'Syrië - 2009-09-17' PDF document | 78 pagina's | 374 kB Ambtsbericht

78
Algemeen ambtsbericht Syrië September 2009 Ministerie van Buitenlandse Zaken Directie Personenverkeer, Migratie en Vreemdelingenzaken Afdeling Asiel en Migratiezaken Den Haag

Transcript of 'Syrië - 2009-09-17' PDF document | 78 pagina's | 374 kB Ambtsbericht

Page 1: 'Syrië - 2009-09-17' PDF document | 78 pagina's | 374 kB Ambtsbericht

Algemeen ambtsbericht Syrië

September 2009

Ministerie van Buitenlandse Zaken

Directie Personenverkeer, Migratie en Vreemdelingenzaken

Afdeling Asiel en Migratiezaken

Den Haag

Page 2: 'Syrië - 2009-09-17' PDF document | 78 pagina's | 374 kB Ambtsbericht

Inhoudsopgave Pagina

1 Inleiding 4

2 Landeninformatie 52.1 Basisgegevens 52.1.1 Land en volk 52.1.2 Geschiedenis 52.2 Staatsinrichting 62.2.1 Politieke partijen 82.2.1.1 Legale partijen 92.2.1.2 Illegale partijen 122.3 Politieke ontwikkelingen 152.4 Veiligheidssituatie 182.4.1 Strijdkrachten 20

3 Mensenrechten 213.1 Waarborgen 213.1.1 Grondwet 213.1.2 Verdragen 213.1.3 Overige wetgeving 223.1.4 Toezicht 223.2 Naleving en schendingen 233.2.1 Vrijheid van meningsuiting 233.2.2 Vrijheid van vereniging en van vergadering 333.2.3 Vrijheid van godsdienst 353.2.4 Bewegingsvrijheid 403.2.4.1 Binnenland 403.2.4.2 Buitenland 403.2.4.3 Documenten 443.2.5 Rechtsgang 473.2.6 Arrestaties en detenties 493.2.6.1 Amnestieregelingen 533.2.7 Mishandeling en foltering 533.2.8 Verdwijningen 543.2.9 Buitengerechtelijke executies en moorden 553.2.10 Doodstraf 553.3 Positie van specifieke groepen 553.3.1 Vrouwen 563.3.2 Minderjarigen 583.3.3 Vooraanstaande intellectuelen en schrijvers 593.3.4 Homoseksuelen 593.3.5 Palestijnen 603.3.6 Koerden 603.3.7 Dienstplicht 68

Page 3: 'Syrië - 2009-09-17' PDF document | 78 pagina's | 374 kB Ambtsbericht

4 Migratie 704.1 Migratiestromen en -motieven 704.2 Vluchtelingen 704.3 Terugkeer 734.4 Beleid UNHCR 74

Bijlage – Literatuurlijst 75

Page 4: 'Syrië - 2009-09-17' PDF document | 78 pagina's | 374 kB Ambtsbericht

Algemeen ambtsbericht Syrië september 2009

4

1 Inleiding

In dit algemeen ambtsbericht wordt de situatie in Syrië beschreven voor zover deze van belang is voor de beoordeling van asielverzoeken van personen die afkomstig zijn uit Syrië en voor besluitvorming over de terugkeer van afgewezen Syrische asielzoekers. Dit algemeen ambtsbericht is een actualisering van eerdere ambtsberichten over de situatie in Syrië (laatstelijk het algemeen ambtsbericht Syrië van 22 juli 2008. Het algemeen ambtsbericht beslaat de periode van juli 2008 tot augustus 2009. In een separaat algemeen ambtsbericht van 31 januari 2002 werd de positie van Palestijnen in Syrië behandeld.

Dit ambtsbericht is gebaseerd op informatie van openbare en vertrouwelijke bronnen. Bij de opstelling is gebruik gemaakt van informatie van verschillende organisaties van de Verenigde Naties, niet-gouvernementele organisaties, vakliteratuur en berichtgeving in de media. Een overzicht van de geraadpleegde openbare bronnen is opgenomen in de literatuurlijst. Bovendien liggen vertrouwelijke rapportages van de Nederlandse vertegenwoordiging in Damascus aan dit algemeen ambtsbericht ten grondslag.In het algemeen ambtsbericht wordt veelvuldig verwezen naar geraadpleegde openbare bronnen. Daar waar openbare bronnen zijn vermeld, wordt de tekst in veel gevallen ook ondersteund door informatie die op vertrouwelijke basis is ingewonnen.

In hoofdstuk twee wordt ingegaan op recente ontwikkelingen op politiek enveiligheidsgebied. Deze beschrijving wordt voorafgegaan door een beknopt overzicht van de recente geschiedenis van Syrië. Ook is een korte passage over de geografie en de bevolking van Syrië opgenomen.

In hoofdstuk drie wordt de mensenrechtensituatie in Syrië geschetst. Na een beschrijving van wettelijke garanties en internationale verdragen waarbij Syrië partij is, komen de mogelijkheden van toezicht op naleving van de mensenrechten aan de orde. Daarna volgt de beschrijving van de naleving dan wel schending van enkele klassieke mensenrechten. Tenslotte wordt de positie van specifieke groepen, waaronder vrouwen en minderjarigen belicht.

In hoofdstuk vier komen de opvang van binnenlands ontheemden en de activiteiten van internationale organisaties, waaronder de positie van UNHCR, aan de orde.

Page 5: 'Syrië - 2009-09-17' PDF document | 78 pagina's | 374 kB Ambtsbericht

Algemeen ambtsbericht Syrië september 2009

5

2 Landeninformatie

2.1 Basisgegevens

2.1.1 Land en volk

De Syrische Arabische Republiek1 heeft een oppervlakte van 185.180 km², ongeveer 4,4 x Nederland. Het land heeft een inwonertal van meer dan 18 miljoen2

en kent een grote religieuze en etnische diversiteit. De meerderheid van de bevolking (ongeveer 74 procent)3 is sunniet. Sji’ieten, alawieten, druzen, ismaëlieten en yezidi’s maken tezamen ongeveer zestien procent4 van de bevolking uit. De in een veelheid van kerken opgedeelde christelijke minderheid vormt ongeveer tien procent5 van de bevolking. Er bevinden zich kleine joodse gemeenschappen in Damascus, Al-Qamishli en Aleppo.6 Het land kent grote Palestijnse en Iraakse vluchtelingengemeenschappen.7

Etnisch en linguïstisch kunnen in Syrië onder meer Arabieren (90,3 procent)8, Koerden, Armeniërs, Turkmenen en Circassiërs (tesamen 9,7 procent)9 worden onderscheiden.

2.1.2 Geschiedenis

Het huidige Syrië ontstond aan het einde van de Eerste Wereldoorlog door het uiteenvallen van het Ottomaanse rijk, waarvan het sinds 1516 deel had uitgemaakt. Voor 1914 werd het gehele gebied dat thans de staten Syrië, Libanon, Israël, Jordanië en de Palestijnse Gebieden omvat, als ‘Syrië’10 betiteld. Op 10 juni 1916 riep Sharif Hoessein Bin Ali, emir van Mekka, de Arabische opstand tegen het Ottomaanse bewind uit. Deze opstand mondde in oktober 1918

1 Al-Jumhuriyya Al-‘Arabiyya Al-Suriyya.2 The Economist Intelligence Unit, ‘Country Profile Syria 2008’ (Londen, 24 juni 2008),

officiële schatting medio 2006 en US Department of State, ’Background Note: Syria – May2007’. De CIA in ‘The World Factbook - Syria’ (Washington, 23 april 2009) noemt zelfs een aantal van meer dan 20 miljoen personen. Volgens het Syrische Centraal Bureau voor de Statistiek had Syrië eind 2007 naar schatting 19.4 miljoen inwoners.

3 US Department of State, ‘International Religious Freedom Report 2008 – Syria’ (Washington, 19 september 2008).

4 Ibidem.5 Ibidem.6 CIA, ‘The World Factbook – Syria’ (Washington, 23 april 2009).7 Zie ook de paragrafen 3.3.5 en 4.2 van dit algemeen ambtsbericht.8 CIA, ‘The World Factbook – Syria’ (Washington, 23 april 2009).9 Ibidem.10 Dit gebied (ook wel aangeduid als ‘Bilad Al-Sham’ of ‘het Land van Damascus’) was in de

loop der tijd onderverdeeld in administratieve eenheden zoals Jaffa, Jeruzalem, Damascus, Aleppo, Beiroet en Sidon.

Page 6: 'Syrië - 2009-09-17' PDF document | 78 pagina's | 374 kB Ambtsbericht

Algemeen ambtsbericht Syrië september 2009

6

uit in de verovering van Damascus door de troepen van de Britse generaals Allenby en Barrow, en door soldaten van de zoon van de emir van Mekka, Faisal, die werd bijgestaan door Britse adviseurs, waaronder T.E. Lawrence11. Na de verovering van Damascus werd Faisal12 geïnstalleerd als ‘onderkoning’ voor zijn vader over Syrië en Palestina. Op grond van de zogenaamde ‘Sykes-Picot overeenkomst’ was eerder, in 1916, door het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk besloten dat Syrië onder Franse invloed zou komen te staan. In maart 1920 werd de onafhankelijke staat ‘Groot-Syrië’13 uitgeroepen met Faisal als koning. Tijdens de Volkenbond-conferentie in San Remo in april 1920 kreeg Frankrijk ‘Groot-Syrië’ als mandaatgebied toegewezen. De troepen van Emir Faisal werden verslagen door de Fransen in de slag bij Maissaloun op 24 juli 1920. Emir Faisal vertrok in ballingschap en werd later koning van Irak.

Ondanks de officiële erkenning door Frankrijk in 1941 werd Syrië pas werkelijk onafhankelijk toen in 1946 alle Franse troepen zich hadden teruggetrokken. In 1950 kwam de eerste Syrische grondwet tot stand.14 Vanaf 1958 tot 1961 maakte Syrië samen met Egypte deel uit van de ‘Verenigde Arabische Republiek’ (VAR). Na een militaire staatsgreep in Damascus in 1961 kwam aan dit samenwerkingsverband met Egypte een einde. In 1963 kwam in Syrië via een staatsgreep de Arabisch-socialistische Baath-partij15 aan de macht. Ook Hafez Al-Assad is via een staatsgreep16 aan de macht gekomen, en wel op 16 november 1970. Op 22 februari 1971 werd hij tot president van Syrië gekozen, een functie die hij tot aan zijn overlijden onafgebroken heeft bekleed. Na het overlijden van Hafez Al-Assad in juni 2000 werd diens zoon Bashar op 17 juli 2000 beëdigd als de nieuwe president van Syrië. Bij het volksreferendum dat op 17 mei 2007 plaatsvond, werd president Bashar Al-Assad herkozen voor een nieuwe ambtstermijn van zeven jaar.

2.2 Staatsinrichting

Syrië is een seculiere staat die bestuurd wordt door een regime dat steunt op een kleine machtsgroep, bestaande uit kopstukken van de Baath-partij, het militaire apparaat en veiligheidsdiensten. Een belangrijk deel van hen behoort tot deminderheid van de alawieten. Ook de president maakt van deze minderheid deel

11 Beter bekend als ‘Lawrence of Arabia’.12 Zijn broer Abdullah zou later de eerste koning van Jordanië worden.13 Ruwweg omvattende het gebied dat omsloten werd door het Taurus-gebergte in het

tegenwoordige Turkije in het noorden, de rivier de Eufraat in het oosten, de Arabische woestijn in het zuiden en de Middellandse Zee in het westen.

14 De huidige grondwet dateert van 13 maart 1973.15 ‘Baath’ (de schrijfwijze in het Arabisch wordt juister weergegeven met ‘Ba’ath’) betekent

‘reveil, wederopstanding, heropleving’.16 Vanaf 1948 tot de machtsovername in 1970 door Hafez Al-Assad vonden er in Syrië in totaal

al vijftien staatsgrepen plaats.

Page 7: 'Syrië - 2009-09-17' PDF document | 78 pagina's | 374 kB Ambtsbericht

Algemeen ambtsbericht Syrië september 2009

7

uit. De president is niet alleen staatshoofd, maar ook opperbevelhebber van de strijdkrachten en secretaris-generaal van de Baath-partij. Hij benoemt en ontslaat vice-presidenten, de minister-president en leden van de raad van ministers. De president wordt gekozen bij referendum voor een periode van zeven jaar. De grondwet omschrijft de Syrische Arabische Republiek als een ‘democratisch-socialistische volksrepubliek’ die geleid wordt door de Baath-partij. Hoewel de uitvoerende macht in naam bij de raad van ministers berust onder leiding van deeerste minister, is het de president die de belangrijkste beslissingen neemt.

De volksvertegenwoordiging17 van 250 leden18 wordt gedomineerd door het Nationaal Progressief Front (NPF).19 Dit is een sinds 1972 bestaande coalitie van inmiddels tien partijen, waarbinnen de Baath-partij almachtig is.20 De volksvertegenwoordiging heeft weinig tot geen invloed op het beleid. Doorgaans beperkt zij zich tot het bekrachtigen van de door de president uitgezette lijn en keurt zij het beleid van het regime zonder wezenlijk debat goed. De laatste parlementsverkiezingen werden op 22 en 23 april 2007 gehouden21; de laatstepresidentiële verkiezingen vonden plaats op 17 mei 2007 via een volksreferendum.22

ProvinciesSyrië wordt centralistisch bestuurd en is ingedeeld in 13 provincies23 die onder leiding staan van een gouverneur.24 Diens benoeming wordt op voorstel van de minister van Binnenlandse Zaken goedgekeurd door de regering en bekendgesteld per presidentieel besluit.25 Iedere gouverneur wordt bijgestaan door een gekozen provincieraad.26 De provincies zijn weer onderverdeeld in districten en subdistricten.

17 Arabisch: Majlis Al-Sha’b.18 Het NPF kreeg na de parlementsverkiezingen van april 2007 169 van de 250 zetels in de

volksvertegenwoordiging toegewezen. Van die 169 zetels worden er 134 door de Baath-partij bezet.

19 Arabisch: Jabhah Al-Wataniyah Al-Taqaddumiyah.20 Artikel 8 van de grondwet luidt: ‘The Baath Arab Socialist Party shall be the leader party in

society and the state, and shall lead a National Progressive Front that works to unite the capacities of the masses of the people to serve the interests of the Arab Nation.’

21 Zie ook paragraaf 2.3 van het algemeen ambtsbericht Syrië van 9 oktober 2007.22 Ibidem.23 Arabisch: muhafazat, enkelvoud: muhafazah. Deze provincies zijn Al-Hasakah, Al-

Ladhiqiya, Qunaytrah, Ar-Raqqah, As-Suwayda, Dar’a, Dayr Az-Zawr, Halab, Hamah, Hims, Idlib, Rif Dimashq en Tartus.

24 De stad Damascus wordt als een afzonderlijke eenheid bestuurd.25 De functie van gouverneur van een provincie staat alleen open voor leden van de Baath-

partij. 26 US State Department, ‘Background Note: Syria – May 2007’.

Page 8: 'Syrië - 2009-09-17' PDF document | 78 pagina's | 374 kB Ambtsbericht

Algemeen ambtsbericht Syrië september 2009

8

2.2.1 Politieke partijen

Buiten de Baath-partij en de met de Baath-partij samenwerkende partijen in het National Progressive Front (NPF) zijn geen andere partijen voor Syriërs toegestaan. De negen met de Baath-partij in het NPF samenwerkende politieke partijen hebben zich verbonden geen activiteiten te ontplooien binnen de strijdkrachten en onder studenten. Zij zijn nauwelijks als zelfstandig te beschouwen; de mogelijkheid voor deze partijen om zich in woord en/of geschrift onafhankelijk van de Baath-partij op te stellen, is beperkt. De invloed van deze kleine legale partijen, die nauwelijks aanhang hebben, op het landsbestuur is dan ook vrijwel nihil. Enkele van deze partijen hebben wel ministers in het kabinet.

De president heeft al meerdere malen een verandering van de wet op de Politieke Partijen aangekondigd, laatstelijk in zijn inaugurele rede op 18 juli 2007. Hier is echter nog niets van gekomen.

Een aantal Palestijnse organisaties zoals onder meer de Palestijnse Islamitische Jihad, HAMAS, het Volksfront voor de Bevrijding van Palestina (PFLP) en het Volksfront voor de Bevrijding van Palestina – Algemeen Commando (PFLP –GC), zijn toegelaten in Syrië. Zij kunnen voor zover bekend kantoor houden en politieke activiteiten ontplooien27, zolang zij opereren binnen de grenzen zoals aangegeven door de autoriteiten en geen activiteiten ontplooien die als bedreigend voor de openbare orde zouden kunnen worden aangemerkt. Palestijnse groeperingen met leiderschap in Syrië hebben menigmaal de verantwoordelijkheid opgeëist van aanslagen in Israël.28

De Assyrisch Democratische Organisatie (ADO)29 30 en de Koerdische partijen31

zijn illegaal; (marginale) politieke activiteiten van de meeste van deze partijen worden oogluikend toegestaan.’Gedogen’ is geen officieel beleid van de Syrische overheid. Het optreden van de Syrische overheid wordt gekenmerkt door willekeur. Activiteiten waar voor de ene groep of activist geen actieve vervolging

27 US Department of State, ‘Country Reports on Terrorism – Chapter 3-State sponsors of terrorism overview – Syria’ (Washington, 30 april 2007).

28 Ibidem.29 Arabisch: Munazzama Al-Ashuriya Al-Dimuqratiya.30 Dit is een organisatie van Assyriërs, thans geleid door Gebrael Koria, die aandacht vraagt

voor de culturele identiteit van de Assyriërs in Syrië. De Assyrische gemeenschap in Syrië wordt geschat op meer dan 500.000 personen. Ongeveer 200.000 van hen zouden in Al-Hasakah en Al-Qamishli in het noordoosten van het land wonen. In Syrië genieten zij vrijheid van godsdienst. Sommige Assyriërs willen de status van minderheid verwerven om hun eigentaal, het Suryani, in eigen kring officieel te gebruiken. Alleen Assyrische kerken in Syrië geven godsdienstonderwijs in deze taal. Assyriërs in Syrië worden aangeduid als Arabische christenen. Zij zijn geen erkende minderheid in de grondwet.

31 Zie ook paragraaf 3.3.6 van dit algemeen ambtsbericht.

Page 9: 'Syrië - 2009-09-17' PDF document | 78 pagina's | 374 kB Ambtsbericht

Algemeen ambtsbericht Syrië september 2009

9

op plaatsvindt (bijvoorbeeld huiskamerbijeenkomsten, contacten met het buitenland), kan voor de andere aanleiding zijn om de negatieve aandacht van orde- en veiligheidsdiensten te krijgen. Volgens sommige activisten is het zelfs een bewuste overheidspolitiek om verdeeldheid en wantrouwen in de kringen van de oppositie te creëren.

Kleinschalige huiskamerbijeenkomsten van Koerdische organisaties en ADOvinden plaats. Overigens zijn die bijeenkomsten waarschijnlijk niet bekend bij de overheid. Er zijn geen aanwijzingen dat de overheid actief optreedt om dergelijke bijeenkomsten te voorkomen. Contacten van westerse buitenlanders met leiders van deze partijen worden getolereerd, al zullen laatstgenoemden zich wel bij veiligheidsdiensten moeten melden, indien deze lucht hebben gekregen van gesprekken om aan te geven waarover deze gesprekken gingen. Een aantal Koerdische leiders bezoekt zelfs recepties van westerse ambassades. De Koerdische Yeketipartij (vleugel Fuad Aliko) stuurt ook de electronische versie van hun partijkrant aan hun contacten, waaronder ambassades, zonder dat hier klaarblijkelijk problemen uit voortkomen. Overigens zijn de Koerdische partijen bij een gelegenheid als Newroz, het Koerdische Nieuwjaar, heel openlijk aanwezig (bijvoorbeeld met partijvlaggen) in delen van noordoost Syrië zonder dat, voor zover bekend, de overheid daartegen optreedt.

Er zijn, voor zover bekend, geen (nieuwe) politieke groeperingen recent negatief onder de aandacht van de Syrische autoriteiten gekomen. Wel lijken de Syrische autoriteiten zich harder op te stellen tegen Koerdische politieke leiders, zoals opgemaakt zou kunnen worden uit de arrestatie en veroordeling van bijvoorbeeld Mesha’l Al-Tammo.32

2.2.1.1 Legale partijen

Er zijn tien legale partijen die samen het NPF vormen. Van deze tien partijen is de Baath-partij de belangrijkste.

a. Baath-partij33

De Arabische Baath-partij werd in 1947 in Damascus op initiatief van Michel Aflaq en Salah-Uddin Al-Bitar opgericht. In l952 ging deze partij samen met de Arabisch-Socialistische Partij van Akram Al-Hourani. Hierdoor ontstond de Arabisch-Socialistische Baath-partij. De ideologie van de Baath-partij houdt eenwording van de Arabische wereld en een vorm van socialisme in.34 De Baath-partij is een seculier ingestelde partij die ook aan niet-moslims ruimte biedt. De

32 Zie ook paragraaf 3.3.6 van dit algemeen ambtsbericht. 33 Arabisch: Hizb Al-Ba’th Al-‘Arabi Al-Ishtiraki.34 Het devies van de Baath-partij luidt dan ook ‘Eenheid, vrijheid en socialisme’ (Arabisch:

Wahdah, Hurriyah we Ishtirakiyah).

Page 10: 'Syrië - 2009-09-17' PDF document | 78 pagina's | 374 kB Ambtsbericht

Algemeen ambtsbericht Syrië september 2009

10

Baath-partij zegt te ijveren voor de emancipatie van de vrouw. Vanwege de in artikel 8 van de grondwet vastgelegde dominante positie van de Baath-partij in staat en samenleving heeft deze partij veel invloed en beschikt derhalve over talrijke aanhangers in overheids- en volksorganisaties, zoals vakbonden en vrouwengroeperingen.

LidmaatschapToen de Baath-partij aan de macht kwam, was het lidmaatschap van deze partij voor maar een kleine groep weggelegd. Tegenwoordig is de Baath-partij een volkspartij met (volgens de overheid) meer dan een miljoen leden. Voor velen is lidmaatschap van de Baath-partij instrumenteel om binnen overheid of gelieerde organisaties carrière te maken. Het lidmaatschap van de Baath-partij staat alleen open voor Syrische staatsburgers. De Baath-partij geeft ideologische cursussen voor het gewone lidmaatschap van de partij. Alleen volwaardige leden van de Baath-partij krijgen een lidmaatschapskaart. Het lidmaatschap van de Baath-partij mag en kan nooit worden opgezegd. Het is voor een lid van de Baath-partij streng verboden lid te worden van een andere partij. Mocht een Baath-partijlid naar de politieke oppositie ‘overlopen’ of zich kritisch opstellen ten aanzien van het beleid van de Baath-partij en de autoriteiten dit te weten komen, dan kan dat negatieve gevolgen voor betrokkene hebben. Het is dan niet uitgesloten dat er sancties volgen zoals verwijdering uit de Baath-partij na een waarschuwing, indien een Baath-partijlid geen contributie meer betaalt of niet meer op vergaderingen van de partij verschijnt.

Partij-organen De belangrijkste organen van de Baath-partij zijn:1. het Centraal Comité, bestaande uit 96 leden, dat als er geen partijcongressen

zijn, de politieke lijn van de Baath-partij bepaalt. Er maken 18 vrouwen deel uit van het Centraal Comité;

2. het Regionale Commando, een uitvoerend orgaan met 14 leden, dat onder leiding staat van president Bashar Al-Assad;

3. het Inspectie- en Controle Comité, bestaande uit vijf leden, met als taak toezicht op de uitvoering van besluiten en op de interne partijdiscipline.

Voor zover bekend zijn tot op heden geen van de aanbevelingen die in juni 2005 waren aangenomen tijdens het Tiende Regionale Baath Congres, vertaald in concrete maatregelen.35

35 Deze aanbevelingen gingen over herziening van de wet op de noodtoestand, het uitwerken van een nieuwe wet inzake politieke partijen (zonder etnische, confessionele, religieuze of regionale grondslag), herziening van de kieswet, een nieuwe wet op de media, een nieuwe wet inzake lokale verkiezingen en het verlenen van de Syrische nationaliteit aan enkele duizenden Koerden die thans nog als vreemdeling worden beschouwd.

Page 11: 'Syrië - 2009-09-17' PDF document | 78 pagina's | 374 kB Ambtsbericht

Algemeen ambtsbericht Syrië september 2009

11

De negen kleinere partijen die samen met de Baath-partij het NPF vormen, zijn:

b. Syrische Communistische Partij36

Deze partij is uiteengevallen in - een orthodoxe richting onder leiding van Mevr. Wisal Farhah, weduwe van de

voormalige leider Khaled Bakdash, en- een hervormingsgezinde richting met Yusuf Rashid Al-Faisal als secretaris-

generaal en Hussein Nimr als eerste secretaris.

c. Arabische Socialistische Unie37

Deze partij wordt geleid door Safwan Al-Qudsi.

d. Partij van Sociaal-Democratische Unionisten38

Deze partij wordt geleid door Fadlalah Naser El-Dine.

e. Partij van Socialistische Unionisten39

Deze partij wordt geleid door Fayiz Ismail.

f. Beweging van Arabische Socialisten40

Deze partij wordt geleid door Ahmad Al-Ahmad.

g. Arabische Democratische Unie41

Deze partij wordt geleid door Ghassan Ahmed Osman.

h. Nationale Conventie Partij42

Deze partij wordt geleid door Ghassan Abd Al-Aziz Osman.

i. Syrische Sociaal Nationalistische Partij43

Deze partij, die wordt geleid door Issam Abdallah Al-Mahayri, is per presidentieel decreet van 4 mei 2006 toegelaten tot het NPF.

36 Arabisch: Hizb Al-Shuyu’i Al-Suri.37 Arabisch: Ittihad Al-Ishtiraki Al-‘Arabi.38 Arabisch: Hizb Al-Wahdawiyin Al-Ishtiraki Al-Dimuqrati.39 Arabisch: Hizb Al-Wahdawiyin Al-Ishtirakiyin.40 Arabisch: Harakat Al-Ishtiraki Al-‘Arabi.41 Arabisch: Ittihad Al-Dimuqrati Al-‘Arabi. 42 Arabisch: Hizb Al-Ahed Al-Watani.43 Arabisch: Hizb Al-Kawmi Al-Suri Al-Ijtima’i.

Page 12: 'Syrië - 2009-09-17' PDF document | 78 pagina's | 374 kB Ambtsbericht

Algemeen ambtsbericht Syrië september 2009

12

2.2.1.2 Illegale partijen

Oppositiebewegingen zijn door de effectieve repressie van het bewind gedwongen clandestien en vaak vanuit het buitenland te opereren.44

Het is moeilijk aan te geven of een illegale partij wordt toegestaan dan wel in meer of mindere mate wordt onderdrukt. Het gaat hierbij niet om formele besluiten. De mate waarin een illegale partij wordt toegestaan, wordt naar het voorkomt op ondoorzichtige wijze bepaald. Sommige personen die gearresteerd zijn (geweest), werden aangehouden mogelijk niet wegens hun lidmaatschap van een (verboden)politieke partij, maar wegens het ondertekenen van een politieke verklaring, het doen van uitspraken in het buitenland tegenover de pers of overheidsvertegenwoordigers, of het hebben van politieke contacten in het buitenland. Er is bovendien geen sprake van een consequent beleid. De ‘rode lijnen’ verschuiven voortdurend. In hoeverre Syrische veiligheidsdiensten Syrische (politieke) opposanten in het buitenland in de gaten houden, is niet bekend.

a. MoslimbroederschapHet regime is vooral bezorgd over oppositie uit de hoek van de politieke islam, waarvan de Moslimbroederschap één organisatie is. Het merendeel van de geregistreerde politieke gedetineerden zit vast op beschuldiging van het behoren tot fundamentalistische groepen (met name salafisten45), die staat en samenleving -zonodig met geweld- willen veranderen.

Het regime hanteert nog steeds decreet 49/1980 op grond waarvan lidmaatschap van de Moslimbroederschap met de doodstraf kan worden bestraft. De Syrische

44 Binnenlandse oppositie in Syrië blijft beperkt tot enkele dissidenten die deels zijn opgepakt of continu worden geïntimideerd en gehinderd door veiligheidsagenten. De oppositie in het buitenland is met het overlopen van ex-vicepresident Khaddam mondiger geworden, maar heeft, - met uitzondering van de Moslimbroeders – nauwelijks enige steun in het land zelf (hetgeen misschien mede ten grondslag ligt aan opmerkelijke opportunistische verbanden als de samenwerking van Koerden en Moslimbroeders in het National Salvation Front).

45 Het salafisme is een ultra-orthodoxe stroming binnen de islam, die staat voor een terugkeer naar de ‘zuivere’ islam zoals die was ten tijde van de profeet Mohammed en de vier rechtgeleide kaliefen in de eerste decennia na Mohammed. Letterlijk betekent salafisme/salafisten: ‘vrome oprechte voorgangers’. Het salafisme is ontstaan in Saoedi-Arabië. De aanhangers staan een strikte en letterlijke interpretatie van koran en sunnah voor. De oprichter van het salafisme is Mohammed Ibn Abulwahab (1703-1791). Om die reden wordt het salafisme ook wel eens aangeduid als wahhabisme, een term die door de salafisten liever niet gebruikt wordt. Immers, het salafisme is volgens hen niet toe te schrijven aan een mens (de al eerder genoemde Ibn Abulwahab), maar enkel en alleen aan de ‘echte en zuivere’islam. Binnen het salafisme bestaan ook weer verschillende stromingen. Een van de stromingen predikt een gewelddadige bestrijding van alle ongelovigen. Al-Qa’ida en verschillende andere terroristische netwerken en organisaties beroepen zich op deze vorm van het salafisme.

Page 13: 'Syrië - 2009-09-17' PDF document | 78 pagina's | 374 kB Ambtsbericht

Algemeen ambtsbericht Syrië september 2009

13

mensenrechtenorganisatie (SHRC) meldt in haar rapport over 2007/2008, gepubliceerd in januari 2009, dat in 2008 diverse personen door de staatsveiligheidsrechtbank op basis van decreet 49 ter dood zijn veroordeeld op beschuldiging van lidmaatschap van de Moslimbroederschap. De straffen werden omgezet tot twaalf jaar detentie.46 Een aantal veroordeelden zou kinderen of familieleden zijn van leden van de Moslimbroederschap die sinds de tachtiger jaren in ballingschap leven. Deze personen zijn vaak teruggekeerd, nadat zij van de Syrische overheid hadden begrepen dat er geen strafvervolging zou worden ingesteld.

Met betrekking tot aanhangers van de Moslimbroederschap die in de jaren tachtig van de vorige eeuw waren opgepakt, kan gesteld worden dat, voorzover bekend nog maar enkelen van hen in detentie zitten. De meesten zijn de afgelopen jaren in vrijheid gesteld of zijn mogelijk in detentie omgekomen.

b. Nationaal Democratisch Verbond (NDV)47

Deze linkse coalitie is opgericht in 1979 en was vooral begin jaren tachtig van de vorige eeuw actief. Of deze coalitie thans nog als collectief actief is valt niet met zekerheid te zeggen. De in de coalitie deelnemende partijen zijn zelf onafhankelijk van de coalitie actief. Leider van de coalitie is Hasan Abdul Azim.

De volgende partijen maken sinds begin jaren tachtig van de vorige eeuw deel van het NDV uit:

- Syrisch Democratische Volkspartij48

Deze partij splitste zich in 1969 af van de Communistische Partij (stroming van Yusuf Rashid Al-Faisal), heette tot een partijcongres in 2005 de Syrisch Communistische Partij-Politiek Bureau (CP-PB) 49 en stond onder leiding van Riyad Al-Turk. In 2005 vond een interne hervorming plaats, werd de naam gewijzigd en werd er een nieuwe voorzitter gekozen. Deze partij staat thans onder leiding van Abdallah Hosha en heet thans Syrisch Democratische Volkspartij.

46 Zo veroordeelde de staatsveiligheidsrechtbank op 4 maart 2009 Khaled Ahmad Mohammad ter dood wegens lidmaatschap van de Moslimbroederschap; een straf die werd omgezet in twaalf jaar detentie. Op 15 maart 2009 werd dr. Fadi Issa, sinds 3 december 2006 gedetineerd, om dezelfde redenen tot twaalf jaar detentie veroordeeld. Op 14 april 2009 werd Safouh Al-Assad Al-Bakri om dezelfde redenen ter dood veroordeeld, waarbij de straf werd omgezet tot twaalf jaar detentie.

47 In het Arabisch: Tajammu Al-Watani Al-Dimoqrati.48 In het Arabisch: Hizb Al-Sha’ab Al-Suri Al-Dimoqrati. 49 In het Arabisch: Hizb Al-Shuyu’i Al-Suri/Maktab Siyasi.

Page 14: 'Syrië - 2009-09-17' PDF document | 78 pagina's | 374 kB Ambtsbericht

Algemeen ambtsbericht Syrië september 2009

14

- Arabische Democratische Socialistische Baath-Partij50;Deze partij vertegenwoordigt de marxistisch-georiënteerde vleugel van de Baath-partij, en was in Syrië aan de macht van 1966 tot 1970. De partij wordt thans geleid door Ibrahim Makhous.

- Arabische Socialistische Democratische Unie51;Deze partij die voornamelijk bestaat uit aanhangers van de overleden Syrische president Jamal Atassi, wordt geleid door Hassan Abdelazim; secretaris-generaal is Youssef Sayasinah.

- Arabische Socialistische Partij52;Deze groepering heeft ook een legale pendant in de Beweging van Arabische Socialisten53 en wordt geleid door Abdelghani Ayyash.

- Revolutionaire Arbeiderspartij54;Van deze partij die zich in de jaren zestig van de vorige eeuw zou hebben afgesplitst van de Arabische Socialistische Partij, is voor wat betreft haar activiteiten al jaren niets meer vernomen. De partij zou thans een collectief leiderschap hebben.

c. Partij van Communistische Actie (PCA)55 Deze partij werd in 1976 opgericht en is buiten het NDV gebleven. Lidmaatschap van deze partij vormde voldoende reden om door de Syrische autoriteiten te worden opgepakt, en kon langdurige detentie door de veiligheidsdiensten tot gevolg hebben, vaak zonder vorm van proces. De PCA opereert geheel ondergronds en verwerpt het gebruik van geweld. De PCA staat onder leiding van Fatih Yamous.Op 21 mei 2009 werden in de stad Salamiya in centraal-Syrië vijf leden (Hassan Zahra, Abbas Abbas, Toufic Omrane, Ghassane Hassan en Ahmad Al-Nihaoui) van de PCA door veiligheidsagenten opgepakt. Het zou om personen gaan die eerder ook als politiek gevangene vastzaten.56

d. Nationale Alliantie voor de Bevrijding van Syrië57

In deze organisatie, die werd opgericht in Damascus in 1982, werkenNasseristen, islamisten en onafhankelijken samen.

50 In het Arabisch: Hizb Al-Baath Al-Dimoqrati Al-Ishtiraki Al-‘Arabi.51 In het Arabisch: Hizb Al-Ittihad Al-Ishtiraki Al-Arabi Al-Dimuqrati.52 In het Arabisch: Hizb Al-Ishtiraki Al-‘Arabi.53 Zie paragraaf 2.2.1.1.54 In het Arabisch: Hizb Al-‘Ummal Al-Thawri Al-‘Arabi.55 In het Arabisch: Hizb Al-‘Amal Al-Shuyu’i.56 AFP (23 mei 2009).57 In het Arabisch: Tajammu Al-Watani li-l-Tahrir Suria.

Page 15: 'Syrië - 2009-09-17' PDF document | 78 pagina's | 374 kB Ambtsbericht

Algemeen ambtsbericht Syrië september 2009

15

e. Assyrische Democratische Partij (ADP)58 Deze partij wordt door de autoriteiten niet gedoogd. Zij beweegt zich geheel ondergronds.

f. Islamitische Bevrijdingspartij (Islamic Liberation Party)59

Deze partij werd in 1953 in Jeruzalem opgericht door sjeikh Taqiuddin An-Nabhani Al-Falastini en heeft afdelingen over de gehele wereld. Het hoofdkwartier is vermoedelijk gevestigd in Londen. Na zijn dood werd An-Nabhani als partijleider opgevolgd door sheikh Abd-El Qadim Zaloom, een voormalige professor aan de Al-Azhar universiteit in Kairo, die op 29 april 2003 overleed. De Jordaniër Ata Abu Rachteh zou thans aan het hoofd van deze partij staan. Over de identiteit van andere leidinggevenden van de partij ontbreekt informatie. In de meeste Arabische landen, zo ook in Syrië, alsmede in enkele Aziatische landen is de partij verboden. De partij zet zich in voor invoering en strikte naleving van de shari’a wetgeving, alsmede de oprichting van een islamitische staat voor alle moslims.60 Volgens de Syrische mensenrechtenorganisatie (SHRC) in haar in januari 2009 gepubliceerde rapport over 2007/2008 zouden enkele aanhangers van deze partij gedetineerd zijn en in een aantal gevallen veroordeeld zijn.

g. Alliantie van Vrije Nationalisten61

Deze seculiere liberale partij onder leiding van Samir Nashar werd in juni 2005 opgericht.

2.3 Politieke ontwikkelingen

De binnenlands politieke situatie in Syrië bleef in de verslagperiode nagenoeg ongewijzigd. Er is geen tendens tot politieke liberalisering. De positie van dissidenten blijft onverminderd hachelijk.Het proces van economische hervormingen gaat langzaam maar zeker door. De noodzaak voor economische hervormingen blijft zich opdringen, omdat de Syrische olievoorraden slinken en daarmee een deel van de exportopbrengstenwegvalt. De aanwezigheid volgens de Syrische overheid van naar schatting 1,2miljoen Irakezen met een geldig visum, waarvan er zo’n 225.000 personen zich daadwerkelijk als vluchteling hebben laten registreren bij de UNHCR, blijft daarbij een zware wissel trekken op de publieke voorzieningen.

58 In het Arabisch: Hizb Al-Dimuqrati Al-Ashuri.59 In het Arabisch: Hizb Al-Tahrir Al-Islami.60 In het Arabisch: Khalifah. Als model voor een dergelijke staat staat deze partij voor ogen het

rechtvaardige khalifaat, een militaristisch-islamitische staat die bestond in de zevende eeuw onder Mohammed en zijn eerste vier opvolgers (die bekend staan als de rechtvaardigekhalifen).

61 In het Arabisch: Tahaluf Al-Wataniyin Al-Ahrar.

Page 16: 'Syrië - 2009-09-17' PDF document | 78 pagina's | 374 kB Ambtsbericht

Algemeen ambtsbericht Syrië september 2009

16

Sinds juli 2008 is er sprake van een duidelijke toenadering tussen Syrië, het westen en meer recent Saoedi-Arabië. Met het openen van ambassades en het uitwisselen van ambassadeurs in 2008/2009 werd het bilaterale diplomatieke contact tussen Syrië en Libanon hersteld.

Op 14 december 2008 werd de inhoud van het EU-Syrië Associatieakkoord door de Europese Commissie en Syrië geparafeerd. Nagenoeg alle EU-lidstaten zijn voorstander van een snelle ondertekening van het Associatieakkoord.62

Syrië heeft sinds 10 maart 2009 voor het eerst een eigen aandelenmarkt geopend. De Damascus Stock Exchange (DSE) is gezien de geringe omvang slechts twee handelsdagen per week geopend. De nieuwe aandelenmarkt maakt deel uit van een in 2005 in gang gezet programma om de Syrische economie te liberaliseren. President Al-Assad streeft naar het omvormen van een staatsgeleide economie naar een sociale markteconomie à la China. De aandelenmarkt van Damascus telt acht beursgenoteerde ondernemingen met een marktwaarde van $ 588 miljoen en wil dit aan het einde van het jaar hebben uitgebreid tot vijftien bedrijven.63

Op 23 april 2009 bracht president Al-Assad wijzigingen aan in het kabinet, voor de zesde keer sinds 2003.64 Er werden zes nieuwe ministers aangesteld. Zo werd Generaal Bassam Abdel Majid als minister van Binnenlandse Zaken vervangen door Saeed Sammur. Het ministerie van Justitie kwam in handen van Ahmed Hammoud Younes, het ministerie van Local Administration viel toe aan Tamer Fouad Al-Hejjeh, het ministerie van Presidential Affairs aan Mansour Fadl Allah Azzam, het ministerie van Gezondheid aan Rida Adnan Said. Het nieuwe ministerie voor Milieu wordt geleid door Kawkab Al-Sabah Mohammad Jamil Dayeh, een vrouw.65

Begin mei 2009 werden de Amerikaanse sancties jegens Syrië (geen wapenexporten naar Syrië, geen Syrische vluchten naar de VS en geen toegang tot het Amerikaanse financiële systeem van aan terroristische groepen gelieerde Syriërs) ter voortgezette uitvoering van de door het Amerikaanse Congres in 2005 aanvaarde Syria Accountability Act, waarover de Amerikaanse regering jaarlijks

62 Ook zijn nagenoeg alle mensenrechtenorganisaties en –activisten in Syrië voor een spoedige ondertekening van het EU-Syrië Associatieakkoord. Zij verwachten dat een versterkte dialoog en de versterkte economische samenwerking de EU mogelijkheden biedt om politieke druk uit te oefenen.

63 AFP/ANP (10 maart 2009); Het Financiële Dagblad (19 mei 2009)..64 De regering van premier Mohammad Naji Otri, aangetreden in september 2003, veranderde

eerder van samenstelling in oktober 2004, februari 2005, december 2007, juli en september 2008. (AFP (23 april 2009))

65 ‘Syria: Syria’s president reshuffles cabinet’, Global Insight – Country Intelligence Analysis (24 april 2009); Reuters (23 april 2009); AFP (23 april 2009); ‘Discontent with cabinetreshuffle’, Syria Press Monitor (7 mei 2009), Institute for War & Peace Reporting (IWPR).

Page 17: 'Syrië - 2009-09-17' PDF document | 78 pagina's | 374 kB Ambtsbericht

Algemeen ambtsbericht Syrië september 2009

17

moet rapporteren), echter verlengd. Een van de redenen waarom de sancties nog werden voortgezet, was de relatie van Syrië met Hamas en Hezbollah. Volgens Syrië gaat het hierbij om bevrijdigingsbewegingen en was het moeilijk de steun aan deze bewegingen in te trekken, zolang Arabisch grondgebied bezet bleef.

In september 2007 bombardeerde waarschijnlijk Israël een vermeende kernreactor in Syrië. Het International Atomic Energy Agency (IAEA) stelde een onderzoek in naar de veronderstelde (illegale) bouw van deze reactor. Naar aanleiding van de onderzoeksresultaten heeft Syrië alle schijn tegen. Voor het IAEA is het noodzakelijk dat Syrië meewerkt en toegang verleent tot bepaalde locaties. Tot die tijd kan het IAEA haar onderzoek niet afronden.

Speciaal Tribunaal voor LibanonHet Speciaal Tribunaal voor Libanon (STL) in Leidschendam hield op 29 april 2009 zijn eerste openbare zitting. Het Tribunaal moet de hoofdverdachten berechten van de aanslag op de populaire Libanese politicus Al-Hariri, die op 14 februari 2005 om het leven kwam in Beiroet, toen een bom onder zijn auto ontplofte. Behalve de ex-premier werden nog 22 anderen gedood. Het Tribunaal dat in 2007 op basis van een resolutie van de VN Veiligheidsraad werd opgericht, is op 1 maart 2009 officieel begonnen met het onderzoek naar de bomaanslag.66

Na de aanslag wezen veel Libanezen met de beschuldigde vinger naar buurland Syrië, dat al ongeveer dertig jaar lang militairen in Libanon had gelegerd. De Syrische regering ontkende, maar besloot na massale protesten in Libanon om zijn troepenmacht terug te trekken.67

In verband met de aanslag houden de Syrische autoriteiten sedert 2005 de Syriër Ziad Ramadan vast, zonder dat hij ooit in staat van beschuldiging is gesteld. Een commissie van de Verenigde Naties die een onderzoek instelde naar de toedracht van de aanslag, heeft Ziad Ramadan twee keer ondervraagd, in 2005 en in 2006. In september 2007 heeft familie van betrokkene hem voor het laatst gezien in de gevangenis in Damascus. Sindsdien is niets meer over hem vernomen. Human Rights Watch deed op 22 juni 2009 in een verklaring een beroep op de Syrische autoriteiten aan te geven waar Ziad Ramadan is en wat de reden voor zijn gevangenschap is.68

66 AFP/ANP (29 april 2009); NRC Handelsblad (2 maart 2009); Volkskrant (2 maart 2009).67 ‘Syrians consider response to Hariri Tribunal’, Refworld/UNHCR (6 november 2008). De

Syrische president verklaarde op 22 juni 2009 voor de Franse televisie: ‘Nous avons déjà coopéré avec les enquêteurs de l’ONU, nous sommes prêts à coopérer de la même manière avec le tribunal spécial, mais selon nos critères. Car n’importe quel Syrien, qu’il fasse ou non partie du gouvernement est soumis à notre législation, à notre autorité.’ (AFP (22 juni 2009)).

68 AFP (22 juni 2009).

Page 18: 'Syrië - 2009-09-17' PDF document | 78 pagina's | 374 kB Ambtsbericht

Algemeen ambtsbericht Syrië september 2009

18

2.4 Veiligheidssituatie

Het binnenlandse beleid van het regime is gericht op handhaving van de bestaande machtsstructuren en sociaal-economische ontwikkeling. Om het land in hun greep te houden gebruiken de machthebbers een uitgebreid netwerk van veiligheidsdiensten. De in 1963 afgekondigde wet op de Noodtoestand69 biedt de veiligheidsdiensten een basis om buiten enige justitiële of parlementaire controle om te kunnen opereren.70 De onderlinge verhoudingen tussen de elkaar deels overlappende en controlerende veiligheidsdiensten zijn veelal ondoorzichtig.71

Geen van de veiligheidsdiensten heeft volledig toegang tot informatie over andere veiligheidsdiensten of over de identiteit van medewerkers van andere veiligheidsdiensten. De veiligheidsdiensten opereren onafhankelijk van elkaar en zijn vrijwel geheel onafhankelijk van ministers, zodat deze laatsten geen werkelijke invloed op hen kunnen uitoefenen. Wel zijn zij alle verantwoording schuldig aan de president.

Er wordt streng opgetreden tegen alles wat wordt beschouwd als in strijd met de door de Baath-partij gecreëerde ordening van de staat. Het regime in Damascus heeft daarbij geheel Syrië onder controle.72 Via vele tienduizenden medewerkers van veiligheidsdiensten wordt de ontwikkeling van iedere vorm van oppositie in de kiem gesmoord. Personen verdacht van oppositionele activiteiten worden door veiligheidsdiensten zonder officiële aanklacht opgepakt, voor onbepaalde tijd vastgehouden en voor speciale rechtbanken gebracht. Daarnaast maken deze diensten gebruik van een uitgebreid netwerk van informanten. Ook militaire inlichtingendiensten, waaronder de luchtmacht inlichtingendienst, kunnen Syrische burgers verdacht van oppositionele activiteiten oppakken en vasthouden in eigen detentiecentra.

Na de bomaanslag in september 2008 (zie hieronder) zijn Syrische veiligheidsdiensten actiever op zoek naar militante moslimorganisaties, zoals Fatah Al-Islam. Langs de grens met Libanon zijn hiertoe extra troepen geplaatst. Verder is de samenwerking met Libanon op het gebied van anti-terrorismebestrijding geïntensiveerd.

69 Legislative Decree no. 51 van 22 december 1962, van kracht vanaf 9 maart 1963. Voor de Engelse vertaling van de Wet op de Noodtoestand zie bijlage 1 van het algemeen ambtsbericht Syrië van 5 april 2002.

70 US Department of State, ‘2008 Human Rights Report : Syria’ (Washington, 25 februari 2009).

71 Ibidem. 72 De door Israël bezette Golan-hoogvlakte niet meegerekend.

Page 19: 'Syrië - 2009-09-17' PDF document | 78 pagina's | 374 kB Ambtsbericht

Algemeen ambtsbericht Syrië september 2009

19

AanslagenOp 27 september 2008 ontplofte een met explosieven gevulde auto voor het hoofdkwartier van de Syrische anti-terrorisme afdeling van de geheime dienst. Bij de aanslag, de dodelijkste in Syrië in ongeveer twintig jaar tijd, kwamen zeventien mensen om het leven. De doden waren volgens de autoriteiten allen burgers, maaronder hen zou zich ook een generaal van de geheime dienst bevinden. Op de Syrische staatstelevisie werden op 6 november 2008 verklaringen uitgezonden van een aantal militante moslims, die in verband met de aanslag gearresteerd waren. De mensen op de video, onder wie een vrouw, bekenden verantwoordelijk te zijn geweest voor de aanslag, zeiden lid te zijn van de radicale sunnitische beweging Fatah Al-Islam73, met name actief in Palestijnse vluchtelingenkampen in Libanon.74

In augustus 2008 werd een naaste medewerker van president Al-Assad, generaal Mohammed Suleiman, onder mysterieuze omstandigheden in de kustplaats Tartous in het noordwesten van Syrië in een zwaarbeveiligde militaire compound doodgeschoten. Over het motief voor de moord bestaan verschillende theorieën.Generaal Suleiman zou volgens sommige berichten verantwoordelijk zijn geweest voor contacten met de Libanese Hezbollah-beweging, waarvan een militaire commandant, Imad Moughiniyeh, zes maanden tevoren met een autobom in Damascus werd gedood.75 De generaal werd tevens in verband gebracht met de veronderstelde Syrische nucleaire samenwerking met Noord-Korea en Iran. Hij zou verantwoordelijk zijn geweest voor het militaire complex in het noorden van Syrië, dat in september 2008 door Israël werd gebombardeerd en waar volgens onbevestigde berichten een door Noord-Korea ontworpen kerncentrale in aanbouw was.76 Na de moord in 2005 op de Libanese ex-premier Hariri en het door de VN ingesteld onderzoek duidden sommige rapporten op mogelijke betrokkenheid van president Assads broer Maher en zwager Assef Shawkat bij de moord. Om te voorkomen dat de generaal voor een internationaal tribunaal het Syrische regime in discrediet zou kunnen brengen, zou hem volgens bronnen voortijdig het zwijgen zijn opgelegd. Volgens waarnemers zou de moord op de generaal tenslotte in zijn algemeenheid kunnen duiden op meer interne onrust of op de activiteit van buitenlandse inlichtingendiensten in Syrië. 77

73 Fatah Al-Islam leverde in 2007 in het noorden van Libanon gedurende vijftien weken bij het Palestijnse vluchtelingenkamp Nahr Al-Bared slag met het Libanese leger. Tenminste 430 mensen kwamen daarbij om, waaronder 170 soldaten en 220 militante strijders, inclusief de leider Shaker Al-Absi.

74 AFP/ANP/DPA/Reuters (6 november 2008);‘Lebanon-Syria: Sunni islamist group claimresponsibility for deadly Syria attacks’, Global Insight – Country Intelligence Analysis (7 november 2008); ‘No consensus on bombing’, Refworld/UNHCR (3 oktober 2008).

75 Zie ook paragraaf 2.3 van het algemeen ambtsbericht Syrië van 22 juli 2008.76 Ibidem.77 AFP (6 augustus 2008); Volkskrant (5 augustus 2008);TimesonLine (6 augustus 2008).

Page 20: 'Syrië - 2009-09-17' PDF document | 78 pagina's | 374 kB Ambtsbericht

Algemeen ambtsbericht Syrië september 2009

20

Toetsing van de vraag of in (delen van) Syrië sprake is van een binnenlands gewapend conflict.

De situatie in Syrië voldoet niet aan de criteria voor een intern gewapend conflict zoals deze worden genoemd in de uitspraak 200608939/1 ABRvS van 20 juli 2007. Er is geen sprake van aanhoudende militaire operaties van samenhangende aard op Syrisch grondgebied.78

2.4.1 Strijdkrachten

De strijdkrachten nemen een vooraanstaande positie in. Dit is hoofdzakelijk het gevolg van het feit dat zij de voornaamste machtsbasis vormen voor het bewind van president Bashar Al-Assad. Net als ten tijde van zijn vader is de steun (van onderdelen) van de strijdkrachten nodig om de binnenlandse machtspositie van de president te kunnen consolideren. De positie van de president is sterk afhankelijk van de loyaliteit van de strijdkrachten. De president is opperbevelhebber van de strijdkrachten. Ali Habib Mahmoud is sinds juni 2009 minister van Defensie en tevens plaatsvervangend opperbevelhebber. Bevelhebber der landstrijdkrachten is luitenant-generaal Daoud Ben Abdallah Rajha. Generaal Rajha is de hoogst geplaatste christen binnen de Syrische strijdkrachten.79 Schattingen over de omvang van de strijdkrachten in actieve dienst lopen op tot ongeveer 200.000 manschappen landstrijdkrachten, 100.000 luchtstrijdkrachten, 7.600 marine, en een reserve (tot de leeftijd van 45 jaar) van 354.000 man.80

Afgezien van de algemene veiligheidstaak van de reguliere eenheden van land-, zee- en luchtmacht, worden specifieke veiligheidstaken verricht door speciale veiligheidseenheden, voor het merendeel aangevoerd door alawieten. Te denken valt hierbij aan ‘special forces’ gerecruteerd uit militaire commando’s en de militaire politie, en aan de Republikeinse Garde die speciaal belast is met de beveiliging van de president en zijn familie.

78 De Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRvS) hanteert bij uitspraak van 20 juli 2007 (200608939/1) de volgende definitie van een binnenlands gewapend conflict: ‘Sprake is van een binnenlands gewapend conflict indien een georganiseerde gewapende groep met een verantwoordelijk bevel in staat is op het grondgebied van een land of een gedeelte daarvan militaire operaties uit te voeren jegens de strijdkrachten van de autoriteiten van dat land. Deze operaties dienen dan aanhoudend en samenhangend van aard te zijn, wil sprake zijn van een gewapend conflict. Ongeregeldheden en spanningen, zoals rellen, leiden niet tot de conclusie dat sprake is van een zodanig conflict.’.

79 Reuters (3 en 4 juni 2009).80 The Economist Intelligence Unit, ‘Country Profile 2008 – Syria’ (Londen, 24 juni 2008).

Page 21: 'Syrië - 2009-09-17' PDF document | 78 pagina's | 374 kB Ambtsbericht

Algemeen ambtsbericht Syrië september 2009

21

3 Mensenrechten

3.1 Waarborgen

3.1.1 Grondwet

In de grondwet van maart 1973 worden garanties gegeven met betrekking tot de persoonlijke vrijheid van burgers, de onaantastbaarheid van de wet, de gelijkheid voor de wet van iedere burger, een eerlijke procesgang, de fysieke integriteit, de onschendbaarheid van de woning, briefgeheim, vrijheid van beweging en geloof, en bescherming van politieke vluchtelingen. In de praktijk worden echter presidentiële decreten gehanteerd die op basis van de sinds 1963 geldende noodtoestand de in de grondwet aan burgers toegekende waarborgen, rechten en vrijheden buiten werking stellen.

3.1.2 Verdragen

Met betrekking tot de voornaamste internationale mensenrechtenverdragen is Syrië partij bij:- het in New York op 7 maart 1966 tot stand gekomen Internationaal Verdrag

inzake de Uitbanning van alle Vormen van Rassendiscriminatie;- het in New York op 19 december 1966 tot stand gekomen Internationaal

Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke Rechten;- het in New York op 19 december 1966 tot stand gekomen Verdrag inzake

Economische, Sociale en Culturele Rechten; - het op 18 december 1979 in New York tot stand gekomen Verdrag inzake de

uitbanning van alle vormen van discriminatie van vrouwen; en- het in New York op 20 november 1989 tot stand gekomen Verdrag inzake de

Rechten van het Kind;- het in New York op 10 december 1984 tot stand gekomen Verdrag tegen

foltering en andere wrede, onmenselijke of onterende behandeling ofbestraffing (toetreding geschiedde op 19 augustus 2004); Syrië is geen partij bij het daarbij behorende Facultatieve Protocol.

Syrië heeft op 29 november 2000 het op 17 juli 1998 te Rome tot stand gekomen Statuut van Rome inzake het Internationaal Strafhof getekend, maar nog niet bekrachtigd.

In februari 2007 bekrachtigde Syrië het in het kader van de Raad van de Arabische Liga bij resolutie 5437 (102 reguliere bijeenkomst) op 15 september 1994 in Casablanca aangenomen Arabisch Handvest inzake Mensenrechten.

Page 22: 'Syrië - 2009-09-17' PDF document | 78 pagina's | 374 kB Ambtsbericht

Algemeen ambtsbericht Syrië september 2009

22

3.1.3 Overige wetgeving

Het parlement komt niet zelf met initiatief-wetgeving, maar geeft slechts een oordeel over (en wijzigt soms) wetsvoorstellen afkomstig van de president.Het wetboek van Strafrecht van 1 september 1949 bevat onder meer strafbepalingen inzake schendingen van de openbare orde en veiligheid van de staat, alsmede strafbepalingen inzake misdragingen met betrekking tot de religieuze gebruiken van andere bevolkingsgroepen.

3.1.4 Toezicht

Ondanks het feit dat Syrië partij is bij een aantal belangrijke internationale verdragen op het gebied van de bescherming van de rechten van de mens en aan zijn rapportageverplichtingen voortvloeiend daaruit voldoet, vinden er in de praktijk geregeld schendingen van mensenrechten plaats.81 Het is echter moeilijk om de mensenrechtensituatie in Syrië precies in kaart te brengen.

Volgens Human Rights Watch is de mensenrechtensituatie in Syrië in 2008/2009niet verbeterd.82 Dit sombere beeld wordt eveneens bevestigd in verslagen en rapporten van diverse andere (mensenrechten) organisaties, zoals het jaarverslagvan de Syrian Human Rights Committee (SHRC)83, het Annual report 2007-2008 van de National Organization for Human Rights in Syria (NOHR –S), het ‘Syria –Amnesty International report 2008’ van Amnesty International, het jaarlijkse rapport ‘Freedom in the World 2008: Syria’ van Freedom House84, rapporten van het Foreign & Commonwealth Office85 en het jaarlijkse Human Rights Report: Syria van het US State Department.86 87

81 US Department of State, ‘2008 Human Rights Report: Syria’ (Washington, 25 februari 2009). 82 ‘Syria emerged from its international isolation in 2008, but its human rights record remains

very poor. The authorities arrested political and human rights activists, censored websites, detained bloggers, and imposed travel bans. Emergency rule, imposed in 1963, remains in effect and Syria’s multiple security agencies continue to detain people without arrest warrants.’, Human Rights Watch, ‘World Report 2009 - Syria’ (Washington, 14 januari 2009).

83 Syrian Human Rights Committtee (SHRC), ‘SHRC Eight Annual Report on Human Rights Status in Syria’ (januari 2009).

84 Freedom House, ‘Freedom in the World 2008: Syria’, (Washington, 12 januari 2009).85 Foreign & Commonwealth Office, ‘Human Rights Annual Report 2008’ (Londen, 26 maart

2009) en ‘Syria – Country Information’ (Londen, 23 maart 2009).86 ‘The government’s respect for human rights worsened, and it continued to commit serious

abuses.’ (US Department of State, ‘2008 Human Rights Report: Syria’ (Washington, 25 februari 2009)).

87 Zie ook de kamerbrief van de minister van Buitenlandse Zaken inzake de toestand van een aantal met name genoemde mensenrechtenorganisaties en – verdedigers in Iran, Syrië en

Page 23: 'Syrië - 2009-09-17' PDF document | 78 pagina's | 374 kB Ambtsbericht

Algemeen ambtsbericht Syrië september 2009

23

Op 15 september 2008 werd een delegatie van Reporters sans Frontières onder leiding van secretaris-generaal Robert Ménard verhinderd Syrië binnen te reizen. Bij de Libanees-Syrische grensplaats Jdaïdé werd de delegatie geen visum verstrekt. In Syrië wilde de delegatie familie van gedetineerde journalisten, alsmede van de in de gevangenis verblijvende Anwar Al-Bunni en Michel Kilo bezoeken.88

De Syrische autoriteiten reageren over het algemeen afhoudend wanneer de mensenrechtensituatie door Nederland of andere EU-partners wordt opgebracht.89

Zij gebruiken dikwijls strijd tegen terrorisme als rechtvaardiging voor mensenrechtenschendingen. Daarbij wordt vooral naar de islamitische oppositie verwezen. Daarnaast wordt als argument gebruikt voor het voortduren van de noodtoestand de dreiging van Israël (waarmee Syrië de jure in oorlog is) en de politieke en andere pressie van de westerse wereld, met name de Verenigde Staten.

3.2 Naleving en schendingen

3.2.1 Vrijheid van meningsuiting

De grondwet biedt burgers het recht om zich vrijelijk in woord en geschrift te uiten.90 De sinds 1963 geldende noodtoestand verbiedt de verspreiding van ‘valse informatie die ingaat tegen de beginselen van de revolutie’.91 Op basis hiervan wordt de vrijheid van meningsuiting ernstig aan banden gelegd. De regering controleert op strikte wijze de verspreiding van informatie.92 Zij staat geen kritiek toe – in woord noch in beeld – op de president, de familie van de president, de Baath-partij, de strijdkrachten, of op de rechtmatigheid van het regime.93 Hoewel in februari 2001 door de autoriteiten een einde werd gemaakt aan de een half jaar

Egypte van 26 augustus 2008, alsmede de verklaring van 19 september 2008 van het Voorzitterschap van de Europese Unie.

88 AFP (15 september 2008); ‘Media rights advocates refused entry’, Refworld/UNHCR (19 september 2008).

89 In het kader van een bezoek aan de regio deed minister Verhagen van Buitenlandse Zaken op 21 en 22 juni 2009 Syrië aan. In gesprekken met de Syrische autoriteiten, waaronder president Al-Assad en minister van Buitenlandse Zaken Mouallem, toonde hij zich bezorgd over de rechtsgang in Syrië en de slechte leefomstandigheden in detentiecentra.

90 Zo luidt artikel 38 van de Grondwet : ‘Every citizen shall have the right to express his opinion publicly and freely, in speech, writing and other forms of expression, and to participate in the work of control and the voicing of constructive criticism aimed to ensure the safety of the structure of the homeland and the nation, and to enhance the socialist regime. The state shall guarantee the freedom of the press and of printing and publishing, in accordance with the law.’

91 Legislative Decree no. 6 van 7 januari l965.92 US Department of State, ‘2008 Human Rights Report: Syria’ (Washington, 25 februari

2009).93 Zie ook ‘Don’t talk politics’, Institute for War & Peace Reporting (8 mei 2009).

Page 24: 'Syrië - 2009-09-17' PDF document | 78 pagina's | 374 kB Ambtsbericht

Algemeen ambtsbericht Syrië september 2009

24

tevoren gestarte politieke dialoog onder journalisten, mensenrechtenactivisten en kritische intellectuelen, doen mensenrechtenactivisten en –organisaties af en toenog een oproep aan de autoriteiten om hervormingen (zoals vrijlating van politieke gevangenen en beëindiging van de staat van beleg) in gang te zetten. In de verslagperiode heeft zich geen verbetering voorgedaan ten aanzien van de positie van journalisten en de media.

Mensenrechtenactivisten, politieke opposanten en andere critici van het regime 94

De aanpak van de overheid ten aanzien van deze groepen verschilt nogal in de praktijk. Sommige mensen zitten lang in voorarrest bij één of meerdere orde- enveiligheidsdiensten, anderen worden vrijwel onmiddellijk na de arrestatie overgebracht naar een gevangenis in afwachting van een proces. Sommige rechtszaken vinden plaats bij speciale rechtbanken, opgericht onder de wet op de Noodtoestand (staatsveiligheidsrechtbank en militaire tribunalen), andere bij een gewone strafrechtbank. De aanklachten behelzen meestal het verspreiden van valse informatie en daarmee het ondermijnen van de eenheid van de natie. In een aantal gevallen wordt ook de beschuldiging geuit van het aanzetten tot agressie door het buitenland.95 Zo werden in mei 2006 opgepakte ondertekenaars van de ‘Verklaring van Damascus’96, alsook een aantal andere politieke opposanten en critici gedetineerd en vrijwel onmiddellijk voorgeleid bij de openbare aanklager en overgeplaatst naar de gevangenis in Adra bij Damascus. Familie kon hen wekelijks bezoeken en advocaten hadden toegang tot hen. Betrokkenen werden

94 Het is in veel gevallen moeilijk een onderscheid te maken tussen deze groepen. Een aantal mensenrechtenactivisten is ook actief binnen politieke bewegingen of partijen, dan wel werkzaam als journalist of schrijver.

95 Zo werd de fysicus dr. Kamal Labwani, eerder in mei 2007 tot twaalf jaar detentie veroordeeld (zie voetnoot 124 in paragraaf 3.2.2 van het algemeen ambtsbericht Syrië van 9 oktober 2007), op 23 april 2008 door een militaire rechtbank tot een additionele drie jaar gevangenisstraf veroordeeld in verband met kritiek op het regime gedurende zijn detentie. De VN Werkgroep inzake Willekeurige Hechtenis was in maart 2009 van oordeel dat de gevangenschap van dr. Labwani sinds november 2005 willekeurige hechtenis was en riep Syrië op hem zo spoedig mogelijk vrij te laten. (‘Syria: UN rules dissident’s detentionillegal’, Amnesty International (29 april 2009);’Syria: UN rules dissident’s detention illegal’, Human Rights Watch (29 april 2009).

96 De ondertekenaars van de ‘Verklaring van Damascus’ van 2005 (thans een politieke beweging genaamd Damascus Declaration for National Democratic Change (NCDD) bestaan uit vertegenwoordigers van een breed spectrum aan (verboden) seculiere oppositiegroepen, waaronder communisten, nationalisten, liberalen en Koerden alsook uit niet partijgebonden regimecritici. De beweging zet zich op vreedzame wijze in voor de democratisering van het politieke bestel in Syrië. De ‘Verklaring van Damascus’ heeft de steun van de eveneens in Syrië verboden en vanuit het buitenland opererende Moslimbroederschap. Bij de NCDD hebben zich onder andere aangesloten de Democratic National Grouping in Syria, de KurdishDemocratic Alliance in Syria, Committees for the Revival of Civil Society, het Kurdish Democratic Front in Syria, de Future Party, de PCA en de ADO.

Page 25: 'Syrië - 2009-09-17' PDF document | 78 pagina's | 374 kB Ambtsbericht

Algemeen ambtsbericht Syrië september 2009

25

door de overheid niet beschouwd als politiek opposant, maar als crimineel. Zij zaten dan ook opgesloten bij misdadigers. Andere personen zijn aangeklaagd, maar bevinden zich in afwachting van het vonnis op vrije voeten.

Een aantal bekende activisten kreeg een uitreisverbod opgelegd. Alleen al onder de mensenrechtenactivisten en pro-democratie activisten hebben enkele honderden personen een uitreisverbod. Anderen kregen oproepen van veiligheidsdiensten om te verschijnen voor een gesprek.Ook zijn bedreigingen geuit door onbekenden tegen critici van het regime en/of hun families (ruiten ingooien, met vuil besmeuren van huizen en tuinen), dan wel mishandeling. De overheid probeerde hen af te schilderen als landverraders. Minder bekende opposanten zoals opgepakte studenten, lopen meer risico op een langdurig verblijf bij de orde- en veiligheidsdiensten. Personen in handen van de militaire veiligheidsdienst of de luchtmachtveiligheidsdienst lopen een grotere kans op marteling en zware mishandeling, dan personen in handen van veiligheidsdiensten vallend onder het ministerie van Binnenlandse Zaken. In zijn algemeenheid geldt dat gedurende het voorarrest de meeste kans op mishandeling aanwezig is.

Ook in de verslagperiode traden de Syrische autoriteiten hard op tegen regimecritici.97

Twee opposanten van het regime, de schrijver Michel Kilo en de linkse militant Mahmoud Issa, gearresteerd in mei 2006 vanwege een openlijke oproep om de betrekkingen tussen Syrië en Libanon te normaliseren98 en in mei 2007 tot drie jaar gevangenisstraf veroordeeld vanwege het ondermijnen van het aanzien van de staat en het aanzetten tot sektarisch geweld, hadden tweederde van hun straf er opzitten, een tijdstip waarop men in Syrië in aanmerking zou kunnen komen voor vervroegde invrijheidstelling, per 2 november 2008. De procureur-generaal van Damascus stelde echter beroep in tegen een eventuele vrijlating. Het Hof van Cassatie bekrachtigde op 15 december 2008 dit beroep. Op 19 mei 2009 werdMichel Kilo vrijgelaten.99 De vrijlating van Mahmoud Issa volgde op 16 juni 2009.100

Op 15 maart 2009 werd de schrijver Habib Saleh door het strafgerechtshof in Damascus tot drie jaar gevangenisstraf veroordeeld.101 In mei 2008 was hij door de

97 ‘Syria: Repression of activists continues unabated’, Human Rights Watch (11 juni 2008).98 Syrië en Libanon zijn inmiddels diplomatieke betrekkingen aangegaan en hebben in elkaars

hoofdsteden ambassades geopend.99 AFP/Reuters (19 mei 2009.100 AFP (17 juni 2009).101 Reuters (15 maart 2009); AFP (16 maart 2009); ‘Syrian activist jailed for three years’,

Amnesty International (17 maart 2009).

Page 26: 'Syrië - 2009-09-17' PDF document | 78 pagina's | 374 kB Ambtsbericht

Algemeen ambtsbericht Syrië september 2009

26

veiligheidsdienst in de stad Tartus aangehouden in verband met de publikatie van een artikel op internet, waarin hij opriep tot politieke hervormingen in Syrië. Het was de zesde keer dat de schrijver werd aangehouden. Zo werd hij in 1982, 1986, 1994 en in 2001 met negen andere politieke hervormers aangehouden, waarna hij drie jaar in de gevangenis zat. In mei 2005 werd hij gearresteerd op beschuldiging van het verspreiden van leugens op het internet. In september 2007 werd hij vrijgelaten.

Aref Dalila, econoom, oud-deken van de Economische Faculteit van de Universiteit van Damascus, die in 2002 tot tien jaar gevangenisstraf was veroordeeld, is op 7 augustus 2008 vrijgelaten uit de Adra-gevangenis bij Damascus. Hij was het laatste lid van de Beweging van de Lente van Damascus, een korte periode van politieke vrijheid van mening toen de huidige president in juli 2000 aan de macht kwam, dat nog vast zat. Hij was in september 2001 samen met nog negen anderen aangehouden, op beschuldiging de Syrische grondwet met geweld te willen veranderen.102

Berechting twaalf leden NCDDOp 16 juli 2008 werden twaalf leden van de op 1 december 2007 opgerichte National Council of the Damascus Declaration for Democratic Change (NCDD) voorgeleid bij het strafgerechtshof in Damascus. Eerder op 24 juni 2008 had het Hof van Cassatie het beroep verworpen van de aangeklaagden tegen de administratieve beslissing van de autoriteiten om hen te arresteren en te berechten. Betrokkenen werden elk afzonderlijk kort gehoord door de strafrechter, in een aparte ruimte en alleen in bijzijn van hun advocaten. Sommige gedetineerden konden na hun voorgeleiding even met familieleden, advocaten en enkele diplomatieke waarnemers van gedachten wisselen. De eerste openbare rechtszitting vond op 30 juli 2008 plaats.103

Voorgeleid werden: Fida Hourani 104, arts en voorzitter NCDD; Ahmed Tomeh Al-Khedar, tandarts; Akram Al-Bunni 105, advocaat en broer van mensenrechtenadvocaat Anwar Al-Bunni (sinds mei 2006 in detentie); Ali

102 AFP (26 juli 2009); BBC News (7 augustus 2008); Reuters (7 augustus 2008); ‘Syria: Further information on prisoner of conscience/medical concern: Dr. ‘Aref Dalilah’, Amnesty International, AI Index MDE 24/023/2008 (12 augustus 2008); ‘Syria: Economist freed ascrackdown goes on’, Human Rights Watch (7 augustus 2008).

103 AFP (30 juli 2008).104 Fidaa Hourani, arts en ziekenhuisdirecteur uit Hama, is de dochter van wijlen Akram Al-

Hourani, een van de grondleggers van de Baath-partij en latere politieke tegenstander van toenmalig president Hafez Al-Assad.

105 Akram Al-Bunni is schrijver en voormalig politiek gedetineerde. Hij bracht meer dan zeventien jaar door in gevangenschap. Hij is de broer van Anwar Al-Bunni, advocaat enmensenrechtenactivist, die in mei 2007 tot vijf jaar gevangenisstraf werd veroordeeld wegens activiteiten die de staatsveiligheid zouden ondermijnen.

Page 27: 'Syrië - 2009-09-17' PDF document | 78 pagina's | 374 kB Ambtsbericht

Algemeen ambtsbericht Syrië september 2009

27

Abdallah 106, schrijver, journalist, mensenrechtenactivist en voormalig politiek gevangene; Yassar Al- Eiti, arts en dichter; Walid Al-Bunni, arts en voormalig politiek gevangene107; Jaber Al-Shofi, leraar Arabische literatuur; Fayez Sara, schrijver, journalist en lid van de comités voor de wederopbouw van het maatschappelijk middenveld; Mohammed Hajji Darwish, chemicus, voormalig politiek gevangene en lid van de Democratische Volkspartij (van de bekendste politieke opposant Riyad Al-Turk); Marwan Al-Eich, geoloog, vakbondsactivist en voormalig Baath partijlid; Riad Seif, ondernemer, ex-parlementariër, secretaris-generaal NCDD en voormalig politiek gevangene; Talal Abu Dan, kunstenaar, lid van de Democratische Volkspartij (van Riyad Al-Turk) en voormalig politiek gevangene.

Met uitzondering van Seif en Abu Dan, die beiden eind januari 2008 zijn gearresteerd, werden alle genoemde personen medio december 2007 opgepakt. Allen zitten gedetineerd in de Adra-gevangenis, behalve Frida Hourani, die in de vrouwengevangenis in Dumma wordt vastgehouden. Er zijn nog drie andere personen gearresteerd die lid zijn van de NCDD. Of deze personen wegens dit lidmaatschap zijn opgepakt of om andere redenen is vooralsnog niet duidelijk. Zij zijn nog niet bij de rechtbank voorgeleid. Inmiddels zijn Mahmoud Najjar en Hassan Qassem die in de stad Aleppo waren aangehouden, op 24 juli 2008 invrijheid gesteld.108 Op 30 juli 2008 werd echter eveneens in Aleppo aangehouden in verband met de NCDD, ingenieur Ossama Achour, een oud-politiek gevangene die in de jaren tachtig van de vorige eeuw zestien jaar vastzat vanwege betrokkenheid bij de verboden communistische partij.109

Bovengenoemde twaalf personen werden allen beschuldigd van misdrijven zoals het beschadigen van het aanzien van de staat, het aanzetten tot raciale en

106 Ali Abdullah is schrijver en mensenrechtenactivist en eveneens voormalig politiek gedetineerde. Een van zijn zoons, Omar, zit eveneens om politieke redenen in gevangenschap, omdat hij – samen met zes andere jongeren – had deelgenomen aan een discussiegroep over democratisering en pro democratie artikelen had gepubliceerd op het internet. Betrokkenen waren gearresteerd tussen 26 januari en 18 maart 2006 door de luchtmacht geheime dienst en zijn veroordeeld door de staatsveiligheidsrechtbank op 17 juni 2007 tot gevangenisstraffen van tussen de vijf en zeven jaar.

107 Op 17 juni 2009 oordeelde het militaire gerechtshof in Damascus dat Walid Al-Bunni onschuldig was met betrekking tot de beschuldiging dat hij uitspraken had gedaan in de gevangenis die het moreel van de natie ondermijnden.Een medegevangene had hem beschuldigd van het doen van politieke uitspraken, namelijk dat Iran invloed uitoefende op Syrië en dat Syrië had bijgedragen aan de politieke crisis in Libanon. Volgens een van de advocaten van Walid Al-Bunni die nog in detentie bleef, was het de eerste keer dat een politiek gevangene in het gelijk was gesteld.(Reuters ( 17 juni 2009)).

108 AFP (24 juli 2008)109 AFP (30 juli 2008).

Page 28: 'Syrië - 2009-09-17' PDF document | 78 pagina's | 374 kB Ambtsbericht

Algemeen ambtsbericht Syrië september 2009

28

sectarische spanningen en het oprichten van een organisatie die tot doel heeft om de aard van de staat te wijzigen, alsook het verspreiden van valse informatie.

Eerstdaags tevoren hoorden de gedetineerden dat zij zouden worden voorgeleid. Familieleden, advocaten en diplomatieke waarnemers waren dan ook pas op het laatste moment op de hoogte. De omstandigheden in de Adra-gevangenis zijn moeilijk. Betrokkenen zitten verspreid over een groot aantal cellen, tussen criminelen. Spullen door familieleden afgegeven, zoals eten en kleding, bereiken de gevangenen niet of nauwelijks.

Op 29 oktober 2008 werden alle twaalf betrokkenen veroordeeld tot drie jaar detentie, omgezet wegens verzachtende omstandigheden tot 2½ jaar detentie met aftrek van voorarrest. De Hoge Raad heeft het vonnis in hoger beroep inmiddels bevestigd.110

Verdere arrestaties en veroordelingenDe voormalige vice-president van Syrië, Abdel Halim Khaddam, is door een militaire rechtbank in Damascus eind augustus 2008 bij verstek veroordeeld tot levenslange dwangarbeid. De rechtbank zou Khaddam onder meer schuldig hebben bevonden aan het zwartmaken van de Syrische regering, aan een poging op een onwettige manier de macht te grijpen en aan illegale banden met de zionistische vijand. Khaddam trad in 2005 af als vice-president van Syrië. Hij beschuldigde de Syrische regering van directe betrokkenheid bij de moord op de Libanese ex-premier Rafik Al-Hariri en sloot zich aan bij de oppositie. Sindsdien woont hij in ballingschap in Frankrijk.111

Op 28 juli 2009 werd een van de bekendste mensenrechtenadvocaten en medeoprichter van de (verboden) mensenrechtenorganisatie Swasiah, MuhannadHassani, gearresteerd. Hij was de belangrijkste informant voor het rapport van Human Right Watch over de staatsveiligheidsrechtbank in Syrië dat op 24 februari 2009 uitkwam. Ook was hij als advocaat succesvol in het verdedigen van Walid Al-Bunni, een van de gedetineerde bestuursleden van de NCDD, tegen nieuwe aanklachten.

110 AFP (29 oktober 2008); NRC Handelsblad (29 oktober 2008); The New York Times (30 oktober 2008); Reuters (29 oktober 2008); ‘Syrian court sentences activists to two and a halfyears’, Amnesty International (30 oktober 2008); ‘Syria: Harsh sentences for democraticopposition’, Human Rights Watch (30 oktober 2008); AFP (14 juli 2009).

111 AFP/ANP (30 augustus 2008).

Page 29: 'Syrië - 2009-09-17' PDF document | 78 pagina's | 374 kB Ambtsbericht

Algemeen ambtsbericht Syrië september 2009

29

Islamisten, aanhangers van de politieke islamDe laatste jaren ‘islamiseert’ de Syrische samenleving geleidelijk aan. De overheid faciliteert de gematigde stroming binnen de islam112, voorzover deze het regime niet voor de voeten loopt en zich niet politiek manifesteert. Een apart verschijnsel van ‘feministisch islamisme’ vormt de Qubaiseat, met meer dan zeventigduizend leden. Deze islamitische vrouwenorganisatie is vernoemd naar haar oprichtster Munira Qubaisi (door de leden van de organisatie liefdevol ‘Sheikha Al-Umma’ -- moedersjeik- genoemd). Via een netwerk van lokale bidgroepen propageert de Qubaiseat een conservatieve islamitische leer, volgens het principe: God is overal en in alles aanwezig. Behalve in de koran is volgens de Qubaiseat alle wijsheidvastgelegd in een boek met islamitische poëzie (de Mazamer Dawood). De organisatie is niet politiek actief.

De autoriteiten beschouwen de militante islam als een bedreiging voor het regime.113 Aanhangers worden dan ook nauwlettend in de gaten gehouden.114

Zo werden Nabil Khlioui, ‘Abdel Hadi Al-Salameh, Belal Sufian, Iyad Hussein, Mohammed Taha, Thabet Al-Hasan, ‘Abdel Razaq Al-Kbaisy, Mansour Khero Al-Atrash, Khaldoun Al-Jazaery en Mohammed Amin Al-Shawa in augustus 2008 door de militaire inlichtingendienst gearresteerd in de steden Deir Az-Zawr, Aleppo en Hama, omdat de autoriteiten in hun voorkomen en manier van leven aanwijzingen zagen dat zij betrokken zouden zijn bij niet-toegestane islamistische groeperingen. Een van hen, Mohammed Amin Al-Shawa, overleed in gevangenschap in januari 2009. Op 10 januari 2009 werd zijn lichaam aan zijn familie in de stad Deir Az-Zawr overgedragen door veiligheidsagenten, en in hun aanwezigheid begraven. De familie mocht daarbij alleen het gezicht van de overledene zien, niet de rest van zijn lichaam. Amnesty International en Human Rights Watch vermoedden marteling en mishandeling.115

Op 31 juli en 4 augustus 2008 werden Usra Al-Hussein en Bayan ‘Ali in hun huis in het dorp Al-‘Otayba in de buurt van Damascus aangehouden door de staatsveiligheidsdienst. Over hun lot is niets bekend. Beide vrouwen zijn gehuwd met mannen, waarvan de een (Jehab Diab) vastzit op de militaire basis in Guantanamo Bay/Cuba en de ander (Ahmad Saleh ‘Ali) gedetineerd zit in de Sednaya militaire gevangenis bij Damascus op verdenking van betrokkenheid bij

112 Onder andere via de bouw van nieuwe moskeeën, het toestaan van koranonderwijs in moskeeën en het toestaan van registratie van nieuwe sociale en charitatieve instellingen.

113 US Department of State, ‘2008 Human Rights Report: Syria’ (Washington, 25 februari 2009).; ‘Islamic charities under closer scrutiny’, Refworld/UNHCR (28 november 2008).

114 US Department of State, ‘International Religious Freedom Report 2008 – Syria’ (Washington, 19 september 2008; ‘Clampdown on islamists continues’, Refworld/UNHCR (30 januari 2009).

115 Amnesty International, AI Index MDE 24/002/2009 (29 januari 2009); ‘Syria: Reveal fate of17 held incommunicado’, Human Rights Watch (15 april 2009).

Page 30: 'Syrië - 2009-09-17' PDF document | 78 pagina's | 374 kB Ambtsbericht

Algemeen ambtsbericht Syrië september 2009

30

islamistische activiteiten.116 In diezelfde tijd werd Raw’a Al-Kilani gearresteerd, echtgenote van Ziad Al-Kilani, die in april 2004 door de luchtmacht-inlichtingendienst was aangehouden en in afwachting van een proces in de Sednaya-gevangenis vastzit.117

Terwijl het Syrische regime in buurlanden steun geeft aan politieke groeperingen op religieuze basis (Hamas, Hezbollah) of een delegatie van de Jordaanse Moslimbroeders ontvangt, is het oprichten van en/of lid zijn van een politieke partij op religieuze gronden in Syrië strikt verboden.

Onder de fundamentalisten in Syrië lijkt sprake te zijn van een klein aantal mensen dat met geweld hun geloofsopvattingen wil afdwingen. Het is bekend dat kort na de inval van de coalitietroepen in Irak in maart 2003 sunnitische geestelijken in Syrië opriepen tot een heilige oorlog en steun aan het verzet in Irak. Vele honderden Syriërs zijn toen naar Irak getrokken. De afgelopen tijd lijkt de Syrische overheid gehoor te geven aan de Amerikaanse druk om de komst van strijders uit en via Syrië in te dammen.118 119 Er zijn ook berichten dat uit Irak teruggekeerde strijders nauwlettend in de gaten worden gehouden door de Syrische orde- en veiligheidsdiensten.

Ook in de verslagperiode werden talrijke personen, zonder uitzondering mannen, bij de staatsveiligheidsrechtbank voorgeleid op beschuldiging van het behoren tot een ‘takfiri’ groep, extremistische sunnitische moslims die met geweld hun doelen willen nastreven en ‘ongelovigen’120 bestrijden. In een aantal gevallen bleken betrokkenen een salafistische interpretatie van de islam121 voor te staan. Andere personen werden beschuldigd van het verlenen van hand- en spandiensten aan Al-

116 Amnesty International, AI Index MDE 24/028/2008 (15 september 2008).117 ‘Syria: Wives of islamist suspects detained, whereabouts unknown’, Human Rights Watch

(17 augustus 2008).118 Syrië heeft wegblokkades geïntroduceerd en grenspatrouilles opgevoerd om het aantal

strijders dat de Syrisch-Iraakse grens oversteekt, terug te dringen. Op 26 oktober 2008 vond er een commando-raid plaats van het Amerikaanse leger vanuit Irak tegen een netwerk op Syrisch grondgebied dat strijders naar Irak zou smokkelen. Daarbij kwamen acht burgers om het leven.(‘Syria: USA must investigate reports of killing of civilians’, Amnesty International, AI Index MDE 24/033/2008 (30 oktober 2008)/ ‘Attack perpetrated in the village of Hwijeh:The International Federation for Human Rights (FIDH) calls for an independent investigation to be opened’ , Refworld/UNHCR (6 november 2008).

119 Zie echter ook ‘Syria slammed by US for allowing transit of foreign militants into Iraq’, Global Insight, Country Intelligence – Analysis (12 mei 2009); AFP (11 mei 2009); ‘Irak:Forte baisse du nombre des combattants étrangers (armée américaine)’, AFP (15 juni 2009).

120 De term ‘ongelovig’ is van toepassing op een ieder die anders denkt dan betrokkenen.121 Dat wil zeggen een terugkeer naar de tijd van de profeet Mohammed en de eerste generaties

moslims. Deze periode wordt ook wel de periode van de salafiyya genoemd, de periode van de voorvaderen.

Page 31: 'Syrië - 2009-09-17' PDF document | 78 pagina's | 374 kB Ambtsbericht

Algemeen ambtsbericht Syrië september 2009

31

Qaìda. In veel gevallen werd hun ten laste gelegd dat zij in het bezit waren van verboden boeken of cd’s met ‘takfiri’ gedachtegoed.

De Syrische overheid maakt af en toe melding van schermutselingen tussen het Syrische leger en islamitische militanten. Het bleken echter steeds niet te verifiëren geruchten te zijn. Het is niet uitgesloten dat de Syrische autoriteiten naar buiten toe duidelijk willen maken dat ook Syrië bedreigd wordt door moslimterrorisme. Er zijn aanwijzingen dat sommige incidenten mogelijk geënsceneerd, dan wel uitgelokt zijn. De orde- en veiligheidsdiensten volgen de activiteiten van dergelijke groepen nauwgezet. Personen die verdacht worden van lidmaatschap van dergelijke groepen, verdwijnen vaak voor lange tijd in voorarrest en worden veelal incommunicado gehouden.

PersVrijwel alle binnenlandse media zijn in handen van de staat; de overige media wordt nauwgezet in de gaten gehouden door de ministeries van Informatie en van Cultuur en Nationale Begeleiding.122 De wet op de Noodtoestand biedt de regering uitgebreide bevoegdheden om te bepalen wat op het gebied van opinievorming wel of niet geoorloofd is.123 Volgens de Publication Law van 2001 kan er voor de verspreiding van onjuiste informatie drie jaar gevangenisstraf worden opgelegd. Sinds 2005 is er een nieuwe Press Law door de autoriteiten toegezegd.

Van acht publicaties werd de licentie ingetrokken. Er ligt een groot aantal aanvragen voor een licentie, waarop de overheid nog niet heeft beslist. De reden voor intrekking van een licentie is niet bekend. Van verschillende tijdschriften werd de publicatie van een bepaalde editie geblokkeerd door het ministerie van Informatie naar aanleiding van publicatie over misstanden bij de overheid (meestal corruptie).

Er zijn geen aanwijzingen dat een verschijningsverbod van een specifieke editie van een bepaald tijdschrift, dan wel het blokkeren van een website tot strafvervolging van eigenaren of medewerkers heeft geleid. Wel is er sprake van intimidatie door veiligheidsdiensten om medewerkers en eigenaren te laten afzienvan plaatsing van bepaalde artikelen. Ook heeft de Syrische overheid enkele bloggers gearresteerd na plaatsing van regime kritische artikelen op het web.De journalistenorganisatie Reporters Sans Frontières plaatste Syrië in haar jaarlijkse rapport over persvrijheid bijna onderaan de lijst (nummer 159 van in

122 US Department of State, ‘2008 Human Rights Report: Syria’ (Washington, 25 februari 2009); Freedom House, ‘Freedom of the Press – Syria (2008) (Washington, 12 januari 2009).

123 US Department of State, ‘2008 Human Rights Report: Syria’ (Washington, 25 februari 2009).

Page 32: 'Syrië - 2009-09-17' PDF document | 78 pagina's | 374 kB Ambtsbericht

Algemeen ambtsbericht Syrië september 2009

32

totaal 173 landen).124 Syrië behoort daarmee volgens deze organisatie tot de landen met de minste persvrijheid ter wereld.125

Radio- en televisieSyrische radio- en televisiestations zijn in handen van de regering of de Baath-partij.126 Er zijn talrijke schotelantennes voor televisieontvangst. Verschillende commerciële FM radio-zenders zijn in Syrië te beluisteren.127 Er zijn commerciële tv satelliet zenders.128 Ontvangst van uitzendingen van buitenlandse televisiestations is in Syrië mogelijk.129 De televisiestations Al-Jazirah uit Qatar, Abu Dhabi TV en Al-Arabiya uit Dubai genieten in Syrië grote populariteit.

InternetHet gebruik van internet is in Syrië beperkt en aan strenge voorschriften onderhevig.130 Overtreding van deze voorschriften kan tot afsluiting van de vereiste telefoonaansluiting leiden. Ongestoord toegang tot internet is alleen mogelijk via internet-providers in de buurlanden. Dit brengt hoge kosten met zich mee. De Syrian Telecommunications Establishment (STE), de enige internet-provider van het land, biedt geen toegang tot Israëlische websites of tot websites van de Syrische oppositie, zoals het in Londen gevestigde Syrian Human RightsCommittee (SHRC). Er bestaat ook controle op het electronische berichtenverkeer. Verschillende mensen zijn gearresteerd voor het raadplegen van verboden sites op internet of het plaatsen van artikelen op internet. Deze praktijk zou passen in het breder kader, waarin de Syrische overheid en met name de leiding van orde- en veiligheidsdiensten elke aanzet tot het ter discussie stellen van de legitimiteit van het bewind de kop in drukken. Volgens het Committee to Protect Journalists (CPJ) behoort Syrië tot de landen waar bloggers worden gearresteerd en gedetineerd wegens het innemen van bepaalde standpunten.131

Met het versoepelen in 2008 van de diplomatieke betrekkingen met het westen, waardoor het land geleidelijk aan uit zijn isolement geraakte, bleek het noodzakelijk de controle op de media waaronder internet, te versterken. Volgens het rapport ‘Syrian pens fall silent’ van Mazen Darwich, hoofd van het Syrian

124 World Press Freedom Index 2008 – The rankings, Reporters Without Borders (Parijs, oktober 2008).

125 Syria – World Report 2009, Reporters Without Borders (Parijs, 1 mei 2009).126 US Department of State, ‘2008 Human Rights Report: Syria’ (Washington, 25 februari 2009).127 Al-Madina FM, Rotana Style FM,, Arabesque FM, Syria Akghad, Cham FM, Al-Arabiya

FM, Mix FM Syria.128 Addounia, Orient, Massaya, Sham, Al-Mishkat, Arrai TV. 129 US Department of State, ‘2008 Human Rights Report: Syria’ (Washington, 25 februari 2009).130 US Department of State, ‘2008 Human Rights Report: Syria’ (Washington, 25 februari 2009).131 Cpj.org/reports/2009/04/10-worst-countries-to-be-a-blogger.php (geraadpleegd op 28 juli

2009).

Page 33: 'Syrië - 2009-09-17' PDF document | 78 pagina's | 374 kB Ambtsbericht

Algemeen ambtsbericht Syrië september 2009

33

Center for Media & Freedom of Expression132, werden in 2008 225 internet websites geblokkeerd, tegen 159 in 2007. Met name de websites van diverse Arabische kranten, Amazon, Facebook en YouTube werden geblokkeerd. 21% van de geblokkeerde websites waren Koerdisch en 15% van de verboden websites waren van Syrische oppositiegroeperingen. Het verbod op enkele websites, zoals de Arabischtalige Wikipedia, werd echter opgeheven.133

Op 28 mei 2008 heeft de president een nieuwe wet op electronische media aangekondigd.

3.2.2 Vrijheid van vereniging en van vergadering

De grondwet voorziet in het recht van vereniging134, het oprichten van vakbonden wordt daaronder uitdrukkelijk begrepen. Het oprichten van onafhankelijke politieke partijen wordt in Syrië niet getolereerd.135

VakverenigingenHet is niet toegestaan een onafhankelijke vakbond of enige andere vakvereniging op te richten. Alle vakbonden moeten zijn aangesloten bij de Algemene Federatie van Vakverenigingen (GFTU)136 die wordt gedomineerd door de Baath-partij.137

De GFTU maakt dan ook feitelijk onderdeel uit van de regeringsbureaucratie.

Niet-gouvernementele organisaties (ngo’s)Ingevolge een wet inzake ngo’s van 1958 moeten alle ngo’s geregistreerd staan bij het ministerie van Arbeid en Sociale Zaken. Veel groeperingen die betrokken zijn bij activiteiten die als politiek gevoelig worden opgevat, worden niet geregistreerden zijn dus feitelijk illegaal. Ook komt het voor dat groeperingen zich zelf niet laten registreren, omdat zij bang zijn dat hun verzoek tot registratie zal worden verworpen. Het komt dan ook voor dat sommige groeperingen uit het maatschappelijk middenveld opereren zonder wettelijk geregistreerd te staan.Per februari 2009 zijn er voor zover bekend veertien mensenrechtenorganisaties in Syrië actief, waarvan sommige Koerdische verenigingen. Enkele mensenrechtenorganisaties worden door de autoriteiten min of meer gedoogd(Human Rights Association in Syria, Committees for the Defence of Democratic

132 Een van de weinige particuliere organisaties die zich bezig houden met mensenrechten, die in Syrië mogen werken.

133 Reuters (3 mei 2009). 134 Artikel 39 van de grondwet bepaalt: ‘Citizens shall have the right of assembly and peaceful

demonstration within the principles of the Constitution. Exercising this right shall be regulated by law.’.

135 US Department of State, ‘2008 Human Rights Report: Syria’ (Washington, 25 februari 2009).136 General Federation of Trade Unions (GFTU); in het Arabisch: Al-Ittihad Al-Amm li-Nakabat

Al-Oummal. 137 US Department of State, ‘2008 Human Rights Report: Syria’ (Washington, 25 februari 2009).

Page 34: 'Syrië - 2009-09-17' PDF document | 78 pagina's | 374 kB Ambtsbericht

Algemeen ambtsbericht Syrië september 2009

34

Liberties and Human Rights, Syrian Human Rights Organisation, Arab Organisation for Human Rights in Syria, Cham Study Centre for Democracy and Human Rights, Damascus Study Centre for Human Rights, Syrian Human Rights Committee en verscheidene Koerdische organisaties).138 De medewerkers van deze organisaties lopen echter voortdurend het risico te worden gearresteerd en/of te worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van enkele jaren vanwege deelname aan een illegale organisatie. Hoewel er geen nieuwe wet op de ngo’s is, worden meer ngo’s toegestaan, met name op politiek minder gevoelige terreinen als milieu, gezondheidszorg en de positie van kwetsbare groepen. Ngo’s actief op het vlak van burger- en politieke rechten blijven verboden; in de praktijk worden activiteiten echter tot op zekere hoogte gedoogd.

StakingenMet uitzondering van de agrarische sector zijn stakingen bij wet toegestaan. In de praktijk wordt werknemers echter verhinderd aan stakingen deel te nemen. De autoriteiten treden hard op tegen iedere vorm van georganiseerde werkonderbreking.

Bijeenkomsten/demonstraties/vergaderingenVoor het houden van openbare bijeenkomsten, demonstraties of vergaderingen is uitdrukkelijk toestemming van het ministerie van Binnenlandse Zaken vereist.Daarbij dient een lijst van alle participanten te worden overgelegd. Personen die een bijeenkomst hebben bezocht waarvoor van de zijde van de autoriteiten geen uitdrukkelijke toestemming was verleend, lopen het risico voor ondervraging opgepakt te worden. Dit risico wordt nog groter, indien de desbetreffende bijeenkomst in de ogen van de autoriteiten als politiek bedreigend wordt aangemerkt. Pogingen van mensenrechtenactivisten om (op kleine schaal) demonstraties te organiseren, waarvoor geen voorafgaande toestemming was verleend, werden door de autoriteiten routinematig verstoord, waarbij soms arrestaties werden verricht. Er vonden bijeenkomsten plaats van mensenrechten-en/of civil society-groeperingen die niet vantevoren waren aangemeld bij de autoriteiten. Vaak probeerden de autoriteiten deze bijeenkomsten te verstoren.

138 US Department of State, ‘2008 Human Rights Report: – Syria’ (Washington, 25 februari 2009).

Page 35: 'Syrië - 2009-09-17' PDF document | 78 pagina's | 374 kB Ambtsbericht

Algemeen ambtsbericht Syrië september 2009

35

3.2.3 Vrijheid van godsdienst

De grondwet voorziet in vrijheid van godsdienst.139 In de praktijk wordt dit recht in het algemeen door de autoriteiten gerespecteerd.140 Indien sprake is van vervolging van leden van religieuze minderheden, worden ze niet louter vanwege hun religieuze achtergrond door de autoriteiten vervolgd. Religieuze minderheden bezitten in Syrië het recht om uitdrukking te geven aan hun eigen identiteit en geloofsbeleving; volgens internationale waarnemers genieten zij in Syrië meer veiligheid en tolerantie dan religieuze minderheden in menig ander Arabisch land. Een en ander mag echter niet in strijd zijn met het door de autoriteiten nauwgezet gehanteerde beleid van het handhaven van een religieus evenwicht in het land.Verzoeken om bijzondere bescherming of om rechten voor minderheden werden door de overheid opgevat als een bedreiging van de eenheid van de staat. Vanuit een ideologie van seculier Arabisch socialisme staat het regime traditioneel tegemoetkomend en coöperatief tegenover de diverse religieuze minderheden in het land, mits hun activiteiten de doelstellingen van deze ideologie niet doorkruisen. In essentie wordt het regime gedragen door minderheden, in de eerste plaats door de alawieten, waartoe ook de president behoort. Ook christenen en islamitische minderheden (zoals ismaëlieten, druzen en sji’ieten) steunen over het algemeen de huidige politieke status-quo in het land, niet in de laatste plaats uit angst voor een eventuele vervanging van het huidige bewind door een regime van sunnitisch-fundamentalistische signatuur.

De grondwet schrijft voor dat de president van Syrië moslim dient te zijn.141. Alle godsdiensten en sektes dienen officieel geregistreerd te staan bij de autoriteiten die toezicht houden op bijeenkomsten en geldinzamelingsacties.142

Ook dient de inhoud en teneur van het vrijdaggebed in de moskee van tevoren met de veiligheidsdienst te zijn afgestemd. Niet-politieke uitingen van islamitisch-religieuze beleving als het vieren van de geboortedag van de profeet Mohammed werden niet verhinderd.143 Het gebruik van religieuze taal in openbare ruimten werd getolereerd, ook mochten vlaggen met religieuze uitdrukkingen worden geplaatst op in het oog lopende openbareplaatsen tijdens religieuze feestdagen. De staatsradio zendt ook de islamitische

139 Artikel 35 van de Grondwet bepaalt: ‘(1) Freedom of belief shall be guaranteed. The state shall respect all religions. (2) The state shall guarantee the performance of all religious rituals provided this does not violate public order.’.

140 US Department of State, ‘2008 Human Rights Report: Syria’ (Washington, 25 februari 2009).141 Artikel 3 van de Grondwet bepaalt: ‘(1) Islam is the religion of the president of the Republic.’142 US Department of State, ‘2008 Human Rights Report: Syria’ (Washington, 25 februari 2009).143 Sinds 2006 is de geboortedag van de profeet Mohammed een nationale feestdag.

Page 36: 'Syrië - 2009-09-17' PDF document | 78 pagina's | 374 kB Ambtsbericht

Algemeen ambtsbericht Syrië september 2009

36

gebeden ten tijde van de dageraad en de namiddag uit, naast de gebruikelijke uitzending van de middaggebeden.144

BekeringEr zijn geen verbodsbepalingen in het Syrische wetboek van Strafrecht op veranderingen van geloof. Sociale en religieuze druk in moslimkringen maakt het echter feitelijk onmogelijk voor een moslim om van religie te veranderen, laat staan hier voor uit te komen. Het is niet toegestaan om moslims tot het christendom te bekeren. Dat wordt door de autoriteiten beschouwd als een inbreuk op religie en gezin en een vergrijp tegen de openbare orde.145 Hoewel er buitenlandse missiegroepen in het land aanwezig zijn146, worden missie- en zendingsactiviteiten onder moslims in de praktijk ontmoedigd.147 Dergelijke activiteiten worden door de autoriteiten gezien als een bedreiging voor het religieuze evenwicht in het land. In voorkomende gevallen kan gebruik worden gemaakt van de artikelen 462 en 463 van het Wetboek van Strafrecht.148

De veiligheidsdiensten houden zich voor zover bekend in het algemeen niet met religieuze zaken bezig.149 Er zijn geen gevallen bekend van inmenging van veiligheidsdiensten in individuele kwesties van apostasie.

ChristenenEr bevinden zich in Syrië diverse christelijke groeperingen, die in totaal een minderheid van ongeveer 10 procent (1,6 miljoen)150 vormen. Christenen kunnen in Syrië vrijelijk hun geloof belijden. Een aantal christelijke feestdagen zijn ooknationale feestdagen. Vele christelijke kerken hebben een eigen onderwijssysteem

144 US Department of State, ‘International Religious Freedom Report 2008- Syria’ (Washington, 19 september 2008).

145 Zo schrijft artikel 462 van het Wetboek van Strafrecht voor dat een ieder die een van de in het openbaar te belijden godsdiensten beledigt of uiting geeft aan minachting voor een van deze godsdiensten, een gevangenisstraf van twee maanden tot twee jaar tegemoet kan zien.Artikel 463 van het Wetboek van Strafrecht schrijft een gevangenisstraf voor van één maand tot één jaar aan een ieder die de uitoefening van een godsdienst, ceremoniën of religieuze praktijken met betrekking tot die godsdienst verstoort, of deze door daden van geweld of bedreigingen verhindert; dan wel aan een ieder die gebouwen die heilig zijn voor godsdiensten, attributen of andere voorwerpen die vereerd worden door leden van eenbepaalde religie of door een gedeelte van de bevolking, verwoest, verminkt, beschadigt, ontwijdt of bezoedelt.

146 US Department of State, ‘International Religious Freedom Report 2008– Syria’ (Washington, 19 september 2008).

147 US Department of State, ‘2008 Human Rights Report: Syria’ (Washington, 25 februari 2009).148 Zie noot 148. Er zijn echter geen voorbeelden bekend waarbij de overheid van deze twee

artikelen gebruik heeft gemaakt. 149 US Department of State, ‘International Religious Freedom Report 2008 – Syria’

(Washington, 19 september 2008).150 US Department of State, ‘International Religious Freedom Report 2008 – Syria’

(Washington, 19 september 2008).

Page 37: 'Syrië - 2009-09-17' PDF document | 78 pagina's | 374 kB Ambtsbericht

Algemeen ambtsbericht Syrië september 2009

37

dat loopt van de kleuterschool tot en met het priesterseminarium. Ook hebben zij eigen grond in bezit. Christenen zijn relatief sterk vertegenwoordigd in de vrije beroepen en in de zakenwereld. Hun levensomstandigheden steken over het algemeen dan ook gunstig af bij die van andere categorieën van de bevolking. De christelijke gemeenschap in Syrië kan worden onderverdeeld in orthodoxe en met Rome geünieerde kerken. De vier grootste christelijke kerken zijn de Syrisch- en Grieks-orthodoxe en Syrisch- en Grieks-katholieke kerken. Ongeveer tachtig procent van de christenen behoort tot één van deze kerken. De overige twintig procent is verdeeld over vele kerken, waaronder de protestantse, de Armeense en de Assyrische kerken.151

Hoewel in de dagelijkse praktijk gevallen van heimelijke discriminatie kunnen voorkomen in een land waarin talrijke uiteenlopende religieuze gemeenschappen met elkaar moeten zien samen te leven152, zijn er volgens internationale waarnemers geen bewijzen van vervolging van christenen in het dagelijkse leven.Economische onvrede en gebrek aan vooruitzichten leiden tot een, vooral in het noord-oosten van Syrië, onveranderlijk hoge emigratiedruk onder christenen.Het is verboden om zich als Assyrische christenen te organiseren in een politieke partij. In de praktijk tolereert de overheid echter politieke activiteiten van Assyrische christenen. Zo zijn de activiteiten van de Assyrisch Democratische Organisatie (ADO) bij de overheid bekend.153 Zolang deze zich beperken tot huiskamerbijeenkomsten wordt dit meestal toegestaan.

AlawietenAlawieten154 zijn van oudsher uiterst zwijgzaam geweest over wat hun religie precies inhoudt. Deze was dan ook slechts bekend bij een kleine groep van ingewijden. Zeker is dat naast de profeet Mohammed, diens schoonzoon Ali een cruciale rol speelt voor de alawieten. Ali wordt een goddelijk karakter toegekend. Het geloof in de drie-eenheid (Ali – Mohammed – Salman155) en bepaalde pre-islamitische en christelijke elementen maakt dat alawieten door anderen geacht worden ver af te staan van de oorspronkelijke sunnitische hoofdstroming van de islam, voorzover zij überhaupt al worden erkend als moslims en niet worden beschouwd als ketters. De alawitische religie wordt gezien als een tak van de ‘twaalver-sji’itische’ islam. Bakermat van de alawieten ligt vooral in de Nusayri-bergketen156 bij de havenstad Latakia. Aanzienlijke alawitische gemeenschappen

151 Voor een overzicht van de verschillende christelijke kerken en overige christelijke stromingen zie blz. 32 tot en met 37 van het algemeen ambtsbericht Syrië van 4 juni 2003.

152 De daaruit voortvloeiende spanningen zouden eerder van economische aard zijn dan een religieuze ondertoon hebben (US Department of State, ‘International Religious Freedom Report 2008 – Syria (Washington, 19 september 2008).

153 Zie ook paragraaf 2.2.1.2 van dit algemeen ambtsbericht.154 Ook wel Nusayri’s of Alevieten genoemd.155 Volgens de overlevering is Salman de eerste niet-Arabier die tot de islam werd bekeerd.156 Arabisch: Jebel Al-Nusayriyah.

Page 38: 'Syrië - 2009-09-17' PDF document | 78 pagina's | 374 kB Ambtsbericht

Algemeen ambtsbericht Syrië september 2009

38

zijn te vinden in de vlakten bij de steden Homs en Hama. In totaal wonen er ongeveer 1,4 miljoen alawieten in Syrië (ongeveer 8% van de bevolking). De kleine machtsgroep waarop het regime steunt, behoort voor een belangrijk deel tot de alawieten 157. Ook de president is alawiet.

DruzenDe druzen zijn een sekte waarvan de leden vooral in Libanon, Syrië en Israël wonen. Zij zien in Jethro, schoonvader van Mozes, de belangrijkste profeet. Daarnaast vereren zij Mohammed, Mozes en Jezus. De godsdienstige doctrine van de druzen, die alleen tot in details bekend is bij een kleine groep ingewijden, is zeer complex, met tal van filosofische en astrologische elementen. Druzen geloven onder andere in reïncarnatie. Hun leer heeft zich ver van de oorspronkelijke islam verwijderd, en veel moslims beschouwen de druzen als ketters. Er wonen ongeveer 400.000 druzen in Syrië, voornamelijk aan de grens met Jordanië.158 Er zijn ook aanzienlijke gemeenschappen in het Syrische deel van de Golan-hoogvlakte, in zeventien dorpen in Jebel Al-A’la tussen Aleppo en Antiochië, en in vier dorpen ten zuiden van Damascus.

IsmaëlietenIsmaëlieten159 vormen een kleine minderheid binnen de sji’itische islam. Er wonen ongeveer 200.000 ismaëlieten in Syrië, voornamelijk in Salamiya, ten oosten van de stad Hama. Er zijn kleine gemeenschappen in Masyaf en Qadmus.

JodenEr zouden minder dan honderd joden in Syrië woonachtig zijn.160 Zij mogen in het Hebreeuws hun kinderen onderwijzen. Voor hen bestaat geen dienstplicht. Zij worden over het algemeen uitgesloten van werk bij de overheid. Het onderhouden van contact met Israël is voor alle Syriërs streng verboden. Er worden nog twee synagoges gebruikt, in Damascus en in Aleppo. Op 27 april 1992 werd het uitreisverbod voor joden opgeheven. Wel hebben zij uitdrukkelijk toestemming van de autoriteiten nodig om te mogen (uit)reizen. Joden vormen overigens de enige minderheidsgroep in Syrië, waarvan de godsdienst in paspoort of identiteitskaart staat vermeld. Op deze documenten staat ‘Musawi’ (‘Mozaïsch’) gestempeld. Voor Syrische joden zijn paspoorten slechts voor een periode van twee jaar geldig in plaats van de gebruikelijke zes jaar.161

157 US Department of State, ‘International Religious Freedom Report 2008 - Syria’, (Washington, 19 september 2008).

158 In Jebel Al-Duruz en in Jebel Hawran.159 Ook wel ‘zevener-sji’ieten’ genoemd, naar Isma’il, de oudste zoon van de zesde imam. 160 US Department of State, ‘International Religious Freedom Report 2008 - Syria’

(Washington, 19 september 2008). 161 US Department of State, ‘2008 Human Rights Report: Syria’ (Washington, 25 februari 2009).

Page 39: 'Syrië - 2009-09-17' PDF document | 78 pagina's | 374 kB Ambtsbericht

Algemeen ambtsbericht Syrië september 2009

39

Yezidi’sYezidi’s vormen een geloofsgemeenschap bestaande uit voornamelijk etnische Koerden die een dialekt van het Koerdisch spreken. De meesten van hen wonen in het noorden van Irak vlakbij de stad Mosul. Ook zijn er kleinere gemeenschappen in onder meer Syrië, Iran en Turkije. Wereldwijd zijn er ongeveer een half miljoenyezidi’s. De ongeveer 50.000 yezidi’s162 in Syrië wonen in diverse dorpen langs de noordgrens met Turkije tot in de Afrin-streek noordelijk van de stad Aleppo.

De yezidi’s hangen een geloof aan dat in oorsprong ouder is dan het jodendom, het christendom en de islam. Zij kennen eigen culturele tradities en dichten zichzelf een unieke afstamming toe. Zo geloven zij dat zij gescheiden van de rest van de wereld zijn ontstaan. Zij zien zichzelf niet als afstammelingen van Adam en Eva, maar als apart door God geschapen.Yezidi’s trouwen niet met gelovigen van andere religies, maar alleen binnen de eigen groep. Zij ontkennen het bestaan van zonden, hel en duivel, maar ze aanbidden een ‘zichzelf-schepper’ en communiceren met hem via het hoofd van zeven engelen, de Pauwengel (Malak Ta’us). Yezidi’s geloven dat God de wereld schiep, maar de leiding ervan overliet aan zeven engelen, van wie Malak Ta’us de belangrijkste is; deze fungeert voor de yezidi’s als intermediair tussen God en mens. De zeven engelen worden door de yezidi’s aanbeden in de vorm van zeven bronzen pauwen. Andere religies zien de engel Malak Ta’us als Lucifer of Satan en menen dan ook dat de yezidi’s de duivel aanbidden. Yezidi’s geloven in reïncarnatie en bidden driemaal daags; hun heilige dag is woensdag, hun rustdag zaterdag. De belangrijkste religieuze plaats is de tombe van hun oprichter, Sheikh ‘Adi Ibn Musafir, die in Lalesh staat, bij de stad Mosul in het noorden van Irak.

Aangezien hun geloof in tegenstelling tot de monotheïstische religies van het jodendom en het christendom niet als zodanig door de islam wordt erkend, weet de seculiere overheid niet goed raad met de geloofsovertuiging van de yezidi’s. Yezidi’s worden in Syrië als moslims geregistreerd. Kinderen van yezidi’s volgen islamitisch religieus onderwijs op staatsscholen. Leiders van de yezidi’s vrezen dat hun gemeenschappen op die manier worden geabsorbeerd door de islam.Sunnieten beschouwen de yezidi’s als ketters en hebben hen om die reden eeuwenlang vervolgd. Er zijn echter geen berichten bekend over religieuze vervolging van yezidi’s in Syrië.In tegenstelling tot andere religieuze gemeenschappen in Syrië beschikken de yezidi’s niet over een eigen religieuze administratie die documenten kan afgeven inzake familierechtelijke aangelegenheden als huwelijk, geboorte en echtscheiding.

162 Zij worden ook wel als ‘vuuraanbidders’ aangeduid, of ‘parsen’, ‘parsi’s’ of ‘gebers’ genoemd.

Page 40: 'Syrië - 2009-09-17' PDF document | 78 pagina's | 374 kB Ambtsbericht

Algemeen ambtsbericht Syrië september 2009

40

3.2.4 Bewegingsvrijheid

3.2.4.1 BinnenlandHoewel er in Syrië veel politie op straat aanwezig is, is het binnenlands personenverkeer over het algemeen niet aan strenge controle onderhevig. Syrische burgers die binnen Syrië willen reizen, hebben daarvoor geen aparte vergunning nodig. Wel dienen Syrische staatsburgers altijd hun identiteitsbewijs163 bij zich te dragen en hebben zij de verplichting zich desgevraagd te legitimeren. Als er controleposten op de wegen zijn, dan staan die meestal in de buurt van militaire installaties of in zogenaamde ‘restricted areas’, zoals de Golan-hoogvlakte.164

3.2.4.2 Buitenland

Om Syrië op legale wijze te kunnen verlaten dient men in het bezit te zijn van een identiteitskaart en een paspoort. Illegale uitreis alleen vormt geen grond voor eenboete. Wel kan iemand een boete wegens verlies van een paspoort krijgen op grond van het wetboek van Strafrecht. Indien mocht blijken dat iemand zijn/haar paspoort heeft verkocht, dan loopt hij/zij kans op een gevangenisstraf van maximaal drie maanden. Een verzwarende omstandigheid daarbij is indien het paspoort is verkocht aan een Syrië vijandige persoon of organisatie.

Vanwege een besluit van 28 december 2003 (nr. 1706) van de minister van Binnenlandse Zaken hebben de meeste Syrische onderdanen die in het bezit zijn van een geldig paspoort voor reizen naar het buitenland geen voorafgaande toestemming van de autoriteiten meer nodig. Ook hoeven zij geen uitreisvisum meer te halen bij de afdeling Immigratie en Paspoorten van het ministerie van Binnenlandse Zaken. Voor zover bekend moeten echter alle overheidsambtenaren (van kantoorhulp tot minister) om uit te kunnen reizen vooraf toestemming krijgen van de veiligheidsdienst. Elke ambtenaar die een paspoort wil aanvragen, moetvoorafgaand toestemming hebben van het ministerie waaronder hij valt.

Kinderen, minderjarigen en handelingsonbekwamen hebben toestemming van hun verzorger(s) nodig alsmede een uitreisvisum alvorens in het buitenland op reis te kunnen gaan. Vrouwen beneden de leeftijd van achttien jaar mogen het land niet verlaten zonder toestemming van hun ouders. Gehuwde vrouwen behoeven formeel de toestemming van hun echtgenoot om Syrië te mogen verlaten. Wanneer een vrouw al eerder naar het buitenland heeft kunnen reizen, wordt aan deze regel in de praktijk vaak niet de hand gehouden. Niettemin heeft een

163 Zie ook paragraaf 3.2.4.3.164 Op 23 juni 2009 nam de VN Veiligheidsraad unaniem resolutie 1875 aan, waarmee het

mandaat van de United Nations Disengagement Observer Force (UNDOF) in de Golan-hoogvlakte met zes maanden werd verlengd tot 30 december 2009.

Page 41: 'Syrië - 2009-09-17' PDF document | 78 pagina's | 374 kB Ambtsbericht

Algemeen ambtsbericht Syrië september 2009

41

echtgenoot altijd het recht bij de autoriteiten kenbaar te maken dat hij zijn vrouw verbiedt naar het buitenland te reizen.165

InreiscontroleHet ministerie van Binnenlandse Zaken draagt zorg voor de controle van passagiers en bagage op de luchthaven van Damascus. Daarnaast bevinden zich op het vliegveld functionarissen van verschillende veiligheidsdiensten, die een controlerende functie hebben. Er zijn geen aanwijzingen dat een eerder gedaan asielverzoek in het buitenland of een langdurig verblijf in het buitenland alleen een reden vormen voor tussenkomst van de veiligheidsdiensten. In vergelijking met andere personen die naar Syrië terugkeren ondergaan personen afkomstig uit Syrië van wie het asielverzoek in het buitenland is afgewezen, geen aparte behandeling.

Iedere buitenlander moet elke keer dat hij/zij Syrië inreist, een kaart invullen, waarop zijn/haar naam, beroep, verblijfplaats in Syrië, reden verblijf in Syrië en adres in Syrië staan vermeld. Deze kaart wordt net als het paspoort met visum voorzien van een stempel. Bij uitreis moet de kaart weer bij de douane worden ingeleverd. Deze kaart heeft, voorzover bekend, niets van doen met een eventuele verblijfstitel in Syrië.

Mocht er echter een opsporingsverzoek zijn ingediend dan wordt de desbetreffende persoon bij aankomst op de luchthaven aangehouden. Bestaat er twijfel over de identiteit van een op de luchthaven per vliegtuig aangekomenpersoon, dan is hechtenis van enkele uren tot dagen niet uitgesloten. Tijdens de hechtenis wordt de desbetreffende persoon intensief ondervraagd, en mogelijk doorverwezen naar een veiligheidsdienst. Gebruikmaking van geweld kan in afzonderlijke gevallen bij dergelijk verhoor niet worden uitgesloten; systematische foltering wordt echter voorzover bekend niet toegepast. Op welk moment bij een intensief verhoor geweld zal worden gebruikt is niet vantevoren aan te geven.

Personen afkomstig uit Syrië die vrijwillig naar dat land terugkeren maar niet over geldige reisdocumenten beschikken, moeten rekening houden met een weinig toeschietelijke opstelling van de autoriteiten bij de vaststelling van hun identiteit.Personen die met vervangende reisdocumenten afgegeven door de Syrische autoriteiten al dan niet vrijwillig terugkeren, zullen voorzover bekend bij aankomst door de Syrische autoriteiten worden staande gehouden en een instructie krijgen om zich te melden bij de Syrische immigratiedienst voor een gesprek en daarna mogelijk doorverwezen worden naar een veiligheidsdienst. De Syrische autoriteiten zijn voorzover bekend vooral geïnteresseerd in wat er met het oorspronkelijke reisdocument van betrokkene is gebeurd en in eventuele contacten

165 US Department of State, ‘2008 Human Rights Report: Syria’ (Washington, 25 februari 2009).

Page 42: 'Syrië - 2009-09-17' PDF document | 78 pagina's | 374 kB Ambtsbericht

Algemeen ambtsbericht Syrië september 2009

42

met de Syrische oppositie in het buitenland en met vijandelijke buitenlandse mogendheden, in het bijzonder Israël.

ReisverbodZelfs indien een persoon een paspoort heeft, kunnen de autoriteiten een uitreisverbod tegen betrokkene uitvaardigen. Dit komt vooral voor bij personen die bij verstek zijn veroordeeld, bij personen waarbij beslag is gelegd op hun bezittingen, alsmede bij ex-politieke gevangenen en sommige personen die zich kritisch hebben uitgelaten over het bewind, waaronder mensenrechtenactivisten.

Ook in de verslagperiode kwam het voor dat veronderstelde opposanten, waaronder mensenrechtenactivisten, een uitreisverbod kregen opgelegd. Drie leden van de National Organization for Human Rights in Syria (NOHR-S) (mevrouw Jameela Sadeq, advocaat en secretaris van NOHR-S; en de leden Ibraheem Issa en Mohammad Badee Dakelbab) kregen in februari 2009 geen toestemming Syrië te verlaten om bijeenkomsten inzake mensenrechten in het buitenland te bezoeken. Ook film-directeur Mohammad Malas kreeg op 26 oktober 2008 geen toestemming om naar het buitenland te reizen.166 Schrijver en journalist Khaled Smaïsem, alsmede onderzoeker, vertaler en professor aan het Institut français pour le Proche-Orient in Damascus, Hassan Abbas, kregen evenmin eind oktober 2008 toestemming Syrië te verlaten.167

Arrestatie bij inreis in Syrië Personen die zich om veiligheidsredenen gedwongen zagen het land te verlaten (vooral in de jaren tachtig) hebben vanuit het buitenland contact opgenomen met de Syrische autoriteiten c.q. Syrische ambassades over hun eventuele terugkeer. Ondanks aan hen gedane verzekeringen van de autoriteiten inzake een veiligeterugkeer naar Syrië werden sommigen van hen bij aankomst in Syrië aangehouden.168 Basel Ghalyoun verblijft sinds zijn aanhouding op 22 juli 2008 in incommunicado gevangenschap bij de staatsveiligheidsdienst in Damascus. Op die datum werd hij door Spanje, waar hij sinds 2001 woonachtig was met een verblijfs- en een werkvergunning, aan Syrië uitgeleverd en bij aankomst in dat land direct gearresteerd. In oktober 2007 was hij door een Spaanse rechtbank veroordeeld vanwege betrokkenheid bij de bomaanslag op forensentreinen in Madrid op 11 maart 2004, waarbij 191 mensen omkwamen. Het Spaanse Hooggerechtshof sprak hem echter in hoger beroep vrij van de tegen hem gedane aanklachten. Het Hof was van oordeel dat betrokkene er islamistische opvattingen op na hield en meteen van de daders van de terreuraanslag in contact was geweest. Er was echter

166 Reuters (2 november 2008).167 AFP (2 november 2008).168 Annual Report on Human Rights Situation in Syria 2007/2008, Syrian Human Rights

Committee (SHRC) (Londen, januari 2009).

Page 43: 'Syrië - 2009-09-17' PDF document | 78 pagina's | 374 kB Ambtsbericht

Algemeen ambtsbericht Syrië september 2009

43

geen enkel bewijs dat betrokkene ook persoonlijk bij de aanslag betrokken was geweest.169

Illegale grensoverschrijdingHet illegaal overschrijden van de Syrische landsgrenzen komt regelmatig voor. De grenzen met Turkije, Jordanië en Libanon zijn in hoge mate poreus. Er bestaan diverse sluipwegen. De plaatselijke bevolking bezoekt familie aan de andere kant van de grens zonder gebruik te maken van paspoorten. In geval van illegale grensoverschrijding kan men voor ondervraging worden aangehouden en een boete opgelegd krijgen. Ook in het geval van Irak kan illegale grensoverschrijding niet uitgesloten worden, ondanks het versterkte grenstoezicht aan Syrische zijde. De Syrisch-Iraakse grens is meer dan 600 kilometer lang en loopt voor het grootste deel door nauwelijks bewoond woestijngebied.

Personenverkeer tussen Syrië en IrakVoor het personenverkeer tussen Syrië en Irak wordt gebruikt gemaakt van de drie officiële grensovergangen tussen Syrië en Centraal-Irak: de meest zuidelijkegrensovergang bij Al-Tenf (Syrië) – Al-Walid (Irak), de centraal gelegen grensovergang bij Abu Kamal (Syrië) – Al-Qa’im (Irak) em de noordelijke grensovergang bij Al-Ya’urubiya (Syrië)- Al-Sa’ida (Irak). Hier vindt intensief goederen- en personenverkeer plaats. De grensovergang bij Al-Qamishleh (Syrië)-Fish Khabour (Irak/KRG-gebied) is niet langer in gebruik voor regulier personenverkeer.

De grens tussen Syrië en Irak is meer dan 600 km lang. Grensbewaking is georganiseerd door middel van wachtposten om de paar kilometer. Illegaal grensverkeer wordt niet uitgesloten.

Iraqi Airways en de recent opgericht Syrische maatschappij Sham Wings vliegen op Bagdad. Iraqi Airways vliegt vanuit Damascus tevens op Erbil, Sulaymania en Basra.

Syrië erkent S-paspoorten. Deze kunnen vanaf de leeftijd van 13 jaar worden aangevraagd.170 Irakezen dienen sinds 17 oktober 2007 in bezit te zijn van een visum, indien zij Syrië willen inreizen. Een visum zou aan de grens moeten kunnen worden gekocht. Amnesty International stelt evenwel dat de visa slechts in

169 Amnesty International, AI Index MDE 24/034/2008 (27 november 2008).170 Met betrekking tot de verschillende typen Iraakse nationale paspoorten is sinds 1 juli 2004 de

S-serie in gebruik. Paspoorten van de S-serie, afgegeven vanaf 1 januari 2005 hebben een geldigheidsduur van een jaar en kunnen verlengd worden met een periode van twee jaar. Naar verluidt zullen de Iraakse autoriteiten eerdaags de paspoorten uit onder andere de S-serie niet langer verlengen. Data zijn nog niet bekend.

Page 44: 'Syrië - 2009-09-17' PDF document | 78 pagina's | 374 kB Ambtsbericht

Algemeen ambtsbericht Syrië september 2009

44

Bagdad bij de Syrische ambassade verkrijgbaar zijn.171 Visa worden verstrekt aan een beperkt aantal categorieën Irakezen, zoals ondernemers, en handelaren, docenten, studenten, Irakezen met een geldige verblijfsvergunning in een derde land, zieken die een behandeling willen ondergaan en echtgenoten of echtgenotes van personen die in Syrië een geldige verblijfstitel hebben. De aanvrager moet de reden van verblijf met documenten onderbouwen. De visa zijn drie maanden geldig, kosten momenteel ongeveer 50 USD en kunnen worden verlengd in het gevan van schoolgaande kinderen of medische behandeling. Ook de reeds in Syriëverblijvende Irakezen dienen zich te melden bij de immigratiedienst. Personen die zich niet laten registreren, lopen de kans opgepakt en uitgezet te worden.

3.2.4.3 Documenten

BevolkingsadministratieDe bevolkingsadministratie in Syrië is op stedelijk niveau georganiseerd. In de grote steden is de bevolkingsadministratie op wijkniveau verdeeld. De bevolkingsadministratie van plattelandsbewoners valt onder de in de buurt gelegen steden.

Corruptie - afgifte van documentenCorruptie is een wijdverbreid verschijnsel in de Syrische samenleving, ook als het gaat om de afgifte van documenten.172 Het valt niet uit te sluiten dat ambtenaren allerlei documenten afgeven aan familie, vrienden of tegen geld aan derden.De Syrische overheid vervangt geregeld formulieren. Dit gebeurt echter op een weinig systematische wijze, waardoor soms voor dezelfde procedure meerdere formulieren in omloop zijn. Daarnaast zijn er bendes actief die zich met name specialiseren in het maken tegen betaling van vervalsingen en daarbij in toenemende mate gebruik maken van moderne technieken.

IdentiteitsnummerVoor de praktijk rond het identiteitsnummer waaronder Syriërs geregistreerd staan, zie ook paragraaf 3.2.4.3 van het algemeen ambtsbericht Syrië van 9 oktober 2007.

IdentiteitskaartEen Syrische staatsburger heeft recht op een identiteitskaart en in geval van een huwelijk een familieboekje. Ook kan hij een uittreksel uit het bevolkingsregister bij de burgerlijke stand verkrijgen.

171 Amnesty International, MDE 14/041/2007, september 2007. Zie ook UN News Service, 11 september 2007. Het gestelde kan niet worden bevestigd.

172 ‘Corruption on the rise’, Refworld/UNHCR (21 oktober 2008).

Page 45: 'Syrië - 2009-09-17' PDF document | 78 pagina's | 374 kB Ambtsbericht

Algemeen ambtsbericht Syrië september 2009

45

Een als ‘vreemdeling’ geregistreerde staatloze Koerd die in Syrië verblijf houdt, heeft recht op een speciaal identiteitsbewijs173, afgegeven door de burgerlijke stand van de provincie Al-Hassakeh.174 In geval van een huwelijk kan een als ‘vreemdeling’ geregistreerde staatloze Koerd die in Syrië verblijf houdt, een familiekaart krijgen. Een niet als ‘vreemdeling’ geregistreerde staatloze Koerd die in Syrië verblijf houdt, kan bij de mukhtar een verklaring krijgen, die door hem/haar als identiteitspapier binnen Syrië kan worden gebruikt.

De aanvraag voor een identiteitskaart bij het bevolkingsregister, dat onder het ministerie van Binnenlandse Zaken valt, dient persoonlijk te geschieden en kan niet via de post of via een familielid plaatsvinden. Bij de aanvraag moet het familieboekje worden getoond en dient een aantal pasfoto’s te worden ingeleverd. Ook moet een aantal formulieren worden ingevuld. De identiteitskaart heeft een onbeperkte geldigheidsduur.175

PaspoortTeneinde een paspoort te verkrijgen dient men zich te wenden tot de Dienst Immigratie en Paspoorten van het ministerie van Binnenlandse Zaken, die afdelingen in het gehele land heeft. Een paspoort wordt afgegeven voor de geldigheidsduur van zes jaar.176 Bij de aanvraag voor een paspoort wordt door de autoriteiten een antecedentenonderzoek ingesteld, waarbij wordt nagegaan of de aanvrager nog verplichtingen heeft ten aanzien van militaire dienst, dan wel behoort tot de categorie van personen die het land niet mogen verlaten.177 In het algemeen kan het paspoort al de volgende dag worden afgehaald.178

Proces-verbaalIn Syrië heeft iedereen over wie een proces-verbaal is opgemaakt, recht op een afschrift van dit proces-verbaal. Een kopie van een opgemaakt proces-verbaal kan mondeling worden opgevraagd door naar de politiepost te gaan die het rapport heeft opgemaakt. Indien het om een rechtzaak gaat, kan de advocaat dit namens zijn client doen. Een afschrift van een proces-verbaal wordt verstrekt, als een persoon op de juiste wijze hierom heeft gevraagd en aan de vereisten voldoet om een afschrift van een proces-verbaal te krijgen. De aanvrager betaalt de kosten voor het maken van de kopieën.

173 Van dit document zijn thans oudere oranje exemplaren en nieuwere rose exemplaren in omloop.

174 Zie ook paragraaf 3.3.6 van dit algemeen ambtsbericht. 175 Zie verder ook paragraaf 3.2.4.3 van het algemeen ambtsbericht Syrië van 9 oktober 2007.176 Aan joden worden paspoorten voor een periode van twee jaar verstrekt; zie ook paragraaf

3.2.3.177 Zie ook paragraaf 3.2.4.2. van dit algemeen ambtsbericht. 178 Zie verder ook paragraaf 3.2.4.3 van het algemeen ambtsbericht Syrië van 9 oktober 2007.

Page 46: 'Syrië - 2009-09-17' PDF document | 78 pagina's | 374 kB Ambtsbericht

Algemeen ambtsbericht Syrië september 2009

46

RijbewijsRijbewijzen worden uitgegeven door het Departement van Verkeerspolitie van het ministerie van Binnenlandse Zaken.

Mukhtar en afgifte van documentenDe mukhtar, het dorpshoofd, stelt belangrijke documenten zoals geboorteaktes, overlijdensaktes en soms ook trouwaktes op. Deze documenten kunnen dan door de houders worden gebruikt voor registratie in het bevolkingsregister. Pas als deze documenten door het ministerie van Binnenlandse Zaken zijn gelegaliseerd en in het bevolkingsregister zijn geregistreerd, krijgen zij een legale status en kunnen personen rechten ontlenen aan de registratie.179

Registratie huwelijkenIedere moslim of christen die in Syrië huwt, dient zijn huwelijk te laten registreren bij de burgerlijke stand, vallend onder het Syrische ministerie van Binnenlandse Zaken. Bij de kerken gebeurt dit al automatisch, doordat de kerken een afschrift van de huwelijksakte naar de burgerlijke stand sturen. Moslims trouwen voor een islamitische rechtbank, die onder het ministerie van Justitie valt. Zij dienen vervolgens zelf hun huwelijk bij de burgerlijke stand aan te melden. Voor buitenlanders die in Syrië verblijven, heeft de burgerlijke stand een apart huwelijksregister.

Nadat het huwelijk is ingeschreven bij de burgerlijke stand, kan de vrouw uitgeschreven worden onder het khani-nummer van haar vader en ingeschreven worden op het khani-nummer van haar man.

Op de huwelijksakte staat altijd de Syrisch Arabische Republiek vermeld, vervolgens de (functionaris van de) kerk of islamitische rechtbank die het huwelijk heeft voltrokken, verder de beide echtgenoten. Naar familierecht is het huwelijk al rechtsgeldig, indien het gesloten is voor een kerk of islamitische rechtbank. De burger heeft echter wel de verplichting om het huwelijk nog te laten registreren bij de staat (dat wil zeggen bij de burgerlijke stand).

In Syrië bestaat het burgerlijke huwelijk niet. Indien een christelijke man een moslim vrouw wil huwen, zal hij moslim moeten worden. Een moslim man kan wel een christen vrouw huwen. Indien een christelijke man een moslim vrouw wil huwen zonder van religie te willen veranderen, dan zullen betrokkenen buiten Syrië moeten huwen in een land dat een burgerlijk huwelijk kent. Zelfs in dat geval kan dit huwelijk vervolgens niet bij de Syrische overheid worden geregistreerd. Betrokkenen blijven als ‘niet gehuwd’ geregistreerd staan bij de burgerlijke stand in Syrië.

179 Zie verder ook paragraaf 3.2.4.3 van het algemeen ambtsbericht Syrië van 9 oktober 2007.

Page 47: 'Syrië - 2009-09-17' PDF document | 78 pagina's | 374 kB Ambtsbericht

Algemeen ambtsbericht Syrië september 2009

47

Indien een christelijke kerk in Syrië een echtscheiding niet wil toestaan, dan kan het echtpaar in kwestie zich niet tot een niet-religieuze rechtbank wenden voor een echtscheiding. In Syrië bestaat geen seculiere rechtbank met betrekking tot kwesties het familierecht betreffende. Het komt in Syrië voor dat christenen zich tot de islam bekeren, om toch te kunnen scheiden.

3.2.5 Rechtsgang

Het rechtssysteem is gebaseerd op het Franse rechtsstelsel. De grondwet spreekt van een onafhankelijke rechterlijke macht.180 181 Berechting van delicten die geen binnenlandspolitieke of veiligheidsdimensie hebben, geschiedt in het algemeen volgens de regels van de procesgang zoals die zijnneergelegd in de wet. De verdediging kan bij gewone burgerlijke of strafrechtprocessen verzoeken om vrijlating op borgtocht. Dit geldt evenwel niet voor degenen die beschuldigd worden van vergrijpen tegen de nationale veiligheid. Onder de wet op de Noodtoestand zijn militaire rechtbanken bevoegd om burgers te berechten, zoals de vele Koerden die door militaire rechtbanken worden berecht op beschuldiging van ondermijning van de openbare orde.182

Opbouw rechtssysteemBovenaan het rechtssysteem staat het Hoge Constitutionele Hof, dat onder meer is belast met het toetsen van wetgeving aan de grondwet. Het Hof is samengesteld uit een president en vier rechters. Zij worden per decreet benoemd door de president voor een periode van vier jaar. Na deze periode zijn zij opnieuw benoembaar. Een Hof van Cassatie, bestaande uit een president, zeven vice-presidenten en 31 raadsheren, buigt zich op verzoek van de verdediging of de openbare aanklager over uitspraken gedaan in burgerlijke of strafrechtszaken door Hoven van Appel.Er zijn 54 Hoven van Appel, die ieder een eigen geografische jurisdictie bezitten ten aanzien van een deel van een provincie. Ieder Hof van Appel is weer verdeeld in civiele en strafrechtskamers, en buigt zich in beroep over uitspraken gedaan door Hoven van Eerste Aanleg en Vredesrechtbanken. Ieder Hof van Appel bestaat uit een president, een aantal vice-presidenten183 en raadsheren.

180 Artikel 131 van de grondwet luidt: ‘The judicial power is independent. The president of the Republic, assisted by the Supreme Judicial Council, shall guarantee this independence.’.Artikel 133 van de grondwet luidt: ‘(1) Judges are independent. They are subject to no authority other than that of the law in the discharge of their functions. (2) The honor, conscience and impartiality of judges shall be a guarantee of the rights and freedoms of individuals.’

181 Zie ook US Department of State, ‘2008 Human Rights Report: Syria’(Washington, 25 februari 2009).

182 Zie ook paragraaf 3.3.6 van dit algemeen ambtsbericht. 183 ‘Presidents of Chambers’.

Page 48: 'Syrië - 2009-09-17' PDF document | 78 pagina's | 374 kB Ambtsbericht

Algemeen ambtsbericht Syrië september 2009

48

Iedere provincie kent een of meerdere Hoven van Eerste Aanleg, die elk weer zijn verdeeld in verschillende kamers voor burgerlijke en strafrechtszaken. Elke kamer bestaat uit een rechter. Er zijn in totaal 72 Hoven van Eerste Aanleg.In de hoofdstad van elke provincie en in elk district bevinden zich een of meerdere vredesrechtbanken die jurisdictie bezitten over gewone burgerlijke en strafrechtszaken. Er zijn in totaal 227 vredesrechtbanken.

Personal status courtsVoor de verschillende bevolkingsgroepen bestaan er in Syrië zogenaamde ‘personal status courts’. Dit zijn religieuze rechtbanken die zich bezighouden met personen- en familierechtelijke aangelegenheden als huwelijk en echtscheiding. Voor moslims bestaat zo’n rechtbank uit één rechter.184 Ook druzen hebben een soortgelijke rechter.185 Voor niet-moslims zijn er rechtbanken voor rooms-katholieken, voor aanhangers van christelijk orthodoxe religies, voor protestanten en voor joden.186

Militaire rechtbankenEr zijn in Syrië militaire rechtbanken die speciaal belast zijn met strafrechtelijke aangelegenheden waarbij militairen betrokken zijn. Voor de categorie van militairen van lagere rang bestaan er in iedere provincie rechtbanken, die gevormd worden door elk één rechter. Voor de categorie van militairen met een officiersrang bestaan er rechtbanken in Damascus en in Aleppo, die elk uit drie rechters bestaan. Tegen uitspraken van de militaire rechtbanken kan bij het Hof van Cassatie in beroep worden gegaan.187 Onder de wet op de Noodtoestand zijn militaire rechtbanken bevoegd om burgers te berechten, zoals de vele Koerden die door militaire rechtbanken worden berecht op beschuldiging van ondermijning van de openbare orde.188

Buitengewone veiligheidsrechtbankenSyrië kent een buitengewone veiligheidsrechtbank, het Hooggerechtshof voor deStaatsveiligheid.189 Dit Hof opereert op grond van decreten die onder de geldende staat van beleg zijn uitgevaardigd.190

184 Arabisch: qadi shari’a.185 Arabisch: qadi mazhabi.186 Zie ook paragraaf 3.2.5 van het algemeen ambtsbericht Syrië van 9 oktober 2007.187 Zie ook paragraaf 3.2.5 van het algemeen ambtsbericht Syrië van 9 oktober 2007.188 Zie ook paragraaf 3.3.6 van dit algemeen ambtsbericht.189 Supreme State Security Court (SSSC) (in het Arabisch: ‘Mahkama Amn Al-Dawla Al-

Uliyya’) ingesteld bij Legislative Decree no. 47 van 28 maart 1968. Zie ook ‘Far from justice: Syria’s Supreme State Security Court’, Human Rights Watch (februari 2009); AFP/BBC News/Reuters (24 februari 2009).

190 Zie ook paragraaf 3.2.5 van het algemeen ambtsbericht Syrië van 9 oktober 2007.

Page 49: 'Syrië - 2009-09-17' PDF document | 78 pagina's | 374 kB Ambtsbericht

Algemeen ambtsbericht Syrië september 2009

49

3.2.6 Arrestaties en detenties

De wet op de Noodtoestand geeft de autoriteiten onbeperkte bevoegdheden om aanhoudingen te verrichten.191 De bepalingen van de strafwet die er op zijn gericht om willekeurige aanhouding en detentie tegen te gaan, worden door deze wet buiten werking gesteld. Veiligheidsdiensten die iemand willen aanhouden, melden dit aan het ministerie van Binnenlandse Zaken. Dit ministerie voert een en ander in in een centraal computerbestand, dat door de verschillende opsporings- en grensbewakingsdiensten kan worden geraadpleegd.192

Willekeurige aanhouding en detentie komen in Syrië voor.193 Verdachten worden daarbij voor onbepaalde tijd incommunicado en zonder enige vorm van proces vastgehouden. Zo vonden op 5 mei 2009 willekeurige arrestaties, dat wil zeggen zonder arrestatiebevel, plaats in Koerdische dorpen in de provincies Aleppo en Idleb. Veel om politieke redenen zonder arrestatiebevel opgepakte gedetineerden horen vaak later in de rechtbank officieel wat de reden van hun aanhouding was.In een overzicht over 2008 van de ‘Syrian Human Rights Information Link’ (SHRIL), een niet toegestaan initiatief van enkele Syrische mensenrechtenverdedigers, staan 191 namen van personen, waarvan wordt vermoed dat zij in 2008 om politieke redenen zijn aangehouden.

Er is geen aanleiding om te veronderstellen dat een Syriër het risico loopt op willekeurige aanhouding en detentie enkel en alleen omdat hij of zij Koerd is of een conservatieve moslim. Het vermoeden dat de persoon betrokken is bij staatsveiligheid ondermijnende activiteiten (bijvoorbeeld gericht op afscheidingvan een aantal vooral door Koerden bewoonde delen van Syrië, of met geweld een staat op islamitische grondslag willen vestigen), kan leiden tot aanhouding, in communicado detentie voor weken en soms maanden en veroordeling zonder eerlijke rechtsgang.

In Syrië werden in de verslagperiode geen daders of verdachten vervolgd en/of bestraft voor handelingen die vallen onder het Nederlandse traumata-beleid. Krachtens de sinds 1963 van kracht zijnde wet op de Noodtoestand hebben orde-en veiligheidsdiensten vergaande immuniteit voor hun activiteiten.

191 Zo staat artikel 4(a) van Legislative Decree 51 van 22 december l962 toe: ‘The placing of restrictions on freedom of individuals with respect to meetings, residence, travel and passage in specific places or at particular times. Preventive arrest of anyone suspected of endangering public security and order. Authorization to investigate persons and places. Delegation of any person to perform any of these tasks.’

192 Zie ook paragraaf 3.2.6 van het algemeen ambtsbericht Syrië van 9 oktober 2007.193 US Department of State, ‘2008 Human Rights Report: Syria’ (Washington, 25 februari 2009).

Page 50: 'Syrië - 2009-09-17' PDF document | 78 pagina's | 374 kB Ambtsbericht

Algemeen ambtsbericht Syrië september 2009

50

Een rechtbank kan gebruik maken van een schriftelijke oproep tot verschijnen van een verdachte. De oproep, een document, bestaat uit twee identieke delen; een helft kan aan betrokkene worden verstrekt en de andere blijft in het bezit van de politie. De rechtbank stuurt de oproep toe via de politie. Mocht betrokkene niet aanwezig zijn, dan kan de oproep worden gegeven aan een op het adres aanwezig familielid. Een verdachte kan via zijn advocaat een kopie krijgen van dit document, dat onderdeel uitmaakt van het dossier van betrokkene bij de rechtbank.

Bij de tenuitvoerlegging van straffen in Syrië wordt voor zover bekend in het algemeen geen hechtenis van familieleden (van politieke tegenstanders) toegepast. Dit geldt ook voor personen die bij verstek zijn veroordeeld. Het komt sporadisch voor dat familieleden van personen die gezocht worden maar nog niet door een rechtbank veroordeeld zijn, worden aangehouden. Voor zover bekend beperkt dit verschijnsel zich tot personen gezocht wegens lidmaatschap van of activiteiten voor islamitische partijen, of wegens lid zijn van islamitische groepen die als een bedreiging gezien worden voor de staatsveiligheid. 194

Naast reguliere gevangenissen waar ook politieke gevangenen worden vastgehouden zoals de Seydnaya195 - en de Adra-gevangenissen, zijn er

194 Zo werd Sheikh Jihad Shaheen in september 2008 bij terugkeer van een familiebezoek aan Jordanië aangehouden. Ook een zoon van hem werd opgepakt. Naar verluidt zijn betrokkenen gegijzeld om Shaheens dochter en echtgenoot, verblijfhoudende in Jordanië te dwingen naar Syrië te komen. Sufian Bakor, zoon van een Syrische oppositieleider die in Irak verblijft, werd in januari 2007 gearresteerd. Op 26 oktober 2008 zou Fatemh Shukri zijn gearresteerd, een moeder van drie kinderen die niet politiek actief zou zijn. Haar zuster zou voor de PKK vechten. Khairo Al-Atrash uit Hama, die sinds de jaren 80 van de vorige eeuw ondergedoken zat, heeft zich bij de autoriteiten gemeld, nadat zijn zoon Mansor in april 2008 was gearresteerd.

195 Op 5 juli 2008 brak oproer uit in de Seydnaya-gevangenis bij Damascus. In deze gevangenis zitten voor zover bekend enkele duizenden politieke gedetineerden, met name personen die verdacht worden aanhanger te zijn van groeperingen die een samenleving en staat op islamitische grondslag willen. Er zijn echter ook seculiere politieke gedetineerden, zoals Omar Abdullah, een van de zoons van politiek en mensenrechtenactivist Ali Abdullah (voorgedragen voor de mensenrechtentulp), beschuldigd van en veroordeeld wegens het oprichten van een politieke jongerenorganisatie. Aanleiding voor het oproer zou het brute optreden van militairen zijn geweest bij een routine-doorzoeking van een (groeps-)cel. Dit leidde tot een handgemeen tussen gevangenen en militairen, waarbij de militairen enkele gevangenen hebben neergeschoten. Tenminste 25 van hen zouden zijn omgekomen. Tot op heden is het geheel onduidelijk wat zich heeft afgespeeld in de gevangenis, hoe het is afgelopen met de gevangenen en hoe thans de situatie in de gevangenis is. Contact met de gevangenen was nagenoeg onmogelijk. De autoriteiten handhaafden een informatie-stop. Ook rechtszaken voor de Staatsveiligheidsrechtbank vonden een half jaar niet plaats. Vrijwel zonder uitzondering berecht deze rechtbank gedetineerden uit de Seydnaya-gevangenis. Inmiddels is bekend geworden dat op 20 juli 2009 familiebezoek aan de gevangenis weer door de autoriteiten wordt toegestaan. Reuters (27 januari 2009); ‘Syria: Sednaya prison killings: independent investigation needed’,

Page 51: 'Syrië - 2009-09-17' PDF document | 78 pagina's | 374 kB Ambtsbericht

Algemeen ambtsbericht Syrië september 2009

51

detentiecentra van de verschillende veiligheidsdiensten.196 De omstandigheden in gevangenissen zijn over het algemeen slecht. Internationale organisaties (zoals het Internationale Rode Kruis) hebben geen toegang tot gevangenissen of tot detentieoorden van veiligheidsdiensten. Familiebezoek in gevangenissen is beperkt en vaak alleen mogelijk door het omkopen van bewakers. Het is gebruik in Syrië dat gedetineerden bij goed gedrag na het uitzitten van tweederde deel van hun straf in vrijheid worden gesteld.

Omstandigheden in diverse Syrische detentie-faciliteiten

BezoekIn detentiecentra van veiligheidsdiensten is geen bezoek toegestaan gedurende de duur van de detentie. Het maakt daarbij niet uit of de detentie dagen, weken of maanden duurt. In de gevangenis in Seydnaya is maandelijks bezoek van echtgenoot, ouders en kinderen toegestaan, nadat de betrokken persoon door de staatsveiligheidsrechtbank is berecht. Soms wordt toegestaan om voedsel, kleding,en dergelijke af te geven voor de gevangene; andere keren wordt dit weer niet toegestaan.In een gewone gevangenis is wekelijks bezoek door familie en vrienden toegestaan. Politieke gevangenen mogen alleen echtgenoot, ouders en kinderen zien. Meestal wordt toegestaan om voedsel, kleding, e.d. mee te brengen. Bij politieke gevangenen moet hiervoor eerst toestemming worden gegeven door de gevangenisautoriteiten.

Eenzame opsluitingIn detentiecentra van veiligheidsdiensten vindt eenzame opsluiting in kleine, smerige cellen zonder licht of frisse lucht meestal gedurende de gehele onderzoeksperiode plaats; deze kan weken of maanden in beslag nemen. In de militaire gevangenis in Seydnaya worden in sommige gevallen (zoals bij gedetineerde islamisten) gedetineerden de eerste weken of maanden in eenzame opsluiting gehouden. Er is daar geen speciale regel voor. Soms gebeurt dit ook als bestraffing. In een gewone gevangenis vindt eenzame opsluiting alleen als straf plaats.

Amnesty International, AI Index MDE 24/018/2008 (7 juli 2008); ‘Syria: Reveal Inmates’conditions’, Human Rights Watch (27 januari 2009); ‘Syria: Flawed court resumesprosecutions’, Human Rights Watch (27 maart 2009); AFP (22 juli 2009).

196 Zoals de Palestine Branch, onderdeel van de Militaire Inlichtingendienst, die twee gebouwencomplexen in Damascus heeft, namelijk in het Djamarek (douane) district, in debuurt van het militair tribunaal in de wijk Mezzeh, alsmede in de wijk Elkazaar, bij het kruispunt naar de voorstad Zeide Zeinab.Er is geen actuele beschrijving beschikbaar van de detentie-omstandigheden in deze centra. Duidelijk is wel dat de omstandigheden erg zwaar zijn, inclusief dat martelen plaatsvindt.

Page 52: 'Syrië - 2009-09-17' PDF document | 78 pagina's | 374 kB Ambtsbericht

Algemeen ambtsbericht Syrië september 2009

52

VoedselIn detentiecentra van veiligheidsdiensten is het voedsel slecht en te weinig. Voor zover bekend en afgezet tegen de kwaliteit van het voedsel in andere detentiecentra, is het voedsel in de militaire gevangenis in Seydnaya goed. De gevangenen daar kunnen voedsel bijkopen indien zij dat willen. In een gewonegevangenis is het voedsel slecht. De gevangenen daar kunnen voedsel bijkopen indien zij dat willen.

GezondheidszorgIn detentiecentra van veiligheidsdiensten is er nauwelijks gezondheidszorg. Indien er sprake is geweest van ernstige mishandeling of marteling is er soms enige gezondheidszorg. In de militaire gevangenis in Seydnaya is alleen eenvoudige gezondheidszorg voorhanden. In de Adra-gevangenis in Damascus is een kliniek voor basis medische zorg. In geval van ernstige medische problemen kan een gedetineerde worden opgenomen in een ziekenhuis. Hier dient het ministerie van Binnenlandse Zaken of het ministerie van Defensie echter toestemming voor te geven. In een gewone gevangenis is alleen eenvoudige gezondheidszorg voorhanden. Over de beschikbaarheid van medische zorg in ondervragingscentra van veiligheidsdiensten is geen informatie bekend.

Beweging/lichamelijke oefeningenIn detentiecentra van veiligheidsdiensten wordt men niet gelucht. Er is nauwelijks ruimte voor lichamelijke oefeningen. Meestal is de cel heel klein. In de militaire gevangenis in Seydnaya wordt tweemaal dagelijks een half uur gelucht. In die tijd is er mogelijkheid om lichamelijke oefeningen te doen. In een gewone gevangenis is het minstens twee keer per dag mogelijk om een uur te luchten. Er is voldoende ruimte om lichamelijke oefeningen te doen.

MartelingIn detentiecentra van veiligheidsdiensten kan marteling gedurende de gehele onderzoeksperiode plaatsvinden. In de militaire gevangenis in Seydnaya worden gevangenen die beschuldigd worden te behoren tot een verboden islamistische groepering bij binnenkomst vrijwel zonder uitzondering gemarteld. Marteling wordt ook toegepast als straf. De meest gehanteerde methode daarbij is de ‘band’, waarover het slachtoffer wordt vastgebonden, zodat hij overal geslagen kan worden. In een gewone gevangenis vindt marteling alleen bij uitzondering plaats, zoals bijvoorbeeld in 2007 toen er een gevangenisopstand uitbrak.

BoekenIn detentiecentra van veiligheidsdiensten zijn geen boeken verkrijgbaar. In de militaire gevangenis in Seydnaya zijn boeken verkrijgbaar. Er is een gevangenisbibliotheek. In een gewone gevangenis zijn boeken verkrijgbaar.

Page 53: 'Syrië - 2009-09-17' PDF document | 78 pagina's | 374 kB Ambtsbericht

Algemeen ambtsbericht Syrië september 2009

53

Politieke gevangenen krijgen meestal geen boeken te lezen. Er is een gevangenisbibliotheek.

Politieke gevangenenOok in de verslagperiode zijn mensen om politieke redenen gearresteerd en gedetineerd. Daarbij kunnen de volgende categorieën worden onderscheiden:- personen verbonden met activiteiten van de oppositie of van maatschappelijke

organisaties, of personen die op vreedzame wijze hun mening uiten;- personen die banden hebben met de Koerdische oppositie en hun activiteiten;- islamisten, dat wil zeggen personen verdacht van banden met de politieke

islam.

Het aantal politieke gevangenen is niet bekend. Eind 2008 stonden er ongeveer 1000 personen bij mensenrechtenorganisaties in Syrië geregistreerd als politiek gevangene. Het werkelijke aantal politieke gevangenen ligt beduidend hoger, omdat vele honderden personen nog worden vastgehouden door veiligheidsdiensten.197 Van tweederde van de geregistreerde politieke gevangenen is bekend dat ze vastzitten op beschuldiging van het behoren tot een islamitische groepering die een staat op islamitische grondslag nastreeft. Betrokkenen worden vrijwel zonder uitzondering door speciale rechtbanken onder de noodtoestand berecht, zonder eerlijk proces.

3.2.6.1 Amnestieregelingen

In verband met door de president per decreet afgekondigde amnestieregelingen heeft in het verleden in Syrië diverse malen kwijtschelding van straf plaatsgevonden.198 Op grond hiervan zijn ook politieke gevangenen vrijgelaten.199

3.2.7 Mishandeling en foltering

Hoewel expliciet bij wet verboden200, bestaan er aanwijzingen dat politie en diverse veiligheidsdiensten lichamelijke en geestelijke mishandeling en folteringop grote schaal in de praktijk brengen op verdachte personen (met inbegrip van

197 Dit aantal wordt door sommige mensenrechtenorganisaties geschat tussen 1.500 en 3.000 personen (paragraaf 3.7.10), ‘Operational Guidance Note- Syria – februari 2009’, Home Office, UK.

198 Zie ook, laatstelijk, paragraaf 3.2.6.1. van het algemeen ambtsbericht Syrië van 22 juli 2008. 199 Voor amnestieregelingen waarbij in het verleden politieke gevangenen zijn vrijgekomen zie

ook paragraaf 3.2.6.1 van het algemeen ambtsbericht Syrië van 17 mei 2004. 200 Artikel 28 Grondwet: ‘No one may be tortured physically or mentally or treated in a

humiliating manner.’

Page 54: 'Syrië - 2009-09-17' PDF document | 78 pagina's | 374 kB Ambtsbericht

Algemeen ambtsbericht Syrië september 2009

54

politieke tegenstanders), die zij aan ondervraging onderwerpen.201 Elk jaar wordt een aantal gevallen van overlijden in verband gebracht met mishandeling en/of foltering in gevangenissen. Volgens gegevens van advocaten enmensenrechtenactivisten komt mishandeling/foltering meestal voor onmiddellijk na arrestatie tijdens ondervraging door veiligheidsdiensten en tijdens de incommunicado detentie.202 Hierbij afgedwongen bekentenissen kunnen worden gebruikt in zaken voor het Hooggerechtshof voor de Staatsveiligheid (SSSC).

Uit berichten van medegevangenen is opgemaakt dat Nizar Rastanawi in detentie is omgekomen in de militaire gevangenis te Seydnaya bij Damascus. De omstandigheden van zijn vermoedelijke dood blijven onduidelijk. Zijn lichaam is door de Syrische autoriteiten niet aan de familie vrijgegeven voor een teraardebestelling. Nizar Rastanawi was een mensenrechtenactivist en medeoprichter van de Syrische tak van de Arab Organisation for Human Rights. Hij werd op 18 april 2005 aangehouden door de militaire veiligheidsdienst in Hama. De staatsveiligheidsrechtbank veroordeelde hem tot vier jaar detentie op 18 november 2006 op beschuldiging van het verspreiden van valse informatie met het doel het nationale moreel te verzwakken en wegens het beledigen van de president. Betrokkene had uiterlijk op 18 april 2009 in vrijheid moeten worden gesteld.

3.2.8 Verdwijningen

Of in de verslagperiode politiek gemotiveerde verdwijningen in Syrië hebben plaatsgevonden is niet met zekerheid bekend.203 Ondanks herhaalde verzoeken van internationale mensenrechtenorganisaties en buitenlandse regeringen om informatie, hebben de autoriteiten tot nog toe weinig gegevens verstrekt over het welzijn en omstandigheden van personen die al jaren incommunicado worden vastgehouden, of van wie alleen de aanvangsdatum van hun detentie bekend is.204

Tijdens zijn bezoek aan Damascus midden augustus 2008 besprak de Libanese president Michel Suleiman met zijn Syrische ambtgenoot de politiek gevoelige kwestie van de honderden verdwenen personen uit beide landen. De in Beiroet gevestigde organisatie SOLIDE die opkomt voor Libanezen die zijn verdwenen, schatte dat er zo’n 640 personen uit Libanon verdwenen zijn, de meesten tijdens

201 US Department of State, ‘2008 Human Rights Report: Syria’(Washington, 25 februari 2009).202 US Department of State, ‘2008 Human Rights Report: Syria’(Washington, 25 februari 2009).203 US Department of State, ‘2008 Human Rights Report: Syria’ (Washington, 25 februari

2009); US Department of State, ‘2008 Human Rights Report: Syria’ (Washington, 25 februari 2009).

204 Idem.

Page 55: 'Syrië - 2009-09-17' PDF document | 78 pagina's | 374 kB Ambtsbericht

Algemeen ambtsbericht Syrië september 2009

55

de Libanese burgeroorlog (1975 – 1990), toen Syrië steeds meer invloed in dat land kreeg, en later in de jaren negentig van de vorige eeuw toen Syrië volledig de dienst uitmaakte in Libanon. Ook van Syrische zijde zou sprake zijn verdwijning van talloze personen. Zo protesteerden tientallen gezinnen in Damascus voor het ministerie van Binnenlandse Zaken aan de vooravond van het bezoek van de Libanese president. Zij claimden dat zo’n 850 Syriërs in Libanon zijn verdwenentijdens de Libanese burgeroorlog en na de moord op de voormalige Libanesepremier Al-Hariri in 2005.205

De Syrische autoriteiten hebben sindsdien 23 Libanezen vrijgelaten die door rechtbanken in Damascus, Aleppo, Idlib en Homs waren veroordeeld tot (langdurige) gevangenisstraffen vanwege het plegen van een commuun delict, zoals smokkel- en drugshandel. Zestien van hen werden op vrije voeten gesteld op basis van een speciale begenadiging; zeven hadden hun straf erop zitten.206

3.2.9 Buitengerechtelijke executies en moorden

Gevallen van overlijden tijdens detentie zijn door de autoriteiten nooit onderzocht. Het aantal of de identiteit van personen die sinds de jaren tachtig van de vorige eeuw in gevangenissen zijn overleden, blijft onbekend.

3.2.10 Doodstraf

Het civiele strafrecht kent de doodstraf (door ophanging) als maximumstraf vooreen aantal delicten als moord, ernstige seksuele en drugsvergrijpen en lidmaatschap van de verboden Moslimbroederschap. Het militaire strafrecht kent de doodstraf voor desertie of muiterij tijdens oorlogshandelingen. Gewoonlijk worden doodvonnissen niet publiekelijk voltrokken. De daadwerkelijke tenuitvoerlegging van de doodstraf moet door het staatshoofd worden bekrachtigd.

3.3 Positie van specifieke groepen

Louter het behoren tot één van de in deze paragraaf omschreven specifieke groepen zal voor zover bekend niet leiden tot een onevenredige of discriminatoire bestraffing of tenuitvoerlegging van een straf die wordt opgelegd bij (strafrechtelijke) vervolging wegens een commuun delict. Er hebben zich

205 ‘Lebanese and Syrian presidents to discuss missing persons’, Refworld/UNHCR (13 augustus 2008).

206 AFP (23 juni 2009).

Page 56: 'Syrië - 2009-09-17' PDF document | 78 pagina's | 374 kB Ambtsbericht

Algemeen ambtsbericht Syrië september 2009

56

voorzover bekend in de verslagperiode met betrekking tot de in deze paragraaf genoemde specifieke groepen in algemene zin geen nieuwe ontwikkelingen voorgedaan die van belang zijn te vermelden voor de beoordeling van asielverzoeken van personen die afkomstig zijn uit Syrië en voor besluitvorming over de terugkeer van afgewezen Syrische asielzoekers.

3.3.1 Vrouwen

Vrouwen nemen actief deel aan het maatschappelijk leven in Syrië, al zijn er maar weinig vrouwen die hoge posities binnen de overheid, de politiek en het bedrijfsleven innemen. De regering bevordert onderwijs voor vrouwen. Een belemmering voor de gelijkwaardige ontplooiing van vrouwen in de Syrische samenleving wordt gevormd door de toepassing van het traditionele islamitische familierecht.207 Hierdoor hebben vrouwen, met name in geval van echtscheiding, een achtergestelde positie.

De Syrische regering heeft op 24 april 2007 in de vorm van een wetsvoorstel haar intentie publiek gemaakt om een aantal voorbehouden die zijn gemaakt door Syrië bij het partij worden bij het VN-Verdrag betreffende de Uitbanning van alle Vormen van Discriminatie van Vrouwen, in te trekken. Het betreft met name voorbehouden ten aanzien van bepalingen van dit verdrag die in strijd zouden zijn met de shari’a. Het daadwerkelijk intrekken van deze voorbehouden zou de Syrische regering verplichten om de nationale wetgeving terzake aan te passen en daarmee de rechtspositie van vrouwen in Syrië te verbeteren.208 In de verslagperiode hebben zich geen nieuwe ontwikkelingen voorgedaan en zijn de voorbehouden nog steeds van kracht.

Er zijn geen kledingvoorschriften die van overheidswege worden opgelegd. In moslimkringen is de afgelopen jaren wel sprake van een toename van het dragen van een hoofddoek door vrouwen en meisjes.

Huiselijk geweld is strafbaar in Syrië, maar niet ingevolge een specifiek artikel in het wetboek van Strafrecht. Mishandeling in algemene zin is strafbaar. De artikelen 540-547 van het wetboek van Strafrecht geven een strafmaat in geval van slaan of verwonden met als gevolg dat men tenminste tien dagen niet in staat is te werken. De strafmaat daarbij is zes maanden tot tien jaar gevangenisstraf of een geldboete, afhankelijk van de mishandeling. Het maakt daarbij niet uit of de dader echtgenoot, broer of een onbekende is.

207 US Department of State, ‘International Religious Freedom Report 2008 – Syria’(Washington, 19 september 2008); Zie ook ‘Women miss out on property rights’, Refworld/UNHCR (10 oktober 2008).

208 Zie ook paragraaf 3.1.2.

Page 57: 'Syrië - 2009-09-17' PDF document | 78 pagina's | 374 kB Ambtsbericht

Algemeen ambtsbericht Syrië september 2009

57

Een vrouw kan de gebruikelijke procedure bij een rechtbank beginnen en een aanklacht indienen tegen degene die haar heeft mishandeld. Het is echter zeer ongebruikelijk dat een vrouw in de praktijk hiertoe zal overgaan, omdat een dergelijke stap als pijnlijk voor familie en samenleving en daarmee sociaal onwenselijk wordt beschouwd.209 Niet onder de noemer ‘huiselijk geweld’, maar als slachtoffer van geweld in het algemeen kan een vrouw aangifte doen en wordt er strafvervolging ingesteld. In de praktijk is aangifte doen echter zeer ongebruikelijk. Ook zou de politie het doen van aangifte van geweld door een vrouw kunnen afhouden, zelfs in de hoofdstad Damascus. In kleinere steden en op het platteland is de kans groot dat de politie zelfs zal weigeren een aangifte van geweld door een vrouw in behandeling te nemen wegens de heersende familie, clan- en stamverbanden en de daarmee samenhangende cultuur.

De afgelopen jaren is vanuit de hoek van conservatieve imams sprake van een groeiende druk om maatschappelijke organisaties aan te pakken, die zich inzetten om de rechtspositie van vrouwen te verbeteren door bij voorbeeld campagne te voeren om wetsartikelen in het familierecht, nationaliteitswetgeving en het strafrecht aan te passen ten gunste van vrouwen. Deze imams zien de activiteiten van deze groepen als ondermijning van het islamitisch recht, de sharia. Ze lijken enig succes te hebben gehad, doordat het verantwoordelijke ministerie van Sociale Zaken de registratie van enkele van deze organisaties heeft ingetrokken, onder het mom van betrokkenheid bij activiteiten waar vooraf geen toestemming voor was verkregen (bij voorbeeld handtekeningen verzamelen voor een petitie gericht op intrekking van bepaalde wetsartikelen).

Vrouwenorganisaties in Syrië hebben lang aandacht gevraagd voor het verschijnsel van eerwraak (naar verluidt enkele honderden vrouwen worden jaarlijks gedood)210 en het feit dat de daders – veelal familie – strafvervolging kunnen ontlopen indien zij zich op eerwraak beroepen. Zij drongen aan op het schrappen van artikel 548 van het wetboek van Strafrecht met als argument dat dit artikel rechtvaardigt dat eerwraak geen misdaad is. De hoogste moslim geestelijk leider, de door de staat aangestelde grootmufti Hassoun, heeft zich in het recente verleden publiekelijk uitgesproken tegen eerwraak als grond voorstrafvermindering.

Op 1 juli 2009 is per presidentieel decreet nr. 37 artikel 548 van het wetboek van Strafrecht aangepast.211 Op grond van het nieuwe artikel kan strafvermindering in

209 ‘Growing pressure to tackle domestic abuse’, Refworld/UNHCR (11 december 2008).210 Zie ook paragraaf 3.3.1 van het algemeen ambtsbericht Syrië van 7 augustus 2006.211 De tekst van het nieuwe artikel 548 van het wetboek van Strafrecht luidt thans: ‘He who

catches his wife, sister, daugther or mother by surprise in the act of committing adultery or having unlawful sex with another and he unintentionally kills or hurts either of them, can

Page 58: 'Syrië - 2009-09-17' PDF document | 78 pagina's | 374 kB Ambtsbericht

Algemeen ambtsbericht Syrië september 2009

58

het geval van eerwraak alleen nog gegeven worden, indien er geen sprake is geweest van de intentie om personen te doden of te verwonden. In het geval vandoodslag wordt de minimum straf twee jaar detentie. Op basis van de tekst van het oude artikel 548 was eerwraak een grond voor ontheffing van strafvervolging.

Het feit dat artikel 548 van het wetboek van Strafrecht is aangepast, wordt door verdedigers van vrouwenrechten als een positieve ontwikkeling gezien. Het niet geheel opheffen van het artikel wordt door hen echter onverminderd beschouwd als een aanmoediging tot het doden van vrouwen. Niettemin is de minimumstraf van twee jaar in het geval van doodslag van belang, ook in het licht van andere bepalingen van het wetboek van Strafrecht. Zo bepaalt artikel 550 van het wetboek van Strafrecht dat in het geval van doodslag een minimum straf van zes maanden tot maximaal drie jaar detentie bestaat. In het geval van moord kan op grond van artikel 533 van het wetboek van Strafrecht vijftien tot twintig jaar detentie met dwangarbeid worden opgelegd.

Syrië heeft in veel opzichten nog een traditionele, patriarchale samenleving. Thema’s als geweld tegen vrouwen zijn nog steeds moeilijk bespreekbaar in een samenleving, waar een belangrijk deel van de bevolking de vrouw nog als bezit van de man ziet. Opvang aan slachtoffers staat nog in de kinderschoenen en is buiten Damascus nauwelijks te vinden. In het openbaar, bijvoorbeeld in de media, aandacht besteden aan opvanginstellingen voor (mishandelde) vrouwen gebeurt evenmin.

Een kloosterorde heeft in Damascus een opvangplek (Al-Raee Al-Saleh centrum) voor een klein aantal van deze vrouwen (en hun kinderen), met een telefoonlijn waar vrouwen terecht kunnen met vragen van psychologische, juridische en sociale aard. Wanneer verwondingen moeten worden behandeld, is er ook een arts aan dit centrum verbonden. In juni 2008 werd het eerste ‘Blijf-van-mijn-lijf-huis’ in Damascus geopend door de minister van Sociale Zaken en Arbeid. Dit centrum met een dertigtal bedden wordt beheerd door een locale ngo, de ‘Association for Women’s Role Development’. Sinds begin 2009 is er ook een opvangcentrum voor slachtoffers van mensenhandel. Dit centrum wordt onder toezicht van de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) en het ministerie van Sociale Zaken, eveneens geleid door de ‘Association for Women’s Role Development’.

3.3.2 Minderjarigen

Vanaf achttien jaar is een persoon in Syrië wettelijk meerderjarig en wordt geacht handelingsbekwaam te zijn. Een minderjarige dient een zelfstandig identiteitsdocument aan te vragen vanaf zijn vijftiende jaar. Voor paspoorten geldt

benefit from the attenuating circumstance, providing that he serves a prison term of no less than two years in the case of killing.’

Page 59: 'Syrië - 2009-09-17' PDF document | 78 pagina's | 374 kB Ambtsbericht

Algemeen ambtsbericht Syrië september 2009

59

dat minderjarigen tot vijftien jaar toestemming moeten hebben van hun wettige voogd voor de aanvraag van een eigen document. De aanvraag moet worden ingediend door de wettige voogd. Bij afwezigheid van de ouders (door overlijden of verblijf buiten Syrië) worden minderjarigen vrijwel altijd door familieleden opgevangen. Als er geen familieleden zijn die de voogdij op zich kunnen nemen, is de familierechter verantwoordelijk.

3.3.3 Vooraanstaande intellectuelen en schrijvers

Syrië kent een strakke censuur. Verspreiding van informatie die de regering onwelgevallig is en/of kritiek leveren op het overheidsbeleid kan leiden tot maatregelen zoals arrestatie maar ook intimidatie. Zo kunnen journalisten en schrijvers worden gesommeerd om zich te melden bij de veiligheidsdienst voor een gesprek. Ook kunnen journalisten en schrijvers worden geconfronteerd metuitreisverboden. Kranten- en/of tijdschriftuitgevers kunnen een verbod krijgen op publicatie. Kritische publicaties op websites kunnen repercussies tot gevolg hebben, zoals aanhouding van de auteur of blokkeren van de website zelf.

3.3.4 Homoseksuelen

Homoseksualiteit in het openbare leven is een taboe. Homoseksuele mannen en vrouwen kunnen in Syrië niet vrijelijk voor hun geaardheid uitkomen. Homoseksualiteit zou kunnen leiden tot problemen in de sociale omgeving, met name binnen de familie en de directe vriendenkring.

De Syrische wet stelt het hebben van ‘tegennatuurlijk seksueel contact’ strafbaar met maximaal drie jaar gevangenisstraf.212 In de verslagperiode zijn niet alleen homoseksuelen op grond van deze bepaling strafrechtelijk vervolgd, maar ook vaak jongens die zich voor geld prostitueren. In jeugdgevangenissen zitten ook jongens vast wegens het hebben van ‘tegennatuurlijk seksueel contact’. Bewijsvoering gebeurt op basis van een politierapport en/of een rapport van een justitieel arts. De strafrechtbank is belast met deze strafrechtelijke aangelegenheid. Een advocaat, zo nodig toegewezen door de staat in het geval van gebrek aan financiële middelen, kan de persoon in kwestie bijstaan.

Het is niet waarschijnlijk dat er bescherming zal worden gezocht bij de autoriteiten indien een persoon wordt lastig gevallen vanwege zijn of haar homoseksualiteit. Er zijn geen (recente) gevallen bekend waarin personen

212 Artikel 520 wetboek van Strafrecht (uit 1949) luidt alsvolgt: ‘Ieder tegennatuurlijk seksueel contact wordt bestraft met een gevangenisstraf van ten hoogste drie jaar.’.

Page 60: 'Syrië - 2009-09-17' PDF document | 78 pagina's | 374 kB Ambtsbericht

Algemeen ambtsbericht Syrië september 2009

60

bescherming hebben gezocht bij de autoriteiten vanwege lastig gevallen worden in verband met homoseksualiteit.

Er zijn geen aanwijzingen dat een toenemende islamisering van de Syrische samenleving tot een veranderende opstelling ten aanzien van homoseksuelen leidt.Eerder lijkt sprake te zijn van meer zichtbaar zijn van homoseksuelen, die elkaar op bepaalde plekken in een stad als Damascus ontmoeten.

3.3.5 Palestijnen

Het overgrote deel van de Palestijnse vluchtelingen in Syrië staat geregistreerd bij de United Nations Relief and Works Agency for Palestine Refugees in the Near East (UNRWA)213 en heeft een eigen UNRWA-registratienummer. Volgens een opgave van UNRWA stonden per 31 december 2007 456.983 Palestijnse vluchtelingen bij UNRWA geregistreerd; slechts 123.646 van de bij UNRWA geregistreerde Palestijnse vluchtelingen (27 %) zou woonachtig zijn in een van de negen officiële vluchtelingenkampen in Syrië.214

Daarnaast staan veel Palestijnse vluchtelingen en hun nakomelingen in Syrië bij deGeneral Authority for Palestine Arab Refugees (GAPAR)215 geregistreerd. Zij krijgen vanuit het door GAPAR bijgehouden bevolkingsregister een eigen Syrisch registratienummer toegekend.

Ten slotte is er nog een groep van Palestijnse vluchtelingen die bij UNRWA noch bij GAPAR geregistreerd staat. Deze groep is 30.000 tot 40.000 personen groot. Zij hebben geen Syrische identiteitsbewijzen met een uniek identiteitsnummer. Vaak gaat het hierbij om Palestijnen en hun afstammelingen die na de Palestijnse opstand van 1970 in Jordanië naar Syrië zijn gevlucht.Voor de situatie van Palestijnse vluchtelingen afkomstig uit Irak zie ook paragraaf 4.2.

3.3.6 Koerden

Er zijn ongeveer 1,4 – 1,8 miljoen Koerden (ongeveer 10% van de totale Syrische bevolking) met een Syrische nationaliteit. Daarnaast zijn er zo’n 200.000 –300.000 personen van Koerdische afkomst in Syrië, die niet de Syrische nationaliteit hebben.

213 Palestijnen noemen UNRWA doorgaans Al-Wikala (in het Engels: the Agency) of Wikalat Al-Gawt (in het Engels: the Relief Agency).

214 UNRWA in figures, as of 30 June 2008; UNRWA; Palestine refugees (31 december 2006).215 In het Arabisch: Al-Hai’a Al-‘Ammah lil-Laji’een Al-‘Arab Al-Falastiniyyeen.

Page 61: 'Syrië - 2009-09-17' PDF document | 78 pagina's | 374 kB Ambtsbericht

Algemeen ambtsbericht Syrië september 2009

61

De Koerdische bevolkingsgroep wordt niet louter op grond van haar etnische afkomst vervolgd, dan wel discriminatoir gestraft.

StatusKoerden in Syrië kunnen naar status als volgt worden onderscheiden:a. Koerden die de Syrische nationaliteit bezitten, een Syrisch paspoort (kunnen)

bezitten en niet als Koerd geregistreerd staan;b. Uit Syrië afkomstige Koerden die niet de Syrische nationaliteit hebben en die

als ‘vreemdeling’216 geregistreerd staan in de vreemdelingenregistratie van de provincie Al-Hasakah en een identiteitskaart hebben217 218;

c. Uit Syrië afkomstige Koerden die niet de Syrische nationaliteit hebben, maar die in hun woonplaats elders in Syrië geregistreerd staan219 en op basis van deze registratie over identiteitsdocumenten zouden kunnen beschikken;

d. Uit Syrië afkomstige Koerden die niet de Syrische nationaliteit hebben, niet geregistreerd staan en geen identiteitsdocumenten hebben220.

e. Koerden die bijvoorbeeld uit Irak of Turkije afkomstig zijn, en over reisdocumenten van het land van herkomst beschikken;

f. Iraakse Koerden, die als identiteitsbewijs alleen hun in Irak uitgegeven identiteitskaart kunnen tonen en een zogenaamde ‘reisbrief’ met stempel van de Syrische veiligheidscontrole ter goedkeuring van binnenkomst in Syrië via de onofficiële overgang bij Fish Khabour aan de grens met Noord-Irak.221

g. Iraakse Koerden met of zonder reisdocumenten. Deze categorie werd sinds begin l994 tot aan de opheffing van de Iraakse Baath-partij door de onder Syrische controle staande Iraakse afdeling van de Baath-partij nog slechts in zeer speciale gevallen voorzien van identiteitskaarten die waren uitgegeven voor Iraakse vluchtelingen. Deze kaarten, die wit van kleur waren, hielden een vorm van registratie in.

216 In het Arabisch: ajnabi. Er zouden thans zo’n 200.000 van dergelijke ‘vreemdelingen’ (‘ajanib’) in Syrië verblijven.

217 Het register voor vreemdelingen in Al-Hasakah is het enige afgiftepunt voor vreemdelingenregistratie (door middel van de identiteitskaart) voor uit Syrië afkomstige Koerden die niet de Syrische nationaliteit hebben. De achterliggende reden is dat deze personen (oorspronkelijk uit Turkije en Irak afkomstig) in eerste instantie in de provincie Al-Hasakah verbleven. Koerden met deze achtergrond, ook al wonen ze elders in Syrië, moeten zich in Al-Hasakah laten registreren.

218 Met de identiteitskaart kunnen de onder b genoemde Koerden in Syrië zelf reizen. Zij krijgen echter geen paspoort van de Syrische autoriteiten.Indien men zonder toestemming Syrië is uitgereisd, dan is er voor deze groep ‘buitenlanders’in principe geen mogelijkheid om Syrië weer met toestemming van de Syrische autoriteiten in te reizen.

219 Dat wil zeggen niet in het register voor vreemdelingen in Al-Hasakah, maar elders in Syrië.220 De zogenaamde ‘niet-geregistreerden’ (‘not appearing in the records’, ‘unregistered’,

‘undisclosed’); in het Arabisch: maktoum(een). Er zouden thans tussen de 75.000 en 100.000 ‘niet-geregistreerden’ in Syrië verblijven.

221 Deze grensovergang is op dit moment gesloten. Een precieze datum voor de sluiting is niet bekend. Er zijn geen aanwijzingen dat deze overgang de afgelopen jaren open is geweest.

Page 62: 'Syrië - 2009-09-17' PDF document | 78 pagina's | 374 kB Ambtsbericht

Algemeen ambtsbericht Syrië september 2009

62

De onder categorie a. hierboven genoemde Koerden die de Syrische nationaliteit hebben, hebben dezelfde politieke rechten als hun Arabische medeburgers, maar geen culturele rechten. Onderwijs, radio/televisie en publiceren in de Koerdische taal is verboden.De onder categorieën b. t/m d. hierboven genoemde Koerden die niet de Syrische nationaliteit hebben, hebben niet de voornaamste civiele en sociale rechten (bijvoorbeeld het recht op bezit of eigen middelen van bestaan). De onder categorie d. hierboven genoemde Koerden hebben geen officiële identiteitskaart, zij kunnen niet legaal naar het buitenland reizen of een huwelijk wettelijk laten registreren.

Volgens de nationaliteitswetgeving in Syrië is de nationaliteit van een kind afhankelijk van die van de vader. Zo worden kinderen waarvan de vader als vreemdeling (ajanib) staat ingeschreven in het bevolkingsregister en de moeder als Syrische, als ajanib ingeschreven. Kinderen waarvan de vader een niet geregistreerde (maktoumeen) is en de moeder Syrische, worden niet in het bevolkingsregister ingeschreven.

De Koerdische bevolking in Syrië staat regelmatig bloot aan arrestatie en intimidatie onder het mom van openbare veiligheid. Hoewel er intern bij de overheid gesproken wordt over de problemen waarmee Koerden in Syrië zich in het dagelijkse leven geconfronteerd weten, is er tot nog toe weinig gedaan om het leed te verzachten. De Syrische overheid, waaronder de president, heeft bij verschillende gelegenheden de afgelopen jaren in de media maar ook aan Koerdische leiders in Syrië laten doorschemeren ernst te willen maken met de oplossing van het vraagstuk van staatloze Koerden en te willen bekijken of betrokkenen alsnog Syrisch staatsburger zouden kunnen worden. Ondanks aankondigingen in het verleden door de president222dat een oplossing wordt gezocht voor de problematiek van de staatloze Koerden, hebben er geen concreet waarneembare activiteiten van de kant van de overheid plaatsgehad.

Koerdische partijen223

Er bestaat een aantal Koerdische partijen in Syrië, waarvan sommige zich hebben verenigd in enkele verbanden en een aantal dat daarbuiten opereert, namelijk:

222 In de rede die de president op 18 juli 2007 uitsprak ter gelegenheid van zijn herverkiezing,gaf hij opnieuw aan naar een oplossing te streven.

223 Onderstaand overzicht is niet volledig. Er vinden regelmatig splitsingen en fusies plaats in en tussen partijen. Informatie is in het algemeen moeilijk te krijgen, al onderhouden steeds meer partijen een website. De mate waarin deze partijen actief zijn, verschilt per partij en verandert ook regelmatig. Alle Koerdische partijen zijn illegaal, maar er bestaan marges binnen welke activiteiten worden gedoogd.

Page 63: 'Syrië - 2009-09-17' PDF document | 78 pagina's | 374 kB Ambtsbericht

Algemeen ambtsbericht Syrië september 2009

63

a. Partijen verenigd in het Democratisch Koerdisch Verbond (Tahaluf Al-Dimuqrati Al-Kurdi).224 Dit samenwerkingsverband werd in februari 1992 gevormd en is partij bij de verklaring van oktober 2005 over politieke hervormingen en verkiezingen225.

- de Democratische Koerdische Partij (Hizb Al-Dimuqrati Al-Kurdi); één van de twee vleugels van deze partij wordt geleid door Nasreddin Ibrahim;226

- de Democratische Progressieve Koerdische Partij (Hizb Al-Dimuqrati Al-Taqaddumi Al-Kurdi), secretaris-generaal van deze partij die nauwe banden onderhoudt met de Iraaks-Koerdische leider Jalal Talabani, is Abdul Hamid Haj Darwish;227

- de Democratische Koerdische Eenheidspartij (Hizb Al-Wahdah Al-DimuqratiAl-Kurdi) (Yekiti partij), secretaris-generaal is Mohiuddin Sheikh Ali, voorzitter is Ismail Omar;228

- de Koerdische Linkerpartij (Hizb Al-Yasari Al-Kurdi); één van de twee vleugels wordt geleid door Mohammad Moussa Mohammad.

b. Partijen verenigd in het Democratische Koerdische Front (Jahbah Al-Dimuqratiyah Al-Kurdiyah):

- de Democratische Koerdische Partij (Hizb Al-Dimuqrati Al-Kurdi), secretaris-generaal van deze partij die nauwe banden onderhoudt met de Iraaks-Koerdische leider Barzani, is Nazir Mustafa;229

- de Democratische Progressieve Koerdische Partij (Hizb Al-Dimuqrati Al-Taqaddumi Al-Kurdi), onder leiding van Aziz Daoud;

- de Nationale Democratische Koerdische Partij (Hizb Al-Watani Al-DimuqratiAl-Kurdi), secretaris-generaal is Taher Sufuk.

c. Samenwerkingsverband tussen- de Koerdische Azadi Partij (Hizb Al-Azadi Al-Kurdi), onder leiding van

Kheireddin Murad; deze partij is twee jaar geleden voortgekomen uit een samengaan van een vleugel van de Koerdische Linkerpartij (Hizb Al-Yasari Al-Kurdi) onder leiding van Kheireddin Murad met de Democratische Unie Partij (Hizb Al-Ittihad Al-Dimuqrati),

- de Democratische Koerdische Eenheidspartij (Hizb Al-Wahdah Al-DimuqratiAl-Kurdi) (Yekiti partij), secretaris-generaal is Mohiuddin Sheikh Ali, voorzitter is Ismail Omar,

- de Toekomstpartij (Al-Mustakbal) die wordt geleid door Michael Tamno.

224 Zie ook www.geocities.com/hevbendi (geraadpleegd op 28 juli 2009).225 Déclaration de Damas pour le changement national démocratique (1 december 2007).226 Zie ook www.alparty.org (geraadpleegd op 28 juli 2009).227 Zie ook www.dimoqrati.com (geraadpleegd op 28 juli 2009).228 Zie ook www.yek-dem.com (geraadpleegd op 28 juli 2009).229 Zie ook www.pdksy.net (geraadpleegd op 28 juli 2009).

Page 64: 'Syrië - 2009-09-17' PDF document | 78 pagina's | 374 kB Ambtsbericht

Algemeen ambtsbericht Syrië september 2009

64

d. Partijen die buiten deze verbanden opereren:- een aparte vleugel van de Democratische Koerdische Eenheidspartij (Hizb Al-

Wahdah Al-Dimuqrati Al-Kurdi)(Yekiti Partij) onder leiding van Fuad Aliko;230

- een aparte vleugel van de Democratische Koerdische Partij (Hizb Al-Dimuqrati Al-Kurdi), secretaris-generaal is Sheikh Baki, volgens andere bronnen is dit Jamal Seida;

- de Syrische tak van de PKK, namelijk de Syrisch Democratische Unie Partij (Partiya Yeketiya Dimuqratiya)(PYD), onder leiding van Fuad Omar;231

- een afscheiding van de PYD, namelijk de Democratische Koerdische Syrische Eendrachtspartij (Hizb Al-Wifaq Al-Dimuqrati Al-Kurdi Al-Suri) onder leiding van Narain Kambar.232

Politieke activiteitenHoewel hun eenzelfde behandeling ten deel zal kunnen vallen als andere Syriërs die wegens (vermeende) politieke activiteiten worden opgepakt, zijn veel Koerden ook buiten de toegestane marge politiek actief. Het is echter onduidelijk hoe ruim het Syrische permissiebeleid is voor Koerdische politieke activiteiten. Koerdische partijen zijn officieel niet toegestaan. Om die reden alleen al hebben Koerdische partijen de (negatieve) aandacht van de autoriteiten. In de praktijk werd enige politieke activiteit van Koerdische partijen toegelaten. Openlijke politieke activiteiten georganiseerd door Koerdische partijen vinden voorzover bekend in het algemeen in Syrië niet plaats. Voorzover bekend betrachten Koerdische partijen in Syrië echter wel de nodige voorzichtigheid bij het verspreiden van partijvlugschriften. Hoewel zij wel bijeenkomsten hebben, geschiedt zulks niet al te openlijk. Koerdische partijen gaan er vanuit dat de autoriteiten op de hoogte zijn van hun activiteiten en bijeenkomsten. Het is evenwel niet duidelijk wanneer en om welke redenen de autoriteiten zullen ingrijpen.

Arrestaties/vrijlatingDe afgelopen jaren zijn steevast Koerden opgepakt op beschuldiging van betrokkenheid bij politieke activiteiten, soms met een gewelddadig karakter. Er zijn een groot aantal activisten opgepakt, maar de meesten zijn – voorzover bekend – vrij snel weer vrijgelaten. Wel is sprake van een aantal rechtzaken tegen leiders van Koerdische oppositiepartijen. Veroordelingen van Koerden vinden vaak plaats op basis van de beschuldiging betrokken te zijn bij activiteiten gericht op afscheiding van een deel van het Syrische grondgebied. Zo zijn de volgende incidenten bekend.

230 Naar verluidt zou de Koerdische Azadi Partij nauw samenwerken, in de vorm van een coördinatie comité, met de Yekiti partij van Fuad Aliko (voorheen onder leiding van Hassan Salah).

231 Zie ook www.pyd.se (geraadpleegd op 28 juli 2009).232 Zie ook www.rekeftin.com (geraadpleegd op 28 juli 2009).

Page 65: 'Syrië - 2009-09-17' PDF document | 78 pagina's | 374 kB Ambtsbericht

Algemeen ambtsbericht Syrië september 2009

65

Op 13 september 2008 veroordeelde het militaire tribunaal in Damascus vijftig Koerden tot zes maanden detentie met aftrek van voorarrest in verband met deelname aan een protestmars op 5 juni 2005 naar aanleiding van de moord op deKoerdische sjeikh Alkhaznawi. Betrokkenen waren in vrijheid gesteld in afwachting van de uitspraak. Degenen die aanwezig waren bij de rechtzaak, kregen strafvermindering, namelijk vier maanden detentie.

Zeven jongeren bevinden zich sinds 22 januari 2009 in detentie op beschuldiging van betrokkenheid bij een demonstratie georganiseerd door de ‘Democratische Jeugd Beweging’. In verband met deze demonstratie zijn nog een drietal andere jongeren opgepakt. Betrokkenen werden op 3 februari 2009 voorgeleid bij de onderzoeksrechter in Al-Hasakah.Enkele tientallen Koerden zouden in januari/februari 2009 zijn opgepakt op verdenking van betrokkenheid bij activiteiten ter gelegenheid van de arrestatie van PKK-leider Abdullah Öcalan, tien jaar geleden. Sommigen van hen zijn snel weer in vrijheid gesteld.

Mohammad Moussa, leider van één van de vleugels van de Koerdische Linkerpartij (Hizb Al-Yasari Al-Kurdi), werd op 21 juli 2008 in Damascus door de veiligheidsdienst aangehouden. Tevoren was hij al diverse keren in de noordoostelijk stad Al-Hassakah bij de veiligheidsdienst ontboden en ondervraagd over de activiteiten van zijn partij en over verklaringen door hem afgelegd in de Arabische media.233 Betrokkene is op 27 september 2008 in vrijheid gesteld. (SHRIL (september 2008)).Ook diens broer, de dichter Hozan Sheikh Moussa Mohammad, werd korte tijd later in de stad Al-Qamishli aangehouden.234

Op 31 augustus 2008 aan de vooravond van het bezoek van de Franse president Nicolas Sarkozy aan Damascus, waarin deze bij de Syrische president zou pleiten voor het vrijlaten van politieke gevangenen die opkwamen voor rechten van minderheden en een democratische grondwet, werden Talal Mohammad van de Democratische Koerdische Syrische Eenheidspartij (Hizb Al-Wifaq Al-Dimuqrati Al-Kurdi Al-Suri) en Mesha’l Al-Tammo van de Toekomstpartij (Al-Mustakbal) gearresteerd. Al-Tammo werd op 11 mei 2009 door een rechtbank in Damascus schuldig bevonden aan ‘weakening national morale’ en tot 3½ jaar gevangenisstraf veroordeeld.235

Amnesty International is bezorgd over het lot van Mustafa Jum’ah, een politieke activist van de Koerdische Azadi Partij, die op 10 januari 2009 door functionarissen van de Militaire Inlichtingendienst werd opgepakt en sindsdien

233 AFP (21 juli 2008).234 AFP (6 september 2008).235 Reuters (31 augustus 2008 en 11 mei 2009); ‘Syria: Further information on fear of torture or

other ill-treatment: Mesha’l Al-Tammo’, Amnesty International, AI Index MDE 24/027/2008 van 29 augustus 2008.

Page 66: 'Syrië - 2009-09-17' PDF document | 78 pagina's | 374 kB Ambtsbericht

Algemeen ambtsbericht Syrië september 2009

66

incommunicado wordt vastgehouden in de Adra gevangenis bij Damascus. Op 10 februari 2009 werd Jum’ah in staat van beschuldiging gesteld vanwege‘weakening national sentiments’ (artikel 285 wetboek van Strafrecht), het in hetleven roepen van een organisatie ‘with the aim to changing the financial or socialstatus of the state’ (artikel 306 wetboek van Strafrecht) en ‘inciting sectarianstrife’ (artikel 307 wetboek van Strafrecht).236

De Koerdische politieke activist Hassam Hussein ‘Ali verblijft in incommunicado hechtenis sinds zijn arrestatie door de militaire inlichtingendienst op 3 december 2008. Hij zou vastgehouden worden in het Far’ Falastin ondervragings- en detentiecentrum in Damascus, waar hij blootgesteld zou staan aan mishandeling en foltering.237 Ook de Koerdische politieke activisten Sa’dun Sheikhu en Mohammad Sai’d ‘Omar verblijven sinds hun arrestatie op 25 oktober 2008 incommunicado in gevangenschap en zouden in het Far’ Falastin detentiecentrum in Damascus mogelijk blootgesteld staan aan marteling en mishandeling.238

Human Rights Watch heeft de Syrische autoriteiten opgeroepen mededelingen te doen over het lot van de arrestanten.239

Op 17 juni 2009 heeft de militaire rechtbank in Aleppo de Koerdische schrijver en journalist Farouk Haji Moustapha, die op 5 april 2009 door de veiligheidsdiensten in die stad gearresteerd was, op vrije voeten gesteld.

DemonstratieOp 2 november 2008 hebben de autoriteiten in Damascus een Koerdische sit-in betoging verspreid en daarbij veel vertegenwoordigers van zeven Koerdische politieke partijen, opgepakt. De demonstranten betoogden tegen een besluit van de regering, waarbij de verkoop zonder voorafgaande machtiging van land en eigendommen in de grensgebieden is verboden.240 Ingevolge presidentieel decreet no. 49 van 19 september 2008 is de aan- en verkoop van onroerend goed en grond verboden in de breed gedefinieerde grensregio’s van Syrië. Aan- en verkoop zou alleen mogelijk zijn na toestemming van de Syrische veiligheidsdiensten. Koerden stellen gediscrimineerd te worden bij de toepassing van dit besluit, omdat het volgens hen in de Koerdische gebieden in de praktijk onmogelijk is voor Koerden om nog te verhuizen of grond te kopen.241 Bijna tweehonderd Koerden werden opgepakt, die allen op twee na dezelfde dag zijn vrijgelaten. De twee anderen, Muhannad Addulbaqi Ghanem en Ibrahim Juma’a Masto, werden op 14 oktober 2008 in vrijheid gesteld.

236 AI Index MDE 24/004/2009 (20 februari 2009).237 Amnesty International, AI Index MDE 24/003/2009 (17 februari 2009).238 Amnesty International, AI Index MDE 24/036/2008 (11 december 2008).239 ‘Syria: Reveal fate of 17 held incommunicado’, Human Rights Watch (15 april 2009).240 AFP (2 november 2008); Syrian Human Rights Information Link (SHRIL) (november 2008).241 ‘Kurds say Property Law discriminatory’, Refworld/UNHCR (12 december 2008).

Page 67: 'Syrië - 2009-09-17' PDF document | 78 pagina's | 374 kB Ambtsbericht

Algemeen ambtsbericht Syrië september 2009

67

In verband met het decreet no. 49 zijn op 28 februari 2009 bij een vreedzame demonstratie tientallen personen opgepakt. De meesten van hen werden snel in vrijheid gesteld.Op 7 mei 2009 werden op instructie van de strafrechtbank in Al-Hasakah zeven minderjarige Koerdische jongeren vrijgelaten die waren gearresteerd in maart 2009 bij de Newroz viering. Eveneens in mei 2009 zijn 35 gedetineerden vrijgelaten, die naar aanleiding van de Newroz viering in Aleppo waren opgepakt. Op 31 mei 2009 werden op instructie van de militaire rechter in Al-Qamishli vijftien Koerden vrijgelaten, die waren gearresteerd in maart 2009 op beschuldiging van deelname aan een verboden organisatie en betrokkenheid bij rellen. Op 1 juni 2009 gaf de militaire rechtbank in Al-Qamishli opdracht tot invrijheidstelling van zeven Koerden die waren gearresteerd in maart 2009 in verband met de Newroz viering.

Naar aanleiding van de onlusten van november 2007242 zijn in totaal 24 Koerden door het militaire tribunaal in Damascus berecht. Naast 22 aanhangers van de Yeketi partij werden ook twee leiders van deze partij, Hassan Saleh en Fouad Aliko, veroordeeld. Betrokkenen werden allen veroordeeld tot één jaar detentie. De aanleiding van hun arrestatie was de beschuldiging van deelname aan een demonstratie op 2 november 2007 in de stad Al-Qamishli tegen de Turkse inval in het noorden van Irak. Saleh en Aliko werden vrijgesproken op de aanklacht van deelname aan de demonstratie, maar veroordeeld tot acht maanden detentie wegens het behoren tot een illegale organisatie. Saleh kreeg bovendien nog een additionele vijf maanden detentie wegens de beschuldiging van het aanzetten van mensen tot deelname aan de demonstratie en relschoppen. Saleh en Aliko zijn in hoger beroep gegaan. Betrokkenen zijn niet gedetineerd.

Terugkeer Syrische PKK-aanhangersDe Syrische overheid heeft de afgelopen jaren uit Irak of Turkije teruggekeerde Syrische Koerden aangehouden op verdenking van lidmaatschap van de in Syrië verboden PKK en betrokkenheid bij militaire acties. De sterk verbeterde relaties tussen Syrië en Turkije lijken er debet aan te zijn dat de Syrische autoriteiten optreden tegen Syrische PKK-militanten. De afgelopen tijd zijn tientallen Syrische Koerden voorgeleid bij de Staatsveiligheidsrechtbank in Damascus. Van hen is een aantal veroordeeld tot gevangenisstraffen van twee à drie jaar.

Partiya Yeketiya Dimukratiya (PYD)Nadat PKK-leider Abdullah Öcalan najaar 1998 gedwongen werd Syrië te verlaten (zie ook paragraaf 3.3.6 van het algemeen ambtsbericht Syrië van 17 mei 2004), is de Syrische tak van de PKK onder de naam Partiya Yeketiya Dimukratiya(Democratische Unie Partij – PYD) verder gegaan. Voor de uitzetting van Öcalan

242 Zie ook paragraaf 3.3.6 van het algemeen ambtsbericht Syrië van 22 juli 2008.

Page 68: 'Syrië - 2009-09-17' PDF document | 78 pagina's | 374 kB Ambtsbericht

Algemeen ambtsbericht Syrië september 2009

68

zou de Syrische tak van de PKK goede banden met de Syrische veiligheidsdiensten hebben onderhouden. De Syrische overheid lijkt een actief vervolgingsbeleid tegen de PYD te voeren.

Naar verluidt is er nauwelijks contact tussen de andere Koerdische partijen en de PYD. De PYD wordt door de andere Koerdische partijen niet als een Syrisch Koerdische partij gezien, maar als een door de Turkse Koerden gedomineerde partij. Ook zou de PYD de gewapende strijd willen voortzetten. De PYD wordt beschuldigd van betrokkenheid bij aanslagen op leden van de Democratische Koerdische Syrische Eendrachtspartij (Hizb Al-Wifaq Al-Dimuqrati Al-Kurdi Al-Suri), een partij die zich heeft afgescheiden van de PYD en zich op vreedzame wijze inzet voor de verbetering van de situatie van Koerden in Syrië. Over de relatie tussen de PYD en Iraans-Koerdische groepen als de PEJAK is geen informatie bekend.

In Syrië hebben de twee belangrijkste Koerdische partijen in Noord-Irak, de Koerdistaanse Democratische Partij (KDP) onder leiding van voorzitter Massoud Barzani, en de Patriottische Unie van Koerdistan (PUK) onder leiding van secretaris-generaal Jalal Talabani, hun eigen vertegenwoordigers.

3.3.7 Dienstplicht

In Syrië bestaat militaire dienstplicht voor mannen van 18 tot 50 jaar. Krachtens presidentieel besluit no. 16/2008 is per 1 januari 2009 de duur van de militaire dienst verlaagd van 24 naar 21 maanden. Vrouwen kunnen op vrijwillige basis bepaalde militaire taken vervullen.

Voor Koerden en Palestijnen die als Syrisch staatsburger staan geregistreerd, geldt de militaire dienstplicht. Er zijn geen aanwijzingen dat Koerden en Palestijnen (stelselmatig) worden gediscrimineerd tijdens de vervulling van hun militaire dienstplicht. Palestijnen vervullen hun militaire dienstplicht in aparte militaire eenheden.

Mensenrechtenadvocaten en familieleden meldden echter dat achttien etnische Koerden in de leeftijd van 18 tot 25 jaar tijdens de vervulling van hun militaire dienstplicht onder verdachte omstandigheden om het leven zijn gekomen in Syrië gedurende de afgelopen vijf jaar (zes doden in 2004; één in 2006; acht in 2008 entot dusverre drie in 2009). Er is geen officiële informatie bekend over de toedracht bij de dood van de dienstplichtigen. Van militaire zijde werd gezinspeeld op zelfmoord. Veiligheidsagenten die niet toelieten dat familieleden autopsie zouden

Page 69: 'Syrië - 2009-09-17' PDF document | 78 pagina's | 374 kB Ambtsbericht

Algemeen ambtsbericht Syrië september 2009

69

laten instellen op de stoffelijke resten, waren aanwezig bij de definitieve teraardebestelling.243

Bij het bereiken van de 18-jarige leeftijd krijgen mannen een oproep zich te melden bij het plaatselijke recruteringsbureau van het leger. Na aanmelding bij een recruteringsbureau wordt men niet onmiddellijk in militaire dienst geplaatst. Eerst moeten nog enkele stappen doorlopen worden zoals de medische keuring, voordat men te horen krijgt wanneer men zich moet melden om in militaire dienst te gaan. Voor zover bekend komen dienstplichtigen twee keer per jaar op.

Indien men door omstandigheden (nog) niet zijn dienstplicht kan vervullen, kan uitstel worden verkregen. Op grond van artikel 10 van de wet op de Dienstplicht (decreet 30 uit 2007) zijn er de volgende uitstelgronden onder bepaalde voorwaarden: het volgen van middelbaar of universitair onderwijs; het in militaire dienst zijn van twee andere kinderen van de vader dan wel de moeder; medische gronden; detentie; kostwinner; woonachtig zijn in het buitenland.Op grond van artikel 11 van bovengenoemde wet zijn er de volgende vrijstellingsgronden: tenminste vijf jaar vrijwillig in het leger werkzaam zijn; tenminste tien jaar werkzaam zijn geweest voor de binnenlandse veiligheidsdiensten; om medische redenen afgekeurd; voor de overige kinderen in het geval twee kinderen zijn overleden gedurende militaire dienst of bij gewapende acties; het zijn van enigst kind van zijn ouders of een van hen244; het vervuld hebben van de militaire dienstplicht in een ander land en houder zijn van de nationaliteit van dat land; het afgekocht hebben van de militaire dienstplicht.De Syrische wetgeving voorziet niet in vrijstelling op grond van gewetensbezwaren.

Indien geen uitstel of afstel is verleend, wordt geen paspoort verstrekt. Hoewel er geen arbeidsplicht bestaat, zijn er echter wel dienstplichtigen die na de verplichte militaire training van enkele maanden te werkgesteld worden bij een civiele overheidsinstelling. Deze personen zijn echter dienstplichtigen en worden uitbetaald als dienstplichtigen.Dienstweigering (ook op geloofsgronden) is strafbaar. Desertie tijdens de vervulling van de militaire dienstplicht is strafbaar.

243 ‘Calls for inquiry into Kurdish soldiers’ deaths’, Institute for War & Peace Reporting (8 mei 2009).

244 Indien uit een nieuwe relatie van vader of moeder er een halfbroer bij komt, dan moeten de eerstgeboren zoon en de halfbroer beiden in militaire dienst. In de praktijk geldt dit voor halfbroers die dezelfde vader hebben. Kinderen worden immers bijgeschreven in het familieregister van de vader en zijn dus onder het khaninummer van de vader voor de militaire dienstplicht te traceren. Indien de moeder hertrouwt en van een andere vader een tweede zoon krijgt, dan zal dit geen gevolgen hebben voor de eerstgeboren zoon uit de eerdere relatie. Deze laatste blijft immers bijgeschreven onder het khaninummer van zijn vader.

Page 70: 'Syrië - 2009-09-17' PDF document | 78 pagina's | 374 kB Ambtsbericht

Algemeen ambtsbericht Syrië september 2009

70

4 Migratie

4.1 Migratiestromen en -motieven

Het Syrische staatsgezag strekt zich uit over het gehele grondgebied van het land.245 Er is geen verschil in toepassing van besluiten of maatregelen op regionaal niveau of met betrekking tot bijzondere groepen. Personen die moeten vrezen voor eventuele problemen met de autoriteiten in Syrië hebben geen mogelijkheid om zich hieraan te onttrekken door vestiging elders in het land. In geval van sociale problemen (bij burenruzie of bij huwelijk tegen de wens van de familie) zou men zich aan deze problemen kunnen onttrekken door naar een andere streek te gaan.

4.2 Vluchtelingen

Syrië is geen partij bij het Vluchtelingenverdrag van Genève (1951) en het Protocol (1967); ook kent het land geen eigen nationale asielwetgeving. De Syrische regering biedt tijdelijke bescherming en opvang aan vluchtelingen246, en werkt samen met UNHCR als het gaat om opvang en bescherming van vluchtelingen.247 Een uitzondering hierop vormen de Ahwazi’s (Arabische inwoners van Iran). Verschillende Ahwazi’s die door UNHCR als vluchteling waren erkend, werden gedetineerd en gedeporteerd naar Iran. In tegenstelling tot voorgaande jaren vonden er in de verslagperiode voorzover bekend geen deportaties van Ahwazi’s naar Iran plaats. Betrokkenen werden na verhoor in vrijheid gesteld en sommigen zijn inmiddels door UNHCR gehervestigd.

Voor zover bekend zijn er geen officiële nationale niet-gouvernementele organisaties in Syrië die zich bezighouden met de opvang van vluchtelingen en ontheemden. UNHCR, de International Organisation of Migration (IOM), het United Nations Relief and Works Agency for Palestine Refugees in the Near East(UNRWA)248 en het International Committee of the Red Cross (ICRC) zijn de internationale organisaties die zich in Syrië elk binnen hun eigen mandaat met het vluchtelingenprobleem bezighouden.

245 De door Israël bezette Golan-hoogvlakte niet meegerekend.246 Syrië spreekt stelselmatig van ontheemden en niet van vluchtelingen, niet alleen omdat het

land geen partij is bij het VN-Vluchtelingenverdrag van l951, maar vooral om te benadrukken dat de gastvrijheid met name jegens de talrijke Irakezen van tijdelijke aard is; de Palestijnse vluchtelingen van 1948 (uitgegroeid tot een half miljoen) zijn er na bijna zestig jaar nog.

247 UNHCR, ‘World Refugee Survey 2008 – Syria’; US Department of State, ‘2008 HumanRights Report: Syria’ (Washington, 25 februari 2008).

248 Zie ook het algemeen ambtsbericht Syrie/Palestijnen van 31 januari 2002.

Page 71: 'Syrië - 2009-09-17' PDF document | 78 pagina's | 374 kB Ambtsbericht

Algemeen ambtsbericht Syrië september 2009

71

UNHCR draagt in Syrië zorg voor Irakezen, Jemenieten, Somaliërs, Sudanezen, Afghanen en anderen. Onder hen bevinden zich talrijke vluchtelingen die al eerder in een ander land hebben verbleven. UNHCR verschaft geen bijstand noch zet zij zich in voor hervestiging, indien de desbetreffende vluchtelingen geen gegronde vrees voor vervolging hebben in het land van eerder verblijf of niet uit dat land zijn gedeporteerd.

Sinds medio 2001 is het IOM officieel vertegenwoordigd in Syrië. Het IOM houdt zich vooral bezig met de logistieke afhandeling van de diverse hervestigingsprogramma’s van de Amerikaanse, Canadese en Australische ambassades in Damascus. Daarnaast is het IOM betrokken bij de vrijwillige terugkeer van Syrische uitgeprocedeerde asielzoekers naar Syrië. Ook assisteert IOM in Syrië af en toe bij de doortocht door Syrië van vrijwillig terugkerende Irakezen die voorheen in met name Scandinavische landen verblijf hielden.Daarnaast geeft IOM desgevraagd aan de Syrische overheid, in casu het ministerie van Binnenlandse Zaken, assistentie ter bestrijding van mensenhandel.

Ook het ICRC houdt zich indirect met de positie van vluchtelingen bezig. Het ICRC is verantwoordelijk voor het faciliteren van contacten tussen de bevolking van de Golan-hoogvlakte aan de Syrische kant van de Golan en het door Israël bezette gedeelte van de Golan. Ook geeft het ICRC reisdocumenten uit aan vluchtelingen die via hervestigingsprogramma’s naar Europa of Noord-Amerika vertrekken.

Naast Palestijnen zijn de meeste vluchtelingen in Syrië afkomstig uit Irak. Voor een overzicht van de situatie van vluchtelingen afkomstig uit Irak zie paragraaf 4.2 van de algemene ambtsberichten Syrië van 9 oktober 2007 en 22 juli 2008.De volgende informatie kan daaraan worden toegevoegd.

Iraakse vluchtelingenVan de 310.000 door UNHCR geregistreerde Iraakse vluchtelingen verblijven er bijna 225.000 in Syrië.249 Volgens het Syrische ministerie van Buitenlandse Zaken verblijven er echter ongeveer 1,2 miljoen Irakezen in Syrië met een geldig visum. Het is onbekend hoeveel Irakezen gedurende de verslagperiode in Syrië verbleven zonder geldig verblijfsdocument. Irakezen die in Syrië verblijven, kunnen zich, met uitzondering van Palestijnse vluchtelingen uit Irak, vrij vestigen in Syrië. Voor zover bekend bevinden de meeste Irakezen in Syrië zich in Damascus.250

249 UNHCR, Iraq Situation Update (februari 2009); UNHCR, UNHCR Syria Update (februari 2009).

250 UNHCR, UNHCR Syria Update (november 2008); US Department of State, 2008 CountryReports on Human Rights Practices – Syrian Arab Republic (25 februari 2009).

Page 72: 'Syrië - 2009-09-17' PDF document | 78 pagina's | 374 kB Ambtsbericht

Algemeen ambtsbericht Syrië september 2009

72

Irakezen hebben in Syrië in principe toegang tot basisvoorzieningen als onderwijs en gezondheidszorg.251

Vrijwillige terugkeer vanuit Syrië vindt plaats, waarvan een deel met door de Iraakse overheid georganiseerde vluchten. Incidenteel vindt gedwongen terugkeer vanuit Syrië naar Irak plaats.252

Palestijnse vluchtelingen afkomstig uit IrakEr bevinden zich momenteel nog enkele honderden Palestijnse vluchtelingen uit Irak in het kamp Al Hawl (nabij Al Hasakah). Op de grens van Syrië en Irak, in het kamp Al Tenf, bevindt zich een groep van ruim 700 Palestijnen, die niet worden toegelaten tot Syrië. De vluchtelingen worden opgevangen in tenten, krijgen medische en voedselhulp van de Syrische Arabische Rode Halve Maan en de UNHCR. Circa 150 kinderen ontvangen er onderwijs. Aan de Iraakse kant van de grens, in het kamp Al Waleed, wachten nog ten minste 1.400 Palestijnen uit Irak op een mogelijkheid om door te reizen naar Syrië. De omstandigheden waarin deze mensen zich bevinden, zijn slecht.253

Binnenlands ontheemden – Golan-hoogvlakteVolgens de Syrische regering waren er aan de vooravond van de vijandelijkheden tussen Syrië en Israël in 1967 250 dorpen en boerderijen en 150.000 Syrische bewoners op de Golan-hoogvlakte, een strategisch stuk land in het zuidwesten van Syrië dat uitziet over de Jordaan Vallei en het Meer van Galilea. Thans zouden er in het door Israël in 1967 bezette en in december 1981 geannexeerde gebied254 nog maar vijf van deze dorpen worden bewoond door tussen de 18.000 en 25.000Syriërs, vooral Druzen. Er zijn ruim 20.000 joodse kolonisten in zo’n dertig nederzettingen.255

Syrië stelde het aantal mensen dat uit het oorlogsgebied in 1967 wegtrok op ongeveer 130.000 personen. Het aantal ontheemden en hun nakomelingen zou thans volgens Syrië 305.660 personen bedragen. Israël houdt dit aantal op slechts 70.000 personen.

De meeste ontheemden en hun kinderen zijn geïntegreerd in het gebied waar zij vanaf het begin hun toevlucht hebben gezocht. Zij hebben zich gevestigd in dorpen in de buurt van de Golan-hoogvlakte, in de voorsteden van Damascus of in de provincie Al-Suwayda in het zuiden van Syrië. Hoewel er weinig gegevens bekend

251 UNHCR, UNHCR Syria Update (februari 2009); US Department of State, 2008 CountryReports on Human Rights Practices – Syrian Arab Rpublic (25 februari 2009).

252 IRIN, Syria: Some Iraqis return; thousands more register for food aid (21 oktober 2008); UNHCR, UNHCR Syria Update (februari 2009).

253 ‘Palestinians stranded on Iraq-Syria border to depart for Iceland – UN’, Refworld/UNHCR (5 september 2008); UNHCR, UNHCR Syria Update, november 2008.

254 Het gaat om een in totaal naar schatting 1200 vierkante kilometers bezet gebied.255 ANP (21mei 2008).

Page 73: 'Syrië - 2009-09-17' PDF document | 78 pagina's | 374 kB Ambtsbericht

Algemeen ambtsbericht Syrië september 2009

73

zijn over de leefomstandigheden in Syrië van ontheemden afkomstig van de Golan- hoogvlakte, zijn er geen aanwijzingen dat zij humanitaire hulp behoeven. In het verleden zou aan ontheemden enige voorrang zijn verleend door de autoriteiten bij het vinden van overheidsbanen en studieplaatsen op universiteiten. Hoewel er over het algemeen geen bijzondere tegenstellingen bestaan die hen scheiden van de overige bevolking in Syrië, hebben de meeste ontheemden afkomstig van de Golan-hoogvlakte te kennen gegeven graag terug te willen keren.

Een prangende kwestie voor de ontheemden blijft de scheiding van hun familie door de door de Israëlische regering opgelegde beperkingen op binnenkomst in en vertrek uit het door Israël bezette gebied. Tot 1992 werd familiebezoek door de Israëlische autoriteiten gereguleerd toegestaan, maar sindsdien is het contact tussen de duizenden Syriërs woonachtig in het door Israël bezette gebied en hun ontheemde familieleden in Syrië sterk beperkt.256 Er zijn enkele uitzonderingen, waaronder studenten, pelgrims en bruiden die onder toezicht van het Internationale Rode Kruis geregeld de scheidingslijn mogen overgaan.Een ander punt van zorg is de grote concentratie landmijnen in het scheidingsgebied tussen de door Israël bezette Golan-hoogvlakte en Syrië.

MensenhandelSyrië is een bestemmingsland voor vrouwen uit zuid- en zuid-oost Azië en Afrika die verhandeld worden voor huishoudelijke werkzaamheden, en voor vrouwen uit oost-Europa en Irak die verhandeld worden voor commerciële seksueleexploitatie.257 Hoewel de regering begonnen is aan een alomvattende ontwerp-wetgeving ter bestrijding van mensenhandel, wordt er door het land nauwelijks opgetreden om mensenhandel daadwerkelijk te bestraffen. Slachtoffers van mensenhandel worden onvoldoende opgevangen en lopen in de praktijk zelfs het risico van arrestatie, vervolging en deportatie voor overtreding van immigratiebepalingen of vanwege prostitutie. Op 31 december 2008 werd in Damascus een eerste opvangcentrum voor slachtoffers van mensenhandel geopend. Het centrum wordt gerund door een lokale ngo, onder visie van IOM.258

4.3 Terugkeer

In het kader van een identiteitsonderzoek is het standaardprocedure dat een uitgezette Syriër bij terugkeer naar Syrië aldaar wordt staande gehouden door

256 Zie ook ‘Klein en explosief vlekje op de kaart; bergdorpje is inzet van belangenconflict tussen Israël, Syrië, Libanon en de VN’, NRC Handelsblad (11 mei 2009).

257 US Department of State,‘Trafficking in persons report – Syria’ (Washington, 4 juni 2008).258 IOM Information bulletin (31 december 2008);’Syria: First shelter for trafficked people

opens in Damascus’, Refworld/UNHCR (2 februari 2009).

Page 74: 'Syrië - 2009-09-17' PDF document | 78 pagina's | 374 kB Ambtsbericht

Algemeen ambtsbericht Syrië september 2009

74

functionarissen van het ministerie van Binnenlandse Zaken en van diverse veiligheidsdiensten ter controle van zijn/haar gegevens. Dit vindt in ieder geval plaats bij die Syrische onderdanen die niet in het bezit zijn van een paspoort, maar reizen op een laissez-passer. Bij binnenkomst in Syrië wordt, evenals bij uitreis, nagegaan of men gezocht wordt door de autoriteiten. Deze controle kan enkele uren tot dagen duren, gedurende welke men in detentie verblijft.

Er zijn geen aanwijzingen dat het enkele feit dat men een asielaanvraag heeft ingediend in het buitenland, tot negatieve aandacht leidt van de Syrische autoriteiten bij terugkeer. Er zijn in de verslagperiode geen gevallen bekend van uitgeprocedeerde asielzoekers die bij terugkeer naar Syrië problemen hebben ondervonden vanwege hun asielaanvraag in het buitenland. Er zijn voorzover bekend geen Syrische wetsartikelen op grond waarvan een terugkeerder wegens het enkele indienen van een asielverzoek elders, strafvervolging heeft te vrezen.Uitgeprocedeerde personen afkomstig uit Syrië die met een laissez-passer terugkeren, worden aangehouden voor een identiteitsonderzoek door de immigratiedienst en diverse veiligheidsdiensten.

De immigratiedienst controleert daarbij of betrokkene(n) de militaire dienst dan wel de arbeidsdienst heeft (hebben) vervuld. Voorzover bekend wordt men in voorkomend geval door de immigratiedienst doorgestuurd naar de politieke veiligheidsdienst die valt onder het ministerie van Binnenlandse Zaken. Deze laatste dienst schijnt met name geïnteresseerd te zijn in de omstandigheden van het verlies van het paspoort en hoe men Syrië is uitgereisd. In dit verband is het niet uitgesloten dat ook andere veiligheidsdiensten iemand willen horen.Er kan geen eenduidig antwoord worden gegeven op de vraag of te achterhalen valt wat er met teruggekeerde personen gebeurt na hun verhoor door de politieke veiligheidsdienst, dan wel andere veiligheidsdiensten.

4.4 Beleid UNHCR

Sinds het uitbrengen van het algemene ambtsbericht Syrië in juli 2008 zijn van UNHCR geen nieuwe beleidstandpunten inzake Syrië bekend geworden. UNHCR heeft geen bezwaar tegen de terugkeer van asielzoekers afkomstig uit Syrië naar Syrië, die na een zorgvuldige asielprocedure zijn afgewezen. UNHCR dringt er daarbij op aan dat ‘each case be handled with caution allowing forindividual circumstances to be considered.’ Daarentegen geldt volgens UNHCR ‘asafe and dignified return of a rejected asylum seeker with a islamist profile cannot be guaranteed. UNHCR would therefore recommend that asylum seekers with a islamist profile be granted continued protection.’UNHCR heeft voorzover bekend geen informatie over omstandigheden van terugkeer naar Syrië van uitgeprocedeerde asielzoekers afkomstig uit Syrië.

Page 75: 'Syrië - 2009-09-17' PDF document | 78 pagina's | 374 kB Ambtsbericht

Algemeen ambtsbericht Syrië september 2009

75

Bijlage – Literatuurlijst

Naast de in de inleiding genoemde bronnen is gebruik gemaakt van de volgende bronnen en publicaties:

Agence France Presse (AFP)

Amnesty International- Syria – Amnesty International Report 2008 – Syria- Iraq – The situation of Iraqi refugees in Syria – an Amnesty International

briefing, MDE 14.036/2007)- Further information of fear of torture or other ill-treatment: Maryam Kallis,

MDE 24/012/2009 (6 mei 2009) en MDE 24/009/2009 (9 april 2009)- Syria: UN rules dissident’s detention illegal (29 april 2009)- Syria: UN experts’ opinion on arbitrary detention of Syrian human rights

defender- Public Statement, MDE 24/008/2009 (2 april 2009)- Syrian activist jailed for three years (17 maart 2009)- Further information on fear of torture or other ill-treatment/possible prisoner

of conscience/health concern: Mustafa Jum’ah, MDE 24/004/2009 (20 februari 2009)

- Fear of torture or other ill-treatment/possible prisoner of conscience: Hassam Hussein ‘Ali, MDE 24/003/2009 (17 februari 2009)

- Further information on incommunicado detention/fear of torture or other ill-treatment – unauthorized Islamist groups, MDE 24/002/2009 (29 januari 2009)

- Fear of torture or other ill-treatment/possible prisoners of conscience –Kurdish political activists, MDE 24/036/2008 (11 december 2008)

- Incommunicado detention/torture: Basel Ghalyoun, MDE 24/034/2008 (27 november 2008)

- USA must investigate reports of killing of civilians – Public Statement, MDE 24/033/2008 (30 oktober 2008)

- Syrian court sentences activists to two and a half years (30 oktober 2008)- Investigation into killing of Sami Ma’touq and Joni Suleiman opened, but

hindered by tampered evidence, MDE 24/031/2008 (21 oktober 2008)- Incommunicado detention/torture: Usra Al-Hussein and Bayan Saleh ‘Ali,

MDE 24/028/2008 (15 september 2008)- Further information on fear of torture or other ill-treatment: Mesha’l Al-

Tammo, Kurdish political activist, MDE 24/027/2008 en MDE 24/026/2008 (29 en 19 augustus 2008)

- Further information on prisoner of conscience/ medical concern: Dr. ‘Aref Dalilah, MDE 24/023/2008 (12 augustus 2008)

- Sednaya prison killings: independent investigation needed – Public Statement, MDE 24/018/2008 (7 juli 2008)

- Dekalbab imprisoned – Public Statement MDE 24/017/2008 (1 juli 2008)

Page 76: 'Syrië - 2009-09-17' PDF document | 78 pagina's | 374 kB Ambtsbericht

Algemeen ambtsbericht Syrië september 2009

76

Associated Press (AP)

BBC News- Country profile: Syria (Londen, 10 maart 2009)

Central Intelligence Agency (CIA)- World Factbook – Syria (Washington, 23 april 2009)

Economist Intelligence Unit- Country profile Syria 2008 (Londen, 24 juni 2008)- Country reports Syria (Londen, augustus 2008 – augustus 2009)

Europa World- Europa World Online: Syria

Financieel Dagblad

Foreign & Commonwealth Office- Human Rights Annual Report 2008 - Syria (Londen, 26 maart 2009)- Country information: Syria (23 maart 2009)

Freedom House- Freedom in the World: 2008 – Syria (Washington, 12 januari 2009)

Global Insight – Country Intelligence – Analysis- Sunni islamist group claim responsibility for deadly Syria attacks (7 november

2008)- Syria slammed by US for allowing transit of foreign militants into Iraq (12

mei 2009)

Home Office, UK - Country of origin information report – Syria (Londen, 9 februari 2009)- Operational Guidance Note – Syria (Londen, 17 februari 2009)

Human Rights Watch- World report 2009 – Syria (14 januari 2009)- UN rules dissident’s detention illegal: Dr. Kamal Labwani (29 april 2009)- Reveal fate of 17 held incommunicado – detention of Kurds and suspected

Islamists (15 april 2009)- Flawed court resumes prosecutions (27 maart 2009)- Lebanon: Investigate Syrian opposition figure’s fate (24 maart 2009)- Syria must abolish security court (AFP/BBC News/ Reuters (24 februari 2009)- Far from justice – Syria’s Supreme State Security Court (24 februari 2009)

Page 77: 'Syrië - 2009-09-17' PDF document | 78 pagina's | 374 kB Ambtsbericht

Algemeen ambtsbericht Syrië september 2009

77

- The forgotten Damascus Spring (23 februari 2009)- Reveal inmates’ conditions at Sednaya prison (27 januari 2009)- UK: Miliband should press Syria on rigths (16 november 2008)- Harsh sentences for democratic opposition (30 oktober 2008)- Joint letter calling for release of human rights and political activists (16

september 2008)- Wifes of Islamist suspects detained, whereabouts unknown (17 augustus 2008)- Economist (‘Aref Dalila) freed as crackdown goes on (7 augustus 2008)- Investigate Sednaya prison deaths (21 juli 2008)- Repression of activists continues unabated (11 juni 2008)

Institute for War & Peace Reporting (IWPR)- Syria Press Monitor- Calls for inquiry into Kurdish soldiers’ deaths (8 mei 2009)- Don’t talk politics (8 mei 2009)

International Committee of the Red Cross (ICRC)- Syrian Arab Republic (2008)

Le Monde

Ministerie van Buitenlandse Zaken - algemeen ambtsbericht Syrië/Palestijnen, DPV/AM-707220 (’s-Gravenhage,

31 januari 2002- algemeen ambtsbericht Syrië, DPV/AM-424/07/65305 (’s-Gravenhage, 22 juli

2008)

National Organization for Human Rights in Syria (NOHR – S)- Annual report 2007 – 2008- Annual report 2009

Reporters without Borders- Worldwide Press Freedom Index 2008 – The rankings (Parijs, 2008)- Syria – World Report 2009 (Parijs, 1 mei 2009)

Reuters

Syrian Center for Media & Freedom of Expression- Silence of Pens………and Noise of Control, the State of Media and Press Freedom Syria 2008 - 2009

Syrian Human Rights Committee (SHRC)- SHRC Eight Annual Report on Human Rights Status in Syria (januari 2009)

Page 78: 'Syrië - 2009-09-17' PDF document | 78 pagina's | 374 kB Ambtsbericht

Algemeen ambtsbericht Syrië september 2009

78

Syrian Human Rights Information Link (SHRIL)- update news (juli, augustus, september, oktober, november, december 2008,

januari, maart 2009)

UNRWA- UNRWA in figures (as of 30 June 2008)- UNRWA: Palestine refugees (31 december 2006)

US Committee for Refugees and Immigrants- World Refugee Survey 2008 – Syria (19 juni 2008)

US Department of State - 2008 Human Rights Report: Syria (Washington, 25 februari 2009)- Background note: Syria (Washington, mei 2007)- Trafficking in persons report (Washington, 4 juni 2008)- International religious freedom report 2008 - Syria (Washington, 19 september

2008)- A Country Study: Syria (Washington, 7 mei 2009)