SPACE-S Stedenbouwkundig Plan
description
Transcript of SPACE-S Stedenbouwkundig Plan
SPACE-SCrEAtE your own
PowErEd bywoonbEdrijf& vEStidE
StEdEnbouwkundig PlAn
Colofon
urhahn urban designTess Broekmans
Maarten Lankester
Northon Flores Troche
Jasmin Baltzert
Wouter Ter Heijden
Stedenbouwkundig plan Space-S
Urhahn Urban Design in opdracht van Woonbedrijf1 november 2013
inhoud
1. Context Wat is jouw ideale woonomgeving?
Strijp-S: stedelijke ambitie
2. het proces: samen werken aan een plan voor Space-SOntwerpsessies met bewoners
Collected I - DNA
Collected II - buitenruimte
Collected III - programma
Collected IV - ruimtelijk ontwerp
3. Principes stedenbouwkundig ontwerpDe hoofdlijn van het ontwerp
De route van straat naar woning naar hof
Intermezzo: excursie Rotterdam en Amsterdam
Programma
Intermezzo: excursie Parijs
Buitenruimte: de 8 hoven van Space-S
Sfeer en architectuur
bijlage: plattegronden schetsontwerp
7
15
23
67
5
6
1. ContExt
7
wAt iS jouw idEAlE woonomgEving?
Woonbedrijf is een belangrijke partij als het gaat om sociale
woningbouw in de regio Eindhoven. Strijp is een stadsdeel waar
Woonbedrijf van oudsher veel bezit heeft: het voormalig Philips
woningbureau is eigenaar van grote delen van Philipsdorp, Drents
Dorp en Lievendaal, de voormalige dorpen voor de werknemers.
De dorpen bestaan vooral uit laagbouw, echte arbeidersbuurten
met kleine huisjes. Op Strijp-S bouwde Woonbedrijf al SAS3,
een gemengd stedelijk blok met koop - en huurwoningen. De
huurwoningen op Strijp-S zijn populair. Toch vindt Woonbedrijf dat
bewoners meer invloed moeten hebben op het ontwerpproces.
Een complex dat met de bewoners is ontwikkeld sluit beter aan op
de woonvraag. En tijdens het ontwerpproces ontwikkelt zich een
community: als je hebt meegedaan heb je je toekomstige buren al
leren kennen. Dat blijkt meer en meer een belangrijke bijvangst: de
community ontstaat niet als het gebouw er staat, dat gebeurt nu al.
De vraag die centraal staat in het ontwerpproces is hoe je wilt
wonen. Wat zoek je in een woning? Wat maakt een buurt meer
dan een verzameling woningen? Wat hoort er bij een aantrekkelijk
woonmilieu? En zijn er dingen die je wilt delen met je buren? De
zoektocht is hoe sociale woningbouw er in deze tijd op deze plek
uitziet. Die zoektocht begint met de plek en met de mensen.
8
9
torenallee
Schootsestraat
beukenlaan
10
De locatie van Space S tussen Torenallee en Schootsestraat.Op deze oude luchtfoto is het Natlab te zien met een open hof structuur aan de Schootsestraat.
11
StrijP-S: StEdElijkE AmbitiE
Strijp-S, de voormalige Philips campus, is een stedelijk gebied
in wording, waarbij centrum stedelijk wonen in appartementen
centraal staat. De loftgebouwen Gerard en Anton trekken creatieve
stedelingen aan. Het woonmilieu dat zich hier ontwikkelt is van een
stedelijkheid die bijna on-Nederlands is. Met Strijp-S, maar vooral
met een dynamische stedelijke bevolking, ontwikkelt Eindhoven
zich steeds meer tot een complete stad met de bijbehorende
mix en dynamiek. De wat ruige context van de oude industriële
Philipsgebouwen zorgt voor stedelijke schaal, bijzondere winkel
en horeca formules worden aangetrokken door de industriële
uitstraling.
De kavel van Space-S grenst aan de Torenallee en de Schootsestraat.
Aan de Torenallee is de hogere bebouwing gedacht, met twee
torens. Dit staat in verhouding tot de hoge rug aan de overkant
van de Torenallee en past bij het brede profiel van de Torenallee.
Aan de Schootsestraat is de bebouwing lager, meer passend bij de
bebouwing aan de overkant die overwegend 2 lagen met kap is. Aan
de westzijde is de punt van Space-S de entree van de Torenallee. Hier
grenst Strijp-S aan de Beukenlaan, de verhoogde ring van Eindhoven.
Aan de andere kant ligt Space-S naast het voormalige Natlab, dat
met het filmhuis en een school een belangrijke culturele trekker
wordt voor Space-S. Een spannende en diverse context.
Inpassing van Space S (in zwart) in Strijp S. In lichtgrijs zijn de toekomstige
bouwblokken aangeduid.
12
Torenallee
ir. K
alffs
traa
t
Beukenlaan
Schootsestraat
Kastanjelaan
Hoge Rug
Videolab
SAS3
Natlab
Space S
Klokgebouw
13
14
2. hEt ProCES: SAmEn wErkEn AAn EEn
PlAn voor SPACE-S
15
ontwErPSESSiES mEt bEwonErS
De weg naar samen een plan maken is nog redelijk onontgonnen.
Bewoners kunnen toch geen stedenbouwkundig plan maken? Maar
ze weten wel heel goed wat ze verwachten van hun woonomgeving.
Iedereen woont al ergens en weet wat wel en niet werkt. Door
gezamenlijke ontwerpsessies en een levendige Facebook pagina
delen mensen ideeën. Zo wordt duidelijk welke ideeën door
veel mensen worden gedragen en wat minder belangrijk is.
De ontwerpsessies zijn verdeeld over 3 thema’s: het DNA, de
buitenruimte, het programma. Dit komt samen in het 3D ontwerp, de
vierde ontwerpsessie.
CollECtEd i – dnA
Begin 2013 is de Space-S community gestart. De eerste vraag
waar de bewoners zich over hebben gebogen is: wat is het DNA van
Space-S? Wat maakt het wonen op deze plek? Drie begrippen-paren
zijn hiervoor de basis. De begrippen lijken elkaars tegenstelling,
maar het gaat juist om de combinatie van de twee tegengestelde
begrippen.
groen-stedelijkIedereen ziet dat de dichtheid in Strijp-S hoog is. Wonen op Strijp-S
betekent wonen in een appartement. Maar dat betekent niet dat het
niet groen kan zijn. Beelden van hofjes, daktuinen, groene balkons,
groene gevels worden ingebracht om te laten zien dat stedelijk
wonen ook groen kan zijn.
Samen-zelfEen eigen huis is de basis. Er zijn mensen die een groepswoning
prettiger vinden, bijvoorbeeld studenten of een groep jongeren met
een lichte handicap, maar ook voor hen geldt dat je een plek moet
hebben waar je je terug kunt trekken. Maar juist een kleine woning
wordt groot door de ruimtes die je kunt delen: een dakterras, een
logeerkamer. Rijk zijn door te delen.
flex-kaderFlexibiliteit klinkt als ultieme vrijheid. Maar ultieme vrijheid kan een
belemmering zijn voor je buurman. Door duidelijke kaders weet je
wat je krijgt, en kun je daarbinnen vrijheid organiseren. Zo is het wel
prettig als je weet hoeveel huur je gaat betalen, en wat de regels zijn
voor de gemeenschappelijke ruimtes. En ook het stedenbouwkundig
plan zelf moet hieraan voldoen: duidelijk wat vast ligt, flexibel waar
het kan.
16
CollECtEd ii – buitEnruimtE
Uit het DNA werd duidelijk dat de buitenruimte een belangrijk
onderdeel is van de leefomgeving. Waar je woont en waar je
binnenkomt, hoe je elkaar tegenkomt op straat. Drie schema’s
vormen de basis voor de discussie: 2 blokken, 1 groot blok met
tuin of een stelsel van hofjes. De hofjes blijken op de meeste bijval
te kunnen rekenen. Meer verschillende ruimtes, rust en reuring
kunnen naast elkaar bestaan, verschillende smaken naast elkaar.
Dit gecombineerd met elementen uit het DNA: groene daktuinen,
gemeenschappelijke plekken. Openbaar en privé gaan samen: de
hofjes zijn openbaar toegankelijk, maar je voelt je wel te gast. Je
bent welkom, maar komt wel in een privé omgeving. Aan de kant van
de Torenallee is er een meer publiek karakter. Binnenin wordt het
karakter meer privé en rustiger.
CollECtEd iii - ProgrAmmA
Door elkaar, of toch: samen, maar wél apart? Welke gedachten
zijn er over de indeling van de woongebieden? Moet het een
mix van mensen worden, zonder vaststaande aanwijzing over
welke doelgroep wáár woont? De Space-S community bestaat uit
verschillende mensen. Samen en zelf zijn hier weer kernbegrippen.
De conclusie van de avond is geen totale scheiding van woningtypes,
maar menging op basis van levensstijl. Er bestaan ook rustige
studenten en appartementbewoners die er een druk nachtleven op
na houden. De hoven kunnen hiervoor een leidraad zijn, maar ook
de menging op één vloer. De mix is nog niet vastgesteld, maar de
leidraad voor het ruimtelijk ontwerp is dat er op een vloer meerdere
woningtypes mogelijk zijn.
17
CollECtEd iv - ruimtElijk ontwErP
De drie Collected sessies en al het materiaal op Facebook vormen
de start voor het stedenbouwkundig ontwerp. Aangezien wij pas in
deze fase zijn aangesloten organiseren we een paar kleinere ontwerp
sessies om het goede gevoel te krijgen. De hofjes vormen een
duidelijk startpunt voor het ontwerp. We maken een aantal varianten
en leggen die voor aan de groep. Wat sluit het beste aan bij de hofjes
zoals jullie je voorstellen?
model A: losse blokjes aaneengeschakeld tot een serie van hovenIn dit model, het latere voorkeursmodel, zijn blokjes aan elkaar
gekoppeld zonder de omtrek van het blok precies te volgen. Hiervoor
ontstaan diverse ruimtes, zowel aan de straat als in het blok.
model b: collectieve tuinEen superblok met daarnaast een openbaar hof om de boom.
Bewoners vinden dit hof te groot, er zitten te weinig verschillende
plekken in het plan.
18
model C: dubbelblokIn het brede deel van de kavel is een blok in het midden toegevoegd.
Hierdoor ontstaat een binnenhof waar ook voorkanten aan liggen. Het
hof wordt daardoor meer straat, minder tuin. Bewoners vinden deze
variant te stenig.
model d: open hof aan de SchootsestraatMet hoogteverschil in het hof, dat ontstaat door een parkeerbak,
worden meer verschillen gemaakt. Maar ook hier voelt de opzet te
groot, en te veel in twee delen.
19
20
keuzemodelModel A is al snel de variant waar de meeste affiniteit mee is:
verschillende soorten buitenruimte, geen groot gebouw maar
verschillende losse gebouwen, ruimte voor groen, ook aan de
straat. Het model wordt verfijnd om te onderzoeken of de hofjes
waar maken wat de wens is. In de tweede bijeenkomst onderzoeken
we de maat van de hoven door een aantal foto’s op schaal te
vergelijken met het plan. Dit geeft een goed beeld van de maat
van de hoven: ze zijn redelijk klein, maar bieden wel verschillende
inrichtingsmogelijkheden.
Tijdens de Collected IV sessie is een grotere groep aanwezig die
de maquettes beoordeelt en de referentiebeelden van de openbare
ruimte keurt. Vooral plekken met water en groen doen het goed. Er
worden vragen gesteld over de hoogte van de torens, de kwaliteit van
de buitenruimte, de plint. Over de hoofdlijnen van het plan is iedereen
het eens. De maquette wordt feestelijk onthuld. Dit is het startsein
voor de uitwerking van het plan.
21
22
3. PrinCiPES StEdEnbouwkundig ontwErP
23
dE hoofdlijn vAn hEt ontwErP
De hoven zijn omsloten, maar niet gesloten. Er is zicht op de
omgeving, je maakt deel uit van Strijp-S.
Dwars door het blok loopt een route voor voetgangers en ontmoeting.
Fietsers zijn hier te gast. De plataan die er al staat vormt de basis
voor dit hof.
24
Variatie aan buitenruimtes: openbaar en besloten, groen en stenig,
spelen en ontspannen.
Vanuit alle woningen zijn de hoven goed bereikbaar; de entrees zijn
meer dan een functionele toegang tot het gebouw.
25
De bebouwing aan de Torenallee bestaat uit verschillende gebouwen:
2 torens en 3 lagere delen. Door openingen tussen de gebouwen en
verspringing in de gevellijn ontstaat geen dichte wand. De schaduwen
van deze bebouwing vallen over de Torenallee.
Aan de Schootsestraat ontstaat een afwisselend beeld met lagere
bebouwing en groen aan de straat. Duidelijk anders dan de overkant,
meer in de traditie van de industriële bebouwing die er stond. Op een
informele manier wordt de overgang straat-hof gemarkeerd.
26
De bouwhoogte varieert van 64 meter aan de Torenallee tot 10 meter
aan de Schootsestraat.
globale bouwhoogte in meters
27
eerste verdieping (dekniveau)
principe verdieping 2 en hoger
begane grond
28
Plankaart
29
referentie overgang hoog - laag: Massena Parijs
30
31
32
Aan de hand van de volgende thema’s wordt het plan uitgelegd:
• buitenruimte, de acht hoven van Space-S: openbaar en privé, de
relatie tussen woning en buitenruimte
• de route van straat naar woning naar hof: hoe kom je het
gebouw binnen, hoe kom je van je woning naar het hof, wat kan er
op de begane grond van het gebouw?
• Programma: welke woningtypen komen er in hoofdlijnen, hoe is
het parkeren en de bergingen opgelost, hoe flexibel is de invulling
van het gebouw?
• Sfeer en architectuur: wat is de sfeer van Space-S, welke
architectuur hoort daar bij?
Impressie dwarsroute vanuit de Schootsestraat richting Torenallee.
33
buitEnruimtE: dE 8 hovEn
De buitenruimte bestaat uit 8 hoven. Twee geschakelde openbare
hoven in het midden, een kleine aan de Torenallee (1) en een grote
rondom de plataan aan de Schootsestraat (2). Twee hoven vormen
de entree van de woonblokken, één aan de Schootsestraat (3) en
een tegenover het Natlab (4). Beide hoven zijn een soort voortuin,
een plek waar je binnenkomt, deels openbaar, maar wel op bezoek.
De derde categorie of zijn de vier collectieve omsloten hoven
(5,6,7,8) waarvan er twee op een parkeerdek liggen (5 en 8). Hier zijn
bezoekers welkom, maar zijn de bewoners de primaire gebruikers en
beheerders. Het ontwerp van de hoven wordt in samenspraak met de
toekomstige bewoners gemaakt.
openbaar > de verbinding voor voetgangers door Space S (hof 1 en 2)openbaar > collectieve entreegebieden (hof 3 en 4)collectief > de hoven zijn primair voor bewoners, maar toegankelijk voor bezoekers (hof 5-8)
hierarchie openbare ruimte
1
2
3
4
7
8
5
6
34
referentie voor het openbare hof: Hackesche Höfe, Berlijn
35
Impressie van de Torenallee
36
Aan de straatDe buitenkant en het centrale hof aan de plataan zijn de voorkanten.
Hier zitten de voordeuren aan, zowel de centrale entrees als
voordeuren voor de begane grond. Je woont of werkt hier echt aan
de straat. De centrale openbare hoven zijn meer verhard, rondom
de boom is ruimte voor beplanting. Op dit hof is ook ruimte voor
fietsnietjes. De inrichting is robuust, passend bij de industriële
uitstraling van Strijp S. In het hof aan de Torenallee is wellicht een
luifel nodig om windhinder te beperken.
De kop aan de Beukenlaan is een plek die goed in het zicht ligt. Een
Paviljoen op de kop is alleen een bijzonder ruimtelijk element, maar
zorgt ook voor levendigheid. De buitenruimte is eenvoudig en sluit
aan op de stoepen van Strijp-S. Naast het parkeerdek aan westzijde
is ruimte voor een boom. Dit groen straalt uit naar het dek en naar de
Schootsestraat , en sluit het dek wat meer af.
De buitenruimtes aan de Schootsestraat en tegenover het Natlab zijn
de voortuinen van de blokken met gemeenschappelijke entree. Deze
ruimtes zijn uitnodigend en groen. Ze vormen het visitekaartje van
Space-S naar buiten en laten zien dat het hier bijzonder wonen is.
De overgang van buitenkant naar hof geeft duidelijk het gevoel dat je
ergens binnenkomt, een soort deurmat. De entree tussen de blokken
B2 en B4 aan de Schootsestraat is het meest open. Met een lage heg
of border kan de overgang naar de straat worden gemarkeerd.
De verbinding naar de collectieve hoven verloopt altijd via het
openbare hof of een entreehof. Zo wordt een geleidelijke overgang
gemaakt. Het is bijvoorbeeld niet wenselijk een trap aan de
Schootsestraat te maken die direct toegang geeft tot het oostelijke
parkeerhof, dat zou te veel anonieme inloop veroorzaken. Er zijn twee
trappen bij het hof met de Plataan die toegang geven naar de beide
parkeerdeks. De trap zorgt voor een natuurlijke overgang tussen
openbaar en collectief. Aan de westzijde is het mogelijk het grote
parkeerdek met de straat te verbinden via het entree hof.
de straat, openbare hoven en entreehoven
C1
C3
C2A1
A2A3
B1
B3
B2
B4
37
in de hovenIn de hoven zijn de woningen op de begane grond verbonden met het
hof. Doel is een prettige woning aan het hof, geen dichte plint. Dit
kan met een tuindeur of voordeur, maar een voordeur kan bij kleine
eenzijdig georiënteerde woningen problemen op te leveren met de
plattegrond. De begane grond woningen hebben geen tuin: het hof is
van iedereen. Er kan een kleine overgangszone zijn van 1- 2 meter
waar plek is voor een bankje of een plantenbak. Dit kan ook op het
dek aan de achterkant van A1 tot en met 3.
De sfeer en inrichting van de hoven is afhankelijk van de bewoners.
Er lijkt in ieder geval veel vraag naar groen, maar er moeten dan ook
tuiniers zijn die zich over de hoven willen bekommeren. Ook is ruimte
voor kinderen gewenst, maar dat hoeft geen klassieke speeltuin
inrichting te zijn. De hoven tussen de B blokken lijken hier de meeste
ruimte voor te bieden.
Op de parkeerdekken kan ook veel met groen. Geen kaal houten dek
dat veel herrie maakt als je er overheen loopt en glad wordt bij regen,
maar zachte bestrating en beplanting. De parkeergarages worden
natuurlijk geventileerd. Dat betekent ventilatieroosters in de gevel en
wellicht openingen in het dek. De gevels kunnen met groen worden
verzacht. Zeker in het hof waar het parkeerdek voor een muur van
2,5 meter hoog zorgt is een aantrekkelijke groene wand nodig om het
hofje niet somber te maken.
Water in de hoven kan een mooie toevoeging zijn, maar werkt
alleen als het deel uit maakt van het watersysteem en het water
kan stromen, bijvoorbeeld door het hemelwater aan de bassins te
koppelen.
de collectieve hoven
impressie collectief hof aan de Schootsestraat
C1
C3
C2 A1 A2
A3B1
B3
B2
B4
38
39
Referentie daktuin met kas: Vrijburcht Amsterdam
40
daktuinenIn de twee hoge torens wonen veel mensen en door de hoogte is
het niet altijd aantrekkelijk helemaal naar beneden te gaan. Twee
daktuinen bieden hier extra buitenruimte. De tuinen zijn direct
toegankelijk vanuit het trappenhuis. Bij de oostelijke toren zorgt de
daktuin voor een betere overgang van de toren naar het naastgelegen
blok. Het is goed voorstelbaar dat hier ook weer collectieve ruimtes
aan gekoppeld worden.
Het dak van de hoogste biedt een spectaculair uitzicht,
toegankelijkheid van het dak is hier door de bewoners als grote
wens geuit. Een tuin is hier lastiger vanwege de wind, maar een
uitkijkpunt is mogelijk. De andere daken zijn groen: een duurzaam
dak dat bovendien een prettig uitzicht biedt. De daktuinen zijn alleen
voor bewoners. Het is niet wenselijk als vreemden door de gebouwen
gaan zwerven.
fietsenVoor studenten zijn drie gezamenlijke fietsenstallingen gedacht. De
andere bewoners hebben een berging, maar veel van hen zullen hun
fiets op straat willen stallen. Aan de Torenallee en de Schootsestraat
zijn fietsnietjes voorzien, maar die zijn niet toereikend voor alle
bewoners van Space-S. in het openbare hof en in de entreehoven
kunnen nietjes worden toegevoegd. Dit zal in het buitenruimte
ontwerp worden meegenomen.
dakterrassen naast de torens
41
6. terras aan het hof
5. gemeenschappelijke tuin
4. spelen, verblijven1. stedelijk plein
2. wonen aan de straat
3. entree zone met hoogwaardig groen
42
schets openbare ruimte voordeuren aan de straat aan de torenallee en de dwarsroutetuindeuren aan de hoven
1.
3.
5.
6.
4.
2.
43
dE routE vAn StrAAt nAAr woning nAAr hof
Als bewoner moet je je welkom voelen zodra je het gebouw
binnenkomt. De centrale entree en de stoep voor de deur zijn
belangrijke onderdelen van je woonomgeving: hier kom je elkaar
tegen, hier moet het uitnodigend zijn om even te blijven staan en een
praatje te maken.
EntreesDe twee woontorens bevatten een groot deel van het
woonprogramma. Voor beide torens geldt dat de entree goed
verbonden moet zijn met de straat en met de hoven. De hoogste toren
staat aan het openbare hof. De voordeur zit aan het hof: in de zon, bij
de boom, waar je elkaar tegenkomt, en door de route goed verbonden
met de Torenallee. Bovendien is de Torenallee de beste plek voor
commerciële ruimte. Bij de entree kunnen een aantal elementen
gecombineerd worden: de verbinding naar het hoger gelegen hof, een
ontmoetingsruimte die aan het openbare hof staat. De uitbouw van de
toren is een belangrijke schakel tussen de twee hoven. Omdat deze
ruimte zowel vanaf het hof als vanaf de Torenallee zichtbaar is, is het
een uithangbord voor de woontoren en ontmoetingsplek ineen. Een
ideale plek voor een koffiebarretje met terras op het hof, waar je als
bewoner een feestje kunt geven maar ook kunt vergaderen.
De lagere toren ligt met de achterkant tegen het parkeerdek. Hier
vormt de entree de schakel tussen buiten en binnen, tussen straat
en hof. Op het dekniveau is een ruimte in de toren mogelijk als
gemeenschappelijke ontmoetingsruimte. Dit kan een overdekt terras
of een huiskamer zijn.
Ook in de kleinere blokken is de entree en de koppeling met de hoven
belangrijk. Het blok in de punt is via het trappenhuis direct verbonden
met het terras op het parkeerdek. Aan dit dek staat ook een klein
blokje van drie lagen hoog. Dit blokje grenst direct aan het centrale
hof met de plataan. Ondanks de kleine footprint is het een belangrijk
blokje. Het zorgt voor een goede voorkant aan het hof en maakt de
ruimte op het parkeerdek meer besloten.
De andere blokken aan de Schootsestraat vormen een open blok met
voorkanten aan het centrale hof en tegenover het Natlab. Daartussen
ligt een schakeling van hoven die deels op een parkeerdek liggen.
Ieder blok heeft daarmee een meer openbare en een meer besloten
kant. De entreehal ligt steeds tussen twee blokken, zodat een ruime
entree met zicht op het hof mogelijk is. Eventuele corridors in de
gebouwen lopen niet dood, maar eindigen op de gevel zodat licht
naar binnenkomt.
de entrees vormen de verbinding tussen straat en hof
44
Referentie entree met doorzicht naar de tuin: Vrijburcht Amsterdam
45
Referentie gemeenschappelijke ruimte op de punt: NDSM Amsterdam. Een andere hoekoplossing met een paviljoen op maaiveld is ook denkbaar.
46
gemeenschappelijke ruimtesVoor de gemeenschappelijke programma’s staat nog niets vast. Wat
zou je met elkaar willen delen? En hoe doe je dat met een project van
400 woningen? Er lijkt grofweg sprake te zijn van 3 niveaus van delen
en ontmoeting: kleinschalig op je verdieping tot circa 10 huishoudens,
iets groter per gebouw of hof met ongeveer 30 huishoudens, en voor
het project als geheel.
In deze fase van het project worden allereerst de plekken rond de
entrees op de begane grond en het dekniveau, omdat dit de plekken
zijn waar iedereen komt. De beide torens hebben een ruimte
gekoppeld aan de entree en aan het hof. Op het hof is ook ruimte voor
een gemeenschappelijke functie, bijvoorbeeld een kas. Een vieirde
special zit juist aan de openbare kant, op de kop bij de Beukenlaan.
Dit kan een commerciële ruimte zijn of een uithangbord voor
Space-s.
Naast de gemeenschappelijke ruimtes op de begane grond zal
er ook vraag zijn naar ruimtes op de anderen 2 niveaus, van een
gezamenlijke bezemkast op de verdieping tot een wasmachineruimte
voor 25 studentenwoningen. In het plan zit voldoende ruimte om
gezamenlijke plekken te realiseren.
Het lijkt daarbij handig om het plan flexibel te houden: een
gezamenlijke ruimte wordt niet weggestopt, maar heeft goede
lichttoetreding en een heldere entree. Op die manier is het een
ruimte die altijd kan worden omgezet naar een reguliere woning,
groot of klein, en geen tussenruimte die ongebruikt blijft en daarmee
onprettig wordt.
mogelijk publiek paviljoen op de kopgemeenschappelijke ruimte aan de entreepaviljoen voor bewoners ( kas)
specials
47
de plintOp de begane grond zijn verschillende type ruimtes te onderscheiden,
afhankelijk van de plek in het plan. De meeste publieke kant is de
Torenallee, hier is ruimte voor commerciële functies, maar ook een
woon-werkwoning is hier op zijn plek. De plint aan de Torenallee is
dubbel hoog. Hierdoor krijgen de entrees allure en ontstaat een plint
die zowel voor commercieel gebruik als voor wonen-werken geschikt
is. De plint kan aan de achterzijde verbonden worden met het
parkeerdek, zodat een woning mogelijk is met een rustige kant aan
het hof en een meer publieke kant aan de straat. Het is aantrekkelijk
als de plint niet overal hetzelfde is: ook in de plint herken je dat er
sprake is van verschillende gebouwen. De torens hebben zeker een
hoge plint, de andere gebouwen kunnen een lagere plint hebben.
Aan het centrale hof en tegenover het Natlab zijn woon-
werkwoningen aantrekkelijk, die naast het wonen ook een atelier
of werkplaats hebben, eventueel met verkoop. Maar hier kan ook
‘gewoon’ gewoond worden. De ruimtes zijn uitwisselbaar met het
andere wonen op de begane grond.
Aan de openbare kanten zijn voordeuren aan de straat, zowel de
centrale entrees als de entrees naar de plint. Aan de hoven ligt de
nadruk op wonen. In de delen van het plan die onzichtbaar zijn en in
een tweede laag van de plint kunnen het parkeren en de bergingen
worden opgelost.
Programma begane grond
commercieelwoon-werk/maatschappleijkwonen
48
referentie open plint: Zurich West
49
ExCurSiE rottErdAm En AmStErdAm
Eind augustus gingen de betrokkenen van Space-S op excursie
naar Rotterdam en Amsterdam. Het thema van de excursie
was collectiviteit: welke ruimtes kun je delen? Hoe werkt
de organisatie van een gebouw met gedeelde ruimtes? De
studentenhuisvesting in Rotterdam en wooncomplex Vrijburcht in
Amsterdam laten zien wat gezamenlijkheid kan opleveren.
In Rotterdam wordt zichtbaar dat de collectieve ruimtes niet
bovenaan de prioriteitenlijst stonden. Verblijfskwaliteit staat niet
voorop. De les: als je wilt dat de collectieve ruimtes werken, neem
de ruimtes dan vanaf het begin mee in het ontwerp.
In Vrijburcht is te zien wat een bewonersgestuurde ontwikkeling
kan opleveren. Het project heeft naast een eigen theater een
kinderdagverblijf, een omsloten tuin, een kas. Alle ruimtes zijn
gedeeld, voor sommige moet je inschrijven of betalen bij gebruik.
Een prachtig voorbeeld, maar kan dit ook met 400 huishoudens in
plaats van 30?
50
51
ProgrAmmA
Het programma voor Space-S ligt alleen op hoofdlijnen vast
en bestaat uit circa 400 appartementen, waarvan circa 190
studentenwoningen in zelfstandige eenheden en groepswoningen van
vier studenten per groep. Uitgangspunt is dat er veel verschillende
woningtypes een plek moeten kunnen krijgen, van studentenwoning
tot woon-werkwoning, van standaard appartement tot loft. De
gebouwplattegronden moeten flexibel zijn om deze diversiteit aan
woningtypes te kunnen realiseren. Ook als de woningen gerealiseerd
zijn is het mogelijk woningen samen te voegen, bijvoorbeeld als er
minder vraag is naar studentenwoningen.
De andere appartementen zijn verdeeld in kleine woningen (60 m²),
standaard woningen (80 m²), lofts met een hoge verdiepingsvloer (50
m²), grote woningen (100 m²) en woon-werkwoningen. Tenslotte zijn
er nog kleine woningen van 50 m², waarvan er 10 worden geclusterd
voor een groep beschermd wonen. De anderen zijn zelfstandige
units. Het is mogelijk alle types door elkaar te mengen. De woon-
werkwoningen zijn met name op de begane grond gedacht. Enkele
toekomstige bewoners zijn geïnteresseerd in het combineren van een
atelier/werkplaats/winkel met een woning.
52
ParkerenStrijp-S is een stedelijk woonmilieu. Parkeren wordt daarom op
een stedelijke manier opgelost: niet iedereen kan voor of onder zijn
huis parkeren. Er zal ook een groet groep zijn die geen auto heeft.
In Space-S zelf is plaats voor een beperkt aantal plaatsen, circa
70 stuks. Anderen kunnen een parkeerplek huren binnen 250 m
loopafstand op Strijp-S in parkeergebouwen op een aantal centrale
locaties, zoals in het Veemgebouw en langs het spoor.
Het parkeren binnen het plan bestaat uit twee parkeerbakken: één
in de punt, half verdiept, en één in het oostelijk deel, achter de toren.
Uitgangspunt is dat er geen parkeren onder de torens zit en dat het
parkeren beperkt zichtbaar is, zowel aan de straat als aan de hoven.
De parkeerbak in de punt wordt daarom half verdiept: het oppervlak
van de punt is zo klein dat het niet mogelijk is de plint vrij te houden.
Aan de Torenallee ontstaat een verhoogde plint, waarbij de eerste 1,5
meter parkeren is.
De oostelijke parkeerbak ligt niet aan de straat, maar achter de
toren. Aan de Torenallee is de plint 5 meter hoog, daar achter is
het mogelijk 2 lagen te maken waarvan de onderste laag gevuld
wordt met bergingen naast het parkeren. De ruimte daarboven
sluit aan op het dek. Hierdoor ontstaat een split level woning of
werkruimte: hoog aan de straat, gewone hoogte aan het dek. De
entrees van de parkeergarages liggen tegenover het Natlab en aan
de Schootstestraat.
parkeerprogramma begane grond
parkerenparkeren half verdieptbergingen
-1/2
-1/2
53
flexibiliteit van de plattegrondDe basismaat van de blokken is een stramien van 3,9 meter en een
gebouwdiepte van 16 meter. Binnen deze maat zijn verschillende
types mogelijk. Het basistype is een corridor met aan beide zijden
woningen. Bij dit type zijn vluchtwegen op de koppen nodig, de
corridors zijn dan ook niet doodlopend maar hebben ramen op
de kopse kant. De basismodule van 3,9 meter bij 7 meter levert
de kleinste woning: een studenten unit van circa 27 m². Deze kan
verdubbeld worden tot een kleine woning of verdriedubbeld tot een
standaard woning van circa 80 m². Dit corridor type is van toepassing
bij C1 en de B blokken. Beide blokken kunnen ook anders worden
verkaveld, bijvoorbeeld met een galerij, maar de hoofdmaat ligt vast.
De torens zijn in principe 20,5 meter breed , waarbinnen een
brandwerende kern met omloop gerealiseerd kan worden. Hier
omheen passen 6 woningen per laag, waarbij in het midden
een verdeling in kleinere woningen kan worden gemaakt. Het
bestemmingsplan geeft aan dat de footprint van de toren niet groter
worden dan 600 m². De huidige toren past daar in. Het is zelfs
mogelijk dat de torens nog iets breder worden, tot 21,5 meter. Voor
de hoge toren is dat mogelijk door de toren naar het oosten toe te
verbreden. Het plein wordt dan iets smaller. Voor de lagere toren
is het mogelijk de toren aan de achterzijde te verdiepen. Hierbij zal
alles een meter naar het zuiden opschuiven, aangezien de toren niet
over het parkeren heen kan staan.
Er zijn twee punten waarop de torens confronteren met de
naastgelegen bebouwing. De hoge toren heeft aan de westzijde blok
C1 als buur. De ruimte tussen de toren en het blok ernaast is 5 meter.
De aangrenzende bebouwing is 4 lagen hoog en eindigt met een
dakterras. Hierdoor is een deel van de westgevel van de toren voor de
onderste 3 lagen lastiger indeelbaar. Het zelfde doet zich voor bij de
lagere toren aan de achterzijde, waar het blokje op het parkeerdek
op 5 meter van de gevel staat. Hierbij wordt over 2 lagen het zicht
belemmert. In beide gevallen gaat het om zijgevels, de confrontatie
levert dus geen privacy problemen op en is alleen voor de torens
lastig.
Bij de lagere gebouwen aan de Torenallee speelt de bezonning
een belangrijke rol. Het is mogelijk een corridor type te maken,
maar door de ligging zal de helft van de woningen een noord-oost
oriëntatie hebben. Voor het middendeel is daarom gekozen voor
een ondieper blok met galerij. De galerij kan aan beide zijden van
het gebouw liggen. In het blok tegenover de hoogste toren is het
stramien gedraaid, zodat de woningen ook een oost en zuid-oost
oriëntatie hebben. De plattegrond is zo gekozen dat het stramien ook
gedraaid kan worden of de toren versmald. Vast punt is de koppeling
van de entree naar het hof.
bergingenVoor de appartementen is een berging van 6 m² vereist. Dit betekent
dat het plan moet voorzien in circa 210 bergingen. Voor de studenten
is geen aparte berging vereist, maar wel een gemeenschappelijke
fietsenstalling. De bergingen zijn met name op de begane grond en
de eerste verdieping gesitueerd, aansluitend op het dek. Daarmee
zijn ze eenvoudig te bereiken met de fiets. In de B blokken zijn de
bergingen op de verdieping gedacht, omdat de begane grond hier
goed moet aansluiten op de hoven.
54
C1
C3
C2
A1
A2
A3
B1
B3
B2
B4
principe vloer met vaste stijgpunten en flexibele indeling op basis van een stramien van 3,9 meter
55
16 m
27,3
m
3,9 m
20,5 m
mogelijke plattegronden blok C
Deze plattegrondstudies geven de flexibiliteit van maatvoering en constructie van de bouwblokken weer. De toets geeft aan dat de bouwblokken op diverse manieren ingedeeld kunnen worden, wat in de volgende fase door architect verder uitgewerkt wordt. Ook op lange termijn geeft de maatvoering ruimte voor aanpassingen van programma en plattegrond.
56
27,3
m
3,9 m
20,5 m16
m
57
3,9
m
20,5
m
15,6 m
27,3 m
mogelijke plattegronden blok A
58
16 m
3,9
m
mogelijke plattegronden blok B
59
60
A
B
Lengtedoorsnede A
Dwarsdoorsnede B
61
ExCurSiE PArijS
Begin september vertrok een bus met bewoners en professioneel
betrokkenen naar Parijs voor een excursie over buitenruimte
in hoge dichtheid. Kun je aantrekkelijke hoven maken als de
bebouwing er omheen heel dicht is? In Massena is een nieuwe
woonwijk gerealiseerd die gebaseerd is op een open bouwblok,
waarbij de blokken zijn opgebouwd uit verschillende gebouwen en
het groen in het blok de sfeer van de straat meebepaalt.
De les die we hier hebben geleerd is dat een blok niet te smal
moet zijn om een geslaagde hof te maken. Het beste blok is het
eerst gerealiseerde blok, dat breder is dan de latere en met een
mooie mix van gebouwen en buitenruimtes. Het groen is zichtbaar
vanaf de straat, maar niet toegankelijk. Ook zijn de hoven meer
kijkgroen dan gebruiksgroen. Dat kan in Space-S beter.
62
63
SfEEr En ArChitECtuur
Strijp-S is stedelijk, industrieel, ruig, niet aangeharkt. Het is geen
pandjesstad met een historische sfeer. Juist de charme van de Hoge
Rug, met wit en glazen gevels, het Klokgebouw en het Natlab maken
de sfeer van Strijp-S. Door Space-S op te bouwen uit een aantal
gebouwen ontstaat vanzelf een verschil met de grote maat van de
Hoge Rug.
De volgende kernwaarden vormen de basis. Deze moeten nog worden
afgestemd met het beeldkwaliteitplan van Strijp S.
industrieel• Materiaalgebruik:beton,staal,glas
• Gevelindeling:groteopeningenmetduidelijkeomlijsting,ramen
niet te veel staand.
• Kleur:licht,grijs,natuurlijkekleurenvandematerialen
familie van gebouwen• Nietéénarchitectuur,maareenfamilievangebouwen.Ieder
gebouw een eigen voordeur en verschillend van de buurman door
hoogte, plint, rooilijn, gevelindeling
rauw, niet af • Robuustmateriaal,nietteglad
• Eenvoudige,goededetails
• Draagconstructieeninstallatiesmogeninhetzicht
Plastische gevel• Balkonsnietweggestopt,maarechtebuitenruimtekwaliteit
• Aangehangenbalkonsgebruikenomdieptetegeven,metname
aan de Torenallee als contrast met de vlakke gevels van de Hoge
Rug
Eerlijk• Jezietwatjekrijgt,transparant
• Parkerennietwegstoppen,groeneofindustriëlegevelsvoorde
garage
groen• Aantalgrotebomenwaardatkan
• Groenegevels,bijvoorbeeldvoorhetparkeren
• Groenedaken,ookwaardieniettoegankelijkzijn
64
65
66
bijlAgE: PlAttEgrondEn
SChEtSontwErP
67
begane grond
68
indicatie programma begane grond
commercieel 500 m2wonen/ werken/maatschappelijk 500 m2wonenparkeren 70 ppbergingen: 108 stuksfietsenberging inpandig 250 m2fietsen op straatbegane grond
69
eerste verdieping (dekniveau)koppeling van de kernen aan de deks
70
indicatie programma eerste verdieping
commercieel 200 m2 ( gekoppeld aan bg)wonenbergingen: 1e verd. 75 stuks dek
71
principe verdieping 2 en hoger ontsluitingstypes:centrale kern A1 A3 C3corridor B1 t/m 4 C1galerij A2
A1
C3
A2
B3
B1
B2
B4
C1
C2
A3
72
A18 lagen3.015 m2
C317 lagen9.788 m2
A26 lagen (4 lagen tpv
dakterras)2.237 m2
bvo (m²) totaal
bvo (m²) woning aantal m² totaal bergingen
A1 3000 klein 60 50 3000 50A2 2230 standaard 80 60 4800 60A3 6470 groot 100 10 1000 10B1 1930 wo-we 120 17 2040 17B2 1560 loft 60 50 3000 50B3 1200 wonen plus 50 50 2500 40B4 2500 student groeps 24 90 2160C1 2440 student zelfst 30 91 2730C2 540 418 21230 227C3 9780
totaal 31650
B33 lagen1200 m2
B15 lagen1933 m2
B24 lagen1560 m2
B45 lagen 2500 m2
indicatie programma totaal (ex. parkeren)
C16 lagen (4 lagen tpv
dakterras)2.445 m2
C23 lagen545 m2 A3
11 lagen6.477 m2
73