Buurtleefbaarheid beschreven: Ontwikkelingen in de veertig ...
Te jong? Te oud? Leeftijdsdiscriminatie · veertig te selecteren voor een aanwervingsopdracht. ......
Transcript of Te jong? Te oud? Leeftijdsdiscriminatie · veertig te selecteren voor een aanwervingsopdracht. ......
Te jong?
Te oud!
Unia helpt bij leeftijdsdiscriminatie
1 2019 │ Leeftijdsdiscriminatie
Inhoud
1. Wie kan slachtoffer worden van leeftijdsdiscriminatie? ............................................................... 4
2. Leeftijdsdiscriminatie .................................................................................................................. 5
2.1 Discriminatie? ................................................................................................................................ 5
2.1.1 Er zijn verschillende verboden vormen van discriminatie..................................................... 5
2.1.2 Het publieke leven ................................................................................................................. 6
2.1.3 Er zijn 19 beschermde persoonskenmerken/criteria ............................................................ 6
2.2 Gerechtvaardigd in sommige gevallen? ........................................................................................ 6
2.2.1 Algemene rechtvaardigingstoets ........................................................................................... 6
2.2.2 Wezenlijke en bepalende beroepsvereiste ........................................................................... 7
2.2.3 Andere rechtvaardigingsmogelijkheden ............................................................................... 7
2.3 Leeftijdsgebonden stereotypen en vooroordelen .......................................................................... 8
3. Waar en wanneer komt leeftijdsdiscriminatie voor? .................................................................... 9
3.1 Op de arbeidsmarkt ....................................................................................................................... 9
3.1.1 Vooraf: wervings- en selectiefase ......................................................................................... 9
3.1.2 Tijdens de uitoefening van de arbeidsovereenkomst ......................................................... 13
3.1.3 Bij het einde van de arbeidsovereenkomst en ontslag ....................................................... 14
3.2 Bij aankoop van goederen of dienstverleningen ......................................................................... 15
3.2.1 Verzekeringssector .............................................................................................................. 15
3.2.2 Banksector ........................................................................................................................... 17
3.2.3 Huisvestingssector ............................................................................................................... 18
3.3 Bij sociale, culturele, sportieve activiteiten ................................................................................. 20
4. Hoe kan Unia je helpen? ........................................................................................................... 21
4.1 Unia geeft je gratis advies en/of begeleiding .............................................................................. 21
4.1.1 Online melden op onze website .......................................................................................... 21
4.1.2 Persoonlijk melden aan een medewerk(st)er van Unia ...................................................... 21
4.1.3 Wat gebeurt er na je melding? ............................................................................................ 21
4.1.4 Wat zijn mogelijke stappen na een melding? ..................................................................... 22
4.2 Unia adviseert overheden en organisaties .................................................................................. 23
4.3 Wat Unia niet doet ...................................................................................................................... 23
5. Rechtspraak & wetgeving leeftijdsdiscriminatie ......................................................................... 23
6. Preventie en sensibilisering ....................................................................................................... 24
7. Meer weten en FAQ’s ............................................................................................................... 24
8. Nuttige contacten ..................................................................................................................... 24
2 2019 │ Leeftijdsdiscriminatie
3 2019 │ Leeftijdsdiscriminatie
Vooraf
Waarom moeten we aandacht hebben voor leeftijdsdiscriminatie?
▪ Een onderscheid of ongelijke behandeling omwille van iemands leeftijd wordt
al te vaak onterecht beschouwd als normaal, neutraal en toelaatbaar.
▪ Het ongelijk behandelen van iemand, omwille van een beschermd kenmerk, is
discriminatie. Discriminatie is wettelijk verboden en strafbaar.
▪ Leeftijd is een beschermd criterium volgens de Antidiscriminatiewet.
▪ Wie discrimineert, riskeert zware gevolgen zoals een schadevergoeding, boete
of gevangenisstraf.
▪ Een leeftijdsonderscheid is alleen toegelaten wanneer dit objectief en redelijk
gerechtvaardigd kan worden.
▪ Leeftijdsdiscriminatie is een belangrijk maatschappelijk probleem: Unia opent
jaarlijks meerdere discriminatiedossiers omwille van leeftijd op het vlak van
werken, wonen, studeren, verzekeringen, vrijetijdsbeleving ...
▪ In 2018 kreeg Unia 433 meldingen over leeftijd en werden 152 leeftijdsdossiers
geopend.
▪ Discriminatie verhindert een inclusieve samenleving waarin iedereen gelijk kan
deelnemen.
4 2019 │ Leeftijdsdiscriminatie
1. Wie kan slachtoffer worden van leeftijdsdiscriminatie?
Iedereen
Iedereen is op een bepaald moment in zijn leven 'junior' of 'senior'. Dit kenmerk kan voor
zowel 'jongere' als 'oudere' personen een negatieve impact hebben door bestaande
vooroordelen die heersen over jongere en oudere mensen. Iedereen kan dus op een
gegeven moment slachtoffer worden van leeftijdsdiscriminatie.
Je bent natuurlijk niet alleen maar een minder- of meerderjarige, een adolescent of
volwassene, een jongere of oudere. Je bent daarnaast ook man of vrouw, al dan niet met
een handicap en misschien heb je ook last van een ziekte. Je leeftijd is met andere woorden
maar één van je vele persoonskenmerken.
Gezondheidstoestand, ziekte of handicap zijn persoonskenmerken die wel vaak tegelijk
een rol spelen bij leeftijdsdiscriminatie op meerdere maatschappelijke domeinen. We
spreken in dit verband over ‘kruispuntdenken of intersectionaliteit’: door die kruising van
meerdere persoonskenmerken ben je meer vatbaar voor uitsluiting of discriminatie, al dan
niet op verschillende maatschappelijke domeinen zoals huisvesting, werk, verzekeringen …
5 2019 │ Leeftijdsdiscriminatie
2. Leeftijdsdiscriminatie
2.1 Discriminatie?
Discriminatie is het ongelijk behandelen van een andere persoon op basis van persoonlijke kenmerken die
er niet toe doen. Volgens de Belgische antidiscriminatiewetgeving zijn zowel directe en indirecte
discriminatie, pesterijen, haatboodschappen en haatmisdrijven tegenover een persoon of een groep
personen omwille van specifieke persoonlijke kenmerken verboden en strafbaar.
2.1.1 Er zijn verschillende verboden vormen van discriminatie
▪ Directe discriminatie
▪ Indirecte discriminatie
▪ Aanzetten of opdracht geven tot discriminatie, haat of geweld
▪ Weigering van redelijke aanpassingen
▪ Pesterijen
▪ Haatspraak (hatespeech)
▪ Haatmisdrijven
De twee meest voorkomende discriminatievormen omwille van leeftijd zijn:
Directe en/of indirecte leeftijdsdiscriminatie
Bij directe leeftijdsdiscriminatie wordt iemand omwille van zijn of haar leeftijd nadeliger behandeld dan
iemand anders die zich in een gelijkaardige situatie bevindt.
▪ Bijvoorbeeld: een personeelsadvertentie die een werknemer zoekt “tussen 25 en 35 jaar” sluit
direct andere leeftijden uit.
Bij een indirecte leeftijdsdiscriminatie kan een ogenschijnlijk neutrale bepaling of handelswijze personen
van een bepaalde leeftijd benadelen tegenover andere personen in een gelijkaardige situatie.
▪ Bijvoorbeeld: voor een vacature zoekt een werkgever “pas afgestudeerde kandidaten” waardoor
oudere kandidaten minder kans maken op de job.
Opdracht geven tot leeftijdsdiscriminatie
Opdracht geven tot discriminatie betekent dat je aan iemand anders of een organisatie vraagt om een
persoon of groep te discrimineren op basis van het criterium leeftijd. Zowel de persoon of organisatie die
de discriminerende opdracht geeft als diegene die de opdracht uitvoert, heeft hierin een
verantwoordelijkheid. Beiden kunnen door een rechtbank worden veroordeeld wegens discriminatie.
▪ Bijvoorbeeld: een werkgever vraagt aan een uitzendbureau om alleen kandidaten jonger dan
veertig te selecteren voor een aanwervingsopdracht.
6 2019 │ Leeftijdsdiscriminatie
2.1.2 Het publieke leven
De antidiscriminatiewetgeving is van toepassing op verschillende domeinen van het openbare of publieke
leven zoals de arbeidsmarkt, de huisvestingssector, horecadiensten, verzekeringen en het bankwezen,
recreatieve activiteiten, enz.
De wet is niet van toepassing binnen de private levenssfeer, tussen familieleden of partners (tenzij er
sprake is van een haatmisdrijf). In geval van discussie hierover is het aan een rechter om te oordelen waar
de private levenssfeer eindigt en het maatschappelijke leven begint.
2.1.3 Er zijn 19 beschermde persoonskenmerken/criteria
De antidiscriminatiewetgeving definieert niet alleen de verschillende vormen van discriminatie, maar ook
de persoonlijke kenmerken die beschermd zijn. Er zijn in totaal 19 beschermde criteria bepaald waarvan
leeftijd er één is.
Lees meer over de antidiscriminatiewetgeving en de 19 beschermde criteria.
Bekijk een filmpje waarin we in 2 minuten uitleggen wat de Antidiscriminatiewet verbiedt en wat de
gevolgen zijn van discriminatie.
2.2 Gerechtvaardigd in sommige gevallen?
In sommige gevallen is het wel toegelaten om een onderscheid te maken. De mogelijkheden voor een
rechtvaardiging zijn echter behoorlijk complex. Daarom is het nodig elk geval afzonderlijk te analyseren en
hierbij steeds de volledige context in overweging te nemen. Unia doet alleen uitspraken over dossiers op
basis van een eigen diepgaande analyse. Maar uiteindelijk kan enkel een rechter oordelen over de vraag
of een leeftijdsonderscheid gerechtvaardigd is.
2.2.1 Algemene rechtvaardigingstoets
Het algemene principe van de objectieve en redelijke rechtvaardiging voor een direct of indirect
leeftijdsonderscheid betekent dat je moet kunnen aantonen dat:
▪ je een legitiem doel nastreeft: wat is de onderliggende reden voor het leeftijdsonderscheid? Is
deze reden aanvaardbaar?
▪ je een passend middel inzet om dat doel te bereiken: zorgt de leeftijdsgrens ervoor dat je het doel
bereikt?
▪ de leeftijdsgrens noodzakelijk of proportioneel is om dat doel te bereiken: kan het doel niet op
een ander manier bereikt worden?
De leeftijdsvoorwaarde die in België wordt opgelegd om een rijbewijs te behalen, is een toepasselijk
voorbeeld: enkel meerderjarigen, vanaf 18 jaar dus, komen in aanmerking. Een ander voorbeeld is de
voorwaarde om een leefloon van het OCMW te krijgen: daarvoor moet de aanvrager ook meerderjarig
zijn.
7 2019 │ Leeftijdsdiscriminatie
2.2.2 Wezenlijke en bepalende beroepsvereiste
Op de arbeidsmarkt is het moeilijk om een direct leeftijdsonderscheid te rechtvaardigen. Een werkgever
kan wel een leeftijdsonderscheid voor een functie bepalen maar alleen wanneer het gaat om een
wezenlijke en bepalende beroepsvereiste voor de functie. In mensentaal: zonder het leeftijdsonderscheid
kan het werk of de functie niet uitgevoerd worden. Het is dus niet voldoende dat een bepaald kenmerk
nuttig of gepast zou zijn voor het uitoefenen van de beroepsactiviteit. Er moet daarom in detail gekeken
worden naar de functiecompetenties én de context waarin de functie wordt uitgeoefend.
Een voorbeeld van een wezenlijke en bepalende beroepsvereiste is de vraag naar een ouder model voor
een reclamespot voor cosmeticaproducten die huidveroudering tegengaan.
2.2.3 Andere rechtvaardigingsmogelijkheden
De antidiscriminatiewetgeving voorziet nog situaties waarin een leeftijdsonderscheid geen verboden
discriminatie is.
▪ Zo is er bijvoorbeeld geen sprake van discriminatie wanneer een leeftijdsonderscheid wordt
opgelegd door een andere wet (die conform hogere rechtsnormen is, zoals de Belgische
grondwet, het recht van Europese Unie en in het internationaal recht). Denk bijvoorbeeld aan de
minimumleeftijd om een examen voor een rijbewijs te mogen afleggen of de wettelijke
pensioenleeftijd
▪ Positieve acties zijn specifieke en tijdelijke maatregelen om de nadelen die te maken hebben met
een beschermd criterium zoals leeftijd, te voorkomen of te herstellen. Positieve actie heeft als
doel een bestaande ongelijkheid of onevenwicht weg te werken.
Bijvoorbeeld: een bedrijf komt tot de conclusie dat de leeftijdspiramide van het
personeelsbestand ongelijk verdeeld is, met een overwicht van min-dertigers en plus-
vijftigers. Het bedrijf wil dit veranderen en kan overwegen om een positieve actie te voeren
door bij vacatures in de toekomst te selecteren op een leeftijdscategorie (30 tot 50 jarigen),
totdat de verhoudingen hersteld zijn.
▪ Lees meer in hoofdstuk 3 en de Standpuntnota van Unia (2018) voor meer informatie over
positieve actie.
8 2019 │ Leeftijdsdiscriminatie
2.3 Leeftijdsgebonden stereotypen en vooroordelen
Iedereen heeft stereotype gedachten. Dat is normaal.
Een stereotype is een idee of spontane gedachte die we
hebben bij iemand of een groep personen. Ze zijn vaak
onschuldig, ze kunnen positief of negatief zijn, maar
komen nooit volledig overeen met de echte realiteit.
“50-plussers zijn trager en niet mee met de
technologische vooruitgang, jongeren feesten graag,
pas afgestudeerden zijn voornamelijk bezig met hun
smartphone, jonge vrouwen zijn graag bezig met hun
gezin …”
Toch is niet elke 50-plusser onhandig met een tablet,
niet elke jongere hangt graag het feestvarken uit, niet
elke vrouw wil huisvrouw zijn, enz. Vooroordelen gaan
een stap verder dan een stereotype gedachte. Ze
kleuren onze beoordelingsblik voor alle leden van een
bepaalde groep, zowel positief als negatief.
Vooroordelen houden een (positief of negatief)
waardeoordeel in en beïnvloeden al dan rechtstreeks
onze gedragingen, onze keuzes die we maken.
“Oudere werknemers passen zich moeilijker aan, pikken dingen minder snel op, hebben vaker
gezondheidsproblemen. Jongeren hebben gebrek aan ervaring en discipline, zijn arrogant en minder
trouw aan de werkgever, …”
Wanneer iemand (on)bewust zijn vooroordelen vertaalt in zijn gedrag, loert discriminatie om de hoek. Een
werkgever vreest gezondheidsproblemen van een kandidaat-werknemer van 54 jaar en geeft daarom de
voorkeur aan een jonger iemand? Deze werkgever past een leeftijdsonderscheid toe en discrimineert
bijgevolg de oudere persoon.
Unia maakte een video ‘Hoe werkt discriminatie?’ over hoe stereotype ideeën kunnen leiden tot
discriminatie.
Leeftijdscampagne van Unia
9 2019 │ Leeftijdsdiscriminatie
3. Waar en wanneer komt leeftijdsdiscriminatie voor?
Discriminatie op basis van leeftijd komt vaak voor op de arbeidsmarkt, maar ook in andere sectoren zoals
goederen en diensten (bijvoorbeeld verzekeringen) en bij deelname aan socio-culturele activiteiten.
3.1 Op de arbeidsmarkt
Op de arbeidsmarkt kunnen mensen op verschillende momenten tijdens hun loopbaan te maken krijgen
met discriminatie: vooraf, tijdens of op het einde van een loopbaan.
3.1.1 Vooraf: wervings- en selectiefase
Een job vinden is soms moeilijker voor schoolverlaters die weinig of geen ervaring hebben en voor
personen vanaf 45 jaar. Al bij het begin van de zoektocht naar een baan kunnen zij geconfronteerd worden
met direct en indirect leeftijdsonderscheid. Dit blijkt uit de individuele dossierbehandeling van Unia en ook
uit verschillende nationale en internationale wetenschappelijke onderzoeken.
In plaats van de vereiste eigenschappen en competenties te beschrijven, verwijst de werkgever vaak
(direct of indirect) naar de leeftijd van de kandidaat. Het maken van een leeftijdsonderscheid zit duidelijk
nog sterk ingebakken in onze gewoontes.
De verwijzing naar leeftijd in vacatures gebeurt vaak zowel op expliciete als impliciete wijze:
Unia’s Diversiteitsbarometer Werk (2012) toont dat oudere werknemers een grotere kans hebben
om gediscrimineerd te worden bij aanwerving. De onderzoeksteams van de KU Leuven en de ULB
reageerden met fictieve cv’s op 854 vacatures. Telkens werden 2 nagenoeg identieke cv’s gestuurd
waarbij enkel de leeftijd van de 2 fictieve kandidaten verschilde.
De 47-jarige werd per honderd cv’s zo’n 7 à 8 keer minder vaak uitgenodigd dan de 35-jarige
referentiekandidaat. Een duidelijk verschil in behandeling op basis van leeftijd. En het gaat hier
enkel om de allereerste fase in het aanwervingsproces: de uitnodiging op een persoonlijk gesprek.
Andere luiken van de Diversiteitsbarometer Werk toonden ook dat enkele stereotypes over de
competenties en fysieke toestand van oudere werknemers hardnekkig overeind blijven. Het
bevraagde HR-personeel gaf naast deze stereotypen ook de hogere loonkost van oudere
werknemers aan als reden om hen niet aan te werven.
10 2019 │ Leeftijdsdiscriminatie
▪ Vermelding van een minimum- en/of maximumleeftijd
o Bijvoorbeeld: "tussen 25 en 35 jaar"
▪ Verwijzing naar een loopbaan of levensfase
o Bijvoorbeeld: "pas afgestudeerd"
▪ Verwijzing naar een bedrijfscultuur of personeelssamenstelling
o Bijvoorbeeld: "Je komt terecht in een jong en enthousiast team"
▪ Taalgebruik en beeldmateriaal
o Bijvoorbeeld: Een advertentie toont een foto van een jonge vrouw, die onder vermelding
van haar leeftijd (26 jaar) en de richting waarin ze net is afgestudeerd, op een informele
manier leeftijdsgenoten aanspreekt om bij een bepaald bedrijf te solliciteren
▪ Verwijzing naar minimum- of maximumervaring
o Bijvoorbeeld: "minimum 5 jaar relevante ervaring in de sector"
▪ Verwijzing naar loonsverwachting
o Bijvoorbeeld: "we hebben voor een andere kandidaat gekozen, die meer afgestemd is op
het loon dat we kunnen aanbieden”
Het is niet altijd duidelijk wat echt verboden is en Unia krijgt hierover vaak meldingen van slachtoffers,
maar ook vragen van werkgevers voor meer informatie of deskundig advies.
Informatie en advies voor werkgevers
Unia ontwikkelde daarom voor werkgevers de online opleiding ‘eDiv’ om de wetgeving op een concrete
en aangename manier te leren toepassen. Het platform eDiv is gratis en biedt drie modules aan:
▪ De module ‘Wet’ legt de antidiscriminatiewetgeving uit aan de hand van een case over
leeftijdsdiscriminatie.
▪ De module ‘Diversiteitsbeleid’ toont bedrijven hoe ze een bedrijfsbreed diversiteitsbeleid
uitbouwen. We bieden tips en tricks voor vacatures, selectieprocedures, humor op de werkvloer,
preventieprocedures, enz.
▪ De module ‘Handicap? Denk eraan!’ legt bedrijven uit welke aanpassingen redelijk zijn en dus
verplicht voor een persoon met een handicap.
eDiv-gebruikers kunnen ook de situatiedatabank raadplegen. Hierin worden 150 situaties geschetst,
waarbij telkens een juridisch antwoord en een advies voor de HR-manager wordt gegeven.
11 2019 │ Leeftijdsdiscriminatie
eDiv ‘Junior functie’
Je zoekt een kandidaat voor een functie die geen bijzondere beroepservaring vereist. Je team bestaat
vooral uit pas afgestudeerden. Je formuleert de vacature daarom als een ’junior’ functie. Bij ontvangst
van de cv's vraag je je af of je de kandidaten met meer professionele ervaring mag weren uit de
selectieprocedure.
Juridisch antwoord op eDiv
De term ‘junior’ is - taalkundig gezien - dubbelzinnig. Volgens Van Dale kan ‘junior’ rechtstreeks naar
leeftijd verwijzen (jongere) ofwel naar ervaring (weinig ervaring, beginnend).
In het eerste geval is er sprake van een direct leeftijdsonderscheid. Dit is discriminerend, tenzij de
uitsluiting van oudere leeftijdscategorieën absoluut noodzakelijk is omwille van de inhoud of de context
van de job.
Als blijkt dat ‘junior’ naar werkervaring verwijst, is er sprake van een indirect leeftijdsonderscheid.
Oudere werknemers hebben doorgaans meer werkervaring zodat zij een bijzonder nadeel ondervinden
van dit selectiecriterium.
De werkgever moet aangeven welke legitieme doelstelling nagestreefd wordt met de uitsluiting van meer
ervaren kandidaten (bv. het personeelsverloop tegengaan omdat de functie weinig verantwoordelijkheid
inhoudt en op korte termijn weinig doorgroeikansen biedt).
De uitsluiting van meer ervaren kandidaten moet er daadwerkelijk toe bijdragen om deze doelstelling te
realiseren (passend middel) en moet redelijkerwijze te verantwoorden vallen (‘noodzakelijk middel’). Dat
lijkt hier niet het geval te zijn.
Advies aan de manager
Vaak roept de term ‘junior’ vooroordelen op met betrekking tot de leeftijd (veronderstellen dat oudere
personen niet geïnteresseerd zouden zijn in functies met minder verantwoordelijkheden of een lager
loon). Om te vermijden dat oudere kandidaten denken dat je enkel geïnteresseerd bent in jongere
kandidaten, vermeld je best dat de term ‘junior’ slaat op de inhoud en de verantwoordelijkheden die
samenhangen met de functie.
Beschrijf de inhoud en de context van de functie, geef duidelijk aan welke loonvoorwaarden van
toepassing zijn, en vermeld uitdrukkelijk dat het een ‘junior functie’ betreft. Naargelang de
professionele context zullen verwijzingen naar de ervaring minder gecorreleerd zijn aan het begrip
leeftijd: starter, beginnend, aspirant, assistent, stagiair.
12 2019 │ Leeftijdsdiscriminatie
Andere vastgelegde gedragsregels?
Naast de antidiscriminatiewetgeving zijn er tot slot ook nog de Collectieve Arbeidsovereenkomsten nr. 38
en nr. 95 die de principes van gelijke behandeling en het verbod op elke vorm van discriminatie op het
werk beschrijven.
Voornamelijk CAO 38 gaat dieper in op een aantal te volgen gedragsregels tijdens de wervings- en
sollicitatieprocedure. De sociale partners hebben hier specifieke aandacht voor de eerbiediging van de
privacy van sollicitanten, termijnen om feedback te bezorgen, motivering van de beslissing, gestelde eisen,
terughoudendheid voor vooroordelen, enz.
Deze CAO’s herhalen bovendien het principe dat een werkgever geen onderscheid mag maken op grond
van een beschermd criterium "wanneer deze elementen geen verband houden met de functie of de aard
van onderneming, behalve indien dit wettelijk wordt vereist of toegelaten".
Positieve actie: tijdelijk gerechtvaardigd leeftijdsonderscheid
Eerder stonden we al stil bij het begrip van ‘positieve acties’: maatregelen die door bedrijven worden
genomen om bepaalde doelgroepen, bijv. vijftigplussers, een duwtje in de rug te geven op de
arbeidsmarkt. Sinds kort hebben bedrijven een wettelijke basis om deze maatregelen in de praktijk te
nemen.
Een positieve actiemaatregel zorgt met andere woorden voor een tijdelijk wettelijk toegelaten
onderscheid op basis van leeftijd. De werkgever discrimineert in dit geval niet, hij doet niets verboden. Een
positieve actiemaatregel is alleen mogelijk wanneer de volgende voorwaarden vervuld zijn:
▪ er moet sprake zijn van een duidelijke ongelijkheid, bijvoorbeeld op basis van statistieken van
bedrijfssectoren of arbeidsmarktstatistieken;
▪ het wegwerken van die ongelijkheid moet een te bevorderen doelstelling zijn;
▪ de positieve actiemaatregel moet tijdelijk zijn en moet worden ingetrokken wanneer de
nagestreefde doelstelling is gerealiseerd;
▪ de positieve actiemaatregel mag de rechten van anderen niet nodeloos inperken.
Te duur!?
De jaren ervaring die iemand meebrengt oftewel iemands ‘anciënniteit’ wordt
vaak ingeroepen als argument om iemand niet aan te werven. De betrokkene zou
te duur zijn voor een werkgever.
We wijzen erop dat louter financiële argumenten, zoals loon en daarmee
gelijkgestelde voordelen, niet kunnen ingeroepen worden om een discriminatie te
rechtvaardigen. Alleen een wezenlijke en bepalende beroepsvereiste kan een
direct onderscheid legitimeren.
13 2019 │ Leeftijdsdiscriminatie
Enkele voorbeelden die gaan van zachte, stimulerende tot hardere, dwingende maatregelen:
▪ wervingscampagnes voor specifieke doelgroepen;
▪ het gericht promoten van vacatures bij specifieke doelgroepen en bij zelforganisaties van die
groepen;
▪ ondersteuningsmaatregelen zoals computerlessen tijdens de werkuren die vooral mikken op
oudere werknemers in het bedrijf, waardoor ze kunnen bijbenen met pas afgestudeerden;
▪ een organisatie behoudt een deel van haar stagecontracten voor aan kansengroepen. Na die stage
moeten de stagiairs - net zoals alle andere sollicitanten - slagen voor dezelfde selectietesten om
een vast contract te krijgen;
▪ streefcijfers en quota, bijv. een bepaald percentage van de raad van bestuur moet van een ander
geslacht zijn
Meer informatie over de regelgeving in de publieke als private sector, lees je in de Standpuntnota Positieve
Actie van Unia.
3.1.2 Tijdens de uitoefening van de arbeidsovereenkomst
Leeftijdsdiscriminatie treedt vooral op tijdens de aanwervingsfase, bij de instroom. Dit betekent echter
niet dat er later geen problemen meer zijn tijdens de uitoefening van een arbeidsovereenkomst. We
denken daarbij aan toegang tot opleiding of vorming, verloning, promotie of contractwijzigingen (bijv. van
bepaalde naar onbepaalde duur)
Zo blijkt uit de Diversiteitsbarometer Werk (2012) van Unia dat slechts een derde van de organisaties
investeert in opleiding en competentieontwikkeling van de 45-plussers die ze tewerkstellen. Slechts
minder dan de helft van de organisaties gaat in op vragen naar aanpassingen om oudere werknemers zo
efficiënt mogelijk te blijven inzetten.
Enkele voorbeelden van leeftijdsdiscriminatie die optreden in de doorstroomfase:
▪ Een opleidingsproject voor verpleegkundigen stelt dat kandidaten jonger moeten zijn dan 45 jaar.
De opleidingsorganisatie hoopt dat de gediplomeerden nadien nog een maximale carrière in dit
knelpuntberoep uitbouwen. Aangezien de maximumleeftijd bij nader inzien en niet in redelijke
verhouding stond met het beoogde doel, werd deze voorwaarde tot deelname – op advies van
Unia – opgeheven.
▪ Het HR-management van een grote industriële groep richt 'communities voor jonge werknemers'
op waarbij de werknemers maximum 36 jaar oud mogen zijn om toegang te krijgen tot deze
groepen. Deze leeftijdsgrens is willekeurig. Het is relevanter om werknemers 'die zich voor het
bedrijf willen inzetten' of 'die net bij het bedrijf aan de slag zijn gegaan' uit te nodigen om aan de
activiteiten van de 'community' deel te nemen. Dit maakt dan deel uit van een personeelsbeleid
dat erop gericht is om werknemers aan het bedrijf te binden, zonder discriminerend te zijn.
▪ Jongeren werken vaker dan oudere personen met contracten van bepaalde duur. Dit zorgt voor
financiële onzekerheid en bemoeilijkt bijgevolg ook andere aspecten van het dagelijkse leven zoals
de zoektocht naar een (huur)woning, het aangaan van een lening, enz.
14 2019 │ Leeftijdsdiscriminatie
Pesterijen
Discriminatie doet zich niet enkel voor tussen werkgever en werknemer. Werknemers kunnen elkaar ook
onderling discrimineren. Zo’n problemen nemen meestal de vorm aan van discriminerende pesterijen.
Wie hiervan slachtoffer is, kan een beroep doen op de antipestprocedure. Deze procedure kadert binnen
de Antipestwet (2014) : deze wet beschermt werknemers overigens niet alleen tegen pesten, maar ook
tegen alle psychosociale risico’s op de werkvloer.
3.1.3 Bij het einde van de arbeidsovereenkomst en ontslag
Het einde van een contract verdient ook bijzondere aandacht voor leeftijdsdiscriminatie.
Bij de herstructurering van een bedrijf richten de sociale partners zich bij een collectief ontslag vaak in de
eerste plaats tot de oudere werknemers. Soms kiezen oudere werknemers zelf voor een brugpensioen,
maar in andere gevallen zijn er geen alternatieven. Het is voor ouderen die werkloos worden moeilijk om
een nieuwe baan te vinden. Dit kan leiden tot langdurige werkloosheid.
Gerechtvaardigd leeftijdsonderscheid voor oudere werknemers
Uiteraard kan een leeftijdsonderscheid in sommige situaties gerechtvaardigd zijn. CAO 104
stelt zelfs dat elke werkgever een werkgelegenheidsplan oudere werknemers moet opstellen.
Zo moeten alle werkgevers die meer dan 20 werknemers in dienst hebben het aantal
werknemers van 45 jaar en ouder proberen te behouden of te verhogen.
Het basisidee van zo’n leeftijdsbewust beleid is om de capaciteiten, kennis en ervaring van
alle individuele werknemers in alle leeftijdscategorieën optimaal te ontwikkelen, benutten en
behouden. Een evaluatie van deze CAO toont echter dat werkgevers onvoldoende proactief
dergelijk beleid uitstippelen.
Bedrijven kunnen erover nadenken om zowel met werknemers (in het bijzonder met jonge
én iets oudere), op ieders vraag, een gesprek aan te gaan over de werkomstandigheden,
taakomschrijvingen, arbeidsritme, enz. Ze kunnen leeftijdsdiscriminatie op de werkvloer voor
een stuk verhelpen door aandacht te hebben voor de individuele noden van elke werknemer.
Een jongere werknemer heeft misschien nood aan extra begeleiding, specifieke
verkenningstaken binnen het bedrijf. Terwijl iets oudere werknemers een mentorrol kunnen
opnemen om hun ervaringen te delen met jongere collega’s.
15 2019 │ Leeftijdsdiscriminatie
Economische overwegingen liggen vaak ook aan de basis van leeftijdsdiscriminatie bij ontslag.
▪ Bijvoorbeeld: een werkgever die een (oudere) werknemer ontslaat om te kunnen genieten van de
ruime subsidies die worden toegekend als hij een jonge werkloze in dienst zou nemen.
Onze Diversiteitsbarometer werk (2012) toont tot slot dat naast louter financiële overwegingen ook
vastgeroeste stereotype denkbeelden over ouderen of jongeren een rol spelen om iemand te ontslaan. Zo
gaat men er vaak van uit dat ouderen niet flexibel meer zijn, niet bereid of in staat zijn om nieuwe zaken
te leren, langzamer werken, meer ziek zijn, enz. Van jongeren denkt men dan weer dat ze onvoldoende
verantwoordelijkheidsgevoel hebben, onvoldoende matuur zijn, enz. Een leeftijdsbepaling of ontslag
wordt dan onterecht als de enige ‘oplossing’ gezien.
▪ Bijvoorbeeld: het arbeidshof van Brussel oordeelde dat de leeftijdsgrens voor scheidsrechters op
45 jaar een leeftijdsdiscriminatie inhoudt. De redenering dat men vanaf 45 jaar niet meer fysiek
geschikt is, gaat uit van vooroordelen. Er zijn andere middelen dan een leeftijdsgrens (bijv. een
medisch onderzoek) om de fysieke conditie van een scheidsrechter te beoordelen.
3.2 Bij aankoop van goederen of dienstverleningen
Unia opent jaarlijks een groot aantal dossiers die te maken hebben met verzekeringen. Vaak gaat het om
hospitalisatie-, schuldsaldo- of autoverzekeringen. De verzekeraar weigert meestal het risico te dekken,
verhoogt de premie of sluit de persoon uit.
3.2.1 Verzekeringssector
Verzekeringen dekken altijd een risico. Wanneer dit risico bepaald wordt door iemands leeftijd, dan kan
dit raken aan de principes van de antidiscriminatiewetgeving. Wanneer de criteria waarop verzekeraars
zich baseren niet objectief en redelijk zijn, kan dit discriminatie zijn.
De verzekeringsnemer of klant betaalt een premie gebaseerd op de risico’s die door de verzekering worden
gedekt. Bij bepaalde types van persoonsgebonden verzekeringen, staat dit risico in direct verband tot de
leeftijd van de verzekeringsnemer. Bijvoorbeeld bij een hospitalisatieverzekering.
Hoe wordt een premie voor een hospitalisatieverzekering berekend?
Verzekeraars gebruiken de techniek van segmentatie waarbij klanten worden opgedeeld in groepen om
de premie te berekenen. Het risico, en dus ook de premie van klanten, wordt becijferd door de kenmerken
eigen aan de groep of het segment waarin ze zitten. Hoe groter het risico verbonden aan een bepaald
kenmerk of segment, hoe hoger de premie die klanten moeten betalen.
Om het risico op hospitalisatie en de daaraan verbonden kosten te berekenen, houdt de verzekeraar
rekening met de leeftijd van de verzekeringsnemer. De hospitalisatieverzekering en -premie kan daarom
hoger zijn voor een oudere persoon omdat er, op basis van nationale ziekenhuisstatistieken, meer risico
voor gezondheidsproblemen aangetoond werd.
Wanneer een verzekeraar segmentatie toepast en daarbij het beschermde criterium leeftijd gebruikt, zoals
in het voorbeeld van de hospitalisatieverzekering, betekent dit niet automatisch dat het om discriminatie
16 2019 │ Leeftijdsdiscriminatie
gaat. Zo’n leeftijdsonderscheid is toegelaten als er een rechtvaardiging voor bestaat. Concreet kan
segmentatie toegepast worden als:
▪ de leeftijd de doorslaggevende factor is voor de beoordeling van het risico. De verzekeraar moet dus kunnen aantonen dat de leeftijd leidt tot een hoger risico;
▪ de gegevens waarop de verzekeraar zich baseert accuraat, recent en relevant zijn; ▪ het leeftijdsonderscheid een legitiem doel dient en als de middelen om dat doel te bereiken
passend en noodzakelijk zijn. Dit betekent dat de verzekeraar op zoek moet gaan naar alternatieven die zo veel mogelijk het principe van gelijke behandeling garanderen.
Te oud voor een autoverzekering?
Gemiddeld opent Unia jaarlijks 110 dossiers vanwege leeftijdsdiscriminatie. 1 op 5 gaat over
verzekeringsmaatschappijen die moeilijk doen omwille van iemands leeftijd. Een hogere premie vragen
voor een oudere persoon voor een autoverzekering of zelfs weigeren, is niet gerechtvaardigd. Ondanks
hardnekkige vooroordelen tonen betrouwbare studies duidelijk aan dat oudere bestuurders minder
schade berokkenen dan jongere bestuurder. Ze veroorzaken net minder ongevallen.
Op basis van die studies is het eerder gerechtvaardigd dat een hogere premie gevraagd wordt aan jongeren
tussen 18 en 23 jaar. De premie die iemand betaalt voor een autoverzekering kan dus wel afhankelijk van
de leeftijd zijn maar moet objectief gerechtvaardigd zijn.
17 2019 │ Leeftijdsdiscriminatie
Twijfel je aan je rijvaardigheden?
Het Vias institute, departement CARA is bevoegd voor het aanbieden van rijgeschiktheidsevaluaties aan
alle inwoners in België, zowel in Vlaanderen, Brussel, als Wallonië. De afgeleverde attesten zijn en blijven
geldig, zowel in Vlaanderen, Brussel, als Wallonië.
Op de website van het onafhankelijk kenniscentrum verkeersveiligheid Vias kan je terecht om een CARA
rijgeschiktheidsonderzoek aan te vragen.
3.2.2 Banksector
Bij het verlenen van een krediet (consumentenkrediet, hypothecaire lening, enz.) staan het onderzoek
naar de kredietwaardigheid en de terugbetalingscapaciteit van de consument centraal. De kredietgever
Advies over leeftijdsgrens bij autoverzekeringen
Unia bekeek cijfers van het Tariferingsbureau. Bij die organisatie kan je als bestuurder
aankloppen wanneer je je auto wilt verzekeren, maar door drie verzekeraars werd geweigerd.
Uit hun bevindingen blijkt dat bestuurders ouder dan 75 net de laagste schadefrequentie
vertonen.
Ook een studie van het Instituut voor Mobiliteit van de Universiteit Hasselt en Stichting
Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid stelt duidelijk dat mentale en fysieke
capaciteit belangrijker zijn dan leeftijd om de rijvaardigheid te voorspellen. Het aantal
ongelukken van een automobilist in het verleden, het aantal kilometers dat iemand per jaar
rijdt of hoeveel boetes iemand al kreeg, wijzen op een hoger risico. Leeftijd op zich speelt
volgens deze studie geen rol om te bepalen of je een gevaar op de weg bent.
Structurele oplossingen nodig
Unia schreef hierover het advies ‘Leeftijdsgrens bij autoverzekeringen’ (2018) met structurele
oplossingen. Als er aanwijzingen zijn voor een verhoogd risico, bestaan er ook andere
maatregelen dan een hogere premie of weigering om te verzekeren. Bijvoorbeeld de
chauffeur vragen om een opleiding verkeersveiligheid te volgen of een
rijgeschiktheidsonderzoek als oudere bestuurders jaarlijks meerdere ongelukken
veroorzaken.
Meer info over dit advies.
18 2019 │ Leeftijdsdiscriminatie
mag geen krediet verlenen aan een consument als hij goede redenen heeft om te vermoeden dat deze de
geleende bedragen niet zal kunnen terugbetalen.
De kredietgever of de kredietbemiddelaar moet daarom informatie inwinnen over de financiële situatie
van de consument. Dit moet altijd op individuele basis gebeuren. Het is in principe niet toegestaan om
enkel op basis van leeftijd een kredietaanvraag te weigeren.
▪ Voorbeeld: een winkel biedt een klantenkaart aan waarmee klanten aankopen op krediet
kunnen doen. De bank waarmee die winkel samenwerkt, weigert deze kaart aan te bieden aan
personen ouder dan 70 jaar. De argumentatie is dat de kans op overlijden, en dus op niet-
terugbetaling, bij deze groep veel te groot is. Deze praktijk kan als een discriminatie
beschouwd worden.
Wanneer een kredietverlener echter aan de hand van accurate, recente en relevante gegevens kan
aantonen dat het risico op niet-terugbetaling binnen een bepaalde leeftijdscategorie hoger ligt, dan kan
hij wel bijkomende voorwaarden opleggen zoals een bijpremie. Op deze manier wordt het toch mogelijk
om de financiële dienst te verlenen. De beslissing van de kredietinstantie dient stevig onderbouwd te zijn
bij het nemen van deze beslissing.
3.2.3 Huisvestingssector
Leeftijd is het vierde meest voorkomende beschermde kenmerk in de meldingen die Unia krijgt bij
discriminatie op de woonmarkt. Het gaat hierbij zowel om private als publieke huisvesting.
19 2019 │ Leeftijdsdiscriminatie
Private huisvesting
In de private huisvesting zien we dat eigenaars soms weigeren om hun woning te verhuren aan jongeren,
ouderen of ouders met jonge kinderen. Soms wordt er zelfs een expliciete leeftijdsgrens gesteld. Enkele
voorbeelden:
▪ Een eigenaar verhuurt een appartement. Hij vraagt aan de makelaar om enkel personen ouder
dan 40 jaar te selecteren als kandidaat-huurders.
▪ Huisvesting die geweigerd wordt aan ouders met jonge kinderen omdat deze geluidsoverlast
zouden kunnen veroorzaken. Unia vindt deze weigeringen niet gerechtvaardigd en bijgevolg
discriminatoir.
▪ Een projectmakelaar wil enkel verkopen aan mensen jonger dan 32 jaar. Ook al is de
leeftijdsbepaling ingegeven door een wens tot meer diversiteit (men wil meer jongeren
aantrekken), toch wordt beslist dat deze leeftijdslimiet onwettig is en 32-plussers discrimineert.
Er worden alternatieven vooropgesteld.
▪ In de toeristische sector duikt leeftijdsdiscriminatie ook op. Een makelaar gespecialiseerd in de
verhuur van vakantiewoningen vermeldt op zijn website, in de advertenties voor luxe woningen:
"groepen jongeren < 25 jaar verboden". Na een gesprek met Unia blijkt dat er afwijkingen van deze
regel mogelijk zijn, mits akkoord van de eigenaar. De makelaar rechtvaardigt dit onderscheid door
te verwijzen naar negatieve ervaringen in het verleden, waarbij groepen jongeren grote schade
aanrichtten aan dit type woningen.
In het laatste voorbeeld liggen stereotiepe beelden en veralgemeningen over het gedrag van jongeren
(feesten, lawaai maken, schade toebrengen, enz.) aan de basis van deze problemen. Eigenaars en
makelaars sluiten daardoor een categorie personen uit. Ze gaan daarbij niet langer de geschiktheid van
elke afzonderlijke kandidaat beoordelen. Dit soort gedrag is specifiek bij wet verboden. Het is de eigenaar
wel toegestaan om een garantie te vragen.
Publieke huisvesting
Ook in de publieke huisvesting gebruikt men soms een leeftijdscriterium, vaak met de bedoeling om een
‘sociale mix’ te creëren. Er is in dit geval niet automatisch sprake van discriminatie, toch is het een risico.
Bij een sociale mix wonen bijvoorbeeld zowel jonge gezinnen met kinderen als ouderen in één gebouw of
wijk. Het gebeurt ook dat een bepaalde leeftijdscategorie voorrang krijgt bij de toewijzing van sociale
woningen.
Wanneer zo’n leeftijdscriterium wordt gebruikt, bestaat het risico dat dit discriminerende gevolgen zal
hebben. De gevolgen van specifieke reglementen, voorrangsregels, enz. moeten grondig geanalyseerd
worden. Het is immers niet toelaatbaar dat het voorwendsel van een ‘sociale mix’ gebruikt zou worden
om minder gewenste huurders te weigeren en discriminatie of ongelijke behandeling toe te laten.
Meer weten? Unia publiceerde verschillende brochures of studies over discriminatie en huisvesting:
▪ Discriminatie op de huisvestingsmarkt (2019)
▪ Discriminatie op de huisvestingsmarkt: informatie voor huurders, eigenaars en professionals uit
de sector (2015)
▪ Discriminatie in de sociale huisvesting: een kritische benadering van ‘sociale mix’ 2010)
20 2019 │ Leeftijdsdiscriminatie
3.3 Bij sociale, culturele, sportieve activiteiten
De toegang tot, het deelnemen aan en het uitoefenen van een economische, sociale, culturele of politieke
activiteit die voor het publiek toegankelijk is, valt ook binnen het toepassingsgebied van de
antidiscriminatiewetgeving. Leeftijdsgrenzen kunnen ook hier (onbedoeld) discriminerend zijn.
Enkele voorbeelden uit de praktijk:
▪ Een reisorganisator geeft 60-plussers korting voor busreizen, zonder dit aanbod objectief te
rechtvaardigen. Als hij zich wil richten tot personen die niet langer werken, moet ook een
bruggepensioneerde van 55 jaar van dit aanbod kunnen genieten.
▪ Een vzw doet beroep op vrijwilligers om betaalbare vakanties te kunnen organiseren voor haar
leden. Ze rekruteert vrijwilligers van ’16 tot 17’ jaar. Ze rechtvaardigt deze leeftijdsbeperking
vanuit een bezorgdheid over de fysieke belasting die bepaalde taken met zich meebrengen. Maar
deze legitieme bezorgdheid kan de vzw op een andere manier ondervangen, door bijvoorbeeld
aan te geven welke fysieke vereisten de functie met zich meebrengt. De organisatie past
uiteindelijk haar vrijwilligersbeleid aan en schrapt de leeftijdsbeperking.
▪ Een vereniging organiseert tweemaal per week 's avonds Afrikaanse danslessen. Een 60-jarige
dame wil zich inschrijven, maar de organisatoren weigeren dit. Ze laten doorschemeren dat zij
fysiek niet in staat is om het ritme van de lessen aan te kunnen. Deze reactie kan als discriminerend
worden beschouwd.
▪ Een fitnessclub schrijft enkel meisjes ouder dan 18 jaar en jongens ouder dan 21 jaar in. Dit omdat
jongens tussen 18 en 21 jaar te "wild of onhandelbaar" zouden zijn. Een dergelijke selectie op basis
van stereotypen en vooroordelen is discriminerend.
▪ Een mecenas organiseert een wedstrijd voor ‘jonge kunstenaars’ waarbij enkel kandidaten tussen
18 en 35 jaar kunnen deelnemen. Unia heeft een constructief overleg met de private ondernemer,
die nadien uit eigen beweging andere selectiecriteria dan leeftijdsvoorwaarden uitwerkt om
ontluikend talent te stimuleren.
21 2019 │ Leeftijdsdiscriminatie
4. Hoe kan Unia je helpen?
Ben je slachtoffer geworden van een leeftijdsdiscriminatie? Ben je niet zeker? Ben je zelf niet betrokken
maar vermoed je een geval van discriminatie voor iemand anders? Je kan bij Unia terecht voor een
luisterend oor, hulp en ondersteuning!
4.1 Unia geeft je gratis advies en/of begeleiding
4.1.1 Online melden op onze website
▪ Je kan eenvoudig via ons online meldingsformulier vertellen wat je hebt meegemaakt. Je hoeft de
discriminatie niet zelf meegemaakt te hebben. Als je getuige denkt te zijn van een discriminatie,
dan kan je ook online melden bij ons wat je gezien of gehoord hebt.
▪ Alle online meldingen bij Unia zijn gratis en vertrouwelijk.
4.1.2 Persoonlijk melden aan een medewerk(st)er van Unia
Liever je verhaal persoonlijk vertellen? Dat kan ook:
▪ Bel naar het gratis nummer 0800 12 800 (vanuit België) of +32 (0)2 212 30 00 (vanuit het
buitenland).
▪ Maak een persoonlijke afspraak bij jou in de buurt, in Brussel of in een van onze lokale
contactpunten in Vlaanderen, Wallonië of Duitstalige Gemeenschap.
4.1.3 Wat gebeurt er na je melding?
▪ Unia analyseert
Eerst en vooral bekijken we of Unia bevoegd is om je melding te behandelen. Wanneer dat niet het geval
is, verwijzen we je door naar de juiste gespecialiseerde organisatie.
Vraag je algemene informatie? Dan bezorgen we je zo snel mogelijk de juiste informatie. Bijvoorbeeld over
de antidiscriminatiewetgeving of over de onderwerpen die over de bevoegdheden van Unia gaan.
Doe je een melding over discriminatie, haatboodschappen of haatmisdrijven? Dan verzamelen we samen
met jou alle nodige informatie voor de eventuele behandeling van je dossier. We bekijken wat je specifieke
verwachtingen zijn en geven je uitleg over de mogelijke verdere stappen.
We moedigen je aan om elk bewijsstuk bij te houden (e-mails, Facebook- of gsm-berichten, getuigenissen,
foto’s, printscreens, …) en elke vorm van informatie die belangrijk is om je dossier te ondersteunen.
Wanneer je slachtoffer was van geweld, raden we je aan om zeker ook een klacht in te dienen bij de politie,
en om indien nodig ook naar een dokter te gaan voor een medisch getuigschrift. Een melding bij Unia
vervangt in geen geval een klacht bij de politie of bij het parket.
22 2019 │ Leeftijdsdiscriminatie
▪ Unia onderzoekt diepgaand
Nadat Unia een dossier opent, gaan we je melding gedetailleerder onderzoeken. We vragen je dan om ons
zoveel mogelijk bijkomende informatie te bezorgen over je dossier, en om ons op de hoogte te stellen van
de stappen die je eventueel al ondernomen hebt. Zo heb je misschien eerder de vakbond al gecontacteerd
of een andere instantie. We leggen zoveel mogelijk informatie samen om jouw casus te onderzoeken.
4.1.4 Wat zijn mogelijke stappen na een melding?
Wanneer we vermoeden dat het volgens de wet effectief om discriminatie gaat, stellen we je
verschillende opties voor. Er zijn meerdere stappen mogelijk:
▪ Onderhandelde oplossingen
Unia prefereert altijd dit soort oplossingen voor een conflict. Slechts heel uitzonderlijk (in 1% van de
dossiers) ondernemen we gerechtelijke stappen. In eerste instantie luistert Unia naar alle betrokken
partijen en informeren we hen over alle juridische aspecten. Via dialoog proberen we om een oplossing te
vinden die voor alle partijen bevredigend is. We geven de voorkeur aan oplossingen op lange termijn, die
tegemoetkomen aan de ondervonden nadelen van de melder én die tegelijkertijd vermijden dat
soortgelijke situaties in de toekomst opnieuw voorkomen.
Lees alle onderhandelde oplossingen die Unia bereikte bij leeftijdsdiscriminaties.
▪ Gerechtelijke stappen
Alleen wanneer de feiten uitzonderlijk zwaar zijn, dialoog onmogelijk blijkt of wanneer de wetgeving niet
duidelijk is, kan Unia gerechtelijke stappen ondernemen. Dat gebeurt slechts uitzonderlijk en nooit
zonder toestemming van het slachtoffer.
Unia kan dus gerechtelijke stappen ondernemen of zich in een (burger- en/of strafrechtelijk) procedure
voegen. We kunnen ook advies geven bij gerechtelijke procedures, zonder betrokken procespartij te zijn.
▪ Andere mogelijkheden
Unia overweegt soms, altijd afhankelijk van de situatie en de melder, nog andere stappen:
▪ We sturen een waarschuwing en een herinnering aan de wet naar de persoon of de organisatie
tegen wie de melding is gericht.
▪ We richten ons tot de persoon of de organisatie die gezag heeft over de persoon tegen wie de
melding is gericht, met de vraag om de wetgeving te doen naleven.
▪ We bezorgen een officieel advies aan de betrokken autoriteiten.
▪ We verwijzen het dossier door naar een lokale of gespecialiseerde partner (vakbonden,
gespecialiseerde organisaties, sociale inspectie, raad voor de journalistiek, …
▪ …
Belangrijk bij dit alles: Unia onderneemt nooit stappen zonder je toestemming.
23 2019 │ Leeftijdsdiscriminatie
4.2 Unia adviseert overheden en organisaties
In onze databank kan je onze aanbevelingen over leeftijdsdiscriminatie voor verschillende overheden en
organisaties raadplegen.
4.3 Wat Unia niet doet
▪ Unia is geen rechtbank: de adviezen die Unia formuleert, hebben geen bindend karakter, ook al is
de expertise van Unia breed erkend.
▪ Unia is geen sociale dienst, die mensen begeleidt bij administratieve processen. We kunnen echter
in bepaalde gevallen de melders doorverwijzen naar gespecialiseerde sociale en/of juridische
diensten.
▪ Unia is geen advocatenbureau: de juristen die bij Unia werken kunnen je raadgeven en je (gratis)
bijstaan in de stappen die je onderneemt. Ze zijn echter geen advocaten en kunnen je dus daarom
niet wettelijk vertegenwoordigen.
▪ Unia is enkel bevoegd voor de discriminatiegronden die omschreven zijn in de
Antidiscriminatiewet. Wij zijn dus niet bevoegd voor discriminaties die gebeuren omwille van
iemands taal of iemands geslacht. Voor geslacht en gender is het Instituut voor de Gelijkheid van
Vrouwen en Mannen bevoegd.
5. Rechtspraak & wetgeving leeftijdsdiscriminatie
Nieuwsgierig naar hoe rechters oordeelden in een aantal leeftijdsdiscriminatiedossiers en wat de gevolgen
waren? Ontdek hier meer rechtspraak.
Wil je meer lezen over de antidiscriminatiewetgeving die van toepassing is in ons land? Raadpleeg dan ons
lexicon met een overzicht van de belangrijkste wetten, decreten en ordonnanties en Europese richtlijnen.
Opgelet
Het gebeurt soms dat situaties door betrokkenen onrechtvaardig en pijnlijk aanvoelen,
terwijl deze volgens de Antidiscriminatiewet geen juridische inbreuk vormen. Volgens
de letter van de wet is er dan geen sprake van discriminatie maar in de praktijk wordt
het wel zo ervaren. Deze spanning is soms moeilijk voor de betrokkenen te verwerken.
Unia erkent het geleden leed hieromtrent maar Unia voert haar missie en opdrachten
uit in een wettelijk kader. Wettelijk zijn we gebonden aan de
antidiscriminatiewetgevingen in ons land en mogen we alleen binnen dit juridisch kader
optreden.
24 2019 │ Leeftijdsdiscriminatie
6. Preventie en sensibilisering
Voorkomen is beter dan genezen, daarom zetten we in op verschillende vormen van preventie van
discriminatie.
▪ We doen dit via campagnes. In 2018 startte Unia een campagne over vooroordelen bij ouderen
en jongeren. Bekijk de volledige campagne hier.
▪ We bieden ook begeleiding en training aan bedrijven en organisaties die non-discriminatie
initiatieven willen ontwikkelen. Meer info over ons begeleidings- en trainingsaanbod.
▪ We hebben een gratis onlineopleidingsplatform eDiv over de antdiscriminatiewetgeving. Op
www.ediv.be vind je verschillende modules en 150 voorbeeldsituaties met juridische adviezen in
de arbeidssfeer.
7. Meer weten en FAQ’s
Wil je meer actuele cijfers en grafieken over het aantal meldingen en discriminatiedossiers? Raadpleeg
dan ons Cijferverslag 2018.
In onze rubriek Publicaties & Statistieken vind je alle jaarverslagen, rapporten en brochures van Unia.
Zit je nog met specifieke vragen over Unia? Ontdek de FAQ’s over de werking van Unia.
8. Nuttige contacten
Alle adressen en telefoonnummers van onze lokale contactpunten in Vlaanderen, Wallonië en Duitstalige
Gemeenschap.
25 2019 │ Leeftijdsdiscriminatie
Deze webpublicatie is een update van de brochure ‘Leeftijdsdiscriminatie: wat is het en wat
kan u eraan doen?’ uit 2010.
Brussel, oktober 2019
Uitgever:
Unia, Interfederaal Gelijkekansencentrum,
Koningsstraat 138, 1000 Brussel
Redactie en eindredactie: Unia
Foto’s: Unia
Verantwoordelijke uitgever: Patrick Charlier, directeur Unia
Cette publication est aussi disponible en français.
Je kan deze publicatie terugvinden op www.unia.be in de rubriek ‘Publicaties & Statistieken’.
Tenzij anders vermeld, is de informatie uit deze publicatie vrij van rechten. Je mag deze
kosteloos en met bron- en auteursvermelding voor persoonlijke en niet-commerciële
doeleinden gebruiken. Als je informatie wil reproduceren, verspreiden of op een andere
manier ter beschikking stellen, dan contacteer je best eerst Unia via [email protected].
26 2019 │ Leeftijdsdiscriminatie
Unia
Koningsstraat 138 1000 Brussel
T +32 (0)2 212 30 00
www.unia.be