Studiedag Historische houtconstructies presentatie 5 lezing Andries Deknopper
-
Upload
onroerend-erfgoed -
Category
Environment
-
view
520 -
download
11
Transcript of Studiedag Historische houtconstructies presentatie 5 lezing Andries Deknopper
Herkennen en inschatten van schade door houtboorders en schimmels
Andries Deknopper
Werking
Monumentenwacht
Herstelproces
Werking Monumentenwacht
Opsporen: visuele analyse ter plaatse
Stap 1: analyse stabiliteit / mechanische schade
Stap 2: analyse of opsporen biologische aantasting (type insecten en schimmels = determinatie)
Stap 3: inschatten van de ernst van schade ≠ diagnose
Stap 4: beoordelen van de noodzaak aan herstel / bestrijden / vervanging (therapie)
Inspecties Monumentenwacht
grotendeels non-destructief en visueel onderzoek
Conditie van ingemetselde balkkoppen, houtwerk
achter de lambrisering, vloerbalken ,… kunnen we
niet opsporen
Interne schade en de omvang ervan is niet zichtbaar
Inschatten van de schade blijft vaak subjectief
Meettoestellen (houtvochtigheidsmeters,
infraroodcamera’s, resistograaf) worden niet
standaard, maar sporadisch gebruikt, vooral bij
nazorg of advies (of bij begeleiding stage)
Stap 2a : Opsporen van insecten
Visueel waarneembare indicatoren:
1. Houtsoort? hulpmiddel om insectensoort te herkennen
2. Onderscheiden van kern- en spinthout: van belang
om therapie te bepalen
3. Uitvliegopeningen: type / ouderdom / scherpte van de
randjes / vervuiling (verf, vernis, boenwas)
4. Boormeel: type / ouderdom of vervuiling
5. Insecten: type / levend - dood
indien dood: ouderdom of vervuiling – vooral ook de
hoeveelheid insecten
Stap 3: Diagnose is moeilijk door de vele parameters /
Determinatie is makkelijker want eerder beperkte variatie
Stap 2b : Opsporen schimmels
Visueel waarneembare indicatoren:
1. Houtsoort? Constructie- of bouwhout is overwegend
eikenhout en in mindere mate naaldhout
2. Schimmels zijn lange tijd visueel onzichtbaar - zodra
ze visueel waarneembaar worden, is het afbraakproces
al begonnen
3. Type houtrot helpt om schimmelweefsel – type zwam te
bepalen
Stap 3: Diagnose van vruchtlichamen is vanzelfsprekend,
maar schimmels zijn in vroeg stadium niet zichtbaar.
Determinatie is vaak moeilijk wegens grotere
verscheidenheid en vergissingen mogelijk.
Beperkingen visuele controle
Interne schade blijft onzichtbaar > waardoor bij nogal wat monumentenwachters en molenwachters de noodzaak groeit om de resistograaf te gebruiken
Visueel waarneembare indicatoren (bij het opsporen van insecten) geven vaak onvoldoende bewijslast om uitsluitsel te geven over actief / niet actief (exacte diagnose blijft uit)
Mijn ervaring leert dat door de beperkingen van de visuele controle je ook geen correcte therapie kan voorstellen
Nood aan betere diagnosetechnieken
Analyse - Oefening
Links: eikenhout + heel weinig boormeel = actief?
Rechts: eikenhout + meer boormeel = actief?
Analyse - Oefening
Links: vloer van biechtstoel waarop plastic bak stond. Hieronder indicatie van schimmelgroei
Rechts detail: wellicht combinatie van oppervlakteschimmel en andere schimmel : in die fase is exacte determinatie nog niet noodzakelijk
Analyse - Oefening
Links: de balk ziet er goed uit, maar de balkkop is onzichtbaar
Rechts: bovenaan verraadt een klein wit vruchtlichaam een zwamaantasting door het wegnemen van het voegwerk wordt de vochtige, balkkop meer zichtbaar
Analyse - Oefening
Links: balkuiteinde met uitvliegopeningen en ook schade aan het houtoppervlak, boorgangen
Rechts: plint meubilair met uitvliegopeningen
Analyse - Oefening
links: zitting van kerkstoel (stond ondersteboven)
uitvliegopeningen + vers boormeel + kevers
rechts: uitvliegopeningen lijken oud en het boormeel kan daar al
hele tijd liggen: geen duidelijke indicatoren
Analyse - Oefening
bij zachthouten voorwerpen zoals portiekaltaren ligt vaak
nogal wat boormeel: kijk dus goed naar de hoeveelheid
vervuiling om de ouderdom ervan te bepalen
‘vermolming’ ziet er vaak ernstig uit, maar de aantasting is
niet altijd actief > vraagt wel structureel herstel
Analyse - Oefening
Vraatgangen gevuld met boormeel: enkel zichtbaar ter plaatse van lacunes > kijk ook onder sokkel beeld
uitvliegopeningen met soms wat boormeel, maar ook toegeschilderde gaatjes
Analyse - Oefening
Links: op een zwarte ondergrond laat boormeel zich makkelijker herkennen – kegelvormige hoopjes wijzen op recente oorsprong
Op een bestoft beeld is vers boormeel ook goed te herkennen.
Analyse spinthoutstroken
Links: duidelijke spinthoutstrook met enkel hierin
uitvliegopeningen – geen boormeel
Rechts: kopse kant kinderbalk – doorsnede van
vraatgangen
Analyse spinthoutstroken
links werden de spinthoutstroken bijgekleurd
spinthoutstroken worden vaak niet opgemerkt en verkeerd
beoordeeld – vaak ten onrechte als actief aangetast
beschouwd
Diagnose insectenaantasting in interieurs
In naar schatting bij 25% van de visuele controles is de
diagnose duidelijk: indicatoren zoals licht gekleurde hoopjes,
verse boormeelhoopjes, boormeel aan de randen van de
uitvliegopeningen, ‘zuivere’ uitvliegopeningen, aanwezigheid
levende insecten, aanwezigheid jagers (predatoren) wijzen op
actieve aantasting
In naar schatting bij 75% van de visuele controles is de
diagnose onzeker: indicatoren zijn niet altijd aanwezig en
leveren zelden een ontegensprekelijk bewijs
> noodzaak aan detectiemethoden of diagnosetechnieken
= monitoring
Detectiemethoden waarom?
In tussentijd van de inspecties toch insecten te kunnen
opsporen
een ontegensprekelijk bewijs te hebben dat er
insectenvraat aanwezig of afwezig is
bij twijfelgevallen het risico op nieuwe schade snel op te
sporen
na een bestrijding de doeltreffendheid ervan te testen
nutteloze bestrijdingen te vermijden en te vervangen
door lokale bestrijdingen of herstellingen
Detectiemethoden
Als aanvulling op de visuele inspectie zijn er nog
de volgende methoden:
1. Detectiepapieren (op hout / op afwerklaag)
2. UV-vallen en lijmborden
3. Plakvallen (met feromonen)
4. Opvullen uitvliegopeningen bv. met boenwas
Methode 1: Detectiepapier
Wordt gekleefd op een zone met uitvliegopeningen
Methode 1: Detectiepapier
A4 of A3 papier, 80 gr. printerpapier, gekleurd papier
papier dat goed de contouren of textuur van het
houtoppervlak volgt: geen glanzend papier of karton
gebruik behangerslijm op stofvrij hout
Detectiepapier
Ook toepasbaar op grote oppervlakken: balkkoppen,
spantbeenvoeten, kepers
Laat zich makkelijk aanbrengen, blijft goed kleven
Komt na oppervlakkig bevochtigen, makkelijk los
Detectiepapier
links bovenaan: bij het zgn. “uitvliegen” wordt meestal
een nieuw gaatje gemaakt in het houtoppervlak
Met papier op het hout worden ook gaatjes in het papier
gemaakt wat een ontegensprekelijk bewijs levert
Detectiepapier op interieurelementen
ook toepasbaar op meubilair (met vernis of boenwas)
hier op eikenhouten koorgestoelte en lambrisering
kan ook op gepolychromeerde portiekaltaren (met
lichter papier en aangepaste lijm)
Methode 2: UV-lichtvallen
Gebruik enkel UV-Lichtvallen met witte of gele lijmborden = karton met aan 1 zijde een lijmlaag
Gebruik geen elektrocutie modellen
Makkelijke identificatie en kwantificatie van insecten
Tip: leg voor of onder de lamp extra lijmborden
Variant: Lijmborden + UV-licht
Dit is de meest doeltreffende versie waarbij lijmborden
horizontaal worden gelegd met erboven een UV-lamp
Zowel vliegende als kruipende insecten komen vast te
zitten
Lijmborden + UV-licht
Abdijkerk van Grimbergen waarop de zolders jaarlijks tot 300 kevers worden gevangen door meerdere UV-lampen +/- 20 tal in totaal
Hier in combinatie met detectiepapier
Lijmborden + UV-licht evaluatie
Voordelen Zeer doeltreffend op donkere zolders
In combinatie met UV-lampen of aan raam is het een zeer effectief detectiemiddel voor houtaantasters
Vangst van volwassen insecten betekent een ingreep in de populatie (hulpmiddel – geen vervangmiddel)
Goedkoop – veelvuldig toe te passen
Nadelen Enkel volwassen kevers worden gevangen (geen larven)
Geen exacte lokalisering van aantasting – wel vermoeden
Ook vele andere insecten worden gevangen – vaak klustervliegen, maar ook jagers
Methode 3: Plakvallen
Zelfde principe als de lijmborden
Plakvallen: meestal kartonnen of plastic doosjes
met aan de binnenzijde een klevende lijmlaag
Best plaatsing bij een lichtbron of raam
Plakvallen met feromonen
Feromonen: geurstoffen die mens en dier uitsturen om
o.a. partners te lokken
Kunnen synthetisch nagebootst worden en via dispenser
op de lijmlaag aangebracht: extra lokmiddel
Voor Anobium – zeer wisselende resultaten
Plakvallen met feromonen - evaluatie
Deze gel werkte zeer goed: zie rechts vangsten
Feromonen zijn overwegend soortspecifiek:
Uitzondering voor de Broodkever (Stegobium
paniceum) en Anobium punctatum die hetzelfde
feromoon gebruiken: Stegobinone
Verwar deze twee neefjes niet!
• Links Anobium: Let op knobbeltje op het borststuk
• Rechts Broodkever (Stegobium) – rechts (geen
houtaantaster) heeft lichtbruine haartjes en dekschilden
zijn korter
Methode 4: Boenwas
Opvullen van uitvliegopeningen met vaste boenwas bv. met behulp van soepele schildersspatel
Gebruik voor beschilderde houten objecten: kleurloze, of zgn. ‘witte’ boenwas
Gebruik voor houten (geverniste) objecten: eventueel een houtkleurige boenwas
Boenwas - evaluatie
Voordelen
- toepasbaar op objecten waarbij detectiepapieren
storend zijn
- doorgaans weinig opvallend
Nadelen
- tweemaal opvullen blijkt vaak noodzakelijk omdat bij het drogen de boenwas krimpt en de opvulling eruit kan vallen
- sla geen gaatjes over, anders lijken die recent te zijn
1. Schade door insecten
Fiche RDMZ: ‘Allemaal Beestjes’ (2000)
Voornaamste houtaantasters
Hoe benoemen we ze?
Anobium punctatum Xestobium rufovillosum Hylotrupes bajulus
© KBIN © KBIN
Anobium punctatum
kever: 2-ledig uitzicht (hoofdje onder borststuk)
rijen met putjes op de dekschilden
uitvliegopening: rond en Ø 1 tot 2 mm
Anobium punctatum
fijn, rijstkorrelvorming boormeel voelt aan als zand
(hier uitgezuiverd van gruis)
loofhout: geel / eikenhout: oranje - bruin
Anobium punctatum
loofhout: beuk: bv. kerkstoelen, lindehout bv. snijwerk,
populierenhout bv. kastwanden
naaldhout: bv. planken vloeren, lijsten van schilderijen
Anobium punctatum
vaak in jong, zetmeelrijk hout gebruikt bij herstellingen
bv. beukenhouten latten
vaak onderaan tegen vochtige muren of de vloer,
Vaak in vochtig kelders
Anobium punctatum
Vaak ook in kratten, manden, beukenhouten planken van schakelaars dienen ook gecontroleerd en vermeld te worden
nood aan integrale benadering bij inspectie om risico te verminderen
Xestobium rufovillosum
Xestobium rufovillosum
Kenmerkende bruine en gele haartjes >
‘bonte’ knaagkever (Ned.)
Hoofdje zit verborgen onder helmachtig borststuk
© wikipedia
Links: donkerbruine vlekjes zijn allemaal dode
kevers / Rechts: een beetje verderop bevindt zich de
aantasting
uitvliegopeningen of gaatjes: rond Ø 2 tot 3,5 mm
Xestobium rufovillosum
Xestobium rufovillosum
Tip: zoek vooral naar insecten. Bij een actieve aantasting heb je al snel een tiental exemplaren
vaak ook in spinrag gewikkelde kevers
Xestobium rufovillosum
Links: detail van de gevangen kevers
Rechts: de dader: trilspin. Spinnen zijn goede indicatoren
van de aanwezigheid van andere insecten waaronder
kevers
Xestobium rufovillosum
Aanvankelijk voorkeur voor het zachtere voorjaarshout, zodat hardere stukken van de jaarringen overblijven –enkel te zien bij kopse kant of dwarse doorsnede
Boormeel: lensvormige bolletjes (hier gezuiverd van gruis)
Xestobium rufovillosum
gevoelige plaatsen: contactzones muren en vloeren, aansluitingen tussen daken, goten,
haast altijd ter plaatse van (oude) lekken
altijd lokale aantastingen ≠ verspreide aantastingen
Xestobium rufovillosum
Vaak in hout dat verzwakt is door schimmel
Schimmel hoeft niet actief of zichtbaar te zijn - Xestobium kan
hierdoor ook kernhout van eikenhout aantasten
bij hoog vochtgehalte ook in naaldhout (zie inzet - rechts)
Vijand van Xestobium
Korynetes caeruleus (hamkever, blauwe rolkever)
duwt als larve ook boormeel naar buiten op zoek naar prooien
verstoorde hoopjes boormeel wijst ook op jagers
© entomart.be
Hylotrupes bajulus (Huisboktor)
© https://www.agric.wa.gov.au/ehb/about-european-house-borer
Hylotrupes bajulus
Enkel in naaldhout, vaak enkel in spinthout
gaatjes: minder in aantal, ovaal met middellijn 6 – 10 mm
vaak scheuren in vezelrichting, de met boormeel gevulde
gangen gaan opzwellen of openscheuren
Hylotrupes bajulus
Boormeel: poeder van korte cilinders – met het blote
oog te merken, licht van kleur,
Rechts: resultaat na vele ‘priemtesten’ – aaneengeklit
en oranje boormeel: oud
Links: larve van de huisboktor: enkel te vinden door het hout open te wrikken (lengte tot 30 mm)
Op inspecties wordt deze zelden gevonden
Rechts: pop van de huisboktor (zeldzame vondst)
Hylotrupes bajulus
Snuitkevers - Curculionidae
© U. Schmidt
Snuitkevers
plinten en keldertrappen zijn kwetsbare onderdelen, wegens zeer hoog vochtgehalte
zowel de kever als de larve eten van het rottend hout, dus ook kevers te vinden in het hout of boormeel
Snuitkevers
graven in de richting van de houtvezel en breken soms door
het oppervlak
de uitvliegopeningen zijn rond of onregelmatig
indien gaatjes: eveneens Ø 1 tot 2 mm
Snuitkevers
links: zowel de uitvliegopeningen als het verpulverde hout
rechts: de graafgangen geven het hout een gelaagd
schadebeeld
boormeel ligt meer verspreid, minder in hoopjes
Lyctus brunneus (spinthoutkever)
Spinthout > Spinthoutkever?
• Spinthout van eikenhout wijst niet op spinthoutkever
• indien beperkt aantal gaatjes en historische schade wijst dit in de richting van Anobium punctatum
• bij Lyctus zou je eerder volledige verpulvering hebben
Lyctus brunneus
Lyctus vooral in zeer jong hout (bv. twijgen van een mand) en spinthout dat rijk aan zetmeel is
vnl. in de zachtere lagen van o.a. multiplexpanelen
gaatjes even groot als van Anobium > verwarring mogelijk
niet in naaldhout - ook niet in kernhout van loofhout
Lyctus brunneus
zeer fijn, talkachtig boormeel (zelfde vergroting als andere foto’s boormeel)
in de zachte lagen van multiplex
tot nog toe enkel in recente multiplexpanelen
gevonden
Top 4
Anobium punctatum
gewone houtwormkever (N)
kleine houtworm
common furniture beetle
Xestobium rufovillosum
bonte knaagkever (N)
grote houtworm
dead-watch beetle
Hylotrupes bajulus
huisboktor (N + VL)
House longhorn beetle
© KBIN © KBIN © KBIN
bv. Pentarthrum huttoni
Snuitkever
2. Schade door schimmels
Hoe groeien schimmels?
steeds zwamdraden of hyfen: enkel
microscopisch te zien
Hyfen scheiden enzymen af die het
hout kunnen afbreken en opnieuw
opnemen om met behulp van water
verder te groeien
Kunnen makkelijk groeien in de
lengterichting van het hout
Tekening uit publicatie van de Nationale Plantentuin / Meise
Hoe groeien schimmels?
talrijke hyfen > structuur = schimmelweefsel of mycelium
(zwamvlok) > strengen
Als de vochttoevoer stopt of het substraat is uitgeput zal
er een vruchtlichaam (‘paddenstoel’ of zwam) ontstaan:
wijst enigszins op een beperking in de groei
hierop of hierin worden microscopische sporen gevormd.
Deze zijn heel talrijk en verplaatsen zich makkelijk door
de lucht
Sporen kunnen enkel ontkiemen als ze o.a. een gunstig
substraat, voldoende vocht, zuurstof, gunstige
temperatuur vinden
Waarop groeien schimmels?
schimmels leven hoofdzakelijk van (dood)
organisch materiaal: hout, papier, plantaardig
en dierlijk textiel, leder
Ook in huisstof komen oppervlakteschimmels
Geen ontwikkeling op droog hout - altijd op nat
hout (van belang bij preventie en bestrijding)
Fiche RDMZ ‘Zwammen in de ruimte’ (2000)
Overzicht Schimmels
1 Schadelijke schimmels
1.1 Bruinrot = afbraak van cellulosen > Kubisch rot
1.1.1. Huiszwam: Serpula Lacrymans AV = 20-30%
1.1.2. Kelderzwam: Coniophora puteana AV = 30-60%
1.1.3 Poriënzwammen: o.a. Antrodia vaillantii
1.1.4. Plaatjeshoutzwam: Gloeophyllum sp.
1.2. Witrot = afbraak van cellulosen + lignine > Vezelig rot + wit
1.2.1. Bruine eikenzwam: Donkioporia expansa
2 Minder schadelijke schimmels
2.1. Oppervlakteschimmels: Penicillium, Aspergillus, Cladosporium
2.2. Inktzwammen: Coprinus sp.
2.3. Bekerzwammen: Peziza sp.
Determinatie van zwammen?
Voor een groot deel van de schadelijke zwammen
(Kelderzwam, Poriënzwam, Bruine eikenzwam,..) is
de therapie of sanering gelijklopend
Voor de huiszwam vraagt de sanering om een
complexere aanpak
Daarom is het belangrijk om vooral de huiszwam te
onderscheiden van de overige zwammen of
schimmels
Huiszwam kan ook gezond hout aantastten en is
daarom vaak destructiever dan de andere
zwammen
1. Schadelijke schimmels
Houtrotters /
Structurele schade
Bruinrot / Witrot?
witrot: bleek, vervormt minder, hout kan verpulverd worden
tussen de vingers
bruinrot: donker, vervormt sterk, opvallende scheuren:
evenwijdig en dwars op de vezelrichting
benamingen Nederland en Vlaanderen gelijkaardig
1.1 Bruinrot
typisch motief van bruinrot: valt uiteen in blokjes door de afbraak van cellulose (zie ook demo) vandaar ook ‘kubisch rot’
Planken, plinten, deuromlijstingen = hout met beperkte sectie gaat makkelijk vervormen, scheuren
lijkt op hout dat verbrand is
1.1.1 Huiszwam (Serpula lacrymans)
tast zowel naaldhout als loofhout aan
eerst dun, doorzichtig mycelium, soms met
waterdruppels
kan ook verder groeien op niet-organisch materiaal
1.1.1 Huiszwam: mycelium
mycelium groeit verder aan tot viltachtig, meterslang deken
eerst wit, nadien ook gele vlekken
Hier over gestampte aarde (mineraal) dus hoeft geen organisch materiaal te zijn, de zwam zoekt verder naar vocht
Kan ook gezond hout aantasten
1.1.1 Huiszwam: mycelium
na verloop van tijd – grote gele en bruine vlekken
de witte rand blijft ook in het vruchtlichaam
1.1.1 Huiszwam: vruchtlichaam
Oranje tot roestbruin
Zowel op hout als in pleisterwerk, baksteen
ook door de gemene muur
1.1.1 Huiszwam: vruchtlichaam
vruchtlichaam heeft meestal plaatvorm, soms ook consolevormig
kenmerkende roestbruine kleur met witte rand
nadat de sporen het vruchtlichaam verlaten hebben zal deze
zwart verkleuren
1.1.1 Huiszwam: vruchtlichaam
Die kleur wordt gevormd door:
Kiemvlies: netwerk van fijne plooien + witte rand
Sporen: zie hierna
1.1.1 Huiszwam : vruchtlichaam
Sporen zijn zeer klein (lengte 0,01 mm), zeer licht
miljarden sporen per vruchtlichaam: zichtbaar als roestbruine stoflaag die doorheen heel de ruimte of pand kan liggen
Rechts: zichtbaar op de spinnenwebben en de buis
1.1.2 Kelderzwam (Coniophora puteana)
schimmelweefsel: wordt meestal niet gevormd
strengen: fijn, eerst okerkleurig tot bruinzwart,
waaiervormig
1.1.2 Kelderzwam
Strengen: makkelijker te herkennen wegens
donkerbruine tot zwarte kleur
tast vooral naaldhout, maar ook loofhout aan
Kelderzwam: vruchtlichaam
Foto’s gezocht op internet: nog niet gevonden
plaat: olijfgroen of bruin met een witte rand waardoor opnieuw verwarring met huiszwam mogelijk is
rommelig oppervlak zonder poriën
1.1.3 Poriënzwam (Poria sp.)
steeds wit mycelium, doorschijnend – blijft wit na
veroudering
strengen: helder tot gebroken wit
1.1.3 Poriënzwam: vruchtlichaam
vruchtlichaam: wit tot roomkleurige kleur
plaatvormig, poriën met Ø 1 mm zijn goed zichtbaar –zeker na breuk van vruchtlichaam
kan ook op muren groeien, maar eerder beperkt >niet zo intensief als huiszwam
1.1.4 Plaatjeszwam (Gloeophyllum sp.)
geen weefsel op het hout (wel in het hout) – ook geen strengen
doorgaans enkel op naaldhout – ‘Fensterholzpilz’ (D)
geelbruine vruchtlichamen in de scheuren van het hout : zeer lokaal
duidelijke lamellen of poriën zichtbaar in vruchtlichaam
1.1.4 Oefening: Plaatjeszwam?
links meer inktzwam? > kijken naar type houtrot
rechts bruine eikenzwam? > witrot
links is fungicide misschien nog mogelijk omdat
inktzwam geen houtrotter is / rechts herstel nodig
1.2 Witrot
Hout valt uiteen in vezels, touwachtige structuur, lange
stukken door afbraak van de cellulose en lignine
ook veel gewichtsverlies, verlies in sterkte gaat iets
trager dan bij bruinrot
1.2 Witrot
Witrot of vezelig rot
vaak in hardhout (eik)
Bruine eikenzwam is een witrotter
1.2.1 Bruine eikenzwam (Donkioporia
expansa)
meer info en afbeelding van mycelium op
http://www.holzfragen.de/seiten/donkioporia_expansa.html
www.holzfragen.de (Tobias Huckfeldt)
geen strengen
komt vaak voor in combinatie met Xestobium: afbraakwerk
van o.a. het kernhout zodat dit verteerbaar wordt
1.2.1 Bruine eikenzwam (Donkioporia expansa)
tast enkel loofhout aan (benaming toepasselijk)
doorgaans enkel op hout, niet op bv. muren
vaak dikke, taaie hout- of lederachtige plaat of console:
bleekgeel tot bruin, grootte +/- 15 cm en 2 tot 3 cm dik
1.2.1 Bruine eikenzwam
Na uitdroging grijsbruin (zie demo): met vervuiling
wordt onderscheid moeilijker > type houtrot
Nadien kunnen barsten ontstaan: lijkt op bruinrot
maar let op: bruine eikenzwam is witrotter!
1.2.1 Bruine eikenzwam
Ook vaak dunne, harde vruchtlichamen van enkele
millimeters dikte
Rechts combinatie witrot en Xestobium, dus
vermoedelijk bruine eikenzwam > sowieso herstel
nodig.
2. Minder schadelijke schimmels
Geen houtrottersMinder structurele schade – maar
vaak in combinatie met houtrotters
2.1 Oppervlakteschimmels
Meest voorkomende schimmel is de zgn. oppervlakteschimmel– meestal geen ernstige of structurele schade aan het substraat
Soorten Penicillium sp. , Aspergillus sp. , Cladosporium
2.1 Oppervlakteschimmels
Overwegend witte vlekjes, katoenachtige pluisjes
Soms bedekken ze het hele oppervlakte
Hout in vochtige of slecht geventileerde omgevingschimmelgroeigrens +/- 70% RV
2.1 Oppervlakteschimmels
Schimmels kunnen ook verkleuringen veroorzaken doordat
ze tijdens hun groei zure uitscheidingsproducten en
kleurstoffen op en in het materiaal achterlaten.
2.2 Inktzwammen (Coprinus sp.)
Dun geelbruin, rossig schimmelweefsel
Strengen: van geel tot roestbruin, maar overwegend
oranjekleurig
2.2 Inktzwammen: mycelium
soms in houtscheuren, kenmerkende oranje kleur
borstelige structuur
Let op! Verwarring met huiszwam mogelijk (wegens
roestbruine kleur)
2.2 Inktzwammen: vruchtlichaam
vruchtlichaam: ‘hoedjes op steeltjes’
eens uitgedroogd verschrompelen de vruchtlichamen
tot donkere resten, zwarte sporen, soms zwarte
vloeistof (‘inkt’)
2.3 Bekerzwammen (Peziza sp.)
bleekbruine, vleeskleurige schotel- of komvormig
vruchtlichamen zgn. ‘varkensoren’ , plastisch in verse
toestand - geen steel, Ø tot 12 cm
Op zich niet schadelijk, maar vaak in combinatie met
schadelijke houtrotters
Vaak op pleisterwerk en muren
Nuttige literatuur
Vragen?