Schakel in Succes nr. 2 – april 2014
description
Transcript of Schakel in Succes nr. 2 – april 2014
april 2014
02
schakelin succesvoor ondernemers in de tuinbouw,
akkerbouw en veehouderij
Andre Beerepoort:
“ Baseer overname op toekomstperspectief”
Monitoringsonderzoek aspergespagina 16
Line-Up uniek vlees- pluimveeconcept pagina 23
Bedrijfsovername complex procespagina 8 - 11
schakel in succes april 20142
In dit nummer
inzicht in agrifirm resultaten 3
Ervaringen met vochtige voeders 4
Terugblik Ledendagen 6
Bedrijfsovername complex proces 8
Veiligheid gewasbeschermingsmiddelen 14
Communicatie bloembollensector 15
producten tegen wildschade 17
Beweiden in combinatie met melkrobot 18
Betere vertering met VigOR 22
Samenspel 24
Geitenhouders willen bedrijf uitbreiden
7
Tweede praktijktest sojateelt in Nederland
12
Monitoringsonderzoek asperges
16
Line-Up uniek vleespluimvee concept
23
Strak toommanagement tot afleveren
20
Belang leden voorop
De bedrijven binnen Agrifirm Group lieten in
2013 wisselende resultaten zien. De ledenbedrijven
Agrifirm Feed en Agrifirm Plant sloten 2013 af met
goede financiële en marktprestaties en ook binnen
niet ledenbedrijven zagen we prima resultaten. Het
totale volume voer steeg met 4% ten opzichte van
2012 en kwam daarmee voor het eerst boven de 7
miljoen ton uit. In de plantaardige sector is het volu
me kunstmest, granen en overige producten met
7,5% gestegen en uitgekomen op 1,1 miljoen ton.
Echter, mede door sterk gewijzigde markt
omstandigheden, stonden de resultaten van met
name de Coproducten divisie sterk onder druk.
Het netto jaarresultaat van Agrifirm kwam uit op
20 miljoen euro.
In workshops bij de Agrifirm Ledendagen hebben
we met onze leden gesproken over de resultaten
2013 en de strategie van Agrifirm. De belangrijkste
uitkomsten deel ik graag met u.
> Agrifirm blijft een coöperatie. Het vermogen
wordt niet verdeeld onder de leden.
> Ledenkortingen en Ledenvoordeel worden op basis
van de omvang van de transactie uitbetaald.
> De rendementseisen aan de ledenbedrijven
liggen lager dan bij nietledenbedrijven, zodat
de Nederlandse leden scherp bediend blijven.
> Verdere groei in het buitenland is gewenst,
mits overzichtelijk en met beperkte risico’s.
> De krachtige combinatie van veehouderij en
plantaardige activiteiten blijft in stand.
Het ledenbelang blijft voorop staan. Dat is de basis
voor alle stappen die we de komende periode binnen
Agrifirm zetten. Deze heldere keuze inspireert ons
om, met passie voor het vak, hard te blijven werken
en scherpe keuzes te maken om de groei en bloei
van uw onderneming mogelijk te maken.
Ton Lomanvoorzitter hoofddirectie Agrifirm Group
schakel in succes april 2014 3
Agrifirm steunt landbouw Afrika
agrifirm plant ondersteunt van 2014 tot
en met 2016 Building on fertile grounds,
een landbouw ontwikkelingsproject in
Burundi. in 2012 is Dick Douma gestart
met een project om met bemesting de
opbrengst van gewassen te verhogen.
Harry Roerink en Erwin Boogaard
begeleiden het vervolgproject.
Harry Roerink is half februari naar
Burundi geweest voor de kick-off.
“ik heb verschillende telers bezocht.
Sommigen van hen brachten de teelt-
Agrifirm Plant en Agrifirm Feed ondersteunen verschillende inter nationale ontwik-
kelingsprojecten. Begin 2014 reisden medewerkers af naar Burundi en Kenia.
adviezen al in de praktijk en zij waren
enthousiast over de opbrengststijging.
ik kon ook goed zien waar Dick vorig jaar
was geweest, op die percelen staan nu
gewassen die in nederland niet zouden
misstaan. Dat is belangrijk voor de telers,
met hogere opbrengsten kunnen ze beter
voor hun gezin zorgen”, vertelt Roerink.
Vanuit agrifirm Feed gingen Liesbeth
Mulders en Frank Jeurissen naar Kenia
om een businessplan op te stellen voor
hooiproductie en -handel voor Kieni
Dairy, een unie van zeven melk-
coöperaties. Dit is onderdeel van de
samen werking met agriterra. Mulders
en Jeurissen be zochten verschillende
boeren en zuivelfabrieken. aan het
eind van de week presenteerden ze
hun bevin dingen aan Kieni Dairy. “We
hebben verschillende partijen hooi
gezien, van goede tot heel slechte
kwaliteit. Onze conclusie: zorg eerst
voor kwaliteit en dan pas kwantiteit.
goede kwaliteit ruwvoer levert meer
melk en inkomen op.”
inzicht in agrifirm resultaten
Een greep uit onze vacatures
Bij deze Schakel in Succes ontvangt u ook
het agrifirm Jaarbericht 2013. Daarin worden
de resultaten van agrifirm group en de beide
leden bedrijven agrifirm plant en agrifirm
Feed in 2013 beschreven. Ook ko men de
directies aan het woord over de resultaten en
de strategie voor 2014 en verder.
Het thema van het Jaarbericht is ‘passie’.
Ondernemers en agrifirm-medewerkers
vertellen wat hun hart sneller doet kloppen.
Het volledige financiële verslag is beschikbaar
op www.agrifirm.com/jaarverslagen.
> Teamleider Commerciële Binnendienst | Veghel | nutriControl
> Hoofd Nutritie | apeldoorn | agrifirm Feed
> Adviseur Vleespluimvee | nederland | agrifirm Feed
Kijk voor meer informatie en actuele vacatures
op www.agrifirm.com/werkenbijagrifirm
of volg ons op twitter @agrifirmjobs
jaarbericht 2013Koninklijke Agrifi rm Group
passie voor ons vak
jaarbericht2013_hart.indd 1 14-03-14 11:40
schakel in succes april 20144
‘ perfecte aanvulling op zetmeelrijk rantsoen’
“Proti+ is een perfecte aanvulling op ons maïsrijke rantsoen. Dit pro duct
past in onze strategie om efficiënt en gemakkelijk te werken.” Zo kijkt
Hans van den Broek terug op de eerste maanden waarin hij Proti+ voert.
Het bedrijf van Hans en zijn vrouw Rianne in het noord-Brabantse Odiliapeel
is volop in ontwikkeling. afgelopen jaar hebben ze een nieuwe stal in gebruik
genomen. Momenteel bestaat de veestapel uit 140 melkkoeien en 140 stuks
jongvee. De gemiddelde productie bedraagt 9.900 kilo, met 4,45 procent
vet en 3,60 procent eiwit. Hans is ook akkerbouwer. Hij bewerkt ruim
Beter rantsoen, lagere kosten
Vochtrijke voeders van Bonda
Vochtrijke mengvoeders zijn jaarrond
be schikbaar, zeer smakelijk en hebben
een constante samenstelling. Net als
afzonder lijke enkelvoudige producten
dragen ze bij aan lagere voerkosten en
de kwaliteit van het rantsoen.
Een extra voordeel van vochtrijk mengvoer
is dat meer producten toepasbaar worden
voor de rundveehouder. Sommige producten
zijn enkelvoudig slechts beperkt te voeren,
maar in een mengvoer komen ze wel tot
hun recht. Specialist in vochtrijke diervoeders
Bonda produceert in ’s-Hertogenbosch twee
stapelbare vochtrijke mengvoeders: proti+
is eiwitrijk en gluco+ is de energierijke
variant. Hans van den Broek en Theo van
goch hebben er goede ervaringen mee.
Meer informatie: www.bonda.nl.
Hans van den Broek, Odiliapeel
Gluco+ is energierijk mengvoeder.>
schakel in succes april 2014 5
‘ Rantsoen beter in balans’
Theo heeft samen met zijn vrouw
Marijke een bedrijf in ammerzoden,
in de Bommelerwaard. Ze melken
65 melkkoeien en hebben 42 stuks
jongvee. De roodbonte koeien op dit
bedrijf geven gemiddeld 8.000 liter,
met 4,63 procent vet en 3,69 procent
eiwit. in de ontwikkeling van zijn on-
derneming streeft Van goch naar –
zoals hij dat zelf noemt – evenwicht.
“ik wil grondgebonden en duurzaam
melkvee houden met lage kosten.” in
2009 heeft hij een nieuwe stal gebouwd,
volgens de richtlijnen van de Maatlat
Duurzame Veehouderij (MDV). Daarin
is extra aandacht besteed aan koe-
comfort, stal klimaat en energie-
besparing. in het afgelopen jaar heeft
Theo geïnvesteerd in zonnepanelen
en hij heeft nog meer plannen voor
energiebesparende maatregelen.
Theo hecht eraan zijn koeien ’s zomers
te weiden, ook al heeft hij een kleine
huiskavel. Hij combineert weidegang
met zomerstalvoedering. “Met zomer-
stalvoedering benut je het gras
optimaal.” Een nadeel van zomer -
stal voedering is de variatie in de
voeder waarde. “De ene snee gras is
de andere niet. Je moet eigenlijk drie
weken vooruit kunnen denken, om
te bepalen wanneer je op welk perceel
maait.”
RUsT iN HeT RANTsoeN
De specialist van agrifirm Feed
stelde voor gluco+ in het rantsoen
op te nemen. Dat brengt ’s zomers
rust in het rantsoen. Ook in de winter
ziet Van goch voordelen. “Door het
vochtige product krijg ik een betere
menging van het rantsoen in de
voermeng wagen, zodat de koeien
niet meer selectief vreten aan het
voerhek.”
90 hectare en teelt behalve maïs en gras ook suikerbieten en frites aardappelen.
arbeid is een beperkende factor op dit groeiende bedrijf. in de bedrijfsvoering houdt
Van den Broek daarom van eenvoud. Dat geldt ook voor de voerstrategie. “Keep it
simple”, is zijn motto. “als je het ingewikkeld maakt, vergroot je de kans op fouten.”
GLANZeNDe KoeieN
De ruwvoerbasis voor zijn melkgevende koeien bestaat voor twee derde uit snijmaïs
en een derde uit gras, aan gevuld met gehakseld stro. als aan vulling op het energie-
rijke ruwvoer heeft Van den Broek altijd bierbostel ingezet als vast rantsoenbestand-
deel. “Dat heeft een positief effect op de gezondheid. Met bier bostel heb je altijd
glanzende koeien.” Sinds november 2013 heeft hij dit product vervangen door proti+.
“proti+ bevat ook eiwit en er zit bovendien meer pensenergie in. Dat is belangrijk
voor de gehaltes. En – ook heel interessant – het verlaagt de kostprijs.”
Theo van goch, ammerzoden
“Met Gluco+ heb ik het rantsoen beter in balans. Het eiwit
brengt rust in het rantsoen en het hoge energiegehalte
heeft een gunstig effect op de gehalten.” Dat is de ervaring
van Theo van Goch.
Hans van den Broek voert Proti+.
Theo van Goch voert Gluco+.
>
>
schakel in succes april 20146
Agrifirm Ledendagen in beeldVeel leden bezochten de agrifirm Ledendagen die in
februari werden gehouden. Ze volgden inspirerende
workshops over een breed scala aan onderwerpen zoals
social media, rundveevoeding en precisieteelt.
Daarnaast gaven het bestuur en de hoofddirectie
toelichting op de agrifirm resultaten over 2013 en de
strategie voor de komende jaren. Op sommige locaties
werden tevens extra sectorbijeenkomsten gehouden.
Op deze pagina een indruk van de Ledendagen, op
www.agrifirm.com vindt u per locatie een foto -
reportage en een videocompilatie.
schakel in succes april 2014 7
Het geitenbedrijf van de familie Buiks
telt nu zo’n 600 melkgeiten. Uitbreiden
was tot voor kort geen optie, vanwege
de bouwstop in de provincie noord-
Brabant. Die werd eind vorig jaar opge-
heven, waarna de familie Buiks direct
contact zocht met agrifirm Exlan.
“We willen het bedrijf over een jaar of
tien graag overdragen aan onze zoon
patrick, maar dan moet het wel groeien”,
vertelt vader paul. patrick vult hem aan:
“600 geiten is eigenlijk te weinig om
rendabel te zijn. We willen binnen twee
jaar groeien naar 1000 geiten, uiteinde-
lijk moeten het er 1200 worden. Dan
heb je een solide financiële basis.”
ZoRG VULDiGHeiDssCoRe
adviseur Elroy Vlemminx van agrifirm
Exlan begeleidt de familie met het aan-
vragen van de vergunningen om de uit-
breiding te realiseren. Ook helpt hij met
het invullen van de Brabantse Zorg-
vuldigheidsscore Veehouderij (BZV).
Elroy: “Deze nieuwe toetsing is in-
gesteld door de provincie en kent
drie hoofdthema’s: Volksgezondheid,
Diergezondheid en -welzijn en Fysieke
leefomgeving. Een veehouder die wil
uitbreiden, moet per onderdeel mini-
maal een voldoende scoren. Daarnaast
moeten we aan een hele reeks andere
voorwaarden voldoen.” anja is blij met
de ondersteuning van Elroy. “Hij is vol-
ledig op de hoogte van alle wetten en
regels. Tegen de tijd dat wij ons er zelf
in verdiept hebben, zijn de regels al
weer aangepast en aangevuld.”
DiALooG
Een extra onderdeel van de BZV is
dialoog met de omgeving. Elroy legt
uit: “De veehouder moet zijn plannen
aan de buurt presenteren. Zij kunnen
dan vragen stellen en hun mening
geven.” Een goed plan, aldus paul.
“Het is wel spannend, maar ik denk dat
het goed is om de buurt te laten zien
wat je doet en wat je van plan bent.”
iNRiCHTiNG
De bouwtekeningen en de vergun-
ningsaanvragen liggen klaar, alleen de
inrichting van de stal staat nog niet
vast. Dat gebeurt de komende tijd, ver-
telt Marco Schoenmakers van agrifirm
Feed: “Elroy is van het regelwerk, ik
help met de praktische inrichting van
de stal. ik bespreek met paul, anja en
patrick de looplijnen in de stal, de voer-
gang, hoe de opfok geregeld is, het wel
of niet inzetten van personeel. En voer
natuurlijk. Samen maken we een plan
van aanpak.” paul sluit af: “ieder heeft
zijn eigen rol en expertise. Zo maken
we er samen een mooie stal van.”
Paul, Anja en Patrick Buiks willen hun geitenbedrijf in het Brabantse Teteringen
uit breiden. Agrifirm exlan adviseur elroy Vlemminx begeleidt hen bij het
vergunningentraject. specialist Marco schoenmakers van Agrifirm Feed denkt
met de familie mee over de inrichting van hun nieuwe stal.
‘ Dialoog met de buurt is belangrijk’
agrifirm Exlan helpt met uitbreiding
Op de achtergrond Anja en Patrick Buiks met Exlan adviseur Elroy Vlemminx (m), vooraan Paul Buiks met Marco Schoenmakers (r).
>
schakel in succes april 20148
Het thema van de Agrifirm Jongerendag 2014 was bedrijfs-
opvolging. in deze schakel in succes praten we hierover door
met twee van de sprekers, lector familiebedrijven ilse Matser
en ondernemerscoach sieto van Houten.
“Het allerbelangrijkste voor een succes-
volle bedrijfsoverdracht? Dat is com-
municatie.” Sieto van Houten van
agrifirm Exlan hoeft er niet lang over
na te denken. als ondernemerscoach
zit hij vaak bij ondernemers aan tafel
en de bedrijfsopvolging is daarbij een
regelmatig terugkerend thema. “Soms
is dat de reden voor het gesprek, maar
ook bij andere veranderingen, zoals
uitbreiding van het bedrijf, komt het
thema bedrijfsopvolging ter sprake.
De toekomst van het bedrijf heeft
Bedrijfsovername complex proces
‘ Zoektocht naar de beste strategie’
schakel in succes april 2014 9
immers invloed op de keuzes die ge-
maakt worden, en andersom. Eigenlijk
zijn agrarisch ondernemers altijd bezig
met de volgende generatie.”
eNqUêTe
“De overdracht is dan ook een bijna
continu proces”, vult ilse Matser aan.
“Bijna altijd zijn er meerdere generaties
bij het bedrijf betrokken en in zekere
zin blijft opvolging daarmee altijd een
thema. Of het nu gaat om de voorbe-
reiding op de daadwerkelijke overname, >
of de zoektocht naar de rol van de
verschillende generaties.” Matser is
lector Familiebedrijven aan Hogeschool
Windesheim en directeur van het
nederlandse Centrum voor het Familie-
bedrijf. in voorbereiding op de agrifirm
Jongerendag ondervroeg ze samen
met agrifirm in een online enquête
de jonge ondernemers die zich voor
de dag hadden aangemeld. 120 van
de 550 jongeren vulden de enquête in.
95 procent van hen heeft de intentie
om het ouderlijk bedrijf over te nemen.
“Een grote meerderheid noemt als
belangrijkste reden dat ze boer zijn
het mooiste vak vinden wat er is.
Een heel positieve reden dus.”
CoMPLex PRoCes
Tegelijkertijd is juist die passie één van
de redenen dat een bedrijfsoverdracht
een complex proces is, met veel ge-
voeligheden. “Het bedrijf gaat iedere
ondernemer aan het hart, daarnaast
zijn ze er voor hun inkomen van afhan-
kelijk en gaan wonen en werken vaak
bijna naadloos in elkaar over. Het is ook
niet altijd gemakkelijk om met familie
samen te werken. Om dat goed te laten
verlopen is het belangrijk om veel te
praten. niet alleen over praktische
zaken, maar ook over emoties. Dat
vinden veel mensen moeilijk”, legt
Matser uit. Matser en Van Houten zijn
het erover eens wanneer een bedrijfs-
overdracht binnen het gezin een succes
is: als er toekomstperspectief is voor de
onderneming, de ouders op een goede
manier van hun pensioen kunnen ge-
nieten en er sprake is van acceptatie en
harmonie binnen het hele gezin. Van
Houten: “als de partijen goed commu-
niceren en daar op tijd mee beginnen,
lukt dat gelukkig bijna altijd, maar het
is geen vanzelfsprekendheid.”
oVeRLeG
Dat blijkt ook uit het onderzoek.
Een derde van de jongeren geeft aan
dat ze het moeilijk vinden om over
de overname te praten en eenzelfde
percentage vindt zelfs dat het over-
nametraject tot nu toe niet geslaagd
is. “De emoties die bij een overname
komen kijken maken het altijd een
moeilijk traject, en in familiebedrijven
geldt dat nog meer”, stelt Matser.
“Je kent elkaar door en door en hebt
vaak aan een half woord genoeg. in de
dagelijkse praktijk is dat heel handig,
maar voor een soepele overname en,
niet te vergeten, een soepele samen-
werking voor en na de overname, is het
belangrijk om regelmatig aan tafel te
zitten om te overleggen.”
CoACH
Daar is een belangrijke rol voor de
ondernemerscoach weggelegd. “ik
ben geen onderdeel van het bedrijf
“ Eigenlijk zijn agrarisch ondernemers altijd bezig met de volgende generatie.”
schakel in succes april 201410
en van de familie”, legt Van Houten uit.
“Daardoor kan ik het proces van een af-
standje bezien en de emoties bespreek-
baar maken.” Veel ondernemers zien de
meerwaarde van een coach, ook als er
geen problemen zijn. Van Houten
wordt naar eigen zeggen meestal om
advies gevraagd omdat ondernemers
zich realiseren dat de bedrijfsopvolging
een kwetsbaar en complex traject is en
ze het belangrijk vinden om dit goed te
doen. Het gaat dan niet om problemen
oplossen, maar om een zoektocht naar
de beste strategie. Ruim de helft van
de klanten wordt naar de coach door-
verwezen via hun agrifirm specialist.
“Zij hebben nauw contact met de
onder nemer en voelen vaak goed aan of
er behoefte is aan een sparringpartner.”
BRoeRs eN ZUsseN
naast emoties, komen bij de coaching
feitelijke zaken op tafel. Van Houten:
“ik betrek meerdere partijen, zoals de
bank en de boekhouder, bij het proces
en praat over zaken als financierbaar-
heid, het opbouwen van vermogen
en het afdekken van risico’s. Er gebeurt
ontzettend veel op juridisch en fiscaal
gebied, dat kun je als ondernemer niet
allemaal zelf bijhouden.” Een belangrijk
gespreksonderwerp is bovendien de rol
van de overige gezinsleden, benadrukt
Van Houten. “Hoe zorg je ervoor dat
iedereen, ook de broers en zussen die
het bedrijf niet overnemen, een goed
gevoel aan de overdracht overhoudt
en dat niemand zich tekort gedaan
voelt? Het is belangrijk om daar over
te communiceren en goede afspraken
te maken.” Bij dertig procent van de
jongeren die de enquête invulden,
is bovendien sprake van meerdere
overnamekandidaten, wat het proces
nog ingewikkelder maakt.
PARTNeR
Behalve de positie van de broers en
zussen, benadrukt Matser de rol van
de partner van met name de opvolger.
“Hoewel bijna de helft van de partners
ook uit de agrarische sector afkomstig
is, blijkt uit de enquête dat zij niet vaak
aan tafel zitten bij financiële of zakelij-
ke beslissingen en weinig betrokken
worden bij het bedrijf. Dat terwijl de
boerderij onvermijdelijk veel impact
heeft op het leven van de partner en
Tien jaar geleden nam de toen 24 jaar oude andre Beerepoort uit Wijdenes
een moedige beslissing. Hij maakte een doorstart met het bloembollenbedrijf
van zijn vader en oom. “Of het op dat moment echt een weloverwogen keuze
was, weet ik eigenlijk niet”, vertelt andre. “Maar achteraf ben ik blij dat ik de
stap genomen heb”. Het bollenbedrijf van zijn vader en oom verkeerde in
zwaar weer. Overname door andre was de enige manier om het bedrijf een
toekomst te bieden. andre: “De doorstart is organisatorisch prima verlopen,
alleen op persoonlijk vlak was het wel eens moeilijk. Het was natuurlijk ook
een bijzondere situatie voor mijn vader en mijn oom.” Volgens andre spelen
emoties vaak een grote rol bij bedrijfsovernames. Vooral als het om familie
gaat. andre: “natuurlijk is het mooi als een bedrijf overgenomen kan worden
door de volgende generatie. Toch moeten jongeren vooral ook naar de markt
kijken en beoordelen of het bedrijf financieel toekomst heeft. Daar moeten ze
hun keuze op baseren.”
Het bedrijf van andre is in 10 jaar tijd uitgegroeid tot een succesvolle onder-
neming. Mét de hulp van zijn vader, want hij werkt nog steeds volop mee in
het bedrijf. andre: “Samen werken we er hard aan om het bedrijf nog succes-
voller te maken.” Om het bedrijf dan over 20 jaar over te dragen aan zijn eigen
kinderen? “nou dat zullen we dan wel zien”, lacht andre. “alleen als ze het zelf
willen. Ze zijn nu pas 8 en 4, dus dat duurt nog wel even.”
‘ Baseer overname op toekomstperspectief’
Andre Beerepoort>
schakel in succes april 2014 11
in augustus 2010 gaf Hans graveland (67) het stokje van zijn bedrijf over
aan zijn zoon Klaas (42) en schoondochter Ranate. Het rundveebedrijf telt
90 melkkoeien, 50 stuks jongvee en heeft 48 hectare grasland in gebruik.
Hans mag dan op papier geen eigenaar meer zijn van het bedrijf, in de praktijk
staat hij toch nog zeker zo’n 6 uur per dag tussen de koeien. Hans: “ik ben nog
steeds betrokken bij het bedrijf, alleen nu ben ik niet meer degene die alle
beslissingen neemt. ik heb nu meer een adviesrol: de ene keer volgt Klaas
mijn advies, de andere keer niet.” Moeite met deze nieuwe rolverdeling heeft
Hans niet. “Toen ik het bedrijf overnam van mijn vader, wilde ik ook mijn
eigen keuzes maken. ik weet hoe het werkt.”
De bedrijfsoverdracht verliep volgens Hans prima. Dat had volgens hem vooral
te maken met een goede planning en met heldere afspraken. “20 jaar geleden
kwam Klaas in het bedrijf. Mijn vrouw en ik hebben zo’n 12 jaar geleden een
ander huis betrokken en Klaas is op de boerderij gaan wonen. Toen hebben
we al een eerste stap naar de overname gezet . in 2010 zijn we met z’n allen
om tafel gaan zitten om de feitelijke overname te bespreken. Mijn vrouw en
ik, Klaas en onze drie dochters. Eigenlijk hebben we het toen in één avond
geregeld, samen met de accountant. Het gaat erom dat iedereen weet waar
hij aan toe is. Helder communiceren voorkomt gedoe achteraf.”
‘ Soepele overname door heldere afspraken’
hij/zij ook weer invloed heeft op de
familieverhoudingen.” Bovendien
ziet Matser een waardevolle rol voor
de partners weggelegd, juist omdat
zij minder met het bedrijf verweven
zijn. De meerderheid van de partners
heeft een baan buiten het bedrijf en
steeds vaker zijn ze hoogopgeleid.
“Zij kunnen juist een frisse blik op
het bedrijf werpen en dat kan heel
waardevol zijn. Zowel voor de bedrijfs-
voering, als voor het overnametraject.
Zie het maar als een soort Raad van
advies, het is niet voor niets dat veel
grote bedrijven daarmee werken.”
ADVies
Een ander advies dat Matser de op-
volgers wil meegeven, is om goed na
te denken over de toekomststrategie
van het bedrijf. “Waar liggen kansen
voor het bedrijf en wat past bij jezelf?
Wees niet bang om te veranderen.”
Ook Van Houten raadt jonge onder-
nemers aan te zorgen voor een bedrijf
dat bij ze past. “En wees trots op je
vak. Boer zijn is een heel mooi beroep.”
Juist dat maakt het voor de overdragers
vaak moeilijk om het bedrijf los te
laten. “Dat is ook heel normaal, dat
dat moeite kost”, vindt Matser. “Dat
is ook iets om goed over na te denken
voordat je als ondernemer het bedrijf
overdraagt: hoe ga je de betrokkenheid
bij het bedrijf vanaf nu invullen?”
Van Houten: “Vertrouw op de opvolger,
durf los te laten. geef hem of haar de
ruimte om het bedrijf te ontwikkelen
en te veranderen, ook al in aanloop
naar de overname. De opvolger wordt
boer, hij of zij moet verder met het
bedrijf.”
“ Het is belangrijk om veel met elkaar te praten en goede afspraken te maken.”
Hans Graveland
>
schakel in succes april 201412
Compleet weiden
Picto
Combi weiden
Compact weiden
Afzetpool in tweede jaar sojateelt
Eerste test succesvol verlopen
agrifirm plant informeert geïnteresseer-
de telers graag over de teelt en het ver-
wachte resultaat.
november tot en met mei. De soja
wordt verkocht aan de levens-
middelenindustrie en de veevoeder-
sector. De markt bepaalt de prijs.
Daarnaast wordt een extra premie
betaald voor niet-genetisch gemodifi-
ceerde soja bonen.
HooGwAARDiG KRACHTVoeR
Voor veehouders verkent agrifirm plant
de mogelijkheden om soja opnieuw
beschikbaar te maken als hoogwaardig
krachtvoer voor vee. Dit gebeurt dan na
bewerking bij een industriële partner.
Zo kunnen veehouders meer grond-
gebonden ondernemen; dat draagt bij
aan een meer gesloten kringloop.
Soja biedt mogelijkheden voor akker-
bouwers of veehouders met interesse
in de teelt van een nieuwe gewas.
Zij kunnen een rendement verwachten
dat vergelijkbaar is met zomertarwe of
gerst. Binnen het bouwplan geeft soja,
als extensieve vrucht, de grond rust.
inzaaien gebeurt eind april en de oogst
is aan het einde van de zomer.
soJA PooL
agrifirm plant begint in 2014 met
een soja pool. Bij de start van de teelt
tekenen de deelnemers hiervoor een
contract, met de voorwaarden voor
de afname van soja. afzet van soja
vindt plaats in de periode van
De eerste Agrifirm praktijktest met soja is succesvol afgerond. in 2013 werd
verspreid over Nederland soja geteeld, met goede resultaten. Daarom gaan veel
ondernemers nu soja testen op het eigen bedrijf. Agrifirm Plant ondersteunt met
teeltadvies en het opzetten van een soja pool.
AANMeLDeN
Voor de praktijktest met soja zoekt
agrifirm in 2014 telers die op een
akkerbouwmatige wijze soja gaan
verbouwen. Volgt u nieuwe ontwikke-
lingen op de voet? En heeft u interesse
om aan dit innovatieve project deel te
nemen? De specialisten van agrifirm
plant begeleiden u hier graag bij.
Meld u vóór 9 april 2014 aan bij uw
specialist of bel naar de afdeling
Verkoopondersteuning agrifirm plant
via (088) 488 12 10.
plant
> Specialist Gert Brommer tijdens de eerste praktijktest.
schakel in succes april 2014 13
De telers van duurzame brouwgerst
timmeren niet alleen qua productie
stevig aan de weg. Er worden regelma-
tig bijeenkomsten georganiseerd waar
betrokkenen en belangstellenden een
kijkje krijgen in de complete gerst-
mout-bier-keten. Door kennis te delen
groeit het draagvlak voor het telen,
verwerken en vermarkten van duur-
zame brouwgerst.
“Met ons voorkoopordersysteem weten
we grotendeels wanneer de telers welke
gewasbeschermingsmiddelen willen.
Door weersinvloeden kan het gewenste
aflevermoment wijzigen. We kunnen
daar flexibel op inspelen dankzij het
voorkoopordersysteem, onze drie
distributiecentra en de samenwerking
met Van den anker, een gespecialiseerde
logistieke dienstverlener.”
PRoFessioNALiseRiNG
“We leveren circa 10% van de gewas-
beschermingsmiddelen via onze distri-
butiecentra in Hoogezand, Langeweg
en Emmeloord.” Voor de overige 90%
LeReN KeNNeN
De ketenpartners leren van elkaar. Tijdens
werkbezoeken be spreken ze onder-
werpen als rassen keuze, ziektes en
bemestingsstrate gieën. Ook de verwerk-
baarheid van brouwgerst in de mouterij
en de invloed van het oogstproduct op
het eindresultaat zijn leerzame onder-
werpen. Zo leren de be trokkenen elkaar
kennen en oog krijgen voor elkaars
van de leveringen heeft agrifirm plant
een exclusief samenwerkingsverband
met Van den anker uit Son. Dit bedrijf is
toegespitst op de distributie van onder
andere gewasbeschermingsmiddelen.
“Van den anker investeerde voor ons
flink in een automatische ordersorteer-
machine. Dit systeem werkt secuur en
efficiënt.” Wanneer een teler met spoed
iets nodig heeft, maakt agrifirm plant
haar motto waar. “als het nodig is, leveren
we binnen drie uur overal in nederland.”
eMMeLooRD
Het distributiecentrum in Emmeloord
is onlangs gemoderniseerd en gepro-
omstandigheden in de keten. Een
mooie basis om samen te werken aan
thema’s als duurzaamheid en verbeteren
van rendement. Het project loopt van
oogst 2012 t/m oogst 2014. Het doel
is dat de keten opschaalt naar de ver-
werking van 10.000 ton duur zame
brouwgerst in 2014.
fessionaliseerd voor zowel uitgifte van
gewasbeschermingsmiddelen als voor
zaai zaden. “De vestiging Emmeloord is
nu compacter ingericht. Door de kortere
looplijnen kunnen medewerkers efficiën-
ter werken. goedkoper functioneren,
betekent in een coöperatie voordeel voor
de leden. Voor zaaizaden bijvoorbeeld
is de verwerkingscapaciteit nu zo inge-
richt dat we hoge pieken uitstekend
kunnen opvangen en in kort tijdsbestek
kunnen leveren ‘just in time’. Dit betekent
in praktijk dat er in de drukke periode
20 vrachtauto’s per dag de weg op
kunnen om klanten in het hele land
van zaai zaden te voorzien.”
Brouwgersttelers die werken volgens het Veld leeuwerik-programma
voor duurzame teelt liggen op koers. in het tweede jaar van het
ketenproject leverden zij 8000 ton duurzame gerst aan ketenpartners
Heineken, Holland Malt en Agrifirm Plant. Dit is goed voor zo’n
375.000 hectoliter bier.
Bij Agrifirm Plant speelt de logistiek van gewasbeschermingsmiddelen een belangrijke
rol. “ons motto is: efficiënt als het kan, spoed als het moet”, vertelt Vincent Roelofs,
manager vestigingen en logistiek.
Keten duurzame brouwgerst ligt op koers
Snelle en efficiënte levering
Telersbijeenkomst bij Holland Malt. >
schakel in succes april 20141414
Veiligheid gewas beschermings -middelen staat voorop
van rendement door kennis en het ver-
beteren van veiligheid en duurzaamheid.”
BRUGFUNCTie
Cebeco agrochemie is een inkoop-
kennis-organisatie, die de brug vormt
tussen leveranciers en de twee coöpe-
raties die aandeelhouder zijn van
Cebeco agrochemie, waarvan agrifirm
plant er een is. “Cebeco agrochemie
heeft één landelijke dekking, wat ons
aantrekkelijk maakt voor leveranciers.
in nederland worden veel aardappels
en uien geteeld, maar wereldwijd zijn
dit kleine gewassen. Ontwikkeling van
middelen vraagt hoge investeringen.
producenten wegen de kosten en baten
tegen elkaar af. Voor de kleine gewassen
“Onze teeltspecialisten weten goed
wat er speelt, doordat ze continu in
gesprek zijn met telers uit alle sectoren.
De telers krijgen gedegen advies en
omgekeerd is de informatie van de
teeltspecialisten van grote waarde voor
agrifirm plant en Cebeco agrochemie”,
legt Venhuizen uit. “informatie uit de
markt kan verder onderzoek naar de
meest optimale inzet van een gewas-
beschermingsmiddel wenselijk maken.
Op diverse proefvelden in nederland
testen en onderzoeken we bijvoorbeeld
hoe een gewas reageert op bescher-
mingsmiddelen, hoe we het residu in
het geoogste product kunnen verlagen
of waarmee we het rendement kunnen
verhogen. alles draait om vermeerderen
zijn de baten veel lager, waardoor de
interesse voor deze voor nederland
essentiële gewassen soms beperkt is.
Wij overleggen intensief om ook hier-
voor een voldoende breed en effectief
middelenpakket te behouden”, legt
Zwemer uit.
VeiLiGHeiD iN DRUKBeVoLKT NeDeRLAND
in nederland geldt strenge wetgeving
op het gebied van gewasbeschermings-
middelen. Zwemer vertelt hierover:
“nederland is een dichtbevolkt, water-
rijk en intensief telend land. Veiligheid
en volksgezondheid spelen daarom
een grote rol. na de ontdekking van
een werkzame stof volgt een jarenlang
proces van onderzoek om het juiste
en voor de praktijk toepasbare product
te ontwikkelen.” Venhuizen vult aan:
“De kennis van onze teeltspecialisten
draagt daar aan bij. na uitgebreide
toetsing wordt het gewasbescher-
mingsmiddel geregistreerd en toe-
gelaten. Bij juist gebruik van het middel
is veiligheid voor de consument en het
milieu gegarandeerd.”
plant
“wij hechten er aan om een goed breed middelenpakket beschikbaar te hebben”,
zegt Rinus Zwemer, directeur van Cebeco Agrochemie. Aaldrik Venhuizen, manager
Research & Development van Agrifirm Plant voegt toe: “Cebeco Agro chemie en
Agrifirm Plant streven samen naar veiligheid en duurzaamheid en het beste
resultaat voor onze telers.”
‘ Bij juist gebruik is veiligheid voor de consument gegarandeerd.’
Rinus Zwemer
Directeur Cebeco
agrochemie
Aaldrik Venhuizen
Manager Research
& Development
agrifirm plant
schakel in succes april 2014 15
feed
‘ Ondernemen in een glazen huis’
Communicatie belangrijk in bollenteelt
andere manier van onder scheiding in
de bollensector.”
PosiTieF NieUws
Kuper bevestigt dat communicatie
belangrijk is om meer begrip te krijgen
voor de bollensector. “Social media kan
ook voor deze sector een medium zijn
om positief in het nieuws te komen.”
Van der Heijden: “Dat begint wel met
duurzaam en veilig ondernemen. Ook
de agrifirm plant specialist kan hierin
een rol spelen. Bijvoorbeeld door sa-
men de kwaliteit van de verschillende
percelen in kaart te brengen. Met de
Veris Scan, een apparaat dat kaarten
maakt van onder andere de variatie
van pH en organische stof in de bo-
dem. agrifirm plant verwerkt dit tot
taakkaarten en daarmee kunnen we
nog plaats specifieker bemesten en
plaagbescherming toepassen. Dat kan
ons minder middelafhankelijk maken.
Dat is belangrijk, want we ondernemen
momenteel in een glazen huis.”
minimaal hetzelfde resultaat te halen.
Dit houdt in, dat er op onregelmatige
tijden een bespuiting wordt uitgevoerd.
Dit kan voor de omgeving de indruk ge-
ven dat er veel gespoten wordt, maar in
totaal wordt er minder middel gebruikt.
HART VooR oMGeViNG
“als telers begrijpen we dat omwonen-
den meer openheid willen. Door te
communiceren willen we duidelijk
maken waarom we bepaalde dingen
doen”, legt Van der Heijden uit. Om die
reden is er een gedragscode opgesteld
met tien belangrijke punten. “We zijn
een branche met hart voor het milieu
en voor onze omwonenden. in een
opleidingstraject onder leiding van een
communicatiespecialist, leren we dit
beter uit te dragen. Het zou in de toe-
komst kunnen leiden tot een label of
“Omwonenden vrezen voor hun ge-
zondheid. Met goede communicatie
kunnen we die ongerustheid weg-
nemen”, stelt Van der Heijden.
Hij teelt op zijn bedrijf in Vledder (Dr.)
op een oppervlakte van 40 hectare
voornamelijk lelies.
iMAGo
“Voor een hoge effectiviteit van spuiten,
werken telers met een uitgekiend spuit-
schema”, vertelt Hans Kuper, teamleider
Bloembollen bij agrifirm plant. De ver-
schillende middelen kennen een eigen
ideaal spuitmoment en worden volgens
een schema toegepast. Middelen die
onkruiden bestrijden werken bijvoorbeeld
vaak beter wanneer er nog geen of dunne
waslaag op het onkruid aanwezig is.
Dit geeft de mogelijkheid om bij
het spuiten met minder actieve stof
er is een discussie over het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen in de
bollen sector. Volgens bloembollen kweker Hans van der Heijden is communicatie
en dialoog essentieel.
< Hans van der Heijden (r) in gesprek met Hans Kuper.
plant
schakel in succes april 201416
Compleet weiden
Picto
Combi weiden
Compact weiden
‘ Actualiseren van kennis voor beter advies’
nieuw onderzoek asperges
tenveld in Rolde.” De veldjes in Rolde wor-
den volledig bemest, maar op verschillende
stroken worden al 60 jaar bepaalde ele-
menten zoals borium, koper, magne sium,
fosfaat, kali, stikstof en kalk weg gelaten.
“Deze proef geeft inzichten die nodig zijn
om asperges optimaal te kunnen blijven
telen. precisie bemesten is bijvoorbeeld
een mogelijke optie. Maar dan moet je aan
de plant kunnen zien en/of meten aan
welke elementen het gewas een gebrek
heeft. Bij asperges is dat vaak gissen.”
MoNiToRiNGssysTeeM
“Het ontwikkelen van een monitorings-
systeem behoort daarom ook tot de proef.
Door de planten nauwgezet te volgen zien
we hoe een bepaald elementengebrek op-
tisch zichtbaar wordt en welk effect dit
oPBReNGsT eN KwALiTeiT
“We willen aspergetelers nog beter
kunnen adviseren over de teelt van
kwantitatief en kwalitatief betere as-
perges”, vertelt Rolf van Dijck, specialist
akkerbouw en vollegrondsgroenten bij
agrifirm plant. “Om dit voor elkaar te
krijgen is meer kennis nodig over het
effect van bepaalde elementen op het
gewas en daarvoor gaan we twee jaar
lang asperges telen op het gebreksziek-
Een aspergeperceel gaat in de meeste
gevallen ruim tien jaar mee. De effec-
ten van nieuwe rassen of van een aan-
gepaste bemesting of mineralengift
zijn daardoor pas na vele jaren terug
te zien. De huidige teeltadviezen zijn
daarnaast gebaseerd op ruim 50 jaar
oude publicaties van onder andere
Wageningen UR. in de tussentijd is er
geen bemestingsonderzoek gedaan
en zijn adviezen niet aangepast.
op het gebreksziektenproefveld in Rolde (Dr.) voeren Agrifirm
Plant en veredelingsbedrijf Limgroup uit Horst aan de Maas
de komende twee jaar gezamenlijk onderzoek uit in asperges.
De resultaten van het onderzoek moeten leiden tot gerichtere
en betere bemestingsadviezen.
< Piet Beurskens van Limgroup (r) met Agrifirm Plant specialist Rolf van Dijck.
plant
schakel in succes april 2014 17
heeft op de groei”, legt piet Beurskens,
Sales Manager bij Limgroup, uit.
agrifirm plant zoekt bewust de samen-
werking met het Limburgse bedrijf,
dat wereldwijd een vooraanstaande
positie heeft in de ontwikkeling en
verkoop van (nieuwe) aspergerassen.
Enkele bekende rassen zijn onder
andere ‘Backlim’en ‘grolim’.
FiNANCieeL ResULTAAT
Van Dijck besluit: “Door middel van
dit onderzoek gaan we gebreken sneller
herkennen en onderscheiden en geven
we de teler handvatten om gericht
te bemesten. Uiteindelijk moet dit
resulteren in een langere levensduur,
hogere productie, betere kwaliteit en
dus een beter financieel resultaat.”
De laatste jaren neemt de wildschade enorm toe. Agrifirm Plant levert diverse
producten ter bescherming van het gewas en voor het verjagen van zowel vogels
als wild.
De ervaring leert dat het afwisselen van producten het meeste effect heeft. De
dieren worden daardoor in verwarring gebracht en blijven voor langere tijd weg.
Een knalapparaat, konijnennetten, geluidssystemen en diverse vliegers zijn leverbaar.
Speciaal voor het verjagen van ganzen en spreeuwen heeft agrifirm plant een
laserpen in het assortiment.
LAseRPeN
Schiphol werkt al vijf jaar met de laserpen. Deze groene laserbundel werkt goed tot een
daglichtsterkte van 15.000 lux. in het donker heeft de bundel een bereik van meer
dan 2.000 meter en kan daardoor vogels op grote afstand ver jagen. De dieren ervaren
de laserbundel als slaan met een stok en vluchten altijd direct wanneer zij de laserbun-
del zien. Bij regelmatig gebruik beschouwen de vogels het perceel als onveilig gebied.
De producten zijn te bestellen via Mijn Agrifirm Plant of vraag ernaar bij uw specialist.
De teelt van groenbemesters zorgt voor een goede structuur en een vruchtbare
bodem voor uw bloem bollenteelt. De juiste groenbemester legt de basis voor de
teelt van een gezonde bol.
Het gebruik van gecertificeerd zaaizaad is belangrijk, want dit zaad garandeert resis-
tenties tegen ziekten en plagen. Bovendien is het gebruik van niet-gecertificeerd
zaaizaad in nederland verboden.
wAT wANNeeR KieZeN?
Kies bij een risico op aantasting door Melodoigyne Chitwoodi of tabaks ratelvirus voor
een multiresistente bladrammenas. Uit onderzoek blijkt dat het bladrammenas ras
‘Contra’ meestal de hoogste reducties geeft van het Chitwoodi aaltje. Bovendien
is ‘Contra’ een van de weinige rassen die ook resistent is tegen Melodoigyne Hapla.
Bij een risico op aantasting door pratylenchus penetrans kan het beste wordengekozen
voor Japanse haver. Een mogelijk nadeel is dat Japanse haver een waardplant lijkt
te zijn voor het plamV virus. Daarom vermeerdert agrifirm plant haar zaaizaad van
de Japanse haver - ras ‘pratex’ - in regio’s waar geen plamV vectordruk aan wezig is.
Heeft u vragen over de juiste keuze van groenbemester of wilt u graag aaltjesadvies?
Neem dan contact op met uw specialist.
< Piet Beurskens van Limgroup (r) met Agrifirm Plant specialist Rolf van Dijck.
Bescherm gewas tegen wildschade
groenbemesters basis voor gezonde bollenteelt
plant
schakel in succes april 201418
De keus om naar buiten te gaan, laat
Druif over aan zijn koeien. “in het wei-
deseizoen zetten we de staldeuren
open en via de weidebox kunnen de
dieren naar buiten,” vertelt de veehou-
der. “Weiden komt het beenwerk en de
klauwgezondheid van de koeien ten
goede. Voor ons meer werk, maar dat
betaalt zich terug in het plezier dat we
er aan hebben als de koeien buiten
lopen.” Met twee robots laat de bezet-
ting van ruim 90 koeien het ook toe om
te weiden. Toch ziet hij ook knelpunten.
“Je bent in grote mate afhankelijk van
het weer en ook de bemesting van het
land is een aandachtspunt.”
BeMesTiNG
De beweidingspercelen worden als
eerste bemest. De veehouder wint
advies over bemesting in bij Herman
Marsman, specialist Rundveehouderij
bij agrifirm Feed. Druif: “Voorheen ge-
bruikte ik op al mijn percelen dezelfde
kunstmest. ik denk er nu over om voor
de te beweiden percelen een andere
verhouding te gebruiken, met meer
ammonium en minder nitraat.” Mars-
man legt uit: “ammonium wordt heel
langzaam in nitraat omgezet. Vervol-
gens neemt de grasplant het gevormde
nitraat geleidelijk op. Hierdoor is de kans
op uitspoeling kleiner en is het veiliger
en gezonder voor het te weiden vee.”
sMAKeLiJKHeiD
De smakelijkheid van het gras is
volgens Druif de succesfactor om
weidegang te laten slagen. Hij doet er
Arnold Druif is overtuigd beweider. samen met zijn vrouw en vader runt hij een melkveebedrijf in
het Noord-Hollandse Midwoud. “weidegang is altijd onderdeel van onze bedrijfs voering geweest
en dat wil ik graag zo houden.” De komst van de melkrobot op zijn bedrijf weerhoudt
hem er dan ook niet van zijn koeien te blijven weiden.
‘ Smakelijk gras is succesfactor’
Beweiden in combinatie met melkrobot
‘ Weiden is goed voor het beenwerk en de klauwgezondheid.’
feed
schakel in succes april 2014 19
Arnold Druif (r) met specialist Herman Marsman.
alles aan om zijn gras zo smakelijk
mogelijk te houden. “Tijdig inscharen
om groeitrappen te krijgen is de uit -
daging. Dit betekent dat de koeien in
het voorjaar niet te laat naar buiten
moeten”, vertelt Druif. Daarnaast ziet
hij het moment van maaien als
belangrijk onderdeel. “Dit doen we
ten dienste van het beweiden. Dat
betekent bijvoorbeeld dat we grasbos-
sen met de grasmaaier maaien en niet
met de weilandbloter. Hoe weinig het
ook is, het gemaaide gras harken we
bij elkaar om er vervolgens één of twee
balen van te laten maken. Zo houden
we het grasland zo schoon en smakelijk
mogelijk.”
GeLeiDeLiJKe oVeRGANG
Tot slot vindt Druif geleidelijke over-
gangen belangrijk. “Dat begint al bij het
weiden van het jongvee. De drachtige
dieren doen we dag en nacht naar bui-
ten. Zo leren ze te weiden voordat ze
in het melkgevende koppel komen.”
Verder doelt Druif met de geleidelijke
overgang op het rantsoen. “De koeien
halen een groot deel van het rantsoen
op stal. Er moet dus niet alleen smake-
lijk gras in de wei zijn, maar ook kwali-
tatief goed voer voor het voerhek lig-
gen. Zo houden we onze koeien gezond.
En gezonde koeien geven goed melk.”
BeDRiJFsGeGeVeNs
Firma A. en s. Druif
oMVANG
97 melkkoeien, 60 stuks jongvee,
56 ha grond, waarvan 22 ha huis-
perceel voor weidegang.
305-DAGeNPRoDUCTie
9.200 kg, 4,46% vet en 3,45% eiwit
in de praktijk kan er een groot verschil zijn tussen het berekende en het
verteerde rantsoen, waardoor het optimale resultaat niet wordt behaald.
De specialist Vleesveehouderij van agrifirm zet gRip in om dit verschil te
beperken. Met als resultaat een gezonde pens, vitale kalveren en meer
rendement.
oNDeRsTeUNiNG BiJ ieDeRe sTAP
Voor elk van de 5 stappen van het rantsoen heeft agrifirm Feed kennis en
hulpmiddelen beschikbaar. Onder andere de volgende hulpmiddelen dragen
bij aan een betere pensgezondheid en dus een hogere groei.
> rantsoenberekening met BufferZuurBalans
> laadlijsten
> schudbox
> mestzeef
Kijk voor meer informatie op www.agrifirm.com/grip
nieuw concept voor vleesvee: gRip
Berekend rantsoen
geladen rantsoen
gevoerde rantsoen
Opgenomen rantsoen
Verteerde rantsoen
1 2 3 4 5
> feed
Groei, Rantsoen, inzicht en Pens. Dat staat centraal in het nieuwe vlees-
veeconcept GRiP. Het rantsoen bestaat uit vijf stappen.
schakel in succes april 201420
De koppels in de vleesvarkenshokken
zijn nagenoeg allemaal broers en
zussen. De tomen blijven bij elkaar
vanaf de eerste week in het kraamhok
tot aan het eind. Ook al zijn de groepen
niet allemaal even groot, er wordt na
de eerste week niet meer overgelegd,
vertelt varkenshouder antoon Schou-
ten. “We willen zo weinig mogelijk
mengen. De eerste 24 uur doen we
dat sowieso niet, want de biggen
moeten biest van hun eigen moeder
hebben gehad. alleen als een toom
te groot is voor één zeug, leggen we
biggen over naar een andere toom.”
Het is een maatregel om de gezond-
heid van de varkens te verbeteren en
het antibioticagebruik te verminderen.
“Mengen van dieren veroorzaakt stress
en risico’s op het overdragen van ziek-
tekiemen van het ene koppel op de
andere”, legt de varkenshouder uit.
GesLoTeN BeDRiJF
antoon Schouten heeft samen met
zijn vrouw Wilma een gesloten bedrijf
met akkerbouw (om CCM te verbouwen)
in Schijndel (noord-Brabant). Hun var-
kensstapel bestaat uit 300 zeugen en
2.500 vleesvarkens. Het bedrijf is
volledig gesloten, ze fokken hun eigen
zeugen en de biggen blijven op dit
bedrijf tot ze worden afgeleverd als
vleesvarken.
PRoJeCT ANTiBioTiCAGeBRUiK
Schouten werkt met een strak toom-
management sinds hij heeft mee-
gedaan aan een project voor verlaging
van antibioticagebruik. Dat was op
initiatief van Keten Duurzaam Varkens-
vlees (KDV), de afzetorganisatie waarbij
hij aangesloten is. in dit project is ook
gekeken naar andere maatregelen, op
gebied van klimaat, voeding en drink-
water. Het bij elkaar houden van de to-
men past goed op dit bedrijf. Schouten
heeft kraamopfokhokken. na het spe-
nen wordt de zeug verplaatst en blijven
de biggen in het kraamopfokhok.
sPeeNDiP KLeiNeR
Specialist Varkenshouderij Jan van acht
van agrifirm ziet ook voordelen in de
voeding. “De speendip is veel kleiner,
omdat er minder stressfactoren zijn
rond het spenen. De zeug en de melk
vallen weg, maar voor de rest blijft al-
les hetzelfde voor de biggen: de omge-
Arbeidsefficiëntie en een zeer laag antibioticagebruik kunnen
prima samen gaan. Dat blijkt uit de ervaringen van varkens-
houder Antoon schouten in schijndel. “Alleen al omdat het
je werk een stuk leuker maakt, is het de investering waard.”
Minder stress en nauwelijks antibiotica
Strak toommanagement
feed
schakel in succes april 2014 21
< Antoon Schouten (r) en Jan van Acht in een kraamopfokafdeling.
goed mogelijk te benutten. Zo hanteert
antoon een tweeweken-systeem. Hij
insemineert eens in de 14 dagen, in
plaats van elke week.
sPRiNGLeVeND
De maatregelen om het antibiotica-
gebruik te verminderen hebben op dit
bedrijf een spectaculair effect gehad.
De dierdagdosering is gedaald tot 0,2
voor de vleesvarkens. Bij de zeugen tot
minder dan 2. “Dat wil niet zeggen dat
we helemaal geen gezondheidskosten
meer hebben”, relativeert Schouten.
“We voeren bij voorbeeld wel een extra
enting uit.” Jan van acht ziet ook voor-
delen in de voerbenutting en de kwali-
teit. “als een dier ziek is geweest, zie je
een dip in de groei. Die wordt later wel
gecompenseerd, maar het gaat altijd ten
koste van de voeder conversie en de clas-
sificatie.” Voor de varkenshouder is het
duidelijk dat investeren in vermindering
van antibiotica loont. “alleen al omdat
het je werk een stuk leuker maakt.
antibiotica gebruik je als er gezond-
heidsproblemen zijn. als alles spring-
levend is, loop je toch met veel meer
plezier door het hok!”
Meer weten over het bedrijf van
Antoon Schouten? Kijk dan op
www.varkenshouderijschouten.nl
in de voeding van de biggen op het bedrijf van Schouten spelen air Line®-voeders een
belangrijke rol: air Line® Speen, air Line® [2.0] Big en – aan het einde van de opfok
air Line® [2.0] Start. Deze voeders hebben een hoge energiewaarde en bevatten de
juiste aminozuurverhoudingen. Door het gebruik van deze geconcentreerde voeders
hebben de biggen gedurende de opfok relatief weinig voer nodig. (25,7 kg, voor
een big van 25 kg).
Wanneer de biggen worden verplaatst naar de vleesvarkensstal worden alle biggen
gewogen om ze ook hier op timaal te kunnen voeren. De vlees varkens krijgen brijvoer.
in een hoogenergetisch rantsoen verwerkt hij enkelvoudige grondstoffen als tarwe
en soja, een eiwitrijk bijproduct (tarwegistconcentraat), energierijke bijproducten
(Bondamix en Bivamix) en aardappelstoomschillen. Ook bevat de brij een voor-
mengsel van tarwe zetmeel en CCM. in de rantsoen optimalisatie wordt tevens
rekening gehouden met de stabiliteit van de brij (Solide index).
Resultaten
Gespeende biggen
> leeftijd in dagen bij opleg 64
> gemiddelde levensgroei / dag 368
> kg voerverbruik bij 25kg 25,7
Vleesvarkens (beren en gelten)
> uitval 1,1%
> gemiddelde groei / dag 820
> spierdikte 64,9
> spekdikte 13,4
> voerconversie 2,33
air Line® voor de biggen, brijvoer voor varkens
ving, de voerbak en hun toomgenoten.”
Het systeem is relatief duur, omdat een
bedrijf meer kostbare kraamhokken
nodig heeft. “We hebben puur vanwege
de arbeid hiervoor gekozen. Je hebt
minder verplaatsingen en je hoeft minder
vaak hokken schoon te maken”, aldus
Schouten. “We zijn met z’n tweeën, we
moeten het zo efficiënt mogelijk doen.”
Schouten heeft in zijn bedrijfsvoering
meer keuzes gemaakt om de arbeid zo
feed
schakel in succes april 201422
“Mijn ouders hebben altijd van agrifirm
gevoerd en tot drie koppels terug heb-
ben we dat zo gehouden. Toen zijn we
overgeschakeld naar een andere voer-
leverancier, maar het eiwitgehalte in
het voer was hoog en ook kregen we te
maken met darmontstekingen”, vertelt
Reefman. “Op een gegeven moment
kwam ik een filmpje van de gezond-
heidsdienst voor dieren tegen over
VigOR. na verder geïnformeerd te
hebben, besloten we terug te gaan
naar agrifirm.”
LAGeRe VoeRoPNAMe
“We hebben het koppel opgestart met
legstart en vervolgens VigOR toege-
voegd aan het kernvoer”, legt Reefman
uit. Sindsdien ziet hij duidelijke verschil-
len met voorgaande koppels. “Dit koppel
neemt, bij betere resultaten, gemiddeld
118 gram voer per dag op, terwijl we
eerder op 122 gram zaten. De kippen
doen het super en het scheelt gewoon-
weg voerkosten.” Herman Timmerman,
specialist Legpluimveehouderij bij
agrifirm Feed: “De lagere voeder-
conversie geeft het positieve effect
op de vertering aan, wat ook uit onder-
zoeksresultaten naar voren is gekomen.
De verteerbaarheid van eiwitten en
vetten is hoger dan bij standaardvoer.”
GeZoNDe DARMeN
goede vertering en gezonde darmen
gaan hand in hand. “We hebben één
keer een koppel gehad met chronische
darmontsteking, dat willen we niet
weer”, aldus Reefman. “De resultaten
die ons met VigOR zijn beloofd, zien
we nu gelukkig ook in onze eigen stal
terug.” De goede darmgezondheid zorgt
voor een sterke kip. Maar ook wat be-
treft de mest ziet Reefman duidelijk
verschil. “Het is nu stapelbaar”, lacht hij.
“Voorheen hadden we vanwege de lage
Pluimveehouders Bertus en Henriëtte
Reefman runnen in Bruchterveld (ov.)
een legpluimveebedrijf met 20.000
Lohmann Brown hennen. De introductie
van ViGoR was voor hen reden om
opnieuw van Agrifirm Feed te gaan
voeren.
kwaliteit nog wel eens afzetproblemen
met de mest. nu hebben we juist lagere
afvoerkosten.”
VeRwACHTiNGeN UiTGeKoMeN
Op de vraag of hij volgend koppel weer
VigOR gaat voeren, heeft Reefman geen
bedenktijd nodig. “Ja, onze verwachtin-
gen zijn uitgekomen. Hoewel we ons
realiseren dat het technisch resultaat
niet alleen afhankelijk is van het voer,
heeft het voor ons heel goed uitgepakt.
Het voer mag dan misschien iets duur-
der zijn, maar met een sterke hen, lagere
voeropname en betere kwaliteit mest
verdienen we dat snel terug.”
< Bertus en Henriëtte Reefman.
BeDRiJFsGeGeVeNs
Bertus & Henriëtte Reefman
Leeftijd hennen: 74 weken
aantal eieren p.o.h.: 342
Uitval legperiode: 2,8%
Voederconversie: 2,19
‘ We zien het beloofde effect terug in de stal’
Betere vertering met VigOR
feed
schakel in succes april 2014 23
Uitgangspunt van Line-Up is het ver-
schillende groeipatroon van hennen en
hanen in de vleeskuikenstal. “De stan-
daard voeders zijn afgestemd op de
behoefte van hanen, waardoor hennen
de nutriënten niet optimaal benutten”,
legt verkoopleider andré Denekamp uit.
“Met Line-Up worden hennen en hanen
in dezelfde stal gescheiden gehuisvest
en gevoerd. Daardoor kan met hennen-
en hanenvoeders worden gewerkt.”
HeT CoNCePT
Een oplierbare afzetting deelt de stal in
tweeën. De kuikens worden gesekst en
gescheiden opgezet. in de eerste weken
krijgen de hennen en hanen hetzelfde
voer, daarna worden twee verschillende
voersoorten en voerregimes toegepast.
Denekamp: “De kuikens worden in drie
keer afgeleverd, waardoor drie keer naar
de maximale bezettingsgraad wordt
toegewerkt. De hanen blijven tot het
einde van de ronde in de stal. De hennen
worden op twee momenten tussentijds
afgeleverd.” Op 35 dagen wordt een der-
de van de hennen af geleverd op 1.800
gram, op 39 dagen de overige hennen
op 2.100 gram. Daarna krijgen de hanen
de beschikking over de hele stal om door
te groeien tot ruim 3 kilo op 45 dagen.
“Hierdoor is de stalbezetting optimaal
en kunnen we de hogere groeipotentie
en voer efficiëntie van de hanen optimaal
benutten.”
VooRDeLeN
Door de inzet van een speciaal hennen-
voer is de nutriëntenbenutting beter
en is een lagere water/voerverhouding
mogelijk. Dit zorgt samen voor droger
strooisel, waardoor minder voetzool-
laesies voorkomen. Dit is beter voor het
welzijn en de gezondheid. Daarnaast
zorgt gescheiden voeren voor unifor-
mere kuikens en efficiëntere groei.
“in combinatie met de optimale stal-
bezetting levert dat een beter rende-
ment op. Bij een bedrijfsomvang
van 5.000 m2 kan het saldovoordeel
oplopen tot €4 per m2”, rekent Denekamp
uit. “Bij deze bedrijfsomvang is de
investering in de afscheiding en het
gescheiden voersysteem in minder
dan twee jaar terug te verdienen.”
VeeL BeLANGsTeLLiNG
Line-Up is ontwikkeld door het agrifirm
innovation Center in samenwerking
met agrifirm Feed en uitgebreid getest
Beter resultaat met scheiden hennen en hanen
op researchfarm Laverdonk en enkele
praktijkbedrijven. “Drie bedrijven heb-
ben nu anderhalf jaar ervaring met het
concept, één bedrijf al meer dan drie
jaar”, vertelt Denekamp. “Zij zijn erg
enthousiast. Over de hogere efficiëntie,
maar ook over het werkplezier. Ze vin-
den het geweldig om met de mooie,
grote hanen te werken.” Het concept
is geïntroduceerd tijdens de agrifirm
Ledendagen en de LiV Venray. “Er is
veel belangstelling, zowel vanuit de
media als vanuit de sector. Meerdere
vlees kuikenhouders hebben serieus
interesse in het systeem.”
Hennen en hanen hebben verschillende voerbehoeftes. Agrifirm
speelt hier als eerste op in met het concept Line-Up, waarbij hennen en hanen
gescheiden worden gehuisvest in dezelfde stal. Dit zorgt voor gezondere en
uniformere kuikens, minder voet zoolproblemen en een hoger rendement.
< Bertus en Henriëtte Reefman.
> LineUp werd gelanceerd tijdens de LIV Venray.
Line-Up uniek vleespluim vee concept
feed
schakel in succes is het relatiemagazine van agrifirm en verschijnt 6 keer per jaar. Redactie afdeling Communicatie agrifirm ([email protected]) Fotografie Marcel Bekken, albert Brunsting, Fotostudio Wick natzijl, Ronald van den Heerik, iStockphoto, Marnix Klooster, Wim Roefs, Van assendelft Fotografie en agrifirm Concept en realisatie JEEn bureau voor communicatie Drukwerk Ten Brink, Meppel
issN 2211-5811
colofon
Samenspel Luuk Bouwers heeft 1.220 vleesvarkens en een akkerbouwbedrijf met 100 ha grond. in 2001 liet hij een nieuwe stal bouwen voor
scharrelvarkens. omdat de afzet van de scharrelvarkens stagneerde, besloot hij na een aantal jaar over te stappen op reguliere
varkenshouderij. Gangbare varkens houden in een scharrelschuur viel niet mee, daarom vielen de technische resultaten tegen.
sinds 2001 werkt Bouwers aan het optimaliseren van de stal. De stijgende lijn werd versterkt voortgezet toen specialist Marcel Plijner
4 jaar geleden op het bedrijf kwam. De biggenaankoop, het gebouw, het ventilatiesysteem en de voerkeuze: alles werd aangepast.
ook stapte Bouwers over op het Good Farming star concept. inmiddels liggen de technische resultaten op het gemiddelde landelijke
niveau. Het volgende gezamenlijke project: de voerschema’s optimaliseren zodat de resultaten binnenkort boven het landelijk
gemiddelde liggen.
“Luuk is een echte doorzetter die zijn bedrijf constant spiegelt aan andere bedrijven in de sector. Dat is goed,
want dat houdt ons beiden scherp.”
Marcel Plijner, specialist Varkenshouderij Agrifirm Feed
“ Marcel is enorm fanatiek in het analyseren van cijfers. Zijn uitgebreide analyses zijn erg waardevol voor ons bedrijf.”
Luuk Bouwers
varkenshouder en akkerbouwer in Zuidwolde