Typologie schema's

7

Click here to load reader

Transcript of Typologie schema's

Page 1: Typologie schema's

Wat beweegt de mensen met de verschillende opstellingen?

DE INITIERENDE OPSTELLING

DE CONTROLERENDE OPSTELLING

DE ONDERSTEUNENDE OPSTELLING

DE ANALYSERENDE OPSTELLING

Kan verbeterendoor:

Zelfdiscipline,Afstand, nadenkenRust.

Aandacht voor emoties, luisteren naar de anderen.

Doortastendheid,Voortvarendheid,Eigen initiatief

Initiatieven , doen,Leven, risico’sNemen.

Constateert progressie door:

Toejuichingen,Concreet commentaar.

Concrete feiten,Doelen gaan voor mensen.

Attentie en erkenning door derden.

Bezig zijn, en blijven, en resultaat scoren.

Moet ruimte krijgen om:

Te scoren met spannende uitdagingen.

Te meten (=weten), concurreren en winnen.

Zich prettig te voelen met zijn omgeving.

Niet onder druk te komen.

Zoekt leiding die:

Aanzet tot nog meer succes, inspireert.

Hen de ruimte voor eigen koers geeft.

Concrete voorzetten en projecten aanbiedt.

De paden uitzet.

Is karig met: Hard werken, liever lui dan moe.

Tijd, men lijkt erg druk en doelmatig.

Persoonlijke banden, relaties zijn belangrijk.

De kans hun imago te verzwakken door te weinig kennis.

Hecht waarde aan:

Anderen overhalen, sociaal verkeer.

Opdrachten correct en op tijd volbrengen.

Waardering, als men me maar aardig vindt.

Kennis, diepgang is de basis van alles.

Is op zijn best bij:

Enkele hints hoe het uitdagende doel te bereiken.

Gezag en verantwoordelijkheid.

Aangegeven werkwijze en planning.

Logisch toepasbare analyse.

Vertrouwt op zijn:

Uitstraling en overredingskracht.

Deskundigheid en kracht.

Vermogen anderen voor zich in te nemen.

Deskundigheid en data.

Is heel goed in:

“Verkopen”, plannen maken, acteren.

Ordenen, plannen, ontwikkelen, organiseren.

Aardig zijn, relationele taakaspecten.

Onderzoek, analyse, statistiek, databeheer.

Page 2: Typologie schema's

Wat vinden de verschillende opstellingen van elkaar?

De analyserende opstelling

Wie bewondert wat in de ander het meest?

Wie bewondert wat in de ander het minst?

Analyserend>

Analyserend

Het verstandelijke, de rust, het behoudende, de hang naar logica en

degelijkheid, de neiging tot samenwerking, de nauwkeurigheid, de betrouwbaarheid.

De starheid, de reserve, de koele, kritische opstelling.

Analyserend>

Ondersteunend

Het gemak in de omgang, de inschikkelijkheid, het nadenkende, de rust,

het zorgvuldige, de neiging tot samenwerking.

Het gevoelsmatige, het inschikkelijke, het zachtaardige.

Analyserend>

Initiërend

Het stimulerende, het aanzetten tot nadenken, het beeldende.

De grote lijnen, het gevoelsmatige, het geëxalteerde, het niet afmaken van taken,

het niet nakomen van afspraken.

Analyserend>

Controlerend

De doelmatigheid, de hang naar logica, de gerichtheid tot feiten en taken.

De gehaastheid, het concurrerende, het riskerende, de bluf.

Page 3: Typologie schema's

Wat vinden de verschillende opstellingen van elkaar?

De initiërende opstelling

Wie bewondert wat in de ander het meest?

Wie bewondert wat in de ander het minst?

Initiërend>

Initiërend

De sociale vaardigheid, het geestdriftige, het gevoelsmatige, de ondernemendheid,

het gevoel voor drama, de mate van geïnvolveerdheid

De veelheid van woorden, de scoringsdrang, de eigenwijsheid, het

impulsieve.

Initiërend>

Controlerend

De deskundigheid, de onafhankelijkheid, de zelfverzekerdheid.

Het gebrek aan warmte, de mate van gedisciplineerdheid, het serieuze, het

kritisch-beschouwende.

Initiërend>

Ondersteunend

Het coöperatieve, het behulpzame, de bereikbaarheid, de prettige manier van

doen.

Het vermogen zich altijd aan te passen, de bezorgdheid, het concurrentie ontwijkende,

het gebrek aan tempo.

Initiërend>

Analyserend

De gerichtheid op coöperatie, de mate waarin men op hen kan bouwen.

Het gebrek aan zichtbare levensvreugde, het emotieloze, het gebrek aan dynamiek,

het geloof in cijfers.

Page 4: Typologie schema's

Wat vinden de verschillende opstellingen van elkaar?

De ondersteunende opstelling

Wie bewondert wat in de ander het meest?

Wie bewondert wat in de ander het minst?

Ondersteunend>

Ondersteunend

De neiging tot samenwerking, de plezierige omgang, het nadenkende, het

hulpvaardige.

Het gebrek aan tempo, de gereserveerdheid, de rust.

Ondersteunend>

Initiërend

Het vlotte, het stimulerende, het geestdriftige, het belangstellende.

Het lawaaierige, veel woorden, het gevoelsmatige, het geëxalteerde.

Ondersteunend>

Controlerend

Het doelmatige, het gevoel van verantwoordelijkheid, de deskundigheid,

het gedisciplineerde.

Het zelfingenomene, de moeizame relatie, het gebrek aan geduld, het gereserveerde, het gebrek aan geduld, het emotieloze, het

eisende.

Ondersteunend>

Analyserend

Het behoudende, het geduldige, het nauwkeurige, het coöperatieve.

Geen warmte, geloof in cijfers, geen gevoelens, de afstand.

Page 5: Typologie schema's

Wat vinden de verschillende opstellingen van elkaar?

De controlerende opstelling

Wie bewondert wat in de ander het meest?

Wie bewondert wat in de ander het minst?

Controlerend>

Controlerend

De snelheid en de logica, het zelfstandige, de besluitvorming, het doelmatige,

concrete, de discipline, de dadendrang.

Het gebrek aan luistervaardigheid, de gereserveerdheid, de eigenwijsheid, de

gehaastheid, het eisende.

Controlerend>

Initiërend

Het tempo, het concurrerende, het inlevingsvermogen, het sociaal vaardige.

Het chaotische, het gevoelsmatige, het geëxalteerde, het impulsieve.

Controlerend>

Ondersteunend

Het bedachtzame, de drang tot samenwerking, het behulpzame, het

coöperatieve.

Het gevoelsmatige, het gebrek aan analyse, het gedetailleerde, het

afwachtende.

Controlerend>

Analyserend

De nauwkeurigheid, de objectiviteit, de logische denkwijze, het betrouwbare.

Teveel feiten, gebrek aan besluitvaardigheid, geen risico lopen.

Page 6: Typologie schema's
Page 7: Typologie schema's