SevillaHet best is dus maar om van de nood een deugd te
maken. Evers en de onderzoekers van Human Me-
dia Interaction doen dat in tal van projecten. Een
voorbeeld is de rondleidrobot in de Real Alcazar
Een robot met sociaal intelligente trekjesInterview
Het levenswerk van Vanessa Evers
28 UT NIEUWS 07|2012
In de zorg, de dienstverlening, op reis en thuis zullen we steeds vaker ‘sociale robots’ tegen
het lijf lopen. Professor Vanessa Evers van Human Media Interaction (CTIT) ziet ze graag
komen, maar dan wel zorgvuldig ontworpen, met sociaal intelligente trekjes. ‘We moeten
onze menselijke capaciteiten kunnen inzetten om ze dingen te leren. Samen met ons, zoals
je een kind leert de tafel af te ruimen.’
Een robot met sociaal intelligente trekjes
UT NIEUWS 07|2012 29
in Sevilla. De spannende vraag: kan een robot de
bezoekers boeien op een nieuwe manier?
Want: toch jammer wanneer groepen toeristen,
bijvoorbeeld leden van een gezin, afzonderlijk van
elkaar met hun eigen headset door het bewon-
derenswaardige kasteel en de tuinen wandelen.
Aan de andere kant: niet iedereen kan of wil
persoonlijk worden rondgeleid. ‘Een robot kan
bijvoorbeeld met een projectie laten zien hoe een
ruïne er vroeger uitzag, even de diepte ingaan of
een leuke roddel overbrengen. We vragen ons af
wat de rondleidrobot extra kan bieden naast een
gewone gids.’
Samen met Betsy van Dijk en Daphne Karreman
onderzoekt Evers de persoonlijkheid en het
gedrag van de robot. Het prototype dat na drie
jaar opgeleverd wordt, zal op drie locaties binnen
Alcazar ‘een demonstratie’ moeten kunnen geven
waarin het sociale aspect tot uitdrukking komt.
Als mensen naar de robot toekomen, moet deze
herkennen welke mensen bij elkaar horen en zich
tot hen richten. Ook kan de robot zelf zijn diensten
aanbieden als hij ziet dat mensen wachten door op
ze ‘toe te lopen’, of – wie weet – zelf beginnen met
een show als het erg druk is op een locatie en het
publiek daar gaandeweg bij betrekken.
Evers: ‘Ook moeten we aan duidelijke technische
randvoorwaarden voldoen. De robot moet zichzelf
opladen, in de ochtend zelf opstarten, schuilen te-
gen de regen en … koel blijven, want in Sevilla is het
nogal eens erg warm. Dat moet hij twee weken lang
zelfstandig volhouden, 24 uur per etmaal.’
PensioenEvers ziet de zoektocht als haar levenswerk. Over
twintig jaar hoopt ze mee te maken dat sociale ro-
bots opgenomen worden door de markt en bijdragen
aan een gezonder, welvarender, socialer en meer
ecologisch verantwoord leven. ‘Gezien de huidige
pensioentrend zal ik dan na mijn 65ste nog genoeg
tijd hebben om te meten hoe de samenleving beïn-
vloed wordt door sociale robots.’
De samenwerking in onderzoek die nodig is, is
volgens haar immens. Om de onderzoeksagenda te
vervolmaken is over het gehele spectrum van de
robotica wetenschappelijke voortgang nodig: sociale
cognitie, sociale actie en sociale perceptie.
Op die lange weg komen onderzoekers vast ook
verder met vragen die Evers nu intrigeren. Robots
mogen ook weer niet teveel op mensen lijken, want
dan voelen die zich ongemakkelijk (‘uncanny’),
zoals de Japanse onderzoeker Masahimo Mori laat
zien. ‘Mensen verwachten veel van een robot die
zich sociaal opstelt, net als mensen dat van elkaar
verwachten. Toch zijn de gedragsrichtlijnen tussen
mensen niet één-op-één vertaalbaar naar die tussen
mensen en robots.’
Wat in ieder geval duidelijk lijkt: uiterlijk en
beweging van de robots moeten bij elkaar passen.
Anders denken mensen: ‘hier klopt iets niet’. Naast
platte identificatie is een soort emotionele herken-
ning noodzakelijk. Een robot die zich menselijk
voordoet maar zich houterig voortbeweegt, komt er
bij ons niet in. |
‘Een robot zou gelaatsuitdrukkingen moeten kunnen interpreteren. Zo van: Oei, die kijkt niet blij.’
Activisme
30 UT NIEUWS 07|2012
TEKST: MARTInE ZEIJLSTRA | FOTO: GIJS VAn OUWERKERK >
AmbitieJoni Terpstra (21 jaar) heeft het afgelopen jaar veel
geleerd van haar jaar als voorzitter in het bestuur
bij Isaac Newton, de studievereniging van werk-
tuigbouwkunde. Commissies begeleiden, op korte
termijn van alles en nog wat regelen, zodat activi-
teiten niet in het water vielen. Nu is de kamer van
de studievereniging soms een uurtje dicht omdat
er maar één nieuw bestuurslid is. Terpstra en haar
mede-bestuursleden hebben nog geen nieuwe
bestuursleden gevonden en puzzelen iedere week
hoe ze de vereniging toch nog draaiende kunnen
houden. Dat is best lastig, vooral als er weer colleges
en tentamens gepland staan. ‘Maar we willen alle zes
dat de studievereniging blijft bestaan, dus we gaan
door.’
Terpstra en haar collega’s vinden het erg jammer dat
het zo loopt. ‘We hebben ons een jaar lang volledig
voor de studievereniging ingezet, nu belandt alles
op een laag pitje. We hebben geen tijd om zelf extra
activiteiten en lezingen te organiseren en ook grote
punten als het financiële systeem op de kop zetten
lukt nu niet. We hadden die taken graag aan een
nieuw bestuur overgedragen.’
Ze zetten alles op alles om de kamer van de vereni-
ging zo vaak mogelijk open te houden. Leren voor
een herkansing gebeurt in die ruimte. Weekenden en
vrije uren zijn gereserveerd voor de vereniging. Wie
moet leren voor een tentamen krijgt daar tijd voor,
dan werken de anderen wat harder. Oud-bestuur-
ders zetten zich in. ‘Iedereen wil ons wel helpen’,
zegt Terpstra. Maar af en toe lukt het niet en is de
kamer even dicht. ‘Vervelend, maar iedereen heeft
er wel begrip voor’, zegt Terpstra.
Hart voor de clubVeel animo is er namelijk niet onder studenten om
een jaar bestuur te doen. Bijna iedere studie-of
studentenvereniging heeft er last van. ‘Veel stu-
denten zeggen dat ze niet willen vanwege de harde
knip’, zegt Terpstra. ‘Ze zijn bang dat ze nog een jaar
vertraging oplopen als ze twee vakken niet halen.’
Een andere reden voor veel studenten om zich niet
in te zetten voor een vereniging is de langstudeer-
boete. ‘Wij vermoedden twee jaar geleden al dat
de langstudeerboete voor problemen zou zorgen’,
zegt Menno in ’t Veld (21), coördinator extern van
studentenvereniging A.S.V. Taste en vierdejaars
werktuigbouwkunde. ‘Wij hadden twee besturen met
twee keer zes bestuursplekken en we waren bang
dat we die door de boete niet meer allemaal gevuld
kregen.’ De studentenvereniging besloot om de twee
besturen samen te voegen tot een bestuur met acht
leden. Dat bleek een wijs besluit. ‘Normaal gespro-
ken kregen we spontaan veel aanmeldingen voor het
bestuur, nu haalden we de zeven net. We hebben
dus ondanks het samenvoegen van de besturen
alsnog een bestuurder minder dan gewenst voor
komend jaar. Kleinere commissies gaan makkelijker
omdat die eenvoudiger met een studie te combine-
ren zijn. Vier van de tien studenten geven aan dat
ze geen bestuur willen doen vanwege de langstu-
deerboete. Ze zijn bang dat ze door een jaar bestuur
zoveel vertraging oplopen dat ze die 3000 euro boete
moeten betalen.’
Uiteindelijk vond A.S.V. Taste genoeg nieuwe be-
stuursleden, maar daar moesten ze wel veel moeite
voor doen. ‘We hebben veel gesprekken gevoerd met
leden die al eens een commissie deden. Gelukkig
zijn er genoeg leden met hart voor de club, waardoor
we altijd wel een bestuur kunnen vormen, maar het
moet niet zo doorgaan.’
Collegegeldvrij besturenMax Haspels (23), vijfdejaars werktuigbouwkunde
en voorzitter en portefeuillehouder communicatie
Student Union vond redelijk makkelijk nieuwe
bestuursleden voor het komende collegejaar. ‘Maar
daarin zijn we wel een uitzondering. Veel vereni-
gingen hebben moeite met het vinden van nieuwe
bestuursleden. Studenten voelen zich overvallen
door de langstudeerboete. Ze hebben het gevoel dat
de spelregels halverwege het spel zijn veranderd en
ze zijn daarom druk bezig met het afronden van hun
bachelor. Ze hebben geen tijd voor een jaar bestuur.’
Haspels zet zich daarom met de Student Union in
voor een collegegeldvrij bestuursjaar. Studenten
doen daarmee wel een jaar bestuur, maar schrijven
zich niet in bij de universiteit. Daardoor lopen ze
geen studievertraging op, en riskeren ze dus ook
geen langstudeerboete. ‘Het zou een win-winsituatie
zijn voor zowel de student als de universiteit’, denkt
Haspels. ‘De student doet bijvoorbeeld ervaring op
Bestuurders gezochtDoor de langstudeerboete en harde knip doen minder studenten een jaar bestuur voor
een studie-of studentenvereniging. Voorgaande jaren meldden nieuwe bestuursleden zich
spontaan aan, nu moeten verenigingen hard naar hen op zoek.
30 UT NIEUWS 07|2012
met het organiseren van evenementen, iets wat je
niet leert tijdens je studie. En de universiteit blijft
bijdragen aan de voorzieningen. Want het kost
erg veel geld als voetbal en theatersport door een
medewerker geregeld moet worden in plaats van
een student.’ Het grote struikelblok is geld. ‘Als je als
student niet staat ingeschreven krijg je immers ook
geen studiefinanciering en daarmee geen inkomen.
Een bestuursjaar is dan alleen weggelegd voor rijke
studenten. Dat is een gevaar en ik zie graag dat de
UT meewerkt aan het realiseren van de mogelijk-
heid tot het doen van een collegegeldvrij bestuur-
sjaar. Want veel studenten laten de beslissing voor
een jaar bestuur afhangen van de collegegeldvrije
variant.’
BestuursminorSven Oosterhuis (22), vierdejaars technische
bedrijfskunde en voorzitter van studievereniging
Stress bedacht samen met zijn collega’s een andere
oplossing voor het probleem. ‘We hadden veel
moeite om nieuwe bestuursleden te vinden’, zegt
Oosterhuis. ‘Eerst bedachten we dat Stress de helft
van de langstudeerboete zou betalen, maar dat trok
studenten niet over de streep. ’Samen met docenten
zette de studievereniging daarom een nieuwe be-
stuursminor op poten. Bestuursleden doen ervaring
op in het organiseren van zaken voor de studiever-
eniging en worden daar met twintig studiepunten
voor gecompenseerd door de collegestof hier ook
op aan te passen. ‘Daardoor kregen we er een nieuw
lid bij’, zegt Oosterhuis. Zelf loopt hij door zijn jaar
bestuur wel een half jaar vertraging en daarmee een
boete van 1500 euro op. ‘Maar dat heb ik er wel voor
over. Ik ben 50 tot 60 uur per week bezig geweest
met regelen van dingen die ik leuk vind. Ik heb mee-
geholpen de minor op poten te zetten en heb een
coachingstraject opgezet waardoor eerstejaars die
zich inzetten voor de vereniging hulp bij hun studie
krijgen van een coach. Dat heeft 25 actieve eerste-
jaars opgeleverd, terwijl het in voorgaande jaren 15
tot 20 waren. Sommige mensen snappen het niet dat
ik een jaar bestuur heb gedaan omdat zij zelf zo snel
mogelijk willen afstuderen om geen boete op te
lopen. Ik snap die reactie, maar het maakt me niet
uit. Ik had een geweldig bestuursjaar.’ |
UT NIEUWS 07|2012 31
TEKST: MO CORnELISZ En SIMOnE KRAMER | FOTO’S: GIJS VAn OUWERKERK >
Samsam (Oude Markt 15)Een van de bekendere terrassen en eetgelegenheden in Enschede is Samsam. Ben je een echte
zonaanbidder? Dan raden wij je Samsam absoluut aan. De bediening is op onze testdag niet
heel snel. We moesten zeker een kwartier wachten totdat we geholpen werden en ook werden
gebruikte schotels niet direct meegenomen. Het verse sapje is het gelukkig waard, de vitamine C
werd weer op peil gebracht. Een ander goed punt is de daghap. Zeven dagen per week krijg je bij
Samsam een andere culinaire uitspatting van de kok voorgeschoteld. Niet geheel onbelangrijk;
de daghap is zeker betaalbaar voor studenten. Je merkt wel dat de echte Tukkers, toeristen en
studenten bekend zijn met Samsam. Het terras zit namelijk zo goed als vol. Met mooi weer is het
soms een stoelendans, maar als je even geduld hebt vind je wel een mooi plekje in de zon.
Bediening ●●● Prijzen
Hygiëne ●●● Bier v/d tap: e 2,20
Entourage ●●●● Wijn: e 3,00
Zonplezier ●●●●● Fris: e 2,15
Terrassentest
na een zomer met toch redelijk veel mooi weer is het nieuwe collegejaar alweer begonnen. Studeren
betekent echter meer dan alleen achter de boeken zitten en dus trekken studenten veel de stad in. Enschede
wordt gepromoot als een bruisende studentenstad, waar goede terrassen niet kunnen ontbreken. Rondom
de oude markt is het vaak druk en gezellig en door slim te kiezen kun je de hele dag in de zon zitten.
natuurlijk is praktijkervaring het beste, maar toch is het handig om van tevoren al te weten op welk terras
je het beste kan vertoeven. Ook handig voor de 1200 nieuwe UT-studenten die Enschede nog moeten
verkennen. Op een mooie zomerdag testte UT nieuws vijf terrassen.
Lekker nazomeren op het terras
Irish Pub Molly Malone (Oude Markt 11)Irish Pub Molly Malone kwam in de Terras Top 100 van Misset Horeca op nummer 11. Reden genoeg
om dit terras zelf uit te testen. Wat ons zo aansprak bij Molly Malone is de werkwijze. De bediening is
snel, zeer vriendelijk en bovenal oplettend. Om snel te kunnen bedienen hebben ze een heel slim hulp-
middel. De Irish Pub werkt met een vlaggetje op tafel. Wil je wat bestellen of vragen, dan steek je het
vlaggetje omhoog en word je binnen enkele seconden geholpen. Frisdrank wordt geserveerd zoals het
hoort; op viltjes, etiket naar voren en in een flesje. Ben jij een echte bierliefhebber? Dan ben je hier aan
het juiste adres. Molly Malone biedt een ruim assortiment aan speciaalbieren van de tap en in fles. Wat
op ons betreft is die 11e plaats in de top 100 zeker verdiend!
Bediening ●●●●● Prijzen
Hygiëne ●●●● Bier v/d tap: e 2,40
Entourage ●●●●● Wijn: e 3,20
Zonplezier ●●●●● Fris: e 2,10
32 UT NIEUWS 07|2012
Lekker nazomeren op het terrasDe Kater (Oude Markt 5)Aan de westkant van de Grote Kerk vind je een hele rij met terrassen. Eén van deze terrassen is De Kater.
Een prima locatie, vanaf hier heb je namelijk goed zicht over het grootste gedeelte van de Oude Markt.
In de zomer zijn er meerdere festiviteiten op de Oude Markt, bij De Kater zit je altijd eerste rang. Het
meubilair is ietwat ouderwets. Dat geldt ook voor de kopjes waar de koffie in wordt geschonken. De kaart
is inmiddels meer dan tig keer gebruikt en mag dus ook best een keer vervangen worden. De bediening bij
De Kater is snel. De dames en heren nemen snel een drankje op en brengen dit ook zonder problemen.
Daar houden we van. Op dit terras heb je niet de hele dag zon. Is de zon wel te bekennen? Dan verdwijnt
ze achter de grote parasol. Deze parasol is wel ideaal voor als het regent, dan kan je blijven genieten van je
drankje en hapje op het terras.
Bedienin ●●●● Prijzen
Hygiëne ●●● Bier v/d tap: 2,50
Entourage ●●● Wijn: 3,30
Zonplezier ●●● Fris: 2,20
Fellini (Bolwerkstraat 2)Iets buiten de Oude Markt komen we Fellini tegen. Dit is een van de nieuwste eet- en drinkgelegen-
heden in Enschede. Als je op het terras van Fellini gaat zitten zul je misschien denken dat je bij een
strandtent bent beland zonder strand. De stijl doet het wel vermoeden. Binnen is de inrichting hyper-
modern. ’s Avonds wordt Fellini omgetoverd tot een chique club, met verschillende thema-avonden.
Studentikoos kunnen we het hier niet noemen. De kaart van Fellini bevat voornamelijk Italiaanse
gerechten. Je raadt het vast al? De koffie is hier absoluut een aanrader. Wil jij ’s avonds wat luxer eten
en drinken? Dan moet je bij Fellini zeker een (niet dure) daghap en lekkere cocktail nemen. Helaas
zijn hier niet veel zonuren, de gele bol zit voornamelijk verstopt achter hoge gebouwen.
Bediening ●●●● Prijzen
Hygiëne ●●●● Bier v/d tap: 2,50
Entourage ●●● Wijn: 3,30
Zonplezier ●● Fris: 2,20
Central Park (Langestraat 58-60)Het eerste wat opvalt is de grootte van het terras van Central Park; dat is namelijk niet groot. Aan het
achterste gedeelte van het terras staan een paar lounge banken van steigerhout met bijpassende tafels.
Daarvoor staan nog enkele tafels. De aankleding is een beetje sober. Het straalt in ieder geval geen luxe
uit, al zijn we daar in de zomer misschien niet eens naar op zoek. De bediening is snel en aardig, al storen
de vale t-shirts met vlekken ons een beetje. De klandizie op dit terras is een mix van uitgewinkelde voor-
bijgangers, studenten en levensgenieters die al met pensioen zijn. Een nadeel is dat je frisdrank uit een
automaat en dus niet uit een flesje krijgt. Voor slechts e0,10 extra heb je al een frisje uit een flesje.
Bediening ●●●● Prijzen
Hygiëne ●●● Bier v/d tap: 2,40
Entourage ●●●● Wijn: 3,20
Zonplezier ●●●● Fris: 2,00
UT NIEUWS 07|2012 33
International
TExT: MARLOES VAn AMEROM | PHOTO: SHUTTERSTOCK >
1) Organize your emails
Aaaargghh, those emails. Who doesn’t cringe on
the first day of their return to work upon being
confronted with an endless list of electronic mes-
sages? And what is worse, even after you man-
aged to tackle these, a whole new pile will soon be
waiting for you.
In case this stresses you out: you’re not alone. A
growing body of research indicates that for many
people emails have turned from the fun and
quick alternative to ‘common’ mail and phone
calls they once were, into, well, a major head-
ache. Because there are so many and the weight
of the unanswered ones can bear hard on one’s
conscience.
First of all, chip away at emails as fast as possible,
keeping your answers friendly but to-the-point.
Should you still allow your computer system
to loudly alert you to each new incoming email
switch it off, particularly when working on an
important deadline. American studies indicate
that it takes at least five minutes before you are
back on track with your essay, or whatever it was
that needed your attention. And getting behind
schedule is a major ‘stress creator’.
In case you are cc’t into messages that are not
even of interest to you, alert the sender. The
same goes for mailing lists that no longer merit
your interest.
Finally, Microsoft Outlook has some great func-
tions to help organize your email, like labeling
them into various categories. So has Gmail these
days. In his famous book on time management
Getting Things ѵ Done, king of time management
David Allen offers useful pointers as well.
2) Work smart
Talking about time management, developing some
fresh skills in this field may also help you to deal
better with your workload. If you silently fear time
management merely represents ways to work
more efficiently –thereby only ‘helping’ you to add
MORE items to your to-do list- then think again.
These days it also helps you take a fresh look at
what you really want to go for (and what not)
and to maintain your boundaries correspondingly
and say no when necessary. Ensuring you have
sufficient free time to recharge your batteries
throughout the working week and weekend is
actually an important priority.
Interested? Then register for one of the many
courses the UT organizes in this field coming aca-
demic year. Simply surf to: http://www.utwente.nl/
hr/cursusaanbod/en/Calendar/
And/or explore the art of life hacking, which helps
you to manage and control your information
needs -rather than vice versa- often by using the
web. Visit for example Tim Ferris’ webpage, the
movement’s founder at www.fourhourworkweek.
com. While not all of his tips may be for you (take
‘employ a relatively cheap personal assistant in
India using the web to communicate your needs’,
for instance), many have found his advice on us-
ing one’s social networks, like Facebook, to gener-
ate expertise and tips when dealing with complex
(research) problems helpful.
3) Go green
Just watching green spaces can have a calming
effect although having a sniff at nature itself is
clearly even more effective. Fortunately, fields
and trees are not that difficult to come by at our
campus. But what if you need a table to work at
or you feel like working outside of the campus?
In that case, a visit to the Ik en mijn moeder
(‘Me and my mom’) tea garden, may be an
option. Not only is it located in a park (namely
the Wooldrikspark), you will sit in a beautiful
English-style garden . Should you need books as
well or fast internet at some stage? Not a prob-
lem. Just pop by the UT study areas in the Wal-
straat or, if you are no longer a student but a UT
employee, the public library with its free, yet fast
Wi-Fi. The latter is located in the Pijpenstraat.
4) Sports
A great way to at least temporarily keep those
stress bugs at bay is to do some sports dur-
ing your breaks on campus. Activities like Tai
Chi and yoga are known for their calming and
Hopefully, you had a brilliant holiday from which you returned tanned, revived and, who
knows, buzzing with new exciting plans. However, once we return to our daily working
routines it can be easy to fall back into old patterns and get all stressy, tired and coffee
addicted again. So how to avoid the post-holiday blues? Below follow some tips.
How to stay happy and relaxed
34 UT NIEUWS 07|2012
When your holidays are over
relaxing effects, and may in the long term boost
your concentration. Or what to think of Zumba?
The cheerful rhythms to which you will dance
not only enable you to indulge in some choco-
late in a guilt-free manner afterwards, they can
also easily bring back your holiday feeling.
5) Get a good massage
Unfortunately, unlike Amsterdam and other big
cities in the West, relatively cheap, pay-as-you-go
Chinese massages are not yet available in En-
schede. A pity perhaps, because Asian and other
type of massages can be a great way to relax
not only your muscles, but also yourself. There
are, however, some Asian, mostly Thai, massage
therapists in Enschede, whom you can turn to,
like Titra Srichawong at the Mekkelholtsweg 22.
Prices start from ѵ25 for 30 minutes.
In case the reason you feel you could do with a
massage lies in persistent neck, shoulder or back
pain following prolonged computer use, you can
also turn to the ‘anti-RSI’ masseuse employed by
the UT Sports Center. Phone the Sports Center
for further details on 053-4894780.
6) Finally,
should you find yourself still struggling with
deadlines to the extent that it makes you un-
happy or makes you experience physical prob-
lems, like insomnia or headaches, then consider
that perhaps deeper underpinning problems
could play a role.
Persistent procrastination may mask perfor-
mance anxiety for example. Linked to this, self-
imposed perfectionism can be a main pitfall.
Whatever the underlying cause, do not fear.
The UT’s psychologists are trained in assisting
you to trace and conquer the root cause of your
problems in balancing your studies or work
with your private time – as fast as possible.
Happy working! |
How to stay happy and relaxed
UT NIEUWS 07|2012 35
36 UT NIEUWS 07|201236 UT NIEUWS 07|2012
TExT: MARISKA ROERSEn | PHOTO: GIJS VAn OUWERKERK >
‘iDEAL is a good example of a large IT implemen-
tation in a network setting’, the German scientist
introduces her research. ‘All banks benefit from
the system, but it took very complex mechanisms
to objectively allocate costs and benefits amongst
the partners.’
Silja was not involved in iDEAL herself, but used
4 case studies to create an instrument to support
group decisions. ‘One of the main findings was that
a bidding system in which partners can anony-
mously suggest how much they want to invest in
the project works best. After that, distribution of
benefits based on some previously determined fac-
tor, such as profit, is a very useful starting point.’
Structure for peopleThe added value of Silja’s research can be sum-
marised as offering structure. ‘It sounds extremely
straightforward but simplification really helps.
People tend to wander off into details and don’t
focus on the most important issues. My method
gives the needed structure for evaluating IT
investments.’
Silja vividly recalls the moment when she realised
her research could really make a difference: ‘Once,
a large company invited me to give a workshop
to project managers from all over the world. I
received very encouraging feedback from them.
The managers and consulting agencies shared
with me that the workshop had really helped them
to progress their work.’
Thesis as a homeNow that her PhD is completed, the doctor looks
back on the four years that lie behind her and
is a bit nostalgic about it. ‘My thesis has become
my home! It’s like I am living in a house where
only I know where I put things and where to find
them again’. Having said this, Silja acknowledges
that she also faced some darker moments. ‘The
first year was particularly challenging. As I was
working for two faculties, I sometimes felt isolated
from both of them. There were moments when I
wondered where it was all going, and how I could
find a balance in my dissertation.’
It was only from the second year onwards that she
started to feel thrilled about what she was doing.
‘I started to see that because I worked from both
an IT and a management perspective, I was able
to realise a synergetic effect.’ Silja is convinced
that true innovation is born at the intersection of
disciplines.
‘Choose your own path’Being a veteran now, what advice can the re-
searcher give to other PhDs? ‘Choose your own
path’, Silja answers decisively. ‘Be the captain of
your own ship, since you will be the one having
to do the work.’ On top of that, Silja strongly
recommends doing research abroad if there are
opportunities. ‘I spent two weeks on a research
visit to Aalborg, Denmark. If I could do it again,
I would stay for longer. During my studies I
lived in Sweden for 6 months and I have never
forgotten its beauty. I also like the way Scandi-
navian countries are frontrunners in things like
emancipation.’ Not to say that the German native
doesn’t like The Netherlands, though:. ‘In Ger-
many, there is often more hierarchy in organi-
sations. I really enjoy the ability to have lively
discussions here where organisational structures
are quite flat.’ |
‘My thesis is like my home!’ Silja Eckartz:
Congratulations to Dr. Silja Eckartz. On August 31st, she defended her dissertation successfully! Silja
finished a dual PhD at EWI and MB on methods of improving cost estimations and benefits management
for IT implementations in networks. She explains how her tools assist in reaching a fair distribution of
costs and benefits and, as a bonus, has some advice for PhDs who still have some way to go.
PhDs are the backbone of our university. But who are they?
Every month, we introduce another PhD candidate to you.
This month: Silja Eckartz, PhD Graduate at the Information
Systems Group.
International
36 UT NIEUWS 07|2012
TExT: LEAnnE BEnnEWORTH | PHOTO: GIJS VAn OUWERKERK >
I’d never visited the Netherlands before I came
to Enschede, in fact it was the first time I’d
left the American continent! I’m from southern
Brazil, which is more like Europe than the rest
of Brazil, but it was still a culture shock. The
biggest change for me was the limited hours for
shops and markets in the Netherlands – it’s just a
few hours and if you miss it, that’s your chance to
shop gone! That was difficult to get used to.
My home city is small, about 200,000 people.
I’d been doing my Master’s in a city of 4 million
people before I moved here, so strangely En-
schede feels more like home. I did my Bachelor’s
at a campus university too, so the campus feels
very familiar. I love cycling along through trees
with the birds singing and suddenly seeing cows,
that’s what I grew up with and that’s what En-
schede is like too.
I’ve done some Dutch courses, but it’s hard to
get practice. There are a lot of non-Dutch in my
research group – four others from Brazil! I find
people on the campus are very patient when
I try out my Dutch though, people in the city
quickly switch to German and then English.
I’d like to stay in Europe when I finish my
PhD, though I had considered going to North
America. There is more balance here, you can
work and enjoy life rather than just focusing on
work. |
Suddenly seeing cowsBrazilian Ricardo de Oliveira Schmidt is a
PhD candidate in Design and Analysis of
Communications Systems. His research focuses on
the management of network systems.
ExpatLens
UT NIEUWS 04|2012 37
38 UT NIEUWS 07|2012
20/8 - @AtillaKerpisci: @jandouwekroeske De #utwente opstellin-
gen op #Lowlands zagen er goed uit! Twentse groet aan jullie hele
team!
20/8 - @woutervj: Blijft toch irritant, op de fiets ingehaald worden
door iemand die er duidelijk minder moeite voor doet. #elektro-
motor
20/8 - @amberwalraven: Dat was wel het spannendste afstudeer-
praatje ooit.... flauwvallende toehoorder. BHV erbij gehaald. Alles
goed gekomen en afgestudeerd :-)
21/8 - @kickin_ut: Opbouw Kick-In al druk aan de gang - de tent
staat al en het begint er allemaal steeds meer op te lijken!
22/8 - @RobbinJan: Aangezien ik nog niks ken in Enschede zo al
op de fiets richting de UT voor #kick12
22/8 - @Erwinholtland: NOS op bezoek bij innovatieve bedrijven
op Kennispark Twentehttp://bit.ly/PWNM80
22/8 - @tomsnijders: Op naar Enschede voor de Kick-In! Mooooooi
#kick12
22/8 - @WouterMoes: Jetzt geht die Party richtig los! #kick12
#aegee #KADMOS
22/8 - @GijsDiepeveen: Bier mag niet van de organisatie #kick12
23/8 - @Lindaeew: Mijn laatste echte vakantiedag is begonnen. En
die begin ik natuurlijk met koffie op de veranda.
23/8 - @bobvandevijver: Ha! Kijk maar uit! Ik heb een brandslang
bij de #bestorming van de #bastille! Ik kijk er naar uit! #kick12
24/8 - @ppverbeek: Slecht verteerbaar nieuws: Rijksmuseum
Twenthe schrapt veertien banen wegens aangekondigde bezuinin-
gen op subsidie http://bit.ly/NehB4g
24/8 - @hwgvdhoeven: Volgens mij is de introductieweek van de
#UTwente aan de gang. Diverse groepjes jongmenschen in ganz-
epas op weg naar jolijt ende vermaeck.
26/8 - @Henrikjee: Heerlijk dat studentenleven:) weetbeters zijn
sws de leukste #kick12
27/8 - @mfonville: “@UTNieuws: Partijen bezuinigen op ov-studen-
tenkaart http://tinyurl.com/9r2wo38” gaan we dan eindelijk weer
massaal liften als studenten? #AEGEE
27/8 - @SUTwente: Ook meedansen voor het goede doel? Doe dan
op 30 september mee aan de Zumbathon! Kaartjes koop je via:
http://www.zumbalinda.nl
27/8 - @liudvikaleisyte: Did you find my Ipad at London Heathrow
today? I would appreciate if you could contact me ASAP. Thank
you very much.
27/8 - @Jowsen: 49 mensen uit één auto #kick12
28/8 - @wietsesmid: Pfft. 12 uur. En we moeten nog aan de biere-
stafette beginnen.....
28/8 - @amberwalraven: Giving my final lecture at UT today. They
called it ‘fun lecture’ on the pre-master faculty introduction pro-
gram. I’ll try! :-D
Twenty Twente TweetsService
UT NIEUWS 07|2012 39
Be here. Be the future.
Herken je de taal van de mensen die je hier
ziet afgebeeld? Heb je gezonde ambities
op het gebied van mechatronica? Dan ligt
er bij DEMCON een geweldige kans op je
te wachten. We ontwikkelen baanbrekende
projecten op het gebied van hightech-
technologie en maken een groei door waar
de meeste andere bedrijven alleen maar van
kunnen dromen. Neem contact met ons op
als je mee wilt praten. Versterk onze denktank,
ervaar waar we met elkaar toe in staat zijn en
tot welke prachtige ontwikkelingen dat leidt.
Kijk op www.bethefuture.nl
“ Hoe kunnen we het electrische en mechanische
domein hier integreren? Ideeën?”
“ ________ ________
______ _____________
_____________”
DEMCON wenst alle studenten van de UTeen briljant studiejaar
www.be the future.nl
www.asml.com/careers
How do you make a lithography system that goes to the limit of what is physically possible?
At ASML we bring together the most creative minds in science and technology to develop lithography machines that are key to producing cheaper, faster, more energy-efficient microchips. Per employee we’re Europe’s largest private investor in R&D, giving you the freedom to experiment and a culture that will let you get things done. Join ASML’s multidisciplinary teams and help us push the boundaries of what’s possible.
Wereldwijd succesvol met compressors en gasturbines voor de olie- en gasindustrie
Hoogwaardig Hengelo
Siemens staat wereldwijd bekend als een betrouwbare partner voor technische op-lossingen van hoogwaardige kwaliteit. In Hengelo ontwikkelen zeer gespecialiseerde en hoogopgeleide engineers en service-technici al vier decennia lang complete oplossingen voor de exploi tatie van olie- en gasvelden.
Kennis, ervaring, inzet en innovatiekracht. Dat zijn de ingrediënten voor het succes. Siemens Energy ontwerpt, bouwt en instal-leert hoogwaardige compressor installaties én draagt zorg voor onderhoud, reparatie en verbetering van bestaande compressors.
Niet alleen de compressor zelf, maar ook de aandrijving – in de vorm van een gasturbine of elektromotor – en alle regelapparatuur produceert Siemens zelf. Daarmee is het één van ’s werelds grootste en meest inno-vatieve spelers op dit gebied.
Betrouwbaar en integerDe vestiging in Hengelo is een betrouwbare en integere partner die meedenkt, flexibel is en zorgvuldig omgaat met milieu en productie- en klantgegevens. Van detail-ontwerp tot installatie on site. Kortom: een wereldwijd competence center voor de olie- en gassector.
Siemens EnergyLocatie OostIndustrieplein 17553 LL HengeloT 074 240 [email protected]
www.facebook.com/siemens nederland www.linkedin.com/company/ siemens-nederland-n-v-locatie-oost
SIE Adv Hengelo 220x297.indd 1 27-08-12 16:41