SCHOOLREGLEMENT - De Berk 2014-2015.pdf · 2014. 9. 24. · SCHOOLREGLEMENT met informatie voor de...
Transcript of SCHOOLREGLEMENT - De Berk 2014-2015.pdf · 2014. 9. 24. · SCHOOLREGLEMENT met informatie voor de...
SCHOOLREGLEMENT
met informatie voor de ouders
met leefregels voor de kinderen
Kloosterbeekstraat 7
3500 Hasselt
tel: 011-229893
fax: 011-261450
www.deberk.be [email protected]
Scholengemeenschap “DUOO-Centrum” Kloosterbeekstraat 7 3500 Hasselt
INHOUDSTAFEL 1. ONZE SCHOOL 1.1. Voorwoord 1 1.2. Ons eigen opvoedingsplan 3 1.2.1. Onze school als geloofsgemeenschap 9
1.2.2. Onze school als leergemeenschap 10
1.2.3. Onze school als leefgemeenschap 11
1.3. Hoofddoelstelling van onze school 12 1.4. Een gespecialiseerde aanpak 13 1.5. De structuur van de school 13 1.5.1. Het schoolbestuur 13
1.5.2. De klassenraad 14 1.5.2.1. De samenstelling van de klassenraad 14
1.5.2.2. De opdracht van de klassenraad 14
1.5.2.3. De werking van de klassenraad 14 1.5.3. De oudervereniging 14
1.5.4. De schoolraad 14
1.5.5. Het lokale onderhandelingscomité (LOC) 15
1.5.6. De beroepscommissie 15
1.5.7. Het comité voor preventie en bescherming op het werk (CPBW) 15
1.5.8. Centrum voor leerlingbegeleiding (CLB) 15
1.5.9. Preventieve gezondheidszorg 19
1.5.10. Geïntegreerd onderwijs (GON) 20
2. REGLEMENTAIRE BEPALINGEN 2.1. Inschrijvingen van leerlingen 21 2.2. Aanwezigheden 22 2.2.1. De schooltijden 22
2.2.2. De voor- en naschoolse bewaking 22
2.2.3. Het vervoer van en naar de school 22
2.2.4. Het brengen en halen van de kinderen 23
2.2.5. De buitenschoolse opvang 25
2.2.6. Middageten – drank 25
2.3. Afwezigheden 25
2.4. Contacten ouders – school 27 2.4.1. De oudercontacten 27
2.4.2. Rapporten 27 2.4.3. Schriften, agenda, werkjes 27
2.4.4. Huistaken 28
2.5. Tijdelijk onderwijs aan huis 28 2.6. Getuigschrift en attesten 29 2.7. Schoolveranderingen 30 2.8. Afspraken 30 2.8.1. Afvalpreventie 31
2.8.2. Bewegingsopvoeding en zwemmen 32
2.8.3. Ongevallen op school 33
2.8.4. Verzekering 33
2.8.5. Vrije dagen en vakantie 33
2.9. Zorgvuldig bestuur in het basisonderwijs 33 2.9.1. Kosteloosheid 33
2.9.2. Handelsactiviteiten 36 2.9.3. Geldelijke en niet-geldelijke ondersteuning 36
3. ORDE- EN TUCHTMAATREGELEN 36
Rookverbod 39
4. LEEFREGELS VOOR DE KINDEREN 40 4.1. Naar de klas 40 4.2. Naar de speelplaats 40 4.3. Op de speelplaats 41 4.4. Rekengroepen 41 4.5. Netheid van onze school 41 4.6. Kleding en voorkomen 41 4.7. Beleefdheid en respect 41 4.8. Schadevergoeding 42 4.9. Busrijen ’s avonds 42 4.10. Naleving van de leefregels 42
BIJLAGE * Bericht in verband met hersenvliesontsteking en/of bloedvergiftiging door meningokokken A * Verklaring van de ouders: akkoord schoolreglement / website B * Namen van medewerkers – leden – afgevaardigden en leden C * Vakanties en vrije dagen – oudercontacten – bijzondere activiteiten D * Richtlijnen betreffende medicatie op school E
1
1. ONZE SCHOOL
1.1. Voorwoord
We willen de ouders zo ruim mogelijk informeren over de werking, het leven en de
reglementering in onze school.
Het is de bedoeling via een ruime informatie over onze school een hechte band te
smeden tussen de school en uw gezin. Samen hebben we dezelfde betrachtingen en zorgen we voor het welzijn en het goedvoelen van de kinderen.
We trachten samen de mogelijkheden van de kinderen zo optimaal mogelijk te helpen
ontwikkelen.
In bijlage vindt u een “verklaring van de ouders, akkoord schoolreglement”.
Gelieve dit formulier te ondertekenen voor akkoord en ons gedateerd terug te bezorgen binnen de week na ontvangst.
BELANGRIJK: Relatie ouders – school / engagementsverklaring
Onze school heeft een aantal verplichtingen t.a.v. de kinderen en de ouders: uw kind
heeft recht op goed onderwijs en als ouder heeft u recht op correcte informatie.
De school creëert daarom de mogelijkheid tot regelmatige bespreking en opvolging van uw kind via intense samenwerking.
Kiezen voor het BO blijft een recht. De schoolkeuze maken voor de Berk brengt zeker
een aantal verplichtingen met zich mee. Het schoolreglement beschrijft niet uitsluitend de rechten en plichten voor de leerlingen maar ook voor de ouders én voor de school als
organisatie.
Een oudercontact draait rond de gedeelde zorg van de leerling. Daarom vinden wij het
heel belangrijk dat niet samenwonende ouders toch samen het oudercontact volgen. Op
deze manier kunnen concrete afspraken met alle betrokken partijen gemaakt worden.
Aandachtspunten zijn: � De ouder zorgt voor het inschrijvingsattest BO (CLB) op de dag van de
inschrijving in De Berk.
� U kan op school steeds terecht tijdens de schooluren. De school is open van 8
uur tot 17 uur. Voor dringende zaken kan u steeds terecht op het ingesproken noodnummer.
� Alle communicatie verloopt via de agenda van uw kind.
� Leerkrachten kan men uitsluitend bereiken tijdens de schooluren (van 9.00 uur
tot 15.30 uur). Met een afspraak kan u hen persoonlijk spreken tijdens hun
opdracht.
2
� In uitzonderlijke omstandigheden en uitsluitend bij hoogdringendheid kan u
leerkrachten via hun privé-nummer bereiken. � Aanwezig zijn op school en op tijd komen: vanaf 10 halve dagen problematische
afwezigheid zal er samen met het CLB een dossier op worden gemaakt. Vanaf
30 halve dagen problematische afwezigheid zal er een melding gebeuren bij het
departement onderwijs. Bij spijbelgedrag zullen de ouders door de directeur
uitgenodigd worden om het spijbelen te voorkomen.
� Besprekingen, het volgen van klassenraad bij specifieke problemen, kunnen
uitsluitend via een voorafgaande afspraak (telefonisch of schriftelijk). U
contacteert hiervoor de directeur of het secretariaat. � De doelen die we nastreven worden zorgvuldig per leerlingengroep of per kind
gekozen en verwerkt in een klassenwerkplan en handelingsplan.
� Leerlingen met specifieke noden kunnen specifieke individuele begeleiding krijgen als de klassenraad daarover beslist. Deze beslissingen worden
opgenomen in het individuele handelingsplan en besproken op oudercontacten.
Ouders zelf moeten zich engageren om positief mee te werken aan het
begeleidingsaanbod. � Specifieke aandacht vragen wij voor de wijze waarop ouders problemen
aanbrengen. Problemen dienen steeds op een rustige en serene manier besproken
te worden. Daarom is het de verantwoordelijkheid van beide partijen, school en
ouders, om tot een gepaste oplossing te komen.
� Als ouder heeft u de verplichting om de schoolse vorderingen, gedrag en
werkhouding van uw kind op te volgen (oudercontacten, informatievergaderingen
op klasniveau, oriënteringsvergaderingen). Zij verbinden zich tot minstens één
oudercontact per schooljaar. Indien u niet aanwezig kan zijn op oudercontacten neemt u contact op met de school die een afspraak voor u regelt op een ander
moment.
� Ouders en leerlingen verbinden zich ertoe om op school de Nederlandse taal te
leren alsook te leren spreken in het Nederlands. De school zorgt ervoor om ouders die het Nederlands gebrekkig beheren te begeleiden met een tolk.
� Rechthebbende leerlingen kunnen gebruik maken van het busvervoer. Dit
betekent niet dat alle leerlingen aan huis opgehaald worden. Aan huis op- en
afstappen gebeurt in de mate van de mogelijkheden van het kind. Het is dus
geen verplichting voor de school.
� Naleving van het busreglement (zie verder) blijft de verantwoordelijkheid van
de ouders. De busbegeleider draagt de verantwoordelijkheid IN de bus. De
ouder blijft verantwoordelijk tot het kind in de bus zit (’s morgens) en vanaf het moment dat het kind afstapt (’s avonds). Busverbod als sanctie blijft in handen
van de directeur.
� De verkeersveiligheid aan de schoolpoort wordt strikt nageleefd (zie 2.2.4.).
Iedereen dient zich te schikken naar de richtlijnen van de “gemachtigde opzichter”.
� Als school vragen wij een positief engagement ten opzichte van de onderwijstaal
van de school. Dit houdt in dat ouders hun kind aanmoedigen om Nederlands te
leren en de extra initiatieven in en buiten de school te ondersteunen.
3
Aan de hand van deze specifieke aandachtspunten wijzen wij op de verantwoordelijkheid
van elke ouder, niet alleen t.o.v. zijn/haar kind maar ook t.o.v. de school als organisatie.
Beste dank.
Directie en leerkrachten.
1.2. Ons eigen opvoedingsplan.
Specifieke opdracht van het Katholiek onderwijs
Het doel van onze school is het oriënteren van de leerlingen in de
werkelijkheid op basis van het aanbrengen van de nodige kennis, vaardigheden
en attitudes waardoor de totale persoonlijkheid ontplooiingskansen krijgt.
Deze vorming bestaat meteen ook in een ontmoeten van de werkelijkheid in
haar veelvuldigheid en vooral in haar zin of betekenis en in contact met de
waardewereld.
In de school zal men dus niet alleen de werkelijkheid leren analyseren maar ook de betekenis van de dingen voor de christenen aan de leerlingen meedelen
en doen ontdekken.
De school dient ook attitudes en intermenselijke relatievormen bij te brengen
of te ‘leren leven’. De zin van de werkelijkheid voor de christenen zal leiden
tot leren leven volgens de leer van het christendom, die de vrijheid van de
jonge mens uitnodigt tot het positief realiseren van waarden, tot het
uitoefenen van de christelijke liefde en het christelijk engagement. (zie ook: Opdrachten voor het Katholiek Basisonderwijs Vlaanderen, CRKLKO,
2000)
4
Een buitengewone opdracht:
De opdrachten voor het Katholiek Basisonderwijs in Vlaanderen vinden we terug in deze tekening.
Opdracht 1: Werken aan de schooleigen christelijke identiteit. Werken aan de schooleigen christelijke identiteit kunnen we door:
→→→→ Te reflecteren over de visie op mens en wereld:
concreet betekent dat onder andere
• De school heeft een helder uitgeschreven opvoedingsproject waar alle
geledingen van de school bij betrokken zijn en waarin de eigen identiteit wordt verwoord.
• De grondslag van de school (gegrondvest op Jezus Christus) is voor
iedereen binnen de school duidelijk. • In het opvoedingsproject en in de verwoording van haar onderwijsvisie
verwijst de school uitdrukkelijk naar haar christelijk geïnspireerd
mens- en wereldbeeld.
• In het opvoedingsproject worden een aantal waarden vooropgesteld.
• Christelijke naastenliefde uitgedrukt in 12 grondwaarden van het
katholiek basisonderwijs.
1. Respect voor de eigenheid van ieder mens.
2. Verantwoordelijkheid van ieder mens voor zijn handelen.
3. Menswaardigheid.
4. Solidariteit.
5. Vreugde om het leven en de schepping. 6. Dankbaarheid.
7. Verwondering.
8. Respect en zorg voor mens en natuur.
9. Vertrouwen in het leven. 10. Vergeving schenken en ontvangen.
11. Hoop op de toekomst.
12. Zorgzame nabijheid en troost.
→→→→ Onze eigen identiteit in de schoolwerkplanning te verwerven:
concreet betekent dat onder andere
• Bij de benadering van fouten en zwakke prestaties zorgt de leerkracht
ervoor dat kinderen hun gevoel van eigenwaarde behouden (erkenning van de uniciteit).
• De leerkracht laat aan kinderen haar hoop en haar vertrouwen in de
toekomst blijken door te werken vanuit haar geloof in de
ontwikkelingskansen van kinderen. • Het schoolreglement sluit aan bij de krachtlijnen van het
opvoedingsproject en geeft mee uitdrukking aan de waarden die de
school voorop stelt.
5
• In de verschillende leergebieden komen levensbeschouwelijke en morele
vragen aan de orde. • In de jaarplanning is plaats voorzien voor verschillende pastorale
activiteiten.
• Identiteit is een onderwerp van gesprek tussen schoolbestuur, team en
ouders.
→→→→ Vanuit een christelijke inspiratie op te voeden en te onderwijzen:
concreet betekent dat onder andere
• Opvoedend onderwijs in het katholiek basisonderwijs is geïnspireerd door het geloof in Gods liefdevolle nabijheid en in de verbondenheid
met Jezus Christus.
• Het team streeft er naar een optimale vorming van de totale persoon als vrij en uniek wezen om gaandeweg verantwoordelijkheid te kunnen
dragen voor zichzelf.
• Deze vorming krijgt gestalte in een reële context van het samenleven in
een wereld en vanuit het christelijk mens- en wereldbeeld. Ze is met andere woorden gericht op solidariteit met anderen, op gerechtigheid
en op kritisch-creatieve zorg voor de wereld als geheel.
Opdracht 2: Werken aan een degelijk en samenhangend onderwijsinhoudelijk aanbod.
→→→→ Een degelijk aanbod met het oog op de ontwikkeling van de gehele persoon:
(in hoofd, hart en handen)
concreet betekent dat onder andere • Bij het roosteren van de onderwijstijd wordt rekening gehouden met de
ontwikkeling van de totale persoon. De dynamisch-affectieve, de
psychomotorische en de cognitieve component krijgen voldoende
aandacht. • In alle activiteiten en lessen worden doelen nagestreefd die de totale
persoon vormen.
• Bij de evaluatie en rapportering krijgen alle facetten van de persoon
een evenwichtige aandacht.
→→→→ Een samenhangend aanbod van cultuurelementen aanbieden:
concreet betekent dat onder andere
• Het team overlegt over de verticale en horizontale samenhang bij het concretiseren van verschillende leerlijnen opdat kinderen hun leren
ervaren als een zinvolle benadering van de werkelijkheid in haar
geheel.(projecten, werkgroepen, …).
• Leerlijnen reiken een stapsgewijze planning van de inhoud aan opdat het aanbod het best zou aansluiten bij de mogelijkheden en de behoeften
van kinderen.
• Het team overlegt over de aansluiting met en het voortbouwen op de
basiscompetenties die in het kleuteronderwijs centraal staan.
6
• Het team overlegt over wat in een leerjaar en over de verschillende
leerjaren heen in de lessen aangeboden wordt. • Het team overlegt over de integratie van verschillende leerdoelen uit
verschillende leergebieden in de lessen (projecten en werkgroepen).
• Leerplannen en ontwikkelingsdoelen worden bij de planning als
referentiekader gebruikt.
→→→→ Een aanbod dat gericht is op de integratie in de persoon (pedagogie van het
zijn).
concreet betekent dat onder andere • Met het aanbod wil de school kinderen helpen om zich het geleerde zo
eigen te maken dat ze het spontaan in nieuwe situaties gebruiken
(leerprincipe: generaliseren). • In het aanbod is er oog voor een ‘samenhang die zin geeft’:
bijvoorbeeld: kinderen krijgen van bij het begin van een leerproces een
zicht op het bredere kader waarbinnen ze bepaalde deelaspecten leren.
• Het team werkt aan klasoverstijgende activiteiten en geïntegreerd leren.
Opdracht 3: Werken aan een stimulerend opvoedingsklimaat en een doeltreffende didactische aanpak.
→→→→ Het leerproces van de leerlingen (actief, cumulatief, interactief en
affectief geladen).
concreet betekent dat onder andere
• Het aanbod van activiteiten vertrekt van de behoeften, de belangstelling en de inbreng van de leerlingen.
• Bij de keuze van werkvormen of onderwijsleerprocessen is er ook
ruimte voor de interactie van leerlingen en leerkracht en van de
leerlingen onder elkaar. • Bij de evaluatie worden de leerlingen vooral met zichzelf vergeleken in
plaats van met de anderen.
• De leerkracht tracht de oorsprong van de reacties of prestaties van de
leerlingen te achterhalen.
• Permanente evaluatie en een leerlingvolgsysteem worden gehanteerd als
instrumenten om elke leerling op zijn niveau vooruit te helpen.
• De leerlingen krijgen de kans om zelf naar oplossingen voor een
probleem te zoeken.
→→→→ De leerkracht ondersteunt en begeleidt het leerproces.
concreet betekent dat onder andere
• De leerkracht heeft waardering voor ieder kind, met een bijzondere aandacht voor wat het reeds kan.
• De leerkracht houdt rekening met de beginsituatie en het
ontwikkelingsniveau van elke leerling.
7
• De leerkracht stemt haar aanpak en hulp af op de maat van de
individuele leerling. • De leerkracht biedt situaties aan die uitnodigen tot exploreren, die
stimuleren tot het leggen van relaties, die kansen bieden om te
ontdekken.
• De leerkracht helpt de leerlingen om te kiezen, te plannen en over hun
aanpak en prestaties te reflecteren (leren leren).
Opdracht 4: Werken aan de ontplooiing van ieder kind, vanuit een brede zorg.
→→→→ Werken aan zorgbreedte: is de blijvende bekommernis om ‘alle’ kinderen
optimale kansen te geven.
concreet betekent dat onder andere • Het team maakt een planning op in verband met de zorgbreedte en
vermeldt daarin de uitgangspunten, de taakdifferentiatie,
groeperingsvormen op schoolniveau, de keuze van leermiddelen en
zorgstrategieën, het signalerings- en hulpverleningsproces, de samenwerking met interne en externe begeleiders (handelingsplannen,
klassenraden, …).
• Het team werkt aan een individualiserende en kindgerichte
onderwijsaanpak, waarbij alle aspecten van de persoonlijkheid aan bod
komen. Het is een aanpak op maat van de leerlingen (individuele
handelingsplannen: rekenen, taal, leren leren en sociaal emotioneel, …)
• In de school is er een systeem om leerlingen te volgen, met vaste
afspraken en procedures die waarborgen dat de leerlingen tijdig hulp krijgen en problemen zoveel mogelijk vermeden worden
(schoolvorderingstoetsen, hulpvraagformulieren, klassenraden, …).
• De school heeft een bijzondere aandacht voor die componenten van de
cultuur die in de maatschappij soms op de achtergrond verdwijnen, omdat ze niet economisch nuttig zijn: het muzische, het religieuze, het
goede, relatiebekwaamheid. Ze draagt zorg voor deze domeinen omdat
ze zinstichtend zijn en in het leven uitzicht geven: muzische dagen,
axenroos, vieringen, ….
→→→→ Werken aan zorgverbreding: om kinderen die risico ’s lopen in hun
ontwikkeling of in hun leren bedreigd zijn, optimale groeikansen te geven.
concreet betekent dat onder andere • Het team verbreedt voortdurend zijn inspanningen naar alle kinderen,
rekening houdend met hun verscheidenheid qua sociale herkomst,
culturele en religieuze achtergrond, intellectuele capaciteiten,
gezondheid… • Bij de verdeling van het lestijdenpakket wordt uitgegaan van goed
omgeschreven principes in verband met zorgbreed werken. Bij de
verdeling van de klassen staat de zorg voor kinderen voorop. Op basis
van deze prioriteit worden uren vrijgemaakt voor blio, logo-, kinéhulp, …
8
Het schoolbestuur spant zich in opdat de school voor de begeleiding van
kinderen die bijzondere zorg nodig hebben, over aangepaste materialen en accommodatie kan beschikken .
→→→→ Werken van uit een brede zorg veronderstelt overleg en samenwerking.
concreet betekent dat onder andere
• Ouders en leerkrachten communiceren met elkaar over de ontwikkeling
van kinderen. Ze signaleren elkaar problemen en informeren over de
thuissituatie en de schoolsituatie (schoolagenda, oudercontact, …).
• De directie en de leerkrachten zijn beschikbaar voor de ouders. • Het team doet een beroep op de deskundige hulp van orthopedagogen,
blio, paramedici, het CLB, … Ze overleggen over aangepaste strategieën
en stemmen hun aanpak op elkaar af. • Leerkrachten uit het buitengewoon en het ‘gewoon’ onderwijs
overleggen en stellen hun deskundigheid aan elkaar ter beschikking.
Opdracht 5: Werken aan de school als gemeenschap en als organisatie. →→→→ De schoolgemeenschap bevordert de overlegcultuur.
concreet betekent dat onder andere
• Overleg- en participatieorganen beschouwt het schoolbestuur als
plaatsen waar in echte dialoog en met zorg voor de school constructief
wordt samengewerkt.
• De directie kan voor het vervullen van zijn taak een beroep doen op de
ondersteuning van het schoolbestuur.
• De directie is de bezieler van initiatieven die in de school van start gaan. Hij neemt in overleg met het team doordachte beslissingen en
moedigt het team aan om ze samen te realiseren.
• Er is een vlotte communicatie binnen het team in een sfeer van
openheid (inspraak) en wederzijds respect (samenpraak). • Leerkrachten ervaren dat ze mee richting mogen geven aan wat er in
verband met de organisatie van opvoeding en onderwijs afgesproken
wordt.
• Ouders worden niet alleen ingeschakeld voor hand- en spandiensten.
Ouders worden in het overleg over het opvoedingsproject betrokken.
• De school maakt op verantwoorde wijze gebruik van de
begeleidingsdiensten van het katholiek onderwijs.
• De school ondersteunt in de mate van het mogelijke en volgens het eigen opvoedingsproject de initiatieven die de lokale gemeenschap en de
parochie opzetten.
→→→→ Organisatie en planning vanuit het eigen opvoedingsproject: concreet betekent dat onder andere
• Het schoolteam doet regelmatig aan zelfevaluatie met het oog op
permanente kwaliteitszorg.
9
• Het team legt prioriteiten vast die aansluiten bij het opvoedingsproject
van de school. • Het schoolbestuur en de directie rapporteren de bevindingen van de
doorlichting aan het team. Die bevindingen zijn een uitgangspunt voor
een nieuwe bezinning over prioriteiten.
• De verschillende plannen (opvoedingsproject, leerplannen,
schoolwerkplan, jaarplannen, nascholingsplan) zijn op elkaar afgestemd.
• Schoolbestuur en team overleggen over een verantwoorde besteding
van de middelen. De bestedingen zijn te verantwoorden vanuit de
principes van het opvoedingsproject (bijvoorbeeld: kinderen staan centraal).
→→→→ Groeien in deskundigheid en spiritualiteit. concreet betekent dat onder andere
• Teamleden krijgen de kans om nieuwe zaken uit te proberen. De nieuwe
inzichten worden aan het team ter beschikking gesteld.
• Het team overlegt wie het best individuele nascholing volgt en voor welke prioriteiten schoolgerichte nascholing of begeleiding aangevraagd
wordt.
• De school moedigt het team aan om deel te nemen aan initiatieven die
hun visie aanscherpen en helpen een persoonlijke spiritualiteit verder
te ontwikkelen.
• Op school is een sfeer waar men in vertrouwen met elkaar over
levensbeschouwelijke thema’s kan spreken.
Voor meer informatie zie ‘Opdrachten voor het Katholiek Basisonderwijs in Vlaanderen,
CRKLKO, 2000’
1.2.1. Onze school als geloofsgemeenschap. Kenmerkend voor onze school is dat we op de eerste plaats een katholieke
schoolgemeenschap zijn waar leerkrachten en leerlingen samen met
ouders leven volgens het woord van God.
Dit neemt niet weg dat onze school respect kan opbrengen voor de
verschillen van levensbeschouwing, de andere culturen met zijn specifieke
tradities.
Onze opdracht bestaat eruit de toevertrouwde kinderen te begeleiden
tot meer volwassenheid, op te voeden tot een reëel waardebesef, gericht op de volledige ontplooiing van de persoonlijkheid, opbouwend vanuit een
gezamenlijke verantwoordelijkheid met de hele schoolgemeenschap.
Geloofsverkondiging, geloofsduiding en geloofsbeleving. Om haar doelen te bereiken beschouwt onze school het Katholieke
godsdienstonderricht als een belangrijk instrument om het woord Gods
door te geven en het opvoeden van christelijke waarden te realiseren
(2 lesuren per week).
10
De leerkrachten benutten de kansen om hun christelijke levensvisie op
hun eigen wijze te getuigen.
Bijbelse verhalen, het evangelie, de persoon van Jezus Christus en het
gebed zijn geïntegreerd binnen de opvoeding.
Het doorgeven van christelijke waarden en opvoeding gebeurt uiteraard
niet uitsluitend via godsdienstlessen. Waardeopvoeding krijgt een
centrale rol in onze school. Dit beklemtonen we via aangepaste
schoolanimatie, eucharistievieringen, klasgebeden, …
Specifiek binnen onze school hanteren wij een tiental maandpunten die als
doel de concretisering van de christelijke waarden hebben.
De thema’s vriendelijkheid, orde, openheid en respect voor geloof en godsdienst, werkzaamheid, zelfbeheersing, wellevendheid, eerbied,
taalvaardigheid, eerlijkheid en zelfstandigheid nodigen uit, binnen de
leefwereld van het kind, orde en structuur bij te brengen, alsook waarden
en talenten te ontplooien. Deze thema’s vertrekken telkens vanuit een christelijke visie.
Onze school streeft ernaar, met alle participanten (schoolbestuur,
personeel, ouders en andere betrokken instanties) in alle openheid en met
alle respect en verdraagzaamheid samen te werken.
1.2.2. Onze school als leergemeenschap.
Als leergemeenschap onderscheiden wij 3 afdelingen:
type 1: kinderen met een licht mentale handicap.
type 2: kleuters en lagere schoolkinderen met een matig tot ernstig mentale stoornis.
type 8: kinderen met een leerstoornis.
Als 3-typige school profileren wij ons door volgende uitgangspunten:
� Type-eigen criteria ter indeling van de leerlingen.
� Per afdeling specifieke onderwijsdoelen en aangepaste leerstof met
bijzondere aandacht voor de leergebieden leren leren, sociale
vaardigheden en sociaal-emotionele ontwikkeling. � Individueel handelingsplan en dossier per leerling.
� Aandacht voor de ontwikkeling van de totale persoonlijkheid.
� Remediëring als gevolg van gerichte foutenanalyses in alle types en voor
alle disciplines. � Gespecialiseerd onderwijzend personeel: ASV, BLIO(M), in
samenwerking met paramedisch en orthopedagogisch personeel (logo,
kiné, othopedagoog).
11
� Geïntegreerde (individuele) therapieën in functie van ons
orthodidactisch onderwijs en orthopedagogisch onderwijs. � Gestructureerd overleg dat waakt over de continuïteit en de
flexibiliteit.
� Een evaluatiesysteem bestaande uit het opstellen van de beginsituatie,
gevolgd door tussen- en eindevaluatie in samenwerking met het CLB.
� Individualisatie en differentiatie.
� Gerichte en nuttige nascholing als noodzaak om optimaal onderwijs te
verstrekken.
1.2.3. Onze school als leefgemeenschap.
Algemeen kunnen we stellen dat zowel de interne als de externe relaties met zorg behandeld worden. Een klimaat van samen-denken, samen-doen
en samen-leven is richtgevend.
De school als interne leefgemeenschap tussen de leerkrachten en
leerlingen, in overleg met de participanten, wordt geoptimaliseerd in het schoolreglement.
Vanuit de hiërarchie is het noodzakelijk dat de leerlingen voldoende
respect voor hun leerkrachten kunnen opbrengen en dit ook tonen.
We hechten tevens groot belang aan het gezin als hoeksteen van de
maatschappij. Van de kinderen verwachten we dat ze in hoge mate
waardering hebben en tonen voor het (groot)ouder-zijn, de familiebanden
en de familietradities. Bewust integreren we sociale vaardigheden doorheen ons onderwijs.
Gezien de eigenheid van deze school staat uiteraard het kind met zijn
specificiteit centraal. Dit uit zich in een gericht kind-volgsysteem en de gestelde voorwaarde dat kinderen zich eerst goed moeten voelen
(welbevinden) alvorens te starten met het leerproces.
De aandacht voor samenwerking en overleg uit zich in de typegebonden
ouderverenigingen, een overkoepelend oudercomité, de participatieraad,
het lokale onderhandelingscomité en de pedagogische raad.
Buitenschoolse samenwerkingsverbanden met lager en secundair onderwijs
hebben als doel de reïntegratie te versoepelen.
Aandacht voor vernieuwing en recent ontwikkelde inzichten zorgt ervoor
dat onze schoolgemeenschap optimaal naar buiten kan treden.
Het Comité voor Preventie en Bescherming op het Werk dwingt ons de
veiligheid van onze kinderen en het personeel te verzekeren door een
permanente aandacht in en rondom de school.
12
1.3. Hoofddoelstelling van onze school. Vanuit een christelijke visie willen we de kinderen begeleiden volgens hun
mogelijkheden, zowel op het vlak van kennis en vaardigheden als op
gevoelsmatig en sociaal vlak, met het oog op maatschappelijke integratie.
Evenals de ouders moeten we rekening houden met de eigenheid van het kind,
en onderwijs en opvoeding op maat van het kind aanbieden.
Aangepast aan hun mogelijkheden krijgen de kinderen een deskundige
begeleiding in één van de drie afdelingen van de school, met volgende
klemtonen: Type 1:
→→→→ het creëren van een orthopedagogisch klimaat waarin het kind zich
goed voelt. →→→→ het kunnen ontwikkelen in zijn eigen tempo, startend op een concreet
niveau.
→→→→ het leggen van de focus op functionaliteit.
Type 2:
→→→→ streven naar een algemeen welbevinden van het kind.
→→→→ onderwijsaanbod in functie van een zo groot mogelijke zelfstandigheid.
→→→→ Leerinhouden in functie van vaardigheden, nodig om te kunnen
functioneren in deze maatschappij
Type 8: →→→→ een orthopedagogisch klimaat en doelgericht onderwijs in functie van de sociaal-emotionele ontwikkeling.
→→→→ een uitgesproken diagnostische en remediërende benadering.
→→→→ orthodidactiek en orthopedagogiek toegespitst op:
- de taalontwikkeling - het verwerven van de doelen met dezelfde leerinhoud als deze van
het gewoon onderwijs, volgens een orthodidactisch en
orthopedagogisch model.
Alle leerlingen kunnen onderwijs volgen tot 13 jaar, uitzonderlijk kan een
verlenging aangevraagd worden.
Na het verlaten van de school volgen de kinderen van type 1 beroepsgericht
onderwijs op niveau van het BuSO (buitengewoon secundair onderwijs), opleidingsvorm 3 of BSO (beroeps secundair onderwijs).
Wanneer de kinderen van type 2 de leeftijd van 13 jaar bereikt hebben,
volgen ze onderwijs op het niveau van het BuSO (buitengewoon secundair onderwijs), opleidingsvorm 1 (onderwijs tot sociale aanpassing) of
opleidingsvorm 2 (onderwijs tot sociale aanpassing en arbeidsgeschikt maken).
13
De leerlingen van type 8 volgen na het verlaten van onze school het onderwijs
in het lager of het secundair onderwijs, de richtingen B-klas (BSO) of A-klas TSO (technisch secundair onderwijs) / ASO (algemeen secundair
onderwijs) / KSO (kunst secundair onderwijs) en uitzonderlijk BuSO
(buitengewoon secundair onderwijs OV3).
1.4. Een gespecialiseerde aanpak De klastitularis geeft les naar maat van zijn leerlingen, niettegenstaande kunnen niet alle problemen in de klas opgelost worden.
De klastitularis kan daarom beroep doen op de hulp van orthopedagogen, logopedisten,
kinesisten, bijzondere leermeesters individueel onderwijs en een bijzondere leermeester voor migranten. De organisatie van de klassenraad berust in de handen van
de directie en de orthopedagogen.
Deze gespecialiseerde mensen richten zich dan bijzonder op de specifieke leer- en/of
opvoedingsproblemen van de kinderen en ondersteunen het leerproces met hulp en advies.
Jaarlijks komt de klassenraad minimaal 3 keer samen om de leervorderingen te
evalueren en om het leerproces bij te sturen.
In de klassenraad zetelen de directeur of zijn afgevaardigde, de afgevaardigde van het
CLB en de betrokken klastitularis, aangevuld door BLIO(M), paramedici en eventueel
ambulante leerkrachten.
Tijdens de klassenraad wordt tevens beslist welke kinderen speciale behandeling nodig
hebben en in welke mate. Stopzetting of uitbreiding van individuele of groepstherapieën gebeurt eveneens in
samenspraak met de leden van de klassenraad .
De visie op ons onderwijs vermeldt dat indien mogelijk alle buitenschoolse therapieën
opgevangen worden binnen de school. De klassenraad adviseert eventuele buitenschoolse therapieën indien de mogelijkheden
binnen de school onvoldoende blijken.
Het is uitsluitend de directeur of de orthopedagoog die de ouders van soortgelijke
therapieën op de hoogte brengt, en dit na advies van de klassenraad.
1.5. De structuur van de school
1.5.1. Het schoolbestuur
Onze school wordt bestuurd door het Schoolbestuur. Dit Schoolbestuur is een vzw (vzw Gesubsidieerde Vrije BLO-School), waarin een vijftal personen zetelen (zie
bijlage).
Ze heeft als voorzitter Dhr. J. De Bus, Hefveldstraat 43, 3500 Hasselt
(Maatschappelijke zetel: Schoolbestuur De Berk Kloosterbeekstraat 7, 3500 Hasselt)
14
1.5.2. De klassenraad
1.5.2.1. De samenstelling van de klassenraad
De klassenraad is samengesteld uit de directie, de orthopedagoge, de klastitularis,
de BLIO(M), het paramedisch personeel en een adviseur van het CLB.
1.5.2.2. De opdracht van de klassenraad
Voor iedere leerling een orthopedagogisch handelingsplan vastleggen, dat het onderwijs
en de medische, paramedische en sociale handelingen coördineert.
De vorderingen van de leerlingen evalueren en het niveau van de leerling bepalen, gekoppeld aan de ontwikkelingsdoelen en / of eindtermen.
De pedagogische eenheden vormen.
Een gemotiveerd advies uitbrengen omtrent de eventuele typewijziging, schoolverandering en oriëntatie.
De behandeling door de paramedici en/of BLIO(M) opvolgen.
1.5.2.3. De werking van de klassenraad
De directeur, zijn afgevaardigde of de klastitularis zit de klassenraad voor. Alle leden
van de klassenraad zijn gelijkgerechtigd, onverschillig het aantal uren dat ze per week
in de pedagogische eenheid fungeren.
De klassenraad wordt ten minste in het begin van het schooljaar georganiseerd en
daarna minstens éénmaal per trimester.
Daarnaast vraagt de klastitularis of een ander personeelslid een klassenraad aan via de
directeur of de orthopedagogen.
De klassenraad beslist over de oprichting of stopzetting van individuele of groepstherapie.
1.5.3. De oudervereniging Aan onze school is een goedwerkende oudervereniging verbonden. Per afdeling is er
een oudercomité voorzien. Ze organiseren regelmatig samenkomsten en activiteiten
die ondersteunend zijn voor de school en dus voor kinderen en ouders(infoavond, thema-
avond, …).
Naast de gerichte werking per type bestaat er ook een ouderraad in functie van
typeoverschrijdende activiteiten, voorbereiding van de schoolraad, …
Ouders die wensen te zetelen in de oudervereniging kunnen dit kenbaar maken aan de
voorzitter of contactpersoon van de betreffende afdeling (namen worden vermeld in het eerste informatieblaadje van het nieuwe schooljaar).
1.5.4. De schoolraad Om een goede samenwerking tussen het schoolbestuur, de ouders en het personeel te
realiseren werd de schoolraad opgericht. Hierin zetelen 3 ouders, 3 leden van het
schoolbestuur en 3 leden van het personeel. Het schoolbestuur en de directeur zijn
gecoöpteerd. Er zijn geen vertegenwoordigers van de lokale gemeenschap.
15
1.5.5. Het Lokale Onderhandelingscomité Het LOC houdt een geëigende inspraakstructuur in tussen het schoolbestuur en het
personeel. De wetgever voorziet een paritaire vertegenwoordiging voor beide
geledingen.
Het schoolbestuur heeft een contractuele binding met meer dan 100 personeelsleden en
moet normaal een paritaire vertegenwoordiging hebben van 5 mandaten per geleding.
Na overleg met de personeelsleden was men akkoord met een vertegenwoordiging van 2
mandaten per geleding.
Voor de samenstelling en specifieke taakomschrijving zie het huishoudelijk reglement.
1.5.6. De beroepscommissie
VVKBuO Beroepscommissie
t.a.v. Richard Timmerman, secretaris-generaal
Guimardstraat 1, 1040 Brussel
Tel. (02)507 06 27 Fax (02)507 06 08
1.5.7. Het comité voor Preventie en Bescherming op het werk
In de school is een Comité (CPBW ) opgericht dat waakt over de veiligheid, de
gezondheid en de infrastructuur voor de leerlingen en het personeel. Het comité
vergadert maandelijks in overleg met de externe dienst PROVIKMO.
De veiligheid, gezondheid en het milieu zijn aangelegenheden van alle personeelsleden alsook de ouders. Zij staan samen in voor de optimale werking en hebben hierin een
meldingsplicht, een voorbeeldfunctie en de nodige inspanningsverplichtingen.
1.5.8. Centrum voor leerlingenbegeleiding (CLB)
Vrij CLB Regio Hasselt Vrij Centrum voor Leerlingenbegeleiding
Jan Palfijn 2 - 3500 Hasselt Tel. (011) 37 94 90 - Fax. (011) 37 94 99
E-mail : [email protected]
De school stelt samen met het CLB een beleidscontract op. Daarin maken school en CLB
afspraken over ieders rol in de begeleiding van de leerlingen. Dat contract werd
besproken met de schoolraad.
16
Alles draait rond de leerling De leerling kan rechtstreeks of via zijn ouders of leerkrachten bij het VCLB terecht
met vragen over zijn:
- Emotioneel en sociaal welbevinden;
- Lichamelijke ontwikkeling en gezondheid;
- Leren en studeren;
- Schoolloopbaan: studie-en jobkeuze.
Ook ouders en leerkrachten zijn welkom met hun vragen. Ze zijn immers als eerste
verantwoordelijk voor de opvoeding en vorming van het kind.
Vooral vraaggestuurd In de maatschappij ervaren we een sterke emancipatie in de hulpverlening. Ouders,
jongeren en leraars geven dus de toon aan. Zij bepalen naar wie en met welke vraag ze gaan om uitleg, hulp of ondersteuning. Zij willen ernstig genomen worden. Zij willen dat
de hulpverlener grondig naar hen luistert. Zij wensen een hulpverlener die elke volgende
stap met hen overlegt.
De CLB’s zijn afgestemd op die evolutie. Ze geven geen ongevraagde adviezen. Samen
met de cliënt gaan ze op zoek naar een haalbare oplossing voor zijn vraag.
Diezelfde evolutie zien we ook op school. Leerlingenbegeleiding is een zaak van leraars, directies en opvoeders, in overleg met ouders en CLB.
Maar ook preventie CLB’s pakken niet alleen problemen aan, zij proberen ze ook te voorkomen. Problemen als pesten op school, ongewenste zwangerschap, druggebruik kan men verminderen of
voorkomen met gerichte acties op school. Het CLB biedt hierbij ondersteuning aan de
school.
Begeleiding op vraag, maar ook verplichte begeleiding Voor een CLB-begeleiding is altijd een uitdrukkelijke toestemming nodig van de ouders
(indien de leerling jonger is dan 12) of van de leerling zelf indien hij ouder is dan 12 jaar.
De begeleiding door een CLB is in drie gevallen verplicht:
- medische onderzoeken (1ste en 2de kleuterklas, 1ste ,3de, en 5de leerjaar basisonderwijs, 1ste en 3de jaar secundair onderwijs, in het buitengewoon
onderwijs worden de leerlingen onderzocht in het kalenderjaar dat ze
4,5,7,9,11,13 en 15 jaar worden,
- maatregelen bij besmettelijke ziekten en
17
- tussenkomsten bij spijbelgedrag kunnen noch door de ouders, noch door de
leerling geweigerd worden.
Bij het medisch onderzoek is wel verzet mogelijk tegen een arts of een centrum
waarmee de school een overeenkomst heeft afgesloten. Het onderzoek zelf moet
echter wel uitgevoerd worden. In geval van verzet tegen de CLB-arts of het CLB
waarmee de school samenwerkt, moeten ouders of leerlingen (op eigen kosten) het
onderzoek laten uitvoeren door een andere daartoe erkende arts of een ander CLB naar
keuze. Voor meer informatie over die procedure neemt men contact op met de
directeur van het CLB. Ook de school kan daarover informatie verstrekken.
Een serieuze wetenschappelijke basis Op het CLB komt een waaier aan problemen toe: een diagnose voor dyslexie, een vraag
om opvoedingsondersteuning, mijn kind heeft…ADHD, lees-en rekenproblemen,
slaapproblemen, angst om naar school te gaan, zelfmoordgedachten, wordt gepest,
spijbelt, krast zich, heeft geen motivatie, enz…
Allemaal vragen die een grote deskundigheid van de hulpverlener eisen. Een
leerprobleem wordt dikwijls een opvoedingsprobleem, dyslexie heeft onderwijskundige,
medische en opvoedkundige aspecten enz.
Op dergelijke vragen moet een doordacht en wetenschappelijk verantwoord antwoord
volgen. Een sterke troef in het CLB is het teamoverleg op maandagnamiddag, waar arts,
verpleegkundige, psycholoog, pedagoog en maatschappelijk werker ideeën uitwisselen.
Op sommige vragen krijgt men meteen een antwoord. Vaak is een verhelderend gesprek
voldoende. Soms is een extra hulp en ondersteuning nodig. Samen met de CLB-
medewerker werkt men dan naar een oplossing. Indien nodig vindt er een medisch, psychologisch en/of sociaal onderzoek plaats. In een aantal gevallen verwijst het CLB
voor verdere behandeling of begeleiding door naar een meer gespecialiseerde
gezondheids-of welzijnsdienst.
Hulp voor wie die hulp het meest nodig heeft In de huidige maatschappij heeft men in de hulpverlening vooral aandacht voor mensen
die beperkt zijn in hun kansen. Denk maar aan het solidariteitsprincipe in de sociale zekerheid, het gelijke onderwijskansenbeleid, enz…
Dat geldt ook voor de CLB’s. De wetgever wil dat de CLB’s prioritair aandacht hebben
voor groepen die in hun kansen mogelijk bedreigd zijn: leerlingen uit het buitengewoon
onderwijs, deeltijds onderwijs, beroepssecundair onderwijs, laaggeschoolde milieus, allochtonen…
De tussenkomsten van het CLB zijn gratis en gebeuren met de grootste discretie en met respect voor het privé-leven.
18
Onze school werkt samen met het Vrij CLB Regio Hasselt. In de loop van de maand
september zal het CLB aan u de concrete samenstelling van het CLB-team en de bereikbaarheid van de medewerkers op school meedelen.
Openingsuren
Het centrum is open:
� op maandag van 8.30 uur tot 12 uur
� op de andere werkdagen van 8.30 uur tot 12 uur en van 13 tot 17 uur
� In de herst- en de krokusvakantie
� men kan ook telefonisch een afspraak maken voor een onderhoud buiten deze kantooruren
� twee dagen in de kerstvakantie
Het centrum is gesloten van 15 juli tot en met 15 augustus, tijdens de kerst- en de
paasvakantie.
Je kunt gewoon binnenlopen op het centrum, maar het is toch veiliger vooraf een afspraak te maken op de telefoonnummer 011/37 94 90 (ook voor medische vragen).
Belangrijk voor leerling en ouders om te weten
� Het CLB heeft van elke leerling, die het begeleidt, een dossier. Wanneer de leerling
van school verandert wordt dit dossier overgemaakt aan het CLB dat de nieuwe school
begeleidt (besluit van de Vlaamse Regering, 08.06.2001, art. 7, 8 en 9).
� De identificatiegegevens van de leerling, de gegevens over de inentingen, de gegevens van de medische onderzoeken en gegevens over de leerplichtbegeleiding worden
automatisch overgedragen.
� Al de andere gegevens worden overgedragen indien er geen verzet wordt aangetekend. Dit verzet kan aangetekend worden door de ouders of door de leerling
zelf indien hij 14 jaar of ouder is. Dit verzet moet schriftelijk gebeuren binnen een
termijn van 30 dagen na de mededeling waarin de ouders of de leerling op de hoogte worden gebracht van de overdracht.
� Het CLB mag in geen enkel geval - tenzij er schriftelijke toelating is van ouders of de leerling ouder dan 14 jaar - het dossier overdragen aan andere instanties,
hulpverleners, derden, enz.
� Aan de betrokken schooldirecteur en aan het personeel worden alleen gegevens doorgegeven die nodig zijn opdat zij hun taak naar behoren kunnen vervullen.
19
� De ouders en de leerlingen hebben het recht op toegang tot de gegevens uit het
dossier. Indien de betrokkenen van dit recht gebruik willen maken, gebeurt dit altijd via een gesprek met het begeleidende CLB – team, zodat de informatie van het
dossier geduid kan worden.
� Dit dossier wordt op het centrum bewaard tot ten minste 10 jaar na de datum van de
laatste medische tussenkomst (onderzoek of inenting). Voor leerlingen die
buitengewoon onderwijs volgen wordt het dossier bewaard tot de leerling 30 jaar is
geworden. Na deze periode wordt het dossier vernietigd.
� De dossiers worden bewaard op VCLB Regio Hasselt, Jan Palfijnlaan 2 , 3500 Hasselt.
Ze worden beheerd door de directeur van het centrum.
Samenwerking school - CLB De begeleiding situeert zich op vier domeinen:
� leren en studeren, � onderwijsloopbaan,
� sociaal- en emotionele ontwikkeling,
� preventieve gezondheidszorg (zie 1.5.9.)
Een begeleiding wordt opgestart als de leerling, de ouders of school erom vragen.
Ouders geven bij ondertekening van het schoolreglement rechtstreeks de toelating aan
het CLB om hun kind aan de nodige bijkomende onderzoeken te onderwerpen.
Elke begeleiding gebeurt in nauwe samenwerking en overleg met u als ouders en met de school.
Het CLB staat samen met de school in voor regelmatig overleg via klassenraden over de
vorderingen en aanpak van de leerlingen. Het CLB wil ouders informeren, raad geven en begeleiden bij het nemen van beslissingen
i.v.m. overgang naar het gewoon onderwijs of (buitengewoon) secundair onderwijs.
Het CLB biedt hulp bij het aanpakken van probleemkinderen thuis.
Aarzel niet bij vragen en neem op tijd contact.
Medewerkers: zie bijlage
1.5.9. Preventieve gezondheidszorg (Medisch kabinet) Het medisch team is een medische preventiedienst in de eerste lijn, die zich
bezighoudt met de gezondheid van de schoolgaande jeugd en met de kwaliteit van het
schoolmilieu.
De dienst probeert daaraan bijzondere aandacht te besteden door regelmatige medische onderzoeken van de kinderen en (verplichte) vaccinaties.
20
Er worden aangepaste acties ondernomen en adviezen gegeven om de kinderen tot een
meer gezonde levenshouding te brengen. Dit gebeurt in samenwerking met de ouders en heeft betrekking tot voeding, hygiëne, met speciale aandacht voor hoofdhygiëne
(luizen), tandartsenactie, seksuele voorlichting, …
De eindverantwoordelijkheid blijft bij de ouders.
Mededeling i.v.m. hersenvliesontsteking: zie bijlage
Bij vragen neemt u gerust contact op.
Medewerkers: zie bijlage
1.5.10. GON
Geïntegreerd Onderwijs houdt in, dat type 8-leerlingen die gedurende minstens negen
maanden in het BO verbleven, met een verwijzing naar het Gewoon (lager) Onderwijs, beroep kunnen doen op bijkomende ondersteuning vanuit de BO-school in het Gewoon
Onderwijs.
De leerlingen krijgen dan maximum 2 uur ondersteuning per week (van een ASV of
paramedicus), gedurende 1 schooljaar. Vanaf 11 jaar geldt nog 1 uur ondersteuning. Het doel van GON is reïntegratie en specifieke orthodidactische hulp.
Voorwaarden
In het bezit zijn van een inschrijvingsattest BO
Er moet een integratieplan opgemaakt zijn in overleg met
- de ouders
- de directie van de gastschool (GO)
- de directie van het CLB van de gastschool - de directie van de dienstverlenende school (BO)
- de directie van het CLB van de BO-school
De leerling moet een attest geïntegreerd onderwijs hebben, afgeleverd door een
directeur van een CLB De leerling moet minstens negen maanden voltijds buitengewoon onderwijs gevolgd
hebben.
Sommige leerlingen die overschakelen naar het secundair onderwijs kunnen onder
bepaalde voorwaarden ook gon-begeleiding krijgen.
- geldt enkel voor leerlingen met ASS ( gediagnostiseerd door een erkende
kinderpsychiater )of aanverwanten. Zij hebben recht op 2 uur per week
voor 2 jaar.
21
2. REGLEMENTAIRE BEPALINGEN 2.1. Inschrijvingen van leerlingen Bij de inschrijving dient een officieel document te worden voorgelegd dat de identiteit
van het kind bevestigt en de verwantschap aantoont (het trouwboekje, het
geboortebewijs, een identiteitsstuk van het kind zoals een bewijs van inschrijving in het
vreemdelingenregister, een reispas, …). Tevens is een inschrijvingsverslag van het CLB
vereist. Dit inschrijvings-verslag bestaat uit een attest en een protocol. Kleuters mogen
pas ingeschreven worden en aanwezig zijn vanaf de dag dat ze 2 jaar en 6 maanden oud
zijn. De instapdata na vakanties gelden NIET voor het BKO.
Voor kleuters dient schriftelijk bevestigd te worden dat het kind niet in een andere
school is ingeschreven. Kleuters zijn niet leerplichtig.
In september van het jaar waarin uw kind 6 jaar wordt, is het leerplichtig en wettelijk
verplicht om les te volgen. Ook wanneer het op die leeftijd nog in het kleuteronderwijs
blijft, is het dus net als elk ander leerplichtig kind onderworpen aan de controle op het regelmatig schoolbezoek.
In het buitengewoon onderwijs kan een leerplichtig kind het eerste jaar van de
leerplicht in het kleuteronderwijs doorbrengen. Het volgen van kleuteronderwijs kan
daarna nog met één schooljaar verlengd worden.
Na kennisgeving van en toelichting bij de adviezen van de klassenraad en van het CLB
tekenen de ouders daaromtrent ter inzage.
In het buitengewoon onderwijs kan een leerling lager onderwijs blijven volgen tijdens
het schooljaar dat aanvangt in het jaar waarin hij dertien jaar wordt. Het volgen van
buitengewoon lager onderwijs kan daarna nog met één schooljaar verlengd worden.
Na kennisgeving van en toelichting bij de adviezen van de klassenraad en van het CLB nemen de ouders daaromtrent een beslissing.
De leerlingen zijn verplicht om alle lessen en activiteiten van hun leerlingengroep te
volgen behoudens de therapie- en verzorgingsmomenten. Therapie door schoolexterne
hulpverleners, zoals een revalidatiecentrum of een zelfstandig therapeut, is tijdens de
schooluren in weekfrequentie beperkt.
Voor school De Berk geldt dat de inschrijvingen voor broers en zussen en kinderen van
de personeelsleden lopen van 1 tot 15 maart, vanaf 18 maart lopen de gewone inschrijvingen van het daarop volgende schooljaar.
De capaciteit verloopt als volgt: maximaal 545 leerlingen waarvan 50 kleuters en 495 in
de lagere afdeling en 120 leerlingen voor T1, 100 voor T2 en 275 voor T8.
22
2.2. Aanwezigheden 2.2.1 De schooltijden
Voormiddag: 9.00 tot 12.10 uur woensdag: 8.50 tot 12.20 uur
Namiddag: 13.10 tot 15.30 uur Speeltijden: 10.40 tot 10.55 uur woensdag: 10.30 tot 10.40 uur
12.30 tot 13.10 uur
14.25 tot 14.40 uur
2.2.2. De voor- en naschoolse bewaking
Vóór de school: vanaf 8.30 uur Na de school: woensdag tot 12.30 uur
andere dagen tot 15.40 uur
zie ook 2.2.5. Buitenschoolse opvang
2.2.3. Het vervoer van en naar de school In principe worden de kinderen van onze school gratis vervoerd, mits men de
dichtstbijzijnde school van hetzelfde onderwijsnet bezoekt.
In het begin van het schooljaar worden de ouders op de hoogte gebracht van het
systeem dat gehanteerd wordt bij het vervoer van en naar de school.
Het tekenen van de verklaring van kennisneming van het schoolreglement houdt automatisch het akkoord verklaren met de richtlijnen inzake leerlingenvervoer (zie
verder) in.
De uurregeling wordt tijdig meegedeeld. Men dient rekening te houden met het nog niet klokvast rijden van de bussen in
september (nieuwe opstapplaatsen) en voorts met eventuele vertraging die te wijten kan
zijn aan weers-, verkeers- of andere omstandigheden.
De begeleiders helpen de kinderen bij het in- en uitstappen van de bus.
De leerlingen worden aan huis afgezet of op de afgesproken plaats.
Richtlijnen voor leerlingen en ouders � de leerlingen staan tijdig (5 minuten vóór) aan de opstapplaats
� na het verlaten van de bus bevinden de leerlingen zich niet meer onder de hoede van de begeleider. De ouders van de leerlingen dragen vanaf dat ogenblik de volle
verantwoordelijkheid, ook voor het oversteken van de rijbaan. Ouders dienen dus de
nodige schikkingen te treffen, om de aan hun hoede toevertrouwde kinderen aan de
halte op te vangen, langs de zijde van de weg waar de bus stopt.
23
Indien de ouders geen opvang aan de bushalte voorzien geven ze automatisch akkoord
dat hun kind zelfstandig naar huis gaat.
� de kinderen dienen de begeleider te gehoorzamen
� er mag niet gedronken, gesnoept of gegeten worden in de schoolbus
� de kinderen blijven tijdens de rit op de plaats zitten die hen aangeduid wordt door de
begeleider
� de ouders dienen de begeleider te verwittigen van een voorziene afwezigheid (zeker
indien de rit hierdoor ingekort kan worden)
� het is de kinderen verboden de bus te verlaten op een niet voorziene halte.
Uitzonderingen worden schriftelijk toegestaan door de schooldirectie na een
schriftelijke vraag van de ouders.
� bij afwezigheid van de ouders, wordt door hen een persoon aangeduid, die de
verantwoordelijkheid op zich neemt voor de opvang voor en na de school
� bij het niet naleven van het busreglement of bij slecht gedrag kan de toegang tot de
bus door de directie tijdelijk of definitief ontzegd worden
� de ouders zijn verantwoordelijk voor schade die hun kind aan de bus aanbrengt
� discussies tussen busbegeleider en ouders worden zeker niet aan de op- of
afstapplaats besproken, hiervoor neemt men contact op met de school.
� de kinderen mogen niet met het busvervoer mee wanneer ze bij een vriend(in) willen gaan spelen.
2.2.4. Het brengen en halen van de kinderen
Op tijd ...
We stellen vast dat een aantal kinderen te laat gebracht worden. Dit stoort de goede schoolwerking. Daarom vragen we met aandrang uw kinderen op tijd te brengen. Leerlingen die te laat gebracht worden melden zich op het
secretariaat. Bij herhaaldelijk te laat worden de betrokken ouders uitgenodigd voor
een gesprek.
Alle leerlingen moeten aanwezig zijn in de school om 9.00 uur, ‘s woensdags om 8.50 uur
24
Het brengen De kleuterafdeling
De jonge kleuters en de kinderen, die weinig zelfstandig zijn, mogen door de ouders tot
aan de speelplaats begeleid worden. De overige kinderen worden aan de schoolpoort
afgezet.
De ouders rijden nooit de speelplaats op. Ze parkeren hun wagen aan de schoolpoort.
Enkel in uitzonderlijke omstandigheden, mits toelating van het CPBW, kan
men met de auto tot op de parkeerplaats voor bezoekers rijden.
De lagere school
De kinderen worden aan de schoolpoort afgezet. Toezicht voorzien vanaf 8.30 uur.
Vanaf 8.40 uur is toezicht op de straat voorzien. Leerlingen die vroeger aanwezig zijn verzamelen aan de hoofdingang. Leerlingen die later toekomen in de school melden zich op het secretariaat.
Het afhalen De kleuterafdeling
De ouders die uitzonderlijk hun kleuter in de klas gaan afhalen verzoeken we pas op de
speelplaats te komen vanaf vijf minuten voor het belsignaal (15.35 uur).
De overige kleuters worden door de leerkrachten tot aan de schoolbus gebracht (15.25
uur).
De lagere school
De leerlingen worden afgehaald aan de schoolpoort, er is een afzonderlijke rij gevormd
voor de kinderen die afgehaald worden.
Veiligheid Ouders kunnen hun kinderen brengen en halen, maar rijden NOOIT de speelplaats op.
� U laat de wagen achter op de daartoe aangeduide plaatsen (zie schets). Zo kunnen de
bussen veilig aankomen en vertrekken.
� U parkeert of rijdt nooit tussen de bussen.
25
Wij vragen u ook om nooit op de oprit van de buren te parkeren noch te draaien en
voldoende afstand van deze opritten te houden (cfr. vrachtwagenvervoer). Deze regels gelden van de eerste tot de laatste schooldag.
Vertrek bussen 's avonds
Parking ouders Parking ouders alleen 's morgens
Parking ouders
oprit buur
Geen parking
Aankomst bussen
school
-poort
Geen parking
oprit buur
5 m !
Parking ouders
inrit
school
2.2.5. De buitenschoolse kinderopvang De stad Hasselt organiseert op verschillende locaties buitenschoolse opvang.
Onze school werkt voornamelijk samen met vzw Ons Kind.
Adres: Walenstraat 100,
3500 Hasselt tel.: 011/234940 (na 15.00 uur)
Opvang is mogelijk vanaf 7.00 uur
van 15.00 uur tot 18.30 uur woensdag: van 12.00 uur tot 18.30 uur
vakantiedagen: van 7.30 uur tot 18.30 uur
Opvang Speeltoren: Erasmuslaan 14 3500 Hasselt tel.: 011/236276
De leerlingen worden er met de schoolbus ‘s morgens afgehaald en ‘s avonds gebracht.
2.2.6. Middageten - drank
De kinderen eten ‘s middags in de klas met hun leerkracht. Ze brengen een
keukenhanddoek of servet mee.
Sinaasappelsap, appelsap, fruitdrink en chocomelk kunnen op school gekocht worden.
Leerlingen van afdeling type 2 nemen éénmaal per week een warme maaltijd in de school.
Belangrijke leefregels: zie 2.8.1.
2.3. Afwezigheden. Voor de leerplichtige kinderen moet iedere afwezigheid gewettigd worden.
Bij afwezigheid geldt de volgende regeling:
26
Kleuteronderwijs
In het kleuteronderwijs moeten de afwezigheden niet gewettigd worden door een verantwoording van de ouders of door medische attesten.
Uit organisatorische overwegingen is het stellig aan te bevelen de leerkracht te
informeren omtrent de afwezigheid van uw kind.
De leerplichtige kleuters volgen de regeling die geldt voor de leerlingen van het lager
onderwijs (zie onder).
Lager onderwijs
Afwezigheden van meer dan drie opeenvolgende kalenderdagen moeten via een
medisch attest bevestigd worden.
Voor kortere periodes volstaat een getekende verklaring van de ouders of hun vervanger.
Bij veelvuldige afwezigheid (dit is vanaf de vijfde keer binnen hetzelfde schooljaar)
moet voor elke afwezigheid een medisch attest bezorgd worden.
Bij problematische afwezigheid, vanaf 10 halve dagen, wordt de orthopedagoge verwittigd. Samen met het CLB start zij een dossier op en worden de nodige contacten
gelegd.
Opgelet: In volgende drie gevallen is een medisch attest twijfelachtig, nl.:
- Het attest geeft zelf de twijfel van de geneesheer aan wanneer deze schrijft “dixit (zegt) de patiënt”.
- Het attest is geantedateerd (de datum van het attest valt buiten de ziekteperiode van de leerling) of begin- en einddatum werden ogenschijnlijk vervalst.
- Het attest vermeldt een reden die niets met de medische toestand van de leerling te maken heeft zoals de ziekte van één van de ouders, hulp in het huishouden, familiale redenen, enz.
Dergelijke afwezigheden moeten benaderd worden vanuit de invalshoek van
problematische afwezigheden.
Medische attesten waarrond twijfel bestaat of die onaanvaardbaar zijn, worden
gesignaleerd aan de CLB–arts, die rekening houdend met de deontologische artsencode,
deze zaak verder kan volgen.
- Problematische afwezigheid van 10 halve dagen wordt gemeld aan het CLB en er wordt een dossier opgestart.
- Problematische afwezigheid van 30 halve dagen wordt gemeld aan het
Departement van Onderwijs.
Bij afwezigheid van een leerling wegens ziekte is, ongeacht de duur van het verlet, een doktersattest vereist indien de afwezigheid valt in de de week voor of in de week na de herfst-, de krokus-, de paas- of de zomervakantie. Deze maatregel dient om luxeverzuim tegen te gaan.
27
Bovendien beslist de directeur van een basisschool, zoals nu al in het secundair onderwijs, zelf over het aan een leerling toegekend aantal gewettigde afwezigheden om persoonlijke redenen. Het van overheidswege opgelegd plafond wordt opgeheven. De school is immers het best geplaatst om op basis van de lokale context van de individuele leerling een beslissing te nemen. Een gesprek moet vooraf aangevraagd worden bij de directeur.
Afwezigheden van leerlingen: zie bijlage 2.4. Contacten ouders - school 2.4.1. De oudercontacten
Begin oktober
Een algemene ouderavond per klas, waarin de werking en de doelstellingen van de klas
worden toegelicht.
Kerstmis – Pasen – eind juni:
Individueel oudercontact, met bespreking van de toetsen met de klastitularis en
evaluatie van behandelingen bij de B.L.I.O., paramedici en andere betrokken
leerkrachten.
Naast de geplande contactdagen kan u steeds, mits afspraak tijdens de schooluren,
individuele besprekingen aanvragen. De individuele besprekingen vallen onder de werking
van de orthopedagogen en / of de klastitularis.
2.4.2. Rapporten
In type 2 worden per schooljaar 3 rapporten meegegeven :
� Kerstmis � Pasen � Einde schooljaar
In type 1 en 8 worden 5 rapporten meegegeven :
� herfstvakantie � Kerstmis � krokusvakantie
� Pasen � einde schooljaar
Het rapport geeft de leerontwikkeling aan van uw kind en biedt u inzicht in de
attitudeontwikkeling via een puntennotatie en de verbale waardering van de leerkracht.
Per trimester evalueren we de grotere leerstofonderdelen. De schriftelijk gemaakte
toetsen worden samen met het rapport meegegeven voor de ouders.
28
De dagelijkse en wekelijkse toetsen worden steeds grondig gecorrigeerd en
geremedieerd.
2.4.3. Schriften, agenda, werkjes
Zorg dragen voor de schriften, agenda en werkjes is noodzakelijk.
De schriften en de agenda worden steeds nagekeken en degelijk gecorrigeerd door de
leerkracht.
De leerlingen verbeteren steeds de fouten na het werk, om alzo te leren van hun fouten.
De ouders tekenen dagelijks de agenda ter inzage, eventuele nota's kunnen via de
schoolagenda.
2.4.4. Huistaken
Doelstelling:
� de ouders inzage geven in het schoolwerk van hun kinderen
� de kinderen de attitude bijbrengen om een korte taak zelfstandig af te werken � de huistaken kunnen een belangrijke tijdwinst geven bij het inoefenen van bepaalde
leertechnieken (wiskunde- en spellingstechnieken, ...)
� we bevorderen het zelfstandig werken en verhogen daarmee het positief zelfbeeld bij de kinderen (dat heb ik zelf gemaakt)
Aangepaste huistaken:
De duur en moeilijkheidsgraad dient aangepast te zijn aan de leeftijd en
leermogelijkheden van het kind.
Huistaakregels
De leerlingen die de mogelijkheid hebben, noteren zelf de opgelegde taken en lessen in
hun schoolagenda. Voor de jongere kinderen geeft de leerkracht een kennisgeving van
de huistaak.
Alle taken worden met zorg en binnen de opgegeven tijd uitgevoerd.
De leerkracht corrigeert de huistaken grondig. 2.5. Tijdelijk onderwijs aan huis Een leerplichtig kind uit het buitengewoon lager onderwijs heeft recht op tijdelijk
onderwijs aan huis indien volgende voorwaarden gelijktijdig vervuld zijn:
1. de leerling is meer dan 21 kalenderdagen afwezig wegens ziekte of ongeval
2. voor chronische zieke kinderen vervalt de wachttijd van 21 kalenderdagen. Deze
kinderen hebben recht op 4 uur tijdelijk onderwijs aan huis na 9 halve
schooldagen afwezigheid( moeten niet in een ononderbroken periode doorlopen).
Telkens het kind daarop opnieuw 9 halve schooldagen afwezigheid heeft
opgebouwd, heeft het opnieuw recht op 4 uur tijdelijk onderwijs aan huis.
29
3. de ouders hebben een schriftelijke aanvraag ingediend bij de directeur van de
thuisschool. De aanvraag is vergezeld van een medisch attest waaruit blijkt dat het kind de school niet kan bezoeken en dat het toch onderwijs mag volgen.
4. voor chronisch zieke leerlingen moet bij de eerste aanvraag tijdens het
betrokken schooljaar een medisch attest worden gevoegd, uitgereikt door een
geneesheer – specialist, dat het chronisch ziektebeeld bevestigt en waaruit
blijkt dat het kind onderwijs mag krijgen. Bij een nieuwe afwezigheid ten
gevolge van deze chronische ziekte tijdens hetzelfde schooljaar is geen nieuw
medisch attest vereist. Er dient wel een nieuwe aanvraag voor tijdelijk
onderwijs aan huis ingediend te worden. 5. de afstand tussen de school (vestigingsplaats) en de verblijfplaats van de
betrokken leerling bedraagt ten hoogste 20 km.
Om het tijdelijk onderwijs aan huis te realiseren worden vier bijkomende lestijden per week en per leerling gesubsidieerd.
2.6. Getuigschrift en attesten basisonderwijs Alle georiënteerde leerlingen (de schoolverlaters bij het einde van de lagere studies) bekomen een bewijs van het gevolgde onderwijs.
Een getuigschrift voor de leerlingen die op het einde van dit onderwijs een niveau zesde
leerjaar behaalden.
De klassenraad beoordeelt of een leerling in voldoende mate de leerdoelen bereikt
heeft van het gevolgde handelingsplan door de onderwijsinspectie gelijkwaardig
beschouwd met die van het gewoon lager onderwijs. De directeur richt een vraag tot erkenning van gelijkwaardigheid aan de inspecteur BO van het ambtsgebied.
1. Ouders die een beroepsprocedure wensen op te starten, vragen binnen drie
dagen na ontvangst van de beslissing tot het niet uitreiken van een getuigschrift
basisonderwijs, een overleg aan bij de directeur.
2. Dit verplicht overleg met de directeur vindt plaats ten laatste de zesde dag na
de dag waarop de rapporten werden uitgedeeld. Van dit overleg wordt een
verslag gemaakt.
3. Na het overleg beslist de directeur om de klassenraad al dan niet opnieuw te
laten samenkomen om het niet toekennen van het getuigschrift basisonderwijs te
bevestigen of te wijzigen.
4. De directeur of de klassenraad brengen de ouders schriftelijk op de hoogte van
de beslissing.
5. Binnen drie dagen na ontvangst van de beslissing van de directeur of van de
klassenraad kunnen ouders schriftelijk beroep indienen bij de voorzitter van het
schoolbestuur.
Dhr. Jan De Bus
Hefveldstraat 43 3500 Hasselt
30
Het verzoekschrift moet aan de volgende voorwaarden voldoen:
• Het verzoekschrift is gedateerd en ondertekend;
• Het verzoekschrift bevat het voorwerp van beroep met feitelijke omschrijving
en motivering waarom het niet uitreiken van het getuigschrift basisonderwijs
betwist wordt.
Hierbij kunnen overtuigingsstukken toegevoegd worden.
Wanneer het schoolbestuur een beroep ontvangt, zal het een beroepscommissie
samenstellen. In de beroepscommissie, die het beroep behandelt, zitten zowel mensen die aan school of het schoolbestuur verbonden zijn als mensen die dat niet zijn. Het
gaat om een onafhankelijke commissie die de klacht van de ouders grondig zal
onderzoeken.
De ouders worden binnen tien dagen nadat het schoolbestuur het beroep heeft ontvangen, uitgenodigd voor een gesprek. De schoolvakanties schorten de termijn van
tien dagen op.
De beroepscommissie streeft in zijn zitting naar een consensus.
De beroepscommissie zal de betwiste beslissing ofwel bevestigen ofwel het
getuigschrift basisonderwijs toekennen ofwel het beroep gemotiveerd afwijzen wegens
het niet naleven van de vormvereisten.
Het resultaat van het beroep wordt uiterlijk op 15 september schriftelijk aan de ouders
ter kennis gebracht. Een attest voor leerlingen die een aantal leerjaren doorlopen hebben, doch niet het
niveau van het zesde leerjaar behaalden.
Dit is een verklaring met de vermelding van het aantal en de soort van gevolgde schooljaren lager onderwijs, afgeleverd door de directie.
2.7. Schoolveranderingen Vanaf 1 september 2000 is het de nieuwe school die de oorspronkelijke school op de
hoogte moet brengen van de schoolverandering. De ouders dienen geen contact meer op
te nemen met de oorspronkelijke school.
De mededeling van schoolverandering wordt aangetekend of tegen ontvangstbewijs
bezorgd door de directeur van de nieuwe school aan de directeur van de oude school. De nieuwe inschrijving is rechtsgeldig de eerste schooldag na deze mededeling. De
datum van poststempel of de datum op het ontvangstbewijs wordt gelijkgesteld met de
datum van mededeling.
Deze nieuwe regeling geldt voor elke schoolverandering tussen de eerste schooldag van september en de laatste schooldag van juni.
2.8. Afspraken 2.8.1. Afvalpreventie Vanaf 1 september 1998 stapte onze school in een project "minder afval in de
Hasseltse scholen", een initiatief van de Dienst Leefmilieu van de stad.
31
Volgende richtlijnen gelden:
1. DRANK:
De leerlingen kunnen gebruik maken van de drankbedeling (glazen flesjes) in de
school.
De leerlingen mogen afsluitbare, navulbare drinkbekers meebrengen.
Suikerhoudende frisdranken met prik zijn verboden. Snoep en chips zijn verboden,
een koekje of fruit mag wel.
Het meebrengen van tetrabrikjes en blikjes wordt verboden. In de klas worden de kroonkurken verzameld.
2. BOTERHAMMEN
Alle leerlingen beschikken van thuis uit over een brooddoos.
Indien de boterhammen verpakt zijn in boterhampapier of aluminiumfolie, dan gaat
deze verpakking terug mee naar huis.
3. OP DE SPEELPLAATS: De school doet mee aan het project Tutti Frutti. De leerlingen krijgen gratis 1 stuk
fruit per week.
Wij raden de leerlingen aan een lekker stuk fruit te eten. De leerlingen kunnen tijdens de speeltijd ook een meegebracht droog koekje eten,
doch de verpakking hiervan blijft in de klas en gaat terug mee naar huis.
MOET VERBODEN snoep en chips
drank uit glazen flesjes plastieken wegwerpflesjes
navulbare drinkbeker of navulbaar flesje blikjes
brooddoos tetrabrikjes
suikerhoudende frisdranken met prik
Alle restafval (verpakking, papiertjes, …) gaat in de brooddoos terug mee naar huis. 4. PAPIER:
Aan de leerlingen wordt gevraagd zuinig om te springen met papier.
Het wegwerppapier komt in de klassen in de papierbak terecht (uitsluitend papier),
er is een geregelde ophaling voorzien.
5. HET BOS:
Elk jaar richt de school een opruimdag in onder de slogan "red het bos"
(leeractiviteit).
32
6. COMPOSTEREN:
De school verbindt zich ertoe dat alle afval van de bomen opnieuw terecht komt in
het bos.
De school maakt gebruik van de compostvaten aangeboden door de stad
(leeractiviteit).
7. KEUKEN-EN FRUITAFVAL:
Op elke speelplaats staan voldoende afvalbakken voor een selectieve ophaling.
8. KOPIEËN: De school moedigt het dubbelzijdig kopiëren aan.
2.8.2. Bewegingsopvoeding en zwemmen De leerlingen volgen twee lessen bewegingsopvoeding per week. Ze krijgen om de 14
dagen één zwemles (uitgezonderd de kleuters). De leerlingen van type 2 gaan wekelijks
zwemmen.
Vanaf 1 september 2000 heeft elke leerling van het LO of BO recht op één schooljaar
gratis zwemmen. Onze school hanteert volgende regeling: gratis zwemmen voor alle
oriëntaties (schoolverlaters).
Tijdens de turnlessen dragen de kinderen het turnuniform van de school. Het turngerief (van naam voorzien):
- een gymzakje
- witte pantoffels en sokken
- blauw turnbroekje - wit T-shirt, met het logo van de school
(dit kan in de school aangekocht worden aan inkoopprijs)
Om hygiënische reden wordt aan de kinderen gevraagd het turngerief tijdens de
verlofperiodes te laten wassen.
Het zwemgerief (van naam voorzien):
- zwempak - twee handdoeken
- muts en warme kleding
Bij zwem- en turnlessen is het dragen van juwelen verboden.
Turnen en zwemmen behoren tot de verplichte leervakken en moeten door de leerlingen gevolgd worden.
Slechts met een geschreven toelating, ondertekend door de ouders, kan een leerling
uitzonderlijk ontslagen worden van de zwem- of turnles.
33
Wie om medische redenen gedurende een langere periode niet aan turn- of zwemlessen
mag meedoen, dient een medisch attest te bezorgen aan de turnleerkracht. Leerlingen die niet kunnen gaan zwemmen blijven in de school.
2.8.3. Ongevallen op school Als een kind een ongeval heeft op school, wordt als volgt gehandeld:
� kleine verwondingen worden door de kinesist of de leerkracht verzorgd
� bij ernstige verwondingen brengt de kinesist of de leerkracht het kind naar de arts
of het ziekenhuis � de ouders worden verwittigd door de leerkracht of de kinesist
� de school doet pas aangifte bij de verzekeringsmaatschappij IC-CI. (Kempische
Steenweg 404, te Hasselt) wanneer het medisch formulier, ingevuld door de dokter, op het secretariaat bezorgd is.
2.8.4. Verzekering Door de schoolverzekering is voor elk kind een lichamelijke ongevallenverzekering
afgesloten. Deze is geldig bij elke activiteit in of buiten de school, wanneer die
activiteit ingericht is door de school en onder toezicht van een leerkracht. Ook op de
normale weg van huis naar school en omgekeerd, geldt deze verzekering.
Een familiale verzekering is echter aan te bevelen voor de burgerlijke aansprakelijkheid
van de kinderen.
2.8.5. Vrije dagen en vakantie
De vakanties en de vrije dagen liggen vast via omzendbrief van het Departement van
Onderwijs.
Twee facultatieve verlofdagen worden door de betrokken school vastgelegd in overleg
met Het Koninklijk Instituut voor Doven en Spraakgestoorden gezien de organisatie van
het gemeenschappelijk leerlingenvervoer. Via inspraak op de participatieraad zullen deze
dagen bekrachtigd worden.
Vakantieregeling, vrije dagen en lokale verlofdagen worden aan de ouders meegedeeld.
2.9. ZORGVULDIG BESTUUR IN HET BASISONDERWIJS 2.9.1. Kosteloosheid Artikel 27 van het decreet basisonderwijs bepaalt dat gesubsidieerde kleuter-, lagere
of basisscholen geen inschrijvingsgeld kunnen vragen.
Vanaf het schooljaar 2002-2003 moet de bijdrageregeling via het schoolreglement aan
de ouders kenbaar gemaakt worden.
34
De bijdrageregeling wordt aangepast, telkens zich fundamentele wijzigingen voordoen.
In overleg met de ouders zal een gepaste regeling getroffen worden. Wanneer de bijdrageregeling voor bepaalde ouders in het gedrang komt, zal in overleg
met de directeur gezocht worden naar een gepaste oplossing.
KOSTENBEHEERSING IN HET BASISONDERWIJS 5 categorieën
1. Kosten die gepaard gaan met het bereiken van de eindtermen en het nastreven
van de ontwikkelingsdoelen: absoluut kosteloos (zie lijst in bijlage). Voorbeeld: boeken, schriften, schrijfgerief, … krijgen de leerlingen van de
school.
2. Scherpe maximumfactuur: kosten die gepaard gaan met activiteiten of verplichte materialen die niet noodzakelijk zijn voor eindtermen en ontwikkelingsdoelen.
Voor het kleuteronderwijs betalen ouders maximum 40 euro en voor het lager
onderwijs 70 euro per schooljaar.
2+3-jarigen: €25
4-jaringen: €35
5-jarigen + leerplichtig: €40
Voorbeeld: toneelbezoek, zwemmen buiten het schooljaar gratis zwemmen,
eendaagse schoolreis of uitstap, muzische dag, … wordt betaald door de ouders en behoren tot het maximumbedrag.
*NOOT: turnkledij wordt uit deze maximumfactuur gehaald:
- gezamenlijke aankoop is goedkoper
– op schoolraad besproken. 3. Meerdaagse uitstappen: vanaf heden mogen de meerdaagse uitstappen als
bosklassen, zeeklassen, … maximum 410 euro bedragen voor het volledige lager
onderwijs.
4. Bijdrageregeling: kosten die niet onder de punten 1, 2 en 3 vallen en die de school
toch wenst door te rekenen, dienen opgenomen in de bijdrageregeling.
Voorbeeld: drankjes, (brood)maaltijd, warme maaltijd (type 2), …
*NOOT: deze bijdrageregeling wordt besproken in de schoolraad
en wordt meegedeeld aan de ouders. 5. De basisuitrusting: ouders kopen voor hun kinderen een boekentas, een
pennenzak, een brooddoos, …. Deze rekeningen vallen volledig voor rekening van
de ouders.
SCHOOLTOELAGEN: Vanaf 1 september 2008 kan u ook de schooltoelagen verkrijgen. U moet voldoen aan een
aantal voorwaarden, zie www.schooltoelagen.be voor meer informatie. De school kan u
ook info geven en op weg helpen. De toelage bedraagt 80 euro voor kleuters en
35
gemiddeld 116 euro (van 90 tot 180 euro) voor leerlingen uit de lagere school. Deze
schooltoelage kan ouders helpen om de kosten van de maximumfactuur of de basisuitrusting te helpen betalen.
⇒ Zie bijdrageregeling.
Bijdrageregeling
Categorie Kleuters Type 1 Type 2 Type 8
Zwemmen + bus
€ 2,00
om de 14
dagen
€ 2,00
wekelijks
€ 2,00
om de 14 dagen
Zwemmen met zwempas Gratis Gratis Gratis
Zwemmen oriënteringen (13 jaar) / Gratis Gratis Gratis
Turnkledij (éénmalig, niet verplicht) / € 18 € 18 € 18
Drankkaart (6 flesjes, niet verplicht) / € 3 / € 3
Broodmaaltijden (niet verplicht) / /
€ 1
(per dag)
/
Drank (niet verplicht) / /
gratis /
Warme maaltijd (niet verplicht) / /
€ 2,5
(per maaltijd)
/
Bosklassen / *€ 110
Niet jaarlijks
€ 100 Niet jaarlijks
Zeeklassen / €60
Niet jaarlijks / /
* de bosklassen type 2 vinden jaarlijks plaats; de school past jaarlijks het bedrag bij zodat de kost over de zes jaren niet hoger ligt dan 410 €
Naast de vermelde bijdrageregeling kunnen nog extra kosten bijkomen in functie van
klasuitstappen, … ingericht door de betrokken leerkracht(en).
Vermelden we ook dat de verschillende oudercomités bij activiteiten als
herfstwandeling, appelactie, schoolreis, … een belangrijke financiële bijdrage leveren
voor alle kinderen.
36
2.9.2. Handelsactiviteiten Het schoolbestuur verbindt er zich toe geen handelsactiviteiten op te zetten die onverenigbaar zijn met de onderwijsopdracht.
2.9.3. Geldelijke en niet-geldelijke ondersteuning De door het schoolbestuur verstrekte leermiddelen of verplichte activiteiten moeten
vrij blijven van reclame.
Reclame en sponsoring mogen niet onverenigbaar zijn met de pedagogische en onderwijskundige taken en doelstellingen van de school.
Reclame en sponsoring mogen de objectiviteit, de geloofwaardigheid, de betrouwbaarheid en de onafhankelijkheid van de school niet in het gedrang brengen.
3. ORDE- EN TUCHTMAATREGELEN
3.1. Ordemaatregelen Het orde- en tuchtreglement is een middel om de goede gang van zaken in onze opvoe-
dingsgemeenschap te vrijwaren.
Wanneer een leerling de goede werking van de school hindert of het lesverloop stoort,
kan er een ordemaatregel worden genomen (en/of kunnen er meer bindende gedragsregels worden vastgelegd in een geschreven begeleidingsplan).
Mogelijke ordemaatregelen zijn:
� een verwittiging � een pedagogische sanctie
� een tijdelijke verwijdering uit de les, gevolgd door aanmelding bij de directie
� …
Deze ordemaatregelen kunnen genomen worden door elk personeelslid van de school in
samenspraak met de directie. Tegen deze maatregel is geen beroep mogelijk!
3.2. Tuchtmaatregelen Wanneer het gedrag van een leerplichtige leerling in het lager onderwijs een gevaar of
ernstige belemmering vormt voor de goede werking van de school of voor de fysieke of
psychische veiligheid en integriteit van medeleerlingen, personeelsleden of anderen, dan kan de directeur een tuchtmaatregel nemen.
Let op: wanneer we spreken over directeur, hebben we het over de directeur of zijn
afgevaardigde.
37
3.2.1. Mogelijke tuchtmaatregelen zijn: � een tijdelijke uitsluiting van minimaal één schooldag en maximaal vijftien
opeenvolgende schooldagen;
� een definitieve uitsluiting.
3.2.2. Preventieve schorsing als bewarende maatregel In uitzonderlijke situaties kan de directeur of zijn afgevaardigde bij het begin van de
tuchtprocedure beslissen om je kind preventief te schorsen. Deze bewarende maatregel
dient om te kunnen nagaan of een tuchtsanctie aangewezen is. De beslissing tot preventieve schorsing wordt schriftelijk en gemotiveerd meegedeeld
aan de ouders van de betrokken leerling. De directeur bevestigt deze beslissing in de
brief waarmee de tuchtprocedure wordt opgestart. De preventieve schorsing gaat
onmiddellijk in en duurt in principe niet langer dan vijf opeenvolgende schooldagen.
Uitzonderlijk kan deze periode eenmalig met vijf opeenvolgende schooldagen verlengd
worden, indien door externe factoren het tuchtonderzoek niet binnen die eerste
periode kan worden afgerond. De directeur motiveert deze beslissing.
3.2.3. Procedure tot tijdelijke en definitieve uitsluiting Let op: wanneer we in dit punt spreken over “dagen”, bedoelen we telkens alle dagen
(zaterdagen, zondagen, wettelijke en reglementaire feestdagen niet meegerekend.)
Bij het nemen van een beslissing tot tijdelijke of definitieve uitsluiting wordt de volgende procedure gevolgd:
1. De directeur wint het advies van de klassenraad in en stelt een tuchtdossier
samen. In geval van een definitieve uitsluiting wordt de klassenraad uitgebreid
met een vertegenwoordiger van het CLB die een adviserende stem heeft.
2. De leerling, zijn ouders en eventueel een vertrouwenspersoon worden schriftelijk
uitgenodigd voor een gesprek met de directeur. De uitnodiging moet minstens
vijf dagen vooraf bezorgd worden aan de ouders.
3. Intussen hebben de ouders en hun vertrouwenspersoon inzage in het
tuchtdossier, met inbegrip van het advies van de klassenraad.
4. Na het gesprek neemt de directeur een beslissing. Deze beslissing wordt
schriftelijk gemotiveerd en binnen een termijn van vijf dagen aangetekend aan
de ouders van de betrokken leerling bezorgd. De beslissing vermeldt de
beroepsmogelijkheden.
Als ouders geen inspanning doen om hun kind in een andere school in te schrijven, krijgt
de definitieve uitsluiting effectief uitwerking na één maand (vakantiedagen niet
meegerekend). Is het kind één maand na de schriftelijke kennisgeving nog niet in een
andere school ingeschreven, dan is onze school niet langer verantwoordelijk voor de
opvang van de uitgesloten leerling. Het zijn de ouders die erop moeten toezien dat hun kind aan de leerplicht voldoet. Het CLB kan mee zoeken naar een oplossing.
38
Ten gevolge van een definitieve uitsluiting het huidige, het vorige of het daaraan voorafgaande schooljaar kan het schoolbestuur de betrokken leerling weigeren terug in
te schrijven.
3.2.4. Opvang op school in geval van een preventieve schorsing en (tijdelijke en definitieve) uitsluiting Wanneer je kind tijdens een tuchtprocedure preventief geschorst wordt of na de
tuchtprocedure tijdelijk wordt uitgesloten, is je kind in principe op school aanwezig,
maar neemt die geen deel aan de activiteiten van zijn leerlingengroep. De directeur kan beslissen dat de opvang van je kind niet haalbaar is voor de school. Deze beslissing
wordt schriftelijk en gemotiveerd bekend gemaakt aan de ouders.
In geval van een definitieve uitsluiting heeft de uitgesloten leerling één maand de tijd
om zich in een andere school in te schrijven. In afwachting van deze inschrijving is je
kind in principe op school aanwezig, maar neemt die geen deel aan de activiteiten van
zijn leerlingengroep. De directeur kan beslissen dat de opvang van je kind niet haalbaar is voor de school. Deze beslissing wordt schriftelijk en gemotiveerd bekend gemaakt
aan de ouders.
3.3. Beroepsprocedures tegen tuchtmaatregelen 3.3.1. Beroepsprocedure na een tijdelijke uitsluiting Ouders kunnen tegen de beslissing tot tijdelijke uitsluiting beroep aantekenen. De procedure gaat als volgt:
1. Binnen de vijf dagen na ontvangst van de beslissing tot tijdelijke uitsluiting
kunnen ouders schriftelijk beroep indienen bij de voorzitter van de interne
beroepscommissie.
2. De interne beroepscommissie komt samen binnen vijf dagen na ontvangst van het
beroep. De leerling en de ouders worden opgeroepen om te verschijnen voor deze
interne beroepscommissie.
3. Intussen hebben de ouders inzage in het dossier.
4. De interne beroepscommissie brengt de ouders binnen de vijf dagen per
aangetekende brief op de hoogte van haar gemotiveerde beslissing. Deze
beslissing is bindend voor alle partijen.
3.3.2. Beroepsprocedure na een definitieve uitsluiting Ouders kunnen tegen de beslissing tot tijdelijke uitsluiting beroep aantekenen. De
procedure gaat als volgt:
39
1. Binnen de vijf dagen na ontvangst van de beslissing tot definitieve uitsluiting
kunnen ouders schriftelijke beroep indienen bij de voorzitter van het
schoolbestuur.
Dhr. Jan De Bus
Hefveldstraat 43 3500 Hasselt
Het verzoekschrift moet aan de volgende voorwaarden voldoen.
� Het verzoekschrift is gedateerd en ondertekend;
� Het verzoekschrift bevat het voorwerp van beroep met feitelijke
omschrijving en motivering voor een definitieve uitsluiting.
Hierbij kunnen overtuigingsstukken toegevoegd worden.
2. Wanneer het schoolbestuur een beroep ontvangt, zal het een beroepscommissie
samenstellen. In de beroepscommissie, die het beroep behandelt, zitten zowel
mensen die aan de school of het schoolbestuur verbonden zijn als mensen die dat
niet zijn. Het gaat om een onafhankelijke commissie die de klacht van de ouders
grondig zal onderzoeken.
De ouders worden binnen tien dagen nadat het schoolbestuur het beroep heeft
ontvangen uitgenodigd voor een gesprek. De schoolvakanties schorten de termijn
van tien dagen op.
De beroepscommissie streeft in zijn zitting naar een consencus.
De beroepscommissie zal de betwiste beslissing ofwel bevestigen ofwel
vernietigen ofwel het beroep gemotiveerd afwijzen wegens het niet naleven van
de vormvereisten.
3. Het schoolbestuur zal de gemotiveerde beslissing binnen een termijn van vijf
dagen met een aangetekende brief aan de ouders meedelen. De beslissing is
bindend voor alle partijen.
Het beroep schort de uitvoering van de beslissing tot uitsluiting niet op. Rookverbod
- Met ingang van 1 september 2008 gelden voor gesloten plaatsen en extra-
murosactiviteiten van onderwijsinstellingen de volgende bepalingen:
o in gesloten plaatsen is roken steeds verboden
• verbod van rookkamer, rookverbod in klaslokalen, ook bij schoolfeesten, lerarenfeesten, zelfs niet tijdens weekends
of vakantiedagen
o in open plaatsen is roken verboden op weekdagen tussen 6.30 uur ’s
morgens en 18.30 uur ’s avonds.
40
• bij schoolfeesten, lerarenfeesten, … mag buiten wel gerookt
worden tussen 18.30 uur ’s avonds en 6.30 uur ’s morgens • verbod geldt ook op woensdagnamiddag en op vakantiedagen.
o tijdens extra-murosactiviteiten (uitstappen) is roken verboden tussen
6.30 uur ’s morgens en 18.30 uur ’s avonds.
- Ingeval van niet-naleving zal de school de persoon die hierop wijzen en aanmanen.
- De inspectie, de directie alsook de preventie-adviseur controleren in welke mate
de school een doeltreffend beleid voert om het rookverbod kenbaar te maken en te handhaven. Directie en personeelsleden hebben een voorbeeldfunctie en
zullen voorgaan in dit rokersbeleid.
- Specifieke aandacht vestigen wij op het rookverbod op de busdiensten voor het
ophalen en brengen van de leerlingen.
4. LEEFREGELS VOOR DE KINDEREN
Om SAMEN te KUNNEN werken in een FIJNE school dienen we ALLEN volgende
“leefregels” aan te leren en te volgen:
4.1. NAAR DE KLAS
� Het belsignaal betekent het einde van IEDER spel; de leerlingen vormen ONMIDDELLIJK klasrijen. VANAF NU IS HET STIL !
De klastitularis of andere lesgevende zorgt ervoor dat hij/zij voor het einde van het
belsignaal op de plaats is waar de rij van de pedagogische eenheid gevormd wordt
waarvoor hij/zij het volgende lesuur verantwoordelijk is. � De leerlingen gaan zwijgend naar de klas.
� In de gangen en op de trappen wordt NIET gelopen.
� Na het weghangen van de jassen vormen de leerlingen een rij aan de deur.
� Handschoenen, mutsen en sjaals worden meegenomen IN de klas.
� VOORAF zijn er GEEN leerlingen zonder toelating IN de gebouwen.
4.2. NAAR DE SPEELPLAATS
� Na het verlaten van de klas: gelegenheid om naar het toilet te gaan.
� In de gangen niet met handen en/of voeten aan de muren komen. We houden onze
lokalen net.
� Het toilet blijft proper; hier wordt niet gespeeld. � De leerkracht begeleidt de zwijgende leerlingen naar de speelplaats.
� Bij het begin van de middagspeeltijd gaan de leerlingen van de eerste groep uit de
hoogbouw tot op de afgesproken plaats en vormen daar een ordelijke rij.
� De tweede groep komt samen aan het ict-lokaal.
41
� De derde groep blijft op de derde speelplaats.
� Afbakening van de drie speelplaatsen tijdens de kleine speeltijden.
4.3. OP DE SPEELPLAATS
� Wij gooien geen papier of etensresten op de speelplaats, maar leren de vuilbakken
bewust gebruiken.
� Vechten is ten strengste verboden.
� Wij gaan of staan niet op de muurtjes.
� De leerlingen blijven op de verharde speelplaats; alle onverharde delen blijven verboden terrein.
� De leerlingen onttrekken zich niet aan het toezicht van de begeleiders.
� Gaat er speelgoed over de draad, dan:
� is er toelating nodig om het te halen
� kruipt men niet onder de draad door
� Verwijtende taal gebruiken wij niet. � Balsporten mogen uitsluitend met een softbal worden gespeeld, (met uitzondering van
basketbal), voetballen kan uitsluitend in het bos.
4.4. REKENGROEPEN: voor leerlingen die naar een ander lokaal gaan.
� Zwijgen en niet lopen in de gangen.
� Toch tijdig in de rekengroep zijn.
4.5. NETHEID VAN ONZE SCHOOL
� De gangen, de toiletten, de klassen en de speelplaatsen blijven proper als IEDEREEN
meewerkt ! � Dus papiertjes, etensresten of ander afval:
� NIET op de speelplaats en NIET in de toiletten
� NIET naast een volle vuilbak of een volle container
� WEL in de daarvoor voorziene bakken
� Te kleine kinderen worden niet door het personeel naar de container gestuurd om
bakken te ledigen.
4.6. KLEDING EN VOORKOMEN � Wij kleden ons altijd netjes en verzorgd om naar school te komen. � Uiterlijk mag geen middel zijn om aandacht te trekken of afstand te nemen van
andere leerlingen. We dragen dan ook geen te opvallende kleding, geen neusring en de
jongens geen oorbel.
42
� Er geldt tevens een verbod op het bezit van elektronische apparatuur en GSM op
school.
4.7. BELEEFDHEID EN RESPECT
� Wij vragen beleefdheid en respect vanwege de leerlingen t.o.v. ALLE personeelsleden.
� Ook respect voor alle medeleerlingen, zeker voor de kleineren en de zwakkeren
(hulpvaardigheid, gedienstigheid e.d. zorgen voor een fijnere sfeer).
� Directie en personeel worden aangesproken als volgt:
� Mijnheer de directeur, � Meester ........ (de voornaam kan), juffrouw .......
4.8. SCHADEVERGOEDING � Wij behandelen schooluitrusting, schoolgerei, voorwerpen en kleding van onszelf en
van anderen steeds met zorg.
� Als leerlingen enige schade toebrengen melden de leerkrachten dit onmiddellijk op het secretariaat. De directeur zal oordelen of er al dan niet een schadevergoeding zal
betaald worden.
4.9. BUSRIJEN ‘S AVONDS
� De leerlingen gaan na het laatste lesuur onmiddellijk naar hun rij.
� In de rijen gaan staan en de leerlingen hebben respect voor de anderen, voor
hun kledij en voor hun schooltas. � De personeelsleden begeleiden de rij liefst ervoor EN erachter tot aan de bus en
wachten tot alle leerlingen zijn ingestapt.
� Voor de leerlingen die met de auto worden afgehaald is een aparte rij voorzien met
twee begeleiders.
4.10. NALEVING VAN DEZE LEEFREGELS
� Voor leerlingen die bewust deze leefregels overtreden zullen aangepaste sancties
volgen.
Bijlage A
Bijlage A: Belangrijk bericht !
Wanneer in de klas van uw zoon/dochter iemand een hersenvliesontsteking en/of bloedvergiftiging door meningokokken heeft, is het nodig dat er beschermende maatregelen genomen
worden. De gezondheidsinspectie van de Vlaamse Gemeenschap geeft dan advies over wat we moeten doen, voor wie en wanneer.
Het kan nodig zijn dat uw zoon/dochter snel een bepaald antibioticum toegediend moet krijgen om meer gevallen van deze ziekte te voorkomen. Het antibioticum zorgt er voor dat de
gevaarlijke kiem uit de keel van de kinderen verdwijnt. Zo wordt de kans kleiner dat uw zoon/dochter de ziekte krijgt of de kiem doorgeeft aan personen met een minder goed
afweersysteem.
Het toegediende antibioticum is eigen behandeling van de ziekte. Eens dat de ziekte zich aan het ontwikkelen is, kan dit antibioticum dat niet meer tegenhouden.
Ook als uw zoon/dochter ingeënt werd tegen hersenvliesontsteking (type C) moet het antibioticum gegeven worden. Uw zoon/dochter kan niet meer ziek worden door de kiem waartegen
hij/zij ingeënt werd maar kan de kiem wel nog doorgeven aan
niet-beschermde mensen.
Het antibioticum moet meestal maar 1 keer gegeven worden. Het wordt best zo snel mogelijk gegeven (binnen de 24 uren na het stellen van de diagnose bij de zieke persoon) en aan ALLE
kinderen die nauw contact hadden met de zieke (in een kleuterklas, in een internaat, op kamp, in een huisgezin, …). Bij jonge kinderen wordt een siroopje gegeven. Bij grotere kinderen en
jongeren is dit in de vorm van een tablet.
Het is voor u als ouders niet altijd makkelijk om naar de huisarts en de apotheker te gaan op zo korte tijd. Daarbij komt ook nog eens dat het voordeliger is als 1 verpakking opgebruikt
wordt voor meerdere kinderen. Anders moet elke ouder bij de apotheker een doosje gaan halen en na 1 dosis de rest weggooien.
Wij stellen daarom het volgende voor:
Bij een geval van hersenvliesontsteking en/of bloedvergiftiging door meningokokken zal de CLB-arts in overleg met de gezondheidsinspectie de nodige maatregelen treffen.
Dit kan bestaan uit het geven van informatie en/of het toedienen van het noodzakelijke antibioticum in de school zelf. Om tijd uit te sparen, zal het CLB dus niet meer vooraf u als ouder
contacteren en om toestemming vragen. Uiteraard krijgt u diezelfde dag een briefje mee naar huis waarop alle uitleg staat. U kan dit briefje dan ook aan uw huisarts laten zien, zodat die
op de hoogte is van het soort geneesmiddel dat uw kind kreeg en waarom. U vraagt best aan uw huisarts of uw kind dit geneesmiddel mag krijgen indien nodig.
• Als u met dit voorstel akkoord gaat, moet u verder niets doen.
• Als u NIET wil dat de CLB-arts uw kind dit geneesmiddel toedient zonder u vooraf te verwittigen, moet u ons dit duidelijk laten weten. U moet dan een briefje schrijven naar het
CLB. Wij maken een lijst op van kinderen die GEEN geneesmiddel toegediend mogen krijgen op school.
• Als u twijfelt of uw kind het geneesmiddel mag krijgen, vraagt u best vooraf advies aan uw huisarts. Doe dit zeker als uw ooit allergisch reageerde op medicatie. Laat de CLB-
arts weten wat het probleem is indien nodig.
We hopen met dit voorstel snel en efficiënt te kunnen reageren als er zich een hersenvliesontsteking en/of bloedvergiftiging door meningokokken voordoet.
Op deze manier winnen we vooral veel tijd en krijgen alle kinderen snel wat ze nodig hebben. Daarnaast sparen we ook (voor u) geld uit door enkel de noodzakelijke hoeveelheid antibioticum
te kopen.
We willen tot slot benadrukken, dat alles in samenwerking met de gezondheidsinspectie zal gebeuren en dat deze maatregelen (gelukkig) maar zelden nodig zijn.
Indien u verder nog vragen heeft, mag u het CLB altijd contacteren.
Bijlage B
VERKLARING AKKOORD SCHOOLREGLEMENT
Ondergetekende(n) .................................................................................
ouder(s) van ............................................................................................
straat ............................................................................. nr. ...................
postnummer ............................... te .....................................................
bevestigen hiermede kennis genomen te hebben van het schoolreglement.
Ze verklaren zich akkoord met deze inhoud.
Datum en handtekening
Gelieve deze verklaring via uw kind binnen de week terug te bezorgen.
--------------------------------------------------------------------------------------------------
Beste ouders,
Onze school heeft een website met voorstelling van en informatie over de school:
www.deberk.be
Op deze site worden regelmatig foto's opgenomen van schoolse activiteiten (vb. turnen,
carnaval, …) en uitstappen (bezoek aan het ziekenhuis, ...).
Foto's van mijn zoon / dochter ………………………………….………..
0 mogen niet 0 mogen wel voorkomen op de website
Bijlage C
Namen van medewerkers – leden - afgevaardigden – contactpersonen van:
1. Het schoolbestuur
Dhr. J. De Bus Voorzitter Dhr. A. Lambrechts Secretaris
Mevr. Martine Claes
Dhr. V. Haenen
Dhr. J. Vijgen Adviserend
2. De schoolraad Voorzitter: Luc Cosemans
Secretaris: Nico Pillards
Ouderraad: Saskia Vaneygen (voorzitter oudercomité T8)
Pedagogische raad: Luc Cosemans
Ronnie Wynants
Martien Knuts Gecoöpteerde leden: Jan De Bus (schoolbestuur)
Johnny Vijgen (directeur)
3. Het lokale onderhandelingscomité (LOC) J. De Bus (voorzitter)
I. Pillards
S. Goorts V. Pillards
J. Vijgen (adviserend)
4. Het comité voor preventie en bescherming op het werk (CPBW) J. Vijgen (voorzitter)
A. Eyckens
T. Faviana (preventie-adviseur)
R. Houbrechts W. Verluyten
M. Zimmermann
D. Stylman
Dr. Vandamme (arbeidsgeneesheer)
5. Het CLB Directeur: Marleen Dendas
Psycho-pedagogisch consulent: Dorien Joosten (T8)
Psycho-pedagogisch werker: Hilde Leenders (T1 en T2)
Maatschappelijk werker: Yo Quintens
Schoolarts: Dr. Mieke Valkeneers
Sociaal verpleegkundige: Marleen Eerdekens
Bijlage C
6. Coördinatoren
Stage: Grete Carlens
Pedagogische raad:
Voorzitter: Dhr. J. Vijgen
Orthopedagogen: Nijs S.
Bernaerts A. BLIO: Wynants R.
Type 1: Nouwen L.
Type 2: Cosemans L.
Type 8: Piccard L.
L.O.: Huysmans B.
M.O.: Vanheusden S.
Kiné: Bas S.
Logo: Knuts M. BKO : Vandervelden S.
7. Scholengemeenschap DUOO-centrum
De Berk Kloosterbeekstraat 7 3500 Hasselt
KIDS Borggravevijversstraat 9 3500 Hasselt
De Buidtelberg Wildrozenstraat 17 3530 Houthalen Voorzitter : Jan de Bus
Coördinerend directeur : Johnny Vijgen
Algemene bepaling in verband met de organisatie van en de deelname aan de door de school ingerichte extra-muros-activiteiten :
De extra-muros-activiteiten (dit zijn activiteiten van één of meer schooldagen buiten de
schoolmuren) worden georganiseerd en kaderen volledig binnen het onderwijzend en opvoedend karakter van de schoolwerking.
De school rekent daarom op de deelname van alle leerlingen aan deze activiteiten en
gaat ervan uit dat zonder tegenbericht van de ouders het kind inderdaad mag
deelnemen.
De ouders die wensen dat hun kind niet deelneemt aan een door de school
georganiseerde extra-muros-activiteit dienen dit vooraf schriftelijk te melden aan de
directeur. Deze niet-deelnemende leerlingen moeten tijdens de extra-muros-activiteit
wel aanwezig zijn in de school.
Bijlage D
Gesubsidieerde Vrije Gemengde Basisschool voor B O Kloosterbeekstraat 7 3500 Hasselt
Telefoon 011 - 22 98 93 / fax 011- 26 14 50 [email protected]
VRIJE DAGEN 2014-2015
Begin van het schooljaar en hervatting van de lessen: maandag 1 september 2014 Eerste trimester
Infoavond T1+T2: dinsdag 30 september 2014 Infoavond T8: woensdag 1 oktober 2014 Lokale verlofdag: woensdag 8 oktober 2014 Herfstvakantie: maandag 27 oktober 2014 t.e.m. zondag 2 november 2014 Brugdag: maandag 10 november 2014 Wapenstilstand: dinsdag 11 november 2014 Pedagogische studiedag: vrijdag 21 november 2014 Oudercontact: donderdag 18 december 2014 Kerstvakantie: maandag 22 december 2014 t.e.m. zondag 4 januari 2015 Tweede trimester
Krokusvakantie: maandag 16 februari 2015 t.e.m. zondag 22 februari 2015 Kienavond: vrijdag 6 maart 2015 (Kermeta Kermt) Pedagogische studiedag: woensdag 11 maart 2015 Oudercontact: donderdag 2 april 2015 Paasvakantie: maandag 6 april 2015 t.e.m. zondag 19 april 2015 Derde trimester
Dag van de Arbeid: vrijdag 1 mei 2015 Eerste Communie T2: zondag 26 april 2015 9u30 Vormsel T2: zondag 26 april 2015 11u30 Eerste Communie T1 en T8: zondag 10 mei 2015 Lokale verlofdag: woensdag 13 mei 2015 O.H.Hemelvaartdag: donderdag 14 mei 2015 Brugdag: vrijdag 15 mei 2015 Pinkstermaandag: maandag 25 mei 2015 Schoolfeest: zondag 31 mei 2015 Oudercontact: donderdag 25 juni 2015 Einde van het schooljaar: dinsdag 30 juni 2015
Bijlage E
RICHTLIJNEN BETREFFENDE MEDICATIE OP SCHOOL
A. Medicatie en eerste hulp op school
Op 1 januarI 2011 trad het KB Eerste hulpverlening in voege, waardoor de sterk
verouderde bepalingen van het ARAB inzake eerste hulp en dringende verzorging
opgeheven en vervangen werden.
Kort samengevat komen de wijzigingen hierop neer: • Een aantal begrippen (eerste hulp, hulpverlener, verzorgingslokaal) zijn nauwkeuriger
omschreven.
• Het begrip dringende zorgen is uit het KB geweerd, aangezien deze enkel nog door
gespecialiseerde verpleegkundigen verleend kunnen worden en onder de FOD
Volksgezondheid ressorteren.
• De bepalingen gelden niet alleen voor personeelsleden, maar ook voor derden – op
school zijn dat leerlingen, bezoekers, klanten, leveranciers, begeleiders, inspecteurs,
aannemers, …
• De noodzakelijke middelen zijn niet langer wettelijk bepaald, maar worden door het
schoolbestuur vastgelegd op basis van het aantal personeelsleden, de karakteristieken
van de school (aard van de activiteiten, aanwezige risico’s) en de resultaten van de
riscoanalyse.
• Hetzelfde geldt voor het aantal hulpverleners en hun kwalificatie.
• De inhoud en de plaats van de verbanddoos is niet langer wettelijk vastgelegd.
• De inhoud van de basisvorming wordt voortaan in termen van doelstellingen uitgedrukt.
• De organisatoren van de basisvorming dienen niet langer erkend te worden, maar een
aantal criteria na te leven, en zullen opgenomen worden in een lijst van organismen die
zulke vorming verstrekken.
Standpunt inzake medicatie en eerste hulp op school. 1. Nog enkele praktische adviezen met betrekking tot het vervoer van leerlingen
• Vooraleer men overgaat tot het vervoeren van een (ernstig) zieke of gewonde
leerling, moet men afwegen welke vorm van vervoer het meest geschikt is. Enkel
indien de toestand van het slachtoffer dat toelaat, kan met het vervoer met een
gewone auto organiseren. Indien de aanwezigheid van gespecialiseerde
hulpmiddelen of personeel noodzakelijk lijkt, roept men een ambulance op. Ook in
het geval van twijfel kan men beter de hulpdiensten laten oordelen
• Tijdens het vervoer neemt het slachtoffer bij voorkeur op de achterbank plaats,
omdat hij daar de chauffeur het minst afleidt. Het kan nuttig zijn dat een begeleider
meegaat, om het comfort van het slachtoffer te vergroten. Deze begeleider kan dan
ook optreden als het slachtoffer onderweg onverwacht reageert (bijvoorbeeld
bewustzijnstoornissen, shock, braken, hevige bloeding …).
• Indien dergelijke reacties echter voorzien worden, doet men er goed aan meteen een
ambulance op te roepen. Het onderkennen van complicaties en het opvangen van
het slachtoffer vergen immers ervaring en ruimte die bij het vervoer in een gewone
auto niet beschikbaar zijn.
• Indien voor het vervoer van zieke of gewonde leerlingen geregeld een beroep gedaan
wordt op hetzelfde personeelslid, dan dient dit personeelslid over een
rijgeschiktheidsattest te beschikken. Alleszins mag er geen druk uitgeoefend worden
op een personeelslid om het vervoer van een zieke of gewone zelf met een gewone
auto uit te voeren.
Bijlage E
2. Toezicht op het gebruik van geneesmiddelen
• De Raad van Bestuur van de Berk beslist dat er personeelsleden mogen ingeschakeld
worden om toe te zien op het nemen van medicatie zonder zich op het pad van de
diagnose of de therapie te begeven.
• De school hanteert een medische fiche welke de ouders of gevolmachtigden invullen en
ondertekenen omtrent het gebruik van medicatie op school.
• De synthese van deze fiches voor heel de klas bevindt zich achter de uurrooster welke
uithangt in de klas.
• Voor toediening van specifieke medicatie waarbij een verpleegkundige noodzakelijk is
onthoudt de school zich.
• Voor toediening van medicatie kan bijkomend een doktersvoorschrift vereist zijn, de
toestemming van de ouders of gevolmachtigden is altijd vereist.
3. Een zieke leerling opvangen en zo nodig doorverwijzen
Wanneer een leerling op school klaagt over pijn, ongemak of ongesteldheid, is het
van belang om eerst en vooral de ernst van de situatie correct in te schatten.
De zieke leerling wordt doorgestuurd naar het verzorgingslokaal waar hij/zij
bevraagd en geobserveerd wordt. De gang van zaken is dat de ouders van de
zieke leerlingen onmiddellijk (vrij snel) worden verwittigd om hun kind af te
halen van school.
In principe wordt er geen medicatie toegediend tenzij algemeen gangbare
medicijnen. De (school)arts bepaalt in samenspraak met de verzorger welke
geneesmiddelen zich bevinden in de medicijnkast. Een zeer beknopt lijstje van
eenvoudige algemeen gangbare medicijnen zal zich bevinden in het
medicijnkastje.
Indien een leerling zich ’s morgens reeds ziek meldt op school zal er onmiddellijk
contact opgenomen worden om deze leerlingen op school te komen halen en
thuis te verzorgen.
Indien er enkel sprake is van een onschuldig ongemak (menstruatiepijn,
hoofdpijn, …) kan de leerling even bijkomen in het verzorgingslokaal van de
school. De leerling kan het volgen van de lessen hervatten zodra er beterschap
waarneembaar is.
Elk gebruik van geneesmiddelen wordt genoteerd in een geneesmiddelenregister
waarin de datum, de naam van de leerling en de naam van het geneesmiddel
genoteerd wordt.
4. Andere verpleegkundige of medische handelingen enkel door gekwalificeerd personeel
laten stellen.
Andere handelingen dan het via orale of percutane weg (inwrijving), via oog- of
oorindruppeling worden niet op school toegediend tenzij mits overleg met directie en
personeel.
Besluit:
De school zal deze besluiten opnemen in het schoolreglement in overleg met het
personeel. De school zal zeker haar verantwoordelijkheid inzake medicatie en eerste
hulp opnemen en de vooropgestelde