Rekenen · oelenboekje rekenen 4 Pagina 3 Getalbegrip Eiland Dorp Leerdoel Herkennen van...
Transcript of Rekenen · oelenboekje rekenen 4 Pagina 3 Getalbegrip Eiland Dorp Leerdoel Herkennen van...
www.gynzy.com
RekenenWerelden - Eilanden - Dorpen
4
Naam: _________________
Mijn doelenboekje
Doelenboekje rekenen 4 Pagina 2
Inhoud & Legenda
In dit doelenboekje zijn de volgende Werelden te vinden:
● Getalbegrip ................................................................................................................................................3
● Optellen & Aftrekken ...............................................................................................................................7
● Vermenigvuldigen & Delen ..................................................................................................................16
● Geld ...........................................................................................................................................................19
● Tijd & Datum ............................................................................................................................................21
● Meetkunde ...............................................................................................................................................27
● Meten ........................................................................................................................................................29
● Procenten, Breuken & Verhoudingen ...............................................................................................32
● Tabellen, Grafieken & Getallenreeksen ............................................................................................33
De Gynzy doelenboekjes zijn ontwikkeld in samenwerking met meester Eric van der Veeken van ABS Comenius (Den Helder). Versie: 18 maart 2019
Legenda Betekenis referentieniveaus
: Referentieniveau : Basisniveau (fundamenteel niveau)
: Startscore : Streefniveau
: Gesteld doel : Excellent niveau (extra uitdaging)
: Doel behaald
a : Leerdoel van dit jaar
a : Leerdoel waar je volgend jaar mee verder kunt
Ik kan ... : Vaardigheids-/oefendoel
Ik weet ... : Kennis/begripsdoel
Ik ken ... : Automatiseerdoel
Doelenboekje rekenen 4 Pagina 3
Getalbegrip
Eiland Dorp Leerdoel
Herkennen van hoeveelheden
r Ik kan de ronde getallen t/m 100 herkennen op de kralenketting.
s Ik kan de getallen t/m 100 herkennen op de kralenketting.
Eiland Dorp Leerdoel
Kennen van de betekenis van getallen
c Ik kan de betekenis van getallen uitleggen in verschillende situaties.
d Ik weet wat de betekenis van een dozijn is.
Eiland Dorp Leerdoel
Kennen van getallen
i Ik kan de getallen t/m 100 herkennen en noteren in uitgesproken en geschreven vorm.
Eiland Dorp Leerdoel
Tellen van hoeveelheden
s Ik kan tot en met 100 voorwerpen in groepjes van 10 tellen.
t Ik kan tot en met 100 voorwerpen in groepjes tellen.
u Ik kan tot en met 100 voorwerpen tellen.
Doelenboekje rekenen 4 Pagina 4
Eiland Dorp Leerdoel
Tellen t/m 100
a Ik kan heen- en terugtellen t/m 100 met sprongen van 10 vanaf tienvouden.
b Ik kan heen- en terugtellen t/m 100 met sprongen van 5 vanaf tienvouden en vijfvouden.
c Ik kan heen- en terugtellen t/m 100 door het tiental.
d Ik kan heentellen t/m 100 vanaf willekeurige getallen.
e Ik kan terugtellen t/m 100 vanaf willekeurige getallen.
f Ik kan heen- en terugtellen t/m 100 vanaf willekeurige getallen.
g Ik kan heen- en terugtellen t/m 100 met sprongen van 2 vanaf willekeurige getallen.
h Ik kan heen- en terugtellen t/m 100 met sprongen van 10 vanaf willekeurige getallen.
Getalbegrip
Eiland Dorp Leerdoel
Splitsen en aanvullen
k Ik kan aanvullen t/m 20 met hoeveelheden.
l Ik kan het getal 20 splitsen en aanvullen.
m Ik kan de getallen t/m 20 splitsen en aanvullen.
n Ik kan de getallen t/m 20 splitsen in een splitstabel.
o Ik kan de getallen t/m 30 splitsen in een splitstabel.
p Ik kan tienvouden splitsen en aanvullen.
q Ik kan het getal 100 splitsen en aanvullen met ronde getallen.
r Ik kan het getal 100 splitsen en aanvullen met willekeurige getallen.
Eiland Dorp Leerdoel
Automatiseren van splitsen
a Ik ken de splitsingen van getallen t/m 9 uit mijn hoofd en kan dit zo snel mogelijk.
b Ik ken de splitsingen van het getal 10 uit mijn hoofd en kan dit zo snel mogelijk.
Doelenboekje rekenen 4 Pagina 5
Getalbegrip
Eiland Dorp Leerdoel
Kennismaken met getallen.
a Ik kan de getallen net boven 100 herkennen, vergelijken en plaatsen op de getallenlijn.
Eiland Dorp Leerdoel
Structureren
g Ik kan de getallen t/m 100 structureren op de getallenlijn.
h Ik kan de getallen t/m 100 structureren in tientallen en eenheden.
i Ik kan de getallen t/m 100 structureren in een tabel.
j Ik kan de waarde van cijfers in getallen t/m 100 aangeven.
Eiland Dorp Leerdoel
Buurgetallen
d Ik kan de buurgetallen t/m 100 bepalen.
e Ik kan de buurgetallen van tienvouden bepalen.
f Ik kan de buurtientallen van getallen t/m 100 bepalen.
Eiland Dorp Leerdoel
Getallenlijn
h Ik kan ronde getallen t/m 100 plaatsen op de getallenlijn.
i Ik kan willekeurige getallen t/m 100 plaatsen op de getallenlijn.
j Ik kan getallen globaal plaatsen op de getallenlijn t/m 100.
Eiland Dorp Leerdoel
Springen tussen getallen
a Ik kan springen tussen twee getallen t/m 20 op de getallenlijn.
b Ik kan springen tussen twee getallen t/m 100 op de getallenlijn.
Doelenboekje rekenen 4 Pagina 6
Getalbegrip
Eiland Dorp Leerdoel
Getallen vergelijken
j Ik kan getallen t/m 100 vergelijken en op volgorde zetten.
Eiland Dorp Leerdoel
Getallen afronden
b Ik kan getallen tot 100 afronden op tientallen.
Eiland Dorp Leerdoel
Eiland Dorp Leerdoel
Eiland Dorp Leerdoel
Extra
Doelenboekje rekenen 4 Pagina 7
Optellen & Aftrekken
Eiland Dorp Leerdoel
Plussommen t/m 20
a Ik kan aangeven welke plussom tot en met 20 bij de afbeelding hoort en kan deze uitrekenen.
b Ik kan optellen t/m 20 via bussommen zonder overschrijding van het tiental.
c Ik kan optellen t/m 20 met de getallenlijn zonder overschrijding van het tiental.
d Ik kan optellen t/m 20 in een schema zonder overschrijding van het tiental.
e Ik kan optellen t/m 20 zonder overschrijding van het tiental.
f Ik kan optellen t/m 20 met een hulpsom (versimpelen) zonder overschrijding van het tiental.
g Ik kan optellen tot 20.
h Ik kan optellen t/m 20 met het getal 10 (tienstructuur).
i Ik kan optellen t/m 20 via één meer of minder met overschrijding door het tiental.
j Ik kan optellen t/m 20 via bussommen met overschrijding van het tiental.
k Ik kan optellen t/m 20 met de getallenlijn met overschrijding van het tiental.
l Ik kan optellen t/m 20 in een schema met overschrijding van het tiental.
m Ik kan handig optellen t/m 20 met drie getallen.
n Ik kan optellen t/m 20 met overschrijding van het tiental.
o Ik kan dubbelsommen (twee dezelfde getallen) t/m 20 uitrekenen.
p Ik kan optellen t/m 20 met hulp van een dubbelsom die dicht in de buurt ligt.
q Ik kan optellen t/m 20 waarbij de getallen in de som gewisseld worden en het antwoord hetzelfde blijft.
r Ik kan optellen t/m 20 via één meer in een tabel.
s Ik kan optellen t/m 20 via steeds één meer of minder.
t Ik kan getallen t/m 20 eerlijk verdelen.
u Ik kan getallen t/m 20 samenstellen.
v Ik kan optellen t/m 20 met drie of meer getallen.
Doelenboekje rekenen 4 Pagina 8
Optellen & Aftrekken
Eiland Dorp Leerdoel
Plussommen t/m 30
a Ik kan herhaald optellen t/m 30 door drie of meer van dezelfde getallen bij elkaar op te tellen.
b Ik kan optellen t/m 30 zonder overschrijding van het tiental.
c Ik kan optellen t/m 30 met overschrijding van het tiental.
d Ik kan optellen t/m 30 met een hulpsom (versimpelen).
Eiland Dorp Leerdoel
Plussommen t/m 50
a Ik kan dubbelsommen (twee dezelfde getallen) t/m 40 uitrekenen.
b Ik kan optellen t/m 50 met een getal kleiner dan 10 zonder overschrijding van het tiental.
c Ik kan optellen t/m 50 met een getal groter dan 10 zonder overschrijding van het tiental.
d Ik kan optellen t/m 50 met een getal kleiner dan 10 met overschrijding van het tiental.
e Ik kan optellen t/m 50 met een getal groter dan 10 met overschrijding van het tiental.
f Ik kan optellen t/m 50 met stappen van 10, 5 en 1.
Eiland Dorp Leerdoel
Plussommen t/m 100
a Ik kan tienvouden optellen t/m 100 via de nulregel.
b Ik kan optellen t/m 100 met een tienvoud.
c Ik kan optellen t/m 100 via rijgen zonder overschrijding van het tiental.
d Ik kan optellen t/m 100 zonder overschrijding van het tiental.
e Ik kan optellen t/m 100 tot een tienvoud.
f Ik kan optellen t/m 100 met drie of meer vijf- en tienvouden.
g Ik kan handig optellen t/m 100 met drie of meer getallen.
h Ik kan optellen t/m 100 met drie of meer willekeurige getallen.
i Ik kan optellen t/m 100 via rijgen met overschrijding van het tiental met een getal kleiner dan 10.
j Ik kan optellen t/m 100 via rijgen met overschrijding van het tiental met een getal groter dan 10.
Doelenboekje rekenen 4 Pagina 9
Optellen & Aftrekken
Eiland Dorp Leerdoel
Plussommen t/m 100(vervolg)
k Ik kan optellen t/m 100 met een getal kleiner dan 10 met overschrijding van het tiental.
l Ik kan optellen t/m 100 met een getal groter dan 10 met overschrijding van het tiental.
m Ik kan optellen t/m 100 met een hulpsom (versimpelen).
n Ik kan optellen t/m 100 via steeds één meer of minder.
o Ik kan optellen t/m 100 door één getal rond te maken (compenseren).
p Ik kan optellen t/m 100 door beide getallen rond te maken (omvormen).
Eiland Dorp Leerdoel
Automatiseren plus
b Ik ken de plussommen t/m 20 zonder overschrijding van het tiental uit mijn hoofd en kan ze snel beantwoorden.
c Ik ken de plussommen t/m 20 met overschrijding van het tiental uit mijn hoofd en kan ze snel beantwoorden.
Eiland Dorp Leerdoel
Schattend plus
a Ik kan schattend optellen t/m 100.
Eiland Dorp Leerdoel
Optellen van bedragen
e Ik kan bedragen optellen met hele euro’s en biljetten t/m 20 euro.
f Ik kan bedragen optellen met centen t/m 100 cent.
g Ik kan bedragen optellen met euro’s en centen t/m 2 euro.
h Ik kan bedragen optellen met hele euro’s en biljetten t/m 100 euro.
Doelenboekje rekenen 4 Pagina 10
Optellen & Aftrekken
Eiland Dorp Leerdoel
Minsommen t/m 20
a Ik kan aangeven welke minsom t/m 20 bij de afbeelding hoort en kan deze uitrekenen.
b Ik kan aftrekken t/m 20 via bussommen zonder overschrijding van het tiental.
c Ik kan aftrekken t/m 20 met de getallenlijn zonder overschrijding van het tiental.
d Ik kan aftrekken t/m 20 in een schema zonder overschrijding van het tiental.
e Ik kan aftrekken t/m 20 zonder overschrijding van het tiental.
f Ik kan aftrekken t/m 20 met een hulpsom (versimpelen) zonder overschrijding van het tiental.
g Ik kan het verschil bepalen tussen twee getallen t/m 20.
h Ik kan aftrekken t/m 20 waarbij de uitkomst 0 of 1 is.
i Ik kan aftrekken t/m 20 met het getal 10 (tienstructuur).
j Ik kan getallen t/m 20 aftrekken van het getal 20.
k Ik kan aftrekken t/m 20 via bussommen met overschrijding van het tiental.
l Ik kan aftrekken t/m 20 met de getallenlijn met overschrijding van het tiental.
m Ik kan aftrekken t/m 20 in een schema met overschrijding van het tiental.
n Ik kan handig aftrekken t/m 20 met drie getallen.
o Ik kan aftrekken t/m 20 via één meer of minder met overschrijding door het tiental.
p Ik kan aftrekken t/m 20 met overschrijding van het tiental.
q Ik kan aftrekken t/m 20 met een omgekeerde plussom (inverse).
r Ik kan aftrekken t/m 20 via steeds één meer of minder.
s Ik kan aftrekken t/m 20 met drie of meer getallen.
Doelenboekje rekenen 4 Pagina 11
Eiland Dorp Leerdoel
Minsommen t/m 30
a Ik kan aftrekken t/m 30 zonder overschrijding van het tiental.
b Ik kan aftrekken t/m 30 met overschrijding van het tiental.
c Ik kan aftrekken t/m 30 met een hulpsom (versimpelen).
Optellen & Aftrekken
Eiland Dorp Leerdoel
Minsommen t/m 50
a Ik kan aftrekken t/m 50 met een getal kleiner dan 10 zonder overschrijding van het tiental.
b Ik kan aftrekken t/m 50 met een getal groter dan 10 zonder overschrijding van het tiental.
c Ik kan aftrekken t/m 50 met een getal kleiner dan 10 met overschrijding van het tiental.
d Ik kan aftrekken t/m 50 met een getal groter dan 10 met overschrijding van het tiental.
Eiland Dorp Leerdoel
Minsommen t/m 100
a Ik kan tienvouden aftrekken t/m 100 via de nulregel.
b Ik kan aftrekken t/m 100 met een tienvoud.
c Ik kan aftrekken t/m 100 tot een tienvoud.
d Ik kan aftrekken t/m 100 via rijgen zonder overschrijding van het tiental.
e Ik kan aftrekken t/m 100 zonder overschrijding van het tiental.
f Ik kan aftrekken t/m 100 vanaf een tienvoud met kleine verschillen.
g Ik kan aftrekken t/m 100 vanaf een tienvoud.
h Ik kan aftrekken t/m 100 via aanvullen (door er een plussom van te maken).
i Ik kan het verschil bepalen tussen twee getallen t/m 100.
j Ik kan aftrekken t/m 100 via rijgen met overschrijding van het tiental met een getal kleiner dan 10.
k Ik kan aftrekken t/m 100 via rijgen met overschrijding van het tiental met een getal groter dan 10.
l Ik kan aftrekken t/m 100 met een getal kleiner dan 10 met overschrijding van het tiental.
m Ik kan aftrekken t/m 100 met een getal groter dan 10 met overschrijding van het tiental.
Doelenboekje rekenen 4 Pagina 12
Optellen & Aftrekken
Eiland Dorp Leerdoel
Minsommen t/m 100(vervolg)
n Ik kan aftrekken t/m 100 met een hulpsom (versimpelen).
o Ik kan aftrekken t/m 100 via steeds één meer of minder.
p Ik kan aftrekken t/m 100 door één getal rond te maken (compenseren).
q Ik kan aftrekken t/m 100 met drie of meer getallen.
Eiland Dorp Leerdoel
Automatiseren min
b Ik ken de minsommen t/m 20 zonder overschrijding van het tiental uit mijn hoofd en kan ze snel beantwoorden.
c Ik ken de minsommen t/m 20 met overschrijding van het tiental uit mijn hoofd en kan ze snel beantwoorden.
Eiland Dorp Leerdoel
Schattend min
a Ik kan schattend aftrekken t/m 100.
Eiland Dorp Leerdoel
Aftrekken van bedragen
b Ik kan bedragen aftrekken met hele euro’s en biljetten t/m 20 euro.
c Ik kan bedragen aftrekken met centen t/m 100 cent.
d Ik kan bedragen aftrekken met euro’s en centen t/m 2 euro.
e Ik kan bedragen aftrekken met hele euro’s en biljetten t/m 100 euro.
Doelenboekje rekenen 4 Pagina 13
Optellen & Aftrekken
Eiland Dorp Leerdoel
Plus- en minsommen t/m 20
a Ik kan aangeven welke som tot en met 20 bij de afbeelding hoort en kan deze uitrekenen.
b Ik kan optellen en aftrekken t/m 20 via de inverse- en wisseleigenschap (omkeren van getallen).
c Ik kan optellen en aftrekken t/m 20 via steeds één meer of minder.
d Ik kan plus- en minsommen t/m 20 herkennen bij bussommen.
e Ik kan optellen en aftrekken t/m 20 via bussommen.
f Ik kan getallen t/m 20 verdubbelen en halveren.
g Ik kan dubbel- en halveersommen t/m 20 uitrekenen.
h Ik kan getallen t/m 20 herkennen als knooppunt.
Eiland Dorp Leerdoel
Plus- en minsommen automatiseren
b Ik ken de plus- en minsommen t/m 20 uit mijn hoofd en kan ze snel beantwoorden.
Eiland Dorp Leerdoel
Rekendictee plus- en minsommen
d Ik kan middels een rekendictee optellen en aftrekken t/m 20 zonder tientaloverschrijding.
e Ik kan middels een rekendictee optellen en aftrekken t/m 20 met tientaloverschrijding.
f Ik kan middels een rekendictee optellen en aftrekken t/m 20 met en zonder tientaloverschrijding.
g Ik kan middels een rekendictee getallen t/m 10 dubbelen en hele getallen t/m 20 halveren.
h Ik kan middels een rekendictee optellen en aftrekken t/m 100 zonder tientaloverschrijding.
i Ik kan middels een rekendictee optellen en aftrekken t/m 100 met tientaloverschrijding.
j Ik kan middels een rekendictee optellen en aftrekken t/m 100 met en zonder tientaloverschrijding.
Doelenboekje rekenen 4 Pagina 14
Eiland Dorp Leerdoel
Combisommen plus en min
a Ik kan sommen t/m 20 uitrekenen met zowel plus als min in één som.
b Ik kan sommen t/m 100 uitrekenen met zowel plus als min in één som.
Eiland Dorp Leerdoel
Vlekkensommen plus en min
b Ik kan optellen en aftrekken t/m 20 met vlekkensommen.
c Ik kan optellen en aftrekken t/m 100 met vlekkensommen.
Optellen & Aftrekken
Eiland Dorp Leerdoel
Plus- en minsommen handig uitrekenen
a Ik kan handig optellen en aftrekken t/m 20 met verschillende strategieën.
b Ik kan handig optellen en aftrekken t/m 100 met verschillende strategieën.
Eiland Dorp Leerdoel
Plus- en minsommen uit het hoofd
d Ik kan optellen t/m 20 via hoofdrekenen.
e Ik kan aftrekken t/m 20 via hoofdrekenen.
f Ik kan optellen en aftrekken t/m 20 via hoofdrekenen.
g Ik kan optellen en aftrekken t/m 100 via hoofdrekenen.
Doelenboekje rekenen 4 Pagina 15
Eiland Dorp Leerdoel
Verhaaltjessommen plus en min
a Ik kan optellen en aftrekken t/m 20 in verhaaltjessommen.
b Ik kan optellen en aftrekken t/m 100 in verhaaltjessommen.
Optellen & Aftrekken
Eiland Dorp Leerdoel
Eiland Dorp Leerdoel
Eiland Dorp Leerdoel
Eiland Dorp Leerdoel
Extra
Doelenboekje rekenen 4 Pagina 16
Eiland Dorp Leerdoel
Dubbelen
a Ik kan dubbelen t/m 20.
b Ik ken het dubbelen t/m 20 uit mijn hoofd en kan ze snel beantwoorden (geautomatiseerd).
Eiland Dorp Leerdoel
Tafels t/m 10
a Ik kan vemenigvuldigen via herhaald optellen (kennismaking).
b Ik kan rekenen met de tafel van 0.
c Ik kan rekenen met de tafel van 1.
d Ik kan rekenen met de tafel van 2.
e Ik kan rekenen met de tafel van 3.
f Ik kan rekenen met de tafel van 4.
g Ik kan rekenen met de tafel van 5.
h Ik kan rekenen met de tafel van 6.
i Ik kan rekenen met de tafel van 7.
j Ik kan rekenen met de tafel van 8.
k Ik kan rekenen met de tafel van 9.
l Ik kan rekenen met de tafel van 10.
m Ik kan rekenen met de tafels van 1 t/m 10.
Vermenigvuldigen & Delen
Doelenboekje rekenen 4 Pagina 17
Eiland Dorp Leerdoel
Automatiseren tafels t/m 10
a Ik ken de tafel van 2 uit mijn hoofd en kan de sommen snel beantwoorden.
b Ik ken de tafel van 5 uit mijn hoofd en kan de sommen snel beantwoorden.
c Ik ken de tafel van 10 uit mijn hoofd en kan de sommen snel beantwoorden.
d Ik ken de tafel van 2, 5 en 10 door elkaar uit mijn hoofd en kan de sommen snel beantwoorden.
Vermenigvuldigen & Delen
Eiland Dorp Leerdoel
Halveren
a Ik kan halveren t/m 20.
b Ik ken het halveren t/m 20 uit mijn hoofd en kan ze snel beantwoorden (geautomatiseerd).
Eiland Dorp Leerdoel
Deeltafels
a Ik kan eenvoudige deelsommen via afbeeldingen maken (kennismaking).
Eiland Dorp Leerdoel
Bedragen delen
a Ik kan munten en biljetten verdelen.
Eiland Dorp Leerdoel
Rekendictee
a Ik kan middels een rekendictee de tafels van 1 t/m 10.
Doelenboekje rekenen 4 Pagina 18
Eiland Dorp Leerdoel
Gemiddelde
a Ik kan het midden van twee tienvouden bepalen.
Vermenigvuldigen & Delen
Eiland Dorp Leerdoel
Eiland Dorp Leerdoel
Eiland Dorp Leerdoel
Extra
Eiland Dorp Leerdoel
Combisommen + - × :
a Ik kan getallen t/m 100 herkennen als knooppunt.
Doelenboekje rekenen 4 Pagina 19
Eiland Dorp Leerdoel
Waarde van geld
c Ik kan de munten en biljetten die er zijn vanaf 20 euro herkennen.
Eiland Dorp Leerdoel
Bedragen opschrijven
a Ik kan geldbedragen met alleen euro’s of centen noteren.
Eiland Dorp Leerdoel
Structureren van bedragen
b Ik kan bedragen t/m 50 euro structureren.
c Ik kan bedragen t/m 100 euro structureren.
Eiland Dorp Leerdoel
Gepast betalen
e Ik kan bedragen t/m 100 cent met munten samenstellen.
f Ik kan bedragen t/m 2 euro met munten samenstellen.
g Ik kan hele bedragen t/m 100 euro met munten en biljetten samenstellen.
Eiland Dorp Leerdoel
Geld tellen
e Ik kan geldbedragen met enkel munten tellen t/m 100 cent.
f Ik kan geldbedragen met enkel munten tellen t/m 2 euro.
g Ik kan hele geldbedragen met enkel munten en biljetten tellen t/m 50 euro.
h Ik kan hele geldbedragen met enkel munten en biljetten tellen t/m 100 euro.
Geld
Doelenboekje rekenen 4 Pagina 20
Eiland Dorp Leerdoel
Geld wisselen
b Ik kan geld wisselen t/m 2 euro.
c Ik kan geld wisselen t/m 20 euro.
Eiland Dorp Leerdoel
Bedragen vergelijken
d Ik kan bedragen vergelijken t/m 2 euro.
e Ik kan hele bedragen vergelijken t/m 100 euro.
Eiland Dorp Leerdoel
Geld tekort
b Ik kan het verschil bepalen tussen bedragen t/m 20 euro.
c Ik kan het verschil bepalen tussen bedragen t/m 100 euro.
Geld
Eiland Dorp Leerdoel
Extra
Eiland ‘Optellen van bedragen’ zie: pagina 9 Wereld ‘Optellen & Aftrekken’Eiland ‘Aftrekken van bedragen’ zie: pagina 12 Wereld ‘Optellen & Aftrekken’
Eiland ‘Bedragen delen’ zie: pagina 17 Wereld ‘Vermenigvuldigen & Delen ’
Doelenboekje rekenen 4 Pagina 21
Eiland Dorp Leerdoel
Taal van tijd & datum
h Ik kan aangeven wat een seconde is en hoe lang het ongeveer duurt.
Eiland Dorp Leerdoel
Kennismaken met tijd
b Ik weet wat het verband tussen een uur en een minuut is.
Eiland Dorp Leerdoel
Stopwatch
a Ik kan de posities van minuten en seconden op een stopwatch herkennen (kennismaking).
b Ik kan minuten en seconden op een stopwatch aflezen.
Eiland Dorp Leerdoel
Datum & kalender
b Ik kan data op een kalender aflezen.
Tijd & Datum
Doelenboekje rekenen 4 Pagina 22
Eiland Dorp Leerdoel
Klokkijken analoog
c Ik kan vertellen wat de lange en korte wijzers aangeven op een analoge klok.
d Ik kan hele uren aflezen op een analoge klok.
e Ik weet hoe de lange wijzer halve uren aangeeft.
f Ik kan halve uren aflezen op een analoge klok.
g Ik kan kwartieren aflezen op een analoge klok.
Eiland Dorp Leerdoel
Verschil tussen analoge klokken
a Ik kan het tijdsverschil met hele uren later tussen twee analoge klokken berekenen.
b Ik kan het tijdsverschil met hele uren eerder tussen twee analoge klokken berekenen.
c Ik kan het tijdsverschil met hele uren tussen twee analoge klokken berekenen.
d Ik kan het tijdsverschil met halve uren tussen twee analoge klokken berekenen.
e Ik kan het tijdsverschil met kwartieren tussen twee analoge klokken berekenen.
Eiland Dorp Leerdoel
Vroeger of later op de analoge klok
a Ik kan 1 uur later aangeven met hele uren op de analoge klok.
b Ik kan 1 uur eerder aangeven met hele uren op de analoge klok.
c Ik kan 1 uur eerder of later aangeven met hele uren op de analoge klok.
d Ik kan uren later aangeven met hele uren op de analoge klok.
e Ik kan uren eerder aangeven met hele uren op de analoge klok.
Tijd & Datum
Eiland Dorp Leerdoel
Analoge klok zetten
a Ik kan hele uren aangeven op een analoge klok.
b Ik kan halve uren aangeven op een analoge klok.
c Ik kan kwartieren aangeven op een analoge klok.
Doelenboekje rekenen 4 Pagina 23
Eiland Dorp Leerdoel
Vroeger of later op de analoge klok
(vervolg)
f Ik kan een nieuwe tijd bepalen met hele uren op de analoge klok.
g Ik kan 1 uur later aangeven met halve uren op de analoge klok.
h Ik kan 1 uur eerder aangeven met halve uren op de analoge klok.
i Ik kan 1 uur eerder of later aangeven met halve uren op de analoge klok.
j Ik kan 1 half uur later aangeven met halve uren op de analoge klok.
k Ik kan 1 half uur eerder aangeven met halve uren op de analoge klok.
l Ik kan 1 half uur eerder of later aangeven met halve uren op de analoge klok.
m Ik kan een nieuwe tijd bepalen met halve uren op de analoge klok.
n Ik kan 1 kwartier later aangeven op de analoge klok.
o Ik kan 1 kwartier eerder aangeven op de analoge klok.
p Ik kan een nieuwe tijd bepalen met kwartieren op de analoge klok.
Tijd & Datum
Eiland Dorp Leerdoel
Klokkijken digitaal 00:00 t/m 12:00
a Ik kan beschrijven wat de getallen voor en na de dubbele punt op een digitale klok aangeven (kennismaking).
b Ik kan hele uren aflezen op een digitale klok met lage tijden.
c Ik kan halve uren aflezen op een digitale klok met lage tijden.
d Ik kan kwartieren aflezen op een digitale klok met lage tijden.
Eiland Dorp Leerdoel
Klokkijken digitaal 12:00 t/m 24:00
a Ik kan dagdelen koppelen aan digitale tijden na 12 uur omdat de digitale klok doortelt na 12 uur (kennismaking).
b Ik kan hele uren aflezen op een digitale klok met hoge tijden.
c Ik kan halve uren aflezen op een digitale klok met hoge tijden.
d Ik kan kwartieren aflezen op een digitale klok met hoge tijden.
Doelenboekje rekenen 4 Pagina 24
Eiland Dorp Leerdoel
Klokkijken digitaal met dagdelen
a Ik kan digitale tijden met bijbehorende dagdelen aflezen met hele uren.
b Ik kan digitale tijden met bijbehorende dagdelen aflezen met halve uren.
c Ik kan digitale tijden met bijbehorende dagdelen aflezen met kwartieren.
Eiland Dorp Leerdoel
Digitale klok zetten 00:00 t/m 12:00
a Ik kan hele uren aangeven op een digitale klok met lage tijden.
b Ik kan halve uren aangeven op een digitale klok met lage tijden.
c Ik kan kwartieren aangeven op een digitale klok met lage tijden.
Eiland Dorp Leerdoel
Digitale klok zetten 12:00 t/m 24:00
a Ik kan hele uren aangeven op een digitale klok met hoge tijden.
b Ik kan halve uren aangeven op een digitale klok met hoge tijden.
c Ik kan kwartieren aangeven op een digitale klok met hoge tijden.
Eiland Dorp Leerdoel
Verschil tussen digitale klokken
a Ik kan het tijdsverschil in hele uren uitrekenen tussen twee digitale klokken met lage tijden.
b Ik kan het tijdsverschil in hele uren uitrekenen tussen twee digitale klokken met hoge tijden.
c Ik kan het tijdsverschil in hele uren uitrekenen tussen twee digitale klokken.
d Ik kan het tijdsverschil in halve uren uitrekenen tussen twee digitale klokken met lage tijden.
e Ik kan het tijdsverschil in halve uren uitrekenen tussen twee digitale klokken met hoge tijden.
f Ik kan het tijdsverschil in halve uren uitrekenen tussen twee digitale klokken.
g Ik kan het tijdsverschil in kwartieren uitrekenen tussen twee digitale klokken zonder overschrijding van het uur.
Tijd & Datum
Doelenboekje rekenen 4 Pagina 25
Eiland Dorp Leerdoel
Vroeger of later op de digitale klok
a Ik kan een nieuwe tijd bepalen in hele uren op de digitale klok met lage tijden.
b Ik kan een nieuwe tijd bepalen in hele uren op de digitale klok met hoge tijden.
c Ik kan een nieuwe tijd bepalen in hele uren op de digitale klok.
d Ik kan een nieuwe tijd bepalen in halve uren op de digitale klok met lage tijden.
e Ik kan een nieuwe tijd bepalen in halve uren op de digitale klok met hoge tijden.
f Ik kan een nieuwe tijd bepalen in halve uren op de digitale klok.
g Ik kan een nieuwe tijd bepalen in kwartieren op de digitale klok zonder overschrijding van het uur.
Tijd & Datum
Eiland Dorp Leerdoel
Analoge en digitale klokken lage tijden
a Ik kan hele uren van analoge en digitale klokken koppelen (aflezen en zetten) met lage tijden.
b Ik kan halve uren van analoge en digitale klokken koppelen (aflezen en zetten) met lage tijden.
c Ik kan kwartieren van analoge en digitale klokken koppelen (aflezen en zetten) met lage tijden.
Eiland Dorp Leerdoel
Analoge en digitale klokken hoge tijden
a Ik kan hele uren van analoge en digitale klokken koppelen (aflezen en zetten) met hoge tijden.
b Ik kan halve uren van analoge en digitale klokken koppelen (aflezen en zetten) met hoge tijden.
c Ik kan kwartieren van analoge en digitale klokken koppelen (aflezen en zetten) met hoge tijden.
Eiland Dorp Leerdoel
Analoge en digitale klokken
a Ik kan hele uren van analoge en digitale klokken koppelen (aflezen en zetten).
b Ik kan halve uren van analoge en digitale klokken koppelen (aflezen en zetten).
c Ik kan kwartieren van analoge en digitale klokken koppelen (aflezen en zetten).
Doelenboekje rekenen 4 Pagina 26
Eiland Dorp Leerdoel
Vroeger of later op alle klokken
a Ik kan een nieuwe tijd bepalen met hele uren op analoge en digitale klokken.
b Ik kan een nieuwe tijd bepalen met halve uren op analoge en digitale klokken.
c Ik kan een nieuwe tijd bepalen met kwartieren op analoge en digitale klokken zonder overschrijding van het uur.
Tijd & Datum
Eiland Dorp Leerdoel
Verschil tussen beschreven tijden
a Ik kan het tijdsverschil in hele uren uitrekenen tussen beschreven tijden.
b Ik kan het tijdsverschil in halve uren uitrekenen tussen beschreven tijden.
c Ik kan het tijdsverschil in kwartieren uitrekenen tussen beschreven tijden.
Eiland Dorp Leerdoel
Vroeger of later met beschreven tijden
a Ik kan een nieuwe tijd bepalen met hele uren bij beschreven tijden.
b Ik kan een nieuwe tijd bepalen met halve uren bij beschreven tijden.
c Ik kan een nieuwe tijd bepalen met kwartieren bij beschreven tijden.
Eiland Dorp Leerdoel
Extra
Eiland Dorp Leerdoel
Verschil tussen alle klokken
a Ik kan het tijdsverschil in hele uren uitrekenen tussen analoge en digitale klokken.
b Ik kan het tijdsverschil in halve uren uitrekenen tussen analoge en digitale klokken.
c Ik kan het tijdsverschil in kwartieren uitrekenen tussen analoge en digitale kl. zonder overschrijding van het uur.
Doelenboekje rekenen 4 Pagina 27
Eiland Dorp Leerdoel
Aanzichten
b Ik kan aanzichten herkennen en ik weet wat het begrip aanzicht betekent.
Eiland Dorp Leerdoel
Kaartlezen
e Ik kan punten herkennen en aanwijzen op een kaart of afbeelding.
Eiland Dorp Leerdoel
Spiegelen
b Ik kan symmetrie-assen herkennen in figuren.
c Ik kan (lijn)spiegeling en lijnsymmetrie herkennen.
d Ik kan een lijnspiegling tekenen met behulp van hokjes.
Eiland Dorp Leerdoel
Schaduw
a Ik kan beredeneren of een schaduw bij een object hoort.
Eiland Dorp Leerdoel
Weten waar je kunt zijn
d Ik kan aan de hand van een foto bepalen vanaf welke plek deze genomen is.
Meetkunde
Doelenboekje rekenen 4 Pagina 28
Eiland Dorp Leerdoel
Figuren tekenen
a Ik kan een figuur natekenen op hokjes.
Eiland Dorp Leerdoel
Patronen
g Ik kan een patroon met figuren afmaken.
Eiland Dorp Leerdoel
Bouwwerken
g Ik kan een bouwwerk met blokjes nabouwen aan de hand van een afbeelding.
h Ik kan het aantal blokjes bepalen in een ruimtelijk figuur waarbij niet alle blokjes te zien zijn.
i Ik kan inzien uit welke onderdelen een bouwwerk bestaat.
Meetkunde
Eiland Dorp Leerdoel
Tangram
a Ik kan met behulp van tangrampuzzelstukjes een figuur namaken.
Eiland Dorp Leerdoel
Extra
Doelenboekje rekenen 4 Pagina 29
Eiland Dorp Leerdoel
Kennismaken met lengtematen
f Ik kan aangeven wat een meter is en hoe lang een meter ongeveer is.
g Ik kan de lengte in meters van bekende objecten schatten.
h Ik kan aangeven wat een centimeter is en hoe lang een centimeter ongeveer is.
i Ik kan de lengte in centimeters van bekende objecten schatten.
Eiland Dorp Leerdoel
Opmeten van lengte
d Ik kan aangeven van meerdere meetinstrumenten wanneer ze gebruikt kunnen worden.
e Ik kan een meetinstrument (liniaal en rolmaat) aflezen in centimeter.
f Ik kan de lengte van lijnen opmeten met een meetinstrument.
g Ik kan de lengte van voorwerpen opmeten met een meetinstrument.
Eiland Dorp Leerdoel
Berekenen van een omtrek
a Ik kan aangeven wat het begrip omtrek betekent betekent (kennismaking).
b Ik kan een eenvoudige omtrek bepalen met hokjes.
Eiland Dorp Leerdoel
Berekenen van een oppervlakte
a Ik kan aangeven wat het begrip oppervlakte betekent (kennismaking).
b Ik kan een eenvoudige oppervlakte bepalen met hokjes.
Meten
Doelenboekje rekenen 4 Pagina 30
Eiland Dorp Leerdoel
Kennismaken met gewichtsmaten
b Ik kan aangeven wat een kilogram is en hoe zwaar een kilogram ongeveer is.
c Ik kan het gewicht in kilogram van bekende objecten schatten.
d Ik kan aangeven wat een gram is en hoe zwaar een gram ongeveer is.
Eiland Dorp Leerdoel
Kennismaken met inhoudsmaten
c Ik kan aangeven wat een liter is en hoeveel een liter ongeveer is.
Eiland Dorp Leerdoel
Kennismaken met temperatuur
a Ik kan aangeven wat graden Celcius zijn en hoe warm bekende temperaturen ongeveer zijn (kennismaken).
Eiland Dorp Leerdoel
Opmeten van inhoud
a Ik kan inhoud aflezen in liters.
Eiland Dorp Leerdoel
Opmeten van gewicht
a Ik kan gewicht meten met behulp van een weegschaal.
b Ik kan een weegschaal aflezen tot 10 kilogram.
c Ik kan een weegschaal aflezen in kilogram.
d Ik kan een weegschaal aflezen in gram.
Meten
Doelenboekje rekenen 4 Pagina 31
Eiland Dorp Leerdoel
Verschillende maten
a Ik kan bij een situatie waarin iets te meten is, de juiste eenvoudige maateenheid bepalen.
Meten
Eiland Dorp Leerdoel
Eiland Dorp Leerdoel
Eiland Dorp Leerdoel
Eiland Dorp Leerdoel
Extra
Doelenboekje rekenen 4 Pagina 32
Eiland Dorp Leerdoel
Verhoudingstabellen
a Ik kan eenvoudige verhoudingstabellen met getallen t/m 5 invullen.
Eiland Dorp Leerdoel
Kennismaken met breuken
b Ik kan een kwart herkennen in een afbeelding.
Eiland Dorp Leerdoel
Rekenen met verhoudingen in
contexten
a Ik kan rekenen met verhoudingen in eenvoudige beelddiagrammen.
Procenten, Breuken & Verhoudingen
Eiland Dorp Leerdoel
Eiland Dorp Leerdoel
Extra
Doelenboekje rekenen 4 Pagina 33
Eiland Dorp Leerdoel
Tabellen aflezen
a Ik kan combinaties in tabellen herkennen.
b Ik kan aangeven wat de elementen in een tabel betekenen (kennismaking).
c Ik kan informatie aflezen uit een kleine tabel.
d Ik kan een dag- en weekrooster aflezen.
Tabellen, Grafieken & Getallenreeksen
Eiland Dorp Leerdoel
Tabellen maken
a Ik kan informatie overzichtelijk ordenen en invullen in een kleine tabel.
Eiland Dorp Leerdoel
Rekenen met tabellen
a Ik kan rekenen met verhoudingen in eenvoudige beelddiagrammen.
b Ik kan rekenen met gegevens t/m 10 uit een tabel.
Eiland Dorp Leerdoel
Staafgrafieken aflezen
a Ik weet wat een staafgrafiek is en hoe die is opgebouwd (kennismaking).
b Ik kan een staafgrafiek met enkele staven aflezen.
Eiland Dorp Leerdoel
Getallenreeksen
a Ik kan getallenreeksen aanvullen waarbij er steeds een aantal bij komt.
b Ik kan getallenreeksen aanvullen waarbij er steeds een aantal af gaat.
Doelenboekje rekenen 4 Pagina 34
Extra
Eiland Dorp Leerdoel
Eiland Dorp Leerdoel
Eiland Dorp Leerdoel
Eiland Dorp Leerdoel
Notities
________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________