TALKING POINTS

1
TALKING POINTS KUNST ROCOCO MEETS ADIDAS Hyperrealistische portretten met kitscherige decoraties: nooit is de energie van New York zo overtuigend verbeeld als in het werk van Kehinde Wiley. door JASPER KRABBÉ I n 1991 vertrok ik met een studiebeurs naar ‘The #1 most desi- rable small school in the US’: Cooper Union, een kunstacademie midden in New York. Daar deelde ik een grote schilderstudio op de negende verdieping van het gebouw (een heel blok aan de rand van de East Village), met ramen tot aan de vloer. Iedereen liep er door elkaar, van de armste kunstenaars uit de Bronx tot Latino’s en Chinezen, Iraniërs, Polen en Afro-Amerikanen. New York als melting pot: het was een superinspirerende, energieke plek. Die zelfde energie is voelbaar in het Brooklyn Museum, als je voor de monumentale portretten van de hippe Afro-Amerikaanse kun- stenaar Kehinde Wiley staat. Dit kan alleen maar Amerikaanse kunst zijn: over de top en indrukwekkend. Even overweldigend als zeg, een Reuben sandwich in Katz’s Deli. Wileys knallende portretten zijn niet onomstreden: überdecoratief op het kitscherige af. Hij wentelt geportretteerde Afro-Amerikanen – sterren als LL Cool J of Michael Jackson, maar ook gewone mensen die hij van straat plukt – van top tot teen in ornamenten. Van krullen, bloemen, planten en Afrikaanse motieven tot seventies-behang. Dat, in com- binatie met een gelikte fotorealistische stijl, is zijn succesvolle handelsmerk. Wiley vereeuwigt hiphoppers in poses die direct uit Europese renaissanceschilderijen lijken gelicht, of uit portretten van heiligen, koningen, keizers en militaire leiders. Denk Rococo meets Adidas. Dat levert een vreemd soort spanning op tussen de geportretteer- den en de kunstgeschiedenis, tussen hoge en lage cultuur. Wileys techniek is fenomenaal. Alle details schildert hij nauwgezet: glimlichtjes, huid- tonen, vlechtjes – alles is even realistisch. Toch laten zijn schilderijen je onbevredigd achter. Vergelijk het met een ‘maaltijd’ bij McDonalds: het vult, maar je blijft hongerig. Dat je hongerig ach- terblijft, ligt aan Wileys formule die voor elk schilderij praktisch dezelfde is. Het is een sterk, maar ook voorspelbaar sjabloon. Het ligt ook aan het onnatuurlijke licht dat hij gebruikt. Zet Wiley de kijker bewust op het verkeerde been? Is hij bloedserieus en steekt hij de draak met zijn platte stijl? Daarmee heeft Wiley je te pakken, want je blijft gegarandeerd gefascineerd kijken. De aandacht en energie van het werk spat ervan af. Het is visuele hiphop, vol schil- derplezier. En dat is op zijn tijd – net zoals een goede hamburger – best lekker. ‘Kehinde Wiley: A New Republic’ is tot 24 mei te zien in het Brooklyn Museum, New York V.b.n.b.: Houdon Paul-Louis, The Two Sisters, Conspicuous Fraud Series #1 (Eminence), The Sisters Zénaïde and Charlotte Bonaparte FOTOGRAFIE: KOOS BREUKEL (PORTRET JASPER)

Transcript of TALKING POINTS

Page 1: TALKING POINTS

TALKING POINTS

KUNST

ROCOCO MEETS

ADIDASHyperrealistische portretten met

kitscherige decoraties: nooit is de energie van New York zo overtuigend verbeeld als

in het werk van Kehinde Wiley. 

door JASPER KRABBÉ

In 1991 vertrok ik met een studiebeurs naar ‘The #1 most desi-rable small school in the US’: Cooper Union, een kunstacademie midden in New York. Daar deelde ik een grote schilderstudio op de negende verdieping van het gebouw (een heel blok aan

de rand van de East Village), met ramen tot aan de vloer. Iedereen liep er door elkaar, van de armste kunstenaars uit de Bronx tot Latino’s en Chinezen, Iraniërs, Polen en Afro-Amerikanen. New York als melting pot: het was een superinspirerende, energieke plek.Die zelfde energie is voelbaar in het Brooklyn Museum, als je voor de monumentale portretten van de hippe Afro-Amerikaanse kun-stenaar Kehinde Wiley staat. Dit kan alleen maar Amerikaanse kunst zijn: over de top en indrukwekkend. Even overweldigend als zeg, een Reuben sandwich in Katz’s Deli.Wileys knallende portretten zijn niet onomstreden: überdecoratief op het kitscherige af. Hij wentelt geportretteerde Afro-Amerikanen

– sterren als LL Cool J of Michael Jackson, maar ook gewone mensen die hij van straat plukt – van top tot teen in ornamenten. Van krullen, bloemen, planten en Afrikaanse motieven tot seventies-behang. Dat, in com-binatie met een gelikte fotorealistische stijl, is zijn succesvolle handelsmerk.Wiley vereeuwigt hiphoppers in poses die direct uit Europese renaissanceschilderijen lijken gelicht, of uit portretten van heiligen, koningen, keizers en militaire leiders. Denk Rococo meets Adidas. Dat levert een vreemd soort spanning op tussen de geportretteer-den en de kunstgeschiedenis, tussen hoge en lage cultuur.Wileys techniek is fenomenaal. Alle details schildert hij nauwgezet: glimlichtjes, huid-tonen, vlechtjes – alles is even realistisch. Toch laten zijn schilderijen je onbevredigd achter. Vergelijk het met een ‘maaltijd’ bij

McDonalds: het vult, maar je blijft hongerig. Dat je hongerig ach-terblijft, ligt aan Wileys formule die voor elk schilderij praktisch dezelfde is. Het is een sterk, maar ook voorspelbaar sjabloon. Het ligt ook aan het onnatuurlijke licht dat hij gebruikt. Zet Wiley de kijker bewust op het verkeerde been? Is hij bloedserieus en steekt hij de draak met zijn platte stijl? Daarmee heeft Wiley je te pakken, want je blijft gegarandeerd gefascineerd kijken. De aandacht en energie van het werk spat ervan af. Het is visuele hiphop, vol schil-derplezier. En dat is op zijn tijd – net zoals een goede hamburger – best lekker. ●

‘Kehinde Wiley: A New Republic’ is tot 24 mei te zien in het Brooklyn Museum, New York

V.b.n.b.: Houdon Paul-Louis, The

Two Sisters, Conspicuous

Fraud Series #1 (Eminence), The

Sisters Zénaïde and Charlotte

Bonaparte

FO

TOG

RA

FIE

: KO

OS

BR

EU

KE

L (P

OR

TR

ET

JA

SP

ER

)