Srimad Bhagavad Gita_NL[Rev]JND
1067
-
Upload
bhaktiholland -
Category
Documents
-
view
242 -
download
0
Transcript of Srimad Bhagavad Gita_NL[Rev]JND
http://slidepdf.com/reader/full/srimad-bhagavad-gitanlrevjnd
1/1064
http://slidepdf.com/reader/full/srimad-bhagavad-gitanlrevjnd 2/1064
Voorwoord
Allereerst bied ik mijn gebeden aan tot ĂrĂ© Guru, de Vaiñëava âs en BhagavĂ€n. Smekend
om hun genadevolle zegeningen, leg ik deze gunstige invocatie tot deze huidige editie van
ĂrĂ©mad Bhagavad-gĂ©tĂ€ voor. Onze enige raadgever en beschutting in deze poging zijn de
oorzaakloze genade en gunstige zegeningen van onze GauĂČĂ©ya guru-varga, behorend tot de
ĂrĂ© RĂŒpĂ€nuga-SĂ€rasvata lijn.
Door de gunstige verlangens en zegeningen van mijn ĂrĂ© GurupĂ€da-padma, nitya-lĂ©lĂ€ praviñöa oĂ viñëupĂ€da añöottara-çata ĂrĂ© ĂrĂ©mad Bhakti PrajĂŻĂ€na Keçava GosvĂ€mĂ© MahĂ€rĂ€ja,
publiceerde ĂrĂ© GauĂČĂ©ya VedĂ€nta Samiti zijn eerste editie van ĂrĂ©mad Bhagavad-gĂ©tĂ€ op de
9de HÄçikesa, ĂrĂ© Gaurabda 491, hetgeen overeenkomt met de westerse datum van 6
september 1977. Dit werk bevatte het GĂ©tĂ€-bhĂŒĂ±ana commentaar van vedĂ€ntĂ€cĂ€rya-bhaskĂ€ra (de verlichtende zon onder de vedĂ€nta Ă€cĂ€ryĂ€âs), ĂrĂ© ĂrĂ©la Baladeva VidyĂ€bhĂŒĂ±ana-pĂ€da,
evenals het commentaar van nitya-lĂ©lĂ€ praviñöa oĂ viñëupĂ€da ĂrĂ© ĂrĂ©la Bhaktivinoda
ĂhĂ€kura, getiteld Vidvat-raĂŻjana. Na deze publicatie bracht de ĂrĂ© GauĂČĂ©ya VedĂ€nta Samiti
op 3 oktober 1990 een beknopte pocket editie uit van ĂrĂ©mad Bhagavad-gĂ©tĂ€, die bestond uit
de Sanskriet çlokaâs en Bengali vertaling.
Er zijn onder het redacteurschap van jagad-gurunitya-lĂ©lĂ€ praviñöa oĂ viñëupĂ€da añöottara-çata ĂrĂ© ĂrĂ©mad BhaktisiddhĂ€nta SarasvatĂ© GosvĂ€mĂ© PrabhupĂ€da al vele edities van
de Bhagavad-gétÀ gepubliceerd inclusief de twee bovengenoemde commentaren, alsmede de
vertaling en uiteenzetting van zijn essentie. Vervolgens zijn er onder het barmhartige leiderschap van ĂrĂ©la SarasvatĂ© ĂhĂ€kura door verschillende maöhaâs, tempels en
zendingposten, verschillende edities van deze çÀstra gepubliceerd in de Bengaalse taal. De
Tejapura sector van Assam publiceerde een editie van de GétÀ in de Assamese taal, en er
zijn ook een aantal Engelse edities gepubliceerd vanuit Calcutta en Tamil Nadu. Tot nu toe
bestond er echter nog geen Hindi editie van ĂrĂ©mad Bhagavad-gĂ©tĂ€ met de commentaren
van ĂrĂ©la CakravartĂ© ĂhĂ€kura of ĂrĂ©la Baladeva VidyĂ€bhĂŒĂ±ana-pĂ€da.
De verschillende Hindi sprekende gebieden van India, en in feite van de hele wereld,
snakten naar een editie van deze juweelachtige çÀstra met de originele çlokaâs en een Hindi
vertaling. Om aan deze behoefte te voldoen heeft mijn Godbroeder pĂŒjyapĂ€da ĂrĂ©la
BhaktivedĂ€nta NĂ€rĂ€yÀëa MahĂ€rĂ€ja, die de vice-president en algemene redacteur van ĂrĂ©
GauĂČĂ©ya VedĂ€nta Samiti is, deze koninklijke editie van Bhagavad-gĂ©tĂ€ klaargemaakt voor
publicatie. Het bevat de originele Sanskriet çlokaâs, anvaya (woord voor woord) vertalingen,
de SĂ€rĂ€tha-varñiĂ«Ă© öékĂ€ door ĂrĂ© GauĂČĂ©ya Vaiñëava Ă€cĂ€rya mahĂ€-mahopadhyĂ€ya, ĂrĂ© ĂrĂ©la
ViçvanĂ€tha CakravartĂ© ĂhĂ€kura, en de ongecompliceerde, ongekunstelde en
8/21/2019 Srimad Bhagavad Gita_NL[Rev]JND
http://slidepdf.com/reader/full/srimad-bhagavad-gitanlrevjnd 3/1064
altijd dankbaar en verschuldigd zijn voor deze dienst. Intellectuelen en achtenswaardige
lezers die Hindi kennen, zullen ongetwijfeld grote gelukzaligheid en ultiem voordeel
onttrekken door aanhoudende studie van deze huidige editie.
Jagad-guru oĂ viñëupĂ€da ĂrĂ©la Bhaktivinoda ĂhĂ€kura schreef aan het eind van zijn inleiding genaamd avataraĂ«ikĂ€, in zijn originele versie van deze çÀstra: âJammer genoeg
bestaan de meeste commentaren en Bengali vertalingen van ĂrĂ©mad Bhagavad-gĂ©tĂ€ die tot
op heden zijn uitgebracht, uit die van voorstanders van ononderscheiden monisme
(brahmavĂ€dĂ©âs).â Het is een zeldzaamheid om een commentaar of vertaling te vinden die in
overeenstemming is met bhagavad-bhakti. ĂÀÏkara-bhÀñya en Ănandagiri-öékĂ€ zijn vervuld
van ononderscheiden monisme of abheda-brahmavĂ€da. ĂrĂ© MadhusĂŒdana SarasvatĂ©pĂ€daâs
commentaar bevat een paar verklaringen die het proces van bhakti voeden, maar wanneer
we diens essentie en prominente instructies in overweging nemen, zien we dat ook dit
commentaar probeert ononderscheiden monisme, brahmavĂ€da of mukti vast te stellen. Hoewel niet volledig begiftigd met monisme, heeft ĂrĂ©la ĂrĂ©dhara SvĂ€mĂ©âs commentaar nog
steeds een vleugje van sÀmpradÀyika çuddhÀdvaitavÀda (zuiver non-dualisme) in zich.
âĂrĂ©la RĂ€mĂ€nujĂ€cĂ€ryaâs commentaar is volledig in overeenstemming met het proces van
bhakti. We hebben echter in ons land geen commentaar op de GĂ©tĂ€ dat gebaseerd is op ĂrĂ©
Caitanya MahĂ€prabhuâs filosofie van acintya-bhedĂ€bheda. Derhalve is de Ă€nanda van rasika bhaktaâs, die de ultieme zuivere bhakti-rasa proeven, niet gestimuleerd. Om deze reden, om
de çuddha-bhaktaâs aan te zetten tot het proeven van bhakti-rasa en om voordeel te
schenken aan de gelovige mensen in het algemeen, ondernam ik grote moeite om hetcommentaar geschreven door mahĂ€-maho-padhyĂ€ya ĂrĂ©la ViçvanĂ€tha CakravartĂ© MahÀçaya,
die het kroonjuweel onder de bhaktaâs en een loyale volgeling van ĂrĂ© GaurÀëga
MahĂ€prabhu is, te verzamelen. Ik heb toen ĂrĂ©mad Bhagavad-gĂ©tĂ€ gepubliceerd met zijn
Sanskriet commentaar, alsmede de Bengali vertaling getiteld Rasika RaĂŻjana, die ermee in
lijn is. De GĂ©tĂ€-bhÀñya van ĂrĂ©la Baladeva VidyĂ€bhĂŒĂ±ana Prabhu is uiteraard ook in
overeenkomst met de leerstellingen van ĂrĂ©man MahĂ€prabhu, maar bestaat voornamelijk
uit filosofische gedachten, daar waar ĂrĂ©la CakravartĂ© MahÀçaya âs öékĂ€ volkomen is in de
aspecten van zowel filosofische gedachten als préti-rasa (het gemoed en de smaak van
liefde). âWe hebben alleen het commentaar van ĂrĂ©la CakravartĂ© ĂhĂ€kura gepubliceerd,
aangezien zijn opvattingen eenvoudig te bevatten zijn en zijn gebruik van Sanskriet
onverbloemd en duidelijk is. Algemene lezers kunnen het daarom gemakkelijk begrijpen.â
Jagad-guru, ĂrĂ©la SarasvatĂ© GosvĂ€mĂ© PrabhupĂ€da heeft ook gezegd, âEr zijn talrijke
uiteenzettingen, commentaren en vertalingen van deze Gété-çÀstra in vele talen. Hoewel de
8/21/2019 Srimad Bhagavad Gita_NL[Rev]JND
http://slidepdf.com/reader/full/srimad-bhagavad-gitanlrevjnd 4/1064
GĂ©tĂ€ erg populair is onder de massa, heeft ĂrĂ©la ViçvanĂ€tha CakravartĂ© ĂhĂ€kura een öékĂ€
getiteld SĂ€rĂ€tha-varñiĂ«Ă© geschreven voor de GauĂČĂ©ya rasika-bhaktaâs, welke in
overeenstemming is met de opvattingen van de ĂrĂ© GauĂČĂ©ya Vaiñëavaâs. ĂrĂ©la ViçvanĂ€tha
CakravartĂ© ĂhĂ€kura is de vierde telg uit de çiñya-paramparĂ€ van ĂrĂ©la Narottama ĂhĂ€kura.
Hij is een Ă€cĂ€rya en de bewaarder van GauĂČĂ©ya Vaiñëava dharma, en hij leefde en schreef in de middeleeuwse periode van zijn historische ontwikkeling. De volgende çloka over hem is
erg beroemd:
viçvasya nĂ€tharĂŒpo âsau bhakti vartma pradarçanĂ€t bhakta-cakre vartitatvĂ€t cakravarty Ă€khyayĂ€ bhavat
âHij is bekend onder de naam ViçvanĂ€tha, de heer van het universum, omdat hij
het pad van bhakti aanduidt, en hij wordt Cakravarté (hij rondom wie een kring of
gezelschap draait) genoemd, omdat hij altijd in het gezelschap (cakra) van çuddha- bhaktaâs verblijft.â
âIedere GauĂČĂ©ya Vaiñëava weet zeker wel iets over ĂrĂ©la CakravartĂ© ĂhĂ€kura. Degenen
die zich voortdurend verdiepen in het bestuderen van het ĂrĂ©mad-BhĂ€gavatam, die GĂ©tĂ€- çÀstra bespreken, en die de GauĂČĂ©ya çÀstraâs bestuderen, onderwijzen en overdenken,
moeten zich tot op zekere hoogte bewust zijn van zijn bovenaardse composities.â
GauĂČĂ©ya Vaiñëava Ă€cĂ€ryaâs zoals ĂrĂ©la ViçvanĂ€tha CakravartĂ© ĂhĂ€kura, die omvangrijke
Sanskriet çÀstraâs met commentaar heeft geschreven, verschijnen slechts zeer zelden in dezewereld. Behalve het schrijven van zulke uitgebreide Sanskriet literatuur, hield hij zich ook
bezig met maatschappelijk werk ten bate van de GauĂČĂ©ya Vaiñëava genootschap, en dit
omvatte ook het in stand houden van de heiligheid van de sampradÀya. Deze twee bijdrages
werden bepaald middels predikwerk, en bevonden zich beiden in het domein van kértaëa.
In Sakabda 1628 (circa 1707 A.D.), toen ĂrĂ©la ViçvanĂ€tha CakravartĂ© ĂhĂ€kura erg oud
was geworden, stuurde hij zijn student, GauĂČĂ©ya Vaiñëava VedĂ€nta Ă€cĂ€rya mahĂ€-maho- padhyĂ€ya (het kroonjuweel onder de geleerden) ĂrĂ©pĂ€da Baladeva VidyĂ€-bhĂŒĂ±aĂ«a samen
met ĂrĂ© KÄñëa-deva, die ĂrĂ©la ViçvanĂ€tha CakravartĂ© ĂhĂ€kuraâs eigen discipel was, naar de
vergadering van de koning van Jaipura. In die tijd had zich een grote rampspoed over de ĂrĂ© GauĂČĂ©ya Vaiñëava sampradĂ€ya voltrokken. De kaste-vaiñëavaâs hadden hun sĂ€mpradĂ€yika
identiteit (een specifieke manier van denken en handelen) verwaarloosdâof hadden deze
vergetenâen toonden zich oneerbiedig tegenover Vaiñëava vedĂ€nta. Daardoor werden de
geldigheid van de GauĂČĂ©ya Vaiñëava siddhĂ€nta en de identiteit van de sampradĂ€ya op de
proef gesteld en in twijfel getrokken. Om deze rampspoed te neutraliseren, schreef ĂrĂ©pĂ€da
8/21/2019 Srimad Bhagavad Gita_NL[Rev]JND
http://slidepdf.com/reader/full/srimad-bhagavad-gitanlrevjnd 5/1064
Baladeva VidyĂ€bhĂŒĂ±aĂ«a een onafhankelijk en afzonderlijk commentaar genaamd Brahma- sĂŒtra-bhÀñya, welke in overeenstemming is met de opvattingen van de ĂrĂ© GauĂČĂ©ya Vaiñëava
sampradĂ€ya. Op deze manier bewees hij de ĂrĂ© GauĂČĂ©ya Vaiñëava sampradĂ€ya een uitermate
voortreffelijke dienst, en hij verwierf met zijn grote en belangrijke prestatie de hartelijke
zegeningen en goedkeuring van ĂrĂ©la CakravartĂ© ĂhĂ€kura. Dit incident is een schitterend voorbeeld van ĂrĂ©la CakravartĂ© ĂhĂ€kuraâs tweede grote dienst aan de GauĂČĂ©ya Vaiñëava
sampradÀya, namelijk het prediken van Vaiñëava dharma. Het is vooral opmerkelijk dat,
hoewel ĂrĂ©la Baladeva niet in een dynastie van brĂ€hmaĂ«aâs was verschenen, ĂrĂ©la
CakravartĂ© ĂhĂ€kura zijn goedkeuring gaf aan de hervormingen die hij maakte in de
conclusies van de sampradĂ€ya, en hem zodoende tot Vaiñëava ĂcĂ€rya verklaarde. Dit is een
belangrijk en verhelderend punt in GauĂČĂ©ya Vaiñëava siddhĂ€nta.
ĂrĂ©mad Bhagavad-gĂ©tĂ€ çÀstra bestaat uit achttien opeenvolgende hoofdstukken, die als
hoofdstukken vijfentwintig tot tweeΩnveertig van de Bhéñma-parva van MahÀbhÀrata
verschijnen. BhagavĂ€n ĂrĂ© KÄñëa Zelf is de spreker, en Zijn vriend Arjuna is de luisteraar. Voordat we ĂrĂ© GĂ©tĂ€ lezen is het van groot belang de wederzijdse verhouding tussen Arjuna
en BhagavÀn te begrijpen, en ook om te begrijpen wat voor soort jïÀna of houding Arjuna
had ten opzichte van BhagavĂ€n. ĂrĂ©mad Bhagavad-gĂ©tĂ€ is geen denkbeeldige çÀstra, en
daarom bestaat er geen noodzaak om het middels wereldse bespiegelingen uit te leggen of te
interpreteren. Sommige mensen zeggen bijvoorbeeld dat we SaĂŻjaya als een metafoor voor
goddelijk inzicht moeten zien, en dat de blinde koning DhÄtarÀñöra de blinde geest
vertegenwoordigt; dit is louter giswerk en fantasie. Het is natuurlijk en mogelijk om een
zelfbeheerste geest te hebben wanneer men goddelijk inzicht heeft, niet andersom. Zoângeest kan zijn materiΩle zintuigen onder controle houden. De strekking van GĂ©tĂ€ zoals
begrepen door Arjuna, SaĂŻjaya, DhĂ„tarÀñtra, Janamejaya, Ăaunaka en andere Äñiâs kan
onmogelijk slechts een metaforische uitdrukking zijn.
Het wordt over het algemeen aanvaard dat het woord GétÀ enkel refereert aan die
ĂrĂ©mad Bhagavad-gĂ©tĂ€ die ĂrĂ© KÄñëa aan Zijn vriend Arjuna onderwees. Tegenwoordig
vinden we in boekenwinkels boeken met titels zoals GĂ©tĂ€-samanvaya of GĂ©tĂ€-granthĂ€valĂ©. Deze boeken worden populairder gemaakt door de claim dat ze grote çÀstraâs zijn die de ware
essentie van alle çÀstra kennis bevatten. Echter, ĂrĂ©mad Bhagavad-gĂ©tĂ€, welke voortvloeide
uit de lotusmond van ĂrĂ© BhagavĂ€n Zelf, is soeverein en eeuwig, en gaat getooid met onovertroffen aanhangsels zoals sarva-jĂŻĂ€na-prayojikĂ€ (datgene wat het doel van alle kennis
vervuld), sarva-çÀstra-sĂ€rabhĂŒtaĂč (het wezenvan alle çÀstraâs), en tattvĂ€rtha-jĂŻĂ€na-maĂŻjarĂ© (de bloeiende knop van kennis van de betekenissen van de absolute tattva). Waarom zou
iemand weigeren dit te aanvaarden?
8/21/2019 Srimad Bhagavad Gita_NL[Rev]JND
http://slidepdf.com/reader/full/srimad-bhagavad-gitanlrevjnd 6/1064
Er bestaan vele groepen van bespiegelaars die hun onafhankelijke schaamteloosheid
vertonen door te zeggen, âAlles is hetzelfde; het is allemaal ÏÏn.â Zo prediken de nirviçeña- vĂ€dĂ©âs bijvoorbeeld ononderscheiden monisme; sluiten de cit-jada-samanvaya-vĂ€dĂ©âs een
irrationeel compromis door te proberen harmonie te scheppen tussen cit en jada (geest en
materie); aanvaarden de bahu-éçvara-vĂ€dĂ©âs vele éçvaraâs; en beschouwen de jĂ©va-brahma- ekavĂ€dĂ©âs jĂ©va en brahma als ÏÏn. Deze en andere scholen hanteren over het algemeen
termen zoals samanvaya (harmonie), in een poging overeenkomsten te vinden tussen cit en
acit, in plaats van hun vaiçiñöya (unieke kenmerken) aan te tonen. Deze zogenaamde
grootmoedige moralisten brengen voortdurend speculatieve en bezoedelende commentaren
uit op de GĂ©tĂ€, BhĂ€gavata en andere çÀstraâs. Op deze manier zijn ze vlijtig bezig tevergeefs te
trachten hun wijsheid en activiteiten tentoon te stellen, welke ze voordoen als zijnde zeer
bewonderenswaardig en vrijgevig.
ge¥nterpreteerd. Werkelijke, onvervalste samanvaya kan alleen in BhagavÀn worden waargenomen, en men kan geen speculatieve of denkbeeldige verzinsels gelijkstellen aan
deze ware samanvaya. Moderne boekenwinkels en bibliotheken bevatten vele voorbeelden
van samanvaya-bhÀñya (irrationele, bezoedelende commentaren) op de GétÀ, maar hun
zogenaamde samanvaya is vals. Als we alleen de eenheid van Parameçvara, de Allerhoogste
Bestuurder, en deze wereld aanvaarden, kunnen we geen staat van samanvaya tussen deze
twee vaststellen, noch kunnen enige anvaya (directe verbinding) tussen ze maken. We zien
dat deze ziekte van samanvaya-vÀda tegenwoordig dominant is onder de mensen van de
zogenaamde geschoolde samenleving. Het is daarom noodzakelijk om de infectie van zulkemisvattingen tegen te gaan en te weerleggen.
We dienen te trachten jĂŻĂ€na te bereiken door standvastige navraag, terwijl men
vertrouwen handhaaft in de onfeilbare geldigheid van de çÀstraâs. Echter, degenen die trots
zijn op hun westers georiΩnteerde opleiding, plegen liever onderzoeken door zichzelf op te
laten gaan in de denkwijze van verschillende soorten wereldse logica. Zulke wereldse
historici en onderzoekers (wetenschappers) zijn volledig atheÂĄstisch. Zij trachten de
methodes van werelds onderzoek toe te passen om het tijdstip waarop de çÀstraâs zijn
geschreven vast te stellen. Zulke vruchteloze inspanningen kunnen schijnbare
onverenigbaarheden aan het licht brengen, maar kunnen deze niet in overeenstemming brengen. Uiteindelijk leidt dit wereldse onderzoek naar de çÀstraâs er toe dat de
onderzoekers de eigenlijke Absolute Realiteit die de çÀstraâs vaststellen verwerpen. ĂrĂ©mad Bhagavad-gĂ©tĂ€ is een specifiek onderdeel van MahĂ€bhĂ€rata, maar wereldse onderzoekers
beweren zelfs dat het op een later tijdstip is toegevoegd. De glories van onze sanĂ€tana Ă€rya Äñiâs worden door dit soort onderzoek niet geprezen en ontplooid. Integendeel, diens invloed
8/21/2019 Srimad Bhagavad Gita_NL[Rev]JND
http://slidepdf.com/reader/full/srimad-bhagavad-gitanlrevjnd 7/1064
zorgt ervoor dat de onderzoekers extreme veronachtzaming en ongehoorzaamheid tot ze
vertonen. Dit is geen zoektocht naar onsterfelijke nectar, maar het braken van gif.
Vandaag de dag gebruiken de opgeleide mensen vaak de term sÀmpradÀyika in de
betekenis van het woord âsektarischâ, en deze opvatting beÂĄnvloedt hun gedachtegoed ook.
Ze willen zo laten zien dat ze erg ruimdenkend zijn, maar ze vergeten dat viçuddha- sampradÀya (het zuivere pad dat naar de Allerhoogste Absolute Waarheid leidt) de ware
opperste glorie is van sanÀtana Àrya-dharma, de eeuwige religie van de Arische beschaving
van geavanceerde spirituele cultuur. Een sampradÀya betekent eigenlijk çré guru-paramparÀ,
een bonafide erfopvolging van guruâs waardoor spirituele instructies in de wetenschap van
de Absolute Waarheid via de gehoorgang worden ontvangen. Sat-sampradÀya betekent dat
systeem dat de Allerhoogste Absolute Waarheid volledig en totaal verleent. Deze
sÀmpradÀyikÀ lijn, of dhÀrÀ, heeft sinds onheuglijke tijden binnenin de Indiase the¥stische
samenleving bestaan en gestroomd.
Mensen die zijn beÂĄnvloed door de oneigen doctrine van atheÂĄstisch communisme proberen de wetenschappelijk gegronde sampradĂ€ya-praĂ«Ă€li (systeem), welke onze Ă€rya-Äñiâs
ingesteld hebben, te vernietigen. De grondoorzaak van al deze problemen is de verkeerde
opvatting van het woord âsektarischâ, die vanuit het Westen is geÂĄntroduceerd.
Tegenwoordig tarten mensen de sat-sampradÀya door de beperkte opvattingen van vele
denkbeeldige en verzonnen sampradĂ€yaâs (sektes) naar voren te brengen. Ze kunnen de
Allerhoogste Absolute Waarheid niet op de juiste manier onderzoeken, dus gaan ze Hem
compromitteren, en zwichten ze voor de nukken van de wankele geest. Deze gedragslijn van
âruimdenkendheidâ of âopinie van de massaâ is een populaire rage vandaag de dag. Degenendie deze houding van opportunisme ontwikkelen zullen onvermijdelijk nirviçeña-vĂ€dĂ©âs
worden, en het oninteressante aspect van brahma aanbidden. Zulke dwaze pogingen om
para-tattva BhagavÀn als nirviçeña ofwel verstoken van variëteit te benoemen, worden
tegenwoordig als apasĂ€mpradĂ€yika of âniet-sektarischâ bestempeld.
De heersende trend is om çÀstraâs zoals Bhagavad-gĂ©tĂ€ op deze apasĂ€mpradĂ€yika (âniet-
sektarischeâ) wijze te interpreteren. Op grond van deze valse apasĂ€mpradĂ€yika ideologie,
geeft de moderne samenleving zijn goedkeuring aan ongebreidelde handelingen die niet
door de vingers worden gezien door çÀstra, en slechts worden uitgevoerd voor diens grillig
genot. Dit is zeer betreurenswaardig. De sanĂ€tana-Äñiâs en nitya-siddha mahĂ€- puruñaâs kennen verleden, heden en toekomst, en hebben hun inzicht en realisatie van de
Allerhoogste Absolute Waarheid, de param satyam, geperfectioneerd. Moderne
bespiegelaars minimaliseren en verwerpen de sluitende verklaringen van zulke grote zielen,
doordat ze hen als besmet zien met het euvel van het zijn van sĂ€mpradĂ€yika, of âsektarischâ.
Deze misleide commentatoren geven de voorkeur aan de door politici, sociale leiders,
8/21/2019 Srimad Bhagavad Gita_NL[Rev]JND
http://slidepdf.com/reader/full/srimad-bhagavad-gitanlrevjnd 8/1064
karmĂ©âs, jĂŻĂ€nĂ©âs en yogĂ©âs gegeven verklaringen van çÀstra, simpelweg omdat ze
apasĂ€mpradĂ€yika, of âniet-sektarischâ zijn, en voor geen betere reden. Het dient begrepen te
worden dat hun intelligentie simpelweg in beslag is genomen door impersonalisme en diep is
ondergedompeld in materialisme.
Als we de filosofie van ĂrĂ©mad Bhagavad-gĂ©tĂ€ op de juiste wijze willen begrijpen, en zijn eigenlijke gevolgtrekking wil kennen, dienen we onze voorgaande Ă€cĂ€ryaâs te volgen en de
beschutting van hun instructies te aanvaarden. Dan, en alleen dan, zullen zijn meest
innerlijke intenties aan ons geopenbaard worden, en door ons omarmd worden. Elke çÀstra
is simpel en eenvoudig te begrijpen wanneer de auteur er zijn eigen commentaar op schrijft,
en zo diens ware bedoeling verklaart en verheldert. Anders, als we diens bedoeling zonder
de hulp van dit commentaar willen doorgronden, zullen we onvermijdelijk overmeesterd
worden door de vier defecten: begoocheling, onvolkomenheid van de zingtuigen, de neiging
fouten te maken en de neiging te bedriegen. De voorgaande Ă€cĂ€ryaâs in onze guru-
paramparĂ€ (erfopvolging van spirituele leermeesters) en de trikĂ€la-jĂŻa Äñiâs, die verleden, heden en toekomst kennen, zijn echter vrij van deze vier defecten. De enige manier om de
ware essentie van de GétÀ te bevatten, is door de beschutting van hun volmaakte realisaties
van de Allerhoogste Absolute Waarheid te aanvaarden.
In dit verband heeft mijn goddelijke meester, parama-arĂ€dhyadeva ĂrĂ© ĂrĂ©la Bhakti
PrajĂŻĂ€na Keçava GosvĂ€mĂ© MahĂ€rĂ€ja relevante instructies gegeven over ĂrĂ©mad Bhagavad- gĂ©tĂ€, die ik hier zal trachten op te sommen:
âHet doel van de GĂ©tĂ€ is niet om instructies over politiek of militaire strategie te geven.Integendeel, zijn doel is volledige çaraĂ«Ă€gati tot de lotusvoeten van ĂrĂ© KÄñëa, de
Allerhoogste Absolute Realiteit. De GétÀ lijkt te zijn gesproken ten bate van Arjuna. In
werkelijkheid echter, is Arjuna de eeuwige metgezel en sakhĂ€ van BhagavĂ€n ĂrĂ© KÄñëa,
dus kan hij nooit onder de betovering van illusie geraken. Zijn schijnbare verbijstering
was onderdeel van de dramatische voorstelling die de verschijning van de GétÀ
bevorderde. Dit wordt begrepen uit de verklaringen van de Vedaâs: pĂ€rtho vatsa, âDe
verschijning van de GétÀmÄta wordt vergeleken met het geven van melk, en Arjuna
speelt de rol van het kalfâ. Deze melk van de GĂ©tĂ€mĂ„ta werd niet slechts ten gunste van
Arjuna gegeven, maar voor de gehele mensheid. ĂrĂ© KÄñëa Zelf heeft gezegd: mĂ€m ekaà çaranaĂ vraja. De strekking van het woord ekaĂ is om zich alleen aan de ultieme
almachtige ĂrĂ© KÄñëa over te geven, en dit is voorwaar de enige conclusie van de GĂ©tĂ€- çÀstra. In de GĂ©tĂ€ vinden we dat ĂrĂ© BhagavĂ€n Zijn bhakta opdraagt om een gelofte in
Zijn naam af te leggen: kaunteyapratijĂ€nĂ©hi na me bhaktaĂč praĂ«açyati. Dit is omdat Hij
de gelofte van Zijn bhaktaâs onder alle omstandigheden feilloos nakomt, terwijl Hij de
8/21/2019 Srimad Bhagavad Gita_NL[Rev]JND
http://slidepdf.com/reader/full/srimad-bhagavad-gitanlrevjnd 9/1064
gelofte die Hij Zelf aflegt nog wel eens wil laten verslappen door de verontrustende
gebeden van Zijn bhaktaâs. Daarom, door het vertoon van Zijn natuurlijke aard van
bhakta vĂ€tsalya, verkondigt Hij in de GĂ©tĂ€ (4.9) de triomf van Zijn bhaktaâs. Hier
verklaart Hij dat Zijn verschijning en activiteiten, welke begiftigd zijn met
onvoorstelbare çakti, zowel divya (goddelijk), alaukika (bovenaards) als aprĂ€kĂ„ta (voorbij aan de materiΩle geaardheden) zijn. De Vedaâs zijn de vÀëi die direct is
voortgekomen uit de ademhaling van Ăçvara. ĂrĂ©mad BhĂ€gavata-gĂ©tĂ€ zijn de woorden die
direct zijn voortgevloeid uit de lotusmond van diezelfde Ăçvara, en het is apauruñeya.
Dat wil zeggen, diens oorsprong is goddelijk en gaat het gezag van de mens te boven,
precies zoals die van de Vedaâs. Er is geen mogelijkheid om dit feit te betwisten. In de
GétÀ (9.11) heeft BhagavÀn tegen Arjuna gezegd dat dwaze mensen die door mÀyÀ
(avidyÀ) misleid worden, geen respect tonen voor Zijn aprÀkÄta sac-cid-Ànanda
gedaante, ofwel çré vigraha. Integendeel, ze minachten het en zien het aan voor een
doodgewoon, vergankelijk, menselijk lichaam. Niets kan een eerbiedwaardig object zijn als het onpersoonlijk of verstoken van gedaante is. We kunnen niet accepteren dat een
object nirguĂ«a of aprĂ€kĂ„ta is, enkel omdat het een onpersoonlijke aard heeft. De sac- cid-Ă€nanda gedaantes van ĂrĂ© BhagavĂ€n en de Vaiñëavaâs zijn buitengewoon zuiver, vrij
van materiΩle geaardheden (nirguëa tattva) en aprÀkÄta, hoewel de materiΩle zintuigen
dit niet kunnen waarnemen.â
Jagad-guru ĂrĂ©mad BhaktisiddhĂ€nta SarasvatĂ© PrabhupĂ€da schreef in zijn öékĂ€:
âĂrĂ©mad Bhagavad-gĂ©tĂ€, welke uit achttien hoofdstukken bestaat, is ook bekend als
Upaniñata. Er zijn talrijke commentaren, verklaringen en vertalingen van deze çÀstra in
verschillende talen. Onder al de verscheidene commentaren op ĂrĂ©mad Bhagavd-gĂ©tĂ€
die nu voorhanden zijn, zijn alleen die van ĂrĂ©la ĂrĂ©dhara SvĂ€mĂ©, ĂrĂ©la RĂ€mĂ€nujĂ€cĂ€rya,
ĂrĂ©la MadhvĂ€cĂ€rya, ĂrĂ©la ViçvanĂ€tha CakravartĂ© ĂhĂ€kura en ĂrĂ©la Baladeva
VidyĂ€bhĂŒĂ±ana van belang. Toegewijden die hun beschutting hebben gezocht bij ĂrĂ©
Caitanyadeva, de aanbiddenswaardige iñöa van GauĂČĂ©ya Vaiñëavaâs, halen het grootste
genot uit deze commentaren, die worden aangeraden door de metgezellen van ĂrĂ©
GaurÀÏgadeva. BrĂ€hmaĂ«aâs die zijn geboren in een oorspronkelijke brĂ€hmaĂ«a familie (çaukra brĂ€hmaĂ«aâs), volgen smĂ€rta dharma, welke door Manu werd verkondigd.
Echter, GétÀ weigert al deze speculatieve meningen, omdat het bepalingen maakt voor
varĂ«a gebaseerd op bezigheidsaanleg en niet slechts op geboorte. BhagavĂ€n ĂrĂ© KÄñëa
heeft gezegd, âWanneer iemands verstand gestolen is, of door materiΩle verlangens om
weelde te vergaren of leed te verwijderen bedekt is geraakt, wordt hij gedreven door
8/21/2019 Srimad Bhagavad Gita_NL[Rev]JND
http://slidepdf.com/reader/full/srimad-bhagavad-gitanlrevjnd 10/1064
zijn eigen aard om de respectievelijke devaâs te aanbidden naar gelang de juiste regels
en bepalingen.â Waarom zouden we de beschutting van Adokñaja BhagavĂ€n opgeven,
en de beschutting aanvaarden van verschillende devaâs? Wanneer men de verering van
aprÀkÄta KÀmadeva, BhagavÀn Viñëu, verzaakt en in plaats daarvan anderen aanbidt, is
zijn kennis vernietigd en verloren. Het is niet mogelijk om KĂ€madeva, de apĂ€kĂ„ta NavĂ©na MĂ€dana, te aanbidden, totdat men vrij is van alle andere soorten verlangens.â
Jagad-guru ĂrĂ©la SaccidĂ€nanda Bhaktivinoda ĂhĂ€kura heeft in zijn Rasika-raĂŻjana
uiteenzetting van de GétÀ gezegd:
âToen de opperste genadevolle BhagavĂ€n ĂrĂ© KÄñëacandra, wiens geloftes feilloos
zijn, ĂrĂ©mad Bhagavad-gĂ©tĂ€ sprak, leek Hij Zijn woorden te richten tot Zijn vriend
Arjuna. In werkelijkheid echter, manifesteerde Hij deze çÀstra voor de verlossing van
de gehele wereld. Het is de ware gedaante van innerlijke beschouwing op de wezenlijke betekenissen van alle Vedaâs, en is het enige middel om het hoogste doel te bereiken.
âOm die reden is GĂ©tĂ€ çÀstra als het kroonjuweel van de Upaniñadâs, die samen met
de Brahma-sĂŒtra iemand geheel en alleen richting çuddha-bhakti sturen. Wanneer
mensen die brahma realisatie hebben bereikt GétÀ çÀstra horen, zullen ze net als
Uddhava sannyÀsa aanvaarden. De innerlijke strekking van de GétÀ is dat iemands
geschiktheid (adhikÀra) altijd in overeenstemming is met zijn aard (svabhÀva). Een
baddha-jéva kan onmogelijk tattva-vastu (de Absolute Realiteit) bereiken als hij zijn
eigen adhikĂ€ra opgeeft. Karma, jĂŻĂ€na en bhakti hebben elk hun afzonderlijke svabhĂ€va,dus zijn hun svarĂŒpaâs (gedaantes) ook verschillend. Derhalve hebben de Ă€cĂ€ryaâs, na
lang beraad over tattva, karma-kaĂ«ĂČa, jĂŻĂ€na-kaĂ«ĂČa en bhakti verdeeld in afzonderlijke
categorieΩn. Wanneer ment doelt op het bereiken van het allerhoogste genot in de
vorm van bhagavat-sevÀ, en alle mindere, inferieure genoegens negeert, zal karma
culmineren in bhakti. Daarom is het hoogste doel en resultaat van de jĂ©vaâskarma enkel
bhakti. Bhakti is een buitengewoon diepe en geheime tattva. Het is het ware
levensverschaffende elixer voor zowel karma als jĂŻĂ€na, omdat dit het noodzakelijke
middel is waardoor zij succesvol worden.
âOp grond van deze overwegingen is het onderwerp van bhakti in de middelste zes hoofdstukken van de GĂ©tĂ€ geplaatst, wat aantoont dat viçuddha-bhakti inderdaad het
allerhoogste doel is van de GétÀ. De çloka, sarva dharmÀn parityajya aan het einde van
de GétÀ stelt vast dat çaraëÀgati aan BhagavÀn beslist de meest vertrouwelijke instructie
is.â
http://slidepdf.com/reader/full/srimad-bhagavad-gitanlrevjnd 11/1064
Als men de sluitende leerstellingen van de werkelijkheid ( tattva-siddhÀnta) van de
gehele ĂrĂ©mad Bhagavad-gĂ©tĂ€ van diens gunstige begin tot diens einde wil begrijpen, dient
men allereerst çaraĂ«Ă€gata (overgegeven) te worden tot de ĂrĂ© RĂŒpĂ€nugĂ€ GauĂČĂ©ya Vaiñëava
ÀcÀrya guru-varga. We dienen de zuivere instructies van nitya-siddha persoonlijkheden die
het wereldse rijk te boven gaan te accepteren, want hun instructies zijn vrij van de vier tekortkomingen van zinsbegoocheling etc.; we hebben geen ander middel. Verschillende
bomen aan de oever van de Bhagavaté GaÏgÀ, zoals de neem, mango, bela en émli, ontvangen
allemaal hetzelfde zuivere water, maar ze produceren allemaal verschillende soorten
vruchten, die bitter, zoet en zuur zijn. Evenzo lezen verschillende jĂ©vaâs, die nog steeds
betoverd zijn door daivi-mÀyÀ, allemaal dezelfde çÀstra, en komen tot verschillende
conclusies naar gelang hun respectievelijke svabhĂ€vaâs. Men kan zich afvragen waarom
BhagavÀn Zijn dierbare vriend Arjuna had opgedragen om aan karma, jïÀna, yoga
enzovoorts te doen, als ze niet het allerhoogste middel zijn. Het antwoord is dat, waar ĂrĂ©
KÄñëa deze onderwerpen ook maar besproken heeft, Hij op diezelfde plaatsen ook vermeldt dat streven naar karma, jĂŻĂ€na en yoga zinloos en vruchteloos zijn zonder bhagavad-bhakti. ĂrĂ© Caitanya MahĂ€prabhu heeft laten weten dat de hoogste methode van bhajana is om
onder de Ă€nugatya (leiding) te verblijven van de vraja-gopĂ©âs: aiçvarya çithila preme nahi mora prĂ©ta. Dit is Zijn enige intiemste bedoeling. BhagavĂ€n ĂrĂ© KÄñëa, die de oorsprong van
alle avatĂ€raâs is, heeft in de GĂ©tĂ€ gezegd, sarva-dharmĂ€n parityajya. In deze çloka heeft Hij
bewezen en onderwezen dat Hij de allerhoogste bestuurder van mĂ€yĂ€, de devaâs en de gehele
kosmos is, en ook dat Hij het allerhoogste aanbiddenswaardige doel is van allemaal, het
allerhoogste doel van bhajana. Hij is het grondbeginsel of de handhaving van nirviçeña-brahma, het vereerbare object van de jĂŻĂ€nĂ©âs. Hij is de non-duale Absolute Waarheid
(advaya-jïÀna tattva), en Hij is de advitéya vÀstva-vastu (de Absolute Waarheid zonder een
gelijke). Als para-tattva is Hij de belichaming van alle nectargelijke luimen en is Hij
aanbiddenswaardig voor allen.
Het onderwerp van de eerste zes hoofdstukken van GétÀ çÀstra is karma-yoga en de
laatste zes hoofdstukken behandelen jĂŻĂ€na-yoga. Aangezien bhakti-yoga in de middelste zes
hoofdstukken is geplaatst, dienen we te begrijpen dat Bhakti MahÀdevé de allerhoogste
beschutting van karma en jĂŻĂ€na is. In de bijeenkomst waar ĂrĂ©mad BhĂ€gavatam was
gesproken, werd Bhakti MahÀdevé vastgesteld als de enige levensverschaffende bron van jïÀna, vairÀgya etc. Karma, jïÀna en yoga kunnen hun respectievelijke verlangde vruchten
niet verlenen zonder de genade van Bhakti-devé. Het specifieke bewijs hiervoor wordt
geleverd door verklaringen zoals: bhaktyĂ€ mam abhijĂ€nĂ€ti (GĂ©tĂ€ 18.55); bhaktyĂ€ labhyastvananyayĂ€ (GĂ©tĂ€ 8.22); bhaktyĂ€ham ekayĂ€ grahyaĂč (SrĂ©mad-BhĂ€gavatam 11.14.21); bhaktyĂ€ tuñyati kevalam; bhaktir evainaĂ nayati (MĂ€thara Ăruti); na sĂ€dhayati mÀà yogĂ€
8/21/2019 Srimad Bhagavad Gita_NL[Rev]JND
http://slidepdf.com/reader/full/srimad-bhagavad-gitanlrevjnd 12/1064
(ĂrĂ©mad-BhĂ€gatavam 11.14.20) enzovoorts. De gezaghebbende çÀstraâs verklaren duidelijk dat
de hoogste instructie voor de jĂ©vaâs bestaat uit het uitvoeren van viçuddha-, ananyĂ€- of
kevalĂ€-bhakti. De GĂ©tĂ€ çloka: satataĂ kĂ©rtayanto mam (GĂ©tĂ€ 9.14), stelt vast dat de aanbidding van ĂrĂ©
BhagavĂ€n bestaat uit kĂ©rtana van ĂrĂ© KÄñëaâs naam, gedaante, eigenschappen en bezigheden etc., en het beoefenen van de negen takken van bhakti.In ĂrĂ© Caitanya-CaritĂ€mĂ„ta wordt
gezegd: aprĂ€kĂ„ta vastu nahe prĂ€kĂ„ta gocara, âDatgene wat aprĂ€kĂ„ta is, bevindt zich buiten het
bereik van prĂ€kĂ„ta, jĂŻĂ€na en intelligentie.â Eigen mening, geleerdheid en andere wereldse
eigenschappen hebben geen toegang tot dat aprÀkÄta domein. Exclusieve çaraëÀgati, of
overgave van het zelf, is het enige middel om de genade van BhagavÀn te verwerven. Vele
mensen die bedwelmd zijn door hun eigen wereldse geleerdheid en ego beweren valselijk dat
zij de strekkingen van de çÀstraâs begrepen hebben, en dat ze die ook aan anderen kunnen
leren. Zij bedriegen echter eenvoudigweg zichzelf en hun publiek. Om dit punt van
liefdevolle overgave te benadrukken, heeft ĂrĂ© KÄñëa de instructie, teñÀà satata yuktĂ€nĂ€m (GĂ©tĂ€ 10.10) gegeven.
Men kan grondig vertrouwd raken met Bhagavat-tattva via het medium van buddhi- yoga, intelligentie in verbintenis met BhagavÀn, welke Hij Zelf verschaft. Degenen die met
groot geloof de beschutting aanvaarden van de lotusvoeten van ĂrĂ© KÄñëa, Guru en
Vaiñëavaâs, kunnen de ware strekkingen van de çÀstra begrijpen. Zij kunnen dan heel
eenvoudig de oceaan van het materiΩle bestaan oversteken, para-bhakti tot de lotusvoeten
van ĂrĂ© KÄñëa verkrijgen, en in aanmerking komen voor Zijn prema. Aldus is door de
woorden sarva guhyatam (de meest vertrouwelijke instructie van de GétÀ) het allerhoogstete bereiken doel vastgesteld. Dit wordt ook païcama puruñÀrtha genoemd, ofwel het hoogste
stadium van sĂ€dhana en bhajana. ĂrĂ© BhagavĂ€n heeft de oppermacht van bhakti-yoga
vastgesteld middels het medium van een vergelijkende discussie. ĂrĂ© Caitanya MahĂ€prabhu
en Zijn metgezellen, die zijn neergedaald om het tijdperk van Kali te zuiveren, hebben het
pad van de zoektocht naar de meest aanbiddenswaardige Allerhoogste Absolute Waarheid,
welke het toppunt van sÀdhana en bhajana is, laten zien. Door dit te doen hebben zij hun
oorzaakloze, hartelijke mededogen voor de jĂ©vaâs laten zien, en hebben deze uiterst liefdadige
daad in ons belang uitgevoerd. Daarom is dit de enige methode die goedgekeurd en
aangeraden wordt door diepzinnige wijzen en geleerden over de gehele wereld.
Verschijningsdag van ĂrĂ© ĂrĂ© GurupĂ€da-padma
GaurÀbda 510
http://slidepdf.com/reader/full/srimad-bhagavad-gitanlrevjnd 13/1064
8/21/2019 Srimad Bhagavad Gita_NL[Rev]JND
http://slidepdf.com/reader/full/srimad-bhagavad-gitanlrevjnd 14/1064
ĂrĂ©mad Bhagavad-gĂ©tĂ€ is onderdeel van ĂrĂ© MahĂ€bhĂ€rata, waarvan ĂrĂ©mad bhĂ€gavata-
avatĂ€ra, jagadguru ĂrĂ© ĂrĂ©mad KÄñëa DvaipĂ€yana Veda-VyĂ€sa de auteur is. Bhagavad-gĂ©tĂ€ bevat achttien hoofdstukken, die hoofdstukken vijfentwintig tot en met tweeΩnveertigvan
de Bhéñma-parva van ĂrĂ© MahĂ€bhĂ€rata vormen. De spreker van Bhagavad-gĂ©tĂ€, BhagavĂ€n ĂrĂ©
KÄñëa Zelf, richtte Zijn woorden tot Arjuna, Zijn eeuwige metgezel en dierbare vriend. Op
deze manier zegende Hij de gehele mensheid met deze buitengewoon waardevolle en
essentiΩle instructies, zodat geconditioneerde zielen de oceaan van geboorte en dood
kunnen oversteken, en dienst tot Zijn lotusvoeten kunnen verkrijgen. Geconditioneerde
zielen zijn bevangen door de waanvoorstelling van mĂ€yĂ€, daar waar Arjuna, KÄñëaâs vriend
zijnde, vrij is van begoocheling. Echter, om de geconditioneerde zielen te verlossen, bracht
ĂrĂ© KÄñëa Arjuna ertoe zich te gedragen alsof hij misleid was, en vragen te stellen vanuit het oogpunt van de misleide jĂ©vaâs. Terwijl ĂrĂ© BhagavĂ€n Arjunaâs vragen beantwoordde,
verdreef Hij allerhande twijfels, en legde op beslissende wijze de juiste volgorde uit van de
systematische beoefening waardoor de jĂ©vaâs bevrijd kunnen raken van de verbijstering van
de materiΩle energie.
ĂrĂ©mad Bhagavad-gĂ©tĂ€ wordt ook wel GĂ©topaniñad genoemd. Het is de meest belangrijke
Upaniñad binnen de Vedische filosofie, want het bevat de essentie van alle Vedische kennis.
Als men deze çÀstra voortdurend bestudeert, en de beschutting van de lotusvoeten van guru,
sĂ€dhu en Vaiñëavaâs aanvaardt, zal men haar innerlijke bedoelingen eenvoudig kunnenonderscheiden. Dientengevolge zal men de oceaan van geboorte en dood op een simpele en
natuurlijke manier oversteken, parĂ€ bhakti tot de lotusvoeten van ĂrĂ© KÄñëa verkrijgen, en
in aanmerking komen om KÄñëa prema te ontvangen. Hier bestaat geen twijfel over.
Tegenwoordig zien we in India dat grote filosofen, degenen die goed geÂĄnformeerd zijn,
en mensen van alle geloofsgemeenschappen deze koning van de çÀstraâs respecteren en er in
geloven. Vele beroemde politici en diepzinnige mensen uit alle landen van de wereld
hebben de glories van Bhagavad-gétÀ geprezen.
Sinds de oudheid zijn er vele commentaren geschreven op de GétÀ. Vooral die van
monisten (kevala-advaita-vĂ€dĂ©âs) zoals ĂrĂ© ĂaĂŻkarĂ€cĂ€rya, ĂrĂ© Ănandagiri en ĂrĂ© MadhusĂŒdhana SarasvatĂ© zijn bekend. Sterker nog, de meeste mensen hebben de GĂ©tĂ€ alleen
via deze commentaren bestudeerd en onderwezen. Sommige mensen bestuderen het
commentaar op de Bhagavad-gĂ©tĂ€ geschreven door de viçiñöa-advaita-vĂ€dĂ© ĂrĂ©
RĂ€mĂ€nujĂ€cĂ€rya, anderen bestuderen het commentaar van ĂrĂ©la ĂrĂ©dhara SvĂ€mĂ©, die een
çuddha-advaita-vÀdé was, en weer anderen bestuderen het commentaar geschreven door
8/21/2019 Srimad Bhagavad Gita_NL[Rev]JND
http://slidepdf.com/reader/full/srimad-bhagavad-gitanlrevjnd 15/1064
ĂrĂ©man MadhvĂ€cĂ€rya, die de Ă€cĂ€rya is van çuddha-dvaita-vĂ€da. Anderen vernemen de GĂ©tĂ€
via uiteenzettingen geschreven door hedendaagse politieke persoonlijkheden zoals ĂrĂ©
LokamĂ€nya Tilaka, GhĂ€ndĂ©jĂ© en ĂrĂ© Aravinda. Er zijn maar heel weinig mensen die de
gelegenheid hebben om voortdurend de commentaren te lezen van ĂrĂ© GauĂČĂ©ya
VedĂ€ntĂ€cĂ€rya ĂrĂ©la Baladeva VidyĂ€bhĂŒĂ±ana en ĂrĂ©la ViçvanĂ€tha CakravartĂ© ĂhĂ€kura, die het kroonjuweel van de GauĂČĂ©ya Vaiñëava Ă€cĂ€ryaâs is. Beiden zijn zeer bedreven in de
principes van acintya-bheda-abheda. Dit goed geluk wordt slechts zeer zeldzaam verkregen
binnen de levens van de meeste mensen.
RĂŒpanugĂ€-vara, ĂrĂ©la Bhaktivinoda ĂhĂ€kura, de zevende GosvĂ€mĂ© van de ĂrĂ© GauĂČĂ©ya
Vaiñëava sampradÀya, heeft twee edities van de GétÀ gepubliceerd in het Bengali. De
uiteenzettingen in deze edities zijn verrijkt met tattva en zijn bevorderlijk voor de
ontwikkeling van çuddha-bhakti, en ze komen overeen met de çrĂ© rĂŒpanugĂ€ opvattingen. De
inhoud van deze twee edities is gebaseerd op de commentaren geschreven door ĂrĂ©la
ViçvanĂ€tha CakravartĂ© ĂhĂ€kura en ĂrĂ©la Baladeva VidyĂ€bhĂŒĂ±ana. We kunnen geen schatting maken van het spirituele welzijn dat deze twee edities bieden aan de mensheid.
ĂrĂ©la Bhaktivinoda ĂhĂ€kura heeft in zijn commentaar de eeuwigheid, universaliteit en
oppermacht van bhakti vastgesteld. Op deze manier heeft hij het hoogste welzijn geleverd
aan de sĂ€dhakaâs die op zoek zijn naar het rijk van çuddha-bhakti. Vandaag de dag houden onbevoegde personen zich bezig met het publiceren van een
verscheidenheid aan speculatieve commentaren op de GétÀ. Ze presenteren schaamteloos
hun fantasierijke meningen, die verstoken zijn van correcte conclusies. Deze zogenaamde
commentaren zijn onzinnig, omdat ze falen onderscheid te maken tussen bewuste (cit) eninerte (acit) entiteiten. Hun auteurs trachten de eeuwigheid van çuddha-bhakti te
bespotten, en ze beweren over het algemeen dat enkel karma, of anders mÀyÀvÀda in de
vorm van nirviçeña-jïÀna, het doel is van de GétÀ. De gewone mens heeft een zwak en
kneedbaar geloof (çraddhÀ), en als ze deze commentaren horen en bestuderen, raken ze
afgedwaald van het pad van waarheid.
De nigama çÀstraâs (Vedaâs) zijn erg uitgebreid, en op verschillende plaatsen geven ze
instructies met betrekking tot karma, sÀÏkhya-jïÀna en ook bhagavad-bhakti. Er dient zich
dan een vraag aan: âHoe staan deze methodes met elkaar in verband, en wat is het criterium
voor het opgeven van de ene methode en het aanvangen met de volgende?â ĂĂ€stra geeft de juiste volgorde van gebruiken, en de kwalificaties die benodigd zijn om elk van die
gebruiken te beoefenen. Echter, de jĂ©vaâs die in Kali-yuga geboren worden hebben geringe
intelligentie, en leven niet erg lang. Het is daarom erg moeilijk voor ze om een volledige
studie van de çÀstraâs te voltooien, en hun eigen kwalificaties (adhikĂ€ra) vast te stellen
8/21/2019 Srimad Bhagavad Gita_NL[Rev]JND
http://slidepdf.com/reader/full/srimad-bhagavad-gitanlrevjnd 16/1064
middels grondige overweging. Om deze reden is het van essentieel belang om een
eenvoudige, wetenschappelijke samenvatting te lezen van deze gebruiken.
Aan het einde van DvÀpara-yuga konden de meeste mensen de ware conclusies van de
Vedische çÀstraâs niet meer begrijpen, dus daarom waren er verschillende conclusies met
betrekking tot het definitieve doel. Sommigen zeiden dat het karma was, en anderen dat het zintuiglijk genot, sÀÏkhya-jïÀna, logica of ongedifferentieerd monisme (abheda- brahmavÀda) was; al deze verschillende commentatoren begonnen hun eigen conclusies te
bepleiten volgens hun respectievelijke standpunten. Net zoals ongekauwd voedsel pijn
veroorzaakt in de maag, begonnen deze uiteenlopende meningen, die gebaseerd waren op
onvolledige, speculatieve kennis, pijn en verstoringen te veroorzaken binnen de Indiase
samenleving van die tijd. Dit was de reden waarom de opperbarmhartige BhagavĂ€n ĂrĂ©
KÄñëacandra deze Bhagavad-gĂ©tĂ€ sprak, welke de essentie is van alle Vedaâs. Zijn instructies
tot Zijn dierbare metgezel en sakhĂ€, Arjuna, zijn voor het hoogste profijt van de jĂ©vaâs van
de hele wereld. GĂ©tĂ€-çÀstra is het kroonjuweel van alle Upaniñadâs. Het beschrijft de wederzijdse
verhoudingen tussen verschillende processen van zelfrealisatie, en stelt opperzuivere hari- bhakti vast als het enige echte allerhoogste doeleinde van de jéva. Karma-yoga, jïÀna-yoga
en bhakti-yoga lijken afzonderlijke processen te zijn, maar in feite zijn ze respectievelijk de
eerste, tweede en derde stap van hetzelfde yoga proces. De conclusie van alle Upaniñadâs, en
ook van de Brahma-sĂŒtra en Bhagavad-gĂ©tĂ€, is dat men zich volledig dient in te laten met
çuddha-bhakti. Hoewel deze çÀstraâs op bepaalde plaatsen uitvoerige verklaringen geven over
karma, jïÀna, mukti en het bereiken van brahma, zien we nadat we ze nauwkeurig hebbenonderzocht, dat ze allemaal çuddha-bhakti vaststellen als het enige allerhoogste doel.
Lezers van deze GétÀ-çÀstra worden in twee categorieΩn geplaatst: degenen die de
oppervlakkige of externe betekenissen (sthĂŒla-darçé) aanvaarden, en degenen die de subtiele
innerlijke betekenissen (sĂŒkñma-darçé) aanvaarden. SthĂŒla-darçé lezers aanvaarden alleen de
oppervlakkige betekenissen van de GétÀ, en trekken hun eigen conclusies
dienovereenkomstig, maar sĂŒkñma-darçé lezers zijn niet tevreden met zulke oppervlakkige
opvattingen, en zij onderzoeken de diepzinnigere conclusies betreffende tattva. De sthĂŒla- darçé lezers studeren de GĂ©tĂ€ van begin tot eind, en komen tot de conclusie dat de GĂ©tĂ€
karma voorschrijft. Dit komt doordat Arjuna aan het eind van de GĂ©tĂ€ concludeerde dat het bevorderlijk zou zijn voor hem om de strijd aan te gaan. SĂŒkñma-darçé lezers zijn niet
tevredengesteld door zoân oppervlakkig begrip. Zij zien dat de wezenlijke leer van de GĂ©tĂ€
over brahma-jĂŻĂ€na of parĂ€-bhakti gaat, en dat Arjunaâs aangaan van de strijd niet de
allerhoogste strekking was, maar slechts een voorbeeld was van zijn adhikÀra-niñöhÀ, zich
vasthoudend aan zijn eigen kwalificatieniveau. Arjuna begreep dat hij zijn varëÀçrama-
8/21/2019 Srimad Bhagavad Gita_NL[Rev]JND
http://slidepdf.com/reader/full/srimad-bhagavad-gitanlrevjnd 17/1064
dharma alleen hoorde uit te voeren zonder enig verlangen om van de resultaten te genieten
(niñkÀma-karma), en dat aangezien hij een kñatriya was, vechten de karma was waarvoor hij
specifiek geschikt was.
Iemands kwalificatie om een bepaalde activiteit uit te voeren (karma-adhikÀra) komt
voort uit diens aard. Als men zijn levensonderhoud veiligstelt door de activiteit aan te gaan waarvoor men gekwalificeerd is, bereikt men ook geleidelijk aan tattva-jĂŻĂ€na, dus karma is
het middel van zowel het onderhouden van zichzelf als het verwerven van kennis over de
waarheid (tattva-darçana). Aangezien het moeilijk is voor iemand om tattva-jïÀna te
verkrijgen tenzij hij zich inlaat met karma, is het voor hem onontkoombaar om in het
beginnende stadium voorgeschreven plichten (sat-karma) uit te voeren in
overeenstemming met zijn specifieke neiging tot werken (varëa) en sociaal-spirituele status
(Àçrama). Echter, volgens de GétÀ dient men, zelfs wanneer men zich aan zijn
voorgeschreven plichten houdt, hoe dan ook slechts onbaatzuchtig te handelen en de
resultaten aan BhagavÀn te offeren. Dit wordt bhagavad-arpita niñkÀma-karma genoemd, wat volgens de GétÀ de enige manier is om karma uit te voeren; geen andere karma dan deze
wordt accepteerd. Deze niñkÀma-karma zuivert geleidelijk aan het hart, zodat men tattva- jïÀna verkrijgt. Uiteindelijk is het alleen door bhagavad-bhakti dat BhagavÀn bereikt wordt.
Om het ultieme doel te begrijpen dat wordt vastgesteld door de Bhagavad-gétÀ, dienen
we de instructies te aanvaarden van diens spreker, BhagavĂ€n ĂrĂ© KÄñëa Zelf. Op elke pagina
van de GĂ©tĂ€ verwijst men naar Hem als BhagavĂ€n, en uit Zijn oorzaakloze genade heeft ĂrĂ©
KÄñëa Zelf op vele plaatsen verklaard dat Hij BhagavÀn is, de Allerhoogste Absolute
Waarheid, para-tattva.
ahaĂ sarvasya prabhavo mattaĂč sarvaĂ pravartate iti matvĂ€ bhajanate mÀà budhĂ€ bhĂ€va-samanvitĂ€Ăč
(GétÀ 10.8)
sĂŒtre maĂ«i-gaĂ«Ă€ iva (GĂ©tĂ€ 7.7)
ahaĂ hi sarva-yajĂŻĂ€nĂ€Ă
http://slidepdf.com/reader/full/srimad-bhagavad-gitanlrevjnd 18/1064
bhoktÀ ca prabhur eva ca na tu mÀm abhijÀnanti tattvenÀtaç cyavanti te
(GétÀ 9.24)
Naast dit wordt ĂrĂ© KÄñëa ook in andere çÀstraâs als SvayaĂ -BhagavĂ€n beschreven:
ete cÀà ça-kalĂ€Ăč puĂ saĂč kÄñëas tu bhagavĂ€n svayaĂ
indrĂ€ri-vyĂ€kulaĂ lokaĂ mĂ„ĂČayanti yuge yuge
(ĂrĂ©mad-BhĂ€gavatam 1.3.28)
aho bhÀgyam aho bhÀgyaà nanda-gopa-vrajaukasÀm
yan-mitraĂ paramĂ€nandaĂ pĂŒrĂ«aĂ brahma sanĂ€tanam (ĂrĂ©mad-BhĂ€gavatam 10.14.32)
Het is hier het vermelden waard dat, daar waar andere avatĂ€raâs van BhagavĂ€n hun
Allerhoogste positie (bhagavattĂ€) niet duidelijk kenbaar hebben gemaakt, BhagavĂ€n ĂrĂ©
KÄñëa Zijn suprematie erg duidelijk heeft vastgesteld in de GétÀ, en ook heeft Hij duidelijk
çaraĂ«Ă€gati en bhakti tot Hem als de hoogste sĂ€dhana voor de jĂ©vaâs beschreven.
i. mÀm eva ye prapadyante (GétÀ 7.14)
ii. te âpi mĂ€m eva kaunteya (GĂ©tĂ€ 9.23)
iii.
mÀm ekaà çaraëaà vraja (GétÀ 18.66)
ĂrĂ© KÄñëa, die de ware gedaante van Absolute Waarheid in de drie fases van tijd
(verleden, heden en toekomst) is, heeft Zijn oppermacht bewezen in deze çlokaâs door te
zeggen: mÀm eva, mÀm eva en mÀm ekam. Hij heeft ook vastgesteld dat KÄñëa bhakti te allen
8/21/2019 Srimad Bhagavad Gita_NL[Rev]JND
http://slidepdf.com/reader/full/srimad-bhagavad-gitanlrevjnd 19/1064
tijde de allerhoogste spirituele beoefening (sÀdhana) en het allerhoogste doeleinde (sÀdhya)
is. KÄñëa heeft dit Zelf verklaard, en grote wijzen en volmaakte heiligen zoals DevaÄñi
NÀrada, Asita, Devala en VyÀsa hebben dit feit ook bevestigd. Arjuna aanvaardt deze
allerhoogste waarheid ( parama-tattva) ook vanaf het allereerste begin van de GétÀ.
Het is van essentieel belang dat degenen die GétÀ-çÀstra lezen of horen, verlost raken van twijfels en de ultieme waarheid ( param satya) accepteren dat de spreker van de GétÀ,
ĂrĂ© KÄñëa, SvayaĂ BhagavĂ€n is, en dat elk van Zijn instructies waar is. In GĂ©tĂ€ (4.3) zegt ĂrĂ©
KÄñëa tegen Arjuna dat deze GétÀ een eeuwige çÀstra is:
sa evĂ€yaĂ mayĂ€ te âdya / yogaĂč proktaĂč purĂ€tanaĂč bhakto âsi me sakhĂ€ ceti / rahasyaĂ hy etad uttamam
âIk onderwees dit eerst aan VivasvĂ€n (SĂŒrya-deva) miljarden jaren geleden. SĂŒrya
onderwees het aan Manu, en Manu onderwees het op zijn beurt aan ĂkñvĂ€ku. Op deze wijze bleef het systeem van yoga in de wereld via het medium van de guru-paramparĂ€, maar deze
paramparÀ verdween na verloop van tijd. Jij bent Mijn ekÀntika bhakta, Mijn dierbare
vriend en directe discipel, dus schenk ik jou deze uiterst vertrouwelijke kennis.â Men kan de
diepzinnige en gewichtige tattva van de GétÀ niet begrijpen zonder een bhakta te worden.
Er wordt in het begin, midden en einde van de Bhagavad-gétÀ gezegd dat niemand diens
strekking in zich op kan nemen of kan realiseren zonder zich met bhakti bezig te houden.
BhaktyĂ€ tv ananyayĂ€ çakya, âMen kan alleen darçana van Mij in deze svarĂŒpa krijgen door
middel van ananyĂ€ bhakti.â (GĂ©tĂ€ 11.54). IdaĂ te nĂ€tapaskĂ€ya nĂ€bhaktĂ€ya kadĂ€cana, âDe
tattva van de GĂ©tĂ€ dient alleen aan bhaktaâs te worden onderwezen, niet aan hen die geen toegewijden zijn.â (GĂ©tĂ€ 18.67). Het blijkt duidelijk uit de verklaring dat de Bhagavad-gĂ©tĂ€
specifiek voor de bhaktaâs gesproken is.
De GĂ©tĂ€ neemt drie soorten sĂ€dhakaâs in behandeling: de jĂŻĂ€nĂ©, de yogĂ© en de bhakta.
Hier verwijzen de woorden jĂŻĂ€nĂ© en yogĂ© niet naar mĂ€yĂ€vĂ€dĂ©âs of naar degenen die in het
ongemanifesteerde, ongedifferentieerde, vormloze brahma geloven. Integendeel, deze
termen refereren aan die jĂŻĂ€nĂ©âs en yogĂ©âs die begiftigd zijn met bhakti. ĂrĂ© KÄñëa heeft
duidelijk verklaard dat de enige echte jïÀné er een is die zich aan Hem heeft overgegeven en
die ananyĂ€ bhakti tot Hem bezitten. Zulke grote zielen zijn erg zeldzaam: bahĂŒnÀà janmanĂ€m ante (GĂ©tĂ€ 7.19). Er is ook een vergelijkbare instructie voor de yogĂ©âs: yoginĂ€m api sarveñÀà (GĂ©tĂ€ 6.47). Het is dus duidelijk dat mensen die verstoken zijn van bhakti nooit de
adhikÀra kunnen verkrijgen om de GétÀ te horen en diens strekking te kunnen bevatten.
Volgens de GĂ©tĂ€ is ĂrĂ© KÄñëaâs svarĂŒpa, die vervuld is van weelderige rijkdom (aiçvarya)
en zoetheid (mĂ€dhurya), de enige en ultieme aanbiddenswaardige tattva voor de jĂ©vaâs. De
allerhoogste sĂ€dhana en sĂ€dhya is die bhakti die ĂrĂ© KÄñëa aantrekt. Onwetende mensen
8/21/2019 Srimad Bhagavad Gita_NL[Rev]JND
http://slidepdf.com/reader/full/srimad-bhagavad-gitanlrevjnd 20/1064
kunnen bhakti-tattva niet goed begrijpen. Dit komt doordat ze het grofstoffelijk lichaam
voor het âikâ aanzien, en de dingen die in relatie staan tot hun lichaam als âmijnâ
beschouwen. Aldus blijven ze misleid en kunnen ze de constitutionele betrekking van het
ware zelf (Ă€tma-dharma) noch begrijpen noch beoefenen. Aangezien ze wereldse
intelligentie (sthĂŒla-buddhi) bezitten, blijven ze gehecht aan wereldse activiteiten die zij als de enige werkelijkheid beschouwen. Zulke mensen lopen over het algemeen op een van de
twee manieren in de val. Ze raken of in beslag genomen door de wereldse activiteiten die
worden voorgeschreven in de Vedaâs, waarbij ze de ingevingen van eigen geest volgen, of ze
raken betoverd door het concept van kevalĂ€-advaitavĂ€da ofwel mĂ€yĂ€vĂ€da. ĂrĂ© KÄñëa
inspireerde Arjuna om Hem vragen te stellen over de kern van deze wereldse religies zodat
Hij hun onbeduidendheid kon staven, en de oppermacht van bhakti-tattva vast kon stellen.
Van de achttien hoofdstukken van deze GĂ©tĂ€-çÀstra, stellen de eerste zes het svarĂŒpa vaiçiñöya (unieke kenmerk) van karma-yoga vast, de middelste zes stellen bhakti-yoga vast,
en de laatste zes stellen jĂŻĂ€na-yoga vast. De reden voor deze specifieke volgorde is dat karma en jĂŻĂ€na hun resultaten niet afzonderlijk kunnen schenken, zonder de hulp van Bhakti-
devé. Bhakti-devé kan aan zowel karma als jïÀna haar beschutting geven wanneer ze zo
tussen beiden is geplaatst. Het is alleen met de hulp van bhakti dat karma en jĂŻĂ€na hun
vruchten kunnen verlenen.
Karma âĂrĂ© KÄñëa Zelf zei tegen Arjuna dat tenzij men karma uitvoert voor het
genoegen van BhagavĂ€n, het de oorzaak van gebondenheid wordt. In de çloka: yajĂŻĂ€rthĂ€t karmaĂ«o âyatra (GĂ©tĂ€ 3.9), betekent het woord yajĂŻĂ€rthĂ€to âhet offeren aan Viñëuâ. ĂrĂ© KÄñëa
zegt in GĂ©tĂ€ 5.29: bhoktĂ€raĂ yajĂŻa-tapasĂ€m, waarmee Hij bevestigt dat karma alleen voorhet genoegen van Viñëu dient te worden uitgevoerd. Verder zegt Hij in GĂ©tĂ€ 3.30: mayi sarvÀëi karmÀëi, âElke actie (karma) die men onderneemt dient men aan Mij op te dragen.â
En in GĂ©tĂ€ 9.27 zegt Hij, âWat je ook doet, doe het slechts voor Mijn plezier, en offer alles
aan Mij alleen.â Derhalve zien we dat ĂrĂ© KÄñëa degenen die enkel gekwalificeerd zijn om
karma uit te voeren de opdracht geeft om zich in te laten met onbaatzuchtig handelen dat
aan BhagavÀn wordt geofferd (niñkÀma-bhagavat-arpita karma), en niet simpelweg met
alleen maar karma.
Het woord karma betekent eigenlijk karma uitgevoerd met bhakti. De karma waarin
bhakti overheerst en karma ondergeschikt is wordt karma-miçra-bhakti of pradhĂ€nĂ©-bhĂŒtĂ€- bhakti genoemd. Echte karma is feitelijk de verrichting van karma waarbij het enige doel
het genot van BhagavĂ€n is. Tat karma haritoñaĂ«aĂ yat (ĂrĂ©mad-BhĂ€gavatam 4.29.49).
Daarom wordt er gezegd in de GétÀ (11.55):
mat-karma-kĂ„n mat-paramo / mad-bhaktaĂč saĂ«ga-varjitaĂč
http://slidepdf.com/reader/full/srimad-bhagavad-gitanlrevjnd 21/1064
nirvairaĂč sarva-bhĂŒteñu / yaĂč sa mam eti pÀëĂČava
âNiemand kan Mij bereiken behalve diegenen die karma alleen verrichten voor Mijn
plezier.â
JĂŻĂ€na âĂrĂ© KÄñëa heeft uitgelegd dat sommige mensen zich overgeven aan BhagavĂ€n
omdat ze in nood verkeren (Ă€rtta), sommigen omdat ze nieuwsgierig zijn ( jijĂŻĂ€su), sommigen
uit behoefte aan rijkdom (arthÀrthé) en sommigen vanwege hun kennis ( jïÀné). Van al deze
mensen zijn de jĂŻĂ€nĂ©âs het beste. Wat voor soort jĂŻĂ€nĂ©âs zijn zij? TeñÀà jĂŻĂ€nĂ© nitya-yukta eka- bhaktir viçiñyate (GĂ©tĂ€ 7.17). âZij zijn jĂŻĂ€nĂ©âs die ekĂ€ntika (exclusieve) bhakti hebben, en altijd
met Mij verbonden zijn.â Deze çloka verwijst niet naar nirviçeña brahmavĂ€dĂ© jĂŻĂ€nĂ©âs, die
verstoken zijn van bhakti. ĂrĂ© KÄñëa verduidelijkt Zijn verklaring in GĂ©tĂ€ (7.19): bahĂŒnÀà janmanĂ€m ante jĂŻĂ€navĂ€n mÀà prapadyate, âZulke grote jĂŻĂ€nĂ©-bhaktaâs, die VĂ€sudeva overal
zien, die zich aan Mij hebben overgegeven en wiens geesten hecht in bhakti zijn gesitueerd, zijn uitermate zeldzaam.â Het woord jĂŻĂ€na betekent kennis waarbij bhakti niet overheerst.
De jïÀna die naar prema-bhakti leidt wordt jïÀna-miçra-bhakti genoemd. Wanneer jïÀna is
bedolven onder een overvloed aan prema, geraakt het in een sluimerstand and manifesteert
zich viçuddha (uiterst zuivere) kevalĂ€-bhakti ofwel prema-bhakti. Yoga âĂrĂ© BhagavĂ€n heeft aan het einde van het zesde hoofdstuk met name yogĂ©âs
geprezen, waar Hij verklaart dat ze superieur zijn aan karmĂ©âs, tapasvĂ©âs en jĂŻĂ€nĂ©âs. Hij geeft
Arjuna de opdracht een yogĂ© te worden: tapasvibhyo âdhiko yogĂ© (GĂ©tĂ€ 6.46), en in de
volgende çloka (6.47) legt Hij uit wat voor soort yogé hij dient te worden: yoginÀm api
sarveñÀà mad-gatenĂ€ntarĂ€tmanĂ€. âDe besten van alle verschillende soorten yogĂ©âs zijn diegenen die trouw vanuit de grond van het hart Mijn bhajana verrichten.â Hier refereert
het woord âMijnâ aan ĂrĂ© KÄñëa Zelf. Wanneer de GĂ©tĂ€ daarom het woord yogĂ© bezigt,
verwijst het alleen naar die yogĂ©âs wiens bhajana volledig is toegewijd aan ĂrĂ© KÄñëa alleen.
Het verwijst niet naar degenen die het PĂ€taĂŻjalĂ© yoga systeem volgen, of naar karmĂ©âs,
yogĂ©âstapasvĂ©âs of atheÂĄstische yogĂ©âs die allemaal verstoken zijn van bhakti. Bhakti âĂrĂ© KÄñëa laat Arjuna Zijn viçvarĂŒpa zien en maakt hem een instrument tot
wie Hij Zijn instructies kan richten. Daarna zegt Hij: bhaktyÀ tv ananyayÀ çakya (GétÀ
11.54). âMen kan alleen darçana van Mijn svarĂŒpa hebben via ananyĂ€ bhakti. Jij bent instaat om deze svarĂŒpa te zien omdat je Mijn ananyĂ€-premĂ©-bhakta bent.â Bovendien, bhaktyĂ€ mam abhijĂ€nĂ€ti (GĂ©tĂ€ 18.55), âHet is enkel via ananyĂ€-bhakti dat men darçana van Mij kan
hebben, Me in waarheid kan kennen (tattva), Mijn dhÀma kan betreden, en prema mayé sevÀ
tot Mij kan verkrijgen.â
In de GĂ©tĂ€ geeft ĂrĂ© KÄñëa vertrouwelijke instructies over brahma-jĂŻĂ€na, meer
vertrouwelijkere instructies over paramÀtmÀ of éçvara-jïÀna, en Zijn meest vertrouwelijke
8/21/2019 Srimad Bhagavad Gita_NL[Rev]JND
http://slidepdf.com/reader/full/srimad-bhagavad-gitanlrevjnd 22/1064
instructies over bhagavat-jïÀna. Tot slot spreekt Hij de çloka: sarva-dharmÀn parityajya / mam ekaà çaranaà vraja (GétÀ 18.66), waarin Hij Arjuna instrueert alle soorten wereldse
dharma op te geven, en zich aan Hem over te geven. Dit laat duidelijk zien dat bhakti het
enige middel is om BhagavĂ€n te bereiken, en de enige manier om Zijn volledige svarĂŒpa te
realiseren. Er zijn twee soorten Bhakti: (a) kevalĂ€ (exclusieve), en (b) pradhĂ€nĂ©-bhĂŒtĂ€ (waarbij bhakti overheerst maar niet in volledigheid bestaat). KevalĂ€ bhakti is zuiver en
onafhankelijk, en het is volledig vrij van enige zweem van karma, jĂŻĂ€na etc. PradhĂ€nĂ©- bhĂŒtĂ€-bhakti bestaat uit drie soorten: (i) karma-pradhĂ€nĂ©-bhĂŒtĂ€ (waarbij bhakti gemengd is
met karma), (ii) jĂŻĂ€na-pradhĂ€nĂ©-bhĂŒtĂ€ (waarbij bhakti gemengd is met jĂŻĂ€na), en (iii)
karma-jĂŻĂ€na-pradhĂ€nĂ©-bhĂŒtĂ€ (waarbij bhakti gemengd is met zowel karma als jĂŻĂ€na).
PradhĂ€nĂ©-bhĂŒtĂ€-bhakti verwijst naar karma of jĂŻĂ€na waarbij bhakti overheerst. Wanneer
bhakti aanwezig is in karma of jĂŻĂ€na, maar de functie van bhakti niet overheerst, staat het
simpelweg bekend als karma en jĂŻĂ€na.
Het klopt dat we hier en daar in de Bhagavad-gĂ©tĂ€ instructies vinden met betrekking tot pradhĂ€nĂ©-bhĂŒtĂ€-bhakti (gemengde bhakti), maar zelfs in deze instructies is er een blijk van
kevalĂ€ bhakti. Het is uitermate lastig om BhagavĂ€n via pradhĂ€nĂ©-bhĂŒtĂ€-bhakti te bereiken of
kennen. âIk ben alleen te bereiken via kevalĂ€-bhakti.â Om dit duidelijk vast te stellen heeft
ĂrĂ© KÄñëa zeer uitvoerig in GĂ©tĂ€ (8.14) verklaard:
ananya-cetĂ€Ăč satataĂ / yo mÀà smarati nityaçaĂč tasyĂ€haĂ sulabhaĂč pĂ€rtha / nitya-yuktasya yoginaĂč
âIk ben eenvoudig te bereiken voor die nitya-yogĂ©âs die voortdurend met Mij verbonden
zijn, die begiftigd zijn met ananyÀ bhakti, die zich Mij voortdurend heugen en die zich
bezighouden met Mijn bhajana.â
BhagavĂ€n wordt bereikt en ook beheerst door de ekĂ€ntika prema-mayĂ© sevĂ€ van bhaktaâs
die begiftigd zijn met ananyĂ€ bhakti. KÄñëa legt dit uit in GĂ©tĂ€ (9.22): ananyÀç cintayanto mÀà , âIk breng persoonlijk yoga-kñema mee naar die bhaktaâs die zich voortdurend met
ananyĂ€-bhĂ€vabezighouden met bhakti tot Mij, en die Mij in alle opzichten aanbidden.â
BhagavĂ€n ĂrĂ© KÄñëa heeft op verschillende plaatsen in de GĂ©tĂ€ gezegd dat Hij alleen bereikt kan worden door ananyĂ€ bhakti. BhaktyĂ€ labhyas tv ananyayĂ€ (GĂ©tĂ€ 8.22), bhajanty ananya-manaso (GĂ©tĂ€ 9.13), bhaktyĂ€ tv ananyayĂ€ çakya (GĂ©tĂ€ 11.54) en ten slotte sarva- dharmĂ€n parityajya (GĂ©tĂ€ 18.66). In deze çlokaâs zien we dat het ultieme doel van de
jĂ©vaâsvoorzeker zuivere ananyĂ€- of kevalĂ€ bhakti is. Hoe dient men deze ananyĂ€ bhakti uit te
voeren? In dit verband geeft KÄñëa de volgende instructie aan Arjuna:
8/21/2019 Srimad Bhagavad Gita_NL[Rev]JND
http://slidepdf.com/reader/full/srimad-bhagavad-gitanlrevjnd 23/1064
satataĂ kĂ©rtayanto mÀà / yatantaç ca dĂ„ĂČha-vratĂ€Ăč namasyantaç ca mÀà bhaktyĂ€ / nitya-yuktĂ€ upĂ€sate
GétÀ 9.14
In deze çloka heeft ĂrĂ© KÄñëa verklaard dat alleen saĂ«kĂ©rtana de beste manier is om Hem
te aanbidden. Hier betekent saëkértana het hardop verrichten van kértana van de nÀma,
rĂŒpa, guĂ«a en lĂ©lĂ€ van BhagavĂ€n. Het duidt ook op navadhĂ€-bhakti (het negenvoudige proces
van çravaëam, kértanam etc.).
Vele mensen beweren schaamteloos dat ze de GétÀ begrijpen, en ze onderrichten hun
wereldse conclusies aan anderen, hoewel ze niet begrijpen dat de GétÀ aprÀkÄta (buiten
bereik van materiΩle kennis, logica en intelligentie) is. Het feit is dat men aprÀkÄta
onderwerpen niet kan bevatten door wereldse eigenschappen zoals hoogmoed,
doortraptheid, durf en scholingsvermogen. Men kan het alleen begrijpen door de genade van BhagavĂ€n, en via het medium van overgave (çaraĂ«Ă€gati). Daarom zeggen de çrutiâs:
nĂ€yam Ă€tmĂ€ pravacanena labhyo (MuĂ«ĂČaka Upaniñad 2.3.3) en: teñÀà satata-yuktĂ€nÀà bhajatÀà prĂ©ti-pĂŒrvakam dadĂ€mi buddhi-yogaĂ tam (GĂ©tĂ€ 10.10). âIk schenk buddhi-yoga aan
die sĂ€dhakaâs die voortdurend met Mij verbonden zijn door bhakti, en dat is het middel
waarmee ze Mij eenvoudig bereiken.â
Om de strekking van om het even welke çÀstra te kunnen ontdekken, is het belangrijk
om zich te beraden over haar: (i) begin (upakrama),(ii) conclusie (upasaà hÀra), (iii)
herhaling van een onderwerp (abhyĂ€sa), (iv) doel of bijzonder resultaat van het lezen ervan(apĂŒrvatĂ€ phala), (v) glorie of lofspraak betreffende een onderwerp (arthavĂ€da) en (vi)
beweegreden of logische argumenten die een conclusie vasstellen (upapatti). Tenzij men dit
doet, blijft de werkelijke strekking onvatbaar. Degenen ĂrĂ© GĂ©tĂ€-çÀstra nauwkeurig
bestuderen en deze zes takken in gedachten houden, zullen gemakkelijk kunnen begrijpen
dat de ultieme strekking van de Bhagavad-gétÀ enkel en alleen çuddha-bhakti is. Vandaag de
dag nemen mensen deze takken niet erg serieus in overweging; in plaats daarvan ontlokken
ze betekenissen naar gelang hun speculatieve nukken. Dat is waarom ze de eigenlijke
strekking van de schrijver niet in hun hart kunnen sluiten.
Het is heden ten dage gebruikelijk om de respectieve waarden van verschillende scholen van jĂŻĂ€na (kennis), vijĂŻĂ€na (wetenschap), politiek enzovoorts te vergelijken.
Echter, schrijvers en sprekers aarzelen om dezelfde vergelijkende aanpak te gebruiken
wanneer ze zich beraden over het onderwerp van religie, of dharma. Ze denken dat dit de
onderlinge spanning tussen verschillende branches van de gemeenschap zou doen
toenemen, en dat de daaropvolgende verstoringen de ontwikkeling van de samenleving en
8/21/2019 Srimad Bhagavad Gita_NL[Rev]JND
http://slidepdf.com/reader/full/srimad-bhagavad-gitanlrevjnd 24/1064
gehele wereld zou belemmeren. Daarom willen ze vriendschap stichten onder verschillende
groepen, en ze denken dat ze dit kunnen bereiken door harmonie en gelijkheid (samanvaya)
in te stellen, in plaats van vergelijkende gradaties. Op het gebied van religie suggereert dit
standpunt dat de enige manier om vrede en wederzijdse vriendschap tussen alle religies te
scheppen is om te vermijden de verschillen aan te wijzen, en in plaats daarvan te werken op basis van harmonie en overeenkomsten. Het is waar dat het politieke strijdperk de gevaren
toont van waardeoordeel; evaluatie van het specifieke beleid van de verschillende politieke
partijen schept politieke onenigheid, en de resulterende ruzies kunnen grote schade
veroorzaken aan land en samenleving. Derhalve zijn veel mensen bang dat het vaststellen
van hogere en lagere niveaus van dharma ook tot onenigheid tussen groeperingen zal leiden,
en zal resulteren in ruzies en rellen.
Als we al deze overwegingen in aanmerking nemen, is het nog steeds waar dat we
moeten beslissen hoe we jĂŻĂ€na en karma kunnen beoordelen. Sterker nog, samanvaya
(harmonie) zelf is een belangrijke kwestie om in overweging te nemen. Stel dat we, in onze pogingen om harmonie te scheppen, dezelfde maatstaf aanhouden voor het meten van goed
en kwaad, het bewuste en inerte, een diamant en steenkool, een dief en een heilige,
gerechtigheid en onrechtvaardigheid enzovoorts. Als we vervolgens verklaren dat ze
allemaal gelijkwaardig zijn, waar is dan het bewijs van enige serieuze overpeinzing? Dit kan
helemaal geen samanvaya genoemd worden; het is louter onwetendheid.
Als we het woord samanvaya ontleden, krijgen we het woord samyak (grondig en
correct) en het woord anvaya (de natuurlijke of grammatische volgorde van woorden in een
zin, of de logische verbinding van oorzaak en gevolg). Met andere woorden, samanvaya
betekent âgrondige en correcte anvayaâ. Als we samanvaya willen scheppen in een zin,
dienen we het onderwerp, voorwerp, werkwoord en andere zinsdelen aan te passen, en op de
juiste plaatsen neer te zetten. Hoe kunnen we ooit verwachten de correcte anvaya te krijgen
als we het werkwoord op de plek van het onderwerp zetten, het voorwerp op de plek van het
werkwoord, en een ander zinsdeel op de plek van het voorwerp? Hoe kunnen we samanvaya
(grondige anvaya) tot stand brengen als we nog niet eens primaire anvaya kunnen creΩren?
De ware toepassing, vereniging en samenhang van welke zin dan ook kan alleen bereikt
worden door correcte samanvaya. We kunnen geen samanvaya bereiken door alles in
dezelfde positie te plaatsen, zonder diens kwalificatie of diskwalificatie op waarde te schatten en zonder te overwegen of het goed of slecht is. Als we bang zijn dat mensen
ontevreden zullen worden over ons, kunnen we verklaren dat alles gelijkwaardig is, in de
hoop dat we iedereen op deze manier hoe dan ook tevreden kunnen houden. Dit zal echter
niet leiden tot authentieke samanvaya. âTe trachten iedereen tevreden te stellen is
niemand tevredenstellen.â
http://slidepdf.com/reader/full/srimad-bhagavad-gitanlrevjnd 25/1064
Nu beweren enkele zogenaamde samanvaya-vĂ€dĂ©âs (degenen die een irrationele
compromis propageren op basis van valse gelijkwaardigheid) dat de GétÀ karma, jïÀna, yoga
en bhakti voorstelt als zijnde gelijkwaardig. ĂrĂ© BhagavĂ€n heeft duidelijk vastgesteld in de
GétÀ dat jïÀna superieur is aan karma, en yoga aan jïÀna; en uiteindelijk heeft Hij verklaard
dat bhakti superieur is aan yoga. SakĂ€ma-karma, dat wil zeggen vruchtdragende activiteiten die verricht worden in overeenstemming met de çÀstra, is voorgeschreven voor jĂ©vaâs die
misleid zijn door mÀyÀ. Degenen die wat meer gevorderd zijn worden opgedragen zich in te
laten met bhagavata-arpita niñkĂ€ma-karma. SĂ€dhakaâs die nog verder gevorderd zijn worden
opgedragen tattva-jĂŻĂ€na te cultiveren, en bovenal wordt de opperheerschappij van çuddha- bhagavat-bhakti beschreven. In de Bhagavad-gĂ©tĂ€ stelt ĂrĂ© KÄñëa Zelf bhakti vast als het
ultieme doeleinde. Dit is de eigenlijke samanvaya van de GétÀ, en het is gebaseerd op de
wetenschappelijke gradatie die BhagavÀn Zelf heeft verklaard. Het is volkomen dwaasheid
om deze authentieke samanvaya op te geven, en diens eigen beperkte intelligentie te
gebruiken om onafhankelijk naar een andere samanvaya te zoeken in de GĂ©tĂ€. BhagavĂ€n ĂrĂ© KÄñëa heeft para-tattva, de Allerhoogste Absolute Waarheid, gedefinieerd door brahma- jĂŻĂ€na als vertrouwelijk, paramĂ€tma-jĂŻĂ€na als vertrouwelijker, en para-bhakti als meest
vertrouwelijke onderwerp van de GétÀte beschrijven. Dit is de werkelijke samanvaya van de
GétÀ.
Sommige moderne commentatoren beweren dat het aanbidden van de devaâs en devĂ©âs hetzelfde is als het aanbidden van ĂrĂ© BhagavĂ€n. Maar de çloka: ye âpy anya-devatĂ€-bhaktĂ€
(GétÀ 9.23) verklaart dat deva aanbidding tegen de voorgeschreven regels ingaat. Degenen
die de devaâs aanbidden bereiken deva-loka, waar ze van hemels genoegen genieten, endaarna keren ze weer terug naar de vergankelijke wereld. Degenen die BhagavĂ€n aanbidden
verkrijgen prema-mayé-sevÀ in bhagavat-dhÀma, en keren nooit meer terug naar deze wereld.
Het wordt onmiskenbaar verklaard in de çÀstra: yas tu nĂ€rĂ€yaĂ«aĂ devaĂ rudrĂ€di-daivataiĂč viñëau sarvesvareçetad-itara-sama-dhĂ©r yasya vĂ€ nĂ€rakĂ© saĂč (Padma PurÀëa), dat degenen die
devaâs zoals Rudra als identiek aan NĂ€rĂ€yaĂ«a beschouwen, slecht zijn en naar de hel zullen
gaan.
Sommige mensen verklaren de çloka: ye yathÀ mÀà prapadyante (GétÀ 4.11) nogal
onnauwkeurig. Ze speculeren dat iedereen hetzelfde verblijf zal bereiken, wat voor
aanbidding ze ook maar verrichten; mensen kunnen talrijke paden volgen maar hun eindbestemming is ÏÏn. Als we ons echter zorgvuldig beraden over deze çloka, zullen we
begrijpen dat deze conclusie onjuist is. Het betekent eigenlijk dat KÄñëa resultaten schenkt
naar gelang de mate van iemands çaranÀgati, overgave tot Hem. Als het resultaat dat men
bereikt afhankelijk is van de karma die men verricht, hoe kan iedereen dan hetzelfde
8/21/2019 Srimad Bhagavad Gita_NL[Rev]JND
http://slidepdf.com/reader/full/srimad-bhagavad-gitanlrevjnd 26/1064
resultaat verwerven? Noch deze çloka, noch enige andere çloka van de GétÀ verklaard dat
degenen die overgegeven zijn hetzelfde resultaat bereiken als degenen die dat niet zijn.
Er is een andere reden om deze conjectuur af te wijzen als onjuist. Verschillende
mensen hebben verschillende redenen om BhagavĂ€nâs beschutting te aanvaarden. KarmĂ©âs
aanvaarden het om van zintuiglijke objecten te genieten, jĂŻĂ€nĂ©âs om mukti te verkrijgen, yogĂ©âs om diverse mystieke volmaaktheden te verwerven en bhagavad-bhaktaâs om ekĂ€ntika prema-mayĂ©-sevĂ€ tot BhagavĂ€n te verkrijgen. Aangezien hun verlangens, hun sĂ€dhana, en
hun doeleinden allemaal verschillend zijn, kunnen ze onmogelijk allemaal hetzelfde
resultaat boeken. Veel mensen denken dat het tweede deel van deze çloka inhoudt dat
iedereen in alle opzichten vooruitgang boekt op het pad naar het bereiken van BhagavÀn.
Dit suggereert dat dieven, rovers, schurken en degenen die zich te buiten gaan aan
ongeoorloofde seks, ook het pad volgen om BhagavÀn te bereiken. Is zulke logica correct?
Nee, nooit! Deze çloka betekent in werkelijkheid dat karma
http://slidepdf.com/reader/full/srimad-bhagavad-gitanlrevjnd 2/1064
Voorwoord
Allereerst bied ik mijn gebeden aan tot ĂrĂ© Guru, de Vaiñëava âs en BhagavĂ€n. Smekend
om hun genadevolle zegeningen, leg ik deze gunstige invocatie tot deze huidige editie van
ĂrĂ©mad Bhagavad-gĂ©tĂ€ voor. Onze enige raadgever en beschutting in deze poging zijn de
oorzaakloze genade en gunstige zegeningen van onze GauĂČĂ©ya guru-varga, behorend tot de
ĂrĂ© RĂŒpĂ€nuga-SĂ€rasvata lijn.
Door de gunstige verlangens en zegeningen van mijn ĂrĂ© GurupĂ€da-padma, nitya-lĂ©lĂ€ praviñöa oĂ viñëupĂ€da añöottara-çata ĂrĂ© ĂrĂ©mad Bhakti PrajĂŻĂ€na Keçava GosvĂ€mĂ© MahĂ€rĂ€ja,
publiceerde ĂrĂ© GauĂČĂ©ya VedĂ€nta Samiti zijn eerste editie van ĂrĂ©mad Bhagavad-gĂ©tĂ€ op de
9de HÄçikesa, ĂrĂ© Gaurabda 491, hetgeen overeenkomt met de westerse datum van 6
september 1977. Dit werk bevatte het GĂ©tĂ€-bhĂŒĂ±ana commentaar van vedĂ€ntĂ€cĂ€rya-bhaskĂ€ra (de verlichtende zon onder de vedĂ€nta Ă€cĂ€ryĂ€âs), ĂrĂ© ĂrĂ©la Baladeva VidyĂ€bhĂŒĂ±ana-pĂ€da,
evenals het commentaar van nitya-lĂ©lĂ€ praviñöa oĂ viñëupĂ€da ĂrĂ© ĂrĂ©la Bhaktivinoda
ĂhĂ€kura, getiteld Vidvat-raĂŻjana. Na deze publicatie bracht de ĂrĂ© GauĂČĂ©ya VedĂ€nta Samiti
op 3 oktober 1990 een beknopte pocket editie uit van ĂrĂ©mad Bhagavad-gĂ©tĂ€, die bestond uit
de Sanskriet çlokaâs en Bengali vertaling.
Er zijn onder het redacteurschap van jagad-gurunitya-lĂ©lĂ€ praviñöa oĂ viñëupĂ€da añöottara-çata ĂrĂ© ĂrĂ©mad BhaktisiddhĂ€nta SarasvatĂ© GosvĂ€mĂ© PrabhupĂ€da al vele edities van
de Bhagavad-gétÀ gepubliceerd inclusief de twee bovengenoemde commentaren, alsmede de
vertaling en uiteenzetting van zijn essentie. Vervolgens zijn er onder het barmhartige leiderschap van ĂrĂ©la SarasvatĂ© ĂhĂ€kura door verschillende maöhaâs, tempels en
zendingposten, verschillende edities van deze çÀstra gepubliceerd in de Bengaalse taal. De
Tejapura sector van Assam publiceerde een editie van de GétÀ in de Assamese taal, en er
zijn ook een aantal Engelse edities gepubliceerd vanuit Calcutta en Tamil Nadu. Tot nu toe
bestond er echter nog geen Hindi editie van ĂrĂ©mad Bhagavad-gĂ©tĂ€ met de commentaren
van ĂrĂ©la CakravartĂ© ĂhĂ€kura of ĂrĂ©la Baladeva VidyĂ€bhĂŒĂ±ana-pĂ€da.
De verschillende Hindi sprekende gebieden van India, en in feite van de hele wereld,
snakten naar een editie van deze juweelachtige çÀstra met de originele çlokaâs en een Hindi
vertaling. Om aan deze behoefte te voldoen heeft mijn Godbroeder pĂŒjyapĂ€da ĂrĂ©la
BhaktivedĂ€nta NĂ€rĂ€yÀëa MahĂ€rĂ€ja, die de vice-president en algemene redacteur van ĂrĂ©
GauĂČĂ©ya VedĂ€nta Samiti is, deze koninklijke editie van Bhagavad-gĂ©tĂ€ klaargemaakt voor
publicatie. Het bevat de originele Sanskriet çlokaâs, anvaya (woord voor woord) vertalingen,
de SĂ€rĂ€tha-varñiĂ«Ă© öékĂ€ door ĂrĂ© GauĂČĂ©ya Vaiñëava Ă€cĂ€rya mahĂ€-mahopadhyĂ€ya, ĂrĂ© ĂrĂ©la
ViçvanĂ€tha CakravartĂ© ĂhĂ€kura, en de ongecompliceerde, ongekunstelde en
8/21/2019 Srimad Bhagavad Gita_NL[Rev]JND
http://slidepdf.com/reader/full/srimad-bhagavad-gitanlrevjnd 3/1064
altijd dankbaar en verschuldigd zijn voor deze dienst. Intellectuelen en achtenswaardige
lezers die Hindi kennen, zullen ongetwijfeld grote gelukzaligheid en ultiem voordeel
onttrekken door aanhoudende studie van deze huidige editie.
Jagad-guru oĂ viñëupĂ€da ĂrĂ©la Bhaktivinoda ĂhĂ€kura schreef aan het eind van zijn inleiding genaamd avataraĂ«ikĂ€, in zijn originele versie van deze çÀstra: âJammer genoeg
bestaan de meeste commentaren en Bengali vertalingen van ĂrĂ©mad Bhagavad-gĂ©tĂ€ die tot
op heden zijn uitgebracht, uit die van voorstanders van ononderscheiden monisme
(brahmavĂ€dĂ©âs).â Het is een zeldzaamheid om een commentaar of vertaling te vinden die in
overeenstemming is met bhagavad-bhakti. ĂÀÏkara-bhÀñya en Ănandagiri-öékĂ€ zijn vervuld
van ononderscheiden monisme of abheda-brahmavĂ€da. ĂrĂ© MadhusĂŒdana SarasvatĂ©pĂ€daâs
commentaar bevat een paar verklaringen die het proces van bhakti voeden, maar wanneer
we diens essentie en prominente instructies in overweging nemen, zien we dat ook dit
commentaar probeert ononderscheiden monisme, brahmavĂ€da of mukti vast te stellen. Hoewel niet volledig begiftigd met monisme, heeft ĂrĂ©la ĂrĂ©dhara SvĂ€mĂ©âs commentaar nog
steeds een vleugje van sÀmpradÀyika çuddhÀdvaitavÀda (zuiver non-dualisme) in zich.
âĂrĂ©la RĂ€mĂ€nujĂ€cĂ€ryaâs commentaar is volledig in overeenstemming met het proces van
bhakti. We hebben echter in ons land geen commentaar op de GĂ©tĂ€ dat gebaseerd is op ĂrĂ©
Caitanya MahĂ€prabhuâs filosofie van acintya-bhedĂ€bheda. Derhalve is de Ă€nanda van rasika bhaktaâs, die de ultieme zuivere bhakti-rasa proeven, niet gestimuleerd. Om deze reden, om
de çuddha-bhaktaâs aan te zetten tot het proeven van bhakti-rasa en om voordeel te
schenken aan de gelovige mensen in het algemeen, ondernam ik grote moeite om hetcommentaar geschreven door mahĂ€-maho-padhyĂ€ya ĂrĂ©la ViçvanĂ€tha CakravartĂ© MahÀçaya,
die het kroonjuweel onder de bhaktaâs en een loyale volgeling van ĂrĂ© GaurÀëga
MahĂ€prabhu is, te verzamelen. Ik heb toen ĂrĂ©mad Bhagavad-gĂ©tĂ€ gepubliceerd met zijn
Sanskriet commentaar, alsmede de Bengali vertaling getiteld Rasika RaĂŻjana, die ermee in
lijn is. De GĂ©tĂ€-bhÀñya van ĂrĂ©la Baladeva VidyĂ€bhĂŒĂ±ana Prabhu is uiteraard ook in
overeenkomst met de leerstellingen van ĂrĂ©man MahĂ€prabhu, maar bestaat voornamelijk
uit filosofische gedachten, daar waar ĂrĂ©la CakravartĂ© MahÀçaya âs öékĂ€ volkomen is in de
aspecten van zowel filosofische gedachten als préti-rasa (het gemoed en de smaak van
liefde). âWe hebben alleen het commentaar van ĂrĂ©la CakravartĂ© ĂhĂ€kura gepubliceerd,
aangezien zijn opvattingen eenvoudig te bevatten zijn en zijn gebruik van Sanskriet
onverbloemd en duidelijk is. Algemene lezers kunnen het daarom gemakkelijk begrijpen.â
Jagad-guru, ĂrĂ©la SarasvatĂ© GosvĂ€mĂ© PrabhupĂ€da heeft ook gezegd, âEr zijn talrijke
uiteenzettingen, commentaren en vertalingen van deze Gété-çÀstra in vele talen. Hoewel de
8/21/2019 Srimad Bhagavad Gita_NL[Rev]JND
http://slidepdf.com/reader/full/srimad-bhagavad-gitanlrevjnd 4/1064
GĂ©tĂ€ erg populair is onder de massa, heeft ĂrĂ©la ViçvanĂ€tha CakravartĂ© ĂhĂ€kura een öékĂ€
getiteld SĂ€rĂ€tha-varñiĂ«Ă© geschreven voor de GauĂČĂ©ya rasika-bhaktaâs, welke in
overeenstemming is met de opvattingen van de ĂrĂ© GauĂČĂ©ya Vaiñëavaâs. ĂrĂ©la ViçvanĂ€tha
CakravartĂ© ĂhĂ€kura is de vierde telg uit de çiñya-paramparĂ€ van ĂrĂ©la Narottama ĂhĂ€kura.
Hij is een Ă€cĂ€rya en de bewaarder van GauĂČĂ©ya Vaiñëava dharma, en hij leefde en schreef in de middeleeuwse periode van zijn historische ontwikkeling. De volgende çloka over hem is
erg beroemd:
viçvasya nĂ€tharĂŒpo âsau bhakti vartma pradarçanĂ€t bhakta-cakre vartitatvĂ€t cakravarty Ă€khyayĂ€ bhavat
âHij is bekend onder de naam ViçvanĂ€tha, de heer van het universum, omdat hij
het pad van bhakti aanduidt, en hij wordt Cakravarté (hij rondom wie een kring of
gezelschap draait) genoemd, omdat hij altijd in het gezelschap (cakra) van çuddha- bhaktaâs verblijft.â
âIedere GauĂČĂ©ya Vaiñëava weet zeker wel iets over ĂrĂ©la CakravartĂ© ĂhĂ€kura. Degenen
die zich voortdurend verdiepen in het bestuderen van het ĂrĂ©mad-BhĂ€gavatam, die GĂ©tĂ€- çÀstra bespreken, en die de GauĂČĂ©ya çÀstraâs bestuderen, onderwijzen en overdenken,
moeten zich tot op zekere hoogte bewust zijn van zijn bovenaardse composities.â
GauĂČĂ©ya Vaiñëava Ă€cĂ€ryaâs zoals ĂrĂ©la ViçvanĂ€tha CakravartĂ© ĂhĂ€kura, die omvangrijke
Sanskriet çÀstraâs met commentaar heeft geschreven, verschijnen slechts zeer zelden in dezewereld. Behalve het schrijven van zulke uitgebreide Sanskriet literatuur, hield hij zich ook
bezig met maatschappelijk werk ten bate van de GauĂČĂ©ya Vaiñëava genootschap, en dit
omvatte ook het in stand houden van de heiligheid van de sampradÀya. Deze twee bijdrages
werden bepaald middels predikwerk, en bevonden zich beiden in het domein van kértaëa.
In Sakabda 1628 (circa 1707 A.D.), toen ĂrĂ©la ViçvanĂ€tha CakravartĂ© ĂhĂ€kura erg oud
was geworden, stuurde hij zijn student, GauĂČĂ©ya Vaiñëava VedĂ€nta Ă€cĂ€rya mahĂ€-maho- padhyĂ€ya (het kroonjuweel onder de geleerden) ĂrĂ©pĂ€da Baladeva VidyĂ€-bhĂŒĂ±aĂ«a samen
met ĂrĂ© KÄñëa-deva, die ĂrĂ©la ViçvanĂ€tha CakravartĂ© ĂhĂ€kuraâs eigen discipel was, naar de
vergadering van de koning van Jaipura. In die tijd had zich een grote rampspoed over de ĂrĂ© GauĂČĂ©ya Vaiñëava sampradĂ€ya voltrokken. De kaste-vaiñëavaâs hadden hun sĂ€mpradĂ€yika
identiteit (een specifieke manier van denken en handelen) verwaarloosdâof hadden deze
vergetenâen toonden zich oneerbiedig tegenover Vaiñëava vedĂ€nta. Daardoor werden de
geldigheid van de GauĂČĂ©ya Vaiñëava siddhĂ€nta en de identiteit van de sampradĂ€ya op de
proef gesteld en in twijfel getrokken. Om deze rampspoed te neutraliseren, schreef ĂrĂ©pĂ€da
8/21/2019 Srimad Bhagavad Gita_NL[Rev]JND
http://slidepdf.com/reader/full/srimad-bhagavad-gitanlrevjnd 5/1064
Baladeva VidyĂ€bhĂŒĂ±aĂ«a een onafhankelijk en afzonderlijk commentaar genaamd Brahma- sĂŒtra-bhÀñya, welke in overeenstemming is met de opvattingen van de ĂrĂ© GauĂČĂ©ya Vaiñëava
sampradĂ€ya. Op deze manier bewees hij de ĂrĂ© GauĂČĂ©ya Vaiñëava sampradĂ€ya een uitermate
voortreffelijke dienst, en hij verwierf met zijn grote en belangrijke prestatie de hartelijke
zegeningen en goedkeuring van ĂrĂ©la CakravartĂ© ĂhĂ€kura. Dit incident is een schitterend voorbeeld van ĂrĂ©la CakravartĂ© ĂhĂ€kuraâs tweede grote dienst aan de GauĂČĂ©ya Vaiñëava
sampradÀya, namelijk het prediken van Vaiñëava dharma. Het is vooral opmerkelijk dat,
hoewel ĂrĂ©la Baladeva niet in een dynastie van brĂ€hmaĂ«aâs was verschenen, ĂrĂ©la
CakravartĂ© ĂhĂ€kura zijn goedkeuring gaf aan de hervormingen die hij maakte in de
conclusies van de sampradĂ€ya, en hem zodoende tot Vaiñëava ĂcĂ€rya verklaarde. Dit is een
belangrijk en verhelderend punt in GauĂČĂ©ya Vaiñëava siddhĂ€nta.
ĂrĂ©mad Bhagavad-gĂ©tĂ€ çÀstra bestaat uit achttien opeenvolgende hoofdstukken, die als
hoofdstukken vijfentwintig tot tweeΩnveertig van de Bhéñma-parva van MahÀbhÀrata
verschijnen. BhagavĂ€n ĂrĂ© KÄñëa Zelf is de spreker, en Zijn vriend Arjuna is de luisteraar. Voordat we ĂrĂ© GĂ©tĂ€ lezen is het van groot belang de wederzijdse verhouding tussen Arjuna
en BhagavÀn te begrijpen, en ook om te begrijpen wat voor soort jïÀna of houding Arjuna
had ten opzichte van BhagavĂ€n. ĂrĂ©mad Bhagavad-gĂ©tĂ€ is geen denkbeeldige çÀstra, en
daarom bestaat er geen noodzaak om het middels wereldse bespiegelingen uit te leggen of te
interpreteren. Sommige mensen zeggen bijvoorbeeld dat we SaĂŻjaya als een metafoor voor
goddelijk inzicht moeten zien, en dat de blinde koning DhÄtarÀñöra de blinde geest
vertegenwoordigt; dit is louter giswerk en fantasie. Het is natuurlijk en mogelijk om een
zelfbeheerste geest te hebben wanneer men goddelijk inzicht heeft, niet andersom. Zoângeest kan zijn materiΩle zintuigen onder controle houden. De strekking van GĂ©tĂ€ zoals
begrepen door Arjuna, SaĂŻjaya, DhĂ„tarÀñtra, Janamejaya, Ăaunaka en andere Äñiâs kan
onmogelijk slechts een metaforische uitdrukking zijn.
Het wordt over het algemeen aanvaard dat het woord GétÀ enkel refereert aan die
ĂrĂ©mad Bhagavad-gĂ©tĂ€ die ĂrĂ© KÄñëa aan Zijn vriend Arjuna onderwees. Tegenwoordig
vinden we in boekenwinkels boeken met titels zoals GĂ©tĂ€-samanvaya of GĂ©tĂ€-granthĂ€valĂ©. Deze boeken worden populairder gemaakt door de claim dat ze grote çÀstraâs zijn die de ware
essentie van alle çÀstra kennis bevatten. Echter, ĂrĂ©mad Bhagavad-gĂ©tĂ€, welke voortvloeide
uit de lotusmond van ĂrĂ© BhagavĂ€n Zelf, is soeverein en eeuwig, en gaat getooid met onovertroffen aanhangsels zoals sarva-jĂŻĂ€na-prayojikĂ€ (datgene wat het doel van alle kennis
vervuld), sarva-çÀstra-sĂ€rabhĂŒtaĂč (het wezenvan alle çÀstraâs), en tattvĂ€rtha-jĂŻĂ€na-maĂŻjarĂ© (de bloeiende knop van kennis van de betekenissen van de absolute tattva). Waarom zou
iemand weigeren dit te aanvaarden?
8/21/2019 Srimad Bhagavad Gita_NL[Rev]JND
http://slidepdf.com/reader/full/srimad-bhagavad-gitanlrevjnd 6/1064
Er bestaan vele groepen van bespiegelaars die hun onafhankelijke schaamteloosheid
vertonen door te zeggen, âAlles is hetzelfde; het is allemaal ÏÏn.â Zo prediken de nirviçeña- vĂ€dĂ©âs bijvoorbeeld ononderscheiden monisme; sluiten de cit-jada-samanvaya-vĂ€dĂ©âs een
irrationeel compromis door te proberen harmonie te scheppen tussen cit en jada (geest en
materie); aanvaarden de bahu-éçvara-vĂ€dĂ©âs vele éçvaraâs; en beschouwen de jĂ©va-brahma- ekavĂ€dĂ©âs jĂ©va en brahma als ÏÏn. Deze en andere scholen hanteren over het algemeen
termen zoals samanvaya (harmonie), in een poging overeenkomsten te vinden tussen cit en
acit, in plaats van hun vaiçiñöya (unieke kenmerken) aan te tonen. Deze zogenaamde
grootmoedige moralisten brengen voortdurend speculatieve en bezoedelende commentaren
uit op de GĂ©tĂ€, BhĂ€gavata en andere çÀstraâs. Op deze manier zijn ze vlijtig bezig tevergeefs te
trachten hun wijsheid en activiteiten tentoon te stellen, welke ze voordoen als zijnde zeer
bewonderenswaardig en vrijgevig.
ge¥nterpreteerd. Werkelijke, onvervalste samanvaya kan alleen in BhagavÀn worden waargenomen, en men kan geen speculatieve of denkbeeldige verzinsels gelijkstellen aan
deze ware samanvaya. Moderne boekenwinkels en bibliotheken bevatten vele voorbeelden
van samanvaya-bhÀñya (irrationele, bezoedelende commentaren) op de GétÀ, maar hun
zogenaamde samanvaya is vals. Als we alleen de eenheid van Parameçvara, de Allerhoogste
Bestuurder, en deze wereld aanvaarden, kunnen we geen staat van samanvaya tussen deze
twee vaststellen, noch kunnen enige anvaya (directe verbinding) tussen ze maken. We zien
dat deze ziekte van samanvaya-vÀda tegenwoordig dominant is onder de mensen van de
zogenaamde geschoolde samenleving. Het is daarom noodzakelijk om de infectie van zulkemisvattingen tegen te gaan en te weerleggen.
We dienen te trachten jĂŻĂ€na te bereiken door standvastige navraag, terwijl men
vertrouwen handhaaft in de onfeilbare geldigheid van de çÀstraâs. Echter, degenen die trots
zijn op hun westers georiΩnteerde opleiding, plegen liever onderzoeken door zichzelf op te
laten gaan in de denkwijze van verschillende soorten wereldse logica. Zulke wereldse
historici en onderzoekers (wetenschappers) zijn volledig atheÂĄstisch. Zij trachten de
methodes van werelds onderzoek toe te passen om het tijdstip waarop de çÀstraâs zijn
geschreven vast te stellen. Zulke vruchteloze inspanningen kunnen schijnbare
onverenigbaarheden aan het licht brengen, maar kunnen deze niet in overeenstemming brengen. Uiteindelijk leidt dit wereldse onderzoek naar de çÀstraâs er toe dat de
onderzoekers de eigenlijke Absolute Realiteit die de çÀstraâs vaststellen verwerpen. ĂrĂ©mad Bhagavad-gĂ©tĂ€ is een specifiek onderdeel van MahĂ€bhĂ€rata, maar wereldse onderzoekers
beweren zelfs dat het op een later tijdstip is toegevoegd. De glories van onze sanĂ€tana Ă€rya Äñiâs worden door dit soort onderzoek niet geprezen en ontplooid. Integendeel, diens invloed
8/21/2019 Srimad Bhagavad Gita_NL[Rev]JND
http://slidepdf.com/reader/full/srimad-bhagavad-gitanlrevjnd 7/1064
zorgt ervoor dat de onderzoekers extreme veronachtzaming en ongehoorzaamheid tot ze
vertonen. Dit is geen zoektocht naar onsterfelijke nectar, maar het braken van gif.
Vandaag de dag gebruiken de opgeleide mensen vaak de term sÀmpradÀyika in de
betekenis van het woord âsektarischâ, en deze opvatting beÂĄnvloedt hun gedachtegoed ook.
Ze willen zo laten zien dat ze erg ruimdenkend zijn, maar ze vergeten dat viçuddha- sampradÀya (het zuivere pad dat naar de Allerhoogste Absolute Waarheid leidt) de ware
opperste glorie is van sanÀtana Àrya-dharma, de eeuwige religie van de Arische beschaving
van geavanceerde spirituele cultuur. Een sampradÀya betekent eigenlijk çré guru-paramparÀ,
een bonafide erfopvolging van guruâs waardoor spirituele instructies in de wetenschap van
de Absolute Waarheid via de gehoorgang worden ontvangen. Sat-sampradÀya betekent dat
systeem dat de Allerhoogste Absolute Waarheid volledig en totaal verleent. Deze
sÀmpradÀyikÀ lijn, of dhÀrÀ, heeft sinds onheuglijke tijden binnenin de Indiase the¥stische
samenleving bestaan en gestroomd.
Mensen die zijn beÂĄnvloed door de oneigen doctrine van atheÂĄstisch communisme proberen de wetenschappelijk gegronde sampradĂ€ya-praĂ«Ă€li (systeem), welke onze Ă€rya-Äñiâs
ingesteld hebben, te vernietigen. De grondoorzaak van al deze problemen is de verkeerde
opvatting van het woord âsektarischâ, die vanuit het Westen is geÂĄntroduceerd.
Tegenwoordig tarten mensen de sat-sampradÀya door de beperkte opvattingen van vele
denkbeeldige en verzonnen sampradĂ€yaâs (sektes) naar voren te brengen. Ze kunnen de
Allerhoogste Absolute Waarheid niet op de juiste manier onderzoeken, dus gaan ze Hem
compromitteren, en zwichten ze voor de nukken van de wankele geest. Deze gedragslijn van
âruimdenkendheidâ of âopinie van de massaâ is een populaire rage vandaag de dag. Degenendie deze houding van opportunisme ontwikkelen zullen onvermijdelijk nirviçeña-vĂ€dĂ©âs
worden, en het oninteressante aspect van brahma aanbidden. Zulke dwaze pogingen om
para-tattva BhagavÀn als nirviçeña ofwel verstoken van variëteit te benoemen, worden
tegenwoordig als apasĂ€mpradĂ€yika of âniet-sektarischâ bestempeld.
De heersende trend is om çÀstraâs zoals Bhagavad-gĂ©tĂ€ op deze apasĂ€mpradĂ€yika (âniet-
sektarischeâ) wijze te interpreteren. Op grond van deze valse apasĂ€mpradĂ€yika ideologie,
geeft de moderne samenleving zijn goedkeuring aan ongebreidelde handelingen die niet
door de vingers worden gezien door çÀstra, en slechts worden uitgevoerd voor diens grillig
genot. Dit is zeer betreurenswaardig. De sanĂ€tana-Äñiâs en nitya-siddha mahĂ€- puruñaâs kennen verleden, heden en toekomst, en hebben hun inzicht en realisatie van de
Allerhoogste Absolute Waarheid, de param satyam, geperfectioneerd. Moderne
bespiegelaars minimaliseren en verwerpen de sluitende verklaringen van zulke grote zielen,
doordat ze hen als besmet zien met het euvel van het zijn van sĂ€mpradĂ€yika, of âsektarischâ.
Deze misleide commentatoren geven de voorkeur aan de door politici, sociale leiders,
8/21/2019 Srimad Bhagavad Gita_NL[Rev]JND
http://slidepdf.com/reader/full/srimad-bhagavad-gitanlrevjnd 8/1064
karmĂ©âs, jĂŻĂ€nĂ©âs en yogĂ©âs gegeven verklaringen van çÀstra, simpelweg omdat ze
apasĂ€mpradĂ€yika, of âniet-sektarischâ zijn, en voor geen betere reden. Het dient begrepen te
worden dat hun intelligentie simpelweg in beslag is genomen door impersonalisme en diep is
ondergedompeld in materialisme.
Als we de filosofie van ĂrĂ©mad Bhagavad-gĂ©tĂ€ op de juiste wijze willen begrijpen, en zijn eigenlijke gevolgtrekking wil kennen, dienen we onze voorgaande Ă€cĂ€ryaâs te volgen en de
beschutting van hun instructies te aanvaarden. Dan, en alleen dan, zullen zijn meest
innerlijke intenties aan ons geopenbaard worden, en door ons omarmd worden. Elke çÀstra
is simpel en eenvoudig te begrijpen wanneer de auteur er zijn eigen commentaar op schrijft,
en zo diens ware bedoeling verklaart en verheldert. Anders, als we diens bedoeling zonder
de hulp van dit commentaar willen doorgronden, zullen we onvermijdelijk overmeesterd
worden door de vier defecten: begoocheling, onvolkomenheid van de zingtuigen, de neiging
fouten te maken en de neiging te bedriegen. De voorgaande Ă€cĂ€ryaâs in onze guru-
paramparĂ€ (erfopvolging van spirituele leermeesters) en de trikĂ€la-jĂŻa Äñiâs, die verleden, heden en toekomst kennen, zijn echter vrij van deze vier defecten. De enige manier om de
ware essentie van de GétÀ te bevatten, is door de beschutting van hun volmaakte realisaties
van de Allerhoogste Absolute Waarheid te aanvaarden.
In dit verband heeft mijn goddelijke meester, parama-arĂ€dhyadeva ĂrĂ© ĂrĂ©la Bhakti
PrajĂŻĂ€na Keçava GosvĂ€mĂ© MahĂ€rĂ€ja relevante instructies gegeven over ĂrĂ©mad Bhagavad- gĂ©tĂ€, die ik hier zal trachten op te sommen:
âHet doel van de GĂ©tĂ€ is niet om instructies over politiek of militaire strategie te geven.Integendeel, zijn doel is volledige çaraĂ«Ă€gati tot de lotusvoeten van ĂrĂ© KÄñëa, de
Allerhoogste Absolute Realiteit. De GétÀ lijkt te zijn gesproken ten bate van Arjuna. In
werkelijkheid echter, is Arjuna de eeuwige metgezel en sakhĂ€ van BhagavĂ€n ĂrĂ© KÄñëa,
dus kan hij nooit onder de betovering van illusie geraken. Zijn schijnbare verbijstering
was onderdeel van de dramatische voorstelling die de verschijning van de GétÀ
bevorderde. Dit wordt begrepen uit de verklaringen van de Vedaâs: pĂ€rtho vatsa, âDe
verschijning van de GétÀmÄta wordt vergeleken met het geven van melk, en Arjuna
speelt de rol van het kalfâ. Deze melk van de GĂ©tĂ€mĂ„ta werd niet slechts ten gunste van
Arjuna gegeven, maar voor de gehele mensheid. ĂrĂ© KÄñëa Zelf heeft gezegd: mĂ€m ekaà çaranaĂ vraja. De strekking van het woord ekaĂ is om zich alleen aan de ultieme
almachtige ĂrĂ© KÄñëa over te geven, en dit is voorwaar de enige conclusie van de GĂ©tĂ€- çÀstra. In de GĂ©tĂ€ vinden we dat ĂrĂ© BhagavĂ€n Zijn bhakta opdraagt om een gelofte in
Zijn naam af te leggen: kaunteyapratijĂ€nĂ©hi na me bhaktaĂč praĂ«açyati. Dit is omdat Hij
de gelofte van Zijn bhaktaâs onder alle omstandigheden feilloos nakomt, terwijl Hij de
8/21/2019 Srimad Bhagavad Gita_NL[Rev]JND
http://slidepdf.com/reader/full/srimad-bhagavad-gitanlrevjnd 9/1064
gelofte die Hij Zelf aflegt nog wel eens wil laten verslappen door de verontrustende
gebeden van Zijn bhaktaâs. Daarom, door het vertoon van Zijn natuurlijke aard van
bhakta vĂ€tsalya, verkondigt Hij in de GĂ©tĂ€ (4.9) de triomf van Zijn bhaktaâs. Hier
verklaart Hij dat Zijn verschijning en activiteiten, welke begiftigd zijn met
onvoorstelbare çakti, zowel divya (goddelijk), alaukika (bovenaards) als aprĂ€kĂ„ta (voorbij aan de materiΩle geaardheden) zijn. De Vedaâs zijn de vÀëi die direct is
voortgekomen uit de ademhaling van Ăçvara. ĂrĂ©mad BhĂ€gavata-gĂ©tĂ€ zijn de woorden die
direct zijn voortgevloeid uit de lotusmond van diezelfde Ăçvara, en het is apauruñeya.
Dat wil zeggen, diens oorsprong is goddelijk en gaat het gezag van de mens te boven,
precies zoals die van de Vedaâs. Er is geen mogelijkheid om dit feit te betwisten. In de
GétÀ (9.11) heeft BhagavÀn tegen Arjuna gezegd dat dwaze mensen die door mÀyÀ
(avidyÀ) misleid worden, geen respect tonen voor Zijn aprÀkÄta sac-cid-Ànanda
gedaante, ofwel çré vigraha. Integendeel, ze minachten het en zien het aan voor een
doodgewoon, vergankelijk, menselijk lichaam. Niets kan een eerbiedwaardig object zijn als het onpersoonlijk of verstoken van gedaante is. We kunnen niet accepteren dat een
object nirguĂ«a of aprĂ€kĂ„ta is, enkel omdat het een onpersoonlijke aard heeft. De sac- cid-Ă€nanda gedaantes van ĂrĂ© BhagavĂ€n en de Vaiñëavaâs zijn buitengewoon zuiver, vrij
van materiΩle geaardheden (nirguëa tattva) en aprÀkÄta, hoewel de materiΩle zintuigen
dit niet kunnen waarnemen.â
Jagad-guru ĂrĂ©mad BhaktisiddhĂ€nta SarasvatĂ© PrabhupĂ€da schreef in zijn öékĂ€:
âĂrĂ©mad Bhagavad-gĂ©tĂ€, welke uit achttien hoofdstukken bestaat, is ook bekend als
Upaniñata. Er zijn talrijke commentaren, verklaringen en vertalingen van deze çÀstra in
verschillende talen. Onder al de verscheidene commentaren op ĂrĂ©mad Bhagavd-gĂ©tĂ€
die nu voorhanden zijn, zijn alleen die van ĂrĂ©la ĂrĂ©dhara SvĂ€mĂ©, ĂrĂ©la RĂ€mĂ€nujĂ€cĂ€rya,
ĂrĂ©la MadhvĂ€cĂ€rya, ĂrĂ©la ViçvanĂ€tha CakravartĂ© ĂhĂ€kura en ĂrĂ©la Baladeva
VidyĂ€bhĂŒĂ±ana van belang. Toegewijden die hun beschutting hebben gezocht bij ĂrĂ©
Caitanyadeva, de aanbiddenswaardige iñöa van GauĂČĂ©ya Vaiñëavaâs, halen het grootste
genot uit deze commentaren, die worden aangeraden door de metgezellen van ĂrĂ©
GaurÀÏgadeva. BrĂ€hmaĂ«aâs die zijn geboren in een oorspronkelijke brĂ€hmaĂ«a familie (çaukra brĂ€hmaĂ«aâs), volgen smĂ€rta dharma, welke door Manu werd verkondigd.
Echter, GétÀ weigert al deze speculatieve meningen, omdat het bepalingen maakt voor
varĂ«a gebaseerd op bezigheidsaanleg en niet slechts op geboorte. BhagavĂ€n ĂrĂ© KÄñëa
heeft gezegd, âWanneer iemands verstand gestolen is, of door materiΩle verlangens om
weelde te vergaren of leed te verwijderen bedekt is geraakt, wordt hij gedreven door
8/21/2019 Srimad Bhagavad Gita_NL[Rev]JND
http://slidepdf.com/reader/full/srimad-bhagavad-gitanlrevjnd 10/1064
zijn eigen aard om de respectievelijke devaâs te aanbidden naar gelang de juiste regels
en bepalingen.â Waarom zouden we de beschutting van Adokñaja BhagavĂ€n opgeven,
en de beschutting aanvaarden van verschillende devaâs? Wanneer men de verering van
aprÀkÄta KÀmadeva, BhagavÀn Viñëu, verzaakt en in plaats daarvan anderen aanbidt, is
zijn kennis vernietigd en verloren. Het is niet mogelijk om KĂ€madeva, de apĂ€kĂ„ta NavĂ©na MĂ€dana, te aanbidden, totdat men vrij is van alle andere soorten verlangens.â
Jagad-guru ĂrĂ©la SaccidĂ€nanda Bhaktivinoda ĂhĂ€kura heeft in zijn Rasika-raĂŻjana
uiteenzetting van de GétÀ gezegd:
âToen de opperste genadevolle BhagavĂ€n ĂrĂ© KÄñëacandra, wiens geloftes feilloos
zijn, ĂrĂ©mad Bhagavad-gĂ©tĂ€ sprak, leek Hij Zijn woorden te richten tot Zijn vriend
Arjuna. In werkelijkheid echter, manifesteerde Hij deze çÀstra voor de verlossing van
de gehele wereld. Het is de ware gedaante van innerlijke beschouwing op de wezenlijke betekenissen van alle Vedaâs, en is het enige middel om het hoogste doel te bereiken.
âOm die reden is GĂ©tĂ€ çÀstra als het kroonjuweel van de Upaniñadâs, die samen met
de Brahma-sĂŒtra iemand geheel en alleen richting çuddha-bhakti sturen. Wanneer
mensen die brahma realisatie hebben bereikt GétÀ çÀstra horen, zullen ze net als
Uddhava sannyÀsa aanvaarden. De innerlijke strekking van de GétÀ is dat iemands
geschiktheid (adhikÀra) altijd in overeenstemming is met zijn aard (svabhÀva). Een
baddha-jéva kan onmogelijk tattva-vastu (de Absolute Realiteit) bereiken als hij zijn
eigen adhikĂ€ra opgeeft. Karma, jĂŻĂ€na en bhakti hebben elk hun afzonderlijke svabhĂ€va,dus zijn hun svarĂŒpaâs (gedaantes) ook verschillend. Derhalve hebben de Ă€cĂ€ryaâs, na
lang beraad over tattva, karma-kaĂ«ĂČa, jĂŻĂ€na-kaĂ«ĂČa en bhakti verdeeld in afzonderlijke
categorieΩn. Wanneer ment doelt op het bereiken van het allerhoogste genot in de
vorm van bhagavat-sevÀ, en alle mindere, inferieure genoegens negeert, zal karma
culmineren in bhakti. Daarom is het hoogste doel en resultaat van de jĂ©vaâskarma enkel
bhakti. Bhakti is een buitengewoon diepe en geheime tattva. Het is het ware
levensverschaffende elixer voor zowel karma als jĂŻĂ€na, omdat dit het noodzakelijke
middel is waardoor zij succesvol worden.
âOp grond van deze overwegingen is het onderwerp van bhakti in de middelste zes hoofdstukken van de GĂ©tĂ€ geplaatst, wat aantoont dat viçuddha-bhakti inderdaad het
allerhoogste doel is van de GétÀ. De çloka, sarva dharmÀn parityajya aan het einde van
de GétÀ stelt vast dat çaraëÀgati aan BhagavÀn beslist de meest vertrouwelijke instructie
is.â
http://slidepdf.com/reader/full/srimad-bhagavad-gitanlrevjnd 11/1064
Als men de sluitende leerstellingen van de werkelijkheid ( tattva-siddhÀnta) van de
gehele ĂrĂ©mad Bhagavad-gĂ©tĂ€ van diens gunstige begin tot diens einde wil begrijpen, dient
men allereerst çaraĂ«Ă€gata (overgegeven) te worden tot de ĂrĂ© RĂŒpĂ€nugĂ€ GauĂČĂ©ya Vaiñëava
ÀcÀrya guru-varga. We dienen de zuivere instructies van nitya-siddha persoonlijkheden die
het wereldse rijk te boven gaan te accepteren, want hun instructies zijn vrij van de vier tekortkomingen van zinsbegoocheling etc.; we hebben geen ander middel. Verschillende
bomen aan de oever van de Bhagavaté GaÏgÀ, zoals de neem, mango, bela en émli, ontvangen
allemaal hetzelfde zuivere water, maar ze produceren allemaal verschillende soorten
vruchten, die bitter, zoet en zuur zijn. Evenzo lezen verschillende jĂ©vaâs, die nog steeds
betoverd zijn door daivi-mÀyÀ, allemaal dezelfde çÀstra, en komen tot verschillende
conclusies naar gelang hun respectievelijke svabhĂ€vaâs. Men kan zich afvragen waarom
BhagavÀn Zijn dierbare vriend Arjuna had opgedragen om aan karma, jïÀna, yoga
enzovoorts te doen, als ze niet het allerhoogste middel zijn. Het antwoord is dat, waar ĂrĂ©
KÄñëa deze onderwerpen ook maar besproken heeft, Hij op diezelfde plaatsen ook vermeldt dat streven naar karma, jĂŻĂ€na en yoga zinloos en vruchteloos zijn zonder bhagavad-bhakti. ĂrĂ© Caitanya MahĂ€prabhu heeft laten weten dat de hoogste methode van bhajana is om
onder de Ă€nugatya (leiding) te verblijven van de vraja-gopĂ©âs: aiçvarya çithila preme nahi mora prĂ©ta. Dit is Zijn enige intiemste bedoeling. BhagavĂ€n ĂrĂ© KÄñëa, die de oorsprong van
alle avatĂ€raâs is, heeft in de GĂ©tĂ€ gezegd, sarva-dharmĂ€n parityajya. In deze çloka heeft Hij
bewezen en onderwezen dat Hij de allerhoogste bestuurder van mĂ€yĂ€, de devaâs en de gehele
kosmos is, en ook dat Hij het allerhoogste aanbiddenswaardige doel is van allemaal, het
allerhoogste doel van bhajana. Hij is het grondbeginsel of de handhaving van nirviçeña-brahma, het vereerbare object van de jĂŻĂ€nĂ©âs. Hij is de non-duale Absolute Waarheid
(advaya-jïÀna tattva), en Hij is de advitéya vÀstva-vastu (de Absolute Waarheid zonder een
gelijke). Als para-tattva is Hij de belichaming van alle nectargelijke luimen en is Hij
aanbiddenswaardig voor allen.
Het onderwerp van de eerste zes hoofdstukken van GétÀ çÀstra is karma-yoga en de
laatste zes hoofdstukken behandelen jĂŻĂ€na-yoga. Aangezien bhakti-yoga in de middelste zes
hoofdstukken is geplaatst, dienen we te begrijpen dat Bhakti MahÀdevé de allerhoogste
beschutting van karma en jĂŻĂ€na is. In de bijeenkomst waar ĂrĂ©mad BhĂ€gavatam was
gesproken, werd Bhakti MahÀdevé vastgesteld als de enige levensverschaffende bron van jïÀna, vairÀgya etc. Karma, jïÀna en yoga kunnen hun respectievelijke verlangde vruchten
niet verlenen zonder de genade van Bhakti-devé. Het specifieke bewijs hiervoor wordt
geleverd door verklaringen zoals: bhaktyĂ€ mam abhijĂ€nĂ€ti (GĂ©tĂ€ 18.55); bhaktyĂ€ labhyastvananyayĂ€ (GĂ©tĂ€ 8.22); bhaktyĂ€ham ekayĂ€ grahyaĂč (SrĂ©mad-BhĂ€gavatam 11.14.21); bhaktyĂ€ tuñyati kevalam; bhaktir evainaĂ nayati (MĂ€thara Ăruti); na sĂ€dhayati mÀà yogĂ€
8/21/2019 Srimad Bhagavad Gita_NL[Rev]JND
http://slidepdf.com/reader/full/srimad-bhagavad-gitanlrevjnd 12/1064
(ĂrĂ©mad-BhĂ€gatavam 11.14.20) enzovoorts. De gezaghebbende çÀstraâs verklaren duidelijk dat
de hoogste instructie voor de jĂ©vaâs bestaat uit het uitvoeren van viçuddha-, ananyĂ€- of
kevalĂ€-bhakti. De GĂ©tĂ€ çloka: satataĂ kĂ©rtayanto mam (GĂ©tĂ€ 9.14), stelt vast dat de aanbidding van ĂrĂ©
BhagavĂ€n bestaat uit kĂ©rtana van ĂrĂ© KÄñëaâs naam, gedaante, eigenschappen en bezigheden etc., en het beoefenen van de negen takken van bhakti.In ĂrĂ© Caitanya-CaritĂ€mĂ„ta wordt
gezegd: aprĂ€kĂ„ta vastu nahe prĂ€kĂ„ta gocara, âDatgene wat aprĂ€kĂ„ta is, bevindt zich buiten het
bereik van prĂ€kĂ„ta, jĂŻĂ€na en intelligentie.â Eigen mening, geleerdheid en andere wereldse
eigenschappen hebben geen toegang tot dat aprÀkÄta domein. Exclusieve çaraëÀgati, of
overgave van het zelf, is het enige middel om de genade van BhagavÀn te verwerven. Vele
mensen die bedwelmd zijn door hun eigen wereldse geleerdheid en ego beweren valselijk dat
zij de strekkingen van de çÀstraâs begrepen hebben, en dat ze die ook aan anderen kunnen
leren. Zij bedriegen echter eenvoudigweg zichzelf en hun publiek. Om dit punt van
liefdevolle overgave te benadrukken, heeft ĂrĂ© KÄñëa de instructie, teñÀà satata yuktĂ€nĂ€m (GĂ©tĂ€ 10.10) gegeven.
Men kan grondig vertrouwd raken met Bhagavat-tattva via het medium van buddhi- yoga, intelligentie in verbintenis met BhagavÀn, welke Hij Zelf verschaft. Degenen die met
groot geloof de beschutting aanvaarden van de lotusvoeten van ĂrĂ© KÄñëa, Guru en
Vaiñëavaâs, kunnen de ware strekkingen van de çÀstra begrijpen. Zij kunnen dan heel
eenvoudig de oceaan van het materiΩle bestaan oversteken, para-bhakti tot de lotusvoeten
van ĂrĂ© KÄñëa verkrijgen, en in aanmerking komen voor Zijn prema. Aldus is door de
woorden sarva guhyatam (de meest vertrouwelijke instructie van de GétÀ) het allerhoogstete bereiken doel vastgesteld. Dit wordt ook païcama puruñÀrtha genoemd, ofwel het hoogste
stadium van sĂ€dhana en bhajana. ĂrĂ© BhagavĂ€n heeft de oppermacht van bhakti-yoga
vastgesteld middels het medium van een vergelijkende discussie. ĂrĂ© Caitanya MahĂ€prabhu
en Zijn metgezellen, die zijn neergedaald om het tijdperk van Kali te zuiveren, hebben het
pad van de zoektocht naar de meest aanbiddenswaardige Allerhoogste Absolute Waarheid,
welke het toppunt van sÀdhana en bhajana is, laten zien. Door dit te doen hebben zij hun
oorzaakloze, hartelijke mededogen voor de jĂ©vaâs laten zien, en hebben deze uiterst liefdadige
daad in ons belang uitgevoerd. Daarom is dit de enige methode die goedgekeurd en
aangeraden wordt door diepzinnige wijzen en geleerden over de gehele wereld.
Verschijningsdag van ĂrĂ© ĂrĂ© GurupĂ€da-padma
GaurÀbda 510
http://slidepdf.com/reader/full/srimad-bhagavad-gitanlrevjnd 13/1064
8/21/2019 Srimad Bhagavad Gita_NL[Rev]JND
http://slidepdf.com/reader/full/srimad-bhagavad-gitanlrevjnd 14/1064
ĂrĂ©mad Bhagavad-gĂ©tĂ€ is onderdeel van ĂrĂ© MahĂ€bhĂ€rata, waarvan ĂrĂ©mad bhĂ€gavata-
avatĂ€ra, jagadguru ĂrĂ© ĂrĂ©mad KÄñëa DvaipĂ€yana Veda-VyĂ€sa de auteur is. Bhagavad-gĂ©tĂ€ bevat achttien hoofdstukken, die hoofdstukken vijfentwintig tot en met tweeΩnveertigvan
de Bhéñma-parva van ĂrĂ© MahĂ€bhĂ€rata vormen. De spreker van Bhagavad-gĂ©tĂ€, BhagavĂ€n ĂrĂ©
KÄñëa Zelf, richtte Zijn woorden tot Arjuna, Zijn eeuwige metgezel en dierbare vriend. Op
deze manier zegende Hij de gehele mensheid met deze buitengewoon waardevolle en
essentiΩle instructies, zodat geconditioneerde zielen de oceaan van geboorte en dood
kunnen oversteken, en dienst tot Zijn lotusvoeten kunnen verkrijgen. Geconditioneerde
zielen zijn bevangen door de waanvoorstelling van mĂ€yĂ€, daar waar Arjuna, KÄñëaâs vriend
zijnde, vrij is van begoocheling. Echter, om de geconditioneerde zielen te verlossen, bracht
ĂrĂ© KÄñëa Arjuna ertoe zich te gedragen alsof hij misleid was, en vragen te stellen vanuit het oogpunt van de misleide jĂ©vaâs. Terwijl ĂrĂ© BhagavĂ€n Arjunaâs vragen beantwoordde,
verdreef Hij allerhande twijfels, en legde op beslissende wijze de juiste volgorde uit van de
systematische beoefening waardoor de jĂ©vaâs bevrijd kunnen raken van de verbijstering van
de materiΩle energie.
ĂrĂ©mad Bhagavad-gĂ©tĂ€ wordt ook wel GĂ©topaniñad genoemd. Het is de meest belangrijke
Upaniñad binnen de Vedische filosofie, want het bevat de essentie van alle Vedische kennis.
Als men deze çÀstra voortdurend bestudeert, en de beschutting van de lotusvoeten van guru,
sĂ€dhu en Vaiñëavaâs aanvaardt, zal men haar innerlijke bedoelingen eenvoudig kunnenonderscheiden. Dientengevolge zal men de oceaan van geboorte en dood op een simpele en
natuurlijke manier oversteken, parĂ€ bhakti tot de lotusvoeten van ĂrĂ© KÄñëa verkrijgen, en
in aanmerking komen om KÄñëa prema te ontvangen. Hier bestaat geen twijfel over.
Tegenwoordig zien we in India dat grote filosofen, degenen die goed geÂĄnformeerd zijn,
en mensen van alle geloofsgemeenschappen deze koning van de çÀstraâs respecteren en er in
geloven. Vele beroemde politici en diepzinnige mensen uit alle landen van de wereld
hebben de glories van Bhagavad-gétÀ geprezen.
Sinds de oudheid zijn er vele commentaren geschreven op de GétÀ. Vooral die van
monisten (kevala-advaita-vĂ€dĂ©âs) zoals ĂrĂ© ĂaĂŻkarĂ€cĂ€rya, ĂrĂ© Ănandagiri en ĂrĂ© MadhusĂŒdhana SarasvatĂ© zijn bekend. Sterker nog, de meeste mensen hebben de GĂ©tĂ€ alleen
via deze commentaren bestudeerd en onderwezen. Sommige mensen bestuderen het
commentaar op de Bhagavad-gĂ©tĂ€ geschreven door de viçiñöa-advaita-vĂ€dĂ© ĂrĂ©
RĂ€mĂ€nujĂ€cĂ€rya, anderen bestuderen het commentaar van ĂrĂ©la ĂrĂ©dhara SvĂ€mĂ©, die een
çuddha-advaita-vÀdé was, en weer anderen bestuderen het commentaar geschreven door
8/21/2019 Srimad Bhagavad Gita_NL[Rev]JND
http://slidepdf.com/reader/full/srimad-bhagavad-gitanlrevjnd 15/1064
ĂrĂ©man MadhvĂ€cĂ€rya, die de Ă€cĂ€rya is van çuddha-dvaita-vĂ€da. Anderen vernemen de GĂ©tĂ€
via uiteenzettingen geschreven door hedendaagse politieke persoonlijkheden zoals ĂrĂ©
LokamĂ€nya Tilaka, GhĂ€ndĂ©jĂ© en ĂrĂ© Aravinda. Er zijn maar heel weinig mensen die de
gelegenheid hebben om voortdurend de commentaren te lezen van ĂrĂ© GauĂČĂ©ya
VedĂ€ntĂ€cĂ€rya ĂrĂ©la Baladeva VidyĂ€bhĂŒĂ±ana en ĂrĂ©la ViçvanĂ€tha CakravartĂ© ĂhĂ€kura, die het kroonjuweel van de GauĂČĂ©ya Vaiñëava Ă€cĂ€ryaâs is. Beiden zijn zeer bedreven in de
principes van acintya-bheda-abheda. Dit goed geluk wordt slechts zeer zeldzaam verkregen
binnen de levens van de meeste mensen.
RĂŒpanugĂ€-vara, ĂrĂ©la Bhaktivinoda ĂhĂ€kura, de zevende GosvĂ€mĂ© van de ĂrĂ© GauĂČĂ©ya
Vaiñëava sampradÀya, heeft twee edities van de GétÀ gepubliceerd in het Bengali. De
uiteenzettingen in deze edities zijn verrijkt met tattva en zijn bevorderlijk voor de
ontwikkeling van çuddha-bhakti, en ze komen overeen met de çrĂ© rĂŒpanugĂ€ opvattingen. De
inhoud van deze twee edities is gebaseerd op de commentaren geschreven door ĂrĂ©la
ViçvanĂ€tha CakravartĂ© ĂhĂ€kura en ĂrĂ©la Baladeva VidyĂ€bhĂŒĂ±ana. We kunnen geen schatting maken van het spirituele welzijn dat deze twee edities bieden aan de mensheid.
ĂrĂ©la Bhaktivinoda ĂhĂ€kura heeft in zijn commentaar de eeuwigheid, universaliteit en
oppermacht van bhakti vastgesteld. Op deze manier heeft hij het hoogste welzijn geleverd
aan de sĂ€dhakaâs die op zoek zijn naar het rijk van çuddha-bhakti. Vandaag de dag houden onbevoegde personen zich bezig met het publiceren van een
verscheidenheid aan speculatieve commentaren op de GétÀ. Ze presenteren schaamteloos
hun fantasierijke meningen, die verstoken zijn van correcte conclusies. Deze zogenaamde
commentaren zijn onzinnig, omdat ze falen onderscheid te maken tussen bewuste (cit) eninerte (acit) entiteiten. Hun auteurs trachten de eeuwigheid van çuddha-bhakti te
bespotten, en ze beweren over het algemeen dat enkel karma, of anders mÀyÀvÀda in de
vorm van nirviçeña-jïÀna, het doel is van de GétÀ. De gewone mens heeft een zwak en
kneedbaar geloof (çraddhÀ), en als ze deze commentaren horen en bestuderen, raken ze
afgedwaald van het pad van waarheid.
De nigama çÀstraâs (Vedaâs) zijn erg uitgebreid, en op verschillende plaatsen geven ze
instructies met betrekking tot karma, sÀÏkhya-jïÀna en ook bhagavad-bhakti. Er dient zich
dan een vraag aan: âHoe staan deze methodes met elkaar in verband, en wat is het criterium
voor het opgeven van de ene methode en het aanvangen met de volgende?â ĂĂ€stra geeft de juiste volgorde van gebruiken, en de kwalificaties die benodigd zijn om elk van die
gebruiken te beoefenen. Echter, de jĂ©vaâs die in Kali-yuga geboren worden hebben geringe
intelligentie, en leven niet erg lang. Het is daarom erg moeilijk voor ze om een volledige
studie van de çÀstraâs te voltooien, en hun eigen kwalificaties (adhikĂ€ra) vast te stellen
8/21/2019 Srimad Bhagavad Gita_NL[Rev]JND
http://slidepdf.com/reader/full/srimad-bhagavad-gitanlrevjnd 16/1064
middels grondige overweging. Om deze reden is het van essentieel belang om een
eenvoudige, wetenschappelijke samenvatting te lezen van deze gebruiken.
Aan het einde van DvÀpara-yuga konden de meeste mensen de ware conclusies van de
Vedische çÀstraâs niet meer begrijpen, dus daarom waren er verschillende conclusies met
betrekking tot het definitieve doel. Sommigen zeiden dat het karma was, en anderen dat het zintuiglijk genot, sÀÏkhya-jïÀna, logica of ongedifferentieerd monisme (abheda- brahmavÀda) was; al deze verschillende commentatoren begonnen hun eigen conclusies te
bepleiten volgens hun respectievelijke standpunten. Net zoals ongekauwd voedsel pijn
veroorzaakt in de maag, begonnen deze uiteenlopende meningen, die gebaseerd waren op
onvolledige, speculatieve kennis, pijn en verstoringen te veroorzaken binnen de Indiase
samenleving van die tijd. Dit was de reden waarom de opperbarmhartige BhagavĂ€n ĂrĂ©
KÄñëacandra deze Bhagavad-gĂ©tĂ€ sprak, welke de essentie is van alle Vedaâs. Zijn instructies
tot Zijn dierbare metgezel en sakhĂ€, Arjuna, zijn voor het hoogste profijt van de jĂ©vaâs van
de hele wereld. GĂ©tĂ€-çÀstra is het kroonjuweel van alle Upaniñadâs. Het beschrijft de wederzijdse
verhoudingen tussen verschillende processen van zelfrealisatie, en stelt opperzuivere hari- bhakti vast als het enige echte allerhoogste doeleinde van de jéva. Karma-yoga, jïÀna-yoga
en bhakti-yoga lijken afzonderlijke processen te zijn, maar in feite zijn ze respectievelijk de
eerste, tweede en derde stap van hetzelfde yoga proces. De conclusie van alle Upaniñadâs, en
ook van de Brahma-sĂŒtra en Bhagavad-gĂ©tĂ€, is dat men zich volledig dient in te laten met
çuddha-bhakti. Hoewel deze çÀstraâs op bepaalde plaatsen uitvoerige verklaringen geven over
karma, jïÀna, mukti en het bereiken van brahma, zien we nadat we ze nauwkeurig hebbenonderzocht, dat ze allemaal çuddha-bhakti vaststellen als het enige allerhoogste doel.
Lezers van deze GétÀ-çÀstra worden in twee categorieΩn geplaatst: degenen die de
oppervlakkige of externe betekenissen (sthĂŒla-darçé) aanvaarden, en degenen die de subtiele
innerlijke betekenissen (sĂŒkñma-darçé) aanvaarden. SthĂŒla-darçé lezers aanvaarden alleen de
oppervlakkige betekenissen van de GétÀ, en trekken hun eigen conclusies
dienovereenkomstig, maar sĂŒkñma-darçé lezers zijn niet tevreden met zulke oppervlakkige
opvattingen, en zij onderzoeken de diepzinnigere conclusies betreffende tattva. De sthĂŒla- darçé lezers studeren de GĂ©tĂ€ van begin tot eind, en komen tot de conclusie dat de GĂ©tĂ€
karma voorschrijft. Dit komt doordat Arjuna aan het eind van de GĂ©tĂ€ concludeerde dat het bevorderlijk zou zijn voor hem om de strijd aan te gaan. SĂŒkñma-darçé lezers zijn niet
tevredengesteld door zoân oppervlakkig begrip. Zij zien dat de wezenlijke leer van de GĂ©tĂ€
over brahma-jĂŻĂ€na of parĂ€-bhakti gaat, en dat Arjunaâs aangaan van de strijd niet de
allerhoogste strekking was, maar slechts een voorbeeld was van zijn adhikÀra-niñöhÀ, zich
vasthoudend aan zijn eigen kwalificatieniveau. Arjuna begreep dat hij zijn varëÀçrama-
8/21/2019 Srimad Bhagavad Gita_NL[Rev]JND
http://slidepdf.com/reader/full/srimad-bhagavad-gitanlrevjnd 17/1064
dharma alleen hoorde uit te voeren zonder enig verlangen om van de resultaten te genieten
(niñkÀma-karma), en dat aangezien hij een kñatriya was, vechten de karma was waarvoor hij
specifiek geschikt was.
Iemands kwalificatie om een bepaalde activiteit uit te voeren (karma-adhikÀra) komt
voort uit diens aard. Als men zijn levensonderhoud veiligstelt door de activiteit aan te gaan waarvoor men gekwalificeerd is, bereikt men ook geleidelijk aan tattva-jĂŻĂ€na, dus karma is
het middel van zowel het onderhouden van zichzelf als het verwerven van kennis over de
waarheid (tattva-darçana). Aangezien het moeilijk is voor iemand om tattva-jïÀna te
verkrijgen tenzij hij zich inlaat met karma, is het voor hem onontkoombaar om in het
beginnende stadium voorgeschreven plichten (sat-karma) uit te voeren in
overeenstemming met zijn specifieke neiging tot werken (varëa) en sociaal-spirituele status
(Àçrama). Echter, volgens de GétÀ dient men, zelfs wanneer men zich aan zijn
voorgeschreven plichten houdt, hoe dan ook slechts onbaatzuchtig te handelen en de
resultaten aan BhagavÀn te offeren. Dit wordt bhagavad-arpita niñkÀma-karma genoemd, wat volgens de GétÀ de enige manier is om karma uit te voeren; geen andere karma dan deze
wordt accepteerd. Deze niñkÀma-karma zuivert geleidelijk aan het hart, zodat men tattva- jïÀna verkrijgt. Uiteindelijk is het alleen door bhagavad-bhakti dat BhagavÀn bereikt wordt.
Om het ultieme doel te begrijpen dat wordt vastgesteld door de Bhagavad-gétÀ, dienen
we de instructies te aanvaarden van diens spreker, BhagavĂ€n ĂrĂ© KÄñëa Zelf. Op elke pagina
van de GĂ©tĂ€ verwijst men naar Hem als BhagavĂ€n, en uit Zijn oorzaakloze genade heeft ĂrĂ©
KÄñëa Zelf op vele plaatsen verklaard dat Hij BhagavÀn is, de Allerhoogste Absolute
Waarheid, para-tattva.
ahaĂ sarvasya prabhavo mattaĂč sarvaĂ pravartate iti matvĂ€ bhajanate mÀà budhĂ€ bhĂ€va-samanvitĂ€Ăč
(GétÀ 10.8)
sĂŒtre maĂ«i-gaĂ«Ă€ iva (GĂ©tĂ€ 7.7)
ahaĂ hi sarva-yajĂŻĂ€nĂ€Ă
http://slidepdf.com/reader/full/srimad-bhagavad-gitanlrevjnd 18/1064
bhoktÀ ca prabhur eva ca na tu mÀm abhijÀnanti tattvenÀtaç cyavanti te
(GétÀ 9.24)
Naast dit wordt ĂrĂ© KÄñëa ook in andere çÀstraâs als SvayaĂ -BhagavĂ€n beschreven:
ete cÀà ça-kalĂ€Ăč puĂ saĂč kÄñëas tu bhagavĂ€n svayaĂ
indrĂ€ri-vyĂ€kulaĂ lokaĂ mĂ„ĂČayanti yuge yuge
(ĂrĂ©mad-BhĂ€gavatam 1.3.28)
aho bhÀgyam aho bhÀgyaà nanda-gopa-vrajaukasÀm
yan-mitraĂ paramĂ€nandaĂ pĂŒrĂ«aĂ brahma sanĂ€tanam (ĂrĂ©mad-BhĂ€gavatam 10.14.32)
Het is hier het vermelden waard dat, daar waar andere avatĂ€raâs van BhagavĂ€n hun
Allerhoogste positie (bhagavattĂ€) niet duidelijk kenbaar hebben gemaakt, BhagavĂ€n ĂrĂ©
KÄñëa Zijn suprematie erg duidelijk heeft vastgesteld in de GétÀ, en ook heeft Hij duidelijk
çaraĂ«Ă€gati en bhakti tot Hem als de hoogste sĂ€dhana voor de jĂ©vaâs beschreven.
i. mÀm eva ye prapadyante (GétÀ 7.14)
ii. te âpi mĂ€m eva kaunteya (GĂ©tĂ€ 9.23)
iii.
mÀm ekaà çaraëaà vraja (GétÀ 18.66)
ĂrĂ© KÄñëa, die de ware gedaante van Absolute Waarheid in de drie fases van tijd
(verleden, heden en toekomst) is, heeft Zijn oppermacht bewezen in deze çlokaâs door te
zeggen: mÀm eva, mÀm eva en mÀm ekam. Hij heeft ook vastgesteld dat KÄñëa bhakti te allen
8/21/2019 Srimad Bhagavad Gita_NL[Rev]JND
http://slidepdf.com/reader/full/srimad-bhagavad-gitanlrevjnd 19/1064
tijde de allerhoogste spirituele beoefening (sÀdhana) en het allerhoogste doeleinde (sÀdhya)
is. KÄñëa heeft dit Zelf verklaard, en grote wijzen en volmaakte heiligen zoals DevaÄñi
NÀrada, Asita, Devala en VyÀsa hebben dit feit ook bevestigd. Arjuna aanvaardt deze
allerhoogste waarheid ( parama-tattva) ook vanaf het allereerste begin van de GétÀ.
Het is van essentieel belang dat degenen die GétÀ-çÀstra lezen of horen, verlost raken van twijfels en de ultieme waarheid ( param satya) accepteren dat de spreker van de GétÀ,
ĂrĂ© KÄñëa, SvayaĂ BhagavĂ€n is, en dat elk van Zijn instructies waar is. In GĂ©tĂ€ (4.3) zegt ĂrĂ©
KÄñëa tegen Arjuna dat deze GétÀ een eeuwige çÀstra is:
sa evĂ€yaĂ mayĂ€ te âdya / yogaĂč proktaĂč purĂ€tanaĂč bhakto âsi me sakhĂ€ ceti / rahasyaĂ hy etad uttamam
âIk onderwees dit eerst aan VivasvĂ€n (SĂŒrya-deva) miljarden jaren geleden. SĂŒrya
onderwees het aan Manu, en Manu onderwees het op zijn beurt aan ĂkñvĂ€ku. Op deze wijze bleef het systeem van yoga in de wereld via het medium van de guru-paramparĂ€, maar deze
paramparÀ verdween na verloop van tijd. Jij bent Mijn ekÀntika bhakta, Mijn dierbare
vriend en directe discipel, dus schenk ik jou deze uiterst vertrouwelijke kennis.â Men kan de
diepzinnige en gewichtige tattva van de GétÀ niet begrijpen zonder een bhakta te worden.
Er wordt in het begin, midden en einde van de Bhagavad-gétÀ gezegd dat niemand diens
strekking in zich op kan nemen of kan realiseren zonder zich met bhakti bezig te houden.
BhaktyĂ€ tv ananyayĂ€ çakya, âMen kan alleen darçana van Mij in deze svarĂŒpa krijgen door
middel van ananyĂ€ bhakti.â (GĂ©tĂ€ 11.54). IdaĂ te nĂ€tapaskĂ€ya nĂ€bhaktĂ€ya kadĂ€cana, âDe
tattva van de GĂ©tĂ€ dient alleen aan bhaktaâs te worden onderwezen, niet aan hen die geen toegewijden zijn.â (GĂ©tĂ€ 18.67). Het blijkt duidelijk uit de verklaring dat de Bhagavad-gĂ©tĂ€
specifiek voor de bhaktaâs gesproken is.
De GĂ©tĂ€ neemt drie soorten sĂ€dhakaâs in behandeling: de jĂŻĂ€nĂ©, de yogĂ© en de bhakta.
Hier verwijzen de woorden jĂŻĂ€nĂ© en yogĂ© niet naar mĂ€yĂ€vĂ€dĂ©âs of naar degenen die in het
ongemanifesteerde, ongedifferentieerde, vormloze brahma geloven. Integendeel, deze
termen refereren aan die jĂŻĂ€nĂ©âs en yogĂ©âs die begiftigd zijn met bhakti. ĂrĂ© KÄñëa heeft
duidelijk verklaard dat de enige echte jïÀné er een is die zich aan Hem heeft overgegeven en
die ananyĂ€ bhakti tot Hem bezitten. Zulke grote zielen zijn erg zeldzaam: bahĂŒnÀà janmanĂ€m ante (GĂ©tĂ€ 7.19). Er is ook een vergelijkbare instructie voor de yogĂ©âs: yoginĂ€m api sarveñÀà (GĂ©tĂ€ 6.47). Het is dus duidelijk dat mensen die verstoken zijn van bhakti nooit de
adhikÀra kunnen verkrijgen om de GétÀ te horen en diens strekking te kunnen bevatten.
Volgens de GĂ©tĂ€ is ĂrĂ© KÄñëaâs svarĂŒpa, die vervuld is van weelderige rijkdom (aiçvarya)
en zoetheid (mĂ€dhurya), de enige en ultieme aanbiddenswaardige tattva voor de jĂ©vaâs. De
allerhoogste sĂ€dhana en sĂ€dhya is die bhakti die ĂrĂ© KÄñëa aantrekt. Onwetende mensen
8/21/2019 Srimad Bhagavad Gita_NL[Rev]JND
http://slidepdf.com/reader/full/srimad-bhagavad-gitanlrevjnd 20/1064
kunnen bhakti-tattva niet goed begrijpen. Dit komt doordat ze het grofstoffelijk lichaam
voor het âikâ aanzien, en de dingen die in relatie staan tot hun lichaam als âmijnâ
beschouwen. Aldus blijven ze misleid en kunnen ze de constitutionele betrekking van het
ware zelf (Ă€tma-dharma) noch begrijpen noch beoefenen. Aangezien ze wereldse
intelligentie (sthĂŒla-buddhi) bezitten, blijven ze gehecht aan wereldse activiteiten die zij als de enige werkelijkheid beschouwen. Zulke mensen lopen over het algemeen op een van de
twee manieren in de val. Ze raken of in beslag genomen door de wereldse activiteiten die
worden voorgeschreven in de Vedaâs, waarbij ze de ingevingen van eigen geest volgen, of ze
raken betoverd door het concept van kevalĂ€-advaitavĂ€da ofwel mĂ€yĂ€vĂ€da. ĂrĂ© KÄñëa
inspireerde Arjuna om Hem vragen te stellen over de kern van deze wereldse religies zodat
Hij hun onbeduidendheid kon staven, en de oppermacht van bhakti-tattva vast kon stellen.
Van de achttien hoofdstukken van deze GĂ©tĂ€-çÀstra, stellen de eerste zes het svarĂŒpa vaiçiñöya (unieke kenmerk) van karma-yoga vast, de middelste zes stellen bhakti-yoga vast,
en de laatste zes stellen jĂŻĂ€na-yoga vast. De reden voor deze specifieke volgorde is dat karma en jĂŻĂ€na hun resultaten niet afzonderlijk kunnen schenken, zonder de hulp van Bhakti-
devé. Bhakti-devé kan aan zowel karma als jïÀna haar beschutting geven wanneer ze zo
tussen beiden is geplaatst. Het is alleen met de hulp van bhakti dat karma en jĂŻĂ€na hun
vruchten kunnen verlenen.
Karma âĂrĂ© KÄñëa Zelf zei tegen Arjuna dat tenzij men karma uitvoert voor het
genoegen van BhagavĂ€n, het de oorzaak van gebondenheid wordt. In de çloka: yajĂŻĂ€rthĂ€t karmaĂ«o âyatra (GĂ©tĂ€ 3.9), betekent het woord yajĂŻĂ€rthĂ€to âhet offeren aan Viñëuâ. ĂrĂ© KÄñëa
zegt in GĂ©tĂ€ 5.29: bhoktĂ€raĂ yajĂŻa-tapasĂ€m, waarmee Hij bevestigt dat karma alleen voorhet genoegen van Viñëu dient te worden uitgevoerd. Verder zegt Hij in GĂ©tĂ€ 3.30: mayi sarvÀëi karmÀëi, âElke actie (karma) die men onderneemt dient men aan Mij op te dragen.â
En in GĂ©tĂ€ 9.27 zegt Hij, âWat je ook doet, doe het slechts voor Mijn plezier, en offer alles
aan Mij alleen.â Derhalve zien we dat ĂrĂ© KÄñëa degenen die enkel gekwalificeerd zijn om
karma uit te voeren de opdracht geeft om zich in te laten met onbaatzuchtig handelen dat
aan BhagavÀn wordt geofferd (niñkÀma-bhagavat-arpita karma), en niet simpelweg met
alleen maar karma.
Het woord karma betekent eigenlijk karma uitgevoerd met bhakti. De karma waarin
bhakti overheerst en karma ondergeschikt is wordt karma-miçra-bhakti of pradhĂ€nĂ©-bhĂŒtĂ€- bhakti genoemd. Echte karma is feitelijk de verrichting van karma waarbij het enige doel
het genot van BhagavĂ€n is. Tat karma haritoñaĂ«aĂ yat (ĂrĂ©mad-BhĂ€gavatam 4.29.49).
Daarom wordt er gezegd in de GétÀ (11.55):
mat-karma-kĂ„n mat-paramo / mad-bhaktaĂč saĂ«ga-varjitaĂč
http://slidepdf.com/reader/full/srimad-bhagavad-gitanlrevjnd 21/1064
nirvairaĂč sarva-bhĂŒteñu / yaĂč sa mam eti pÀëĂČava
âNiemand kan Mij bereiken behalve diegenen die karma alleen verrichten voor Mijn
plezier.â
JĂŻĂ€na âĂrĂ© KÄñëa heeft uitgelegd dat sommige mensen zich overgeven aan BhagavĂ€n
omdat ze in nood verkeren (Ă€rtta), sommigen omdat ze nieuwsgierig zijn ( jijĂŻĂ€su), sommigen
uit behoefte aan rijkdom (arthÀrthé) en sommigen vanwege hun kennis ( jïÀné). Van al deze
mensen zijn de jĂŻĂ€nĂ©âs het beste. Wat voor soort jĂŻĂ€nĂ©âs zijn zij? TeñÀà jĂŻĂ€nĂ© nitya-yukta eka- bhaktir viçiñyate (GĂ©tĂ€ 7.17). âZij zijn jĂŻĂ€nĂ©âs die ekĂ€ntika (exclusieve) bhakti hebben, en altijd
met Mij verbonden zijn.â Deze çloka verwijst niet naar nirviçeña brahmavĂ€dĂ© jĂŻĂ€nĂ©âs, die
verstoken zijn van bhakti. ĂrĂ© KÄñëa verduidelijkt Zijn verklaring in GĂ©tĂ€ (7.19): bahĂŒnÀà janmanĂ€m ante jĂŻĂ€navĂ€n mÀà prapadyate, âZulke grote jĂŻĂ€nĂ©-bhaktaâs, die VĂ€sudeva overal
zien, die zich aan Mij hebben overgegeven en wiens geesten hecht in bhakti zijn gesitueerd, zijn uitermate zeldzaam.â Het woord jĂŻĂ€na betekent kennis waarbij bhakti niet overheerst.
De jïÀna die naar prema-bhakti leidt wordt jïÀna-miçra-bhakti genoemd. Wanneer jïÀna is
bedolven onder een overvloed aan prema, geraakt het in een sluimerstand and manifesteert
zich viçuddha (uiterst zuivere) kevalĂ€-bhakti ofwel prema-bhakti. Yoga âĂrĂ© BhagavĂ€n heeft aan het einde van het zesde hoofdstuk met name yogĂ©âs
geprezen, waar Hij verklaart dat ze superieur zijn aan karmĂ©âs, tapasvĂ©âs en jĂŻĂ€nĂ©âs. Hij geeft
Arjuna de opdracht een yogĂ© te worden: tapasvibhyo âdhiko yogĂ© (GĂ©tĂ€ 6.46), en in de
volgende çloka (6.47) legt Hij uit wat voor soort yogé hij dient te worden: yoginÀm api
sarveñÀà mad-gatenĂ€ntarĂ€tmanĂ€. âDe besten van alle verschillende soorten yogĂ©âs zijn diegenen die trouw vanuit de grond van het hart Mijn bhajana verrichten.â Hier refereert
het woord âMijnâ aan ĂrĂ© KÄñëa Zelf. Wanneer de GĂ©tĂ€ daarom het woord yogĂ© bezigt,
verwijst het alleen naar die yogĂ©âs wiens bhajana volledig is toegewijd aan ĂrĂ© KÄñëa alleen.
Het verwijst niet naar degenen die het PĂ€taĂŻjalĂ© yoga systeem volgen, of naar karmĂ©âs,
yogĂ©âstapasvĂ©âs of atheÂĄstische yogĂ©âs die allemaal verstoken zijn van bhakti. Bhakti âĂrĂ© KÄñëa laat Arjuna Zijn viçvarĂŒpa zien en maakt hem een instrument tot
wie Hij Zijn instructies kan richten. Daarna zegt Hij: bhaktyÀ tv ananyayÀ çakya (GétÀ
11.54). âMen kan alleen darçana van Mijn svarĂŒpa hebben via ananyĂ€ bhakti. Jij bent instaat om deze svarĂŒpa te zien omdat je Mijn ananyĂ€-premĂ©-bhakta bent.â Bovendien, bhaktyĂ€ mam abhijĂ€nĂ€ti (GĂ©tĂ€ 18.55), âHet is enkel via ananyĂ€-bhakti dat men darçana van Mij kan
hebben, Me in waarheid kan kennen (tattva), Mijn dhÀma kan betreden, en prema mayé sevÀ
tot Mij kan verkrijgen.â
In de GĂ©tĂ€ geeft ĂrĂ© KÄñëa vertrouwelijke instructies over brahma-jĂŻĂ€na, meer
vertrouwelijkere instructies over paramÀtmÀ of éçvara-jïÀna, en Zijn meest vertrouwelijke
8/21/2019 Srimad Bhagavad Gita_NL[Rev]JND
http://slidepdf.com/reader/full/srimad-bhagavad-gitanlrevjnd 22/1064
instructies over bhagavat-jïÀna. Tot slot spreekt Hij de çloka: sarva-dharmÀn parityajya / mam ekaà çaranaà vraja (GétÀ 18.66), waarin Hij Arjuna instrueert alle soorten wereldse
dharma op te geven, en zich aan Hem over te geven. Dit laat duidelijk zien dat bhakti het
enige middel is om BhagavĂ€n te bereiken, en de enige manier om Zijn volledige svarĂŒpa te
realiseren. Er zijn twee soorten Bhakti: (a) kevalĂ€ (exclusieve), en (b) pradhĂ€nĂ©-bhĂŒtĂ€ (waarbij bhakti overheerst maar niet in volledigheid bestaat). KevalĂ€ bhakti is zuiver en
onafhankelijk, en het is volledig vrij van enige zweem van karma, jĂŻĂ€na etc. PradhĂ€nĂ©- bhĂŒtĂ€-bhakti bestaat uit drie soorten: (i) karma-pradhĂ€nĂ©-bhĂŒtĂ€ (waarbij bhakti gemengd is
met karma), (ii) jĂŻĂ€na-pradhĂ€nĂ©-bhĂŒtĂ€ (waarbij bhakti gemengd is met jĂŻĂ€na), en (iii)
karma-jĂŻĂ€na-pradhĂ€nĂ©-bhĂŒtĂ€ (waarbij bhakti gemengd is met zowel karma als jĂŻĂ€na).
PradhĂ€nĂ©-bhĂŒtĂ€-bhakti verwijst naar karma of jĂŻĂ€na waarbij bhakti overheerst. Wanneer
bhakti aanwezig is in karma of jĂŻĂ€na, maar de functie van bhakti niet overheerst, staat het
simpelweg bekend als karma en jĂŻĂ€na.
Het klopt dat we hier en daar in de Bhagavad-gĂ©tĂ€ instructies vinden met betrekking tot pradhĂ€nĂ©-bhĂŒtĂ€-bhakti (gemengde bhakti), maar zelfs in deze instructies is er een blijk van
kevalĂ€ bhakti. Het is uitermate lastig om BhagavĂ€n via pradhĂ€nĂ©-bhĂŒtĂ€-bhakti te bereiken of
kennen. âIk ben alleen te bereiken via kevalĂ€-bhakti.â Om dit duidelijk vast te stellen heeft
ĂrĂ© KÄñëa zeer uitvoerig in GĂ©tĂ€ (8.14) verklaard:
ananya-cetĂ€Ăč satataĂ / yo mÀà smarati nityaçaĂč tasyĂ€haĂ sulabhaĂč pĂ€rtha / nitya-yuktasya yoginaĂč
âIk ben eenvoudig te bereiken voor die nitya-yogĂ©âs die voortdurend met Mij verbonden
zijn, die begiftigd zijn met ananyÀ bhakti, die zich Mij voortdurend heugen en die zich
bezighouden met Mijn bhajana.â
BhagavĂ€n wordt bereikt en ook beheerst door de ekĂ€ntika prema-mayĂ© sevĂ€ van bhaktaâs
die begiftigd zijn met ananyĂ€ bhakti. KÄñëa legt dit uit in GĂ©tĂ€ (9.22): ananyÀç cintayanto mÀà , âIk breng persoonlijk yoga-kñema mee naar die bhaktaâs die zich voortdurend met
ananyĂ€-bhĂ€vabezighouden met bhakti tot Mij, en die Mij in alle opzichten aanbidden.â
BhagavĂ€n ĂrĂ© KÄñëa heeft op verschillende plaatsen in de GĂ©tĂ€ gezegd dat Hij alleen bereikt kan worden door ananyĂ€ bhakti. BhaktyĂ€ labhyas tv ananyayĂ€ (GĂ©tĂ€ 8.22), bhajanty ananya-manaso (GĂ©tĂ€ 9.13), bhaktyĂ€ tv ananyayĂ€ çakya (GĂ©tĂ€ 11.54) en ten slotte sarva- dharmĂ€n parityajya (GĂ©tĂ€ 18.66). In deze çlokaâs zien we dat het ultieme doel van de
jĂ©vaâsvoorzeker zuivere ananyĂ€- of kevalĂ€ bhakti is. Hoe dient men deze ananyĂ€ bhakti uit te
voeren? In dit verband geeft KÄñëa de volgende instructie aan Arjuna:
8/21/2019 Srimad Bhagavad Gita_NL[Rev]JND
http://slidepdf.com/reader/full/srimad-bhagavad-gitanlrevjnd 23/1064
satataĂ kĂ©rtayanto mÀà / yatantaç ca dĂ„ĂČha-vratĂ€Ăč namasyantaç ca mÀà bhaktyĂ€ / nitya-yuktĂ€ upĂ€sate
GétÀ 9.14
In deze çloka heeft ĂrĂ© KÄñëa verklaard dat alleen saĂ«kĂ©rtana de beste manier is om Hem
te aanbidden. Hier betekent saëkértana het hardop verrichten van kértana van de nÀma,
rĂŒpa, guĂ«a en lĂ©lĂ€ van BhagavĂ€n. Het duidt ook op navadhĂ€-bhakti (het negenvoudige proces
van çravaëam, kértanam etc.).
Vele mensen beweren schaamteloos dat ze de GétÀ begrijpen, en ze onderrichten hun
wereldse conclusies aan anderen, hoewel ze niet begrijpen dat de GétÀ aprÀkÄta (buiten
bereik van materiΩle kennis, logica en intelligentie) is. Het feit is dat men aprÀkÄta
onderwerpen niet kan bevatten door wereldse eigenschappen zoals hoogmoed,
doortraptheid, durf en scholingsvermogen. Men kan het alleen begrijpen door de genade van BhagavĂ€n, en via het medium van overgave (çaraĂ«Ă€gati). Daarom zeggen de çrutiâs:
nĂ€yam Ă€tmĂ€ pravacanena labhyo (MuĂ«ĂČaka Upaniñad 2.3.3) en: teñÀà satata-yuktĂ€nÀà bhajatÀà prĂ©ti-pĂŒrvakam dadĂ€mi buddhi-yogaĂ tam (GĂ©tĂ€ 10.10). âIk schenk buddhi-yoga aan
die sĂ€dhakaâs die voortdurend met Mij verbonden zijn door bhakti, en dat is het middel
waarmee ze Mij eenvoudig bereiken.â
Om de strekking van om het even welke çÀstra te kunnen ontdekken, is het belangrijk
om zich te beraden over haar: (i) begin (upakrama),(ii) conclusie (upasaà hÀra), (iii)
herhaling van een onderwerp (abhyĂ€sa), (iv) doel of bijzonder resultaat van het lezen ervan(apĂŒrvatĂ€ phala), (v) glorie of lofspraak betreffende een onderwerp (arthavĂ€da) en (vi)
beweegreden of logische argumenten die een conclusie vasstellen (upapatti). Tenzij men dit
doet, blijft de werkelijke strekking onvatbaar. Degenen ĂrĂ© GĂ©tĂ€-çÀstra nauwkeurig
bestuderen en deze zes takken in gedachten houden, zullen gemakkelijk kunnen begrijpen
dat de ultieme strekking van de Bhagavad-gétÀ enkel en alleen çuddha-bhakti is. Vandaag de
dag nemen mensen deze takken niet erg serieus in overweging; in plaats daarvan ontlokken
ze betekenissen naar gelang hun speculatieve nukken. Dat is waarom ze de eigenlijke
strekking van de schrijver niet in hun hart kunnen sluiten.
Het is heden ten dage gebruikelijk om de respectieve waarden van verschillende scholen van jĂŻĂ€na (kennis), vijĂŻĂ€na (wetenschap), politiek enzovoorts te vergelijken.
Echter, schrijvers en sprekers aarzelen om dezelfde vergelijkende aanpak te gebruiken
wanneer ze zich beraden over het onderwerp van religie, of dharma. Ze denken dat dit de
onderlinge spanning tussen verschillende branches van de gemeenschap zou doen
toenemen, en dat de daaropvolgende verstoringen de ontwikkeling van de samenleving en
8/21/2019 Srimad Bhagavad Gita_NL[Rev]JND
http://slidepdf.com/reader/full/srimad-bhagavad-gitanlrevjnd 24/1064
gehele wereld zou belemmeren. Daarom willen ze vriendschap stichten onder verschillende
groepen, en ze denken dat ze dit kunnen bereiken door harmonie en gelijkheid (samanvaya)
in te stellen, in plaats van vergelijkende gradaties. Op het gebied van religie suggereert dit
standpunt dat de enige manier om vrede en wederzijdse vriendschap tussen alle religies te
scheppen is om te vermijden de verschillen aan te wijzen, en in plaats daarvan te werken op basis van harmonie en overeenkomsten. Het is waar dat het politieke strijdperk de gevaren
toont van waardeoordeel; evaluatie van het specifieke beleid van de verschillende politieke
partijen schept politieke onenigheid, en de resulterende ruzies kunnen grote schade
veroorzaken aan land en samenleving. Derhalve zijn veel mensen bang dat het vaststellen
van hogere en lagere niveaus van dharma ook tot onenigheid tussen groeperingen zal leiden,
en zal resulteren in ruzies en rellen.
Als we al deze overwegingen in aanmerking nemen, is het nog steeds waar dat we
moeten beslissen hoe we jĂŻĂ€na en karma kunnen beoordelen. Sterker nog, samanvaya
(harmonie) zelf is een belangrijke kwestie om in overweging te nemen. Stel dat we, in onze pogingen om harmonie te scheppen, dezelfde maatstaf aanhouden voor het meten van goed
en kwaad, het bewuste en inerte, een diamant en steenkool, een dief en een heilige,
gerechtigheid en onrechtvaardigheid enzovoorts. Als we vervolgens verklaren dat ze
allemaal gelijkwaardig zijn, waar is dan het bewijs van enige serieuze overpeinzing? Dit kan
helemaal geen samanvaya genoemd worden; het is louter onwetendheid.
Als we het woord samanvaya ontleden, krijgen we het woord samyak (grondig en
correct) en het woord anvaya (de natuurlijke of grammatische volgorde van woorden in een
zin, of de logische verbinding van oorzaak en gevolg). Met andere woorden, samanvaya
betekent âgrondige en correcte anvayaâ. Als we samanvaya willen scheppen in een zin,
dienen we het onderwerp, voorwerp, werkwoord en andere zinsdelen aan te passen, en op de
juiste plaatsen neer te zetten. Hoe kunnen we ooit verwachten de correcte anvaya te krijgen
als we het werkwoord op de plek van het onderwerp zetten, het voorwerp op de plek van het
werkwoord, en een ander zinsdeel op de plek van het voorwerp? Hoe kunnen we samanvaya
(grondige anvaya) tot stand brengen als we nog niet eens primaire anvaya kunnen creΩren?
De ware toepassing, vereniging en samenhang van welke zin dan ook kan alleen bereikt
worden door correcte samanvaya. We kunnen geen samanvaya bereiken door alles in
dezelfde positie te plaatsen, zonder diens kwalificatie of diskwalificatie op waarde te schatten en zonder te overwegen of het goed of slecht is. Als we bang zijn dat mensen
ontevreden zullen worden over ons, kunnen we verklaren dat alles gelijkwaardig is, in de
hoop dat we iedereen op deze manier hoe dan ook tevreden kunnen houden. Dit zal echter
niet leiden tot authentieke samanvaya. âTe trachten iedereen tevreden te stellen is
niemand tevredenstellen.â
http://slidepdf.com/reader/full/srimad-bhagavad-gitanlrevjnd 25/1064
Nu beweren enkele zogenaamde samanvaya-vĂ€dĂ©âs (degenen die een irrationele
compromis propageren op basis van valse gelijkwaardigheid) dat de GétÀ karma, jïÀna, yoga
en bhakti voorstelt als zijnde gelijkwaardig. ĂrĂ© BhagavĂ€n heeft duidelijk vastgesteld in de
GétÀ dat jïÀna superieur is aan karma, en yoga aan jïÀna; en uiteindelijk heeft Hij verklaard
dat bhakti superieur is aan yoga. SakĂ€ma-karma, dat wil zeggen vruchtdragende activiteiten die verricht worden in overeenstemming met de çÀstra, is voorgeschreven voor jĂ©vaâs die
misleid zijn door mÀyÀ. Degenen die wat meer gevorderd zijn worden opgedragen zich in te
laten met bhagavata-arpita niñkĂ€ma-karma. SĂ€dhakaâs die nog verder gevorderd zijn worden
opgedragen tattva-jĂŻĂ€na te cultiveren, en bovenal wordt de opperheerschappij van çuddha- bhagavat-bhakti beschreven. In de Bhagavad-gĂ©tĂ€ stelt ĂrĂ© KÄñëa Zelf bhakti vast als het
ultieme doeleinde. Dit is de eigenlijke samanvaya van de GétÀ, en het is gebaseerd op de
wetenschappelijke gradatie die BhagavÀn Zelf heeft verklaard. Het is volkomen dwaasheid
om deze authentieke samanvaya op te geven, en diens eigen beperkte intelligentie te
gebruiken om onafhankelijk naar een andere samanvaya te zoeken in de GĂ©tĂ€. BhagavĂ€n ĂrĂ© KÄñëa heeft para-tattva, de Allerhoogste Absolute Waarheid, gedefinieerd door brahma- jĂŻĂ€na als vertrouwelijk, paramĂ€tma-jĂŻĂ€na als vertrouwelijker, en para-bhakti als meest
vertrouwelijke onderwerp van de GétÀte beschrijven. Dit is de werkelijke samanvaya van de
GétÀ.
Sommige moderne commentatoren beweren dat het aanbidden van de devaâs en devĂ©âs hetzelfde is als het aanbidden van ĂrĂ© BhagavĂ€n. Maar de çloka: ye âpy anya-devatĂ€-bhaktĂ€
(GétÀ 9.23) verklaart dat deva aanbidding tegen de voorgeschreven regels ingaat. Degenen
die de devaâs aanbidden bereiken deva-loka, waar ze van hemels genoegen genieten, endaarna keren ze weer terug naar de vergankelijke wereld. Degenen die BhagavĂ€n aanbidden
verkrijgen prema-mayé-sevÀ in bhagavat-dhÀma, en keren nooit meer terug naar deze wereld.
Het wordt onmiskenbaar verklaard in de çÀstra: yas tu nĂ€rĂ€yaĂ«aĂ devaĂ rudrĂ€di-daivataiĂč viñëau sarvesvareçetad-itara-sama-dhĂ©r yasya vĂ€ nĂ€rakĂ© saĂč (Padma PurÀëa), dat degenen die
devaâs zoals Rudra als identiek aan NĂ€rĂ€yaĂ«a beschouwen, slecht zijn en naar de hel zullen
gaan.
Sommige mensen verklaren de çloka: ye yathÀ mÀà prapadyante (GétÀ 4.11) nogal
onnauwkeurig. Ze speculeren dat iedereen hetzelfde verblijf zal bereiken, wat voor
aanbidding ze ook maar verrichten; mensen kunnen talrijke paden volgen maar hun eindbestemming is ÏÏn. Als we ons echter zorgvuldig beraden over deze çloka, zullen we
begrijpen dat deze conclusie onjuist is. Het betekent eigenlijk dat KÄñëa resultaten schenkt
naar gelang de mate van iemands çaranÀgati, overgave tot Hem. Als het resultaat dat men
bereikt afhankelijk is van de karma die men verricht, hoe kan iedereen dan hetzelfde
8/21/2019 Srimad Bhagavad Gita_NL[Rev]JND
http://slidepdf.com/reader/full/srimad-bhagavad-gitanlrevjnd 26/1064
resultaat verwerven? Noch deze çloka, noch enige andere çloka van de GétÀ verklaard dat
degenen die overgegeven zijn hetzelfde resultaat bereiken als degenen die dat niet zijn.
Er is een andere reden om deze conjectuur af te wijzen als onjuist. Verschillende
mensen hebben verschillende redenen om BhagavĂ€nâs beschutting te aanvaarden. KarmĂ©âs
aanvaarden het om van zintuiglijke objecten te genieten, jĂŻĂ€nĂ©âs om mukti te verkrijgen, yogĂ©âs om diverse mystieke volmaaktheden te verwerven en bhagavad-bhaktaâs om ekĂ€ntika prema-mayĂ©-sevĂ€ tot BhagavĂ€n te verkrijgen. Aangezien hun verlangens, hun sĂ€dhana, en
hun doeleinden allemaal verschillend zijn, kunnen ze onmogelijk allemaal hetzelfde
resultaat boeken. Veel mensen denken dat het tweede deel van deze çloka inhoudt dat
iedereen in alle opzichten vooruitgang boekt op het pad naar het bereiken van BhagavÀn.
Dit suggereert dat dieven, rovers, schurken en degenen die zich te buiten gaan aan
ongeoorloofde seks, ook het pad volgen om BhagavÀn te bereiken. Is zulke logica correct?
Nee, nooit! Deze çloka betekent in werkelijkheid dat karma