Studiegids Game artist 2015 - 2016 · 1.5 Leermiddelen De boeken- en materiaallijsten worden voor...

Studiegids Game artist2015 - 2016

Studiegids

2015 - 2016

1

studiegids Game artist 2015 - 2016

Inhoud

Welkom 2

1. Studeren bij Ma 41.1 Beroepshouding 41.2 Onderwijstijd 51.3 Jaarplanning 2015 - 2016 51.4 Informatie en communicatie 61.5 Leermiddelen 61.6 Voorzieningen 71.7 Verzuimbeleid 8

2. Jouw opleidingstraject 102.1 Studieprogramma 102.2 Taal, Rekenen en Burgerschap 112.3 Stage (BPV) 122.4 Studie- en studentbegeleiding 122.5 Studievoortgang 13

3. Examinering 153.1 Proces en reglement 153.2 Betrokkenen bij de examinering 163.3 Proeve van Bekwaamheid 173.4 Examens taal en rekenen 17

4. Organisatie 194.1 Mediacollege Amsterdam 194.2 Studentenraad 194.3 Studentenpanel en Studentenenquêtes 204.4 Klachtencommissie 204.5 Veiligheid 204.6 Wie, wat en waar 21

5. Financiële zaken 235.1 Lesgeld 235.2 Teruggave lesgeld 235.3 Prestatiebeurs 235.4 Overige kosten 245.5 Betalingsregeling 24

Bijlage: Examenreglement 25

2


Welkom

Deze studiegids is bestemd voor alle studenten van de opleiding Game artist van het Mediacollege Amsterdam, populair genoemd Ma. In dit voorwoord richten we ons speciaal tot de nieuwe studenten.

Gefeliciteerd, je bent toegelaten tot de opleiding Game artist.

Jouw droom is te worden wie je bent, namelijk een Game artist. Vanaf nu zal je elke dag worden ondergedompeld in de wereld van games en het leren maken van art voor games. Dat doe je niet alleen. Iedereen in je klas en in de opleiding heeft dezelfde droom. Samen met het docententeam ben je elke dag bezig om een stapje dichterbij die droom te komen; werken in de game industrie! Dat vereist een behoorlijke dosis doorzettingsvermogen, flexibiliteit en nieuwsgierigheid. De game industrie is namelijk een jonge, dynamische industrie waarin de ontwikkelingen razend snel gaan.

In de Nederlandse game industrie zijn er veel kleine bedrijven en een aantal grotere. Hoe groter een gamebedrijf is, hoe gespecialiseerder jouw taak als game artist zal zijn. Bij een klein bedrijf zal de leveldesigner ook (deels of in zijn geheel) moeten kunnen programmeren en wellicht 2D- of 3D-art assets (onderdelen) moeten aanleveren. De 3D-artist maakt bij het ene bedrijf alleen 3D-models maar zal bij het andere bedrijf ook worden ingezet voor het maken van 3D-leveldesigns en voor de texturing (texturen aanbrengen) en het riggen en animeren (laten bewegen) van zijn models. Met een mbo-opleiding Game artist kun je terechtkomen in beroepen als gamedesigner, leveldesigner, simulatie-ontwikkelaar, gametester, developer serious gaming, characterdeveloper, background/environment artist, 3D-modeler of animator. De namen van beroepen in het werkveld variëren en zijn niet eenduidig. Daarnaast zie je dat steeds meer zaken uit de gamewereld gebruikt worden voor andere toepassingen. Denk bijvoorbeeld aan games en/of game-onderdelen voor de medische wereld en onderwijsdoeleinden, gamification van procedures en processen en denk aan bijvoorbeeld simulaties. Omdat er allerlei soorten gamebedrijven zijn en omdat de ontwikkelingen zo snel gaan, leiden we je breed op. Zodoende ben je ook breed inzetbaar in de industrie.

De meeste studenten gaan aan de slag bij een gamebedrijf of een bedrijf dat game-onderdelen ontwikkelt. Omdat de opleiding heel breed is, kun je ook werken bij bedrijven die zich bezig houden met deelgebieden zoals animeren. Een groep studenten stroomt door naar een hbo-opleiding, denk aan een game-opleiding bij de HKU, HvA of NHTV in Breda. De laatste twee jaren horen we echter uit de industrie dat er steeds minder verschil wordt gezien tussen een hbo- of een mbo-gamestudent. Doorstromen naar een hbo voor weer een game-opleiding is dus niet altijd een logische stap. Gezien het feit dat de ontwikkelingen in de industrie zo snel gaan, stromen er ook studenten door naar opleidingen die ogenschijnlijk (nu nog) verder af liggen van de industrie (marketing, film). Naast werken bij een gamebedrijf of doorstuderen is er een groeiende groep studenten die de sprong waagt en voor zichzelf gaat beginnen.

3


Jouw droom zal de komende vier jaar steeds iets van vorm veranderen. Totdat je een heel helder beeld hebt. En dan blijk je plotseling op een plek te zitten… waar je altijd al van gedroomd hebt!

We wensen je veel succes met je opleiding!

Team Game artist

Karin van Gastel, afdelingsdirecteur Stephanie Scheers-Hannema, programmaleiderElvera de Bock, afdelingsassistente

NB: In de onderwijsovereenkomst (OOK) die je ondertekent wordt verwezen naar deze studiegids en naar het studentenstatuut. In het studentenstatuut staan de regels die de studenten met school hebben afgesproken. In de onderwijsovereenkomst staan allerlei zaken die betrekking hebben op het volgen van onderwijs bij Ma. Er staan zowel rechten als plichten in. Het is van belang deze documenten goed door te lezen.

4


1. Studeren bij Ma

1.1 Beroepshouding

Als Ma-student werk je veelal in teamverband volgens een projectmatige aanpak. Het werk kenmerkt zich door flexibele werktijden, wisselende werkomstandigheden, verschillende randvoorwaarden en het werken onder tijdsdruk. Dit stelt hoge eisen aan jouw sociale vaardigheden en flexibiliteit. Je moet dan ook goed kunnen functioneren in teamverband. Je stelt je dienstbaar en proactief op. Je bent collegiaal en luistert naar anderen. Je concentreert je op jouw bijdrage binnen het creatief-technische en vormgevende proces. En gedurende het hele proces ben je flexibel, stressbestendig en klantgericht.

Onderstaande opvattingen over de wijze waarop een beroep moet worden uitgeoefend zijn door Ma-studenten benoemd als belangrijke onderdelen van de beroepshouding.

1. Motivatie, dat houdt in: op tijd aanwezig zijn, actief meedoen met de les, vragen stellen, aantekeningen maken, oefenen, interesse tonen, leergierig zijn, research doen, tutorials volgen etc.

2. Communiceren, dat houdt in: een (haalbare) planning maken, afspraken vastleggen (bijvoorbeeld huiswerk), (evenwichtige) taakverdeling vastleggen, deadlines aanhouden, op de juiste wijze berichten doorgeven (bijvoorbeeld afwezigheid) etc.

3. Omgangsvormen, dat houdt in: respect tonen naar elkaar, respect hebben voor huisregels, luisteren naar anderen, sociaal zijn, beleefd zijn, netjes omgaan met spullen van een ander etc.

4. Zelfstandigheid, dat houdt in: • van deels begeleidend leren, werken en oplossingen aangereikt krijgen naar

meer zelfstandig leren, werken en oplossingen zoeken • van zelfstandig leren, werken en oplossingen zoeken naar meer

verantwoordelijkheid nemen voor jouw manier van leren, werken en toepassen van oplossingen

• van verantwoordelijkheid nemen voor jouw manier van leren, werken en toepassen van oplossingen naar sturing geven aan je opleiding

• van sturing geven aan je opleiding naar geheel zelfstandig kunnen functioneren

5. Gebruik van internet, dat houdt in: op de hoogte blijven van aspecten die met het beroep te maken hebben, zowel technisch als creatief. Ofwel: zakelijk gebruik van internet. Laat je niet verleiden om actief met privézaken bezig te zijn onder school- of werktijd (bijvoorbeeld: sociale media, YouTube of het spelen van games). Wees je bewust van de verslavende effecten.

6. Samenwerken, dat houdt in: afspraken maken, vastleggen en nakomen, oog hebben voor elkaar, communiceren, je bewust zijn van de groepsdynamiek, van een ander leren, (leren) geven van feedback en (leren) omgaan met kritiek

7. Kwaliteit leveren, dat houdt in: creatief zijn, improviseren, de opdracht kennen, doorvragen als je iets niet begrijpt, bewust zijn van concurrentie (zowel in de klas als daarbuiten), oplossingsgericht denken, je zelfverzekerd voelen over wat je kunt en weet etc.

5


1.2 Onderwijstijd

Je kunt worden ingeroosterd voor lessen en andere schoolactiviteiten van maandag t/m vrijdag van 8.30 uur tot 17.30 uur. Die tijd moet je vrij houden voor school. Bij een voltijdopleiding moet je rekenen op 40 uur studiebelasting per week (exclusief reizen), dus ongeveer 1600 uur studiebelasting per jaar. Daarvan wordt ongeveer 1000 uur per jaar als begeleide onderwijstijd gepland (inclusief stage).

1.3 Jaarplanning

Lesperiode

Eerste lesdag maandag 24 augustus 2015

Laatste lesdag vrijdag 15 juli 2016

Vakanties*

Herfstvakantie maandag 19 t/m vrijdag 23 oktober 2015

Kerstvakantie maandag 21 december 2015 t/m vrijdag 1 januari 2016

Voorjaarsvakantie maandag 29 februari t/m vrijdag 4 maart 2016

Pasen maandag 28 maart 2016

Meivakantie woensdag 27 april t/m vrijdag 6 mei 2016

Pinksteren maandag 16 mei 2016

Zomervakantie maandag 18 juli t/m vrijdag 2 september 2016

*stagiairs volgen in plaats van de Ma-vakantieregeling, de vakantieregeling van hun stagebedrijf

6


1.4 Informatie en communicatie

Ieder student beschikt over een Ma-account. Aan dit account zit een emailadres van Ma gekoppeld. Alleen via dit emailadres communiceren wij met jou.

Het Ma-account zorgt er ook voor dat je toegang krijgt tot het netwerk van Ma en de benodigde communicatiemiddelen.

Onze communicatiemiddelen• Magister: hier vind je het actuele rooster, gegevens over verzuim,

voortgangsresultaten, studieprogramma, lesmateriaal en andere documenten• Intranet: dit is een intern platform dat ook gebruikt wordt voor het

studieprogramma, lesmateriaal en andere documenten en links naar nuttige adressen

• Website: op onze website www.ma-web.nl vind je publieke informatie over Ma

Communicatie met ouders/verzorgersAls je nog geen 18 jaar bent, informeren we je ouders over je studie en resultaten. Als wij aanleiding zien voor een gesprek, nodigen wij hen uit. Natuurlijk kunnen je ouders ook op eigen initiatief een gesprek aanvragen. Via de afdelingsassistent kan dit worden geregeld. Als je 18 jaar of ouder bent, communiceren we in principe direct met jou en nemen we geen contact op met je ouders zonder overleg.

Alle ouders/verzorgers krijgen een eigen inlogaccount voor Magister. Deze wordt aan het begin van het schooljaar aan je ouders/verzorgers verstrekt. Als je 18 jaar of ouder bent, moet je zelf een vinkje aanzetten om je ouders/verzorgers toegang te geven tot jouw gegevens.

OnderwijsovereenkomstVoorafgaand aan de start van de opleiding is de Onderwijsovereenkomst getekend. Hierin staan de rechten en plichten van de student en van het Mediacollege Amsterdam beschreven. Het is een contract waar beide partijen zich aan moeten houden. Bij elke wijziging van de opleiding (bijvoorbeeld als je een andere opleiding gaat doen of als je doubleert) moet er een nieuwe Onderwijsovereenkomst worden getekend. De Onderwijsovereenkomst bestaat uit twee delen: 1) het blad met alle gegevens van jou en je opleiding en 2) de Algemene voorwaarden. De tekst van de Algemene voorwaarden vind je op het intranet.

StudentenstatuutHet is belangrijk dat jij je goed voelt Ma. Om een prettig leer- en werkklimaat te waarborgen, heeft Ma een studentenstatuut. We gaan uit van dit statuut en alle medewerkers zullen binnen én buiten de lessen toezien op het naleven ervan. Het studentenstatuut kun je vinden op het intranet.

1.5 Leermiddelen

De boeken- en materiaallijsten worden voor de start van het schooljaar verstrekt. Je wordt geacht alle benoemde middelen aan te schaffen voor de start van het schooljaar.

7


1.6 Voorzieningen

Ma-pasJe krijgt eenmalig een Ma-pas. Die is gekoppeld aan je Ma-account. Afhankelijk van de rechten die aan je pas zijn gekoppeld, kun je daarmee bijvoorbeeld printen, de lift gebruiken of lokalen openen. De pas is handig om aan te tonen dat je Ma-student bent; in sommige winkels krijg je korting. Een vervangende pas kost €15,-.

Printen en kopiërenDe Ma-pas is gekoppeld aan je account en gebruik je om prints of kopieën te maken. Je moet hiervoor saldo op je Ma-account laden. Dit kan bij de receptie of online via opwaarderen.ma-net.nl. Via het draadloos netwerk kun je de printers in school gebruiken. Deze printers zijn ook kopieerapparaten en zijn op elke afdeling beschikbaar.

Toegankelijkheid van de gebouwen voor mensen met een handicapOp verzoek wordt de Ma-pas door de receptie geldig gemaakt voor toegang tot de lift en de speciale toiletten. In het gebouw aan de Contactweg zijn alle ruimtes toegankelijk voor mensen in een rolstoel. Op de Dintelstraat 15 geldt dat voor de meeste ruimtes. De Factory is alleen op de begane grond toegankelijk. Indien nodig wordt het rooster aangepast.

KluisjesMa stelt kluisjes ter beschikking. Hiervoor moet je een borg van €15,- betalen (die krijg je terug als je je sleutels weer inlevert). Een kluisje kun je regelen via de receptie.

Wettelijke aansprakelijkheidDe school is niet aansprakelijk voor diefstal, zoekraken of beschadiging van in school of op het schoolterrein aanwezige kledingstukken, fietsen, bromfietsen, scooters en andere eigendommen van studenten. Ook voor lichamelijk letsel is de school niet aansprakelijk. De ouders/verzorgers van studenten die nog geen 18 jaar zijn, zijn aansprakelijk voor schade die hun kinderen toebrengen aan het schoolgebouw of eigendommen van de school of van derden (bijvoorbeeld buurtbewoners).

AansprakelijkheidsverzekeringJe hoort zelf een verzekering te hebben die Wettelijke Aansprakelijkheid dekt. Ma heeft zowel een secundaire aansprakelijkheidsverzekering evenals een ongevallenverzekering ten behoeve van haar studenten afgesloten voor ongevallen tijdens woon-/schoolverkeer (maar alleen ten hoogste gedurende één uur voor en na de schooltijden) en tijdens excursies of schoolbijeenkomsten (mits onder toezicht van het onderwijzend personeel). Ongevallen moeten binnen 24 uur aan de school gemeld worden.

Uitsluitend ingeval de verzekering van de student niet toereikend is of niet tot uitkering overgaat, zal worden bezien of de geleden schade onder de dekking valt van de door Ma voor de studenten afgesloten (secundaire) aansprakelijkheidsverzekering. De dekking van schade aan motorvoertuigen is niet van toepassing indien de schade op de openbare weg is ontstaan. Schade aan fietsen en brommers is uitgesloten. Op bovenstaande verzekering zijn de uitsluitingen van toepassing genoemd in de Collectieve Ongevallenverzekering (CO 2006) Artikel 4, die op verzoek wordt verstrekt.

8


1.7 Verzuimbeleid

Je hebt als student van onze school recht op onderwijs, maar bij die rechten horen ook plichten. Een van die plichten is dat je als student altijd op school bent wanneer je volgens je rooster op school moet zijn. Helaas is dit niet altijd mogelijk omdat je bijvoorbeeld ziek bent of naar de dokter of tandarts moet. Het is heel belangrijk dat hier goed over gecommuniceerd wordt. Belangrijkste regels rondom verzuim:

Te laat komenOnder te laat komen wordt verstaan dat je meer dan 5 minuten te laat bent. Wanneer je meer dan 5 minuten te laat komt verstoor je de les en is er sprake van ongeoorloofd verzuim.

Ongeoorloofd verzuimVolgens de wet moet ongeoorloofd verzuim worden gemeld aan de leerplichtambtenaar: bij 16 uur ongeoorloofd verzuim in een periode van 4 weken wordt dit direct gemeld aan leerplichtzaken.De school is het ook verplicht te melden wanneer er sprake is van:• regelmatig te laat komen• ziek zijn zonder geldige redenenVerzuim wordt gezien als een signaal dat er meer aan de hand zou kunnen zijn. We willen natuurlijk voorkomen dat er zoveel problemen ontstaan dat het vervolgen van je opleiding in gevaar komt. We willen dit niet zover laten komen. We bellen naar huis als je ongeoorloofd afwezig bent.

ZiekmeldenAls je ziek bent, dan meld je dit vóór 9.30 uur via het centrale telefoonnummer met vermelding van naam, klas, reden van afwezigheid en verwachte datum van terugkomst. Als je jonger dan 18 jaar bent, mogen alleen jouw ouders/verzorgers dit doen. Meld je je later ziek dan 9.30 uur, dan word je ziek gemeld vanaf het tijdstip dat jouw melding bij ons binnen is. De uren voordat jouw melding binnen is, sta je dan ongeoorloofd afwezig. Als je weer beter bent, stuur je een mail naar [email protected].• Voor de Contactweg bel je naar 020 - 850 95 00• Voor de Condensatorweg bel je naar 020 - 850 95 00• Voor de Dintelstraat bel je naar 020 - 850 96 90

Ziekte tijdens de schooldagAls je op school ziek wordt, dan meld je je af bij de docent en bij de receptie in de hal. Als je weer beter bent, meld je dit via de absentiemail ([email protected]).

Bezoek aan arts, tandarts, specialistBezoek aan arts, tandarts en/of andere medische specialisten moet in principe buiten schooltijd worden gepland. Mocht dit niet lukken, dan moet dit minstens een dag van tevoren schriftelijk worden doorgegeven (als je onder de 18 jaar bent door je ouders/verzorgers) via [email protected]. Is er sprake van onverwacht artsenbezoek (bijvoorbeeld in de ochtend), dan meld je dit per telefoon vóór 9.30 uur.

Bijzonder verlofKortdurend verlof wordt verleend bij het overlijden van naasten, een verhuizing, het bijwonen van een huwelijk en jubilea van ouders/verzorgers of grootouders. Je vraagt het verlof aan door middel van het ‘aanvraagformulier verlof wegens gewichtige omstandigheden’. Dit formulier is te verkrijgen bij de afdelingsassistenten. Het formulier kun je daar ook weer inleveren. De afdelingsdirecteur neemt een beslissing en hier krijg je schriftelijk bericht van.

9


Verlof buiten vastgestelde vakantiesToestemming voor verlof buiten de vastgestelde vakanties wordt alleen bij hoge uitzondering verleend. Een gemotiveerd verzoek voorzien van bewijsstukken moet acht weken van tevoren via het ‘aanvraagformulier vakantieverlof’ worden aangevraagd. Dit formulier is te verkrijgen bij de afdelingsassistenten en je kunt het daar ook weer inleveren. De afdelingsdirecteur neemt een beslissing en hier krijg je schriftelijk bericht van.

10


2. Jouw opleidingstraject

2.1 Studieprogramma

Vijf fasenAlle opleidingen bij Ma verlopen in vijf fasen:

1. oriëntatie2. basis3. verdieping4. stage 5. examen Jouw opleiding Game artist duurt vier jaar. Het opleidingsprogramma vind je in onderstaand schema.

Fase 1 Fase 2 Fase 3 Fase 4 Fase 5

Oriëntatie- Training software- Verkenning industrie- Uitgangs-punten, processen en werkwijzen

Basis- Toepassen training- Vakoverschrijdende projecten- Samenwerken met Gamedevelopers- Doorlopen gehele game-ontwikkelproces

Verdieping- Verdiepen in 2D, 3D en/of animatie- Eigen opdrachten die passen bij jouw droom en talent- Portfolio vullen- Voorbereiding stage

Stage- Twee keer een half jaar bij verschillende bedrijven- Binnen- of buitenland- Meewerken aan een echte game of maken van een eigen game

Examen- PROEF Proeve van Bekwaam-heid- Eerder gedaan, maar nu in het echt- Echte klant en externe beoordelaars uit de industrie- Samen met Game-developers

Leerjaar 1 Leerjaar 2 Leerjaar 3 Leerjaar 4

KwalificatiedossierJouw studieprogramma voor de opleiding Game artist is gebaseerd op het kwalificatiedossier Game artist met crebocode 93220. Dit dossier vind je op het intranet onder ‘kwalificatiedossiers’ of op de website www.kwalificatiesmbo.nl. In zo’n kwalificatiedossier vind je de belangrijkste taken die bij het beroep horen, oftewel kerntaken. De handelingen die je voor een kerntaak uitvoert zijn werkprocessen.

11


Game artist

Kerntaak Werkproces

1. Draagt bij aan een marktgericht gameconcept

1.1 Oriënteert zich op de doelgroep en het onderwerp 1.2 Maakt een planning 1.3 Ontwikkelt het concept voor de game art-onderdelen

2. Realiseert de gameonderdelen

2.1 Vertaalt het game art-concept tot een definitief ontwerp 2.2 Ontwikkelt gameonderdelen 2.3 Test de gameonderdelen 2.4 Bewaakt de voortgang en evalueert het project

2.2 Taal, Rekenen en Burgerschap

Het ministerie van OC&W wil dat studenten in alle onderwijssectoren op een goed niveau het examen Nederlands, Engels en rekenen afronden. Daarom is het nodig dat je deze vakken op het vereiste niveau beheerst. Dit niveau heb je niet alleen voor je toekomstige beroep nodig, maar helpt je ook goed voorbereid in de maatschappij te functioneren.Er is één systeem voor alle onderwijssoorten om het vereiste beheersingsniveau van Nederlands en rekenen aan te geven. Dit systeem heet het referentiekader.

Algemene eisen voor de beheersing van Nederlands en rekenen, die gelden voor alle mbo-opleidingen:

mbo niveau 1 mbo niveau 2 mbo niveau 3 mbo niveau 4

Nederlands 2F 2F 2F 3F

rekenen 2F 2F 2F 3F

Het vereiste niveau voor Engels is beschreven in het kwalificatiedossier van de opleiding; dit verschilt op dit moment per opleiding.

De voorbereiding om in de maatschappij te functioneren krijgt nog meer betekenis in de lessen burgerschap. Denk aan het maken van politieke keuzes, op tijd op het werk komen, als kritisch consument kunnen functioneren, zorgen voor je eigen gezondheid en kennis hebben van verschillende culturen en geloven. Alle studenten in het mbo moeten competent zijn op het gebied van burgerschap.

12


Vrijstelling van lessenAls je een mbo-niveau 4-, havo- of vwo-diploma hebt, kun je vrijstelling krijgen voor de lessen Nederlands, Engels en rekenen. In fase 1 zal je net als de andere studenten de lessen volgen tot het moment van de eerste diagnostische toets. Dit is een toets om te bepalen welk niveau je hebt voor taal en rekenen. Wanneer uit de toets blijkt dat je het beoogde niveau hebt, kun je vrijstelling van de lessen krijgen. Voor taal en rekenen geldt onderhoudsplicht. Dit betekent dat je mee blijft doen met de (diagnostische) niveautoetsen (meestal 1 à 2x per jaar). Voorafgaande aan de examens krijg je het advies om mee te doen met de examentrainingen, want je moet nog wel examen afleggen.

2.3 Stage (BPV)

Wat je op school hebt geleerd pas je toe in de praktijk tijdens je stage, ook wel beroepspraktijkvorming (BPV) genoemd. De BPV is een belangrijk onderdeel van je beroepsopleiding. Doordat je werkt in een echte omgeving met ervaren collega’s, leer je werken op professioneel niveau. De ontwikkeling van je competenties gaat in het bedrijf dus gewoon door. Binnen het stagebedrijf word je begeleid door de praktijkopleider en vanuit school door jouw stagebegeleider. Je moet de BPV met een voldoende afsluiten om je diploma te halen.

Ma heeft een speciaal bureau dat jou en jouw stagebegeleider bij de BPV ondersteunt, het Bureau Bedrijfscontacten (BBC). Het BBC onderhoudt alle contacten met onze stagebedrijven, maakt de praktijkovereenkomsten en registreert de resultaten van jouw stage. Jouw stagebegeleider zorgt samen met jou voor de juiste match met een stageplaats. Voorafgaand word jij uitgebreid geïnformeerd, onder andere over alle eisen waaraan je moet voldoen en hoe je wordt beoordeeld.

Stage Game artistBij deze opleiding loop je in totaal een jaar stage. Deze uren worden verdeeld over twee keer een half jaar. De eerste stage start in het derde jaar in februari tot aan de zomervakantie. De tweede stage start in het vierde jaar direct na de zomervakantie tot aan februari. Per stage wordt er 720 uur gepland.

2.4 Studie- en studentbegeleiding

Tijdens je studie zijn er verschillende docenten die jou vanuit een bepaalde rol begeleiden. • De vakdocent geeft les, controleert je huiswerk, geeft feedback en zorgt voor

toetsen, herkansingen en beoordelingen;• De studiebegeleider begeleidt je in je ontwikkeling, bespreekt de

studievoortgang, helpt je met keuzes maken en ondersteunt je bij bepaalde (leer)problemen. Wanneer er tijdens je studie ernstige problemen ontstaan dan begeleidt de studiebegeleider jou naar een deskundige met een specialisme;

• De begeleidingscoach ondersteunt jou en de studiebegeleider bij het hiervoor genoemd proces;

• De stagebegeleider begeleidt je vanuit Ma tijdens jouw stage.

13


Daarnaast zijn er deskundigen voor meer specialistische begeleiding: • De decaan begeleidt studenten bij een wisseling van opleiding, bij beroepskeuze

of bij andere vragen zoals over studiefinanciering;• De verzuimcoördinator ondersteunt bij frequent verzuim en is contactpersoon als

het gaat om leerplichtzaken;• De zorgcoördinator coördineert de derdelijnszorg en stuurt het zorg advies team

aan (ZAT). De jeugdadviseur, de schoolarts, preventiemedewerker van Jellinek en Punt P en ambulante begeleiders maken deel van uit van het ZAT;

• Externe vertrouwenspersoon: een onafhankelijk meldpunt voor seksuele, lichamelijke of geestelijke intimidatie is te bereiken via 024 - 360 55 32 (NIM BMW-vertrouwenspersoon);

• Diverse deskundigen op de achtergrond, bijvoorbeeld zorgcoördinator, leerplichtambtenaar, schoolmaatschappelijk werker, jeugdadviseur en schoolarts.

Bij de toelating tot het Mediacollege Amsterdam heb je de vraag gekregen om het te melden als er functionele beperkingen (lichamelijk of psychisch) zijn, zodat de school kan beoordelen of er extra ondersteuning bij je studie nodig is. Als je aan bepaalde (medische) criteria voldoet, kan de school deze extra begeleiding organiseren. Deze aparte begeleidingstrajecten verlopen via de begeleidingscoach en zorgcoördinator.

2.5 Studievoortgang

StudiepuntenAfgelopen schooljaar is bij enkele opleidingen ervaring opgedaan met een systeem van studiepunten. Andere opleidingen gaan er in 2015/2016 mee experimenteren. Het werkt zo:• Als je in een periode een cluster van vakken gemiddeld voldoende afrondt, krijg

je daar studiepunten voor;• Aan het eind van elke periode wordt berekend hoeveel studiepunten je hebt

behaald;• De behaalde studiepunten zie je in Magister;• Per jaar kun je 60 studiepunten halen;• Het aantal behaalde studiepunten geeft een beeld van je studievoortgang,

hierover praat je met je studiebegeleider.

StudievoortgangRegelmatig heb je met je studiebegeleider een gesprek over je ontwikkeling. Wanneer er ernstige problemen zijn met jouw studievoortgang wordt er een gesprek met jou (en je ouders/verzorgers) gevoerd. Hiervoor ontvang je een formele uitnodiging per brief. Een dergelijk gesprek heeft als doel gezamenlijk afspraken te maken waardoor jouw opleidingsvoorgang verbetert. In die zin moet je het zien als een waarschuwing. Na maximaal drie waarschuwingen en de bijbehorende kansen kan er sprake zijn van een laatste gesprek met als doel het stopzetten van je opleiding.

Als jouw studieresultaten, je verzuim of je houding/gedrag niet verbeteren, kennen we een aantal officiële stappen om samen met jou (en je ouders/verzorgers) te bespreken hoe jij je opleiding beter kunt vervolgen waardoor je bij Ma kunt blijven. Dergelijke gesprekken worden door jouw studiebegeleider, programmaleider of afdelingsdirecteur geïnitieerd.

14


OvergangsnormenIedere Ma-student heeft te maken met een faseovergang. Fase 1 is cruciaal. In deze oriëntatiefase heb jij echt kunnen meemaken hoe het is om de door jou gekozen opleiding te volgen.

Game artist kent de volgende normen:Fase 1 naar fase 2 wordt bepaald door de hoeveelheid studiepunten. Je moet er minimaal 25 halen, je kunt er maximaal 30 halen. Mocht je te weinig punten hebben gehaald, dan kun je nog een herkansing doen waarin je de gemiste punten alsnog kunt behalen.

Fase 2 naar fase 3 wordt bepaald door de kwaliteit en kwantiteit van je gemaakte werk. Vanaf jaar 1 bewaar je al het werk in het zogenaamde ‘pakhuis’. Dit is een online opslagruimte van al jouw gemaakte werk, thuis en op school. Elke periode (10 weken) kijken de docenten naar je pakhuis om je ontwikkeling te beoordelen. Hier wordt een rapport (pakhuischeck) van gemaakt en naar huis gestuurd.

Fase 3 naar fase 4 wordt bepaald door drie ‘stoplichten’. Eerste stoplicht is het online portfolio. Dit moet af zijn en werken. Tweede stoplicht is de portfoliopitch. Dit is een moment waarop een aantal mensen uit de game industrie naar de inhoud van je portfolio kijken en hier feedback op geven. Naar aanleiding daarvan krijg je tijd om dit aan te passen of uit te bouwen. Derde stoplicht is het aantal sollicitaties dat je al hebt moeten doen voor een bepaalde datum. Mocht er richting het eind van fase 3 (nog steeds) een stoplicht op rood staan, dan haal je mogelijk je faseovergang niet.

Fase 4 naar fase 5 wordt bepaald door je stage. Als je twee keer een onvoldoende beoordeling hebt gekregen of je hebt te weinig uren gedraaid, dan haal je mogelijk je faseovergang niet.

15


3. Examinering

3.1 Proces en reglement

Elke opleiding bij Ma wordt afgerond met een examen. Het examen bestaat uit het beroepsdeel (Proeve van Bekwaamheid) en de algemene vakken (Nederlands, Engels en rekenen). De BPV (stage) is geen examenonderdeel, maar is wel een voorwaarde om een diploma te halen. In principe moet de stage zijn afgerond voordat je aan het beroepsdeel van het examen kunt deelnemen.Het examenreglement vind je in de bijlage van deze studiegids.

BeroepsdeelHet beroepsdeel wordt geëxamineerd met een Proeve van Bekwaamheid, afgekort tot PvB. Deze PvB lijkt erg op de opdrachten en projecten zoals je die tijdens je opleiding al hebt gedaan. Deze opdrachten worden gedurende de opleiding steeds veeleisender. De laatste opdracht is een PvB waarmee je moet laten zien dat je het vak nu beheerst. Elke (combinatie van) PvB examineert de kerntaken uit jouw kwalificatiedossier. Om te slagen moet je voor alle kerntaken tenminste een voldoende behalen.

Een PvB wordt beoordeeld door mensen uit het bedrijfsleven. Zij treden op als externe beoordelaar. Zij beoordelen of je voldoet aan het niveau van ‘beginnend beroepsbeoefenaar’. Door deze externe beoordelaars in te schakelen bij het examen krijgt je diploma ook een zekere waarde; mensen uit het bedrijfsleven stellen namelijk vast dat je het diploma hebt verdiend.

Taal en rekenenNederlands, Engels en rekenen worden apart geëxamineerd. Dat gebeurt al eerder in de opleiding. Voor rekenen en enkele onderdelen van Nederlands zijn dit landelijke examens (Cito). De andere onderdelen van Nederlands en Engels worden met schoolexamens afgenomen. Behalve spreekvaardigheid worden de examens met de computer afgenomen. Vanaf examenjaar 2017-2018 wordt ook voor Engels een landelijk examen afgenomen (zie ook Examens taal en rekenen paragraaf 3.4).

Bezwaar en beroepDe examencommissie stelt de examenuitslag vast. Het kan zijn dat je het niet eens bent met de beslissing van de examencommissie. Je kunt dan in beroep gaan tegen de examenuitslag bij de Commissie van Beroep Examinering. Je kunt je ook wenden tot deze Commissie van Beroep als je het niet eens bent met andere besluiten van de examencommissie, bijvoorbeeld als je niet toegelaten bent tot het examen en je geen gehoor vindt bij de examencommissie. Je kunt niet naar de Commissie van Beroep als er geen uitspraak van de examencommissie is geweest. Je moet je dus altijd eerst tot de examencommissie wenden en pas daarna kun je naar de Commissie van Beroep Examinering. Een bezwaar of beroep moet altijd schriftelijk worden ingediend en gericht worden aan de Examencommissie of Commissie van Beroep Examinering, Postbus 67003, 1060 JA Amsterdam.

16


3.2 Betrokkenen bij de examinering

De examencommissieHet College van Bestuur van Ma heeft een examencommissie benoemd, bestaande uit:

De heer P.M. Pranger VoorzitterMevrouw P.C.M. van Gastel Lid De heer P. Molenaar Lid Mevrouw B.S. van Ommen LidDe heer M. Bouma is secretaris van de examencommissie.

Aanwijzing examinatorenTen behoeve van het afnemen en beoordelen van examenonderdelen heeft de examencommissie als examinator van de instelling aangewezen:

• Alle docenten van de instelling die in het bezit zijn van de bewijzen van bekwaamheid zoals bepaald in artikel 4.2.2 van de WEB

• De instructeurs, zij kunnen onder verantwoordelijkheid van de docenten de examenopdrachten mede beoordelen

• Praktijkexaminatoren (externe beoordelaars) uit het werkveld

ExamenbureauHet examenbureau is verantwoordelijk voor de organisatie, procesbewaking, administratieve verwerking en het goede verloop van de examinering.

ExamenleiderDe afdelingsdirecteur is verantwoordelijk voor zowel het onderwijsprogramma als voor het examen. ProgrammaleiderDe programmaleider is verantwoordelijk voor de communicatie naar de studenten over het examen en de procedures.

ExaminatorDe examinator is verantwoordelijk voor de afname van toetsen op school, in het leerbedrijf en op de praktijkexamenlocatie.

Interne en externe beoordelaarDe beoordelaar beoordeelt de geleverde prestatie bij de PvB.

Commissie van beroep voor de examensDe commissie van beroep voor de examens is verantwoordelijk voor het behandelen van het beroep dat door een examenkandidaat is ingesteld. De commissie is onafhankelijk en werkt met een eigen huishoudelijk reglement. De leden mogen geen deel uitmaken van het bevoegd gezag van de onderwijsinstelling en niet betrokken zijn bij de beoordeling.

17


3.3 Proeve van Bekwaamheid

Alle kerntaken en werkprocessen zijn opgenomen in de PvB en worden op het juiste niveau geëxamineerd. Kennis, vaardigheden en houding worden in goede balans en passend beoordeeld. De PvB in de opleidingen wordt in een gesimuleerde werkomgeving afgenomen en bestaat uit een opdracht uit de beroepspraktijk. De beoordeling geschiedt mede door externe beoordelaars uit de beroepspraktijk (vier-ogen-principe).

3.4 Examens taal en rekenen

De komende jaren vindt een verdere invoering plaats van de landelijke examens taal en rekenen. Op dit moment zijn er al centrale examens (CE) voor Nederlands en rekenen. Examenjaar 2016-2017 is het pilotjaar voor het centrale examen Engels en een jaar later vindt invoering plaats.De telling voor het slagen (zaken slaagregeling) van deze cijfers verandert de komende jaren ook. De cijfers voor Nederlands, rekenen en Engels gaan steeds meer een rol spelen in de zaken slaagregeling.

Het tijdpad van de invoering van de landelijke examens

Jaar van diplomering

2015-2016 2016-2017 2017-2018 en daarna

mbo-4

Nederlands - CE 3F voor lezen en luisteren; - schoolexamen 3F voor schrijven, spreken, taalverzorging eindcijfer* moet 5 of hoger zijn

rekenen CE 3F resultaat moet minimaal 5 zijn

Engels schoolexamen minimale eis: 3 van de 5 vaardigheden voldoende; gemiddelde moet 5 of hoger zijn

pilotexamenminimale eis: 3 van de 5 vaardigheden voldoende; gemiddelde moet 5 of hoger zijn

-CE voor lezen en luisteren B1**; -schoolexamen A2** voor schrijven, spre-ken, taalverzorgingeindcijfer* moet 5 of hoger zijn

minimale eis voor één van de onderdelen Nederlands, Engels en rekenen ten minste het cijfer 5, voor de andere twee ten minste 6

18


mbo-2 en mbo-3

Nederlands -CE 2F voor lezen en luisteren; -schoolexamen 2F voor schrijven, spreken, taalverzorgingeindcijfer* moet 5 of hoger zijn

rekenen pilotexamen of schoolexamen resultaat telt niet mee voor slaag/zak-regeling

CE 2Fresultaat moet minimaal 5 zijn

Engels schoolexamen

minimale eis voor één van de onderdelen Nederlands en rekenen ten minste het cijfer 5, voor het andere ten minste 6

CE = Centraal Examen (landelijk)schoolexamen: hiervoor kunnen bijvoorbeeld Deviant- of TOA-toetsen worden gebruikt

* het eindcijfer is het afgeronde gemiddelde van de resultaten van CE en schoolexamen** voor Engels is dit het generieke niveau; in het kwalificatiedossier kan een hoger niveau worden gevraagd als dat voor het betreffende beroep belangrijk is.

Aangepaste examensAls je een dyslexieverklaring hebt, of als om een andere reden een aangepast examen wenselijk voor je is, kun je gebruik maken van de aangepaste mogelijkheden die de examencommissie heeft vastgesteld. Zie hiervoor het examenreglement achter in deze gids of neem contact op met je studiebegeleider of vakdocent.

19


4. Organisatie

4.1 Mediacollege Amsterdam

Het Mediacollege Amsterdam heeft vier mbo-onderwijsafdelingen, een vmbo-onderwijsafdeling en een aantal diensten die het onderwijs ondersteunen. Elke onderwijsafdeling heeft een afdelingsdirecteur. Afdelingsdirecteuren en ondersteunende diensten staan onder leiding van het College van Bestuur, dat op zijn beurt wordt gecontroleerd door de Raad van Toezicht.

De mbo-onderwijsafdelingen bestaan elk uit verschillende opleidingen.

Afdeling Opleidingen Locatie Afdelings-directeur

Afdelings-assistente

Media- productie

-DTP-er-Signmaker

Dintelstraat 15 Piet Pranger Diana Derks

ARTF -Audiovisueel-Ruimtelijk vormgever

Condensatorweg 36 (Ma-Factory)

Petjo Molenaar Marion Sprangers

-Podiumtechnicus-Evenemententechnicus-Geluidstechnicus -Filmacteur

Contactweg 36 Petjo Molenaar Jeannet Hoeve

MiG-Mediamanager-Mediaredactiemedewerker-Media- en Gamedeveloper-Game artist

Contactweg 36 Karin van Gastel

Elvera de Bock

MV -Mediavormgever Contactweg 36 Babette van Ommen

Paula Wijnberg

Postadres Mediacollege AmsterdamPostbus 670031060 JA Amsterdam

Algemeen telefoonnummer 020 – 850 95 00

4.2 Studentenraad

De studentenraad adviseert het College van Bestuur over beslissingen die genomen moeten worden. Denk bijvoorbeeld aan beslissingen over studiebegeleiding, regels en eisen die gelden voor studenten, werkplekken en andere studentenfaciliteiten. Over een aantal onderwerpen heeft de studentenraad instemmingsrecht, wat wil zeggen dat de plannen die Ma hierover maakt pas doorgang kunnen vinden als de studentenraad het ermee eens is.Daarnaast heeft de studentenraad initiatiefrecht. Dit betekent dat de studentenraad zelf ideeën ter verbetering van het onderwijs en studentenzaken kan aandragen en initiëren met behulp van medewerkers. Elke periode vergadert de studentenraad met het College van Bestuur en deze vergaderingen zijn openbaar. Het reglement van de Studentenraad vind je op het intranet.

20


4.3 Studentenpanel en Studentenenquêtes

Voor de school is het belangrijk om van de studenten te horen wat goed gaat en wat kan worden verbeterd. Iedere opleiding organiseert hiervoor studentenpanels. Ook wordt tweejaarlijks de JOB-enquête afgenomen, waarin studenten kunnen aangeven hoe tevreden ze zijn over het onderwijs en de organisatie. De JOB-enquête vergelijkt de uitkomsten van alle mbo-opleidingen in Nederland. Daarom is het belangrijk dat alle studenten hun mening geven. De volgende JOB-enquête wordt in 2016 gehouden.

4.4 Klachtencommissie

Als studenten of ouders/verzorgers een klacht hebben over de school, nemen ze in eerste instantie contact op met een docent, studiebegeleider of programmaleider. Wat ‘zwaardere’ klachten worden behandeld door de afdelingsdirecteur. Pas als de student of ouder/verzorger onvoldoende gehoor vindt voor de klacht kan een officiële klacht ingediend worden bij de Algemene Klachtencommissie Leerlingen/studenten. De klachtenregeling is te vinden op het intranet. Lees voor het indienen van een klacht goed de spelregels door. De klacht moet schriftelijk gericht worden aan de Algemene Klachtencommissie Leerlingen/studenten, Postbus 67003, 1060 JA Amsterdam.

4.5 Veiligheid

ToegangAlleen studenten, medewerkers en bezoekers die door de medewerkers zijn uitgenodigd, mogen de gebouwen betreden. Desgevraagd moet een geldig identiteitsbewijs (bijvoorbeeld Ma-pas of ID-kaart) worden getoond. De conciërges en de receptiemedewerkers zijn bevoegd om, indien noodzakelijk, op te treden en bezoekers de toegang tot de gebouwen te weigeren.

BeveiligingMa heeft maatregelen getroffen om diefstal, inbraak en vandalisme te voorkomen. In en om de school hangen beveiligingscamera’s. Daarnaast is het belangrijk dat iedereen oplet en ongeregeldheden of verdachte situaties direct meldt aan de receptie.

Van diefstal wordt altijd aangifte gedaan, ongeacht wat er gestolen is.

Ook voor de beveiliging van computerapparatuur en het netwerk zijn maatregelen genomen. Zo mogen studenten bijvoorbeeld geen software installeren op Ma-computers en moeten ze altijd inloggen met hun eigen naam en wachtwoord. Misbruik van Ma-apparatuur of van het netwerk kan leiden tot schorsing of verwijdering van school.

Convenant veiligheidMa heeft samen met collega-scholen, politie en de gemeente een veiligheidsconvenant (= overeenkomst) afgesloten. Hierin is afgesproken dat Ma bij gewelddadige incidenten altijd aangifte doet. Ook minder ernstige incidenten worden met de politie besproken. Op verzoek van de school vindt er door de politie ook steekproefsgewijs controle plaats op het meebrengen van ongewenste zaken (wapens, drugs, alcohol).

21


PestenPesten, ook digitaal, is een ernstige aantasting van de veiligheid van het slachtoffer en wordt niet getolereerd. Wie wordt betrapt op pesten, kan worden geschorst of zelfs verwijderd van school.

OntruimingAls er brand is, of bij andere calamiteiten, moet het gebouw snel en ordelijk worden ontruimd. Elk jaar wordt een ontruimingsoefening gehouden. Volg de instructies van het personeel op, ga snel en rustig naar de aangewezen uitgang en meld je daarna bij je docent op het verzamelpunt. Ga niet nog even je jas halen of iets uit je kluisje pakken. Als je brand of een andere calamiteit ontdekt, meld dat dan direct via de brandmelders die in het gebouw hangen.

OngevallenMeld een ongeval bij je docent of direct bij de receptie. De receptie waarschuwt de BHV (= bedrijfshulpverlening). Bij de receptie is een EHBO-koffer en een defibrillator aanwezig.

Schorsing/verwijderingSchorsingen komen alleen voor bij ernstig wangedrag of als een student zich bij herhaling niet aan regels en afspraken houdt. De afdelingsdirecteur kan een student een interne of externe schorsing opleggen. Bij een interne schorsing blijft de student op school en wordt apart aan het werk gezet. Bij een externe schorsing wordt de student niet meer op school geduld en naar huis gestuurd. Gedurende een externe schorsing mag de student zich niet in en om de school laten zien. Schorsingen worden vastgelegd in het studentdossier. Na een schorsing vindt altijd een gesprek met de student plaats, zo nodig samen met de ouders/verzorgers.

4.6 Wie, wat en waar

ReceptieDe receptionist(e) beantwoordt de telefoon, noteert ziek- en betermeldingen, beantwoordt algemene vragen, ontvangt bezoekers en waarschuwt hulpverleners als het nodig is. Bij de receptie is een EHBO-kist aanwezig. Ook kun je hier je saldo opladen voor het betaald printen.

AfdelingsassistentenHier kun je terecht voor vragen over o.a.:• dagelijkse gang van zaken op de afdeling en je opleiding• verlofaanvragen• adreswijzigingen• inleveren documenten• algemene vragen over DUO

ICT-helpdeskVoor hulp bij problemen met het netwerk of met computerapparatuur is er de ICT-helpdesk. Deze is het gemakkelijkst te bereiken via [email protected]. Als je via die weg je vraag of je probleem duidelijk stelt, word je zo snel mogelijk geholpen.

22


KantineOp de Contactweg en op de Dintelstraat kun je bij de kantine terecht voor een gevarieerd aanbod van eten en drinken. De kantine op de Contactweg is van maandag t/m donderdag geopend van 09.00 tot 15.30 uur en op vrijdag van 09.00 tot 14.00 uur. De kantine op de Dintelstraat is dagelijks geopend van 10.00 tot 14.30 uur.

Facilitaire dienst / conciërgesDe conciërges zorgen voor het openen en sluiten van de schoolgebouwen, voor het onderhoud en voor de veiligheid. Daarnaast regelen ze papier en toner voor de kopieerapparaten, beheer van kluisjes en duizend dingen meer. Meestal lopen contacten met de conciërges via de docenten, maar als je een keer een conciërge nodig hebt, kun je contact opnemen met de receptie.

Financiële administratieEén van de taken van de financiële administratie is het versturen en innen van de rekeningen voor studenten. Voor informatie over deze rekeningen kun je terecht bij de afdelingsassistenten.

Onderwijsservicebureau / overige ondersteunende dienstenAlle onderwijsondersteunende diensten worden verzorgd door het Onderwijsservicebureau (OSB). Contact met ondersteunende diensten loopt meestal via de eigen studiebegeleider, de programmaleider of de afdelingsdirecteur.

De ondersteunende diensten zijn:• Bureau Bedrijfscontacten (stagebureau)• Decanaat• Verzuimbureau• Studentenadministratie• Zorgcoördinatie• Examenbureau• Roosterbureau• Intakebureau• Onderwijskundige ondersteuning en innovatie

23


5. Financiële zaken

5.1 Lesgeld

De inning van lesgeld vindt plaats op basis van de inschrijving in het Basisregister Onderwijs (BRON). Deelnemers die op 1 augustus 2015 18 jaar of ouder zijn en voor een voltijdopleiding mbo ingeschreven staan bij BRON krijgen in september/oktober 2015 een betalingsverzoek van de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) om lesgeld te betalen. Voor het schooljaar 2015-2016 is dat € 1.131,00.

Als je je inschrijft na 1 november, of als je na 1 november 18 jaar wordt, hoef je over de al verstreken maanden van het schooljaar geen lesgeld te betalen. Voor informatie hierover zie www.duo.nl.

5.2 Teruggave lesgeld

Als je je studie in de loop van het schooljaar beëindigt of noodgedwongen onderbreekt en je schrijft je vóór 1 mei uit, dan kun je in een aantal gevallen in aanmerking komen voor (gedeeltelijke) terugbetaling van het betaalde lesgeld.

Dit geldt bijvoorbeeld als:• je tijdens het schooljaar je diploma hebt behaald• je overstapt naar een opleiding waarvoor je wettelijk cursusgeld moet betalen• je ouders gaan scheiden en je daardoor niet meer in staat bent de lessen te

volgen• een naast familielid of je partner ernstig ziek wordt of overlijdt en je daardoor

niet meer in staat bent de lessen te volgen• jezelf ernstig ziek wordt

Je vraagt je verzoek om teruggave van het lesgeld aan met het formulier ‘verzoek terugbetaling lesgeld’. Dit verzoek moet uiterlijk 31 juli bij DUO binnen zijn.

5.3 Prestatiebeurs

Volg je een mbo-opleiding op niveau 1 of 2, dan zijn je basisbeurs en eventuele aanvullende beurzen altijd een gift. Volg je een mbo-opleiding op niveau 3 of 4, dan worden de basisbeurs en eventuele aanvullende beurzen pas een gift als je je diploma binnen 10 jaar haalt. Dit noemen we ook wel de ‘prestatiebeurs’.

Haal je geen diploma, dan moet je alles terugbetalen; de basisbeurs, de aanvullende beurs en je studentenreisproduct. Alleen de aanvullende beurs over de eerste 12 maanden studiefinanciering mag je altijd houden. Voor informatie hierover zie www.duo.nl.

24


5.4 Overige kosten

De kosten die zijn verbonden aan boeken, materialen, laptops, werkkleding e.d. verschillen per opleiding.

5.5 Betalingsregeling

Studenten die problemen hebben om de aanschaf van leermiddelen te financieren (bijvoorbeeld een laptop), kunnen een betalingsregeling treffen met de leverancier. Is dit niet mogelijk, dan kan er in overleg met de afdelingsdirecteur een betalingsregeling worden getroffen.

25


Bijlage: Examenreglement

Voorwoord

Wettelijke verplichting Volgens de Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB) heeft elke instelling voor middelbaar beroepsonderwijs de plicht om voor een goede organisatie en kwaliteit van het onderwijs en de examinering te zorgen.

Uitwerking Ma heeft deze verplichting voor examinering uitgewerkt in drie samenhangende documenten:

• Het examenreglement. Dit is het juridisch kader van regels waaraan kandidaten en andere betrokkenen bij examinering en diplomering zich moeten houden. Het beschrijft de in acht te nemen voorschriften bij de examinering, van inschrijving tot en met diplomeren, en de rechten en plichten van de kandidaten worden er in vastgelegd. Het vormt daardoor tevens onderdeel van de regeling van onderwijs en examinering, de zogenoemde OER.

• Het handboek examinering. Hierin zijn de organisatie van examinering en de processen en procedures die daarbinnen gevolgd moeten worden beschreven. Dit document is bedoeld voor functionarissen en de organisatie-eenheden die een rol in de examineringsprocessen vervullen.

• De studiegids. De onderwijs- en examenregeling (OER) maakt daarvan deel uit. Met deze onderwijs- en examenregeling wordt de student jaarlijks volledig geïnformeerd over zijn rechten en plichten bij examinering (het examenreglement), en over hoe examinering en diplomering zijn georganiseerd, geprogrammeerd en gepland.

Artikel 0 Inleiding

We maken onderscheid tussen de beroepsexamens (de Proeven van Bekwaamheid) en generieke examens (taal en rekenen). Voor generieke examens zijn dat voor een deel landelijk vastgestelde centrale examens (Cito).

Artikel 1 Inschrijving (toegang en toelating)

1. Voorwaarde om aan een examen deel te nemen is dat je moet zijn ingeschreven als student, dus moet je een geldige onderwijsovereenkomst hebben.

2. Je kunt ook als examendeelnemer worden ingeschreven. Dit wordt ook wel extraneus genoemd. Voor deze inschrijving dien je € 100,- te betalen. Je kunt dan alleen deelnemen aan examens en als je dat met goed gevolg gedaan hebt, ontvang je een diploma.

3. Om deel te kunnen nemen aan de AVO-examens moet minimaal de helft van het onderwijsprogramma zijn doorlopen. De praktijkexamens (de Proeven van Bekwaamheid) zijn in fase 5 gepland. Om hieraan te kunnen deelnemen, moet de BPV zijn afgerond en moet het opleidingsteam hebben vastgesteld dat fase 4 voldoende is afgerond.

4. Het opleidingsteam draagt de namen van de examenkandidaten voor aan de examencommissie voor 1 oktober van het examenjaar. Dit zijn de examenkandidaten die dat examenjaar kunnen gaan diplomeren.

26


Artikel 2 Vrijstellingen 1. De examencommissie kan op verzoek van een kandidaat, op basis van eerdere

examenresultaten bij Ma, vrijstelling verlenen van het afleggen van een of meer examenonderdelen. Examenresultaten van eerder afgelegde generieke examens blijven twee jaar geldig en afgelegde beroepsspecifieke examens blijven een jaar geldig. Daarna dient het examen opnieuw afgelegd te worden.

2. Als je denkt hiervoor in aanmerking te komen, vul je het aanvraagformulier ‘vrijstelling examen’ in en stuur je dit, uiterlijk vijftien lesweken voorafgaand aan het examen, aan het examenbureau. Binnen vijftien schooldagen ontvang je schriftelijk bericht van de examencommissie of je vrijstelling gehonoreerd wordt.

3. Als de examencommissie de erkenning overneemt, krijg je van de examencommissie vrijstelling voor het betreffende examenonderdeel of -onderdelen.

4. Ma verstrekt zelf geen EVC-verklaringen (EVC = Eerder Verworven Competenties). Als je gebruik wilt maken van een EVC-traject, dien je dit zelf bij een erkende instantie te regelen.

Artikel 3 Aangepaste examinering

1. Ten aanzien van specifieke doelgroepen kan de examencommissie toestaan dat het examen in afwijkende vorm wordt afgenomen. Bij aanvang van de opleiding lever je daarvoor een officiële verklaring van dyscalculie en/of dyslexie dan wel een verklaring rondom een andere beperking in. Je moet uiterlijk 6 maanden voor het eerste examen de gewenste aangepaste voorzieningen aanvragen bij de examencommissie. De afwijkende vorm moet voldoen aan de toetstechnische eisen zoals validiteit en betrouwbaarheid. Het niveau en de doelstelling van de afwijkende toets mogen niet anders zijn dan de beoogde doelstellingen en het niveau van de oorspronkelijke toets. Je krijgt uiterlijk 15 schooldagen na het besluit antwoord van de examencommissie.

2. Om te weten welke aanpassingen in de examens mogelijk zijn, raadpleeg je het Protocol aangepaste examinering. Deze is op te vragen bij het Examenbureau.

Artikel 4 Inhoud, vorm en planning examens

De gegevens met betrekking tot de inhoud, planning, organisatie en vorm van de examinering worden in de examenprogrammering op hoofdlijnen bekend gemaakt. De examenprogrammering kun je vinden in de studiegids.

Artikel 5 Toezicht

1. De Inspectie van het Onderwijs houdt namens de minister toezicht op het onderwijs en de examens.

2. De examencommissie bewaakt de kwaliteit van de examens. De examencommissie onderzoekt de tevredenheid over de examens bij studenten, beoordelaars en het werkveld. De examencommissie houdt zelf toezicht op de uitvoering van de examen door verificaties.

3. De examencommissie legt jaarlijks verantwoording af in een Jaarverslag Examinering.

27


Artikel 6 Organisatie examens

1. Je wordt tijdig geïnformeerd over de plaats en het tijdstip door de programmaleider of examencoördinator.

2. Voor het afnemen van toetsen, het examen of examenonderdelen wijst de examencommissie examinatoren voor de AVO-examens en beoordelaars voor de beroepsexamens aan. De examencommissie geeft richtlijnen en aanwijzingen met betrekking tot de beoordeling en met betrekking tot de vaststelling van de uitslag.

3. De afdelingsdirecteur heeft de rol van examenleider en is daarmee eindverantwoordelijk voor het examen.

4. Je dient je bij de afname van een examen te houden aan de aanwijzingen van de examenfunctionarissen.

5. Bij deelname aan een examen(onderdeel) moet je je kunnen legitimeren. Als legitimatiebewijs zijn uitsluitend toegestaan een geldig Nederlands paspoort, een geldige Nederlandse identiteitskaart en een geldig vreemdelingendocument. Als je je niet kunt legitimeren, kan je niet tot het examen toegelaten worden. In dat geval kun je het desbetreffende examen pas weer bij de tweede gelegenheid doen. Bij elke examengelegenheid geldt de legitimatieplicht.

6. Je mag de ruimte waar het examen wordt afgenomen pas betreden als degene die de leiding heeft over de examenafname (examinator, examenleider, dan wel afnameleider) daartoe toestemming geeft. Je mag niet eerder met de uitvoering van het examen beginnen dan nadat degene die de leiding heeft over de examenafname daartoe een teken heeft gegeven.

7. Als je binnen een half uur na aanvang van het examen je meldt, mag je nog meedoen met het examen. Afhankelijk van de aard en vorm van het examen kan hier van worden afgeweken.

8. Het examenbureau zal de gang van zaken en nadere instructies bij de afname, voor zover deze niet in de examenprogrammering zijn aangegeven, tijdig vóór aanvang van het examen bekend maken.

9. Je bent verplicht deze instructies evenals de aanwijzingen van de examinator, afnameleider dan wel surveillant tijdens de afname van het examen op te volgen.

Artikel 7 Afwezig tijdens een examen

1. Je bent verplicht deel te nemen aan alle examens waarvoor je bent ingeschreven.

2. Als je niet meedoet aan een examen geldt dit examen als gemiste examengelegenheid. Wanneer je denkt dat je afwezigheid geoorloofd is, vul je een formulier in met het verzoek om de afwezigheid als geoorloofd te beoordelen zodat deze examengelegenheid blijft staan. Het formulier moet uiterlijk twee schooldagen na de (geplande) datum van het examen binnen zijn bij het examenbureau per email ([email protected]). Binnen vijftien schooldagen verneem je schriftelijk van de examencommissie of je afwezigheid geldig was.

3. Als de examencommissie vindt dat je een geldige reden hebt voor je afwezigheid bij het examen, geldt het eerstvolgende examen als eerste kans. Als de examencommissie vindt dat je geen geldige reden hebt voor afwezigheid bij het examen, geldt het eerstvolgende examen als tweede kans.

28


Artikel 8 Onregelmatigheden

1. De examencommissie kan maatregelen treffen wanneer je ten aanzien van toetsing onregelmatigheden pleegt. Voordat de maatregel wordt opgelegd, word je gehoord. Je kunt je bij laten staan door een meerderjarige; ben je minderjarig, dan laat je je vergezellen door jouw wettelijk vertegenwoordiger.

2. Als onregelmatigheid wordt in ieder geval aangemerkt:• het niet opvolgen van instructies van surveillanten;• het gebruik van niet-toegestane hulpmiddelen;• presenteren van een werkstuk van een ander, ook als dat veranderd is en

als zodanig niet direct herkenbaar;• plagiaat: het onder eigen naam presenteren van een werkstuk of deel

van een werkstuk dat gemaakt is door een ander zonder aan die ander toestemming gevraagd te hebben en te vermelden in het werkstuk.

3. Verder is het ter beoordeling van de examencommissie om gedragingen, handelingen en dergelijke aan te merken als onregelmatigheid in de zin van dit artikel.

4. Op grond van bovenstaande onregelmatigheden kan de examencommissie de volgende maatregelen nemen:• ongeldigheidverklaring van de uitslag van het desbetreffende

examenonderdeel• uitsluiting van (verdere) deelname aan de examinering• toekennen van waardering 0 (geen waardering mogelijk) voor de

betreffende toets en uitsluiting van herkansing voor dit examenonderdeel 5. Je wordt, en in het geval van minderjarigheid jouw wettelijke vertegenwoordiger,

van de maatregel schriftelijk in kennis gesteld. 6. Indien de onregelmatigheid niet te wijten is aan jou maar aan externe factoren

(b.v. een stroomstoring) zoekt de examencommissie naar een oplossing waardoor jij zo min mogelijk hinder ondervindt bij het verdere verloop van het examen.

7. Onregelmatigheden worden door surveillanten en/of beoordelaars vermeld in het proces-verbaal van het examen.

Artikel 9 Beroepspraktijkvorming

De beroepspraktijkvorming (BPV) is een diplomavoorwaarde. Hoewel de BPV geen examenonderdeel is, moet je de BPV wel met positief resultaat hebben afgesloten om je diploma te behalen. Daartoe geeft het Bureau Bedrijfscontacten een BPV-certificaat af.

Artikel 10 Uitslagregeling

1. Per examenonderdeel wordt door de examencommissie vastgesteld of je deze behaald hebt of niet. De eindwaardering voor een werkproces binnen een kerntaak wordt weergegeven in een van de volgende waarden:• goed• voldoende• onvoldoende

2. De eindwaardering voor een kerntaak wordt weergegeven in cijfers. Het cijfer hangt af van de beoordeling van de werkprocessen binnen een kerntaak. De cijfers variëren van 1 t/m 10.

3. De uitslagen van (digitale) landelijke- en schoolexamens taal en rekenen worden na zes weken door de examencommissie bekend gemaakt.

4. De uitslag van elke examinerende toets wordt door de afdeling na zes weken

29


na afname van de toets bekend gemaakt. De uitslag van de Proeve van Bekwaamheid en andere examenonderdelen wordt door de examencommissie binnen tien schooldagen na afname van het laatste examenonderdeel bekend gemaakt. Uitslagen worden schriftelijk of digitaal aan de deelnemers bekend gemaakt.

5. Tussentijds worden resultaten bekend gemaakt van examenonderdelen; dit zijn dan voorlopige uitslagen.

6. Pas als de examencommissie alle resultaten heeft worden de examenresultaten definitief vastgesteld.

Artikel 11 Vaststelling resultaat en uitdrukking uitslag

1. Per examenonderdeel wordt door de examencommissie vastgesteld of je daarvoor geslaagd bent of niet.

2. Je bent voor een examenonderdeel geslaagd indien je voldaan hebt aan de eisen die in het examenplan aan de behaalde resultaten worden gesteld.

3. Je bent voor het volledige examen geslaagd indien: • alle examenonderdelen die noodzakelijk zijn voor het behalen van het

diploma afgelegd zijn, en aan de eisen en beslisregels zoals vermeld in het examenplan voldaan is, én

• de beroepspraktijkvorming (BPV) met goed gevolg is afgesloten, én • voldaan is aan de inspanningsverplichtingen voor Loopbaan en

Burgerschap. 4. Voor de weergave van de uitslag en resultaten zijn de desbetreffende wettelijke

bepalingen en regelingen van het instellingsformat van toepassing:• bij de Proeve van Bekwaamheid worden de werkprocessen beoordeeld

met ‘onvoldoende’, ‘voldoende’ of ‘goed’. Op de resultatenlijst zie je deze beoordelingen van de beroepsspecifieke examenonderdelen terug als een cijfer per kerntaak.

• het resultaat van de generieke examenonderdelen, met uitzondering van Loopbaan en Burgerschap, wordt uitgedrukt in een heel cijfer op een schaal van 1 t/m 10; indien de uitkomst van de berekening niet een geheel getal is, wordt dat getal indien het eerste cijfer achter de komma een 4 of lager is, naar beneden afgerond en indien dat cijfer een 5 of hoger is, naar boven afgerond.

• het resultaat van Loopbaan en Burgerschap wordt uitgedrukt in ‘voldaan’ of ‘niet voldaan’.

Artikel 12 Herkansen

Beroepsspecifieke examenonderdelen 1. Je hebt het recht een examen twee keer af te leggen (het examen en de

herkansing). 2. De examenleider bepaalt na overleg met jou op welke wijze en wanneer aan de

herkansing van het examen wordt deelgenomen.3. De examenleider adviseert je over de voortgang van de opleiding wanneer je

ook na de herkansing niet geslaagd bent. 4. De behaalde beroepsspecifieke examenonderdelen (PvB) blijven één jaar

geldig. 5. Herkansingen vinden plaats op kerntaakniveau, tenzij in de PvB expliciet is

aangegeven dat een onderdeel apart herkanst kan worden.6. Bij herkansing telt het hoogste resultaat.

30


Generieke examenonderdelen7. Onderdelen van het Centrale Examen mogen één keer herkanst worden. Als

je bij taal een onvoldoende eindcijfer hebt, mag je ook het School Examen herkansen.

8. De behaalde generieke examenonderdelen blijven twee jaar geldig.9. Bij herkansing telt het hoogste resultaat.

Artikel 13 Uitslag en bewijsstukken

1. De uitslag van zowel een examenonderdeel als van een examen wordt door de examencommissie uiterlijk binnen twintig schooldagen na afname aan de kandidaten bekend gemaakt. Deze termijn kan indien de examencommissie daartoe gronden aanwezig acht eenmaal met twintig schooldagen verlengd worden. De uitslagtermijn van twintig schooldagen geldt niet voor de resultaten van de Centrale Examens (CE).

2. Conform wettelijke bepalingen reikt de examencommissie als bewijs dat een examen met goed gevolg is afgelegd een bewijsstuk uit. Indien een kandidaat alle examenonderdelen heeft behaald van de opleiding, en hij bovendien aan alle overige eisen voor diplomering heeft voldaan, wordt hem namens het bevoegd gezag het diploma uitgereikt.

3. Het diploma en bijbehorend resultaatoverzicht worden opgesteld en opgemaakt in het instellingsformat conform de bij ministeriële regeling vastgestelde modellen en technische veiligheidseisen.

Artikel 14 Inzage- en bespreekrecht

1. Gedurende de eerste maand na de uitslag van een examen of examenonderdeel hebben belanghebbenden recht op inzage, met uitzondering van de centraal examens (CE).

2. Aanvragen voor inzage moeten schriftelijk bij de examencommissie ingediend worden.

Artikel 15 Bewaring

1. Alle documenten die bij je examen horen worden tenminste anderhalf jaar bewaard.

2. De termijn van anderhalf jaar gaat in op de dag dat de examencommissie vaststelt dat je geslaagd bent.

3. Na afloop van de bewaartermijn worden alle documenten die bij je examen horen vernietigd.

Artikel 16 Bezwaar

1. Als je het niet eens bent met een beslissing van de examencommissie, schrijf je een brief met jouw bezwaar aan de examencommissie.

2. Het bezwaar moet binnen tien schooldagen na het bekendmaken van de beslissing naar de examencommissie gestuurd zijn.

3. Het bezwaarschrift is gericht aan de examencommissie. In het bezwaarschrift staat:• Je naam, adres, woonplaats en telefoonnummer;• Je opleiding;

31


• De datum waarop je de brief schrijft;• Een omschrijving van de maatregel of beslissing waar je het niet mee eens

bent, waartegen en waarom je ‘bezwaar maakt’;• Het besluit dat je van de examencommissie verwacht;• Je handtekening.

4. Als je een document hebt waarop de maatregel of beslissing staat, stuur je daarvan een kopie mee.

5. Als niet is voldaan aan de vereisten in lid 2 en 3 van dit artikel, dan wordt je bezwaarschrift niet ontvankelijk verklaard.

6. Als je bezwaar maakt tegen een beslissing van de examencommissie, dan stelt de secretaris van de examencommissie de bij het examen betrokken persoon schriftelijk op de hoogte van het ingediende bezwaar.

7. De examencommissie beslist binnen tien schooldagen na het indienen van het bezwaar. Je krijgt een brief waarin de uitspraak van de examencommissie staat.

8. Als je het niet eens bent met het besluit van de examencommissie naar aanleiding van het ingediende bezwaar, kun je je nog richten tot de Commissie van Beroep voor de Examens. Je gaat dan in beroep tegen de beslissing van de examencommissie.

Artikel 17 Beroep

1. Het College van Bestuur heeft een Beroepscommissie Examinering benoemd.2. Je kan tegen een beslissing van de examencommissie bij deze

Beroepscommissie in beroep gaan. Dat doe je door een brief te sturen aan de Beroepscommissie Examinering (voor informatie kun je kijken in de Klachtenregeling die op het intranet te vinden is).

3. De termijn voor het indienen van een beroep is tien schooldagen. De termijn gaat in op de eerste dag na het bekendmaken van de maatregel of de beslissing.

4. Na ontvangst handelt de Beroepscommissie volgens het eigen huishoudelijk reglement. Daarin staan de regels en termijnen die gelden voor de afhandeling van een beroep.

5. Alle betrokkenen krijgen een brief met de uitspraak van de Beroepscommissie.

Artikel 18 Geheimhouding

Degenen die betrokken zijn bij de uitvoering van de examinering en daarbij de beschikking krijgen over gegevens waarvan zij het vertrouwelijke karakter kennen of redelijkerwijs moeten vermoeden, en voor wie niet reeds uit hoofde van ambt, beroeps- of wettelijk voorschrift ter zake van die gegevens een geheimhoudingsplicht geldt, zijn verplicht tot geheimhouding daarvan, behoudens voor zover enig wettelijk voorschrift hen tot bekendmaking verplicht of uit hun taak bij de uitvoering van de examinering de noodzaak tot bekendmaking voortvloeit.

Artikel 19 Onvoorziene omstandigheden

Bij omstandigheden waarin in dit reglement niet is voorzien beslist het CvB.

Artikel 20 Wijzigingen en geldigheid van het reglement

De examencommissie is eigenaar van het examenreglement. Zij stelt het reglement op- en elk schooljaar bij. Het examenreglement is één schooljaar geldig.

32



Mediacollege AmsterdamPostadresMediacollege AmsterdamPostbus 670031060 JA AmsterdamAlgemeen telefoonnummer020 - 850 95 00

Studiegids Game artist 2015 - 2016 · 1.5 Leermiddelen De boeken- en materiaallijsten worden voor...

Documents

Transcript of Studiegids Game artist 2015 - 2016 · 1.5 Leermiddelen De boeken- en materiaallijsten worden voor...